MAART 2019
Cultuurkrant NL VOOR PROFESSIONALS DIE WERKEN VOOR CULTUUR OP SCHOOL OF IN DE VRIJE TIJD
Wie heeft er nou géén beperking? p4
Hoe ontwikkel je muzikaal talent? p6
Jan Jaap Knol: ‘Roep niet alleen dat Kunst Heel Belangrijk is’ p 11
Interview Eric Vloeimans
’Niet achterom blijven kijken. Voorwaarts mars!’ Twee jaar geleden was hij nog woedend over de afbraak van de culturele voorzieningen in de stad van zijn jeugd, Den Bosch. Trompettist Eric Vloeimans signaleert echter een herstellend maatschappelijk draagvlak. “Het is gelukkig niet meer hip om achter een idioot aan te lopen die zegt dat kunst een linkse hobby is.” Door Francine van der Wiel ‘Ha, dacht Eric Vloeimans (Huizen, 1963) toen hij eind 2016 de gelegenheid kreeg een speech te houden bij het aanvaarden van de Muziekprijs Noord-Brabant van het Prins Claus Cultuurfonds. Een mooie gelegenheid om voor een gehoor van mensen die aan de knoppen draaien zijn ongenoegen te uiten over de manier waarop de laatste jaren met de culturele infrastructuur is omgegaan. Want zeker in Brabant is dat bar en boos. “Er is alle reden om pissig te zijn, maar ik wil graag vooruit kijken”, zegt hij bij wijze van prelude aan de telefoon. Vloeimans, een internationaal succesvol trompettist, is volledig ondergedompeld in zijn werk, maar heeft gelukkig tijd kunnen inruimen voor een interview-op-afstand. Het onderwerp gaat hem aan het hart, maar, voegt hij met klem
ERIC VLOEIMANS: ‘TOEN IK ALS KIND EENMAAL DIE TROMPET HAD, WAS IK GEGREPEN’
Eric Vloeimans: ‘Ik wil wel even gecommuniceerd hebben dat ik me positief gestemd voel’
toe: “Ik wil wel even gecommuniceerd hebben dat ik me positief gestemd voel door de initiatieven die ik de laatste tijd om me heen zie. Er is veel weggevallen, maar we moeten het nu doen met wat we hebben en kunnen.”
Onsamenhangend geheel
Twee jaar geleden was zijn boosheid echter nog vers. In de stad van zijn jeugd, Den Bosch,
ventileerde hij zijn onvrede voor een zaal vol bobo’s en collega-’Embosschadeurs’. “We hadden toen net het Jeroen Boschjaar achter de rug; ik kon die naam niet meer hóren. Mooi hoor, zo’n jaar, maar wat dan? De muziekschool waar ik alles had geleerd – zoals zovelen in Nederland – was wél voor elf miljoen euro verbouwd, maar toen de steigers weg waren, werd al het
FOTO HANS COLIJN
personeel ontslagen. Nu is het een onsamenhangend gebouw waar je als zzp’er een kamertje kunt huren om les te geven.”
Toen hij als getalenteerde knul met zijn trompet onder de snelbinder naar die muziekschool fietste, was er een strenge directeur, iemand die de zaak
Lees verder op pagina 3
INHOUD 2 Column: Sanne Scholten 7 Kunst op het vmbo 8 Werken met nieuwkomers 10 Kunstmatige intelligentie 12 Recept
voor jeugdige verenigingen 14 Provincies en cultuureducatie 15 Interview: Henri Swinkels 16 Nieuwe publicaties, agenda
DIT IS EEN UITGAVE VAN HET LANDELIJK KENNISINSTITUUT CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST • LKCA.NL • INFO@LKCA.NL • POSTBUS 452, 3500 AL UTRECHT
2 Nieuws
Harry Bannink als inspirator De afgelopen maanden zat ik gekluisterd aan de Grote Harry Bannink Podcast van Gijs Groenteman. Met Harry Bannink als rode draad praten schrijvers, muzikanten, arrangeurs, acteurs over hun werk. Tussendoor pareltjes van liedjes, vooral veel uit Sesamstraat en Klokhuis. Luisteren, als u dat nog niet gedaan heeft. Meermalen wil Gijs Groenteman weten of de geïnterviewden nooit dachten: “Het is maar voor een kinderprogramma”. Of vraagt hij zich af: “Kan dit wel voor zulke jonge kinderen?” De les die ik uit de antwoorden leerde was: het is geweldig om voor jonge kinderen te werken en ze kunnen heel veel aan. In Vlaanderen verscheen vorig jaar Jong geleerd, jong gedaan, een onderzoek naar cultuureducatie en -participatie onder kinderen van 0-6 jaar. Het laat zien dat het culturele aanbod voor jonge kinderen achterblijft. Ook ontbreekt expertise over deze doelgroepen bij de makers. Verschillen in cultuurdeelname blijken al op heel jonge leeftijd te ontstaan. En dat terwijl cultuurdeelname allerlei positieve effecten heeft op de ontwikkeling van de kinderen. Zo heeft podiumkunst een positief effect op de verbale ontwikkeling. En helpt cultuureducatie bij het ontwikkelen van geometrisch en ruimtelijk redeneren. Om plezier niet te vergeten. Hier ligt een opdracht voor beleidsmakers, aldus het Vlaamse onderzoek. Zij zullen moeten sturen op het realiseren van geschikt aanbod en op het vergroten van de kennis over deze doelgroep. In de cultuursector én in de kinderopvang.
Volg zijn voorbeeld!
We kunnen aannemen dat veel van de Vlaamse conclusies ook in Nederland gelden. Ook hier zien we een beperkt aanbod voor de doelgroep, al zijn er natuurlijk allerlei positieve uitzonderingen, zoals het Twee Turven Hoog Festival, dat inmiddels al 20 jaar bestaat. En hoewel we niet precies weten hoe allerlei effecten tot stand komen, gebruiken we wel veel elementen uit kunst en cultuur in de ontwikkeling van de allerjongsten. Zoals ritme, muziek, kleur en textuur. Eerder pleitte ik al voor meer aandacht voor cultuureducatie op het mbo, zodat de onderwijsassistenten en de pedagogisch medewerkers een betere basis hebben om aandacht aan kunst en cultuur te besteden. Ook als het gaat om cultuur voor jonge kinderen is beleid hard nodig. Niet zozeer door het ontwikkelen van een gericht ‘leerprogramma’ maar eerder door een breed gezamenlijk ‘ontwikkelprogramma’ voor kinderen met en zonder achterstand. Het gaat daarbij om beleid gericht op vergroten van het aanbod en betere samenwerking tussen de verschillende partijen die zich bezighouden met de allerjongsten. Het LKCA verkent dit jaar samen met Vlaamse partnerorganisaties de mogelijkheden. In april stellen experts tijdens het Twee Turven Hoog Festival een gezamenlijke agenda op. Wat daar ook op zou moeten staan: een beetje bewustwording. Het Vlaamse rapport spreekt over misvattingen over de doelgroep. Want, al dan niet stiekem, zullen veel mensen werken voor volwassenen hoger waarderen dan werken voor kinderen. Maar waarom eigenlijk? Henny Vrienten noemt Harry Bannink de beste componist die Nederland ooit heeft gehad. Bannink zette een groot deel van zijn talent in om voor de allerjongsten geweldige muziek te componeren. Mogen velen zijn voorbeeld volgen! En laten wij als sector en beleidsmakers ervoor zorgen dat onze baby’s, peuters en kleuters al heel jong kunnen kennismaken met kunst.
Sanne Scholten is directeur van het LKCA
Waar zijn de centra voor de kunsten? Regio’s zetten in hun cultuurprofielen hoog in op binnenschoolse cultuureducatie, maar wijden geen woord aan de kaalslag die plaatsvond onder gesubsidieerde muziekscholen en centra voor de kunsten. Dat blijkt uit een analyse van de regioprofielen door het LKCA.
Een jaar geleden riep minister Van Engels hoven lokale en provinciale bestuurders op om samen met het culturele veld regioprofielen op te stellen. Daarmee kan zij bij de samenstelling van de basisinfrastructuur sterker rekening houden met de behoeften en identiteit van de bevolking, makers en kunstenaars. Vijftien regio’s gaven hieraan gehoor. Zij stelden een
Meer aandacht voor het voortgezet onderwijs
profiel met proeftuinen op en dienden het in bij de minister. De Raad voor Cultuur brengt hierover binnenkort advies uit aan de minister, die vervolgens bepaalt welke proeftuinen zij gaat ondersteunen met een matchingsbijdrage. Ook neemt ze de profielen en het advies van de Raad mee in de regeling die zij maakt voor de cultuurplanperiode 2021-2024. Wat staat er precies in de profielen over cultuureducatie en cultuurparticipatie? En wat niet? Meer cultuureducatie in voortgezet onderwijs en mbo
DE UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK JONG GELEERD, JONG GEDAAN KUN JE LEZEN OP LKCA.NL.
Bijna zonder uitzondering noemen alle profielen cultuureducatie als een van de inhoudelijke thema’s, programmalijnen of proeftuinen waar de regio op inzet en nog
extra inzet op wil plegen. Wat opvalt is dat een aantal regio’s zich met proeftuinen niet meer alleen wil richten op het primair maar ook op het voortgezet onderwijs, inclusief het vmbo, en het mbo. Weinig buitenschoolse kunsteducatie
Talentontwikkeling krijgt veel aandacht in de profielen, maar daarbij gaat het dan in de meeste gevallen om toptalent en om de relatie met het kunstvakonderwijs. De voorzieningen voor mensen die in hun vrije tijd kunstlessen willen volgen krijgen minder aandacht. Geen enkel woord over de kaalslag die de afgelopen tien jaar heeft plaatsgevonden onder de gesubsidieerde muziekscholen en centra voor de kunsten. Blijkbaar zien de meeste overheden geen taak meer voor zichzelf weggelegd of beschouwen dit niet als onderwerp voor regionale samenwerking. De waarde van amateurkunst
Ongeveer de helft van de regio’s gaat ook in op actieve cultuurparticipatie of amateurkunst. Dat komt in belangrijke mate door de maatschappelijke waarde die cultuurparticipatie kan hebben, ook voor sociale beleidsterreinen waar gemeenten een verantwoordelijkheid voor hebben. Denk aan zorg en welzijn. Vaak gaat het dan om het bereiken van doelgroepen die in mindere mate deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Grote steden willen dit met laagdrempelige voorzieningen in de wijk voor elkaar krijgen. Geen amateurkunstverenigingen
Een grote afwezige in de profielen is de amateurkunstvereniging. Eigenlijk geeft alleen Twente de vereniging een volwaardige plek in het profiel vanwege het groot belang om de (sociale) vitaliteit en leefbaarheid van kernen op peil te houden. (ARNO NEELE, LKCA)
LEES DE UITGEBREIDERE ANALYSE VAN DE REGIOPROFIELEN OP LKCA.NL.
Cultuurkrant NL 3
‘Er is actiebereidheid’ Vervolg van pagina 1
vanuit een visie runde. Er was een fanfare, een harmonieorkest, een big band. “Je kon van alles proeven. Door de bezuinigingen was het ineens ieder voor zich en God voor ons allen. Den Bosch, zo ongeveer de rijkste stad van Nederland, liep achter de populisten aan. Terwijl cultuur bij beschaving hoort. Het maakt je als mens rijker, draagt bij tot verbinding. Voorheen voelde je dat die blauwdruk onder de maatschappij lag. Die is nu weg.”
Muziekschool 3.0
Maar zoals gezegd; hij signaleert positieve ontwikkelingen. Niet alleen werd hij na zijn filippica door burgemeester Ton Rombouts van Den Bosch uitgenodigd voor overleg, maar ook zag hij tot zijn vreugde dat er vanuit de maatschappij een tegenbeweging op gang gekomen is. “Het is gelukkig niet meer hip om achter een idioot aan te lopen die zegt dat kunst een linkse hobby is.” Zelf heeft hij met een brandbrief aan Rombouts bijgedragen aan de totstandkoming van de Muziekschool 3.0 in Den Bosch,
waar gediplomeerde muziekdocenten samenwerken met instellingen in de stad. Daarmee is het hiaat ondervangen dat door de bezuinigingen ontstond in de mogelijkheden om (vervolg-) cursussen muziekonderwijs te volgen. Een trompetmaat van weleer, vertelt hij, is verbonden aan een soortgelijk initiatief in Veghel, de CHV Academy – Circle of Talent.
hij, opent nieuwe werelden. “Als kind was ik helemaal niet met muziek bezig. Maar toen ik eenmaal die trompet had, was ik gegrepen.” In Den Bosch speelde hij onder andere bij de Heineken Fanfare. Die cultuur, van harmonie- en fanfareorkesten, staat onder druk. Door de aanvragen die hij binnenkrijgt, ziet Vloeimans dat sommige orkesten open staan voor broodnodige vernieuwing, maar dat andere “liggen te pitten, met hun operettemelodietjes”, waardoor jongeren wegblijven.
Maatschappelijk belang
“Ik ben blij met wat er in Den Bosch gebeurt. Docenten hebben de draad opgepakt, er is actiebereidheid. De initiatieven groeien nu vanuit de mensen zelf. Wat niet wegneemt dat het natuurlijk eigenlijk een overheidstaak is. Het is toch van de gekke dat er wel over afschaffing van de dividendbelasting werd gesproken, maar dat investeren in mensen kennelijk te veel geld kost. Maar ik ben ook pragmatisch: als de overheid het niet doet, dan het bedrijfsleven maar. In Brabant stuurt een supermarktketen jaarlijks kunstprofessionals naar scholen om in 137 klassen cultuuronderwijs te geven.” Zelf met kunst bezig zijn, weet
‘INVESTEREN IN MENSEN KOST KENNELIJK TE VEEL GELD’
FOTO CORB!NO
Een probleem met gevolgen: de ‘hafa’s’ zijn traditioneel van groot belang voor verse aanvoer van koper en slagwerk bij de grotere (symfonie-) orkesten. Doodzonde. Zelf vond hij samen spelen als jongen al heerlijk. “De sfeer, de samenspraak die ontstaat, met zijn allen iets moois maken. Je ontwikkelt ook sociale vaardigheden.” Zijn verleden als fanfarejongen klinkt even door als hij samenvat wat hij de beste manier vindt om de aangerichte schade nu te lijf te gaan. “Niet achterom blijven kijken. Voorwaarts mars!”
Provincies met veel kleine kernen zijn kwetsbaar Jan van den Eijnden heeft als specialist cultuureducatie van het LKCA een ‘helicopterview’ over de sector. Diverse onderzoeken, licht hij toe, ondersteunen de kritiek van Vloeimans. Eric Vloeimans is optimistisch gestemd, maar wel degelijk kritisch over de toestand van de cultuureducatie in Noord-Brabant. Zijn die zorgen terecht, is de situatie zorgwekkend? “Landelijk is het aantal kunsteducatie-instellingen de afgelopen tien jaar met een derde afgenomen, blijkt uit onderzoek van branchevereniging Kunstconnectie. Als we specifiek kijken naar Brabant: daar zijn in de periode tussen 2013 en 2015 veel centra voor de kunsten opgedoekt door de bezuinigingen. Vooral centra die meerdere gemeenten bedienden vielen
Op lkca.nl • De handreiking Basis voor Cultuur educatie beschrijft wat nodig is om álle kinderen goede cultuureducatie te bieden. • Cultureel vermogen; een hedendaag se integrale visie op cultuureducatie en -participatie voor onder meer beleids makers.
weg. Daardoor zijn nu veel gemeenten verstoken van kunstonderwijs. Met name in Midden- en West-Brabant zijn witte vlekken ontstaan; meer dan de helft van de centra is verdwenen. Er komen bijvoorbeeld wel docentencollectieven voor in de plaats, maar door de bezuinigingen zijn niet alleen die oude structuren verdwenen. Je ziet ook dat docenten afhaken. Als zzp’er zijn je perspectieven, zonder pensioenvoorziening, arbeidsongeschiktheidsverzekering et cetera, niet erg aanlokkelijk. Een verbindende loketfunctie ontbreekt en op zekere leeftijd willen mensen ook meer zekerheid.” Is de situatie in Noord-Brabant vergelijkbaar met andere provincies? “Ja, met Gelderland bijvoorbeeld, en Limburg; ook provincies met veel kleine kernen. Als daar een regionaal centrum verdwijnt, heeft dat gevolgen voor de wijde omgeving. In een grote stad is dat anders. In Den Haag is bijvoorbeeld Het Koorenhuis weggevallen. Hoe erg ook; het aanbod aan mogelijkheden is daar
Jan van den Eijnden: ‘Je ziet zelfstandige docenten afhaken’
groter dan in, zeg, Oirschot. En zelfs áls er nog een muziekschool is, kunnen lagere subsidiebedragen tot verminderde toegankelijkheid leiden omdat de tarieven dan omhoog moeten. De participatie graad in economisch zwakkere gebieden zal daardoor sneller dalen.” Je signaleert, net als Vloeimans, nieuwe initiatieven van zelfstandige docenten. Is dat een landelijke trend en zijn er ook valkuilen? “Dergelijke initiatieven zie je overal. Vaak zijn er meerdere maatschappelijke partijen aan verbonden, naast gemeente en provincie ook onderwijs en bedrijfsleven. Een gevaar kan zijn dat de kloof tussen stad en platteland verder verdiept, want buiten het stedelijk gebied blijken dit soort initiatieven minder duurzaam en pluriform. De lage organisatiegraad van de zzp’ers maakt sommige projecten
kwetsbaar; het hangt erg op individuen. Ook zou een effect kunnen zijn dat de overheden zich verder terugtrekken, terwijl bovenlokale samenwerking tussen gemeenten om een voorziening in stand te houden tot de mogelijkheden behoort.” Hoe kan cultuureducatie voor kinderen en jongeren beter worden geborgd? “Buitenschoolse cultuureducatie door professionals zou - zeker in de beginfase - kunnen worden ingebed in met name primair maar ook voortgezet onderwijs. Als er inbedding ontstaat, dus als kunstdocenten niet alleen inhoudelijk, maar ook met betrekking tot enkele arbeidsvoorwaarden perspectief krijgen, vergroot je de effecten en bestaanszekerheid van cultuuronderwijs. Kinderen krijgen dan regulier én cultuuronderwijs op één plaats, zonder dat ouders - met name in het PO - kinderen heen en weer moeten rijden. Bij leerlingen die een instrument spelen, theater maken of dansen zou dat moeten meetellen in het geheel van schoolresultaten. Voor toekomstige kunstvakdocenten wordt het vak weer aantrekkelijker qua bestaanszekerheid. Dan blijft er voor lesgeven aan volwassenen ook voldoende ruimte.” REAGEREN? JANVANDENEIJNDEN@LKCA.NL
4 Interview • Andre Heuvelman • Redouan ‘Redo’ Ait Chitt
Inclusieve cultuureducatie
REDO: ‘DE GROTE JONGENS LATEN JE ECHT NIET WINNEN OMDAT JE WAT HEBT’
Redo: ‘De grote jongens laten je echt niet winnen omdat je wat hebt’
Wie heeft er nou eigenlijk géén beperking?
Ondanks hun aangeboren beperking schopten trompettist Andre Heuvelman en danser Redo het ver in de kunst. Dankzij talent en doorzettingsvermogen, stimulerende ouders én, niet onbelangrijk, goede kunstdocenten. Zelf geven ze nu ook les. “Ik maak altijd ruimte in de gewone lessen voor iemand met down of autisme.” Door Sofie Cerutti
FOTO JACOB JONAS
Cultuurkrant NL 5
W
ie een arm mist, autistisch is, het syndroom van Down heeft of adhd, of meerdere aandoeningen tegelijk, komt in zijn vrije tijd niet altijd automatisch met cultuureducatie in aanraking. Om piano te spelen lijken twee handen toch noodzakelijk en iemand die contact met andere mensen ingewikkeld vindt, voelt zich misschien niet erg thuis in een toneelgroep. Toch kan het juist voor hen belangrijk zijn om zelf met kunst aan de slag te gaan. “Ik geef regelmatig dansworkshops op Mytylscholen,” zegt Redouan Ait Chitt (29), ofwel Redo. “Dan beginnen we natuurlijk met heel eenvoudige bewegingen. Met dansen is het belangrijk dat je je lichaam goed kent en gebruik maakt van je mogelijkheden. Juist als je beperkingen hebt, kan dat je enorm helpen. Dat heb ik zelf in elk geval zo ervaren.”
Nieuwe subsidie regelingen bij het FCP Het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) heeft twee nieuwe subsidieregelingen.
Breakdance-moves
Redo werd geboren met maar één heup, een korter rechterbeen, een kortere rechterarm zonder elleboog en twee vingers aan zijn rechter- en drie aan zijn linkerhand. “Niet direct een lichaam waardoor je denkt: die gaat danser worden,” zegt hij met gevoel voor understatement. Maar hij bracht het ver. Op de middelbare school zag hij jongens breakdance-moves doen, en hij was direct verslingerd. Met een paar vrienden ging hij lessen nemen bij het buurthuis. “Ik was natuurlijk onzeker, maar degene die de lessen gaf zei direct toen hij me zag: ‘Heel mooi. Breakdance gaat juist over het uitdrukken van wie je zelf bent, met je eigen lichaam en je eigen bewegingen.’ Voor mij was dat erg belangrijk en ik heb inderdaad gemerkt dat dat zo werkt.” Toen de lessen in het buurthuis stopten, gingen ze zelf verder met trainen en oefenen. “Op straat, in parkeergarages, zaaltjes, alles wat we maar met weinig geld konden regelen.” Er kwam wat aandacht, optredens, steeds meer aanbiedingen. Nu heeft Redo zijn eigen dansschool. Hij toert met verschillende groepen de wereld over.
Eindeloos oefenen
Een heel ander pad legde trompettist Andre Heuvelman (52) af – met als overeenkomst dat ook hij geboren is met een beperking: een kortere linkerarm, met een slappe pols en zonder duim. Hij begon als kind met blokfluitles, maar miste een duim om de fluit op te steunen. “Ik legde het instrument op de muziekstandaard en draaide mijn handen om: de rechterhand boven en de linkerhand onder.” Toen hij overging op trompet, had hij veel te weinig kracht in zijn linkerarm-zonder-duim om dat zware instrument te tillen. “Mijn vader hing een zakje met zand in het trappenhuis, en daar oefende ik eindeloos mee. Later ging ik windsurfen: alles om die arm maar sterker te krijgen.” Dat lukte en Heuvelman wist de trompet steeds beter te beheersen. “Het werd mijn wapen om de wereld te lijf te gaan, en ook iets waar ik me achter kon verschuilen. De trompet leidde mij naar de wereld, dat kun je echt wel zeggen.” Later speelde hij in het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Blazers Ensemble en gaf les op het Rotterdamse conservatorium.
Weerbaarheid
Van jongs af aan werd Andre enorm gestimuleerd door zijn ouders om alles te doen wat hij wilde, alles wat andere kinderen ook deden. Heel belangrijk, denkt hij. “Je ziet dat kinderen met een handicap vaak enorm in de watten worden gelegd. Ouders zijn bang dat hun kinderen kwetsbaar zijn, en dan wórden ze ook kwetsbaar. Terwijl het juist belangrijk is je kracht, je weerbaarheid te ontdekken.” Redo ziet hetzelfde: ouders die voortdurend roepen: ‘voorzichtig!’ en bang zijn dat hun kinderen vallen, falen, gepest worden. Begrijpelijk misschien, maar het helpt een kind niet. “Mijn vader zette me achter het huis op een heuveltje op een mountainbike. Ik viel natuurlijk direct, fiets bovenop me, ik onder de butsen en schrammen. Maar in plaats van dat hij op me af kwam rennen om me overeind te helpen, riep mijn vader: ‘Heel goed! En nu nog een keer!’”
Andre Heuvelman: ‘Muziek maken is geen compensatie voor je handicap’
Geen aparte groep Vallen en opstaan, je bezeren, doorzetten, negatieve reacties van anderen doorstaan, iedereen met, en trouwens ook zonder beperking krijgt ermee te maken, en iedereen moet zijn eigen manier vinden om daarmee om te gaan. “Muziek maken is geen compensatie voor je handicap,” denkt Heuvelman, “maar muziek kan je wel veel mogelijkheden geven. Het kan een manier zijn om naar je intrinsieke kracht te gaan, en niet bij je beperkingen te blijven stilstaan.” De trompettist geeft les aan het conservatorium en geeft daarnaast vaak masterclasses. Mensen met een beperking komt hij daar niet vaak tegen. “Maar wie heeft er nou géén beperking?” grijnst hij.
Natuurlijk is met iedereen met een handicap net weer iets anders aan de hand: iemand met Down vraagt weer een andere lesmethode dan iemand met autisme of iemand met één arm. Bovendien zijn geen twee mensen met autisme hetzelfde. Bij inclusief kunstonderwijs is dus maatwerk nodig. Op de dansschool van Redo worden ‘reguliere’ danslessen gegeven, in allerlei stijlen. Soms meldt zich iemand die ‘iets heeft’: “Een jongen met één arm bijvoorbeeld, of een meisje met Down. We maken dan altijd ruimte in de ‘gewone’ lessen: je kunt moeilijk wachten tot zich genoeg mensen met Down hebben aangemeld om een aparte groep te vormen.” Bovendien: mensen met een beperking wíllen helemaal niet altijd in een aparte groep zitten. “Nee, zeker niet. Toen ik begon met breakdance vond ik het natuurlijk geweldig om met de grote jongens mee te doen, te battelen. Nou, die laten je echt niet winnen omdat je ‘wat hebt’, hoor.” “Als ik lesgeef op een Mytylschool maken we aan het eind een kring en mag iedereen even in het midden dansen, bewegen, wat dan ook,” vervolgt Redo. “Dat vinden kinderen natuurlijk spannend, sommige durven niet. Soms gaan we dan samen, of ik daag ze uit alleen even in de cirkel te gaan staan. In het midden van zo’n groep staan, dat kan soms al veel betekenen!”
Op 10 april vindt in Driebergen de conferentie Next Stop plaats, voor iedereen die werkt met mensen met een beperking óf dat wil gaan doen. Redo en Andre Heuvelman geven daar acte de présence. Meer info in de agenda op pagina 16.
• Cultuurmakers van nu richt zich op kleinschalige en vernieuwende projecten op het vlak van actieve cultuur- of erfgoedparticipatie in de vrije tijd. Cultuurmakers die samen vorm geven aan een project kunnen een aanvraag indienen, het gaat om bedragen tot 5000 euro.
• Met Maakruimte voor Cultuur ondersteunt het FCP de (door)ontwikkeling van eigentijdse vormen van actieve cultuurparticipatie door samenwerkingsprojecten van organisaties en cultuurmakers te ondersteunen. Voor bedragen tussen 5000 en 25.000 euro. CULTUURPARTICIPATIE.NL
Wedstrijd voor kunstdocenten in de dop Ben je derde- of vierdejaars student docentenopleiding in de kunsten? Doe dan mee aan de tweede editie van ‘De kunst van het ontwerpen’, een prijs voor het meest innovatieve of prikkelende ontwerp door aankomende kunst-docenten. Inzenden kan tot en met 27 mei. De beste kunsteducatieve ontwerpers presenteren op 26 september hun ontwerp live voor publiek. Dan worden ook de juryprijs en de publieksprijs uitgereikt. LKCA.NL/OVERZICHT-AGENDA
In mei beschikbaar Samenwerken tegen eenzaamheid Tijdens de Week tegen Eenzaamheid werkten kunstencentra vorig jaar samen met organisaties uit de sociale sector aan doelen als: mensen die te maken hebben met eenzaamheid bereiken, vrijwilligers en professionele hulpverleners uit andere sectoren inspireren om vaker kunst en cultuur in te zetten bij eenzaamheid. Hun successen en ervaringen zijn gebundeld in deze publicatie van het LKCA, Coalitie Erbij en Cultuurconnectie. In mei te downloaden via lkca.nl.
Dans’es
Als leerkracht breng je de leerlingen in contact met allerlei vormen van cultuur, waaronder dans. Maar wat behelst het vak dans in het basisonderwijs? Laat je inspireren door de mogelijkheden en rijkdom van het vak. Dans’es staat in mei op lkca.nl.
6 Primair onderwijs • Onderzoek Hoe schep je een creatief klimaat in de klas, hoe stimuleer je muzikale talentontwikkeling? Dat is wat promo venda Linda Hendriks onderzoekt voor het primair onderwijs. Ook traint ze groepsleerkrachten in het geven van compositie- en improvisatielessen. ‘Talent ontstaat in het hier en nu van de muziekles.’ Door Anita Twaalfhoven
‘Als docent heb je sensitiviteit en durf nodig’
W
at houdt talent op het gebied van muziek, componeren en improviseren precies in?
“Compositie gaat over muzikale creativiteit. In de Talentenkrachtbenadering gaan we uit van een dynamische definitie; muzikaal talent gaat niet om een eigenschap die je nu eenmaal wel of juist niet hebt, maar hangt ook af van je omgeving. Intelligentie en motorische vaardigheden hebben natuurlijk erfelijke aspecten, maar hoe je die inzet en benut voor je muzikale ontwikkeling is afhankelijk van wat je krijgt aangeboden. Ieder kind kan zich creatief ontwikkelen op muzikaal vlak. De vraag hoe leerling en leerkracht zich in de muziekles verhouden tot elkaar, dié verbinding is essentieel. Een simpel voorbeeld: je kunt het met kinderen hebben over ‘improvisatie en compositie’, maar het is aansprekender om te zeggen: We gaan onze eigen muziek maken!” Hoe kun je als groepsleerkracht de muzikale creativiteit maximaal stimuleren?
“Als je gaat zingen met de leerlingen, voer je meestal een bestaande compositie uit. Neem daarom ook creatieve muziektaken
‘De kunst is om talentvol handelen van kinderen uit te lokken door zélf talentvol te handelen’
op in de les, taken die de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen prikkelen. Zet kinderen bij een djembé en ze gaan direct aan de slag. Je kunt ze helpen daarin steeds een stap verder te gaan. De manier waarop je als docent de interactie met de kinderen vormgeeft en hoe je je zelf verhoudt tot de taak en de instrumenten, bepaalt de creatieve ontwikkeling van kinderen. “Onderzoek bijvoorbeeld samen met de
kinderen wat je allemaal kunt doen met een ritme-instrument en verbind daaraan creatieve taakjes, zoals samen een ketting van geluid maken. Geef leerlingen de ruimte om zelf aan te slag te gaan, laat ze hun eigen ontdekkingen doen en zelf oplossingen bedenken. Zo komen ze in een positieve spiraal en gaan er steeds nieuwe deuren open. Zo werkt het ook bij de docent zelf; zoals we naar het talent van kinderen kijken, zo kijken we ook naar leerkrachten. Iedere leerkracht heeft zijn eigen potentieel en kwalificaties van waaruit hij met de leerlingen kan werken. Soms is het beter om gewoon maar te beginnen en te bedenken: Wat kan ik allemaal en wat wil ik met mijn leerlingen uitproberen? Het is stimulerend als leerkrachten zelf ook durven te experimenteren.”
Wat werkt wel en wat werkt juist niet? Kun je al conclusies trekken uit je promotieonderzoek?
“Het draait om de vraag waar je creativiteit ziet ontstaan. Dat is situatiegebonden en vraagt sensitiviteit van de leerkracht. Kijk en luister goed naar de kinderen, dan kun je bepalen hoe je ze optimaal kunt ondersteunen. Daarom bekijken we met
FOTO ANP
leerkrachten uit de middenbouw van het primair onderwijs videopnames van hun muzieklessen. Dat doen we individueel want het kan best gevoelig zijn om beelden van jezelf met collega’s te delen. We willen samen met de docent écht naar de verscheidenheid kijken, van moment tot moment analyseren: “Wat gebeurt er precies? Wat zié je in de bewegingen van de kinderen? Hoe reageren ze op elkaar en op elkaars geluid?”
Kunnen leerkrachten niet langer uit de voeten met de bestaande methodieken voor de muziekles?
“Jazeker wel, er zijn uitstekende muziekmethodes. De Talentenkrachtbenadering
Linda Hendriks: ‘Denk eens aan body percussie’
Cultuurkrant NL 7
Ieder kind is talentvol De onderzoeksgroep Kunsteducatie van de Hanzehogeschool Groningen, waar Linda Hendriks deel van uitmaakt, heeft het onderzoeksprogramma Curious Minds – Kunsteducatie. Dit programma is een vervolg op Talentenkracht, een benadering die is ontwikkeld door onder andere de Rijksuniversiteit Groningen. Uitgangspunt is dat ieder kind talentvol is. Talent is zichtbaar in talentvol gedrag in het hier-en-nu en komt tot uiting in een omgeving met “talent-ontlokkende materialen” en een stimulerende leerkracht. Curious Minds onderzoekt innovatieve educatieve praktijken die daar merkbaar en meetbaar aan bijdragen. Met specifieke aandacht voor het belang van interactie, als middel om nieuwsgierigheid te stimuleren en een positieve talentspiraal op gang te brengen. Naast het onderzoeksproject Het creëren van muziek en creatief gedrag in de klas van promovenda Linda Hendriks loopt het onderzoek Talentvol gedrag in het beeldend onderwijs door postdoc onderzoeker Ineke Haakma.
is een kapstok voor pedagogisch-didactische strategieën, die wij toepassen op de muziekles en dan vooral om creatief talent te stimuleren. De kunst is om talentvol handelen van kinderen uit te lokken door zélf talentvol te handelen. Neem als docent zelf een onderzoekende houding aan en wees nieuwsgierig. Daarin volgt iedere leerkracht zijn eigen ontwikkeling.” Met welke creatieve muziekinstrumenten kun je als groepsleerkracht zelf aan de slag?
“De meeste scholen hebben percussie-instrumentjes, een triangel, een woodblock en daarin kunnen leerlingen gemakkelijk spelvaardig worden. Denk aan ritmes uitproberen, echospelletjes, call and response opdrachten. Ook verhalende opdrachten werken goed bij de jongere leerlingen; de triangel is een vogel en het woodblock een kikker en probeer eens uit hoe ze op elkaar reageren. Denk ook aan bodypercussie, de geluiden die je kunt maken met je eigen lichaam. Je stem gebruiken, klakken met de tong, ritme stampen en klappen; muziek maken is ook fysiek. Dit soort taakjes, opdrachten en spelletjes kunnen steeds een stap verder in de richting van een maakproces gaan. Waarbij leerlingen uiteindelijk zelf een ritme- of muziekstuk maken, ofwel componeren.”
CKV op het vmbo
Een verrassend en uitdagend doe-vak
Jan Mulder geeft al jarenlang trainingen aan vmbo-docenten over het vernieuwde CKV. Wat is zijn advies aan deze docenten die dit vak, vaak in hun eentje, vormgeven? Door Huub Braam
J
an Mulder zat vanaf het ontstaan van het vak culturele en kunstzinnige vorming (CKV) als vakdidacticus en trainer op de eerste rij. Hij verzorgt al ruim 20 jaar nascholingen en trainingen op het terrein van CKV. Het afgelopen jaar gaf hij trainingen aan meer dan 100 vmbo-docenten over het vernieuwde CKV. Wat is de belangrijkste functie van kunst en cultuur voor vmbo-ers?
‘Kunst en cultuur zijn belangrijk voor het verbreden van perspectieven, het anders leren kijken en daarmee essentieel voor de vorming van de hele persoon. Zeker ook in de midden adolescentie (14-16 jaar). Dat is een belangrijke ontwikkelfase waar kennismaking met nieuwe culturele en kunstzinnige activiteiten een grote rol kan spelen. Voor veel vmbo-leerlingen is CKV een ervaringsvak, heel praktisch, vaak verrassend en uitdagend. Een doe-vak! Het doet een beroep op creativiteit en nieuwsgierigheid. Dat is belangrijk, want in het vmbo is er buiten CKV minder aandacht voor kunst en cultuur dan bij havo/vwo. Er zijn maar weinig leerlingen met een kunstvak als examenvak. En dat is dan meer een leervak dan een ervaringsvak.’ Wat gaat er goed bij het vak CKV in het vmbo?
‘De meeste vmbo-docenten zijn overtuigd van het nut en de waarde van CKV. Zij geven CKV met hart en ziel en hebben passie voor de vmbo-leerling. De culturele activiteiten (CA’s) sluiten goed aan bij deze leerlingen. Het lukt de meeste scholen goed om de CA’s over meerdere kunstdisciplines te verdelen.’
vmbo vaak alleen doen en hebben het gevoel onevenredig veel tijd in dat enkele uur CKV te moeten steken. De formatie voor CKV is vaak ontoereikend, omdat de docent naast lesgeven ook nog van alles rond de CA’s moet regelen. Dit geldt meer voor het vmbo dan voor havo/vwo. Gewoon omdat de scholen kleiner zijn en er dus vaak maar één of twee docenten verantwoordelijk zijn voor CKV. Ook ligt het aantal advies-uren voor CKV in het vmbo aanzienlijk lager dan bij havo/vwo. In het vmbo wordt gemiddeld minder dan één klokuur per week besteed aan CKV. Voor havo/vwo ligt dit rond de twee uur. Voor het vmbo hoeft het vak CKV niet met een cijfer te worden afgesloten, dit telt dan ook niet mee in het combinatiecijfer, wat wel zo is voor havo/vwo. Dit alles maakt CKV in het vmbo, nog meer dan bij havo/vwo, een klein vak. En dan wordt het een stuk lastiger om de meerwaarde te laten zien. Verder vindt de schoolleiding kunst en cultuur soms niet zo belangrijk. Te vaak ontbreken cultuurbeleid, een doorlopende leerlijn en de aansluiting van CKV op andere vakken.’ Wat adviseer je CKV-docenten in het vmbo?
‘Stel cultuurbeleid vast voor kunst en cultuur vanaf de brugklas. Betrek daar de directie bij. Streef naar samenhang en afstemming; betrek collega’s van andere vakken bij de culturele activiteiten. Leg ouders aan het begin uit wat CKV is, en wat het belang ervan is. Zo vergroot je het draagvlak binnen en buiten de scholen en daarmee de zichtbaarheid en waarde van kunst en cultuur. Hier is nog veel te winnen, met name in het vmbo. En dit betekent voor de CKV docenten: houd de ontwikkelingen in de gaten, zorg ervoor dat je aangehaakt blijft en grijp je kans om invloed uit te oefenen.’
Hebben docenten genoeg tijd om CKV goed op te pakken?
Jan Mulder (1948) was tot 2000 vakdidacticus literatuur, CKV en Engels aan de Vrije Universiteit. Sinds 1996 geeft hij nascholing en trainingen voor CKV en cultuurbeleid; zie de agenda op pagina 16.
‘Docenten voelen zich eenzaam. Zij moeten het op het
Heb je nog praktische tips voor leerkrachten. Of valkuilen?
“Durf te experimenteren, uit te proberen! Het gaat niet om goede of foute acties, maar om de vraag: wat ligt mij goed en wat werkt goed in mijn klas? Help ieder kind zijn eigen talent te ontdekken en geef feedback waarin een leerling zich kan herkennen. En als je iets moois hebt gedaan, mag je shinen!”
SANDY VAN BAARLE IN EEN MUSICAL VAN HET LENTIZ-FLORACOLLEGE IN NAALDWIJK.
FOTO RICHARD KOK
8 Uit de praktijk
Werken met migranten
Hoe betrek je nieuwkomers bij kunst en cultuur? Talentontplooiing, sociale contacten, een betere beheersing van het Nederlands… Meedoen aan culturele projecten kan statushouders en economische vluchtelingen enorm veel opleveren. Wat is de beste aanpak? Door Janneke Voskamp • Tekening Bas van der Schot
Syriërs als museumrondleiders
‘H
et Tropenmuseum gaat uit van persoonlijke verhalen. De expositie Aleppo, over de door oorlog geteisterde Syrische stad, hebben we bewust een persoonlijk gezicht gegeven. Syrische statushouders en oud-inwoners van verschillende leeftijden, geloofsovertuigingen en seksuele geaardheid leidden de bezoekers rond. Ze waren eigenlijk net zo divers als de stad zelf is. Op hun eigen manier en vanuit de eigen invalshoek brachten ze allemaal een ode aan ‘Bespreek de de stad en aan de werk-etiquette’ Syrische cultuur. Om nieuwkomers te bereiken, is het belangrijk samen te werken met verschillende partners en organisaties die in hun omgeving verkeren. Zo is het Amsterdamse Stad & Taal-project al ruim tien jaar een goede ingang om nieuwkomers via taalcursussen het Tropenmuseum en andere musea in Amsterdam binnen te krijgen. Of neem de gezamenlijke actie Museummaatje van het Tropenmuseum, het Afrika Museum en het Museum Volkenkunde. Alle nieuwkomers en hun eventuele begeleiders krijgen een uitnodiging om in een museum naar keus hun eigen verhaal te vertellen of om gewoon te genieten van alle prachtige objecten.
Busvervoer Nu loopt een nieuwe expositie: ‘Verlangen naar Mekka’, over de populaire bedevaart naar de heilige plek. Hiervoor benaderen we landelijk islamitische organisaties. Voor een kleine prijs bieden we busvervoer naar het Tropenmuseum in Amsterdam aan, waardoor het gemakkelijker wordt de expositie te bezoeken. In het Tropenmuseum zijn we gewend te werken met mensen uit verschillende culturen en met diverse achtergronden, maar soms stuit je tijdens een project op verschillen. Zo is mijn uitgangspunt en aanname ‘we doen het samen’. Maar als blijkt dat een ander jou als ‘baas’ ziet, is dat van invloed op hoe je samenwerkt. Ik heb geleerd dat het belangrijk is van tevoren duidelijk te bespreken, wat de werk-etiquette is, hoe je elkaar aanspreekt en wat ieders rol in het project is.” Lisa Kleeven is coördinator educatie van het Tropenmuseum in Amsterdam.
Persoonlijke verhalen vertellen
‘T
huis in Hoogeveen’ is een theaterproject dat is opgezet om nieuwkomers, vooral Syriërs, zelfvertrouwen te geven. Door middel van theater, muziek en eten vertellen zij hun persoonlijke verhaal. Zeker in het begin is het belangrijk om veel tijd met elkaar door te brengen, je in elkaars leven te verdiepen en lol te maken. Zo bouw je vertrouwen op binnen de groep en met de makers. Bij de start namen we de groep mee naar de voorstelling ‘Soms schuurt ‘Onbekend Land’. Dit maakte dat het’ de nieuwkomers graag hun verhaal wilden vertellen. In onze theaterwerkplaats hebben deelnemers de vrijheid om te spelen, te ontdekken, verdriet te verwerken en kennis te maken met Nederlanders. Dat kan alleen als je niet ook de tijd neemt voor andere zaken – je helpt ze soms met papieren voor de IND of bezoekt samen de tandarts.
Gemiste taal-uren Meer weten over dit onderwerp? Lees de publicatie Werkzame elementen in kunst- en cultuurprojecten voor volwassen statushouders via lkca.nl.
Bij ons zijn proces en voorstelling even belangrijk en bij zo’n maatschappelijk project als dit is het proces zelfs belangrijker. Wat dat betekent voor een theatermaker? Dat je moet kunnen beginnen zonder artistiek plan. Dan pas bied je de
deelnemers echt ruimte voor hun verhaal en inbreng. En flexibel zijn, omdat werken met mensen vanuit een andere cultuur onverwachte situaties met zich mee brengt. Soms schuurt het wel eens. Nieuwkomers moeten een bepaald aantal taal-uren volgen om de inburgering te halen. Bij de deelnemers benadrukten we dat ze eventuele gemiste taal-uren moesten inhalen. Anders zou dit gevolgen kunnen hebben voor hun lening. “Vanaf het moment van planvorming werken we samen met werkcoaches van de gemeente Hoogeveen, taalbureaus en Vluchtelingenwerk. Als theaterorganisatie is het heel belangrijk dat je je artistieke vrijheid behoudt en niet verzandt in regels en procedures. Door hen tussentijdse presentaties te laten bijwonen, hielden we ze betrokken. Bijkomend voordeel was dat deelnemers na afloop van het project de weg naar deze instanties goed wisten te vinden.”
Iris Offringa is zakelijk directeur van theaterschool en productiehuis Loods 13 in Drenthe, loods13.nl
Cultuurkrant NL 9
Een uur lang zingen
‘O
p een laagdrempelige en op speelse wijze wil Paradiso nieuwkomers in aanraking brengen met de Nederlandse taal en cultuur. En in contact laten komen met andere deelnemers. In de bovenzaal van Paradiso organiseren we daarom ‘Zing Nederlands met me’. Een uur lang zingen niet-Nederlandstaligen Nederlandse liedjes. Van Benny Neyman tot Kenny B.: alle Nederlandse klassiekers komen voorbij. Paradiso zorgt voor een pianist, een voorGelukkig zanger, liedteksten en Zijn-Sessies een drankje. Artiesten als Meral Polat, Alphonse “Big Boy” Caprice, Manoushka Zeegelaar-Breeveld werken mee. Het project is gebaseerd op De Gelukkig Zijn-Sessies, ontwikkeld door de Ancienne Belgique (AB), het toonaangevende concertpodium in Brussel. In 2016 mocht Paradiso het programma in Amsterdam brengen, in iets aangepaste vorm. Per sessie zingen de deelnemers zes liedjes, met behulp van de liedtekst die op een groot scherm te zien is. Vaak wordt er gedanst. Elke aflevering kent een eigen thema, zoals Zomer, Verliefd, Meisjesnamen, Vriendschap of Tijd. Soms een speciale editie voor kinderen. Na afloop krijgen de zangers de liedteksten mee.
De werving gebeurt door oud-deelnemers te benaderen en posters en flyers te verspreiden op locaties waar veel buitenlanders komen. Denk aan AZC’s, ROC’s, taal- en oriëntatieprogramma’s voor vluchtelingen en vluchtelingenorganisaties. Facebook events en digitale flyers ondersteunen de mond-tot-mond reclame.
Alle uithoeken
Elk liedje wordt ingeleid door een YouTube filmpje. Ook krijgen de bezoekers informatie over de artiest, de inhoud of over de betekenis van de woorden. Taalscholen krijgen het boekje al eerder toegestuurd, zodat het mogelijk is om de woorden te leren. Toch is het geen educatief programma, Paradiso geeft geen taalles en wij zijn geen welzijnswerkers. Onze expertise als muziekpodium zetten we in om een leuke middag te organiseren. Per keer hebben we zo’n tachtig bezoekers, afkomstig uit alle uithoeken van de wereld. Van Syrië tot Spanje, van Ethiopië tot de Verenigde Staten, van Afghanistan tot Nederland. Het is een groot succes.”
Jeldau Kwikkel is programmamaker Beeldende Kunst bij Paradiso in Amsterdam. ZingNederlandsmetme.nl.
Kunstinterventies op straat
‘K
FOTO HANNIE VERHOEVEN
unst kan een brug slaan tussen kunstenaars met een vluchtelingen- of migratieachtergrond en de samenleving. Dat is de gedachte van De Werkelijkheid, een netwerk van ondernemende kunstenaars. We doen dat door middel van community art- en andere projecten. Alle kunstdisciplines hebben we in huis. Een mooi voorbeeld is een project in Amsterdam. Buurtbewoners werden onrustig toen daar plannen waren voor de bouw van een asiel‘Gelijkwaardigheid zoekersis het uitgangspunt’ centrum. Stichting De Werkelijkheid bedacht een plan om azc’ers met creatieve en ondernemende talenten, waaronder kunstenaars en ambachtslieden, uit azc Bijlmer te koppelen aan een winkelstraat. Ook het COA betrokken we daar bij. Dat leidde tot een bijzondere dag waarop asielzoekers in de winkeltjes aan het werk waren, naast de winkeliers. Bij een kapper knipten twee Syrische kappers. In een souvenirwinkel stond iemand die dit werk óók deed in het land van herkomst en in een café zat een schilder portretjes te maken in ruil voor een verhaal. ’s Avonds was er een gezamenlijk optreden van de azc-band en een band uit de wijk. Later
organiseerden we kunstinterventies op straat: een Algerijnse acteur zong liedjes, iemand bood passanten traditionele thee aan en er was een rondleiding langs gebouwen in Amsterdamse Schoolstijl. In de verhalenwinkel vonden workshops plaats. Zo ontstond persoonlijk contact en werd de mens achter de asielzoeker zichtbaar. Een mens met zijn dromen, talenten, twijfels en onzekerheden.
Onzekerheid
Gelijkwaardigheid is steeds het uitgangspunt. Elk projectteam bestaat uit een mix van creatievelingen, ontwikkelaars, beginners en ervaren kunstenaars en nieuwkomers. Ervaring doe je gaandeweg op. Zelf ben ik ooit als beeldend kunstenaar uit voormalig Joegoslavië hier in een asielzoekerscentrum beland. Ik herken de onzekerheid en de drempels. Door samen te werken heb ik veel geleerd. Wat werkt is ruimte maken om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Dan krijg je de beste resultaten, op weg naar een meer diverse samenleving.”
Senad Alic (senadalic.nl) is artistiek leider en projectontwikkelaar bij De Werkelijkheid. Dit kunstenaarsnetwerk biedt activiteiten op het gebied van de kracht van kunst en diversiteit. werkelijkheid.com
10 Innovatie Zelflerende computers en cultuuronderwijs
Kunstmatige intelligentie: meer dan een kunstje? KI in het kort Kunstmatige of artificiële intelli gentie is de intelligentie waarmee machines, software en apparaten zelfstandig antwoord geven op vragen en problemen oplossen. Zij imiteren hierbij het denkvermogen van de mens. KI bestaat uit een zelflerend algoritme. Denk aan Net flix, die op basis van het kijkgedrag nieuwe voorstellen doet. Zelflerende computers maken door analyse van data nieuwe strategieën en regels.
Descartes Erasmus
LONNEKE GORDIJN MAAKTE FRANCHISE FREEDOM, EEN ZWERM VAN DRONES MET LICHTPUNTJES WAARBIJ NIEUWE PATRONEN OP BASIS VAN KI WERDEN GEVORMD. FOTO STUDIO DRIFT
Zelflerende computers die autonome beslissingen kunnen nemen, zijn ‘hot’. Kunstmatige Intelligentie zal, net zoals het internet in de vorige eeuw, onze wereld enorm veranderen. Ook het cultuuronderwijs krijgt ermee te maken. Maar realiseren docenten zich dat wel? Door Carolien Nout
K
unstmatige Intelligentie (KI) duikt steeds vaker op in de kunst. Vorig jaar werd een schilderij, gemaakt door een KI computer, voor 380.000 euro geveild. Dankzij data over klassieke portretten maakte de computer een nieuw schilderij, Portret van Edmond de Bellamy. Zo kan een computeralgoritme ook een muziekstuk in de stijl van Bach of een choreografie maken. Op de Erasmus-Descartes conferentie (zie kader) liet de Fransman Philippe Guillaud zien hoe computers zelf muziek componeren voor films dankzij een enorme muziekdatabase. Zo komt spannende muziek in de film, precies op het moment dat de kijker op het puntje van zijn stoel zit (zie muzeek.com). Zullen computers op termijn daadwerkelijk autonome kunst maken of is het niet meer dan een kunstje? Lonneke Gordijn van Studio Drift, maker van Franchise Freedom, a Flying sculpture,
een zwerm van drones met lichtpuntjes waarbij nieuwe patronen op basis van KI werden gevormd, benadrukt vooral de verbinding: ‘Techniek alleen is niet genoeg, het gaat ook om de bedoeling van wat je maakt en de emotie die ermee gepaard gaat. Een mooi gegenereerd computerplaa tje op zich zegt niet zo veel.’
Hoge verwachtingen
Nu zijn (digitale) techniek en kunst geen vreemden van elkaar; er zijn verschillende initiatieven in het educatieve aanbod waarin die twee zijn verbonden. KI is echter voor veel docenten erg ver van het bed. Het wordt nauwelijks aangeboden, zo blijkt uit een rondvraag; in het onderwijs staat KI in de kinderschoenen. Maar de verwachtingen zijn hoog, signaleert Kennisnet in het recent uitgebrachte Technologierapport (2019). Voorlopig gaat het vooral om adaptieve leermiddelen en individuele leerroutes
als toepassing. Docenten, dus ook die in de cultuureducatie, doen er echter goed aan zich er nu al in te verdiepen. Op de conferentie in Parijs pleitten deskundigen ook voor meer kennis erover, bij brede lagen van de bevolking. Want de ontwikkeling van KI is te belangrijk om uitsluitend over te laten aan technici, stelt Holger Hoos, hoogleraar Machine Learning aan de Universiteit Leiden: ‘We hoeven niet bang te zijn voor een ‘robot Apocalyps’, maar wel dat onvoldoende opgeleide mensen slechte systemen gaan bouwen.’
Kunstmatige Intelligentie (KI) stond centraal op de jaarlijkse Descar tes-Erasmus conferentie in Parijs, georganiseerd door de ambassa des van Frankrijk en Nederland. Wetenschappers, ondernemers en jong talent spraken onder meer over KI in kunst en cultuur. ‘Europa moet zijn talent vasthouden en samen werken. We kunnen KI niet overlaten aan de Amerikaanse of Chinese techgiganten’, zegt de Nederlandse KI-expert Max Welling, hoogleraar aan de UvA en een van de sprekers. Daarom startte Welling het Innova tion Center for Artificial Intelligence (ICAI) in Amsterdam waar weten schappers, bedrijven en overheden samenwerken om kennis over KI te ontwikkelen. Op de conferentie was er veel aandacht voor de potentie van kunstmatige intelligentie voor het creatieve proces. Lees meer in het verslag: nost-france.org.
White guy
Die handschoen is opgepakt door Jim Stolze, schrijver en ondernemer. In navolging van Finland maakte hij met steun van ICAI (Innovation Center for AI) de online Nationale KI-cursus, met een certificaat voor
We moeten bang zijn voor onvoldoende opgeleide mensen
wie alle modules volgt. ‘AI is nu vooral een ‘white guy’-aangelegenheid. Ook mensen met een andere etnische achtergrond, geslacht of leeftijd moeten zich herkennen in de aan te pakken problemen’, schrijft hij op zijn website. Het kan een mooi begin zijn om meer te weten over KI en de impact die het kan hebben. Misschien is het te vroeg om met leerlingen aan de slag te gaan met KI, maar het is wel belangrijk om het ter discussie te stellen. Hoe creatief kunnen computers worden? Wie is eigenaar van een algoritme en wanneer is een KI-kunstwerk af? DIT ARTIKEL KWAM MEDE TOT STAND MET STEUN VAN HET VWN TRIPFONDS ONDER BEHEER VAN DE VERENIGING VOOR WETENSCHAPSJOURNALISTIEK EN -COMMUNICATIE NEDERLAND, VWN.NU.
Cultuurkrant NL 11 Interview • Jan Jaap Knol vertrekt bij het FCP
’Roep niet alleen dat Kunst Heel Belangrijk is. Laat het zien’ Het Fonds voor Cultuurparticipatie stond net goed en wel op poten, of crisis en bezuinigingen sloegen toe. Nu lijkt het tij weer te keren, al blijft versterking van het maatschappelijk draagvlak noodzakelijk. Maar scheidend directeur Jan Jaap Knol ziet een veerkrachtige sector. Door Francine van der Wiel
Verbindingen leggen
“In de loop der jaren heeft het Fonds zich meer en meer gericht op verbinding met andere maatschappelijke domeinen, zoals zorg en onderwijs. In veel regelingen stellen wij samenwerking centraal, we steunen graag projecten die buiten de gebaande paden treden en nieuwe verbindingen zoeken. Ik denk bijvoorbeeld aan nieuwe manieren om ouderen aan cultuur
FOTO NEELTJE DE VRIES
‘H
et Fonds voor Cultuurparticipatie is opgericht vanuit een breed gedragen wens voor een landelijk fonds voor de actieve deelname aan cultuur. Op school én in de vrije tijd. Maar we waren tien jaar geleden nog niet begonnen, of het klimaat sloeg om, met een negatieve beeldvorming rond kunst en cultuur, gecombineerd met bezuinigingen en crisis. Vooral basale, lokale voorzieningen voor cultuurparticipatie zoals bibliotheek en muziekschool hebben daaronder geleden. Naast subsidieverstrekking en diverse regelingen hebben we in die eerste periode, samen met provincies en gemeenten, veel gezocht naar beperken van de schade. Tegelijkertijd zijn er ook grote dingen bereikt, zoals de matchingsovereenkomsten voor Cultuureducatie met Kwaliteit. Aan dat programma neemt inmiddels ruim de helft van de basisscholen deel. Samen met culturele partners krijgen kinderen in een doorlopende leerlijn goed, in het curriculum geïntegreerd cultuuronderwijs. Al met al vind ik dat de culturele sector veerkrachtig door de afgelopen periode is gekomen en tegenwoordig is er gelukkig weer meer positieve aandacht voor kunst en cultuur. De les is wel dat het altijd weer kan veranderen.”
JAN JAAP KNOL: ‘IK BEN GAAN INZIEN DAT DE TOP-DOWN BENADERING NIET WERKT’.
te laten deelnemen, ook door verbinding tussen generaties. Maar je kunt ook denken aan het verbinden van kunst en ambachten. Vaak hebben mensen die met grote passie en precisie een ambacht uitoefenen – van heggenvlechters tot instrumentenmakers – een unieke graad van specialisatie. Die is fascinerend voor hedendaagse kunstenaars en ontwerpers. Breng je die twee met elkaar in contact, dan ontstaan de mooiste toepassingen en wederzijdse waardering via de inhoud. Zo hebben we ook een project van Strijp-S uit Eindhoven ondersteund waarin oud-werknemers van DAF en Philips hun kennis van technologieën uit het verleden overbrengen aan ‘digitale’ jongeren die de oude mechanische technieken niet kennen. Daar ontstaan combinaties van industrieel technisch erfgoed en state of the art digitale toepassingen.”
Each one, teach one “Bij mijn start heb ik gezegd dat ik het prima vind om via kunstpolitiek ook een sociaal-maatschappelijk ideaal uit te dragen. Ik weet niet of ik toen nog het oude begrip verheffing heb gebruikt. Het is een woord dat we tegenwoordig liever niet meer gebruiken. Het heeft te veel een neerbuigende connotatie; ‘wij vinden dat jij te weinig ontwikkeld bent!’ Top-down gedacht dus. Ik ben in de afgelopen tien jaar gaan inzien dat zo’n verticale benadering niet meer werkt. Van de urban scene, met zijn grote zelforganiserende vermogen en het ‘each one, teach one’ principe, heb ik bijvoorbeeld geleerd dat jongeren elkaar heel goed in hun artistieke ontwikkeling kunnen uitdagen. Maar achter verheffing zit ook het idee van je horizon verbreden, je verbeelding
Lees verder op pagina 12
12 Nieuws
Recept voor verjonging:
Vervolg van pagina 11
‘Ik blijf heilig geloven dat cultuurdeelname en leren via én over cultuur je verder brengt in het leven’
aanwakkeren. En ook het naar elkaar toegroeien, begrip kweken, naar elkaar luisteren. Ik blijf heilig geloven dat deelnemen aan cultuur en leren via én over cultuur je verder brengt in het leven, dat het je helpt om de complexiteit ervan vanuit verschillende perspectieven te bekijken in plaats van uit een kokervisie.”
Inclusiviteit is het nieuwe participeren
“Nu zie je dat inclusiviteit steeds meer centraal staat in de discussie over participatie. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen? Een voorbeeld: ongeveer vijf jaar geleden zijn we met het LKCA en andere fondsen begonnen met het traject Lang Leve Kunst om meer ouderen de mogelijkheid te bieden met kunst en cultuur bezig te zijn. Een van de projecten die wij hebben gesteund is Old Skool van Stichting Gebouw 52 in Eindhoven. Jongeren uit de urban scene zochten ouderen in een zorginstelling op, namen ze mee de straat op en lieten hen kennismaken, ook actief, met hiphop, rap, graffiti. Door samen bezig te zijn leerden die twee groepen elkaar kennen, verminderden angst en vooroordelen en ontstond begrip over en weer. Zo’n project demonstreert bij uitstek dat deelname aan culturele activiteiten tot op hoge leeftijd mogelijk en belangrijk is in het leven. Voor het individu, en voor de maatschappij. Het project heeft de Code Culturele Diversiteit Award 2017 gewonnen. Met inclusiviteit wordt vaak op
culturele inclusiviteit gedoeld, maar wat mij betreft moet het Fonds inclusiviteit breed benaderen. Iedereen moet de mogelijkheid hebben om cultuur te maken. Ongeacht je achtergrond, financiële draagkracht of eventuele beperkingen. Daarin is de sportwereld veel verder, en daar hebben wij nog veel te winnen.”
Opgave voor de toekomst
“Door de bezuinigingen zijn we ons als sector bewust geworden van onze kwetsbaarheid. Want je kunt gerust spreken van een oorverdovende ‘stilte na de Schreeuw’ [de Schreeuw om Cultuur, waarmee de culturele sector in 2010 de aandacht wilde vestigen op het belang van cultuur]. Er kwám geen maatschappelijke beweging op gang van mensen die de bezuinigingen ook erg vonden. Dat heeft velen bewuster gemaakt van het belang van zichtbaarheid. Laat zien hoe kunst en cultuur functioneren in het bredere maatschappelijke leven, maak duidelijk dat mensen ook zonder het die naam te geven met kunst en cultuur bezig zijn – de vrijwilliger in de bibliotheek, de mensen die bij de toneelvereniging achter de schermen dingen regelen. En roep niet alleen dat Kunst Heel Belangrijk is. Laat het zien. Belangrijk daarbij is ook de zichtbare en hoorbare steun van de minister. Ik ben heel blij met de manier waarop minister Van Engelshoven haar waardering voor onze sector toont. Ik hoop dat ze daarmee doorgaat.”
Amateurkunstverenigingen zijn een groot goed, zeker nu eenzaamheid volksziekte nummer 1 dreigt te worden en voorzieningen als muziekscholen omvallen. De verenigingen zijn wel erg vergrijsd. Om meer jongeren te trekken, zullen zij de bakens rigoureus moeten verzetten. Dat blijkt uit de VerenigingsMonitor 2018. Door Arno Neele
H
oe gaat ’t met de amateurkunstvereniging? Dat is een urgente vraag. De vereniging staat al onder druk als gevolg van sociaal-culturele ontwikkelingen als individualisering, informalisering en digitalisering. Maar de vraag is nog urgenter geworden nu de ‘participatiesamenleving’ de laatste jaren hoog op de beleidsagenda is komen te staan. Verenigingen zijn daarvan het schoolvoorbeeld: kunstbeoefenaars die gezamenlijk en geheel vrijwillig een voorziening voor kunstbeoefening besturen en financieren. Het stimuleert de leefbaarheid en bevordert de sociale cohesie van een
gemeenschap. Nu steeds meer fysieke voorzieningen als muziekscholen verdwijnen is dat van grote meerwaarde, zeker in de meer landelijke gebieden.
Preventie van eenzaamheid
Uit de VerenigingsMonitor 2018 blijkt dat twee derde van de leden van amateurkunstverenigingen ouder is dan 50 jaar. Zij vormen geen afspiegeling van de leeftijdsopbouw van de Nederlandse bevolking. Evenmin is het een afspiegeling van het gedeelte van de bevolking dat in haar of zijn vrije tijd aan kunstbeoefening doet. Dit toont aan dat de vereniging voor met name oudere kunstbeoefenaars een belangrijke voorziening is om samen actief te zijn. Dat is een groot goed en belangrijk in deze vergrijzende samenleving waar eenzaamheid op weg is volksziekte nummer 1 te worden. Ouderen voelen zich thuis binnen de vereniging en vinden daar hun gading. Bijna 70 procent van de verenigingen ziet gezelligheid en ontmoeting als de belangrijkste doelstelling; misschien is dit iets dat aansluit bij de behoeften van vijftigplussers. Artistieke ontwikkeling en prestaties worden veel minder vaak genoemd.
Heeft de jeugd de toekomst?
Tegelijkertijd valt er nog veel te winnen bij jongere kunstbeoefenaars. Met name kinderen en tieners kiezen niet snel voor een vereniging - slechts 9 procent van de leden is jonger dan 20 jaar. Als verenigingen jongeren aan zich willen binden dan is het op basis van deze cijfers duidelijk dat
Jan Jaap Knol
Neerlandicus Jan Jaap Knol (55) werkte na zijn studie op het Ministerie van Onderwijs & Wetenschappen, onder meer als woordvoerder. Later verschoof zijn aandacht naar cultuurbeleid en cultuurbereik. Toen in 2008 het Fonds voor Cultuurparticipatie werd opgericht, trad hij eerst op als interimdirecteur en vanaf 1 maart 2009 als directeur-bestuurder. Na twee periodes bij het fonds start hij, precies tien jaar later, als directeur van de Boekmanstichting.
Blijf op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied! Neem kosteloos een abonnement op de Cultuurkrant NL via lkca.nl/cultuurkrantnl. De Cultuurkrant NL verschijnt enkele malen per jaar.
“Wie sport, kan snel resultaat boeken en spieren laten zien. Bij cultuur is dat anders; een weerbare geest is minder zichtbaar” IDS DIJKSTRA, DIRECTEUR VAN THEATER EN KUNSTENCENTRUM HET KIELZOG IN HOOGEZAND-SAPPEMEER, JUICHT DE INZET VAN CULTUURCOACHES IN MIDDEN-GRONINGEN TOE. BRON: DAGBLAD VAN HET NOORDEN.
Cultuurkrant NL 13
beter lesaanbod en meer gezelligheid Sleutels tot verjonging Wat doen deze muziekverenigingen anders? Zij scoren beter op hun artistiek aanbod én op hun maatschappelijke oriëntatie. Artistiek gezien onderscheiden zij zich vooral door hun lesaanbod. Ruim 60 procent biedt de mogelijkheid om wekelijks les te volgen; het gemiddelde van alle verenigingen samen ligt op zo’n 30 procent. En maatschappelijk gezien werken de instrumentale muziekverenigingen meer samen met externe partijen – vooral met het onderwijs. Bijna de helft werkt samen met scholen, terwijl andere verenigingen dit niet of nauwelijks doen. Ook organiseren ze vaker extra sociale activiteiten voor de leden, zoals kampen, bingoavonden, ouder-kind-activiteiten.
de bakens rigoureus moeten worden verzet, want zoals het nu gaat lukt het niet. Op de vraag hoe je dit als vereniging aan moet pakken, geeft dit onderzoek geen kanten-klaar antwoord. Daarvoor is aanvullend (kwalitatief) onderzoek nodig. Zie bijvoorbeeld de LKCA-publicatie Vereniging in Verandering, waarin werkwijzen van verenigingen die met succes het roer omgooiden staan. Wel blijkt uit de VerenigingsMonitor duidelijk dat de instrumentale muziekverenigingen er beter in slagen om jongeren aan zich te binden. Denk aan harmonieën, fanfares en brassbands. Bijna een kwart van hun leden is jonger dan 20 jaar.
Muziek verenigingen werken vaker samen met scholen
De instrumentale muziekverenigingen bieden hun leden dus meer op het terrein van artistieke ontwikkeling, maar ook op het gebied van gezelligheid en ontmoeting. Bovendien zijn ze meer ingebed in de lokale samenleving. Juist deze combinatie van een sterk artistiek aanbod en een meer maatschappelijke oriëntatie zou weleens de sleutel kunnen zijn voor veerkrachtige en duurzame verenigingen die belangrijk zijn voor oud én jong.
Om verenigingen hun artistie ke en maatschappelijke rol te kunnen laten blijven spelen is meer kennis nodig over de staat van de amateurkunst vereniging. Daarom startte het LKCA samen met een groot aantal partners de Vereni gingsMonitor: een onderzoek naar de organisatiekracht, het artistiek aanbod en de maatschappelijke oriëntatie van verenigingen. Meer dan 800 verenigingen en stich tingen deden mee aan het onderzoek en vulden in 2018 een digitale vragenlijst in. De landelijke resultaten vind je in de publicatie Verenigingen voor kunstbeoefening in cijfers. VerenigingsMonitor 2018, die te downloaden is via lkca.nl.
ARNO NEELE IS ONDERZOEKER BIJ HET LKCA
HET LKCA GING OP ZOEK NAAR VERENIGINGEN DIE MET SUCCES HET ROER OMGOOIDEN. WAT WAREN HUN SUCCESFACTOREN? LEES VERENIGING IN VERANDERING OP LKCA.NL.
Zelfverzekerde cultuurbegeleiders Sinds de eerste pilot van de post-hbo Cultuurbegeleider in 2014 gingen achttien opleidingen van start. Het ministerie van OCW subsidieert deelname; vrijwel alle opleidingskosten worden vergoed. Wat is de meerwaarde van deze opleiding? In de publicatie Veranderen gaat stap voor stap vertellen cultuurbegeleiders, schooldirecteuren, een directeur van een kunstencentrum én een lid van het college van een schoolbestuur wat de opleiding in hun organisatie teweegbracht. Zonder uitzondering noemen de cultuurbegeleiders de module over verandermanagement
Over de Verenigings Monitor 2018
en hun praktijkonderzoek als belangrijkste opbrengst. Ze voelen zich zelfverzekerder doordat ze met theorie kunnen onderbouwen waarom sommige keuzes worden gemaakt. Dat resulteert in meer draagvlak en enthousiasme voor cultuuronderwijs en een gedeelde verantwoordelijkheid bij het team. VERANDEREN GAAT STAP VOOR STAP IS TE DOWNLOADEN VIA LKCA.NL.
333.000.000 Scholen in het primair onderwijs krijgen eerder meer geld om de werkdruk te verlagen. Dit schooljaar was daar al structureel 237 miljoen euro voor beschikbaar. Vanaf komend schooljaar gaat dit bedrag omhoog naar 333 miljoen euro. Schoolteams bepalen zelf waar het geld aan wordt besteed. Zij kunnen er bijvoorbeeld kunstvakdocenten voor aanstellen. Zoals muziekdocenten. BRON: MINISTERIE OCW
De stemmen zijn geteld, de winnaars bekend! Nu is het tijd voor coalitieonderhandelingen. Stimuleer jouw provincie om zoveel mogelijk cultuur op te nemen in het coalitieakkoord. Wat zou erin moeten staan? De blik van de provincie zou breder mogen dan cultuureducatie in het primair on derwijs. Ook voortgezet onderwijs en mbo verdienen aandacht . Hetzelfde geldt voor cultuurparticipatie. Lang niet alle provincies hebben hier actief beleid op. Cultuur voor iedereen! Provincies moeten gemeenten stimuleren om lokaal beleid te maken en meer budget vrij te maken voor cultuurparticipatie. Activeer de ‘witte vlekken’: gebieden waar te weinig voorzieningen zijn. Verbind partijen en leg commitment vast. Maak bestuurlijke afspraken over matching om slagkracht ten aanzien van cultuurparticipatie te stimuleren. Ook professionals willen dat de provincie de samenwerking stimuleert, is bekend uit LKCA-onderzoek. Tussen ge-meenten onderling, tussen culturele aanbieders, en met amateurkunstverenigingen. Veelgehoord verzoek van professionals én vrijwilligers: verminder de bureaucratie rond subsidieregelingen. De papierwinkel is te groot. Gebruik de lobbytools van Cultuur deel je: lkca.nl/cultuurdeelje. Lees ook het stuk van Marlies Tal en Fenna van Hout Cultureel verantwoord stemmen: Cultuureducatie en -participatie in de verkiezingsprogramma’s op Cultureelkapitaal.nl.
14 Onderzoek Achter de cijfers
Nu op lkca.nl
Hoeveel hebben provincies en gemeenten over voor onze sector?
Praktische informatie en tools voor koepels
Wil je als koepelorganisatie ondersteuning bieden aan aangesloten verenigingen of stichtingen? Of ben je op zoek naar praktische informatie? Op de website vind je een mooi overzicht van onder meer tools voor verenigingen. lkca.nl/vrije-tijd/ vereniging-of-stichting
Beleidskalender
Relevante data en periodes voor beleidsprofessionals in de cultuureducatie en cultuurparticipatie. lkca.nl/beleid/ beleidskalender
In alle provincies zijn gemeenten de belangrijkste subsidiënten van kunst- en cultuureducatie. Het aandeel van de provincies is veel kleiner. Gaan provincies in de komende vier jaar hun belang vergroten? Arno Neele kijkt achter de cijfers.
Geld is en blijft toch vaak de beste verleidster
Webinar – Met je klas kijken naar cultuur
Durf jij het aan? Met je klas in gesprek over kunst en cultuur? Twee experts geven je handvatten om te kijken naar dans en naar schilderkunst. Kijk de webinar terug op lkca. nl/over-het-lkca/webinars/ kijken-naar-cultuur.
Nu op Cultureel Kapitaal.nl Fenna van Hout en Marlies Tal
Cultuureducatie en -participatie in de provinciale partijprogramma’s
BRON: CBS
W
anneer het gaat om scholing in kunst en cultuur kun je het beste in het zuiden des lands wonen. Althans, in Limburg en Noord-Brabant besteden provincie en gemeenten per inwoner het meeste geld aan voorzieningen en programma’s voor kunst- en cultuureducatie. De Friezen en Groningers lijken slechter af. Hun lokale en provinciale overheden geven per inwoner verhoudingsgewijs veel minder uit aan kunst- en cultuureducatie. Drie à vier keer zoveel minder. De conclusie dat je in het zuiden beter af bent, zou je kunnen trekken uit de meest recente Regionale Cultuurindex (Boekmanstichting, Atlas voor Gemeenten). Daarbij zijn de gegevens over geldstromen ontleend aan het CBS-onderzoek Detaillering cultuurlasten 2017 van provincies en gemeenten. Het ministerie wilde dat onderzoek; de cultuuruitgaven zoals normaal vermeld in de jaarrekening zijn onvoldoende gedetailleerd om beleid op te baseren en te evalueren. Het onderzoek geeft inderdaad een veel beter en gedetailleerder overzicht van de provinciale en gemeentelijke bestedingen aan cultuur. Maar de bedragen corresponderen niet altijd met de werkelijke
uitgaven. Zo zou de provincie Utrecht geen geld besteden aan kunst- en cultuureducatie. Maar in de periode 2017-2020 subsidieert de provincie jaarlijks 1,5 miljoen euro in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit, Kunst Centraal en Landschap Erfgoed Utrecht. Dit bedrag is om onduidelijke redenen niet terechtgekomen in de cijfers van het CBS.
Altijd kritisch blijven
Cijfers lijken dus harde feiten, maar het is belangrijk ze altijd kritisch te bekijken. Onmiskenbaar blijkt wel dat de gemeenten verreweg de belangrijkste subsidiënten zijn. Veel belangrijker dan de provincies. Wat is dan eigenlijk de rol van de provincie in het cultuureducatiebeleid? Die vraag is urgent. De onlangs gekozen Provinciale Staten maken momenteel nieuw beleid. Hoe kunnen zij met hun beperkte budget van zoveel mogelijk betekenis zijn voor de inwoners? Veel provincies sluiten in hun cultuureducatiebeleid aan bij gemeentelijke initiatieven, want daar ligt het primaat. Zij faciliteren initiatieven met kennis en proberen te verbinden. Maar wat als er in gemeenten niet of nauwelijks beleid en subsidies zijn voor cultuureducatie? Uit het CBS-onderzoek blijkt dat dat er genoeg
zijn. Het zou dan ook een meerwaarde zijn wanneer provincies zulke gemeenten stimuleren en verleiden om er wel (meer) werk van te maken. Uit LKCA-onderzoek blijkt dat het veld ook vraagt om een veel actievere rol van de provincie. Enkele provincies doen dit met behulp van convenanten. Maar geld is en blijft toch vaak de beste verleidster. Zo kan een matchingsregeling een mogelijkheid zijn om gemeenten over de streep te trekken. Dan draag je als provincie bij aan het creëren van gelijke toegankelijkheid van kunst- en cultuureducatie voor al jouw inwoners. En tegelijkertijd maak je van je gulden een daalder.
Rina Visser
Kunstopleidingen en sociale opleidingen, werk meer samen a.u.b!
Chris van Koppen
Waarom is de provincie belangrijk voor cultuureducatie en -participatie?
PROVINCIAAL CULTUURBELEID IS VAAK TE BUREAUCRATISCH, BLIJKT UIT EEN LKCA-ENQUÊTE ONDER PROFESSIONALS. WAT ZIJN HUN AANBEVELINGEN? LEES VERDUURZAMEN, VERBINDEN, VERTROUWEN OP LKCA.NL.
Arno Neele is onderzoeker bij het LKCA
Eva Wortmann
Als ik Joop van den Ende was, zou ik theaterles stimuleren
Angela van Dijk en Maaike Kluft
Inburgeren moeilijk? Geef nieuwkomers een steuntje in de rug!
Cultuurkrant NL 15 Interview • Henri Swinkels
Hij bedacht een wet. Maar wel een creatieve Als zijn Wet op behoud van Creativiteit er eenmaal is, hoopt gedeputeerde Henri Swinkels geen moeilijke discussies meer te hoeven voeren over programma’s die de creativiteit bevorderen.
de mensen in mijn organisatie’ serieus te nemen. Geen afdwingbare regels, meer een persoonlijke missie, plechtige voornemens om in de eigen beroepspraktijk toe te passen. “Ze moeten die beloften bij wijze van spreken naast de spiegel hangen, zodat ze die dagelijks tegenkomen.” De breedte van het palet aan partners moet toegevoegde waarde opleveren. Kunst en cultuur kunnen van betekenis zijn in de zorg – creatief bezig zijn verhoogt het welbevinden, en draagt bij aan betere zorg. Want creativiteit is breder dan kunst en cultuur?
Door Francine van der Wiel
D
e evolutie: veel creatiever kun je het niet bedenken. Zo bezien is het logisch dat Henri Swinkels (Vught, 1963), gedeputeerde voor de SP in de provincie Noord-Brabant, de drijvende kracht is achter het project Wet op behoud van Creativiteit. Als evolutiebioloog weet hij als geen ander hoe belangrijk creativiteit is voor alle levende organismen. En als Brabander heeft hij met lede ogen aangezien hoe de voorwaarden en voorzieningen daarvoor in de laatste decennia zijn afgebroken. Vandaar dat woord behoud. Het wijst op een strijd tegen iets wat er nog wel is, maar onder druk staat. Waarom is er een wet nodig?
“Ik kreeg zelf nog les in creatieve vakken en ging op blokfluitles op de muziekschool, maar dat is allemaal weggesloopt”, verklaart Swinkels, die in Brabant de portefeuille Leefbaarheid en Cultuur beheert. Wat in veertig jaar is opgebouwd, zegt hij, werd zo voor een groot deel weer afgebroken. “Het lijkt of we creativiteit heel leuk vinden bij kinderen, maar in het latere onderwijs en op de werkplek niet meer waarderen. Alles is nu gericht op kennis en vaardigheden, niet op talent en fouten mogen maken. Bij mijn aantreden was één van mijn zorgen dat te lang wachten met het versterken van de waardering voor creativiteit ertoe zou leiden dat we straks weer veertig jaar moeten gaan bouwen.” Vandaar dus een wet. Maar wel een creatieve. Met ‘wet-houders’ uit de volle breedte van de maatschappij, van overheden en onderwijs tot en met zorg, bedrijfsleven (Frits van Eerd, directeur van de Brabantse grootgrutter Jumbo is bijvoorbeeld partner) en, uiteraard, de
FOTO WIM ROEFS
creatieve industrie. Die breedte is belangrijk, aldus Swinkels. “Zo krijgt de wet meer het karakter van een maatschappelijke beweging, wat het voor lokale of provinciale bestuursorganen moeilijker maakt eraan voorbij te gaan, ook als de kleur van een college verandert.”
’Enige verheffing is wel degelijk aanwezig in het SP programma’
Dat legt een grote verantwoordelijkheid bij de gemeenschap. Maar wat doet de politiek zelf? Met name de SP staat niet bekend als groot pleitbezorger voor kunst en cultuur.
“De SP kent een sterk profiel rond bijvoorbeeld zorg of armoede. Maar enige verheffing is wel degelijk aanwezig in het programma. Niet prominent, maar toch.” Tot op heden ondertekenden vijftig partners de ‘wet’, die vooralsnog bestaat uit een zevental beloften. Om een omgeving te scheppen ‘die uitnodigt tot
onderzoeken, experimenteren en reflecteren’ bijvoorbeeld, de aandacht te vestigen op ‘de persoonlijke creatieve groei van leerlingen, scholieren, studenten en docenten’ en ‘de creatieve intelligentie van
“Inderdaad. Creativiteit is ook: alternatieve oplossingen bedenken. Hervormingen in de zorg, zoals Buurtzorg, vallen dus ook onder creativiteit. Ook op andere terreinen kunnen verschillende sectoren elkaar inspireren en stimuleren. Bij het bedrijfsleven merk je meteen dat men op zoek is naar creatief talent, kunstenaars willen leren over ondernemerschap, bij docenten voel je behoefte aan ruimte voor andere manieren van lesgeven. Vraag je bij gemeenten om ondersteuning voor zulke projecten, dan raak je met oude praat vaak in een soort formeel frame. Deze manier van aanvliegen blijkt deuren te openen. Als gemeenten onderwijs en bedrijfsleven aan hun kant vinden, willen ze best handen en voeten geven aan plannen en projecten.” Staaltje van creatief draagvlak creëren. In oktober jongstleden werd zo het project officieel gelanceerd tijdens de Dutch Design Week. Nu is het tijd voor actie; de definitieve tekst van de wet moet worden geformuleerd en er moeten concrete plannen op tafel komen. In februari ging ‘fase 2’ van start en in oktober, tijdens het World Creativity Forum in Brabant, volgt de presentatie van het actieplan Brabantse Creativiteit. Zijn er al concrete plannen, een stip aan de horizon?
“Nee, een actieplan moet nog worden opgesteld. Maar ik heb wel een wens. Als het mij wordt gegund nog vier jaar door te gaan als gedeputeerde, dan hoop ik dat het idee van creativiteit dusdanig is geland in de samenleving, dat ik bij gemeenten of onderwijsinstellingen geen moeilijke discussies meer hoef te voeren of er ja dan nee tijd, geld en energie vrijgemaakt moet worden voor programma’s die de creativiteit bevorderen. We zijn nu met ongeveer vijftig ‘wethouders’, maar dat moet als een olievlek gaan werken en zo uiteindelijk velen inspireren.” WETOPBEHOUDVANCREATIVITEIT.NL
16 Colofon
Nieuwe publicaties
YOUNG PEOPLE’S CULTURAL JOURNEYS GUIDANCE FOR GUIDING: PROFESSIONALIZATION OF GUIDES IN MUSEUMS OF ART AND HISTORY
H
oe definieer je competenties voor rondleiders in kunst- en historische musea en hoe kun je de professionele ontwikkeling van rondleiders bevorderen? Mark Schep (Universiteit van Amsterdam) gaat in zijn proefschrift in op het vak rondleiden. In twee studies richt hij zich op het museum als leeromgeving en op de vereiste competenties van rondleiders. In de andere twee staan de manieren die de professionele ontwikkeling van rondleiders bevorderen centraal.
C
at zijn de belangrijkste factoren voor succes of falen bij het implementeren van publieksparticipatie in theaters en musea? Dorinthe de Man onderzocht het voor het FCP. Zij deed dat naar aanleiding van het opstarten van het programma MeeMaakPodia. Doel was de publieksparticipatie te vergroten door organisaties te stimuleren open te staan voor lokale initiatieven en de band tussen de organisatie en de gemeenschap te vergroten. MEEMAAKPODIA: THE ROAD TO
raftsklas van Crafts Council Nederland is een leerlijn maakonderwijs. Craftsklas biedt leerkrachten van primairen voortgezet onderwijs eenvoudige handvatten om zelf maken binnen het onderwijs te introduceren. De website biedt lessen, tutorials, filmpjes en achtergrondinformatie. Jaarlijks worden nieuwe technieken en lessen toegevoegd. De leerlijn draagt bij aan de ontwikkeling van belangrijke vaardigheden als creativiteit, probleemoplossend handelen, kritisch denken, samenwerken, handvaardig zijn. Maken draagt bij aan een brede persoonlijke vorming en geeft veel plezier.
SUCCESS FOR AUDIENCE VIGOUR
STAAN OP VIMEO.COM/CCNL
MEEMAAKPODIAPUBLIEKSPARTICIPATIE IN NEDERLAND
W
CRAFTSKLAS.NL. TUTORIALS
CULTUUR+EDUCATIE 50
D
it jubileumnummer van Cultuur+Educatie biedt een verzameling van onderzoeksmethoden en -instrumenten binnen onderzoek naar cultuureducatie en -participatie. Onderzoekers beschrijven hun aanpak. In drie persoonlijke bijdragen kun je lezen wat onderzoek doen precies behelst en wat onderzoekers drijft. Verder twaalf manieren van onderzoek doen: naast bekende modellen van kwalitatief en kwantitatief onderzoek ook beschrijvingen van nieuwe methodieken zoals artistiek-educatief en maakonderzoek. UTRECHT: LKCA, 2018, 162 BLZ.
HET PROEFSCHRIFT GUIDANCE
IN DUTCH THEATRES AND
TE BESTELLEN OF TE DOWNLOADEN
FOR GUIDING IS TE DOWNLOADEN
MUSEUMS
VIA LKCA.NL.
VIA DARE.UVA.NL.
Agenda
Vanaf 2 april Nascholing CKV 2019
Diverse data en disciplines voor vmbo en havo/vwo, gegeven door Jan Mulder, VU Amsterdam. Zie ook het interview op pagina 7. learnacademy.vu.nl/nl/opleidingencursussen > zoek op ckv
3 april Congres Cultuureducatie in Amsterdam
De Kunst van Techniek is het thema van het congres dat onderdeel uitmaakt van de Maand van de Cultuureducatie, elk jaar georganiseerd door Mocca. cultuureducatieinamsterdam.nl
5 - 14 april 2019 Kindermuziekweek 2019
Neem nu kosteloos een abonnement op de Cultuurkrant NL en blijf op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied. www.LKCA.nl/cultuurkrantnl cultuur in het speciaal onderwijs, vso en praktijkonderwijs. Zie ook pagina 4. lkca.nl/overzicht-agenda
12 april 2019 Onderwijsfeest, Night at the Museum en De Staat van Cultuureducatie
Dansen en borrelen met collega’s op de bovenste verdieping van NEMO Science Museum en ook nog luisteren naar de Staat van Cultuureducatie. cultuureducatieinamsterdam.nl
16 - 18 april Bootcamp CLOCK
Ben je autodidact kunstprofessional en wil je je curriculum vitae upgraden? lkca.nl/overzicht-agenda
Eerste landelijke Kindermuziekweek met concerten en voorstellingen op school, het kinderdagverblijf of in het theater, de muziekschool en concertgebouw. Doel is om ieder kind kennis te laten maken met live gespeelde muziek en ervan te genieten. kindermuziekweek.nl
24 mei Conferentie Arts loves Sciences
10 april NEXT STOP: Onbeperkt kunst en cultuur
25 mei - 1 september ZomerExpo 2019 ‘Visie op Europa’
Dé conferentie voor iedereen die meer wil doen met kunst en cultuur voor mensen met een beperking. Met veel aandacht voor
Cultuurkrant NL is een uitgave van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). De krant is voor professionals die werken voor cultuur op school of in de vrije tijd en verschijnt 4 keer per jaar. Postbus 452, 3500 AL Utrecht • www.lkca.nl • Tel.030 711 51 00 • cultuurkrantnl@lkca.nl Je kunt kosteloos een abonnement nemen op de Cultuurkrant NL via www.lkca.nl/cultuurkrantnl De opinies in deze krant geven niet noodzakelijkerwijs de mening of het beleid van het LKCA weer. Artikelen mogen alleen na toestemming van de redactie en de auteur worden overgenomen. Hoofd- en eindredactie Marianne Selie Basisontwerp & vormgeving Marinka Reuten Druk Flevodruk Harlingen Oplage 67.00 En verder werkten mee Huub Braam, Sofie Cerutti, Paulien Franken, Arno Neele, Carolien Nout, Sanne Scholten, Bas van der Schot, Miriam Schout, Anita Twaalfhoven, Janneke Voskamp, Francine van der Wiel en informatie specialisten LKCA
Crossovers in onderwijs, kunst, wetenschap en technologie, georganiseerd door het lectorenplatform OKWT. ahk.nl
De grootste kunsttentoonstelling met open inschrijving en anonieme selectie voor (amateur)kunstenaars. zomerexpo.nl
Waarmee kunnen we je helpen?
Wil je weten…
waar je de cursus icc kunt volgen in jouw regio? waar je literatuur kunt vinden voor je onderzoek? hoeveel muziekscholen er in Nederland zijn? of CKV ook verplicht is in het speciaal voortgezet onderwijs? bij wie je in Gelderland terecht kunt voor advies over fondsenwerving? Of in Noord-Holland?
Of heb je een hele andere vraag? Tob niet langer, maar bel ons. Of mail ons. Daar zijn we voor. Voor jou. Samen met jou. 030-7115100 vraag@lkca.nl www.lkca.nl
voor professionals die werken voor cultuur op school of in de vrije tijd