VERROMMELING IN ZUID-HOLLAND
VERROMMELING IN ZUID-HOLLAND Studie naar verrommeling en de kansen voor een groener en grootser Zuid-Holland
Lola landscape architects April 2008 in opdracht van Mooi Zuid-Holland
Meldingen van verrommeling: links Zuinig op Ruimte (2007), rechts Landroof (2007). De meldingen zijn verspreid over heel Nederland, maar vertonen een concentratie rondom steden.
AANLEIDING: STOP DE VERROMMELING!
Van colablikje tot caravanopslag Ga de straat op en het duurt niet lang of je ziet rommel. Dit varieert van de kleinschalige rotzooi van lege colablikjes en poep op de stoep, tot vervallen krotten of juist lelijke nieuwe kantoren. De verrommelde stad doet verlangen naar buiten, naar het schone landschap. Maar als je het buitengebied intrekt, is het minder opgeruimd dan je gehoopt had: windturbines torenen hoog uit boven het boerenland, nieuwe bedrijventerreinen belemmeren het uitzicht, zandhopen laten zien dat het met de teloorgang van het platteland nog lang niet is afgelopen. Zelfs de boeren zelf verrommelen hun eigen erf met landbouwplastic, nieuwe loodsen en caravanopslag. Het hierboven geschetste perspectief lijkt overdreven, maar kan wel worden gezien als een weerslag van ‘de publieke opinie’, zoals die in de discussies op internetfora, politieke debatten en televisieprogramma’s naar voren komt. Vanuit dit perspectief is verrommeling overal en zijn er veel schuldigen: de overheid, energiemaatschappijen, projectontwikkelaars, ondernemers, boeren en niet te vergeten de burger zelf. Het is een ongenoegen dat zich keert tegen wat in essentie de stad is: een plek waar mensen samenleven, waar plannen worden gemaakt en geld wordt verdiend; waar botsingen en uitwisselingen plaatsvinden tussen groepen mensen met een verschillende levensovertuiging, smaak, ethiek en status. Die verscheidenheid uit zich ook in de fysieke omgeving: wat de een mooi en praktisch vindt, vindt de ander ergerlijk en lelijk.
Een beetje rommel en lelijkheid hoort bij de stad. Rotterdam wordt door velen als lelijkste stad gezien, maar tegelijkertijd ook als de enige échte stad van Nederland. Op grotere schaal zou je kunnen zeggen dat Zuid-Holland misschien de lelijkste provincie van Nederland wordt gevonden, maar ook de enige échte metropool van Nederland is. Urgentie van de opgave Verrommeling van het landschap is geen nieuw fenomeen: toch zijn er goede redenen om juist nu in te zetten op voorkomen en genezen: 1. De komende vier jaar zullen er veel plannen uitgevoerd gaan worden, met de nodige vraagtekens over de meerwaarde voor de landschappen waarin ze plaatsvinden. 2. Momentum: er is sprake van een mentaliteitsverandering, met meer aandacht voor duurzaamheid en landschap. Dit is de kans om kritisch naar plannen te kijken en een nieuwe visie te ontwikkelen. 3. Er is per juli 2008 een nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening; met nieuwe instrumenten ontstaan er nieuwe verhoudingen tussen gemeentes en provincie. Een kans om meteen de tanden te laten zien.
35% stedelijk gebied
40% buitengebied 25% overgang stad-land
Waar zien mensen verrommeling (bron: Zuinig op ruimte, 2007)? Overal: stad, buitengebied, en overgang stad-land worden alle drie veel genoemd.
50% bedrijventerreinen 30% overig 16% woningbouw 4% kassen
Wat zien mensen als verrommeling (bron: Zuinig op ruimte, 2007)? Naast de usual suspects gaat ĂŠĂŠnderde van de meldingen niet over bebouwing.
ANALYSE: VERROMMELING, WAAR HEBBEN WE HET EIGENLIJK OVER? Wat is verrommeling? Het was een landschap vol rommel dat ik doorkruiste, zover het oog reikte, met betonnen fabriekshallen, met containers vol blik, oude tuinstoelen en ander ijzerafval, met onduidelijke stellages en opslagplaatsen, met woekeringen die de Nederlanders enkel wilden zien in België of Italië, maar die in werkelijkheid in hun eigen landschap even welig tieren. (Geert Mak, 1998) De afkeer waarvan termen als ‘rommel’, ‘woekeringen’ en ‘onduidelijkheid’ blijk geven, hangt nauw samen met een esthetische blik op het landschap. (RPB, 2004) Onder verrommeling van Nederland verstaan wij zowel de snel oprukkende bedrijventerreinen als het dichtgroeien van de open ruimte met tal van functies die de laatste jaren in het landelijk gebied opduiken. (Provinciale milieufederaties, 2007) Een storende toename van de variatie in het landschap in combinatie met een gebrek aan samenhang. Variatie wordt in de beleving van mensen positief gewaardeerd zolang het gaat om afwisseling binnen een geëigend patroon. Bij verrommeling gaat het juist om niet in het landschap passende variatie en het vóórkomen van als storend ervaren elementen. (WUR Alterra / MNP, 2006) Verrommeling is het verdwijnen van échte landschappen, échte dorpen en échte steden. (Kunstenaar Dré Wapenaar, 2008)
Verrommeling is ‘bouw maar raak en plemp maar vol’. (Landroof, 2008) Wat vind we er van? Op het meldpunt ‘Zuinig op Ruimte’ zijn de eerste drie maanden van 2007 ruim duizend meldingen van bezorgde burgers binnengekomen over verrommeling en andere vormen van kwaliteitsachteruitgang van het landschap. Zo’n 40% daarvan gaat over meldingen in het buitengebied, een kwart over de overgang tussen stad en land en de resterende 35% over het ruimtegebruik in stedelijk gebied waaronder leegstand en verpaupering. De helft van de meldingen heeft betrekking op bedrijven(terreinen), 16% over wonen, 4% over glastuinbouw. De meldingen over bedrijven(terreinen) gaan in 40% van de gevallen over bouw in het open landschap, 32% over bouw aan de rand van de stad en 15% over leegstand of verpaupering. In het Tv-programma Landroof werden bezorgde burgers ook opgeroepen om op internet melding te maken van ‘landroof’. Deze meldingen laten eenzelfde soort spreiding zien als die van het meldpunt Zuinig op Ruimte.
Percentage gewijzigd grondgebruik per provincie in de periode 19962000 bron: CBS)
Ruimteclaims tot 2020, zoals berekend door PZH en Alterra, oppervlaktes zijn op schaal.
De grootste ruimtewinnaars en verliezer in Zuid-Holland, in de periode 1996 - 2000 (toename oppervlak in hectares). (bron: CBS)
ANALYSE: VERROMMELING IN ZUID-HOLLAND
Schaarste aan open ruimte in Zuid-Holland De verrommeling is inmiddels overal: vrijwel alle provincies (zelfs Groningen) zijn op dit moment bezig met het maken van een strijdplan tegen het ongrijpbare fenomeen. Toch is volgens de kenners de situatie nergens zo nijpend als in ZuidHolland. Allereerst is Zuid-Holland van oudsher de meest dichtbevolkte, meest verstedelijkte provincie van Nederland. Hierdoor is open cultuurlandschap een schaars goed geworden. En met alle plannen voor de boeg zal het alleen maar schaarser worden. Ruimtevreters Op dit moment gaat het verstedelijkingsproces in Zuid-Holland veel sneller dan in andere provincies. Uit de wijzigingen in het bodemgebruik tussen 1996 en 2000 zijn de vijf grootste ruimtevreters te destilleren: hierbij zitten natuurlijk nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen en kassen. De Rotterdamse haven genereert nu eenmaal vooral goedkope vierkante meters: niet alleen op de haventerreinen, maar ook in de Oost West corridor, de ophanden zijnde Maincorridor Zuid en richting Noorden in de Glas-as. Opvallend is dat de grootste toename in oppervlak tussen 1996 en 2000 voor rekening komt van de bouwterreinen: zandvlaktes met shovels en kranen. In de bouwfase laat de verstedelijking zich van zijn meest alarmerende kant zien: the dirty job van het afslachten en onder een zandpakket begraven van het landschap. De vijfde grote ruimtevreter is bos. Overal in Zuid-Holland worden natuur en recreatieterreinen ontwikkeld, waarbij vaak bossen worden ingeplant. Deze verbossing zorgt
ervoor dat de karakteristieke landschappen van Zuid-Holland niet alleen door ‘rode’ projecten, maar ook door ‘groene’ projecten steeds minder herkenbaar worden. Ruimtelijke plannen en het vestigingsklimaat Hoger doel van de strijd tegen verrommeling is het verbeteren van het leefklimaat van ZuidHolland. Het open polderlandschap en de bereikbaarheid van het landschap zijn hiervoor van groot belang. Ironisch is dat veel van de plannen ten koste gaan van het cultuurlandschap, en het juist onbereikbaarder maken. De provincie becijfert in haar Proviciale Structuurvisie een totaal van ruimtelijke claims ter grootte van 36.000 hectare voor 2020; dit komt op éénvijfde deel van het cultuurlandschap van de provincie.
De Europoort en daarmee samenhangend de Oost West Corridor en de Maincorridor trekken veel bedrijven aan die veel goedkope vierkante meters nodig hebben.
Bouwterrein Rijnfront, Leiden
Bouwterrein Bedrijventerrein Prisma, Zoetermeer
Bouwterrein N470, Berkel en Rodenrijs
Woonwijk W4, Leiderdorp
Woonwijk Oegstgeest, Leiden
Woonwijk W4, Leiderdorp
Bedrijventerrein Papland, Gorinchem
Kantoorlocatie Gouwe Park, Gouda
Woonboulevard, Leiderdorp
Woonboulevard, Leiderdorp
Bedrijventerrein Bergschenhoek
Bedrijventerrein, Bleiswijk
Abtswoudse bos, Delft
Broekpolderbos, Vlaardingen
Kassencomplex Bleiswijk, Oostland
Kassencomplex Naaldwijk, Westland
Kassencomplex Moerdijk, Oostland
Kassencomplex Leiderdorp, Leiden
Midden-Delfland
Polder Schieveen, Zestienhoven, Rotterdam
Zuidplaspolder, Gouda
Het verschil tussen verrijking en verrommeling zit in de schaal waarop ontwikkelingen plaatsvinden. Kort gezegd is kleinschalige rommel het gevolg van individuele vrijheden, en grootschalige verrommeling het gevolg van slechte planning.
CONCLUSIES: GROENER EN GROOTSER ZUID-HOLLAND
Opgegeven landschap Voor de doorsnee burger worden visuele samenhang en logica van het landschap in Zuid-Holland steeds moeilijker waarneembaar. Hij voelt zich machteloos tegenover de plannenmakers en heeft het idee dat er overal zomaar ontwikkeld kan worden. Er heerst een gevoel dat de belangen niet goed worden afgewogen in de ruimtelijke ordening, en dat open landschap te makkelijk wordt opgegeven. Toch speelt ook vaak de onderbuik op; de verrommeling is voor velen een dankbare kapstok voor onvrede over de achtertuin. Verrommeling = verandering Verrommeling is een als negatief ervaren verandering van grondgebruik. Veel veranderingen worden negatief ervaren, al is het maar vanuit het eigenbelang van de achtertuin. Zelden zien we een verandering onverdeeld als verrijking: een mooie nieuwe woonwijk, een spectaculair park. Een crème de la crème van een paar procent, dat bestaat bij de gratie van 90% bulk. Maar in de plannenmachinerie van Zuid-Holland zou het wel wat over hectares mogen gaan. Graag iets minder bulk en iets meer beauty. Verrommeling versus verrijking Er is een belangrijk onderscheid te maken tussen verrommeling en verrijking. Elke stad, elk dorp en elk huis heeft vrije, ongecontroleerde ruimte nodig, waar mensen in staat zijn hun eigen wereld te creëren, los van een regulerende overheid. De ruimte om lekker aan te klooien brengt leven in het landschap en kan alleen maar
worden gezien als een verrijking. We zien dit als de kleinschalige verrommeling ‘van onder af’, die mogelijk wordt gemaakt doordat de overheid (nog) geen controle uitoefent op een gebied. Daar tegenover staan door overheden geplande annexaties van het landschap, waar de burger vaak juist nauwelijks bij betrokken wordt. Hierbij gaat het om grootschalige aanleg van bedrijventerreinen, kassencomplexen, woonwijken en recreatiebossen. Wij willen ons in dit onderzoek richten op deze laatste categorie. Groener en grootser Zuid-Holland Door de schaarste is de waarde van het overgebleven landschap toegenomen; toch wordt dit niet door iedereen ingezien. Initiatieven als Mooi Nederland en Mooi Zuid-Holland zijn een kans om de waardeverhoging van het niet-verstedelijkte landschap ook in beleid om te zetten. Dit zou niet moeten leiden tot een defensieve one-issue-aanpak, maar juist tot een progressief en integraal plan voor wonen, werken en recreëren. Een goed voorbeeld hiervan is het “Greener, greater NYC” dat onder Bloomberg is gemaakt: hierin worden plannen samengebracht voor zowel een beter transportsysteem als voor meer parken, meer woningen, een beter watersysteem, etc. Een grootser en groener ZuidHolland.
Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2020
Ruimtelijk Plan Regio Rotterdam 2020
Dynamische stedelijk veld
Transfortmatiezone stad-land-water
Schakelzone stad-infra
Landschapsversterking met landelijk wonen
Schakelzone stad-land-water
Landschapsversterking met bedrijven
Schakelzone stad-water
Verweving stad-land met landelijk wonen
Stedelijk parklandschap
Parklandschappen inrichtingsopgave
Parklandschap
Landschappelijke verbindingszones
Hoe het niet moet: selectie van vage legenda-eenheden uit belangrijke provinciale plannen. Om vernatwoordelijkheden en moeilijke beslissingen uit de weg te gaan, worden grote gebieden zo vaag benoemd, dat bijn a alles mogelijk is. Gevolg: verrommeling.
De Good Cop-Bad Cop strategie: de provincie moet aan de ene kant lagere overheden en organisaties verleiden met toekomstbeelden, en aan de andere kant meedogenloos afstraffen als beleidsuitgangspunten niet wordt opgevolgd
6 AANBEVELINGEN VOOR EEN SCHONERE PROVINCIE: ALS GOOD COP EN ALS BAD COP Slagkracht, en de verbeelding aan de macht De provincie maakt graag complexe plankaarten met meerduidige legenda’s. Veelbelovende plannen en de beste bedoelingen, maar in de praktijk dreigt passiviteit, in de rol van toezichthouder op de ruimtelijke ordening. De provincie moet haar tanden laten zien, maar ook het goede voorbeeld geven. Dankzij de Nota Ruimte en de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening krijgt de provincie de kans om op een nieuwe manier invloed uit te oefenen op de ruimtelijke ordening. Nu het Rijk zich terugtrekt wordt de provincie de aangewezen instantie om op regionale schaal het verstedelijkingsproces optimaal te laten verlopen. De gemeentes en de natuurorganisaties zijn hierin de belangrijkste partners; volgens ons kan de provincie met een strategie van ‘goedschiks of kwaadschiks’ haar coördinerende rol in deze samenwerking het best consolideren. De provincie moet als good cop de lagere overheden, de organisaties en ontwikkelaars verleiden, met sprekende toekomstbeelden. Als bad cop moet de provincie meedogenloos zijn als provinciaal beleid met voeten wordt getreden. Good Cop Een provincie met ruimtelijke visie. Dat zien we nog onvoldoende terug in de producten van de provincie: het streekplan en de structuurvisie. Het streekplan heeft de ruimtelijkheid van een gemeentelijk bestemmingsplan. De structuurvisie is zo abstract en vaag, dat er geen richting in
te herkennen is. Er moet een wervend plan komen waarin men de vrijheid kan nemen om een wenselijk toekomstbeeld te schetsen, maar zonder dat meteen de planschadejuristen op de stoep hoeven staan. In deze nieuwe verleidingsstrategie moeten heldere landschapsbeelden worden geformuleerd. Koppel landgebruik direct aan beelden. Laat geen misverstand ontstaan over het type landschap, bedrijventerrein of woonwijk. Leveren alle landschapsparken tezamen wel het juiste landschapsbeeld op? Bad Cop Zet gelijk de nieuwe bevoegdheid in om in te grijpen in een bestemmingsplan. Maak een mediaspektakel van de grote dilemma’s in de provincie. Zo snappen de kiezers waar de provincie over gaat en waar ze voor staat. Denk daarbij vooral eens aan de plekken in de luwte van de ruimtelijke ordening. Iedereen wil scoren met het Groene Hart. Maar het kassengebied gaat bijvoorbeeld nog steeds gebukt onder een negatief imago en een liefdeloze herstructurering en schaalvergroting. Het gebrek aan status betekent vaak ook gebrek aan steun, want geen prioriteit dan geen geld. Zorg daarom voor een (minimale) basiskwaliteit op iedere ontwikkelingslocatie. Een goed voorbeeld van de verleidingsstrategie is de Southbound-manifestatie van AIR, waarmee de Hoekse Waard als vergeten gebied voor een breed publiek midden in de belangstelling kwam te staan.
Toekomstige bouwputten, volgens de Nieuwe Kaart van Nederland
Bouwterreinen stedelijke ontwikkeling Bouwterreinen natuurontwikkeling
PROJECT 1: DE ZANDHOPEN VAN ZUID-HOLLAND
Bouwplaatsen vormen de grootste ruimtevreter van het buitengebied Bouwplaatsen hebben grote impact op het gevoel van verrommeling
drastisch in te korten; volgens hen cruciaal voor het slagen van het project. Het is duidelijk dat deze manier van denken nog geen voeten aan de grond heeft gekregen in Nederland. Iedereen herinnert zich bijvoorbeeld het debacle met
Er moet meer aandacht worden geschonken aan de inpassing van bouwterreinen Elke verandering in bodemgebruik kent een bouw- of aanlegfase, zowel bouwprojecten als natuurontwikkelingsprojecten. Omgewoelde grond, zandhopen, materieel, hekken en bouwketen vormen het decor. Deze zijn geen reclame voor de verandering van het landschap: het landschap ligt er gehavend bij, terwijl er nog geen nieuwe leefwereld voor in plaats is gekomen. De bouwlocatie is één van de symbolen van verrommeling in het buitengebied. Toch zal er altijd gebouwd worden in het buitengebied van Zuid-Holland, en bouwlocaties vormen dus een permanent onderdeel van het landschap.
Vormgeving van het transformatieproces op het platteland: hekken en zandhopen.
Veel bouwterreinen blijven onnodig lang liggen; de Nederlandse bouwwereld is traag. Volgens het CBS is Zuid-Holland ook één van de provincies waar bouwterreinen het langst onbenut blijven van heel Nederland. Dat is raar, aangezien de ruimtelijk druk in Zuid-Holland het grootst is. De bouw kan veel sneller. Voor de ontwikkeling van de Zuidas in Amsterdam hebben buitenlandse investeerders voorgesteld om het bouwtempo met een factor 5 te verhogen, om zo de fase van het ‘leven in een bouwput’
Vormgeving van het transformatieproces in de stad: dit Rotterdamse slooppand is volledig “Beukelsblauw” geschilderd. Ook de aannemer werkt in blauw tijdens de sloop.
de Betuwelijn of kent de eeuwige zandtaluds van de A4 door Midden- Delfland. In IJburg overwegen nieuwe bewoners hun huis weer te verkopen en naar elders te gaan, omdat vijf jaar wonen in een bouwput toch wel erg lang is. Het zal niet eenvoudig zijn om de snelheid van deze complexe, stroperige processen op te voeren. Toch kan er ook op simpele manieren tijdswinst geboekt worden. Zo bestaan er voor de voorbelasting van de grond verschillende methodes: snelle methodes kosten meer dan langzame methodes en dus liggen zandhopen er vaak veel langer dan noodzakelijk. Daarnaast kan er nog altijd meer aandacht worden geschonken aan de inpassing van bouwplaatsen in het buitengebied. In de stad wordt als vanzelfsprekend veel aandacht besteed aan het de visuele en sociale kant van het sloopnieuwbouwproces. De aankleding van een bouwplaats met schermen, kijkgaten, levensgrote
Kosten en tijdsduur van verschillende voorbelastingmethodes
beelden van de toekomstsituatie is meer regel dan uitzondering. In het buitengebied valt geen enkele esthetische regie te bespeuren. Good Cop: Richt een fonds op voor de landschappelijke inpassing van bouwterreinen. Aannemers en ontwikkelaars moeten een subsidie krijgen voor de esthetische regie op de bouwplaats. Denk aan minimalisering van bouwrommel, aarden wallen, mooie informatieborden, snellere voorbelastingsmethodes, etcetera. Bad Cop: stel maximale bouwperiodes vast Als grond te lang ongebruikt wordt gelaten, moet de provincie ingrijpen. Neem Broekpolder in Vlaardingen: dit staat al 20 jaar op de kaart als mogelijke bouwlocatie, omdat lokale overheden geen keuzes durven te maken. Met een alternatief bestemmingsplan kan de provincie een keuze forceren.
Aaneengesloten dijkennetwerk dat stad en land verbindt
Recreatief supernetwerk van dijken en boezemkades Provinciaal fietspadenplan
PROJECT 2: DE GROENE UITWEG
Het cultuurlandschap wordt schaars en onzichtbaar Maak de dijken tot groene uitvalswegen voor de recreant En de N-wegen tot Panoramaroutes van de provincie
Schaars goed Het agrarische landschap begint een schaars goed te worden in Zuid-Holland. De groei van de vijf grootste ‘ruimtevreters’ van de provincie ZuidHolland (bouwterrein, wonen, bedrijven, bos en kassen) heeft een afname van het agrarisch gebied tot gevolg. Als alle plannen op de Nieuwe Kaart doorgang zouden vinden dan verdwijnt er in heel Zuid-Holland 36.000 hectare. Dat is éénvijfde deel van het huidige areaal. Een groot aandeel komt door natuurontwikkeling in de veengebieden; landbouwkundig marginaal, maar historisch waardevol. Het tegenovergestelde geldt voor de Zuid-Hollandse droogmakerijen. Hoewel de diepst gelegen polders, worden zij in hoog tempo volgebouwd, vaak om juist de veenpolders te ontzien. Landschap naar de achtergrond Bovendien verdwijnt er met name veel agrarisch gebied langs de randen van de steden, langs uitvalswegen, provinciale wegen en snelwegen. Dit zijn juist de plekken van waar veel mensen het landschap het meest ervaren. Gevolg is dat het cultuurlandschap naar de achtergrond verdwijnt; het is steeds verder weg en lastiger te beleven.
Nieuwe bebouwing aan de rand van de steden verslechtert de bereikbaarheid van het landschap vanuit de bestaande stad. De betrokkenheid van de stedeling met het buitengebied neemt daardoor af. Good cop: maak het landschap zichtbaar en bereikbaar Ondanks alle stedelijke ontwikkeling en de verandering die dat teweeg brengt in het ZuidHollandse landschap, zijn er nog ontzettend veel mooie landschappen in de provincie. De kunst is niet alleen om die landschappen te behouden; het is minstens zo belangrijk dat mensen zich met dat landschap verbonden voelen. En daarvoor moet het buitengebied optimaal ontsloten worden; niet alleen voor voetganger of fietser, maar juist ook voor de automobilist.
Dijken en boezemkades waarlangs zich bouwplannen bevinden
a. Investeer in het dijkennetwerk, en maak ze tot de groene aders van de provincie. Via dit netwerk kan de stedeling het landschap buiten de stad bereiken. In potentie is dit netwerk alom aanwezig, zowel in de stad als in het platteland, maar het wordt op veel plekken doorsneden door infrastructuur. Een relatief eenvoudige operatie met groot effect: repareer deze zwakke schakels, zodat het hele netwerk kan worden benut. Zo ontstaat een typisch Zuid-Hollands netwerk, dat de ontstaansgeschiedenis van de provincie laat zien en waarlangs veel cultuurhistorisch waardevolle elementen staan. b. Maak de provinciale wegen tot groene routes. De Rijkswegen zijn intussen zó volgebouwd dat mooie autoroutes door het landschap een schaalniveau lager gezocht moeten worden. Tegenwoordig, als je buitenlandse vrienden Holland wil laten zien, ga je over de N-wegen. Ze zijn er nog niet echt op ingericht, maar kunnen voor automobilisten de visitekaartjes van het Zuid-Hollandse landschap worden. Investeer in aantrekkelijke recreatieve autoroutes, met culturele wegbewijzering, culinaire trekpleisters. Besteed aandacht aan de relatie met het landschap, met landschapsbalkons en rustpunten op onmisbare panorama’s.
Groene route: vrij zicht in groene zone uitzichtpunt maken bouwplan verhinderen kruising verbeteren
T
tankstations
Vanuit Dordrecht naar Schiphol: een prachtige panoramarourte door het Groene Hart
Groene panoramaroutes verbinden steden met elkaar en zijn de landschappelijke visitekaartjes van de provincie
Panoramagebieden langs de N-wegen
Bad cop: benoem onmisbare panorama’s Stedelijke ontwikkeling is niet te stoppen. Maar het is van belang zorgvuldig met het resterende cultuurlandschap in de provincie Zuid-Holland om te gaan. Dat betekent dat de provincie streng en daadkrachtig moet zijn om het landschap te beschermen. Leg vast wat je wilt behouden. Daarbij kan de beleving van het landschap een belangrijke leidraad zijn. Kijk hierbij naar de ontsluiting van het landschap. Als bijvoorbeeld de dijken en de provinciale wegen de
landschappelijke visitekaartjes van de provincie zijn, zorg dan dat de panorama’s vanaf deze wegen pure landschappen zijn. Dit kan door rondom deze wegen het gehele zichtveld van de mens (1600 meter) te behoeden voor ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Deze structuur van dijken, provinciale wegen en rommelvrije panorama’s kan een nieuwe landschappelijke hoofdstructuur opleveren.
1. Maak van het stenige Binnenrotteprofiel een groen boezemkadeprofiel 2. Optimaliseer de wandel- en fietspaden langs de oevers van de Rotte 3. Verwijder en voorkom verstoring van het beeld door parkeerplaatsen langs de oevers te verwijderen. 4. Verwijder en voorkom verstoring van het beeld door afval in en aan het water op te ruimen.
Door de Rottekades opnieuw in te richten, kan een aantrekkelijke groene verbinding gerealiseerd worden, van het Groene Hart, tot in het centrum van Rotterdam.
Superrecreatiegebieden en open polders Superrecreatiegebieden Toegankelijk buitengebied
Superrecreatiegebieden en polderrecreatie in plaats van identiteitsloze recreatiebuffers:bestaande bufferbossen worden opgewaardeerd en polders toegankelijk gemaakt.
PROJECT 3: VOLLE BOSSEN / WEIDSE POLDERS
Compensatiegroen vernietigt cultuurlandschap
stedelijke uitloopgebieden aan de rand van de stad te creëren.
Herontwikkel bestaand groen en maak mooie publiekstrekkers
Geen hond Wil men in de Zuidvleugel nog open gebieden behouden, dan zal het klassieke planningsmodel – een stad met daaromheen een stedelijk uitloopgebied en daarbuiten het platteland – moeten worden losgelaten. In de voorbeelden van Regio Rotterdam, Dordrecht en Zoetermeer zien
Ontsluit de plattelandscultuur voor de recreant
Liefde voor het landschap De grote boosdoener in het verrommelingsdebat is meestal het ‘rode gevaar’: woningbouw, bedrijventerreinen en kassen. De komende jaren zal het klassieke weidse polderland echter vooral plaatsmaken voor natuur- en recreatiegebied, maar liefst 28.500 hectare. Veel van deze nieuwe plekken wordt nadrukkelijk vormgegeven, maar niet altijd met evenveel ambitie en liefde voor het landschap. Veel van de nieuwe natuur- en recreatiegebieden bestaan uit bos, want dat is het goedkoopst in onderhoud en je kan er veel recreanten in stoppen. Nieuwe kaart NL: bebouwingsprojecten
Twaalf fietsers per dag De recreatievraag in Zuid-Holland, zoals door Alterra voor de provincie berekend, ongekend hoog. Deze recreatievraag wordt uitgerekend in hectares, ervan uitgaande dat er maar een maximaal aantal recreanten op een comfortabele manier in een hectare past. Volgens Alterra passen er in bos de meeste recreanten. Dit zijn twaalf fietsers en wandelaars per dag per hectare; met deze getallen is het niet raar dat er een grote claim voor recreatiebossen op het landelijk gebied ligt. Hier hangt een beleid mee samen om
Nieuwe kaart NL: groene projecten
we hoe dit model nog steeds wordt nagestreefd. Omdat de verstedelijking van de Zuidvleugel zo gefragmenteerd is, leidt de consequente toepassing van dit model tot één groot stedelijk uitloopgebied. De kwaliteit van veel van deze bossen is op veel plekken zo laag, dat er geen hond is te bekennen op zondagmiddag. En veel van dit soort bossen zijn alleen tijdens mooie zomerdagen aantrekkelijk.
Schrikbeeld: de bufferpolitiek consequent doorgevoerd.
Geen excuus Een tweede oorzaak van ‘verwildering’ van Zuid-Holland zijn de compensatierichtlijnen voor ruimtelijke ingrepen: de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en het Provinciaal Compensatiebeginsel. Dit stelt: “Denkbare compensatiemaatregelen zijn: aanleg van bos en landschappelijke beplantingen, vooral aangrenzend aan de bebouwing of aan de
Herstructurering van het Broekpolderbos bij Vlaardingen kan verdere ontwikkeling groene recreatiebuffers voorkomen.
verstorende elementen, en verhoging van de kwaliteit van het resterend agrarisch gebied door aanleg van wandel- en fietspaden en verhoging van de ecologische waarden door vormen van agrarisch natuurbeheer.” Helaas is de compensatieregeling niet gericht op de verhoging van de kwaliteit van reeds bestaande recreatie- en buffergebieden. Dat terwijl de kwaliteit van dit excuusgroen vaak minimaal is. Good cop: compenseer kwalitatief en maak bij iedere stad een Kralingse Bos Om te voorkomen dat er straks overal een overschot aan slecht ingerichte recreatiebossen ligt en er een tekort is aan weidse polders, is het beter om te investeren in bestaande recreatie- compensatie en bufferbossen, zodat deze uitgroeien tot werkelijk aantrekkelijke recreatiegebieden, met een grotere opvangcapaciteit. a. Maak een groenherstructureringsplan en pas het compensatiebeginsel aan. Zo’n strategie kan veel opleveren, aangezien de aanleg en het beheer van de groene gebieden in handen is van een beperkt aantal partijen, zoals Staatsbosbeheer, de recreatieschappen, DLG en Natuurmonumenten. Hier kan de provincie, anders dan bij veel bouwprojecten, grote controle over uitoefenen. b. Maak bij ieder stad een Kralingse Bos. het Kralingse Bos trekt meer dan één miljoen bezoekers per jaar. Concentreer ambitie en verbeeldingskracht in een aantal recreatiepunten, die het hele jaar aantrekkelijk zijn voor een breed publiek. Realiseer goede parkeervoorzieningen en fiets- en wandelroutes het buitengebied in.
Bad cop: stel je groene expansiedrift bij en kijk hoe je het bestaande landschap beter kan benutten Minder bos en meer polders en waarden. Een betere relatie met het omringende landschap zou een flinke stap vooruit zijn. Leg meer nadruk op routes en minder op gebieden. Zoek meer verbinding met lokale cultuur en context. a. Kijk nog eens kritisch op de kaart, naar welke natuur- en recreatiegebieden nu echt getransformeerd moeten worden, en probeer waar mogelijk het plattelandskarakter te behouden. Meer rijke sloten en bloeiende bermen, en minder gegraaf van kunstmatige slingers en paddenpoelen. b. Recht van overpad voor wandelaar en fietser: te veel boerenland is afstandelijk en onbereikbaar, met recreatieve files op die plekken waar je wel mag komen. Een bekend verhaal is dat veel onverharde paden zijn verdwenen; maar al zou je maar olifantenspoor langs de slootkant kunnen benutten.
Al het glas naar de Glas-as
Beschermde landschappen (Natura 2000, EHS, Nationaal landschap) Glas-as Verplaatsen van Glastuinbouw naar de Glas-as Saneren van Glastuinbouw in beschermde landschappen
PROJECT 4: HET GLAZEN LANDSCHAP
De glastuinbouw is een economisch succes, maar wordt negatief beleefd. De glastuinbouw is toe aan een imagoboost Maak de Glas-as onderdeel van de landschappelijke groenstructuur
Rupsje nooitgenoeg Is het traditionele agrarische gebied de grote ruimteverliezer van de Zuid-Holland, de glastuinbouw is de grote winnaar. Met een areaal van meer dan 5000 hectare en een toegevoegde waarde van 2 miljard euro wordt het ook wel eens de derde mainport van Nederland genoemd. Sinds 1930 is het gebied gestaag gegroeid vanuit het Westland richting het Oostland. Hoewel in hectares en euro’s een winner, in de ogen van de mensen is de ‘glazen stad’ vooral een landschapsvretende productiemachine, waar weinig te zoeken is. Meer glas wordt gezien als meer verrommeling. Landschap van de 21ste eeuw De glastuinbouw heeft groot (economisch) nadeel van het slechte imago. Er zijn meer hectares nodig, maar bij iedere hectares meer glas zijn er weer luide protesten over ‘rupsje nooitgenoeg’. Het slechte imago is niet helemaal terecht. Want achter het
witgekalkte glas is een wondere wereld van de kweek van kleurrijke bloemen, frisse groentes en tegenwoordig zelfs exclusieve schaaldieren. De producten zijn exotisch en wisselen het hele jaar. De productie zelf is een staaltje van high end moderne techniek. Dit is het werkelijke imago van de glastuinbouw. Hoe kan het gevoel van verrommeling door glastuinbouw afnemen en welke rol heeft de provincie Zuid-Holland daarin? Good cop: ontwikkel een aantal volwaardige glaslandschappen, en ontsluit ze voor de stedeling De provincie moet aanwijzen waar glastuinbouw wel mogelijk is: ontwikkel nieuwe glastuinbouw alleen in de glasconcentratiegebieden die onderdeel uitmaken van de Glas-as: het Westland en Oostland (Pijnacker, BergschenhoekBleiswijk en Zuidplaspolder). Het concentreren van glas en distributiecentra is niet alleen economisch rendabeler, het zorgt er ook voor dat glastuinbouwlandschappen ontstaan, die minder effect hebben op de beleving van verrommeling dan verspreide glastuinbouw. a. Stimuleer bovendien de verbetering van het imago van de glastuinbouw: door een imagoboost neemt het gevoel van verrommeling door glastuinbouw af en
De Glas-as krijgt een imagoboost tot aantrekkelijk recreatiegebied met doorgaande fiets- en wandelroutes van het Groene Hart naar de Noordzee.
het draagvlak voor glastuinbouw toe. Bij de imagoboost is het zichtbaar maken van het exotische en innovatieve karakter van de glastuinbouw de leidraad. Stimuleer de (komst van) innovatieve bedrijven met hergebruik restwarmte, gesloten waterkringloop, waterberging onder de kas of in de grond, drijvende kas en lichtafscherming. b. Denk bij de imagoboost niet alleen aan innovatie, maar vooral ook aan de inrichting en ontsluiting van de Glas-as. Het gaat erom de goede eigenschappen zo best mogelijk te presenteren. Een sleutel ligt in de toepassing van meer water en meer groene ruimte. Tot slot: maak de Glas-as onderdeel van recreatieve routes tussen de Noordzeekust en het Groene Hart. Naast de koeien en wind van Midden-Delfland is de Glas-as een welkome en verrassende belevenis.
Bad Cop: saneer waar grootschalig glas niet past, maar respecteer de tuindercultuur De provincie moet geen grootschalige glastuinbouw toestaan buiten de Glas-as. Dat betekent geen nieuwe kassen in de nationale landschappen, de EHS of de prioritaire gebieden. Er staan op de Nieuwe Kaart van Nederland een viertal dubieuze nieuwe glastuinbouwlocaties (zie kaart): keur deze af en stel als alternatief locaties in de Glas-as beschikbaar. In Zuid-Holland bevindt zich ca. 5400 hectare kassen. Hiervan ligt 1800 ha buiten de aangewezen glastuinbouwconcentratiegebieden. 848 ha is daarvan aan te merken als verspreid glas. Een kas heeft een omlooptijd van 20-30 jaar, daarna zijn de kassen economisch afgeschreven en worden ze vervangen. In deze cyclus moet de provincie ingrijpen en stimuleren dat de kas op een nieuwe locatie in de Glas-as wordt opgebouwd.
Na 2010 geen grootschalige uitbreidingen meer in het landelijk gebied.
Geplande uitleglocaties 2010-2020 Landelijk wonen (<0,5 wo/ha)
PROJECT 5: SUPERSTEDELIJK / BUITENGEWOON LANDELIJK
De grootschalige uitleglocaties plegen roofbouw op zowel landschap als stad Stop met suburbia, met de middelmaat van huis-tuin-keuken Ă 25 woningen/ha Ontwikkel hoogwaardige steden (>40 woningen/ha) en weidse woonlandschappen (< 5 woningen/ha)
Grachten en wallen Van woning tot wijk zie je het zelfde in Zoetermeer, Barendrecht, Katwijk of waar dan ook in Zuid-Holland. Een standaarddichtheid van 25 woningen per hectare betekent dat het geen echte stad en geen echt landschap is. Mensen wonen er in zichzelf gekeerd, met een gracht richting stad en een geluidswal naar de infrastructuur. X en Y De praktijk blijft achter bij de ambities van Rijk, provincie en gemeente richting leefbaarheid en landschap. De manier waarop steden in Zuid-Holland functioneren en groeien, draagt in belangrijke mate bij aan het verknipte beeld van ZuidHolland als lelijkste provincie. Mensen wonen in Vinexwijk X en staan dagelijks in de file richting Bedrijventerrein Y. Het groeikernenbeleid (tienduizenden woningen
in ondermeer Zoetermeer Spijkenisse en Capelle aan den IJssel) en later het Vinexbeleid (72.000 woningen in ondermeer Carnisselande, Ypenburg en Leidschenveen) hebben een zware wissel getrokken op het Zuid-Hollandse landschap. Echt In de komende tien jaar zullen er in heel Zuid-Holland maar liefst 159.000 woningen bijgebouwd worden, waarvan in ieder geval 50.000 in uitleglocaties in het buitengebied. Hoe is dit mogelijk zonder dat waardevol landschap verdwijnt en het gevoel van verrommeling toeneemt? Tot nu toe is de vraag naar extra woningen beantwoord met de doorsnee van de rijtjeswoning met
Roze: onbeschermd land (geen EHS, geen Natura 2000, geen nationaal landschap)
tuin: stedelijk noch landelijk. De nieuwe burger heeft genoeg van deze betuttelende middelmaat en wil echte steden en echte landschappen. Bad cop: stop met plannen voor de middelmaat Stop met suburbia en bouw vanaf nu alleen in hoge of lage dichtheden. Dit vraagt om een ombuiging van de wooncultuur en een aanpassing van bestaande woningbouwplannen. Denk aan plannen als Westergouwe (Gouda) en Valkenburg (Katwijk). Veel van deze uitleglocaties zijn al volop in ontwikkeling, maar veel ook nog niet. We hebben een aantal van de grote uitleglocaties op de kaart gezet, die pas na 2011 worden ontwikkeld, en die dus nog kunnen worden tegengehouden. Good Cop: stimuleer superstedelijke en landschappelijke woonprojecten. Geen huis met tuin in een karakterloze woonwijk, maar doordeweeks een compact onderkomen in de stad, en in de weekenden een bescheiden buiten in het landschap. In de stedelijke regioâ&#x20AC;&#x2122;s van wereldsteden als Helsinki, Kopenhagen en Sint-Petersburg is dit staande praktijk, maar in Nederland nog een utopisch denkbeeld. Toch biedt het landschap van Zuid-Holland meer mogelijkheden dan op het eerste gezicht lijkt. a. Bouw die 109.000 woningen in de stad: herstructureer verouderde wijken tot dichtheden hoger dan 40 woningen per hectare. Dat betekent geen tuin, maar
wel balkon, dakterras of daktuin. Wonen in een drukke vitale stad, met wonen en werken dicht op elkaar; verbonden met een hoogwaardig en rendabel netwerk van openbaar vervoer. b. Verdeel de 50.000 woningen van de uitleglocaties over het statusloze platteland (buiten pEHS en Nationale landschappen), en maak het leefbaar en toegankelijk. De landgoederenregeling bied hiervoor uitkomst. In de extreem lage dichtheid van 2 tot 5 woningen per hectare kunnen de 50.000 woningen in deze polders als waardevolle landgoederen worden ontwikkeld: 15 woningen met 5 hectare lokale natuur. Echt buiten wonen in echt landschap: dus niet honderd boerderettes in een pestbosje proppen. Maar bouwen aan het landschap met architectuur, erfbeplantingen en ruige slootkanten.
Landelijk wonen in Voorne: maximale benutting van de landgoederenregeling kan het volledige door de provincie geplande Vinex-programma 2010-2020 op een landschappelijke manier in de groene zones oplossen.
Van nieuwe bedrijventerreinen in het weiland naar hergebruik en opwaardering van bestaande locaties
herstructureringslocaties bedrijventerreinen geplande bedrijventerrein op de verkeerde plek open landschap
PROJECT 6: DE DOZEN VAN PANDORA
Torenhoge ambities vragen om nieuwe dozen langs de snelweg Waarom niet concentreren op een aantal bestaande terreinen? Maak werkwijken in plaats van bedrijventerreinen
Doorschuiven “De ambitie van Zuid-Holland is om als economische regio tot de koplopers van Europa te behoren met een concurrerende, innovatieve en duurzame economie”: aldus het Actieprogramma voor Economie. Tegelijk beschikt de provincie over de grootste voorraad verouderde bedrijventerreinen van Nederland. Vierduizend hectare om te moderniseren tot zogenaamde ‘werklandschappen’. De behoefte aan terreinen tot 2020 is becijferd op 2500 hectare, dus je zou denken dat we prima vooruit kunnen met wat voorhanden is. Zeker als de 2e Maasvlakte er komt en een groot deel van de Rotterdamse haven kan ‘doorschuiven’ . Een lint van bedrijven Maar zo simpel ligt het niet: met de eerste ronde van de herstructurering van 500 hectare is tegelijk 500 hectare nieuw ontwikkeld. Iedere gemeente z’n
prestigeproject in een weiland aan de snelweg, zonder een landschappelijke visie bij de provincie. In opdracht van de provincie heeft Peter Louter vraag en aanbod in kaart gebracht en hij onderschrijft deze ontwikkeling: “Meer dan de helft van de nieuwbouw van kantoren in Zuid-Holland in de laatste tien jaar heeft plaatsgevonden op minder dan een kilometer afstand van een snelwegafslag. Veel ontwikkelingen vinden bijvoorbeeld plaats langs achterlandverbindingen, zoals de A1 richting Duitsland. Deze snelweg is tegenwoordig bijna een lint van bedrijven. Ook locaties tussen steden in, midden in het Groene Hart, zijn populair. Hier trekken vooral distributiebedrijven heen”. Beperkte uitstraling Want ondanks de trend richting diensteneconomie is er in deze regio een grote vraag naar terreinen voor opslag, transport en distributie. Over de landschappelijke ambities van deze terreinen hoeven we niet veel illusies te koesteren. Voor alle typen terreinen heeft de provincie in het Actieprogramma ‘Ruimte voor Economie’ streefbeelden voor kwaliteit opgesteld, en die stemmen droevig. Zo staat er bij het type “gemengde terreinen” het streefbeeld vermeld: “Veelal binnenstedelijke locatie met beperkte uitstraling en relatief lage investeringen
in gebouwen en omgeving.” Het is verbazingwekkend hoe weinig zorgvuldig met de locatiekeuze, bestemming, en detaillering wordt omgesprongen, vergeleken met de doorsnee woonwijk. Het ontbreekt de provincie zelf ook duidelijk aan ruimtelijke ambitie en visie op dit front. Dit is paradoxaal, omdat het vreest voor haar vestigingsklimaat en stelt dat de bedrijventerreinen de motor zijn van de regio. Hoe wil de provincie een innovatieve en duurzame koploper in Europa worden, als het zijn kip met de gouden eieren slacht? Good Cop: Concentreer op een beperkt aantal locaties. Schijnbaar lukraak worden ze neergezet in de weilanden dichtbij de snelweg: de dozen van Pandora. Eenmaal genomen is de sprong over de snelweg het precedent voor een
Streefbeelden uit het rapport ‘Ruimte voor bedrijvigheid’. Zowel de architectonische, als de landschappelijke ambities zijn zeer laag.
volgend ontwikkelingsplan. In de praktijk verkiest de provincie economie boven lege weilanden. Illustratief is de casus van de Hoekse Waard. Pas onder grote druk van de landelijke overheden en publieke opinie worden alternatieven gezocht voor een bedrijventerrein in dit Nationale Landschap. Bij iedere grote stad in Zuid-Holland ligt wel een grootschalig bedrijventerrein dat aan een opknapbeurt toe is: denk aan de Plaspoelpolder (Den Haag) en de Spaanse Polder (Rotterdam). In Schiedam ligt een industrieterrein ter grote van 150 ha klaar voor herstructurering. Maak van deze gebieden werkwijken, in ambitieniveau het equivalent van de mooiste woonwijken. Een werkwijk heeft een volwaardig stedenbouwkundig plan met goede aanhechtingen op de omringende wijken en landschappen. Zo kunnen de kantoren bijvoorbeeld aangesloten worden op het laagdynamisch netwerk van dijkenroutes naar het buitengebied, en de magazijnen een aparte ontsluiting achterom krijgen. Bad cop: Kijk eens goed naar het huidige aanbod, en stel harde grenzen Verbied nietuwe terreinen in de polder. a. Ontwikkel de bestaande locaties: per direct zijn er honderden hectares beschikbaar, op zowel nieuwe als verouderde terreinen. b. Gebruik snelwegen, N-wegen en waterwegen als harde grenzen voor ontwikkeling. Een harde ruimtelijke grens is ondubbelzinnig en is daarmee beter te handhaven.