Nummer 3 - 4 I 2011
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed
Het eerste luxe hotel van de stad
The Grand, Amsterdam
Thema Restauratiemortels
“De Dom blijft toch iets speciaals�
kasteel amerongen herleeft
Landhuis te Loenen a/d Vecht
Donatus verzekert vertrouwD sinDs 1852
In 1852 schrijft Harriet Beecher Stowe ‘De negerhut van oom Tom’, waardoor voor het eerst het grote publiek wordt gewezen op de mensonterende kanten van slavernij en mensenhandel. In datzelfde jaar wordt Donatus opgericht. Sinds die tijd verzekeren wij kerkgebouwen, monumenten en zorginstellingen. Zonder winstoogmerk. Met veel expertise. Voor meer informatie zie www.donatus.nl of bel 073 - 522 17 00.
In de mooiste school van Nederland is ons werk gelukkig onzichtbaar
Als u de oudste ijzergieterij van Hengelo betreedt, is het alsof
oplossingen gekozen. Transformatoren zijn onzichtbaar weg-
u een kathedraal binnenkomt. De twee hallen uit het begin
gewerkt in een oude watertoren. Kabels werden onopvallend in
van de vorige eeuw, behoren tot het belangrijkste industrieel
een stalen loopbrug gelegd. Alle elektrotechnische installaties en
erfgoed van ons land. Tegenwoordig huist er het ROC van
vakkennis die hiervoor nodig waren, komen van Croon. Wilt u
Twente, een state-of-the-art school. Om het monumentale
meer weten over het grootste in elektrotechniek gespeciali-
karakter van het pand te behouden, zijn de meest creatieve
seerde bedrijf, met meer dan 130 jaar ervaring? Kijk op croon.nl
ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl
Uw hout verdient behoud
Tijdig houtproblemen opsporen én oplossen De aanwezigheid van houtrot veroorzakende schimmels of van insecten die hout als voedselbron of als verblijfplaats gebruiken, kunnen ernstige schade toebrengen aan de constructie van uw pand. Vooral monumentale panden zoals musea, kerken en grachtenpanden, maar ook oudere en nieuwe woningen en bedrijfspanden kunnen te kampen krijgen met deze problemen. Wanneer u geen preventieve maatregelen neemt, kunnen
door houtaantastende organismen op te sporen en tegen
zwammen, schimmels, (grote) houtworm, huisboktor of
te gaan. Onze vakbekwame medewerkers geven u inzicht in
spinthoutkever gewoon hun gang gaan. En als de gevolgen
de gevaren die deze organismen met zich meebrengen en
daarvan zichtbaar worden, is het leed al geschied.
adviseren over een effectieve oplossing.
Bewezen expertise
Meer weten?
Rentokil Pest Control neemt een vooraanstaande positie in
Wilt u meer weten over houtworm en andere houtaantasters,
op het gebied van inspectie, preventie en bestrijding.
vraag dan ons boekje ‘Wondere wereld van de houtparasiet’
Onze experts zorgen voor de bescherming van uw pand
aan via info@rentokil.nl of maak een afspraak voor een inspectie.
Bel 0800-Rentokil (0800-7368654) of kijk op www.rentokil.nl
Voorwoord Het Rampjaar, zo wordt 1672 veelal aangeduid in onze vaderlandse geschiedenisboeken. Niet alleen was er sprake van binnenlandse twisten – met de moord op de gebroeders de Witt als een van de dieptepunten – ook werd ons land door allerlei buitenlandse mogendheden bedreigd: De Republiek werd door zowel de Fransen en Engelsen als door de bisdommen Keulen en Münster aangevallen. In datzelfde jaar waren de Fransen onder meer verantwoordelijk voor het plunderen en vernietigen van het uit de dertiende eeuw stammende Kasteel Amerongen. Maar net zoals de Republiek, kwam ook het kasteel het Rampjaar te boven. De toenmalige eigenaren, Godard Adriaan van Reede en Margaretha Turnor, besloten het te herbouwen als een imposant en statig huis in de stijl van het Hollands classicisme. Hoewel de successievelijke bewoners er bij tijd en wijle hun eigen invloeden achterlieten, behield Kasteel Amerongen in de eeuwen erna zijn oorspronkelijke karakter. Toen de laatste bewoners, de familie van Aldenburg Bentinck, er in 1940 uittrok, was het verleden er nog volop tastbaar en zichtbaar. Dat maakt Kasteel Amerongen bijzonder en het bewaren van het authentieke karakter was dan ook uitgangspunt van een restauratie die al in de jaren tachtig begon en die recent werd afgerond. Het werd een restauratie waarbij huis, interieur, collectie en bijgebouwen niet los van elkaar konden worden gezien. Met als uitgangspunt ‘het is zoals het was’ werden de werkzaamheden aan de diverse onderdelen nauw op elkaar afgestemd. In deze editie van Bouwen aan Monumenten vindt u onder andere een uitgebreid verslag van dit restauratieproject. In dezelfde jaren dat de restauratie van Kasteel Amerongen begon werd in navolging van de Franse Journées Portes Ouvertes de Open Monumentendag in ons land geïntroduceerd. Dat was in 1987, in een periode dat monumenten met steeds meer respect en waardering werden benaderd. Je zou de introductie van Open Monumentendag dan ook een vanzelfsprekende ontwikkeling kunnen noemen. Nu, 25 jaar later, is het een van de grootste culturele evenementen van ons land. Dat is echter geen reden tot achteroverleunen, vindt Edith den Hartigh, directeur van de gelijknamige stichting. Een van de doelen voor de komende jaren is om de jeugd meer aan te spreken, zo geeft ze aan in een interview dat we naar aanleiding van het jubileum met haar hadden. Verder in deze Bouwen aan Monumenten onder meer een gesprek met kleuronderzoeker Bert Jonker, een special over restauratiemortels en natuurlijk weer de nodige artikelen over aansprekende restauratieprojecten. We hopen dat u ze weer met veel belangstelling zult lezen.
Jac Buchholz
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed www.bouwenaanmonumenten.nl Jaargang 3, nummer 3 - 4, 2011 Sinds 2009 Verschijnt 6 x per jaar ISSN: 1879-4351 Uitgever
Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 F +31 (0)495 521335 E info@louwersuitgevers.nl W www.louwersuitgevers.nl
08
Redactie Jac Buchholz Jan-Kees Verschuure Redactieadres Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl Bladmanagement Niek Oostendorp E n.oostendorp@louwersuitgevers.nl Fotografie Arjen Veldt Fotografie Rijksgebouwendienst Secretariaat Manuela Depenbrock Advertenties Online aanleveren: http://ftp2.louwersuitgevers.nl Username: monumenten Wachtwoord: gast Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 F +31 (0)495 521335 Abonnementsprijs â‚Ź 47, 70 per jaar incl. BTW ING 41 71 65 t.n.v. Louwers Uitgeversorganisatie BV o.v.v. Bouwen aan Monumenten Informatie over abonnementen: T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl Adreswijzigingen Schriftelijk ten minste drie weken voor verhuizing naar: Postbus 249, 6000 AE Weert Vormgeving / Art-direction Logo Reclame- Ontwerpbureau BV T +31 (0)495 450065 E info@logobv.nl Valerie Berben Richard Kokx Barry Hoogkamer Opzeggingen Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Doelgroep Abonnees, betrokken ministeries en rijksdiensten, provinciale, gemeentelijke en andere betrokken overheden, monumentenwachten, landelijke, regionale en lokale organisaties, stichtingen en instellingen m.b.t. cultureel erfgoed. Aannemers, adviesbureaus, architecten en andere betrokken marktpartijen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en zonder
63
68 08
Herstel en restauratie Oude Kerk Amsterdam
12
The Grand Amsterdam: het eerste luxe hotel van de stad
20
Kasteel Amerongen herleeft
30
Donatus: taxatie vermindert risico’s
32
Van Lierop slaat na halve eeuw nog steeds nieuwe wegen in
34
Sterrewacht Leiden: topmonument met paleisachtige uitstraling
42
Scheurvorming Gereformeerde kerk Zwartsluis verholpen
45
Thema restauratiemortels
59
Bouwen aan Monumenten Journaal
bronvermelding. Hoewel dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.
32
74 Nummer 3 - 4 I 2011
Vaktijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed
Het eerste luxe Hotel van de stad
The Grand, Amsterdam
tHema restauratiemortels
Domtoren, Utrecht
“de dom blijft tocH iets speciaals�
kasteel amerongen herleeft
42
80 63
Bouwbedrijf G. Geerts & Zn: een functionele totaalrestauratie
64
Onderhoud aan Domtoren: je werk laten zien aan de gemeenschap
68
Oud-Walenburg toont toegenomen Rotterdams bewustzijn
72
Interview Bert Jonker: kleurenonderzoek is meer dan met een mesje ergens in krabben
74
25 jaar Open Monumentendag
76
Gevelbeeld Heilig Hart blijft behouden
80
Van Verschuerwijk Arnhem: maatwerk per woning
84
Wie doet Wat?
Een continu proces Herstel en restauratie Oude Kerk Amsterdam
8
Bouwen aan monumenten
Het is een van de oudste en meest imposante monumenten van Amsterdam: de Oude Kerk. Ooit, in de dertiende eeuw, ontstaan als kapel, gebouwd op de wallen van de Amstel. Sinds 2008 worden er weer restauratie- en herstelwerkzaamheden aan het gebouw uitgevoerd. Onderdeel van die werkzaamheden is het vervangen en verbeteren van de hemelwaterafvoer. Want die was niet meer berekend op de hedendaagse, heftige regenbuien.
F
eitelijk zijn de werkzaamheden aan de Oude Kerk nooit echt klaar, stelt Carlo Huijts, bestuurslid van de stichting die zorg draagt voor het behoud en beheer van de kerk. De huidige restauratie is het derde omvangrijke project na de Tweede Wereldoorlog. Maar als dit werk naar verwachting in 2013 is afgerond, kunnen de plannen voor een volgende ingreep alweer worden gemaakt. Karel Neukirchen, eveneens bestuurslid en penningmeester, bevestigt dit. Dat betekent, zegt hij, een voortdurende zoektocht naar financiële middelen, als aanvulling op de eigen inbreng. “Voor het huidige project hebben we twaalf jaar gelobbyd. Het is een kwestie van partijen aanspreken, overleggen en keuzes maken. Zo hadden herstel en restauratie van het gebouw nu prioriteit. Maar ook het orgel moet worden opgeknapt. Dat hebben we echter vooruit geschoven. We hebben daarvoor inmiddels een BRIM-aanvraag ingediend, maar die is afgewezen. Dus moeten we dat bij de volgende ronde opnieuw doen. Gezien het aantal projecten dat daar voor in aanmerking komt is het een soort tombola en moeten we opnieuw afwachten of we wel of niet gekozen worden.” En dan zijn er de ontwikkelingen tijdens het werk die om een aanpassing van de budgetten vragen, zegt Neukirchen. “De kosten voor het aanpassen van de hemelwaterafvoer vallen hoger uit dan geschat. Die constatering konden we pas maken toen we bezig waren. Dat betekent dat je het geld bij andere werkzaamheden moet weghalen. We zitten dan ook iedere week bij elkaar om dit soort zaken te bespreken.”
Vochtproblematiek “Het is een continu proces”, vult Carlo Huijts aan. “In de jaren vijftig vond een grootschalige restauratie plaats omdat de kerk behoorlijk vervallen was en er funderingsproblemen waren. In de jaren negentig werd er opnieuw ingrijpend gerestaureerd, maar dat wil niet zeggen dat
er tussendoor niets gedaan wordt. Ook in de jaren tachtig bijvoorbeeld is er veel aan de kerk gewerkt, alleen niet zo ingrijpend.” Het maken van keuzes houdt in dat bepaalde, minder urgente werkzaamheden vooruit worden geschoven, geven Huijts en Neukirchen aan. Die komen dan bij een later project terug. Zaken die in de jaren negentig niet werden aangepakt, worden dus tijdens het huidige project uitgevoerd. Zoals het herstel en de verbetering van de dakgoten. “De kerk heeft een groot complex aan daken”, legt Huijts uit. “Daar wordt nu herstel aan uitgevoerd. Dat is echter niet voldoende om de vochtproblematiek op te lossen. Die is ontstaan doordat de goten de heftige regenbuien waar we steeds vaker mee te maken hebben niet meer goed kunnen verwerken. De hemelwaterafvoer wordt daarom versterkt en vergroot en de routing wordt aangepast.” Een andere omvangrijke ingreep is het herstel van de vloer met de grafstenen. En dan zijn er de diverse andere werkzaamheden – onder meer voegwerk-
herstel, schilderwerk, het vernieuwen van de installaties en het opknappen van de woningen die onderdeel uitmaken van het kerkcomplex – die nodig zijn om een monument in een acceptabele conditie te houden.
Zerkenvloer Ben Massop van restauratiearchitectuur BBM en Martin Oosterom, directeur/eigenaar van restauratieaannemer De Heeren Bouwmeester, nemen een aantal van de werkzaamheden onder de loep. Zoals het opnieuw leggen van de zerkenvloer. “De Oude Kerk is nog een van de weinige kerken waarvan de vloer nog vrijwel intact is”, aldus Ben Massop. “Al is ze er wel vaker uitgeweest.” Zo ook nu, vertelt hij. Massop bracht de glooing van de vloer in kaart zodat die precies als voorheen kon worden teruggelegd. Daarbij werd ervoor gekozen ze op een kunststof mat met een open maasvormige structuur te leggen. “Een soort matras die zorgt voor een bepaalde flexibiliteit. ▼
Geschiedenis Oude Kerk Niet voor niets worden De Wallen en omgeving de oude binnenstad van Amsterdam genoemd. Deze locatie vormt de basis van de stad zoals we die nu kennen, de plek waar de Amstel in het IJ uitmondde. Hier werd in de dertiende eeuw op een terp een kleine kapel gebouwd. In 1306 wijdde de Bisschop van Utrecht de kerk aan Sint Nicolaas, de beschermheilige van de zeelieden. Deze Sint-Nicolaaskerk kreeg zo’n honderd jaar later, na de bouw van de Nieuwe Kerk aan de Dam, de naam Oude Kerk. Er vonden niet alleen missen plaats, maar de kerk fungeerde ook als ontmoetingsplek voor de bevolking terwijl vissers er hun netten boetten en zeilen repareerden. Na de Beeldenstorm en de Alteratie bleef er in de kerk weinig over dat herinnerde aan de katholieke eredienst, behalve het kerkgebouw zelf. Het protestantse geloof was voortaan het staatsgeloof en de katholieken waren gedwongen hun diensten in schuilkerken te houden. Er werd getrouwd in de Oude Kerk – Rembrandt en Saskia van Uylenburgh – en zes generaties Amsterdammers – onder wie naast genoemde Saskia van Uylenburgh, zeeheld Jacob van Heemskerck en componist en huisorganist Jan Pieterszn. Sweelinck – vonden er hun laatste rustplaats. Qua bouwstijl is de Oude Kerk een voorbeeld van Hollandse baksteengotiek, met een lichte constructie – omdat de heipaaltjes waarop de kerk staat niet genoeg draagvermogen hebben –, houten tongewelven en hoge spitsboogvensters. In de jaren vijftig was de kerk erg vervallen en vond er een ingrijpende restauratie plaats, onder meer aan het dak. Het houtwerk van de gewelven werd vervolgens met weinig oog voor detail teruggebracht, zoals is te zien aan het schilderwerk dat niet meer op elkaar aansluit. Tijdens de huidige restauratie werd een op zolder teruggevonden engeltje na twintig jaar afwezigheid – na opnieuw te zijn verguld – weer boven het kruis op het koor teruggeplaatst.
Bouwen aan monumenten
9
In redelijke staat Authentieke leisteenbedekkingen, lood-, koper-, en zinkbekledingen aanbrengen is de specialiteit van Jobse Leidekkers uit Middelburg. In die hoedanigheid is het bedrijf ook betrokken bij de restauratie cq. het groot onderhoud aan de Oude Kerk in Amsterdam. Bedrijfsleider Piet Brand geeft aan dat daarbij de fasering – het project kent vier fases – wordt gevolgd zoals die ook voor alle andere werkzaamheden geldt. Momenteel is fase drie in uitvoering. “Na de Tweede Wereldoorlog zijn er al restauraties en werkzaamheden aan het dak uitgevoerd dus dat bevond zich nog in redelijke staat. Het gaat nu vooral om loodreparaties en het vervangen van beschadigde lei”, maakt Brand duidelijk. “Het betreft Katzenberg-lei uit Duitsland, die is nog altijd beschikbaar.” Naast genoemde werkzaamheden lag tijdens de eerste fase de nadruk tevens op het aanbrengen van veiligheidsvoorzieningen zoals ladderhaken. Daarnaast worden er grotere goten aangelegd. “We hebben tegenwoordig te maken met stevige regenbuien en de capacitiet om die te verwerken was niet meer toereikend.” Het gaat veelal om maatwerk, legt Brand uit, maar zo zegt hij: “dat is bij monumenten vrijwel altijd het geval. Iedere opdracht is daardoor anders, maar dat is nu juist de charme van ons vak.”
(advertenties)
loodgieters leidekkers koperslagers
Restauratie In de ruime modern uitgevoerde smederij in Hekendorp worden omvangrijke restauratieopdrachten uitgevoerd. Een specialisme is het restaureren en/of vernieuwen van gietijzeren, koperen, bronzen en (gietzinken) werkstukken. Tevens adviseert Kramer architecten bij restauratieprojecten.
JOBSE bv is een landelijk werkend bedrijf dat gespecialiseerd is in het verwerken van loden, koperen en zinken bekledingen en natuursteenleien bedekkingen op o.a monumentale gebouwen alsmede nieuwbouwprojecten.
NIEUWBOUW ONDERHOUD RESTAURATIE Elektraweg 17 | 4338 PK Middelburgtelefoon 0118 612713 fax 0118 623683 | info@jobsebv.nl
10
Bouwen aan monumenten
Maatwerk Daarnaast ontwerpt en vervaardigt Frits Kramer in overleg met de opdrachtgever o.a.: hekwerken, gevelversieringen, muurankers, bruggen alsmede hang- en sluitwerk. Het overgrote deel wordt in eigen beheer vakkundig ge(de)monteerd.
Goejanverwelle 62 3467 PR Hekendorp Telefoon 0182 - 50 13 40 Bgg 0182 - 50 30 29 Fax 0182 - 50 30 94 www.smederijfritskramer.nl
Op die manier willen we het risico op breuk zo klein mogelijk houden.” Want dat was een van de problemen van de vloer. Veel van de eeuwenoude zerken waren in de loop der tijd beschadigd en niet op de juiste wijze hersteld, zegt Martin Oosterom. “In het verleden gebeurde dat herstel met metselwerk. Dat vervangen we nu weer door natuursteen.” In totaal gaat het om tussen de 2.200 en 2.300 zerken. Die werden allemaal gefotografeerd en gedocumenteerd. Oosterom: “Het herstel is deels ter plekke, deels in een atelier uitgevoerd. De vloer heeft een grote cultuurhistorische waarde en het authentieke karakter ervan handhaven was dan ook een vereiste.” De werkzaamheden worden tussen 2008 en 2013 in vier fasen uitgevoerd. Ieder jaar tussen 19 april en 19 juni moeten alle bouwmaterialen uit de kerk in verband met het evenement rondom de World Press Foto. Ben Massop: “Vooraf hebben we planning gemaakt en budget en werkzaamheden op elkaar afgestemd. Maar gedurende het werk kom je altijd onverwachte zaken tegen. Dat vraagt dan om aanpassingen.” Martin Oosterom: “Het is aan ons dat te signaleren aan melden.” Een goede communicatie en ervaren vakmensen zijn dan ook twee vereisten voor projecten als de Oude Kerk, geven beide heren aan.
Definitieve oplossing En dan zijn er de scheuren als gevolg van het verzakken van de kerk, een proces dat al sinds de begindagen gaande is. “In bijna
800 jaar tijd is de kerk ongeveer 80 centimeter verzakt”, geeft Ben Massop aan. “Dat gebeurt onregelmatig omdat de fundering op verschillende zandlagen rust. Dat maakt het aanpakken van het probleem ingewikkeld.” Dus worden op dit moment de scheuren, tot zo’n 6 centimeter breed, alleen hersteld, merkt Martin Oosterom op. “We werken de scheuren weg en brengen roestvrij stalen staven aan in het metselwerk. Tot er een definitieve oplossing komt zal zo’n ingreep elke 20, 25 jaar terugkomen.” Over die definitieve oplossing wordt echter nagedacht, reageren Carlo Huijts en Karel Neukirchen. “De verzakking kent eigenlijk twee oorzaken”, verklaart Huijts. “Enerzijds is er de fundering die op verschillende zandlagen rust, anderzijds ligt er naast de kerk een oude sloot die eveneens een rol speelt bij de verzakking. Er zijn verschillende oplossingen waarvan alles funderen op de tweede zandlaag de meest rigoureuse is.” Het wordt een kostbare en ingrijpende operatie, erkent Neukirchen. “Het onderzoek loopt nog. Na afloop van de huidige restauratie gaan we bekijken wat de mogelijkheden zijn.” Het ene project is dus nog niet afgerond of er wordt al vooruit gekeken naar welke werkzaamheden over enkele jaren nodig zijn. De orgelrestauratie is daar in ieder geval onderdeel van, het aanpakken van de fundering op termijn waarschijnlijk ook. “Zoals gezegd, het onderhouden van een bijzonder monument als de Oude Kerk is een continu proces”, besluit Carlo Huijts. ■
Bereikbaarheid lastig Werken in de oude binnenstad van Amsterdam, dat brengt altijd de uitdaging van een lastige logistiek en beperkte ruimte met zich mee. Bij de Oude Kerk was het niet anders, vertelt Martinus van Milt van Van Milt Restaurateurs uit Lunteren. “Omdat de meest belaste delen zich boven in de gevels bevinden, moeten we veelal op een hoogte van zo’n vijf tot vijfentwintig meter werken aan soms lastig te bereiken gevelelementen. Daarnaast is er sprake van het herstellen van het voeg- en metselwerk. Dat doen we gefaseerd, conform de planning zoals ook de andere betrokken partijen die volgen.” Wat het voeg- en metselwerk betreft, werd en wordt er met architect en aannemer bekeken welke mortels er het beste toegepast kunnen worden, legt Van Milt uit. “We zoeken met z’n drieën naar de beste oplossingen en brengen vervolgens een aantal proeven aan met betrekking tot textuur en structuur. De te gebruiken mortel moet technisch gezien aan alle eisen voldoen, maar tevens aansluiten bij de uitstraling van het gebouw.”
“We weten welke oplossing het beste werkt” Een gebouw van zo’n acht eeuwen oud ontkomt uiteraard niet aan de invloeden van weer en wind. De gevolgen ervan dienen echter met grote omzichtheid te worden aangepakt. Dat is Superlook uit Breda echter wel toevertrouwd. Het bedrijf heeft bij uiteenlopende restauratieprojecten laten zien dat het voor elke opdracht een passende oplossing heeft. “We hebben een brede kennis en ervaring en weten welke oplossing het beste werkt”, maakt directeur Roy Nordsiek duidelijk. Hij geeft aan dat bij de Oude Kerk in Amsterdam gebruik werd gemaakt van een biologische en milieuvriendelijke algendoder op basis van enzymen. Deze biomix werd ingespoten waarna het de algen losvrat. Na een paar dagen werden de bewerkte muren vervolgens onder een druk van 60 à 70 bar met 90 graden warm water afgestoomd. “We hebben, in opdracht van aannemer De Heeren Bouwmeester, deze aanpak al eerder met succes bij de Oude Kerk toegepast”, zegt Nordsiek. Op die manier worden alle buitenmuren aangepakt, waarbij de windzijde – omdat daar de invloed van het weer het sterkst is – de meeste aandacht vraagt. “We werken met hoogwerkers en volgen de fasering die ook de andere partijen bij dit project volgen. We behandelen tevens de gewelven van buitenaf, als onderdeel van een oplossing voor het vochtprobleem binnen. En we behandelen de muren met bijenwas. Zo geven we het gebouw op een schadevrije manier weer een mooie uitstraling.”
Overzicht dakencomplex.
Bouwen aan monumenten
11
Opfrisbeurt voor ‘The Grand’
12
Bouwen aan monumenten
“Het eerste luxe hotel van de stad” Bouwen aan monumenten
13
Ballast Nedam staat voor vernieuwing en creativiteit. Ons bedrijf beperkt zich niet tot het bouwen alleen, maar is actief in het totale bouwproces; van initiatieffase en projectfinanciering tot en met het onderhoud na de oplevering.
Creatief en flexibel
Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling Noordwest heeft zich met haar onderdeel Bouwborg gespecialiseerd in de uitvoering van diverse renovatieen onderhoudswerkzaamheden. Renoveren van in gebruik zijnde locaties zoals het 5-sterren hotel The Grand is daar een voorbeeld van.
www.ballast-nedam.nl
bnb.noordwest@ballast-nedam.nl
Sinds 1992 is hotel Sofitel Legend The Grand Amsterdam gevestigd aan de Oudezijdse Voorburgwal 197 in Amsterdam, in het voormalige stadhuis van de stad. Een aantal jaren geleden werd besloten dat het gebouw een flinke opfrisbeurt moest ondergaan. In eerste instantie betrof dat vooral het interieur van de kamers en zalen, vervolgens werd ook een verbeterde routing in het gebouw onderdeel van de plannen. Tevens werden de technische installaties aangepast aan de huidige eisen. De aanpassingen gebeurden met respect voor het gebouw; bestaande structuren werden zo veel mogelijk gerespecteerd en de grootste ingrepen vonden plaats in de minst waardevolle delen.
F
eitelijk is ‘The Grand’ gevestigd in niet één, maar in een complex dat bestaat uit zes gebouwen, voornamelijk gerealiseerd in diverse periodes tussen de zeventiende en eind twintigste eeuw. Dat is terug te zien in de verschillende bouwstijlen waaronder het classicisme, neoclassicisme en de Amsterdamse School. Grote delen van het interieur zijn in 1924 verbouwd ten behoeve van het stadhuis. Sinds de beginperiode heeft het complex diverse functies gehad waaronder naast stadhuis eveneens klooster, admiraliteit en logement. In De Princenhof, een van de oudste delen, logeerden in de zeventiende eeuw historische beroemdheden als Willem van Oranje en Maria de’ Medici. “Eigenlijk was het eeuwen geleden al het eerste luxe hotel van de stad”, glimlacht Robert-Jan Woltering, General Manager van ‘The Grand’.
Herpositioneren Woltering legt uit dat vanwege het karakter van het gebouw niet alle onderdelen op een voor een hotel wenselijke manier met elkaar
waren verbonden. “Toen we een aantal jaren geleden begonnen met de voorbereidingen van een opknapbeurt werd een verbeterde logistiek al vlug onderdeel van de plannen.” Die plannen vielen samen met het herpositioneren van ‘The Grand’ – dat twee jaar geleden het label Sofitel Legend ontving – in de luxe sector, maakt Woltering duidelijk. “De plannen gaan overigens langer dan twee jaar terug.” Naar goed gebruik werd eerst een budget vastgesteld. “Je kunt wel heel veel willen, maar dan kom je op een gegeven ogenblik op enorme bedragen uit. Dat was niet de bedoeling, al wilden we ‘The Grand’ absoluut naar een hoger niveau brengen.” Uiteindelijk werd er een budget van 35 miljoen vastgesteld en werden daar de wensen en vervolgens het ontwerp voor de aanpassingen aan de constructie en het interieurontwerp op afgestemd. Vervolgens werd maandenlang gewerkt aan een plan en planning waarmee de overlast voor de gasten tot een minimum beperkt zou worden. ▼
Sybille de Margerie en SM Design Het Franse SM Design, in 1989 opgericht door Sybille de Margerie, is verantwoordelijk voor de restyling van Sofitel Legend The Grand Amsterdam. Het is hun eerste project in Nederland. Het bureau, gespecialiseerd in luxury hotels en private residences, heeft een indrukwekkende staat van dienst en deed in Parijs onder andere de restyling van Hôtel de Crillon en Hôtel Lutétia. Ter voorbereiding van haar ontwerp voor The Grand heeft Sybille de Margerie Nederland regelmatig bezocht en fietste zij door de straten van Amsterdam om een beter gevoel voor de Nederlandse cultuur en het Nederlandse culturele erfgoed te ontwikkelen. Daarnaast was er de samenwerking met de Design Academy in Eindhoven, waarover ze zeer enthousiast is. “Ik werk graag samen met lokale ontwerpers. Bij voorkeur neem ik het land waar ik werk als uitgangspunt en voeg daar een Franse dimensie aan toe.”
Monumentale skelet VKS uit Wormerveer heeft een ervaring van meer dan 20 jaar en is onder andere gespecialiseerd in asbestsanering en bouw/sloop support. In die hoedanigheid was het bedrijf ook betrokken bij de werkzaamheden aan The Grand, vertelt directeur Ben Veldhuizen. “We waren er in 2003 al actief, onder meer in de raadszaal. Daar hebben we – door de (in 1916 aangebrachte) eikenhouten paneelplaten voor de plafonds en wanden te coderen, demonteren en monteren – het aanwezige asbest gesaneerd en gefixeerd zodat het geen verdere risico’s kon opleveren. Ook de zolder en technische ruimten hebben we destijds gestabiliseerd. ”Vervolgens werd VKS in 2007 opnieuw benaderd om ten behoeve van de algehele renovatie van het hotel het asbest nu volledig te saneren en tevens de benodigde bouwkundige sloopwerkzaamheden uit te uitvoeren. “Er lag een inventarisatierapport met daarin een beschrijving van wat er zoal gesaneerd moest worden. Dat vormde de leidraad voor onze werkzaamheden”, legt Veldhuizen uit. De asbestsanering gebeurde veelal in combinatie met sloopwerk waarbij alles wat er in de loop der eeuwen was in getimmerd tot op het monumentale skelet met zorg gesaneerd en ontmanteld werd. Dat het hotel gedurende de werkzaamheden geopend was in combinatie met de ligging vroeg om een goede planning en een doordacht plan van aanpak, geeft Veldhuizen aan. “De gasten mogen nagenoeg geen overlast ondervinden en niet met de asbestsanering geconfronteerd worden. Verder moet je heel wat afval afvoeren, door een hotel dat in bedrijf is en dat in de binnenstad staat, waar de ruimte nu eenmaal beperkt is. Dat is een uitdaging die we mede dankzij een prima samenwerking en communicatie met de opdrachtgever en aannemer op een goede manier hebben weten in te vullen. Zo is een complex werk goed ten einde gebracht: The Grand is succesvol aangepakt en heeft z’n allure behouden.”
De receptie.
Bouwen aan monumenten
15
Schilders- en afwerkingsbedrijf
‘Kwaliteit gebaseerd op vakmanschap’
Museumhotel Buitenschilderwerk
Natura Artis Binnenschilderwerk
Hotel Sofitel the Grand Binnen- en buitenschilderwerk, behangwerk
ROC Het Sieraad Binnen- en buitenschilderwerk
Hotel de l’Europe Binnen- en buitenschilderwerk, behang- en verguldwerk, marmerimitaties
Heineken Brandstore Binnenen buitenschilderwerk
Schilders- en afwerkingsbedrijf J. Walraven B.V. Pier Azië 2 • 1013 BT Amsterdam t +31 (0) 20 688 02 01 e info@walraven-schilders.nl i www.walraven-schilders.nl
Everseal is een applicatiebedrijf van voegafdichtingsmaterialen, waarvan de afdeling Everseal opgericht werd in 1982. Het bedrijf is een interne dochteronderneming van Den Braven Sealants B.V. (wereldleider in professionele voegafdichtingsproducten). Sinds haar oprichting is het bedrijf Everseal uitgegroeid tot een vooraanstaand applicatiebedrijf met werkzaamheden in binnen- en buitenland. Everseal werkt in hoofdzaak voor bouw- en aannemersbedrijven. Tevens mag Everseal ook enkele grote verzekeringsmaatschappijen, banken, institutionele beleggers en woningbouwstichtingen tot haar opdrachtgevers rekenen.
Denariusstraat 9 4903 RC Oosterhout telefoon 0162 - 45 18 88 fax 0162 43 73 97 info@everseal.nl www.everseal.nl everseal.indd 1
09-08-2011 15:27:16
ren eveneens aspecten die om een zorgvuldige aanpak en uitwerking van de plannen vroegen. De meest monumentale elementen mochten niet of nauwelijks worden aangetast en dat laatste alleen in strikt overleg met Monumentenzorg. Woltering geeft een voorbeeld. “Er was op een bepaalde locatie een lift gepland. Bleek dat in het dak een zestiende-eeuwse balk zat. Dus moesten we de plannen aanpassen en de liftschaft op een andere plek situeren.” Ook aan het marmer in de lobby mocht niet worden getornd, zegt hij. “Daarop is besloten de marmerlook in het nieuwe lobbyinterieur en elders in het hotel door te voeren. En dan was er de gang door drie panden naar De Princenhof, waarvoor diverse doorgangen moesten worden gemaakt. Dan moet je van te voren goed bekijken wat dat voor de stabiliteit doet. Dat is de uitdaging waar je voor staat als je in een monument aan de slag gaat. Je komt ook van alles tegen. Zaken waar je je plannen op moet afstemmen, maar ook iets bijzonders als een krant uit 1687. Die gaan we mooi inlijsten.”
Parijse chic
De bibliotheek en het restaurant.
“Dat is gelukt dankzij de goede samenwerking en communicatie tussen de diverse partijen. We wilden de luxe omgeving die de gast gewend is zo goed mogelijk handhaven. De werkzaamheden zijn gefaseerd uitgevoerd, van boven naar beneden en we hebben telkens kamers als buffers gebruikt. Verder werd er gezorgd voor een deugdelijke afscheiding.”
Zestiende-eeuwse balk Het monumentale karakter van het complex – grotendeels Rijksmonument, al hebben sommige delen door eerdere ingrepen een wat minder monumentale waarde – en de oppervlakte van 22.000 vierkante meter, wa-
De diverse werkzaamheden zijn grotendeels afgerond en Woltering geeft aan dat de infrastructuur enorm is verbeterd. “Zowel ‘front’ als ‘back of house’.” Wat de restauratieve werkzaamheden betreft zijn alle originele delen van het gebouw gehandhaafd en onder meer meegenomen in het interieurontwerp. Alle, grotendeels originele eeuwenoude, ramen en kozijnen zijn gerestaureerd in plaats van vervangen. Het interieur is door Sybille de Margerie van SM Design (zie kader) op het karakter van het gebouw afgestemd. “Sybille de Margerie werkt exclusief voor Sofitel Legend. Ze heeft de vrijheid iets moois te creëren en dat is ook hier weer bijzonder goed gelukt. Ze heeft Parijse chic, het Franse ‘je ne sais quoi’ toegevoegd aan het Amsterdamse gevoel voor historie. Met haar lichte, frivole ontwerpen heeft ze de zwaarheid wat uit het gebouw gehaald. Dat zie je in de kamers, maar bijvoorbeeld ook in het restaurant waar ze inspiratie heeft geput uit de muurschildering van Karel Appel bij de entree. Elementen daaruit komen op allerlei manieren in het restaurant terug. Al met al zijn we er goed in geslaagd de traditie van het monument te behouden en daar een zweem moderniteit aan toe te voegen.” ■
“Exclusiviteit tot in het detail” Ook al is bij een restauratieproject de authenticteit van een gebouw uitgangspunt, men ontkomt er vrijwel niet aan er moderne elementen aan toe te voegen. Zeker als in het monument een luxe hotel als The Grand is gevestigd. Dus werd voegafdichtingsbedrijf Everseal uit Oosterhout gevraagd alle kitwerkzaamheden uit te voeren. Naast wat werkzaamheden aan de buitenzijde onder meer ook in alle badkamers, vertelt Lucien Ligtvoet van Everseal. “Daar moest het kitwerk op kleur worden gedaan. De exclusiviteit van het interieur moet tot in het detail terug te zien zijn, dus ook in het kitwerk. Er lagen wat dat betreft dan ook duidelijke richtlijnen. Wij hebben aan de hand daarvan diverse kleuren kit op RAL-nummer gemaakt. Als onderdeel van een grote kitproducent hebben we wat dat betreft veel kennis in huis en kunnen we snel reageren.” Ligtvoet geeft aan dat al het werk volgens planning kon worden uitgevoerd, onder meer dankzij de goede samenwerking met de aannemer. “Je bent werkzaam in een gebouw dat gewoon geopend is. De gasten mogen echter geen overlast ervaren. Dat vraagt om zorgvuldigheid en een goede planning. Dat is prima verlopen. De aannemer zorgde voor de juiste voegafmetingen, wij voor een secure afwerking.”
Gigantisch werk Een gigantisch werk, zo omschrijft Klaas de Wit van schildersbedrijf Walraven BV uit Amsterdam de werkzaamheden aan The Grand. “Gigantisch en bijzonder.” Zo werden, zegt hij, in het voortraject alle kozijnen stuk voor stuk gecontroleerd en geïnventariseerd met betrekking tot houtrot. Daarbij bleek dat vooral aan de buitenzijde het hout op diverse plaatsen slecht was. Toen dat eenmaal in kaart was gebracht kon begonnen worden met de renovatie ervan. Walraven verzorgde tevens al het schilderwerk. “Aan de buitenzijde hebben we daarbij rekening gehouden met de authentieke uitstraling van het gebouw. Binnen speelde natuurlijk het vernieuwde interieur een belangrijke rol. Aan de hand van het ontwerp hebben we daar, in samenwerking met leverancier Sigma, de juiste verven voor uitgekozen.” Verder bracht Walraven in diverse ruimten behang aan. “Dat was heel specifiek behang, met een soort pluche uitstraling.” Klaas de Wit merkt op dat de werkzaamheden een tweeledig karakter hadden. “Enerzijds was er de oorspronkelijke uitstraling van het gebouw waar we rekening mee moesten houden, anderzijds het moderne comfort en de luxe die men bij een hotel als The Grand mag verwachten. Daar lag voor ons een mooie uitdaging.”
Bouwen aan monumenten
17
Complexe
puzzel
Ooit stadhuis van Amsterdam, nu een hotel met een vijf sterren plus status. De entourage past bij die status, maar zorgde tot op heden ook voor de nodige obstakels. Het complex waarin Sofitel Legend The Grand is gevestigd kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot de vijftiende eeuw. Het had in de afgelopen eeuwen diverse functies en de bouwdelen stammen uit diverse tijdsperiodes. Mede hierdoor was de indeling niet helemaal afgestemd op de logistiek van een luxe hotel. Een ingrijpende verbouwing en restauratie heeft die problematiek nu verholpen, vertelt Neelu Boparai van Boparai Associates, het architectenbureau dat verantwoordelijk was voor de constructieve ingrepen, de herinrichting en de begeleiding van de uitvoering ervan.
I
n de oorspronkelijke plannen was er nog alleen sprake van dat de kamers van The Grand zouden worden opgeknapt, maar om de logistieke problemen op te lossen, werd uiteindelijk gekozen voor een complete ‘make over’, inclusief constructieve aanpassingen. Neelu Boparai legt uit dat er een uitgebreide voorbereiding aan de werkzaamheden vooraf ging. “We hebben onder meer onderzoek naar het verleden van het gebouw gedaan. Met name in de archieven; destructief onderzoek in een hotel is nu eenmaal lastig.” Dat archiefonderzoek zorgde echter voor complicaties, geeft ze aan. Niet alleen kent het gebouw diverse bouwperioden, er is in de loop der tijd het nodige aan veranderd. “Het was een complexe puzzel. Zo kwam het op meerdere plekken in het gebouw voor
18
Bouwen aan monumenten
dat de werkelijke afmetingen niet meer overeenkwamen met de afmetingen zoals ze, op de oude tekeningen, waren vastgelegd. De uitdaging was om de ingrepen zo uit te voeren dat de monumentale waarde niet werd aangetast.”
de binnenplaats te bereiken. “Die ingreep was een van de belangrijkste aspecten van het ontwerp”, aldus Neelu Boparai. “Dat was onderdeel van de logistieke puzzel die we moesten ontwarren. Er is zowel een gang voor de bezoekers aangelegd,
“De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft bij iedere ingreep haar goedkeuring gegeven” Optimale toegankelijkheid Een belangrijke ingreep was het realiseren van een interne doorgang naar De Princenhof, waar de vergaderruimtes zijn ondergebracht. Tot aan de verbouwing was dit gedeelte alleen buitendoor, via
als ingegrepen in de ‘back of house’ situatie, zeg maar de infrastructuur voor het personeel. Deze heeft een andere indeling gekregen middels een nieuwe gang. Dat vroeg onder meer om een aantal doorbraken in de zware bouwkundige wanden.
De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft bij iedere ingreep haar goedkeuring gegeven.”
Eerste schetsen Boparai geeft aan dat vanaf het moment dat besloten werd om naast het herinrichten van de kamers ook constructieve ingrepen te doen, er een intensief overleg tot stand kwam. “Met het hotel, dat allerlei suggesties en ideeën had die wij binnen de mogelijkheden die we hadden naar het ontwerp moesten vertalen, en met de diverse instanties waaronder ook Monumentenzorg en de brandweer. Na de eerste schetsen ga je dan kijken wat er wel en wat er niet kan, vanuit het beschikbare budget, maar eveneens vanuit het oog-
punt van veiligheid en de beperkingen die werken in een monument met zich mee brengen.” Daarbij was het een voordeel dat het zwembad en de fitnessruimte zich in een niet monumentaal deel van het complex bevonden. Hierdoor was het bijvoorbeeld mogelijk om erboven twee kamers om te bouwen tot een spa. Daardoor is alle wellness op één plek geconcentreerd.
Monumentale trap Een andere belangrijke ingreep was om de gangen rondom de op diverse verdiepingen gelegen vergaderruimtes in De Princenhof op te heffen en bij die ruimtes te betrekken waardoor die groter werden. Neelu Boparai: “Dat betekende wel dat we een passende oplossing wat betreft de brandveiligheid moesten bedenken. Zonder te tornen aan de monumentale trap die de verdiepingen verbindt.” Ze maakt duidelijk dat aandacht voor de brandveiligheid en het realiseren van een goede logistiek op meer plaatsen om inventief denkwerk vroeg.
Karel Appel Het restaurant onderging eveneens een flinke metamorfose, zoals bij de entree. In plaats van de weinig uitnodigende oude situatie van een trap naar beneden en weer naar boven werd er een bruggetje aangelegd. Niet alleen wordt de bezoeker zo op een aangenamere manier het gebouw in geleid, ook de muurschildering van Karel Appel uit eind jaren veertig komt zo veel beter tot zijn recht. “Interieurarchitecte Sybille de Margerie van het Franse SM Design heeft zich vervolgens door die muurschildering laten inspireren bij het inrichten van het restaurant”, zegt Boparai. “Zeker wat deze plek betreft hebben we intensief met haar overlegd. Het restaurant heeft nu een veel transparanter karakter. En ook hier is logistiek gezien ingegrepen. De voorbereidingskeuken is naar boven verplaatst en allerlei kleine obstakels die in de loop der jaren nooit echt zijn opgelost zijn nu verholpen.”
De badkamer en de vergaderruimte.
Tot slot merkt Neelu Boparai op dat het ontwerp voldoende flexibel was om eventuele aanpassingen tijdens de uitvoering op te vangen. Zo bleek gedurende het
werk dat een liftschacht moest worden verplaatst vanwege een belangrijk monumentaal element. “Je legt in het voortraject de lijnen, de gemaakte keuzes grotendeels vast met in het achterhoofd de wetenschap dat je onverwachte dingen kunt tegenkomen. Dat weet je als je in een monument werkzaam bent. We zijn dan ook niet op onoverkomelijke problemen gestuit.” ■
“Niet zo maar wat stofwandjes plaatsen” Toen het oude stadhuis van Amsterdam zo’n twintig jaar geleden werd omgebouwd tot hotel werd die verbouwing uitgevoerd door Ballast Nedam. Nu, twee decennia later is het bedrijf er opnieuw actief, ditmaal tijdens de ingrijpende restauratie/renovatie van Sofitel Legend The Grand. De kennis van toen is daarbij een voordeel, vertelt projectdirecteur Ron van der Kolk. “Het was in eerste instantie de bedoeling om alleen de kamers op te knappen. Uiteindelijk is vrijwel alles aangepakt en zijn er logistiek gezien enkele verbeteringen doorgevoerd. Wij hebben alle werkzaamheden, inclusief het installatiewerk, uitgevoerd.” Een van de zaken waar Ballast Nedam tegenaan liep, was dat het gebouw – waarvan het oudste deel uit het midden van de zeventiende eeuw stamt – in de loop der tijd enkele malen was verbouwd. “Daardoor kwamen bepaalde tekeningen niet meer overeen met de werkelijkheid”, aldus Van der Kolk. “Daar hebben we dus op in moeten spelen. Vrijwel iedere dag moest er iets worden aangepast.” Verder was er het asbestonderzoek dat, onder begeleiding van een speciaal bureau, volgens een specifieke procedure werd uitgevoerd. “Werken in een hotel dat gedurende de werkzaamheden gewoon open is, vraagt om een doordachte benadering. Zo kun je niet zomaar destructief onderzoek doen. Verder hebben we de werkzaamheden in fasen uitgevoerd, van boven naar beneden. Dat betekent veilige routes voor de gasten creëren en zorgen dat alles wordt afgeschermd op een manier die past bij een hotel op vijf sterren plus-niveau. Dus niet alleen zo maar wat stofwandjes plaatsen.” Dat alles vraagt veel van de medewerkers, speciaal in de werkvoorbereiding en de uitvoering, maar biedt tevens een uitdaging, merkt Ron van der Kolk op. “Werken in een monument is altijd spannend. Je moet flexibel en creatief zijn en ervoor zorgen dat je zowel de monumentenwet als het bouwbesluit respecteert; dat je historie en moderne luxe en comfort op een passende manier samenbrengt.”
Bouwen aan monumenten
19
Kasteel Amerongen
herleeft Sinds eind jaren tachtig is er, met de nadruk op de afgelopen tien jaar, gewerkt aan het herstel van Kasteel Amerongen en de bijgebouwen. Daarbij ging tevens veel aandacht uit naar het interieur en de in het kasteel aanwezige collectie kunstwerken. Hoewel het heden niet helemaal kon worden buitengesloten, is veel – met name in het kasteel – gebleven zoals het was. Een bijzonder project van Peter Greenaway en Saskia Bodeke maakt dat verleden nog meer tastbaar.
20
Bouwen aan monumenten
H
et jaar 1672 staat in Nederland bekend als Rampjaar. De Republiek werd aan alle kanten door buitenlandse machten bedreigd en ook in eigen land was het zeer onrustig. Die binnenlandse onrust leidde onder meer tot het lynchen van de gebroeders De Witt. Ook voor Kasteel Amerongen was 1672 een rampjaar. Eind dertiende eeuw als versterkt huis gebouwd door Henric en Diederic Borre werd het in dat jaar door de Fransen geplunderd en vervolgens in februari 1673 in brand gestoken. De toenmalige eigenaren, Godard Adriaan van Reede en zijn vrouw Margaretha Turnor, lieten zich daar niet door uit het lood slaan en besloten tot de heropbouw van het kasteel, nu in de statige stijl van het Hollands classicisme. Die wederopbouw was in 1680 afgerond. Vanaf 1879 kwam het huis in het bezit van Graaf Godard van Aldenburg Bentinck die het, omdat het lange tijd had leeggestaan, liet renoveren door architect Pierre Cuypers. Zijn hand is onder meer terug te zien in het plafond van de bovengalerij. Een bijzondere gast aan het eind van de Eerste Wereldoorlog was de Duitse keizer Wilhelm II die er anderhalf jaar verbleef na in november 1918 zijn land te zijn ontvlucht. Sinds 1982 is kasteel Amerongen in bezit van de stichting Kasteel Amerongen Utrechtse Kastelen. Het verkeert nog geheel in de toestand zoals de familie van Aldenburg Bentinck het in 1940 als laatste bewoners achterliet.
Schoorsteenbrand Die momentopname was uitgangspunt voor de restauratie, zo vertellen Gijsbert van Hoogevest en Jan Roest van Van Hoogevest Architecten en Willem Brouwer (Stichting Kasteel Amerongen). “Er is geen sprake van een reconstructie maar van het zo laten zoals het was; er is nog heel veel terug te zien uit de zeventiende-eeuwse situatie, maar ook van de perioden erna”, vertelt Gijsbert van Hoogevest die in 1988 als architect voor de restauratie werd aangesteld. Op dat moment, zegt hij, was het duidelijk dat er iets moest gebeuren. Afgezien van de ingrepen van Cuypers was er nooit gerestaureerd of onderhoud aan het kasteel uitgevoerd. ▼
Bouwen aan monumenten
21
Prachtige monumentale hekwerken Toepassing van bladgoud
SMEDERIJ
ROMBOUT
Traditionele technieken Smeedwerk naar eigen ontwerp
Restauratie van: •
ijzer
•
gietijzer
•
rvs
•
lood
•
zink
•
brons
•
messing
•
koper
Rijksstraatweg 9 4197 BA Buurmalsen Tel.: 0345 - 57 22 84 Fax: 0345 - 57 48 47 www.rombout.com info@rombout.com
Jurriëns Monumenten Onderhoud Techniekweg 42 Postbus 40383 3504 AD Utrecht Tel. 030 - 2424001 Fax 030 - 2424002 www.monumenten onderhoud.nl mail@monumenten onderhoud.nl
“Zo weinig mogelijk overschilderen” Het reguliere schilderwerk in Kasteel Amerongen werd uitgevoerd door Schildersbedrijf Hoogstraten Haarzuilens B.V. Het bedrijf, gespecialiseerd in restauratiewerkzaamheden, was vanaf het begin gefaseerd bij de restauratie van het kasteel en de bijgebouwen betrokken, de afgelopen anderhalf jaar continu, vertelt Paul Hoogstraten, samen met zijn broer Wim eigenaar. “Tijdens eerdere fasen hebben we onder meer de oranjerie, het poortgebouw en het koetshuis geschilderd. Tevens zijn we in het kasteel begonnen, allereerst op de tweede verdieping.”
Nieuw schilderwerk.
Een schoorsteenbrand en het besef dat het bijzondere interieur en de collectie gevaar liepen, deed de alarmbellen rinkelen. Het toenmalige bestuur schakelde Van Hoogevest in en er werd een subsidie van vier miljoen gulden verkregen. “Een fors bedrag”, zegt Gijsbert van Hoogevest, “in ieder geval voldoende om de buitenzijde van het kasteel – het dak, de gevels en de hoofdbrug – op te knappen.” Bij gebrek aan eigen geld stagneerde het project vervolgens, herinnert hij zich, en het duurde enkele jaren voordat het weer werd opgepakt. “Om iets te forceren zijn bestuurders afgetreden. Iemand riep zelfs: ‘minister, hier heb je je kasteel terug’. Dat leidde ertoe dat het kasteel in de loop van de jaren negentig op de politieke agenda kwam en er weer – weliswaar eerst met kleine stapjes – aan gewerkt kon worden.”
Blindgelegde houten vloer Tien jaar geleden kwam de vaart er in, waarna het hele complex inclusief bijgebouwen, tuin en interieur kon worden aangepakt. Aan het grootste probleem – wateroverlast – werd echter het minste gedaan. “Dat komt door de ligging van het kasteel”, legt Jan Roest uit. “Het ligt in de uiterwaarden, in een overstromingsgebied en dat betekent van tijd
tot tijd wateroverlast, met name in het souterrain. Er zijn wel enkele maatregelen genomen, maar helemaal voorkomen kan niet, onder meer met het oog op de toenemende druk naarmate het water stijgt. We waren overigens bang dat de waterproblematiek de funderingen zou hebben aangetast, maar dat was gelukkig niet het geval.” Van Hoogevest en Roest noemen het hoofdhuis het lastigste onderdeel van het project. Enerzijds vanwege de constructieve problemen zoals aangetast hout, slechte balkkoppen, vochtproblemen in het metselwerk en roestend ijzer in de muren (onder meer bij ramen en kozijnen), anderzijds vanwege de opgave de authenticiteit met zorg te handhaven. Zoals het eeuwenoude behang dat op bepaalde plekken behoorlijk was beschadigd door optrekkend vocht. “Waar mogelijk hebben we dat hersteld. Alleen als het echt niet anders kon hebben we het gereconstrueerd. Dat was overigens op zich al een hele opgave.” Waar er in het hoofdhuis moest worden ingegegrepen – bijvoorbeeld omdat er leidingen moesten worden aangelegd of met het oog op beveiliging – is dat nagenoeg onzichtbaar gebeurt, merken Van Hoogevest en Roest op. “Kleinschalig, je zou het chirurgisch precisiewerk kunnen noemen. ▼
Hoogstraten legt uit dat er al een uitvoerig kleuronderzoek had plaatsgevonden en dat zij daar gedurende het werk diverse aanvullingen op hebben gedaan. Voor het schilderwerk werd gebruik gemaakt van klassieke lijnolieverf. “Het kasteel heeft veel van zijn vroegere sfeer behouden – alleen de tweede verdieping was enkele malen overgeschilderd en daarom werd besloten dit compleet over te schilderen. Op de andere verdiepingen is er zo weinig mogelijk overgeschilderd. We hebben zoveel mogelijk alle mechanische beschadigingen eruit gewerkt en de kleuren en wijze van schilderen afgestemd op het bestaande schilderwerk. Alleen op de tweede verdieping zijn we dus iets ingrijpender te werk gegaan. Omdat daar vaker een nieuwe schilderlaag was aangebracht was er een kleurig geheel ontstaan en het was onnodig dat helemaal vrij te leggen.” Om overal de juiste kleur en glansgraad te bereiken, moesten diverse proeven worden gezet. Het pigment in kalkverf droogt lichter op en in lijnolie donkert het na. Naast het schilderwerk bracht Schildersbedrijf Hoogstraten ook in een aantal vertrekken het behang aan. “Dat moest heel doordacht gebeuren omdat niet alles in het gebouw recht is”, aldus Hoogstraten. “Er moet dan worden bekeken hoe een behangpatroon zo gunstig mogelijk kan worden geplakt, zodat het zo min mogelijk stoort als een kamer bijvoorbeeld een aantal centimeter afloopt. Maar goed, dat is tevens de charme van werken in een mooi monument als Kasteel Amerongen.”
BOEK Van de restauratie van Kasteel Amerongen is een boek verschenen onder redactie van Carien de Boer-van Hoogevest (Van Hoogevest Architecten) met de titel ‘Het is zoals het was’, Restauratie Kasteel Amerongen 1988 – 2011. Het boek is te bestellen/verkrijgen bij: Stichting Kasteel Amerongen en de kasteelwinkel.
Bouwen aan monumenten
23
“Alles is maatwerk” Hoewel het motto ‘het is zoals het was’ uitgangspunt was bij de restauratie van Kasteel Amerongen, kon niet álles blijven zoals het was. Zo zijn in het kasteel geheel nieuwe installaties – verwarming, koeling, luchtbehandeling, sanitair, (brand)veiligheid en elektro – aangebracht door Van Dorp Installaties. Grootste moeilijkheid was – zoals zo vaak bij monumenten – de installaties in de daarvoor beschikbare ruimtes in te passen en leidingen en dergelijke zo onzichtbaar mogelijk aan te brengen, zonder hak- en breekwerk. “We hebben daarvoor zo veel mogelijk gebruik gemaakt van aanwezige schachten en schoorsteenkanalen”, maakt Gijs Folmer van Van Dorp Installaties duidelijk. “Daarnaast was er de nodige ruimte tussen vloeren en onderliggende plafonds. Het ketelhuis hebben we op zolder geïnstalleerd, verdeelkasten achter paneelwanden aangebracht. Zo is het gelukt de installaties uit het oog te houden. Alles is dan ook maatwerk.” Verder werd waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande elementen. Zo werden oude armaturen omgebouwd en geschikt gemaakt voor noodverlichting. Een belangrijk punt van aandacht was het binnenklimaat, met het oog op de aanwezige collectie. “Het is belangrijk dat het binnenklimaat zo constant mogelijk is”, aldus Folmer. “We hebben de installaties daar zo goed mogelijk op afgestemd.” Verder verrichtte Van Dorp Installaties gestuurde boringen onder de gracht naar het kasteel, ten behoeve van de nutsvoorzieningen (brand)beveiliging en andere infrastructuur. “We zijn echter niet op onvoorziene problemen gestuit; juist bij deze restauratieprojecten is teamwork belangrijk en moet je als bouwpartners iets voor elkaar willen betekenen om het optimale resultaat te behalen.” Het souterrain. (advertenties)
Thuis�op�alle�bouwgebieden�! adviesburo an�der �
Stichting Restauratie Atelier Limburg De SRAL kan u van dienst zijn met: Conservering, restauratie, project coördinatie en advies op het gebied van: • schilderijen op paneel en doek • polychrome sculptuur • schilderingen in historisch behang • moderne en hedendaagse kunst • papier, boeken, grafiek Opleiding, bijscholing en advies • partner in de Opleiding Conservering & Restauratie van de Universiteit van Amsterdam • cursussen preventieve conservering • stages voor buitenlandse studenten Materiaaltechnisch onderzoek van kunstvoorwerpen • microscopie en analyse van verfmonsters • röntgenonderzoek • infrarood reflectografie • historisch kleuronderzoek van monumentale schilderingen Publiekspresentaties van restauratieprojecten Venue Céramique 224 - 6221 KX Maastricht T. 043-3218444 - E. info@sral.nl www.sral.nl
24
Bouwen aan monumenten
� � � � � � � � � � � � � �
las�b.v.
verzorgen�van�aanvragen omgevingsvergunning�/�Wabo (bouwaanvragen) verzorgen�van�aanbestedingen bouwaanvraag-tekeningen bestek-�en�uitvoeringstekeningen EPN-berekeningen daglicht-�en�ventilatieberekeningen advies�en�opstellen�PvE kostenramingen planmatig�onderhoud bouwbegeleiding bouwtoezicht directievoering oplevering NU�OOK: energielabel en maatwerkadvies
Adviesburo�Van�der�Plas�b.v. De�Deimten�9 9747�AV��Groningen Telefoon:�050�-�5712666 Internet:�www.vd-plas.nl Mail:�adviesburo@vd-plas.nl
maakt Willem Brouwer duidelijk. “Onder de noemer ‘wegens restauratie geopend’ konden bezoekers op afspraak terecht – daarbij stond hun veiligheid overigens altijd voorop. We wilden de mensen zo nieuwsgierig maken, ze prikkelen na de restauratie terug te komen.” Vanwege het aantrekken van zo veel mogelijk bezoekers – Kasteel Amerongen is van de inkomsten afhankelijk – zijn de bijgebouwen hier en daar wat meer ingrijpend aangepast, al is het oorspronkelijke karakter nergens uit het oog verloren, aldus Brouwer. “De stallen en de ernaast gelegen, later aangebouwde vleugel – ook naar een ontwerp van Cuypers – hebben een hoogwaardige horecafunctie gekregen en zijn heel geschikt voor bijvoorbeeld een trouwerij of een concert. Door de oude elementen te handhaven zie je wel nog steeds dat dit vroeger de stallen waren.” Brouwer benadrukt dat tevens de collectie in het kasteel en de omliggende tuinen onderdeel van het gehele project uitmaakten. “Je kunt het een niet los van het ander zien.” Een aantal schilderijen, zegt hij, werd bij de SRAL in Maastricht gerestaureerd, andere stukken werden op het kasteel opgeknapt. ▼
In project gegroeid “We hebben onze brede kennis ingezet en nieuwe kennis opgedaan”, zo omschrijft projectleider Nils Blom van Jurriëns Monumenten Onderhoud het restauratieproject bij Kasteel Amerongen. Een project met een lange looptijd, zegt hij, want al in 1989 begon Jurriëns Bouw er met de eerste werkzaamheden. “Dat betrof de restauratie van het casco; enkele jaren later hebben we het bastion opgeknapt.” Vervolgens lag het project een aantal jaren stil. Tot 2000, toen Jurriëns werd gevraagd de werkzaamheden te hervatten. Dat begon met de oranjerie, het poortgebouw en de kademuren en vanaf 2005 kwam het ‘t Huys zelf weer in beeld, geeft Blom aan. “We zijn toen gestart met grootschalig onderhoud aan de buitenkant en tevens met het onderhoud en de restauratie van het interieur. Zo was er sprake van houtrot, hebben we deuren en kozijnen opgeknapt en tevens geroeste ankers geconserveerd en opnieuw aangebracht.” Blom wijst op de goede communicatie tussen de partijen en merkt op dat die zeker heeft bijgedragen aan een goed verloop van het project. “In veel gevallen vindt er eerst een technisch onderzoek plaats, dan overleg en vervolgens beginnen de werkzaamheden. Dat was hier ook het geval, alleen gefaseerd per ruimte. Dan werd kort voordat we eraan konden beginnen een zaal of kamer ontruimd, werd onderzoek gedaan, waarna overleg en uitvoering volgden. Dat was een zich herhalend proces en vraagt een wat andere manier van werken. Daar zijn we ingegroeid.” Nils Blom noemt de werkzaamheden aan Kasteel Amerongen verder een mooie uitdaging. “Vanwege het vaak hoge afwerkingsniveau werd er voortdurend een beroep gedaan op de brede kennis en het vakmanschap van onze medewerkers.”
Bijzonder behang Vloerconstructie.
Het stucwerk bijvoorbeeld, dat is per decimeter hersteld, alleen waar het stuk was. In het souterrain is de oorspronkelijke vloer er geheel uit gehaald en weer precies zoals het was teruggelegd. En de bruine kamer op de benedenverdieping is dusdanig authentiek opgeknapt, dat mensen die het al gezien hebben zich afvroegen of er wel iets was gedaan.” Bijzondere onderdelen van het gebouw zijn volgens beide heren de portrettengalerij met het plafond van Cuypers en de vloer in de Grand Salon. “Dat is een blindgelegde houten vloer uit 1680 die er nog piekfijn uitziet.”
Stofstrepen In eerste instantie werd het kasteel vanuit veiligheidsoverwegingen gesloten. Vanaf 2004 werd het echter weer opengesteld,
De reconstructie van behang voor Kasteel Amerongen is uniek te noemen.
Hij is wel wat gewend waar het op bijzondere oplossingen voor interieurs van monumentale panden aankomt, Dirk van Beek van Ruys Interieurs uit Zeist. De reconstructie van behang voor Kasteel Amerongen durft hij echter zonder meer uniek te noemen. “Bij toeval werden er restanten van behang van minstens 120, 130 jaar oud – en misschien nog wel ouder – in het kasteel gevonden. Omdat de insteek was gebouw en interieur de oude uitstraling te laten behouden werd besloten een reconstructie van het behang te maken.” Dat kan, zegt Van Beek, door middel van blokdruk, maar dat zou een bijzonder kostbare aangelegenheid zijn geworden omdat het om een zeventien-kleuren-druk ging. Daarom werd er gekozen voor digitale print, eveneens niet goedkoop, maar veel minder duur dan blokdruk. “Het was voor het eerst dat de digitale printtechniek op deze manier in Nederland werd toegepast, dus dat is zonder meer uniek.” Voorafgaand aan het printen vond een gedegen onderzoek plaats, in samenwerking met kenners op het gebied van historisch behang. Zo werd een dessin ontworpen dat helemaal overeenkwam met het behang zoals het in het verleden de wanden van deze ruimte in het kasteel had gesierd. “De achtergrond is ton sur ton in drie kleuren, de voorgrond in veertien kleuren” verduidelijkt Dirk van Beek. “Verder hebben we er op gelet dat het behang de juiste matheid kreeg.” Het was een werk met een hoge moeilijkheidsgraad, zegt hij, en voor Ruys Interieurs een pilot die wellicht als basis voor toekomstige projecten kan dienen.
Bouwen aan monumenten
25
schildersbedrijf
HOOGSTRATEN HAARZUILENS BV binnen- en buitenschilderwerk behang- reklame- en dekoratiewerk isolerend glas en glasreparatie PASTOOR OHLLAAN 29 - 3451 CB VLEUTEN - TEL. 030 - 677 51 86 W W W. S C H I L D E R S B E D R I J F H O O G S T R AT E N . N L
CON NSTR RUCTIIEBUR REAU U DE PROU P UW BV V ADVIE ESBUREAU VOO OR BOUW WCONST TRUCTIES
Posttbus 164 4 3980 0 CD BU UNNIK www.de-prouw w.nl T 030 25 40 888 4 F 030 25 14 457 prouw.nl M buro@de-p
Nieuwb bouw Renov vatie Restau uratie
Met zijn opmerking dat de na het verwijderen van de schilderijen zichtbare stofstrepen niet werden verwijderd, onderstreept ook Brouwer dat alles erop was gericht het kasteel zo te laten zoals het was. En dat gold eveneens voor de kasteeltuin. “De landmeterskaart van Bernard de Roij uit 1683 vormt nog steeds de basis voor de indeling, maar je ziet ook latere aanpassingen terug, zoals barokke elementen uit achttiende eeuw en de Engelse landschapsstijl en elementen uit de neo-renaissance.” Op 1 juli werd Kasteel Amerongen officieel geopend. Om de band met het verleden te benadrukken, kregen filmmakers Peter Greenaway en Saskia Boddeke de opdracht een multimediale installatie voor het hele kasteel te ontwerpen. Met behulp
van filmprojecties in de diverse kamers worden bezoekers teruggevoerd naar een midzomerdag in 1680. In de projecties komen de adellijke bewoners en hun bedienden, keukenhulpen en hoveniers, soldaten, minnaressen, monarchisten en republikeinen weer tot leven. Voor een optimaal effect worden de kamers nog niet helemaal ingericht. Dat gebeurt de komende jaren stap voor stap. Aan het eind van het gesprek zeggen Gijsbert van Hoogevest, Jan Roest en Willem Brouwer dat alle partijen in goede samenwerking en in nauw overleg deze moeilijke klus tot een goed einde hebben weten te brengen. “We hebben het onszelf niet gemakkelijk gemaakt. Maar uiteindelijk hebben we loon naar werken gekregen. Kasteel Amerongen herleeft en leeft voort.” ■
“Alles is te herstellen” Een opdracht met een lange looptijd – weliswaar gefaseerd uitgevoerd – maar zonder onoverkomelijke problemen. “Dat heeft grotendeels te maken met het feit dat we veelvuldig bij uiteenlopende restauratieprojecten zijn betrokken en op dat vlak een ruime kennis en ervaring hebben”, zegt Theo Vernooij, directeur van Smederij Rombout uit Buurmalsen. Tien jaar geleden begonnen de werkzaamheden bij Kasteel Amerongen met de grote toegangspoort. Die werd onder meer gerestaureerd en van bladgoud voorzien. Onlangs werd het werk opgeleverd. “We hebben uiteenlopende dingen gedaan”, merkt Vernooij op. “Zoals het herstellen van de sloten en het hang- en sluitwerk, het eveneens herstellen van de muurverankering en elementen van de Engelse brug en de ophaalbrug, het bijwerken van messing elementen, het restaureren van de gietijzeren balusters en noem maar op.” Uitgangspunt van de werkzaamheden was om zo veel mogelijk de oorspronkelijke materialen te handhaven. Geen probleem volgens Vernooij. “Alles is te herstellen.” Of een onderdeel moet kwijt zijn, zegt hij, zoals de sleutels van sommige sloten. “Die hebben we in stijl nagemaakt. Dat was wel uitzoekwerk, want geen slot is hetzelfde.” Nagemaakt werden ook enkele verdwenen bevestigingsbeugels van de ouderwetse telefoonleiding in de kelder. “Het verschil is nauwelijks te zien.” Per situatie werd bekeken of herstel de voorkeur had of het namaken van een element. Dat laatste betrof onder andere twee lantaarns aan de gevels van de bijgebouwen. “Het was steeds een afweging die in overleg met opdrachtgever en architect werd gemaakt. Waarbij we het oorspronkelijke karakter van het gebouw nooit uit het oog verloren.”
“Het is tenslotte een waterkasteel” Of Constructiebureau De Prouw iets kon doen aan de scheurvorming in Kasteel Amerongen, zo luidde de vraag zo’n tien jaar geleden. Uiteraard, was het antwoord van eigenaar André de Prouw. “We hebben samen met een hydroloog van Fugro Geoservices een analyse gemaakt en ontdekten dat de kern van het probleem bij de hoogwaterperiodes ligt. Door het water rondom het kasteel weg te pompen heeft men in het recente verleden het souterrain watervrij willen houden. Daardoor ontstond echter een onderstroming die zand wegvoerde, waardoor het kasteel verzakte. En dat veroorzaakte de scheurvorming.” Na die conclusie waren er diverse oplossingen mogelijk. Er werd gekozen voor de meest praktische en wellicht ook voor de hand liggende: het herstellen van de waterhuishouding. Dus bij hoog water met beleid pompen. Het souterrain loopt bij extreme waterhoogte dan wel enigszins onder, maar het wegspoelen van zand en dus verzakking wordt voorkomen. “Het is tenslotte een waterkasteel”, merkt André de Prouw op. “De oplossing sluit bovendien aan bij het uitgangspunt van de restauratie: ‘het is zoals het was’.” Voor een juist pompprotocol werden rondom het kasteel nauwelijks zichtbare peilbuizen geplaatst voor het uitvoeren van metingen bij het stijgen van het water. Vervolgens kon Constructiebureau De Prouw aan de slag met het herstel van de scheuren en het metselwerk. Verder was de houtconstructie op sommige plekken sterk aangetast. Een ander aandachtspunt was de slappe en aangetaste vloerconstructie van de verdieping. “We hebben die hersteld door telkens één balk op te hangen aan een tijdelijke staalconstructie boven de vloer. Dat gebeurde aan de hand van een uitgetekend stappenplan. We hebben alle balkkoppen vrijgemaakt en vervolgens van vast punt naar vast punt gewerkt. Dat was tijdrovend, maar we hoefden niet door het onderliggende sierplafond te gaan.” De aangetaste houten balken werden deels vervangen en deels met behulp van epoxy hersteld. Verder werd de kapconstructie op traditionele wijze met houtverbindingen gerestaureerd. Behalve in het kasteel zelf was De Prouw eveneens actief in de bijgebouwen. “Zoals de constructie voor de entresol in de stal. Die is zo aangebracht dat hij er, indien in de toekomst gewenst, weer kan worden uitgehaald. Het gebouw is zo functioneel, zonder dat het is aangetast.”
Bouwen aan monumenten
27
Terughoudend gerestaureerd 28
Bouwen aan monumenten
Het behouden van de samenhang tussen gebouw, interieur en collectie was een belangrijk aandachtspunt bij de restauratie van Kasteel Amerongen. De diverse generaties bewoners voegden allemaal iets toe aan dat geheel zodat er een ensemble ontstond waarvan de delen niet los van elkaar kunnen worden gezien.
J
uist dat ensemble maakt het kasteel bijzonder en moest dan ook gehandhaafd worden, aldus Nico van der Woude, hoofd projecten historische binnenruimten bij de SRAL (Stichting Restauratie Atelier Limburg). De SRAL – die zich onder meer bezighoudt met conserving, restauratie en advies op het gebied van (kunst)schilderwerk – werd in 2002 bij het project betrokken. Op dat moment was de buitenzijde van het Huys klaar en wilde men met het interieur beginnen. Nadat het project vanwege het ontbreken van financiële middelen eind jaren negentig een tijdlang stil lag, werd het in 2005 weer opgepakt. Ook de SRAL werd er weer bij betrokken. “Zodat we met onze expertise konden bijdragen aan een integrale restauratie van het geheel. Want dat was vanaf het begin het uitgangspunt: aan Kasteel Amerongen is in de loop der eeuwen weinig veranderd. Zoals de laatste adelijke bewoner het in 1940 achterliet, zo lag het er nog steeds bij. En zo moest het ook behouden blijven.” Er was weinig aan veranderd, maar ook nauwelijks onderhoud gepleegd, merkt Van der Woude op. Dat bleek zowel tijdens de inventarisatie als het uitvoeren van de werkzaamheden. De SRAL werd eerst gevraagd om te inventariseren en een plan op te stellen aan de hand waarvan fondsen konden worden geworven. “We hebben geadviseerd de collectie in huis te laten en ter plekke, in samenhang met huis en interieur, terughoudend te restaureren. Om eigenlijk niet meer te doen dan integraal te conserven en zo het versnelde verval af te remmen. Door alles bij elkaar te houden kun je de werkzaamheden en het resultaat op elkaar afstemmen.” Het in situ restaureren van de schilderijen, waarbij naast de SRAL ook freelance restauratoren zoals Pauline Marchand en Oda van Maanen waren betrokken, bleek echter niet geheel mogelijk, geeft Van der Woude aan. Een deel van de schilderijen was namelijk in slechtere
staat dan verwacht, met name de schilderijen op de bovengalerij. Die werden alsnog naar het atelier van de SRAL gebracht. “Het ging niet anders. Om ze te herstellen moesten we bijvoorbeeld eerst de techniek uit de beginperiode bestuderen. Behalve dat je ze uit hun context haalt, komen de werken ook in een ander klimaat. Dat was helaas niet te vermijden, al hebben we de meest kwetsbare stukken niet uit het huis gehaald.” De SRAL begeleidde verder het reguliere schilderwerk. Daarvoor was eerder door kunsthistoricus Elsbeth Geldhof kleuronderzoek gedaan. Aan de hand van de uitkomsten daarvan adviseerde de SRAL over de juiste aanpak en manier van schilderen. “Ook hier gold terughoudendheid”, aldus Van der Woude. “Niet alles overschilderen, maar handhaven waar dat mogelijk is en alleen ingrijpen waar het nodig is. Het behang is eveneens zo aangepakt: alleen herstellen waar het moet.” Vanaf nu is het tijd voor een volgende fase, merkt Van der Woude vervolgens op. “Na de herdenking van de vrede van Utrecht in 2013 zal de collectie geleidelijk in het huis teruggebracht worden. In die periode zal een begin worden gemaakt met een regelmatiger onderhoud en een voortgaande conservering. Tevens wordt bekeken waar schilderijen in samenhang met de rest van het interieur zullen worden gerestaureerd. Daarna zal er een onderhoudsplan voor de lange termijn worden gemaakt. Dat is noodzakelijk. Daar zijn wel fondsen voor nodig. We willen het belang van dat onderhoud daarom zichtbaar maken. Bijvoorbeeld door in het huis een schilderijrestauratie te tonen. Wellicht als aanzet naar een Restauratie Expertisecentrum binnen een ateliersituatie, ook ten behoeve van andere instellingen. De komende tijd zullen we samen met de opdrachtgever en andere partners gaan kijken op welke manier we dat vorm kunnen geven.” ■
Bouwen aan monumenten
29