Cultuurkrant NL 2018_3

Page 1

VOOR PROFESSIONALS DIE WERKEN VOOR CULTUUR OP SCHOOL OF IN DE VRIJE TIJD

Paul Röttger ‘Ik ben niet van de zorg, ik maak kunst’ p 4

Maakonderwijs maakt gelukkig p8

DECEMBER 2018

Cultuurkrant NL Jeroen Stultiens Filmleraar van het Jaar p 15

Nemen de verbeeldingskracht en originaliteit van leerlingen af? Kim spreekt van een ‘creativity crisis’ en zoekt naar verklaringen. Komt het doordat kinderen en jongeren meer tijd doorbrengen achter hun iPads – waar voor bijna alle problemen oplossingen te vinden zijn, zodat ze die niet meer zelf hoeven te verzinnen? Leidt het drukke bestaan van ouders tot een afname van tijd om vrij te spelen? Komt het doordat scholen steeds meer nadruk leggen op standaardisatie en tests, en weinig creatieve uitdaging bieden? Creativiteitsonderzoeker Mark Runco zoekt de verklaring ergens anders: volgens hem doden sociale media de creatieve potenties van gebruikers, omdat ze aanzetten tot conventioneel denken. Of krijgen kinderen en jongeren te weinig tijd om te lummelen en niksen – volgens MIT-hoogleraar Alan Lightman de oorzaak van deze ‘crisis’?

Toegenomen bewustwording

ILLUSTRATIE JOSIEN VOGELAAR

Zoë Zernitz laat haar licht schijnen op een van de meest felbegeerde vaardigheden van deze tijd: creativiteit. Wat kunnen we concluderen uit Nederlands en internationaal onderzoek? Door Zoë Zernitz

Ik probeer er alles aan te doen om mijn verbeeldingskracht – het beetje dat ik nog heb – te stimuleren. Maar ik kan er niet onderuit dat ik nu een slee op wielen zie, waar ik als vijfjarige nog een paard zag. Verschillende onderzoeken bevestigen mijn ervaring dat de verbeeldingskracht met de jaren minder sterk of dominant kan worden. Maar waar ik nog geen antwoord op kan vinden is de vraag of ik, als kind van de jaren ’90 en opgegroeid tussen

laptops en iPads, ook minder verbeeldingskracht heb dan mensen die in de decennia voor mij zijn opgegroeid. De reden dat ik me dat afvraag is een onderzoek dat al in 2011 is uitgevoerd, maar nog steeds nagalmt. Ik bedoel het onderzoek van Kyung Hee Kim. Kim analyseerde de resultaten van 272.599 Amerikaanse scholieren en volwassenen die sinds de jaren ’60 de Torrance Test of Creative Thinking hebben gedaan. Deze test omvat meerdere

aspecten van creativiteit, waaronder ‘ideational fluency’ – het aantal ideeën dat iemand genereert – en originaliteit. De uitkomst van Kims analyse is opvallend. Tot de jaren ’90 stijgen de scores op creatieve vermogens van Amerikaanse scholieren en volwassenen gestaag, maar in de periode daarna daalt een aantal significant. De daling van creativiteitsscores is het meest significant voor kinderen van 3 tot 8 jaar oud.

De hamvraag: is er in Nederland ook sprake van een creativiteitscrisis? Deze kwam bij me op toen onlangs uit de Monitor Cultuureducatie primair onderwijs 2017-2018 bleek dat er volgens basisscholen iets minder leerlingen zijn die beschikken over verbeeldingskracht en originaliteit dan twee jaar geleden. Hoewel het gaat om het oordeel van scholen, en we er geen conclusies over de leerlingen zelf aan mogen verbinden, is het toch een opvallende uitkomst. Die daarom ook een Kamervraag opriep: hoe moeten we deze bevinding beoordelen? Lees verder op pagina 3

INHOUD 2 Column: Sanne Scholten 6 Visual Thinking Strategies 6 Column: Frank van der Hulst 10 Column: Piet van der Ploeg

10 Amateurkunstkoepels 11 Kunst op Recept 13 Daniel Robert Silva 14 Speciaal onderwijs 16 Nieuwe publicaties, agenda

DIT IS EEN UITGAVE VAN HET LANDELIJK KENNISINSTITUUT CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST • LKCA.NL • INFO@LKCA.NL • POSTBUS 452, 3500 AL UTRECHT


2 Nieuws

Het recht op cultuureducatie van MBO-ers Culturele ontwikkeling is een logisch onderdeel van de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Inmiddels wordt met het programma Cultuureducatie met Kwaliteit al jaren ingezet op het verstevigen van de positie en de kwaliteit van cultuureducatie in het basisonderwijs. En zien we de laatste jaren steeds meer aandacht voor de plek van cultuur op het VMBO. Er is echter een groep die vaak wordt vergeten: de bijna 500.000 MBO-ers in ons land. Opmerkelijk. Waarom vinden we het logisch dat een jongen of meisje van 17 op de havo of het vwo wel in aanraking komt met kunst en cultuur en op het MBO niet? Ik hoor je nu denken: ja, maar die studenten zijn in een andere fase, ze leren voor een specifiek beroep. Punt voor jou. Maar in het MBO vindt wel degelijk algemene vorming plaats, in het vak burgerschap. Zou het ontwikkelen van cultureel vermogen daar geen onderdeel van moeten zijn? Bovendien is cultuureducatie relevant voor diverse vakopleidingen, denk bijvoorbeeld aan grafische opleidingen of de opleiding tot meubelmaker. Tot slot worden op het MBO vakmensen opgeleid, die later in hun werk kunnen bijdragen aan de culturele ontwikkeling van hun leerlingen of cliënten. Denk aan onderwijsassistenten, pedagogisch medewerkers… Cultuureducatie is onontbeerlijk voor zowel de persoonlijke ontwikkeling van MBO-ers als voor hun ontwikkeling tot vakman of -vrouw. Toch is het systeem in Nederland daar niet of nauwelijks op gericht. Er is ook nauwelijks stimuleringsbeleid om meer cultuureducatie in het MBO te realiseren. Alleen Fonds21 heeft een specifieke regeling. Dat maakt het zo fantastisch dat er MBO-opleidingen zijn waar de handschoen wél wordt opgepakt. Daarbij spelen, zoals zo vaak bij nieuwe ontwikkelingen, enthousiaste docenten of studieleiders een belangrijke rol. Ook ontwikkelen diverse culturele instellingen nieuw aanbod of methoden specifiek voor deze doelgroep. Deze enthousiastelingen in de cultuursector en in het MBO verdienen een steun in de rug en hebben die ook nodig om de volgende stap te kunnen zetten.

Zij wil haar studenten creatief leren denken

Janet Mulder is één van die mensen. Ze is docent creatieve vakken aan Noorderpoort in Groningen. Janet kan mooi vertellen over wat zij ziet bij haar studenten. Binnen de opleiding aan Noorderpoort komt ze studenten tegen die aangeven dat ze niet creatief zijn. Merkwaardig: een 5- jarige heeft veel verbeeldingskracht en een 16-jarige is vaak de verbeeldingskracht kwijt. Wat is er in die tussentijd gebeurd? Voor Janet is het belangrijkste dat studenten anders naar de wereld leren kijken; dat ze creatief leren denken. Dat betekent: nieuwe dingen zien in de wereld om je heen die er al zijn. Die verbeeldingskracht heeft ieder mens. Als dat van nature niet aangesproken wordt heeft dat een zetje nodig. Daarbij gaat het niet alleen om het aanleren van vaardigheden. Met kleine opdrachten worden studenten in hun verbeeldingskracht gestimuleerd. Je hebt verbeeldingskracht, scheppingskracht en zeggingskracht. Met die drie krachten probeert Janet in haar programma iets te doen. Ze wil haar studenten leren om de wereld iets te vertellen, een bijdrage te leveren; wat wil jij zeggen met wat je maakt, doet of denkt. Dat gunnen we toch elke MBO-er?

Sanne Scholten is directeur van het LKCA

MEER WETEN OVER CULTUUREDUCATIE OP HET MBO? LEES DE PUBLICATIE ‘EEN WERELD VOL MOGELIJKHEDEN, CULTUUREDUCATIE IN HET MBO’ OF CHECK HET MBO-DOSSIER OP WWW.LKCA.NL.

ARIE SLOB BIJ DE AFTRAP VAN CURRICULUM.NU.

FOTO MINISTERIE OCW

Kunstvakken bij nood uit kerncurriculum? In de Handreiking lerarentekort primair onderwijs beveelt minister Slob (ChristenUnie) aan om – in geval van overmacht – de kunstvakken en wereldoriëntatie uit het kerncurriculum te halen. In de praktijk betekent dit dat onbevoegde krachten mogen worden ingezet. Het LKCA is bezorgd over deze ontwikkeling.

Het lerarentekort is een groot probleem in met name het primair onderwijs. Verschillende maatregelen zijn al getroffen maar het wordt steeds lastiger om de personele bezetting rond te krijgen. Daarom is minister Slob met een handreiking gekomen met mogelijke oplossingen. Zo kunnen scholen hun parttimers en bijna-gepensioneerden vragen om meer uren te maken of langer te blijven. Ook mogen zij-instromers en leraren in opleiding onder bepaalde voorwaarden zelfstandig lesgeven. Leraren met een VO-bevoegdheid mogen als vakdocent voor de klas staan. Een andere oplossing is om een bovenschoolse vervangingspool in te richten en om te kijken naar de verplichte onderwijstijd versus het aangeboden aantal lesuren per klas/bouw.

Vakdocenten

Wettelijk is het niet toegestaan om onderwijsondersteunend personeel en pabostudenten zonder begeleiding van een bevoegde leerkracht voor de klas te zetten. In geval van overmacht kan een bevoegde leerkracht de instructie geven en de begeleiding of oefening overlaten aan de ondersteuner. Dit geldt voor alle vakken in het kerncurriculum. Maar wat te doen als dat geen oplossing biedt? In de brochure staat dat in dat geval, tijdelijk en in geval van nood, de instructie van bepaalde vakken buiten het kerncurriculum kan worden gegeven door onbevoegde krachten. En dan volgt een opsomming van de kunstvakken en wereldoriëntatie. Onbevoegde krachten die kunstvakken geven? Een zorgelijke ontwikkeling,

stelt Ronald Kox, hoofd Cultuureducatie bij het LKCA. ‘Al eerder hebben wij de mogelijkheid aangereikt om die lessen te laten verzorgen door vakdocenten op de verschillende kunstgebieden. Er komt extra geld beschikbaar om de werkdruk van leerkrachten aan te pakken. Daarmee zou het ook binnen de mogelijkheden liggen van scholen om deze vakdocenten aanvullend in te huren. Zij hebben al een opleiding voor het onderwijs gehad, nemen vaak ook ervaring mee en leveren dus geen probleem op binnen de wet- en regelgeving.’ Een ander punt van aandacht vindt Kox de optie om de kunstvakken en wereldoriëntatie uit het kerncurriculum te halen. ‘Nog steeds zijn drie van de 58 kerndoelen van het basisonderwijs gericht op kunstzinnige oriëntatie. Kerndoelen zijn, de term zegt het al, doelen die de kern van het basisonderwijs vormen en die iedere school moet invullen en behalen. Op dit moment werken negen ontwikkelteams, in opdracht van minister Slob, hard aan het onderwijscurriculum voor basis- en voortgezet onderwijs. Waaronder het ontwikkelteam voor het leergebied Kunst & Cultuur.’ (KIRSTEN VOGD, LKCA)

LEES DE UITGEBREIDERE REACTIE VAN HET LKCA

OP DE PLANNEN VAN MINISTER SLOB: WWW.LKCA. NL/NIEUWSOVERZICHT/MINISTER-SLOB-DEVALUEERT-CULTUURONDERWIJS

‘Laat die lessen verzorgen door vakdocenten’


Cultuurkrant NL 3

Onmisbare vaardigheid

Onderzoek Creatief vermogen in PISA 2021

ILLUSTRATIE JOSIEN VOGELAAR

Vervolg van pagina 1

Kan het werkelijk zijn dat de verbeeldingskracht en originaliteit van Nederlandse leerlingen zijn afgenomen? Dat weten we niet, omdat er in Nederland geen longitudinaal onderzoek naar is gedaan, zoals in de VS. Dit gaat waarschijnlijk wel gebeuren. De OECD is van plan een module over creatief denken toe te voegen aan PISA in 2021. Daarmee zouden voor het eerst in een internationaal vergelijkend onderzoek de creatieve vermogens van 15-jarigen ‘gemeten’

kunnen worden. Maar het duurt nog wel even voor we een trend zouden kunnen zien. Maar de uitkomst van de Monitor Cultuureducatie kan ook anders worden verklaard. Het gaat in dit onderzoek namelijk om de perceptie van de ondervraagde scholen. Kan het zo zijn dat scholen hun leerlingen nu anders bekijken en beoordelen dan twee jaar geleden? Kijken zij met een andere blik naar de verbeeldingskracht en originaliteit van de leerlingen? Dat zou zo maar eens kunnen. Uit hetzelfde monitoronderzoek blijkt namelijk ook dat

Wat is creativiteit, originaliteit, verbeeldingskracht? Er bestaat onder wetenschappers redelijke consensus over de definitie van creativiteit. De standaarddefinitie is dat creativiteit zowel originaliteit als effectiviteit vereist. Originaliteit betekent dat een idee of product nieuw is, verrassend en authentiek. Maar als iets origineel is, is het nog niet noodzakelijk creatief: daarvoor moet een idee ook doeltreffend, relevant en bruikbaar zijn. Verbeeldingskracht is het vermogen om in ons hoofd mentale representaties te maken van dingen die we op dat moment niet waarnemen. We kunnen ‘beelden’ oproepen die we eerder hebben waargenomen, of op basis van zintuiglijke input nieuwe beelden creëren. Dat laatste wordt ook wel ‘productieve verbeelding’ genoemd – het vermogen om iets nieuws te verzinnen - en is essentieel voor creativiteit.

Veel meer lummelen en niksen Meer lummelen en niksen, is de boodschap van het boek In praise of waisting time (2018) van Alan Lightman, hoogleraar in de menswetenschappen aan het Massachusetts Institute of Technology. Mensen vertonen volgens hem robotachtig gedrag: we leven mechanisch, zijn altijd druk en hebben daardoor te weinig tijd voor creatieve gedachten. En dat is schadelijk voor ons geestelijk welzijn, aldus Lightman.

steeds meer scholen een visie hebben op cultuureducatie. En dit betekent ongetwijfeld dat zij zich meer bewust zijn van het belang van creativiteitsontwikkeling, dat ze beter weten wat ze onder verbeeldingskracht verstaan en hoe ze die bij leerlingen kunnen zien en beoordelen. Deze toegenomen bewustwording hangt nauw samen met de vele pogingen om creativiteit in het onderwijs te stimuleren. Denk alleen al aan de 21ste-eeuwse vaardigheden, de Europese sleutelcompetenties, de lesmethodes die zijn ontwikkeld en de vele onderzoeken die zijn en worden uitgevoerd.

Kijken scholen met een kritischer blik naar de creativiteit van hun leerlingen?

Essentiële vaardigheid

Mogelijk kijken Nederlandse scholen nu dus met een andere, meer kritische blik naar de verbeeldingskracht en originaliteit van hun leerlingen. Zijn zij kritischer over het niveau dan twee jaar geleden. En dat kan geen kwaad. Want ook wanneer zou blijken dat de creativiteit van de Nederlandse leerlingen niet afneemt, dan is stimulering van creativiteit nog steeds cruciaal. Eenvoudigweg omdat het een vaardigheid is die volgens velen onmisbaar is in de nabije toekomst. ‘In the lifespan of but a few generations, creativity will pass from a sort of scientific singularity reserved to a few talented individuals to an essential ability for the entire human species’ schreef creativiteitsonderzoeker Giovanni Corazza in Creativity Research Journal (2016). Laten we er dus alles aan doen om een creatieve levenshouding aan te moedigen. En als we Lightmans pleidooi volgen, dan betekent dit ook: nieuwsgierig kijken wat er in je opkomt, terwijl je juist even helemaal niks doet. MET MEDEWERKING VAN ARNO NEELE

In 2017 werkte het Kohnstamm Instituut samen met docenten, SLO, ILO en UvA aan een internationaal raamwerk om het creatief vermogen in kaart te brengen. Het resultaat is een praktische toolkit met lessen en formatieve toetsen, te vinden op de website van het instituut. De kennis wordt momenteel ook gebruikt door de OECD om een meetinstrument te ontwerpen voor PISA 2021. PISA (Programme for International Student Assessment) is een driejaarlijks internationaal vergelijkend onderzoek naar onderwijssystemen. Zie ook: Stimuleren van creatief vermogen en kritisch denken. Eerste resultaten van het OECD-onderzoek Assessing progression in creative and critical thinking skills in education (Buisman et al.), te downloaden via www.lkca.nl.

Monitor Cultuureducatie primair onderwijs 2017-2018

De Monitor cultuureducatie primair onderwijs 2017-2018 is een onderzoek naar de landelijke ontwikkelingen in cultuureducatie sinds 2015-2016 en in relatie tot het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Scholen werd onder andere gevraagd om de culturele ontwikkeling van leerlingen te beoordelen, waaronder verbeeldingskracht en originaliteit. Minstens driekwart van de scholen geeft aan dat een groot aantal tot alle leerlingen over verbeeldingskracht en originaliteit beschikken. Ten opzichte van 2015-2016 is een afname te zien. Omdat het gaat om oordelen van de scholen (in de meeste gevallen de cultuurcoördinator of directeur), kunnen hieraan geen conclusies op leerlingniveau verbonden worden. Daar is nader onderzoek voor nodig. (Monitor Cultuureducatie Primair Onderwijs 2017-2018, ResearchNed i.s.m. onderzoeksbureau Claudia de Graauw. Te downloaden via www.lkca.nl.)

Cultuur+Educatie 47: themanummer over creativiteit

Zoë Zernitz is onderzoeker bij het LKCA

Wat is creativiteit en hoe kun je creatieve vaardigheden in de klas stimuleren? Die vraag stond centraal in het themadeel van Cultuur+Educatie 47. R. Keith Sawyer geeft een overzicht van wat we uit onderzoek weten over creatief leren en over welke leeromgevingen dit stimuleren. Elisa Kupers en Paul van Geert combineerden twee prominente theorieën over creativiteit in een eigen model en bespreken daarmee vervolgens recent onderzoek naar het stimuleren van creativiteit. Cultuur+Educatie 47 is te downloaden via www.lkca.nl.


4 Interview

Theater Babel verbindt zorg, kunst en cultuur

Paul Röttger verzet zich tegen het ideaalbeeld van hoog opgeleid, getrouwd, slank en met een huis Inclusief theatermaken zou een apart vak moeten zijn op de theateracademies, vindt Paul Röttger. Zelf werkt hij de laatste jaren alleen nog zo. ‘Ik heb misschien wel meer van hen geleerd dan zij van mij.’ Door Francine van der Wiel

B Paul Röttger Foto Marieke Odekerken

escheiden klopje op de deur. Een van de acteurs van Theater Babel steekt zijn hoofd aarzelend om de deur: ‘Ehm...’ ‘Zeg, je wéét toch dat je niet hoeft te kloppen?’, reageert Paul Röttger vrolijk. ‘Dit gebouw is van ons allemaal!’ De jongeman mompelt wat over ‘goed opgevoed zijn’. Röttger: ‘Dat moet je heel gauw loslaten, hoor.’ Zo begint het gesprek met theatermaker Röttger (Winterswijk, 1954). Dit jaar viert hij zijn 30-jarig jubileum als artistiek leider, eerst van het Rotterdams Centrum voor Theater, nu van Theater Babel Rotterdam, dat is voortgekomen uit een fusie tussen RCTH en het eveneens Rotterdamse Theater Maatwerk. Theater Babel is een bijzonder gezelschap. Uniek

WAT GEBEURT ER OP EEN PLEIN? PIAZZA DELLA VITA VAN THEATER BABEL.

in de wereld, durft Röttger wel te stellen. Omdat Babel als enige groep in Nederland op structurele basis zorg, kunst en cultuur met elkaar verbindt, in voorstellingen met acteurs met en zonder beperking. Geen marginaal clubje: 22 acteurs met verschillende beperkingen zijn vier dagen in de week in dienst, daarnaast zijn er per productie tien gastacteurs, professionals op het gebied van toneel, zang, dans, circus en muziek. ‘We hebben ook drie zorgmedewerkers in dienst. Ideale mensen. Voor ze hier kwamen, zijn ze geschoold in theater, en hier hebben ze die opleiding aangevuld.’ De acteurs met beperking worden betaald uit ‘potjes voor dagbesteding’ maar, benadrukt Röttger met kracht ‘wij zíjn geen dagbesteding. Ik ben niet van de zorg, ik wil kunst maken. Maar kunst en zorg kunnen elkaar wel versterken. Daarom werk ik met mensen met én zonder beperking. Zo kom je sneller toe aan een artistieke ontwikkeling. Ik wil innovatief zijn, grenzen verleggen. En dat kan.’

Seks in de Stad

Röttger is langzaam in het ‘inclusief theatermaken’ gegroeid. Zijn dictie verraadt nog zijn klassieke vorming tot acteur, maar hij wilde méér. ‘Als acteur merkte ik dat ik iets wilde maken dat

‘Ik ben niet van de zorg, ik wil kunst maken’

echt betekenis heeft voor het publiek. Toen mij dertig jaar geleden werd gevraagd RCTH te gaan leiden, greep ik die kans.’ Zo ontwikkelde hij een eigen stijl en thematiek. Steeds vaker over maatschappelijke onderwerpen. De voorstelling Seks in de Stad, in 2006 op verzoek van de Gemeente Rotterdam gemaakt, sloeg in als een bom. Het was Röttgers vertaling van een schokkend rapport over ‘breezersletjes’ en kelderboxverkrachtingen. Daarna volgden producties over thema’s als drugsgebruik, pesten, armoede en schuldenproblematiek.


Cultuurkrant NL 5

Geld voor aangepaste kunstbeoefening Minister Van Engelshoven gaat via het Fonds voor Cultuurparticipatie 1 miljoen ter beschikking stellen voor volkscultuur en immaterieel erfgoed. De Tweede Kamer nam een motie aan van Thierry Aartsen (VVD) waarin wordt verzocht hierbij ook meer te investeren in immaterieel erfgoed als verenigingen, schutterijen en gildes. Ook werd een motie gesteund over het stimuleren van kunstbeoefening door mensen met een beperking. Nederland investeert 1 miljoen in het vergroten van de toegankelijkheid van cultuur. Vera Bergkamp (D66) verzocht om de helft hiervan te bestemmen voor kunstbeoefening door mensen met een beperking. Ook een motie over het stimuleren van muziekonderwijs werd aangenomen, zie het bericht onderaan deze kolom.

Diversiteitsscan

FOTO CAREL VAN HEES

Het Actieplan Cultuur en Creatief Inclusief (ACCI) ontwikkelde samen met de Universiteit van Tilburg een scan die laat zien hoe divers en inclusief culturele organisaties zijn. In een online vragenlijst komen verschillende aspecten van diversiteit en inclusiviteit aan bod. Na het invullen van de vragenlijst volgt een rapport met praktische aanbevelingen. www.cultuurencreatiefinclusief.nl.

Kunstenbond FNV: Stop teloorgang muziekonderwijs Sinds een paar jaar nu maakt hij zijn werk ‘inclusief’. ‘De kunst, vind ik, laat dingen liggen. Goede kunst verbindt mensen door situaties te laten zien die confronteren en prikkelen. Met mijn voorstellingen verzet ik me tegen het ideaalbeeld van hoog opgeleid, getrouwd, slank en met een huis. Sommige mensen beantwoorden niet aan dat beeld. Ik zelf ook niet. Daarom maakte ik voorstellingen met verslaafden, prostituées, dak- en thuislozen, vluchtelingen. Allemaal mensen waar we bang voor zijn, en de tegenstelling wordt alleen maar groter.’ En nu met mensen met een beperking, die er ook totaal anders uitzien dan jij en ik.

Pril genre

Een specifieke, aangepaste methodiek is broodnodig, vindt Röttger. ‘De eerste keer dat ik met mensen met een beperking werkte, ontdekte ik na drie minuten dat ik bij hen niet kan aankomen met ‘ik wil dat jij’ enzovoort. Je moet elke dag opnieuw beginnen en heel anders communiceren. Ik heb misschien wel meer van hen geleerd dan zij van mij.’ Op de opleidingen is inclusief theatermaken nog geen apart vak. Dat is wel broodnodig. ‘Op de meeste academies zijn de methodieken voor docent drama, acteur en regisseur de afgelopen decennia nauwelijks veranderd. Ze sluiten

onvoldoende aan bij de veranderende samenleving. Tegenwoordig zijn de psychosociale problemen veel groter. Dat vereist meer kennis van docenten en pedagogen. Wij proberen daarbij te helpen. Mijn ideaal is dat er over tien jaar een master inclusieve kunst is.’ In Nederland is het genre nog pril. Theater Babel werkt samen met een Europees netwerk met groepen in onder andere Frankrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Daar is inclusiviteit een wezenlijk onderdeel van de cultuurpolitiek, zegt Röttger. ‘We zijn hier in het beginstadium. In de dans is men al verder, in de beeldende kunst ook. Ik zou heel graag zien dat er in het cultuurbeleid ruimte wordt gecreëerd voor inclusieve kunst. Niet alleen met geld, maar in cultuurpolitieke standpunten. Er moet een visie op inclusieve kunst komen, en die moet worden vertaald in acties. Daar zou ik de minister graag bij helpen. Onbetaald!’

Met Piazza della vita viert Theater Babel dat Paul Röttger 30 jaar directeur is van Theater Babel Rotterdam. De voorstelling is nog tot in april 2019 te zien. www.theaterbabelrotterdam.nl

Karin Boelhouwer van Kunstenbond FNV luidt op de website van de bond de noodklok over de muziekscholen en centra voor de kunsten die omvallen als gevolg van gemeentelijke bezuinigingsoperaties.

De investeringen van dit kabinet zijn volgens de bond onvoldoende om scholen en gemeenten in staat te stellen de komende jaren goed muziekonderwijs te organiseren. Ook binnenschools gaat het niet goed met het muziekonderwijs, stelt de FNV: ondanks de extra investeringen door de minister konden 5000 van de ruim 6500 basisscholen geen gebruik maken van de stimuleringsfondsen. Boelhouwer: ‘De minister trekt wel 4,8 miljoen euro uit zodat scholen een eenmalig bezoek kunnen brengen aan de Tweede Kamer. Geld dat overigens eigenlijk op de begroting van Binnenlandse Zaken thuishoort. Het staat wat betreft opbrengsten niet in verhouding tot wat goed muziekonderwijs onze kinderen kan verrijken. De ambities van de minister zie ik in de financiële plannen nergens terug want we komen handen te kort aan het ondersteunen van al die mensen in de muziekscholen die onder vuur liggen.’ Boelhouwer pleit voor extra investeringen van de Rijksoverheid in muziekonderwijs. Wat betreft het binnenschoolse muziekonderwijs werd zij op 27 november op haar wenken bediend. De Tweede Kamer stemde voor een motie van Lodewijk Asscher (PvdA) en Vera Bergkamp (D66). Zij verzoeken de regering te bevorderen dat zoveel mogelijk kinderen kunnen meedoen met Meer Muziek in de Klas, via een jaarlijkse bijdrage van 500.000 euro voor 2019 en 2020. De Impuls Muziekonderwijs liep in juni af en nog niet genoeg scholen hebben de kans gehad eraan deel te nemen, stellen zij.


6 Achtergrond

Maak cultuureducatie niet afhankelijk van regioprofielen Het Rijk streeft naar een nauwere samenwerking met de decentrale overheden. Daarom hebben de regio’s de afgelopen maanden cultuurprofielen opgesteld. Frank van der Hulst was betrokken bij het Utrechtse cultuurprofiel. ‘Goed cultuuronderwijs dient van Schiermonnikoog tot Kuttingen gefaciliteerd te worden. Punt uit.’ In juni 2018 besloten de gezamenlijke overheden stedelijke en regionale cultuurprofielen op te stellen. Dit is nieuw. In eerste instantie was het doel om meer afstemming en samenhang te brengen in de plannen voor de Basis Infrastructuur (BIS) vanaf 2021. Bij het opstellen kwamen cultuureducatie en cultuurparticipatie gaandeweg ook als thema’s in beeld. De steden Utrecht en Amersfoort en de provincie Utrecht vonden elkaar snel. Met het succes van het ‘Jaar van de Stijl’ op het netvlies kwamen zij overeen om DSP-groep een verkenning te laten uitvoeren. Eind september verscheen deze verkenning. Deze bevatte vier kansrijke thema’s: een meer inclusieve cultuursector, meer verbinding tussen het grootstedelijk gebied en het cultuurlandschap, ruimte voor makers en ook, jawel, investeren in cultuureducatie voor het voortgezet onderwijs.

‘Provincies zijn het eerst aan zet’

Mijn pleidooi is dat de provincie Utrecht haar inzet voor cultuureducatie in het primair onderwijs voortzet en daarnaast investeert in cultuureducatie voor het voortgezet onderwijs. Verder pleit ik ervoor dat de provincie de Kunstbende (weer) ondersteunt en deelneemt aan de matching vanuit rijk in programma’s voor cultuurparticipatie. In alle gevallen is de provincie niet als enige aan zet. Ze maakt het met anderen mogelijk. Dat is krachtig en past bij de provinciale rol. De reeks gesprekken met partijen uit steden en provincie was waardevol. Opnieuw werd duidelijk dat culturele partijen in de stad betrekkelijk weinig zicht hebben op het provinciale speelveld. Laat staan dat zij zich realiseren dat er in gemeenten als Zeist, Houten en Woerden ook interessante culturele ontwikkelingen zijn. Als meer samenwerking en samenhang het doel is draagt dit proces daar meteen aan bij. Zo is het oprichten van een nieuwe ambitieuze Stichting Kunstbende voor stad en provincie versneld. Je gunt elk kind en elke jongere van 4 tot 18 goed cultuuronderwijs. Het versterkt ieders creatief vermogen. Jan Jaap Knol (Fonds voor Cultuurparticipatie) noemde recent op het opinieplatform Cultureel Kapitaal investeren in goed cultuuronderwijs ‘een absolute noodzaak omdat het kinderen leert zich te verplaatsen in andermans perspectief.’ En dat biedt dan weer het beste harnas tegen onverdraagzaamheid. Het zou zeer onwenselijk zijn als de nu opgestelde profielen ertoe leiden dat investeren in cultuureducatie profielafhankelijk wordt. Goed cultuuronderwijs dient van Schiermonnikoog tot Kuttingen gefaciliteerd te worden. Punt uit. Hoe dominant de profielen uiteindelijk in het cultuurbeleid worden zullen we in 2021 zien. Ik hoop en voorzie dat deze exercitie al zijn vruchten af zal werpen bij de provinciale verkiezingen van maart 2019. Vóór de zomer wordt duidelijk of de nieuwe provinciale coalities meer willen investeren in kunst en cultuur. Het Utrechtse cultuurprofiel geeft daar onderbouwing voor. En het Rijk zal in haar afwegingen zeker mee laten wegen of ook de provinciale overheden het opgestelde profiel en de ambities serieus nemen. De provincies zijn als eerste aan zet.

Frank van der Hulst was als directeur van Kunst Centraal betrokken bij de totstandkoming van het Utrechtse cultuurprofiel.

Visual Thinking Strategies

Leren kijken zoals de ander kijkt Er zijn geen foute observaties bij Visual Thinking Strategies. Kinderen en volwassenen vertellen wat ze zien op een kunstwerk en kijken dan verder. In musea, het onderwijs en de zorg wordt ermee gewerkt. En met succes. Door Sofie Cerutti

‘Wat gebeurt er in deze afbeelding?’ ‘Ik zie een regenboog.’ ‘En wat kun je nog meer ontdekken?’ ‘Er staat een eenhoorn onder.’ ‘Waaraan zie je dat dat een eenhoorn is?’ ‘Nou, die staan altijd onder een regenboog.’

B

ij Visual Thinking Strategies (VTS) volgt een gesprek vaak andere lijnen dan gebruikelijk bij een rondleiding in een museum of bij het kijken naar een kunstwerk in de klas. De docent legt niets uit, vertelt niet wie het schilderij gemaakt heeft, wanneer of waarom. De deelnemers, volwassenen of kinderen, kijken en vertellen om beurten wat ze zien en waarom, en kijken dan weer verder. De docent is meer een gespreksleider en herhaalt steeds in iets andere woorden wat er gezegd is, zonder een mening of waardeoordeel te geven. ‘En dat is soms heel moeilijk, ja!’, lacht Wiegerina van der Meer, educatief medewerker van het Hannemahuis in Harlingen. ‘Wij volgden hier een training in het gebruik van VTS, het vergt voor veel mensen echt een omschakeling. Als rondleider ben je gewend informatie over te dragen, dingen uit te leggen. Dat moet je afleren. Je zegt niet: dat is geen eenhoorn, dat is een dorpje onder die regenboog. Iedereen mag zien wat hij zelf ziet, er zijn geen foute antwoorden of observaties. En het is juist ook zo grappig dat een kind in een dorpje een eenhoorn ziet.’

Woordenschat De basis van VTS is heel eenvoudig, die bestaat uit drie vaste vragen: Wat gebeurt hier? Waaraan zie je dat? Wat kunnen we nog meer ontdekken? ‘Zelf werk ik vaak met kinderen’, zegt Van der Meer, ‘maar met volwassenen werkt het op precies dezelfde manier.’ Kritisch observeren, denken, je gedachten onder woorden brengen, naar elkaar luisteren en op elkaar reageren, dat zijn allemaal aspecten die met deze methode ontwikkeld worden. ‘Je leert kijken zoals een ander kijkt; je ontwikkelt je woordenschat’, zegt Van der Meer. Dat gebeurt zelfs als kinderen zelf niets zeggen, merkte Caroline van Houten, leerkracht in het basisonderwijs. ‘Je hebt altijd kinderen die graag het woord nemen in een groep en kinderen die dat niet doen. Niemand krijgt de beurt die dat niet wil. Maar ook een kind dat niets of weinig zegt, hoort nieuwe woorden, en de parafrase van de docent. Daar leer je ook van.’ Een jaar of vijf geleden kwam Van Houten zelf in aanraking met VTS. Zij raakte geïnteresseerd, ging VTS uitproberen in haar klas en merkte dat het heel goed werkte. Op de ASVO-school in Amsterdam, waar zij werkt, zijn inmiddels alle leerkrachten erin getraind. ‘Het streven is die met elke klas tien keer per jaar toe te passen. Dat kost maximaal twintig minuten, eens in de drie of vier weken. Dat is haalbaar. Je merkt echt een enorm verschil als kinderen dit regelmatig doen.’

Concentratie oefenen

Geconcentreerd kijken, woorden zoeken en gedachten onder woorden brengen.


Cultuurkrant NL 7

LEERLINGEN TIJDENS EEN LES VOLGENS DE VTS-METHODIEK

Mensen met veel culturele bagage staan minder vaak open voor VTS

Het zijn precies ook vaardigheden die mensen met niet-aangeboren hersenletsel willen trainen, bedacht neuropsycholoog René ter Horst toen hij jaren geleden puur toevallig voor het eerst van VTS hoorde. Op het vliegveld van New York ontmoette hij Florentine Peijnenburg, iemand die al jaren in de Verenigde Staten woonde en als museummedewerker met deze techniek werkte. Later zou zij een van de oprichters worden van VTS Nederland. Ter Horst ging met de methode aan de slag in Nederland. Het bleek inderdaad verbazingwekkend goed te werken. In revalidatiecentrum Reade in Amsterdam wordt VTS inmiddels regelmatig ingezet, bijvoorbeeld bij mensen met afasie. ‘Mensen met niet-aangeboren hersenletsel hebben vaak moeite met concentratie, de

FOTO VTS NEDERLAND

aandacht ergens op richten, woorden vinden voor wat ze willen zeggen’, zegt Ellemarie Molenkamp, logopedist bij Reade. ‘Dat zijn allemaal vaardigheden die je met VTS goed kunt oefenen. Aandachtig kijken, de beurt nemen, een zin formuleren.’ Natuurlijk zijn er in een groep vaak verschillende ‘niveaus’: mensen die beter of minder goed woorden uit kunnen spreken of moeite hebben op woorden te komen. Maar wrijving geeft dat zelden. ‘Bij VTS is het heel belangrijk dat iedereen aandachtig naar elkaar luistert. Dat schept ruimte voor verschillende input. En ja, bij de een is het al geweldig als hij één woord

verstaanbaar uitspreekt, een ander komt met veel langere of complexe zinnen. Iedereen kan zich op zijn eigen niveau verbeteren.’

Geweldig om te zien

Kennis van kunst of zelfs maar affiniteit ermee hoeven deelnemers niet te hebben. ‘Mensen met veel culturele bagage staan juist vaak minder open voor deze manier van werken’, denkt Van der Meer. ‘Iemand die kunstgeschiedenis heeft gestudeerd wil toch meer weten, bijvoorbeeld over de kunstenaar.’ ‘Enige belangstelling voor kunst is bij het

werken met VTS in de zorg wel noodzakelijk’, merkt Molenkamp. ‘Anders ziet iemand er misschien het nut niet van in en heeft er geen zin in. Dan bereik je je doel niet.’ Deelnemers die aanvankelijk weinig met kunst hadden, bloeien soms op met deze werkvorm. ‘Ik had laatst een jongetje uit groep 5 dat er absoluut geen zin in had, een museumles’, vertelt Van der Meer. ‘Hij stond met een boos gezicht achteraan. Na een paar vragen stond hij helemaal vooraan en maakte de ene opmerking na de andere. Dat is geweldig om te zien.’

Meer weten over VTS? Visual Thinking Strategies is een leermethode met open vragen over kunst, waarbij vaardigheden als waarnemen, kritisch denken en formuleren geoefend worden. VTS is vanaf het eind van de jaren tachtig ontwikkeld in het Museum of Modern Art in New York. In Nederland wordt de techniek in musea en het onderwijs gebruikt, van primair tot universitair, en ook in de zorg, met name bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel.

VTS Nederland zet zich in om deze methode te verspreiden binnen het Nederlandse onderwijs- en museumveld, biedt VTS-gesprekken aan in verschillende musea en verzorgt trainingen voor beginners en gevorderden. Meestal zijn deelnemers docenten en museummedewerkers, maar ook anderen zijn van harte welkom. www.vtsnederland.org Reade Amsterdam werkt met VTS met groepen mensen met

niet-aangeboren hersenletsel. Het revalidatiecentrum verzorgt ook trainingen voor professionals in de zorg en anderen. www.readeacademy.nl Nederland participeert in ‘Permission to wonder’, een driejarig project waar zes landen aan deelnemen. Onderzocht wordt hoe VTS in het onderwijs geïntegreerd kan worden. Het wordt gefinancierd vanuit het Europese Erasmus+ programma. www.permissiontowonder.com


8 Uit de praktijk

Professionals over maakonderwijs

Wetenschappelijk bewezen: je wordt blij van maken Maken hoort van oudsher bij de kunstvakken, maar sinds de komst van het vak techniek wordt daar ook veel gemaakt, vooral in het kader van het hippe maakonderwijs. Wat is de inbreng van de kunstvakken en wat levert knutselen en klooien op? ‘Bij maakonderwijs geldt: goed + fout = goud.’ Door Eeke Wervers • Illustratie Bas van der Schot

‘Door te klooien ontstaan nieuwe ideeën’

‘V

oor leraren organiseren wij de tweedaagse Teacher Maker Camp. Leraren van PO tot HBO maken kennis met digitale technieken als 2Den 3D-ontwerpen, vinyl en lasersnijden en 3D-printen. Ze zijn zelf weer even leerling en ontwikkelen allerlei creatieve en technische vaardigheden. We hopen natuurlijk dat ze die vervolgens zelf inzetten in hun klas. ‘Wij zien leerlingen als uitvinders die met behulp van moderne technologie leren ont‘Leerlingen als werpen en hun uitvinders’ ideeën uitvoeren. In een proces van exploreren en experimenteren leer je terwijl je maakt. Je weet van tevoren niet wat je precies gaat maken en al werkend en experimenterend kom je op ideeën. Er wordt niet altijd gewerkt vanuit het creatief proces of de ontwerpcirkel, maar vaak door te klooien. In het Engels wordt vaak de term tinkering gebruikt; klooien of knutselen, waarbij nieuwe ideeën ontstaan terwijl je met je handen bezig bent. Bij ons ligt het accent sterk op technologie, maar maakonderwijs kan ook gebruik maken van allerlei ambachtelijke technieken en materialen. Op scholen zie je

steeds vaker vakoverstijgende projecten ontstaan waarbij kunst, wetenschap en techniek worden gecombineerd, met een combinatie van fysieke en digitale technieken en materialen. Ook internationaal zie je dat terug in het STEAM-onderwijs, dat staat voor science, technology, engineering, art & math. Maakonderwijs en kunst horen bij elkaar. Veel kunstenaars werken op het snijvlak van kunst en technologie. Bij Waag gebruiken we kunst als inspiratiebron en om de fantasie van leerlingen te prikkelen. De procesgerichte manier van werken van de kunstvakken sluit goed aan bij maakonderwijs, evenals de open ontwerpopdrachten en het belang van verbeeldingskracht. Waar het bij techniek meestal gaat om de oplossing van een technisch probleem, gaat het bij kunst om uitdrukking te geven aan een eigen idee of gevoel.’ Karien Vermeulen is hoofd programma bij het LEARN lab van Waag, dat opereert op het kruispunt van kunst, wetenschap en technologie.

‘Bij maakonderwijs staan ‘wicked problems’ centraal’

‘O

p onze school deden we onder meer het project Bouwen in de Bauerstraat, over de stad van de toekomst. Hoe leven en wonen we in de toekomst en wat is daarvoor nodig? Met lessen over bijvoorbeeld bouwprincipes en een excursie. Leerlingen bouwden samen een stad, waarbij ze de nieuwe kennis toepasten in hun bouwwerken. Er was veel vrijheid, ze mochten werken met ICT of hamer & zaag, het mocht statisch of bewegend zijn. Een goed voorbeeld van maken gestuurd ‘Samen stad door leren en leren bouwen’ gestuurd door maken. ‘Het Nederlandse onderwijs is sterk op leren met het hoofd gericht en op vragen waarop één antwoord het juiste is. Ik weet dat antwoord al en de leerling nog niet. En bij het juiste antwoord krijg je een sticker. Fouten maken mag, want van je fouten kun je leren. Ja, maar in de praktijk is daar maar weinig ruimte voor. Bij maakonderwijs geldt: goed + fout = goud. Wicked problems staan centraal, problemen waarvoor meerdere oplossingen mogelijk lijken en waarvan niet één oplossing de beste is. Zo kun je kinderen verleiden om hun eigen ideeën naar voren te brengen. Het maakt

hun betrokkenheid groot. De kunstvakken zijn vaak teveel gericht op een techniek. Door het gebruik van voorbeelden is er bovendien te weinig ruimte voor creativiteit. De bijdrage van de kunstvakken ligt naar mijn idee meer in het stellen van de juiste vragen en het formuleren van open opdrachten. Dan kunnen ze een waardevolle bijdrage leveren aan andere vakken. Daarom ben ik ook een groot voorstander van STEAM-onderwijs, waarin wetenschap en kunst worden geïntegreerd. Om maakonderwijs goed vorm te geven gaan we met een designteam met leerkrachten, een onderzoeker en een procesbegeleider van de HAN de komende drie jaar werken aan de ontwikkeling en implementatie ervan.’

Martin Bokx is directeur van de Pieter Brueghelschool in Arnhem.

Op 25 en 26 mei vindt het Maker Festival Twente plaats, waar uitvinders, doe-het-zelvers, ambachtslieden, bedrijven, wetenschappers, kunstenaars en andere makers delen wat ze maken. www.tetem.nl/maker-festival-twente


Cultuurkrant NL 9

‘Door kunst zoek je langer door naar een antwoord’

‘Je wordt er blij van: het IKEA-effect ‘

‘W

e zijn gebruikers geworden, consumenten in plaats van makers. Veel speelgoed is al helemaal uit bedacht en laat weinig ruimte voor ontdekken. Wanneer zie je een kind nog lekker zagen en boren? Toch is dat heel goed voor kinderen, je krijgt zelfvertrouwen als het leren van nieuwe dingen lukt en je raakt vertrouwd met een techniek. Je leert ook beter als je echt met iets aan de slag gaat. Door met je handen iets te maken ontstaan er nieuwe verbindingen in je hoofd. ’Lekker Dat is wat anders zagen’ dan theoretische kennis. Bovendien word je er gelukkig van. Dat heet het IKEA-effect en is wetenschappelijk bewezen: als je een kast (deels) zelf in elkaar zet, ben je er blijer mee dan wanneer je diezelfde kast kant en klaar koopt. ‘Wanneer je nog nooit met een zaag hebt gewerkt of hebt geborduurd, kun je ook niet iets bedenken dat op die manier gemaakt wordt. De wens om iets te maken komt voort uit ervaring (en kennis en vaardigheden). Hoe meer verschillende ervaringen, hoe meer je kunt bedenken. Maakonderwijs wordt veel geassocieerd met nieuwe technologie en apparaten en

dat is prachtig. Maar ik pleit ook voor het gebruik van ouderwetse gereedschappen en technieken, praktische laagdrempelige knutselervaring is een goede voorbereiding op complexere dingen als programmeren. Voor veel kinderen voelt een knutselclub daardoor misschien toegankelijker dan een fablab, omdat een fablab zo nieuw en spannend is. Het mooiste is het natuurlijk als het niet uitmaakt: ik zag in een maakplaats in een bibliotheek in Amsterdam een tasje gemaakt van de poot van een oude knuffel. Met 3D geprinte enge nagels eraan, zodat het een nog spannender tasje werd. Dat is maken op voorwaarde van het kind: techniek staat in dienst van het doel.’ Astrid Poot is kunstenaar, ontwerper, maker en creatieve duizendpoot lekkersamenklooien.nl

‘I

n het kader van het INNOVATE Festival in Gelderland initieerde het LAB Kunst & Techniek een project waarbij de leerlingen de volgende challenge kregen: Maak een kunstwerk voor in de Sint Jansbeek - gebruik hierbij het Arnhemse water om energie op te wekken voor de stad. De werkstukken werden gepresenteerd op de onderwijsdag van het festival. De schoolprojecten werden ontwikkeld door teams met een student van de lerarenopleiding beeldend van ArtEz, een student van pabo HAN en ‘Elkaar een leerkracht. versterken’ Maken is belangrijk voor kinderen en voor het onderwijs, het verbindt hoofd, hart en handen. Door te ervaren en te ontdekken worden kinderen eigenaar van hun leerproces. Maken gebeurt van oudsher bij de kunstvakken, maar ook steeds meer bij het vak techniek. De procesgerichte aanpak is vergelijkbaar, je werkt vanuit een vraag en vanuit nieuwsgierigheid. Kinderen experimenteren, onderzoeken en reflecteren. Maakonderwijs is het voertuig voor de integratie van kunst, wetenschap en techniek. Binnen CmK Gelderland onderzoeken we hoe kunst en techniek een wezenlijke

bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van creatief denken en handelen van de basisschoolleerling. Met een groepje professionals onderzoeken we in het LAB Kunst & Techniek hoe deze twee elkaar kunnen versterken binnen het basisonderwijs. De specifieke bijdrage van kunst is dat je verder of langer doorzoekt naar mogelijke antwoorden op een vraag. Kunst doet een groter beroep op je creativiteit. Daar kan techniek - maar ook elk ander vak - baat bij hebben. Een student van ArtEz formuleerde die andere manier van kijken heel mooi naar aanleiding van een kettingreactie die door kinderen was gebouwd. ‘Het is geen neutraal balletje dat een circuit doorloopt, door te kijken vanuit kunst gaat dat balletje leven, krijgt het een identiteit.’ Dan ontstaat er een heel ander werkstuk.’

Miranda Siemelink is adviseur onderwijs bij CultuurmijOost en moderator van het LAB Kunst & Techniek.

Wil je je goede voorbeelden van maakonderwijs delen via het LKCA? Stuur een mailtje naar eekewervers@lkca.nl


10 Opinie en Onderzoek

Een geweldige oefenplaats om écht kritisch te leren denken Dr. Piet van der Ploeg is als onderzoeker en docent Onderwijsfilosofie en -ethiek verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij onderzoekt vooral de geschiedenis en filosofie van onderwijsvernieuwing, van burgerschaps­ vorming en van kritisch denken. Momenteel werkt hij onder meer aan het ontwerpen van onderwijs dat kritisch denken en burgerschapsvorming kruist met andere educaties, zoals kunst- en cultuureducatie.

Opinie Voor Piet van der Ploeg zijn ‘gewoon’ kritisch denkende leerlingen niet genoeg. Ze moeten ook leren dóór te vragen. Dwars en creatief te zijn. En daar komt de kunst om de hoek kijken.

K

ritisch denken is in. Het wordt in onderwijsbeleid en onderwijspraktijk omarmd als nuttige competentie, de zoveelste onze-eeuwse vaardigheid. Extra bruikbaar, heet het, in tijden van onzekerheid, complexiteit en onenigheid. Kritisch denken wordt voorgesteld en ingezet als een ‘skill’ of een ‘tool’, een algemene vaardigheid; het moet helpen bij analyseren, probleem oplossen, oordelen en zelfreflectie, en zodoende bij ontraadselen, ontzenuwen, grip krijgen en zelfregulatie. Het is een soort gereedschap, handig bij verhelpen en herstellen, bij maatschappelijk en persoonlijk oliën en smeren en in praktische wijsheid, bezonnen

Ontvorming doorbreekt, verstoort, ondermijnt, bevrijdt

professionaliteit en actief burgerschap. Dit is kritisch denken zoals het in trek is in en rond het onderwijs; inderdaad een nuttige competentie. Het komt niet uit de lucht vallen en het is ook eigenlijk wat ouder dan 21ste eeuws, want het werd precies honderd jaar geleden al populair in ‘progressive education’, het Amerikaanse vernieuwingsonderwijs, vooral dankzij de onderwijsfilosoof John Dewey. Ook bij Dewey was kritisch denken een nuttige algemene vaardigheid. En waar zijn pragmatisme weinig oog voor had, is een blinde vlek gebleven. Kritisch denken is namelijk veel meer. Het kan ook anders, minder instrumenteel.

Waartoe zijn wij op aarde? De koepels vinden Onderzoek De circa honderd amateurkunst­ koepels in ons land worstelen met hun bestaansrecht. Het aantal leden neemt gestaag af en er is gebrek aan middelen. De meeste zijn hard op zoek naar hun meerwaarde, zo blijkt uit een recente inventarisatie. Door Arno Neele

N

ederland is sinds de negentiende eeuw een echt verenigingsland; ons land kent een enorme hoeveelheid cultuurverenigingen. Die hebben zich – per discipline en op ideologische grondslag – weer verenigd in overkoepelende verenigingen: koepels en bonden. Zo ontstond een fijnmazig en verzuild netwerk van koepels en bonden voor de amateurkunst. De laatste decennia zien we een proces van nationalisatie; koepels werken steeds meer op landelijk niveau samen. Voorbeelden zijn de totstandkoming van Stichting Textiel Informatie Centrum (STIDOC), de Koninklijke Nederlandse Muziekorganisatie (KNMO) en Koornetwerk Nederland.

Bestaansrecht Door de bundeling van krachten op landelijk niveau vergroten koepels hun efficiency, slagkracht en zichtbaarheid. Het is daarmee een antwoord op de uitdagingen waarmee koepels kampen. Het LKCA verzamelde en beschreef deze uitdagingen recent in de publicatie Koepelorganisaties in de amateurkunst - De belangrijkste uitdagingen. Twee belangrijke uitdagingen zijn het teruglopen van het aantal leden en het gebrek aan middelen voor het organiseren van activiteiten. Dit raakt direct aan het bestaansrecht van koepels, een andere uitdaging waarmee koepels worstelen. Waartoe zijn wij anno 2018 op aarde? Het bestaansrecht voor koepels en bonden binnen de amateurkunst is namelijk niet altijd meer een vanzelfsprekendheid. Zo zien we dat de koepels voor amateurtheater al nagenoeg van het toneel zijn verdwenen. Het probleem is dat veel cultuurverenigingen vaak ook goed kunnen functioneren zonder de diensten van een koepel. Dat is een van de grote verschillen met de sport, waar de bonden een veel duidelijkere rol en sterkere positie hebben.

Sport als spiegel

Wanneer je als sportvereniging of individu competitie wilt spelen ben je aangewezen op het lidmaatschap van een bond die de competitie binnen de discipline organiseert. Sportbonden zijn verantwoordelijk

FOTO THINKSTOCK

voor de gehele keten van talentontwikkeling. Amateurs én profs zijn lid van dezelfde bond. In de culturele sector vindt het opleiden tot professionele kunstenaars juist plaats buiten de verenigingen en koepels. Dat geldt zelfs veelal voor de opleiding van artistieke begeleiders (dirigenten en regisseurs). Alleen de hafabra-sector met zijn concoursen en wedstrijden en het zelf opleiden van amateurmusici heeft enige overeenkomsten met de sportwereld. Wel hebben steeds minder muziekverenigingen behoefte zich in competitieverband te meten met andere verenigingen.

Landelijke bundeling vergroot de slagkracht


Cultuurkrant NL 11 Betuttelend en bevoogdend Kritisch denken kan begrepen worden als problemen máken en dóórvragen, bevorderlijk voor ontregelen en schuren, voor desoriënteren en on(t)zekeren, voor verzet en verwondering, voor scepsis en bescheidenheid. Hoe moet ik het noemen? Open denken, dwars denken, creatief denken… Laten we zeggen: kritisch kritisch denken. Leren kritisch denken in instrumentele zin is een aspect van vorming. Bijvoorbeeld van burgerschapsvorming. Leren kritisch denken in non-instrumentele zin, leren kritisch kritisch denken, is ontvorming. Het doorbreekt, verstoort, ondermijnt, bevrijdt. Voor ontvorming is in het onderwijs weinig aandacht. Hoewel het broodnodig is. Bijvoorbeeld met het oog op burgerschap. Burgerschapsvorming is vaak betuttelend, belerend en bevoogdend. Scholieren leren brave burgers te zijn: actief, betrokken, geïnteresseerd, vreedzaam, verdraagzaam, solidair. In burgerschapsvorming is kritisch denken hieraan ondergeschikt. Er is geen sprake van kritisch denken hierover; geen sprake van zulk burgerschap zelf bevragen. Geen discussie over bijvoorbeeld het dwingende en misleidende karakter van de participatie-ideologie, de onophefbare tegensprakigheid van tolerantie, de mogelijke wreedheid van vreedzaamheid, de risico’s van democratie.

Rijke voedingsbodem

Niet alleen burgerschapsvorming biedt aanknopingspunten voor leren kritisch kritisch denken. Een uitstekend kader

voor leren kritisch denken in de betekenis van ontvorming is kunst- en cultuureducatie. Kunst is een context waarin creativiteit, onbepaaldheid, gelaagdheid en meerduidigheid gewoon zijn, waarin ‘van nature’ ruimte is voor tegendraadsheid, vrijdenkerij en buiten-de-lijntjes in samenhang met hart voor de zaak, toewijding en engagement. Bovendien is kunst een prima oefenplaats voor vergelijking en kruising van verschillende soorten oordelen (zoals: esthetisch, epistemisch, metafysisch en ethisch). Het is al met al een rijke voedingsbodem voor kritisch kritisch denken. Hierom onderzoeken we momenteel de mogelijkheden voor het ontwerpen van leerlijnen kritisch denken die kunst- en cultuureducatie kruisen met burgerschapsvorming. Ik heb hier niet de ruimte om overtuigend te illustreren, maar ik wil toch een hint geven. In VO en MBO lijkt discussie over ‘politiek correcte’ en ‘incorrecte’ kunst zich goed te lenen voor aanstekelijk en creatief kritisch denken en tegelijkertijd voor kritische doordenking en evaluatie van dit denken zelf (zie bijvoorbeeld dit artikel van de Groene Amsterdammer: groene.nl/artikel/keepit-real). Het is een van de thema’s in ons onderzoek. De enerverende discussies bij het werken hieraan bewijzen al hoe vruchtbaar kunst is voor ontvormend denken. LEES DE COMMENTAREN VAN PIET VAN DER PLOEG OP BURGERSCHAPSVORMING OP XS4ALL.ACADEMIA.EDU/PIETVANDERPLOEG

zich opnieuw uit Krachtenbundeling Het lidmaatschap van een koepel biedt natuurlijk zeker voordelen. Dan gaat ’t bijvoorbeeld om het organiseren van ontmoetingen en het beschikbaar stellen en uitwisselen van informatie en kennis. Maar: dit voordeel is gedeeltelijk weggenomen door de voortschrijdende digitalisering. Zo was een eigen bibliotheekcollectie een belangrijke reden om lid te worden van een koepel. Nu staat veel informatie gratis op internet. Andere belangrijke diensten zijn het afsluiten van collectieve verzekeringen, de gezamenlijk afdracht van rechten (BUMA) en het organiseren van cursussen en workshops. De meeste koepels beseffen dat dit een wankele basis is. Zij willen méér. Vandaar dat een aantal koepels druk doende is zich opnieuw uit te vinden – zie de krachtenbundeling van de muziekkoepels en de textielverenigingen – om hun meerwaarde te vergroten voor hun leden. En dat is van belang. Want ook in deze 21ste eeuw is het belangrijk het Nederlandse verenigingsleven gezond en vitaal te houden. Verenigingen zijn namelijk een belangrijke voorziening voor de kunstbeoefenaar. Maar liefst anderhalf miljoen Nederlanders zijn actief binnen een cultuurvereniging. En het zijn de koepels die het dichtst bij deze verenigingen staan en ze heel goed kennen. ARNO NEELE IS ONDERZOEKER BIJ HET LKCA

Het LKCA ondersteunt koepels Het LKCA wil een bijdrage leveren aan het vergroten van de meerwaarde en de slagkracht van koepels en bonden. Een ronde langs de koepels heeft geresulteerd in de notitie Koepelorganisaties in de amateurkunst (te lezen via www.lkca.nl) met daarin de zes belangrijkste uitdagingen, inclusief eerste suggesties voor hoe daarmee om te gaan. Ook organiseert het LKCA landelijke koepeldagen. En met een aantal koepels werkt het LKCA intensief samen door ze tijdelijk te ondersteunen met kennis en mankracht, in enkele gevallen ook samen met financiële ondersteuning van het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Hoe zet je kunst in om mensen met psychosociale problematiek te helpen? In Nieuwegein werd met de pilot Kunst op Recept onderzocht welke culturele interventies werkzaam zijn. Onderzocht is nu wat de kunst de deelnemers bracht.

Wat betekende Kunst op Recept voor de deelnemers? In Nieuwegein is een aantal jaren geëxperimenteerd met ‘Kunst op Recept’ waarbij wordt geprobeerd het welbevinden van mensen te verhogen met behulp van culturele interventies. De initiatiefnemers – gezondheidscentrum De Roerdomp, DE KOM stadstheater en kunstencentrum en LKCA – veronderstelden van tevoren dat actieve deelname aan kunstzinnige projecten een bijdrage kan leveren aan het verhogen van welbevinden en het voorkomen en herstellen van klachten van psychosociale aard. Het project is opgezet naar voorbeeld van Welzijn op Recept. Het Verwey-Jonker Instituut deed onderzoek naar de vraag welke betekenis de interventies hebben voor de deelnemers.

‘Het stopt het malen in mijn hoofd’

Wat kwam eruit? Veel deelnemers hebben zichzelf aangemeld. Dit deden zij voornamelijk omdat ze van tevoren dachten dat het hen ontspanning of een goed gevoel zou geven en dat zij graag creatief bezig wilden zijn: ‘Ik weet dat schilderen goed voor mij is, omdat ik daarvan ontspan en loskom van de dagelijkse beslommeringen.’ Daarnaast noemen deelnemers het sociale aspect van de activiteit: zij wilden graag mensen uit de buurt ontmoeten of ‘onder de mensen’ zijn. Enkele deelnemers noemen de laagdrempeligheid en/of betaalbaarheid van de activiteit, persoonlijke ontwikkeling of dat een specifieke techniek die werd aangeboden hen aansprak. Een enkeling noemt specifiek psychische problemen. Deelnemers waarderen de inhoud van de activiteit. Voor meerdere deelnemers bracht de kunst hen inderdaad gezelligheid, sociale contacten en sociale steun. Daarnaast noemen meerdere deelnemers dat de activiteit hen ontspanning, een positief gevoel of rust in het hoofd geeft. En ze hoeven even nergens aan te denken: ‘Het bracht mij een opgewekt gemoed en met mijn handen bezig zijn stopt het malen in mijn hoofd.’ Ook wordt genoemd dat het volgen van de cursus voorziet in hun creatieve behoefte, zelfvertrouwen en zelfinzicht heeft gegeven of de mogelijkheid om zich beter te uiten. Tot slot noemen enkele deelnemers technieken die zij hebben geleerd. Voor de deelnemers is duidelijk dat Kunst op Recept geen therapie is en docenten geen therapeuten zijn. Kunst op Recept functioneerde náást zorgverlening. Het ‘op recept’ deel van het project, namelijk de manier van verwijzen en de terugkoppeling, zal de komende periode aandacht vergen. Naast het onderzoek naar de effecten is ook de samenwerking tussen de verschillende partijen onderzocht. In februari 2019 verschijnt een uitgebreide digitale ‘Handreiking Kunst op Recept’.

Freek de Meere is hoofd van de onderzoeksgroep Sociale vitaliteit en veiligheid van het Verwey-Jonker Instituut.


12 Nieuws

‘Subsidie blijft wel noodzakelijk voor veel culturele organisaties. Ik vind trouwens dat we helemaal niet subsidie krijgen. Met het geld vanuit de gemeenten helpen we doelen van de gemeenten te realiseren. We hebben gewoon een opdracht, zoals een bedrijf dat de weg asfalteert.’

Blijf op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied! Neem kosteloos een abonnement op de Cultuurkrant NL via lkca.nl/ cultuurkrantnl. De Cultuurkrant NL verschijnt enkele malen per jaar.

ALDUS MARIJKE LICHER IN DE STENTOR. LICHER NAM AFSCHEID VAN CULTUURKUST, DE ORGANISATIE DIE IN HARDERWIJK, NUNSPEET, ERMELO EN PUTTEN CURSUSSEN EN WORKSHOPS BIEDT. FOTO CULTUURKUST / HANNA HACHULA

In januari beschikbaar Van knutselen naar kunstelen Welke rol spelen expressievakken in het curriculum van de MBOopleidingen onderwijsassistent? Het LKCA deed een inventarisatie door middel van interviews met vakdocenten en teamleiders van acht verschillende opleidingen. In deze rapportage wordt een eerste beeld geschetst. Er wordt dieper ingegaan op de opleiding en het vak van onderwijsassistent, hoe expressievakken worden ingezet. Ook het kwalificatiedossier komt aan bod. VAN KNUTSELEN NAAR KUNSTELEN

(AUTEURS: HENK SMIT, HUUB BRAAM M.M.V. NADINE BRIL) IS VANAF JANUARI GRATIS TE DOWNLOADEN VIA WWW.LKCA.NL.

Vereniging in Verandering In de publicatie Vereniging in Verandering belicht het LKCA een aantal verenigingen die het roer hebben omgegooid, het anders dan gebruikelijk aanpakken en daar succesvol in zijn. Het LKCA ging op zoek naar hun motivaties om het anders aan te gaan pakken en heeft hen bevraagd op hun successen en op de werkwijze die daaraan heeft bijgedragen. Dat levert een inspirerend verhaal met nieuwe inzichten over hoe je als vereniging verandering kunt bewerkstelligen. VERENIGING IN VERANDERING IS

VANAF BEGIN JANUARI GRATIS TE DOWNLOADEN VIA WWW.LKCA.NL.

Van Engelshoven investeert in filmeducatie

M

inister Van Engelshoven trekt extra geld uit voor filmeducatie; 0,9 miljoen euro voor een pilot om de regionale infrastructuur te versterken. Een deel daarvan gaat naar de educatieactiviteiten van Eye. Daarmee wordt onder meer het Netwerk Filmeducatie uitgebreid met meer regionale partners. Ook wordt geïnvesteerd in onder meer een goede digitale leeromgeving en een goede aansluiting op het onderwijs. Het grootste deel van het budget gaat (via het Filmfonds) naar de regionale infrastructuur. Vanaf 2020 wil de minister structureel 2,9 miljoen extra investeren in filmeducatie. In mei stelde Van Engelshoven in de Tweede Kamer dat film in het curriculum thuishoort. Directeur van kindermediafestival Cinekid Floor van Spaendonck pleitte dit najaar voor vaste medialessen in het basisonderwijs en een verplichte kijklijst in het primair en voortgezet onderwijs. Tijdens Cinekid werd de VPRO Cinekid Top 100 gepresenteerd, een lijst met bijzondere jeugdfilms die je als kind gezien moet hebben. LEES OOK OP PAGINA 15: ‘EVEN VOORSTELLEN: DE EERSTE FILMLERAAR VAN HET JAAR’.

179.000.000 Dat kost een uur cultuureducatie per week op elke school, gegeven door een vakleerkracht. Minister Ingrid van Engelshoven (OCW) schrijft dit in antwoord op Kamervragen over de Monitor cultuureducatie primair onderwijs 2017-2018.

Wat vind je van deze krant?

We willen graag weten wat je van de Cultuurkrant NL vindt. In januari ontvang je van ons een mail met een kleine enquête. Je helpt ons enorm door die enquête in te vullen. Dan kunnen we in de toekomst nog beter rekening houden met jouw wensen. ADVERTENTIE

HOE BOUW JIJ AAN BELEID VOOR CULTUUR IN ONDERWIJS EN VRIJE TIJD? Surf naar cultuurbeleidschoolenvrijetijd.nl en stel simpel en snel het toekomstige beleid van jouw gemeente of organisatie samen. De website bevat 124 ‘bouwstenen’ met praktijkvoorbeelden om te bouwen aan… • de visie van jouw gemeente • (nieuwe) doelgroepen en partners • (nieuwe) beleidsinstrumenten • samenwerking met andere beleidsterreinen Ook biedt de online tool vier kant-en-klare modellen voor de ‘creatieve gemeente’, de ‘talentvolle gemeente’, de ‘sociale gemeente’ en de ‘vitale gemeente’. Vragen? Reageren? Neem contact op met Fenna van Hout (fennavanhout@lkca.nl) Cultuurbeleidschoolenvrijetijd.nl is een initiatief van LKCA, Cultuurconnectie, Raad van Twaalf en VNG


Cultuurkrant NL 13

De staat van het culturele leven Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) bracht een breed rapport uit over de staat van ‘het culturele leven’, dat kunst, ontwerp en erfgoed omvat.

In totaal besteedden Rijksoverheid, provincies en gemeenten in 2017 bijna 3 miljard euro aan cultuur, stelt het SCP. Gemeenten nemen hiervan twee derde voor hun rekening. Nog geen tien procent van het totale bedrag wordt uitgegeven aan cultuureducatie, waarvan driekwart 85 procent volgt door onderricht op de gemeenten. ‘commerciële Van alle markt’ Nederlanders doet twee derde minstens één keer per jaar als amateur aan cultuurbeoefening. Een derde van alle Nederlanders houdt zich bezig met erfgoed, zoals onderzoek naar lokale geschiedenis. Meer mensen doen aan kunst- en erfgoedbeoefening naarmate ze jonger en hoger opgeleid zijn.

Onderwijs

85 procent van de circa 2,5 miljoen mensen die onderricht volgen voor hun kunstbeoefening (lessen, cursussen, workshops) doet dat op de ‘commerciële markt’, zoals het SCP het omschrijft, of via digitaal kunstonderricht. De resterende

15 procent staat ingeschreven bij een kunsteducatieve instelling die is aangesloten bij Kunstconnectie; zo’n 380.000 mensen. De meeste scholen in het primair onderwijs besteden aandacht aan cultuuronderwijs en meestal is ook een interne cultuurcoördinator actief. Uit de door het SCP geraadpleegde monitors Cultuur­educatie blijkt weinig over wat er concreet in de klassen of daarbuiten gebeurt, maar ligt de nadruk op de organisatie van het cultuuronderwijs, zoals op de taakverdeling binnen de school en de samenwerkingspartners. Naar de tijd die leerlingen aan cultuuronderwijs besteden is voor het laatst gevraagd bij de monitor over het schooljaar 2013/’14, aldus het SCP. Het SCP haalt de Inspectie van het Onderwijs aan, die constateert slechts een beperkt zicht te hebben op de resultaten van leerlingen wat betreft kunstzinnige oriëntatie. Wel rapporteerde zij in 2017 dat het met de kennis en vaardigheden van leerlingen twintig jaar geleden op onderdelen beter gesteld was en dat niet de school, maar de culturele activiteiten van leerlingen in de vrije tijd een positieve bijdrage leveren aan hun kennis en waardering van erfgoed en kunst. HET CULTURELE LEVEN IS

TE DOWNLOADEN VIA WWW.SCP.NL

E

FOTO HET NATIONALE BALLET: SEBASTIEN GALTIER

‘Ik heb dromen geboren zien worden’ De Braziliaanse Daniel Robert Silva is danser bij Het Nationale Ballet. Zijn leven veranderde totaal toen hij als kind in contact kwam met ballet tijdens een project voor kansarme kinderen. ‘Misschien kunnen balletstudenten naar scholen in achterstandswijken gaan.’ Door Francine van der Wiel

Er kan meer dan je denkt

r zijn allerlei bekende obstakels - gebrek aan tijd, geld, personeel, deskundigheid, ruimte en materiaal - die basisscholen ervan weerhouden om kunst en cultuur een vaste plek in hun onderwijs te geven. Wanneer lukt het wel? Op vijf scholen vroeg het LKCA aan de schoolleider en de cultuurcoördinator hoe zij dit doen. In de brochure In je fantasie kan alles… In werkelijkheid kan er meer dan je denkt! worden hun lessen gedeeld in acht richtlijnen en quotes. Ook bij de koplopers komt cultuureducatie bovenop het uitgebreide takenpakket van leraren en ook zij ervaren een gebrek aan middelen. Toch weten ze cultuureducatie uitvoerbaar én duurzaam te maken. Door cultuureducatie expliciet te verbinden met de pedagogische visie van hun school. Of door het te verbinden aan andere vakken en (kern)doelen. Zo zegt een medewerker van een jenaplanschool in Amsterdam: ‘Alles wat we bieden aan kunst en

Uit de kunst

cultuur past binnen wereldoriëntatie. Omdat dit al een heel groot stuk van onze tijd pakt, hebben we dat in een soort curriculum gezet. Wij kiezen niet voor één discipline, maar bieden zoveel mogelijk disciplines aan. In samenhang, omdat we anders met onze tijd in de knoei komen.’ Het lukt ook door de verantwoordelijkheid voor cultuureducatie te delen met het hele team en met de culturele omgeving. Bovendien nemen alle vijf de scholen deel aan het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. TE BESTELLEN OF TE DOWN­LOADEN VIA WWW.LKCA.NL

Als weinig anderen weet Daniel Robert Silva hoe radicaal je leven kan veranderen door de kennismaking met kunst. De 22-jarige Braziliaanse rijzende ster van Het Nationale Ballet werd geboren in een van de favela’s van Uberlândia en vanaf zijn vroegste jeugd was hij, ook thuis, omringd door armoede, ‘Leraren, geweld, drugs en criminaliteit. vertel Niets wees erop verhalen!’ dat dat niet ook zíjn voorland was. Tot hij balletles kreeg, op het huiswerkinstituut waar zijn oma hem naartoe stuurde om hem te behoeden voor de gevaren van de straat. ‘Het was een sociaal project voor kansarme kinderen waar veel aandacht voor cultuur was. Elke maand gingen we naar een voorstelling. Dat heeft mijn leven totaal veranderd. Het geluksgevoel na afloop: na afloop ben jíj even die prins, die krijger. Het ondergaan van kunst boort diepe gevoelens aan.’ Directe confrontatie met kunst is dus belangrijk, vindt hij. Met de

Junior Company van Het Nationale Ballet bezocht hij regelmatig basisscholen. ‘Eerst alle klassen langs om met de leerlingen te praten en vragen te beantwoorden, daarna een voorstelling. Sommige kinderen waren direct gegrepen, zo mooi. Ik heb dromen geboren zien worden. Precies zoals het met mij is gegaan. Misschien kunnen studenten van de balletacademie ook naar scholen in achterstandswijken gaan. Breng het theater naar hen toe.’

Tussenkop

Wel moet het zaadje, eenmaal geplant, gevoed blijven worden. En het is natuurlijk niet mogelijk elke week dansers naar school te halen. Daniel is stellig: ‘Leraren, vertel verhalen! Niets ingewikkelds, maar de verhalen van de balletten, verhalen over spitzen, verhalen over de mensen in de kunst: beroemde dansers, beroemde schilders, beroemde musici. Vertel verhalen, al is het elke keer maar tien minuutjes. En blíjf het doen.’ Juist als de afstand tot de kunstwereld groot is, biedt dat een ingang. Kinderen smullen ervan, weet hij. ‘Als kind vind je het geweldig te ontdekken dat jij iets weet wat niet iedereen weet. Dan voel je je trots, en wil je het rondbazuinen. Zo zijn kinderen.’ Lachend: ‘Sommige volwassenen trouwens ook.’


14 Achtergrond Achter de cijfers

Waarom maken speciale scholen vaker een eigen cultuurprogramma? 45 procent van de speciale onderwijsscholen stelt zelf een programma van culturele activiteiten op, tegen 37 procent van de reguliere basisscholen. Zijn ze in het speciaal onderwijs extra gemotiveerd of gebeurt het ook uit pure noodzaak? Zoë Zernitz kijkt achter de cijfers. PERCENTAGE SCHOLEN DAT ZELF EEN PROGRAMMA VAN CULTURELE ACTIVITEITEN MAAKT REGULIERE BASISSCHOLEN

SCHOLEN VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

Speciale programma’s zijn kostbaar, de doelgroep is in verhouding klein

S

pedagogische en didactische kwaliteiten, maar ook om inhoudelijke afstemming van het programma op de culturele ontwikkeling van de leerlingen. Maatwerk is dus noodzakelijk: er zijn weinig geschikte programma’s voor deze kinderen beschikbaar. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Althans, niet voor de scholen die zelf actief de handschoen opnemen. Maar hoe zit het met die 55% van de scholen die dat niet doet? Voor reguliere basisscholen is er een alternatief: zij kunnen een programma met culturele activiteiten afnemen. Maar dat alternatief is er niet, of lang niet overal, voor het speciaal onderwijs. Dit kan betekenen dat wanneer een school zelf geen programma maakt, er ook geen programma is. En dat de leerlingen daardoor veel minder kansen krijgen om het culturele aanbod in hun omgeving te verkennen.

gesteld om het speciaal onderwijs tegemoet te komen? En is er een taak weggelegd voor de cultuurcoach, als bemiddelaar tussen vraag en aanbod? De nieuwe regeling combinatiefuncties biedt hiervoor kansen, aangezien die sterker inzet op inclusie. Leerkrachten in het speciaal onderwijs zien minder vaak dan leerkrachten in het regulier onderwijs dat hun leerlingen zich verbonden voelen met ons culturele verleden en beschikken over verbeeldingskracht en originaliteit, blijkt ook uit de monitor cultuureducatie PO. Juist dat feit wijst erop dat cultuureducatie hier wel eens extra belangrijk zou kunnen zijn. En dan zijn voldoende ondersteuning van de scholen én een culturele omgeving die ook op leerlingen met een beperking toegerust is, gewoon harde noodzaak.

Zelf een programma van culturele activiteiten maken vereist mankracht en middelen. Die zijn, net als op reguliere scholen, niet op alle speciale scholen voldoende beschikbaar. Dat het in het speciaal onderwijs meer van het initiatief van de scholen zelf afhangt, maakt cultuureducatie daar dan ook kwetsbaarder. Zij kunnen nu niet terugvallen op de culturele omgeving. Zouden deze scholen niet beter ondersteund kunnen worden, bijvoorbeeld door extra middelen? Zou de culturele omgeving niet beter in staat kunnen worden

ONDERWIJS 2017-2018 (RESEARCHNED

Cultuureducatie extra belangrijk

Cultuureducatie met Kwaliteit Binnen het programma CmK is en wordt veel kennis ontwikkeld. Om goed gebruik te maken van alle aanwezige kennis, inzichten, resultaten en tools, ondersteunt het LKCA landelijk het proces van kennisdeling, over de grenzen van projecten heen. Laat je verwonderen door de kennis van collega’s in het land. lkca.nl/verwonderolie Webinars In de eerste helft van 2018 heeft het LKCA enkele webinars georganiseerd. Heb je ze gemist? Terugkijken kan nog steeds. lkca.nl/over-het-lkca/webinars Overtuig de lokale politiek van cultuur Hoe overtuig je lokale en provinciale politici van het belang van cultuureducatie en -participatie? Hoe sluit je aan op de actuele politieke agenda? Antwoorden op deze vragen vind je in het Handboek Belangenbehartiging. www.lkca.nl/cultuurdeelje

Nu op Cultureel Kapitaal Evert Bisschop Boele Wij van het carnaval en zij van het suikerfeest? Stop met de polarisatie.

BRON: MONITOR CULTUUREDUCATIE PRIMAIR ONDERWIJS 2018-2018

cholen voor speciaal onderwijs stellen significant vaker dan reguliere basisscholen zelf een programma van culturele activiteiten op, blijkt uit de Monitor Cultuureducatie primair onderwijs 20172018. Bijna de helft (45%) van de speciaal onderwijsscholen (SBO, SO, VSO) doet dit, ten opzichte van 37% van de reguliere basisscholen. Ook het praktijkonderwijs is hierin erg actief (Monitor cultuureducatie VO, Sardes en Oberon, 2017). Dit is natuurlijk positief. De laatste jaren is op veel plekken ingezet op een meer vraaggerichte benadering van cultuureducatie. Scholen halen niet het ‘kant-en-klare’ cultuuraanbod in huis, is de gedachte, maar maken zelf een programma dat aansluit op hun onderwijsvisie, de leerlingen en hun culturele omgeving. Dat blijken scholen voor speciaal onderwijs dus vaker te doen. Maar komt dit voort uit ditzelfde ideaal, of is het ook uit noodzaak geboren? Hebben zij een keuze om meer vraaggericht te werken, of is er simpelweg niet voldoende geschikt aanbod? Het artikel van Dirk Monsma in de vorige Cultuurkrant NL wijst in de tweede richting. Hij constateert dat er maar weinig culturele organisaties zijn die kinderen met een beperking adequaat kunnen ontvangen. Speciale programma’s zijn kostbaar, omdat de doelgroep in verhouding klein is. En wil je betekenisvolle cultuureducatie in het speciaal onderwijs geven, dan vraagt dat niet alleen om goede

Nu op LKCA.nl

Sanne Scholten Over het belang van een inclusieve cultuursector.

Anke Purmer en Cara Stolp Tips voor theater maken met mensen met een verstandelijke beperking. Jan Jaap Knol Goed cultuuronderwijs leert om te gaan met meerduidigheid. Europa heeft dat nodig.

DE MONITOR CULTUUREDUCATIE PRIMAIR I.S.M. ONDERZOEKSBUREAU CLAUDIA DE GRAAUW) IS TE DOWNLOADEN VIA WWW.LKCA.NL

Zoë Zernitz is onderzoeker bij het LKCA

Dirk Bruinsma Drie succesfactoren voor locatievoorstellingen.


Cultuurkrant NL 15 Jeroen Stultiens over filmeducatie

Even voorstellen: de eerste Filmleraar van het Jaar Zijn leerlingen móeten hem wel de ideale leraar vinden. Welk kind wil nou niet in de klas naar The Lion King kijken? Maar ook ‘filmpje kijken’ moet volgens Filmleraar van het Jaar Jeroen Stultiens een duidelijk leerdoel dienen. Door Francine van der Wiel

A

ls puntje bij paaltje komt, vindt Jeroen Stultiens (32) filmles belangrijker dan muziekles. Eigenlijk zou het een zelfstandig vak moeten zijn. ‘We worden met zoveel beelden geconfronteerd: via de sociale media, televisie en film. Volwassenen weten al vaak niet hoe ze die moeten ‘lezen’, laat staan een kind. Zij moeten dus zo vroeg mogelijk leren hoe je beelden kunt filteren. Op de basisschool. Die heet niet voor niets zo. Als een kind een gegronde mening kan formuleren over wat hij of zij ziet, geeft dat rust: wat is waardevol voor mij, wat kan ik overslaan?’ Stultiens praat rap en enthousiast, hij vervult zijn rol als ambassadeur voor filmeducatie met verve. Een gloednieuwe rol: in september werd hij tijdens het Nederlands Film Festival uitgeroepen tot de allereerste Filmleraar van het Jaar. Drie dagen per week geeft hij les op de Montessorischool Roermond, daarnaast werkt hij voor twee educatieve filmprojecten: Hollywood In De Klas en het Unicef Kinderrechten Filmfestival. Filmeducatie staat de laatste tijd in het brandpunt van de belangstelling. Minister Van Engelshoven stelde onlangs 900.000 euro beschikbaar, en is voornemens daar in de komende jaren nog enige miljoenen bovenop te leggen.

tips over samen naar het nieuws kijken, hoe je erover kunt praten et cetera. Misschien een lijst met goede programma’s, films en YouTubekanalen. Klein beginnen, gewoon ín de klas. Niet meteen te groot en te spectaculair, maar overzichtelijk, zodat iedereen ermee uit de voeten kan.’

over pittige onderwerpen, zoals het verlies van een ouder, of hoe je omgaat met tegenslag in het leven. Ga je bij de pakken neerzitten, of ‘Hakuna Matata’?’

Wat is het belangrijkste bij het werken met film in de klas?

Dat vinden ze natuurlijk helemáál cool!

‘Ik zou willen dat er om te beginnen een soort mini-methode wordt gemaakt, in samenwerking met het netwerk van filmeducatie bijvoorbeeld. Nu zien veel collega’s filmeducatie vaak als iets wat er óók weer bij moet. Daarom laten ze het liggen. Met een mini-methode kun je bijvoorbeeld een vijfstappenplan aanreiken. Simpele

‘Alleen met duidelijke, vooropgestelde leerdoelen krijgt het meerwaarde. Rekenles geef je ook met een doel. Wat moeten de kinderen straks weten? Je kunt hartstikke leuk The Lion King laten zien, maar wat is de boodschap, welke aanknopingspunten biedt het verhaal? Als je zo naar die film kijkt, kun je – ook met jonge kinderen – een groepsgesprek beginnen

Wat zou een goede bestemming zijn voor dat geld?

FOTO RAMON MANGOLD

‘Ze roepen al snel: o, mogen we er een filmpje bij maken?’

shot, of het een close-up moet zijn, of een totaal shot, en welk effect dat heeft. Voor het Unicef Kinderrechten Festival bedenken en maken ze zelf films. Van consument worden ze producent van hun eigen filmpjes over maatschappelijke thema’s.’ Vooralsnog is filmles een nieuw vak. Als het al gegeven wordt, mag iedereen het geven. Maar kan iedereen het ook?

Behalve kijken en doorgronden, leert Stultiens kinderen tijdens lessen en workshops Hollywood In De Klas ook zelf filmpjes maken. ‘Zeker. Al die kids willen tegenwoordig vlogger of youtuber worden, dus met een echte camera trek je de aandacht wel. Maar ook hier zijn doelen belangrijk. Kinderen roepen al snel: o, mogen we er een filmpje bij maken? Dan vraag ik hen waarom ze denken dat dat iets toevoegt. Je kunt ook praten over de lengte van een

‘Met Hollywood In De Klas hebben we een zogenaamd Zelfstandig Eindfilm Pakket gemaakt, waarmee scholen zelf een lange speelfilm kunnen maken ter vervanging van de musical. Met de juiste gereedschappen gaat dat prima, al moeten sommige leerkrachten wel wat huiver overwinnen. Ook scholen die nooit eerder iets met film hadden gedaan, maken in één keer een speelfilm van 40 minuten. Ik zou het ook verstandig vinden als het structureel als vak in het curriculum van de pabo wordt geïntegreerd. Want als leerkracht kun je in deze tijd niet meer wegkomen met ‘dat het jouw ding niet zo is’.’ UNICEF KINDERRECHTEN FILMFESTIVAL:

KRFF.NL/. YOUTUBEKANAAL: YOUTUBE.COM/ CHANNEL/UCOQHDSYPKVFIFMIW8YLUW0G HOLLYWOOD IN DE KLAS: HOLLYWOODINDEKLAS.NL. YOUTUBEKANAAL: YOUTUBE.COM/USER/ HOLLYWOODINDEKLAS


16 Colofon

Nieuwe publicaties

SING ME IN

Samen zingen om de integratie te bevorderen

H

oe kun je met zingen de integratie bevorderen van jonge migranten en vluchtelingen? De drie handboeken en repertoirebundel van Sing Me In bieden didactische tips en methoden. Sing Me In is ontstaan op verzoek van de koorwereld. Tien organisaties uit Europa, waaronder ZIMIHC uit Utrecht, werkten eraan mee. UITGEVER: EUROPEAN CHORAL

ASSOCIATION - EUROPA CANTAT, 2018. 4 DELEN WWW.SINGMEIN.EU

ONDER WOORDEN BRENGEN

Wat betekent inclusie?

N

Nynke Feenstra biedt de museumsector een Nederlands jargon om het gesprek over inclusiviteit aan te gaan. Inclusie is een weloverwogen keuze: door een woord als ‘diversiteit’ binnen de organisatie te overdenken en te toetsen aan de huidige en ideale situatie, ontstaat een eerste aanzet richting inclusiviteit. Onder woorden brengen is een goed begin. Studio i is een initiatief van het Stedelijke Museum Amsterdam en het Van Abbemuseum in Eindhoven. N. FEENSTRA, S. VAN GEMERT-

PODIUMKUNSTEN IN DE CULTUREELMAATSCHAPPELIJKE INFRASTRUCTUUR

ZURE BOMMEN & BONBONS

H

oe positioneren de professionele podiumkunstgezelschappen zich binnen kunstzinnige en de cultureel-maatschappelijke infrastructuur? Welke functies dichten zij zich toe? Deze vragen vormen het uitgangspunt van een onderzoek van het LKCA en de UvA. Geïnterviewd werden Maas TD, Wunderbaum, Theater Utrecht, DOX, Artemis, Toneelgroep Oostpool en Het Houten Huis. Naar aanleiding hiervan is met alle deelnemers gesproken over onder meer artistieke waarde, publieksbereik, participatie en educatie, en diversiteit. C. DIELEMAN, P. EVERSMANN,

UITGEVER: STUDIO I, 2018, 17 P.

M. VAN MIERT- UITGEVER: LKCA, 2018,

TE DOWNLOADEN VIA

72 P. TE DOWNLOADEN VIA LKCA.NL

Handboek theatermaken met mensen met een verstandelijke beperking

H

andboek om theater te maken met mensen met een verstandelijke beperking, geschreven voor mensen die wél een opleiding binnen het sociale domein, maar geen drama- of theateropleiding hebben gevolgd, en tóch met een groep aan de slag willen gaan met drama. ANKE PURMER EN CARA STOLP.

PRIJS €35, BESTELLEN VIA INFO@ KIEMTHEATER.COM. WWW.KIEMTHEATER.COM

STUDIO-INCLUSIE.NL

Agenda

11 januari 2019 Voor de Klas in het Speciaal Onderwijs

Training van zes bijeenkomsten voor kunstenaars en docenten met ervaring in het ontwerpen van lessen en lesgeven in het reguliere onderwijs die graag hun horizon verbreden naar het werken met kinderen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. kc-r.nl/cultuureducatie/training-voor-deklas-in-het-speciaal-onderwijs

25 januari 2019 MBO-bijeenkomst in het Rijksmuseum

Het Rijksmuseum Amsterdam, Kennispunt MBO Burgerschap en het LKCA organiseren een inspiratiemiddag over burgerschap in een museale context voor docenten burgerschap en educatoren van culturele instellingen. lkca.nl/overzicht-agenda

14 februari 2019 Cultuurdebat Provinciale Statenverkiezingen

Wat doet cultuur voor de provincie en hoe kunnen provincies hun rol daarin zo goed mogelijk vormgeven? Ga in debat met gedeputeerden, culturele instellingen, cultuurfondsen, kunstenaars, ambtenaren van provincies en gemeenten, adviseurs en particuliere partijen. lkca.nl/overzicht-agenda

Cultuurkrant NL is een uitgave van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). De krant is voor professionals die werken voor cultuur op school of in de vrije tijd. Postbus 452, 3500 AL Utrecht • www.lkca.nl • Tel.030 711 51 00 • cultuurkrantnl@lkca.nl Je kunt kosteloos een abonnement nemen op de Cultuurkrant NL via www.lkca.nl/cultuurkrantnl De opinies in deze krant geven niet noodzakelijkerwijs de mening of het beleid van het LKCA weer. Artikelen mogen alleen na toestemming van de redactie en de auteur worden overgenomen. Hoofd- en eindredactie Marianne Selie Basisontwerp & vormgeving Marinka Reuten Druk Flevodruk Harlingen Oplage 6.500 En verder werkten mee Sofie Cerutti, Petra Faber, Paulien Franken, Leontine Herschoe, Frank van der Hulst, Freek de Meere, Arno Neele, Piet van der Ploeg, Sanne Scholten, Bas van der Schot, Miriam Schout, Francine van der Wiel, Josien Vogelaar, Kirsten Vogd, Eeke Wervers, Jet Wiechers Zoë Zernitz

Neem nu kosteloos een abonnement op de Cultuurkrant NL en blijf op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied. www.LKCA.nl/cultuurkrantnl 14 maart 2019 Onderwijsavond ‘Voor magie in spel is samen nodig’

Gijs Scholten van Aschat geeft een lezing over het thema ‘Spelen, leren, maken’. nivoz.nl/nl/ voor-magie-in-spel-is-samen-nodig

15 en 16 maart 2019 Nascholing Make! Do

Tweedaagse nascholing over ‘leren door te maken’. Vol workshops en lezingen: onderwijs voor en door makers. kc-r.nl/events/make-do

10 april 2019 NEXT STOP: Onbeperkt kunst en cultuur

Dé conferentie voor iedereen die meer wil doen met kunst en cultuur voor mensen met een beperking. Met ruimschoots aandacht voor cultuur in het speciaal onderwijs. lkca.nl/overzicht-agenda

25 mei - 1 september 2019 ZomerExpo ‘Visie op Europa’

ZomerExpo is de grootste kunsttentoonstelling met open inschrijving en anonieme selectie voor (amateur)­ kunstenaars. Aanmelding vóór 15 maart 2019. zomerexpo.nl

Waarmee kunnen we je helpen?

Wil je weten…

waar je de cursus icc kunt volgen in jouw regio? waar je literatuur kunt vinden voor je onderzoek? hoeveel muziekscholen er in Nederland zijn? of CKV ook verplicht is in het speciaal voortgezet onderwijs? bij wie je in Gelderland terecht kunt voor advies over fondsenwerving? Of in Noord-Holland?

Of heb je een hele andere vraag? Tob niet langer, maar bel ons. Of mail ons. Daar zijn we voor. Voor jou. Samen met jou. 030-7115100 vraag@lkca.nl www.lkca.nl

voor professionals die werken voor cultuur op school of in de vrije tijd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.