16 minute read

‘Samen de verandering realiseren’

gehouden waarin we flink over de toekomst van het vak hebben gediscussieerd. De uitkomsten ervan hebben we in het manifest samengevat. Dit is hoe wij willen dat het huisartsenvak er in de toekomst uitziet. De hoofdboodschap is dat het leuk moet blijven om huisarts te zijn. Ook over twintig jaar.’

LAMMERT

Advertisement

‘Ik heb het manifest met plezier gelezen en zou er zo mijn naam onder zetten. De LHV en de Lovah strijden voor hetzelfde doel. Het is mooi om te zien hoe de aankomende generatie huisartsen de toekomst van het vak ziet. Voor mij is het een bevestiging dat we als LHV op het goede spoor zitten. We zijn het eens over de kern van het vak, we hebben dezelfde zorgen. Daarin kunnen we samen optrekken. We hebben elkaar nodig om de verandering te realiseren.’

ASTRID

‘Je hoort steeds vaker dat huisartsen na een paar jaar besluiten iets anders te gaan doen, omdat ze het vak te zwaar of te druk vinden. Ook zien we dat waarnemers de stap naar praktijkhouderschap uitstellen. Daar willen we het over hebben. Binnen de Lovah, maar ook met partijen als de LHV, VWS, zorgverzekeraars en andere aios-verenigingen. Hoe zorgen we ervoor dat aios huisarts kunnen worden op de manier die ze het liefst willen en over twintig jaar nog steeds met plezier huisarts zijn?’

LAMMERT

Hoe zorgen we ervoor dat aios huisartsgeneeskunde over 20 jaar nog steeds huisarts willen zijn? Lovahsecretaris Astrid Drijkoningen en LHVbestuurslid Lammert Hoeve in gesprek over het Lovah-manifest ‘De huisarts van morgen’. TEKST:

Het manifest brengt hen op een warme zomermiddag samen aan tafel. Astrid Drijkoningen is derdejaars huisarts in opleiding en secretaris van de Lovah, de vereniging van aios. Ze heeft haar onderwijsdag onderbroken en is vanuit Zeist naar de Domus Medica gefietst. Lammert Hoeve, LHV-bestuurslid en huisarts in Sprang Capelle, heeft er al een halve overlegdag op zitten. De degens hoeven niet gekruist, dat maakt de sfeer ontspannen.

ASTRID

‘De huisartsenzorg staat van alle kanten onder druk. Te weinig geld, te weinig menskracht, en dat terwijl de vergrijzing doorgaat. Dat merken wij als aios natuurlijk ook. We horen veel praktijkhouders klagen over de werkdruk en alle rompslomp die bij een praktijk komt kijken. Dat doet natuurlijk ook wat met ons als aios. Waar beginnen we eigenlijk aan, wat komt er straks allemaal op ons af? De Lovah heeft de afgelopen jaren een aantal masterclasses

‘We hebben vorig jaar op het Malieveld gestaan om duidelijk te maken dat de grens van wat we als huisartsen kunnen echt is bereikt. Mede daardoor is het gelukt om meer tijd te krijgen voor de patiënt. Tegelijkertijd schrikt ons gemopper en geklaag aios af om voor huisartsengeneeskunde te kiezen en zien waarnemers er tegenop om praktijkhouder te worden. En dat terwijl we nu al huisartsen te kort komen. Het wordt tijd dat we veel meer gaan vertellen hoe leuk het is om praktijkhouder te zijn.’

ASTRID

‘85 procent van de aios wil praktijkhouder worden. Best verrassend hè? We hebben net een ledenenquête gehouden waarin we die vraag hebben gesteld. De praktijk laat alleen zien dat het er lang niet altijd van komt. Aios denken bijvoorbeeld dat ze als praktijkhouder meer uren moeten werken dan ze willen, minder flexibel zijn en dan ook nog ANW-diensten moeten draaien.’

LAMMERT

‘Gelukkig gaan we die ANW-diensten nu anders verdelen. Dankzij het ANW-actieplan zijn nu alle huisartsen samen verantwoordelijk voor de invulling van de diensten en kunnen mensen zelf plannen wanneer ze diensten doen. Dat maakt het een stuk leuker om praktijkhouder te zijn. Het is trouwens helemaal niet zo dat je als praktijkhouder 50 uur moet werken in de daguren. Integendeel, je kunt je praktijk regelen zoals je zelf wil. Je kunt taken delegeren en zelfs iemand aannemen om je medewerkers aan te sturen. Ik denk dat je als praktijkhouder zelfs meer vrijheid kunt hebben dan een waarnemer. We zouden dat als opleiders veel vaker aan aios moeten vertellen. Ik ben zelf ook opleider. Ik probeer mijn aios altijd te laten zien hoe fantastisch het is om praktijkhouder te zijn. Ze mogen alles van mijn praktijk weten. Ik laat ze ook mijn boekhouding zien. Kunnen ze zien dat het leuk is om eigen baas te zijn.’

‘In jullie manifest pleiten jullie voor een sterke eerste lijn, als noodzakelijk fundament voor de zorg. Wat is daar volgens jullie voor nodig?’

ASTRID

‘Een sterke eerste lijn is vooral gebaat bij continuïteit van zorg. Wij vinden dat het makkelijker moet worden om een vaste praktijk te vinden. Als praktijkhouder, patiënthouder of in vaste dienst. In het manifest zeggen we: help jonge huisartsen in hun zoektocht naar een vaste praktijk. Maak het starten van een nulpraktijk simpeler en aantrekkelijker. Geef inzicht in welke praktijken overgenomen kunnen worden en waar vaste contracten mogelijk zijn. Laat een startende huisarts in de regio kennismaken met de vaste huisartsen. En laat jonge huisartsen begeleiden door ervaren praktijkhouders.’

Lammert

‘Helemaal mee eens. De LHV is om die reden twee jaar geleden bijvoorbeeld met een mentorproject begonnen. Beginnende huisartsen en ervaren collega’s worden aan elkaar gekoppeld om samen te sparren. Verder wordt de LHV Vacaturebank doorontwikkeld tot een platform waar huisartsen die een opvolger zoeken en huisartsen die een praktijk zoeken elkaar kunnen vinden.’

ASTRID

‘Het is natuurlijk niet zo dat iedere huisarts praktijkhouder móet worden. Je kunt ook hidha worden of een praktijkvorm kiezen waarin de hele bedrijfsvoering door iemand anders wordt gedaan. Dat mag best een commerciële partij zijn, als die maar niet uit is op winstmaximalisatie. Want dat gaat vaak ten koste van goede zorg. Met een waarnemend arts op afstand krijg je geen vertrouwensband.’

LAMMERT

‘De kern van ons vak is continuïteit. De meerwaarde van de huisartsenzorg is dat huisartsen hun patiënten kennen. Daardoor kunnen wij mensen uit het ziekenhuis houden. Huisartsenzorg heeft geen meerwaarde als patiënten alleen door wisselende waarnemers worden gezien of alleen kunnen bellen met een huisarts die op afstand zit. In die situaties worden patiënten toch sneller en vaker verwezen naar de tweede lijn. Wat vind jij trouwens zelf het spannendste punt uit het manifest?’

ASTRID

‘Ik denk het punt over houdbare zorg: ‘Een houdbare zorg is een zorg waarin keuzes worden gemaakt.’ We lopen met z’n allen tegen grenzen aan. De beschikbaarheid van mensen en middelen is beperkt. Als we daarin zelf geen keuzes maken, zullen die keuzes wel voor ons worden gemaakt. Er zijn nu al heel veel mensen die geen huisarts kunnen vinden. We moeten veel meer inzetten op preventie om dure behandelingen te voorkomen. Kunnen we als huisartsen op dat punt niet veel meer van ons laten horen? 80 procent van wat je in de supermarkt kunt kopen is niet gezond. Daar zien huisartsen dagelijks de gevolgen van. Je ziet patiënten worstelen met hun leefstijl. In het manifest zeggen we: maak gezonde producten goedkoop, bestrijd armoede en ongelijkheid, voorkom milieuvervuiling, verbeter de luchtkwaliteit, ban roken echt uit en creëer ruimte en prikkels om te bewegen. Vind je dat radicaal klinken? Over deze aanbevelingen was nauwelijks discussie, daar waren we het als aios heel snel over eens.’

LAMMERT

‘Het is belangrijk om kinderen al vroeg te leren wat een gezonde leefstijl is en niet pas later, als iemand klachten heeft. Een gezonde leefstijl zorgt ervoor dat mensen minder vaak naar de huisarts hoeven, waardoor er meer tijd overblijft voor mensen die de huisarts nodig hebben. Veel discussies in de zorg gaan over substitutie: zorg die de eerste lijn van de tweede lijn overneemt. Het is alleen nooit helder geworden of dat ook echt besparingen oplevert.

Ik denk dat het belangrijker is dat wij inzetten op goede zorg in de eerste lijn, want daarmee voorkomen we zorg in de tweede lijn.’

Astrid

‘Eens. Een sterke eerste lijn is heel belangrijk. De huisartsenzorg verbruikt maar 7 procent van het zorgbudget, maar is goed voor 94 procent van de behandelingen. Door te investeren in de eerste lijn besparen we kosten voor de hele zorg en houden we de zorg betaalbaar.’

‘In ons manifest zeggen we ook dat het voor houdbare zorg noodzakelijk is dat de zorg klimaatneutraal wordt. Dat is voor ons ook een belangrijk punt. Niet alleen omdat klimaatverandering gezondheidsschade veroorzaakt, maar ook omdat de zorg zelf klimaatverandering veroorzaakt. De zorgsector is verantwoordelijk voor 7 procent van de uitstoot van de broeikasgassen in Nederland. Ook hier is preventie een belangrijkste eerste stap. Daarmee voorkomen we een deel van de onnodige belasting op het milieu. Daarnaast vinden wij dat in alle richtlijnen de klimaatimpact van adviezen moet worden meegewogen. Ook roepen wij op om energieverbruik in praktijken te minimaliseren en reisgedrag duurzamer te maken. Hoe kijk jij daar tegenaan?’

LAMMERT

‘De jongere generatie gaat voorop in de aandacht voor verduurzaming. We maken als LHV wel stappen op milieubewustzijn. Zo is er een e-boek met tips om de huisvesting, de praktijkvoering en de consultvoering te verduurzamen. Dit onderwerp krijgt de komende jaren zeker meer aandacht. Ik vind het mooi dat aios en jonge huisartsen ons prikkelen om te kijken hoe het duurzamer kan.’ 'Wat ik ook mooi vind, is dat jullie in het manifest het belang van onderlinge samenwerking benadrukken.’

Astrid

‘Klopt. Wij zeggen: ‘De zorg, dat zijn we met z’n allen’. We hebben de sociale geneeskunde, de thuiszorg, de verpleeghuizen en de specialisten nodig voor de zorg van onze patienten. We vinden als aios ook dat het tijd wordt voor meer interdisciplinair onderwijs in de geneeskunde. Als aios huisartsgeneeskunde lopen we al lang stages in ziekenhuizen. Waarom lopen andere aios geen stage in een huisartsenpraktijk? Dat zou het begrip en de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuisartsen echt ten goede komen.’

LAMMERT

‘Voor de LHV is samenwerking ook een belangrijk punt. Niet alleen met externe zorgpartners, maar ook binnen het praktijkteam. De huisarts kan het al lang niet meer alleen. We hebben assistenten, praktijkondersteuners en verpleegkundigen nodig om de huisartsenzorg overeind te houden. Zonder hen zou het tekort aan huisartsen nog veel urgenter zijn geweest.’

ASTRID

‘Helemaal mee eens. In het manifest benoemen we de medewerkers van praktijkteams niet apart, omdat het voor ons al lang vanzelfsprekend is dat een huisartsenpraktijk uit een breed team bestaat. Wat zou je als huisarts zonder assistentes of praktijkondersteuners moeten?’

De kern van het Lovah-manifest

‘Over 20 jaar willen wij als huisarts werken in een land dat gezondheid in een breder perspectief bekijkt en daarom bewust keuzes heeft gemaakt. Wij willen effectief en prettig samenwerken met alle andere zorgverleners, zonder onnodige administratie en met een tuchtrecht dat ons niet onnodig beperkt. Wij willen werken in een sterke 1e lijn waar wij continuïteit van zorg leveren met adequate ondersteuning door ICT en zonder impact op het klimaat. Laten we er samen voor zorgen dat dit de komende jaren werkelijkheid wordt.’

Het manifest is te vinden op lovah.nl.

Ze krijgt al AOW. Toch wil Cunigonda Hol (67) graag nog een tijdje huisarts-docent blijven aan de huisartsenopleiding van het Radboudumc. Maar voor de huisartsenpraktijk van haar en haar collega in Oss zoekt ze opvolgers. Wie heeft hart voor mensen die de huisartsenzorg misschien wel het hardst nodig hebben?

‘Toen ik in 1987 klaar was met mijn opleiding, was het ontzettend moeilijk om als huisarts een plek te vinden. Het geluk was dat de gemeente Oss vrouwelijke huisartsen zocht, mede met het oog op de vele Turkse arbeidsmigranten die in de fabrieken werkten, en hun gezinnen. Daardoor kregen Marieke Verheggen en ik de kans om samen een praktijk te beginnen in wijk De Ruwaard. We begonnen met nul patiënten en hebben er nu 2900. Meest Nederlanders uiteraard, maar daarnaast nog steeds veel Turkse mensen, Oost-

Europese migranten en vluchtelingen uit landen als Somalië, Afghanistan en Syrië. Het is een kleurrijke praktijk waar ik al meer dan dertig jaar met hart en ziel en heel veel voldoening werk.

Ik kom op de huisartsopleiding, waar ik twee dagen per week werk, veel jonge artsen tegen die na hun opleiding eerst een paar jaar willen waarnemen en dan wel een eigen praktijk willen, maar het liefst in een dorp of provinciestadje. Met patiënten die qua taal, cultuur of sociale context op henzelf lijken. Onze praktijk in Oss past dus helemaal niet in dat plaatje. Daar maak ik me zorgen over. Ik herinner me een aios die tijdens de opleiding in een vergelijkbare praktijk als de onze werkte. Op een van de eerste terugkomdagen vertelde hij dat hij het moeilijk vond in die praktijk. ‘De patiënten luisteren niet naar me en doen niet wat ik zeg.’ Maar in de loop van het jaar begon hij te veranderen. Hij kreeg hart voor de mensen in die praktijk, ging beter begrijpen wat voor hen belangrijk was en leerde beter contact maken. Aan het eind van het jaar was hij om. Het had tijd nodig gehad om het mooie van een praktijk met meer dan alleen medische problemen te ontdekken.

◼ VERHALEN ONTRAFELEN

In een praktijk als de onze komen patiënten vaak met grote verhalen en veel problemen, die je moet ontrafelen om tot de echte hulpvraag te komen. Dat vraagt geduld, maar ook nieuwsgierigheid. Het kost tijd om een vertrouwensband op te bouwen, zeker met mensen die niet gewend zijn om buitenstaanders te vertrouwen.

Soms doen mensen na tien jaar onthullingen over hun jeugd of familie, waardoor ik hun klachten beter begrijp. Een patiënt vertelde me over haar moeizame jeugd, haar verplichte huwelijk, het keurslijf waarin ze was gedrukt. Dat hielp om haar jarenlange hoofdpijn te verklaren. Een andere patiënt die met vakantie in Turkije was en met een ziek kind naar het ziekenhuis ging, belde mij op om te vragen wat ik ervan vond dat het kind een antibiotica-injectie kreeg. En zo krijg ik geregeld blijken van vertrouwen die ik heel bijzonder vind. Ik besef dat ik na dertig jaar nog steeds maar heel weinig begrijp van al die levens van mensen die in onze praktijk komen.

Mensen in deze wijk hebben veel psychische, psychosociale en financiële problematiek. Die schulden variëren van 500 euro tot 500.000 euro. Mensen kunnen pas aan hun gezondheid werken als die schuld wordt opgelost. Ik kan die schuld niet oplossen, maar ik kan er wel voor zorgen dat de patiënt bij de juiste hulpverlener terechtkomt.

◼ LAGE GEZONDHEIDSVAARDIGHEDEN

Ik behandel alle patiënten als gelijkwaardig, maar stem mijn rol af op wat een patiënt aankan. Bij patiënten met een verstandelijke beperking bijvoorbeeld ben ik directiever dan bij andere patiënten. Het is goed dat we ons als huisartsen tot het basisaanbod huisartsgeneeskundige zorg beperken, maar in wijken als De Ruwaard is het onmogelijk om de sociale context van een patiënt buiten de spreekkamer te houden.

Nascholing

LHV Academie

Leergang besturen

Ik had een patiënt die haar diabetes maar niet onder controle kreeg, omdat haar dochter in detentie zat aan de andere kant van het land en zij geen geld had om haar dochter te bezoeken. Dat gaf haar veel stress. Toen heb ik een brief aan Justitie geschreven en gevraagd of de dochter omwille van de gezondheid van de moeder naar Brabant kon worden overgeplaatst. Strikt genomen viel dat niet onder mijn huisartstaak, maar de dochter is wel overgeplaatst. Tot blijdschap van haar moeder en van mij. Want daardoor kreeg de moeder de rust om aan haar diabetes te werken. Er zijn in ons land 2 miljoen laaggeletterden. Dat zijn mensen die over het algemeen ook lagere gezondheidsvaardigheden hebben. Ik denk dat een gemiddelde geneeskundestudent weinig van die mensen in zijn of haar omgeving kent. Er is een enorme kloof tussen mensen met een lagere en mensen met een hogere sociaaleconomische status.

Maar voor mensen met een lage SES kun je als huisarts misschien wel het meest betekenen. Ze leven gemiddeld ruim vier jaar korter dan mensen met een hogere SES, en het aantal levensjaren in ‘goed ervaren gezondheid’ is zelfs ruim veertien jaar korter. Dit zijn mensen voor wie je als huisarts echt het verschil kunt maken.

Stap Uit Je Bubbel

Mijn oproep aan jonge huisartsen is: stap uit je bubbel en kijk waar je nodig bent. Ga een jaar in een huisartsenpraktijk werken met veel sociale en gezondheidsproblematiek. Wees nieuwsgierig, stel vragen en bouw vertrouwen op. Wat je ervoor terugkrijgt, is dat het werk nooit saai wordt, dat je allerlei soorten mensen en andere ziektebeelden leert kennen en dat het je heel veel voldoening oplevert.

Er is een spreuk van Franciscus van Assisi die ik heel inspirerend vind: ‘Begin door te doen wat nodig is, daarna wat mogelijk is, en plotseling doe je het onmogelijke.’ Je hoeft geen speciale roeping te hebben om in een praktijk als die van ons te gaan werken. Wij brengen hier samen met ons praktijkteam gewoon de kernwaarden van ons vak in praktijk. Volgend jaar verhuizen we met twee andere praktijken en een aantal andere eerstelijns zorgaanbieders naar een splinternieuw gezondheidscentrum in Oss. Een mooi moment om de praktijk over te dragen aan twee of misschien wel drie opvolgers. Onze patiënten hebben een eigen huisarts nodig bij wie ze durven aankloppen met problemen. Een huisarts die met een generalistische blik persoonsgerichte, continue zorg biedt. Ik blijf erop vertrouwen dat het goed komt. Ik kan de deur toch niet sluiten als er geen opvolger is? Ik kijk ernaar uit om mijn opvolger aan mijn patiënten te kunnen voorstellen.’ ¶

De leergang besturen is een 3-daags opleidingstraject, speciaal voor ervaren huisarts-bestuurders. Je leert over leiderschapskwaliteiten, strategievorming, omgaan met de achterban en nog veel meer. Je ontwikkelt je vaardigheden en competenties binnen 3 dagen verder.

De eerstvolgende leergang start op donderdag 7 september 2023, in Den Dolder. Dag 1 en 2 zijn op dezelfde locatie in Den Dolder, inclusief overnachting. Dag 3 is op een andere locatie, in Utrecht. Accreditatie: 22 punten.

Praktijkmanagement voor aios

In deze nascholing leer je alles over de start van een eigen praktijk. Van ondernemerschap tot praktijkvoering en financiën. Je krijgt een netwerk aangereikt waar je terecht kunt met je vragen over praktijkstart en praktijkmanagement.

Deze nascholing duurt 4 dagen. De eerstvolgende reeks vindt plaats vanaf donderdag 7 september 2023, van 09.30 – 16.00 uur bij de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Leergang medisch leiderschap

Hoe zorg je als huisarts dat je invloed hebt op de manier waarop je zorg biedt aan de patiënt? In de leergang medisch leiderschap leer je hoe jij je eigen invloedsfeer bewuster kunt inzetten bij patiëntenzorg en daarbuiten. De training bestaat uit 6 dagen in 4-5 maanden.

De leergang bestaat in totaal uit 6 dagen. De eerstvolgende reeks start op woensdag 20 september 2023, van 09.30 – 17.30 uur in het Kaap Doorn Conferentiecentrum in Doorn.

Accreditatie: 36 punten (ABAN, BIG).

Op academie.lhv.nl vind je ons ruime aanbod aan nascholingen, ook vaak op aanvraag beschikbaar.

Boze of lastige patiënt? ‘HOU JE LIJF RUSTIG’

Boze, manipulatieve of zeurende patiënten: iedere huisarts krijgt ze op zeker moment in de spreekkamer. Hoe ga je om met patiënten die de allergie of de valkuil van de huisarts feilloos weten te vinden? Trainer Frank van As: ‘Zorg vóór alles dat je lijf rustig blijft.’

‘Iedere medewerker van een huisartsenpraktijk heeft zijn of haar eigen allergieën. Hoe háált mevrouw Visser het in haar hoofd om wéér om vijf voor vijf te bellen met een lang verhaal? O nee, daar komt meneer De Bruin weer met zo’n zeurverhaal.’ Een allergie voor gezeur komt vrij veel voor bij zorgverleners, ziet Frank van As. In zijn training Patiëntbejegening (zie kader) werkt hij met een aangepaste versie van het kernkwaliteitenmodel van Daniel Ofman. ‘Het tegenovergestelde van je allergie is je kwaliteit. Als je allergisch bent voor gezeur, ben je zelf waarschijnlijk een echte doorzetter. En afgeleid van je allergie en je kwaliteit, heb je dan ook nog een valkuil en een uitdaging, in dit geval botheid en empathie. Het kan helpen om je te realiseren dat degene die tegenover je zit en die op jouw allergie zit, waarschijnlijk een kwaliteit heeft die in jouw uitdaging zit. Een zeurende patiënt is waarschijnlijk best empathisch. Als het lukt om ook maar een béétje professionele jaloezie op te brengen voor de kwaliteit van je gesprekspartner, kan dat enorm helpen om zo’n gesprek te voeren.’

Het model van de kernkwaliteiten is een van de vele praktische tips die Van As in zijn training inzet. Daarbij is het goed, zegt hij, om ook andere communicatiestijlen te gebruiken dan alleen je ‘gebruikelijke’ stijl. ‘Soms moet je hele duidelijke

‘OP HET JUISTE MOMENT ONGEWENSTE EMOTIES VOORKOMEN’

Joanne van Silfhout volgde de nascholing Patiënt-bejegening bij de praktijk in Den Haag waar ze als waarnemend huisarts werkt. ‘Bij een van de beide locaties van onze praktijk komt wat vaker agressie voor, met name aan de balie en de telefoon. Het leek me vooral voor de assistenten daarom fijn om deze cursus te volgen, maar natuurlijk heeft uiteindelijk het hele team ermee te maken. Vooral de ‘bak begrip’ die er volgens Frank in moet, is bij mij blijven hangen. Soms moet je misschien wel acht of tien keer “ach wat erg” zeggen, voor iemand een beetje tot bedaren komt.’ grenzen stellen, andere keren is het beter om meer conflictvermijdend te zijn. Ieder heeft van nature een eigen stijl, maar het is heel nuttig je professionele repertoire uit te breiden. Verschillende situaties vragen om een verschillende aanpak.’

◼ ECHTE ANGST

Meestal zijn het de assistenten die al aan de telefoon of de balie de hete kooltjes uit het vuur halen, zegt Van As. ‘Patiënten zijn vaak al wat afgekoeld als ze bij de dokter komen en zullen daar minder snel schuttingtaal gebruiken. Toch kan het gesprek in de spreekkamer nog lastig genoeg zijn. Voor die gesprekken zijn dezelfde vaardigheden nodig als aan de telefoon of de balie.’

Van As hoort van huisartsen bijvoorbeeld regelmatig dat patiënten tóch een verwijzing, een scan of bloedonderzoek willen, al vindt de huisarts dat niet nodig. ‘Negen van de tien keer zit achter zo’n dwingend verzoek zorg, angst of frustratie. Regel één is daarom: er moet een bak begrip in. Je moet als huisarts allereerst de vraag achter de vraag zien te achterhalen. Daarmee werk je aan het herstel van de relatie. Pas als je de echte angst boven tafel hebt, kun je het inhoudelijke gesprek voeren en uitleggen waarom een scan volgens jou niet nodig is. Daarbij raad ik huisartsen altijd aan om gebruik te maken van hun status. Heb begrip en aandacht voor de zorgen

‘Het was mooi dat het naast agressie ook ging over de allergie die je als zorgverlener kunt hebben en hoe je daarmee kunt omgaan, met behulp van de theorie over de kernkwadranten. Ik heb met name een allergie voor patiënten die tot niets komen, niet zelf verantwoordelijkheid willen nemen. De cursus gaf mij het inzicht dat zo’n patiënt waarschijnlijk een kwaliteit heeft die tegenovergesteld is aan die van mij. In de spreekkamer vind ik dat nog steeds wel lastig toe te passen; mijn allergie speelt dan vrij makkelijk weer op. Dat is een kwestie van veel oefenen, denk ik. Het is goed om het inzicht nu in ieder geval te hebben: waarom word ik kriebelig en hoe zorg ik ervoor dat dit mijn contact met de patiënt niet in de weg staat?’

‘Het maakt denk ik wel uit of je al een hele tijd praktijkhouder bent, of waarnemend huisarts. Als je een patiënt goed kent, begrijp je misschien eerder welke factoren meespelen als iemand boos wordt. Wellicht kun je daar dan meer begrip voor opbrengen. Maar het zou ook andersom kunnen werken: dat je allergie in de loop der jaren alleen maar groter wordt en dat je denkt: wat nú weer?’

‘Afgelopen week hadden we in de praktijk nog een patiënt die zich agressief gedroeg tegenover een assistente. Een goed moment om de opgedane kennis in praktijk te brengen. Het lastige was alleen dat niet duidelijk was waarover hij boos was. Dat maakte het voor

This article is from: