interview
interview
tekst: Bureau Bax beeld: Rense Gmelig (portretten) Wat was je eerste grote opdracht?
“Na mijn studie kon ik meteen aan de slag bij Piet Satijn. Er lagen meerdere klussen te wachten. Een daarvan was de restauratie en verbouwing van de Sint Servaas in Maastricht. Onderdeel van de opgave was de verplaatsing van de schatkamer, waarin een verzameling van religieuze en liturgische kunstschatten te zien is. Voor de nieuwe schatkamer, een prachtige, gewelfde ruimte met natuurlijk stucwerk, heb ik glazen vitrines ontworpen waarin de kunstwerken tentoongesteld kunnen worden. Daarvoor moesten alle schatten opgemeten worden. Nachtenlang heb ik samen met de pater, die ook de conservator was, doorgewerkt om alles in kaart te brengen. Er is geen enkel project waar ik zo lang aan heb gewerkt als aan de Sint Servaas. Ik ken elke hoek en elke pilaar. Ik heb jaren mijn eigen sleutel gehad. Ik kom er nog steeds graag.” Heb je met meerdere projecten zo’n band gekregen?
“Jawel. Het stadhuis in Maastricht en ook Museum aan het Vrijthof in Maastricht zijn daar voorbeelden van. Het museum is een particulier initiatief en heeft een enorme collectie. Ik was als adviseur betrokken bij de stichting toen de mogelijkheid zich voordeed om het achterliggende pand erbij te betrekken. Met hulp van meerdere sponsoren is besloten tot een grote verbouwing en herinrichting. SATIJNplus heeft die opdracht toen gekregen.”
‘Je moet vergroeid raken met je onderwerp’
dit een nieuw element is. Als je de poort doorgaat, kom je op de binnenplaats. Direct achter de gevel stonden vroeger de paarden. Nu kun je daar koffie drinken. Midden op de binnenplaats hebben we een glazen ruimte gebouwd. Daarin bevindt zich een stijlkamer waar bezoekers een indruk krijgen van het leven van de welvarende burgers in Maastricht in de 18e eeuw. Het is erg mooi geworden. Ik kom er graag als bezoeker.” Hoe ga je te werk bij een nieuwe opdracht?
“Ik ga eerst op zoek naar context. Wat is de geschiedenis van het gebouw of, bij nieuwbouw, van de locatie. Het begint met kijken. Daarna volgt bouwhistorisch onderzoek en lezen in archieven. Ik wil alles weten. Pas dan kun je een hedendaags ontwerp maken dat goed aansluit bij de bestaande situatie. Mensen klagen weleens ‘met een monument mag je niets’, maar dat is niet zo. Je mag van alles, maar er zijn grenzen. Bij aanpassingen aan een monument of bij herbestemming van een gebouw, moet je zorgen dat oude en nieuwe elementen één taal spreken.”
‘Er is altijd context, ook bij nieuwbouw’ Kun je nog een voorbeeld geven van zo’n project?
Wat hebben jullie gedaan?
“We hebben het voor elkaar gekregen dat er in de monumentale gevel aan het Vrijthof een grote poort gemaakt is. Dat hebben we niet zomaar bedacht; ooit heeft daar de ingang gezeten. We hebben niet de oorspronkelijke poort nagebouwd. We laten juist zien dat
“Het provinciehuis in Haarlem moest gerestaureerd worden en kampte met ruimtegebrek. Wij hebben gezocht naar uitbreidingsmogelijkheden die aansloten bij het bestaande ontwerp. Zo hebben we twee dakopbouwen gemaakt. In de archieven zagen we dat er ooit twee dakhuizen opzaten. ‘Als het zo was, dan mag het nu
Museum aan het Vrijthof, Maastricht. Foto: Alf Mertens
Zoeken naar hedendaagse oplossingen binnen bestaande contouren. Dat is wat architect Rob Brouwers van SATIJNplus Architecten het liefste doet. Al sinds hij halverwege de jaren ’70 begon bij Piet Satijn in Maastricht, houdt hij zich bezig met herbestemming en restauratie. “De laatste jaren is herbestemming heel actueel, maar het is niet nieuw. Wij deden het altijd al. Herbestemmen zit ons in het bloed.”
bnı.
ıntern.
Op de foto links: Rob Brouwers in Museum Het Schip in Amsterdam dat door SATIJNplus Architecten grootscheeps wordt verbouwd.
6
# 4
december—2014
7
interview
interview
Trappistenabdij in Echt. Die heb ik laten maken bij een ambachtelijke stafmaker. Samen met de abt ben ik naar deze man toegegaan en heb hem mijn ideeën ontvouwd. In overleg zijn we toen tot de keuze van de houtsoorten gekomen en het definitieve ontwerp. Zo’n proces is zo mooi.” Heb je ooit overwogen bij een ander bureau te solliciteren?
“Nee. Deze omgeving heeft mij altijd kunnen bieden wat ik zocht. Ik heb nieuwbouwprojecten gedaan, maar ook veel interieur, restauratie en herbestemming. Ik kreeg bovendien de ruimte om me te ontwikkelen en nevenfuncties te bekleden. Zo ben ik lid geweest en nog steeds lid van verschillende monumenten-en welstandscommissies, van het regionale BNA bestuur, was ik deken van de BNA Zuid-Limburg en ben ik jarenlang docent geweest aan de Academie voor Bouwkunst in Maastricht” Kurkentrekkertrap Provinciehuis, Haarlem
Je bent 65 geworden dit jaar. Ga je met pensioen?
“Voorlopig niet. Ik probeer wel wat minder te werken. En ik ben niet langer directeur, maar blijf architect bij ons bureau. Ik wil graag plaats maken voor de jongere generatie. Maar het werk vind ik nog veel te leuk. Kennis delen met de jongere collega’s en de tijd nemen voor bijzondere projecten. Zoals de abdij in Echt. Ik heb daar niet alleen de abtstaf ontworpen, maar het hele interieur van de abdijkerk vernieuwd. Nieuwe koorbanken, kaarsenstandaarden, glas-in-lood ramen, altaar, lezenaar en meer. Samenwerken met de abt van deze trappistenorde was buitengewoon. Ik heb me helemaal verdiept in hun wereld, want daar was ik niet mee bekend. Een tijdrovend project, maar ongelooflijk bijzonder. Dat had ik niet willen missen.”
‘De beste bescherming voor een monument is een nieuwe functie’
Abdij Lilbosch, Echt. Foto: John Hacking
weer’, was onze gedachte. De zolder, ooit gebruikt als bediendenlaag, werd gebruikt als opslag. Zonde, vonden wij. We hebben er kantoren gerealiseerd zodat er elders weer ruimte kwam voor het provinciebestuur om te vergaderen. We wilden voor de bezoekers van de provinciale statenvergaderingen een aparte ingang realiseren. Op de oude plattegrond vonden we een buitenruimte die dicht gebouwd was. Die ruimte hebben we open gemaakt en er een aparte ingang van gemaakt met een kurkentrekkertrap erin naar de vergaderverdieping.” Waar komt die fascinatie voor historische bouwwerken vandaan?
“Mijn belangstelling voor architectuur werd gewekt toen ik een jaar of tien was. Mijn ouders besloten een eigen huis te bouwen en namen een architect in de arm. Ik vond het ontzettend leuk als de architect kwam. Ik mocht meekijken op de tekeningen. Op het gymnasium werd mijn liefde voor geschiedenis aangewakkerd. Ik had een leraar die ongelooflijk goed en beeldend kon vertellen. Bij herbestemmingsprojecten komen die twee samen. Een bestaand gebouw is meer dan een kil programma van eisen. Er horen mensen bij, er hoort een verhaal bij. Ik vind het fijn om me onder te dompelen in een project. Je moet een beetje vergroeid raken met je onderwerp. De laatste jaren is herbestemming heel actueel, maar het is niet nieuw. In Maastricht deden we het altijd al. Herbestemmen zit ons in het bloed. De oprichter van monumentenzorg was Victor de Stuers uit Maastricht. Hij zei in de 19e eeuw al: ‘De beste bescherming voor monument is een nieuwe functie’.”
bnı.
ıntern.
Sinds wanneer ben je ook interieurarchitect?
“Ik ben afgestudeerd in moderne architectuur, maar op het gebied van restauratie en interieur heb ik alle vakken gevolgd die aangeboden werden. Meteen vanaf de start van mijn carriere heb ik ook interieurprojecten gedaan.”
‘Oude en nieuwe elementen moeten één taal spreken’ “Zo ging de renovatie van de Sint Servaas voor een groot deel om het interieur. In 1988 mocht ik me inschrijven in het architectenregister als interieurarchitect. Puur op de ervaring. Daar ben ik nog altijd erg trots op.”
Rob Brouwers (Gulpen , 1949) ging naar het gymnasium in Maastricht en koos daarna voor de opleiding bouwkunde aan de TU in Delft. Tijdens zijn studie liep hij stage bij Piet Satijn in Maastricht. Nog voor hij afgestudeerd was, kreeg hij een telefoontje van Piet Satijn dat hij een baan voor hem had. In 1981 werd hij partner bij het bureau dat inmiddels Satijn Architecten / Ingenieurs heette. In 2004 fuseerde het bureau met SnelderVolaPetit en kreeg het de naam SATIJNplus Architecten. Brouwers werkte aan grote projecten zoals de renovatie van de Sint Servaas, de nieuwbouw van de studio voor de regionale omroep L1 in Maastricht, de renovatie en herinrichting van Museum aan het Vrijthof en de herbestemming van het Kruisherenklooster tot Kruisherenhotel in Maastricht. Op dit moment werkt hij onder meer aan de grootscheepse verbouwing van Museum Het Schip in Amsterdam. www.satijnplus.nl
Kijk je anders als interieurarchitect?
“Interieurarchitectuur is echt een aparte discipline. Bij mij lopen interieur en exterieur vaak in elkaar over. Het gebouw is voor mij de basis. Bij SATIJNplus Architecten hebben we een tijdlang een interieurarchitecte in dienst gehad. Ik vond het inspirerend om met haar te werken. Ze had vaak een andere kijk op de dingen. Ik stel me altijd open voor nieuwe inzichten en zoek graag samenwerking op met anderen. Zo heb ik voor de Sint Servaas een aantal liturgische voorwerpen ontworpen. Daarvoor heb ik samengewerkt met een edelsmid. En recent heb ik een staf ontworpen voor de abt van de
8
# 4
december—2014
9