7 minute read

mijn praktijkstart

Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Huisarts Geraldine Kibbelaar over haar praktijkstart.

Hoe ben je in deze praktijk terechtgekomen?

Advertisement

‘Deze praktijk was veertien jaar geleden mijn opleidingsplek toen ik eerstejaars huisarts in opleiding was. Ik vond het toen al een fijne plek. Zo nu en dan werkte ik hier nog als waarnemend huisarts. Dan ging ik altijd naar huis met het gevoel: wat een fijne praktijk met een fijn team. Terwijl ik zelf nog zoekend was naar wat voor praktijk ik zou willen overnemen, bleek dat mijn voorganger voor deze praktijk een opvolger zocht. Die mogelijkheid kwam als een verrassing. Ik had ook nooit naar deze praktijk gekeken met het oog op eventuele overname.’

Was dit het soort praktijk dat je zocht?

‘Eigenlijk niet. Ik heb als waarnemend huisarts vrij veel in achterstandswijken gewerkt en dat deed ik graag. Ik had daardoor eerder een praktijk in gedachten in een wijk met een lage sociaaleconomische status. Toen deze praktijk beschikbaar kwam, woog ik de voors en tegens af. Dit is een dorpspraktijk met een vrij vergrijsde populatie. Dat brengt heel andere ziektebeelden met zich mee dan een achterstandswijk: minder sociale problematiek, meer pathologie. Dat zag ik als een mooie uitdaging. De patiënten hier zijn over het algemeen heel gemoedelijk en accepteren het oordeel van de dokter. Daarnaast vond ik het goede en stabiele team van medewerkers heel aantrekkelijk. Ik heb gewerkt in een groot gezondheidscentrum en wist dat dat niet bij me past.’

Hoe verliepen de voorbereidingen?

‘Pfoe. Stressvol. Ik denk dat ik de aanloop een beetje had onderschat. Je moet veel administratieve hobbels nemen. Ik miste in de voorbereiding een centraal punt van waaruit ik alles kon regelen. In plaats daarvan moest ik alles bij verschillende instanties regelen: KvKinschrijving, AGB-code en Vecozo-aanmelding. Je bent steeds afhankelijk van hun reactie en kunt dan door naar de volgende. Of je komt nog eens terug omdat het niet goed is gegaan. Het kostte veel tijd en ging daardoor ten koste van de patiëntenzorg en van mezelf. Gelukkig had ik drie maanden na de overname wel het gevoel dat ik alles op de rit had wat bij het praktijkhouderschap komt kijken, al blijft het heel druk. Ik heb het gevoel dat ik nu zo’n beetje uit de overlevingsfase kom. Inmiddels denk ik: het is al die drukte en moeite waard geweest, want het is gewoon erg leuk om je eigen patiënten én je eigen bedrijf te hebben.’

Is je werk veranderd, nu je praktijkhouder bent?

‘Na anderhalf jaar krijg ik steeds meer een band met mijn patiënten. Ik herken patiënten en heb steeds beter zicht op de familieverbanden in het dorp. Dat is ontzettend leuk. Precies om die reden wilde ik ook praktijkhouder worden. Als waarnemend huisarts ben je toch wel erg bezig met korte contacten en brandjes blussen. Dit werk geeft me meer voldoening. Ik merk ook dat ik energie haal uit de bedrijfsvoering. Ik heb bijvoorbeeld veel geleerd over financiën – ontzettend leuk. En ik ben bezig met digitalisering. Zo heb ik de website vernieuwd en een patiëntportaal opgezet. Sommige oudere patiënten moet je niet meer lastigvallen met digitalisering – al heb ik een negentigjarige patiënte die met veel plezier achter haar iPad zit – maar voor de jongere patiënten is het goed dat we met de tijd meegaan. Bovendien vind ik zelf digitalisering gewoon heel leuk en interessant.’

Hoe is het om je voorganger in dienst te hebben?

‘Daar had hij meer aarzelingen bij dan ik, haha! Hij twijfelde of hij me niet voor de voeten zou lopen en of patiënten hem niet als “de dokter” zouden blijven zien. Ik was er luchtiger over. Iedereen weet inmiddels dat dokter Kibbelaar “de dokter” is in deze praktijk en dat dokter De Wolf er ook nog twee dagen per week is. We hebben simpelweg de afspraak gemaakt dat hij uitsluitend patiëntenzorg doet en zo gebeurt het ook. Het loopt prima. Bovendien is het heel fijn om soms even te kunnen overleggen met iemand die de patiënten en de familieverbanden al jarenlang kent. Een kleine groep patiënten maakt nog alleen bij hem afspraken. Dat vind ik prima en begrijpelijk. Het is gewoon lastig om na jaren bij je vertrouwde huisarts weg te gaan. Dat komt vanzelf.’

Wil je solopraktijkhouder blijven?

‘Nee, zeker niet. Ik heb de praktijk bewust in m’n eentje overgenomen omdat ik alles wat erbij komt kijken, heel goed in de vingers wilde krijgen. Maar ik wil het zeker niet allen blijven doen, vooral met het oog op de balans tussen privé en werk. Ik wil er graag een duopraktijk van maken. Ik ga niet heel lang meer wachten met het zoeken van een duocollega. Het lijkt me fijn om de verantwoordelijkheid samen te delen en om meer vrijheid te hebben.’ ¶

WIE

Geraldine Kibbelaar (43) is praktijkhouder in het Limburgse Stein per 1 januari 2022. Daarvoor werkte ze 8 jaar als waarnemend huisarts, onder meer in haar huidige praktijk. Ze is getrouwd en moeder van twee dochters (6 en 4).

WAT

Solopraktijk met ruim 2100 patiënten. Geraldines voorganger werkt nog twee dagen in de praktijk.

ONDERSCHAT

STARTEN NIET

Een tip voor collegastarters: ‘Een goede voorbereiding is belangrijk’. Lees je goed in, in alles wat bij een overname komt kijken. Het is veel werk, maar geeft achteraf ook veel voldoening.’

NAAR CURAÇAO

Voor haar hobby fotografie is sinds de praktijkstart niet veel tijd. Geraldine besteedt haar vrije uren graag aan ontspanning met haar gezin. Eens per jaar proberen ze naar Curaçao te gaan, zodat haar kinderen ook een band krijgen met de familie daar.

JOUW START IN DEZE RUBRIEK?

Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, ben je maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart?

En wil je jouw ervaringen delen in De Dokter?

De redactie komt graag met je in contact. Mail naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.

Minister en NZa geven onvoldoende houvast voor Meer Tijd voor de Patiënt

Uitstel, nader NZa-onderzoek en onvoldoende lange termijn zekerheid voor huisartsen. Dat is onze uiterst teleurgestelde conclusie nu het NZa-advies en de kamerbrief van minister Kuipers daarover bekend zijn.

Voor 2024 worden de huidige afspraken door de zorgverzekeraars weliswaar gecontinueerd, maar huisartsen krijgen niet het houvast voor Meer tijd voor de patiënt in 2025 en daarna. Zij rekenden daar wel op, op basis van een brief van de minister. De LHV beraadt zich, nu blijkt dat structurele bekostiging voor MTVP in 2024 wordt uitgesteld.

Wij vinden het onbegrijpelijk dat de opdracht van de minister aan de NZa hoe MTVP te bekostigen in segment 1 niet heeft geleid tot een concreet uitvoerbaar advies voor 2024 en dat concrete oplossingen voor 2025 en daarna vooralsnog uitblijven. De NZa en minister Kuipers hebben ook deze week in gesprekken met ons wel meermaals benoemd dat zij MTVP blijvend structureel willen financieren, maar desondanks geen concrete toezeggingen aan huisartsen willen doen. De NZa zegt meer tijd nodig te hebben om hierover een definitief advies uit te brengen. Het volledige nieuwsbericht van 21 juni lees je op www.lhv.nl.

Succesvolle bezwaarprocedure vergoeding Achterstandswijken

Eenmalige declaratie op 1 juli

Na een succesvolle bezwaarprocedure heeft de NZa eind vorig jaar alsnog besloten dat huisartsenpraktijken de 12 gemiste kwartaalvergoedingen van de achterstandswijkvergoeding mogen declareren. Op 1 juli 2023 kun je daarvoor een eenmalige declaratie indienen.

De LHV, VPHuisartsen en InEen hebben met succes via een bezwaarprocedure de NZa verzocht om huisartsenpraktijken te compenseren voor de misgelopen achterstandswijkvergoeding in de jaren 2019, 2020 en 2021.

1 JULI DECLAREREN

Op 1 juli 2023 kan een éénmalige declaratie van € 70,68 (12x €5,89 ‘opslag inschrijving verzekerden woonachtig in een opslagwijk’) gedaan worden. De bijbehorende Vektiscode is 11120.

Op www.lhv.nl lees je in het nieuwsbericht van 22 juni 2023 voor welke patiënten dit geldt.

Onderbesteding 150 miljoen niet te rijmen met problemen in de huisartspraktijk

Zorgverzekeraars zetten de jarenlange trend van onderbesteding in de huisartsenzorg ondanks alle problemen door, zo blijkt uit een LHV analyse over 2022. In alle begrotingsplannen belooft de politiek groei voor de huisartsenzorg. In de praktijk merken de huisarts en de patiënt daar bar weinig van. Ook in 2022 bleef er meer dan 150 miljoen van het beloofde geld op de plank liggen.

Lammert Hoeve, LHV-bestuurs -

Kamerleden: jaarverantwoordingsplicht werkt niet als beoogd

De Eerstelijnscoalitie prijst het initiatief van Kamerleden Joba van den Berg (CDA) en Corinne Ellemeet (GroenLinks) om de jaarverantwoordingsplicht voor eerstelijnszorgaanbieders anders in te richten.

Deze plicht bestaat in de huidige vorm mede door een amendement van GroenLinks zelf. Beide Kamerleden zien echter dat de jaarverantwoordingsplicht in de praktijk niet werkt zoals beoogd en bovendien veel administratieve lasten met zich meebrengt voor kleinere eerstelijnszorgaanbieders. De Eerstelijnscoalitie (ELC, waaronder de LHV) heeft veel waardering voor de stap van deze Kamerleden. Zij tonen hiermee aan te luisteren naar de signalen uit het veld, die steeds luider worden. Als ELC geven wij al geruime tijd aan dat de jaarverantwoordingsplicht (voortvloeiend uit de Wtza) de plank misslaat. De verplichting beoogt onder meer fraude tegen te gaan, maar doet dat niet in de praktijk. Wel ervaren veel zorgaanbieders uit de eerstelijnszorg dat de groeiende stapeling van administratieve lasten in toenemende mate ten koste gaat van de tijd voor de patiënt.

PETITIE lid, zegt hierover: ‘Het is verkeerde zuinigheid om zorggeld niet te gebruiken voor de zorg. Geld dat nu nodig is voor de problemen van vandaag en morgen. De LHV roept VWS, zorgverzekeraars en politiek op om te zorgen dat die 150 miljoen in de praktijken belandt voor de zorg aan 17 miljoen Nederlanders, die recht hebben op kwalitatief goede huisartsenzorg, met aandacht en tijd voor de patiënt, in passende huisvesting.’

Dat het draagvlak voor de Wtza ontbreekt, blijkt ook uit de diverse initiatieven, brieven en oproepen van aanbieders uit de eerste lijn. Zo werd onlangs nog een petitie die opriep om de huisarts vrij te stellen van de Wtza binnen twee dagen door bijna 3.500 huisartsen ondertekend. Meer over de Wtza lees je in het nieuwsbericht van 20 juni of op de themapagina, beide op www.lhv.nl.

Van opt-in naar opt-out

Zorg dat in het belang van de kwaliteit van zorg professionals altijd inzicht hebben in medicatiegegevens van patiënten, tenzij een patiënt expliciet aangeeft dit niet te willen. Die oproep doen Patiëntenfederatie Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen aan de Tweede Kamer, ondersteund door andere zorgpartijen waaronder de LHV. Op dit moment werkt het systeem nog andersom: alleen als patiënten expliciet toestemming geven, kunnen hun medicatiegegevens gedeeld worden, terwijl de meeste patiënten dit niet weten en/of ervan uitgaan dat de zorgprofessionals al over deze gegevens beschikken.

Verbetering Acute Zorg

De verschillende partijen doen de oproep aan de Tweede Kamer als volgende stap, na een wetsvoorstel dat minister Kuipers in voorbereiding heeft over een opt-out systeem voor gegevensuitwisseling in de acute zorg. De opt-out voor medicatieoverdracht is wat de partijen betreft een noodzakelijke volgende stap, zodat patiënten erop kunnen rekenen dat hun relevante gezondheidsgegevens compleet en inzichtelijk zijn op het moment dat ze zorg nodig hebben.

This article is from: