8 minute read

Prijsstijgingen en lange levertijden: wat betekent dit op langere termijn?

DUURDERE GRONDSTOFFEN: HET GLAS IS NIET HALF LEEG MAAR HALF VOL

Ongekende prijsstijgingen van grondstoffen en transport; oplopende levertijden; en autofabrikanten zoals VDL Nedcar die de productielijnen stilleggen door gebrek aan chips. Het vorig jaar ingezette herstel in de maakindustrie is de voorbije maanden in onrustig vaarwater gekomen. Dreigen de prijsstijgingen het herstel af te breken? Of ontstaan er nieuwe kansen door de veranderingen in supply chains?

Advertisement

“Een jaar geleden konden we de aluminium spanen bijna niet kwijt. Nu is de vraag naar aluminium zo groot dat onze vaste leverancier nieuwe klanten voorlopig weigert”

Bij Itter in Hardenberg keek men onlangs verrast op toen de Zweedse leverancier van roestvrijstalen strips, nodig voor de modulebouw, de prijs met 20% verhoogde. En de levertijd bedroeg 35 weken in plaats van de gebruikelijke 12. “Omwille van de zekerheid hebben we meteen een grotere bestelling geplaatst. Daarmee zijn we mede-veroorzaker van wat je nu ziet gebeuren”, zegt directeur Frank Wiersma, tweede generatie in het familiebedrijf dat gespecialiseerd is in het CNCverspanen van aluminium onderdelen en modulebouw. Zijn verhaal staat niet op zichzelf. De maakindustrie ziet op een breed front prijzen stijgen. En levertijden worden langer. Vóór Covid-19 was er weinig interesse voor de aluminium spanen van Itter om deze te hersmelten tot nieuw aluminium. “We konden het afval bijna niet kwijt. Er was vooral in Duitsland een overschot aan primair aluminium.” Nu is de vraag zo groot dat de vaste leverancier van Itter nieuwe klanten voorlopig weigert. “Eigenlijk dragen we allemaal bij aan de situatie als we onze behoefte voor langere tijd gaan afdekken. Dan maken we het voor anderen weer lastiger”, zegt Frank Wiersma.

Frank Wiersma (Itter): “Onze klant heeft ontdekt dat we qua prijs niet onderdoen voor de Aziatische leverancier. En doordat we slimmer produceren, kunnen we snel schakelen”

Krachtig herstel

Het spel van vraag en aanbod wordt momenteel op het scherpst van de snede gespeeld. Wereldwijd zijn supply chains overhoop gegooid. Covid-19 heeft hier zeker een rol in gespeeld. Toch is dit niet de enige oorzaak van wat je nu in tal van markten ziet gebeuren, meent Anne-Jaap Deinum, branchemanager NEVAT. Er was voor de coronapandemie al een krimp in de automobiel- en andere industriële markten. Covid-19 heeft begin 2020 de daling versneld en toen kwam er het krachtige herstel. Wereldwijd dit jaar volgens de OECD met 6%, maar vooral de VS en China herstellen met respectievelijk 6,4 en 8,4% sterker dan de 4,4% groei in de EU. “Staalfabrieken in Azië leveren minder aan Europa omdat de vraag in China groot is. Bedrijven investeren, dus neemt de vraag naar machines toe. De auto-industrie herstelt; en in alle producten zit tegenwoordig elektronica. Dan geldt het oude adagium: als er meer vraag dan aanbod is, stijgen de prijzen”, zegt de NEVAT branchemanager. Hij verwacht dat de leverproblemen van elektronica, kunststoffen, rubber en bepaalde metalen nog zeker een jaar gaan aanhouden.

Tekorten halfgeleiders

Het gebrek aan chips en elektronica begint de auto-industrie behoorlijk parten te spelen; ook machinebouwers krijgen er last van merkt men bij de FPT-VIMAG. Albert Jan Swart, sectoreconoom bij ABN Amro, ziet dit als een optelsom van factoren. Autofabrikanten hebben het herstel onderschat en daardoor te weinig ingekocht. Daarnaast heeft Texas, waar nogal wat halfgeleiderindustrie zit, begin dit jaar met extreem winterweer te maken gekregen terwijl in Taiwan de chipindustrie niet op volle toeren kan draaien doordat het land juist geteisterd wordt door extreme droogte. En de productie van chips vereist veel water. “En je merkt dat de automobielindustrie doordat er met Just In Time leveringen wordt gewerkt, weinig voorraad heeft.” Albert Jan Swart vindt dat de Nederlandse maakindustrie niet te lichtzinnig over het chiptekort in de auto-industrie moet denken. In zijn analyse schreef hij begin mei dat de tekorten ook de Nederlandse industrie kunnen raken. Het is de vraag of ondernemingen de komende maanden de nodige materialen tijdig ontvangen om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen, aldus de sectoreconoom in zijn bericht. Volgens ABN Amro is het niet alleen gebrek aan elektronica dat de sector parten speelt, maar ook het bredere tekort aan grondstoffen. Daardoor produceert de sector onvoldoende om aan de snel groeiende vraag te voldoen. “Er zijn in Nederland honderden bedrijven die toeleveren aan Duitse autofabrikanten, die krijgen hier wel last van. De impact kan groot zijn omdat het probleem bij veel fabrikanten speelt”, zegt Swart in een toelichting.

Kansen

Op korte termijn zetten de hogere grondstofprijzen bovendien de marges onder druk. Hoe sterk, dat wisselt van bedrijf tot bedrijf. “Vaak kun je formeel hogere grondstofprijzen doorberekenen, maar ik weet niet welk effect dit heeft als je het bij klanten in de praktijk brengt”, zegt Frank Wiersma van Itter. Net zoals de meeste andere toeleveranciers neemt Itter in de meeste contracten en offertes een clausule over grondstofprijzen op, maar doorberekenen gebeurt niet vaak. “Wij proberen zoveel mogelijk waarde aan een product toe te voegen. Daarmee hou je het effect van hogere grondstofprijzen minimaal.” Dat advies geeft Albert Jan Swart ook. Ofwel ga je als toeleverancier meer diensten rond het product aanbieden, zoals meedenken over engineering of modules bouwen, of je zet in op 24/7 productie. Op zo manarm mogelijk produceren. “Zoals 24/7 Tailor Steel doet.” Maar dit vergt investeringen, zowel in machines en automatisering als in IT-kennis en software. “Dat vereist kennis en kapitaal. Niet alle verspaners hebben dat. Bovendien hebben we in Nederland onvoldoende IT’ers”, schetst de ABN Amro-econoom het dilemma.

Glas is half vol

Bij de NEVAT is voor Anne-Jaap Deinum het glas niet half leeg. Hij spreekt liever over een half vol glas. “De tekorten en oplopende prijzen zijn op korte termijn een bedreiging, maar ze bieden ook een kans”, zegt hij. Natuurlijk: de prijsstijgingen kunnen vandaag pijn doen. De onderliggende reden is echter dat de fabrieken in de wereld op volle toeren draaien. Bovendien drukt het tekort aan elektronica Europa opnieuw met de neus op het feit dat we voor bepaalde grondstoffen afhankelijk zijn. Ook in de VS speelt dit meer en meer. Het besef dat een eigen industrie essentieel is om ambities waar te maken, groeit in Europa en de VS. “Zonder elektronica gaat de energietransitie niet lukken”, zegt Anne-Jaap Deinum. Hierin schuilt volgens hem het grote verschil met de financiële crisis in 2008/09, toen de maakindustrie van de ene op de andere dag praktisch stilviel. Ook toen riepen velen dat dit zou leiden tot reshoring van werk. De praktijk was weerbarstiger omdat inkopers weer snel voor de lage prijzen gingen. Nu voelt Europa de noodzaak voor een krachtige industrie sterker.

Anne-Jaap Deinum (NEVAT): tekorten en oplopende prijzen bieden ook een kans

Hoe moet je handelen?

Bij ABN Amro zegt Albert Jan Swart er niet gek van op te kijken als de huidige problematiek aanleiding zal zijn om de scherpe kantjes van Just In Time levering af te schaven. “Ik denk dat men met de extreem kleine voorraden wel is doorgeschoten. Er hoeft maar iets te gebeuren, of de boel ligt plat.” Anderzijds verwacht hij niet de terugkeer van grote voorraden, omdat innovatie zo snel gaat dat niemand zich grote voorraden kan permitteren. De Nederlandse high tech industrie moet, benadrukt hij, daarom blijven innoveren. De efficiency moet omhoog, de loonkosten omlaag.

Druk op de industrie

Vanuit twee kanten komt er volgens hem druk op de Nederlandse industrie. “De ontwikkelingen in China gaan heel snel, ook in de hightech industrie.” Je ziet dat bijvoorbeeld bij de Chinese fabrikanten van elektrische auto’s en bussen. Ze vinden de weg naar de Europese markt. “De tijd dat China alleen simpele producten maakte, is voorbij.” De tweede kant van waaruit druk op onder andere de verspaning ontstaat, merkt de econoom van ABN Amro, is Oost-Europa. Hier worden steeds meer eenvoudige onderdelen gefreesd en gedraaid. Albert Jan Swart: “Een land als Polen heeft veel geïnvesteerd in de maakindustrie. Dat is een uitdaging voor de Nederlandse bedrijven die geen high tech producten maken. Ze moeten hun best doen om hier tegenop te boksen.” Innoveren en automatiseren, dat is de enige remedie. Hier kan Anne-Jaap Deinum zich alleen maar bij aansluiten. “Daarom stimuleren we vanuit NEVAT de leden om te digitaliseren, de fabriek van de toekomst te bouwen. Begin de kennis digitaal te borgen.” Maar ook aspecten als eco-vriendelijk produceren, meedenken in engineering en circulariteit zijn aspecten die volgens NEVAT thuis horen in de moderne bedrijfsstrategie van een toeleverancier. Deze trends bieden kansen waar Nederlandse maakbedrijven snel op kunnen inspelen. De NEVAT branchemanager zou graag meer ondersteuning vanuit de overheid zien. “Als we kansen willen pakken, moeten we niet geremd worden door regels. De ondernemers die van de huidige bedreiging een kans weten te maken, zullen er als winnaar uitkomen.”

Chinese prijzen

Frank Wiersma heeft een klant uit de medische industrie die tijdens Covid19 tegen een onderbroken supply chain aanliep, kunnen overtuigen een deel van de productie terug te halen naar Nederland. Het outsourcen in Azië omwille van lage prijzen verliest zijn glans door de hogere transportkosten en exportbeperkingen. ”Nu doet de klant z’n best zoveel mogelijk onder te brengen bij bedrijven die slimmer produceren.” Itter zet hier al langer op in. De verspanende toeleverancier heeft de bedrijfsprocessen digitaal gekoppeld aan de productieprocessen en haalt daar niet alleen een prijsvoordeel uit maar ook voordelen qua snelheid van leveren. “Onze klant heeft ontdekt dat we qua prijs niet onderdoen voor de Aziatische leverancier. En doordat we slimmer produceren, kunnen we snel schakelen”, zegt Frank Wiersma. Daarmee behouden Nederlandse maakbedrijven hun positie.

Albert Jan Swart (ABN Amro): krijgt ASML er een Chinese concurrent bij?

Het belang van China voor ASML

Het tekort aan chips wakkert de investeringen in deze sector aan. Dat is op zich goed nieuws voor ASML, dat met de EUV-technologie een dominante positie inneemt. Albert Jan Swart (ABN Amro): “In de vorige crisis hebben andere chipmachinefabrikanten zwaar bezuinigd. ASML is blijven investeren en is er als grote winnaar uit gekomen. Daar profiteren ook veel toeleveranciers van.” De VS houden tot nog toe de export van de EUV-machines tegen en willen dit verbod uitbreiden naar de vorige generatie DUV. Dat zou de Veldhovense machinebouwer raken, meent de sectoreconoom van ABN Amro. “ASML verdient veel aan de export van de oudere machines naar China. Als het bedrijf afgesneden wordt van de Chinese markt, komen daar misschien wel orders uit de VS en Europa voor terug, maar China heeft dan geen keus meer en moet eigen machines gaan bouwen. Dan krijgt ASML er op termijn misschien een concurrent bij.” Hij waarschuwt er sowieso voor dat als de wereldwijde koek kleiner wordt, ASML minder winst maakt, minder kan investeren en uiteindelijk hierdoor de innovatie vertraagt.

This article is from: