MAART 2020
Cultuurkrant NL VOOR PROFESSIONALS IN CULTUUREDUCATIE EN CULTUURPARTICIPATIE
Deirdre Carasso: Radicaal museumbeleid p 4
Hanna Timmers over 75 jaar vrijheid p 11
Bevrijdende muziek p 15
Onderwijsvernieuwing
Curriculum.nu: kans voor cultuuronderwijs? De Tweede Kamer én het onderwijsveld zijn verdeeld over de opbrengsten van Curriculum.nu. Gaan de voorstellen het cultuuronderwijs structureel verbeteren? Wij vroegen het aan zes professionals.
Reyer Ploeg: ‘Dit geeft overladenheid’
Noem de kunst vakken bij naam “We hebben prettig gevist in de vijver maar nog geen enkele vis gevangen”, zegt Reyer Ploeg, voorzitter van de Vereniging Leraren Schoolmuziek. “De
Door Anita Twaalfhoven De huidige kerndoelen zijn ruim dertien jaar oud en sluiten niet meer aan bij de huidige samenleving. Bovendien is het onderwijsprogramma overladen en ontbreekt een goede aanslui ting van PO op VO. Curriculum. nu is het eerste traject voor curriculumontwikkeling waar het werkveld zélf aan zet is. 150 schoolleiders en docenten werk ten aan een nieuwe onderwijsin houd. De opbrengsten werden op 5 maart besproken in de Tweede Kamer. Die is verdeeld, zo bleek. Vooral D66, SP en PVV vinden dat het project moet stoppen in zijn huidige vorm en dat een vervolg anders ingericht moet worden. Ook CDA neigt hiernaar. Er zou te weinig draagvlak zijn bij docenten, en een goede balans tussen het leren van kennis en vaardigheden zou ontbreken. Gesproken is over het instellen van een commissie van in ieder geval vakdidactici, vakexperts en wetenschappers die de huidi ge voorstellen beoordeelt. Of schoolleiders en docenten daarin
beweging die in het curriculum is gekomen biedt volgens onze achterban nog geen garantie op verbetering en vernieuwing van het muziekonderwijs. Wat vooral
CKV OP HET FONS VITAE LYCEUM IN AMSTERDAM. FOTO MARCEL VAN DEN BERGH / HOLLANDSE HOOGTE
zouden moeten deelnemen was nog onduidelijk bij het ter perse gaan van deze krant.
Curriculum.nu gaat uit van negen leergebieden. Een daarvan is Kunst & Cultuur, dat vanuit de huidige kerndoelen gezien beeldende vorming, dans, drama, muziek en cultureel erfgoed. bevat. Artistieke en creatieve ontwikkeling wordt belangrijker. Ook is er meer wisselwerking tussen theorie en praktijk; het
ervaren van kunst kan inspire rend zijn voor het maakproces, en vice versa. Er komt meer samenhang met andere leer gebieden en een doorlopende leerlijn tussen PO en VO. Het kerncurriculum mag 70 procent van de onderwijstijd beslaan; 30 procent vullen scholen naar eigen inzicht in. Hoe kijkt het werkveld aan tegen de voorstellen? Zes professio nals reageren op de plannen wat betreft cultuuronderwijs.
nog mist, is dat de verschillen de vakken bij naam worden genoemd. Door een te algemene omschrij ving van het leergebied kunnen de verschillende kunstvakken ondergesneeuwd raken. Dit is te voorkomen door elke kunstdis cipline de ruimte te geven een eigen leerlijn te ontwikkelen. Het is belangrijk om binnen het pallet een passende keuze te kunnen maken. Leerlingen die voor muziek kiezen moeten nu het vak kunst algemeen of kunst beschouwing volgen. Dat geeft overladenheid. De leerlijn voor muziek moet niet alleen van pri mair naar de onderbouw van VO lopen maar ook naar de boven bouw en afgestemd worden op de eindexameneisen. Dat moet klaarliggen wanneer een nieuw curriculum wordt ingevoerd. Ik zie veel winst in de integratie
met andere schoolvakken. Het ontwerp daarvoor ligt nog niet klaar, deze plannen hebben nog een behoorlijk abstractieniveau. Maar hoe de integratie met andere vakken in de praktijk gaat verlopen, kun je ook aan de crea tiviteit van docenten overlaten.” Jet Crielaard: ‘Maak ruimte voor spontaniteit’
Gamedidactiek in het onderwijs “Ik geef beeldend en literatuur, op het snijvlak van woord en beeld”, vertelt docente en beel dend kunstenaar Jet Crielaard. “Ik werk bijvoorbeeld graag met poëzie. Zo kun je experimenteren met taal en het voordeel is: het kan niet fout zijn. In mijn lessen integreer ik nieuwe media, wat goed past bij de plannen van Curriculum.nu.
Ik werk graag met de speldidac tiek van games in het onderwijs en ontwierp een parcours voor een kunstbeschouwingsspel, waarbij leerlingen ook prijzen kunnen winnen. Games zijn voor leerlingen een aantrekkelijke manier om informatie tot zich te nemen, en ik vind het érg leuk om dat soort lessen te ontwik kelen. Digitalisering vraagt wél om extra faciliteiten, denk aan
Lees verder op pagina 3
INHOUD 2 Column: Sanne Scholten 6 Kunsteducatie MBO 6 Trojan Wars 8 Fondsen en hun beleid 10 Geldrubriek & Opinie:
Meer onderzoek graag! 12 Cultureel Vermogen 13 Onderzoek: cultuurparticipatie Mariahoeve 14: Cultuureducatie VO
DIT IS EEN UITGAVE VAN LKCA • LKCA.NL • INFO@LKCA.NL • POSTBUS 452, 3500 AL UTRECHT
2 Nieuws
Hoog tijd voor structurele financiering! Van nature ben ik een optimistisch mens. Ik zie altijd overal kansen en mogelijkheden. Dus in een tijd waarin er bouwstenen liggen voor een nieuw curriculum, waarin kunst en cultuur een mooie plek hebben, denk ik: we gaan vooruit! En als we een meerjarig programma voor bereiden waarmee we de cultuurdeelname gaan vergroten van men sen voor wie dat minder vanzelfsprekend is, ben ik blij! En toch knaagt er iets. Neem het onderwijs. We zijn al jaren bezig om met tijdelijk geld cultuureducatie een vaste plek in het curriculum te geven. Tijdelijk geld. Vaste plek. Die woorden gaan niet lekker samen. Scholen hebben onvoldoende budget om hun reguliere werk (waaron der cultuuronderwijs) goed uit te voeren. Vanuit het cultuurbeleid wor den scholen daarin ondersteund door Rijk, provincies en gemeenten. Maar wanneer komt het moment dat we zeggen: dit is het budget dat het onderwijs structureel nodig heeft om het (nieuwe) curriculum goed uit te voeren? En: Dit is het budget dat in de cultuursector structureel nodig is om op de onderwijsvraag in te spelen? Het zou mooi zijn als we onze energie kunnen steken in met elkaar blijven leren en ontwikkelen, en niet elke paar jaar opnieuw bekijken hoe we dit willen organi seren. We gaan nu bijna de derde Cultuureducatie met Kwaliteitperiode in. Dit zou het moment moeten zijn om structurele financiering te regelen. Het Rijk is aan zet om daarin de volgende stap te zetten.
Tijdelijk geld. Vaste plek. Die woorden gaan niet lekker samen
Nog een voorbeeld. Er was terecht veel enthousiasme toen begin dit jaar het nieuwe Programma Cultuurparticipatie werd gelanceerd. Het zet in op het vergroten van cultuurdeelname en ook op het verbinden van verschillende domeinen als zorg, cultuur en welzijn. Dit is hard nodig. Er is de afgelopen jaren al veel geleerd over nieuwe aanpakken, over onderlinge samenwerking en wat die oplevert. Dit programma kan hier een boost aan geven: met gebruikmaking van de reeds beschikbare kennis gaan we nieuwe ervaring opdoen en samen leren hoe we een inclusievere sector kunnen realiseren. Ik hoop zo ontzettend dat we daarbij leren over benodigd beleid en ver volgens ook echt de stap maken naar structurele financiering. Hierbij zijn vooral de gemeenten aan zet, waarbij het Rijk moet zorgen dat zij hiervoor voldoende budget hebben. Hoopvol werd ik toen de directeur van Eiwerk haar verhaal vertelde. Haar muziekcentrum voor mensen met een psychische of maatschappelijke kwetsbaarheid wordt daad werkelijk gefinancierd vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dat betekent: continuïteit. Weg van het incidentele. Wat een succes! En wat mij betreft: complimenten aan de gemeente Amsterdam. Dat doet verlangen naar meer. Ik hoop dat na de eerste periode van het Programma Cultuurparticipatie ook andere, vergelijkbare initiatie ven structureel in beleid worden opgenomen. Dat er continuïteit komt. En we met elkaar kunnen zeggen: ja, we hebben daadwerkelijk het systeem een beetje veranderd en niet alleen gedurende een paar jaar mooie projecten gerealiseerd.
Sanne Scholten is directeur van het LKCA
LEES MEER OVER DE NIEUWE AANLOOPREGELING SAMEN CULTUURMAKEN VERBREDEN OP CULTUURPARTICIPATIE.NL.
Landkaart inclusieve podiumkunsten Mensen met een beperking kunnen op veel plekken meedoen aan kunst lessen of andere culturele activiteiten en ook voorstellingen zijn steeds vaker voor hen toegankelijk. Op een online kaart kun je nu per provincie zien wat er gebeurt op het gebied van inclusieve podiumkunsten. De kaart kan ook handig zijn als je samenwerking zoekt of ervaringsdeskundigen wilt vinden. Als je een initiatief mist dat ook structureel aandacht besteedt aan inclusie, kun je dat doorgeven. DE KAART STAAT OP LKCA.NL
Uitbreiding regeling kunsteducatie voor mbo’ers
Fonds 21 breidt haar subsidieregeling voor kunsteducatie voor mbostudenten uit, heeft haar bestendigd en zet de regeling het hele jaar door open. Kunstinstellingen worden daarmee gestimuleerd om goede kunst educatie voor mbo’ers te ontwikkelen. De regeling is bedoeld voor nieuw (te ontwikkelen) kunsteducatie-aanbod voor mbo-studenten en voor bestaande projecten die opgeschaald worden. Meer info op fonds21.nl en op pagina 6 van deze krant: ‘Kunsteducatie cruciaal voor mbo’ers’.
Meld je aan voor de Amateo Award 2020
Je kunt je nog tot 31 maart aanmelden voor de Amateo Award, de jaarlijk se Europese prijs voor een uitzonderlijk cultuurparticipatieproject met impact in zijn omgeving. Elke groep of project in Europa kan meedoen. De finalisten worden uitgenodigd voor de uitreiking in Wenen en kunnen op dezelfde dag hun project presenteren tijdens de conferentie van Amateo, het Europese netwerk voor amateurkunst. De winnaar wint duizend euro en wordt voor een jaar Amateo Ambassa deur voor Europese amateurkunst. MEER INFO OP LKCA.NL
Nieuwe subsidie samen werking met sociale sector
De nieuwe subsidieregeling Samen cultuurmaken verbreden van het FCP biedt kansen voor culturele instellingen die willen samenwerken met orga nisaties in het sociale domein. Je kunt een aanvraag doen voor een project op het gebied van inclusieve cultuurparticipatie dat verschillen in cultuur deelname verkleint, bijvoorbeeld op het gebied van armoede, eenzaam heid, sociale integratie en preventie. Via de regeling worden de sociale en culturele sector gestimuleerd om (nog) beter samen te werken, zodat de toegankelijkheid, zichtbaarheid en erkenning van cultuur worden vergroot. En de actieve cultuurdeelname van zoveel mogelijk verschillende groepen mensen (beter) mogelijk wor den gemaakt. DE REGELING LOOPT TOT EN MET 14 SEPTEMBER 2020. MEER INFO OP CULTUURPARTICIPATIE.NL.
Cultuurkrant NL 3
Meer kruisbestuiving Vervolg van pagina 1
in de praktijk stelt het ook hogere eisen aan hun niveau, om daar effectief invulling aan te kun nen geven. Welke vakken meer ruimte krijgen zal afhankelijk zijn van de school, de een kiest voor versterking van de bètavakken, de ander voor kunst en cultuur.”
programma’s voor beeldbewer king of animaties. Meer vrije ruimte loopt al snel vol met bijlessen, verwacht ik. Maar extra ruimte vrijmaken voor cultuur of beweging hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn. Hier op De Goudse Waarden in Gouda kunnen leerlingen in de pauzes korte lessen lichamelijke opvoeding volgen. Ook is er een Cultuurplein, een lokaal waar ze gewoon binnen kunnen lopen om even te tekenen of te schilderen. Maak een lokaal vrij en richt het in voor dit soort spontane initiatieven. Leerlingen hebben allemaal een andere achtergrond, sociaal of cultureel. Maak ruimte om die eigen cultuur aan elkaar te laten zien, de muziek of verhalen. Je leert elkaar beter kennen en begrijpen, en het gaat daardoor pestgedrag op school tegen.” Paul Kirschner: ‘Teveel prietpraat’
Versterk het fundament “Ik ben kritisch op álle aspecten”, zegt Paul Kirschner, emeritus hoogleraar onderwijspsycho logie. “Curriculum.nu is niet op empirische basis gestoeld. Er is geen echte probleemanalyse uit gevoerd. Het is dus onduidelijk in welke zin de plannen een oplos sing kunnen zijn. Argumenten die de ronde doen, zoals ‘stilstaan is achteruitgang’, ‘alles is out of date’ en ‘de 21ste eeuw is anders dan de 20ste eeuw’ vind ik prietpraat. Wat er wel moet gebeuren? Een gedegen analyse maken van de problemen. We weten dat het leerniveau achteruitgaat, en circa 25 procent van de kinderen na het primair onderwijs functi oneel analfabeet is. De aanpak hiervan vereist misschien geen nieuw curriculum maar andere instructievormen of meer des kundigheid van leerkrachten. De overheid heeft de kwaliteit van het hoger onderwijs in drie decennia doen dalen. De hoeveelheid tijd die er op de Pabo is overgebleven om het fundament van het vak over te brengen werd steeds korter. Zonder gedegen kennis over onderwijspsychologie, de vraag hoe leerprocessen van leerlingen precies verlopen, kun je in die tijd niet goed leren onderwijzen.
Nele Vandeneede: ‘Kruisbestuiving is van deze tijd’
Versterk de vrijheid van kunstvakken
CKV OP DE RIETLANDEN IN LELYSTAD. FOTO MARCEL VAN DEN BERGH / HOLLANDSE HOOGTE
Ga dus eerst terug naar het fundament; de kennis en vaar digheden binnen de bestaande domeinen, en sluit daarbij aan. Burgerschap kun je beter integreren in bestaande vakken in plaats van in het luchtledige een nieuw vak te introduceren. Digitalisering kan eveneens gebeuren in aansluiting op de vakken die er al zijn. Ook kunst en cultuur zie ik als onderdeel van de algemene vorming en een brede kennisbasis.” Ineke Roost: ‘Hoe richt je de lokalen in?’
Zorgen over de muziekidentiteit “Heel spannend hoe het logistiek zou gaan verlopen, met 2200 leerlingen die lessen binnen het domein Kunst & Cultuur gaan volgen”, vindt Ineke Roost. Zij is muziekdocente bij het Pius-X Col lege in Bladel: “Onze school heeft nu twee muzieklokalen, naast de aula en naast de gymzalen zodat de andere lessen niet worden verstoord door de muziek. Ook voor beeldende vorming zijn er aparte lokalen ingericht. Stel dat álle kunstvakken aan bod komen;
hoe richt je de lokalen dan in? Ik geef vooral praktijkgerichte muziekles in de vmbo-boven bouw: noten vanuit een bestaand muziekstuk leren en akkoorden spelen op de muziekinstrumen ten in het lokaal. Samen musice ren en de sociale kant van muziek zien zijn belangrijk. In de boven bouw oefenen we verspreid door de school in bandjes, en dan rou leren de leerlingen met hun eigen instrument, met vmbo, havo en vwo door elkaar. Mooi als dans en theater er bijkomen maar niet als dat ten koste gaat van muziek. Ook veel
andere muziekdocenten vrezen dat ze hun muziekidentiteit verliezen. In de ideale wereld krijgt kunst en cultuur voldoen de plek door de vrije ruimte die Curriculum.nu voor ogen heeft. In de praktijk zijn er zorgen dat de kernvakken die ruimte gaan invullen. Je moet hierin als school een standpunt innemen, goed door dachte keuzes maken. Bedenk ook dat de begroting synchroon moet gaan lopen met het ideale plaatje.”
Niet als kuikens de brugklas in
“Prima dat er aan vernieuwing van het curriculum en meer samenhang tussen de vakken wordt gewerkt”, zegt biologie docent Per-Ivar Kloen, die veel
Ivar Kloen: ‘Andere indeling in domeinen is onnodig’
ervaring heeft met maakonder wijs. In maakonderwijs wordt veel samengewerkt met de kunstvakken. “Maar het is onno dig om daarvoor een andere indeling in domeinen te maken. Op De Populier in Den Haag is vakoverschrijdend werken al bekend terrein. Denk aan the maprojecten, zoals een project over de technische, geologische en architectonische aspecten van een stad. Dergelijke verban den zie je ook in de wereld om je heen. Met een inhoudelijk doel krijgt het verbinden van vakken meerwaarde. Het idee om doorlopende leerlijnen te leggen van PO naar VO is een verbetering. Nu is het net alsof kinderen als kuikens de brugklas instromen, terwijl ze een hele leercarrière achter de rug hebben. Doordat hieraan wordt gewerkt, krijg ik meer zicht op de lesstof en kan ik daar in mijn lessen beter bij aansluiten.
Ook ben ik voor het vergroten van de vrije ruimte in het onder wijs. In theorie stimuleert het de
creativiteit en de onderzoeken de houding van docenten, maar
“Goed dat er zoveel aandacht is voor een nieuw curriculum”, zegt dansdocente Nele Vandeneede. “En dat het werkveld feedback kan geven. Scholen denken terecht na over vaardigheden van de toekomst. De technologie wordt steeds verder geïntegreerd in het onderwijs en een deel van onze ratio wordt overgenomen door artificiële intelligentie. Als tegenwicht wordt de emotionele ontwikkeling en de creativiteit van kinderen steeds belangrijker. Daarin kan kunst voorzien, en zeker dans. Als het gaat over het belang van kunstvakken, staat dans nu vaak onderaan de ladder. Maar juist dans heeft zóveel kanten. Dans gaat over beweging en beleving, over fysiek contact maken met elkaar. Het prikkelt de verbeel ding en muzikaliteit. Ik verbind dans graag met andere kunstvormen en die lijn zie ik terug in het domein Kunst & Cultuur van Curriculum.nu.
Kruisbestuiving is écht van deze tijd. Ik vind het erg interessant wanneer een voorstelling de vraag oproept: Heb ik nu net naar dans of naar een modeshow gekeken? Wanneer je blijft vasthouden aan alle leerdoelen en daarbovenop ook nog de vakkennis binnen de kunstvakken stapelt, dan wordt een nieuw curriculum een grotere belasting. Kinderen en leerkrachten moeten al zoveel. Dus ik vind: geef vooral de creati viteit de ruimte, en versterk juist de vrijheid die de kunstvakken kunnen bieden.”
Check voor de nieuwste ontwikkelingen en de reactie van LKCA daarop ‘Onderwijsontwikkeling’ op lkca.nl.
4 Museumeducatie
Interview Deirdre Carasso en Wolf Brinkman
‘Mensen hebben een feilloze bullshitdetector’ Het Stedelijk Museum Schiedam gooide de deuren naar de stad radicaal open en wierp zich daarbij zelfs op als verzorger van kamerplanten voor Schiedammers op vakantie. Het werkte. Directeur Deirdre Carasso en kunstenaar Wolf Brinkman over de veranderende functie van het museum, en natuurlijk over hun educatieprogramma. Door Francine van der Wiel
T
ijdens het interview wordt bij Deirdre Carasso (49), directeur van Stedelijk Museum Schiedam, op het raam geklopt. Een voor bijganger heeft wel zin in een bakkie, en op de ruit staat nou eenmaal dat men mag aankloppen voor een praatje. Carasso onderbreekt het skype-gesprek even om de man te woord te staan. Hij komt later wel terug, zegt hij, hij is wel vaker binnen geweest.
‘De sfeer van vertrouwen is evident’
De man kent dus ook de open, verwelko mende sfeer die daar consequent is gecreëerd sinds Carasso in 2016 aantrad als directeur. Voordien werd het museum weliswaar landelijk hoog gewaardeerd door kunstliefhebbers, maar was het draagvlak in de stad mager en ging het financieel bijna kopje-onder. Met het museumteam en kunstenaar en docent Wolf Brinkman (60) bracht Carasso, die hiervoor onder andere Hoofd Educatie en publieksbegeleiding bij het Museum Boijmans Van Beuningen was, daar verandering in. Radicaal. Carasso streed in de boksring met de Rotterdamse kunste naar Anne Wenzel die bij winst zelf een expositie zou mogen inrichten (Wenzel zegevierde), het museum organiseerde een iftar-maaltijd en een belly-painting festival als empowerment voor zwangere vrouwen, wierp zich op als
kamerplantenverzorger voor Schiedam mers op vakantie en bedacht nog meer ‘ondenkbare’ projecten waarmee ze de functie van het museum flink uitbreidde. Met Brinkman werd het onderwijspro gramma vernieuwd. Met succes. Vorig jaar kreeg het Stedelijk Museum Schiedam de BankGiro Loterij Museumprijs voor het meest publieksvriendelijke museum.
Wat is dat volgens jullie, de functie van een museum? DC: “Laat ik vooropstellen dat ik alleen
voor Schiedam antwoord geef, omdat ik denk dat je niet één type museum hebt. Je rol is altijd afhankelijk van de context en de omgeving. Wij willen hier een plek zijn die betekenis heeft voor veel meer mensen dan een traditioneel kunstpubliek. De constante in het beleid hier is dus: je gelijkwaardig aan je omgeving opstellen. En net als vele andere museumeducatoren zijn we erg geïnspireerd door The Art of Relevance, het boek van Nina Simon. De metafoor die zij gebruikt is treffend. Je kunt iemand de sleutel van een kamer geven en zeggen: daarbinnen is iets moois, kom! Of je kunt zeggen: in die kamer is iets wat jou bezighoudt. Dat is een heel andere benadering.” WB: “Kunst kan intimiderend zijn als je nog nooit in een museum bent geweest. Wij nodigen bezoekers uit vanuit hun
emotie te reageren: vind je het mooi of lelijk? Maar ook: vind je het goed of slecht, en waarom? Dan gaan mensen in gesprek, ontstaat eigenaarschap. Dat levert zo veel energie op.” DC: “Wij willen samenwerken met Schiedammers, hen de regie geven en hun verhalen en geschiedenis als inspiratie nemen. Denk aan de expositie Modest Fashion. Het museum wordt zo een ruimte voor ontmoeting en verbinding, waar je het gesprek aangaat. Kunst nodigt daar enorm toe uit.” Hoe richten jullie je educatie in, binnen deze context van participatie, inclusiviteit en gelijkwaardigheid? WB: “Wij hebben het educatieprogramma
herijkt en gefocust op de natuurlijke relatie die tussen kunst en leren bestaat. Onder leerkrachten ontbreekt vaak het besef dat kunst binnen het curriculum kan vallen. Ik zeg altijd: er is een cruciaal verschil tussen leren en denken. Op school leer je, maar pas door erover na te denken en te praten – wat wij in ons programma stimuleren – ontstaat eigenaarschap over het geleerde. We hebben ons educatieprogramma samen met leerkrachten gemaakt en getest, en de feedback van leerlingen is erin verwerkt. Docenten kunnen de museumles gratis ophalen en altijd
Cultuurkrant NL 5 Nieuws Nieuwe, omstreden museumdefinitie
BIJ HET MAATJESPROJECT IN HET STEDELIJK MUSEUM SCHIEDAM GAVEN LEERLINGEN IN TWEETALLEN BETEKENIS AAN KUNST.
kosteloos naar het museum komen, waar ze dan zelf die les geven. Ze geven feedback en zijn mede-ontwikkelaar; we hebben een mininetwerk van leerkrach ten opgebouwd. Ook zij voelen zich zo gezien. Ons ‘Maatjesproject’ is bijvoorbeeld door leerkrachten ontwikkeld. Leerlingen uit groep 8 fungeren dan als rondleiders voor de kleuters van groep 1 en 2. Dat was een enorme chaos, met soms wel 120 kids in huis. Maar wel prachtig.” DC: “Hierin zie je weer onze visie. Die gaat over verbinding, ook in onze educatie. Het werkt. De sfeer van vertrouwen is evident, als je die kinde ren als rondleiders loslaat in je museum. Het verschil is: ga je vertellen wat je gaat doen, of ga je in gesprek. Wij zijn primus inter paris. Wij weten veel van kunst, maar die kunst hoort thuis in cultuur, en dat is allesomvattend: spiritualiteit, rekenen, wetenschap, taalkundige zaken.” Jullie hebben die nieuwe museumdefinitie (zie kader) dus niet echt nodig, lijkt het. DC: “Wij kunnen er wel mee werken.
Maar je moet het niet voorschrijven. Ik pleit voor diversiteit onder musea. Wij hebben overigens nog steeds traditione le exposities hoor, maar wij geven
‘Er is een cruciaal verschil tussen leren en denken’
Wat is een museum? Daar heeft de ICOM, International Council of Museums (45.000 leden), zich tijdens een conferentie in Kyoto over gebogen en in 2019 werd een nieu we conceptdefinitie gepresenteerd. Was de vorige definitie, uit 2007, nog vrij open en algemeen (in hoofd lijnen: “staat open voor publiek, verwerft, conserveert, onderzoekt, communiceert en presenteert erfgoed ten behoeve van onderwijs, studie en plezier”), de voorgestel de nieuwe definitie is veel nauwer omschreven, waarbij alle actuele maatschappelijke debatten worden aangetikt. Dat zijn er nogal wat: musea zullen, samengevat, voortaan inclusieve en meerstemmige ruimtes zijn voor kritische dialoog over verle den en toekomst. Naast de tradi tionele museumfuncties moeten de conflicten en uitdagingen van het heden worden geadresseerd, met inachtneming van diversiteit, gelijke rechten en toegankelijk heid. Bovendien werken ze in actief partnerschap met en voor diverse gemeenschappen, met het doel bij te dragen aan sociale rechtvaardig heid, globale gelijkwaardigheid en het welzijn van de planeet. Een zeer ruime opdracht, zeker voor primair collectiegerichte of door vrijwilligers moeizaam bijeengehouden musea. Geen wonder dus dat er protestgeluiden kwamen. Ook was er wrevel over de dwingende, politiserende toon, met op de achtergrond angst voor subsidieverlies. Als gevolg van het tumult is nog geen ‘definitieve definitie’ geformuleerd. Hierover wordt ook in Nederland door het National Committee van de ICOM verder gediscussieerd. In juni wordt ter afsluiting van een in Parijs de nieuwe definitie vastgesteld.
tamelijk radicaal invulling aan onze publieksfunctie. Sommigen zeggen dat de definitie musea kan helpen in autoritair geregeerde landen, waar censuur heerst. Maar anderen denken dat het averechts werkt.” WB: “Die nieuwe definitie vereist dat je de knop hélemaal omzet. Niet alleen een leuke verpakking bedenken, ook de inhoud moet kloppen. ” DC: “Ja, want mensen hebben een feilloze bullshit-detector. Het eerste wat ik altijd zeg is: als je deze weg inslaat, kun je het maar beter menen. Dit is een intensieve werkwijze. Je moet all the way gaan.”
Geen extra geld voor fair practice Er komt voorlopig geen extra geld voor invoering van eerlijke belo ning in de culturele sector, zo heeft de Tweede Kamer besloten op 4 maart. Volgens Kunsten ’92 zijn de meerkosten van uitvoering van de Fair Practice Code 20,1 miljoen euro, uitgaand van het huidige aanbod van meerjarig Rijksge subsidieerde instellingen. De extra kosten werden onderzocht naar aanleiding van een motie van Tweede Kamerlid Lodewijk Asscher (PvdA) in november.
De extra kosten bestaan uit com pensatie voor te lage beloning en onbetaald structureel overwerk en zijn relatief het grootste bij de kleinere instellingen. Van de (middel)grote instellingen wordt verwacht dat zij de kosten binnen hun eigen bedrijfsvoering kunnen oplossen. Ook werd onderzocht wat de gevolgen zijn voor het cultu rele aanbod als de betrokken instellingen en festivals de Fair Practice Code moeten toepas sen bij gelijkblijvende financiële middelen. Wat gebeurt er als de politiek geen geld uittrekt voor de invoering van de Code? Dit zou volgens de onderzoekers leiden tot een zeer forse afname van het aantal uitvoeringen en presenta ties. Alleen (middel)grote musea, orkesten en grote festivals kunnen de meerkosten opvangen binnen hun huidige bedrijfsvoering.
Podia
Kunsten ‘92 pleit voor voldoende geld om in alle delen van de sector op een veilige manier de Code te kunnen implementeren. Anders dreigen juist de kleinere, veelal vernieuwende instellingen hieraan onderdoor te gaan. De Vereniging van Schouwburgen Concertgebouwdirecties (VSCD) is ontevreden met het rap port, stelt dat de Tweede Kamer hiermee onvolledig is geïnfor meerd en wil meer onderzoek. De kosten voor de invoering van Code gaan veel hoger uitvallen. “Het onderzoek houdt ten onrechte de consequenties buiten beeld van het veel omvangrijkere deel van de cultuur dat door gemeenten en provincies wordt gesubsidieerd, zo’n zestig procent, waaronder alle podia in ons land.” In reactie daarop pleit Kunsten 92 voor verbreding van het onder zoek naar de kosten. Als de meerkosten eenzijdig bij de sector neergelegd worden, is spra ke van een ‘gevaarlijk experiment’, aldus Kunsten 92. BRON: KUNSTEN92.NL, VSCD.NL
6 Achtergrond
Mbo-regeling uitgebreid
Kunsteducatie cruciaal voor mbo’ers Nieuwe kansen voor kunstinstellingen: Fonds 21 breidt haar regeling voor kunste ducatie voor mbo-studenten uit, heeft haar bestendigd en zet de regeling het hele jaar door open. Het Fonds daagt kunstinstellin gen daarmee uit om goede kunsteducatie voor mbo’ers te ontwikkelen. Op dit mo ment is er nog te weinig aanbod dat echt aansluit op deze grote groep leerlingen. Door Huub Braam
De regeling is bedoeld voor nieuw (te ontwikkelen) kunsteducatie-aanbod voor mbo-studenten en voor bestaande projec ten die opgeschaald worden. Aanvragen
Interview
Een vijf uur durend epos uit de Griekse mythologie, voor jongeren? Daar hebben zappende en swipende jongeren toch niets mee? Het Nationale Theater en HNTjong denken daar anders over. Educatiemaker Dimphna van Kempen: “We veronderstellen te snel dat jongeren het saai zullen vinden.” Door Francine van der Wiel
kunnen meerjarig zijn (programma’s) of semipermanente (museale) presentaties. Goede cultuureducatie is belangrijk voor mbo’ers. In Nederland hebben ongeveer 3,5 miljoen mensen (op een totaal van 8,5 miljoen werkenden) het middelbaar onderwijs als hoogst behaald onderwijsni veau. Zij werken bijvoorbeeld als kapper, beveiliger, lasser, stylist, onderwijsassis tent of pedagogisch medewerker. Maar, omdat we de banen van de toekomst nog niet kennen, is flexibiliteit en creati viteit een must om je aan te passen aan de snel veranderende arbeidsmarkt. Dit geldt zeker voor de banen in het midden en kleinbedrijf. Door automatisering,
EEN PROJECT VAN PRINS TE PAARD: TECHNIEKSTUDENTEN VAN ROC FRIESE POORT HAALDEN EEN MAISCOMBINER UIT ELKAAR EN MONTEERDEN DE ONDERDELEN TOT EEN COMBINOSAURUS. FOTO PRINS TE PAARD.
internationalisering en globalisering van de arbeidsmarkt zijn deze sterk aan ver andering onderhevig. Culturele en kunstzinnige vorming bieden bij uitstek een plek om flexibiliteit en crea tiviteit te oefenen. En daarmee toegerust te zijn voor de toekomstige arbeidsmarkt. Cultuureducatie leert je om na te denken
over je plaats in de wereld: ernaar te kijken, je ertoe te verhouden en om je verbeelding te gebruiken om iets nieuws te scheppen. Daarmee biedt het studenten een (ander) perspectief op de wereld om hen heen en stimuleert hen om te reflec teren op hun eigen rol daarin. Dat is ook belangrijk voor studenten die vanuit huis
Groots nadenken over T rojan Wars is behalve een ambi tieus ook een ongewoon groot schalig project, zeker voor een jongerenvoorstelling. Naast een aantal topacteurs van Het Nationale Theater (onder wie Theo d’Or winnares Romana Vrede), speelt een groot ensem ble jonge acteurs mee, bestaand uit net afgestudeerde mbo-acteurs. Zij vertolken honderd verschillende rollen. Per voorstel ling treden nog eens 25 scholieren, in elke stad andere, op in deze grootse oorlogs geschiedenis over Griekse goden en hun menselijke speelballen Ajax, Odysseus, Paris en ‘de schoonlokkige’ Helena. Maar Trojan Wars is, hoewel klassiek van thema, geen klassieke voorstelling met een gewoon educatieprogramma. In het stuk vloeien het artistieke proces en het educatieproject vanaf een vroeg stadium samen. Dat begint op scholen al met Deel 0, waarvoor in totaal tien theaterdocenten van HNT en 40 mbo-stagiaires van het NOVA College en ROC Mondriaan/ DAPA in de periode voorafgaand aan de voor stelling langs de deelnemende scholen trekken. Alles komt uiteindelijk samen in het theater tijdens de ‘experience’, waar als op een festival in de foyers al verschillende activiteiten, muziek, eten en drinken zijn, die organisch overgaan in de voorstelling op het podium: een totaalervaring.
‘Ze kijken toch ook naar Game of Thrones?’
Hoe is het idee voor deze vorm ontstaan?
“Regisseur Noël Fischer wilde al lan ger een epos voor jongeren maken. Bij verschillende theaters en ook op scholen hebben we gepeild hoe men daarover dacht. Heel positief, zo bleek. Het leek leerlingen wel vet. We denken te snel dat jongeren zoiets saai zullen vinden. Maar ze kijken toch ook naar Game of Thrones en Lord of the Rings? Daarna kwam de vraag hoe je 600 jongeren vijf uur lang meekrijgt. Op dat moment zijn wij als
educatiemakers ingestapt en is er ook een participatie-element ingebracht. De bedoeling is dat ze de hele boog meema ken: hoe het conflict op een feest ontstaat door botsende belangen, wat oorlog is en met je doet, de vertaling naar het heden.”
En die grote cast?
“Trojan Wars vereist op zichzelf al een grote cast. We wilden jonge acteurs veel verschillende rollen laten spelen, zodat het voor hen een acteerfeest zou worden. In het script is ook sprake van voorbijtrek kende legers, massascènes, slachtoffers in een hospitaal, het Griekse koor. Daaruit is het idee ontstaan om leerlingen de kans te geven op het podium te staan, wat we nor maal nooit doen. Mbo artiest-studenten komen niet heel snel bij een gezelschap als het onze aan de slag. Door nu een grote groep mee te laten werken brengen we hier verandering in.” Bij HNTeducatie werken jullie vanuit de ‘MAAK-gedachte’. Wat is dat?
“Die draait om het vormen van jezelf, je eigen waarden onder de loep nemen en het ontwikkelen van je eigen gedachten en ideeën. Trojan Wars gaat over oorlog, die veruit de meeste jongeren hier in Nederland alleen van televisie of uit de geschiedenisles kennen. In het kader van
Cultuurkrant NL 7
minder ondersteuning hebben gekregen bij het vergroten van hun zelfvertrouwen en wendbaarheid.
Minder uren
Het gaat om een grote groep leerlingen. Jaarlijks worden bijna 500.000 studen ten in de leeftijd van 16 tot ongeveer 20 jaar klaargestoomd voor een beroep op mbo-niveau. Cultuureducatie voor deze doelgroep is een ondergeschoven kindje. Alle scholen in het voortgezet onderwijs doen aan algemene vorming. Onderdeel
hiervan is culturele en kunstzinnige vor ming (CKV), maar de kaders zijn verschil lend per onderwijsniveau. Scholen krijgen het advies om hieraan, over de hele schoolperiode, 120 uur voor havo en 160 uur voor vwo te besteden, terwijl dit op 40 uur ligt voor het vmbo. In de praktijk houden scholen zich hieraan, wat bete kent dat gemiddeld genomen een leerling die het vwo volgt, vier keer meer tijd besteedt aan ckv, dan iemand die op het vmbo zit. Dat het vwo langer duurt, is geen excuus voor dit grote verschil; ook het mbo heeft een algemeen vormende opdracht, waar CKV een plek zou kunnen krijgen. Maar binnen het vak loopbaan en burgerschap is cultuureducatie geen structureel onderdeel. Dit betekent dat de eerste en tweede jaars in het mbo significant minder uren besteden aan culturele en kunstzinnige vorming dan hun leeftijdgenoten op havo of vwo. Ook in de beoefening van kunst en cultuur in de vrije tijd, zien we dit terug. Uit de Landelijke Monitor Amateurkunst (LKCA, 2017), blijkt dat van degenen die op het mbo zitten (op niveau 2, 3 en 4) maar 30 procent actief participeert in creatieve en kunstzinnige activiteiten. Dit is het laagste percentage binnen alle opleidings niveaus en ligt meer dan twee keer zo laag dan bij leeftijdgenoten in de havo/vwo bovenbouw. De mbo-student doet dus minder aan kunst en cultuur in de vrije tijd én krijgt dit ook minder of zelfs helemaal niet aangeboden via school. In dat laatste gaat de regeling van Fonds 21 hopelijk verande ring brengen.
Extra dimensie ROC Mondriaan, een over koepelende organisatie van 25 scholen, voegde kunst en cultuur als een ‘extra dimen sie’ toe aan de al vier bestaan de dimensies van burgerschap. Hiermee is ROC Mondriaan één van de weinige instel lingen die kunst en cultuur structureel voor alle leerlingen verplicht stelt. De mate waarin dat daadwerkelijk gebeurt, verschilt per school.
Meer over de stimulerings regeling Kunsteducatie voor mbo’ers lees je op fonds21.nl. Cultuureducatie op het mbo is een belangrijk speerpunt van LKCA. Check ‘Werkveld MBO’ op lkca.nl. Met onder meer de rapportage met 30 kritische succesfactoren voor culturele instellingen die projecten willen ontwikkelen voor mbo’ers.
Nieuws
De impact van Méér Muziek in de klas Wat is de effect van de activiteiten van Méér muziek in de klas op leer krachten, ouders, pabostudenten en andere stakeholders? Uit onderzoek van de Boekmanstichting blijkt dat er veel is bereikt: 550.000 kinderen krijgen inmiddels muziekles, een derde van alle leerlingen. Alle Pabo’s geven nu muziekonderwijs aan aankomende leerkrachten. Maar lan delijke dekking en verankering van muziekonderwijs is er nog niet. En: met alle aandacht voor basisonder wijs, wordt het voortgezet onderwijs te veel vergeten. De onderzoekers doen tien aanbe velingen. Zoals: bied meer concrete handvatten voor lesideeën voor leerkrachten en stagiaires. En: Houd oog voor andere disciplines binnen cultuureducatie. Ook adviseren zij de subsidieafhankelijkheid van de inspanningen te verkleinen, bijvoor beeld door meer samen te werken met het bedrijfsleven. OP BOEKMAN.NL STAAN ALLE UITKOMSTEN EN AANBEVELINGEN VAN DIT ONDERZOEK.
oorlog en vrijheid de herdenking van 75 jaar vrijheid, pikken wij daar elementen uit als de vraag wat vrijheid voor jou betekent, de invloed van oorlog op vriendschap en familiere laties, hoe jíj de vijand zou behandelen. Daarover laten we ze nadenken in alle onderdelen: Deel 0, de lesbrieven en de reflectietool die wordt ontwikkeld in samenwerking met nieuwkomers uit conflictgebieden.” Heeft een dergelijk groot project in educatieve zin meerwaarde?
“Ik denk dat het bijzonder is dat we de leerlingen in een lange boog meenemen, en dat het thema door dit samenhangen de pakket beter bij hen landt. Daarnaast vind ik het fantastisch dat er weer eens een jongerenvoorstelling wordt gemaakt voor de grote zaal. In mijn optiek gebeurt dat te weinig. Ook de samenwerking met de twee mbo-opleidingen is waardevol. HNT is een van de weinige grote gezel schappen die mbo-studenten de mogelijk heid van een goede stage bieden.” TROJAN WARS, TOURNEE T/M 24/4. HNT.NL
YAMILL JONES IN TROJAN WARS. FOTO MARIJKE DE GRUIJTER / HNT JONG
Dimphna van Kempen:
‘Het leek leerlingen wel vet’
8 Subsidiemogelijkheden
Fondsdirecteuren over hun beleid
Te verdelen: bijna 100 miljoen Financiering nodig voor een interessant project? Vier grote cultuurfondsen hebben dit jaar samen een bedrag van bijna 100 miljoen euro te verdelen. Wij vroegen de directeuren: Wat doet jouw fonds om te stimuleren dat zoveel mogelijk mensen een aanvraag doen, en niet alleen degenen die daar gepokt en gemazeld in zijn? Laat je inspireren door hun verhalen. Door Peter Zunneberg, tekening Bas van der Schot
Wij willen echt transparant zijn
We zoeken steeds nieuwe makers
FOTO FRED ERNST
Marie Hélène Cornips, directeur Fonds 21, in 2020 10,4 miljoen euro te besteden.
‘F
onds 21 is zeven jaar geleden ontstaan. In feite zijn wij een voortzetting van SNS Reaal Fonds. We richten ons op twee aandachtsvelden: kunst en cultuur en maatschappelijke projecten voor jongeren. Soms gaat dat
heel nadrukkelijk samen. Zo stimuleren wij kunstinstellingen om vormen van kunsteducatie te ontwikkelen ‘We voorkomen voor mbo-stu een uitgebreide denten. Op papierwinkel’ het mbo zit een zeer grote groep jongeren voor wie kennismaking met kunst en cultuur in al zijn vormen niet vanzelfsprekend is. Ook richten we ons eerder op projecten voor het vmbo, dan voor het vwo.
De 21 in onze naam is een directe verwij zing naar de 21e eeuw. Wij willen actuele projecten ondersteunen, projecten die nu betekenis hebben. Die visie is terug te zien in onze werkwijze. We toetsen op inhou delijke kwaliteit én vinden het belangrijk dat projecten een groot, passend of juist een ander, nieuw publiek bereiken.
Wij willen echt transparant zijn. Alle projecten die wij ondersteunen vind je terug op onze website. We laten helder zien waar we voor staan, zodat je als aan vrager weet waarvoor je bij ons terecht kunt. Die transparantie is ook iets wat onze aanvragers in ons waarderen. Wat ze ook als een belangrijk pluspunt ervaren is dat ons hele proces gedigitaliseerd is, van eerste aanvraag tot laatste afhandeling. Daarmee voorkomen we een uitgebreide papierwinkel die aanvragers nog wel eens als belemmerend ervaren. Het vergroten van ons bereik is geen doel op zich, wel zijn we doorlopend bezig met het bereiken van organisaties die in aanmerking zouden kunnen komen voor financiële ondersteuning van hun project. Daarom besteden we veel aandacht aan het communiceren van ons beleid, zodat ze snel kunnen zien of hun initiatief bij ons past. Met het zo gebruiksvriendelijk mogelijk maken van ons aanvraagproces verlagen we de drempels voor organi saties om vervolgens een aanvraag in te kunnen dienen.” Een overzicht van alle fondsen op het gebied van cultuureducatie en -participatie vind je op lkca.nl.
FOTO SANJA MARUSIC
Adriana Esmeijer, directeur Prins Bernhard Cultuurfonds. In 2020 35 miljoen euro voor cultuur te besteden.
‘W
ij zijn een particulier fonds dat al tachtig jaar bestaat. Naast cultuurprojecten ondersteunen we ook projecten die te maken hebben met natuur. De cultuur profiteert op alle niveaus van onze ondersteuning, van plaatselijke toneel vereni gingen tot ‘Er zijn kantoren grote lande in elke provincie’ lijke tentoon stellingen. Naast ons hoofdkantoor in Amsterdam, hebben wij een kantoor in elke provin cie. Daardoor kun je ons gemakkelijker benaderen. Door al het werk dat we al decennia doen voor cultuur en natuur in Nederland, weten culturele instellingen ons goed te vinden en kunnen we elk jaar weer 3.500 projecten ondersteunen. Maar we zoeken ook steeds nieuwe makers, die ons misschien nog niet kennen, dat doen we zeer actief met nieuws en campagnes op social media, maar ook via ons brede netwerk van allemaal vakmensen die signaleren waar er nog meer projecten zijn die steun verdienen.
Behalve met de culturele instellingen die geld van ons krijgen is het voor ons ook belangrijk om goed contact te houden met onze donateurs. Het Prins Bernhard Cultuurfonds is niet zomaar één grote pot met geld die verdeeld kan worden. We hebben veel grote schenkers met een eigen fonds op naam, die meedenken over waar hun bijdrage naar toe gaat. Zo’n fonds kan zich bijvoorbeeld uitsluitend richten op het onderhoud van orgels en het uitvoeren van orgelmuziek. Maar het kan ook gaan om poëzie, jeugdtheater of literatuur.
Als je als vereniging of stichting een goed idee hebt voor een project dat bij ons werkterrein past, kun je online een aanvraag doen. Een paar keer per jaar besluiten we dan wie het geld krijgt. Waar nodig helpen we om een aanvraag kansrijk te maken. We kiezen altijd voor kwaliteit. Daarom wordt een aanvraag altijd beoordeeld door mensen die in dezelfde sector actief zijn. En een afwij zing door het Cultuurfonds betekent niet dat de deur automatisch dicht zit. Wij kennen ook de andere fondsen en werken met hen samen. Als wij vinden dat je beter af bent bij een ander fonds, brengen wij je graag met ze in contact.”
Cultuurkrant NL 9
Wij willen een gelijk speelveld creëren Hedwig Verhoeven, directeur-bestuurder Fonds voor Cultuurparticipatie, in 2020 25 miljoen euro te besteden.
‘E
igenlijk zijn wij een beetje een vreemde eend in de bijt binnen de zes Rijkscultuurfondsen. Waar de andere overheidsfondsen, zoals het Fonds Podiumkunsten, het Letterenfonds of het Filmfonds, een heel specifieke doelgroep, namelijk de kunstenaars die in die ver schillende sectoren ‘Extra paar ogen actief zijn, en oren in het veld’ hebben wij een heel brede doelgroep: iedereen die actief in de vrije tijd aan kunst en cultuur doet. Dat gaat volgens het Sociaal Cultureel Planbu reau om 11 miljoen mensen in Nederland en daarvan zijn er 7,3 miljoen frequent beoefenaar. Daarnaast richten we ons op kinderen die op school met kunst en cultuur bezig zijn. We willen voor iedereen die met kunst en cultuur bezig is zo veel mogelijk een gelijk speelveld creëren. Dus niet alleen voor degenen die gepokt en gemazeld zijn in het aanvragen van financiële ondersteu ning. Sinds mijn aantreden voer ik samen
met mijn collega’s gesprekken met de verschillende doelgroepen om te horen waar zij knelpunten ervaren. Vervolgens kijken we of we de verschillende type subsidieregelingen daarop kunnen aan passen en zo ja, hoe. Zo is het in de urban arts niet gebruikelijk om een stichting of een vereniging te zijn. Daarom hebben we onze eis om een juridische entiteit te zijn losgelaten. Verder zijn we, samen met het VSB-fonds, gaan werken met matchma kers, mensen die onze extra paar ogen en oren zijn in het veld en die onze subsi diemogelijkheden in het land promoten. Andersom attenderen zij ons op mogelijke toekomstige aanvragers. Omdat wij een Rijkscultuurfonds zijn, kan een door de Tweede Kamer aangenomen motie een beleidsmatige verandering inluiden. Zo hebben we sinds 2017 erfgoed als aandachtspunt erbij gekregen. Ik vind dat een mooi kenmerk van dit fonds: we blijven actueel en in beweging. In de hui dige beleidsperiode hebben we veel extra taken ‘aangenomen’. Die groei wordt nu beloond in een hoger structureel budget. In de periode 2021-2024 zal ons jaarbudget circa 38 miljoen euro omvatten.”
Matchmakers gaan nu actief op zoek Bernt Schneiders, directeur VSB-fonds, in 2020 ca. 27 miljoen euro te besteden
‘W
ij ondersteunen culturele
projecten die nadrukkelijk ook een maatschappelijke bete kenis moeten hebben. Het gaat ons naast
artistieke kwaliteit dus ook om zaken als sociale cohesie en mobiliteit. Sinds een klein jaar hebben we een nieuwe koers, waarbij we niet meer afwachten wat er aan aanvra gen binnen ‘Ik zie een enorme komt. Via verbetering’ zogenaamde matchma kers gaan we ook zelf, actief, op zoek naar wat er in de samenleving speelt en waar behoefte aan is. Behalve ondersteuning op aanvraag kennen we nu ook de ondersteuning op uitnodiging. Zo hopen we verder in de haarvaten van die samenleving te geraken. Neem bijvoorbeeld Tivoli in Utrecht; daar willen we dat met onze ondersteuning het hele culturele veld in al zijn facetten wordt bediend en niet meer alleen een hoger opgeleid concertpubliek. Het betekent ook dat we meer doen voor groepen waarvoor dat voorheen
misschien wat minder vanzelfsprekend was. Je moet dan denken aan jongeren die misschien niet zo snel met cultuur in aanraking komen of juist ouderen, om te voorkomen dat die te veel in een isole ment dreigen te raken. Het werken met die matchmakers is nog een experiment, maar we hopen daar grassroots-achtige initiatieven makkelijker te kunnen bedie nen. Daarvoor zijn we ook begonnen met verkorte procedures, zodat we projecten sneller kunnen ondersteunen dan na een periodieke beoordeling, zoals we eerder uitsluitend deden.
Ook bieden we je de mogelijkheid om projecten waarvoor je ondersteuning zoekt mondeling toe te lichten. Dat is enorm drempelverlagend, vooral als je als aanvrager geen zin hebt in een enorme papierwinkel of als je minder vaardig bent in het indienen van een schriftelijk verzoek. We moeten de ingezette koerswijziging nog evalueren, maar in grote lijnen zie ik nu al een enorme verbetering. Toen we onze missie en visie tegen het licht hiel den, vonden we die niet meer van deze tijd. Ik denk dat we nu veel beter bereiken waar we als VSB-fonds voor willen staan.”
10 Opinie Pleidooi
Geld
Het is nog niet te laat:
Baseer cultuur beleid op goed onderzoek HET STADHUIS VAN LEIDEN. FOTO FLICKR.COM / LHONGCHOU’S PHOTOGRAPHY
Tanken voor een breder cultuurbereik Op steeds meer plekken zien beleidsmakers de noodzaak om het culturele aanbod toegankelijk te maken voor een grotere doelgroep. Dat is mooi, want dat draagt bij aan de maatschappelijke waardering. Maar er schuilt ook een gevaar in deze erkenning. Door Bas Verberk
S
tel, je hebt een auto die op dertig liter benzine 500 kilometer kan afleggen. Dan is het niet realis tisch te verwachten dat je op dezelfde hoeveelheid benzine ineens een afstand van 600 kilometer haalt. Althans: niet zonder iets te veranderen. Ik zie twee opties: meer benzine tanken of iets aan je auto of rijstijl wijzigen. Net zo goed is het onrealistisch om zonder meer van de cultuursector te verwachten dat zij een groter bereik kan creëren. Er moet iets veranderen. Je moet vaker tanken, oftewel meer geld investeren. En: de culturele instelling moet haar rijstijl veranderen.
Mooie ambities
Onlangs presenteerde de gemeente Lei den haar nieuwe cultuurnota ‘De Kracht van Cultuur’. De stad wil deze ‘kracht’ nog beter benutten: “We vragen de cultuursector haar cultuuraanbod (nog) inclusiever te maken: met oog voor diversiteit; toegankelijk voor iedereen; spreiding in de stad, óók dicht bij de woonomgeving.” Een mooie ambitie! De Leidse ‘culturele auto’ moet een groter bereik krijgen, maar is er wel nagedacht over de veranderingen die daarvoor nodig zijn? Wanneer je na de toelichting op alle ambities bij de finan ciële paragraaf belandt dan blijkt dat er voor de extra opdrachten nauwelijks extra middelen beschikbaar worden gesteld: “De prioriteiten in deze nota zullen grotendeels worden uitgewerkt
binnen de huidige gemeentelijke cultuurbudgetten.” Ook de vijfenzestig amateurkunstver enigingen die samen een totaalbedrag van circa anderhalve ton verdelen krij gen en passant de opdracht mee om “aandacht te schenken aan inclusi viteit, diversiteit, toegankelijkheid en kunst en cultuur in wijken.” Er komt weliswaar 70.000 euro extra voor initiatieven waarmee een meer divers publiek kan worden bereikt, maar de vraag is of die paar extra liters benzine voldoende zijn.
Andere rijstijl
De Leidse culturele sector denkt al na over een andere aanpak om te zorgen voor een groter bereik. BplusC, centrum voor kunst en cultuur, geeft alvast een goed voorbeeld. Culturele instellingen zijn vaak veel geld kwijt aan huisves ting. BplusC neemt daarom afscheid van eigen gebouwen. Hun aanbod hoeft niet altijd in eigen panden te worden georganiseerd, maar zou ook gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld het Theater Ins Blau. Carpoolen dus! De nieuwe cultuurplanperiode is in aantocht. Dit jaar zullen in veel gemeen ten nieuwe cultuurnota’s verschijnen. Hopelijk sporen beleidsmakers daar in aan tot het bereiken van meer en andere doelgroepen. En vergeten zij én de culturele sector niet dat dat pas echt gaat lukken met wat extra benzine en een andere rijstijl.
Doe onafhankelijk en gedegen onderzoek naar de effectiviteit van het huidige cultuurbeleid, bepleit Edwin van Meerkerk. Daar is nu te weinig over bekend. Terwijl er dit jaar voor miljoenen aan subsidie zal worden toegekend aan BIS-instellingen en de overheid fors investeert in cultuuronderwijs. Door Edwin van Meerkerk
N
og even en de geldsluizen van Den Haag gaan weer open. De aanvragen voor de BIS-instellingen werden in januari bezorgd, waarna de minister de miljoenen uit zal strooien over het armlastige culturele veld. In veel, zo niet alle plannen zullen publiek en educatie een centrale rol hebben. En voordat het goudstof is neergedwarreld komt de CMK-karavaan er alweer aan, met opnieuw voor vier jaar vele miljoenen euro’s voor cultuuronderwijs. Het is gemakkelijk om in een periode waarin gul wordt uitgedeeld niet na te denken over de vraag waarvoor dat geld eigenlijk bedoeld is, maar toch zou dat verstandig zijn. Het ministerie lijkt heel concrete doelen te hebben met de subsidies die het verstrekt. Wie gedetailleerder kijkt vraagt zich echter al snel af wat precies de criteria zijn op grond waarvan de subsidies worden toegekend. Binnen het criterium educatie en participatie kijkt de Raad voor Cultuur naar de manier waarop instellingen werken, zonder dat hij expliciet maakt wat een goede manier van werken zou zijn. Cultuurbe leid gaat volgens eerder onderzoek van mij en Teunis IJdens uit 2018 al langer mank aan te vaag omschreven doelen. We weten niet wat we willen bereiken, en dus ook niet wat het effect is van de inspanningen van de betrokken kunstdocenten, leerkrachten, icc’ers en combinatiefunctionarissen. Er is een eenvoudige oplossing voor dit probleem. Gedegen, onafhankelijk onderzoek moet in de hele beleidscyclus een rol spelen, vanaf de formulering van de doelen tot aan de evaluatie van een subsidieprogramma. Neem bijvoorbeeld het proefballonne tje dat Lodewijk Asscher opliet: gratis
Betrek onderzoekers van meet af aan
toegang tot musea. Het doel is om meer, en vooral ander publiek te trekken. Uit onderzoek is allang duidelijk dat beide doelen niet zullen worden gehaald: gra tis openstelling leidt tot herhaalbezoek, maar niet tot andere publieksgroepen . Zelfs de omzet in de museumwinkel stijgt er niet van. Voordat een politiek idee beleid wordt, is het in zo’n geval goed wanneer er een onderzoeker meekijkt.
Extraatje
De afgelopen acht jaar zijn tientallen miljoenen uitgegeven aan het program ma Cultuureducatie met Kwaliteit. Ik heb van dichtbij gezien dat er dankzij dat geld prachtige dingen zijn gebeurd in het basisonderwijs en dat er een stevige basis is gelegd voor structurele samen werking tussen scholen en instellingen. Maar soms zag ik ook dat het minder soepel verliep, dat de middelen een leuk, tijdelijk extraatje waren voor een school, maar niet tot blijvende verandering
Cultuurkrant NL 11
75 jaar vrijheid?
4 Mei 2017, Tolhuistuin, Amsterdam. We staan voor een groepje jonge spelers dat oranje scheepstouw als stropdassen rond hun nek heeft geknoopt. Ze doen een re-enactment van de ‘Conferentie van Evian’: de conferentie van 1938 waar wereld leiders met elkaar spraken over hoe zich te verhouden tot de vele Joodse vluchtelingen uit Duitsland. De nagespeelde Franse gezant vindt ‘dat Frankrijk de handen al vol heeft aan de eigen economische problemen’, terwijl de Amerikaans president vindt dat ‘opvang in de regio toch ook voor de vluchtelingen zelf het beste is’. GRATIS TOEGANG TOT MUSEA ZAL NIET LEIDEN TOT MEER EN ANDER PUBLIEK, WETEN ONDERZOEKERS. FOTO ARIE STORM FOTOGRAFIE / NATIONALE BEELDBANK
andere woorden: bij goed onderzoek. Goed onderzoek is gebaat bij een onafhankelijke positie ten opzichte van datgene wat onderzocht wordt: de onderzoeker trekt de conclusies, niet de opdrachtgever. Goed onderzoek is dus geen bijkomende zaak. Onderzoekers moeten van meet af aan betrokken zijn, zodat waar nodig een nulmeting kan worden gedaan. En als het onderzoek decentraal plaats vindt, bij gemeenten en provincies, dan moet er één onderzoeksontwerp zijn, zodat de gegevens met elkaar vergele ken kunnen worden. Om dit voor elkaar te krijgen, hebben beleidsonderzoek, praktijkonderzoek en fundamenteel onderzoek elkaar hard nodig. De subsidies voor de volgende kunsten planperiode zijn nog niet toegekend, het is nog niet te laat om hiermee te beginnen. In een land waar Cultuur en Wetenschap samen in één ministerie zijn samengebracht zou dat toch niet zo moeilijk moeten zijn. EEN UITGEBREIDERE VERSIE VAN DIT STUK,
INCLUSIEF HET NOTENAPPARAAT, VIND JE OP CULTUREELKAPITAAL.NL.
Schijntegenstelling
Waarom is dit niet allang de praktijk? Een belangrijke verklaring is de schijnte genstelling tussen verschillende soorten onderzoek. Beleids- en evaluatieonder zoek zou iets heel anders zijn dan het praktijkonderzoek van hogescholen of het fundamentele onderzoek in universi taire context. Het toetsen van de doelmatigheid van uit gaven (er zijn zoveel convenanten gesloten en zoveel gastlessen verzorgd) is daardoor vaak de enige vorm van verantwoording en evaluatie. Dat is veel te beperkt. Goed beleid is gebaat bij een gedegen analyse van het probleem, heldere doelstellingen en een controleerbare vorm van evaluatie, met
Kaatsen tegen de muur van de geschiedenis
2017 is het jaar waarin grote groepen vluchtelingen uit Syrië via Europese wegen op weg waren naar een veiligere toekomst. Juist daarom zegt het beeld van de voorbijlopende toeschouwers niet alleen iets over toen, maar ook over nu. Bovendien zijn de woor den van de Europese leiders uit 1938 vrijwel identiek aan die van de politici in 2017. Maar nergens zeggen de spelers letterlijk: Zie je, het is net als nu. Nee, ze vertellen een verhaal van bijna 75 jaar geleden, terwijl onze gedachten zelf razendsnel en onontkoombaar de koppe ling naar onze eigen tijd maken. Het is een van de meest sprekende voorbeelden van wat we bij Theater Na de Dam ‘kaatsen tegen de muur van de geschiedenis’ zijn gaan noemen. Het gaat over toen, maar het kaatst naar het nu. Juist daarin zit voor mij het grote belang van het vertellen van de verhalen van de laatste oorlog op ons grondgebied: in onze dorpen en steden, op onze straathoeken. Juist daarom moeten we ook in de ingewik kelde tijd waarin we nu leven samen stilstaan bij die oorlog. Of je hier nou gisteren gekomen bent of je familie hier al eeuwen is geworteld. Dit jaar staat Nederland met een groot uitroepteken stil bij 75 jaar vrijheid. Maar zou het niet beter zijn daar een vraagteken bij te zet ten? Want als je die vrijheid kaatst van toen naar nu, zijn we dan wel écht bevrijd van díe oorlog; werkt die oorlog niet nog steeds door in families, in onze politiek en maatschappij? En is het niet ongemakke lijk expliciet stil te staan bij ónze vrijheid in een wereld die overduide lijk voor zoveel mensen níet vrij is?
FOTO MERLIJN DOOMERNIK
leidden. Dat het geld vooral de redding was van een muziekschool of centrum voor de kunsten en dat scholen kozen voor de ‘makkelijke’ weg van CMK om cultuur de school in te krijgen, maar andere instel lingen links lieten liggen. Komen deze conclusies in de officiële evaluatie van het programma? Het lijkt mij sterk. Zal het nieuwe, derde, CMK-programma proberen de negatieve effecten teniet te doen? Ik vrees van niet. De oorzaak? Er is onvol doende onderzoek gedaan. Hoe moet het dan wel? Toets beleid vooraf aan de bestaande kennis en inzichten en doe een nulmeting. Formuleer beleidsdoe len zo dat de effecten daar worden geme ten waar ze plaats vinden – op het niveau van de uitvoering, niet op het niveau van de beleidsmakers. En ontwerp het onderzoek vervolgens zo dat de resultaten vergelijking mogelijk maken en onderlig gende structuren blootleggen. Want de beleidsmaker heeft vooronder stellingen. Hij gaat uit van een relatie tussen doel en middel (cultuureducatie verbeteren door subsidie voor samenwerking) en tussen oorzaak en gevolg (blijvend betere kwaliteit van cultuuronderwijs door inzet van tijdelijke kunstdocenten) en van waarden (cultuur is belangrijk in de vorming van kinderen). Belangrijk is dat deze vooronderstellingen worden getoetst, enerzijds door de volksvertegen woordiging, anderzijds door onafhankelijk onderzoek.
Ondertussen loopt op de achtergrond de andere helft van het publiek voorbij. Hun handen vol tassen en dekens, een enkeling trekt een bolderkar mee. Hen is gevraagd de spullen simpelweg even mee te nemen naar de volgende scène. Maar voor ons zien ze eruit als een stroom mensen op de vlucht.
Edwin van Meerkerk is universitair hoofddocent en onderwijsdirecteur aan de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar en geeft onderwijs over onder meer kunsteducatie en cultuurbeleid.
Hanna Timmers is theatermaker en theaterdocent.
HANNA TIMMERS IS AL JAREN BETROKKEN BIJ THEATER NA DE DAM, DE THEATERMANIFESTATIE OP 4 MEI, WAARBIJ NA DE HERDENKING DOOR HET HELE LAND VOORSTELLINGEN SPELEN DIE BETREKKING HEBBEN OP DE TWEEDE WERELDOORLOG. HANNA IS MET NAME VERANTWOORDELIJK VOOR DE MEER DAN VEERTIG JONGERENPROJECTEN, WAARIN JONGEREN MET OUDEREN OVER DE OORLOG SPREKEN EN OP BASIS VAN DIE ONTMOETINGEN, ONDER LEIDING VAN THEATERMAKERS, VOORSTELLINGEN IN DE OPENBARE RUIMTE MAKEN. FOTO JEAN VAN LINGEN
12 Innovatie
DE PROEFTUIN IN DRENTHE: KUNSTENAAR JANTINE WIJNJA TREKT LANGS KLEINE DORPEN. FOTO HENRY ALLES
‘Een samenleving heeft Cultureel Vermogen nodig’ Hoe stimuleren we dat mensen zich cultureel blijven ontwikkelen? Jan van den Eijnden en Geert Drion initieerden het project Cultureel Vermogen. Door Anne van den Dool
E
en samenleving waarin we cultu reel kunnen communiceren met elkaar – dat is de kern van Cultu reel Vermogen, vertelt Jan van den Eijnden, werkveldspecialist bij het LKCA. “Elkaar cultureel begrijpen is een basis voorwaarde om goed te kunnen samen leven. Onze samenleving wordt steeds sneller en sociale grenzen worden harder. Zorgdragen dat dit vermogen voor alle mensen beschikbaar is – dat is de droom van dit project.” Jan van den Eijnden is, samen met Geert Drion, coördinator van het landelijke
project Cultureel Vermogen. In vier proef tuinen wordt een nieuwe samenhangende kijk op cultuureducatie en –participatie ontwikkeld. “Cultuureducatie gaat niet over het opheffen van een tekort, dat je vervolgens met een bepaald aanbod moet aanvullen. Beter kunnen we cultuur zien als iets wat ontstaat, groeit en bloeit. Bin nen dat denken krijgen niet alleen formele en non-formele leervormen een plek, zoals in het onderwijs of muziekles bij een muziekschool. Ook informele vormen krijgen de ruimte. Mensen maken en bele ven cultuur hun hele leven lang op allerlei manieren en plekken: het is van belang om die met elkaar te verbinden.” Daar sluit ook Geert Drion, cultureel beleids- en organisatieadviseur en medecoördinator van het project, zich bij aan: “Het gaat erom culturele ontmoe tingen te arrangeren, zodat mensen zich breed en diep cultureel kunnen verrijken.” Drion ontwikkelde, samen met anderen, een raamwerk waarmee culturele ont moetingen kunnen worden georganiseerd en inzichtelijk gemaakt. “We zien dat vier ‘ingrediënten’ (cultureel zelfbewust wor den; omgaan met culturele verschillen; jezelf cultureel kunnen uiten en samen nieuwe cultuur maken) van belang zijn voor mensen om actief deel uit te kunnen
maken van hun culturele omgeving. In de proeftuinen gaan we hiermee aan het werk. We maken nieuwe verbindingen en ontwikkelen nieuwe vormen van werken en samenwerken”.
Bevrijdend
En dat zou weleens voor flinke veran deringen in onze huidige inrichting van cultuureducatie en -participatie kunnen betekenen, beseffen ze. Van den Eijnden: “Ons systeem is nu sterk ingericht op basis van scheidslijnen: tussen PO en VO, tussen school en vrije tijd, tussen educatie en participatie, tussen kunst en cultuur, tussen formeel en informeel leren en op bestaande disciplines. Daarbinnen bewegen zich ook veel huidige rege lingen. Maar in de culturele levens van echte mensen zijn die scheidslijnen niet relevant. Wij willen de samenhang tussen verschillende manieren van leren en participeren juist versterken. Een nieuwe aanpak dus, en daarmee verandert niet alleen de dialoog over beleidsdoelen en -middelen, maar ook de manier waarop scholen, welzijnsorganisaties, cultuurin stellingen, overheden en practitioners samenwerken.” Gesteund door het Fonds voor Cultuur participatie en LKCA gaat nu een aantal
grote organisaties (zie kader) een samen werking voor anderhalf jaar aan. Verspreid over het land starten zij vier Proeftuinen, waar zij de nieuwe benadering uitpro beren en via onderzoek laten volgen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij ‘Boost your Talent’ in Maastricht als onderdeel van de ‘Proeftuin Zuid’. Jongeren zijn gepassio neerd met cultuur en kunst bezig, hebben uiteenlopende culturele achtergronden en ontwikkelen nieuwe uitingsvormen. Vaak zijn ze hiermee op verrassende manieren gestart: anders dan via de gebruikelijke weg van onderwijs of buitenschools aan bod. Wat is ervoor nodig als zij hun talen ten verder willen ontwikkelen? Wat doet het leren schrijven van een eigen nummer, een eigen beat produceren en rapskills ontwikkelen met henzelf; hoe vormt het hen vooral ook in relatie tot anderen? En: wat kunnen de gemeente, de school, de culturele instelling, het buurthuis of de zorg leren over de manier waarop zij aansluiten bij jongeren? Drion: “De eerste tekenen zijn goed bij de proeftuinen. De manier van kijken werkt bevrijdend en inspirerend voor alle par tijen: voor kunstenaars, voor de eigenaar van het buurthuis, voor het naastgele gen verzorgingstehuis, voor de scholen. Opeens weet men elkaar te vinden.”
Cultuurkrant NL 13 Onderzoek
Om cultureel vermogen te stimuleren, vinden in vier regio’s proeftuinen plaats. Daaraan werken mee: • Noord: Stichting Kunst & Cultuur • Oost: Cultuur Oost • Zuid: Universiteit van Maas tricht, Kumulus Maastricht, Huis voor de Kunsten Limburg • West (Amsterdam):
Muziekschool Amsterdam, Moc ca Expertisenetwerk Cultuure ducatie (met medewerking van Openbare Bibliotheek Amster dam en Amsterdam Musea). Cultureel Vermogen wordt gefinancierd door het FCP en gefaciliteerd door LKCA. Meer info, literatuur en praktisch materiaal over het werken met het nieuwe raamwerk staat op lkca.nl/cultureelvermogen
‘We zetten in op sociale cohesie’
“H
et is een zoektocht,” geeft Marieke Vegt, directeur van Stichting Kunst & Cultuur, direct toe. Vorig jaar ontwikkelde zij de Drent se proeftuinen, die inmiddels volop in actie zijn. “We merken dat mensen nog niet gewend zijn aan de term ‘cultureel vermogen’. Als we het vervolgens uitleggen, horen we vaak: ‘Maar dat doen wij al!’ In steeds meer organisaties wordt cultuur maken gezien als een project, waarin je inwoners steeds weer op een nieuwe manier laat kennismaken met cul tuur, waardoor steeds een nieuwe prikkelende ervaring wordt toegevoegd.” Die kennismaking ziet er voor iedere doelgroep weer anders uit, vertelt ze. “Bij een van onze proeftuinen trekt kunstenaar Jantine Wijnja langs kleine dorpen in Drenthe, die sterke krimp ondervinden. Zij zet daar tijdelijk haar tiny house neer en gaat met bewoners in gesprek. De verslagen die zij van deze interviews maakt, vormen het kunstwerk. Hoe kan ik deze mensen verleiden me hun verhaal te vertellen, was haar uitgangspunt. De bewoners kwamen via-via tot haar; ze sprak een oudere vrouw aan bij de lokale kruidenier, die vervolgens zei: je moet ook eens met die-en-die gaan praten. Zo heeft zij uiteindelijk ontzettend veel mensen gesproken. Nu komt de fase waarin ze deze mensen gaat samenbrengen in een buurthuis of kroeg en met hen kijkt welke activiteiten kunnen worden ont wikkeld. Zo haalt ze kennis op bij de doelgroep en kan ze samen met hen een interventie ontwikkelen die ervoor zorgt dat deze doelgroep cultureel vermogender wordt. Dit is ook belangrijke input voor onze beleidsplannen, die we kleuren met haar verhalen.” In die plannen staat cultureel vermogen en het achterliggende denken centraal. “We willen ernaartoe dat de subsidiënten van onze projecten het culturele proces gaan waarderen dat we op gang brengen en niet alleen naar het product kijken.” En dat werkt, merkt Vegt. “Natuurlijk zien de beleidsplannen van omliggen de organisaties er niet opeens anders uit – daar gaan jaren en jaren overheen. Wel zien we bijvoorbeeld dat scholen ontdekken hoe ze zelf hun cultuuredu catie kunnen vormgeven. Ook zetten we specifiek in op ouderen. We stimuleren culturele instellingen hun aanbod meer op ouderen af te stemmen en te com municeren over faciliteiten als een lift en invalidentoilet.”
Marieke Vegt: ’Steeds nieuwe ervaringen toevoegen’
Drenthe kampt met een aantal uitda gingen die dit project en de proeftui nen Cultureel vermogen niet bepaald vergemakkelijken, legt Vegt uit. “Deze provincie heeft last van laaggeletterd heid, krimp en vergrijzing. Bovendien is de drempel om een culturele activiteit te zoeken hier op sommige vlakken hoger dan in het westen. De afstanden zijn anderhalf keer zo groot en het inkomen ligt lager. Tegelijkertijd heerst hier meer sociale cohesie. Het is die cohesie waar op we met de proeftuinen inzetten.”
“Kijk naar motieven van mensen” Wim Burggraaff is beleidsmedewerker bij OCW én verbonden aan de Haagse Hogeschool. Samen met Mieke Klaver onderzocht hij culturele praktijken in een flat in een Haagse wijk. Wat heb je onderzocht?
“Het culturele leven van de bewoners van een flat in de wijk Mariahoeve. Wat doen ze in hun vrije tijd, hoe richten ze hun huis in, luisteren ze naar muziek? Vervolgens vroegen we hierop door met de waarom-vraag. We gebruikten daarbij niet de woorden ‘kunst en cultuur’. Deze begrippen hebben we opnieuw vormge geven, door te kijken naar de thema’s die achter dat kunstbegrip liggen. Zo kwa men we op de begrippen schoonheid en betekenis als nieuw frame.”
FOTO TIRZAH SCHNATER
De proeftuinen
Waarom heb je dit onderzocht?
“We weten al decennia dat een beperkt deel van de bevolking gebruik maakt van het gesubsidieerde culturele aanbod en vinden dat een probleem waar we in beleid niet meteen een adequaat ant woord op hebben. Vaak wordt gepro beerd dit op te lossen door de mensen naar het aanbod met bussen te vervoe ren, of het aanbod naar de wijken te brengen, maar we denken niet dat dit een duurzame oplossing is.” Wat zijn de belangrijkste uitkomsten?
“We kozen voor een nieuwe aanpak: de-framing, ofwel opnieuw kijken naar bestaande, vastgeroeste begrippen en situaties. Zo kwamen we op ‘schoonheid’ en ‘betekenis’. Via die lens keken we naar wat mensen doen: hoe richten ze hun huis en omgeving in, welke activiteiten ondernemen ze, welke motieven zitten daarachter? Welke betekenis geven ze daaraan? Na onze analyse kwamen we op het begrip ‘culturele praktijken’ als het omge keerde van de canonieke cultuur zoals die aangeboden wordt in musea en op podia. Of iets een culturele praktijk is, is afhan kelijk van het motief; als dat waarden geladen is of er zelfs sprake is van flow spreken we van een culturele praktijk. Een spelletje spelen op je telefoon kan een ‘culturele praktijk’ zijn waarin bete kenis en soms ook schoonheid zit. De afgelopen eeuw zijn schoonheid en betekenis losgeraakt van het alledaagse en geïnstitutionaliseerd in concertzalen en schouwburgen. De beleving ervan is gereserveerd voor cultuurtempels. Met ons onderzoek herstellen we dit voor het alledaagse leven.” Waar was je het meest verbaasd over?
“Dat het leven van de flatbewoners rijk gevuld was met culturele activitei ten. De schoonheidsbeleving was heel divers, maar natuur en muziek kwamen
Wim Burggraaff: ‘Telefoonspelletje spelen kan een culturele praktijk zijn’
heel nadrukkelijk naar voren in de gesprekken.”
Wat hebben professionals hieraan?
“Van de interventies -waaronder een theatervoorstelling met mensen uit de flat- die we in ons onderzoek deden, leerden we veel over het belang van outreachend werken van kunstenaars of culturele organisaties. De theaterma kers bouwden voort op de verhalen uit de flat. Ze hebben zich écht verdiept in wat bewoners belangrijk vonden. Dat gebruikten ze als aanknopingspunten voor de kunst die ze maken en delen. Zoek dus de groepen die je wilt bereiken op en investeer in hen.” Wat raad je beleidsmedewerkers cultuurparticipatie aan?
“Kijk naar de motieven van mensen die aan geïnstitutionaliseerde cultuur doen of het juist mijden en wees minder gericht op bijvoorbeeld het tellen van het aantal bezoekers. Vraag je ook af wat mensen beweegt en wat voor rol cultuur en culturele praktijken in het dagelijks leven spelen zodat je dat in beleid kan verwerken.” (AMALIA DEEKMAN, ONDERZOEKER LKCA) CULTURELE PRAKTIJKEN. SCHOONHEID EN BETEKENIS ACHTER DE VOORDEUR (UITGEVERIJ SWP, 2019).
14 Onderzoek Achter de cijfers
Nu op lkca.nl
Hoe populair zijn de kunstvakken?
Nieuwe website
Interessescore schoolvakken havo/vwo-scholieren 2011-2012
Natuurkunde Geschiedenis Economie Wiskunde Biologie Engels Scheikunde Techniek Aardrijkskunde Lichamelijke opvoeding Duits Nederlands Tekenen Frans Handvaardigheid Informatiekunde Muziek Levensbeschouwing
3% 16% 29% 29% 26% 42% 13% -2% 13% 40% -1% 11% 7% -4% 7% 1% 9% -10%
2018-2019
8% 19% 29% 29% 27% 42% 13% -2% 11% 37% -5% 6% 1% -10% 0% -11% -4% -23%
VERSCHIL
5 3 1 1 0 0 0 0 -2 -3 -4 -5 -5 -6 -8 -12 -13 -13
INTERESSESCORE: EEN SCORE BOVEN NUL BETEKENT DAT MEER SCHOLIEREN POSITIEF DAN NEGATIEF ZIJN OVER HET VAK, BIJ EEN NEGATIEVE SCORE ZIJN ER MEER NEGATIEVE WAARDERINGEN. BRON: POPULARITEIT VAN SCHOOLVAKKEN 2019, QOMPAS
O
p middelbare scholen lijkt zich een stille revolutie te voltrekken. Ik schreef in deze krant al verschillende malen over de kunstvakken in het voortgezet onderwijs. Over dat havisten en vwo’ers nauwelijks nog het profiel Cultuur & Maatschappij kiezen, en dat ze steeds minder eindexamen doen in een kunstvak. Een recent verschenen onderzoek naar de populariteit van schoolvakken op havo en vwo bevestigt deze trend. Ook daarin komen de kunstvakken er bedroevend slecht vanaf. In een onderzoek van Qompas is derde jaars havisten en vwo’ers de afgelopen tien jaar gevraagd naar hoe interessant ze de door hen gevolgde schoolvakken vinden. De kunstvakken behoorden al nooit tot de populairste vakken, maar de laatste tien jaar is de interesse van deze scholieren voor tekenen, handvaardigheid en muziek sterk gedaald. De interesse voor tekenen daalde met 5, voor handvaardigheid met 8 en voor muziek met 13 procentpunten. Daarmee behoren de kunstvakken tot de sterkste dalers wat betreft populariteit, samen met levensbeschouwing, informa tiekunde en de moderne talen (op Engels na). Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld natuurkunde, de sterkste stijger. Misschien
Wat zegt dit over hun ouders?
zal dit niet zijn; blijkbaar zitten de meeste havisten en vwo’ers niet op kunstvakken te wachten. Althans, niet in de vorm zoals ze nu aangeboden worden. Overigens zegt het onderzoek niets over vmbo’ers. Het lijkt erop dat bij hen geen sprake is van een dalende populariteit van kunstvakken. In ieder geval is het percentage leerlingen op het vmbo dat eindexamen doet in een kunstvak al jaren stabiel, aldus cijfers van DUO.
Geen prioriteit
Misschien zegt het draagvlak onder scholieren ook iets over het draagvlak onder hun ouders voor het stimuleren van kunst. Het SCP vroeg de Nederlander naar beleidsterreinen waarvan zij vinden dat er meer, evenveel of minder geld naar toe moet. Ook in dat onderzoek bungelen kunst en cultuur, samen met ontwikkelingssa menwerking en militaire missies onderaan de prioriteitenlijst. Vijftien procent van de bevolking wil dat er meer overheidsgeld naar het stimuleren van kunst en cultuur toe moet, tegenover 42 procent die er juist minder overheidsgeld aan wil besteden. Pijnlijke conclusie voor de kunstensector: kunst heeft geen prioriteit bij de meerder heid van de scholieren en volwassenen. En dat wordt gevoeld, ook buiten de school muren. “Ik voel me niet serieus genomen”, “Mensen zien er vaak het nut niet van in, zien het als een hobby en willen niet betalen voor mijn diensten”, “Mensen zien het als een plezier-uurtje”. Het zijn slechts enkele citaten uit een recent onderzoek van het LKCA naar de arbeidstevredenheid van kunstdocenten en artistiek begeleiders in het amateurkunstveld. De respondenten werken met hart en ziel in onze sector en ondervinden het gebrek aan interesse en prioritering van de kunsten dagelijks aan den lijve. IN DE VOLGENDE CULTUURKRANT NL MEER RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK NAAR DE ARBEIDSTEVREDENHEID VAN KUNSTDOCENTEN EN ARTISTIEK BEGELEIDERS IN DE VRIJE TIJD POPULARITEIT VAN SCHOOLVAKKEN 2019, QOMPAS BURGERPERSPECTIEVEN 2019|4, SCP
is er ook nog een lichtpuntje, want het laatste schooljaar stijgt de populariteit van muziek en tekenen voor het eerst weer licht. Maar het ligt nog lang niet op het niveau van 10 jaar geleden. Het is dus geen overbodige luxe dat ver schillende overheden meer willen inves teren in cultuuronderwijs in het VO. Daar valt een wereld te winnen. Een sinecure
Arno Neele is onderzoeker bij het LKCA
Nu op Cultureel Kapitaal.nl
FOTO: RICK KEUS
De kunstvakken zijn niet erg populair onder havisten en vwo’ers, blijkt, niet voor de eerste maal, uit onderzoek. Arno Neele kijkt achter de cijfers.
Het LKCA lanceerde begin dit jaar een nieuwe website. Je kunt nu snel de laatste ontwikkelingen, inspiratie, collectieve kennis, actuele en relevante inzichten vinden. Ook kom je via de website makkelijk in contact met onze medewerkers en bieden we een helder overzicht van onze netwerken. En dit alles op één plek en op elk device. Wij zijn trots op het resultaat, en zijn benieuwd wat jij ervan vindt. Laat je het ons weten?
Geertruida Huisman
Hoe ontwikkel je goed scholingsaanbod voor leraren over cultuuronderwijs?
Hoe krijg je ze enthousiast voor lezen? Ineke Renkema onderzocht hoe literatuuronderwijs en burger schapsonderwijs in havo en vwo met elkaar kunnen worden ver bonden en won voor haar mas terscriptie de Max van der Kamp Scriptieprijs 2019. Uit het juryrapport: ‘De scriptie van Ineke Renkema gaat over een zeer actuele vraag: hoe kun je in tijden van ‘ontlezing’ leerlingen enthou siast krijgen voor literatuur? Haar antwoord: “Zet ze aan de slag met maatschappelijke thema’s die hen écht raken.” In een bijzondere samenwerking met collega-docen ten laat Ineke zien dat goed uitge voerd actieonderzoek kan bijdragen aan echte verbeteringen voor de praktijk. Een scriptie, geschreven vanuit een waar docentenhart: theoretisch uitstekend onderbouwd én geworteld in de dagelijkse lespraktijk.’ Met haar onderzoek hoopt Renkema te bereiken dat literatuur bij de school waar ze zelf lesgeeft meer op de kaart komt en dat het zich als een olievlek uitbreidt. “De verbinding met het burgerschapsonderwijs blijkt een goede manier te zijn”, aldus de prijswinnaar. “Ik ben blij dat na al die jaren nu voor het eerst een hbo-scriptie de prijs heeft gewonnen.” Renkema deed haar stu die aan NLH Stenden Hogeschool. DE SCRIPTIE STAAT OP LKCA.NL
Cultuurkrant NL 15 Interview • Rocco Ostermann
In een liedje de boeien van je afgooien Johnny Cash trad op voor gedetineerden, maar De Niemanders doen het mét muzikale talenten in Nederlandse gevangenissen. “Muziek is een helende kracht in het universum.” Door Francine van der Wiel
N
ee, Johnny Cash was níet de inspiratie voor Rocco Oster mann en Wout Kemkens. Het idee voor De Niemanders is dichter bij huis ontstaan. In Arnhem om precies te zijn, de basis van De Niemanders – en van Donnerwetter en Shaking Godspeeld, de andere bands waarin Ostermann en Kemkens optreden. Om het tienjarig bestaan in een nieuwe vorm te vieren, wilde poppodium Luxor Live in 2018 alle Arnhemmers laten ‘parti ciperen in muziek.’ Mooi idee, dacht Kem kens, maar dan óók voor de mensen in de penitentiaire instelling (p.i.) in Arnhem, bijgenaamd de Blue Band Bajes. “Wij met zijn tweeën zijn gaan kijken of er talent rondliep”, vertelt Ostermann, zanger en gitarist van de Niemanders. Dat talent was er. “Er zitten echt fantastische muzikanten bij. We hebben met een man of zeven lekker muziek gemaakt, sommi gen een beetje les gegeven. Samen hebben we een gelegenheidsband gevormd en drie concerten gegeven op verschillende afdelingen. Superleuk, het klonk goed.”
‘Soms is het klotemoeilijk om op het rechte pad te blijven’
‘Embedded’ muziek maken
Zo kwam het balletje aan het rollen. Ostermann en Kemkens schreven andere p.i.’s aan om ook daar ‘embedded’ muziek te maken met de bajesklanten, de nieman ders. Ostermann: “Buiten de gevangenis ben je allemaal iemand, maar binnen ben je niemand meer. Je gaat op de foto met een nummer voor je borst, eenmaal binnen heb je geen sleutel tot je eigen leven meer.” Na de eerste kennismaking gaat het gesprek in een p.i. al gauw alleen nog over muziek. Daardoor ontstaat onderling ver trouwen en ontspant iedereen. “Dat geldt voor ons net zo goed. Ik was nog nooit in een gevangenis geweest, dus die allereer ste dag kom je wel met allerlei gevoelens binnen. Maar je geeft elkaar een hand, het is duidelijk wat je komt doen, en dan
valt alles van je af. Muziek is een soort vrijstaat. In een liedje kun je de boeien van je af gooien, je hart uit je lijf zingen. Dat vertelden ze ons ook: ‘Hèhè, eindelijk voelde ik me weer vrij.’”
Prijswinnende dichter
Zeker in een liedje dat over je eigen situatie gaat. Na de eerste optredens werden ook schrijvers bij het project betrokken. “Omdat er veel wordt gerapt in p.i.’s. Dat poëtische aspect vonden wij
‘DE NIEMANDERS’, EEN BEWERKTE BLEND VAN DE GEZICHTEN VAN ROCCO OSTERMANN & WOUT KEMKENS
ook interessant.” In één gevangenis troffen ze zelfs een dichter aan die een poëzie wedstrijd had gewonnen, nadat hij het werk van Willem Wilmink had ontdekt in de bajes. Zo ontstonden in wisselwerking met de gedetineerden compleet nieuwe songs, sommige bijna literair, sommige meer in Hazes-stijl. “Over hoe ze hun kind misten. Over het gezeur in je hoofd dat in je cel maar dóórgaat. Of over hoe ze in de shit zijn geraakt, bijvoorbeeld omdat je uit een gezin komt waar pa en ma altijd ruzie hebben, waardoor je liever op straat bent. Dan is het klotemoeilijk om op het rechte pad te blijven.” De begeleiders in de p.i.’s waren regelma tig verbaasd over de openhartigheid die de gedetineerden tegenover de muzikanten toonden en zagen soms positieve verande ring in hun gedrag. “Muziek is een helende kracht in het universum”, concludeert Ostermann.
Twee oude gitaren en een drumstel
Toch is op de muziekvoorzieningen in sommige p.i.’s flink beknibbeld, zagen de muzikanten. Per regime verschillen ook de vrijheden die gedetineerden hebben. “In de ene bajes hebben ze twee oude gitaren en een drumstel, in de andere een heel
wat uitgebreidere keus aan instrumenten. Helaas konden we geen nummers in de p.i.’s opnemen. Want áls het in de media komt... Er was ophef geweest over rapper DjagaDjaga, die een rap naar buiten had gebracht. Minister in de problemen: ‘Oooo, wat is het toch erg met die gevan genissen.’ Dus ik snap wel dat ze voorzich tig zijn, maar toch...” Het album dat op 1 mei uitkomt, is in de studio opgenomen. Zonder de gedetineer den, maar de dubbel-cd is wel helemaal doortrokken van hun ervaringen en hun muziek. In de gevangenis zijn Ostermann en Kemkens, van huis uit rockers, in aan raking gekomen met allerlei invloeden: afro, hiphop, kaseko. “Dat maakte het voor ons ook leerzaam en leuk. Op de plaat staan nummers die er zonder hun inbreng nooit op gekomen waren.” Door deze ervaring zijn, nu nog vage, plannen in ontwikkeling om meer te doen met De Niemanders. Misschien in het theater. Een ander ‘participatieproject’ is ook mogelijk. “We zouden ook een andere groep mensen nader kunnen beschou wen, een beetje à la Louis Theroux. Er zijn genoeg vreemde kostgangers. Maar eerst stoppen we alles in dit album.”
16 Colofon
Nieuwe publicaties
CULTUURONDERWIJS IN HET VO
EFFECT EN FUNCTIE VAN DE CULTUURCOACH
N
wee nieuwe uitgaven over cultuurcoaches. Met Zicht op cultuurcoaches krijgen beleidsmedewerkers, werk gevers én cultuurcoaches zicht op het effect van het werk van de cultuurcoaches. Door het doorlopen van een cyclus van vier stappen kun je hun werk evalueren en monitoren. Dit instrument werd ontwikkeld door LKCA. Ook is er nu Brug genbouwers in cultuur, waarin de rollen en functies van de cultuurcoach onder de loep worden genomen.
a ‘Cultuur2 : basis voor cultuuronderwijs voor het basisonderwijs’ is er nu
ook Cultuur2 : cultuuronderwijs in het VO van Barend van Heus
den, Astrid Rass en Jeroen Tans. Cultuuronderwijs is onderwijs in cultureel bewustzijn. Je kunt dit bewustzijn uitdrukken in taal, met kunstwerken, muziek of gedrag. Het boek helpt docenten in de cultuurvakken bij het ont wikkelen van een visie op cultuur en cultuuronderwijs. Hoe kun je de cultuur en ontwikkeling van je leerlingen leren kennen? En hoe kun je met die kennis cultuuron derwijs invullen?
T
BEIDE PUBLICATIES ZIJN GRATIS TE DOWNLOADEN OP LKCA.NL.
UITGEVERIJ KLEINE UIL, PRIJS 30 EURO.
KUNSTBEOEFENING IN DE VRIJE TIJD
DANSENDE OUDEREN IN DE STAD
e nieuwste Cultuur+ Educatie, waarbij LKCA en SCP samenwerkten, gaat over kunstbeoefening in de vrije tijd, en dan met name in groeps verband. Aan de orde komen bestaande surveyonderzoeken en verdiepende verkenningen; er zijn artikelen over de indivi duele en sociale aspecten van amateurkunstbeoefening, kunstbeoefening in groeps verband, de wereld van de blaasmuziek, diversiteit van muziekbeoefening in Delfshaven en informele kunstgroepen in Alphen aan den Rijn.
oe ziet de danspraktijk van cultureel diverse groepen ouderen (55 jaar en ouder) eruit? Hoe leren ze en hoe ga je als dansdocent om met deze doelgroep? Roos van Berkel en Emiel Heijnen brachten dit in kaart in het onderzoek Daag mij maar uit. Zij actualiseren het beeld van de functies die dans heeft voor ouderen in een groot stedelijke omgeving en geven voorbeelden en aanknopings punten voor het vormgeven en uitvoeren van danslessen voor ouderen. Interessant voor (toe komstige) dansdocenten, orga nisaties en beleidsmakers die betrokken zijn bij amateurdans.
D
TE BESTELLEN (PRIJS: €15,95) EN TE DOWNLOADEN OP LKCA.NL
H
TE DOWNLOADEN OP AHK.NL
Agenda 25 maart Inspiratiedag Muziek in de zorg
Kunstloc Brabant nodigt professionele musici en zorgprofessionals uit om elkaar te leren kennen en elkaar te inspireren. Om de krachten te bundelen en wellicht ontstaat er zo in de toekomst een net werk, waarbij professionals uit de zorg en uit de muziek elkaar goed kunnen vinden. kunstlocbrabant.nl/agenda
Het ochtendprogramma is voor de kenniskring Cultuureducatie voor CmK projectleiders en gaat over de toekomst en borging van cultuuronderwijs. ’s Middags is het thema Samenwerken: vast en zeker!, speciaal voor PO. Wat heeft samenwerken betekend voor partners en wat heeft het hen gebracht? ’s Avonds komen nieuwe vormen van VO aan bod. Xpeditiecultuureducatie.nl
5 juni Conferentie Danseducatie met Kwaliteit II
De kansen voor dans bij de implementatie
Waarmee kunnen we je helpen?
Wil je weten…
waar je de cursus icc kunt volgen in jouw regio? waar je literatuur kunt vinden voor je onderzoek? hoeveel muziekscholen er in Nederland zijn? of CKV ook verplicht is in het speciaal voortgezet onderwijs? bij wie je in Gelderland terecht kunt voor advies over fondsenwerving? Of in Noord-Holland?
Congres over het inzetten van sport en cultuur in het sociaal domein. Hoe regel je dat als gemeente? Wat werkt? Welke kansen zijn er? lcgw.nl
27 mei Xpeditie Cultuureducatie
Neem nu kosteloos een abonnement op de Cultuurkrant NL en blijf op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied. www.LKCA.nl/cultuurkrantnl
van Curriculum.nu worden besproken. Ook is er aandacht voor nieuwe digitale methodes en andere middelen die meer en betere danseducatie én in het onder wijs mogelijk maken, én voor de nalaten schap van 50 jaar dansexpressie voor het onderwijs. Een dag voor dansdocenten, educatiemedewerkers van dansgezel schappen, leerkrachten en andere profes sionals in de danseducatie. lkca.nl/agenda
14 mei Kapitaal voor het oprapen
17 juni Beeldbekwaam in het Onderwijs
Een seminar dat lerarenopleiders inspi reert om een nieuwe generatie leraren bewust te laten omgaan met beeld in het onderwijs. Jongeren bewust maken van het effect van (bewegend) beeld is een belangrijke taak van leraren én wordt steeds belangrijker in een samenleving waarin beeldcultuur leidend is. Er zijn workshops van filmmakers, beeldmakers, lerarenopleiders en docenten uit ver schillende vakgebieden. Met keynotes van Hans Aarsman en Sosha Duysker, én heel veel best practices waaronder van Malu Sanders, filmleraar van het jaar. filmeducatie.nl/blog/bbo
Cultuurkrant NL is een uitgave van LKCA. De krant is voor professionals in cultuureducatie en cultuurparticipatie en verschijnt 4 maal per jaar. Postbus 452, 3500 AL Utrecht • www.lkca.nl • Tel.030 711 51 00 • cultuurkrantnl@lkca.nl Je kunt kosteloos een abonnement nemen op de Cultuurkrant NL via www.lkca.nl/cultuurkrantnl De opinies in deze krant geven niet noodzakelijkerwijs de mening of het beleid van LKCA weer. Artike len mogen alleen na toestemming van de redactie en de auteur worden overgenomen. Hoofd- en eindredactie Marianne Selie Basisontwerp & vormgeving Marinka Reuten Druk Flevodruk Harlingen Oplage 8100 Redactieadviesraad Evert Bisschop Boele, Astrid Poot, Astrid Rass, Sonja Rinkel en Otmar Watson. En verder werkten mee Huub Braam, Amalia Deekman, Anne van den Dool, Paulien Fran ken, Edwin van Meerkerk, Arno Neele, Sanne Scholten, Bas van der Schot, Miriam Schout, Hanna Timmers, Anita Twaalfhoven, Bas Verberk, Franci ne van der Wiel, Peter Zunneberg en informatie specialisten LKCA
Of heb je een hele andere vraag? Tob niet langer, maar bel ons. Of mail ons. Daar zijn we voor. Voor jou. Samen met jou. 030-7115100 vraag@lkca.nl www.lkca.nl
Samen werken aan cultuur voor iedereen