Maand van de Geschiedenis 2022 - inspiratieboekje

Page 1

DOE MEE MET DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS

2022


INHOUDSOPGAVE

3

4

5

6

7

8

16

18

Voorwoord

Wat vragen wij?

2

Wat is de Maand van de Geschiedenis?

Thema-essay van Lotte Jensen

20 22

Factsheet 2021

Column van Luc Panhuysen

Wat bieden wij?

Wie wil je bereiken?

24 26

Wat doet In de Maand van de Laat zien dat het goed? schijnwerpers Geschiedenis je meedoet Reporters

27 Inhoud promotiepakket

28

Column van Jan Hoffenaar

30 32 3 vragen aan Beatrice de Graaf

33 Partners en organisaties

Belangrijke data en deadlines

VOORWOORD In ieder mensenleven komen ze voor: rampen. Van een naaste die overlijdt tot een dorp dat wegspoelt. Van geen dak boven je hoofd hebben tot een economie die instort. Van persoonlijke rampen tot catastrofes die de samenleving ontwrichten. Een ramp kent vele verschijningsvormen. 350 jaar na het Rampjaar 1672 brengen we met het thema Wat een ramp! rampen en hun gevolgen voor het voetlicht. In een tijd waarin pandemieën, bosbranden, oorlogen en overstromingen de kranten en talkshowtafels in hun greep houden, duiken we in oktober niet alleen in de geschiedenis van verwoestende rampen. We ontdekken ook de catastrofes die door menselijk handelen zijn voorkomen en de veerkracht en weerbaarheid die een ramp in de mens kan opstuwen.

organiseren we weer samen met jou het grootste geschiedenisevenement van Nederland. Het Nederlands Openluchtmuseum, dat de Maand voor de elfde keer organiseert, biedt je met dit boekje thema-achtergronden en praktische informatie. Hopelijk raak je geïnspireerd om aan de slag te gaan met de organisatie van mooie activiteiten. Dat geschiedenis actueel is merken we niet alleen door het nieuws te volgen. De Maand van de Geschiedenis groeit ieder jaar en heeft bewezen impact op de bezoeker – zie de factsheet op pagina vijf. Wij kijken uit naar jullie mooie programma’s! Team Maand van de Geschiedenis Anne Burgers en Eva Flipse

Zonder deelnemers geen Maand van de Geschiedenis. Graag

BLIJF OP DE HOOGTE VIA ONZE DEELNEMERSNIEUWSBRIEF

Afbeelding cover:

Frits Gerritsen © Fotoarchief Frits Gerritsen

Wil je op de hoogte blijven van het programma, inschrijvingsdata en andere belangrijke informatie? Meld je dan aan voor onze deelnemersnieuwsbrief via maandvandegeschiedenis.nl/deelnemersnieuwsbrief

3


4

ONTDEK GISTEREN BEGRIJP VANDAAG Geschiedenis is altijd aanwezig, maar moet wel verteld, gedeeld, genuanceerd en aangevuld worden. Bovendien is het van groot belang dat iets wat ons allemaal aangaat, voor ons allemaal beschikbaar en herkenbaar is. Vanuit het verleden kun je het heden begrijpen en zo ook meer inzicht krijgen in jezelf, je eigen achtergrond en je eigen omgeving. De Maand van de Geschiedenis wil alle perspectieven een podium bieden en alle stemmen laten horen. Daarom willen wij één maand per jaar geschiedenis extra aandacht geven. Zo laten we je gisteren ontdekken om vandaag te begrijpen. Doet jouw organisatie (weer) mee?

WHY Wij geloven dat kennis van het verleden bijdraagt aan begrip van het heden en daaraan context geeft. HOW Wij brengen één maand in het jaar geschiedenis op een creatieve en opvallende manier onder de aandacht van publiek. WHAT Door middel van fysiek en online aanbod stimuleren we mensen door heel het land om op ontdekking te gaan.

2022

ca. 670.000

2 op de 5

821 deelnemende

mediawaarde

deelnemers

Nederlanders (18+) kent de Maand van de Geschiedenis

97%

van de deelnemende instellingen geeft aan volgend jaar (zeker) weer mee te doen

instellingen

858

die samen activiteiten organiseerden

59% van de deelnemende instellingen werkte samen met andere organisaties

7

waardering deelnemers

7,8

waardering deelnemende instellingen

€ 1.800.000 met aandacht in/op o.a. NPO Radio 1, VPRO Gids, Trouw, NRC en de Volkskrant

91%

van de deelnemers heeft actie ondernomen na deelname, bijvoorbeeld door: • na te denken over de huidige leefsituatie • informatie op te zoeken • na te denken over de rol van geschiedenis in de samenleving

ESSAY

Oktober is de Maand van de Geschiedenis, het grootste geschiedenis­ evenement van Nederland. In 2022 gaan we met het thema Wat een ramp! op zoek naar verhalen over grote en kleine rampen. We ontdekken hoe we omgaan met tegenspoed en welke lessen we achteraf kunnen trekken. Een maand lang brengen we samen met honderden culturele organisaties geschiedenis onder de aandacht bij miljoenen Nederlanders.

FACTSHEET 2021

MAGAZINE

WAT IS DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS?

150.000 12.000 oplage magazine Maand van de Geschiedenis

oplage essay Maand van de Geschiedenis

48%

van de deelnemers kijkt na deelname anders naar de samenleving

5


6

WAT BIEDEN WIJ?

WAT VRAGEN WIJ?

<< Gebruikmaken van de kennis, ervaring en netwerken die de Maand van de Geschiedenis heeft opgebouwd en de mogelijkheid om kennis uit te wisselen met andere deelnemers << Meeliften op een grote mediacampagne << Kans op opname in het Maand van de Geschiedenismagazine (oplage van ca. 130.000 exemplaren) << Kans op opname in een van de offline- en onlinekanalen van partners (bijvoorbeeld de bijlage van de VPRO Gids) << Kans op vermelding op social media of een prominente plek op onze website << Kans op een bezoek van de Maand van de Geschiedenis Reporters << Diverse gratis on- en offline promotiematerialen << Mogelijkheid om nieuw publiek te trekken << Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden (59% van de deelnemers in 2021 gaf aan tijdens de Maand met andere organisaties samen te werken) << Het delen van inspiratie en kennis via een netwerkbijeenkomst, de Maand-website en nieuwsbrieven << Een eigen pagina voor je activiteit op maandvandegeschiedenis.nl

JE ACTIVITEIT: << Is aangemeld op maandvandegeschiedenis.nl << Gaat over geschiedenis << Heeft een directe link met het thema Wat een ramp!, uitgewerkt in de beschrijving << Legt een verband tussen verleden en heden << Is toegankelijk voor publiek << Heeft een duidelijke omschrijving en een pakkende titel << Bevat een sterk beeld dat iets toevoegt aan de tekst << Bevat kloppende en volledige praktische informatie, inclusief contactpersoon PROMOTIE: << Je zet het promotiemateriaal in de maand oktober in << Als deelnemer draag je samen met andere deelnemers en partners de Maand van de Geschiedenis uit

EXTRA AANDACHT Sommige activiteiten zijn geschikter om via onze mediakanalen uit te zetten dan andere. Activiteiten worden beloond voor: << Inspirerende sprekers die een jonger publiek aanspreken << Vergroting van diversiteit in aanbod en publiek << Originaliteit in de vertaling naar het thema Wat een ramp! << Koppeling met een of meer van de volgende domeinen: filosofie, muziek, film, food, theater, politiek, outdoor (wandelen/ fietsen), toerisme en bijzondere locaties << Exclusiviteit voor de Maand van de Geschiedenis

AAN DE SLAG Wil je deelnemen aan de Maand? Je kunt je inschrijven door gratis een account aan te maken via maandvandegeschiedenis.nl/worddeelnemer. Vervolgens voeg je vanuit je account zelf activiteiten toe. Op pagina 32 tref je de belangrijke data voor deelnemers.

7


VEERKRACHT EN KWETSBAARHEID RAMPEN IN HISTORISCH PERSPECTIEF Door Lotte Jensen

IN DE NACHT VAN 31 JANUARI OP 1 FEBRUARI 1953 VOLTROK ZICH EEN ENORME RAMP IN NEDERLAND. IN ZEELAND, WESTBRABANT EN OP DE ZUID-HOLLANDSE EILANDEN BRAKEN DE DIJKEN DOOR. DE OVERSTROMINGEN ONTNAMEN AAN 1836 MENSEN HET LEVEN. DANKZIJ DE VELE BOEKEN, ARTIKELEN, DOCUMENTAIRES, SERIES EN FILMS OVER DEZE INGRIJPENDE GEBEURTENIS STAAT DEZE GEBEURTENIS NOG ALTIJD IN ONS COLLECTIEVE GEHEUGEN GEGRIFT. De ramp van 1953 is bij lange na niet de enige ramp die Nederland zwaar getroffen heeft. Wie de geschiedenis induikt vindt een aaneenschakeling van watersnoden, ontploffingen, epidemieën, hongersnoden, insectenplagen, branden en andere catastrofes. En wie ook oorlogen, aanslagen, schipbreuken en vliegrampen meetelt, vraagt zich af of er ooit rampenvrije periodes hebben bestaan. Om nog maar te zwijgen van de catastrofes die zich sluipenderwijs aan het voltrekken zijn, zoals de opwarming van de aarde, met alle toekomstige gevolgen van dien. Voor historici zijn rampen een goudmijn: ze bevatten een schat aan informatie over de veerkracht en kwetsbaarheid van samenlevingen. Hoe reageerden mensen vroeger op ontwrichtende gebeurtenissen zoals een over­ stroming of een brand? Er is de laatste jaren een groeiende belangstelling voor de rol van de media daarbij te ontwaren. Nieuwsberichten en culturele

uitingen, zoals verhalen, prenten, preken en gedichten, stuurden de waarneming van rampen: ze reikten interpretatiekaders aan die mensen hielpen om catastrofale gebeurtenissen van betekenis te voorzien. De Nijmeegse onderzoeksgroep ‘Dealing with disasters’, die de omgang met rampen in Nederland bestudeert, heeft intussen honderden bronnen door de handen laten gaan. De parallellen tussen het verleden en het heden zijn soms verbluffend: de reactie op rampen volgt opvallend vaak eenzelfde stramien. SENSATIEZUCHT Er wordt wel eens beweerd dat een ramp pas een echte ramp is als de media er aandacht aan besteden. Hoewel zo’n uitspraak geen recht doet aan het leed van slachtoffers van catastrofes die zich buiten het oog van journalisten en camera’s afspelen, zit er wel een kern van waarheid in. Reportages, verhalen en beelden spelen immers een belangrijke rol in de verspreiding van nieuws.

9


DE RAMP MET DE SS BERLIN IS OOK WEL GEKARAKTERISEERD ALS DE EERSTE GROTE ‘MEDIARAMP’ VAN NEDERLAND

10

Sensationeel nieuws verkocht goed, dat wisten de uitgevers in vroeger eeuwen ook al. Om hun prenten en boeken over branden en overstromingen aan de man te brengen adverteerden ze met ronkende teksten. ‘Naar het leven getekend!’ luidde de aanbeveling bij overstromingsprenten in de achttiende en negentiende eeuw. De koffie- en theehandel Ter Wee bracht in samenwerking met een drukkersfirma uit Zaandam zelfs een heel verzamelwerk uit over de Zuiderzeevloed van 1916. Liefhebbers konden het artistiek uitgevoerde leesboek met 72 kleurenfoto’s aanvullen. De plaatjes waren te vinden in ieder pakje van een half pond en een ons thee. De schrijver achtte zijn doel bereikt als de lezers door deze beelden de taferelen van ellende en zelfopoffering niet zouden vergeten, en steeds waakzaam zouden blijven voor ‘die verraderlijke zee’. Dit alles ‘onder het genot van een heerlijk kop thee, van een der merken, die de Firma TER WEE in den handel brengt’. De ramp met de SS Berlin is ook wel gekarakteriseerd als de eerste

DE NATIONALE LIEFDADIGHEID BEREIKTE EEN EERSTE HOOGTEPUNT NA DE LEIDSE BUSKRUITRAMP grote ‘mediaramp’ van Nederland. Op 21 februari 1907 verongelukte dit passagiersschip bij Hoek van Holland. Van de 143 opvarenden kwamen er 128 om het leven. Journalisten doken als aasgieren op het ‘Drama van Berlin’. In het Algemeen Dagblad verscheen een feuilleton, er werden straatliederen over gezongen en ansichtkaarten verkocht. Er circuleerden ook filmbeelden, wat voor die tijd nieuw was. Dat prins Hendrik persoonlijk een bezoek bracht, stuwde de hype verder omhoog. De media-aandacht bracht ook een stroom ramptoeristen op gang. Treinen reden af en aan met hordes. Ze gedroegen zich volgens een verslaggever alsof ze naar de kermis gingen: ‘Je hoort ze in volle bagagewagens stampen en zingen’. LIEFDADIGHEID Media-aandacht diende vanzelf­ sprekend niet alleen commerciële doeleinden, maar bracht ook golven van liefdadigheid teweeg. Dat hulpacties in de loop van de achttiende eeuw steeds grootschaliger werden, had mede te maken met het grotere bereik

van kranten, tijdschriften en allerlei andere uitgaven. Er kwam ook een centrale regie: in 1784 werd voor het eerst een landelijke campagne opgezet om geld op te halen voor de slachtoffers van een watersnood. Daarvoor bleef het beperkt tot een of twee gewesten. Dat leverde maar liefst 250.000 gulden op (nu: 2,5 miljoen euro). Bij iedere ramp – of het nu branden, overstromingen of de cholera betrof – kwamen inzamelingsacties op gang. Burgers organiseerden aan de lopende band loterijen, benefietconcerten, kerkcollectes en openbare verkopingen om hun lijdende landgenoten te helpen. De nationale liefdadigheid bereikte een eerste hoogtepunt na de Leidse buskruitramp. Op 12 januari 1807 explodeerde ’s middags om vier uur in de binnenstad van Leiden een schip met een enorme lading buskruit. Er kwamen zo’n 160 mensen om het leven en er vielen meer dan 2000 gewonden. De verwoestingen waren gigantisch. Alle kranten en dichters schreven erover. Nog diezelfde avond bracht de koning, Lodewijk Napoleon,

een bezoek aan de plek des onheils. Hij ontfermde zich over de aange­ slagen bevolking en nam een vijfjarig jongetje op de arm dat onder het brandende puin vandaan was gekropen. Hij ging voortvarend te werk: hij gaf Leiden een voorschot van 100.000 gulden om de eerste nood te lenigen en stelde een deel van paleis Huis ten Bosch open voor de opvang van gezinnen en bejaarden. Het leverde hem de bijnaam ‘vader der ongelukkigen’ op. Intussen stroomden de giften uit alle hoeken en gaten van het land binnen. Het imposante bedrag van bijna 1,9 miljoen gulden werd opgehaald. Liefdadigheidspublicaties speelden bij dit soort acties een belangrijke rol. Vaderlandslievende auteurs als Hendrik Tollens en Jacob Jan Cremer gaven geschriften uit met als doel zoveel mogelijk geld voor de slachtoffers op te halen. Zo bracht Tollens in 1853 een met goud versierd albumblaadje uit om de choleralijders een hart onder de riem te steken. Prins Hendrik, een van de zoons van voormalig koning Willem II, en zijn echtgenote betaalden maar liefst 25 gulden voor

11


DE BEELDEN VAN EEN DOOR WATER WADENDE KONINGIN JULIANA BIJ DE WATERSNOODRAMP VAN 1953 ZIJN NOG ALTIJD ICONISCH

12

een exemplaar. De actie bracht 721 gulden op. De schilder en schrijver Jacob Jan Cremer steunde de slachtoffers van de watersnood van 1861 met zijn uitgave Op den zolder. Hij riep alle Nederlanders op te doneren: ‘Geef, geef, geef’, schreef hij: ‘Te veel is het nimmer’. Zijn boekje leverde ƒ 2155,90 op.

nabestaanden te tonen. Of het nu gaat om de Zuiderzeevloed van 1916, de Bijlmerramp in 1992, of het neerstorten van de MH 17 in 2014, een bezoek van een lid van het koninklijk huis hoort erbij. De beelden van een door water wadende koningin Juliana bij de Watersnoodramp van 1953 zijn nog altijd iconisch.

Aan de negentiende-eeuwse liefdadigheidscultus hebben we twee erfenissen overgehouden. Ten eerste zijn benefietacties nog altijd springlevend. Bij de vuurwerkramp in Enschede (2000), de Orkaan Irma (2017) en de recente overstromingsramp in Valkenburg (2021) zamelden burgers op allerlei manieren geld in ten behoeve van de slachtoffers. Ook het Nationaal Rampenfonds was daarbij actief. In 1995, toen de dijken in het rivierengebied dreigden door te breken, werd zelfs een landelijke televisieactie georganiseerd met medewerking van tal van bekende Nederlanders. Ten tweede laten leden van het Koninklijk Huis zich sinds het optreden van Lodewijk Napoleon steevast bij rampen zien om hun medeleven met

SCHULDBESEF EN ZONDEBOKKEN Hoewel rampen de saamhorigheid konden vergroten, zowel op lokaal als nationaal niveau, gingen ze ook vaak gepaard met processen van inen uitsluiting. In de nasleep van een ramp gingen betrokkenen op zoek naar verklaringen: hoe was de brand van Hilversum in 1766 ontstaan? Waarom vatte de Amsterdamse Schouwburg in 1772 vlam? Waarom leidde de cholera in de ene buurt tot veel meer doden dan in een andere wijk? En had de watersnoodramp van 1953 voorkomen kunnen worden? De uiteenlopende antwoorden op dit soort vragen leidden soms tot hoogoplopende conflicten. Tot in de jaren 1960 was de religieuze verklaring dominant: God stuurde

ZELFS WANNEER ALGEMEEN BEKEND WAS DAT DE RAMP DOOR EEN MENSELIJKE FOUT WAS ONTSTAAN, BLEEF GOD DE EERSTE VEROORZAKER rampen en gaf daarmee een signaal af. Hij wilde de mensen straffen voor hun zonden of simpelweg zijn almacht tonen. Predikanten en schrijvers spoorden mensen aan om te bidden om nieuwe rampen te voorkomen. Dit soort godsdienstige interpretaties sloot andere verklaringen niet uit. Zelfs wanneer algemeen bekend was dat de ramp door een menselijke fout was ontstaan, bleef God de eerste veroorzaker. Na een brand in Lutjebroek, die in 1763 in een broodbakkerij was ontstaan en waarbij 47 huizen in vlammen opgingen, benadrukte een liedmaker dat de brand als een straf van God moest worden gezien: ‘Hy schept het kwade en het goed/ De duysternis en ‘t ligt der dagen/ Godt is ‘t die zulks alles doet’. Tegelijkertijd lieten wetenschap­ pelijke bevindingen zien dat mensen in staat waren om rampen te keren. De uitvinding van de bliksemafleider in 1752 maakte direct een einde aan tal van branden. Toen John Snow in 1854 ontdekte dat besmet drinkwater de veroorzaker van cholera was, kon de ziekte effectief

worden bestreden. Toch leidde dat niet automatisch tot het verdwijnen van religieuze interpretaties: de op wetenschappelijke kennis gebaseerde verklaringen gingen hand in hand met aansporingen tot vroomheid. Toen de waterbouwkundige Jan Adriaanszoon Leeghwater in 1641 zijn ambitieuze plan publiceerde om het Haarlemmermeer in te polderen om zo toekomstige overstromingen te voorkomen, hoopte hij het met hulp van de ‘almogenden God’ te kunnen uitvoeren. Rampen werden ook vaak aangegrepen om gemeenschaps­ gevoelens aan te wakkeren vanuit bepaalde morele, religieuze of politieke overtuigingen. Toen er in Gent in 1587 een zware storm opstak tijdens een processie van de Spaanse veldheer Alexander Farnese, de hertog van Parma, haalde een protestantse pamflet­ tist zijn

13


HET AANWIJZEN VAN ZONDEBOKKEN DEED ZICH NIET ALLEEN VOOR IN DE VROEG­MODERNE TIJD, MAAR IS VAN ALLE TIJDEN

14

gelijk. Het kon natuurlijk geen toeval zijn dat God uitgerekend de katholieke Spanjaarden met een storm strafte! Ook de zeventiende-eeuwse dichter Joost van den Vondel zag zijn geloofsvisie bevestigd na het afbranden van de Nieuwe Kerk in Amsterdam in 1645. De catastrofe onderstreepte de superioriteit van het katholieke geloof, waarnaar hij enkele jaren eerder was overgestapt. Het leidde tot een heftige pennenstrijd waarbij calvinisten lijnrecht tegenover katholieken stonden. Het aanwijzen van zondebokken deed zich niet alleen voor in de vroeg­moderne tijd, maar is van alle tijden. Van heksen tot homoseksuelen, van moslims tot joden, van katholieken tot protestanten, van de Fransen tot de Aziaten: steeds weer zijn bepaalde groepen aangewezen als de aanstichters van het kwaad. Zeker bij infectieziektes en epidemieën, zoals de pest, cholera, aids en corona, is de neiging groot geweest om schuldigen aan te wijzen. Dat heeft zelfs tot excessief geweld geleid, zoals de

NIEUWSMEDIA EN CULTURELE UITINGEN LATEN ZIEN DAT KWETSBAARHEID EN VEERKRACHT TWEE ZIJDEN VAN DEZELFDE MEDAILLE ZIJN vervolgingen van de joden tussen 1348 en 1351, die verant­ woordelijk werden gehouden voor de pestuitbraken. Ook tijdens de huidige coronacrisis is een heel scala aan zondebokken de revue gepasseerd. Eerst waren het de Chinezen, daarna de carnavals­ vierders, vervolgens de feestende jongeren, toen de ongevaccineerden en ten slotte de wintersporters. VEERKRACHT EN KWETSBAARHEID Bovenstaande voorbeelden maken duidelijk dat er grote parallellen bestaan tussen de wijze waarop we vroeger met rampen omgingen en nu. Natuurlijk hebben zich onder invloed van bestuurlijke, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen grote veranderingen voorgedaan, maar er doemen ook patronen op. Door de eeuwen heen zochten mensen naar manieren om met traumatische gebeurtenissen om te gaan. Tot die coping mechanismen behoren onder meer het zoeken naar (rationele en irrationele) verklaringen, het stimuleren van gemeenschapsgevoel en het aanwijzen van zondebokken.

De media speelden daarbij een doorslaggevende rol. Aan de ene kant konden journalisten, schrijvers en kunstenaars aanzetten tot haat en zelfs geweld door schuldigen aan te wijzen. Ze lieten zich regelmatig leiden door sensatiezucht en commerciële belangen. Aan de andere kant riepen ze op tot solidariteit en liefdadigheid. De hulpacties die vroeger op touw werden gezet om burgers in nood te helpen zijn met recht indrukwekkend te noemen. Nieuwsmedia en culturele uitingen laten zien dat kwetsbaarheid en veerkracht twee zijden van dezelfde medaille zijn. De uitvoerige beschrijvingen en treffende afbeeldingen van menselijk leed, veroorzaakt door verwoestende gebeurtenissen, herinneren burgers eraan dat een ramp iedereen kan treffen. Tegelijkertijd dragen culturele media ook bij aan het verhogen van de psychologische en sociale weerbaarheid van mensen. Beelden van hoop en troost zijn er eveneens in overvloed. Denk aan het iconische beeld van de feniks ofwel de vogel die uit zijn as herrijst. Het is voor menig

oorlogsmonument of als gedenkteken voor verwoestende branden gebruikt. Zo is in Enschede, waar zich in 2000 een ongekende ramp voltrok nadat een opslagplaats met vuurwerk ontplofte, in het stiltecentrum een glaskunstwerk geplaatst van een feniks. Deze bezinningsplek geeft niet alleen ruimte aan het verdriet, maar biedt ook zicht op een nieuwe toekomst. Zelfs na de vreselijkste catastrofe kan een samenleving weer uit de as herrijzen. Lotte Jensen is hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze leidt momenteel een groot onderzoeksproject naar rampverwerking in Nederland door de eeuwen heen. Ze publiceerde tal van boeken waaronder Verzet tegen Napoleon, Vieren van Vrede. Het ontstaan van de Nederlandse identiteit, 1648-1815 en als co-auteur De grote en vreeselike vloed. De Sint-Elisabethsvloed 1421-2021. In september verschijnt bij De Bezige Bij haar cultuurgeschiedenis over overstromingsrampen: Wij en het water. Een Nederlandse geschiedenis.

15


VERDIEN DE RAMP Column door Luc Panhuysen

KRIJGT IEDER LAND DE RAMP DIE HET VERDIENT? NEEM EEN DICHTBEVOLKT LAND DAT GOEDDEELS ONDER DE ZEESPIEGEL LIGT. OF EEN LAND DAT ZIJN GEZONDHEIDSZORG ONDER HET MOM VAN EFFICIËNTIE VAN AL ZIJN VET EN EELT HEEFT ONTDAAN. OF KIJK NAAR DE NEDERLANDSE REPUBLIEK ANNO 1672, DIE ZICH EEN VERWAARLOOSDE KRIJGSMACHT VEROORLOOFDE OMRINGD DOOR KRIJGSZUCHTIGE GROOTMACHTEN.

16

Krijgt zo’n land vroeger of later niet de harde klop van het noodlot op de deur? Zeker, maar zelfs wanneer de deur open­ zwaait en totale ramp­spoed onont­ koom­baar lijkt, ook dan nog zijn er momenten waarop toeval of geluk een uitweg bieden. Pas wanneer alle moge­lijkheden onbenut blijven is een ramp verdiend. Die gedachte kwam in me op bij het zien van de film Don’t Look Up. Een komeet suist recht op de aarde af, een astroïde nog groter dan Chucxulub, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de uitroeiing van de dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden. In deze film klopt het noodlot aan, net op een moment in de moderne geschiedenis dat de mensheid onmachtig is de nodige intelligentie op te brengen

zichzelf te redden. Het leven op aarde heeft nog ruim een halfjaar vóór de inslag, de klok tikt. Was de komeet eerder of later verschenen, dan was die misschien wel in een handomdraai en met vereende krachten tot grind geschoten, maar niet in dit tijdgewricht, niet met deze president van Amerika en een marionettenspeler belichaamd door een giechelige griezel uit Silicon Valley. Door een fatale samenloop van omstandigheden wordt een lichtje aan de hemel een aanzegging van de perfecte ramp. Wat midden 1672 op de Republiek afstevende was ook een perfecte ramp. Het land had dringend een sterk leger nodig. Maar na een kwart eeuw van vrede waren het onderhoud en de administratie van de krijgsmacht achterop geraakt, niemand die bij benadering wist hoeveel soldaten er op de rol stonden. Zo kon het gebeuren dat vlak voordat de Zonnekoning

in juni met 120.000 man zijn opwachting maakte, de piepjonge en onervaren Willem III bij de revue slechts een strijdmacht van 20.000 soldaten telde. Dat was zelfs naar Nederlandse maatstaven van een historische poverheid. Waren de Fransen maar een halve eeuw eerder binnengevallen, dan was het leger driemaal zo groot geweest, maar dat deden ze niet. De inslag van de Franse aanval was extra groot door de maatschappelijke ontwrichting. De invasie veroorzaakte een crisis, die leidde tot een bijna totale verlamming van het bestuur. Woedende ambachtslieden bestormden de stadhuizen, regenten ontvluchtten de steden; voordat op 20 augustus de gebroeders De Witt werden vermoord was het staatsbestuur maandenlang volledig de controle kwijt. De Zonnekoning kon zich geen mooiere situatie wensen, de Republiek lag op haar rug. Maar het Rampjaar was een raar jaar. Terwijl alle omstandigheden het op de ondergang van de Republiek leken te hebben voorzien, ontkwam ze telkens opnieuw. Dankzij een waterlinie of een plotseling

TERWIJL ALLE OMSTANDIGHEDEN HET OP DE ONDERGANG VAN DE REPUBLIEK LEKEN TE HEBBEN VOORZIEN, ONTKWAM ZE TELKENS OPNIEUW intredende dooi, door onverwachte tempowisselingen, door kunst- en vliegwerk, geluk en slimheid. In dat rijtje ontbreekt nog het halsstarrige ongeloof in de eigen ondergang, dat gloeide in de spichtige gestalte van prins Willem III. Vanuit een positie van onmacht knokte de Republiek zich omhoog met werkelijk alles wat haar ter beschikking stond: geld, publiciteit, internationale diplomatie en gaandeweg ook steeds vaker met het blanke staal van de eigen degen. Zo veranderde de Republiek stap voor stap van slachtoffer naar een verbeten tegenstander. De oorlogsgod Mars was met de deur in huis gevallen en had rondgeraasd. Maar na anderhalf jaar werd hij het land uitgewerkt en was de Republiek aan de ondergang ontsnapt. Had in Don’t Look Up het Nederland van 1672 de hoofdrol gekregen, dan was de komeet, deze nieuwe Chucxulub, tot grind geschoten. Luc Panhuysen is historicus en schrijver van het boek Rampjaar 1672. Hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte.

17


WIE WIL JE BEREIKEN?

18

De keuze van je doelgroep geeft kleur aan de inhoud en vorm van je programma. De Maand van de Geschiedenis werkt met drie persona’s (doelgroepen): Chris, Jan Willem en Miranda. De persona’s zijn ontwikkeld door onderzoeksbureau Motivaction International B.V. en vertegenwoordigen verschillende leefmilieus. Door te werken met persona’s krijg je beter inzicht in hoe mensen naar de wereld kijken en hun keuzes maken. Hierdoor kun je meer focus aanbrengen in je aanbod. Een op de doelgroep geënt product versterkt je merkidentiteit. De drie persona’s kunnen zowel vrouwen als mannen zijn.

CHRIS Chris is de groeidoelgroep van de Maand van de Geschiedenis en is een belangrijke focusgroep in de mediacampagne. Chris maakt onderdeel uit van de groep ‘sensitieve allesproevers’ (23% van de Nederlanders): de open en kritische wereldburgers die waarden als ontplooien en beleven nastreven. Het zijn de pioniers van de belevingscultuur. Deze mensen willen steeds nieuwe en bijzondere ervaringen opdoen. 38% van de doelgroep Chris is tussen de 15 en 34 jaar. Chris-proof-programma << Persoonlijke verhalen van inspirerende personen << Verheldering bij actualiteit << Verrassend door bijvoorbeeld meerdere perspectieven << Bijzondere locatie << Spraakmakende sprekers met een gedurfde mening << Esthetisch, sfeervol en inspirerend << Is geschikt voor vrienden en/of partners << Debat, film, college, workshop

JAN WILLEM Jan Willem is de hoofddoelgroep van de Maand van de Geschiedenis. Hij weet de Maand al goed te vinden. Jan Willem wordt getypeerd als de ‘scherpzinnige verdiepingszoeker’ (17% van de Nederlanders), een groep die de vrije tijd graag ‘nuttig’ besteedt. 22% van deze groep is tussen de 35-44 jaar en 24% is tussen de 50-59 jaar. Jan Willemproof-programma << Inhoudelijk en relevant << Historische context en perspectief << Maatschappijkritisch << Intellectuele uitdaging << Bekende historische sprekers, wetenschappers of politici << Authentieke locaties << Rustig programma waar men de tijd voor kan nemen << Combinatie van cultuur en natuur << Tentoonstelling, rondleiding, wandelen, fietsen, lezing, debat

Wil jij sparren over welke doelgroepen je bereikt en wilt bereiken met jouw Maandactiviteit? Schroom niet om contact met ons op te nemen (zie onze contactgegevens op de achterpagina). We helpen graag!

MIRANDA Miranda is een verbredingsdoelgroep van de Maand van de Geschiedenis. Miranda wordt getypeerd als de ‘impulsieve amuseerder’ (47% van de Nederlanders). Een groep die in de vrije tijd op zoek is naar verdiende ontspanning, een dagje uit, spanning en entertainment. Als ze iets cultureels onderneemt, doet ze dit vaak met haar gezin en is het vooral van belang dat de kinderen een plezierige dag hebben. 40% van de Miranda’s is tussen de 15-34 jaar en 21% is tussen de 35-44 jaar. Miranda-proof-programma << Totaalbeleving: aanraken, ruiken, horen, erin kunnen << Onderwerp of opzet moet groots, spectaculair en spannend zijn << Op games en entertainment gericht << Aanbod is populair, laagdrempelig en toegankelijk << Programma is geschikt voor meerdere leeftijden << Prijsgevoelig << Goed bereikbaar << Lokaal georiënteerd

19


WAT DOET HET GOED?

20

Je programma hoeft niet spectaculair of groots van opzet te zijn. Een klein programma kan ook veel impact hebben. Belangrijk is de inhoud en relevantie van je verhaal, de vorm van je programma en de doelgroep die je wenst te bereiken. Hieronder geven we een paar voorbeelden van activiteiten die het goed deden in oktober 2021. Toen stond het thema Aan het werk centraal. BUITENACTIVITEITEN De coronamaatregelen dwongen ons tot extra creativiteit. Ook afgelopen jaar waren er veel drukbezochte activiteiten die buiten plaatsvonden – wel zo veilig. Van fietstours tot wandeltochten, onder begeleiding van een gids of met een historische podcast in de oren. Zo organiseerde het Drents Archief een fietstour langs voormalige dorpsfabrieken in de provincie en nam geschiedenisleraar Rini je op de fiets mee langs de hoogtepunten uit de geschiedenis van de industriestad Breda. En er waren meer buitenactiviteiten. Museum Het Schip organiseerde rondleidingen langs de arbeiderspaleizen in de

Diamantbuurt in Amsterdam en in Kampen ontdekte je aan de hand van vijf wandelingen en een themawebsite de geschiedenis van de textielstad en de Kamper laken. VOOR KIDS De herfstvakantie voor het basisen voortgezet onderwijs valt altijd in oktober dus ook voor kinderen is er genoeg historisch verantwoord aanbod. Afgelopen jaar leerden kinderen in het Watersnoodmuseum over de Watersnoodramp en gingen ze aan de slag met een workshop dijken bouwen om te ontdekken hoe we onszelf kunnen beschermen tegen het water. Bij het Marinemuseum in Den Helder waanden kinderen zich echte militairen aan boord van een onderzeeboot en in het Spoorwegmuseum in Utrecht gingen kinderen

via een speurtocht op zoek naar oude beroepen. OP DE PLANKEN Diverse instellingen grijpen de Maand van de Geschiedenis aan om een koppeling te maken met één of meerdere domeinen. Zo maak je geschiedenis toegankelijk en bereik je mogelijk een nieuw publiek. Theater is daar een goed voorbeeld van. Afgelopen oktober was in het Nederlands Openluchtmuseum de familievoorstelling ‘Bloed, zweet en blaren’ te zien. De herenboerderij in het museum was het decor van een intrigerende voorstelling over werkverschaffing. In Museum Bronbeek trad Hanneke CoolenColsters op met een toneelstuk over de zoektocht naar de geschiedenis van haar opa. Tijdens de voor­ stelling ging Hanneke op zoek naar begrip en dialoog door

live via een koptelefoon, afgewisseld met stukken uit interviews te vertellen over haar opa die vocht als militair in de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië aan Nederlandse zijde.

21

MEER VOORBEELDEN Op maandvandegeschiedenis. nl/terugblik2021 ontdek je de hoogtepunten van de vorige editie. Daar vind je ook het Maand-magazine 2021 met een agenda waarin diverse activiteiten zijn opgenomen.


IN DE SCHJNWERPERS Uit evaluatieonderzoek van Markteffect blijkt dat de Maand van de Geschiedenis veel Nederlanders bereikt via het Maand-magazine, radio en televisie, maar ook via artikelen en bijlagen in de krant en tijdschriften, evenals via outdoor en online vermeldingen. Om dit te blijven verwezenlijken, werken we intensief samen met verschillende mediapartners. Zij zorgen voor een enorme zichtbaarheid van de Maand van de Geschiedenis en zetten dus jouw activiteit in de schijnwerpers.

22

MAGAZINE Samen met Historisch Nieuwsblad brengen we het Maand van de Geschiedenis-magazine uit. Het magazine (oplage van ca. 130.000 exemplaren) wordt via de abonnees van van Historisch Nieuwsblad en National Geographic Historia op duizenden plaatsen in Nederland verspreid. Dit zijn deelnemende organisaties, boekhandels, bibliotheken, VVV’s, culturele horecalocaties, scholen en instellingen voor hoger onderwijs. Het magazine besteedt uitgebreid aandacht aan de programmering in oktober. Ook jouw activiteit maakt kans om opgenomen te worden in het magazine. Een belangrijke voorwaarde: meld je activiteit aan voor 25 juli via maandvandegeschiedenis.nl.

ESSAY De auteur van het essay van de Maand van de Geschiedenis is een belangrijke ambassadeur van onze campagne. Er wordt in september en oktober veel gepubliceerd en uitgezonden rondom het essay. Dit jaar schrijft Beatrice de Graaf het essay, getiteld Crisis! Vanaf 1 oktober is het essay van de Maand van de Geschiedenis te koop in de boekhandel voor een zacht prijsje. De essayist is ook (onder voorbehoud van beschikbaarheid) te boeken voor jouw eigen evenement tijdens de Maand. Bekijk de podiumpagina op maandvandegeschiedenis.nl voor meer informatie.

VPRO Begin oktober vind je in de VPRO Gids een uitgebreide bijlage over de Maand van de Geschiedenis, met activiteiten in oktober, interviews, artikelen en meer. Activiteiten die uiterlijk 25 juli zijn aangemeld, maken ook kans om opgenomen te worden in de bijlage bij de VPRO Gids. VPRO-radioprogramma OVT besteedt met meerdere uitzendingen in oktober eveneens volop aandacht aan de Maand van de Geschiedenis.

Natuurlijk brengen we de programmering ook op andere manieren voor het voetlicht: via regionale omroepen, sociale media, nieuwsbrieven en uitagenda’s.

23


MAAND VAN DE GESCHIEDENIS REPORTERS

24

Ook dit jaar gaan de Maand van de Geschiedenis Reporters weer op pad. Maar anders dan voorgaande jaren komen ze wellicht in september en anders begin oktober bij jou langs om te ontdekken wat voor activiteiten je op het programma hebt staan. Jij kunt dus kans maken om een voorproefje te geven van jouw Maand-activiteit. Zowel kleine als grote activiteiten komen in aanmerking. De reporters publiceren op social media en op de website voorafgaand en aan het begin van de Maand van de Geschiedenis. Zit je bij de selectie, dan krijgt jouw activiteit niet alleen speciale aandacht, maar beschik je ook direct over een mooi setje professioneel beeldmateriaal dat je gratis kunt gebruiken om jouw Maand-activiteit in aanloop naar oktober te promoten. In augustus nemen wij contact op met de instellingen die een bezoekje kunnen verwachten van de Maand van de Geschiedenis Reporters.

WE GEVEN SPECIALE AANDACHT AAN DRIE CATEGORIEËN (alles natuurlijk in het thema Wat een ramp!): << Activiteiten die plaatsvinden op bijzondere locaties << Activiteiten met ongewone (bekende) sprekers, die verbanden leggen met de actualiteit en waarin scherpte wordt opgezocht << Festivals/evenementen waar ook aandacht is voor andere domeinen zoals muziek, theater en anderen activiteiten.

25


LAAT ZIEN DAT JE MEEDOET Alle instellingen die een activiteit aanmelden vóór 25 juli kunnen bij de aanmelding van hun activiteit een promotiepakket aanvragen. Deelnemers kunnen zelf kiezen hoeveel pakketten zij afnemen.

26

We vragen alle deelnemers het promotiemateriaal in te zetten, zodat de campagne maximaal zichtbaar is. Naast het offline pakket bieden we online een gratis promotietoolkit aan. Zie de pagina hiernaast om erachter te komen waaruit de promotiepakketten bestaan.

Op maandvandegeschiedenis.nl/ toolkit is de online promotietoolkit te vinden. Hier vind je ook regels en restricties voor het gebruik van ons logo en campagnebeeld.

PROMOTIEMATERIAAL VOOR BOEKHANDELS Voor de boekhandels brengen we een speciaal promotiepakket uit, met extra materialen rondom het Maand-essay. Deze zijn te bestellen via maandvandegeschiedenis.nl/ boekhandel

INHOUD PROMOTIEPAKKETTEN OFFLINE PROMOTIEPAKKET VOOR DEELNEMERS << 2 x Campagneposter A2 << 1 x Campagneposter A3 << 50 x Maand van de Geschiedenis-magazine ONLINE PROMOTIETOOLKIT << Template voor een programmafolder << Template voor eigen Maand van de Geschiedenis-posters << Template voor persberichten << Socialmediatemplates << Webbanners << Logo’s en beeldmateriaal << Campagnebeelden << Vormgeving voor beach flags en roll-up banier PROMOTIEPAKKET VOOR BOEKHANDELS << 2 x Campagneposter A2 << 1 x Campagneposter A3 << 2 x Essayposter A2 << 50 x Maand van de Geschiedenis-magazine << 1 x display essay

27


RAMPZALIG Column door Jan Hoffenaar

OP 11 MEI 1940, ÉÉN DAG NA DE INVAL VAN DE DUITSE TROEPEN IN NEDERLAND, WERDEN DE BEWONERS AAN DE BLAUWBURGWAL EN DE HERENGRACHT IN AMSTERDAM GETROFFEN DOOR EEN RAMP. PER VERGISSING LIET EEN DUITS VLIEGTUIG DAAR, IN HET HARTJE VAN DE STAD, VIER BRISANTBOMMEN VAN 250 POND VALLEN. MET CATASTROFALE GEVOLGEN: 44 DODEN, 79 GEWONDEN EN 14 PANDEN VOLLEDIG VERWOEST.

28

Lange tijd was dit een ‘vergeten bombardement’, onder meer doordat het drie dagen later werd overschaduwd door het veel grotere bombardement van Rotterdam. Pas bijna 80 jaar later is deze ramp door het verschijnen van een boek en het onthullen van een gedenksteen aan de vergetelheid onttrokken. Deze gang van zaken is kenmerkend voor oorlogen, waarin rampen elkaar in snel tempo opvolgen en in schaal overtreffen. Als militair-historicus die is gevraagd iets over rampen in het militaire domein te schrijven, weet ik eerlijk gezegd bijna niet waar ik moet beginnen. Als we uitgaan van de omschrijving van een ramp als een gebeurtenis waarbij sprake is van een ernstige verstoring van de openbare veiligheid en het leven

van vele personen in ernstige mate is geschaad, dan is elke militaire inzet met een hoog geweldsniveau als een ramp te beschouwen. Je kunt dus stellen dat militairen zich scholen in en voorbereiden op het veroorzaken van rampen. Of dit nu met een juiste intentie gebeurt of niet; per saldo is hun optreden vaak catastrofaal. Dat is de diepste oorzaak van de vaak voorkomende afkeer van het militaire. De oorlog in Oekraïne toont evenwel aan dat deze afkeer niet door iedereen wordt gedeeld. Poetin is bereid – nota bene met foute intenties – rampen te veroorzaken. Hij probeert ijskoud zijn doelen ook met militaire middelen en terreur te bereiken. Dan komt de acute beklemmende gewetensvraag aan de orde: moet militaire agressie ook met militaire middelen worden gestopt? Wetende dat het aantal slachtoffers daardoor zal stijgen – zelfs wanneer je weet dat de agressor

uiteindelijk toch zal winnen, althans op het militaire strijdtoneel? Het antwoord is begrijpelijkerwijs meestal ‘ ja’, waardoor de gewelds­ dynamiek vrij baan krijgt. Kennelijk zijn er krachten in het spel die een catastrofale escalatie toch acceptabel maken, zoals de verdediging van eigen land, volk en vrijheid.

MOET MILITAIRE AGRESSIE OOK MET MILITAIRE MIDDELEN WORDEN GESTOPT? De huidige strijd in de Oekraïne vertoont enkele overeenkomsten met de gevechten in de Meidagen 1940 op Nederlands grondgebied. Ook toen was er sprake van een brute invasie in een vreedzaam land, waartegen de bevolking en het leger zich als vanzelfsprekend te weer stelden. Het grote verschil is echter dat Oekraïne niet kan rekenen op actieve militaire steun van bondgenoten en Nederland destijds wel, vanuit Franse en Britse verdedigingsplannen. Het maakte echter uiteindelijk weinig uit, want de Nederlandse verdediging bleek geen partij voor de Duitse troepen, die

bovendien na Rotterdam met nieuwe bombardementen dreigden. Achteraf was de analyse van militair-historici dan ook duidelijk, in de woorden van een van hen in 1990, vijftig jaar na de inval: “Wat hadden we dan gewild? Winnen?” Toentertijd was het allemaal niet zo duidelijk en was er voor zo’n kritisch oordeel geen tijd en geen plaats: hoe gevaarlijk ook, mannen, jong en oud, trokken ten strijde om hun land te verdedigen. Gelukkig was opperbevelhebber generaal Winkelman zo verstandig te capituleren toen de situatie echt uitzichtloos was geworden. Hadden ‘we’ doorgevochten, dan hadden de catastrofes zich verder aaneengeregen en waren de gevolgen rampzalig geweest, wat letterlijk betekent ‘een overvloed van rampen’.

Jan Hoffenaar is hoofd onderzoek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en hoogleraar militaire geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Het NIMH is dit jaar themapartner van de Maand van de Geschiedenis.

29


‘CRISISBEHEERSING IS HET TOVERWOORD’

‘IN TIJDEN VAN DE PEST EN OORLOGEN MOEST JE HET ZELF MAAR ZIEN TE ROOIEN’

Beatrice de Graaf over haar essay voor de Maand van de Geschiedenis

30

IN 2022 SCHRIJFT BEATRICE DE GRAAF, FACULTEITSHOOG­LERAAR GESCHIEDENIS VAN DE INTERNATIONALE BETREKKINGEN, HET ESSAY VOOR DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS, AANSLUITEND BIJ HET THEMA WAT EEN RAMP!. DE GRAAF DUIKT IN DE GESCHIEDENIS VAN NEDERLANDSE CRISES EN ONDERZOEKT HOE CRISIS­BEHEERSING STEEDS MEER EEN TAAK VAN DE OVERHEID IS GEWORDEN – NIET ALTIJD TOT TEVREDENHEID VAN DE BEVOLKING.

je al iets hebt omlijnd, dan heb je de laatste ramp of laatste crisis omlijnd – je kunt dus hoogstens zeggen dat er sprake is van een ramp of crisis als we van mening zijn dat vitale belangen in het geding zijn en alles uit de kast moet worden getrokken om de boel te redden.’

WAT IS DE DEFINITIE VAN EEN RAMP? ‘Een ramp is officieel “een zwaar ongeval waarbij grote belangen zijn geschaad of orden bedreigd, en waarbij een gecoördineerde inzet van organisaties nodig is”. Maar praktisch is een ramp pas een ramp als we het niet met elkaar aan kunnen. Je hebt bijvoorbeeld overstromingen in Nederland die we niet hebben gezien als ramp omdat de dijken stevig waren en de mensen goed op hun terpen zaten. Het was geen ramp omdat de mensen het goed hadden gemanaged. Een ramp is dus ook altijd een menselijk probleem. Wat er vaak wordt gezegd - en daar ben ik het als historicus wel mee eens - is dat we niet met een absolute definitie moeten komen. Rampen en crises komen onverwacht. Als

BIJ EEN RAMP DENKEN WE VAAK AAN IETS DAT ONS OVERKOMT. KUN JE EEN OORLOG OOK EEN RAMP NOEMEN? ‘Een land in oorlog ziet zijn kernwaarde – autonomie – bedreigd, en in het geval van nucleaire escalatie zelfs nog meer dan dat. In de complexe samenleving van tegenwoordig kan een oorlog elders bovendien ook snel een ramp hier worden. Een humanitaire ramp bijvoorbeeld. Dit is in Oekraïne ook het geval. De stroom valt uit, ziekenhuizen kunnen niet meer functioneren. Mensen slaan op de vlucht en moeten elders worden opgevangen. In het verleden zag je ook dat in tijden van oorlog ziektes werden verspreid: de pest ging rond, de cholera of malaria kwam weer naar Nederland.

WERDEN CRISES IN HET VERLEDEN ANDERS BESTREDEN DAN IN HET HEDEN? ‘Eeuwenlang was een crisis iets dat mensen zelf moesten oplossen. Ze waren teruggeworpen op hun gilden, hun kerk, op hun familie of wijk. In tijden van de pest en oorlogen moest je het zelf maar zien te rooien. Nederland ontwikkelde voor het eerst pas nationaal crisisbeleid in de napoleontische tijd (1794-1814). Tegenwoordig neemt de nationale overheid steeds meer taken op zich. In de nafase, tijdens de crisis, in de voorfase en ter preventie. De overheid is ons steeds meer gaan helpen, beveiligen en voor ons gaan zorgen. Tegelijkertijd zijn de mensen veeleisender en komen zij vaker in verzet.’

De term crisis is vooral performatief: het zet aan tot actie. Crisisbeheersing is het toverwoord. En dat geldt ook nu voor Oekraïne. Het is daar een oorlog, maar hier, 31

in Europa, en zelfs wereldwijd is het inmiddels ook een crisis. Het raakt de internationale orde. Veiligheid is ondeelbaar, zeker in Europa, dus we moeten er iets mee. Het is dus ook onze crisis.’ In oktober is het essay Crisis! van Beatrice de Graaf verkrijgbaar bij de boekhandel.


BELANGRIJKE DATA EN DEADLINES 28 MAART–20 SEPTEMBER Aanmelden activiteiten op maandvandegeschiedenis.nl

32

25 JULI Deadline aanmelden activiteiten op de website, voor kans op opname in het Maand van de Geschiedenis-magazine, de VPRO Gids-bijlage en kans op bezoek van de Reporters

PARTNERS Een initiatief van

Investeerder

Themapartner

2 OKTOBER Opening Maand van de Geschiedenis met live uitzending van radioprogramma OVT vanuit het Nederlands Openluchtmuseum

29 OKTOBER Nacht van de Geschiedenis in het Rijksmuseum Amsterdam. Feestelijke afsluiting van de Maand van de Geschiedenis

kenn nnis is

1 SEPTEMBER Bekendmaking programma bij publiekm

13–24 SEPTEMBER Deelnemers ontvangen offline promotiepakketten

30 OKTOBER Uitreiking van de Libris Geschiedenis Prijs tijdens de uitzending van radioprogramma OVT

1 OKTOBER START DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS

Afbeeldingen: p. 8, auteur © Babet Hogervorst, p. 10-11: Archief Eemland, p. 12-15: Rijksmuseum Amsterdam, p. 26-27 © Jelmer de Haas, p. 28-29 © David van Dam/De Beeldunie.

33


CONTACTGEGEVENS Nederlands Openluchtmuseum t.a.v. Maand van de Geschiedenis Postbus 649 6800 AP Arnhem Hoeferlaan 4 6816 SG Arnhem T: +31(0)26-20 06 505 E: maand@openluchtmuseum.nl maandvandegeschiedenis.nl

DEELNEMERSNIEUWSBRIEF Blijf op de hoogte van belangrijke informatie en meld je aan voor de deelnemersnieuwsbrief op maandvandegeschiedenis.nl/ deelnemersnieuwsbrief

FACEBOOK Volg ons op facebook.com/ maandvandegeschiedenis

INSTAGRAM Volg ons op instagram.com/ maand_van_de_geschiedenis

TWITTER Volg ons op twitter.com/ MaandvdGesch

LINKEDIN Volg ons op LinkedIn, zoek op Maand van de Geschiedenis

ONTDEK GISTEREN BEGRIJP VANDAAG OKTOBER IS DE MAAND VAN DE GESCHIEDENIS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.