32 minute read
Even voorstellen
10 5
Advertisement
Prof. Amr Ryad - KULeuven
Code inschrijving: nj20 39
In de moderne Arabische literatuur is Andalusië vaak het verloren paradijs van moslims in Europa. Prof. Amr Ryad (KUL) linkt dit nostalgische beeld in Arabische poëzie, reisverslagen en romans aan evoluties in de internationale politieke geschiedenis.
VOOR ELKE OPGELET! INSCHRIJVEN IS VERPLICHT LEZING AFZONDERLIJK
via http://upv.vub.ac.be/aanbod (je ontvangt onmiddellijk bevestiging van uw inschrijving) Inkom: UPV lid - Lid VKP VUB/ EhB/UZ Brussel - Studenten (alle) en personeel Vrije Universiteit Brussel: € 2
Anders: € 5 Locatie: Vrijzinnig Antwerps Trefpunt - De Burburestraat 11 - 2000 Antwerpen
EVEN VOORSTELLEN Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel Inge Verloo, een huisvandeMens in je buurt. In een huisvandeMens kan je terecht voor: directeur van het huisvandemens Antwerpen Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten …
Hallo, Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische Als nieuwe directeur voor de huizenvandeMens Antwerpen plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, wil ik mij met veel plezier even voorstellen aan jullie. een overlijden of afscheid … Gesprekken Ik woon te Edegem, ik ben getrouwd en heb een dochter van 15 jaar. Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving.
Ik heb 18 jaar gewerkt bij KBC, waarvan de laatste jaren Waardig levenseinde als teamleider van een IT-team in het domein van de Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring. kredietrisicoberekeningen. Ik switch dus bewust weg van de Gemeenschapsvorming cijfertjes naar meer focus op de mens. De dingen die ik tot nu Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en toe heb ontdekt waar deMens.nu in betrokken is, vind ik zeer geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig knap. Ik ben dan ook heel blij dat ik hier deel van kan uitmaken humanistische verenigingen en ontmoetingscentra. en kijk er naar uit om hierin mijn steentje te gaan bijdragen. Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Ik vind het heel fijn om te horen dat er een goed lopende Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of samenwerking is met het Vrijzinnig Antwerps Trefpunt meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten.
en de huisvandeMens-vrijwilligers. Zelf geef ik als De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu vrijwilliger les aan een acro-team en zit ik in de raad van deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen bestuur van Turnkring Volharding Berchem. Nog wat in Vlaanderen en Brussel meer info over mij kan je in de kleine collage vinden! Ik kijk uit naar het moment dat onze vrijwilligers en medewerkers weer vrij mogen binnenstappen in ons huis. Hopelijk tot binnenkort en blijf gezond, Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar. Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Inge Of telefoneer naar 02 735 81 92
De koloniale wereld moet wijken voor een wereld van sociale rechtvaardigheid
Sabelo
Koloniale standbeelden weghalen betekent niet dat de geschiedenis INTERVIEW weggegomd wordt. Het is een actie om geschiedenissen en mensen die met geweld onderdrukt werden opnieuw zichtbaar te maken. Daarom is het ‘sorry’ van koning Filip een goede zaak, zegt historicus Sabelo Ndlovu-Gatsheni. Het is een erkenning van kwaad dat aangericht werd. Maar om de wereld te dekoloniseren tot een wereld van sociale rechtvaardigheid is véél meer nodig.
Gie Goris, Hoofdredacteur MO* Sabelo Ndlovu-Gatsheni had al een maand in Duitsland moeten zijn. Hij gaat namelijk het departement Epistemologies of the Global South and African Studies aan de Universität Bayreuth leiden. Maar COVID-19 maakt de University of South Africa. En hij publiceerde onder andere Empire, Global Coloniality and African Subjectivity en Coloniality of Power in Postcolonial Africa: Myths of Decolonization. ‘Je moet de actuele ontwikkelingen in het juiste historische perCoalities van strijd, op de eerste plaats. De koloniale protesten hebben planetaire omvang gekregen en zijn klasse-, gender- en rasoverschrijdend de verhuis voorlopig onmogelijk. spectief plaatsen’, reageert Sabelo Dus bevindt hij zich in Pretoria als Ndlovu als ik vraag hoe hij aankijkt the World (1993). ‘Volgens dat kolowe afspreken voor een interview, tegen de plotse opstoot van dekoniale wereldbeeld was Europa het op de dag dat koning Filip zijn loniaal protest in Europa, als reaccentrum van de wereld, terwijl de diepste spijt betuigt voor het tie op de politiemoord op George rest van de wereld in wezen leegkoloniale verleden van koning Floyd in de Verenigde Staten. ‘Want heid was die ontdekt moest worLeopold II en de Belgische staat. het koloniale wereldbeeld bepaalt den. Natuurlijk waren er in de ware
Ndlovu heeft wel wat te zeggen ook vandaag nog heel veel relaties wereld van toen ook overal menover koloniale verhoudingen en en ontwikkelingen. Daarom moet sen, maar het koloniale wereldbeeld post-koloniale dromen: hij is histoje dat vertrekpunt goed begrijpen werd gehandhaafd door twee benaricus en een van de leidende acaals je echt wil weten wat er vandaag deringen: ofwel werd de bevolking demische stemmen in Afrika in speelt en gebeurt.’ gezien als minder menselijk dan de het dekoloniaal debat. In Pretoria Sabelo Ndlovu gebruikt de anaEuropeanen, ofwel werden ze verwas hij verbonden aan het deparlyse van zijn collega James Blaut, uit dreven of uitgemoord. tement Development Studies aan zijn boek The Colonizer’s Model of Op die manier werd het beeld
Ndlovu
van een wereld in duisternis gehandhaafd: een wereld zonder mensen, zonder intellectuele ambitie, zonder licht. De Europeanen konden de door hen “ontdekte” wereld dan ook in bezit nemen, benoemen, bevolken met hun eigen mensen en markeren met hun eigen symbolen.’
SABELO NDLOVU: Het meest uitgesproken voorbeeld van de actuele consequenties van die geschiedenis, zijn natuurlijk de Verenigde Staten. Het zijn de mensen die uit Europa gekomen zijn, die vandaag als Amerikanen beschouwd worden. Zij veroverden het continent op de assen van de inheemse gemeenschappen die uitgeroeid of onderworpen werden. De VS zijn het schoolvoorbeeld van de settler colony, een kolonistenkolonie. De Amerikaanse revolutie van 1775 was een opstand van kolonisten tegen de metropool om onafhankelijk te worden in een land dat hen niet toebehoorde. De basisregel in een kolonistenkolonie is dat de levens van de inheemse bevolking niet meetellen. De moord op George Floyd was de consequentie van die logica, want de VS hebben op geen enkele manier een dekolonisatieproces ondergaan. Maar George Floyd vertegenwoordigt niet de oorspronkelijke bevolking van de Amerika’s.
SABELO NDLOVU: Inderdaad. Amerika werd ook gebouwd op basis van de massale verplaatsing van Afrikaanse bevolkingen door de slavenhandel.
Wat inheemse bevolkingen en zwarte
Amerikanen delen met elkaar, is blackness, in de politieke betekenis van het woord zwart. Die politieke betekenis is direct verbonden met dat koloniale wereldbeeld waarin iedereen die niet is zoals de Europeanen vanzelf een vreemdeling wordt, ook in zijn eigen land. Dat is ook de grens waarop de
Amerikaanse burgerrechtenbeweging van de jaren 1950-1960 stootte.
De zwarte activisten vochten voor gelijkheid en democratische rechten, maar zagen niet dat ze dat deden binnen de context van een kolonistenkolonie, waar democratie en rechtsstaat wel degelijk bestaan, maar enkel voor de kolonisten, niet voor de andere mensen of gemeenschappen. Dat betekent meteen dat je alleen een echte, duurzame democratie kan opbouwen als de politiek en het wereldbeeld waarop die draait gedekoloniseerd worden.
De moord op George Floyd heeft de actualiteit van het koloniale systeem voor heel veel mensen opnieuw duidelijk gemaakt, samen met het feit dat er in de jaren 1960 ook in Afrika geen echt dekoloniseringsproces heeft plaatsgevonden. We leven nog altijd niet in een postkoloniale, laat staan in een postraciale wereld. Dat verklaart de schokgolven doorheen Europa, maar ook in Zuid-Afrika.
Toen de politie hier in 2012 meer dan dertig stakende mijnwerkers voor het oog van de camera’s doodschoot, was er nauwelijks reactie of interesse in de rest van de wereld. Want in de koloniale wereld bestaat er een hiërarchie van leven: zoveel te witter, zoveel te hoger op de ladder en zoveel te belangrijker je leven; zoveel te zwarter, zoveel te minder je leven telt en zoveel te korter je levensverwachting.
Als u het zo stelt, lijkt het om een hiërarchie te gaan die volkomen los staat van klassenverschillen. Alsof er alleen verdrukte zwarten zijn en alsof alle blanken het beter hebben. Is dat vol te houden in een wereld met complexe ongelijkheden?
SABELO NDLOVU: Heel terechte tussenkomst. Het gaat natuurlijk om een complexere hiërarchie dan een tweedimensionale verdeling tussen wit en zwart. De koloniale matrix van macht en ongelijkheid heeft veel verschillende verschijningsvormen. Voeg er zeker ook de genderongelijkheid aan toe, en klassenongelijkheid. Zowel binnen de verdrukte groep als binnen de groep die zichzelf centraal plaatst, bestaan er tegenstellingen.
Het is niet zo dat er witte vrouwen niet gediscrimineerd worden, of dat er geen witte armen of uitgebuite werkers zijn.
Anderzijds verdwijnt door die complexiteit de grote opdeling van de wereld niet. Franz Fanon zegt dat de wereld uiteenvalt in een zone van bestaan en een zone van niet-bestaan. Het is niet dat vrouwen of arbeiders niet uitgebuit worden, maar zij kunnen wel nog terugvallen op wetten die de ongelijke machtsrelaties regelen. In de zone van niet-bestaan, zegt Fanon, gelden vooral de wetten van geweld, toe-eigening en onteigening.
Hoe de hiërarchie van bestaan en niet-bestaan werkt, wordt duidelijk geïllustreerd door het volkomen negeren van de doden die door ordediensten veroorzaakt worden in Zimbabwe, terwijl zelfs de dood van een zwarte man in de
VS wereldwijd resoneert, want op wereldschaal is Zimbabwe een zone van niet-bestaan en de VS een zone van bestaan.
Dezelfde dynamiek zie je aan de wereldwijde aandacht voor een standbeeld dat in het Verenigd
Koninkrijk van zijn sokkel gesto
ten wordt, terwijl het verwijderen van standbeelden in Zuid-Afrika de voorbije jaren nul aandacht kreeg. Het mooie is dat de dekoloniale protesten niet langer beperkt zijn tot landen in de mondiale periferie, maar dat ze planetaire omvang gekregen hebben, en dus ook in de metropolen plaatsvinden.
Bovendien zijn de protesten klasse-, gender- en rasoverschrijdend. Dat ook degenen die in principe profiteren van de ongelijke wereld die orde nu verwerpen, is veelbelovend.
De antiracistische en dekoloniale protesten van de voorbije weken werden sterk gefocust op koloniale standbeelden. Is dat terecht?
SABELO NDLOVU: In elke bevrijdingsstrijd zijn er soft targets, makkelijke en bereikbare doelwitten. Die zijn belangrijk omdat ze helpen de strijd en de woede zichtbaar te maken en op de maatschappelijke agenda te zetten, zeker als je er overwinningen mee kan scoren. Maar dat betekent niet dat de strijd zich helemaal in die soft targets mag verliezen. Het gaat niet over de standbeelden, het gaat over de ongelijkheid. Tegelijk moeten we beseffen dat deze standbeelden symbolische handtekeningen zijn waarmee de heersers hun controle van de wereld gemarkeerd hebben. Een standbeeld van Cecil Rhodes aan de universiteit van Kaapstad was bedoeld om duidelijk te maken aan de inheemse bevolking dat deze man hun land en leven overwonnen heeft, opgeëist heeft en vervolgens zijn naam gegeven heeft. Zijn standbeeld staat bovenop de namen en mensenlevens die er waren toen de kolonisatoren aankwamen en de lokale levens degradeerden en onzichtbaar maakten.
Hetzelfde standbeeld van Rhodes in Groot-Brittannië wordt vooral gebruikt om aan te kondigen dat hij een held van het Britse Rijk was. De vraag waarom zo iemand nog steeds die heldenplaats krijgt, is vandaag zeer terecht. De moeilijkheid is dat het plunderen van het Zuiden mee gezorgd heeft voor het kapitaal dat de welvaartsstaat mogelijk maakte in het Noorden. Dat compliceert de gezamenlijke strijd.
Ook binnen de antiracistische bewegingen zit niet iedereen op dezelfde lijn.
SABELO NDLOVU: Sommige mensen argumenteren dat het verwijderen van de standbeelden gelijkstaat met het uitgommen van de geschiedenis. Maar de standbeelden symboliseren net het wegvagen van andere geschiedenissen die bestonden voor de koloniale bezetting en overheersing. Het gaat dus niet over het weggommen van geschiedenis, wel om het opnieuw zichtbaar maken van een menselijkheid die overschreven werd. Daarnaast moeten we er ons goed van bewust zijn dat het zichtbaar maken en opvoeren van de dekoloniale strijd uiteraard ook resulteert in het versterken van de reactie. We zien een verharding van de verdedigers van de koloniale wereldorde zoals die vandaag nog bestaat. Daarom is het ook belangrijk voor ogen te houden dat de dekoloniale strijd geen single issue strijd is, we engageren ons in de strijd tegen een heleboel ongelijkheden en op diverse terreinen. Het gaat niet alleen over kennis en geschiedenis, maar ook over financiële macht en
economische verhoudingen. Kijk maar naar het blijvende gewicht van de Franse Nationale Bank in de West-Afrikaanse CFA-munt.
De uitdaging is om de verschillende strijdervaringen en -perspectieven samen te brengen en te verbinden. De strijd tegen de koloniale wereldorde in het Zuiden moet kunnen samengaan met de strijd tegen imperiale verhoudingen in het Noorden. De bevrijding van de verdrukte moet samengaan met de strijd tegen de bereidheid om te onderdrukken, want de menselijkheid van ons allen wordt geschaad door hetzelfde imperium of de koloniale orde.
Is het “diepste spijt” van de Belgische koning Filip over het geweld in Congo Vrijstaat en de uitbuiting in Belgisch Congo een belangrijke stap vooruit of een leeg gebaar?
SABELO NDLOVU: Het is belangrijk.
De-imperialiseren van het Noorden start met kleine stappen en het erkennen van kwaad dat geschied is. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om de relatie tussen Congo en België, die gevestigd werd in dat kwaad, van zijn koloniale karakter te ontdoen.
Dat de koning dat uitspreekt, is dus een goede keuze. Maar het is niet voldoende. Italië heeft zich verontschuldigd tegenover Libië, Duitsland tegenover Namibië.
Het is pas als de hele koloniserende wereld bereid is om de voormalig gekoloniseerde wereld als gelijke te behandelen, dat die excuses vruchtbaar kunnen worden.
In de ware wereld van geopolitieke machtsconcurrentie lijkt dat een utopisch perspectief: vaag, veraf en dus in principe ok voor iedereen, imperialisten en dagelijkse racisten incluis.
Het dekoloniale verhaal kan mensen verbinden in een strijd tegen de machtshiërarchie, zowel op het persoonlijke vlak als het macropolitieke vlak
SABELO NDLOVU: Ik denk in elk geval dat de wereld nood heeft aan meer utopische idealen en verwachtingen.
Het utopische taalregister helpt mensen om zich een andere wereld dan de huidige ordening voor te stellen en ernaar te streven. Het wegvallen van utopieën definieert de ideeënarmoede van vandaag.
Dat is het belang van het dekoloniale verhaal, omdat het mensen kan verbinden in een strijd tegen de machtshiërarchie die de maatschappij nu domineert, zowel op het persoonlijke vlak als het macropolitieke vlak. Het bestaan van supermachten die iedereen willen domineren in de wereld is immers een teken van barbaarse verhoudingen, niet van vooruitgang.
Wie op zoek is naar een alternatief – een andere wereld die mogelijk is, andere kennis, andere menselijke relaties – heeft nood aan een perspectief dat de hiërarchie verwerpt.
Maar het alternatief zal niet ontstaan vanuit een consensus tussen mensen of landen, maar als resultaat van een veelheid aan strijdvormen: feministische strijd, inheemse bewegingen, volksbewegingen. U verwijst niet meteen naar de universele mensenrechten als fundament voor die diverse strijdvormen. Mankeert er iets aan die mensenrechten?
SABELO NDLOVU: De vraag is: wie is de mens in het mensenrechtenconcept? Die vraag is van groot belang in een wereld die nog gefundeerd is op koloniale overtuigingen. Die vraag is belangrijker vandaag dan ooit, omdat de koloniale wereld in de huidige neoliberale vorm die menselijkheid ontneemt aan heel veel mensen. Als iedereen, elke mens, elke vrouw, elke man, erkend zou worden als volwaardig en volkomen mens, dan waren veel andere discussies vandaag al overbodig. De dekoloniale beweging is niet tegen de mensenrechten als fundament, maar eist eerst de menselijkheid op voor elkeen, op gelijke basis.
Gie Goris, Hoofdredacteur MO* is sinds december 1990 voltijds actief in de mondiale journalistiek, eerst als hoofdredacteur van Wereldwijd (1990-2002), daarna – sinds 2003 - als hoofdredacteur van MO*
Daarmee onderlijnt u het belang van coalities, want één beweging alleen kan niet voor verandering zorgen?
SABELO NDLOVU: Goed punt. Ik wijs er heel vaak op dat zelfs een oppermachtige supermacht als de Verenigde Staten meteen militaire coalities opbouwt, zelfs om een klein land als Libië aan te vallen. Wij mogen dus niet geloven dat elk van ons apart het grote systeem kan aanvallen en overwinnen.
Met dank aan MO* magazine MO*, voluit Mondiaal Nieuws, is een Belgisch, Nederlandstalig, tijdschrift dat vooral internationaal nieuws brengt, met een focus op ontwikkelingssamenwerking en anders-globalisme. Meer informatie over MO* vind men ‘on-line’: www.mo.be
[ 26 ] vat 84 dekoloniserings- parcours Het Wandelen langs Congolees erfgoed in België
LUCAS CATHERINE
Niet dat ik de brave man ervan verdenk, maar qua timing, lijkt het alsof Lucas Catherine heeft afgesproken met BOEKBESPREKING de iconoclasten die overal in den lande met de verfkwast tekeer gaan tegen beeltenissen van de vorst die ons De Kongo geschonken heeft. Leopold II, de geniale soeverein die beschaving, onderwijs en nog een en ander naar zwart Afrika bracht. A lthans volgens de schoolboekjes die de jeugd tot niet eens zo heel lange geleden, te zien en te lezen kreeg. Dat het ‘een en ander’ nogal wat collategeval schijnt te zijn. In verband met de leiders uit eigen rangen van na de onafhankelijkheid sprak kardinaal Ambongo Besungu, tijdens de herdenking van die onafhankelijkheid, niet mis te verstane woorden: van quiz-vragen, blijft dat immers droge kost. Maar, wees gerust, er volgen ruim voldoende sappige verhalen die je aandacht vasthouden. De auteur neemt je mee op een parcours langs gebouwen, straral damage veroorzaakt heeft On ( de zwarte leiders) accède au ten en pleinen waar straatnamen, Max Schneider werd eerst ontkend en pas veel later schoorvoetend toegegeven. Hoe de defenestratie van de geliefde vorst verder verloopt zien we de volgende weken en maanden in de pouvoir pour jouir, non pas rendre service à ceux qui sont sous ma res ponsabilité mais pour jouir comme le Blanc. Alors que ce dernier, quand il était assis sur ce fauteuil, Verhalen achter de media; Of jaren, want zo’n il ne faisait pas que jouir. beelden kunnen zowel maatschappelijke kanteling kan Il travaillait. Il comprenait le sens de mooier als lelijker dan even duren. Die aarzeling om voluit te gaan son travail. Niet mijn woorden! de monumenten an voor schulderkenning, excuses en Net zoals dat bij de stichting van sich zijn, maar ze zijn herstelbetaling heeft uiteraard iets België gebeurd was, voerde men tijalleszins verbijsterend met geld te maken, maar toch ook met ambivalentie. De oud-kolonidens de kolonisatie een cultuur beleid dat erop gericht was, uit als je ze door een alen die graag de scholen, ziekenhet niets, een eigen geschiedenis hedendaagse bril bekijkt. huizen, spoorwegen en infrastructe creëren. Kunstenaars en vooral Leopold II krijgt de tuur in herinnering brengen, kun je nog verwijten dat al dat goeds er uit beeldhouwers kregen de opdracht heldhaftige monumenten in brons verfkwast te verduren, welbegrepen Belgisch eigenbelang te gieten. Steden en gemeenten maar na de wandeling gekomen is, maar wat zeg je tegen werd dringend verzocht straten en langs dit herinneringshedendaagse Congolezen die stellen dat ze vroeger weliswaar geslapleinen naar een koloniale ‘held’ te vernoemen. parcours wordt het gen en vernederd werden, maar dat Het boek komt enigszins traag duidelijk dat hij absoluut ze onder de Belgen driemaal per op gang, maar laat u niet ontmoeniet alleen was om dag te eten hadden en dat die infra structuur daadwerkelijk functiodigen door oplijstingen van adressen waar ooit iets koloniaals geveszich aan het Afrikaans neerde, wat vandaag niet meer het tigd was; behalve voor opstellers buffet te bedienen.
dekoloniserings- parcours
beeldhouwwerken of historische gebeurtenissen aanleiding vormen voor verhalen en duiding. Pittige anekdotes bijvoorbeeld over 1308 afgehakte handen of over Woeste, de figuur uit de Priester Daens-film, die stelt dat dat soort daden normaal en noodzakelijk was om die onbeschaafde inboorlingen toch een beetje arbeidsethos en discipline bij te brengen. Ja, als je een sneeuwvlokje bent of heel erg woke, kan je het boek misschien beter lezen met een maagtabletje bij de hand.
De verontwaardiging van politiek Links is groot als commentatoren ter rechter zijde opmerken dat je dat soort toestanden in zijn historische context moet beoordelen. Benieuwd of dat tweesnijdend zwaard ook zal gebruikt worden tegen oppersocialist Emile Vandervelde die vond dat de Belgen massaal naar Kongo moesten trekken om de zwarten te emanciperen en de zionistische kolonisatie van Palestina was dan weer een uitstekend idee als een vorm van lokaal socialisme. En als u meer van het zwaardere werk houdt: De Société Générale leverde het Kongolese splijtstof voor Hiroshima en Nagasaki. U leert ook het verschil tussen Congo en Kongo, maar dat terzijde.
Het boek speelt zich af op een spectrum van beklijvende verhalen tot nauwelijks boeiende wetenswaardigheden. Het saldo daarvan is best positief, maar je moet er de mindere momenten voor over hebben. Een beetje zoals het leven kortom. Soms dacht ik: het ware handig geweest als er een plattegrond had bijgezeten. Maar door de, vooral in en rond Brussel, schier onoverzichtelijke oplijsting van namen en plaatsen, zou dat onbegonnen werk zijn. Diehards moeten zich maar met Google behelpen of ter plekke gaan kijken.
Ik verklap u de pointe niet van het verhaal achter het ‘Lippens en De Bruyne’-monument in Blankenberge, maar je leest het met een wrange grimlach want de geschiedenisvervalsing neemt daar toch wel een zeer hoge vlucht waarbij er helemaal niets meer overblijft van wat het verondersteld werd te zijn.
Iets dat apologeten van onze aanwezigheid in Afrika vaak ter verdediging aanhalen is het terugdringen van de moslims die zowat de volledige inlandse slavenhandel onder controle hadden waarbij ze hun ‘waar’ doorverkochten aan de blanke handelaars. Daarmee werd in een groot deel van Afrika het animisme verdrongen door het christendom in plaats van door de islam. Of dat een pluim is die ze op hun hoed mogen steken of niet, mag u zelf bepalen.
Hoe verder je vordert in het boek, hoe onvoorstelbaarder de verhalen worden, ware het niet dat er van alles bewijzen, documenten en overblijfselen bestaan, onder andere in het museum van Tervuren. Het is hallucinant te lezen hoe men indertijd zonder de minste gêne in officiële brieven en documenten over de lokale bevolking sprak alsof ze het over schepselen hadden die zich evolutionair gezien ergens tussen dier en mens bevonden.
Het begrijpelijke en terechte antiracisme dat daaruit voortvloeit ontmoet nogal wat tegenwind van hedendaagse witte mensen die misschien wel akkoord gaan met spijtbetuigingen en excuses, maar
Categorie Non-fictie Uitgeverij Epo, 2019 - ISBN 9789462671799
Lucas Catherine (1947) schrijft over de Arabische wereld, over Congo en over Brussel. Hij reisde meermaals naar Libanon, Palestina, Jordanië, Syrië en Irak en leefde enkele jaren in de Arabische wereld.
geen zin hebben in verdere zelfkastijding. Het zou te gemakkelijk zijn die tegenkanting weg te zetten als een nieuwe vorm van racisme, want ‘Black Lives Matter’ moet voorkomen om op haar beurt aan geschiedenisvervalsing te doen door te suggereren dat de Afrikaanse bevolking voor de komst van Leopold II als ‘Le Bon Sauvage’ van Rousseau harmonieus in peis en vree leefde. Het waren absoluut niet de blanken die daar de slavernij hebben binnengebracht. In tegendeel, die was vooral in handen van Swahili-sprekende zwarte moslims onder Arabische invloed (Swahili is Arabisch voor: van de kust). De lokale potentaten werden door de Belgen omgekocht, bedrogen, vernederd, weggejaagd of vermoord, maar lokale potentaat werd je pas nadat je zelf ook tekeer was gegaan tegen de andere, minder fortuinlijke, stamhoofden.
Inderdaad, kolonialisme ontmoet tribalisme; het waren andere tijden. Kunnen we vandaag, vanuit onze huidige ethische aannames oordelen? Dat is geen standpunt, maar een vraag.
vat 84
De intrede van Jezus in Jeruzalem
Dit evenement is goed bekend uit het Jezusverhaal, het roept een duidelijk beeld op in de geest van alle gelovigen, het heeft ook een symbolische waarde. De man uit Galilea vertoont zich eindelijk in de hoofdstad van Judea, waar de tempel van Salomon zich bevindt en waar de religieuze overheden strenge bestuurders zijn, die samen met de Romeinse bezetter de Joodse bevolking onderdrukken. Voor de gelovigen is de intrede van Jezus tevens een pijnlijke gebeurtenis, want zijn intrede, op palmzondag, in de aanloop naar het Joods Paasfeest, is ook de aanvang van de passieweek en het uiteindelijk gruwelijk levenseinde van de Jezus.
Carolus Hereticus H et verhaal wordt door de kerkgemeenschap zonder enige bedenking aanvaard, het maakt deel uit van het Jezusverhaal, talrijke afbeeldingen in de kunst hebben het tafereel tot in de details bevestigd, het is een geloofspunt
van Jezus in Jeruzalem
een mooi voorbeeld van religieuze fictie
waaromtrent geen discussie mogelijk is. Het is een levensecht verhaal : de mens Jezus arriveert in Jeruzalem na een lange voettocht en hij wordt feestelijk ontvangen door de plaatselijke bevolking. Niemand stelt een vraag. De ware Jezus is naar Jeruzalem gekomen, met niettemin een uitdagende gemoedsstemming, want Jeruzalem staat ook symbool voor de heerschappij van Koning Herodes de Grote, die, volgens het evangelie van Matteüs destijds de kindermoord heeft bevolen. Met de Farizeeërs en de schriftgeleerden die in Jeruzalem de plak zwaaien, met die lieden heeft Jezus voortdurende twisten. Hij noemt ze meermaals “huichelaars” en Jezus’ visie als onderrichter van de Torah is niet 100% conform met de traditionele Joodse leer. Jezus heeft eigen ideeën opgedaan na zijn ontmoeting met Johannes de Doper inzake individuele boetedoening en hij heeft een eigen interpretatie wat de sabbat betreft. In feite betreedt Jezus vijandig terrein, hij kan elk moment worden opgepakt en veroordeeld als hij begint te prediken of als hij zich niet onderdanig gedraagt. Jezus weet dat, maar toch is hij overmoedig en provocatief, want hij heeft het gevoel dat hij een bijzondere Zoon van God is, iemand die dagelijks in contact is met zijn Vader, Jezus is ervan overtuigd een bijzondere protectie te genieten van zijn God.
Maar laten we even de realiteit onder ogen nemen, de reële situatie die in Jeruzalem heerst, in het jaar 33, het overlijdensjaar van Jezus. In 63 en in 54 v.Chr. hebben de Romeinen de stad verwoest. Herodes de Grote, na de Parthen te hebben verjaagd, verovert Jeruzalem in 37 v.Chr. Alhoewel hij geen echte Jood is en een marionet van de Romeinen, toch wenst hij zich voor te doen als een Koning van de Joden en hij beveelt enorme bouwwerken om Jeruzalem opnieuw te doen schitteren en respect af te dwingen. De stadsmuren, de torens, de tempelberg en de burcht Antonia worden herbouwd. Daarvoor gebruikt hij weliswaar duizenden slaven en dwangarbeiders, maar het resultaat is er. Op het ogenblik dat Jezus in Jeruzalem aankomt is Jeruzalem wederom een wereldstad zoals vroeger met een ijverige bevolking en een prachtige met goud beklede Tempel. Het Judea van Herodes was een soort politiestaat. Van de bevolking wordt geen de minste opstandigheid geduld en de straffen zijn niet mild. In die tijd is een mensenleven weinig waard, gehoorzamen is de regel, elk verzet wordt in de kiem gesmoord. Want er zijn inderdaad politieke en religieuze opponenten die soms voor ongeregeldheden zorgen, de oproerlingen worden opgepakt en gevonnist.
Wat moet men in het jaar 33 verstaan onder “de Overheid”? Na de dood van Herodes de Grote in 4 v.Chr. wordt Palestina verdeeld over vier leden van zijn familie, die precies zoals hijzelf was, vazalvorsten worden van de Romeinen. Zijn zoon Herodes Antipas regeert tot 39 na Chr. over Galilea en Perea. Met het Joods Paasfeest is het normaal dat hij in Jeruzalem vertoeft. Een andere zoon is Herodes Archelaüs, die Judea en Samaria tot 6 na Chr. worden toegewezen, maar hij wordt door de Romeinen afgezet wegens wanbeheer. Vanaf 6 na Chr. wordt zijn land een Romeinse provincie en rechtstreeks beheerd door Romeinse prefecten (ook procuratoren genoemd). Pontius Pilatus is de 5de prefect in die rij. Hij beheert Judea in naam van keizer Tiberius van 26 tot 36 na Chr. Hij is een harde, onbuigzame man volgens Philo van Alexandrië en zorgt voor veel ongenoegen en protest
vanwege de Joodse overheden. Maar in de evangelies wordt hij voorgesteld als iemand die Jezus onschuldig vindt. Het is duidelijk dat de evangelieschrijvers, die alle schuld voor Jezus’ ter dood veroordeling in de schoenen van de Joden wilden stoppen, Pilatus gunstig wilden stemmen ten aanzien van de Jezus’ volgelingen. Maar het is Pilatus die toch finaal besliste over de terechtstelling van Jezus. Misschien niet persoonlijk, want het is weinig geloofwaardiig dat de machtige Pilatus zich zou inlaten met een ter dood veroordeelde rabbijn uit Galilea.
Er moet hier volledigheidshalve worden vermeld dat het binnenlands bestuur en de rechtspraak grotendeels in handen bleven van de Joods overheden en wat Jeruzalem betreft beschikten de opperpriesters van de Tempel over een grote autonomie en macht. De Joodse Raad was immers vooral een juridische instelling die straffen kon uitspreken, inclusief de doodstraf door steniging voor godslastering bijvoorbeeld (Cfr. de steniging van Stefanus). Een derde landsdeel, in het Noord-Oosten, kwam toe aan Filippus, een familielid van Herodes de Grote, en een laatste deel aan een zuster van Herodes, tot het jaar 10 na Chr., toen het werd toegevoegd aan Judea.
In het jaar 33 was Pontius Pilatus dus de oppermachtige heerser over Judea en de Tempeloversten waren verantwoordelijk voor de interne orde. Pontius Pilatus was de
virtuele landvoogd van Judea, zijn officiële standplaats was Caesarea, aan de kust.Ter gelegenheid van het Paasfeest, zijn duizenden bezoekers aan de Tempel welkom. Het is het belangrijkste Joods feest, de bevrijding van de Joden uit Egypte wordt dan herdacht. Mits de nodige controle kan de feestviering doorgaan, het Paasfeest is ook belangrijk vanuit een economisch oogpunt. Geldwisselaars en de verkoop van offerdieren is een lucratieve bezigheid, de commercie is bloeiend.
Keren we even terug naar onze vriend Jezus, die de stad benadert om zijn intrede te doen. Wat ziet hij vanuit de verte? Hij ziet de hoge stadsmuur en de vele wachttorens die met de ommuring gepaard gaan. De stad zelf kan je zo maar niet binnenwandelen, er zijn slechts een beperkt aantal stadspoorten, slechts enkele verschaffen intocht in de woongebieden. Die stadspoorten staan daar niet als decoratie, ze zijn bemand met soldaten van Pilatus, en ook met controleurs van de Tempel. Potentiële oproerlingen komen zo maar niet de stad binnen. Jezus zal zeker niet de Gennathpoort binnengaan, die geeft toegang tot de bovenstad, waar de paleizen zich bevinden. Ook niet de noordelijke poort die uitmondt op de Antoniaburcht, noch de toegangspoorten tot de tempelberg. Jezus wenst de benedenstad binnen te treden, waar de gewone bevolking woont, hij zal kiezen voor de Essenenpoort, in het uiterste zuiden van de stad. Misschien hebben de zeloten hem informatie verstrekt over een geheime toegang die niet wordt gewaakt, wie weet. Maar Jeruzalem gemoedelijk binnenwandelen, gezeten op een ezeltje, dat is fantasie.
Waarom op een ezeltje? Dat heeft te maken met de verzen 9:9-10 van het boek van de profeet Zacharia, die in de 6de eeuw v.Chr. de voorspelling deed dat een Messias Jeruzalem zou binnenkomen, gezeten op een ezelhengst, die ook een ezeljong met zich heeft (vers 9:9). Daarmee wil de Messias zijn nederigheid tonen. In Jeruzalem zal de Messias de wereldvrede uitroepen en alle oorlogstuig vernietigen. En ook
zijn heerschappij over de hele wereld vestigen (vers 9:10). In de evangelies wordt alleen het ezeltje vermeld, over de vestiging van de wereldvrede, in feite de verkondiging van een Koninkrijk Gods, daar wordt geen woord over gerept, alhoewel de spoedige komst van dat Koninkrijk Gods de voornaamste profetie is die men kan toeschrijven aan Jezus als profeet. Die voorspelling van Zacharia, die de komst van een Messias voorspelde om het juk van de Babyloniërs in de 6de eeuw v.Chr. af te schudden en de verbanning te beëindigen wordt hier aangehaald omdat de evangelieschrijvers, kost wat kost, alle profetieën uit het Oud Testament willen oprakelen die op de komst van een Messias betrekking hebben. Voor de Joodse bevolking was Jezus geenszins de verwachte Messias die een einde zou maken aan de Romeinse bezetting. Evenmin is er In de 6de eeuw v.Chr. een bovennatuurlijke Messias opgedaagd om de Babyloniërs te verdrijven, het is de Perzische Koning Cyrus die de Babyloniêrs versloeg, de Joodse ontheemden bevrijdde en ze terug naar huis stuurde. De evangelieschrijvers hebben deze ongebruikte voorspelling van Zacharia vijf eeuwen later opgerakeld om Jezus, de nieuwe Messias, een messiaanse hoedanigheid toe te schrijven. We stellen ons ook de vraag waarom Jezus die ostentatieve intrede als Rex Judeorum zou hebben gepland. Wat kon de bedoeling geweest zijn om de wettelijke overheden publiekelijk te bespotten, met alle gevolgen van dien? De aanwezigheid van Jezus in Jeruzalem was reeds een risicovolle uitdaging, waarom zich bovendien zo provodatief aanstellen? Jezus was toch een wijs en verstandig iemand, die zeer goed het risico van zijn daden kon inschatten… De bedoeling zou kunnen zijn een volksrevolte te genereren tegen de prefect, of tegen de tempeloversten of tegen de Romeinse bezetting? Dat klinkt niet realistisch, zoiets zou nooit lukken. Daartoe zou een opruiende toespraak van Jezus onontbeerlijk zijn, maar de evangelies suggereren eerder dat Jezus’ intrede een simpel vertoon is, een symbolische wandeling, wel een uitdaging maar geen revolutionnair opzet. Een andere bedoeling zou ijdelheid kunnen zijn, het bewijs leveren dat de Zoon van God onverstoord het bewind van de bezetter kon trotseren en hem zelfs kon uitdagen. Lijkt ver gezocht, Jezus had geen militaire macht ter beschikking, alleen zijn ijzersterke overtuiging dat hij door zijn God geïnspireerd en ook beschermd was. En daarin vergistte hij zich schromelijk, zoals de gebeurtenissen nadien zullen uitwijzen. Keren we even terug naar de intrede van Jezus in Jeruzalem. Met het ezeltje aan te halen wordt nadruk gelegd op het feit dat de Koning van Sion, dat betekent de Koning van Jeruzalem, zelfs de Koning van de Joden, vooral nederig is. Dat lijkt wel misplaatst, want van een Koning wordt in de eerste plaats geen nederigheid verwacht, maar wel rechtvaardigheid en wijsheid, en goed bestuur, en iemand die vreedzaam leeft met de nabuurlanden. Een koning die nederig is, daar bestaan geen historische voorbeelden van in de lange geschiedenis van het Jodendom. Nederigheid bij koningen die twee duizend jaar geleden alleenheersers waren is een teken van zwakheid, van onvermogen, van onbekwaamheid.
Maar het verhaal lijkt ook onvolledig want de evangelieschrijvers hebben geen vervolg bedacht voor wat Jezus na zijn intrede zou doen. Geen toespraak, geen genezingen, geen prediking op die belangrijke palmzondag. Waar ging Jezus, gezeten op zijn ezeltje nadien naartoe? Misschien naar zijn vrienden in Bethanië, een tiental kilometer buiten de stad? Nobody knows. Maar zover zou het nooit gekomen zijn indien het verhaal werkelijkheid was geweest. Jezus’ vertoon als Koning van Jeruzalem zou geleid hebben tot zijn onmid
bron: https://christipedia.miraheze.org/wiki/
dellijke arrestatie en gevangenschap, in afwachting van een veroordeling wegens lastering van het gezag, misschien majesteitsschennis. Want de gewone Joden waren dan wel ongeletterd, ze kenden wonderwel de verhalen uit het Oud Testament en de betekenis van die intrede, gezeten op een ezeltje. En zowel Pilatus als de tempeloversten hadden eigen informanten, spionnen, die de komst van Jezus zouden rapporteren.
En een zijdelings vraagje is dit: hoe konden ze Jezus erkennen, want volgens de synoptische evangelies was Jezus een rondtrekkende rabbijn in de streek van het Meer van Tiberias, meer dan 100 kilometer ten noorden van Jeruzalem. Voor de evangelieschrijvers was de intocht van Jezus in Jeruzalem, vanuit Bethanië, een eenmalige laatste daad, een subliem vertoon van de Messias in de hoofdstad van Judea. Alleen in het evangelie volgens Lucas wordt even gezegd dat Jezus (als kind?) met zijn ouders jaarlijks naar Jeruzalem kwam om het Joods Paasfeest te vieren…De intrede van Jezus was een provocatief vertoon, namelijk de bespotting van de hardvochtige prefect Pilatus, die de viruele koning van Juidea was.
Het is wel opvallend dat het evangelisch verhaal geen enkele reactie rapporteert vanwege de politieke en godsdienstige overheden, na dit charismatisch vertoon van Jezus op palmzondag. Alsof er niets was gebeurd… Geen enkele beteugeling, geen arrestatie, de potentiële onruststoker kan zijn oproerig werk nadien ongestoord voortzetten, namelijk met zijn onstuimig optreden aan de ingang van de Tempel. Hier doen de evangelieschrijvers uitschijnen dat er slechts één enkele toegang was voor al de vreemde bezoekers. In werkelijkheid en de aanwezigheid indachtig zijnde van duizenden gelovige Joden die een offerdier naar de tempelberg brachten en ook een halve shekel toegangsgeld moesten betalen, waren er een tiental toegangspoorten. Zowel de Romeinen als de Joodse autoriteiten waren bijzonder waakzaam tijdens de week die het Joods Paasfeest voorafging . Pilatus die in Caesarea resideerde kwam speciaal naar Jeruzalem om zelf toe te zien op de massale volksstroom die daar aanwezig was, en die een gevaar kon zijn voor de Romeinse bezettingstroepen. Maar tegen de verwachtingen in wordt Jezus eerst op donderdagavond gearresteerd (woensdagavond volgend het Johannesevangelie). Om zijn arrestatie te kunnen verrichten is er zelfs een verrader nodig (Judas) om aan te duiden wie die Jezus precies is. Nochtans wordt beweerd dat Jezus een beroemd iemand was, een grote aanhang had en dus welbekend was.. Er zijn in het hele verhaal zoveel ongerijmdheden dat het volstrekt ongeloofwaardig is en als pure fictie moet bestempeld worden. De ontstentenis van onmiddellijke reactie vanwege de overheden op Jezus’ baldadig optreden bij de Tempel, zijn prediken en zijn uitdagend vertoon bij zijn intrede zijn duidelijke aanwijzingen dat er van het hele verhaal geen woord waar is.
De conclusie is eenvoudig. Er is nooit een intrede van Jezus in Jeruzalem geweest zoals door de vier canonieke evangelies beschreven. Het is fictie, fantasie. Vermoedelijk is die legende voor het eerst in het evangelie volgens Marcus opgenomen en daarna overgenomen door de andere drie evangelies. Maar het is niet onmogelijk dat het verhaal aan de vier canonieke evangelies werd toegevoegd in de latere ontstaansgeschiedenis van de evangelies. De officiële versie van het Nieuw Testament werd eerst in het jaar 367 door bisschop Athanasius van Alexanderië verkondigd en op het Concilie van Carthago in 397 bekrachtigd. Dat is de tekst die we vandaag ter hand nemen. Oude versies van de evangelies zijn er niet, alleen kleine brokjes worden door de archeologen soms gevonden en die hebben gewoonlijk betrekking op het evangelie volgens Johannes, dat in de jaren 100-120 tot stand kwam. Het is vanwege de evangelieschrijvers de bedoeling geweest om bijkomende bewijzen te verzamelen om het messias-zijn van Jezus te benadrukken, want Jezus heeft zich nooit duidelijk uitgesproken de Messias van de oude profeten te zijn. Die hoedanigheid is hem toebedeeld door de schrijvers van de evangelies en de apologeten van het christelijk geloof.