Weg aan de Vecht

Page 1

Weg a/d Vecht Het recreatieve netwerk van het Overijsselse Vechtdal



Weg a/d Vecht Het recreatieve netwerk van het overijsselse vechtdal

Maart 2007

In opdracht van:

Atelier Overijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit

Door:

Paul Roncken Volle Hoop Reiziger Landschapscurator

3



Inhoud

Vooraf Analyse

Strategie

Uitwerking

Samenvatting

Inleiding Het netwerk Twee gezichten Het derde gezicht Spagaat Maak gebruik van lokale initiatieven Geef het Overijssels Vechtdal status Zorg voor verschillende proďŹ elen Gebruiksruimte Zwarte Water-Dalfsen Dalfsen-Ommen Ommen-Hardenberg Hardenberg-Laar

7 9 11 13 25 29 31 35 37 43 55 67 69 71 73 75 77 85

5



Vooraf Atelier Overijssel werd in 2006 op initiatief van de provincie Overijssel in het leven geroepen, om te pleiten voor meer ruimtelijke kwaliteit in. Het atelier heeft een onafhankelijk positie en brengt in vijf deelstudies verschillende aspecten van de ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit bij elkaar. Het Overijssels Vechtdal is één van die deelstudies. Directe aanleiding voor de laatstgenoemde is het voornemen de Overijsselse Vecht een ‘half natuurlijk’ karakter te geven. De Overijsselse Vecht moet weer een ‘levende rivier’ worden, zonder stuwen en dammen, maar met wisselende waterstanden en meanders. In dat licht is Lola landscape architects, in samenwerking met Paul Roncken, gevraagd om het recreatieve netwerk van het Overijsselse Vechtdal te onderzoeken en, door het ontwikkelen van nieuwe principes en ingrepen, te verbeteren. In dit onderzoek worden het recreatief netwerk en het Overijssels Vechtdal ruim geïnterpreteerd. Het Overijsselse Vechtdal is niet alleen de rivierbedding, maar omvat de hele streek die haar naam ontleent aan de Overijsselse Vecht: het geheel van rivier, rivierbedding en het omringende landschap. Ook het recreatief netwerk gaat over meer dan alleen paden en routes. Het functioneren van een goed routestelsel hangt nauw samen met de eigenschappen van het omringende landschap, de landeigenaren, de voorzieningen en de aard van de bezoekers. Dit onderzoek is een handreiking voor een optimaal recreatief netwerk in het Overijsselse Vechtdal, van rivier tot camping. In de vorm van een uitgebreide analyse, een strategie en een uitwerking.

7



1.

Analyse



Inleiding Het Overijssels Vechtdal is een vakantielandschap, dat merk je gelijk. Het schilderachtige landschap, de stadjes, landgoederen en kastelen: alles ademt vakantie. Het is dus ook niet zo heel vreemd dat jaarlijks veel mensen naar het Overijssels Vechtdal trekken om te genieten van alles wat het te bieden heeft. In 2005 werden bijna 550.000 vakanties in het Overijssels Vechtdal doorgebracht. Dat komt overeen met bijna 3 % van alle binnenlandse vakanties in Nederland. In totaal brachten Nederlanders in 2005 3.546.000 nachten in het Overijssels Vechtdal door (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006). Dit soort getallen vertalen zich ook in economische cijfers. Zo geven de vakantiegangers in het Overijssels Vechtdal gemiddeld 19 euro per persoon per dag uit. In totaal bedragen de bestedingen van Nederlanders tijdens de binnenlandse vakanties in het Overijssels Vechtdal in 2004 83,6 miljoen euro (incl. vaste standplaats vakantie). Een kanttekening is dat de gemiddelde bestedingen per dag in het Overijssels Vechtdal (19 euro) lager liggen dan gemiddeld in Overijssel (22,70) en in Nederland (25,80 euro). Buitenlandse vakantiegangers spenderen jaarlijks circa 50 miljoen euro. Welk deel hiervan in het Overijssels Vechtdal besteedt, is niet bekend. Nederlanders geven tijdens een dagtocht gemiddeld 12 euro uit, dit komt in het Overijssels Vechtdal neer op circa 75 miljoen euro op jaarbasis (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006). In 2004 lag de werkgelegenheid binnen toerisme en recreatie er op 7,9% (ruim boven het Overijssels gemiddelde van 6,3%). EĂŠn op de dertien arbeidsplaatsen in de regio hangt samen met toerisme en recreatie. Het aandeel van het Overijssels Vechtdal binnen de totale werkgelegenheid bedraagt 11,5% (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006). In totaal wordt er een kleine 200 miljoen per jaar door toeristen en recreanten in het Overijssels Vechtdal besteed. Het is een aanzienlijke omzet en het maakt de toeristisch-recreatieve sector er tot een economische peiler van betekenis, ook wat de werkgelegenheid betreft. Toch is het toeristische seizoen in het Overijssel erg kort (alleen in de zomermaanden is het er ĂŠcht druk, de rest van het jaar zijn er maar weinig toeristen), komen er weinig buitenlanders en kunnen de bestedingen een stuk hoger. Iets dat de recreatieve sector zelf beaamt.

11



Het netwerk Routes Fietsers kunnen in het Overijssels Vechtdal hun hart ophalen, want het is opvallend is dat er met name veel fietsroutes zijn. Het Overijssels Vechtdal is dooraderd met lange afstandsroutes voor fietsers. Daarnaast heeft ieder dorp één of meerdere korte fietsrondes. Lange afstandsroutes worden beheerd door LAF, de grotere fietsrondes door de ANWB en de overige rondes door onder andere de VVV. Enkele voorbeelden zijn de Vechtdalroute (LAF), de Lemelerbergroute (ANWB) en rondje Ommen-Zuid (VVV). Er bestaat bovendien een groot aantal aan niet gemarkeerde routes, die met behulp van kaarten door andere organisaties opgezet zijn. Een grote groep ondernemers in het Overijssels Vechtdal heeft bijvoorbeeld zeven fietstochten georganiseerd. Voor iedere dag is er een andere route, in boek en kaartvorm te koop. Bezoekers van het Overijssels Vechtdal die zich op een andere manier bewegen, hebben het minder getroffen: voor hen zijn de routevoorzieningen dun bezaaid. Dit geldt bijvoorbeeld voor wandelaars, ruiters en watersporters. De uiterwaarden en oevers van de Vecht en de Regge zijn slecht ontsloten. De toegankelijkheid van sommige landgoederen vormt een knelpunt. En ook het aantal doorgaande wandelpaden over agrarische grond is beperkt. Steeds meer onverharde paden worden verhard en verliezen zo hun aantrekkelijkheid als wandelpad. Bovendien zijn de wandelpaden niet altijd exclusief voor wandelaars: fietsers gebruiken veelal dezelfde paden, iets dat niet altijd goed samengaat (Regio IJsselVecht 2005). Omgekeerd maken ruiters, bij gebrek aan korte routes, ook gebruik van wandelpaden. In andere doelgroepen dan wandelaars en fietsers wordt nauwelijks voorzien. Hoewel hoog gewaardeerd, zijn er in het Overijssels Vechtdal slechts twee mountainbikeroutes. Ook zoiets als een ‘Michelin Route Vechtdal’, een rondrit met de auto bestaat niet. De autoroute van Kunstwegen lijkt meer een ontsluiting van de kunstwerken, dan een route met intrinsieke kwaliteit. Er bestaan op dit moment ook geen plannen om iets dergelijks te maken. Bovendien zijn er geen aparte skeelerpaden of skeelerroutes in het Overijsselse Vechtdal. Over kano- en roeivoorzieningen is nauwelijks iets bekend (Regio IJssel-Vecht 2005). Iets wat op een vergelijkbare rivier als de Linge ondenkbaar is.

13


Fietsroutenetwerk


15

Waterroutenetwerk


Ruiterroutenetwerk


17

Autoroutenetwerk


Vaarroutenetwerk


19

Recreatieve voorzieningen


Recreatief netwerk


Knopen Op het eerste gezicht lijkt het recreatieve routenetwerk van het Overijsselse Vechtdal te bestaan uit een wirwar van routes, zonder enige logica. Een nadere blik maakt een en ander duidelijk. Het is bijvoorbeeld goed te zien waar de vraag naar routes het grootst is, of in ieder geval is geweest. Want die vraag heeft geleidt tot het huidige patroon en dichtheid aan routes. Hoe hoger de vraag, hoe dichter het routenetwerk ter plekke. Globaal is de routedichtheid tussen Ommen en Hardenberg het grootst. Dit is blijkbaar het gebied waar het vakantiegebeuren zich grotendeels afspeelt. Met meer precisie zijn er een aantal knooppunten in het netwerk aan te wijzen, plekken waar meerdere routes bij elkaar komen. Dit is bijvoorbeeld bij Junne het geval, een mooi esdorpje aan een brug over de Vecht. Bruggen zijn sowieso belangrijke knopen in het routenetwerk. Op sommige bruggen komen meer dan vijf verschillende routes bij elkaar samen. Op een aantal bijzondere knooppunten komen niet alleen routes bij elkaar, maar zijn ook meerdere attracties en voorzieningen op korte afstand van elkaar te vinden. Een aantal duidelijke knooppunten met voorzieningen bevinden zich net buiten de dorpen. Bij Ommen ligt bijvoorbeeld een recreatief knooppunt aan de zuidzijde van de Overijsselse Vecht. Hier komen niet alleen bijna alle langeafstandsroutes bij elkaar, maar het is ook het podium van onder andere landgoed Het Laar en het Nationaal Tinnen Figuren Museum. Opvallend is dat nauwelijks een route door het centrum van Ommen gaat. Bij Hardenberg ligt zo’n zelfde recreatief knooppunt ten zuidwesten van het stadje. Hier liggen grote campings als de vijfsterren Sprookjescamping en de Kleine Beltjes, en restaurants als het bospaviljoen-pannenkoekenrestaurant de Rheezerbelten.

Recreatieve knooppunten

21


Dalfsen

Junne

Bij Junne komen meerdere routes bij elkaar samen

Rondom de brug kent Dalfsen een behoorlijk routeknooppunt Ommen

Hardenberg

Groot recreatief knooppunten rondom Besthmen

Routes, campings en horeca ten westen van Hardenberg


Nieuw-Leusen

Vecht

Weinig routes over het platteland rond Nieuwleusen

Weinig routes tussen de bruggen over de Vecht

Hardenberg

Ontbrekende schakel ten zuiden van Hardenberg

Lage routedichtheid in de bossen van het Rechterense Veld

23



Twee gezichten Als je de het Overijssels Vechtdal wat beter leert kennen, wordt het duidelijk dat het toerisme er twee gezichten heeft: twee verschillende groepen van bezoekers en gebruikers. De twee gezichten kijken anders naar het landschap en hebben er verschillende verwachtingen van.

Pleziermakers Aan de ene kant zijn er de ‘pleziermakers’, de gezinnen met kinderen. Ruim 40% van de bezoekers van het Overijssels Vechtdal maakt deel uit van een gezin met voornamelijk kinderen tot elf jaar (landelijk 24%) (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006). Zij verblijven vooral op campings en bungalowparken. Van het totale aantal nachten dat in het Overijssels Vechtdal doorgebracht wordt, wordt 60% doorgebracht op een camping, 33% in een bungalow of appartement en slechts 1% in een hotel (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006). Er is in het Overijssels Vechtdal een grote keur aan gezinscampings. In het Overijssels Vechtdal zijn, volgens de gegevens van de VVV, 46 campings en 17 bungalowparken. De ouders lezen voor de caravan een roman, terwijl de kinderen spelen in de speeltuin of zich klaarmaken voor de campingdisco later die avond. Ze ondernemen wel eens een uitje naar Attractiepark Slagharen, of het luchtballonnenfestival in Hardenberg, maar blijven vooral graag op de camping (vaak ook ontmoetingsplek van mensen met eenzelfde religieuze achtergrond).

Verdeling totaal aantal overnachtingen naar logievorm in Overijssel in 2002 (CBS, 2002)

25

Campinghouders steken al snel 100.000 euro per jaar in de organisatie van evenementen. Maar ook andere ondernemers hebben de pleziermakers ontdekt. Zij bieden allerlei arrangementen aan. Boek bijvoorbeeld een arrangement openluchtlasergamen, of een all-in ballonvaart. Het zo geregeld en een leuke tijd gegarandeerd. Het enige nadeel: alles in het Overijssels Vechtdal gebeurt in de openlucht. Als het regent, is er nauwelijks iets te doen. Dan kan je alleen in de caravan een spelletje ganzenbord spelen en hopen dat het snel weer droog wordt. De pleziermakers stellen hoge eisen aan de plekken (campings) waar ze verblijven. Die moet niet alleen rust en ruimte bieden, maar ook voorzien zijn van tal van gemakken: een campingwinkel, animatie, en arrangementen. Ook hebben ze een hoge verwachting van de plekken en attracties die ze bezoeken. Het landschap tussen deze plekken in is van minder belang.

Feest op de camping



Rustzoekers Aan de andere kant zijn er de ‘rustzoekers’, toeristen die komen voor betrekkelijke afzondering en groen. Het zijn vaak de wat oudere mensen die er tijdens de vakantie regelmatig te voet of te fiets op uit trekken. Van de toeristen die in het Overijssels Vechtdal een fietstocht maken (39% tegenover een landelijk gemiddelde van 31%), doet 75% dit regelmatig of vaak. Er wordt tijdens 58% van de toeristische vakanties in het Overijsselse Vechtdal gewandeld. Dat is (vreemd genoeg) lager dan het landelijk gemiddelde (65%). Zouden er dan te weinig wandelpaden zijn, of te weinig uitnodigende routes? De rustzoekers maken graag (dag-)tochten naar de landgoederen en kastelen van het Vechtdal. Ze genieten op een bankje van zelf gesmeerde boterhammen en kopen bij de boer een stukje Vechtdalkaas. Het zijn mensen die zoeken naar een idyllische plattelandservaring en verhalen over het leven op stand in de Overijsselse landgoederen. Veel van deze mensen zijn al wat ouder: op dit moment is 19% van de bezoekers van het Overijssels Vechtdal 55 jaar of ouder. Dit is minder dan gemiddeld in Overijssel, maar er wordt een grote groei in het aantal bezoeken van deze leeftijdsgroep verwacht. Het zijn mensen die graag verblijven op de zogenaamde kleine campings, op een natuurterrein bij de boer, of op een landgoed. Er zijn landgoederen, ruige bossen, zandverstuivingen en Saksische boerderijen met producten van eigen land. Allemaal toegankelijk gemaakt door een weldaad aan fietspaden. Een gemiddelde lantarenpaal in het Vechtdal is behangen met wegwijzers en bestickerd met de roodwitte of geelgroene beeldmerken van allerlei routes. Het is een combinatie van dagtochten met hetzelfde begin- en eindpunt, en meerdaagse lange afstandroutes met een verschillend begin- en eindpunten. Enkele bekende routes zijn het Pieterpad en het Maarten van Rossumpad.

Kamperen in de natuur op Camping De Roos

De rustzoekers zijn mensen met een hoge en nauwkeurige verwachting van het landschap. Het is voor hen belangrijk hoe het geheel eruit ziet. Een woonwijk , industrieterrein of recreatiepark kan vrij snel afbreuk doen aan het verwachtingspatroon dat de rustzoekers van de omgeving hebben.

Er wordt veel gefietst in het Overijssels Vechtdal

27



Het derde gezicht De rivier de Overijsselse Vecht speelt bij dit alles nauwelijks een rol. Verborgen achter dijken slingert ze door de uiterwaarden. Vanuit de auto zie je de Vecht alleen op die spaarzame momenten dat je over een brug rijdt. Meestal kijk je tegen een dijk aan en is er alleen een vermoeden van het moois dat zich erachter afspeelt. Te voet of te fiets is er een grotere kans de Vecht te zien dan met de auto. Al moet je er wel moeite voor doen en hem opzoeken, want er zijn nauwelijks routes, laat staan voorzieningen in het winterbed van de Overijsselse Vecht. Eigenlijk is de Vecht het derde gezicht van het Vechtdal, al is dat niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Want hoewel de regio haar naam dankt aan de rivier, typeert slechts 1% van de toeristen de omgeving als ‘rivieren, kanalen, meren en plassen’. Het merendeel (58%) van de toeristen omschrijft de omgeving als bos en heide, terwijl het Overijssels Vechtdal hooguit voor 13% uit bos bestaat. Ruim 75% van de regio bestaat uit agrarisch gebied, maar slechts 24% van de vakantiegangers omschrijft de omgeving als polder of platteland. Deze cijfers geven aardig aan hoe toeristen en recreanten het Overijssels Vechtdal zien en waar ze verblijven. De bossen bepalen voor een belangrijk deel de aantrekkelijkheid van de streek. Het is het decor voor vrijwel alle toeristisch-recreatieve bedrijvigheid. Dit verklaart veel van de concentraties van netwerken en het ontbreken van schakels tussen deze concentraties (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2006).

Meest kenmerkende omgeving in het Vechtdal volgens bezoekers (CVO, 2004)

29

Ook het gebruik van de Vecht is illustratief voor een opvallend verschil tussen de beleving van het landschap en het werkelijke landschap. Het is nu mogelijk om de Vecht tot aan Junne te bevaren. Dat is slechts één vijfde van de lengte van de rivier. En tot aan Junne moet de recreatievaart ook nog eens vier sluizen passeren. Voor de kanovaarders vanuit Zwolle is de Vecht maar tot aan Ommen bevaarbaar. Daarna concentreren de watersportvoorzieningen zich rond de Regge. Maar liefst honderd kilometer van de rivier is als waterroute onbereikbaar. De bevaarbaarheid van de rivier zal in de nabije toekomst veranderen. Want als ‘levende, halfnatuurlijke rivier’ wordt de Vecht weer volledig van regenwater afhankelijk, zonder kunstmatig peilbeheer. De waterstanden zullen daardoor lager zijn en van dag tot dag wisselen. Voor de reguliere recreatievaart is de Vecht dan niet meer bevaarbaar. Als het de wens is om de beleving van de rivier de Vecht te vergroten, moet er worden nagedacht over alternatieve vaarmogelijkheden.

Vanaf de N340 zie je alleen de dijk



Spagaat Het Overijssels Vechtdal is terecht een vakantielandschap, maar beheerders en exploitanten kunnen niet achterover leunen en vertrouwen op de kwaliteiten van het landschap. Er is sprake van meerdere ruimtelijke conflicten en mankementen, die een optimaal recreatief, gebruik en de beleving van het landschap onzeker maken. Het Overijssels Vechtdal staat voor een belangrijk keuze.

Routenetwerk Er wordt in het Overijssels Vechtdal vreemd genoeg weinig gewandeld, omdat het routenetwerk vooral is toegespitst op fietsers. De wandelroutes en ruiterroutes komen niet goed uit de verf en dubbelen ook vervelend met het fietsnetwerk. Voor kanoërs, mountainbikers en skaters ontbreekt het zelfs aan routes. Er is dus een tekort aan routes voor een aantal belangrijke, specifieke groepen van gebruikers. Tegelijkertijd is er een storende overdaad aan (fysieke) bewegwijzering en een onbetrouwbare, niet ‘up-to-date’ verzameling kaartroutes. Het routenetwerk vraagt om een aanvulling en een professionalisering. Met andere woorden: maak het netwerk betrouwbaar, reduceer overlap en verschoon het landschap van een wildgroei aan wegwijzers. Het totaal aan routes oogt pragmatisch en chaotisch. De verleiding is er al snel om te zeggen dat deze wirwar ontknoopt moet worden, om er een helder netwerk van te maken. De ANWB is bijvoorbeeld voornemens het fietsnetwerk in 2008 te transformeren tot een egaal stelsel van fietsroutes en fietsknooppunten. Het is belangrijk nieuwe initiatieven kritisch tegen het licht houden, omdat een generieke en pragmatische aanpak ten koste kan gaan van een gevarieerd en streekspecifiek routenetwerk.

Bezoekers De twee dominante type gebruikersgroepen (inclusief de lokale bevolking en met name de landgoedeigenaren en de boeren) lijken elkaar uit te sluiten. De rustzoekers en de pleziermakers, het zijn twee gebruikersgroepen die niet gemakkelijk met elkaar door één deur kunnen. Wat voor de één een gezellig dorpje is, is voor de ander een uit de hand gelopen pretpark dat alles van het oorspronkelijke karakter verloren heeft. Luister maar naar Jeroen Krabbe: “Kijk maar naar Ommen, dat is zó toeristisch geworden, dat het helemaal is verpest. Het is één groot vakantiepark geworden” (Editie Vechtdal, 2006).

Moet je allebei de groepen in het Vechtdal willen accommoderen, of is er slechts ruimte voor één? Is het belangrijk een onderscheid te maken tussen het (inter)nationale toeristisch gebruik, en het lokale recreatieve gebruik? Wordt er genoeg besteed? Waarschijnlijk kan de besteding van de toeristen hoger. Bovendien wordt op dit moment veel tijd, geld en energie gestoken in activiteiten op campings en landgoederen en arrangementen. De efficiëntie in organisatie en de uitsluiting van overlap tussen evenementen kan verbeteren. Er lijkt een markt voor overdekte recreatie voor als het regent.

31


Het Overijssels Vechtdal heeft drie gezichten


Vechtdal Er bestaat een duidelijk verschil tussen de perceptie van het landschap en het werkelijke landschap. Is het derde gezicht van het Overijssels Vechtdal een typisch en ongewenst geval van schizofrenie? Of is het verborgen karakter van de Vecht (lage perceptie, maar hoge werkelijkheid) juist een ‘best-bewaard-geheim’? Zou het openstellen van de Vecht de kip met de gouden eieren slachten? Of: is het vanzelfsprekend om bossen (hoge perceptie, minder hoge werkelijkheid) aan te planten of anderszins te optimaliseren? Als 75% van het landschap uit agrarische gronden bestaat, welke initiatieven zijn er om de recreatieve sector hiervan gebruik te laten maken. Hoe wenselijk is dat en hoe haalbaar? De continuïteit van de Overijsselse Vechtstreek lijkt niet te danken aan de continuïteit van de rivier de Vecht, maar aan de aaneenschakeling van aantrekkelijke dorpen, campings, bossages en landgoederen. Het Overijssels Vechtdal is vooralsnog een verzameling van vakantieplekken. Tot nu tot is het ieder voor zich. Ieder dorp zijn eigen rondwandeling. Ieder dorp zijn eigen fietstocht. Ieder dorp zijn eigen campings, zijn eigen pannenkoekenhuis, zijn eigen evenementen, zijn eigen… (vul maar in). Weinig mensen kijken over de grenzen heen, de meesten proberen op eigen kracht zoveel mogelijk van de bezoekers naar zich toe te trekken. Het is natuurlijk maar de vraag of een dergelijke opportunistische en pragmatische aanpak wel meer bezoekers trekt.

Bottomline Het Overijsselse Vechtdal bevindt zich nu in een spagaat. Aan de ene kant is er de angst onder de rustzoekers (zowel de toeristen als de bewoners) dat met de toestroom van meer toeristen het natuurlijke, schilderachtige en geborgen karakter van het Overijssels Vechtdal stap voor stap zal verdwijnen. Dat de verborgen, stille Overijsselse Vecht zomaar wordt overgeleverd aan grote groepen toeristen. Dat te veel georganiseerde recreatie het ‘absorptievermogen’ van het landschap te boven gaat, door bijvoorbeeld te veel borden, te veel routes of te veel recreatiebedrijven op een kluitje. De pleziermakers (zowel de toeristen als ondernemers) zien aan de andere kant graag meer routes en meer voorzieningen. Het toerisme is belangrijk voor de economie van het Overijsselse Vechtdal en is het een sector die nog kan groeien. De gemeenten, de ondernemers: allen zien de mogelijkheden van meer toeristen. Meer toeristen betekent toch meer geld in de portemonnee. Bovendien kan de groei van recreatie bijdragen aan de verbetering van bijvoorbeeld de huidige recreatieve terreinen en het cultuurlandschap.

Welke keuze moet je maken in de spagaat? De hamvraag is hoe het recreatief netwerk van het Vechtdal kan worden afgestemd op zowel de wensen van de bezoekers, bewoners en ondernemers, als op het veranderende landschap.

33



2.

Strategie 35


Vechtdalinitiatieven Bereik van lokaal initiatief


Maak gebruik van lokale initiatieven Om het Overijssels Vechtdal uit de spagaat te helpen is het bovenal belangrijk dat de neuzen in dezelfde richting staan. Er is een algemeen begrip nodig van de noodzaak om (vanuit toerisme en recreatie) een duidelijke richting te kiezen: om toeristen beter te kunnen accommoderen, het recreatief netwerk te kunnen optimaliseren en het landschap te behouden en te verbeteren. Hier is meer voor nodig dan het opleggen van een mening, een visie of een plan. Belangrijk is een gehoor voor wat er leeft in de streek en een gevoel voor wat er met behulp van dit sentiment mogelijk is. Een eerste aanknopingspunt vormen de verschillende lokale initiatieven die zich met het Overijssels Vechtdal associëren en afficheren: markten, tentoonstelllingen, rondleidingen festiviteiten, etc. De aanwezigheid van lokale initiatieven weerspiegelt de ondernemingskracht vanuit het gebied zelf. Er is, door middel van gesprekken en een inventarisatie, onderzocht wat voor een initiatieven er zijn en wat voor een reikwijdte ze hebben. Daaruit blijkt dat het Overijssels Vechtdal een ondernemende streek is met een invloedssfeer tot ver buiten het winterbed. Rondom de steden, de landgoederen en langs de Overijsselse Vecht vinden meerdere lokale initiatieven tegelijkertijd plaats. Ook in het agrarisch gebied, een stuk verder van de rivier vandaan, wordt ondernomen in de geest van de streek. Interessant is dat het initiatieven van onderaf zijn, van ondernemers en organisaties die behoefte hebben over grenzen heen te kijken, en durven op de schaal van het Overijssels Vechtdal te opereren.

Vechtdalcampings De acht grootste campings hebben zich verenigd en presenteren zich nu op hetzelfde blaadje; als topcampings die uitblinken in gastvrijheid met ruime plaatsen, een prachtige ligging, uitstekende faciliteiten, een veilige en vertrouwde sfeer. Ze staan ook hoog aangeschreven in de ANWB-rating en vallen de laatste jaren regelmatig in de prijzen.

Gordel van Smaragd De landgoedeigenaren in het Overijssels Vechtdal hebben zich verenigd in ‘Het Overijssels Particulier Grondbezit’ een belangen behartigende vereniging waarvan de leden zichzelf met een knipoog ‘de Gordel van Smaragd’ noemen.

Feitelijk zijn het de grootste grondbezitters van het Overijssels Vechtdal, die met elkaar samenwerken om de landgoederen te behouden en te ontwikkelen. Samen hebben ze een tiental projecten opgezet: een pakket aan maatregelen om de landgoederen te verbeteren. De initiatiefgroep van landgoedeigenaren is bovendien van plan om in samenwerking met Landschap Overijssel een Groen Fonds te vormen. Hieruit zouden de boeren, die een groot deel van de landgoederen onderhouden, betaald moeten worden. Ook de activiteiten van de landgoedeigenaren richten zich steeds meer op de schaal van het Overijssel Vechtdal, getuige het theaterspektakel ‘De Tuin der Lusten’ van vorig jaar.

Van Partijen naar Partners Vanuit Leader+ is een project gestart om het plattelandstoerisme in het Vechtdal te professionaliseren. Dit door de samenwerking tussen agrarische en recreatieve ondernemers te bevorderen, met een duurzame organisatiestructuur tussen deze partijen tot doel. Samen werden een kennismakings- en aanbiedingsboekje en een routekaart ontwikkeld en op de markt gebracht. Het project begon met 35 ondernemers en groeide al snel uit tot 75 ondernemers. De VVV had een faciliterende rol, het initiatief kwam vanuit de ondernemers.

Toeristisch Offensief Overijssels Vechtdal VVV Overijssels Vechtdal heeft een actieplan met een uitvoeringsprogramma opgezet, dat tot 2007 loopt. In het offensief zijn de visies van de Vechtdalgemeenten en andere relevante partijen op een rijtje gezet. Hieruit is de rode draad afgeleid om tot een overkoepelende visie te komen en het totaalproduct Overijssels Vechtdal beter neer te zetten.

37


Vechtdalcampings


39

Het Overijssels Particulier Grondbezit


Van Partijen naar Partners


41

Toeristisch Offensief Overijssels Vechtdal



Geef het Overijssels Vechtdal status Het Overijssels Vechtdal is een gebied met grote landschappelijke, natuurlijke en cultuurlijke waarde. Het is een verzameling van unieke landschappen, er zijn waardevolle natuurgebieden en een keur aan oude landgoederen. Als je kijkt naar vergelijkbare gebieden, dan valt het al snel op dat deze vaak voorzien zijn van een onderscheidende status. Denk aan het ‘Nationaal Park de Hoge Veluwe’ of het ‘Nationaal Park de Veluwezoom’. Het Nationaal Park is een hele bekende, maar zeker niet de enige onderscheidende status voor waardevolle landschappen. Zo zijn er de Unesco werelderfgoederen, de Areas of Outstanding Natural Beauty en de Nationale Landschappen. Deze landschapsparken verschillen in beheer, financiering en planologie. Maar belangrijk is dat alle parken als geheel worden bekeken en bestuurd. Want om de toeristenstroom beter te reguleren, moet je bereid zijn over de grenzen van je eigen terrein (of dat nou een camping, een landgoed of een gemeente is) of sector (landbouw, recreatie) heen te kijken. Gezien het waardevolle landschap, de bezoekersaantallen, de wildgroei van toertisch-recreatieve voorzieningen en de plannen voor natuurontwikkeling en woningbouw, is het slim om het Overijssels Vechtdal ook te zien als een landschappelijk geheel, dat om een eenduidige visie vraagt. Het landschappelijk geheel is daarin een omvangrijk, maar helder begrensd gebied: voorzie dát gebied van een passende status. Dan kan het recreatieve netwerk van het Overijssels Vechtdal optimaal worden aangesloten op het landschap en de gebruikers. Maar welke status past nou precies bij het Overijssels Vechtdal en wat zijn de voor- en nadelen ervan? Wat zijn de implicaties: wettelijk, financieel en landschappelijk? Om dit te onderzoeken, zijn de verschillende mogelijkheden verkend en met elkaar vergeleken: de Unesco werelderfgoederen, het Nationaal Park, de Areas of Outstanding Natural Beauty, en de Nationale Landschappen.

43



Unesco werelderfgoed Unesco werelderfgoed is cultureel en natuurlijk erfgoed, onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld. Het is van groot belang om dit erfgoed te behouden. Sinds 1978 hebben, tot nu toe, wereldwijd 830 objecten en in Nederland zeven stuks werelderfgoed bescherming gevonden onder de Unesco vlag. Hoewel de status een mondiale impact heeft, geeft het geen wettelijke status en directe planologische invloed. De lijst van Unesco werelderfgoederen groeit jaarlijks. In principe kan iedereen met een formulier van de Unesco-site een streek nomineren, maar in de praktijk wordt deze nominatie in Nederland gedaan door een speciale commissie, waarin ondermeer het Ministerie van Cultuur zitting heeft. Omdat Nederland tot 2007 zitting heeft in de beoordelingscommissie wil het pas na die datum weer sites nomineren. Hoewel de status geen directe financiële baten oplevert, biedt de Unesco wel internationale begeleiding en training. Bovendien zijn er opvallend weinig planologische restricties.

De Loire Van het Loire-dal is sinds 2000 een strook van circa 350 kilometer lang en 1 kilometer breed, uitgeroepen tot Unesco werelderfgoed. Het gebied beslaat een natuurlijk vlechtend riviersysteem, waar circa 50.000 mensen wonen. Opvallende features zijn de vele kastelen, barokke tuinen en troglodieten (grotwoningen en wijnkelders). Het landgebruik is vergelijkbaar met het Vechtdal: 12% is bebouwd, 60% landbouwgebied, de rest is water en/of natuur. In het gebied ligt een 800 kilometer lange fietsroute en er zijn diverse kanoroutes. Bekend zijn de houseboats langs de rivier. De Unesco-status heeft de bekendheid van het Loiredal verhoogd: een uitgebreide internetsite wijst je de weg, en in het gebied staan overal Unesco-borden bij bijzondere attracties. Ook is het International Rivers & Heritage Institute opgericht om andere rivierdalen te ‘leren’ met hun erfgoed om te gaan.

Unesco Werelderfgoed Het Overijssels Vechtdal Voor het Overijssels Vechtdal levert een status als Werelderfgoed alleen indirecte baten op, in de vorm van wereldfaam. Behalve dat de hele wereld het Overijssels Vechtdal nu zal weten te vinden, is de planologische bescherming en controle op onderhoud beperkt. Dit nadeel heeft als voordeel een grote vrijheid in ruimtelijke ontwikkeling.

45



Nationaal Park Volgens de internationale definitie van de IUCN (The International Union for the Conservation of Nature) is een nationaal park: ‘Een aaneengesloten natuurgebied van tenminste 1000 hectare, bestaande uit natuurterreinen, wateren en/of bossen, met een bijzonder landschappelijke gesteldheid en planten- en dierleven, waar tevens goede mogelijkheden zijn voor recreatief medegebruik’ (Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken). Natuur en recreatie staan dus voorop in de 20 Nationaal Parken die er sinds 1930 in Nederland zijn opgericht. De Nationaal Parken hebben een stevig wettelijk fundament vastgelegd in de Natuurbeschermingswet (1998). Een Nationaal Park kan alleen door de Minister van LNV worden ingesteld en pas na goedkeuring van een Beheers- en Inrichtingsplan: een uitgebreid document met het precieze landgebruik en de natuurdoeltypen van het gebied. Daarvoor krijgt een Nationaal Park circa 6,5 miljoen euro van het Rijk. Voor boerenbedrijven bestaan regelingen voor de bedrijfsuitoefening, en voor de ruimtelijke ordening van het gebied is het Beheer- en Inrichtingsplan (BIP) richtinggevend. De landeigenaren zijn vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van het Nationaal Park, en hebben grote invloed. De sterke wettelijke status, het inrichtingsplan en de internationale allure verlenen de NP’s eeuwigheidswaarde. Andersom betekent het dat de ruimtelijke dynamiek in de NP’s naar de randen verplaatst.

Yosemite National Park Het één-na-oudste Nationaal Park is Yosemite National Park, een bedevaartsoort voor schoolreisjes en natuurliefhebbers. Sinds 1864 is Yosemite Valley een National Park. Het heeft een oppervlak van ongeveer 2500 km2 met enkele duizenden inwoners. 95% van het park heeft de wettelijke status van ‘wilderness’. Het gebied heeft 1000 kilometer aan wilderness trails, waaronder de 300 kilometer lange John Muir-route. Yosemite genereert zijn inkomsten volledig uit de kaartverkoop aan de circa 3,5 miljoen bezoekers per jaar. Dit levert 20-25 miljoen euro op. Met een National Park Service, een Yosemite Institute en een Yosemite Association is het NP sterk geïnstitutionaliseerd.

Nationaal Park Het Overijssels Vechtdal Als een Nationaal Park krijgt het Overijssel Vechtdal (inter-)nationale erkenning, er komt directe en aanzienlijke financiering van het rijk, in ruil voor een beheersen inrichtingsplan. Daarmee het is mogelijk de toeristenstroom te reguleren, het gebied samenhangend te beheren en te ontwikkelen, voorzieningen en evenementen op elkaar af te stemmen.

47



Area of Outstanding Natural Beauty In 1965 is er een wet aangenomen in Groot-Brittannië waarmee bijzondere (cultuur-)landschappen een vergelijkbare betekenis krijgen als de National Parks: zogenaamde Area’s of Outstanding Natural Beauty. De koepelorganisatie NAAONB hanteert de volgende omschrijving: een kostbaar landschap, waarvan het onderscheidend karakter en natuurlijke schoonheid zo groot zijn dat het in het landsbelang is om die te beschermen. In het landsbelang zijn er sinds 1965 49 AONB’s opgericht en sinds 2000 hebben ze met de Countryside and Right of Way Act ook een wettelijke basis. De kracht van de AONWB-status is eenvoud: het landschap is al mooi, de AONWB zorgt voor goede routing voor de beleefbaarheid en leefbaarheid van het landschap. De centrale kenmerken zijn het fenomeen ‘Right-of-way’ en de ‘grassroots’ opzet van de organisatie: de financiering komt uit lokale belastingen en er is een speciale commissie voor het beoordelen van Right-of-way-claims van wandelaars en eigenaren. Omdat iedere AONWB sterk lokaal georganiseerd is, verschilt de kwaliteit, bekendheid en planologische slagkracht sterk van regio tot regio.

South Downs De South Downs liggen aan de Engelse kust ten zuiden van London. Het is een aaneengesloten open vallei van kalkgraslanden (80%), die al sinds de Industriële revolutie een marginale landbouwkundige betekenis hebben. Het gebied is één van de oudste en omvangrijkste AONWB’s. Op 1700 km2 wonen circa 120.000 mensen. Het gebied is goed ontsloten met 1771 (!) kilometer aan wandelpaden, waarvan 1213 km ‘bridleway’ (een gecombineerd fiets-, wandel-, en ruiterpad). De South Downs is qua organisatie ook een van de grotere. Er is een South Downs Joint Committee met een Advisory en een Access Forum, met een gezamenlijk budget van 5 tot 7 miljoen per jaar. Bijzonder is dat er binnenkort in de regio een referendum komt over de bevordering tot National Park, waarmee het budget zou kunnen verdrievoudigen: een aantrekkelijk perspectief.

AONB Het Overijssels Vechtdal Als AONB leunt het Overijssels Vechtdal sterk op haar meegekregen schoonheid. Er staat geen hek om het park en er wordt geen toegang betaald. Het is sterk lokaal georiënteerd en gefinancierd, maar wel van nationale betekenis. Bijzonder zijn de directe betrokkenheid van mensen uit de streek en de krachtige routing.

49



Nationaal Landschap Sinds 2004 zijn er 20 Nationale Landschappen vastgesteld, die ‘het verhaal van het Nederlandse landschap vertellen’. Een nationaal landschap wordt omschreven als ‘een gebied met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten’, aldus de PKB Nota Ruimte (VROM, 2003). De Nationale Landschappen zijn gekozen uit de Belvedèregebieden uit de Nota Belvedère, en hebben een voorrangspositie in financiering vanuit het Rijk. Maar het leeuwendeel van de financiering moet komen uit publiek-private financiële en planologische constructies. Denk aan ‘ontwikkelingsplanologie’, ‘ruimte-voorruimte’ en ‘rood-voor-groen’. Met een verplichte inbedding in de provinciale streekplannen hebben de NL’s een beschermde planningsstatus. Maar het is allemaal nog erg experimenteel: er is bijvoorbeeld nog geen koepelorganisatie. En waar het ene NL al 1 miljard euro aan projecten heeft (Het Groene Hart), heeft het andere nauwelijks meer dan een internetsite (het Groene Woud).

Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa De meest doorontwikkelde van de Nationale Landschappen is het in 2002 opgerichte Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa. Het is eigenlijk een voorloper, die vooralsnog de status van Nationaal Park heeft gekregen. Een gebied dat heel vergelijkbaar is met het Overijssels Vechtdal: 106 km2 groot, waarvan 70% akker- en graslanden en een inwonertal van 10.000. Ook betreft het hier een combinatie van een (natuurlijk) stroomdal met graslanden en een authentiek esdorpenlandschap. Omdat het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentsche Aa is ondergebracht in de structuur van de Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken heeft het een eigen overlegorgaan met werkgroepen en een budget van circa 7 miljoen euro per jaar. Van dat geld zijn ondermeer al toegangspoorten, bewijzering en parkeerplaatsen gefinancierd.

Nationaal Landschap Het Overijssels Vechtdal Het Overijssels Vechtdal is als een Nationaal Landschap in potentie van internationale betekenis, maar staat nog in de kinderschoenen. Tegelijk is de planologische vrijheid en de vooruitstrevende publiek-private financiering erg lucratief.

51



Het Overijssels Vechtdal Wat betekent welke status voor het Overijssels Vechtdal? Het Overijssels Vechtdal is niet gebaat bij de restricties die bijvoorbeeld een Nationaal Park met zich meebrengt. Ook gaat het hier niet om een eenduidig natuurgebied dat vooral beschermd en beheerd dient te worden. Het Nationaal Park als status lijkt daarom niet van toepassing op het Overijssels Vechtdal. Werelderfgoed is voor het Vechtdal wellicht wat pretentieus en tegelijkertijd ontoereikend. Alleen aan naam en faam heeft het Overijssels Vechtdal niet genoeg. In het eerste deel is al getoond dat het Overijssels Vechtdal niet kan voortborduren op de huidige manier, maar dat de verschillende initiatieven samengevat moeten worden. Dit vraagt om een actievere benadering dan die van ‘werelderfgoed’. Samengevat heeft het Overijssels Vechtdal het geld van een Nationaal Park nodig, de naam en faam van een Unesco Werelderfgoed, de recreatieve sturing van de AOONB en de planologische vrijheid van een Nationaal Landschap. Geen enkele van de uitgelichte voorbeelden heeft alles tegelijk in zich. Daarom ligt het voor de hand voor het Overijssels Vechtdal een nieuwe, unieke status te ontwikkelen en toe te passen. Interessant is dat het Overijssels Vechtdal al eens een status had, namelijk de status van Belvedèregebied, en van Waardevol Cultuurlandschap (WCL). Helaas heeft die status zijn betekenis grotendeels verloren, maar andere mogelijkheden dienen zich aan. Want in het kader van het Waardevol Cultuurlandschap, zaten alle grondeigenaren en ondernemers van het Overijssels Vechtdal al eens met elkaar aan tafel. De gemeenten en provincie traden hierbij op als klankbord. Een vorm van samenwerking die destijds zó goed beviel dat grondeigenaren en ondernemers een dergelijke samenwerking graag opnieuw aangaan. Een status met een dergelijke inhoud, dat het Overijssels Vectdal als geheel ziet en ruimte biedt aan ruimtelijke ontwikkeling en aan lokale partijen (waarbij de overheid geen waakhond is, maar adviseur en klankbord) is voor de streek waarschijnlijk een uitkomst. Wat dacht je van GL Overijssels Vechtdal (Gaaf Landschap)?

53


ProďŹ lering van het Overijssels Vechtdal


Zorg voor verschillende profielen De tijd lijkt rijp voor de Overijsselse Vechtenaren om zich te bezinnen op de status en betekenis van hun Vechtdal. Een status die verder gaat dan een brochure en een logo op bordjes in de streek. Om het Overijssels Vechtdal uit de spagaat te helpen, en een voorzet te doen aan de samenwerkende grondeigenaren en ondernemers, is het Overijsselse Vechtdal alvast ingetekend als één gebied. Het park wordt helder begrensd, door de regionale wegen en kanalen ten noorden en zuiden van de Overijsselse Vecht. Een groot voordeel hiervan is dat nu gestuurd kan worden op de hoedanigheid van de recreatieve infrastructuur en de bijbehorende voorzieningen. De bedoeling is om zowel de plezierzoekers, als de rustzoekers te accommoderen in het Overijssels Vechtdal. Er wordt dus geen keuze gemaakt voor één van de gebruikersgroepen. Want doordat de toeristenstroom beter gereguleerd kan worden, kunnen ook meer mensen het Overijssels Vechtdal bezoeken en met een goede profilering is er dus ruimte voor beide groepen. Voor deze twee gebruikersgroepen is een goed toegankelijk landschap het mooist, maar zonder dat dit afbreuk doet aan de kwaliteiten van het landschap. Daarvoor zijn voor het Overijssels Vechtdal vier profielen ontwikkeld, die elk een eigen sfeer en hoedanigheid hebben: ‘over lanen en dijken’, ‘over gebaande wegen en paden’, ‘door woud en wildernis’, en ‘over akkers en erven’ . De profielen zeggen niet alleen iets over het recreatief netwerk, maar ook over de voorzieningen en het landschap. Binnen de vier verschillende profielen moet het padennetwerk goed tegen het licht gehouden worden. Zijn er dubbels? Klopt het karakter van routenetwerk met het profiel? Zijn er te veel paden in een rustgebied, zijn er plekken die je ook zonder routes kan ontdekken? Zijn er gebieden die niet ontsloten zijn en dat moeten blijven? Of die het juist verdienen om toegankelijk te worden? Vanuit de profielen kunnen nieuwe plannen gemaakt worden om het recreatief netwerk te verbeteren.

55



Over akkers en erven Op het boerenland rond de bossen en landgoederen langs de Vecht, blijven de boeren gewoon boeren. Het plattelandstoerisme wordt vanuit de agrarische sector professioneel aangepakt, want het agrarische landschap heeft zowel de boeren als bezoekers veel te bieden. Boeren en ondernemers werken met elkaar samen om hun producten op elkaar af te stemmen en aan de bezoekers te brengen. Variatie in aanbod is hier het sleutelbegrip. Het landschap is er dan ook naar: soms groots en wijds, dan weer lekker kleinschalig, begrensd door wallen en beboste percelen. Moderne boerenbedrijven worden afgewisseld door prachtige Saksische boerderijen. Koeien staan gewoon in de wei, kikkers kwaken in de sloot. Op de boerderij is van alles te doen, voor jong en oud. Kinderen kunnen er koeien aaien, en smullen van boerenijs. Of de boer helpen bij zijn werken en luisteren naar zijn verhalen over het boerenleven van alledag. Er zijn wegverkooppunten van aardappelen, eieren en Vechtdalvlees. Het is toegankelijk voor redelijke aantallen mensen. Met de auto en met de ďŹ ets kun je van boerderij naar boerderij rijden. Echt bijzonder is dat een behoorlijk aantal boeren hun land (of delen ervan) hebben opengesteld voor wandelaars. Die kunnen nu dwars door het veld naar de andere kant van het land lopen. Sommige boeren hebben kleine paadjes aangelegd langs de mooiste stukjes van hun land. Zo voorkomen ze dat wandelaars zomaar overal lopen, en wijzen ze hun tegelijkertijd de weg.

57

Verblijven is hier ook in de boerentraditie. Sommige boeren verhuren een deel van de boerderij of schuur. Op een paar boerderijen kan je zelfs in de hooiberg slapen. Anderen pakken het iets groter aan met een boerencamping. In ieder geval wordt je ‘s ochtends vroeg wakker van het geloei van de koeien. Tijd om eruit te gaan en een handje mee te helpen met melken.

Kijken op de boerderij



Over gebaande wegen en paden Dalfen, Ommen, Harderberg en Gramsbergen zijn dĂŠ centrale plekken in het Overijsselse Vechtdal. Routes voor voetgangers, ďŹ etsers, ruiters, skaters, scootmobiels en GPS komen er samen. Zowel de pleziermakers, als de rustzoekers zijn er te vinden. Niet alleen voor de supermarkt, maar ook om eens lekker te eten, uit te gaan of te overnachten. De Vechtsteden en hun omgeving staan in het teken van attracties en arrangementen. De arrangementen gaan in op zowel het sportieve vlak (kano, mountainbike), als op het gebied van wellness en beauty (sauna, kuuroorden, sterrenrestaurants). Het verblijf sluit hierop aan: enerzijds op de grotere, levendige familiecampings, anderzijds in luxe hotels. Alles in een (stads-) parkachtige setting, waar plek is voor festiviteiten en evenementen. De attracties zijn er voor het vermaak van de jongere en de oudere jeugd, iets wat nu node gemist wordt. Denk aan een bioscoop en uitgaansgelegenheden. De uiterwaarden van de Vecht kunnen hierin veel voor de steden betekenen. Bijvoorbeeld als pittoreske backdrop waartegen nieuwe prachtige waterfronten gebouwd worden. Maar ook als gebruiksruimte. Vanuit het idee dat alle bezoekers in de steden komen, kunnen alle bezoekers hier ook de Vecht beleven. Voor ieder is er wat wils.

59

Ontspannen aan de oevers van de Isar in Munchen, Duitsland



Over lanen en dijken Wandelen en fietsen over regionale routes, in een door mensenhanden gemaakt landschap. Het ontstaan en het gebruik van het Overijssels Vechtdal en de Vechtoevers door de eeuwen heen staan in ‘Langs lanen en oevers’ centraal: bezoekers krijgen hier een blik in de rijke geschiedenis van de streek. Dankzij de aanwezigheid van landgoederen straalt het landschap een adellijke levensstijl uit: rijk aan kunst en cultuur en in het teken van genot en welzijn. De landgoederen zelf zijn het toneel van de adellijke levensstijl. Een aantal ervan biedt de mogelijkheid om met groepen te dineren of in speciale proeverijen luxe Vechtdalproducten als wild en wijn op hun smaak te beoordelen. Bovendien wordt op en rond de landgoederen veel kunst tentoongesteld en bestaat de mogelijkheid er ook zelf kunst te maken, en te exposeren in ateliers en galeries. Ook de geschiedenis van de bedijking van de Overijsselse Vecht is rijk en gaat ver terug. Door de eeuwen heen is de Overijsselse Vecht van een rijk meanderende regenwaterrivier veranderd in een voor de scheepvaart geoptimaliseerde, gekanaliseerde rivier. Nu staat de Vecht opnieuw op het punt te veranderen: geleidelijk aan gaat de rivier weer meanderen en zullen stuwen verdwijnen. De Vechtdijken blijven wel bestaan en dat is maar goed ook, want behalve dat ze ons beschermen herinneren ze ons aan het industriële verleden van de Vecht. Bovendien zijn de rivier en de uiterwaarden vanaf de dijken prachtig te bewonderen.

61

De landgoederen en de Vechtdijken kunnen rekenen op een groot publiek, vooral vanuit de hoek van de rustzoekers. Het gebied is daarom goed toegankelijk voor wandelaars en fietsers, maar ook voor ruiters en skaters. Op de dijken liggen brede, goed begaanbare paden en wegen. Zowel de landgoederen als de Vechtdijken zijn met elkaar en de omgeving verbonden door lange afstandsroutes. Overnachten kan op landgoederen zelf. Een aantal ervan hebben kamers beschikbaar als Bed & Breakfast. Langs de Vechtoevers zijn een aantal minicampings.

De kastelen langs de Franse Loire ademen een adellijke sfeer



Door woud en wildernis Grote delen van de Overijsselse Vecht zijn nu vanaf de oevers niet zichtbaar. Het is een verborgen rivier. Voor sommigen (pleziermakers) is dat een gemis, maar voor anderen (rustzoekers) is het verborgen karakter van de Vecht juist van grote waarde. In ‘Door woud en wildernis’ wordt daarom, in delen van het winterbed van de Overijsselse Vecht, het verborgen daarom karakter versterkt. Het landschap zal hier sterk veranderen. Hoewel nu nog open en overzichtelijk, zal moeder natuur dit landschap opnieuw naar haar hand zetten. De rivier meandert weer en overal zijn kleine bossen opgeschoten. De uiterwaarden zijn dooraderd met geulen en beekjes. Bij hoogwater is het er, op z’n minst, drassig. Het landschap doet hier denken aan een miniatuur uitvoering van de Franse Loire. Wil je hier de Vecht zien, dan kan dat. Maar dan moet je wel vastberaden zijn en er je best voor doen. De uiterwaarden van de Vecht zijn namelijk wel toegankelijk, maar niet zomaar voor iedereen. Er zijn hier geen autowegen en parkeerplaatsen, geen wandel- en fietspaden. Laat staan wegwijzers. Lopen doen je hier door het landschap zelf. Je volgt de wildpaadjes die reeën en ander wild door de tijd in de grond uitgesleten hebben. Oriënteren gebeurt hier met het kompas, of, helemaal van deze tijd, met GPS.

63

Hier ben je in de natuur. Voor echte rustzoekers en natuurvorsers is dit het paradijs. Een ervaring van wildernis en eenzaamheid in een besloten en stil landschap. Vissen en bessen verzamelen, een kampvuur maken en bivakkeren in een laavu, dat is wat hier te doen is. Voorzieningen zijn gering en liggen op afstand van elkaar.

De riviernatuur van de Oekrainse Biebzra is hét wensbeeld voor de Overijsselse Vecht



Supertop Als je praat over het Overijssels Vechtdal als één geheel, dan moet je ook de voorzieningen ervan tegen het licht houden. Zijn er genoeg voorzieningen, voor zowel de pleziermakers en de rustzoekers? Als je kijkt naar andere natuur- en landschapsparken, dan zie je dat ze tenminste één grote trekpleister hebben. Die trekpleister versterkt het beeld van het park, het bepaalt de herkenbaarheid. Een bezoek aan de Hoge Veluwe is bijvoorbeeld niet compleet zonder een bezoek aan het Kroller-Muller. En dat geldt ook andersom. Het paviljoen op de Posbank is een bedevaartsoort geworden voor dagjesmensen. Het paviljoen zorgt voor een sterk beeld naar buiten en is tegelijkertijd een aantrekkelijke attractie voor Nationaal Park de Veluwezoom. De kastelen en landgoederen van het Overijssels Vechtdal zijn prachtig, maar hebben niet dezelfde werking. Daar zijn ze gewoon niet krachtig genoeg voor. Daarom wordt de toevoeging van twee zogenaamde Supertops voorgesteld: de nieuwe imagobepalers voor het Overijssels Vechtdal. De Supertops zijn bezienswaardigheden of attracties van (inter-)nationale allure. Dit zijn beeldbepalende voorzieningen op knooppunten van recreatieve routes en op de overgang tussen verschillende profielen.

65

De Supertops zijn dus net als de Top’s (toeristische overstap punt) uitwisselpunten van bezoekers van het Overijsselse Vchtdal, maar dan met iets extra’s. Denk aan een dépendance van het Kroller-Muller, het Guggenheim of het Restaurant de Librije.

Het paviljoen op de Posbank is een bedevaartsoort voor mensen op dag- en trektochten



3.

Uitwerking


Locatie axonometrietekeningen Axonometrie


Gebruiksruimte Omdat het winterbed van de Overijsselse Vecht de komende jaren ingrijpend gaat veranderen, zijn de vier profielen specifiek uitgewerkt voor het winterbed. Dat is op twee verschillende manieren gedaan. De kaarten op de volgende pagina’s zijn een globale weergave van het winterbed van de Overijsselse Vecht, met daarin de recreatieve infrastructuur en het toegevoegde recreatieve programma. Deze infrastructuur (bijvoorbeeld wandelen fietspaden) en programma (voorzieningen en attracties) zijn ingetekend in de geest van de vier profielen. Belangrijk is om de twee gebruikersgroepen te herinneren, de rustzoekers en de pleziermakers. Voor beide is ruimte gemaakt in het winterbed, beide groepen kunnen ongestoord (althans, ten opzichte van elkaar) genieten van de Overijsselse Vecht. In bepaalde delen van het winterbed van de Overijsselse Vecht overlapt hun gebruiksruimte. Natuurlijk zijn dit extremen, bedoeld om het pricipe te verbeelden. In de praktijk zal het gebruik van het Overijsselse Vechtdal veel diffuser zijn: de ene dag ben je een pleziermaker, de andere dag een rustzoeker.

Pleziermakers Gebruiksruimte winterbed pleziermakers

69

Ten tweede zijn vier verschillende ruimtelijke axonometrietekeningen gemaakt. Deze axonometrietekeningen verbeelden de vier meest kenmerkende ruimtelijke situaties in het winterbed. Ze laten zien hoe de profielen, samen met het programma en de recreatieve infrastructuur, op het landschap reageren. Het zijn indicatieve oplossingen voor reëele situaties.

Rustzoekers Gebruiksruimte winterbed rustzoekers



�������������������

Zwarte Water – Dalfsen ���������

De Overijsselse Vecht verbindt de verschillende stadjes en landschappen met elkaar, maar de inrichting van het zomer- en winterbed is afwisselend. Rond de steden is het winterbed bijvoorbeeld volledig toegankelijk, een plek van vertier en amusement. Tussen de steden in verandert de Vecht van kleur. Er zijn trajecten waar de uiterwaarden van de Vecht niet veel zullen veranderen en de aanblik voor een goed deel bepaald wordt door een extensief agrarisch gebruik. Een voorbeeld is het traject tussen het Zwarte Water en Dalfsen. Het is een rustig deel van de Overijsselse Vecht, waar je vanaf een afstand kan genieten van de rivier. De uiterwaarden van de Vecht worden hier begraasd, in een agrarische bedrijfsvoering. De uiterwaarden zelf zijn daarom niet toegankelijk voor recreanten en toeristen. Maar vanaf de Vechtdijken kan je hier goed genieten van de Vecht: je kan er de uiterwaarden overzien, met aan de horizon de contouren van Dalfsen. De wandel- en fietsroutes lopen hier niet achter de dijken langs, maar zoveel mogelijk erover. De dijken hebben een mooie verharding, breed genoeg voor alle toeristen. De voorzieningen liggen aan de Vechtdijken en staan in het teken van de geschiedenis van het landschap, kleinkunst en het welzijn van de bezoekers. Zo kom je over de Vechtdijk van Zwolle naar Hardenberg een top, een Vechtbalkon, een atelier, een camping met restaurant en een theehuis tegen. Dalfsen heeft een mooi gezicht naar de Overijsselse Vecht gekregen: een brede, gezellige boulevard. Als je met een trap de boulevard afstapt en naar de Vecht loopt, kom je bij de aanlegsteiger van de Vechttaxi. Dit is een kruising tussen de snelle Rotterdamse Watertaxi en de Overijsselse Ottervloot (die weinig diep steekt). De Vechttaxi zal alle Vechtsteden met elkaar verbinden. Zwolle, Dalfsen, Ommen, Hardenberg en Gramsbergen hebben allemaal een aanlegsteiger, waar je op afroep een indrukwekkende tocht kan maken over de Overijsselse Vecht.

Een van de theehuizen langs de Utrechtse Vecht

71

Een platbodem van de Ottervloot

Recreatief netwerk

Struinpaden

Over akkers en erven

Over lanen en dijken

Woud en wildernis

Over gebaande wegen en paden

Observatiehut

GPS

Theehuis

Bedrijfsbezoek

Openlucht atelier

Restaurant

Informatiepunt

Tokkelbaan

Voetveer

Vuurplaats

Kluizenaarshut

Grote grazers

Bungalowpark

Camping

Kanoverhuur

Voet-/Fietsbrug

Laavu

Vechtbalkon

Bezienswaardigheid

Uitkijkpunt

Supertop

Vechttaxi

Veerpont

Skateroute

Vechtstrand

Top

Hotel



�������������������

Dalfsen – Ommen ���������

De aanlegsteiger van de Vechttaxi in Dalfsen is ook de plek waar kano’s verhuurd worden. Want met het verdwijnen van de stuwen en sluizen is de Overijsselse Vecht een 300 kilometer lange kanoroute geworden, tot ver in Duitland. Vanaf de kade van de Dalfse boulevard krijg je een goede indruk van wat er ten oosten langs de Vecht te vinden is: échte natuur. Ooibossen, ruigtes, vlechtende beekjes, hier heeft moeder natuur het voor het zeggen. Hier kan je dan ook alleen komen, als je bereid bent van de gebaande paden af te stappen en je een weg te banen door hoge distels en grassen. En af en toe, als je een snelstromende beek oversteekt, krijg je natte voeten. Want er zijn hier geen bruggen. Voorzieningen hier zijn dus spaarzaam. Want er wordt verwacht dat je jezelf kan redden. Het is toegestaan om er een nacht te bivakkeren. Er zijn een aantal ‘laavu’s’ gebouwd om te voorzien in beschutting: een halfopen hut met een vuurkorf en wat potten en pannen, naar Fins voorbeeld. De terreinbeheerder houdt er een voorraad brandhout op peil. Hier kan je uitrusten, koken en overnachten, op voorwaarde dat je alles zo achterlaat, als dat je het gevonden hebt. Bij Ommen ben je even weer terug in de bewoonde wereld. Dit is een echt recreatief knooppunt en dat merk je. Met het verdwijnen van de drukke doorgaande weg, is een mooi waterfront ontstaan met winkels, terrasjes en restaurants. Wandelaars en fietsers maken druk gebruik van de extra brug over de Overijsselse Vecht. Langs de noordoever van de rivier ligt een groot vlonder met daarlangs de Vechttaxi en het kanoverhuurpunt. De Vechtoevers zijn hier goed toegankelijk. Mensen liggen aan het vechtstrand te zonnen. Kinderen spelen in het water. Er is een route naar de Supertop, die hier in het teken staat van plezier: een (indoor) attractie voor de al wat oudere jeugd.

Een halfopen hut, bankjes en een vuurplaats: een typisch Finse laavu

73

Het populaire Brisbane City Beach

Recreatief netwerk

Struinpaden

Over akkers en erven

Over lanen en dijken

Woud en wildernis

Over gebaande wegen en paden

Observatiehut

GPS

Theehuis

Bedrijfsbezoek

Openlucht atelier

Restaurant

Informatiepunt

Tokkelbaan

Voetveer

Vuurplaats

Kluizenaarshut

Grote grazers

Bungalowpark

Camping

Kanoverhuur

Voet-/Fietsbrug

Laavu

Vechtbalkon

Bezienswaardigheid

Uitkijkpunt

Supertop

Vechttaxi

Veerpont

Skateroute

Vechtstrand

Top

Hotel



�������������������

Ommen –Hardenberg Ten oosten van Ommen ben je gelijk weer in de natuur. Geen wandelpaden, maar wildpaadjes. Geen campings maar laavu’s. Geen bruggen maar tokkelbanen. Dit laatste is een special feauture van ‘door woud en wildernis’. Want je wil natuurlijk naar de andere Vechtoever. En om de Vecht door te waden gaat natuurlijk wel erg ver, zelfs voor de echte natuurvorsers. De Vecht oversteken kan daarom in stijl: met een tokkelbaan. Aan een rail glij je in stijl over het water naar de andere oever van de Overijsselse Vecht.

���������

Eigenlijk gebeurt alles hier in stijl: het is de stijl van de natuur. Koken gebeurt hier bijvoorbeeld op een eenvoudig houtvuur: met worstjes aan een spies. Of misschien wel een zelfgevangen forel. Tussen Ommen en Hardenberg zijn meerdere kampvuurplekken gemaakt: een opstelling van eenvoudige houten bankjes rondom een haard. Iets verderop ligt een overdekte voorraad brandhout, een voorziening van de terreinbeheerder. Dit wilde landschap, met stromende beekjes en spontane bossages, heeft vanzelfsprekend een grote aantrekkingskracht op het dierenrijk. Nieuwe bewoners als otter, bever, zilverreiger en visarend zullen snel hun intrek nemen in ‘door woud en wildernis’. Er zijn primitieve vogelobservatiehutten en jachtposten. Alleen wat oriëntatie betreft, is er ruimte voor high-tech. Het gebied is ideaal voor GPS-avonturen.

75

In stijl naar de andere kant van de rivier Recreatief netwerk

Struinpaden

Over akkers en erven

Over lanen en dijken

Woud en wildernis

Over gebaande wegen en paden

Observatiehut

GPS

Theehuis

Bedrijfsbezoek

Openlucht atelier

Restaurant

Informatiepunt

Tokkelbaan

Voetveer

Vuurplaats

Kluizenaarshut

Grote grazers

Bungalowpark

Camping

Kanoverhuur

Voet-/Fietsbrug

Laavu

Vechtbalkon

Bezienswaardigheid

Uitkijkpunt

Supertop

Vechttaxi

Veerpont

Skateroute

Vechtstrand

Top

Hotel



�������������������

Hardenberg – Laar Tussen Hardenberg en de grens wisselt de Overijsselse Vecht een aantal keer van kleur. Bij Hardenberg is het een levendige bedoening. Samen met kunstenaars en cultureel ontwerpers is er een park in de Vechtoevers gemaakt. Hier gaan natuur, kunst en cultuur met elkaar hand in hand. Het park is niet een traditioneel gazon met beelden en bomen. De kunstenaars hebben hier de verschillende parkelementen vormgegeven en dat is te zien. Hellende grondvlakken demonstreren bijvoorbeeld dat het landschap hier zelf het kunstwerk is.

���������

Dat is niet alles: voor lokale verenigingen is er ook ruimte in het park, zodat de Vechtoevers een uitvalsbasis worden van lokale activiteiten. Er is een strand waar je van het weer en het water kan genieten. Er is een paviljoen waar je ijs kan halen en ‘s avonds heerlijk kan eten. Na het eten worden de tafels weggeschoven en gaat de muziek wat harder. Dan is het de perfecte plek om eens lekker te dansen. Richting Gramsbergen is het alweer een stuk rustiger. Een nieuwe wandel-, fiets en skateroute verbindt Hardenberg met Gramsbergen. Langs de oevers van de Overijsselse Vecht. Daar loop, fiets en skate je over de dijken, met de Overijsselse Vecht meanderend aan je zij. Er is een theehuis waar je onder het genot van een kopje thee rustig de langzaam stromende rivier kan overzien.

77

Bij Gramsbergen is ook een aanlegsteiger voor de Vechttaxi en de kanoroute. Vanaf Zwolle kun je zo naar Gramsbergen varen of kanoën om dit oude stadje met z’n mooie straatjes en huizen te bewonderen. De lokale jeugd vermaakt er zich langs de Vecht.

Recreatief netwerk

Struinpaden

Over akkers en erven

Over lanen en dijken

Woud en wildernis

Over gebaande wegen en paden

Observatiehut

GPS

Theehuis

Bedrijfsbezoek

Openlucht atelier

Restaurant

Informatiepunt

Tokkelbaan

Voetveer

Vuurplaats

Kluizenaarshut

Grote grazers

Bungalowpark

Camping

Kanoverhuur

Voet-/Fietsbrug

Laavu

Vechtbalkon

Bezienswaardigheid

Uitkijkpunt

Supertop

Vechttaxi

Veerpont

Skateroute

Vechtstrand

Top

Hotel



79


1: Over lanen en dijken

������������ ������������

Ter hoogte van de sluis bij Vechterweerd, even ten westen van Dalfsen. Deze sluis is het voorlopige eindpunt van de natuurontwikkeling van het Vechtdal. Hier staat de Overijsselse Vecht in het teken van ‘Over lanen en dijken’. Dit betekent dat het winterbed in het algemeen goed toegankelijk is, maar wel vanaf de daarvoor bedoelde wegen en paden. De routes, wegen en paden zijn in dit geval sterk gekoppeld aan de rivierdijken.

De dijken zijn toegankelijk gemaakt door middel van brede asfalt-, of schelpenpaden. Denk daarbij aan de dijken bij de Wageningse uiterwaarden: vanaf de hoge en sierlijk slingerende dijk is de schoonheid van de rivier beleefbaar. Langs de dijken bevinden zich alle voorzieningen, zoals in dit geval een camping, restaurant en een Vechtbalkon. Vanaf de grotere wegen, zoals de N340, rijdt je direct naar de dijken. Bij de Top kan de auto geparkeerd, en de fietsen uitgeladen worden. Vanaf hier kan de fietstocht beginnen, over de doorgaande routes over de dijken.


2: Door woud en wildernis

���������

�����

81

Ter hoogte van de robuuste verbinding ten oosten van Ommen, een belangrijke ecologische verbinding tussen de bossen ten noorden en ten zuiden van de Overijsselse Vecht. De axonometrie staat hier in het teken van ‘Door woud en wildernis. Hier is de natuur in het winterbed op z’n stevigst, met vlechtende rivierarmen en ooibossen. Rondom het winterbed liggen landgoed- en staatsbosbeheerbossen.

De recreatieve ontsluiting van de bossen heeft een netwerkkarakter. Vanuit dit netwerk is, op selectieve plekken, het winterbed ontsloten. Een zandpad reikt vanuit het bos tot een voorziening in het winterbed, in dit geval is dat een uitkijkpost. De uitkijkpost is de basis voor verdere ontsluiting van het winterbed. De onsluiting, spontane struinpaden en wildpaadjes, lopen naar een laavu (kampeerplek) midden in de natuur. Om daar te komen moet de rivier overgestoken worden met een tokkelbaan. Waar deze staat is niet aangegeven met bewegwijzering. Kaartlezen en oriëntatie zijn hier een vereiste.


3: Over gebaande wegen en paden

Ter hoogte van het centrum van Hardenberg. De Vechtoevers staan hier in het teken van ‘Over gebaande wegen en paden’. Dat betekent een grote toegankelijkheid van het winterbed, in combinatie met meerdere voorzieningen en attracties. Bij Hardenberg gaat veel aandacht uit naar het gezicht van de stad aan de rivier. De oevers zijn verlevendigd met nieuwe voorzieningen, als een stadsherberg, nieuwe doorgaande routes en nieuwe laanbeplanting.

In de rivierbedding is een stadspark gemaakt. Het park is een voortzetting van de natuurontwikkeling ten zuiden van Hardenberg, maar met een aantal culturele toevoegingen. In het park staat een paviljoen, of een strandtent, want het aanliggende strand geeft mensen de mogelijkheid van het water, de natuur en de zon te genieten. Een nieuwe brug maakt het park toegankelijk vanuit het centrum en vanaf de noordelijke Vechtdijk.


3: Over akkers en erven

83

Ter hoogte van Oud-Bergentheim. Op deze plek grenst een essencomplex aan het winterbed van de Overijsselse Vecht. De essencomplexen hebben allemaal het profiel ‘Over akkers en erven’: een verhoogde toegankelijkheid van het platteland, in combinatie met een professionele uitvoering van het plattelandstoerisme.

Een aantal boerenbedrijven hebben (delen) van hun land opengesteld voor wandelaars. Langs de kavelgrenzen kunnen ze naar het land en de boerderij van het naastgelegen boerenbedrijf lopen, dat zijn land eveneens opengesteld heeft. Zo is een informeel (over schouwpaden e.d.) wandelnetwerk over het boerenland ontstaan. Aan de rand van van de es ligt het ´Cultuurhuis´, een Supertop in het teken van het boerenbedrijf , -producten en - cultuur. Voorzieningen, ook voor de omwonenden en de buurdorpen, zijn met cultuur gecombineerd tot een bezienswaardigheid en attractie van (inter-)nationale allure.



4.

Samenvatting



Opgave Het Overijssels Vechtdal is terecht een vakantielandschap, maar beheerders en exploitanten kunnen niet achterover leunen en vertrouwen op de kwaliteiten van het landschap. Er zijn verschillende ruimtelijke conflicten en mankementen, die het gebruik van het recreatieve netwerk en de beleving van het landschap in de toekomst in gevaar brengen. Het Overijssels Vechtdal bevindt zich nu in een spagaat. Aan de ene kant is er de angst onder de ‘rustzoekers’ dat met de toestroom van meer toeristen het natuurlijke, schilderachtige en geborgen karakter van het Overijssels Vechtdal zal verdwijnen. De ‘pleziermakers’ zien aan de andere kant graag meer routes en meer voorzieningen. De gemeenten en de ondernemers willen graag meer toeristen. Welke keuze moet je maken in de spagaat? De hamvraag is hoe het recreatief netwerk van het Vechtdal kan worden afgestemd op zowel de wensen van de bezoekers en de bewoners, als op het veranderende landschap.

Strategie Het Overijssels Vechtdal is een ondernemende streek met een aantal interessante initiatieven van onderaf, van ondernemers en organisaties die over grenzen heen kijken en op de schaal van het Overijssels Vechtdal opereren. Het lijkt logisch en effectief om de schaal van de lokale initiatieven nog een niveau hoger te tillen om met elkaar het Overijssels Vechtdal te beheren en exploiteren. Gezien het waardevolle landschap, de bezoekersaantallen, de wildgroei van toerisch-recreatieve voorzieningen en de plannen voor natuurontwikkeling en woningbouw, is het slim om het Overijssels Vechtdal ook te zien als een landschappelijk geheel, dat om een eenduidige visie vraagt. Voorzie dat geheel van een passende status. Dan kan het recreatieve netwerk van het Overijssels Vechtdal optimaal afgestemd worden tussen het landschap en de gebruikers. Om de streek uit de spagaat te helpen, is het Overijsselse Vechtdal ingetekend als één gebied. Het park is helder begrensd, door de regionale wegen en kanalen ten noorden en zuiden van de Overijsselse Vecht. De bedoeling is om zowel de plezierzoekers, als de rustzoekers te accommoderen in het Overijssels Vechtdal.

Voor het Vechtdal zijn bovendien vier profielen ontwikkeld, met elk een eigen sfeer en hoedanigheid. De profielen zeggen niet alleen iets over het recreatief netwerk, maar ook over voorzieningen en het landschap.

Profielen Over akkers en erven: het plattelandstoerisme wordt hier professioneel aangepakt. Op de boerderij is van alles te doen voor jong en oud. Het platteland is toegankelijk voor redelijke aantallen mensen. Met de auto en met de fiets kun je van boerderij naar boerderij rijden. Echt bijzonder is dat boeren hun land (of delen ervan) hebben opengesteld voor wandelaars. Langs lanen en oevers: dit profiel biedt de bezoekers een blik in de rijke geschiedenis van de Overijsselde Vecht en de adellijke sfeer van de landgoederen. Dit profiel kan rekenen op een groot publiek. Het gebied is daarom goed toegankelijk voor wandelaars en fietsers, ruiters en skaters. Op de dijken liggen brede, goed begaanbare paden. Overnachten kan op landgoederen zelf en op minicampings langs de vechtdijken. Door woud en wildernis: moeder natuur heeft dit landschap opnieuw naar haar hand gezet. De rivier meandert weer en overal zijn kleine ooibossen opgeschoten. De uiterwaarden van de Vecht zijn wel toegankelijk, maar niet voor iedereen. Er zijn hier geen autowegen en parkeerplaatsen, geen wandel- en fietspaden. Voor echte rustzoekers en natuurvorsers is dit het paradijs. Voorzieningen zijn gering in aantal, en liggen op behoorlijke afstand van elkaar. Over gebaande wegen en paden: Dalfsen, Ommen, Harderberg en Gramsbergen zijn dé centrale plekken in het Overijsselse Vechtdal. Routes voor voetgangers, fietsers, ruiters, skaters, scootmobiels en GPS komen er samen. Zowel de pleziermakers, als de rustzoekers zijn er te vinden. De Vechtsteden en hun omgeving staan in het teken van attracties en arrangementen. Alles in een (stads) parkachtige setting, waar plek is voor festiviteiten en evenementen. Supertop: de twee zogenaamde Supertops zijn de nieuwe imagobepalers voor het Overijssels Vechtdal. Twee bezienswaardigheden of attracties met (inter-)nationale allure. Dit zijn beeldbepalende voorzieningen op knooppunten van recreatieve routes en op de overgang tussen verschillende profielen.

87



Colofon Illustraties:

Lola landscape architects

Tekst:

Lola landscape architects, Paul Roncken

Foto’s :

Lola landscape architects, Paul Roncken en Flickr Images

89


Weg a/d Vecht Het Overijssels Vechtdal is een prachtig vakantielandschap, maar wie komen er en over wat voor een paden en routes bewegen zij zich door het landschap? Lola landscape architects en Paul Roncken onderzochten het Overijssels Vechtdal en kwamen met een pasklare strategie voor een optimaal recreatief netwerk.

Paul Roncken Volle Hoop Reiziger Landschapscurator

Atelier Overijssel werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.