2021 DOE MEE MET DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS
INHOUDSOPGAVE
2 3 4 5 Inhoudsopgave Voorwoord Wat is de Maand van de Geschiedenis?
Factsheet 2020
6 7 8 14 2
Wat bieden wij? Wat vragen wij? Thema-essay Column Karin Hofmeester
16 18 20 22
Wie wil je Wat doet In de Maand van de bereiken? het goed? schijnwerpers Geschiedenis Reporters
24 25 26 28 Laat zien dat Inhoud je meedoet promotie- pakketten
Column Hans Piena
30 31 32 Belangrijke data Partners en Contact organisatie
VOORWOORD Sinds we op twee benen lopen zijn we er het grootste deel van ons leven mee bezig: werk. Arbeid komt in alle vormen, kleuren, smaken en maten en heeft zich door de eeuwen heen telkens opnieuw uitgevonden. Van de enige manier om de eerste levensbehoeften te vervullen tot een wezenlijk kenmerk van wie je bent en waar je bij hoort. Daarom klokken we op 1 oktober in en gaan we aan de slag om de betekenis van werk in historisch perspectief te plaatsen. Met het thema Aan het werk nemen we een kijkje in de Twentse textielindustrie, bezoeken we de smidse van de middeleeuwse meestersmid, reizen we dwars door de geschiedenis mee met arbeidsmigranten en trotseren we de elementen met de ontelbare, naamloze mannen en vrouwen die zwoegen op het land.
Dat doen we graag weer samen met jullie. Het Nederlands Openluchtmuseum, dat de Maand voor de tiende keer organiseert, maakte daarom dit inspiratieboekje. Met een uitgebreid themaessay, prikkelende columns en de noodzakelijke, praktische informatie hopen we jullie te inspireren tot wederom interessante en actuele activiteiten. Geschiedenis is urgenter dan ooit. Dat merken we ook bij de Maand, die elk jaar succesvoller is – zie de factsheet die je op de volgende bladzijde vindt. Wij kijken uit naar jullie mooie programma’s! Team Maand van de Geschiedenis
3 vragen aan James Kennedy
BLIJF OP DE HOOGTE MET ONZE DEELNEMERSNIEUWSBRIEF
Afbeelding cover: Bridgeman Images
Wil je op de hoogte blijven van het programma, inschrijvingsdata en andere belangrijke informatie? Meld je dan aan voor onze deelnemersnieuwsbrief via maandvandegeschiedenis.nl/deelnemersnieuwsbrief.
3
4
ONTDEK GISTEREN BEGRIJP VANDAAG Geschiedenis is altijd aanwezig, maar moet wel verteld, aangevuld, genuanceerd en gedeeld worden. Vanuit het verleden kun je het heden begrijpen en zo ook een beter begrip vormen van jezelf, je eigen achtergrond of omgeving. Begrip leidt tot inzicht, nuancering en mogelijk een andere kijk op de wereld. Daarom vinden wij het belangrijk om één maand in het jaar geschiedenis extra aandacht te geven. Zo laten we Nederland gisteren ontdekken om vandaag te begrijpen. Doet jouw organisatie (weer) mee?
WHY Wij geloven dat kennis van het verleden bijdraagt aan begrip van het heden en daaraan context geeft. HOW Wij brengen één maand in het jaar geschiedenis op een creatieve en opvallende manier onder de aandacht van publiek. WHAT Door middel van fysiek en online aanbod stimuleren we mensen door heel het land om op ontdekking te gaan.
2021
ca. 400.000
1 op de 3
Nederlandse bezoekers
Nederlanders (18+) kent de Maand van de Geschiedenis
NPO Radio 1 VPRO Gids NPO 2
125.000 13.000 Oplage magazine Maand van de Geschiedenis
92%
van de deelnemende instellingen geeft aan (zeker) weer mee toe doen
ESSAY
Oktober is de Maand van de Geschiedenis, het grootste geschiedenisevenement van Nederland. In oktober 2021 steken we de handen uit de mouwen en gaan we op zoek naar verhalen over arbeid, met het thema Aan het werk. Een maand lang brengen we samen met honderden culturele organisaties geschiedenis onder de aandacht bij miljoenen Nederlanders.
FACTSHEET 2020
MAGAZINE
WAT IS DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS
Oplage essay Maand van de Geschiedenis
733
deelgenomen (culturele) instellingen
732
Samen organiseerden zij publieksactiviteiten
62% van de deelnemers werkte samen met andere organisaties
NRC Handelsblad mediawaarde
Algemeen Dagblad
€ 3.900.000
de Volkskrant
Trouw SBS6
met aandacht in/op o.a.
Vrij Nederland
27%
online activiteiten
13%
wegens corona afgelaste activiteiten
7
waardering publiek
7,5
waardering deelnemende instellingen
5
6
WAT BIEDEN WIJ?
WAT VRAGEN WIJ?
<< Gebruikmaken van de kennis, ervaring en netwerken die de Maand van de Geschiedenis heeft opgebouwd en de mogelijkheid om kennis uit te wisselen met andere deelnemers << Meeliften op een grote mediacampagne (krant, tijdschrift, radio, televisie, online) << Kans op opname in het Maand van de Geschiedenis- magazine (oplage ca. 125.000 exemplaren) << Kans op opname in een van de offline- en onlinekanalen van partners (bijvoorbeeld bijlage VPRO Gids en regionale kranten) << Kans op opname in de selecties voor de landelijke en regionale pers << Kans op vermelding op social media en een prominente plek op onze homepage << Kans op een bezoek van de Maand van de Geschiedenis Reporters << Diverse gratis on- en offline promotiematerialen << Mogelijkheid om nieuw publiek te trekken (een derde van de deelnemers van 2019 gaf aan tijdens de Maand andere publieksgroepen te ontvangen dan normaal) << Mogelijkheid om meer publiek te trekken << Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden (ruim 60% van de deelnemers van 2020 gaf aan tijdens de Maand met andere organisaties samen te werken) << Het delen van inspiratie en kennis via een online netwerkbijeenkomst, de website en nieuwsbrief << Een eigen pagina voor je organisatie en activiteit(en) op maandvandegeschiedenis.nl
JE ACTIVITEIT: << Is aangemeld op maandvandegeschiedenis.nl << Gaat over geschiedenis << Heeft een directe link met het thema Aan het werk, uitgewerkt in de beschrijving << Legt een verband tussen verleden en heden << Is toegankelijk voor publiek << Heeft een duidelijke omschrijving en een pakkende titel << Bevat een sterk beeld dat iets toevoegt aan de tekst << Bevat kloppende en volledige praktische informatie inclusief contactpersoon PROMOTIE: << Je zet het promotiemateriaal in de maand oktober in << Als deelnemer draag je samen met andere deelnemers en partners de Maand van de Geschiedenis uit
EXTRA AANDACHT Sommige activiteiten zijn geschikter om via onze mediakanalen uit te zetten dan andere. Activiteiten worden beloond voor: << Inspirerende sprekers die een jonger publiek aanspreken << Originaliteit in de vertaling naar het thema Aan het werk << Koppeling met een of meer van de volgende domeinen: filosofie, muziek, film, food, politiek, outdoor (wandelen/fietsen), toerisme en bijzondere locaties << Exclusiviteit voor de Maand van de Geschiedenis << Vergroting van diversiteit in aanbod en publiek
AAN DE SLAG Wil je deelnemen aan de Maand? Je kunt je inschrijven door gratis een account aan te maken via maandvandegeschiedenis.nl/worddeelnemer. Vervolgens kun je vanuit je account zelf activiteiten toevoegen. Op pagina 30 tref je de belangrijke data voor deelnemers.
7
GILDEN: NIET LANGER DE STEM VAN HET VOLK Door Mirjam Janssen
BIJNA 800 JAAR VORMDEN GILDEN DE SPIL VAN DE NEDERLANDSE STEDEN. ZE ZAGEN TOE OP DE PRODUCTIE VAN GOEDEREN, LEIDDEN JONGEREN OP EN ZORGDEN VOOR SOCIALE VERZEKERINGEN. MAAR IN 1818 WERDEN ZE AFGESCHAFT. GEWONE VAKLIEDEN HADDEN DAARNA NIETS MEER TE VERTELLEN IN HUN STAD. Tijdens de openingszitting in 1796 van de Nationale Vergadering kwam meteen een hoofdpijndossier aan bod. Het eerste democratisch gekozen parlement van Nederland moest zich buigen over de toekomst van de gilden. Die hadden in de decennia daarvoor een slechte naam gekregen: ze zouden economische vernieuwing tegenhouden. In Frankrijk, dat Nederland het jaar daarvoor was binnengevallen, waren de gilden al opgeheven. Daar beschouwden ze de verenigingen van ambachtslieden als verwerpelijke overblijfselen van het ancien regime. Maar in Nederland bestonden twijfels. Sommige afgevaardigden wezen erop dat veel mensen via hun gilde afhankelijk waren van sociale verzekeringen, en die kon je niet zo maar in de kou zetten. De jaren daarop werd het gildensysteem opgedoekt, weer hersteld en ten slotte in 1818 definitief afgeschaft. Uit dit heenweerbeleid blijkt hoe moeilijk het was. De gilden zaten diep in de samenleving verankerd. Het eerst bekende Nederlandse gilde werd opgericht in 1020 in Tiel. Deze vereniging van kooplieden
bemiddelde bij zakelijke geschillen en verstrekte kredieten. Verder was het ook een gezelligheidsvereniging: de leden hielden uitvoerige drinkgelagen. Alle latere gilden hadden in de kern dit model. HOGE KWALITEIT Het merendeel van de 2000 Nederlandse gilden ontstond in de zestiende en zeventiende eeuw. Wie een beroep uitoefende moest zich in zijn stad aansluiten bij een gilde. Dat reguleerde de productie en afzet van goederen en zag toe op de kwaliteit ervan. Vaak probeerden gilden hun monopolies te beschermen, maar dat lukte lang niet altijd. In 1604 bijvoorbeeld werd in Leiden een machinaal weefgetouw voor zijden linten uitgevonden. Daardoor kon één wever nu enkele linten tegelijk maken. Gilden waren geneigd dit soort arbeidsbesparende technologie tegen te houden, maar dit keer kregen ze hun zin niet. Het stadsbestuur vond dat ze ook rekening moesten houden met de belangen van consumenten en de nieuwe machine moesten accepteren. Jongeren konden zich dankzij het
9
IEDER STADSBESTUUR MOET REKENING HOUDEN MET OPROER VAN DE GILDEN
10
gildensysteem bekwamen in een vak: ze gingen als gezellen een paar jaar in de leer bij een meester. Pas als ze zich hadden bewezen en ervaring hadden opgedaan in de praktijk, mochten ze zich vrij vestigen. Een meester als Rembrandt kon zo jonge schilders aannemen die al een flink niveau hadden en die hun vaardigheden bij hem perfectioneerden. Deze manier van scholen leidde ertoe dat de kwaliteit van nijverheidsproducten hoog was. Consumenten kregen steeds meer keus tegen concurrerende prijzen. Voor de Reformatie hadden gilden ook een rol in het religieuze leven. Ieder gilde had zijn eigen patroonheilige: kunstenaars vertrouwden op Sint Lucas, smeden op Sint Eligius en schoenmakers op Sint Crispijn. Op naamdagen van heiligen werden een mis en een processie gehouden, met aansluitend een groot diner. Als een lid stierf liepen zijn collega’s mee in de stoet. Op de baar legden ze een kleed met zilveren insignes van hun vereniging. MILITAIRE MACHT In de loop der eeuwen ontwikkelden de gilden verfijnde sociale regelingen:
HET IS DE BEDOELING DAT VROUWELIJKE LEDEN VAN HET KLEERMAKERSGILDE ‘UUYTSTERVEN SULLEN’ als een lid ziek werd, bejaard was of overleed, was een uitkering mogelijk, eventueel aan zijn weduwe. Die uitkeringen kregen steeds meer het karakter van echte verzekeringen. Tegen het eind van de achttiende eeuw had 22 procent van de Amsterdamse huishoudens een gildeverzekering en in Utrecht en Leiden was dat ruim 40 procent. Het geld daarvoor kwam uit contributies en uit nalatenschappen van rijke burgers. Daardoor kon bijvoorbeeld het Arnhemse bakkers- en brouwersgilde midden achttiende eeuw de huur voor twee panden innen en had het vorderingen op twee openbare instellingen en vier personen ter waarde van 1750 gulden (nu ruim 40.000 euro). Daarvan onderhield het een weduwe en betaalde het uitdelingen aan armen. Eigenlijk waren de gilden betrokken bij alle maatschappelijke activiteiten die later een officiële overheidstaak werden. Zo zaten er leden bij de brandweer en hielpen sommigen bij de belastinginning. Met de stadsbesturen hadden de gilden een ingewikkelde verhouding. Die waren
bezorgd over de macht van de gilden, maar hadden ze tegelijk nodig. Ook bij de ordehandhaving en de verdediging. Leden van de schutterijen werd gerekruteerd uit de gilden, die geld inzamelden voor de wapenuitrusting. Bij optochten liepen de schutters achter hun gildebanier. De gilden lieten de stadsbestuurders voelen dat ze militaire macht hadden. Zo domineerden 22 ambachtsgilden begin zestiende eeuw de stad Utrecht. Ze leverden troepen en onderhielden de stadsmuur – en daar wilden ze politieke invloed voor terug. En die kregen ze, tot keizer Karel V dit soort invloed begon in te perken. Toch moest ieder stadsbestuur rekening houden met de gilden en het oproer dat ze konden veroorzaken. In het bestuur van een gilde zaten meestal leden van de betere stand, maar die konden het niet met elkaar op een akkoordje gooien. Bij vergaderingen mochten minder vermogenden meepraten of stemmen en ze konden zich soms verkiesbaar stellen. Op deze
manier werden ook de opvattingen van de gewone man gehoord. TWEEDERANGSLEDEN De gewone vrouw had die mogelijkheid niet. In de Middeleeuwen golden vrouwen in principe als gelijkwaardig, maar daarna werden ze steeds meer uit de gilden geweerd. Vooral de opkomst van het protestantisme versnelde dat proces. In 1505 kon een aspirantmeester van het kleermakersgilde nog ‘als man of vrouw’ een proef van bekwaamheid afleggen. Maar twintig jaar later gold in Haarlem een verbod voor vrouwen om nieuwe stoffen te snijden, zodat ze hun beroep als kleermaker in feite niet meer konden uitoefenen. Vrouwen die al lid waren mochten doorwerken, maar het was de bedoeling dat ‘die uuytsterven sullen’. Waarschijnlijk had hun uitsluiting ook te maken met zwaardere economische omstandigheden. Gezellen hadden steeds meer moeite zich vrij te vestigen. Ze zagen vrouwen als concurrenten en wilden daarom dat die niet meer meededen. Andere mannen die zich bedreigd voelden, sloten
11
DE GILDEN ZIJN MANNENCLUBS, DIE PRAT GAAN OP MET DRANK OVERGOTEN KAMERAADSCHAP
12
zich daarbij aan. Ze hamerden op het ideaal dat een ambachtsman zijn ‘huisvrouw’ en kinderen als kostwinner kon onderhouden: dat diende het uitgangspunt te zijn voor de inrichting van de gilden. Ongetrouwde vrouwen moesten maar ergens als dienstbode gaan werken, vonden ze, die hadden niets te zoeken in de nijverheid. Toch bleven de meeste vrouwen gewoon hun ambacht uitoefenen, in Frankrijk richtten naaisters zelfs een eigen gilde op. Er was nu eenmaal vraag naar hun arbeid. Eind achttiende eeuw was 84 procent van het kleermakersgilde in Gouda vrouw. In het weversgilde gold dat voor 61 procent van de leden. Desondanks werden zij gezien als tweederangsleden, die iets deden wat ze eigenlijk niet hoorden te doen namelijk buitenshuis werken. De nadruk van gilden op de vrouw als huisvrouw heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de hardnekkigheid van dit ideaal. De gilden werden zo typische mannenclubs, die prat gingen op met drank overgoten kameraadschap. Die sfeer spreekt ook uit de schuttersstukken van Frans Hals
of de Nachtwacht van Rembrandt. Op het laatste schilderij staan tientallen mannen, vervuld van zichzelf, klaar om op te marcheren. Ze negeren het meisje in hun midden. HARD GELAG Voor de vele immigranten die vanaf de zestiende eeuw naar de Republiek kwamen, was plaats in de gilden onder de voorwaarden dat ze christelijk waren en burgerrechten hadden. Dat laatste kostte een paar weken loon en dat konden de meesten wel opbrengen. Maar Joden bijvoorbeeld voldeden niet aan de eerste eis en vielen buiten het systeem, al mochten ze in Amsterdam wel toetreden tot het makelaars-, chirurgijns- en boekverkopersgilde. Het maakte minder uit of een lid katholiek of protestant was, veel gilden telden leden van beide geloven. In de loop van de achttiende eeuw ging het steeds slechter met de Republiek. De economie stagneerde, de elite was gezapig. De ondernemende regenten van de eeuw daarvoor waren nu rentenierende rijkeluiszoontjes. Gewesten en steden kwamen
vooral op voor hun eigen belangen. Volgens de Franse filosoof Montesquieu bestond de Republiek uit ‘vijftig republiekjes’ met allemaal hun eigen gewoontes en regels. Ook de gilden ontkwamen niet aan kritiek: ze zouden de vrijheid van economische expansie in de weg staan met hun monopolies. De econoom Adam Smith beschouwde ze als ‘samenzweringen tegen de consument’. De nieuwe idealen waren nationaal: er moest een eenheidsstaat komen met gelijke rechten voor iedereen en ruimte voor vrijhandel. De gilden pasten daar niet meer in.
NA DE FRANSE REVOLUTIE KRIJGT DE ELITE HET ALLEEN VOOR HET ZEGGEN Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat ze helemaal niet zo belemmerend waren voor de economie, omdat ze vooral lokaal werkten. Maar dat inzicht kwam veel later en toen waren ze al afgeschaft. De kassen en andere bezittingen van de gilden kwamen in handen van de stadsbesturen. De
mogelijkheid voor gewone mensen om zich via hun gilde met het stadsbestuur te bemoeien verdween. Op de Franse Revolutie volgde uiteindelijk geen tijd van meer zeggenschap, zoals steeds was verkondigd, maar een periode waarin de elite het vrijwel alleen voor het zeggen kreeg. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw vulden nieuwe organisaties het vacuüm. Er kwamen vakbonden, werkgeversverenigingen, politieke partijen en een almachtige overheid, die de belangen van de burgers beter behartigden dan ooit tevoren. Toch moeten de eerste decennia zonder gilden voor velen een hard gelag zijn geweest. Al was het maar omdat daarmee ook de bijbehorende feesten en momenten van saamhorigheid ophielden te bestaan. Mirjam Janssen is historicus en journalist.
13
EEN GLANSRIJKE GESCHIEDENIS Column door Karin Hofmeester
14
Voor velen van ons is een achturige werkdag de normaalste zaak van de wereld, maar eind negentiende eeuw is in veel vakken twaalf uur of meer de norm. Van recht op pauze is geen sprake, van vakantiedagen al helemaal niet. De mannen en vrouwen die in de Amsterdamse diamantindustrie werken – op dat moment de op twee na grootste werkgever in de stad – eten vaak noodgedwongen hun brood op achter de slijpschijf. Dat is gevaarlijk, want zo krijg je lood naar binnen. Ze maken niet alleen lange, ongezonde dagen, ze krijgen er ook nog eens slecht voor betaald, zeker als je in ogenschouw neemt hoe groot de winsten in deze luxe industrie kunnen zijn. Op de wereldmarkt is de vraag naar geslepen diamanten groot op dat moment en het werk van de Amsterdamse diamantbewerkers vermaard. Op 9 november 1894 leggen ze massaal het werk neer en duizenden stakende diamantbewerkers, mannen en vrouwen, hoog- en laagopgeleid, Joods en niet-Joods
komen bijeen op het Museumplein in Amsterdam. Elders in de stad is een stakingscomité druk aan het onderhandelen met werkgevers. Terwijl de stakers in een lange stoet door de stad trekken, krijgen ze te horen dat een groot deel van de werkgevers hun looneisen inwilligt. Hun gejuich stijgt op en maakt indruk op de schrijvende pers. Uit het stakingscomité komt de eerste, moderne vakbond van Nederland voort: de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB). En na deze eerste overwinning volgen er meer. In de jaren die volgen behaalt de ANDB ongekende successen: hogere loontarieven die gelijk zijn voor mannen en vrouwen, een week vakantie en in 1911 – als eerste in Europa – de achturige werkdag. De bond wordt met strakke hand geleid door Henri Polak en Jan van Zutphen. Wie lid is van de bond betaalt een hoge contributie en kan in ruil daarvoor een beroep doen op een uitkering bij staking, werkloosheid, ziekte, zwangerschap en invaliditeit. Bondsleden kunnen zich zelfs verzekeren voor een
pensioen. Dat zijn ongekende verworvenheden: de Nederlandse verzorgingsstaat is nog ver weg en van overheidsuitkeringen en pensioenen is geen sprake.
ONGEKENDE VERWORVENHEDEN: BONDSLEDEN KUNNEN ZICH VERZEKEREN VOOR EEN PENSIOEN Uit de ANDB-lidmaatschapskaarten die bewaard zijn gebleven kun je de ups en downs in het bestaan van de diamantbewerkers aflezen. Uit de brieven die ze aan het bondsbestuur schrijven, blijkt hoe veel de bond voor zijn leden betekent: er blijkt beroepstrots uit en het besef dat dankzij de bond, met zijn cursussen en gratis bibliotheek, een stap voorwaarts is gezet. Wie nu door het prachtige bondsgebouw aan de Henri Polaklaan loopt en de geschiedenis van de bond en zijn leden tot zich door laat dringen, kan niet anders dan diep onder de indruk zijn van wat er is bereikt. Dat de meesten van ons nu een achturige werkdag hebben en doorbetaald krijgen bij ziekte en
zwangerschap danken ze aan het werk dat hier is begonnen. En tegelijkertijd groeit er twijfel: al die muurschilderingen die de gewonnen strijd verbeelden, waar verwijzen die naar? Wie nu tot de zogenaamde flexibele schil van de arbeidsmarkt behoort, heeft geen vast inkomen, geen recht op uitkering bij ziekte, doorgaans geen doorbetaalde vakantiedagen en al helemaal geen recht op pensioen. De ongelijkheid tussen verschillende groepen werkenden neemt toe en de mogelijkheden om een stap vooruit te zetten neemt voor velen af. Laat de tastbare geschiedenis van de ANDB en zijn leden ons inspireren: aan het werk! Karin Hofmeester is directeur onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en hoogleraar Joodse cultuur aan de Universiteit Antwerpen. Op diamantbewerkers. nl is de geschiedenis van de ANDB en zijn leden te bekijken en te beluisteren.
15
WIE WIL JE BEREIKEN?
16
De keuze van je doelgroep geeft kleur aan de inhoud en vorm van je programma. De Maand van de Geschiedenis werkt met drie persona’s (doelgroepen): Chris, Jan Willem en Miranda. De persona’s zijn ontwikkeld door onderzoeksbureau Motivaction International B.V. en vertegenwoordigen verschillende leefmilieus. Door te werken met persona’s krijg je beter inzicht in hoe mensen naar de wereld kijken en hun keuzes maken. Hierdoor kun je meer focus aanbrengen in je aanbod. Een op de doelgroep geënt product versterkt je merkidentiteit. De drie persona’s kunnen zowel vrouwen als mannen zijn.
CHRIS Chris is de groeidoelgroep van de Maand van de Geschiedenis en is een belangrijke focusgroep in de mediacampagne. Chris maakt onderdeel uit van de groep ‘sensitieve allesproevers’ (23% van de Nederlanders): de open en kritische wereldburgers die waarden als ontplooien en beleven nastreven. Het zijn de pioniers van de belevingscultuur. Deze mensen willen steeds nieuwe en bijzondere ervaringen opdoen. 38% van de doelgroep Chris is tussen de 15 en 34 jaar.
Chris-proof-programma << Persoonlijke verhalen van inspirerende personen << Verheldering bij actualiteit << Verrassend door bijvoorbeeld meerdere perspectieven << Bijzondere locatie << Spraakmakende sprekers met een gedurfde mening << Esthetisch, sfeervol en inspirerend << Is geschikt voor vrienden en/of partner << Debat, film, college, workshop
JAN WILLEM Jan Willem is de hoofddoelgroep van de Maand van de Geschiedenis. Hij weet de Maand al goed te vinden. Jan Willem wordt getypeerd als de ‘scherpzinnige verdiepingszoeker’ (17% van de Nederlanders), een groep die de vrije tijd graag ‘nuttig’ besteedt. 22% van deze groep is tussen de 35-44 jaar en 24% is tussen de 50-59 jaar.
Jan Willemproof-programma << Inhoudelijk en relevant << Historische context en perspectief << Maatschappijkritisch << Intellectuele uitdaging << Bekende historische sprekers, wetenschappers of politici << Authentieke locaties << Rustig programma waar men de tijd voor kan nemen << Combinatie van cultuur en natuur << Tentoonstelling, rondleiding, wandelen, fietsen, lezing, debat
MIRANDA Miranda is een verbredingsdoelgroep van de Maand van de Geschiedenis. Miranda wordt getypeerd als de ‘impulsieve amuseerder’ (47% van de Nederlanders). Een groep die in de vrije tijd op zoek is naar verdiende ontspanning, een dagje uit, spanning en entertainment. Als ze iets cultureels onderneemt, doet ze dit vaak met haar gezin en is het vooral van belang dat de kinderen een plezierige dag hebben. 40% van de Miranda’s is tussen de 15-34 jaar en 21% is tussen de 35-44 jaar.
Miranda-proof-programma << Totaalbeleving: aanraken, ruiken, horen, erin kunnen << Onderwerp of opzet moet groots, spectaculair en spannend zijn << Op games en entertainment gericht << Aanbod is populair, laagdrempelig en toegankelijk << Programma is geschikt voor meerdere leeftijden << Prijsgevoelig << Goed bereikbaar << Lokaal georiënteerd
17
WAT DOET HET GOED? Je programma hoeft niet spectaculair of groots van opzet te zijn. Een klein programma kan ook veel impact hebben. Belangrijk is de inhoud en relevantie van je verhaal, de vorm van je programma en de doelgroep die je wenst te bereiken. Hieronder geven we een paar voorbeelden van activiteiten die het goed deden in oktober 2020. Toen stond het thema Oost/West centraal. 18
ONLINE In 2020 beleefde de Maand een uniek jaar. Deelnemers moesten rekening houden met de maatregelen rondom het coronavirus en zodoende ontstonden de eerste online Maandactiviteiten. Zo organiseerde de Universiteitsbibliotheek Leiden een online boekensalon met Maand van de Geschiedenis-essayist Abdelkader Benali. Hij vertelde over zijn essay Reizigers van een nieuwe tijd en over de gelijknamige online tentoonstelling die hij voor de bibliotheek samenstelde. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie organiseerde een online collegereeks over 75 jaar Verenigde Naties en de geschiedenis
en toekomst van Nederlandse vredessoldaten op missie. Ook organiseerde Erfgoed Gelderland dit jaar de eerste editie van het vernieuwde Erfgoedfestival, dat door de coronamaatregelen grotendeels online plaatsvond. Voor het festival gingen tien kunstenaars in residentie in tien Gelderse erfgoedlocaties, om zich door de omgeving en het thema Oost/West te laten inspireren voor een een nieuw kunstwerk. BIJZONDERE RONDLEIDINGEN Verschillende instellingen doken in de geschiedenis van hun gebouw of collectie op zoek naar Oost/ West-verhalen. Zo organiseerde Museum Volkenkunde Oost/ West-rondleidingen waarin de eigen collectie onder de loep werd genomen aan de hand van de vraag of de collectiestukken wel thuis horen in Leiden. Ook de Domkerk in Utrecht organiseerde een Oost/West-rondleiding. Met de lichten gedempt en een zaklamp in de hand ontdekten de bezoekers
onder andere waarom de kerk in oostwestchting is gebouwd. In het Spoorwegmuseum namen EduTRAINers de bezoekers mee naar restauratiewagens van treinen die iets te maken hadden met het thema Oost/West, zoals de beroemde Oriënt Express, die welgestelde reizigers van Parijs naar Constantinopel vervoerde, en de Oost-Duitse Mitropatrein, die oost en west met elkaar verbond ten tijde van de Koude Oorlog. EROPUIT Door de maatregelen was het tijdens de Maand van de Geschiedenis 2020 niet mogelijk om met grote groepen samen te komen. Des te leuker dus om buiten op zoek te gaan naar de sporen van het verleden. Zo organiseerden het Joods Cultureel Kwartier, het Scheepvaartmuseum en Sites of Memory een interactieve stadswandeling over het koloniale verleden, vol verrassende en prikkelende optredens. Het Zaans Museum bood een rondleiding aan over het Hembrugterrein,
een terrein dat honderd jaar in het teken stond van de nationale munitie- en wapenfabriek Artillerie Inrichtingen, met speciale aandacht voor de Koude Oorlog. En in de tuinen van het Muiderslot leerde de bezoeker over de afkomst van kruiden en specerijen die al sinds de veertiende eeuw op het menu van de Hollandse graven stonden - én er mocht geproefd worden. MEER VOORBEELDEN In Hoe je in een maand geschiedenis maakt vind je meer voorbeeldactiviteiten en belangrijke lessen van andere deelnemers. Bekijk de digitale publicatie op maandvandegeschiedenis.nl/ publicatie. Op maandvandegeschiedenis.nl/ terugblik2020 ontdek je de hoogtepunten van de vorige editie.
19
IN DE SCHJNWERPERS Uit evaluatieonderzoek van Motivaction blijkt dat de Maand van de Geschiedenis veel Nederlanders bereikt via radio en televisie, maar ook via artikelen en bijlagen in de krant en tijdschriften, evenals via outdoor en online vermeldingen. Om dit te blijven verwezenlijken, werken we intensief samen met verschillende mediapartners, die zorgen voor een enorme zichtbaarheid van de Maand van de Geschiedenis en die jouw activiteit in de schijnwerpers zetten.
20
MAGAZINE Samen met Historisch Nieuwsblad brengen we het Maand van de Geschiedenis-magazine uit. Het magazine (oplage ca. 125.000 exemplaren) wordt via de abonnees van Historisch Nieuwsbladen op duizenden plaatsen in Nederland verspreid. Dit zijn deelnemende organisaties, boekhandels, bibliotheken, VVV’s, culturele horecalocaties, hogescholen en universiteiten. Het magazine besteedt uitgebreid aandacht aan de programmering in oktober. Ook jouw activiteit maakt kans om opgenomen te worden in het magazine. Een belangrijke voorwaarde: meld je activiteit aan vóór 9 augustus via maandvandegeschiedenis.nl.
ESSAY De auteur van het essay van de Maand van de Geschiedenis is een belangrijke ambassadeur van onze campagne. Er wordt in september en oktober veel gepubliceerd en uitgezonden rondom het essay. Dit jaar schrijft historicus James Kennedy het essay, waarin hij een blik werpt op de veranderende houding van Nederlanders ten opzichte van werk in de naoorlogse decennia. Vanaf 1 oktober is het essay van de Maand van de Geschiedenis te koop in de boekhandel voor € 4,99. De essayist is ook (onder voorbehoud van beschikbaarheid) te boeken voor jouw eigen evenement tijdens de Maand.
VPRO Begin oktober vind je in de VPRO Gids een uitgebreide bijlage over de Maand van de Geschiedenis, met activiteiten in oktober, interviews, artikelen en meer. Activiteiten die uiterlijk 9 augustus zijn aangemeld, maken ook kans om opgenomen te worden in de bijlage bij de VPRO Gids. VPRO-radioprogramma OVT besteedt met vijf uitzendingen in oktober eveneens volop aandacht aan de Maand van de Geschiedenis.
Natuurlijk besteden we op veel meer manieren aandacht aan de programmering, via regionale omroepen, sociale media, agendatips in landelijke en regionale dagbladen, nieuwsbrieven en uitagenda’s.
21
MAAND VAN DE GESCHIEDENIS REPORTERS
22
Ook dit jaar gaan onze Maand van de Geschiedenis Reporters (voorheen Reizende Reporters) weer kriskras door het land om verslag uit te brengen van pareltjes in de programmering. In woord én in beeld worden kleine en grote activiteiten door heel Nederland uitgelicht. De reporters publiceren op social media en op de website voorafgaand en tijdens de Maand van de Geschiedenis. Zit je bij de selectie, dan krijgt jouw activiteit niet alleen speciale aandacht, maar beschik je ook direct over een mooi setje professioneel beeldmateriaal dat je rechtenvrij (met bronvermelding) kunt gebruiken voor je eigen kanalen. In aanloop naar de Maand van de Geschiedenis nemen wij contact op met de instellingen die een bezoekje kunnen verwachten van de Maand van de Geschiedenis Reporters. We geven speciale aandacht aan drie categorieën (alles natuurlijk in het thema Aan het werk): << (Kleine) activiteiten die plaatsvinden op meerdere bijzondere locaties (op loopafstand) << Activiteiten met ongewone (bekende) sprekers, die verbanden leggen met de actualiteit en waarin scherpte wordt opgezocht << Festivals/evenementen waar ook aandacht is voor bijvoorbeeld muziek, eten en drinken en verschillende soorten activiteiten
23
LAAT ZIEN DAT JE MEEDOET
24
Alle instellingen die een activiteit aanmelden vóór 9 augustus kunnen bij de aanmelding van hun activiteit een promotiepakket aanvragen. Deelnemers kunnen zelf kiezen hoeveel pakketten zij afnemen. We vragen alle deelnemers het promotiemateriaal aan te vragen én in te zetten, zodat de campagne maximaal zichtbaar is. Naast het offline pakket bieden we online een gratis promotietoolkit aan. Zie de pagina hiernaast om erachter te komen waaruit de promotiepakketten bestaan.
Op maandvandegeschiedenis.nl/ toolkit is de online promotietoolkit te vinden. Hier vind je ook regels en restricties voor het gebruik van ons logo en campagnebeeld.
Promotiemateriaal voor boekhandels en bibliotheken Voor bibliotheken en boekhandels brengen we speciale promotiepakketten uit, met extra materialen rondom het Maand-essay. Deze zijn te bestellen via maandvandegeschiedenis. nl/bieb en maandvandegeschiedenis. nl/boekhandel.
INHOUD PROMOTIEPAKKETTEN OFFLINE PROMOTIEPAKKET VOOR DEELNEMERS << 2 x Campagneposter A2 << 1 x Campagneposter A3 << 50 x Maand van de Geschiedenis-magazine ONLINE PROMOTIETOOLKIT << Template voor een programmafolder << Template voor eigen Maand van de Geschiedenis-posters << Template voor persberichten << Socialmediatemplates << Webbanners << Logo’s en beeldmateriaal PROMOTIEPAKKET VOOR BOEKHANDELS << 2 x Campagneposter A2 << 2 x Essayposter A2 << 1 x Campagneposter A3 << 50 x Maand van de Geschiedenis-magazine << 1 x essaydisplay PROMOTIEPAKKET VOOR BIBLIOTHEKEN << 2 x Campagneposter A2 << 2 x Essayposter A2 << 1 x Campagneposter A3 << 50 x Maand van de Geschiedenis-magazine
25
ECHOBEWAARDER EN VENSTERVERGROTER
Column door Hans Piena
HOE ZIET HET WERK VAN EEN CONSERVATOR ‘WERKEN’ IN HET NEDERLANDS OPENLUCHTMUSEUM ERUIT? HANS PIENA GEEFT EEN KIJKJE IN DE KEUKEN.
26
Verveeld tik ik mijn vierde Singernaaimachine van de week af. Niet kapot te krijgen die dingen. En mensen blijven ze aanbieden. We hadden er van elk dorp wel een kunnen verzamelen: het Singernaaimachine museum. Net als heel Nederland doe ik de mail. Als conservator van het Nederlands Openluchtmuseum zit mijn postvak elke dag vol met aanbiedingen van landgenoten uit alle windstreken. Met de term ‘Nederland’ in je museumnaam, en het dagelijks leven als verzameldoel, weet iedereen je te vinden. En het blijft niet bij mail alleen. Je moet niet verbaasd opkijken als je ’s ochtends bij binnenkomst struikelt over een doos met hamstervoorraden uit de Tweede Wereldoorlog. De volgende dag kan er een toverlantaarn op je toetsenbord
liggen, zonder afzender. Mensen bellen met de laatste paardentram van Nederland. Bezoekers laten bij de balie het postkostuum van overgrootvader achter – maar dus vooral veel naaimachines. De bewaardruk is groot en mijn kantoor is zo lek als een mandje. Van wie komen al die spullen en waarom? Het gros van de aanbieders is vijftig plus. Wat ze brengen gaat over hun eigen identiteit: hun woonplaats, voorouders of jeugd, hun eigen venster in het grote geheel. Het zijn echo’s uit vervlogen tijden, en wij moeten die echo’s bewaren. Meestal spelen er verschillende redenen. Veel aanbieders hebben een twee-voor-twaalfgevoel. Hun wereld is snel aan het verdwijnen en ze willen redden wat er te redden valt om de herinnering levend te houden. Daarnaast speelt erkenning een grote rol. In elke periode zijn er mensen die een betere plaats in de samenleving verlangen. En
die, op dat proces terugkijkend, erkenning vragen voor hun materiële cultuur, hun strijd. In de afgelopen honderd jaar waren dat voor ons museum achtereenvolgens de in verdrukking geraakte traditionele boeren en vissers, fabrieksarbeiders, vrouwen en kinderen, immigranten en nu meer en meer LHBT’ers. In die dagelijkse stortbui ontbreekt structureel een aantal zaken: het venster is te klein. Ten eerste beladen erfgoed. Het SS-bestek dat na zijn dood bij opa in de keukenlade wordt gevonden, wordt niet aangeboden. Ten tweede de alledaagse vluchtigheid. SMS’jes, bioscoopkaartjes, boodschappenbriefjes. In 2019 doorworstelden we het volledig dichtgeslibde huis van een overleden man en vonden een plastic tasje met het bonnetje en de boodschap er nog in, van veertig jaar daarvoor. Bij thuiskomst had meneer die even ergens neergelegd en nooit meer teruggevonden. Miljarden keren is zoiets in de winkel samengesteld en evenzoveel keren thuis weer uitgepakt, behalve deze keer. Ten derde het nu. Er is nooit een dertiger met kleine kids in een IKEA-interieur die me opbelt met de vraag of ik de hele inboedel maar wil komen
ophalen, of een immigrnt die nog in een asielzoekerscentrum verblijft. Het zijn de tropenjaren waarin mensen wel wat anders aan hun
IN ELKE PERIODE ZIJN ER MENSEN DIE EEN BETERE PLAATS IN DE SAMENLEVING VERLANGEN hoofd hebben dan museale borging. Zo duurde het tot 2014 voordat de eerste Molukse familie haar erfgoed aanbood, terwijl we in 2003 een Molukse barak openden en deze bevolkingsgroep al in 1951 in Nederland arriveerde. Om het venster te vergroten en dit soort erfgoed te borgen moet je je collectie kennen, Nederland kennen, anticiperen en zelf op pad gaan. Want uit ervaring weten we dat ook dit erfgoed een betekenisvolle herinnering aan het verleden zal zijn. Echobewaarder en venstervergroter: het is hard werk, maar wel de mooiste baan van Nederland. Hans Piena is conservator Werken in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.
27
‘DE NADRUK OP JE NIET UIT HOEVEN SLOVEN BLIJF IK FRAPPANT VINDEN’
DENKT U DAT DE ROL VAN WERK IN ONZE SAMENLEVING IN DE KOMENDE JAREN ZAL VERANDEREN? ‘Ik ben historicus, geen ziener, maar ik denk het wel. Veel typen banen zullen verdwijnen, waarvoor – hopelijk – andere, goede banen in de plaats komen.
James Kennedy over zijn essay voor de Maand van de Geschiedenis
28
IN 2021 SCHRIJFT JAMES KENNEDY, HOOGLERAAR MODERNE NEDERLANDSE GESCHIEDENIS, HET ESSAY VOOR DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS, AANSLUITEND BIJ HET THEMA AAN HET WERK. KENNEDY ONDERZOEKT HIERIN DE NEDERLANDSE VISIE OP WERK EN HOE DEZE ZICH SINDS DE NAOORLOGSE JAREN HEEFT ONTWIKKELD. ‘DE WERKPLAATS KAN ER BEST EENS ANDERS UIT KOMEN TE ZIEN DAN WE GEWEND ZIJN.’ IS ER ZOIETS ALS EEN ‘TYPISCH NEDERLANDSE’ KIJK OP WERKEN EN ARBEID? ‘Als Amerikaan viel het mij meteen op: toen ik in juni 2003 arriveerde in Nederland waren mijn collega’s bezorgd dat ik geen vakantie opnam. Het was tenslotte zomer en zonder vakantie zou je snel een burn-out
krijgen. Ik vind dat Nederlanders wel hard werken, maar werk is minder bepalend voor hen dan ik gewend was. De nadruk op je niet uit hoeven sloven blijf ik frappant vinden.’ WAT ZIET U ALS DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELING OP HET GEBIED VAN WERK IN DE TWINTIGSTE EEUW? ‘Als je mij deze vraag een eeuw of zelfs een halve eeuw geleden had gesteld, zou ik gewezen hebben op de industrialisering en de daarmee gepaard gaande ontwikkeling van technologie. Die transformeerden werk binnens- en buitenshuis: denk aan de lopende band, de tractor, de stofzuiger. Nu zou ik hieraan automatisering en digitalisering toevoegen, waardoor de werkplaats ingrijpend veranderd is. Misschien kun je deze ontwikkelingen als een lang proces zien.’
‘JE ZIET DAT JONGEREN KRITISCHE VRAGEN STELLEN OVER DE RAT RACE’ Als er grote verschuivingen zullen plaatsvinden op de arbeidsmarkt krijg je wellicht een herhaling van wat je rond 1980 zag, tijdens de hoge werkloosheid: mensen vroegen zich af of ze grotere betekenis konden geven aan activiteiten waarvoor ze niet betaald werden. Daarnaast zie je dat jongeren, met aanzwellende kritiek op het neoliberalisme, kritische vragen stellen over de rat race. Ook de roep om teamwork neemt toe. Zo kan de werkplaats er best eens anders uit komen te zien dan we gewend zijn.’ In oktober is het essay Aan het werk van James Kennedy verkrijgbaar bij de boekhandel voor €4,99.
29
BELANGRIJKE DATA
30
29 MAART–20 SEPTEMBER Aanmelden activiteiten op maandvandegeschiedenis.nl
13–24 SEPTEMBER Deelnemers ontvangen offline promotiepakketten
9 AUGUSTUS Deadline aanmelden activiteiten op de website, voor kans op opname in het Maand van de Geschiedenismagazine, de VPRO Gidsbijlage en andere uitingen
3 OKTOBER Opening Maand van de Geschiedenis met live uitzending van radioprogramma OVT en Erfgoedfestival.nl
1 SEPTEMBER Bekendmaking programma publiekm
PARTNERS Een initiatief van
Investeerder
31
30 OKTOBER Nacht van de Geschiedenis in het Rijksmuseum Amsterdam. Feestelijke afsluiting van de Maand van de Geschiedenis
1 OKTOBER START DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS
Afbeeldingen pagina 8-13: Rijkmuseum Amsterdam. Foto auteur: Anne van Gelder. Foto pagina 29: Marco Bakker.
CONTACTGEGEVENS Nederlands Openluchtmuseum t.a.v. Maand van de Geschiedenis
Postbus 649, 6800 AP Arnhem Hoeferlaan 4, 6816 SG Arnhem T: +31(0)26-20 06 505 E: maand@openluchtmuseum.nl maandvandegeschiedenis.nl
NIEUWSBRIEF
Blijf op de hoogte van de
Volg ons op twitter.com/
campagne en meld je aan voor de
MaandvdGesch
deelnemersnieuwsbrief op maandvandegeschiedenis.
FLICKR
nl/deelnemersnieuwsbrief
Volg ons op flickr.com/
MaandvandeGeschiedenis
Volg ons op facebook.com/
maandvandegeschiedenis
Volg ons op pinterest.com/
MaandvdGesch
Volg ons op instagram.com/ maand_van_de_geschiedenis
ONTDEK GISTEREN BEGRIJP VANDAAG OKTOBER IS DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS