De puzzel van de poëzie

Page 1

GRATIS TICKETS VOOR CULTUUR zie p. 5

09.2016

P912013 | SEPTEMBER-OKTOBER-NOVEMBER-DECEMBER 2016 | VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR | AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X

www.davidsfonds.be . 3 euro

“We missen vandaag een groot verhaal” Dirk Tieleman over Utopia anno 2016 24

32

46

DE PUZZEL VAN DE POËZIE

“MIJN VERHAAL IS VERF”

Drie dichters over de kracht van woorden

Uniek boek met werk van Sam Dillemans

CULTUUR & NATUUR IN CAMBODJA Beleefreis met WWF


Š Dries Segers

evenementen

24


TEKST

Lieselotte De Snijder

De puzzel van de poëzie Drie dichters over de kracht van woorden Van 8 tot en met 15 oktober vindt de Week van het Nederlands plaats. Ook Davidsfonds Academie doet mee en organiseert op 12 oktober in het ARSENAAL Mechelen een modern rederijkersfeest. Daar hoort natuurlijk een wedstrijd bij: schrijf een gedicht over de kracht van woorden. Maar wat is de kracht van poëzie? Wat betekent ze vandaag de dag? Die vragen leggen we voor aan drie dichters.

E

en van de drie dichters bij wie we aankloppen, is Maarten Inghels (1988). Tot 2018 is hij Antwerps stadsdichter. Daarnaast is hij coördinator van De eenzame uitvaart in Antwerpen, een project waarbij dichters gedichten schrijven voor mensen die eenzaam worden begraven, zonder vrienden of familie. Sinds zijn debuut in 2008 publiceerde Inghels al verschillende bundels en ook een roman, een kortverhaal

Inghels:

Mensen zien meer poëzie dan ze vermoeden en een reportageboek. Maar poëzie is voor hem de motor van alle dingen. “Dat is de vorm van literatuur waarmee ik als kind begon en waarnaar ik altijd terugkeer. Ik zie poëzie in alles wat ik waarneem en dat probeer ik zo goed mogelijk op papier te zetten.” Het beeld dat veel mensen van poëzie

hebben – een tekst op rijm – vindt hij verouderd. “Zo schrijven dichters al meer dan 100 jaar niet meer. Voor mij is poëzie een ontwrichtende benadering van taal: taal wordt op zijn kop gezet, waardoor er iets nieuws ontstaat dat je versteld doet staan. Mensen zien meer poëzie dan ze vermoeden, maar ze vraagt wel een zekere openheid. Je hoeft niet alles te begrijpen om een gedicht te vatten. Een gedicht schrijven is een puzzel, maar een gedicht lezen is dat net zo goed. De lezer kan zelf de stukjes laten samenvallen.”

Gevoel boven vorm De voormalige Antwerpse stadsdichter Stijn Vranken kijkt op een gelijkaardige wijze naar poëzie. Vranken (1974) debuteerde in 2008 en bracht sindsdien vier dichtbundels en een kort verhaal uit. Hij is een veelgevraagd poëzieperformer en de bezieler van De Sprekende Ezels, een maandelijkse bijeenkomst voor nieuw literair en muzikaal podiumtalent in Antwerpen, Gent, Brussel, Leuven en Turnhout. Voor hem is poëzie verwondering. “Ze werpt een andere blik

Het dagevenement Op woensdag 12 oktober organiseert Davidsfonds Academie een moderne rederijkersbijeenkomst in het ARSENAAL in Mechelen. Op het programma staan korte lezingen over het ontstaan, de spelling en de uitspraak van onze taal door Kevin De Coninck, Marc van Oostendorp, Peter Alexander Kerkhof en Rik Schutz. U kunt de dag afsluiten met een exclusieve try-out van het toneelstuk De zonder zon zon, met Jaak Van Assche en Zouzou Ben Chikha. INFO www.davidsfonds.be/academie. Met uw Davidsfonds Cultuurkaart krijgt u 10 euro korting op het dagevenement.

25


evenementen Het derde stadsgedicht van Maarten Inghels zaaide hij in vier Antwerpse stadsparken

De wedstrijd Schrijf een gedicht over de kracht van woorden en stuur het voor vrijdag 30 september naar academie@davidsfonds.be. De vijf beste inzendingen krijgen de helft van de prijs van het dagevenement van 12 oktober terugbetaald en mogen hun gedicht daar voordragen. Het winnende gedicht wordt gepubliceerd in het volgende Davidsfonds Cultuurmagazine.

Week van het Nederlands Van zaterdag 8 tot en met zaterdag 15 oktober vindt de Week van het Nederlands plaats, een initiatief van De Taalunie. Niet alleen Davidsfonds Academie springt op de kar, ook een heleboel Davidsfonds afdelingen verrassen u met een boeiende taalactiviteit. Raadpleeg onze site voor een overzicht. INFO www.davidsfonds.be

26

op dingen waar je anders aan voorbijgaat. Daardoor vertraagt poëzie: ze dwingt je om de tijd te nemen.” Vranken benadrukt dat er in poëzie geen regels zijn, alles kan en alles mag, maar zijn voorkeur gaat uit naar gebalde en geconcentreerde gedichten. “Proza kun je vergelijken met een roes: je kunt je er uren in verliezen en je lichtjes dronken voelen. Poëzie, daarentegen, is een shot: één beeld, één gevoel dat je een hele dag zoet houdt. De vorm waarin dat gebeurt, doet er niet toe, we zijn de tijd van het noodzakelijke rijm al ver voorbij.” Ook Charlotte Van den Broeck (1991) sluit zich daarbij aan. Zij studeerde taal- en letterkunde in Gent en is momenteel studente woordkunst aan het Conservatorium in Antwerpen. Ook zij staat vaak op het podium en bracht al een bundel uit, waarmee ze dit jaar de Herman De Coninckprijs won. “Poëzie is heel herkenbaar in een boek, als je strofen en witregels ziet. Maar het gaat natuurlijk verder dan dat: alles kan poëzie zijn als het poëtisch omschreven wordt. In

die zin is alles wat geen rationele maar een emotionele reactie uitlokt poëzie. Het is voor mij vooral iets lukraaks. Via beelden probeer ik een betekenis of een gevoel te construeren. Soms komt die boodschap over en soms niet. Poëzie ontstaat dus tussen de schrijver en de lezer en gaat meer over het gevoel dan over de vorm.”

Over hekken en boswandelingen Als poëzie vooral een gevoel is, welk nut heeft ze dan? Over het antwoord op die vraag zijn de drie dichters het roerend eens: geen enkel. Van den Broeck: “De Nederlandse dichter Bernlef vat dat goed samen in zijn essays over de ontroering. ‘Poëzie is de meest vrije kunstvorm omdat er geen markt voor is.’ Poëzie heeft een heel klein bereik en geen enkel rendement in economische termen. Maar net daardoor heeft ze heel veel zin. Ze heeft een esthetische waarde, maar ze zorgt ook voor een andere manier van kijken.” Ook Inghels verwijst naar een voorganger. “In een van zijn essays over de


© Dries Segers

© Katrien Moortgat

Stijn Vranken schreef ‘Een goed stadsgedicht’ op maat van de Londenbrug op het Eilandje in Antwerpen.

nutteloosheid van de poëzie zegt Herman De Coninck: ‘Poëzie dient nergens toe, en dat is op zich al een verdienste. Deze wereld wordt verpest door zijn utilitarisme, als iets niet meteen winstgevend is, deugt het niet.

Vranken:

Poëzie is zoals een shot: één beeld, één gevoel dat je een hele dag zoet houdt

Dus leve het nutteloze.” Poëzie is even nuttig als een boswandeling: het verruimt de geest en zet alle hekken open. Dat gezegd zijnde: bij een eenzame uitvaart betekent poëzie wel iets.” Ook Vranken benadrukt dat hij poëzie schrijft vanuit een persoonlijk genot. “Ik schrijf niet voor het maatschappelijk belang. Wat niet wil zeggen dat poëzie niets

doet met mensen. Integendeel: ze kan je blik fundamenteel veranderen. Alles wat iemand leest, kan een impact hebben. Maar ik verkondig er geen al te vluchtige meningen of politieke standpunten in. Daar heb ik me ook bewust ver vandaan gehouden toen ik stadsdichter van Antwerpen was.”

De poëzielijn De Antwerpse stadsdichter krijgt de opdracht om zes gedichten per jaar te schrijven over de stad en over gebeurtenissen die er plaatsvinden. Dat overstijgt toch het puur persoonlijke? Vranken: “Elke stadsdichter vindt zijn eigen invalshoek, vanuit zijn eigen stijl. In mijn poëzie hou ik me niet zo bezig met de actualiteit. Mijn pen is geen snel zwaard, maar een langzaam scalpel. Ik richtte me vooral op de inwoners van de stad en niet op de politiek. Als er zich tijdens mijn stadsdichterschap op dat vlak iets onontkoombaars had voorgedaan, had ik daar misschien wel over geschreven. Maar dat is niet gebeurd.” Inghels probeert zijn stadsgedichten

vooral op een poëtische manier naar de mensen te brengen, op een manier die hen aanspreekt. “Zo heb ik een stadsgedicht gezaaid in vier stadsparken. Tijdens mijn stadsdichterschap ben ik ook in residentie in het Middelheimpark, in het boothuis aan de ingang. Mensen zien mij daar zitten en kunnen een praatje met mij maken. Ze kunnen me ook 7 dagen per week, 24 uur per dag bellen op het nummer 03 369 78 88 en gedichten beluisteren. In het begin heb ik wel geworsteld met dat stadsdichterschap: mijn kijk op de stad is natuurlijk gekleurd en heel persoonlijk. Ik probeer dat persoonlijke te overstijgen door de conversatie aan te gaan.” Hoewel Van den Broeck geen stadsdichter is, zijn we toch benieuwd naar de manier waarop zij omgaat met de actualiteit. Ze benadrukt dat poëzie geen medium is om stellingen in te nemen. “Dat doe ik in een discussie, maar niet in een gedicht. Dat is veel persoonlijker. Ik ben er zelfs van overtuigd dat hoe persoonlijker een gedicht is, hoe meer eruit kan spreken. Het is voor 27


Tot 2018 is Maarten Inghels Antwerps stadsdichter en houdt hij kantoor in het boothuis aan de ingang van het Antwerpse Middelheimpark.

mij een medium om na te denken en te ventileren. Ook over de actualiteit, want uiteraard houdt die me bezig en sluipt die mijn gedichten binnen, maar ik zet ze nooit letterlijk in een gedicht.”

Poëzie op het podium Poëzie is dan misschien wel persoonlijk en nutteloos, toch spreekt ze steeds meer mensen aan. Van den Broeck merkt enorm veel belangstelling voor poëzie, vooral wanneer ze op een podium wordt gebracht. “Poëzie analyseren en dichtbundels kopen is nog voor de happy few, maar ik schrik er altijd van hoeveel mensen naar poëzievoordrachten komen – zowel jong als oud. Op zich vind ik poëzie op een podium een grote tegenstrijdigheid, omdat het volgens mij het begrip bemoeilijkt. Zelf vind ik naar poëzie luisteren erg vermoeiend. Ik weet dus heel goed wat ik van mijn publiek verg. Maar blijkbaar maakt die zintuiglijke beleving voor veel mensen wel een verschil. En ik moet wel zeggen dat de aandacht en de concentratie die je bij het publiek voelt zalig is.” Ook Vranken merkt dat er meer interesse is: mensen komen niet alleen luisteren, maar brengen ook zelf poëzie. “Toen De Sprekende Ezels in 2001 begon, was het lange tijd een vreemde eend in de bijt, maar dat 28

© Koen Broos

© Koen Broos

evenementen

Stijn Vranken is een veelgevraagd poëzieperformer en de bezieler van De Sprekende Ezels, een maandelijkse bijeenkomst voor nieuw literair en muzikaal podiumtalent.

Charlotte Van den Broeck won dit jaar de Herman De Coninckprijs met haar debuutbundel Kameleon.

Van den Broeck:

Hoe persoonlijker een gedicht, hoe meer eruit kan spreken is de laatste jaren fel veranderd. Er zijn nu verschillende podia en poëzie heeft via die performances een veel groter bereik dan vroeger.” Heeft hij dan misschien ook tips voor beginnende dichters? “Op school leer je dat er maar één juiste manier is om te schrijven. Dat moet je een beetje afleren. Je moet het absurde, het foute toelaten. Je mag geen zelfcensuur toestaan in je werkkamer, elk idee moet je durven opschrijven. Ook als het slechte ideeën zijn, want daaruit vloeien vaak goede ideeën voort. Slechte ideeën zijn de vruchtbaarste ideeën.” Van den Broeck sluit zich daarbij aan. “Er zijn geen regels. Poëzie is iets heel intuïtiefs en bij elk gedicht begin je opnieuw. Het helpt wel om veel poëzie te lezen.” Dat is ook de enige en beste tip van Inghels. “Lees zo veel mogelijk poëzie, zowel van jongere als van oudere dichters.” U weet dus wat u te doen staat als u die poëziewedstrijd wilt winnen. ¶

Fiat Lux De nieuwste dichtbundel van Stijn Vranken, Fiat Lux, staat in de Davidsfonds Cultuurgids (NR. 140) en kunt u dus bestellen voor uw lidmaatschap. Het boek is als een luciferdoos opgevat, dus u kunt er ook echt een lucifer op aanstrijken. Het boek telt 144 pagina’s en kost 22,99 euro. INFO www.davidsfonds.be/boeken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.