Nummer 1 I 2013
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed
Het Nieuwe Rijksmuseum
Thema
dakwerken
Solebaystraat Amsterdam
VENEMA Restauratie
Telkens bij het bezoeken en controleren van ons werk, liep ik hier met vlinders in de buik..... Wat een prachtig gebouw, echt om verliefd op te worden. Wij konden onze passie er volledig in kwijt. Venema Restauratie feliciteert alle vakgenoten met dit prachtige resultaat! Nederland heeft haar Rijksmuseum teruggekregen in een staat waar we allemaal trots op mogen zijn. Een speciaal woord van dank voor Koninklijke Woudenberg: voor het vertrouwen en voor de prettige samenwerking.
www.venemarestauratie.nl
Voorsprong door vooruitzien
BOUWEN IS VOORUIT DENKEN Vestigingen in Bolsward en Dokkum t (0515) 33 40 00 | (0519) 22 99 99 | www.bgdd.nl
Mens-Zeist Bouw B.V. Sterk in complexe en omvangrijke projecten renovatie en energetische verbetering
MENS-ZEIST BOUW Huis ter Heideweg 6 3705 LZ Zeist Postbus 116 3700 AC Zeist
T 030 - 692 88 00 F 030 - 691 81 74 info@mens-zeist.nl www.mens-zeist.nl
voorwoord BOUWEN AAN MONUMENTEN nummer 1
Al meer dan eens gehoord: monumentenbeheer is niet alleen terugkijken, maar vooral ook vooruitblikken. Het is een mooie uitspraak die aangeeft dat historisch besef en oog hebben voor de oorsprong van een monument van groot belang zijn, maar dat er tevens moet worden gekeken naar hoe dat monument voor de toekomst behouden kan worden. In Nederland houden zich daar tal van partijen mee bezig, op landelijk en – in de meeste gevallen – op regionaal of lokaal niveau. Die verenigingen en organisaties staan regelmatig voor moeilijke opgaves en kunnen alle steun gebruiken. De Nationale Monumentenorganisatie in oprichting wil die steun bieden. Op overkoepelende wijze, door in te zetten op een zo breed mogelijke samenwerking op landelijk niveau. Een mooi en imponerend voorbeeld van een monument waarbij de blik zowel naar het verleden als de toekomst is gericht, is het Rijksmuseum. In deze editie van Bouwen aan Monumenten gaan we uitgebreid in op het omvangrijke verbouwings- en restauratieproject en laten tal van betrokken partijen aan het woord. Uit die verhalen wordt duidelijk dat de ideeën van Pierre Cuypers weer nadrukkelijk zichtbaar zijn in het gebouw, met name in de centrale as waar in Voorhal, Eregalerij en Rembrandtzaal de oorspronkelijke restauraties zijn gereconstrueerd. Maar het vernieuwde Rijksmuseum is daarnaast eveneens op de toekomst afgestemd. Want hoe bijzonder het ontwerp en de ideeën van Cuypers ook zijn, in de tussenliggende 130 jaar is er op museumgebied veel veranderd: denk aan de komst van de wisseltentoonstellingen, het veranderde karakter van de exposities en vooral… de grote bezoekersaantallen. Die vragen niet alleen om een goede doorstroming maar stellen tevens hoge eisen aan onder meer veiligheid en klimaatbeheer. In Amsterdam bezochten we verder het Keesman-blok aan de Solebaystraat, een wederopbouwmonument uit 1949. Wederopbouwmonumenten staan momenteel volop in de belangstelling nu de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 89 bouwwerken uit de periode 1959-1965 heeft aangewezen als waardevol en kenmerkend. Daarmee blijven ze voor toekomstige generaties behouden. De monumentenbeheerders en –organisaties krijgen er dus een aantal mooie uitdagingen bij.
Jac Buchholz
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed
www.bouwenaanmonumenten.nl Jaargang 5, nummer 1, 2013 Sinds 2009 Verschijnt 6 x per jaar ISSN: 1879-4351
Uitgever
Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl W www.louwersuitgevers.nl
H.B.J.M. Louwers Wildlaan 7, 3910 Neerpelt Postbus 85 ,3900 Overpelt T +32 (0)11 605540 F +32 (0)11 605541 E info@louwersmediagroep.be W louwersmediagroep.be
Redactie
Jac Buchholz, Nancy Harlaar, Jan-Kees Verschuure
12
Redactieadres
16
Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl
Bladmanagement
Niek Oostendorp E n.oostendorp@louwersuitgevers.nl
Fotografie
Luuk Kramer Arie de Leeuw Rijksmuseum Scala Photography Rijksgebouwendienst
Secretariaat
Manuela Depenbrock, Sandra Reijnders
Advertenties
Online aanleveren: http://ftp2.louwersuitgevers.nl Username: monumenten Wachtwoord: gast Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095
22
27
ABONNEMENTSPRIJS
€ 54,- per jaar excl. BTW ING 41 71 65 t.n.v. Louwers Uitgeversorganisatie BV o.v.v. Bouwen aan Monumenten Informatie over abonnementen: T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl
ADRESWIJZINGEN
Schriftelijk ten minste drie weken voor verhuizing naar: Postbus 249, 6000 AE Weert
VORMGEVING / ART DIRECTION
Logo Reclame- Ontwerpbureau BV Jeroen Saes T +31 (0)495 450065 E info@logobv.nl
OPZEGGINGEN
Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnements-periode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.
DOELGROEP
Abonnees, betrokken ministeries en rijksdiensten, provinciale, gemeentelijke en andere betrokken overheden, monumentenwachten, landelijke, regionale en lokale organisaties, stichtingen en instellingen m.b.t. cultureel erfgoed. Aannemers, adviesbureaus, architecten en andere betrokken marktpartijen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en zonder bronvermelding. Hoewel dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.
10
Nationale Monumentenorganisatie in oprichting
12
Het Nieuwe Rijksmuseum Rijksgebouwendienst: “Terughoudend in de Hollandse traditie, maar met grote finesse” Igor Santhagens: “Een museum is iets organisch” Cruz y Ortiz: “Niet meer ingegrepen dan absoluut nodig was” Van Hoogevest Architecten: “Verschillende visies die mooi op elkaar aansluiten” Terrazzovloer Tot in de puntjes Renovatie en nieuwbouw Reconstructie decoratie De restauratie De groene buitenzaal
14 16 18 22 25 29 31 44 48 62
inhoud 62
90 78
74 82 70
“Een gebouw voor kerkdiensten en andere doeleinden”
82 Thema Dakwerken 90 Restauratiebeurs ’s-Hertogenbosch
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed | Nummer 1 | 2013
78 Moderne Urban studio’s in monumentaal postkantoor
Nummer 1 I 2013
BOUWEN AAN MONUMENTEN
74 Wooncomplex Solebaystraat Amsterdam begint aan tweede jeugd
94 Wie Doet Wat
HET NIEUWE RIJKSMUSEUM
THEMA
DAKWERKEN 1
SOLEBAYSTRAAT AMSTERDAM 2013057_BAM 1.indd 1
Op de cover
25-03-13 15:31
Rijksmuseum de zonnen en koppen die de vier windrichtingen aangeven (foto Hoogstraten)
Dit is vast het werk van Vlasman
funDAment Voor Vernieuwing Sloopwerken koppenSnellen ASbeStSAnering boren & ZAgen Postbus 16 l 2400 AA AlPhen A/d Rijn l telefoon (0172) 49 57 70 l www.vlAsmAn.nl
Helemaal áf
Totale perfectie in Afbouw- en Schilderwerken
van Vonderen vult het in Als het gaat over afbouw en afwerking, mag u van Vonderen beschouwen als dé specialist bij uitstek. Wij zijn als geen ander in staat om invulling te geven aan de meest uiteenlopende eisen en wensen. In de woning- en utiliteitsbouw, voor uitvoerend werk, advisering en engineering, zowel voor deel-opdrachten als voor multidisciplinaire afbouw- of renovatieprojecten. We hebben voor dat alles de mensen én de middelen in huis, verdeeld over gespecialiseerde werkmaatschappijen. Zo bent u altijd verzekerd van gericht opgeleide vakmensen, moderne technieken en gestroomlijnde processen. Of het nu gaat om schilderwerk, wandafwerking, beglazing, Metal Stud, binnenafbouw, brandwerende, thermische en akoestische techniek, of combinaties van dat alles... van Vonderen vult het in.
Postbus 22 | 5570 AA Bergeijk | De Waterlaat 2 | 5571 MZ Bergeijk T +31(0)497-572425 | F +31(0)497-573975 | info@vanvonderen.nl | www.vanvonderen.nl
Nederland Nationale Monumentenorganisatie
Nationale Monumentenorganisatie in oprichting
“We willen het vooral niet ingewikkelder maken” Het hoofd bieden aan de uitdagingen waar de monumentenwereld voor staat: toenemende leegstand en exploitatietekorten, moeizame herbestemmingen en verslechterde financierbaarheid, dat is wat de Nationale Monumentenorganisatie (NMo), momenteel officieel nog in oprichting, zich als doelen heeft gesteld. Niet door zelfstandig een rol te gaan spelen, maar door te fungeren als overkoepelende organisatie.
Naast bovenstaande uitdagingen zijn het vooral ook de plannen van de rijksoverheid tot het afstoten van rijksmonumenten die een rol hebben gespeeld voor het oprichten van een NMo. Het Rijk wil 34 monumenten afstoten en die of bij lagere overheden of bij andere monumentenbeheerders onderbrengen. Met wel als taak voor de uiteindelijke nieuwe eigenaar of eigenaren ervoor te zorgen dat het behoud van de monumenten niet in gevaar komt. De initiatiefnemers van de NMo zien geen ander antwoord op deze problemen dan een zo breed mogelijke samenwerking op landelijk niveau, legt secretaris Johan Blom uit. “We willen het in ieder geval niet ingewikkelder maken. De bestaande monumentenbeheerders en –organisaties fungeren op zich prima, maar hebben vaak geen landelijke dekking.” Tot de monumentenbeheerders
10
Bouwen aan monumenten
die in de NMo gaan samenwerken, behoren vooralsnog Vereniging Hendrick de Keyser, N.V. Bergkwartier, Maatschappij tot Stadsherstel (Deventer), Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel N.V., Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen, Woningstichting Van Alckmaer voor Wonen, N.V. Monumenten Fonds Brabant en de Nationale Maatschappij tot behoud, ontwikkeling en exploitatie van Industrieel Erfgoed B.V. (BOEi). Blom: “Het versterken van de samenwerking, het delen van kennis wordt voor hun steeds belangrijker. Zeker op het moment dat het gaat om lastig te exploiteren monumenten als kerken en kloosters. Als overkoepelende organisatie willen wij dat efficiënter laten verlopen.” Op die manier moet bijvoorbeeld vraag en aanbod op effectieve wijze bij elkaar worden gebracht. Verder is er vanuit de NMo oog voor het dichter bijeenbrengen
Nationale Monumentenorganisatie Nederland
van monumentensector en publiek. En er is uiteraard veel aandacht voor het financiële aspect. “Monumentenbeheerders zullen in de toekomst steeds creatiever moeten omgaan met de financiering die nodig is om een monument te beheren. Wat de exploitatie betreft, maar ook met betrekking tot fund raising. Zo zal crowd funding in de toekomst een steeds belangrijker middel worden. Als overkoepelende organisatie kunnen we wat dat betreft terugvallen op een enorm netwerk, veel uitgebreider dan waar een individuele organisatie een beroep op kan doen.” Toch blijven die individuele organisaties de basis, zij zijn het gezicht, stelt Johan
Blom aan het einde van het gesprek. Hoe de komende periode eruit gaat zien, tot de daadwerkelijke oprichting, is volgens hem nog niet helemaal duidelijk. “Dat hangt onder meer af van het Rijk. Er zijn plannen om de af te stoten monumenten eerst aan de lagere overheden, per gemeente of provincie aan te bieden. Maar ik kan me ook zo voor stellen dat ze het hele pakket aan ons aan bieden, vanwege onze aanpak.” Stilgezeten wordt er echter niet, geeft hij aan. “We gaan onderzoeken welke partijen er zich nog meer bij ons willen aansluiten. En ons zo goed mogelijk voorbereiden op het moment dat we daadwerkelijk in actie kunnen komen om bij te dragen aan het monumentenbehoud in Nederland.” ■
Het bestuur van de NMo bestaat uit: • Arno Boon, BOEi (voorzitter) • Johan Blom, Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel Utrecht (secretaris) • Peter Stutvoet, Monumentenfonds Brabant (penningmeester) • Carlo Huijts, Vereniging Hendrick de Keyser • Peter van den Tweel, Vrienden der Geldersche Kasteelen • Evert Jan Eggink, NV Bergkwartier • Elise Hoorn, Van Alckmaer voor Wonen
De oprichtingssessie, met vlnr de heren Boon (Boei), Stutvoet (Monumentenfonds Brabant), notaris Hoek, Van den Tweel (Geldersche Kastelen), Blom (Stadsherstel Utrecht) en Huyts (Ver. Hendrick de Keyser)
Bouwen aan monumenten
11
AmsteRdam Rijksmuseum
Het Nieuwe Rijksmuseum
Vooruitblikken vanuit het verleden
Na ruim tien jaar is de verbouwing en restauratie van het Rijksmuseum voltooid. Meest in het oog springende ingrepen zijn het ‘leeghalen’ en verbinden van de twee atria en het eerherstel voor Cuypers’ decoraties in de centrale as – Voorhal, Eregalerij en Rembrandtzaal. De expositieruimtes hebben verder een heel eigen en eigentijds karakter gekregen.
O
f hij het een klooster of kathedraal heeft genoemd laten we even in het midden, maar feit was dat koning Willem III weigerde de eerste steen voor het Rijksmuseum te leggen of in 1885 de officiële opening te verrichten. Hij kon zich niet vinden in neogotische bouwstijl van de Roermondse architect Pierre Cuypers, net zoals een deel van de Nederlandse bevolking vond dat het ontwerp
12
Bouwen aan monumenten
niet paste bij de Nederlandse volksaard. Het Rijksmuseum was gebouwd als opvolger van het Trippenhuis, het zeventiende-eeuwse grachtenpand waar het instituut Rijksmuseum sinds 1817 gevestigd was. Voor die tijd bevond de collectie zich onder de naam Nationale Konst-Gallerij in een deel van het Paleis op de Dam. Bewust of niet, het Gesamtkunstwerk van Cuypers kon in
de twintigste eeuw niet op veel respect rekenen. De decoraties, was de gedachte, leidden af van de kunstwerken. Daarnaast werd het, zeker na de Tweede Wereldoorlog, een trend om alles in één kleur te schilderen – wit (zoals in het Rijksmuseum) maar er zijn andere voorbeelden met donkere kleuren, zelfs zwart. Verder verdween de structuur steeds meer uit het gebouw. Er werd aangepast en ingebouwd, waardoor er een labyrint
Rijksmuseum AmsteRdam
Fotografie: Luuk Kramer
van gangen en kamers ontstond. Ook de twee binnenhoven of atria werden volgebouwd. Die situatie bleef bestaan tot het einde van de eeuw, al waren in de jaren tachtig de eerste geluiden te horen, onder andere van toenmalig directeur Henk van Os, dat er absoluut iets moest gebeuren. Het duurde echter nog bijna twintig jaar voordat er daadwerkelijk besloten werd in te grijpen. Dat gebeurde met een project dat
ruim tien jaar in beslag nam. De gewenste grote centrale entree kwam er niet omdat daarvoor de fietsers- en voetgangerspassage moest worden opgeofferd – dat stuitte op teveel weerstand. Als alternatief bedacht het Spaanse architectenbureau Cruz y Ortiz de verbinding tussen beide atria onder de passage. En Van Hoogevest Architecten ijverde voor het deels weer terugbrengen van de decoraties van Cuypers. Een idee
dat in het begin niet door iedereen met gejuich werd ontvangen. Wat er in de afgelopen tien jaar zoal is gebeurd en welke partijen er onder meer bij betrokken waren leest u in de artikelen op de volgende pagina’s. Conclusie mag zijn dat er met respect voor het ontwerp van Cuypers nu een Rijksmuseum staat dat weliswaar wenkt naar het verleden, maar dat met een eigentijdse inrichting vooral ook is gericht op de toekomst. ■
Bouwen aan monumenten
13
Plaats Naam Rijksmuseum AmsteRdam
“Terughoudend in de Hollandse traditie, maar met grote finesse” Als eigenaar van het gebouw speelde de Rijksgebouwendienst een belangrijke rol bij de besluitvorming tot de werkzaamheden aan het Rijksmuseum. Voormalig projectmanager Sacha Klinkhamer geeft antwoord op een aantal vragen.
K
unt u in grote lijnen uw rol bij de totstandkoming van Het Nieuwe Rijksmuseum beschrijven? “De opdracht was het museum aan te passen aan de eisen van de huidige tijd en geschikt maken voor de in de loop der jaren groter geworden aantal bezoekers, zonder de monumentale waarde aan te tasten. Andere functies die bij een museum behoren zoals het conserveren en restaureren van de omvangrijke collectie zijn daarom ondergebracht in aparte gebouwen. Het Atelier Rijksbouwmeester, onderdeel van de Rijksgebouwendienst selecteerde het Spaanse architectenduo Cruz y Ortiz voor het project. Het Atelier heeft de selectie op internationaal niveau getrokken en heeft een voorselectie gemaakt. Restauratiearchitect Van Hoogevest bracht de specifieke deskundigheid in betreffende het monumentale karakter van het gebouw. De Rijksgebouwendienst heeft vervolgens de overige adviseurs (waaronder de constructeur, de installatieadviseur en een waterdeskundige) geselecteerd en de opdracht voor de architecten en adviseurs geformuleerd. Verder is het
14
Fotografie: Arie de Leeuw
Bouwen aan monumenten
Rijksmuseum AmsteRdam
gehele ontwerpproces door de projectmanagers van de Rijksgebouwendienst begeleid. In iedere fase werden het ontwerp en begroting getoetst. Niet zelden moesten er suggesties worden gedaan om binnen de begroting te blijven. Voor de dagelijkse leiding op locatie werd een Programmadirectie in het leven geroepen, met behalve RGD-ers ook de benodigde externe specialisten.” Hoe bent u omgegaan met het gegeven van enerzijds een museum dat aan de moderne eisen voldoet en anderzijds het monumentale karakter van het gebouw? “Uit deze contradictie komen enorm veel dilemma’s voort. En bij ieder dilemma is er een andere afweging gemaakt. Duidelijk was dat hoe dan ook de strenge temperatuur- en luchtvochtigheidseisen moesten worden gehaald. De smalle marges zijn nodig om de schilderijen op zaal te conserveren, ondanks de enorme bezoekersaantallen die de vochtigheid in de zalen beïnvloeden. Dat leverde het volgende probleem op: de dikke muren van het monument (zonder spouw) moesten dus worden geïsoleerd. Uiteraard niet aan de buitenzijde op de gevel, maar aan de binnenkant. Hiervoor is na heel veel onderzoek een product gebruikt dat de vochtbalans aan de binnenzijde van de muur garandeert. Door de schilderijen een centimeter los van de muur op te hangen, ventileert nu ook de muur achter het schilderij. Wat betreft de in de loop der tijd achter de witte muurverf weggewerkte decoratieschilderwerken is gekozen om het schilderwerk in de hoofdroute, van de oude hal, via de historische trappenhuizen, naar de Voorhal, Eregalerij en de Nachtwachtzaal geheel terug te brengen. Met een oogverblindend resultaat. Een ander voorbeeld zie je in de twee atria. Er moest een enorm oppervlak aan akoestisch materiaal worden aangebracht om het geluid van de vele bezoekers in deze enorme ruimte te dempen. Verder zijn er maatregelen genomen om de schittering van het enorme glasoppervlak te temperen en om bij uitzonderlijke weersomstandigheden condensvorming te voorkomen.”
Wat waren de belangrijkste knelpunten (of uitdagingen)? “Een uitdaging was het opnieuw funderen van de passage, daar moest immers een kelder onder worden uitgegraven die de twee binnenplaatsen verbond. De enorme natuurstenen kolommen, die zichtbaar zijn in de passage, zijn helemaal opnieuw gefundeerd. Met vijzels is het gebouw, tijdens het aanbrengen van de nieuwe fundering, op zijn plaats gebleven, zonder een millimeter te verplaatsen. In de binnenplaatsen zelf zijn diepe kelders uitgegraven, maar die kelders blijven een meter uit de bestaande muren en raken het hoofdgebouw nergens. Natuurlijk zijn de damwanden van de binnenplaatsen met de grootste voorzichtigheid ingetrild. Het hele Rijksmuseum was op dat moment volgehangen met trillingsmeters die zo fijn waren afgesteld dat er geen enkel risico voor scheuren in het monument op kon treden.” Gedurende zo’n lang en omvangrijk project zijn er ongetwijfeld diverse momenten van voortschrijdend inzicht. Wat waren de belangrijkste en tot welke aanpassingen hebben die geleid? “Het vinden van het juiste glas was een uitdaging; het moest inbraak ‘proof’, geluidwerend en warmte-isolerend zijn. Verder ook perfect zonwerend (voorzover de ramen uitkomen in tentoonstellingszalen), maar neutraal van kleur, en met het uiterlijk van getrokken glas. En dat alles in een sponning van 17 mm. Omdat bijna geen enkel raam nog origineel bleek te zijn, is de sponningseis iets verruimd en zijn voor het nu iets dikkere glaspakket nieuwe houten ramen gemaakt. Verder bleek toen het gebouw geheel was gestript dat dat de vloerniveaus in de zalen – die in het ontwerp allemaal gelijk moesten worden – vele, vele centimeters afweken. En dan moesten die vloerniveaus ook nog aansluiten op de bestaande trappen. Met de uiterste precisie is over grote oppervlakten ‘gesmokkeld’, zodanig dat de bezoeker het niet ziet of ervaart. En toen bekend was welk glas er in de glaskappen van de binnenplaatsen toegepast , bleek dat
Fotografie: Luuk Kramer
de bestaande historische staalconstructie versterkt moest worden. Natuurlijk zodanig, dat het als een zichtbare latere toevoeging herkenbaar bleef.” Op wat voor manier hebben de ingrepen van Cruz y Ortiz voor verbeteringen gezorgd? “De hokken en hokjes, die in de loop van de 20e eeuw in drie nieuwe bouwlagen in de binnenplaatsen waren ingeknutseld zijn verdwenen; nu biedt het gebouw een enorme ruimtelijke ervaring. Hierdoor is ook de oriëntatie in het circuit verbeterd; je kunt immers af en toe een blik op de binnenplaats slaan om te weten waar je bent. De tentoonstelling is nu serieel, zonder onderbreking en zonder terug te hoeven lopen, in zijn geheel te zien. De architectuur van Pierre Cuypers is gerestaureerd en komt weer tot zijn recht. Daarnaast heeft Cruz y Ortiz een hedendaagse toets toegevoegd die tegelijkertijd bescheiden en zelfbewust is, je zou kunnen zeggen: terughoudend in de Hollandse traditie, maar met grote finesse. Daar mogen we dit Spaanse architectenduo, dat ooit is afgestudeerd op het werk van onze Nederlandse architect Oud, dankbaar voor zijn.” ■
Bouwen aan monumenten
15
AmsteRdam Rijksmuseum
“Een museum is iets organisch” Een museum in een monumentaal gebouw, dat zorgt voor spanning. Zo ook bij het Rijksmuseum. Want hoe laat je de collectie het beste tot zijn rechtkomen terwijl je tevens het oorspronkelijke ontwerp zoveel mogelijk in ere wilt houden?
E
r was een tijd – zoals in de periode dat het Rijksmuseum werd ontworpen en gebouwd – dat musea nog geen wisseltentoonstellingen kenden. Alles had zijn vaste plek en vaak was de ruimte in meer of mindere mate op de daar getoonde collectie afgestemd. En ook al was er de nodige kritiek (op de in de ogen van velen te rijke decoratie), de keuze van Pierre Cuypers voor een Gesamtkunstwerk is niet vreemd. Tegenwoordig is dat anders en daar moet een museum op ingericht zijn. Een meer neutrale uitstraling dus, waarin de collecties goed tot hun recht komen. De decoratie was een van de gesprekspunten in de plannen voor de verbouwing en restauratie van het Rijksmuseum. De oorsprong van die plannen gaat terug tot eind jaren tachtig, vertelt Igor Santhagens, projectleider museuminrichting van het Rijksmuseum. “Toenmalig directeur Henk van
16
Bouwen aan monumenten
Os stelde destijds al dat het de hoogste tijd was dat er ingegrepen werd. Het gebouw was volgelopen door allerlei toevoegingen en verbouwingen, en de installaties waren verouderd. Vanaf dat moment zijn we met de Rijksgebouwendienst in gesprek gegaan.” Toen er vanaf 1999 vanuit het Rijk geld vrijkwam, het Rijksmuseum zelf een deel van de financiering op zich kon nemen en verder Philips een bepaald bedrag in de vorm van sponsoring toezegde, kwam er schot in de zaak. “Nog langer wachten was niet meer verstandig.” Er kwam een programma van eisen, in 2001 gevolgd door een architectenselectie. Vanwege een asbestsanering werd het museum in 2003 grotendeels gesloten – een klein deel van de collectie verhuisde naar het Philips-gebouw dat de komende jaren als tentoonstellingsgebouw zou dienen. Kernidee van de verbouwing en restauratie werd het motto ‘Voorwaarts met Cuypers’, later
Fotografie: Luuk Kramer
Rijksmuseum AmsteRdam
Fotografie: Luuk Kramer
‘Verder met Cuypers’. Santhagens: “De bedoeling was om waar mogelijk terug te keren naar de basis, naar het ontwerp van Pierre Cuypers. Zijn decoraties speelden daarin een belangrijke rol.” Omdat de diverse betrokken partijen daarover verschillende visies hadden, zegt Santhagens, leidde dat in het begin tot diverse discussies. “Geen probleem. Je probeert vanuit die verschillende visies tot een optimaal resultaat te komen. Een museum is iets organisch, het verandert stapsgewijs en volgt daarbij bepaalde trends. Alles wit schilderen was in de vorige eeuw heel gewoon en dat zag je dan ook terug in het interieur. Slechts bij grootschalige renovaties, zoals nu, kijk je naar de kernwaardes, naar het ontwerp, de oorspronkelijke architectuur.”
creatief met de mogelijkheden omgaan en vooruit kijken. De oplossing van Cruz y Ortiz vind ik dan een perfect alternatief, sterk bedacht. Ze hebben zonder al te veel in te grijpen een prima oplossing gerealiseerd.” Creatief en doordacht is volgens Santhagens ook de wijze waarop het interieur is vorm gegeven. “Waar dat kon zie je de hand van Cuypers nog, zoals in de centrale as, elders is sprake van een eigentijdse museuminrichting.” Een die past bij de huidige opvattingen want, zo geeft Santhagens aan, tentoonstellingsconcepten zijn eveneens aan verandering onderhevig. “We tonen nu een overzicht van de kunst en cultuur vanaf de late Middeleeuwen, integrale beelden met veel aandacht voor de hoogtepunten van de Nederlandse geschiedenis.”
Hij geeft aan het nog altijd jammer te vinden dat het idee van een grote centrale entree niet kon worden verwezenlijkt. “Als museum wil je een mooie, herkenbare ‘voordeur’. Maar er was te veel verzet en dan moet je
Momenteel lopen de laatste voorbereidingen, de laatste tests. Vanaf 13 april moet alles en iedereen er klaar voor zijn. En is dat ook, klinkt het bevestigend. “Natuurlijk zullen we nog tegen wat kleinigheden aanlo-
pen, je kunt bepaalde zaken nooit honderd procent inschatten. Ik denk dat we het komende jaar hier en daar nog dingen moeten bijstellen. Maar bedenk wel, in hetzelfde gebouw waar eind negentiende eeuw enkele duizenden bezoekers per jaar kwamen, zijn dat er nu zo’n anderhalf miljoen.” ■
Fotografie: Luuk Kramer
Bouwen aan monumenten
17
AmsteRdam Rijksmuseum
Fotografie: Arie de Leeuw
“Niet meer ingegrepen dan absoluut nodig was” Laveren tussen monument en modern museum, dat was de uitdaging waar het Spaanse architectenbureau Cruz y Ortiz als hoofdarchitect voor stond bij de verbouwing en restauratie van het Rijksmuseum. Ontdoe het gebouw van latere toevoegingen, herstel de heldere indeling van Cuypers en creëer een centraal entreegebied, zo luidde in grote lijnen de opdracht.
18
N
adat Cruz y Ortiz uit Sevilla door een commissie onder leiding van rijksbouwmeester Jo Coenen werd gekozen als hoofdarchitect voor het Rijksmuseum, kreeg het bureau een programma van eisen voorgelegd waarin twee duidelijke lijnen zichtbaar waren. Op de eerste plaats het herstel van de vroegere structuur, daarnaast het creëren van publieksvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van onderhoud en het plaatsen van de nieuwe installaties, dat alles volgens de huidige internationale normstellingen. “Natuurlijk zijn er dan aanpassingen nodig, maar ons ontwerp ging uit van niet meer ingrijpen dan absoluut nodig was”, vertelt architecte Muriel Huisman, directeur van de Amsterdamse vestiging van Cruz y Ortiz. Een logistieke bottleneck was de stadspoort, zegt ze, de onderdoorgang door het museum die ooit de entree naar de stad vormde. “Die zorgde voor een tweedeling, de noodzaak van twee entrees. Cruz y Ortiz had het liefst op die plek een centrale entree gerea-
Bouwen aan monumenten
liseerd, maar het verdwijnen van de doorgang stuitte op veel verzet.
Lichtsculpturen Om toch beide atria – in het plan van Cruz y Ortiz helemaal vrijgemaakt van bebouwing en zo weer de ruimtelijke binnenhoven die ze bij Cuypers waren geweest – te kunnen verbinden werd een oplossing ondergronds, onder de centrale as bedacht. Huisman: “De meest logische plek voor een entree. In plaats van op één plek, kunnen bezoekers nu echter op vier plaatsen naar binnen. Daar komen ze in een grote centrale ruimte bestaande uit de twee verbonden atria. Die ruimte is vrij toegankelijk; er bevinden zich onder meer een grand café en winkel. Vanuit deze grote binnenruimte kunnen bezoekers het museum betreden.” Doordat er gebruik is gemaakt van grote glazen puien, ontmoeten binnen- en buitenruimte elkaar hier als het ware, zo omschrijft ze de situatie. “Fietsers en voetgangers rijden of lopen even door het museum, heel bijzonder.”
Rijksmuseum AmsteRdam
Hoewel er gekozen is voor een strakke vormgeving, sluit de nieuwe binnenruimte onder meer dankzij het gebruik van natuursteen goed aan bij het monumentale karakter van het gebouw. “Het aanleggen van de ondergrondse verbinding was een complex werk, maar verder hebben we zoals aangegeven weinig ingegrepen. Bezoekers kijken weer tegen de oorspronkelijke spanten aan, weliswaar voorzien van modern glas vanwege de tegenwoordige regelgeving. Vanwege de akoestiek hebben we boven in de gesloten delen van de gevels panelen aangebracht. En er hangen twee ‘chandeliers’: enorme kroonluchters, lichtsculpturen die de binnenplaatsen ook in de lucht verbinden.”
Momenten Wat het interieur van het Rijksmuseum betreft zegt Huisman dat er in het begin een gezonde discussie heeft plaatsgevonden over in hoeverre het uitgangspunt ‘Verder met Cuypers’ naar het heden dan wel naar het verleden moest worden vertaald. “Er was met name een verschil van inzicht over in hoever je de oorspronkelijke decoraties terugbrengt. Ze zijn heel bepalend voor een ruimte. We hebben daarbij rekening gehouden met het feit dat het museum nu heel anders van opzet is dan in de tijd van Cuypers.” De inrichting van de museumruimtes werd verzorgd door de Parijse ontwerper JeanMichel Wilmotte. In overleg met Cruz y Ortiz
(Fotografie: Luuk Kramer)
koos hij onder meer voor de kleuren voor het interieur en baseerde zich daarbij op het door Cuypers gebruikte palet. “In samenspraak zijn we bijvoorbeeld tot een kleurstelling voor de wandafwerking gekomen. Hoewel de ontworpen vitrines, sokkels en lichtornamenten niet dezelfde stijl hebben als het renovatieproject, gaan ze goed samen. Voor ons was het daarnaast zaak te zorgen voor uniformiteit bij het inrichten van de diverse museumzalen. Vandaar dat de decoraties hier niet zichtbaar zijn gemaakt. Met uitzondering van drie sokkels die ooit deel uitmaakten van de kerkelijke afdeling. Loop je door het museum, dan zie je dat iedere architect en ontwerper zo z’n momenten in het gebouw heeft. De vraag of het gebouw tijdens het project leidend was of de collectie wordt dan ook verschillend beantwoord.” Cruz y Ortiz ontwierp verder een nieuw gebouw, het Aziatisch Paviljoen, voor de collectie Aziatische kunst. Muriel Huisman legt uit dat het een soort folie is, gelegen in een waterpartij en grotendeels ondergronds. “Het is een tijdloos en ingetogen ontwerp, met een geometrische vormgeving. De gevel is van natuursteen en glas en contrasteert zo met de rode bakstenen van het Rijksmuseum zelf.” Het is een eigen accent in de schaduw van een gebouw waarin na tien jaar historie en heden op een doordachte manier zijn samengebracht. ■
Fotografie: Rijksmuseum
Op de foto’s impressies van de nu weer open atria.
Bouwen aan monumenten
19
RIJKSMUSEUM, VILLA & TEEKENSCHOOL AMSTERDAM
VOORSTRAAT 7 | 4233 EA AMEIDE | T (0183) 60 66 00 | INFO@KONINKLIJKEWOUDENBERG.NL I WWW.KONINKLIJKEWOUDENBERG.NL
MAKING BUILDINGS BEAUTIFUL
De SRAL kan u van dienst zijn met: Conservering, restauratie, project coördinatie en advies op het gebied van • schilderijen op paneel en doek • polychrome sculptuur • schilderingen in historische binnenruimten • goudleer en historisch behang • moderne en hedendaagse kunst
RIJKSMUSEUM, AMSTERDAM
Ridder Leidekkers en Koperslagers heeft afgelopen jaar alle ornamenten van het Rijksmuseum gerestaureerd. Kijk voor meer informatie over restauratie van leistenen daken en metalen ornamenten op onze nieuwe website: E info@skinsforbuildings.com T +31 (0)888 111 888 www.ridderleidekkers.com
ADVRidder.indd 1
Mooi... van Monks
10-12-12 12:08
StukadoorS & SchilderS
Opleiding, bijscholing en advies • partner in de Opleiding Conservering & Restauratie van de Universiteit van Amsterdam • cursussen preventieve conservering • stages voor buitenlandse studenten Materiaaltechnisch onderzoek van kunstvoorwerpen • microscopie en analyse van verfmonsters • röntgenonderzoek • infrarood reflectografie • historisch kleuronderzoek van monumentale schilderingen Publiekspresentaties van restauratieprojecten
Avenue Céramique 224 - 6221 KX Maastricht T. 043-3218444 - E. info@sral.nl
www.sral.nl tel 071 301 62 39 e-mail info@monks.nl site www.monks.nl
11183_SRAL_flyer.indd 1
06-04-11 11:39
AmsteRdam Rijksmuseum
“Een gebouw met verschillende visies die mooi op elkaar aansluiten” Fotografie: Arie de Leeuw
Tussen de jaren tachtig van de negentiende en het begin van de eenentwintigste eeuw raakte het interieur van het Rijksmuseum steeds verder verwijderd van dat wat architect Pierre Cuypers ooit voor ogen had. Met een ongeveer tien jaar durende verbouwing en restauratie is dat rechtgezet. De geest van Cuypers waart nu rond in een eigentijds museum.
Hij heeft zich wel eens eenzaam gevoeld in de beginperiode van het project, Gijsbert van Hoogevest van Van Hoogevest Architecten. Met eerst als motto ‘Voorwaarts met Cuypers’, later aangepast naar ‘Verder met Cuypers’, werd duidelijk gemaakt dat het ontwerp en de decoraties van Pierre Cuypers een belangrijke rol zouden spelen, maar in hoeverre dat het geval zou zijn was nog punt van discussie. “Wat het interieur betrof. Cuypers heeft ooit een Gesamtkunstwerk ontworpen, alles was op elkaar afgestemd: collectie, decoraties, meubels, gordijnen. Dat was echter in een tijd dat musea alleen vaste collecties hadden, alles een eigen plek had. Daar kun je niet meer naar teruggrijpen. We moesten echter een middenweg zien te vinden.”
Langzamerhand consensus Het project begon in 2001 toen de overheid een prijsvraag deed uitgaan voor de herinrichting van
22
Bouwen aan monumenten
het Rijksmuseum. Die prijsvraag werd gewonnen door het Spaanse architectenbureau Cruz y Ortiz uit Sevilla. Van Hoogevest Architecten werd vervolgens middels een aparte architectenselectie voor de restauratie gekozen uit vijf kandidaten. “We hebben een studie van drie maanden gedaan en vanuit die studie een visie opgesteld”, legt Gijsbert van Hoogevest uit. “We hebben onder meer op nogal wat plaatsen resten of delen van de oorspronkelijke decoraties aangetroffen. Die waren vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw grotendeels wit overschilderd. Ons voorstel was om, naast het herstellen van de oorspronkelijke structuur, de decoraties terug te brengen. Niet integraal overigens, dat was qua tijd en kosten ook niet haalbaar.” Toch was Van Hoogevests visie in die beginperiode voor veel betrokken partijen nog een stap te ver. “Die wilden een wit modernistisch museuminterieur, wij wilden het gebouw laten spreken, het als museumstuk behande-
Rijksmuseum AmsteRdam
FOTO LINKS De Rembrandtzaal FOTO BOVEN De Eregalerij
len. Door deelreconstructies in de Voorhal en de Eregalerij ontstond er langzamerhand consensus.”
Labyrint Ander onderdeel van de visie was de structuur van het museum te herstellen. Dus alle latere toevoegingen zoals afscheidingen en verlaagde plafonds verwijderen en de volgebouwde atria leeg maken zodat ze hun vroegere open karakter terugkregen. “Het interieur was een labyrint van zaaltjes geworden dat steeds verder van het ontwerp van Cuypers af was komen staan. Er moest dus zo’n 120 jaar verbouwingsgeschiedenis de container in.” Verder zouden de buitengevels en daken worden gerestaureerd en moest het gebouw van nieuwe installaties worden voorzien. Van Hoogevest vertelt dat aan het terugbrengen van de decoraties in bepaalde delen van het gebouw minutieus onderzoek vooraf ging,
zowel ter plekke als in archieven. “Cuypers legde veel vast, dus we hebben de nodige informatie terug kunnen vinden.” Naast de (reversibele) decoraties is in de Voorhal ook de oorspronkelijke terrazzovloer gereconstrueerd. Het aanbrengen van de nieuwe installaties noemt hij een omvangrijke en kostbare klus met een grote impact. “Rondom het gebouw is een ondergrondse ringleiding, een soort metrobuis aangelegd van waaruit op diverse plekken verbindingen met het gebouw zijn gelegd. De kappen zitten eveneens vol techniek. Aan een museum worden op het gebied van onder meer beveiliging en klimaatbeheersing heel hoge eisen gesteld. Tel daarbij de omvang van het Rijksmuseum op en je weet dat installaties en techniek heel wat denkwerk hebben gevergd.”
Interventies Aan de buitenzijde van het museum werden zoals gezegd restauratiewerkzaamheden uitgevoerd. Zo zijn de gevels gereinigd, evenals de decoraties en tegeltableaus die daar onderdeel van uitmaken. Decoraties en tableaus zijn waar nodig eveneens
hersteld. Op de daken liggen nu nieuwe leien, het loodwerk is vervangen en ook hier zijn decoratieve elementen waar nodig hersteld. Ook de binnengevels grenzend aan de atria – die zwaar waren gemutileerd – zijn door Van Hoogevest Architecten hersteld. De bakstenen gevels zijn ontdaan van later aangebrachte witsellagen, waardoor de mooie metselverbanden weer zichtbaar zijn. Verder zijn de ramen in de buitengevels in hun oorspronkelijke kleur rood geschilderd. Behalve het Rijksmuseum zelf zijn de erbij gelegen villa – de voormalige directeurswoning – en de vroegere Teekenschool, nu juniormuseum, verbouwd en opgeknapt. De tuin heeft een open en uitnodigend karakter gekregen, eveneens conform het uitgangspunt ‘Verder met Cuypers’. “We hebben in het Rijksmuseum twee interventies moeten uitvoeren”, maakt Van Hoogevest aan het eind van het gesprek duidelijk. Om ruimte te creëren voor twee extra trappenhuizen met liften hebben we twee zalen wat moeten inkorten.” Nu het project op zijn eind loopt, kijkt hij met tevredenheid terug, geeft hij vervolgens aan. Natuurlijk was er die lastige beginperiode, waren er de tegenslagen zoals de langdurige discussie over de onderdoorgang voor fietsers en voetgangers. “Dat is mooi opgelost. Die maken nu voor even onderdeel van het museum uit, kijken bij hun voortgang in de gecombineerde atria.” Die voor hem een van de eyecatchers van het gebouw zijn geworden, evenals de opnieuw gedecoreerde centrale as met de Voorhal, de Eregalerij en Rembrandtzaal. “Het is een gebouw met verschillende visies die mooi op elkaar aansluiten.” Helemaal afscheid nemen van het Rijksmuseum doet hij voorlopig nog niet. “De Philipsvleugel, waar de afgelopen jaren een deel van de collectie te zien was, wordt nu verbouwd en gerestaureerd. Er komt onder andere een derde atrium. Dus ik ben hier nog meer dan een jaar bezig.” ■
Bouwen aan monumenten
23
Terrazzo op traditionele Italiaanse wijze Klassiek of modern, eeuwenoude ambacht en vernieuwde technieken. Liefde voor het vak. Terrazzo: een duurzaam product. Kwaliteit, maatwerk en vakmanschap.
Candido B.V. Vaalmuiden 13 1046 BV Amsterdam Tel: 020 - 693 77 01 Fax: 020 - 665 56 52 Email: info@candido.nl Website: www.candido.nl
Rijksmuseum AmsteRdam
Reconstructie terrazzovloer
Cuypers’ Gesamtkunstwerk in Voorhal in ere hersteld Een spectaculair onderdeel van de restauratie van het Rijksmuseum is de reconstructie van de Cuypersdecoratie in drie grote museumzalen op de verdieping - de Rembrandtzaal, de Eregalerij en de Voorhal inclusief de twee hoofdtrappenhuizen. Samen vormen deze zalen de hoofdas van het museum boven de onderdoorgang. Terwijl bijna overal in het museum nieuwe parketvloeren zijn gelegd, is in de Voorhal de oorspronkelijke terrazzovloer gereconstrueerd met figuratieve voorstellingen in mozaïek.
D
eze vloer werd al in het begin van de vorige eeuw aan het oog onttrokken door een effen vloerafwerking, om aan het einde van de eeuw geheel te worden uitgebroken. Voor een historisch overtuigende reconstructie was onderzoek nodig omdat van deze vloer slechts vage beelden resteerden. De reconstructie van de vloer vond plaats onder leiding van restauratiearchitect Gijsbert van Hoogevest, op basis van historisch onderzoek door architectuurhistoricus Carien de Boer-van Hoogevest en werd uitgevoerd door het Amsterdamse bedrijf van Francesco Candido. De mozaïeken zijn gemaakt in het Italiaanse atelier van Valerio Lenarduzzi in samenspraak met Van Hoogevest Architecten en Candido.
Betekenis van het Gesamtkunstwerk In de Voorhal is de oorspronkelijke versiering op de wanden, gewelven, ramen en de vloer ontworpen als een samenhangend geheel, een zogenaamd Gesamtkunstwerk. De terrazzovloer met mozaïekfiguren vormt in dit iconografische programma een belangrijke schakel. Daarom is hier gekozen voor een complete reconstructie van de oorspronkelijke decoratie. Cuypers’ zelf benoemt de betekenis van alle symbolische figuren in de Voorhal als het ‘leven en streven’ van de mens, waarbij in de vloer het aardse is uitgebeeld, op de wanden het maatschappelijke leven en in de zone daarboven het geestelijke. In de vloer ziet men diverse cycli: van de seizoenen, de dag, de tijd en het leven. ▼
Bouwen aan monumenten
25
AmsteRdam Rijksmuseum
In het grootste en centrale vloervlak bevinden zich de dierenriem, vier hemellichamen, de tekens van de dierenriem, en meanderende cirkels met in het midden de alpha en de omega als symbool van het volmaakte, de eeuwigheid. In de twee zijvakken zijn de andere cycli weergegeven, alle in de vorm van figuren en dieren.
Reconstructie De reconstructie is gebaseerd op drie primaire bronnen die in archieven zijn teruggevonden: ontwerpschetsen in het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam, historisch fotomateriaal in diverse beeldbanken en geschreven bronnen van Cuypers zelf en zijn medewerkers. Voor de kleurkeuze van het terrazzo is gekeken naar andere, bewaard gebleven terrazzovloeren in het museum. De kleuren van de mozaïekfiguren waren op basis van summiere gegevens in het bestek en zwart-witfoto’s niet eenduidig te herleiden. In Italië zijn daarom verschillende marmersoorten uitgezocht die ook terugkeren in de terrazzovloeren. Nu vormen terrazzo en mozaïek een eenheid en sluit de vloer tegelijkertijd wonderschoon aan bij de gereconstrueerde wandversieringen, de doeken van
26
Bouwen aan monumenten
Sturm en de gebrandschilderde ramen in de Voorhal.
Ambachtelijk werk Toen alle mozaïekfiguren klaar waren zijn ze vanuit Italië vervoerd naar Amsterdam. Hier werden ze als puzzelstukken uitgelegd en vastgelijmd op de nieuwe constructie vloer van de Voorhal. Daarna is het terrazzomengsel voorzichtig aangebracht tussen de mozaïekstukken en volgde de aanleg van de grotere vloerdelen in terrazzo. Door veel schuurwerk met steeds fijnere slijpstenen kwamen de terrazzokleuren langzamerhand tevoorschijn en was het voor de werkers van Candido en Van Hoogevest een feest om te zien hoe alles perfect bij elkaar ging passen. Sommige mozaïekfiguren zijn op een houten luik gelijmd met een metalen ondergrond, waardoor deze uitneembaar zijn. Hieronder zitten aansluitpunten voor elektriciteit en databekabeling. De ruimte zal gebruikt worden als verblijfsruimte, maar ook voor ontvangsten van groepen. Deze gasten kunnen in de Voorhal het oorspronkelijke Gesamtkunstwerk van Cuypers herbeleven, eigenlijk als onderdeel van de collectie van het vernieuwde Rijksmuseum. ■
Rijksmuseum AmsteRdam
Een bijzondere vloer Het door Van Hoogevest Architecten gemaakte ontwerp voor de reconstructie van de terrazzovloer in de Voorhal van het Rijksmuseum werd uitgevoerd door Candido Terrazzo uit Amsterdam.
F
rancesco Candido legt uit dat samen met Van Hoogevest Architecten gezocht werd naar een juiste kleurstelling. “De historische kleuren waren maar voor een klein deel bekend. Daarom zijn voor de mozaïekfiguren nieuwe kleuren uitgezocht. Daarvoor zijn we onder meer naar Italië geweest.” Na een lange voorbereiding volgde een uitvoering die zo’n vier maanden in beslag nam, aldus Francesco
Candido. De 450 m2 grote vloer werd daartoe in vlakken verdeeld. Voor het mozaïek werd een beroep gedaan op een Italiaans bedrijf. “We hebben het deels uitbesteed vanwege de snelheid van werken en de omvang, er zat veel mozaïek in.” Dat mozaïek werd aangeleverd in “puzzelstukken”, zoals Candido het noemt, van maximaal een halve bij een halve meter. “Die werden dan gelegd en daaromheen werd de terrazzo aangebracht.” De
terrazzovloer ligt op een dekvloer vanwege de aanwezigheid van kabels en doorvoeren eronder. “Daar hadden ze in de tijd van Cuypers nog geen last van.” Hoewel het bedrijf vaker actief is in monumenten, noemt Francesco Candido het Rijksmuseum heel bijzonder. “Vanwege het gebouw, maar tevens vanwege het karakter van de vloer. Die is heel bewerkt, met allerlei figuren, banden, cirkels. Dat komen we zelden tegen.” ■
Bouwen aan monumenten
27
Knap werk
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
Brink Groep is actief binnen de bouw-, huisvestings- en vastgoedmarkt. We managen en adviseren bij complexe projecten en leveren specialistische softwaretools om projecten te beheersen. Altijd op zoek naar het evenwicht tussen dromen en haalbaarheid. En met succes. Bijvoorbeeld bij de restauratie van het monumentale Raadhuis van Vught en de omvangrijke renovatie van Het Nieuwe Rijksmuseum in Amsterdam. Onze veelzijdigheid, gedrevenheid en kennis zien we als solide basis voor de toekomst.
brinkgroep.nl
knap werk
Rijksmuseum AmsteRdam
“Tot in de puntjes bespreken” Dat bij een complex en omvangrijk project als de verbouwing en restauratie van het Rijksmuseum een nauwgezette begeleiding nodig is, behoeft geen verdere uitleg. Directievoering en bewaking van de diverse processen is sinds 2008 in handen van de Brink Groep.
Fotografie: Luuk Kramer
T
oen de Brink Groep in 2008 bij het Rijksmuseum betrokken raakte, had er al een aanbesteding plaatsgevonden. Omdat die was mislukt, werd besloten het project op te delen met voor elk deel een aannemer. “Dus was er sprake van zeven aannemers in plaats van één aannemer, met daarbij natuurlijk per deel de nodige onderaannemers”, vertelt projectmanager Bas Stierhout van de Brink Groep. “Dat had een behoorlijke impact, maakte het natuurlijk complexer. Je werkt met een groot team. Alles werd dan ook tot in de puntjes besproken.” Om de communicatie in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat elke partij steeds kon beschikken over up-to-date informatie ontwikkelde de Brink Groep een internetapplicatie. Stierhout: “Daar hebben we procedures aan gekoppeld zodat iedereen volgens de laatste stand van zaken zijn werk kon doen. Je voorkomt zo discussies. Er wordt gewerkt in een bestaand gebouw en dan loop je wel eens tegen
iets onverwachts aan waardoor een aanpassing van de plannen nodig is.” Stierhout geeft aan dat het project ondanks de omvang en complexiteit tamelijk soepel is verlopen. Natuurlijk waren er wel eens tegenslagen, obstakels, vertelt hij, maar daar kon steeds een oplossing voor worden gevonden. “Vooral onder de grond kende het project in mijn ogen een aantal spannende momenten. Dan moet je nog net iets meer alert zijn, zowel tijdens de voorbereiding als de uitvoering.” Hij noemt onder meer de aanwezigheid van oude palen in de grond. Daardoor moest er een lichte knik worden gemaakt in de ondergrondse gangen die werden aangelegd voor de installaties en logistiek. “Dan ga je passen en meten: wat kan wel, wat kan niet? We hebben bijvoorbeeld het grondwaterpeil tijdelijk verlaagd. Dat kan niet al te lang want dat heeft weer gevolgen voor het gebouw zelf en de omgeving.” Het ondergronds boren was volgens Stierhout eveneens enerverend. Soms moest er wel tot 30 meter worden geboord
voor het aanleggen van verbindingsschachten. “Omdat het zorgvuldig was voorbereid, er goed is gekeken naar welke boren te gebruiken, is er maar een keer een boor vastgelopen.” Het ondergrondse werk ziet Stierhout als een enorme ingreep, maar ook bovengronds lagen er uitdagingen, stelt hij. Zo is het gebouw niet maatvast en moest er heel secuur worden ingemeten. Daarnaast was er het gegeven dat het Rijksmuseum enerzijds weer moest aansluiten bij de oorspronkelijke ideeën van Pierre Cuypers en anderzijds tot een eigentijds museum moest worden getransformeerd. “Zie ons maar als de spil die er tijdens de werkzaamheden voor zorgde dat de juiste partijen met elkaar communiceerden, dat alle informatie snel op de juiste plek was en die tevens planning en budget bewaakte. Momenteel zijn we nog aanwezig om eventuele restpunten op te lossen en uitgebreid te testen. Zodat niets op 13 april een vlekkeloze opening in de weg staat.” ■
Bouwen aan monumenten
29
Constructief in totaaloplossingen www.jpvaneesteren.nl
betrokken bouwen beleven
Rijksmuseum AmsteRdam
“Denken in de geest van Cuypers” “Het sleutelwoord was logistiek: hoe krijg je iets op een bepaalde plek – rekening houdend met bestaande situaties, maar ook bij de nieuwbouw van bijvoorbeeld het Aziatisch Paviljoen, dat zich grotendeels ondergronds bevindt”, stelt Stefan Meegdes, namens J.P. van Eesteren (een van de hoofdaannemers) als bedrijfsleider actief bij de werkzaamheden in en aan het Rijksmuseum.
D
ie werkzaamheden waren, na een mislukte integrale aanbesteding, onderverdeeld in diverse percelen, met voor elk perceel een hoofdaannemer. Voor J.P. van Eesteren was dat perceel 5: de renovatie- en verbouwwerkzaamheden in het gebouw en nieuwbouw zoals het Aziatisch Paviljoen en het Studiecentrum. Het bedrijf deed verder de uitvoeringscoördinatie en faciliteerde alle logistieke voorzieningen zoals kranen, heftrucks en de transporten.
Fotografie: Luuk Kramer
“Daardoor waren er raakvlakken met vrijwel alle bij het project betrokken partijen.” Er werd, geeft Meegdes aan, met zowel korte- als langetermijnplanningen gewerkt. “Met op piekdagen wel 80 tot 100 transporten door één van de zes poorten was dat een kwestie van alles heel secuur afstemmen.” Een ander complex element noemt hij het werken in een bestaand monumentaal pand. “Iedereen die bij een restauratieproject is betrokken ervaart dat, het is een heel andere aanpak dan een nieuwbouw. Zo moet er rekening worden gehouden met de toegankelijkheid, onder meer wat materialen en materieel betreft, maar ook met een aspect als vloerbelasting. En dan zijn er natuurlijk de wensen en eisen van opdrachtgever en gebruiker, en de architectonische eisen. Om aan dat alles tegemoet te komen hebben we producten moeten doorontwikkelen, zeg maar maatwerk geboden. Soms begin je dan met een schetsontwerp en dat werk je vervolgens uit tot een gecertificeerd eindontwerp. Daar zijn we zo’n driekwart jaar mee bezig geweest.”
Onverwachte zaken zijn er ook altijd in een bestaand gebouw, aldus Meegdes. Hij noemt de gewelfconstructies, gevuld met zand. “Komt op de vloer erboven een nieuwe installatie, dan kun je voor de verbindingen door de vloer niet zomaar een gat boren. Dan moet er dus een alternatieve oplossing worden bedacht.” Bijzonder vindt hij de reproductie van de terrazzovloer, gerealiseerd in samenwerking met Van Hoogevest Architecten en enkele andere gespecialiseerde partijen (zie ook artikel elders). “Een terrazzovloer op die schaal, dat zie je niet vaak. Om zo’n vloer goed te reproduceren is veel onderzoek nodig. En moet je denken in de geest van Cuypers.” Werken dus met kennis van en respect voor het verleden, voor de vroegere bouwkunst en dat combineren met nieuwe werkwijzen, zo omschrijft Meegdes het tot slot. “Op de ene plek werd er met historische technieken gewerkt, op een andere – zoals bij het Studiecentrum waar beton onder een hellingshoek van circa 25 graden werd aangebracht zonder tegenbekisting – met nieuwe technieken.” ■
Bouwen aan monumenten
31
AmsteRdam Rijksmuseum
Constructief slopen Beetje voor beetje was het Rijksmuseum de afgelopen ruim honderd jaar volgebouwd. Om terug te kunnen keren naar de structuur van Pierre Cuypers was dus een ingrijpende sloopoperatie nodig.
D
ie werd uitgevoerd door Vlasman Betonbewerkings- en Slooptechnieken b.v. uit Alphen aan de Rijn. En sloopwerkzaamheden uitvoeren in een monumentaal gebouw, dat vraagt een gedegen voorbereiding, maakt directeur Richard Vlasman duidelijk. “Het is geen kwestie van zomaar wat breken en hakken; de waardevolle, kwetsbare delen moeten gespaard blijven. Dus het compleet strippen van het museum betekende meteen beschermende voorzieningen aanbrengen
32
Bouwen aan monumenten
bij ornamenten en dergelijke.” Voordat met het slopen werd begonnen, werd het werk dus goed in kaart gebracht. Wat mag wel, wat mag niet worden verwijderd en op welke wijze moet dat gebeuren. Constructief slopen, noemt Vlasman dat. “Neem de binnenhoven, die waren tot bovenin volgebouwd en over de totale breedte liepen balken. Dat vraagt om een zorgvuldige aanpak, om instortingsgevaar te voorkomen, slopen volgens plan dus.” Voor het strippen van het museum stonden zes maanden. Een relatief korte tijd, zegt Vlasman. “Op piekmomenten waren we dan ook met zo’n 100 à 120 medewerkers tegelijk bezig.” Onderdeel van die werkzaamheden was tevens een asbestsanering en het ontmantelen van alle oude installaties. Verder realiseerde Vlasman Sloopwerken, deels in samenwerking met BAM de doorbraken ten behoeve van de sleuven naar de luchtkokers. Dat gold eveneens voor de doorbraken van de
energietunnel naar het gebouw. “Soms door muren van 2,25 meter dik.” En voor het realiseren van de verbinding tussen beide atria onder de fietstunnel werden de poeren met een speciale machine op die plek verwijderd om vervangen te worden door smallere poeren. De centrale as werd hiervoor op een speciale tijdelijke vijzelconstructie geplaatst. De infra in de tuin en ten behoeve van de riolering werd eveneens door Vlasman gerealiseerd. “Als ik terugkijk dan zie ik een aantal momenten die vanwege hun complexe karakter tot knelpunten hadden kunnen leiden. Maar dankzij een goede afstemming en veel overleg is dat niet gelukt.” Met de sloopwerkzaamheden werd in augustus 2004 begonnen en in juni 2005 werden ze afgerond, meldt Richard Vlasman tot slot. “Wat in tientallen decennia was toegevoegd, hebben we binnen een aantal maanden zorgvuldig verwijderd. Dat trok veel aandacht. Zelfs toenmalig premier Balkenende kwam een kijkje nemen. Wat de impact van dit project maar benadrukt. We zijn dan ook trots dat we erbij betrokken waren.” ■
Rijksmuseum AmsteRdam
“ICT is tegenwoordig een vast onderdeel van onze oplossing” Natuurlijk kan hij niet zo heel veel vertellen over de veiligheidsinstallaties in het Rijksmuseum, alleen dat het om complexe technologie gaat. En dat hij er samen met zijn medewerkers trots op is bij zo’n aansprekend project betrokken te zijn, zegt directeur Peter Westervaarder van Unica Security uit Zwolle.
M
et de werkzaamheden werd zo’n vijf jaar geleden begonnen. “We waren bij de eerste aanbesteding in 2008 al in beeld. De aanbesteding van de beveiligingsinstallaties stond geheel los van de overige onderdelen. Maar nadat deze laatste mislukte kwamen we, vanwege de perceelverdeling, in een
geheel andere situatie terecht. Al had het voor ons werk op zich niet zo heel veel consequenties. We moesten alleen meer rekening houden met de dynamiek, met het samenspel tussen de verschillende partijen. Onder meer door frequent met elkaar te overleggen. Dat is door alle partijen met verve gedaan.” Dat de beveiligingsinstallaties voor een hoog-risico-object als het Rijksmuseum aan hoge eisen moesten voldoen is uiteraard geen verrassing. Westervaarder noemt het een uitdagende opdracht waarbij gebruik is gemaakt van de nieuwste beveiligingstechnieken en producten, inclusief een volledige ICT infrastructuur. “Dat is tegenwoordig een vast onderdeel van onze dienstverlening; niet meer weg te denken. Daar hebben we specifiek opgeleide medewerkers voor in huis. Aan het plaatsen van de installaties gaat dan ook een uitgebreide voorbereiding vooraf waarin alle eisen worden uitgewerkt en alle details uitgekristalliseerd.” Het aanbrengen van een ‘highsecurity’-installatie in een monument vraagt bovendien een heel andere aanpak dan in een nieuwbouwomge-
ving. Westervaarder geeft aan dat er een heel nauwe samenwerking met de overige aannemers noodzakelijk was om de installatie naadloos aan te sluiten op het monumentale gebouw. Behalve als beveiligingsspecialist voor Het Nieuwe Rijksmuseum, is Unica Security ook als hoofdaannemer betrokken bij de Centrale Museum Meldkamer. Als gevolg van het toepassen van allerlei innovaties bij het Rijksmuseum, moest deze centrale meldkamer ge-upgrade worden, geeft Westervaarder tot slot aan. “Hierbij hebben we ons niet beperkt tot de techniek, maar hebben we samen met de leveranciers tevens de medewerkers uitgebreid getraind.” Wat de werkzaamheden bij het museum betreft, die zijn halverwege 2012 conform planning opgeleverd. “Het is nu nog vooral een kwestie van afstemmen, proefdraaien en testen in nauwe samenwerking met de gebruiker. Dat is tot op heden vlekkeloos verlopen. Het Nieuwe Rijksmuseum heeft nu een modern en betrouwbaar beveiligingssysteem waarmee de beveiligingsmedewerkers in één oogopslag alle informatie beschikbaar hebben die nodig is om incidenten het hoofd te kunnen bieden.” ■
Bouwen aan monumenten
33
ZORG
(SEMI)OVERHEID
EDUCATIE
CULTUUR
LEISURE
KANTOREN
Ga er maar aan staan. Voor elke ruimte in uw ontwerp steeds weer het perfecte sluitstuk vinden. Met Limburgia lukt dat altijd. Als specialist in utiliteitsdeuren heeft Limburgia namelijk een breed en diep assortiment. Het grootste als het om gecertificeerde brandwerende deuren gaat. En zit uw oplossing niet in ons standaard assortiment? Dan ontwikkelen we het desgewenst samen met u. We hebben ervaring in vele projecten. Van ziekenhuis tot theater en van school tot kantoor. Limburgia innoveert graag, maar zet veiligheid op plek ĂŠĂŠn. Goed voor uw ontwerp en voor de mensen die er later gebruik van maken. Kijk op Limburgia.nl of bel 0493 - 441 410.
LIMBURGIA UTILITEITSDEUREN BV Postadres: Postbus 65 5710 AB Someren
www.limburgia.nl info@limburgia.nl
Bezoekadres: Broekstraat 1 5711 CT Someren
Telefoon: 0493 441 410 Fax: 0493 441 429
Rijksmuseum AmsteRdam
Speciaal ontwikkelde nisconstructie met XL-deuren (o.a. brandwerend) in het binnenhof
Vanuit het atrium onder de passage leiden deze XL dubbele deuren bezoekers verder het museum in
Fotografie: Scala Photography
“Unieke en veilige toegangsoplossing voor een uniek gebouw” Ze hebben een breed assortiment deuren die aan de strengste eisen voldoen, maar datgene wat voor het Rijksmuseum werd gevraagd zat zelfs niet in het standaardpakket van Limburgia Utiliteitsdeuren, vertelt commercieel manager Arnoud van Dijk “Het was de combinatie van functionaliteiten die vroeg om specialistisch maatwerk.”
N
aast de esthetische waarde heeft de buitenschil van het Rijksmuseum – de gevels en wat daar is ingebracht – diverse functies, onder andere op het gebied van toegankelijkheid en inbraakpreventie. Die functies worden binnen voortgezet. De veiligheid van medewerkers en bezoekers maar ook van alle kunstwerken staat tenslotte voorop. Vandaar dat aan de binnendeuren die Limburgia zou leveren bijzonder hoge eisen werden gesteld. Dat vroeg met name waar het de dubbele deuren betreft om maatwerk, zegt Arnoud van Dijk. “We hebben zo’n 500 deuren geleverd, waarvan een deel dubbele. Dat waren de speciale constructies die om een eigen ontwikkeling vroegen.” Vooral waar het toegankelijkheid, inbraakpreventie en brandwerendheid betrof, waren de eisen bijzonder hoog, legt hij uit. Daarnaast waren er nog diverse wensen op esthetisch vlak: de deuren moesten in een bepaalde wandconstructie worden gebouwd, mogen tijdens openingsuren zo min
mogelijk opvallen en er mogen geen aansluitdetails zichtbaar zijn. Zelfsluitend bij brand en na openingstijd was eveneens een eis, aldus Van Dijk. “Met dat pakket als basis zijn we samen met Rijksgebouwendienst en aannemer gaan brainstormen. Daar kwam een aantal concepten uit naar voren, waaruit vervolgens de definitieve oplossing is gekozen.”
met bijvoorbeeld precies dezelfde vloer. Om niets aan het toeval over te laten. Bedenk bijvoorbeeld dat zo’n deur aan de ene kant een middel is bij uitbraakpreventie, maar dat ingeval van brand het gebouw snel ontruimd moet kunnen worden. De nisconstructie is tevens bedoeld om tot de indeling van brandcompartimenten te komen.”
De ontwikkeling van een deur die aan alle eisen en wensen voldeed, nam meer dan 600 uur in beslag. Volgens Arnoud van Dijk komt dat bijna nooit voor. “Maar dit is ook geen normale opdracht. We moesten een unieke oplossing voor een uniek gebouw bedenken.” Nadat het definitieve concept was gekozen, kwam het traject in de testfase. Opnieuw was dat geen alledaags gebeuren, aldus Van Dijk. “We hebben onder meer een testopstelling gemaakt op locatie, in het Rijksmuseum; om de brandwerendheid te testen hebben we een stukje Rijksmuseum nagebouwd in het testlaboratorium, tot in detail,
Na een jaar van ontwikkelen en testen voldeed de deur aan alle eisen van de Rijksgebouwendienst en het Rijksmuseum en tevens aan de eisen van keuringsinstanties als SKG. Daarmee kon Limburgia gaan produceren. Ook daarbij werd een innovatieve aanpak gevraagd, geeft Arnoud van Dijk aan. “We moesten de productielijn afstemmen en speciale handlingsapparatuur gebruiken, zowel tijdens de productie als tijdens het plaatsen, vanwege het gewicht van de deuren. Dus ja, je kunt wel van een uitdagend project spreken. Vinden we mooi, want zo kunnen we uitstekend laten zien wat Limburgia in huis heeft.” ■
Bouwen aan monumenten
35
AmsteRdam Rijksmuseum
Fotografie: Luuk Kramer
“Kunst op installatiegebied” Voor het leveren en plaatsen van alle werktuigbouwkundige-, sanitaire-, regeltechnischeen sprinklerinstallaties in het Rijksmuseum, inclusief een binnenstedelijke ondergrondse wko met toepassing van drie warmtepompen die zijn opgesteld in het energiecentrum, werd een beroep gedaan op Kuijpers.
FOTO ONDER John van Maren: “Duurzaamheid is een kernactiviteit van het Rijksmuseum
36
Bouwen aan monumenten
D
eze technisch dienstverlener begon met de werkzaamheden in het najaar van 2008 en in juli 2012 volgde de oplevering. “Voordat we begonnen hebben we een rondleiding door het gestripte gebouw gehad. De oude installaties waren toen ook al verwijderd. Zo kregen we een goed beeld van wat er allemaal moest gebeuren”, vertelt projectmanager John van Maren. Bijzonder onderdeel van de opdracht vindt Van Maren de aanleg van de energiering en de daarin geplaatste installaties ondergronds. “Indrukwekkend. De ring is aangesloten op vier energiekelders, loopt voor driekwart rondom en voor een kwart onder het gebouw en is alles bij elkaar zo’n 500 meter in lengte.” Hij legt uit dat wko als oplossing voor een duurzaam klimaatbeheer in de museumwereld absoluut geen gemeengoed is. Maar duurzaamheid, stelt hij, is in wezen een kernactiviteit van het Rijksmuseum, ze conserveren erfgoed. Aan de installaties werden dan ook hoge eisen gesteld. “Vandaar onder meer duurzame
waterpompen en duurzame regeltechniek.” Logistiek gezien moesten er veel voorbereidingen worden getroffen om alles goed te laten verlopen. “Je werkt binnenstedelijk. Bovendien was toen we begonnen de A2 nog niet verbreed. Dat is pas gedurende onze werkzaamheden bij het Rijksmuseum gebeurd. Dat betekent creatief denken. Het materiaal hebben we bijvoorbeeld zo veel mogelijk prefab aangeleverd.” De technische installaties van Kuijpers zijn in 14 inpandige ruimtes geplaatst en in 10 ruimtes onder de dakkappen. “Twee verschillende situaties. Bij de energiering ging het om nieuwbouw, in de dakkappen om een monumentale omgeving. Dat vraagt een andere manier van werken.” De installaties zijn inmiddels “snaarstrak”, zoals Van Maren het omschrijft, opgeleverd. “We hebben de afgelopen tijd diverse mooie projecten in het marktsegment Cultuur & Recreatie gedaan. Denk aan de Hermitage, het DeLaMar Theater en het Van Gogh Museum; het Rijksmuseum is een kroon op het werk – kunst op installatiegebied.” ■
Rijksmuseum AmsteRdam
“Tienden van millimeters” Bij het verbouwen en restaureren van een bestaand gebouw komen er in de uitvoering altijd zaken aan het licht die niet of niet geheel verwacht waren, hoe terdege een voorbereiding ook is.
Z
eker als een belangrijk deel van dat werk zich ondergronds afspeelt. Voor die uitdaging stond BAM Civiel, een van de hoofdaannemers van het Rijksmuseum. Het bedrijf realiseerde diverse ondergrondse bouwdelen zoals voor het Aziatisch Paviljoen en de verbindingstunnels naar de kelders van de binnenhoven. Bij het aanleggen van de verbinding tussen de kelders onder de fietsersdoorgang van het Rijksmuseum was snel reageren en inspelen op onverwachte zaken een must, vertelt projectleider Paul Beljaars. “Er moesten smallere kolommen komen en daarom moesten de poeren eronder worden vervangen. Om die reden werd het middenschip van het gebouw tijdelijk op vijzels gezet. Heel bijzonder, het zweeft als het ware.” Tijdens de nauwgezette voorbereiding werd onder meer gebruik gemaakt van tekeningen uit de beginperiode. Die bleken echter niet helemaal accuraat. Dus was er ook gedurende de
uitvoering van het werk veel overleg nodig. Bovendien werd het hele proces zeer nauwkeurig gemonitord, aldus Beljaars. “Komt daar een onregelmatigheid uit naar voren, dan moet je snel kunnen opschakelen. In het kort komt het er op neer dat we stalen palen naast de houten palen hebben geplaatst; daar hebben we het middenschip tijdelijk op gezet, de poeren vervangen en het middenschip weer teruggezet. Dat klinkt eenvoudig, maar het is een heel complexe klus waarbij bijvoorbeeld geen trillingen mogen ontstaan en ook de verhouding ten opzicht van de rest van het gebouw bewaakt moet worden. Bij het overzetten van het gebouw gaat het om tienden van millimeters die je monitort. Voor de hele operatie is niet alleen heel specifieke kennis nodig, maar eveneens specialistisch materiaal.” Een ander aspect dat alle aandacht vroeg was het grondwater. Dat moest tijdelijk worden verlaagd, op een zodanige wijze dat er geen gevaar
bestond dat de houten palen verder in de grond konden zakken. “Het grondwater gedroeg zich echter anders dan was voorzien na onderzoek; het bleek dat de onttrekking voor een reactie zorgde in een groter gebied dan was verwacht. Daar moet je dan met alle betrokken partijen heel snel op kunnen inspelen. Zo hebben we besloten om 24 uur per dag te gaan werken zodat het werk sneller klaar was en het grondwaterpeil eerder kon worden teruggebracht naar het normale niveau zodat risico’s konden worden vermeden. Met opdrachtgever, adviserende en uitvoerende partijen zoek je dan in een bouwteamachtige opzet naar een optimale oplossing. Allemaal vanuit hetzelfde belang. Dat is een mooie ervaring.” ■
Infra
■
Parkeren
■
Water
■
Industrie
■
Energie
BAM Civiel Noordwest feliciteert het Rijksmuseum Het is een prachtige mijlpaal dat het Rijksmuseum na tien jaar van ingrijpende verbouwingen zijn deuren weer voor het publiek kan openen. Dit is een felicitatie waard! BAM Civiel Noordwest had een grote rol in deze
verbouwing. Wij namen de ondergrondse nieuwbouw voor onze rekening. Binnen het
vijzels om daarna te worden overgenomen door de nieuwe fundatie. Uiteraard zonder het Rijksmuseum te beschadigen.
hoofdgebouw creëerden wij de passage en het souterrain en daarbuiten het energiecentrum,
Wij hebben deze grote renovatieklus met
de energiering en het Aziatisch paviljoen.
diverse andere partijen geklaard.
Het prachtige pand, met grote cultuurhistorische
gericht om dit project met aandacht voor optimale
waarde, was voor ons een bijzondere omgeving
kwaliteit, veiligheid en efficiëntie en tegelijkertijd
om in te werken. Het vroeg om een zorgvuldige
met de andere zes renovatiestromen te realiseren.
Onze
aanpak, gebaseerd op de
juiste kennis en
procesbeheersing was erop
feliciteren de Rijksgebouwendienst
ervaring, om de klus onder dit monument te
Wij
kunnen klaren. De werkruimte was beperkt en
met het mooie resultaat waar me met z’n allen
bevond zich tussen oude houten paalfunderingen.
trots op mogen zijn. Wij wensen het nieuwe
Een echt huzarenstukje was dat het hele gebouw
Rijksmuseum toe dat vele bezoekers uit binnen-
was gefundeerd op tijdelijke constructies met
en buitenland het zullen gaan bezoeken.
BAM Civiel Noordwest, Toetsenbordweg 11, 1033 MZ Amsterdam, Postbus 37022, 1030 AA Amsterdam, Telefoon (020) 494 92 50 noordwest@bamciviel.nl, www.bamciviel.nl
Kuijpers & Het Rijksmuseum. De beste resultaten behaal je samen.
De afgelopen maanden heeft Kuijpers weer aan een mooi kunststukje afgeleverd. Deze keer was het Rijksmuseum de complexe omgeving waarin het team van Kuijpers werd uitgedaagd. Dankzij hun expertise, doorzettingsvermogen en de uitstekende samenwerking met elkaar en met het Rijksmuseum kunnen de meesters er weer vele jaren tegenaan. En kunnen de bezoekers, incl. het team zelf, blijven genieten van kunst waar Nederland trots op is. Wilt u ook met Kuijpers aan successen bouwen? www.kuijpers.nl
Kuijpers_adv_Vakblad Bouwen aan Monumenten.indd 1
30-1-2013 10:45:40
Rijksmuseum AmsteRdam
“Integraal onderdeel van het ontwerpteam”
Fotografie: Luuk Kramer
Arcadis was als constructief adviseur betrokken bij Het Nieuwe Rijksmuseum en keek vanaf het begin mee hoe het ontwerp van de aanpassingen op een constructief adequate wijze in praktijk kon worden gebracht, vertelt André de Roo.
D
e grootste uitdaging, zegt hij, lag bij de werkzaamheden ondergronds, aan de kelders en de verbinding onder de fietsers- en voetgangerspassage. “Daar lag het meest ingrijpende onderdeel. Technisch behoorlijk ingewikkeld, en er werd een grote mate van zorgvuldigheid gevraagd. Om op het moment zelf of in de toekomst beschadigingen te voorkomen.” De nieuwe kelders, legt De Roo uit, liggen op zo’n zes meter diepte en slechts een halve meter naast het bestaande pand. De fundering bestaat uit houten palen. Tijdens het bouwen van de kelders ontspant die en is het zaak te voorkomen dat er zakkingen ontstaan.” De voorgestelde bouwmethode werd door Arcadis aan de hand van een geavanceerd model doorberekend. Daar kwam onder andere uit naar voren dat een eventuele zakking niet meer dan 5 millimeter mocht bedragen. Vanaf
het moment dat er met het werk werd begonnen werd dit nauwkeurig gemonitord, aldus De Roo. “We hebben een berekeningsmethode gehanteerd waarbij met elk detail rekening werd gehouden. Dreigde een grotere zakking, dan konden er eventueel extra maatregelen worden genomen. Dat was echter niet het geval; met 4 millimeter bleven we binnen de berekening.” Om tot een betere verbinding te komen tussen beide kelders moesten de oude kolommen in de kelder worden versmald. De kelder onder de Eregalerij, waar de fundering zich bevond, was in de jaren zestig deels al uitgegraven. De huidige kolommen zijn eigenlijk de originele poeren. “Ten behoeve van dat werk is de centrale as van het Rijksmuseum op een tijdelijke vijzelconstructie gezet. Bij deze werkzaamheden werd uitgegaan van een bestaande situatie. Dat werd de basis van de nieuwe verbinding. Een nieuwe fundering
aanleggen was geen optie. Dan creëer je zettingsproblemen ten opzichte van de oude fundering elders en is de kans op beschadigingen reëel.” Een ander belangrijk aandachtspunt op constructief vlak was het realiseren van de doorvoeren voor de leidingen van het ventilatiesysteem tussen de bestaande palen door. Ook hier liet Arcadis de voorgestelde ingrepen doorberekenen om er zeker van te zijn dat ze geen negatieve gevolgen zouden hebben. “Dat was het leuke van dit werk, dat je samenwerkt met allerlei partijen, onder wie een gerenommeerde buitenlandse architect, in zo’n complex gebouw en dat er op allerlei manier een beroep op onze expertise werd gedaan. Zo hebben we afgeraden om in verband met de te hoge kosten en risico’s ten opzichte van de extra ruimte een extra kelderlaag aan te leggen. Adviseren wordt dan tevens meedenken en op die manier ben je een integraal onderdeel van het ontwerpteam.” ■
Bouwen aan monumenten
39
AmsteRdam Rijksmuseum
De kunst van het verstoppen Het leveren en plaatsen van de ET-installaties, van laagspanning tot verdeelkasten en veiligheidsinstallaties, zo omschrijven Martijn Haan en projectleider Martin van der Wilden van HOMIJ de opdracht waaraan het bedrijf in juni 2009 begon en dat halverwege 2012 werd opgeleverd.
M
artijn Haan: “De uitdaging was om ervoor te zorgen dat alles weliswaar uit het zicht werd aangebracht, in wanden en vloeren, maar dat de installaties en dergelijke wel goed bereikbaar moesten zijn, de kunst van het efficiënt verstoppen, zeg maar. Met het oog op bijvoorbeeld het anders willen indelen van een ruimte in verband met een nieuwe expositie.” In het installatieconcept DLS® van HOMIJ, uitgebreid met Pots & Pipes, werd een passende oplossing gevonden. Martin van der Wilden geeft uitleg: “Installaties die volgens de DLS-methode worden aangelegd voldoen aan de modernste eisen, zoals een hoog comfortgehalte, lage energiekosten, duurzaamheid en flexibiliteit. Dat sloot aan bij het
40
Bouwen aan monumenten
eisenpakket van het Rijksmuseum. Bij Pots & Pipes is er sprake van een verhoogde vloer van slechts zes centimeter. In die vloer liggen naast een branddetectiesysteem tevens elektriciteit en databekabeling. Deze voorzieningen zijn eenvoudig toegankelijk en bieden het museum zo maximale flexibiliteit bij exposities – kunstvoorwerpen en vitrinekasten kunnen in een optimale opstelling worden geplaatst en op elke plek kunnen verlichting en data aangesloten worden.” Zo eenvoudig als het klinkt, was het in de praktijk echter niet, geven Haan en Van der Wilden aan. Werken in een monumentaal gebouw vraagt om inventiviteit, zeggen ze. “Er moesten meer dan eens aparte oplossingen worden bedacht. Die bespraken we dan met de restaura-
tiearchitect en bouwkundig aannemer. Dan zit je soms twee, drie keer per week met elkaar om de tafel. Nog los van de strikte planning die nodig is wanneer je met veel partijen tegelijk aan het werk bent. Het mooie is dat iedereen doordrongen is van het gezamenlijke belang en we er altijd weer uitkwamen. Iedereen denkt mee en reageert op de omstandigheden. Tijdens de werkvoorbereiding zagen we al dat het ondoenlijk was ontwerp en planning vanachter het bureau uit te werken. Dat hebben we in het museum zelf gedaan. Een bestaand gebouw, en zeker het Rijksmuseum, heeft zijn eigen wetten en daar konden we zo het beste op inspelen. Met als resultaat onzichtbare techniek en voor de bezoekers daardoor een fantastische beleving.” ■
Rijksmuseum AmsteRdam
Fotografie: Luuk Kramer
“Een hoogstandje dat niet iedereen beheerst” Onderdeel van de verbouwing van het Rijksmuseum was het vervangen en toevoegen van de liften. Daar waar eerst 4 installaties aanwezig waren, zijn er nu 24 liftinstallaties geplaatst. Het leveren en plaatsen werd verzorgd door Möhringer Liften uit Haarlem.
Z
ij plaatsten tussen november 2008 en december 2012 24 liftinstallaties, deels in bestaande schachten, deels in nieuwe of aangepaste schachten. Projectleider Bert IJszenga legt uit dat geen enkele lift hetzelfde is. “Het varieert van een hefplateau dat een hefhoogte overbrugt van 40 centimeter tot een glazen ronde lift met een doorsnede van 2,65 meter. Meest bijzonder vindt hij de liftinstallaties in het entreegebied, ver doorgevoerd maatwerk waar gedurende de productie nog het een en ander aan werd gewijzigd. “Die installaties zijn een hoogstandje dat weinig liftleveranciers beheersen.” Maatwerk dus, bevestigt IJszenga nogmaals en hij wijst op het feit dat dit niet alleen betrekking had op het maken van de liften, maar ook op het plaatsen. “Het is geen nieuwbouw, het is niet standaard. Daar hebben we in het voortraject al zo veel mogelijk rekening mee proberen te houden, hebben al veel uitgezocht. Maar gedurende het traject kwamen we toch zo nu en dan voor onver-
wachte zaken te staan. Week een bepaald detail, een hoek of een afmeting net iets af van wat er op papier stond.” Hij noemt als voorbeeld een vierkante lift in een ronde schacht waarvan in de praktijk bleek dat de sloop- en bouwtekeningen van de aannemer niet overeenkwamen met de tekening van de liftinstallatie. Möhringer voerde de montage van deze lift samen met de aannemer in fasen uit. “Dan ga je dus met de aannemer in overleg over hoe dat op te lossen.” Overleg was sowieso iets wat veelvuldig plaatsvond, aldus IJszenga. “Wanneer je met een groot aantal bedrijven in een gebouw werkzaam bent, is het goed frequent allerlei zaken af te stemmen.” Na de oplevering in december is Möhringer actief gebleven in het Rijksmuseum. “We hebben een onderhoudscontract voor vooralsnog een jaar. Daarnaast assisteren we bij de inhuizing. Die verloopt volgens een strak plan en wij zien er op toe dat dit wat de liften betreft in ieder geval zo goed als storingsvrij gebeurd.” ■
Bouwen aan monumenten
41
Dé vakbeurs voor conservatie en restauratie van oude en historische gebouwen
Venray Het trefpunt voor (potentiële) relaties uit de restauratiebranche. Bouw mee aan het fundament tijdens de tweede editie van vakbeurs MONUMENT.
5, 6 en 7 november 2013
Openingstijden 14.00 - 22.00 uur
Gelijktijdig met MONUMENT vindt Bouw Compleet plaats. Bezoekers kunnen met één entreebewijs beide vakbeurzen bezoeken.
Evenementen
HAL
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Evenementenhal Venray De Voorde 30 5807 EZ Venray T 0478 - 51 97 90 F 0478 - 51 97 80 I www.evenementenhal.nl E venray@evenementenhal.nl
Ons evenement.
UW MOMENT.
Nu in het Rijksmuseum: het werk van HOMIJ. Het werk van HOMIJ in het museum is goed verborgen. Onder de vloeren waar duizenden bezoekers over lopen ligt een ingenieus installatiesysteem. Speciaal voor Het Nieuwe Rijksmuseum heeft
Film over Pots & Pipes in Het Nieuwe Rijksmuseum:
HOMIJ haar installatieconcept DLS速 uitgebreid met Pots & Pipes. De basis van Pots & Pipes is een verhoogde vloer van slechts zes centimeter. Naast een branddetectiesysteem ligt daarin elektriciteitsen databekabeling. Deze voorzieningen zijn eenvoudig toegankelijk. Zij bieden het museum maximale flexibiliteit bij exposities. Dankzij Pots & Pipes kan voor elke expositie de optimale opstelling van kunstvoorwerpen en vitrinekasten gekozen worden. Op elke plek kunnen verlichting en data aangesloten worden. Kortom; maximale flexibiliteit voor het museum en een optimale beleving voor bezoekers.
www.homij.nl
AmsteRdam Rijksmuseum
Reconstructie van de decoraties in de Voorhal
“We hebben heel wat moeten puzzelen” Een van de meest in het oog springende resultaten van het thema van de renovatie en restauratie van het Rijksmuseum – ‘Verder met Cuypers’ – zijn de decoraties die op diverse plaatsen in het gebouw zijn teruggebracht. Met name de centrale as – Voorhal, Eregalerij en Rembrandtzaal – is helemaal in ere hersteld.
N
atuurlijk vinden ze het jammer dat de decoraties uit de tijd van Cuypers niet op meer plaatsen in het Rijksmuseum konden worden teruggebracht. Bijvoorbeeld in de Gotische zaal, stellen teamleider Claudia Junge-Dijkman en hoofd historische interieurs Nico van der Woude van Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL). “In deze en aanliggende ruimten bevond zich in de beginperiode de afdeling kerkelijke bouwkunst. De originele wand- en gewelfschilderingen waren er zo goed bewaard dat ze zonder problemen te restaureren zouden zijn geweest. Dat sloot echter niet aan bij de ideeën over de inrichting van de museumzalen.”
Sturm-doeken De werkzaamheden van de SRAL waren dus gericht op bepaalde delen van het gebouw.
44
Bouwen aan monumenten
Naast Voorhal, Eregalerij en Rembrandtzaal waren dat de bibliotheek, de Aduardkapel, de binnenhoven en de hoofdtrappenhuizen en entrees. “Vooral reconstructies omdat het te destructief was het originele schilderwerk te restaureren”, geeft Van der Woude aan. “Bij het verwijderen van de sterk aangehechte witte overschilderingen zou schade kunnen ontstaan. Bovendien zijn de decoraties niet overal bewaard gebleven, bijvoorbeeld in de Voorhal. Nu blijven de resten oorspronkelijke decoraties behouden voor de toekomst.” Behalve het decoratieve schilderwerk, vervolgt hij, verzorgde de SRAL tevens de restauratie en terugplaatsing van 71 doeken van Georg Sturm, doeken met vaak allegorische en historische afbeeldingen. Die maakten deel uit van het oorspronkelijke programma van de Voorhal en Eregalerij.
Rijksmuseum AmsteRdam
Precisiewerk
Effecten van natuurlijke veroudering Onder leiding van voormalig directeur van de SRAL, Anne van Grevenstein, begonnen de werkzaamheden in 2002 met een vooronderzoek dat circa een jaar in beslag nam. Als eerste werd een verkennend kleuronderzoek uitgevoerd, vertelt Claudia Junge-Dijkman. “Om na te gaan of onder de witte verflagen nog decoraties aanwezig waren en in welke staat ze waren. Het bleek dat er nog veel bewaard was.” Vervolgens richtte het onderzoek zich op het zoeken en bestuderen van historisch beeldmateriaal, bestekken, ontwerptekeningen en andere informatie. Junge: “Dat werd de basis van onze decoratiewerkzaamheden.” Overigens, geeft ze aan, waren muren en archiefstukken niet altijd toereikend als informatiebron. “Voor dat soort gevallen is een klankbordcommissie met experts uit diverse disciplines samengesteld. Daarmee gingen we in overleg om ontbrekende details in te vullen.” Om tot de juiste kleuren te komen werden verfresten van de vroegere decoraties door de SRAL geanalyseerd. Met hulp van fabrikant Sikkens werd dan gezocht naar een goede samenstelling van de verf die ze zouden gaan gebruiken. “Dat luisterde heel nauw, daarom ben ik bij het aanmaken van iedere kleur aanwezig geweest. We wilden bovendien niet dat het geheel te fris en dus onnatuurlijk zou ogen – naast de bestaande schilderingen zoals de Sturm-doeken – en hebben ervoor gekozen de effecten van natuurlijke veroudering in de reconstructie op te nemen. Al met al hebben we heel wat moeten puzzelen.”
Kleurinterpretatie In het voorjaar van 2002 werden de eerste decoraties aangebracht: een proefreconstructie gecombineerd met één van de doeken van Sturm, in de Voorhal. Nico van der Woude: “Zodat alle betrokken partijen zich een beeld konden vormen van de uitstraling en het effect op de architectuur. Er waren enkele partijen die wat sceptisch tegenover het terugbrengen van de restauraties stonden, maar die waren vanaf dat moment ook overtuigd.” Het daadwerkelijke reconstructiewerk startte in 2005, in de bibliotheek. Daar was de oorspronkelijke decoratie nog deels aanwezig, maar deels ook overgeschilderd en inmiddels vuilig wit. “Dat was zo’n plek waar we heel zorgvuldig hebben gekeken hoe
De Eregalerij voorafgaand aan de reconstructie
de reconstructies te laten aansluiten bij de oude decoraties”, zegt Claudia Junge-Dijkman. “Die nooit overgeschilderde delen waren voor ons natuurlijk een belangrijke bron van informatie. Verder hebben we zo veel mogelijk vrijgelegd als nodig voor de reconstructie en gebruik gemaakt van historisch fotomateriaal. In de andere ruimtes zijn we eveneens zo te werk gegaan. In de Voorhal bijvoorbeeld waren achter orgels stukken schildering bewaard gebleven, in de Eregalerij de achterkanten van de gietijzeren lateien. Bij de entree en in de trappenhuizen waren eveneens deeltjes van het vroegere werk zichtbaar, soms een fractie, maar voldoende voor een kleurinterpretatie.” Met tien restauratoren, tien decoratieschilders en zeventig studenten van opleiding Sint Lucas uit Boxtel – die er een stage van drie maanden doorliepen – werd vanaf 2005 tot voor kort aan de reconstructie gewerkt. Met als resultaat dat de bezoekers binnenkort bepaalde delen van het Rijksmuseum zullen zien zoals Pierre Cuypers het zo’n 130 jaar geleden heeft bedoeld. ■
Bouwen aan monumenten
45
AmsteRdam Rijksmuseum
Verrassende ontdekkingen Met Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL) was Studio Kei uit Amsterdam betrokken bij het reconstrueren van de decoraties van Cuypers in diverse delen van het Rijksmuseum. Zowel uitvoerend als waar het de begeleiding van de bij het werk betrokken stageleerlingen betrof.
V
oor Kaat Eijbers van Studio Kei is het Rijksmuseum opnieuw een aansprekend en bijzonder project, na eerdere werkzaamheden in onder andere het Tuschinski Theater, de Beurs van Berlage en Paleis Noordeinde. Een belangrijk aspect waren de voorbereidende workshops voor de leerlingen van de schildersvakopleiding het Sint Lucas uit Boxtel en de masterclasses voor de studenten van de universitaire Restauratieopleiding van Amsterdam. “Iedere drie maanden liep er een nieuwe groep leerlingen en studenten stage. Ter voorbereiding van de werkzaamheden kregen ze gedurende drie weken onder meer onderwijs over de ‘kneepjes van het vak’ zoals kleuren maken, verschillende sjabloontechnieken en het leren berekenen om uit te komen met motieven. Vervolgens hebben we ze begeleid met hun werkzaamheden op de vloer bij de restauratie.” Het coördineren van de werkzaamheden, het inrichten van de werkvloer en lesruimte en de uitvoering van de reconstructies waren andere onderdelen van het werk voor Studio Kei. “We zijn daarvoor gevraagd vanwege onze kennis van oude schildertechnieken en omdat we goed zijn in reproducties”, legt Kaat Eijbers uit. Ze kijkt er met enthousiasme op terug, van het schoonmaken van de ondergrond tot het reconstrueren van de decoraties in de Voorhal, Eregalerij, trappenhuizen en de bibliotheek. “Tijdens het schoonmaken van
46
Bouwen aan monumenten
muurdelen leidde dit tot verrassende ontdekkingen, zoals de in goud geschreven namen van beroemde personen uit de Nederlandse geschiedenis die tevoorschijn kwamen in de voorhal; achter een kast in de bibliotheek bleek een originele ‘stenen’decoratie te zitten, nog geheel intact”. Soms was het lastig de decoraties precies aan te laten sluiten, zegt ze, omdat het ambachtelijk handwerk is en het gebouw niet maatvast bleek. “Dan is het behalve een kwestie van berekenen zó te werk gaan dat het optisch klopt”
Nu het werk klaar is, is volgens Eijbers vooral in de centrale as goed te zien hoe doordacht het ontwerp van Cuypers was. “Er was destijds veel kritiek; men vond dat de rijke decoraties té veel zouden afleiden van de tentoongestelde kunst. Maar je ziet dat het om een totaalbeeld gaat, alles valt samen, interieur en architectuur. Het versterkt elkaar. Een ‘Gesamtkunstwerk’ met een ode aan de vaderlandse geschiedenis en de rol daarin van kunst en cultuur, zó had Cuypers het bedoeld en dat is met de reconstructie in ere hersteld.” ■
Rijksmuseum AmsteRdam Fotografie: Arie de Leeuw
Zoeken naar het juiste verfsysteem
Het niet-decoratieve schilderwerk in het Rijksmuseum werd uitgevoerd door van Vonderen Schildersbedrijf b.v. uit Bergeijk (met nevenvestigingen in Tiel, Breda en Antwerpen), eerder ook betrokken bij bijvoorbeeld het Scheepvaartmuseum, het Paleis op de Dam en de Universiteit van Amsterdam. De werkzaamheden betroffen onder meer de wanden van de expositieruimten, gewelven en deuren en kozijnen binnen. Daarnaast werden er stalen legramen in de plafonds van de lichtstraten hersteld.
D
at alles op voorschrijven van de architecten, vertelt projectleider Tonnie Banken. “Daarbij hebben we samen met leverancier Sikkens gekeken naar de juiste invulling van kleuren en verfsystemen. Met name het zoeken naar het juiste verfsysteem was belangrijk vanwege de aanwezigheid van nogal wat historisch schilderwerk. Dit mocht niet verloren gaan en moest dus worden ‘ingepakt’, voor het geval er ooit plannen komen om het te herstellen. We moesten dus een systeem kiezen dat in de toekomst verwijderd kan worden zonder de originele laag te beschadigen.” Van Vonderen Schildersbedrijf werd al tijdens de jarenlange voorbereiding bij het project betrokken, aldus Banken. Hij maakt duidelijk dat het bedrijf wat het schilderwerk betreft van de informatie uit de di-
verse aangereikte bestekken één geheel maakte. “Het was een complex project, met diverse aanbestedingen. In opdracht van Aanneming Maatschappij J.P. van Eesteren b.v. heeft van Vonderen Schildersbedrijf alle schilderwerken uitgevoerd in het hoofdgebouw, Aziatische paviljoen en het studiecentrum. “Samen met de opdrachtgever en in nauwe samenwerking met de aannemer stem je alle eisen op elkaar af en zo wordt het een werkbaar geheel. Die gegevens gaan dan onder meer naar de kleurexpert van de expositie-architect, bureau Wilmotte in Parijs. Zo zet je een groot aantal stappen voordat je daadwerkelijk aan de slag kunt, een proces van jaren.” Hoewel bewerkelijk is dit wel de beste aanpak, merkt Banken op. “Door ons al in een vroeg stadium bij het project te betrekken en mee te laten kijken tijdens de voorbereiding, konden we wat de uitvoering
betreft uiteindelijk voortvarend aan de slag gaan.” In de enormiteit van het project en de strakke planning lag een andere uitdaging, geeft Banken aan. Om een idee te geven: in totaal zijn meer dan 10.000 liter Alphatex en Alphacryl Mat verbruikt. Na de jarenlange voorbereiding was van Vonderen Schildersbedrijf er tussen eind 2009 en medio 2012 vrijwel continu bezig met tussen de 25 en 30 medewerkers. “Omdat we overal eenzelfde hoge kwaliteit wilden garanderen, waren dat allemaal mensen van hetzelfde niveau. Verder wordt veel flexibiliteit gevraagd en een goede samenwerking met alle andere partijen, onder wie J.P. van Eesteren. Zo was er dagelijks overleg over de directe aansturing en wekelijks overleg over het werk in grote lijnen. Op die manier konden we conform de planning werken en hebben we tijdig kunnen opleveren.” ■
Bouwen aan monumenten
47
AmsteRdam Rijksmuseum
“Het was soms zoeken naar authentieke materialen” Koninklijke Woudenberg uit Ameide verzorgde bij het Rijksmuseum de restauratie van de gevels en daken van het hoofdgebouw en was tevens verantwoordelijk voor de restauratie van Villa en Teekenschool. Projectleider Erik Brussé vertelt over de uitgevoerde werkzaamheden en de strakke planning. “We hebben een heel innovatieve werkmethode gehanteerd.”
48
Bouwen aan monumenten
Rijksmuseum AmsteRdam
A
procedure in samenwerking met Koninklijke Woudenberg. “We hebben met het dichtmaken van de daken gewacht tot de installaties via die daken waren geplaatst.”
Daarnaast werd er steeds opnieuw op een inventieve manier naar oplossingen gezocht. “Op een gegeven moment was BAM vlakbij de gevels met de energiering bezig en waren wij op het dak aan het werk. Dan is de werkvolgorde goed afstemmen één ding, maar we hebben er tevens op andere manieren voor gezorgd elkaar niet in het vaarwater te zitten. Zo hebben we een hangconstructie aangebracht zodat er geen steigers op de grond hoefden te worden geplaatst.” Het plaatsen van installaties onder de dakkappen ging eveneens volgens een van te voren besproken
Die daken waren dus onderdeel van de restauratiewerkzaamheden. Zo werden er onder andere nieuwe dakconstructies aangebracht en werden er herstelwerkzaamheden aan de lichtkappen boven de atria uitgevoerd. Brussé: “Daar zijn we mee begonnen. Op het moment dat de atria van alle bebouwing waren ontdaan, hebben we steigers geplaatst en zijn we gestart met het herstellen van de spanten.” Het werk aan de daglichten, zegt Brussé, was intensief en logistiek gezien een flinke uitdaging vanwege het vele nieuwe glas. Verder werd er aan de buitengevels, maar eveneens de gevels rondom de binnenhoven restauratief metselwerk en natuursteenherstel uitgevoerd. De beelden aan en tegeltableaus tegen de buitengevels werden eveneens opgeknapt. Ook werden alle ramen (niet meer origineel), behalve die van glas-in-lood, vervangen door nieuwe, op verzoek van Monumentenzorg wel met een authentieke uitstraling. “In de kelders hebben we, na het verla-
an- en afrijdende vrachtwagens – zelfs continu – midden in de stad, dat vraagt om een grote zorgvuldigheid in planning. En die was er ook, glimlacht Erik Brussé. “Om te voorkomen dat het niet alleen op de bouwplaats, maar zelfs in een deel van de stad zou vastlopen. Dus echt iedereen moest aangemeld zijn.” Een strakke planning was er bijvoorbeeld ook met betrekking tot de twee torenkranen, aldus Brussé. “Die zijn veel gebruikt, door diverse partijen. Dat werd dus van te voren goed vastgelegd.”
gen van de vloeren, herstelwerk gedaan en verder hebben we in het souterrain de kruisgewelven teruggebracht. Uit historisch onderzoek was namelijk gebleken dat die er ooit wel waren geweest, maar in de loop der jaren waren weggewerkt.” In een aparte aanbesteding verzorgde Koninklijke Woudenberg tevens de complete restauratie van de Villa en de Teekenschool, waaronder de houten parketvloeren en granitovloeren. Brussé geeft aan dat het niet altijd gemakkelijk was om aan de juiste, authentieke materialen te komen. “Dat was soms een zoektocht. We hebben weliswaar een breed netwerk, maar hebben ook buiten dat netwerk moeten zoeken. Stenen voor de gevels hebben we speciaal laten bakken, die waren niet meer verkrijgbaar. Ook zijn er tegels voor de tableaus speciaal bijgemaakt. Bij bepaalde producten, zoals de ramen, moesten we tevens rekening houden met hedendaagse eisen op gebied van veiligheid en isolatie. In de ontwikkeling daarvan ging veel tijd zitten. En is specifieke kennis nodig. Maar het resultaat is ernaar – het Rijksmuseum is op een zorgvuldige manier in haar oude luister hersteld.” ■
Bouwen aan monumenten
49
AmsteRdam Rijksmuseum
Fotografie: Luuk Kramer
“Je ziet iedere dag iets nieuws”
O
mdat jonge monumenten, waarin veel beton is verwerkt, een andere restauratieaanpak vereisen dan traditionele, veelal oudere monumenten werd in 2003 Repstone opgericht, onderdeel van Koninklijke Woudenberg. Bij het bedrijf is veel kennis van en ervaring met betonrenovatie aanwezig. Restauratiewerkzaamheden aan traditionele monumenten, zoals het herstel en vervangen van natuursteen wordt daarmee overigens niet uitgesloten. Zo heeft Repstone samen met Steenhouwerij Zederik (eveneens onderdeel van Koninklijke Woudenberg) veel natuursteenrestauratie in het Rijksmuseum uitgevoerd. “Het maken van de mallen gebeurde door Repstone, de steenhouwerij leverde de steen die Repstone dan weer plaatste”, vertelt werkvoorbereider Marjolijn Donga. In de aanbestedingsperiode, zegt ze, waren opnames aangereikt, maar tijdens het werk zijn er nog regelmatig onverwachte zaken aan het licht gekomen. “Het is zo’n immens gebouw, je ziet iedere dag wel iets nieuws. We hebben veel
50
Bouwen aan monumenten
inschietwerk en handmatige herstellingen uitgevoerd, maar soms bleek bij nadere inspectie dat het complete element vervangen moest worden.” Repstone heeft tevens voor andere perceelaannemers werkzaamheden uitgevoerd. Zo werd onder meer in diverse museumzalen natuursteen hersteld en teruggeplaatst. Ook bij de werkzaamheden aan de kolommen in de kelder was het bedrijf betrokken. Marjolijn Donga geeft aan terug te kijken op een vlekkeloos verlopen project. “We hebben gebruik kunnen maken van de steigers waarop ook Koninklijke Woudenberg werkzaam was. Dan communiceer je via heel korte lijnen. Maar ook de planning over het gebruik van de kranen, het aanleveren en beschikbare opslagruimte is probleemloos verlopen. Het meeste werk zat in het vervangen en herstellen van de natuursteen op de binnenplaatsen. Maar als je dan kijkt naar de totale omvang van het project en het groot aantal partijen dat erbij betrokken is, kan ik alleen maar stellen dat we niet voor grote moeilijkheden zijn komen te staan.” ■
Rijksmuseum Naam AmsteRdam Plaats
Hoogwaardig
restauratiewerk V
oor het vervangen en repareren van natuursteen en het herstellen of reproduceren van beeldhouwwerk schakelde Koninklijke Woudenberg dochteronderneming Steenhouwerij Zederik in. Dat bedrijf verving onder meer het natuursteen in de gevel, lijstwerk en raamonderdelen. Daarbij werd gebruik gemaakt van Franse producten: Euville Marbier en Savonniere. Bijzonder noemt natuursteenspecialist Daniël Spee het vervangen van kapitelen, pinakels, een beeld en een timpaan. “Timpaan, kapitelen, pinakels en beeld bevonden zich in een dusdanig slechte staat dat herstel niet meer mogelijk was. De binding in het timpaan was slecht en daardoor dreigde het uit elkaar te vallen.” Spee vertelt in het kort hoe de reproductie van het timpaan in z’n werk ging. “Eerst is het oude timpaan gedemonteerd. Onze beeldhouwers hebben vervolgens met een restauratiemortel het oude timpaan reversibel gereconstrueerd zodat de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed en de architect het konden keuren. Met een scanner is vervolgens een 3D-afbeelding gemaakt. Met een robot is aan de hand daarvan het nieuwe timpaan gemaakt. De afwerking gebeurde door onze vakmensen. Zij brengen het kunstwerk tot leven, onder meer door er expressie en schaduwval aan toe te voegen. Die aanpak werd eveneens bij het beeld gehanteerd. De scan is vastgelegd zodat die in de toekomst weer als basis kan dienen voor een nieuwe reproductie, mocht dat nodig zijn.” Steenhouwerij Zederik verwerkte meer dan 70 kuub steen in het Rijksmuseum, de Teekenschool en de Villa. Bij de twee laatstgenoemde gebouwen werden plinten van Belgisch hardsteen aangebracht. Daniël Spee: “Je kunt gerust spreken van hoogwaardig restauratiewerk; oud en nieuw moesten op elkaar aansluiten. Dat is met de hand gebeurd. De pinakels, het beeld en het timpaan waren het toetje van deze mooie opdracht.” ■
Bouwen aan monumenten
51
Plaats Naam Rijksmuseum AmsteRdam
Zes-weken-planning met kritisch pad
A
lles boven de goot, behalve de kappen van de daglichten, zo omschrijft projectleider Pieter Spijker de werkzaamheden van Ridder Leidekkers en Koperslagers aan het Rijksmuseum. Om maar even de naakte cijfers te noemen: 6000 m2 lei, 6.000 m2 zink, 50.000 kilo lood en 3.000 m2 koper werden er toegepast. “Voor ons werk stond een relatief korte periode van een jaar, dus hebben we een plan van aanpak compleet uitgewerkt zodat we meteen met de werkzaamheden konden beginnen als de steigers er stonden. Die efficiëntie wordt tegenwoordig ook bij restauratieprojecten gevraagd.” Ridder bracht onder meer nieuw lei aan op de buitenzijdes van de daken en op de torens. “Er lagen twee verschillende soorten lei op het gebouw, Franse en Engelse, willekeurig gelegd. Wellicht omdat een van de soorten in het verleden niet verkrijgbaar of juist te duur was. Wij hebben alles vervangen door de Engelse Ffestiniog-lei, de laatste uit die mijn.” Aan de binnenzijde bracht Ridder nieuw zink aan op de daken en verder werden alle koperen goten en loodaansluitingen vervangen. Ook werden de ornamenten, van messing en koper, opgeknapt en hersteld. Volgens Pieter Spijker een
52
Bouwen aan monumenten
lastige klus. “Vanwege het ontbreken van de oorspronkelijke mallen, hebben we zelf gipsen mallen geproduceerd en daar vervolgens rubberen stansmallen van laten maken. Om goede motieven te krijgen moet het metaal bovendien op een bepaalde manier worden gedrukt.” Om het werk gestructureerd te laten verlopen werd het dak in 26 vlakken verdeeld en werd voor elk vlak een plan van aanpak opgesteld. In overleg met de andere betrokken partijen onder wie de opdrachtgever van Ridder, Koninklijke Woudenberg, werd er gewerkt volgens een zes-weken-plan met een kritisch pad.
Want verrassingen zijn er altijd. “Zo ontdekten we dat de sierhekwerken op de torens met gasbuizen aan elkaar waren gemaakt. Daar hebben we een nieuwe constructie voor gemaakt van rvs. De staanders hebben we verstevigd zodat er niet meer door de torendaken geboord hoefde worden.” Het werk kon ondanks die verrassingen binnen de geplande tijd worden afgerond. “We zijn dit soort grote projecten met diverse disciplines gewend omdat we behalve restauraties ook nieuwbouw doen. Zo brengen we twee werelden samen.” ■
Rijksmuseum AmsteRdam
Geloofwaardige
gevelreiniging “Je kunt een monumentale gevel maar een keer vernielen”, stelt Ad Bravenboer van SMB Wervelreiniging BV. Waarmee hij maar wil zeggen dat het reinigen van historische gevels zoals bij het Rijksmuseum met veel zorg en kennis dient te gebeuren.
N
iet alleen met de juiste apparatuur en reinigingsmethode, zegt hij, maar eveneens door vakmensen. “Het is belangrijk te weten tot welke gradatie je schoon wilt maken. Behalve dat er geen schade mag ontstaan, moet er na het reinigen een geloofwaardige historische uitstraling ontstaan. Je moet niet het idee krijgen dat er een nieuw gebouw staat.” Op die manier heeft SMB honderden monumenten gereinigd, waaronder het Koninklijk Instituut voor de Tropen, het Scheepvaarthuis en het Koninklijk Archief van het Paleis Noordeinde. “Net als bij het Rijksmuseum was Van Hoogevest Architecten bij die projecten als restauratiearchitect betrokken. Zij hebben ons ook bij het Rijksmuseum geïntroduceerd en het mogelijk gemaakt dat we ons konden presenteren.” Dat gebeurde, aldus Bravenboer, met het zetten van diverse proefvlak-
ken. De uitkomst was dusdanig dat het bedrijf werd gevraagd voor de reiniging van de buitengevels (circa 15.000 m2), de gevels van de binnenhoven (circa 5.000 m2) en wanden, plafonds en gewelven in het gebouw (circa 30.000 m2). “Buiten lag een grauwe deken van vuil over het gebouw, binnen een witte deken van verf. In de loop van de vorige eeuw was het gebouw binnen in steeds verdergaande mate wit geschilderd.” Het reinigen gebeurde op twee verschillende manieren, geeft Bravenboer aan. Met het SMB stoomsnij-systeem waarbij met droge stoom met een temperatuur van 190 graden en met behulp van een speciale nozzel de vuil- en verflagen met zorg werden verwijderd. Daarbij werd een speciale gel op alcohol/cellulose-basis toegepast. De andere methode was SMB wervelreiniging, het reinigen met lage druk, 0,3 bar. Met deze aanpak werd de laatste zweem verf en vuil schadevrij uit de kleinste poriën van de geveloppervlak gemasseerd. “Overal
waar we werkten hebben we voor opvang en recycling gezorgd. In het gebouw moesten we bovendien rekening houden met gewelven die met zilt zand gevuld waren. Daar mag geen water inlopen, anders kan er zoutuitbloei ontstaan, dus hebben we op de vloeren met zeil opvangbakken gecreëerd die zeer nauwkeurig op de gevels aansloten.” Een ander aandachtspunt was dat alles met één zelfde hand diende te gebeuren, zegt Bravenboer tot slot. “Je mag geen onderscheid tussen de verschillende gevelvlakken zien. Alle medewerkers werken dus op dezelfde manier. Zo hebben we aan de buitenzijde alle details en accentueringen weer zichtbaar gemaakt, ook de gevels van de Villa en de Teekenschool. Zodat de bezoekers de verhalen afgebeeld op die gevels weer kunnen lezen, en de kleuren van de verschillende materialen zoals door Pierre Cuypers gebruikt in de gevels, in samenspel met het licht, zich weer in volle glorie manifesteert.” ■
Bouwen aan monumenten
53
WWW.GEVELREINIGING.EU
RIJKSMUSEUM AmSTeRdAm
specialist in natuursteen
behoud van steen en beton
POSTBUS 3 | 4233 ZG Ameide | T (0183) 60 66 35 infO@ZedeRik.BiZ | www.ZedeRik.neT
POSTBUS 3 | 4233 ZG Ameide | T (0183) 60 66 99 infO@RePSTOne.nl | www.RePSTOne.nl
Monumentaal renoveren;
een nieuwe kans voor de toekomst
ARCADIS geeft op duurzame wijze vorm aan onze leef- en werkomgeving. Hierdoor hebben we een zichtbare rol in de samenleving. We adviseren en begeleiden opdrachtgevers en partners en zijn de grootste organisatie in de Gebouwen-sector in Nederland. Binnen het segment Gebouwen bieden we alles wat er bij de ontwikkeling van onze werk- en leefomgeving komt kijken; van het voorbereidende werk, het concept en het ontwerp tot het uiteindelijke onderhoud en beheer. Daardoor zijn klanten met zeer complexe vraagstukken of projecten bij ons aan het juiste adres, ook op het gebied van renovatie. Renovatie is namelijk de bouwopgave van de toekomst. Steeds meer overheden, architecten, woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars leggen zich toe op het renoveren van bestaande gebouwen. Renovatie is een uitstekend antwoord op de voortdurend veranderende vraag om de gebouwde omgeving aan te passen aan de eisen van de toekomst. Bovendien is renovatie een goede manier om duurzamer met het milieu en spaarzamer met de ruimte om te springen. Meer weten, of het gratis boekje ‘Renovatie en Restauratie’ opvragen? Stuur een mail aan: info.gebouwen@arcadis.nl www.arcadis.nl
Imagine the result
AmsteRdam Rijksmuseum
Fotografie: Luuk Kramer
“Geen gram cement” Vanwege hun kennis van oude technieken en het werken met authentieke materialen werd Venema Restauratie uit Apeldoorn gevraagd voor de restauratie van metselwerk in het Rijksmuseum.
D
aar bleef het echter niet bij, vertelt Johan Venema. “Vervolgens werden we eveneens gevraagd voor het vervangen van het volledige stucwerk in de beide atria. We hebben dat met een kalkmortel gedaan, zodanig dat het dezelfde uitstraling heeft als zandsteen. We hebben daartoe eerst een proefmonster opgezet en dat leverde de nodige enthousiaste reacties op, waarna we de opdracht kregen om bij de beide atria, inclusief de gewelven van de fietstunnel, het stucwerk te vervangen.” Ook de zijgevel van de bibliotheek werd door het bedrijf geheel opnieuw gevoegd. “We zijn ruim een jaar, van begin 2010 tot begin 2011, bezig geweest, in sommige periodes met tien tot twaalf medewerkers.” Die verwerkten, aldus Venema, in totaal zo’n 34 ton mortel, zowel voeg-, metsel- als stucmortel. Hij gaat er prat op dat er met authentieke materialen werd gewerkt, kenmerkend voor zijn bedrijf. “Er zat geen gram cement in. We hebben grotendeels hydraulische kalkmortels gebruikt die qua samenstelling overeenkwamen met in de tijd van Cuypers gebruikte producten. Dat hebben we ook zelf onderzocht. We hebben een analyse gemaakt van het oorspronkelijke materiaal, de zeeflijn vastgesteld en de zand/bindmiddelverhouding gekozen die daarbij aansloot. Daar heb ik zelf steeds op toegezien. Zo hebben we de toenmalige mortels nagebootst. ” Venema vermeldt verder dat er op een compatibele wijze is gewerkt. “Materialen dienen bij elkaar te passen, zodat er geen spanningsverschil en dus scheurvorming ontstaat.” Het bereiken van de juiste kleuren gebeurde, waar nodig, met het toevoegen van onder meer marmermeel, veelal basalt, om de kleur donkerder te krijgen. “Voor een bedrijf als het onze, dat uitgaat van het oorspronkelijke karakter van monumenten, was dit natuurlijk een heel bijzondere opdracht. Het Rijksmuseum is toch één van de meest aansprekende monumentale gebouwen van ons land. We zijn dan ook heel trots dat we een rol in het project hebben kunnen spelen.” ■
56
Bouwen aan monumenten
Rijksmuseum Naam AmsteRdam Plaats
Restauratie tegeltableaus gevel Rijksmuseum
Fries vakmanschap
in Amsterdam Tegel voor tegel en tableau voor tableau. Zo heeft Friese tegelfabriek de Albarello uit Menaldum de restauratieklus voor het Rijksmuseum in Amsterdam aangepakt. Een eervolle opdracht met de nodige spin off, ervaart directeur Pieter Baas achteraf. ´´Er zijn al architecten die geen proeve van bekwaamheid meer vragen. Als je bij de restauratie van het Rijksmuseum betrokken bent geweest, twijfelen ze niet meer aan de kwaliteit van je vakmanschap.
“Al vind ik dat moeilijk van onszelf te zeggen”, merkt hij bescheiden op. Het team van de Albarello heeft een klein jaar aan de restauratie gewerkt. Het ging om het vervangen van kapotte tegels in de geveltableaus en van díe tegels die bij eerdere restauraties minder geslaagd zijn hersteld. Pieter Baas: “In totaal ging het om zo´n veertig stuks, die we eerst zorgvuldig hebben bestudeerd. De architect en aannemer hebben foto´s gemaakt, maar wij zijn zelf ook ter plekke gaan kijken om nog meer foto´s te maken, kleurmonsters te nemen en dergelijke. Belangrijk, omdat we op die manier ook een referentiepunt hadden voor de reconstructie.
Het gaat om een combinatie van de juiste maten, structuur van de klei, glazuur, kleur en schilderstijl. Bij sommige tegels was namelijk een andere decoratietechniek toegepast. Na de productie in onze eigen fabriek beklommen we weer de steigers om te kijken of de tegels goed waren gelukt, of dat we nog details – qua kleur of lichtinval - moesten veranderen. Zo hebben we deze opdracht tegel voor tegel geklaard.” “Zo´n achttien jaar geleden heb ik een aardewerkbedrijfje in Oosterbierum overgenomen. We hebben de organisatie meer geprofessionaliseerd en daarbij in 2004 een kwaliteitscertificering verworven. Het assortiment hebben we ook aangepast, steeds afgestemd op de vraag van onze klant, met zowel klassieke tegels als tegels passend in deze tijd. De vraag om authentieke tegels te reproduceren kwam hierbij ook vaker voor, wat heeft geleid tot een gedegen aanpak van restauratieprojecten. We vernieuwen voortdurend, zo hebben we ons assortiment ook uitgebreid met art deco, een stijl waar we op dit moment veel succes mee hebben”. ■
Bouwen aan monumenten
57
Rijksmuseum AmsteRdam
Intact voor toekomstige restauraties Het stucwerk in de Villa en Teekenschool werd uitgevoerd door Monks Stukadoors uit Leiderdorp. Het bedrijf voerde de werkzaamheden gefaseerd uit en is als een van de laatste partijen nog actief in het Rijksmuseum.
V
oorafgaand aan de uitvoering werd eerst onderzoek gedaan, vertelt Rob Monks. “We hebben de vocht- en zoutproblemen in kaart gebracht. Met name in de Villa leek dat aanzienlijk, maar uiteindelijk was het niet zo erg als het er in eerste instantie uitzag. In het stucwerk was sprake van een ophoping van zout, maar de baksteen eronder was relatief schoon. Dat probleem is nu opgelost.” In de trappenhuizen van de Villa werd een dunne laag over de bestaande lagen aangebracht. Zo wordt het schilderwerk gespaard met het oog op toekomstige restauraties. Verder zijn waar nodig het lijstwerk en profileringen hersteld. In de Teekenschool was er onder meer aandacht voor de lambriseringen. Monks: “In dat gebouw is vooral gipspleisterwerk aangebracht. De lambriseringen zijn van een hoger afwerkingsniveau, hebben een glanzende uitstraling.” Bij beide gebouwen, geeft Monks aan, was het belangrijk een strikte planning aan te houden omdat ze gedurende de werkzaamheden gewoon in gebruik waren. “We hebben het werk dus in de zomervakantie gedaan, de Teekenschool in 2011, de Villa in 2012.” Met de werkzaamheden in de Villa is het bedrijf nog steeds bezig. “Conform afspraak met Koninklijke Woudenberg voeren we aanpassingen aan het stucwerk uit. Dat doen we op afroep, we zitten er momenteel om de week. Het is een kwestie van je flexibel opstellen en inspelen op specifieke wensen; dat is voor ons geen probleem.” ■
Bouwen aan monumenten
59
Rijksmuseum AmsteRdam
Toren met geschilderd koperwerk en rood-wit luik
Van boven tot beneden Een deel van het restauratieschilderwerk aan het Rijksmuseum werd uitgevoerd door Schildersbedrijf Hoogstraten uit Haarzuilens. “Van boven tot beneden”, zo omschrijft Wim Hoogstraten het werk, om maar aan te geven dat de medewerkers van het bedrijf het monumentale gebouw vanuit elk niveau hebben gezien.
“W
e zijn begonnen op de daken en torens, met onder meer het opnieuw met bladgoud vergulden van de windvanen en de vier koppen en vier zonnen. Deze onderdelen zijn gedemonteerd en in de werkplaats behandeld. Met name de koppen zijn met zorg vervoerd in op maat gemaakte kisten. De koperen randversieringen langs de daken zijn eraf geweest en gerestaureerd. Daarna zijn ze grijs geschilderd en teruggeplaatst. Verder hebben we in het casco ramen en deuren geschilderd en de luiken voorzien van een rood-witte uitstraling. Dat alles met een hoogglansverf.” Een bijzonder onderdeel van de opdracht noemt Hoogstraten het schilderen van de straalconstructies van de daklichten boven de atria. “Die hebben we vanaf een 18 meter hoge vaste steiger, waarop een rolsteiger van 10 meter stond, schoongemaakt en opnieuw geschilderd.” Ook het schilderwerk aan de binnen- en buitenzijde van de Teeken-
school en Villa werd door Hoogstraten gedaan. De werkzaamheden werden uitgevoerd nadat in samenspraak met de architecten de kleuren waren bepaald. Daartoe zijn diverse monsters gezet. Zo werd duidelijk welke kleuren en welke types verf te gebruiken, verklaart Wim Hoogstraten. “Voor het ijzer hebben we verf van Mathijssen gebruikt, voor het hout verf van Sikkens.” Vanwege de omvang van het werk en de vele erbij betrokken partijen, maakte Schildersbedrijf Hoogstraten onderdeel uit van een strakke planning en goed georganiseerde aanpak. “Bijvoorbeeld wat het gebruik van de steigers betreft. En het plaatsen van de windvanen, dat kon pas nadat de steigers waren verwijderd; dat hebben we vanuit een bouwkraan met manbak gedaan. Het schilderwerk van de staalconstructie moest weer nauw worden afgestemd met het plaatsen van het glas. Het vraagt heel wat afstemming, maar het paste allemaal precies.” ■
Staalconstructie boven het atrium vanaf de vaste steiger met daarop de rolsteiger
IJzerwerk vide oost
Bouwen aan monumenten
61
AmsteRdam Rijksmuseum
De groene buitenzaal van het Rijksmuseum Tot het Gesamtkunstwerk Rijksmuseum behoort uiteraard ook de tuin rondom het gebouw. Net als het museum was die ‘volgelopen’, deels als parkeerplaats ingericht en niet meer in gebruik als een aangename verblijfslocatie. Deze ‘buitenzaal’ werd eveneens in overeenstemming met de gedachte ‘Verder met Cuypers’ aangepakt.
D
e tuin teruggeven aan de Amsterdammers, dat was het idee achter het in samenspraak met Cruz y Ortiz bedachte ontwerp van Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten uit Utrecht. Projectleider Patrick de Groot en landschapsarchitect Sander Rombout vertellen samen met projectleider Peter van Vuurde van M. van der Spek Hoveniersbedrijf BV uit Benthuizen over ontstaan en uitvoering van het nieuwe tuinontwerp. “De tuin was niet meer leesbaar, nodigde niet meer uit”, schetst Patrick de Groot. “We hebben daarom onderzoek gedaan naar de historie en gekeken naar wat er kon verdwijnen en wat er behouden moest worden om in de lijn van Cuypers te blijven.” Toen er in 2007 een voorlopig ontwerp lag, werd het een tijd stil. Tot in 2010 een nieuwe directie de tuin weer op de agenda zette. Vanaf 2011 werd
62
Bouwen aan monumenten
er gewerkt aan verdere uitwerking en uitvoering van het ontwerp. “Middels een aantal workshops hebben we de directie bijgepraat over de historie en hoe onze plannen daar bij aansloten”, vertelt Sander Rombout.
“daarna zijn we in samenspraak aan het puzzelen gegaan: waar richt je je op de historie, waar ga je vernieuwen. We hebben ongeveer dezelfde aanpak als in het museum gevolgd – Cuypers als basis. De monumentale basis van
Rijksmuseum AmsteRdam
de tuinen is opgeschoond en met een eigentijds beplantingsplan geschikt gemaakt voor meer dynamiek en flexibiliteit. We beschouwen de tuin als de eerste vitrine van het museum: een groene buitenzaal, maar eveneens het venster op het museum.” Dat laatste werd onder meer gerealiseerd met het plaatsen van 55 lindes aan de kant van het museumplein. Tussen hek en boomkronen ontstaat een soort doorkijk naar het museum. Afwisselende beplanting moet ervoor zorgen dat de tuin in elk jaargetijde een eigen karakter heeft. In september 2012 werd begonnen met de werkzaamheden, uitgevoerd door Van der Spek. “We doen vrijwel alles”, zegt Peter van Vuurde, “behalve het plaatsen van een kunstwerken. Conform opdracht van de Rijksgebouwendienst met enkele aanvullende wensen van het Rijksmuseum zoals het plaatsen van speeltoestellen, het aanbrengen van een extra trap en het verzoek graszoden te leggen in plaats van te zaaien.” Hij noemt het een uitdagende opdracht waarmee het bedrijf haar veelzijdigheid kan laten zien. “We planten niet alleen het groen, maar organiseren bijvoorbeeld ook de verlichting rondom het gebouw en plaatsen natuursteen sokkels voor kunstbeelden. Omdat er veel via computers wordt aangestuurd, zoals de vijverinstallatie en de beregening, ligt er heel wat bedrading in de grond. Dat was wel eens passen en meten.”
scherp stellen om zo tot in het detail kwaliteit te kunnen bieden.” De tuininrichting is een van de laatste werkzaamheden bij het Rijksmuseum. Een mooi moment vond het drietal het terugplaatsen van twee 50 jaar oude moerascipressen die tien jaar op een andere locatie hadden gestaan. De beplanting van vele vaste planten en bollen ademt de tijdgeest
van 2013, maar reflecteert ook de verschillende tuinstijlen die intact zijn gelaten. “De diversiteit aan planten zorgt voor verfijning en intimiteit en maakt de tuin tot een rustpunt. Met wisselende beeldententoonstellingen en een groeiende collectie ontstaat zo een levendige openbare buitenzaal voor zowel bewoners als bezoekers van de stad Amsterdam.” ■
Tijdens de uitvoering werden de plannen waar nodig in samenspraak bijgesteld, maakt Patrick de Groot tot slot duidelijk. “We hebben bijvoorbeeld gaande het project gekozen voor de toepassing van waterdoorlatend beton bij de natuurstenen trappen, om vochtvorming te voorkomen. Het is een kwestie van continu
Bouwen aan monumenten
63
M. van der Spek Hoveniersbedrijf B.V. Sinds 1978.
Meer informatie over het Rijksmuseum www.mvdspekhoveniers.nl/rijksmuseum of scan de QR-code.
Disciplines: Tuinontwerp Aanleg Terreininrichting Tuinonderhoud Binnentuinen Boomverzorging (European tree Worker) Boomverplanting Hout- en staalconstructies Beplantingsadvies Groenvoorziening
Verkeersregelaars Inspectie speelgelegenheden (SVS-Inspecteur**) Natuurspeeltuinen Dak en gevelgroen (Machinale) Bestratingwerkzaamheden Rioleringswerkzaamheden Grondwerkzaamheden Installatie Speeltoestellen Verhuur machinepark
Februari 2013 hebben we een zilver medaille gewonnen bij de verkiezing duurzaamste hovenier 2012, in 2011 waren we genomineerd voor beste leerbedrijf.
Geeft ook ondersteuning bij: - Vergunningaanvragen - Subsidieaanvragen - Bewoners initiatieven in openbaar groen
@MvdSpekHovenier mvdspekhoveniersbedrijf M. van der Spek Hoveniersbedrijf BV - Hogeveenseweg 51 - 2731 LB Benthuizen - Telefoon: (0172) 58 30 50 - Mail: info@mvdspekhoveniers.nl
Rijksmuseum AmsteRdam
Mikado van hekwerkonderdelen
H
et terugplaatsen van het zo’n acht jaar geleden verwijderde hekwerk rondom het Rijksmuseum werd neergelegd bij Bouw- en Aannemingsbedrijf Mulckhuyse BV uit Vinkeveen. Het bedrijf beschikt over een jong team van deskundige medewerkers die regelmatig bij dit soort werkzaamheden betrokken zijn. “We hebben voor de Rijksgebouwendienst bijvoorbeeld ook werkzaamheden bij het Muiderslot uitgevoerd, eveneens een complexe klus”, vertelt directeur Cor Muckhuyse. De uitdaging in dit geval, maakt hij vervolgens duidelijk, was dat het hekwerk jaren geleden was verwijderd en dat er eerst moest worden uitgezocht hoe de fundering aan te leggen. “We werden geconfronteerd met een mikado van hekwerkonderdelen waarvan niet duidelijk was op welke positie ze thuishoorden. En met een omloop waarin een hoogteverschil van zo’n twee meter zat.” De beschikbare tekeningen, zegt Mulckhuyse, bleken niet helemaal te kloppen. Dus werden moderne hulpmiddelen ingeschakeld. “Met de ‘total station’ werden de nog liggende funderingen digitaal in kaart gebracht. De ontbrekende stukken fundering (met allemaal een andere afmeting) werden uitgetekend in AUTOCAD, waar we vervolgens virtueel mee zijn gaan schuiven tot ze allemaal de juiste plek hadden. Ook streetview hielp”, glimlacht hij. “Daarmee hadden we een basis om de funderingen uit te tekenen. Zie het een beetje als detectivewerk: je gaat op onderzoek en komt zo stap voor stap tot de oplossing.” Voor de restauratiewerkzaamheden schakelde Mulckhuyse Smeed- en Constructiebedrijf Van der Vegt in. Toen zij met hun werkzaamheden klaar waren, kon het hek worden teruggeplaatst. Dat gebeurde van april tot september 2012. “Als de tuin klaar is, plaatsen we de laatste onderdelen terug en kunnen we terugkijken op een uitdagend en vooral bijzonder project.” ■
Bouwen aan monumenten
65
Friese tegelfabriek de Albarello
Schoonheid in ere herstellen
Restauratie geveltableaus Rijksmuseum
AMBACHTELIJK VERVAARDIGD Al onze tegels worden op ambachtelijke wijze van begin tot eind in eigen fabriek gemaakt. Hierdoor kunnen we maatwerk leveren en authentieke tegels reproduceren. De schoonheid van toen in ere herstellen is onze passie. Het is de kroon op ons werk.
Friese tegelfabriek de Albarello Berltsummerdyk 35 9035 MT Menaam
T +31 (0) 518 481923 E info@albarello.nl I www.albarello.nl
Rijksmuseum AmsteRdam
Het hekwerk wordt na acht jaar weer op z’n plaats gezet.
Smeedwerk in de atria
Op deze foto en de twee ernaast zijn diverse smeedwerk dakversierselen te zien
“Van verbogen lepel tot ontbrekende krullen”
D
e werkzaamheden van Smeed- en Constructiebedrijf Van der Vegt uit Meerkerk aan het Rijksmuseum laten zich feitelijk naar twee deelopdrachten vertalen. Enerzijds waren er de werkzaamheden aan het gebouw, anderzijds aan het hekwerk. Directeur Addy Kon: “We hebben onder meer de muurankers in de gevels gerestaureerd, evenals de spantconstructie boven de binnenhoven. Verder hebben we een constructie gemaakt voor de chandeliers, de grote kroonluchters in die binnenhoven.” En dan was er de restauratie van het smeedwerk op het dak, zegt Kon, zoals de torenbekroningen die hersteld en opnieuw verguld werden. Het tweede deel van de werkzaamheden betrof het restaureren en terugplaatsen van het hekwerk rondom het museum. Dit in samenwerking met Bouw- en aannemingsbedrijf Mulckhuyse bv. “We hebben ongeveer een
derde deel van het buitenhekwerk in onze eigen werkplaats gerestaureerd, de rest op locatie”, aldus Addy Kon. “Dat varieerde van verbogen lepels tot het terugbrengen van ontbrekende krullen.” Hij legt uit dat het hekwerk zo’n acht jaar geleden werd verwijderd in verband met de inrichting van het bouwterrein. “Er is daarom uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe het ooit had gestaan, mede met het oog op het hoogteverschil van zo’n 2 meter in de omloop en de daarvoor noodzakelijke hellingshoek. Alles is ingemeten en alle onderdelen werden genummerd.” Om de voortgang zo efficiënt mogelijk te laten verlopen werd er gekozen voor een gefaseerde werkwijze. Op die manier werden de juiste onderdelen op het juiste moment op de juiste plek aangeleverd. “We hebben het werk nu nagenoeg afgerond. Na het voltooien van de werkzaamheden in de tuin, wordt het laatste deel van het hekwerk teruggeplaatst.” ■
Bouwen aan monumenten
67
een een
Luuk Kramer fotografie & film Voor méér dan alleen een product Restauratie, stalen ramen, hekwerken, smeedwerk, constructie, trappen in (roestvrij)staal, al dan niet in combinatie met hout.
Voor méér dan alleen een product
adviseren, produceren en begeleiden, van ontwerp tot en met Restauratie, stalen ramen, hekwerken, Ontzorgen is ons motto! smeedwerk, constructie, uitvoering:
Voor méér dan alleen een product Voor méér dan alleen een product
trappen in (roestvrij)staal, al dan niet in combinatie met hout.
Restauratie, stalen ramen, hekwerken, smeedwerk, constructie, hout. trappen in (roestvrij)staal, al dan niet in combinatie met hout. adviseren, produceren en begeleiden, van ontwerp tot en met adviseren, produceren en begeleiden, van motto! ontwerp tot en met Ontzorgen is ons uitvoering: Ontzorgen is ons motto! uitvoering: product adviseren, produceren en begeleiden, van ontwerp tot en met Restauratie, stalen ramen, hekwerken, smeedwerk, constructie, trappen in (roestvrij)staal, Ontzorgen is ons motto! al dan niet in combinatie met uitvoering:
en, hekwerken, smeedwerk, constructie, Voor méér dan alleen een aal, al dan niet in combinatie met hout.
product
Restauratie, stalen ramen, hekwerken, smeedwerk, constructie, en begeleiden, trappen van ontwerp tot en metal dan niet in combinatie met hout. in (roestvrij)staal,
n is ons motto! adviseren, produceren en begeleiden, van ontwerp tot en met uitvoering:
Ontzorgen is ons motto!
Luuk Kramer fotografie & film Peelstraat 13 1079 RN Amsterdam m: +31.(0)6 5420.4927 e: luuk [at] luukkramer[dot]nl