driemaandelijks tijdschrift over industriële automatisering en aandrijftechniek
juni 2016 NR 204
DOSSIER
Driemaandelijks tijdschrift van FIMOP & Belgitrans - 46e jaargang Juni-juli-augustus 2016, Afgiftekantoor Turnhout - P309959
‘Pretparken zijn speeltuinen van techniek’
p20 - Belgitrans en FIMOP worden Indumotion p26 - Smart Granulate Depositor is ideale strooimachine voor chocoladefabrikanten p37 - SEW: van aandrijvingen naar Industrie 4.0 tools
SEW-EURODRIVE-Driving the world
SEW-Eurodrive, uw partner voor de slimme fabriek van morgen
A.G.V.
www.sew-eurodrive.be
ENERGY Recycling
ENERGY Efficiency
MECHATRONIC Industrial Gear
edito door Jo Verstraeten voorzitter fimop
Onze toekomst heeft een naam: Indumotion Er beweegt wat bij de verantwoordelijke uitgever van het magazine dat u in handen heeft. Binnen enkele maanden smelten de twee industriële vakverenigingen FIMOP en Belgitrans samen. De raden van bestuur hebben, met respect voor ieders eigenheid, gewerkt aan het opstellen van nieuwe gezamenlijke statuten. Die garanderen een gelijkwaardige belangenbehartiging van alle leden van de nieuwe organisatie, groot én klein. Als lezer kan u er op rekenen dat de nieuwe vzw zal blijven waken over de kwaliteit van uw Automation Magazine. Indumotion is de nieuwe naam van onze vakvereniging.
‘De industrie mee ‘in beweging’ zetten is de kerntaak van onze leden.’
In die naam zitten twee bestanddelen waar we enerzijds onze doelgroep en anderzijds onze activiteit mee benadrukken. De industrie in de brede betekenis is ons ‘speelterrein’, ‘aandrijven en bewegen’ is onze passie zowel pneumatisch, hydraulisch, mechanisch als elektrisch. ‘Motion’ vindt men terug in alle productiebedrijven want zonder aandrijving wordt er niets geproduceerd. De industrie mee ‘in beweging’ zetten is de kerntaak van onze leden die op die manier hun steentje bijdragen tot de economische welvaart in ons land.
Wanneer u dit leest is er een nieuwe raad van bestuur gevormd met de nodige aandacht voor een evenredige vertegenwoordiging van alle technologiën. Met de hulp van alle leden van Belgitrans en FIMOP zal dit een extra dynamiek geven om als vereniging nog beter ten dienste te staan van de automatiseringssector. De volgende stap is de invulling van alle juridische formaliteiten door de nieuwe raad van bestuur zodat we vanaf 1 januari 2017 onder de nieuwe vlag en met een vernieuwd logo het werkjaar kunnen starten. In die periode zitten we in volle voorbereiding van de tweejaarlijkse beurs Indumation, van woensdag 8 tot vrijdag 10 februari 2017 in Kortrijk Xpo. Deze Belgische hoogmis voor Factory-, Process- en Infrastructure Automation is hét event waar iedereen uit de wereld van de industriële automatisering zich laat inspireren en exposanten hun innovatieprocessen voorstellen. Op dat moment zullen Indumotion en Agoria de organiserende partners zijn van deze beurs. Ze hebben voor deze 4de editie de ambitie om met het thema ‘Smart all the way’ nog een stapje verder te gaan dan Industrie 4.0. Ook dit nummer van Automation Magazine wil u inspireren met een aparte industrie waar ‘(e)motion’ een belangrijke rol speelt. Mocht u met vrienden, gezin of familie tijdens de zomermaanden een pretpark bezoeken, weet dan dat u in veilige handen bent. FIMOP en Belgitrans wensen u alvast een aangename zomervakantie en wij zien elkaar de volgende keer terug onder het vaandel van het nieuwe Indumotion. automation magazine juni 2016
3
colofon
inhoud
FIMOP Belgische vereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van materiaal voor industriële hydraulica, pneumatica, automatisatie en aanverwante technieken. Lid van het Europees comité CETOP.
BELGITRANS Belgische beroepsvereniging voor industriële aandrijftechnieken: mechanisch, elektrisch, mechatronisch en hydrodynamisch.
vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel tel. +32 471 20 96 73 info@fimop.be www.fimop.be
vzw BELGITRANS Villalaan 83 – 1190 Brussel tel. +32 2 534 15 15 info@belgitrans.be www.belgitrans.be
RAAD VAN BESTUUR Jo Verstraeten: Voorzitter Marcel De Winter: Secretaris Jeroen Dieusaert: Penningmeester Hugues Maes: Bestuurder Paul Vermeiren: Bestuurder Jean-Pierre Vanderkelen: Bestuurder Yves Meulenijzer: Bestuurder
RAAD VAN BESTUUR Geert Heyvaert (MGH) Dieter Van Schoors (Siemens) Luc Van Hoylandt (Act in Time) Luc Roelandt (GKN Stromag Benelux) Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) Dick Ter Welle (Hansen Industrial Transmissions)
TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Maciej Szygowski (Doedijns Fluidap)
TOEZICHTHOUDERS Marc Goos (Transmo)
LEDEN 2016 Abflex Group – Asco – Atlas Copco Compressors – Aventics – Boge Compressors – Bosch Rexroth – Brevini Fluid Power – Burkert Contromatic – Clippard Europe – CQS Technologies – Compair Geveke – Doedijns Fluid Industry – Donaldson Ultrafilter – EFC – Eriks – Euregio Hydraulics – Festo Belgium – Fluidtech – Gates Europe – Hansa-Flex – Hupico – Hydac – Hydraulic Assistance – Hydraumec International – Hydrauvision – Hydro Tools – Ingersoll Rand Benelux – IPAR Industrial Partners – K-Flex – Manuli Fluiconnecto – Motrac Hydraulics – Norgren – Pall Belgium – Parker Hannifin – Pirtek Benelux – Poclain Hydraulics – Protec – Rem-B – Service Hydro – SMC Pneumatics – Stäubli – Testo – Van De Calseyde – VB Parts Hydraulic – Vameco – Vansichen – Vermeire Motion – WTS Hydraulics
LEDEN 2016 ABB (Asea Brown Boveri) – Act in Time – ATB Automation – AVD Belgium – AZ Hollink Belgium – Bauer Gear Motor – Bege Aandrijftechniek – Brammer – Brevini Benelux – CET Motoren – Defawes – Eriks – Esco Drives – Gearcraft – GKN Stromag Benelux – Habasit Belgium – Hansen Industrial Transmissions – KTR Benelux – MGH – Motoren Francoys – Optibelt – Renold PLC – Rotero Belgium – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – Tas L & Co – Transmo – Van Houcke – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – Yaskawa Europe
P3 EDITO: ‘Onze toekomst heeft een naam: Indumotion.’ P4 INHOUD P7 DOSSIER: Pretparken zijn speeltuinen van techniek. P16 Aventics, de nieuwe generatie pneumatiek. P17 Hupico zoekt de beste oplossing. P19 Nieuw bezoekersrecord voor Hannover Messe. P20 Belgitrans en FIMOP worden Indumotion. P22 Zelfrijdende en –ladende voermengwagen en heftruck in één.
AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsverenigingen FIMOP en Belgitrans. Het verschijnt in maart, juni, september en december. REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jo Verstraeten vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel info@fimop.be www.fimop.be REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Ludo De Groef, Hugues Maes, Patrick Polspoel, Luc Van Hoylandt, Jo Verstraeten (Voorzitter), Ing. Roger Stas, Daniel Tytgat SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@fimop.be info@automation-magazine.be
REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be LAY-OUT Ruth Vanvelthoven OPLAGE 8.000 ex. NL + 3.000 ex. FR De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité. Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie. Alle artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Automation Magazine paraît aussi en français. FIMOP 2016
©
automation magazine juni 2016
P24 Eigenaarswissel bij Act in Time garandeert knowhow en service. P26 Smart Granulate Depositor is ideale strooimachine voor chocoladefabrikanten. P29 Scholen leren bordenbouw met ‘IKEA’-schakelkast. P31 AGORIA: Vertrouwen van ondernemingen technologische industrie consolideert. P33 INTERVIEW: ‘Het is erg dat vrouwen onze jobs afpakken!’ P37 sew: Van aandrijvingen naar Industrie 4.0 tools. P41 PRODUCTEN P45 TECHTELEX P46 OPINIE: ‘Aandrijftechniek, een pretpark van technologie.’
5
B(NL)-1080-dryspin Muttern 90x130_B(NL)-1080-dryspin Muttern 90x130 25.05.16 15:31 Seite 1
5 performante materialen voor spindels
... dryspin spindelmoeren in 5 materialen uit voorraad Smerings- en onderhoudsvrije drylin spindelmoeren uit iglidur materialen. Voor hoge snelheden, hoge belasting en hoge temperaturen, alsook voor voeding en farma en goedkope massaproductie. In trapezoïdale en snelle spindeldraad, met cilindrisch ontwerp, flensopties of op maat gemaakt. Levensduur kan online berekend worden. igus.be/drylin
Uit voorraad! Membraanaccumulatoren, balgaccumulatoren en accessoires
®
®
®
Tel. 016-31 44 31 info@igus.be plastics for longer life
®
igus B.V.B.A. ®
Kolonel Begaultlaan 75/002
3012 Wilsele
De begrippen "igus, dry-tech, dryspin, drylin, iglidur, plastics for longer life" zijn in de Bondsrepubliek Duitsland en eventueel internationaal beschermd als handelsmerk.
Meer info? Verdeler voor België Hagbenden 39 A - B-4731 EYNATTEN Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be
ONDERHOUDSKOSTEN VERLAGEN EN STILSTAND BEPERKEN PLANETAIRE- EN CONVENTIONELE AANDRIjVING, HYDRAULIEK EN LIEREN
Investeer direct in de juiste aandrijving Wanneer u een Brevini aandrijfsysteem koopt, dan krijgt u ook technische support en jarenlange kennis op het gebied van engineering aangeboden. Wij zorgen voor een volledige oplossing op maat. Of het nu gaat om planetaire, conventionele, hydraulische aandrijfsystemen of lieren.
Brevini Benelux / benelux@brevini.com / +31 172 47 64 64 / www.brevini.nl
Dossier WOORD IR. Alfons Calders | BEELD Automation Magazine
Een blik achter de schermen van pretparkattracties en kermistuigen
PRETPARKEN ZIJN SPEELTUINEN VAN TECHNIEK Misschien heeft u ook al eens ondersteboven gehangen in een pretpark, of werd u er in een molentje – vastgesnoerd in een kuipzetel – flink heen en weer gezwierd. Al deze pretpark- en kermistoestellen worden aangedreven en werken vaak door pneumatiek en hydrauliek. Net zoals de kabouters in het sprookjesbos van de Efteling niet zomaar vanzelf bewegen … Alle pretparken met ‘klassieke’ kermisattracties zijn speeltuinen van techniek. Hier kan men enorm veel toepassingen vinden van mechanica, pneumatica, hydraulica en elektrische aandrijfsystemen. Automation Magazine is reeds in vakantiestemming en trok daarom naar pretparken om er de aandrijfsystemen te leren kennen. Opvallend: veel bekende fabrikanten zijn niet (meer) actief in deze wereld. In machines voor de industrie zitten immers geen mensen, maar als er iets misloopt met een pretpark-‘machine’ kunnen de claims enorm zijn. Voor die verantwoordelijkheid passen veel bedrijven. Doe je regenjas alvast aan, want in Walibi scheur je tijdens deze zomervakantie in de achtbaan Pulsar met hoge snelheid over het water. Dit is als het ware een combinatie van een splash en rollercoaster. Je wordt heen en weer gekatapulteerd, schiet naar beneden vanop een hoogte van 45 meter en vliegt door het water aan snelheden tot 100 kilometer per uur. automation magazine juni 2016
In Plopsaland De Panne is dit jaar de nieuwkomer de houten Heidi-achtbaan. Deze is 22 meter hoog, meer dan 600 meter lang en de wagentjes daveren met 71 kilometer per uur over de rails. De achtbaan is opgebouwd in het nieuwe themagebied waarin Heidi, het legendarische weesmeisje uit de Alpen, centraal staat. Niet een, maar twee nieuwe attracties zijn er dit jaar in het Kempense familiepark Bobbejaanland. Durvers kunnen op bezoek in het Nightmare Motel: een griezelig doolhof waar je echt geen hele nacht wil doorbrengen. De Revolution-achtbaan krijgt er een extraatje: een speciale bril geeft je het gevoel dat je de rit beleeft in een virtuele wereld. Journalist Alfons Calders trok het kortste strootje, maakte een kruisteken en ging speciaal voor Automation Magazine de uitdaging aan …
7
AANDRIJVING STUURT VIRTUELE WERELD: ROLLERCOASTER WORDT VULKAAN Achter The Forbidden Caves piekt de mysterieuze vulkaan Mount Mara. U bent op exploratie in haar krater, als ... ineens de vulkaan uitbarst. Zo snel mogelijk wil u ontsnappen! U racet met uw quad langs de kraterwand tot de top van de vulkaan, over de rand en dan met steeds hogere snelheid langs de bergwand, door de vuurzee ... tot u in volle vaart de kade oprijdt, tot stilstand komt op de veilige veerboot ... en uw Samsung Gear VR-bril afzet. In het eindstation van de rollercoaster keert u terug naar de werkelijkheid: u bent op bezoek in Bobbejaanland. Deze ‘Mount Mara’-ervaring is de nieuwe Bobbejaanland-attractie van 2016, een rollercoaster waarbij een Virtual Reality 3D-film gekoppeld is met de snelheid van de trein. Hierdoor bekwam men een nieuw type attractie, een nieuwe trend in de wereld van de attractieparken: mechanica gekoppeld aan 3D-animatie. Automation Magazine had een gesprek over deze – voor België vandaag unieke – attractie met Johan Verbaeten, technisch manager van Bobbejaanland. Een wereld van diversiteit Johan Verbaeten is sinds twee jaar technisch directeur van Bobbejaanland. Hij was voordien Maintenane coördinator en project Manager bij Crown Holding, Aerosols Europe. Johan Verbaeten: ‘Een pretpark is voor de technische dienst een zeer divers, uitdagend gebeuren. In tegenstelling tot de industriële wereld doet hier de onderhoudsafdeling alle ‘instandhoudingsklussen.’ Dat gaat over het onderhoud van gebouwen en landschappen tot het technisch en ander onderhoud van de attracties.’ ‘In Bobbejaanland werken 19 mensen in de technische dienst en wordt zeker 85 procent van alle onderhoud door onze eigen mensen uitgevoerd. Tijdens de zomer gaat het om ‘het in bedrijf houden’ van het geheel, in het winteronderhoud gebeuren grotere aanpassingen en worden de noodzakelijke periodieke veiligheidskeuringen door de bevoegde instanties uitgevoerd. Het onderhoud van de attracties is divers. De belangrijkste mechanische ingreep was het monteren van magneten in de wielen. Via een sensor (Pepperl+Fuchs) kan men dan de juiste wielpositie berekenen, en via die wielpositie de positie van de coaster in het ganse circuit. Zo kan de positie in de virtual reality-film gelijkgeschakeld worden met de positie van het wagentje in het circuit.
Soms is het belangrijkste het eenvoudig inwaxen van oppervlakken, zoals bij glijbanen. Bij het ‘Mount Mara’-event gaat het dan weer om een combinatie van aandrijftechniek en virtuele realiteit.’ En de evoluties van attracties binnen een pretpark? Dat is inspelen op ‘het geloof in het effect’. Johan Verbaeten: ‘In 2015 werd een nieuwe themazone gebouwd met The Forbidden Caves als trekker. De zone met King Kong, Banana Battle en The Forbidden Caves werd omgedoopt tot Adventure Valley. De REVOLUTION - die ook binnen dezelfde zone valt was hier nog de vreemde eend, … We gingen op zoek naar een aanpassing om het stukje storytelling dat we aan onze bezoekers hadden beloofd, waar te maken.’ ‘De oplossing om dit met een relatief lage investering te realiseren, vonden we in het Europa Park, waar we het jonge bedrijf VR-Coaster – met aandeelhouder o.a. de bekende Duitse rollercoasterbouwer Mack Rides – bezochten. VR Coaster toonde er haar project op basis van een ‘Mobile VR Headset’ en ‘virtual reality’-app op een rollercoaster bij Europa Park in Zuid-Duitsland. We gingen met een zeker scepticisme naar de demo, maar het realisme van de ervaring deed een vonk overspringen.’ ‘Via de integratie van virtual reality van VR Coaster in de REVOLUTION en in samenwerking met Samsung werd de toepassing op basis van de coaster en de VRbril (Virtual Reality bril) gerealiseerd. Bobbejaanland deed de coördinatie van het project, het aanpassen van de bestaande rollercoaster en ... de try outs en exploitatie met publiek. Het werd een positieve ervaring die wel eens zou kunnen navolging krijgen in onze pretparkgroep. Trouwens, we zien dat VR Coaster ondertussen reeds tal van dergelijke attracties heeft neergezet.’ Attractie van 27 jaar oud werd totaal nieuw De basis van de Mount Mara is de zogenaamde ‘Dark Ride’ indoor-rollercoaster, de REVOLUTION. Deze bestaat uit een trein van 30 bakjes die vanaf de instap/ uitstapzone aangedreven in 60 seconden in een spiraal naar zijn bovenste punt rijdt en dan bovenaan wordt losgelaten en over de spiraal naar beneden rolt. De aandrijving in het stijggedeelte gebeurt via elektrische motoren die wielen – gemonteerd in het vaste deel van de baan – aandrijven. Deze wielen duwen de wagentjes van de trein opwaarts. Eens bovenaan
8
Dossier Via de virtual reality-bril is men echt ‘ondergedompeld’ in de beleving.
komt de trein op eigen kracht terug naar beneden, waar nodig wordt de daalsnelheid aangepast met mechanische remmen. Om een vlotte beweging te krijgen, beschikt de aandrijfmotor over een frequentiesturing. Deze werd bij de ‘ombouw’ vernieuwd, maar de rest van de mechanische opbouw van de REVOLUTION – zowel de baan, de aandrijving en de remmen – werd niet aangepast. Trouwens de rollercoaster functioneert in de voormiddag nog in zijn oude vorm (om de fans tevreden te houden, want de attracties is nog steeds in zijn oude vorm populair). In de namiddag functioneert ze als een ‘virtual reality’-3D-beleving. In de REVOLUTION-uitbating mogen twee personen achter elkaar in hetzelfde bakje, maar men kan in de reëel-virtuele wereld niet zeker zijn van de bewegingen die mensen maken. Daarom mag er voor de ‘Mount Mara’-beleving maar één persoon per wagonnetje een VR bril dragen. De mensen krijgen nadat ze zijn ingestapt een VR-bril waarop de virtual reality applicatie draait. De software ‘Virtual reality Roller Coaster for mobile VR Headsets’ bestaat als ‘virtual ervaring’-toepassing. Men kan deze zelf aankopen als app voor zijn smartphone en thuis beleven met een aangepaste VR-bril. De specifieke 3D-film voor de Mount Mara werd wel op maat van de baan van de rollercoaster gemaakt en dit volgens de wensen van Bobbejaanland. De Samsung Gear VRbril lijkt op een skibril waarin een smartphone werd in geklikt. In plaats van door de glazen kijkt men nu naar het smartphone-scherm. NIET WAGENZIEK DOOR COÖRDINATIE Bij het opzetten moet de passagier van de trein recht voor zich kijken. Op deze wijze wordt de 3D-film in automation magazine juni 2016
positie geïnitieerd. Zou de passagier schuin zitten, zijn alle beelden nadien ook schuin op de rijrichting. Nadien – tijdens het rijden van het traject en bij het rondkijken van de passagier – detecteren ingebouwde bewegingssensoren in de bril gekoppeld aan de smartphone de bewegingen van het hoofd en passen op basis hiervan de filmbeelden aan. Met die bril krijgt men de beleving dat men reëel in een 3D-landschap zit en dat men er in kan rondkijkten: men kan boven, onder, links, rechts, achter rondkijken terwijl de film – bijvoorbeeld de uitbarsting van de vulkaan – te zien is. Het voordeel van de combinatie met de bewegende rollercoaster is dat – in tegenstelling met thuis in de zetel – men nu ook de combinatie van de reële beweging voelt samen met de virtuele film. Hierdoor is er een meer levensechte beleving van het gebeuren. Men kijkt dus niet alleen in het landschap rond, gelijktijdig heeft men het fysisch gevoel rond te racen in dat landschap met echte luchtstromen, en variaties in G-krachten ... en dat allemaal in een 3D-simulatiewereld. De uitdaging is de ‘motion’ aanpassen aan de beelden op de VR-headset. Dat moet vrij juist zijn, opdat de toeschouwer tijdens de rit niet wagenziek zou worden. Trouwens, van dat wagenziek-effect wordt vooral geklaagd door gebruikers van de app op de desktopcomputer (stilzittend voor een scherm, terwijl de applicatie bewegingen suggereert). Om de synchronisatie ‘beweging treinwagon – 3D-film’ te realiseren werd per wagon een wiel uitgerust met magneetsensoren. De positie van de wagon wordt in het startstation geïnitieerd via het opzetten van de headset. Dan gebeurt tijdens de ganse rit de positiebepaling van 9
de trein via het detecteren van de wielpositie. Deze positie wordt via een bluetooth-verbinding (een box per 10 wagons) doorgegeven naar de headset. En dat werkt vlekkeloos. Klaar voor betrouwbaar gebruik Bobbejaanland heeft de attractie sinds de seizoensopening verder op punt gezet. Er werden aanpassingen gedaan om de ritervaring te optimaliseren. Zelfs de film is aangepast met verbeteringen aan het getoonde verhaal, met omgevingsgeluid en aangepaste muziek. Er wordt gekeken naar gemak van gebruik, wat ook inhoudt: het uitdelen en terug collecteren van de headsets, want het moet vlot lopen ook als er veel belangstelling is. En er mogen tijdens het gebruik geen headsets stuk vallen: ze bevatten toch een breekbare smartphone. En – zeer belangrijk – deze smartphones moeten optimaal opgeladen blijven. Hiervoor werkt Bobbejaanland met verschillende headsets, wat tijd geeft voor het full laden. Nadeel van het draadloze van de headsets: er is een laadbeurt nodig elke 2 uur gebruik. En – omdat men niet steeds de smartphone van de headset zou moeten demonteren (en bij het opladen de smartphone zijn laadcapaciteit moet kunnen opvolgen) wordt gewerkt met het ‘direct’ opladen van de smartphone via inductieve laders. Klein detail, maar belangrijk, want ook de film moet aangedreven blijven. En smartphones schakelen zichzelf uit als de software denkt dat de batterijcapaciteit te laag is. Totaalbetrouwbaarheid van een dergelijke toepassing is dus niet enkel het optimaal houden van de belangrijke mechanische aandrijving van de REVOLUTION. Het gaat ook om de coördinatie mechanica, positionering en elektronica. Alle onderdelen moeten optimaal onderhouden blijven. 10
HYDRAULICA EN CARROUSELS: EEN GOEDE COMBINATIE De ‘naakte’ mechanische opbouw van een carrousel.
In Nederland zijn er verschillende attractiebouwers voor pretparken. Een ervan is de Wood Design Group, uit ’s-Hertogenbosch, gespecialiseerd in de bouw van draai- en zweefmolens. Sinds verleden jaar wordt voor de aandrijving van de zweefmolens samengewerkt met Motrac Hydraulics. Motrac Hydraulics levert er nu het compleet hydraulisch systeem als een turn key pakket (de powerpack, inclusief alle cilinder en hydraulische componenten). Bij Plopsaland De Panne werd in juni 2015 de eerste zweefmolen met hydraulische installatie geleverd door Motrac Hydraulics opgestart. In december 2015 is een tweede installatie geleverd. Deze maal voor het Park Toverland (met name de Djinn-zweefmolen) in Sevenum (NL). Ondertussen werden in Duitsland – het land met de strengste veiligheid eisen op attractiegebied – reeds drie zweefmolens met dergelijk hydraulisch systeem opgeleverd. Deze maal met biologische olie, om milieuredenen.
Een gesprek over hun nieuwe realisaties met Robbert Dekkers, Finance & Project Manager bij Wooddesign Amusement Rides BV en Ivo Willemsen Sales Manager Benelux bij Motrac Hydraulics . Nostalgie met bedrijfszekerheid
Wood Design Amusement Rides is vooral gespecialiseerd in het kunstig vakmanschap: molens met figuren in houtsnijwerk en decoratieve ornamenten in glasvezelversterkte polyester. Vanaf 1992 startte het bedrijf met export van deze ‘nostalgische’ toestellen naar markten in Azië en de USA. Het bedrijf is pas in 1988 onder de naam ‘Wood Design’ opgestart, maar heeft – via de familie Vermolen–Giezen – reeds drie generaties traditie in ‘Galloping Carrousels’ (draaimolens met de copy-authentieke, uit hout gesneden en manueel geschilderde paarden) en de zweefmolens (‘Wave Swings’, draaimolens met hangende bakjes). De groep omvat twee bedrijven: de divisie Amusement Design (ontwerper van nieuwe type
Dossier ingebouwd. Op milieuvlak, meer specifiek energiebesparing, was het nieuwe Motrac-ontwerp ook een verbetering. In het oorspronkelijke ontwerp werd gewerkt met een tandwielpomp met een vaste opbrengst. Het nieuwe ontwerp maakt gebruik van een variabele plunjerpomp met Load Sensing systeem, Bucher stuurschuif en remklep. Het Load Sensing systeem zorgt ervoor dat een significante energiebesparing wordt gerealiseerd. Het systeem is tevens stabieler te regelen. Om te kunnen leveren in Duitsland moest de ganse hydraulische installatie ook werken op biologische olie (wat in Duitsland een dwingende milieueis is). De nieuwe attractie in Plopsaland is uitgerust met een energiezuinige hydraulische aandrijving van Motrac.
carrousels en hun decoratie) en de divisie Amusement Rides (die instaat voor de bouw van de attracties). De gebruikte componenten zijn van Duitse of Nederlandse leveranciers. De attracties worden gebouwd volgens de EN 13.814 (Fairground and amusement park machinery and structures-safety) en door TÜV gekeurd. Hydrauliek als aandrijving
Hydraulica wordt gekozen voor attracties die zich tijdens het draaien van de kap nog omhoog bewegen. Voor de zweefmolens gaat het om de uitschuiffunctie van de ganse molen en het in helling draaien van de kap. Deze beweging gebeurt via hydraulische cilinders met ingebouwde rem op een 22 kW, 75 cc hydraulisch powerpack. In de cilinder zit een remklep en noodvoorziening voor handmatig dalen. Omdat het om een roterende beweging gaat is er een draaidoorvoer voor de A en B leidingen. De hoofdaandrijving, het draaien van de kap van de Wave Swing, op zijn (gekipte) as gebeurt met automation magazine juni 2016
een snelheid gestuurde SEWelektromotor die een draaikrans aandrijft. Daartoe wordt door Motrac Hydraulics in de packageopbouw ook in de mogelijkheid voorzien voor doorvoer van de elektrische leidingen. De sturing van de hydraulica gebeurt vanuit een PLC op basis van een Völkel stuurkaart die een analoog signaal van de stuurkast omzet naar een PWM signaal. Via deze stuurkaart worden ook de instellingen van omlooptijden en snelheden ingebracht. Compact en energievriendelijk
De hydraulica-oplossing van Motrac Hydraulics is een extra lage powerpack die in de voet van de zweefmolen kan worden
Belangrijk in deze hydraulische sturing is de veiligheid. Het gaat om installaties waarin mensen zitten en rondzwieren. Daarom hebben alle gebruikte cilinders een DNV-GL keuring die voldoet aan de strenge TUV-eisen voor Duitse pretparken. Om bij onverwachte stilstand de installatie veilig te houden, werd aan de aandrijving een extra Bucher Cindy remklep toegevoegd. Dit is een lasthoudventiel met een gecontroleerde ‘hold’- en ‘lower’-functie, zoals die ook in heftoestellen als kranen worden toegepast. Voordeel van het gebruikte type is het breed flowgebied en een gekozen regelkarakteristiek die geoptimaliseerd voor deze toepassing. Om bij noodstilstand de mensen gemakkelijk te kunnen evacueren werd tevens een manueel te bedienen ‘nooddaalventiel’ geïntegreerd in de installatie.
Om te passen in de molen moest een compacte, extra large powerpark worden geleverd. 11
DUBAI’S EYE REUZENRAD: EEN UITDAGING OP HET VLAK VAN DRIVES voor de aandrijving van het rad. Er zijn in totaal acht zgn. ‘drive systems - twee per ‘steunpoot’ van de twee A’s en per poot één per cirkel. Elke ‘drive system heeft 8 hydraulische aangedreven wielen. Er is één hydraulische pomp met een vermogen van 45kW per vier wielen. De drive heads worden tegen de cirkel geduwd via hydraulische cilinders. Deze worden bediend met een redundante secundaire pomp. Er is één unit per A-steun. De volledige aandrijfkop kan voor onderhoud vanuit zijn positie tegen de cirkel in en uit gereden worden. Een artistieke impressie van het Eye rad binnen de Jumeirah Beach Residence kustlijn (Meraas Holding LLC)
Na het hoogste gebouw van de wereld, de grootste indoor-skihal, de hoogste fonteinenshow en het grootste winkelcentrum van de wereld heeft Dubai binnenkort ook ‘s werelds grootste reuzenrad. Dat ‘Eye Rad’ wordt tegen 2018 dé attractie van Dubai Bluewaters Island, een pretpark op een speciaal hiervoor opgespoten eiland voor de kust van Jumeirah Beach
in nauwe samenwerking met Enerpac. Het project is in handen van Jouke Dassen, commercieel projectmanager van PowerspeX. Immens draaiend wiel
Het Dubai Eye kunt u zien als een soort reuzen fietswiel dat om een as draait. De as wordt ondersteund door 2 grote A-frames, één aan elke kant van het wiel. De velg van het reuzenrad bestaat uit twee naast elkaar en met elkaar verbonden Het Dubai Eye Rad wordt met zijn cirkelvormige buizenframes. Deze 210 m hoger dan deze van New York zijn met kabels - zoals spaken bij (192 m, opstart waarschijnlijk 2017) een fietswiel - met de middenas en Las Vegas (167,6 m, geopend verbonden. Een rond LED-screen, maart 2014). Het wordt uitgerust met van meter 80 m, wordt op het 48 luxegondels voor per rit 1.400 rad gemonteerd voor publiciteit, passagiers. Deze krijgen een enorm animatie en parkinformatie. zicht op Dubai Marina, Burj Al Onderaan - tussen de 4 steunen - is Arab, Palm Jumeirah, Burj Khalifa... het in- en uitstappunt. Behalve de grootte is de bijkomende moeilijkheidsgraad de zware De twee cirkels van de velg klimatologische omstandigheden wordt gebruikt als ‘loopvelgen’ met temperaturen tot +50°C en lage voor de 64 wielen die zorgen temperaturen ‘s nachts. Vermits Nederland een naam heeft op vlak van pretparkattractiebouwers, is het niet verwonderlijk dat ook dit project wordt uitgevoerd door het Nederlandse Enerpac uit Hengelo. De besturing voor de aandrijving werd ontwikkeld en gebouwd door PowerspeX uit Hengelo 12
Omdat de wielen op een vast chassis gemonteerd zijn en bij het draaien tegen de ‘losse’ cirkels duwen, krijgt men - via actie en reactie - dat het reuzenrad wordt voort bewogen en gaat ronddraaien. Het is belangrijk dat deze wielen aan gelijke snelheid worden aangedreven om geen slip en ongewenste slijtage te laten ontstaat. De draaisnelheid van de wielen bepaalt de snelheid van het rad. De maximale snelheid van het rad is 0,4 m/s, overeenkomstig met 32min/omwenteling. Betrouwbare aandrijving
Door het gebruik van hydraulica als hoofdaandrijving krijgt men een robuuste en betrouwbare aandrijving die de bewegende delen onder verschillende hoeken kan brengen en aandrijven. Ook is hydraulica voor grote vermogens compact en gemakkelijk redundant op te bouwen (via parallelle pompen). En in noodgevallen is ze flexibeler te repareren: gepaste hydraulische pompen kan men sneller ergens vinden dan grote elektromotoren.
De 48 gondels zijn uitgerust met elektrische aandrijvingen (geleverd door Routeco in samenwerking met Rockwell Automation). Dit om de eenvoud van opbouw (motor die via een kroontandwiel de gondel aandrijft), waarbij het nadeel van een starre overbrenging – vastgelopen is echt vast zitten – minder belangrijk is. Ook deze aandrijvingen staan permanent in verbinding met het ‘operation control center’, de centrale PLC-sturing. Het rad afremmen gebeurt in normaal bedrijf via het aandrijfsysteem, op basis van de bandenweerstand, het Dubai I volgt de snelheid van de banden. Het remsysteem is zo ontworpen dat alle krachten - ook deze die optreden bij de stormen die eens per 100 jaar optreden of bij aardbevingen - veilig kunnen worden afgevangen. Ook is er als extra veiligheidssysteem een veerbelaste frictierem.
De aandrijving van het reuzenrad gebeurt via aandrijfblokken van acht hydraulisch aangedreven wielen.
Deze kan het rad in stilstand vast houden en zelfs worden ingezet om het rad in elke omstandigheid tot stilstand te dwingen. Alles wordt gecontroleerd vanuit een redundante PLC. Omdat de gehele aandrijving een zeer belangrijke impact heeft op de veiligheid van de installatie is alles, inclusief de PLC, redundant uitgevoerd met functies tot veiligheidsklasse PLe conform IEC13849.
Het geheel is TÜV-gekeurd. Daarnaast is in het ontwerp veel aandacht gegaan naar de diagnostiek. Dat is nodig om de functies op tijd te kunnen onderhouden en dit zonder de veiligheid te compenseren of de beschikbaarheid te verminderen. Niet vergeten: de klant eist een beschikbaarheid van +99%, op 360 draaidagen per jaar.
BETROUWBAARHEID CRUCIAAL VOOR ATTRACTIES Voor een pretpark telt de betrouwbaarheid van alle attracties tijdens het hoogseizoen. Elke panne, zelfs een korte uitval is niet enkel inkomstenderving. Het is vooral een teleurstelling bij de bezoekers, met veel negatieve reclame achteraf. Een paar jaar geleden werd door de firma Bauer de BG50 motorreductoren (42V, 3-fazige motor) met IP68 gearbox sealing en IP68 remmen geleverd voor een attractie waarbij op het eerste gezicht een IP67-motor voldoende leek. Het gaat om de beleving van een bootrace in een decor, die eindigt in een meer. De boot loopt op rails en wordt aangedreven door een automation magazine juni 2016
elektrische motorreductor, welke zich deels onder het wateroppervlak bevindt. Het oorspronkelijk concept werd uitgevoerd met een IP67motor. Maar de regelmatige pannes die optraden wezen er op dat deze beschermingsgraad onvoldoende was.
IP67 is stofdicht en waterdicht bij kortstondige en ondiepe onderdompeling. Dit bleek echter niet voldoende te zijn.
De Bauer IP68-oplossing blijkt het juiste antwoord op dit probleem te zijn. De BG50/ DU09 motorreductor - IP68 tot Van IP67 naar IP68 op een diepte van 7 meter - werd De geleverde motor in IP68 is geleverd met een roestvast stalen geen vrij op de markt verkrijgbare uitgaande as, aangepaste coating, standaardmotor, maar een motor een speciale asafdichting en een die door Bauer specifiek is ongeventileerde elektrische motor ontwikkeld voor gebruik in (afval) (+ IP68 rem) met volledig dichte en waterverwerking. met hars gevulde klemmendoos met De IP-codering (IEC60529 pregeconnecteerde kabel van 10 International Protection Rating of meter. Lekdetectie wordt tevens als Ingress Protection) op elektrische optie aangeboden. apparaten is een aanduiding voor de Na installatie bleek de attractie zeer mate van beveiliging van apparatuur betrouwbaar te functioneren en tegen ‘vijandige omgevingen.’ bleven de pannes weg. 13
DE REM IS EVEN BELANGRIJK ALS DE AANDRIJVING In de opbouw van de kermisattracties van pretparken zijn de remsystemen even belangrijk als de aandrijving. Neem als voorbeeld de achtbanen, aanwezig in alle pretparken. Om exploitatie- en veiligheidsredenen wordt elke achtbaan ingedeeld in zones met remzones als begin- en eindpunt. Binnen deze zones wordt de achtbaantrein afgeremd en kan – indien nodig – deze tot volledige stilstand gebracht worden. Er zijn natuurlijk de remzones in de ‘stations’, waar mensen in- en uitstappen. Daarnaast zijn er ook de zogenaamde MCBR’s (Mid Course Brake Run), dikwijls op hellingen. En dit niet enkel in de schuine stukken naar beneden, ook in deze naar boven, want de trein mag in die stijgzones niet terug achteruit schuiven. Behalve in zones waar de dalende helling de trein via de zwaartekracht terug in beweging en tot de gewenste snelheid kan brengen, heeft men in de remzones ook aandrijfsystemen aanwezig. In een aantal gevallen zijn aandrijving en remmen gecombineerd. Dat is in vele gevallen een systeem op basis van aangedreven banden die dan een combinatie vormen van rem, aandrijving en anti-rolbacksysteem. Sommige aandrijfsystemen maken gebruik van kabels en kettingen. Zijn er meerdere treinen per achtbaan (in gesloten circuits bijvoorbeeld), dan moet er minstens één remzone meer aanwezig zijn dan treinen op het circuit. Er mag maar één trein in een sectie tussen twee remzones aanwezig zijn. De verschillende zones zullen dan met elkaar communiceren via gepaste veiligheidssensoren en een achterliggende veiligheidssturing om ‘het verkeer’ veilig te laten verlopen.
14
Klassieke remtypes
In de oudste achtbanen werd de snelheid dikwijls gemanaged met sleepremmen. Hiertoe werden in de remsecties tussen de rails een slijtvaste plaat, dikwijls uit keramiek of een harde staalsoort, gemonteerd zodanig dat de onderkant van de trein over de plaat sleept. Dat vermindert efficiënt de snelheid, maar is een onderhoudsintensieve oplossing. Ze geeft ook weinig regelmogelijkheid (enkel bij (her) montage). Daarom dat bij moderne achtbanen meer flexibelere (en veiligere) systemen worden toegepast. In achtbanen met zogenaamde ‘vrije karretjes’ – treintjes die eerst worden opgetakeld en daarna op eigen gewicht door het circuit rollen – worden dikwijls ‘klassieke’ hydraulisch en pneumatisch bediende klemremmen gebruikt. Ze werken zoals de velgrem bij de fiets: remblokken in de baangeleiding die met behulp van een aangedreven cilinder tegen een remvin op de trein worden gedrukt. Een remsysteem bestaat dus uit een pneumatische compressor of een hydraulische motor die een cilinder aandrijft. De aanwezigheid van de remvin van trein tussen de blokken wordt via sensoren gedetecteerd en de aansturing komt vanuit de centrale sturing of de rem wordt via een snelheidssensor of – bij veiligheidsinterventies – via een noodknop (en de veiligheidssturing) geactiveerd zo snel de remvin wordt gedetecteerd. De keuze voor hydrauliek of pneumatiek heeft zuiver te maken met de constructeur. In het stuk waar de trein wordt naar boven getakeld via een kettingsystem heeft men als veiligheid een ‘anti-rollback’systeem. Het gaat om een tandlat die flexibel onder de trein is gemonteerd. Deze heeft in de bewegingsrichting schuine tanden, in de afglijrichting rechte tanden.
Als de trein naar boven rijdt, wordt de lat door de schuine tanden naar een hogere stand geduwd, rolt de trein achteruit, klikken de rechte tanden zich in de ketting en houdt de trein op zijn plaats. Vandaag zijn er naast deze ‘mechanische grafity systemen’ ook automatische systemen, waardoor men het klassieke geluid van de schuivende lat bij het optakelen niet meer heeft. Vrije snelheid sensatie
In meer complexe achtbanen vindt men de magnetische remmen. Ze zijn duurder dan de klassieke remmen, maar – doordat ze geen schokken introduceren zoals de andere remsystemen - geven ze meer ‘comfort’ aan de passagiers. En een meer ‘vrije snelheid’ sensatie. In deze systemen worden in plaats van remblokken en een remvin magneten onderaan of aan de zijkant van het circuit gemonteerd. Als de metalen constructie van de trein tussen de magneten doorgaat, wordt de trein afgeremd door het magnetische veld van de magneten. Wanneer de trein voldoende is afgeremd, worden deze magneten weggeklikt. Voordeel van dit systeem is haar onderhoudsvriendelijkheid: minder slijtage omdat er geen contact is tussen de remvlakken. Ook is het een systeem met minder kans heeft op falen (magneten blijven functioneren, waar de andere systemen mechanische constructies zijn). Omdat de remkracht van een magneetrem afneemt bij dalende snelheid zal men om een volledige veilige, gegarandeerde stilstand te creëren een bijkomende mechanische rem (hydraulisch, pneumatisch, bandensysteem) installeren. Een alternatief is de magneten als remvin op de treinen zelf te monteren en in de remzones de metalen constructie voldoende dicht bij te brengen. Dit zorgt voor een prijsgunstigere opbouw (minder magneten nodig). Er moet echter
mee rekening gehouden worden dat (permanente) magneten niet zeer sterk schokbestendig zijn. Meer flexibiliteit en stuurbaarheid
Er is een evolutie naar ‘meer aanstuurbare’ snelheden. Een eerste voorbeeld zijn de systemen gebaseerd op aangedreven wielen. De opbouw is deels gelijkaardig met de pneumatische en hydraulische remmen, maar de remblokken zijn vervangen door twee wielbanden waar de remvin klemmend tussendoor gaat.
De wielen worden aangedreven vanaf de trein in de remzone komt. Om af te remmen is de draairichting tegengesteld aan de bewegingsrichting van de wagentjes. Door de wrijving tussen banden en remvin wordt de trein afgeremd. Wil men de snelheid verhogen, dan draaien de wielen mee in de rijrichting. Wegens slijtageredenen en omdat bij regenweer – zeker bij zwaardere treinen - er slippen kan optreden, is dit systeem eerder voor kleinere achtbanen.
De volgende stap zijn de volledig aangedreven achtbanen. Nu wordt geen (of minder) gebruik gemaakt van lifthellingen waar de treintjes worden opgetrokken en dan de zwaartekracht om hun parcours af te leggen. Men gaat in de treintjes een eigen aandrijfsysteem, een elektromotor voorzien. Deze motor drijft een wiel (met band) aan die op (of tegen) een speciale aandrijfrail loopt. Hiermee wordt de trein aangedreven. Door de wielsnelheid te variëren kan men de snelheid aanpassen aan de locatie en desgevallen de trein doen stoppen.
Planetaire tandwielkasten als aandrijfsysteem Naast hydraulica zitten er in tal van attracties van pretparken en de entertainmentindustrie ook planetaire tandwielkasten. Een van de leveranciers hiervoor is Brevini. We vinden van die leverancier planetaire tandwielen in de draaimolens van Enertec (pretparkattracties) en van KMG (kermisattracties). Kermisattracties
KMG heeft zich sinds 1991 gespecialiseerd in kermisattracties. Ze produceert jaarlijks zo’n 13 à 14 stuks heeft er wereldwijd reeds zo’n 150 geplaatst. Belangrijk bij kermisattracties is dat ze gemakkelijk moeten op te bouwen en af te breken zijn. Bijkomende kenmerk is dat ze licht moeten zijn en natuurlijk even veilig als een vaste attractie. Om dit te realiseren werkt het ontwikkelingsteam van het bedrijf samen met gespecialiseerde ingenieursbureau en leveranciers. Voor de planetaire tandwielkasten wordt al jaar en dag samengewerkt met Brevini. Reuzenrad Las Vegas
Het bekende Londense reuzenrad ‘The Londen Eye’ werd in een grotere variant gebouwd in Las Vegas, vandaag het grootste in automation magazine juni 2016
werking zijnde reuzenrad. Dit project is dan ook een technisch hoogstandje. Het wiel heeft een diameter van 143 m en heeft 112 kabelspaken. De staalkabels hebben een diameter van 75 mm. Het rad heeft 28 observatiecabines van elk 6 meter diameter en met een gewicht van 25 ton. Elke cabine is uitgerust met een HVAC-systeem en een entertainmentsysteem. Ze bieden elk plaats aan 40 personen. Ze hebben 90 m² raamoppervlak,
wat een uniek 360° uitzicht geeft op Las Vegas. Het Hydraulic Rotating Mechanisme (HRM) werd geleverd door Enerpac Integrated Solution uit Hengelo. Dit om het gevaarte overeind te kunnen zetten en om het draaiende te krijgen. Het meer dan 2.000 ton wegende reuzenrad wordt door een aandrijfsysteem van 32 reductoren van Brevini in beweging gezet en gehouden. Een prestatie waarop ze trots op is. 15
NIEUW LID
AVENTICS, DE NIEUWE GENERATIE PNEUMATIEK Een nieuwe naam op de pneumatiekmarkt? Dat klopt, maar wel een speler met 150 jaar pneumatiek ervaring! Aventics is wereldwijd actief als toonaangevend fabrikant van pneumatische componenten, systemen en speciale toepassingen. Eind 2013 kondigde de krantenkoppen ‘de grootste wijziging op de pneumatiekmarkt in de laatste decennia’ aan. Bosch Rexroth verkocht zijn pneumatiektak aan investeringsmaatschappij Triton. Maar de stappen naar de zelfstandige organisatie Aventics zijn wereldwijd in fases doorlopen. Met de start van 2016 heeft Aventics zich nu ook in België geïntroduceerd om ook hier een nieuwe generatie pneumatiek aan te bieden. Met een nieuwe naam, heeft Aventics ook een nieuwe focus. Focus op kwaliteit, zoals men dat van Bosch Rexroth gewend is. Maar ook een focus op snelheid, flexibiliteit en bovenal een focus op passie voor pneumatiek. Aventics doet dat door het beste van twee werelden te combineren: de deskundigheid en jarenlange ervaring met de flexibiliteit en innovatiekracht van een jong middelgroot bedrijf. Pneumatics, it’s that easy Dit jaar is Aventics wereldwijd een nieuwe campagne gestart met de titel ‘Pneumatics, it’s that easy.’ De diensten waarin de afgelopen twee jaar zijn geïnvesteerd maken het zaken doen met Aventics namelijk bijzonder makkelijk. Aventics is van mening dat de engineers en technische inkopers dagelijks al voldoende kostbare tijd kwijt zijn met complexe vraagstukken. ‘Daarom zijn onze engineering tools gebundeld op de site Aventics.nl, van configuratie- tot aan calculatieprogramma’s en uitgebreide productinformatie. Onze tools berekenen niet alleen basiscomponenten maar bieden ook alternatieve oplossingen en energie efficiënte accessoires aan. Individuele producten hebben hierbij een specifieke QR code die direct gelinkt is aan de online documentatie. Ook vindt u gemakkelijk het Aventics alternatief voor een De AV-serie.
De ES05-serie.
artikel van een andere leverancier via de Cross Reference Tool en kunt u de bestellingen direct in de eShop plaatsen en volgen.’ Uniek door eenvoud Een voorbeeld van een nieuw product dat Aventics dit jaar in de markt introduceert is de ES05 serie. Dit ventieleiland is een slimme, economisch- en gebruiksvriendelijke oplossing voor toepassingen met standaardeisen in de industriële automatisering. Uniek door eenvoud. Een compact systeem, dankzij de eenvoudige constructie zijn fouten in de assemblage nagenoeg onmogelijk. Het aantal onderdelen is geminimaliseerd en flexibiliteit is gegarandeerd doordat configuratie op ieder moment mogelijk is. Er is gekozen voor een modulair systeem voor de ES05. Bestellingen worden geleverd als compleet gebruiksklaar systeem of als complete montagekits. Alle onderdelen zijn uniek, alle koppelingen zijn van hetzelfde type en het geheel is met één schroevendraaier samen te bouwen. Het portfolio bevat ook een ‘Essential Test Box‘. Met deze testbox kunnen alle functies en de lekdichtheid van het ventielsysteem ter eindcontrole getest worden. Dit is vooral handig voor grootverbruikers en Sales Partners van Aventics. Het ventiel is gemaakt van een hoge kwaliteit polymeer en daardoor bijzonder stabiel en compact. Gebruikers monteren de basis- en eindplaten en kunnen het systeem in paren van twee uitbreiden tot twaalf enkele of bistabiele ventielen. De ventielen kunnen worden bediend met een directe CI-stekker (ISO 15217), een 25-pins sub-D verbinding, een AES module van Aventics, of een IO-Link interface. De AES module ondersteunt alle algemene Fieldbus- en Ethernet protocollen. Bent u op zoek naar een oplossing buiten de standaard mogelijkheden en vraagt uw toepassing een klantspecifieke oplossing? Dan is de geavanceerde AVserie zeer interessant. Onze engineers staan te popelen om u van maatwerk te voorzien. Voor de regio België, Nederland en Luxemburg is ons kantoor gevestigd in het zuiden van Nederland, in Boxtel. U kunt ons bereiken via het nummer +31 (0)88 099 8000 of per mail via info.nl@aventics.com. www.aventics.nl
16
NIEUW LID
HUPICO ZOEKT DE BESTE OPLOSSING HUPICO werd 22 jaar geleden opgericht door Pierre Huyghebaert uit een passie voor techniek en machinebouw. Als exclusief verdeler van verschillende topmerken van machinecomponenten, is HUPICO uitgegroeid tot een vaste waarde in de Benelux. De klanten zijn vooral machinebouwers en eindklanten in de montagetechnieken en dit in alle sectoren. Sinds 1984 is HUPICO vanuit Gentbrugge exclusief verdeler in de Benelux van toevoer- en assemblagesystemen van OKU (triltoevoer, opvoer bunkers), Flexfactory (Anyfeeder), Ohrmann (O-ringen montage-eenheden) en Staer (veer ontwarrelaar). Op de robotmarkt vertegenwoordigt HUPICO het merk EPSON. Voor transportsystemen zijn er samenwerkingen met MONTECH en MONTRAC/SCHMID. Op het einde van de assemblagecyclus komt het ultrasoon-, warmelucht- of laserlassen van de kunststoffen met RINCO Ultrasonics, PHASA, Leister of Hawo. Door de jarenlange ervaring kent HUPICO de knepen van het vak als geen ander. HUPICO gaat steeds op zoek naar de beste en meest creatieve oplossing voor elk probleem. Dienst na verkoop is geen loze belofte. Hieronder wordt verstaan: bijstand bij installaties, opleidingen, programmatie, optimalisatie, onderhoud, herstellingen en revisie. HUPICO ontdekt de nieuwste trends op basis van machinecomponenten en past deze toe. Hierbij spelen moderne, ecologische productietechnieken een belangrijke rol. Consulting, zoeken van creatieve oplossingen, haalbaarheidsstudies uitwerken, en het uitwerken van lay-outs (CAD) behoren tot de kerntaken van HUPICO. De topleveranciers die HUPICO vertegenwoordigt, blijven steeds maar verder ontwikkelen. De afdeling Pierre Huyghebaert
De Epson LS20. De Epson N-serie.
Robotica van EPSON, wereldwijde marktleider in de SCARA robotten, heeft de Light Scara reeks uitgebreid met de LS20. De LS20 heeft een draagvermogen van 20 kilo en een armlengte van 1 meter. Hiermee kunnen grotere bereiken worden gehaald. De Light Scara is speciaal ontwikkeld voor eenvoudige toepassingen waar het budget een beperkende factor is. Zo is er al de LS3 met 3 kilo draagvermogen en een armlengte van 400 mm voor een prijs van 10.000 euro, controller inclusief. DE VERNIEUWENDE EPSON N-SERIE Niet alleen in de SCARA robotten is EPSON creatief. Zo is ook de ProSix lijn (6-assige robotten) uitgebreid met de C4 en de C8, waar men nu met lasten tot 8 kilo en een arm van 1.400 mm nog steeds de heel nauwkeurige taken kan uitvoeren. Daar EPSON voornamelijk in de nauwkeurige assemblagesector actief is, was de komst van de totaal vernieuwende N-serie meer dan welkom. De N-serie is een compacte hangende 6-assige robot, welke in een minimale ruimte typische pick en place-bewegingen kan maken. Door de gebruiksvriendelijke software en de ondersteuning door HUPICO, is de klant in staat deze robotten heel snel in te zetten. Ook de integratie met visie-systemen en picking on the fly zijn zonder meer mogelijk met deze robotten. En als het nog niet genoeg is, kan de Force-sensing toegevoegd worden om de montage met gevoel uit te voeren. Een demo of een simulatie met de gratis software werkt overtuigend bij de klant. HUPICO staat hiervoor tot uw dienst. www.hupico.eu
automation magazine juni 2016
17
Motors | Automation | Energy | Transmission & Distribution | Coatings
WG20
GEAR UP FOR A NEW GENERATION
MGH, houdt uw aandrijvingen in topconditie! Avec MGH, vos transmissions aux mieux de leur forme!
MGH is dé partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen! MGH est le partenaire qui maintient l’industrie en mouvement grâce à ses solutions totales et marques indépendantes pour les groupes d’entraînement électromécaniques de puissance
Machelen Rittwegerlaan 2B - 1830 Machelen Antwerp Luithagen haven 2 Unit K - 2030 Antwerp Tel : +32 (0)2 753 00 40 Fax : +32 (0)2 753 00 49 info@MGH.be - www.MGH.be
Geared motor range up to 600 Nm in line with market requirements. g g g g g g g g
3 types of gear units Robust, lightweight, efficient Standard mounting dimensions Less noise Certifications for international markets Worldwide use Different motor modules Frequency inverter operation (100 Hz)
Smartphone Smart Probes Smart work Testo Smart Probes: Compacte en professionele meettoestellen van
Experience WG20: www.weg.net/wg20
Testo kwaliteit met bediening via Smartphone Gratis testo Smart Probes App
testo NV • Industrielaan 19 • 1740 Ternat • Tel. 02/582 03 62 • info@testo.be • www.testo.be
Transforming energy into solutions. www.weg.net Pub testo.indd 1
11/17/2015 9:05:49 AM
Hannover Messe
NIEUW BEZOEKERSRECORD VOOR HANNOVER MESSE Van de pingpong-spelende robot bij Omron tot de replica wagen uit de film ‘Back to the Future’, de Hannover Messe had dit jaar een extra hoog showgehalte. De nummer 1 belangrijkste tradeshow ter wereld voor industriële technologie werd bijgewoond door 190.000 bezoekers, een nieuw record. De industriële beurs wordt inmiddels ‘de Davos voor de middenstand’ genoemd, een referentie naar het jaarlijkse World Economic Forum. Want het aantal hoogwaardigheidsbekleders dit jaar oogde indrukwekkend: naast president Obama en bondskanselier Merkel, waren er met Obama ook drie ministers meegekomen, onder wie Secretary of Commerce Penny Pritzker. Voorts waren er vijf EU-commissarissen aanwezig: vicepresident Maros Sefcovic (Energie), Günther Oettinger (Digital), Elzbieta Bienkowska (Industrie), Cecilia Malmström (Handel) and Carlos Moedas (Research). EU-commissaris Oettinger zei dat Hannover Messe wereldwijd het voortouw neemt inzake de digitalisering van de industrie. Amerika was dit jaar gastland op de Hannover Messe en hoewel de vriendschapsbanden werden aangehaald, zijn de VS en Duitsland economisch en industrieel met elkaar in competitie. De door de Amerikanen gewonnen slag om de individuele eindgebruiker is echter nog geen eindoverwinning, want nu moet nog de strijd om het ‘internet van dingen’ worden gestreden. En op dat gebied hebben de Duitsers met een innovatieve industriële productie een streepje voor. ‘De kracht van de Duitse industrie is haar kennis over productie en machines, haar nauwe klantrelaties en haar kennis van de productieprocessen bij haar klanten’, aldus de Frankfurter Allgemeine. Het beursbezoek van president Barack Obama verliep in een ontspannen sfeer. Tijdens de traditionele rondleiding maakte hij enkele grapjes aan het adres van bondskanselier Angela Merkel. Beiden gaven een korte toespraak waarin Obama het belang van de Hannover Messe en de industrie in het algemeen benadrukte. ‘De groei van onze globale economie en de creatie van meer jobs wordt gedreven door de geest van innovatie. Die innovatie zie je hier op de beurs: uitvindingen die worden ontwikkeld en omgezet in nieuwe producten en nieuwe ondernemingen.’ Merkel zei dat we met alle technologische revoluties de mens en de menselijke maat niet uit het oog mogen verliezen. Op de stand van Phoenix Contact stond een replica van de wagen uit ‘Back to the Future’ en toen Merkel automation magazine juni 2016
vertelde dat ze die film nooit had gezien, beloofde Obama dat hij ‘haar de DVD zou opsturen.’ Phoenix Contact liet het duo een gestandaardiseerde connector zien die werd ontwikkeld voor het laden van elektrische: op 20 minuten genoeg kracht om 600 kilometer te rijden. Vandaar de link naar Doc Brown en Marty McFly, want ‘ook hun uitdaging was genoeg energie op te laden in hun wagen.’ Bij ifm electronic kregen Obama en Merkel een demonstratie van een 3D camera en een virtual reality bril, ontwikkeld samen met Google. Videoconferenties zullen in de toekomst een totaalbeleving zijn. De rondleiding eindigde bij Siemens, al honderd jaar actief in Amerika en waar Obama het complete digitale designproces van een automodel zag. CEO Joe Kaeser verwelkomde Obama in naam van de 350.000 werknemers die wereldwijd voor het concern werken. Zo heeft Siemens 18.000 software engineers in dienst, waarvan er 7.000 in Texas aan de ontwikkeling van nieuwe producten werken. Kaeser overhandigde president Obama een golfclub (Siemens design) met het opschrift ‘Yes we can!’ De Siemens CEO vertelde tegen Barack Obama dat hij na zijn presidentschap nu meer tijd zal hebben om te spelen. Ook bondskanselier Merkel kreeg een golfclub – met de tekst ‘Wir schaffen das!’ – maar wel met de woorden dat ze hopelijk nog lang blijft werken als kanselier. ‘We hebben u nodig’, aldus Kaeser. ‘Ik ga Angela golf leren spelen’, knipoogde Obama nog. Van de 190.000 bezoekers dit jaar, waren er meer dan 50.000 afkomstig uit het buitenland, dat is een stijging met 25 procent in vergelijking met vorige edities (toen er 175.000 bezoekers waren). Er waren zo’n 5.000 Amerikanen en opvallend was ook de Chinese aanwezigheid met 6.000 bezoekers. De volgende editie van de Hannover Messe wordt gehouden van 24 tot 28 april 2017 en het gastland is Polen. www.hannovermesse.de 19
BELGITRANS EN FIMOP WORDEN INDUMOTION Voorzitters Geert Heyvaert (Belgitrans) en Jo Verstraeten (FIMOP) houden trots de nieuwe fusievereniging boven de doopvont. De mooie baby krijgt als naam: Indumotion. ‘Een samengesteld woord dat bestaat uit onze doelgroep, met name de industrie, en de voornaamste activiteit van onze leden, aandrijven en bewegen’, aldus de twee voorzitters. Jo Verstraeten en Geert Heyvaert zijn tevreden dat het samengaan van Belgitrans en FIMOP een feit is. De naam van de nieuwe baby is Indumotion. ‘Door de samensmelting ontstaat er voor alle leden een groter netwerk en verhogen we de efficiëntie van onze vakvereniging’, legt Geert Heyvaert uit. ‘Onze leden zijn actief in vier technologieën: pneumatica (met vacuüm technologie en compressoren), hydraulica, mechanische aandrijvingen en elektrische aandrijvingen. Overigens is mijn opsomming lukraak, dus niet in volgorde van belangrijkheid’, lacht Jo Verstraeten. ‘Die technologieën hebben raakvlakken en de grenzen vervagen. We stellen bijvoorbeeld vast dat aandrijvingen geïntegreerd worden in geleidingen en omgekeerd. Voorts is er de opkomst van mechatronica.’ Jo vult aan: ‘Indumotion wordt de vereniging voor alle fabrikanten, importeurs en verdelers van deze Geert Heyvaert (Belgitrans) en Jo Verstraeten (FIMOP)
20
technologieën, maar naast deze vier hoofdgroepen, willen we er ook zijn voor alle bedrijven actief in gecombineerde en aanverwante technieken zoals bijvoorbeeld meet- en regeltechniek, sensoren, besturingen met industriële pc’s, PLC’s …’ Geert Heyvaert: ‘Al die raakvlakken zijn de hoofdreden om onze krachten nu te bundelen.’ Volgens Jo Verstraeten komt hiermee ook een eind aan het dilemma dat bedrijven moeten kiezen tussen FIMOP en Belgitrans. ‘Een aantal leden zijn nu lid van de twee verenigingen, nog anderen wisten niet goed bij welke vereniging ze het best zouden aansluiten. Nu kunnen we door de samensmelting efficiënt onze middelen gebruiken want tot nu toe hadden we elk een eigen website, een eigen productengids, een eigen raad van bestuur, eigen secretariaat en boekhouding …’ ‘De voorzitters van Belgitrans en FIMOP hebben altijd met elkaar in contact gestaan, maar de eerste toenadering gebeurde in 2012 en uit die gesprekken groeide langzaam het idee van een fusie’, weet Geert. Toen bij FIMOP twee jaar geleden een verjongde raad van bestuur aantrad, kwam het project in een stroomversnelling. FIMOP (voluit: vereniging van Fabrikanten en Invoerders van Materiaal voor industriële Oleohydraulica, Pneumatica en automatisering /
FIMOP/BELGITRANS association des Fabricants et Importateurs de Matériel Oléohydraulique, Pneumatique et d’automatisme pour l’industrie) werd in 1968 opgericht door 22 bedrijven als vakvereniging van fabrikanten en invoerders die actief zijn in de industriële automatisering. Alle leden zijn gespecialiseerd in hydraulische en pneumatische aandrijvingen, systemen, sturingen en componenten. De FIMOP-activiteiten groeiden uit tot en met het domein van de mechatronica. ‘Het doel van FIMOP was oorspronkelijk de verspreiding, de ontwikkeling en het uitdiepen van de technische en economische knowhow van de leden. Vandaag ligt het accent meer op de promotie van industriële automatisering in de markt’, schetst Jo Verstraeten de historiek van FIMOP. Geert Heyvaert is al sedert 2011 voorzitter van Belgitrans, de beroepsvereniging voor industriële aandrijftechniek. Belgitrans bestaat sinds 1979 en groepeert bedrijven actief in de elektromechanische en elektronische transmissie van zowel vermogen als beweging. ‘Belgitrans draagt bij tot de promotie en ontwikkeling van alle technische, economische en ecologische knowhow in ons vakgebied. Naast networking verdedigen we onze belangen tijdens vakbeurzen en bij officiële instanties’, legt Geert de werking van Belgitrans uit. ‘De leden zijn firma’s, fabrikant of invoerder, die in België handel drijven met componenten voor transmissie van vermogen en beweging, mechanisch, elektrisch of elektronisch, maar ook alle personen die bijdragen in de expertise van aandrijftechniek.’ De doelen van beide verenigingen zijn nu samen opgenomen in de nieuwe statuten van de kersverse vzw Indumotion. ‘De vergaderingen hierover zijn zeer gestructureerd verlopen’, zegt Geert. Jo knikt: ‘Geert had een duidelijk plan opgesteld, vergelijk het met de fusie van twee bedrijven. De leden van elke raad van bestuur werkten telkens samen op het gebied van hun taak – financiën, marktstudie, website, ledenactiviteit, … – en brachten daarover dan verslag uit bij de voltallige raad van bestuur.’ Toch waren de knelpunten beperkt. ‘André Skenazi, secretaris van Belgitrans, vergeleek de statuten van beide verenigingen en de verschillen bleken miniem. Destijds zijn die statuten blijkbaar opgesteld door hetzelfde advocatenkantoor. Dat heeft de fusie technisch vergemakkelijkt’, vertelt Geert Heyvaert. De samenstelling van de nieuwe raad van bestuur was wél een discussiepunt. Jo Verstraeten: ‘Er was vanwege Belgitrans de bezorgdheid dat niet alle technologieën in de nieuwe raad van bestuur zouden zijn vertegenwoordigd. Het gevaar zou dan bestaan dat zonder afgevaardigde die techniek in de ‘vergeetput’ zou sukkelen. Daar zijn nu garanties voor zodat alle Belgitrans-technieken ‘geborgd’ zijn bij Indumotion.’ automation magazine juni 2016
‘We streven ernaar om vertegenwoordigers van de vier technologieën in de raad van bestuur te hebben. Wij willen echt focussen op aandrijftechnologie, dit onderscheidt ons van Agoria dat meer servicegericht is en breder, voor de hele industrie, werkt.’ ‘Voorts hebben we de goede zaken van elkaar overgenomen. Zo kiezen we voor de website van Belgitrans en de overzichtelijke productengids op deze site.’ De nieuwe raad van bestuur van Indumotion vzw wordt verkozen op de ledendag op 8 juni en bestaat in totaal uit acht personen, de voorzitter inbegrepen. Vier leden van de raad komen uit Belgitrans en vier leden komen uit FIMOP. ‘Deze acht bestuursleden kiezen zelf hun voorzitter en spreken een taakverdeling af. Het onderling aanduiden van de voorzitter hoeft niet op dezelfde dag als de verkiezing’, weet Geert.
‘Door de fusie zijn er ook meer potentiële kandidaten voor een functie als lid van de raad van bestuur van Indumotion.’
Voor beide voorzitters is het belangrijk dat het nieuwe bestuur van Indumotion voor continuïteit zorgt. ‘Door de fusie zijn er ook meer potentiële kandidaten voor een functie als lid van de raad van bestuur van Indumotion.’ En hoe is de nieuwe naam gevonden? ‘Er was een wedstrijd met een oproep om geschikte namen in te dienen bij het secretariaat en onze medewerkster Gerda Van Keer stelde zelf de naam Indumotion voor. Iedereen vond dit een goed voorstel omdat het woord opgesplitst in INDU en MOTION duidelijk maakt wie onze doelgroep is en welke de activiteiten zijn van onze leden’, vertelt Jo Verstraeten. ‘Indumotion is geen commercieel bedrijf, maar de nieuwe vereniging blijft financieel gezond door de ledenbijdrage – jaarlijks 950 euro – de uitgave van Automation Magazine, print en website, en als mede-organisator van INE en de Indumation-beurs. Onze inkomsten moeten op een zinvolle manier ten goede komen aan al onze leden, dat is het objectief van de raad van bestuur.’ De twee voorzitters: ‘Wij hopen op een gedreven voorzitter en een dynamisch nieuw bestuur – waarin ieder zijn specialiteit heeft – dat de continuïteit kan verzekeren zodat Indumotion verder kan groeien.’ Met het doel voor ogen om in de toekomst minstens honderd bedrijven als lid te hebben, zal de slagkracht van de nieuwe vzw Indumotion sterk toenemen. ‘Altijd beter, dat moet de ambitie zijn’, besluit Geert Heyvaert. 21
Zelfrijdende en –ladende voermengwagen en heftruck in één Door een samenwerking met Motrac Hydraulics is Peeters Landbouwmachines er in een ontwikkelperiode van slechts één jaar in geslaagd de Biga Pacman Gen2 te lanceren. Een interessant, betaalbaar alternatief voor de kleinere agrariër waarvoor complexe zelfrijdende en -ladende mengvoerwagens budgettair niet haalbaar zijn.
Gepatenteerd multiliftsysteem Gras wordt bij de meeste agrariërs ingekuild. Met behulp van de aan de voorzijde van de Biga Pacman Gen2 bevestigde kuilvoersnijder kan eenvoudig een blok gras worden uitgezaagd met afmetingen van maximaal 1.850 x 800 x 1.700 mm (B x D x H). Uithalen is mogelijk tot maximaal 4 meter.
Er zijn veel zelfrijdende voermengwagens op de markt verkrijgbaar, maar deze zijn door de toegenomen functionaliteit almaar complexer en duurder geworden. Voor Peeters Landbouwmachines was dit de aanleiding om de Biga Pacman Gen2 te ontwikkelen.
Het uitgezaagde blok gras wordt met behulp van een speciaal ontwikkelde hefmast hydraulisch omhoog gebracht en met een kantelmechaniek over de cabine achterover gekanteld in een 12 m3 grote mengkuip. Vervolgens kan mogelijk een blok maïs worden toegevoegd, en eventuele overige bijproducten, waarna het geheel gemengd wordt tot mengvoer. Het hier toegepaste, gepatenteerde, multiliftsysteem was voor het eerst te zien op de Eurotier 2014.
Voor de basis van deze zelfrijdende en -ladende voermengwagen is gebruik gemaakt van het inmiddels bewezen platform van de Linde 396 heftruck. ‘Innovatief, een goede prijs/kwaliteitsverhouding en eenvoudig. Dit waren de drie belangrijkste uitgangspunten voor de ontwikkeling van de Biga Pacman Gen2’, vertelt Frank van de Staak, Development Engineer bij Peeters Landbouwmachines. Peeters Landbouwmachines is fabrikant van werktuigen voor de akkerbouw en veehouderij. Met een team van 125 medewerkers, verdeeld over 3 fabrieken in Nederland, worden jaarlijks duizenden, zeer uiteenlopende landbouwmachines vervaardigd voor export naar meer dan 40 landen via een uitgebreid Peecon-dealernetwerk.
Samen met Motrac Hydraulics heeft Peeters Landbouwmachines de aandrijftechniek voor de vijzel onderhanden genomen. De standaard op de Linde heftruck aanwezige werkhydrauliek was niet afdoende om alle extra opgebouwde functionaliteiten van deze voermengwagen aan te drijven. Motrac Hydraulics werd derhalve gevraagd om een aanvullende vijzelaandrijving te ontwikkelen. Ivo Willemsen, Sales Manager Benelux bij Motrac Hydraulics: ‘Dit was een uitdaging op zich, omdat het voertuig met het beschikbare vermogen van de dieselmotor tegelijkertijd moest kunnen rijden, laden en mengen. Belangrijk was voorts om de reeds op de Biga Pacman Gen2 aanwezige hydraulische aandrijving naadloos te laten aansluiten op de door ons ontwikkelde, extra hydraulische aandrijving voor de vijzel. Speciaal hiervoor heeft Peeters Landbouwmachines volledig in eigen huis een PTO vervaardigd, zodat een linksdraaiende pomp rechtstreeks aan de dieselmotor kon worden gekoppeld.’ Het aandrijven van de hef- en kantelbeweging van de kuilvoersnijder geschiedt met behulp van de reeds op de heftruck aanwezige werkhydrauliek. De capaciteit van deze werkhydrauliek was echter ontoereikend om tegelijkertijd ook de vijzel in de mengkuip aan te drijven. De vijzel wordt namelijk gebruikt voor het mengen en uitdoseren van het voer en het ledigen van de kuip. Met name voor de laatstgenoemde activiteit is een relatief hoog vijzeltoerental (lees: hoge capaciteit) een vereiste. Open of gesloten hydraulisch systeem Ivo Willemsen licht toe: ‘In eerste instantie hebben we zowel de mogelijkheden voor een open als een gesloten hydraulisch systeem onderzocht. Gekozen is uiteindelijk voor een open hydraulisch systeem in het
22
case study WOORD HENRIËTTE VAN NOREL
middendrukbereik, omdat de voordelen van een gesloten systeem niet opwegen tegen de nadelen. Weliswaar kunnen met een zwaardere constructie bij een gesloten hydraulisch systeem hogere drukken en rendementen worden gerealiseerd, maar dit weegt niet op tegen de veel duurdere componenten die nodig zijn.’ Het open hydraulische systeem dat door Motrac Hydraulics is ontwikkeld voor aandrijving van de vijzel bestaat uit de Linde MPR elektro-hydraulische, verstelbare axiale plunjerpomp met een slagvolume van 50 cc per omwenteling en een piekdruk van 280 bar, die een tweetraps radiale plunjermotor (lees: 1e trap 340 cc en 2e trap 130 cc) aandrijft. ‘Door te kiezen voor deze combinatie is de vijzel traploos instelbaar van 0 – 45 omwentelingen per minuut’, legt Willemsen uit. ‘Wanneer de druk in het systeem hoger oploopt dan 250 bar, is in de pomp een drukafsnijding geïntegreerd. Met behulp van een extra doorgebouwde voedingspomp wordt permanent een ‘pilot’-druk van 5 liter per minuut (20 bar) gegenereerd. Dit heeft als voordeel dat aanzienlijk bespaard wordt op energie in vergelijking met een traditionele LS-pomp.’ ‘De MPR50 start vanaf slagvolume 0. Pas als een elektrisch signaal wordt uitgestuurd om de vijzel op automation magazine juni 2016
een gewenst toerental te kunnen laten werken, wordt de MPR50 uitgestuurd naar het gewenste slagvolume. Een stuurventiel is hierbij overbodig. De voedingspomp is niet nodig als de installatie al voorzien is van een beschikbare pilotdruk elders in het hydraulische systeem. Standaard is de MPR50 daarom uitgevoerd zonder voedingspomp. Dankzij de compacte bouwvorm van de MPR-pomp was het mogelijk deze te plaatsen in de krappe ruimte achter de dieselmotor van de Biga Pacman Gen2. We hielden geen centimeter meer over.’ Aansturing van de hoofdpomp van het hierboven beschreven systeem geschiedt volledig elektrisch. Hiervoor heeft Peeters Landbouwmachines het volledig in eigen beheer ontwikkelde EasyTronic besturingssysteem toegepast. Een systeem dat optioneel inzetbaar is op alle werktuigen van Peeters Landbouwmachines. Dankzij het gebruik van de EasyTronic bij de Biga Pacman Gen2 kan tijdens bedrijf volcontinu worden berekend wat het meest economische toerental van de dieselmotor van de heftruck is en de daarbij horende meest optimale stand voor de pomp. www.motrac-hydraulics.com www.peetersgroup.com
23
EIGENAARSWISSEL bij ACT IN TIME GARANDEERT KNOWHOW EN SERVICE Veel technische kennis dreigt verloren te gaan als er in een klein bedrijf geen opvolging wordt gevonden. Het verhaal van Act in Time, waar eigenaar Luc Van Hoylandt (64) de fakkel doorgeeft aan Pieter Van Overbeke (36) bewijst dat het ook anders kan. De overname zorgt hier voor een nieuwe impuls: ‘Wij willen met Act in Time de beste zijn in het aanbieden van mechatronica oplossingen op de Belgische markt.’
Het gamma en klantenbestand – met grote spelers zoals Atlas Copco, IBA en Barco – van Act in Time bleef groeien. ‘Momenteel halen we onze grootste omzet in motoren, maar ook flexibele assen doen het goed. Dergelijke flexibele koppelingen zijn bij veel machinebouwers in België in feite nog niet zo bekend. Je kan er een bocht van 180 graden mee maken en toch voldoende koppel overbrengen. Ook bij miniaturisatie is het vaak een oplossing om de aandrijving daar te plaatsen waar er nog ruimte is.’ Luc is 64 en besloot midden vorig jaar dat het stilaan tijd werd voor een nieuwe wind. Hij vond in Pieter Van Overbeke iemand waaraan hij zijn knowhow wil doorgeven. ‘Ik was in eerste instantie niet echt op zoek naar een overnemer, maar wel naar een verkoopsingenieur om het vele werk te kunnen doorgeven.’
‘Mijn vrouw zegt dat ik dringend moet afbouwen naar een veertig uren werkweek.’
Luc Van Hoylandt (r.) geeft de fakkel door aan Pieter Van Overbeke.
Op de brochure van Act in Time prijkt de beroemde Rubrik-spelkubus met in elk vakje onderdelen. Het beeld illustreert perfect waar Act in Time mee bezig is: klanten voorzien van het juiste technische onderdeel voor specifieke toepassingen. Act in Time, met uitvalsbasis in Braine-l’Alleud (Eigenbrakel), werd opgericht in 1989 en groeide uit tot een gerespecteerd leverancier van onderdelen voor machines en apparatenbouw. ‘Destijds was er veel vraag naar koppelingen, trommelmotoren en motorreductoren. Ik ben letterlijk klein begonnen en vervolgens werden de door ons geleverde reductoren in omvang almaar groter’, herinnert stichter Luc Van Hoylandt zich. ‘Mijn bedrijfsnaam heb ik ontleend aan een begrip dat destijds heel populair was: just in time. Het is belangrijk dat je op tijd reageert. Dat anticiperen heeft overigens altijd in mijn persoonlijkheid gezeten.’ 24
‘Voor mij is dit een gedroomde opportuniteit voor een ‘nieuw’ 100 procent Belgisch verhaal’, vertelt Pieter Van Overbeke. ‘Ik wilde al langer mijn eigen koers varen. Een eigen bedrijf runnen is een grote uitdaging, maar ik heb er alle vertrouwen in.’ Pieter is ingenieur elektromechanica en werkte twaalf jaar voor een gelijkaardig bedrijf uit de sector. Luc en Pieter vullen elkaar goed aan. ‘Ik kan nog veel van Luc leren op het vlak van pure mechanica’, zegt Pieter. ‘We bezoeken nu samen klanten en zo is er een graduele overdracht van kennis.’ Luc blijft voorlopig voor Act in Time werken als consultant. ‘Mijn vrouw zegt dat ik dringend moet afbouwen naar een veertig uren werkweek. Ik ga dat nu proberen’, glimlacht hij. Act in Time is actief in vier grote productgroepen: mechanica, motoren & actuatoren, mechatronica en elektronica. Pieter Van Overbeke ziet veel potentieel in mechatronica. ‘Mechatronica is het samenwerken van mechanica en elektronica. Intelligente motoren en systemen – die met minder kabels bijvoorbeeld toch altijd hun positie onthouden – zijn de toekomst. Dat zie je volop in Industrie 4.0. Door onze ervaring en betrouwbare partners kunnen we onze klanten in beide gebieden optimaal adviseren.’
ACT IN TIME
Mechatronica, een slimme combinatie van mechanica en elektronica.
Pieter ziet voorts een evolutie naar ‘rapid format changeovers’, machines die meer flexibel kunnen produceren. Hij wijst op een afbeelding met elektronische handwieltjes. ‘Vroeger werd dit handmatig bediend met een spindel. Bijvoorbeeld om de drie weken was er een andere instelpositie nodig. Die was vaak verschillend per operator, met een invloed op de kwaliteit. Nu moet een machine flexibel zijn en om de twee uur iets anders produceren. Door dit elektronisch te regelen kan dit sneller en nauwkeuriger.’ De leveranciers van Act in Time zijn voorlopers in ‘lean manufacturing.’ Pieter: ‘We screenen onze partners op dit ‘lean thinking.’ Flexibel en op tijd leveren is cruciaal. We stellen vast dat machinebouwers hiernaar op zoek zijn. Ze willen hun risico’s beperken: geen stock, niet werken met jaar- of zelfs driejaarcontracten of met een verplichte afname …’
is echt een vertrouwensband. Wij werken in volledige transparantie. Klanten kennen onze leveranciers en omgekeerd. Voor de betrokken technici kan het overigens handig zijn dat er een korte communicatielijn is.’ Inmiddels werd beslist om het magazijn van Act in Time uit te breiden en dit wordt gedaan in een nieuw bedrijfsgebouw van zo’n 350 vierkante meter op het industrieterrein Satenrozen in Kontich. ‘Zo zijn we actief op de as Antwerpen-Brussel. Onze klantenverdeling is 60 procent Vlaanderen en 40 procent Wallonië en vanuit onze twee vestigingen kunnen we iedereen vlot bereiken’, besluit het duo. www.actintime.be
‘Wij staan klanten bij van pure mechanica onderdelen tot aan het sturingsgedeelte, zonder echter zelf machines te gaan bouwen. Dat laten we aan de klant zelf of we verwijzen de klant door naar één van onze partners op dat vlak. Onze applicatiekennis is de grote troef. We kijken over diverse technologieën heen om zo voor de klant de beste oplossing te vinden. Een fabrikant zit daar altijd in een moeilijke positie, want wat men maakt, moet men verkopen. Maak je servomotoren, dan zal de klant in die richting worden geduwd.’ Luc Van Hoylandt: ‘Act in Time werkt oplossingsgericht. De klant is koning en als we merken dat wij geen ideale oplossing hebben, zullen we niet aarzelen om de klant naar een concurrent te sturen. Pieter vult aan: ‘Luc zijn klantgerichtheid is een groot voorbeeld voor mij. Er automation magazine juni 2016
De MAC800, een servomotor met geïntegreerde sturing en communicatie.
25
SMART GRANULATE DEPOSITOR IS IDEALE STROOIMACHINE VOOR CHOCOLADEFABRIKANTEN Frank Chevalier heeft nu een strooimachine ontwikkeld die veel manueel werk uitspaart. ‘Bij mijn klanten zag ik dat het bestrooien van chocoladeproducten heel arbeidsintensief is. Men kan manueel per persoon zo’n 80 pralines per minuut bestrooien. Sommige productielijnen produceren echter 400 stuks per minuut. Wat wil zeggen dat vijf personen aan de band moeten staan om deze pralines te voorzien van een topping zoals pistachenootjes, amandelschilfers, sliertjes appelsienzeste, gedroogde frambozen, snoepbolletjes, enz …’
Innovatief zijn en kiezen voor een nichemarkt, dat is de succesformule van machinebouwer Mecaniek Chevalier uit Brakel. Het Oost-Vlaamse bedrijf ontwikkelde en patenteerde een Smart Granulate Depositor – een strooimachine – voor de Belgische praline-industrie. Frank Chevalier werkte als technicus in de chocoladeindustrie en besloot in 1996 om met zijn eigen zaak te starten. In 2001 vestigde hij zijn werkplaats aan de Industrielaan in Brakel. ‘Wij zijn gespecialiseerd in het automatiseren, aanpassen en herstellen van machines. Voorts bouwen wij nieuwe machines, volledig naar wens van de klant’, legt Frank Chevalier uit. ‘Ondertussen bestaat ons team uit zes personen. Wat betreft engineering worden al onze ontwerpen getekend in Autodesk Inventor & AutoCad, zo heeft de klant een duidelijk zicht op het ontwerp. Je kan bij ons terecht voor enkele onderdelen of een volledige machine. De meeste onderdelen maken we zelf met ons machinepark, indien nodig op zeer korte tijd. Sinds februari hebben we ook een 5-assige freesmachine van Hermle aangekocht.’
‘Het nadeel van manueel strooien is dat iedere persoon verschillend strooit. De warmte van een menselijke hand – ook met een plastic handschoen aan – kan bij sommige soorten strooisel een probleem vormen. Na een paar uur manueel strooien gaat de kwaliteit van het strooien verminderen en is er meer verspilling. En er zijn soorten strooisel die heel duur zijn in aankoop. Daarom ontwikkelde ik een machine die heel precies en met keuze uit verschillende hoeveelheden pralines, chocoladeproducten of cupcakes kan bestrooien. Hygiënisch en zonder het strooisel te beschadigen.’ In zijn werkplaats laat Frank Chevalier een afgewerkte Smart Granulate Depositor zien. Het design is robuust – alle kabels zijn netjes weggewerkt en de hoeken afgerond – en vermits de machine op rollen staat kan je ze makkelijk over een transportband schuiven en ze in hoogte en breedte exact positioneren. Het getoonde type kan rijen van acht pralines aan, er bestaat ook een versie met rijen van zestien pralines. ‘Je hebt alleen een 220 volt stopcontact en een persluchtaansluiting nodig en de machine draait.’
Door zijn rijke ervaring met machines in de Belgische chocoladeproductie, bouwde Frank Chevalier in die wereld al snel een klantenbestand uit. ‘Onze klanten zijn voornamelijk chocoladebedrijven die aanpassingen willen doen of een nieuwe machine wensen op maat. Ook doen we meer en meer de toelevering van draaien freesstukken.’ ‘Omdat we een eigen machinepark hebben, is het voor ons zeer makkelijk om bij dringende herstellingen snel nieuwe stukken aan te leveren zodat de stilstand bij de klant wordt herleid tot een minimum. Dat is voor de chocoladewereld belangrijk in piekperiodes zoals in de aanloop naar Pasen, Sinterklaas, Kerst ... Wij zijn betrouwbaar en willen het verschil maken door hoge kwaliteit te leveren, want op termijn is kwaliteit voor de klant altijd het goedkoopst.’ 26
Naargelang de grootte van het draagvlak van de nozzle kan men de hoeveelheid strooisel bepalen.
CASE STUDY ‘Het strooisel zit bovenaan klaar en glijdt gravitair naar de opvangruimte’, legt Frank Chevalier de werking van zijn machine uit. ‘De opvangbak met strooisel is bovenaan afgesloten door middel van een polycarbonaatplaat die gemakkelijk te verwijderen is en zorgt voor de nodige afscherming van de verschillende soorten strooisel. Dit toestel heeft daardoor het voordeel dat men het kan bijvullen zonder dat je de machine moet stilleggen.’ ‘De machine is voorzien van een stappenmotor om de strooiassen te bewegen. We gebruiken per as een stappenmotor, dit heeft het voordeel dat we gecontroleerd kunnen bewegen, alsook een stabiele snelheid kunnen bekomen. Door de op- en neergaande beweging van de as komt het strooisel op het draagvlak van de nozzle te liggen. Het strooisel valt via het valkanaal op het stortklepje. Fotocellen detecteren de producten. Een sensor zoekt het middelpunt van de praline. Het stortklepje gaat open en het strooisel komt op de praline terecht. Naargelang de grootte van het draagvlak van de nozzle kan men de hoeveelheid bepalen.’ Indien gewenst wordt de strooimachine voorzien van twee displays. Zo is het mogelijk om aan beide zijden van de productielijn de gewenste instellingen in te voeren. De klant heeft de keuze tussen een vast toestel gemonteerd over de transportband, of een verrijdbaar model dat kan gebruikt worden bij verschillende productielijnen. ‘Het is ook mogelijk de strooier te kantelen. Door middel van de zwarte hendel kunnen we de strooier evenwijdig zetten met de transportband. Om het verloop van de transportbanden op te vangen is er een zijdelingse correctie voorzien van zo’n 15 mm naar links of 15 mm naar rechts. Dit gebeurt met een zijdelingse afstandsfotocel en wordt automatisch gecorrigeerd.’ ‘Voor het persluchtgedeelte van de Smart Granulate Depositor, alsook voor de sledes met stappenmotor hebben we een beroep gedaan op onze leverancier SMC Pneumatics. Zo hebben we samen gekeken welke onderdelen we voor mijn toepassing het beste konden gebruiken’, vertelt Frank Chevalier.
kent mijn bedrijf en onze noden. Ik kan hem altijd bellen en als het dringend is zal hij moeite doen om een oplossing te vinden. Over het ontwerp van veel SMC-producten is ook duidelijk dieper nagedacht. Ze hebben een enorme variëteit. Het valt mij op dat SMC Pneumatics hier een stap verder is dan hun concurrenten. Zo zijn er bijvoorbeeld cilinders van SMC die je langs alle zijden kan monteren. Ook in hun gamma van kleinere onderdelen, bijna miniaturen, zijn ze sterk.’ ‘Voorts is het voor mij belangrijk dat mijn contactpersoon een grondige technische uitleg kan geven over het functioneren van onderdelen. Die persoon kan zelf ook een beroep doen op SMC-deskundigen die mij bijvoorbeeld kunnen garanderen dat een bepaald onderdeel langdurig een hogere snelheid aankan.’ Zelf wil Frank Chevalier blijven meedenken met zijn klanten om hun productie te optimaliseren. ‘Ja, dat is het nadeel van een machinebouwer te zijn. Als je een machine ziet of je hebt iets zelf gebouwd, dan wil je dat blijven verbeteren. Een machinebouwer is nooit tevreden en in mijn sector zijn er nog voldoende uitdagingen’, besluit Frank Chevalier. www.mecaniek-chevalier.be www.smc.eu
Hij verwacht van zijn leveranciers dat ze ervaring en productkennis hebben en advies kunnen geven over het juiste materiaal dat bij de toepassingen van Mecaniek Chevalier kan worden gebruikt. ‘Een vlotte levertijd en een goede service na verkoop zijn ook belangrijke punten. Zo beschikt SMC over een uitgebreid gamma, zodat we zelf geen tijd verliezen met zoeken en één leverancier kunnen aanspreken. Je kan hen ook vragen om bepaalde producten op voorraad te nemen, zodat het nog sneller gaat.’ Een groot pluspunt volgens Frank Chevalier is dat hij bij SMC één vaste contactpersoon heeft. ‘Die persoon automation magazine juni 2016
27
U wilt eenvoudig kunnen positioneren. U wilt een oplossing die hoge prestaties levert. Wij leveren uw ready-to-install systeem.
Deze set heeft het positioneren vereenvoudigd zoals niets ooit tevoren. De elektrische cilinder EPCO, zijn controller CMMO-ST en toebehoren: veel goedkoper dan gebruikelijke elektrische systemen. Eenvoudig te bestellen met een enkele referentie, aansluiten‌ klaar!
www.festo.be/OMS
CONSORTIUM BORDENBOUW
SCHOLEN LEREN BORDENBOUW MET ‘IKEA’-SCHAKELKAST ABB, EPLAN, Festo, Phoenix Contact en Rittal verenigden zich in het Consortium Bordenbouw en organiseren op 5 oktober 2016 de tweede editie van de ‘Education Cabinet Users Day’ bij Rittal in Lokeren. ‘Er zijn al meer dan vijftig van onze stuurkasten – te bouwen volgens het IKEA-principe met een goede handleiding – aan scholen verkocht’, klinkt het bij de vijf bedrijven. Het Consortium Bordenbouw lanceerde in 2013 de eerste ‘Education Cabinet’, een moderne schakelkast waarmee scholieren en studenten op school ervaring kunnen opdoen in het bouwen van een concrete toepassing uit de bordenbouw. Het project is een succesverhaal en inmiddels zijn er al meer dan vijftig van dergelijke industriële stuurkasten aan scholen verkocht. Het Consortium bestaat uit ABB, EPLAN, Festo, Phoenix Contact en Rittal. ‘De bordenbouw is in België een boeiende en bloeiende sector die tot ver buiten de landsgrenzen een goede reputatie geniet’, vertelt initiatiefnemer Nico De Baerdemaeker, general manager bij EPLAN. ‘Een marktonderzoek uit 2013 stelt dat er heel wat groeipotentieel is, maar dat eindgebruikers vaak onvoldoende geïnformeerd zijn en dat er een groot tekort is aan geschoold personeel.’ Het Consortium betrok daarom scholen en de universiteit bij hun project en ontwikkelde een zelfbouwpakket met de naam ‘Education Cabinet’, waarin de nieuwste technologieën samen met alle aspecten van de bordenbouw aan bod komen. Zo levert ABB het schakelmateriaal, Phoenix Contact de sturing en automatiseringscomponenten, EPLAN maakt het elektrisch dossier op met EPLAN Electric P8 en Rittal zorgt voor de industriële behuizing en de logistiek. ‘Bij Rittal worden alle onderdelen verzameld. Wij bereiden ook de behuizing voor, maken de uitsparingen en verzorgen de uitlevering van alle componenten naar de klant’, legt Koen Wolfcarius, managing director van Rittal uit. ‘Het ontwerp en de bouw van de schakelkast gebeuren volgens alle geldende industriële normen en regels en de opdracht sluit aan bij het leerplan van de studenten’, vertelt Lee Nysten, hoofd van het interne sales-team bij ABB. Algemeen directeur Jo Verstraeten van Festo: ‘Wij leerden het Consortium kennen tijdens de Indumation beurs waar een stuurkast werd getoond en we zagen in de kast nog een plaatsje voor pneumatiek.’ Festo levert daarom een ventieleiland met Profinet. Naast de componenten en het digitaal ontwerpdossier (met elektrische en pneumatische schema’s), is er een handleiding met stappenplan en is bij aankoop van een Education Cabinet een tweedaagse basisopleiding voor meerdere docenten van de betrokken school inbegrepen. De projectpartners Anttec en Limtec – de automation magazine juni 2016
Op de foto vlnr: Karl Declercq (Phoenix Contact), Jo Verstraeten (Festo), Karin Jans (Input International), Nico De Baerdemaeker (EPLAN) en Lee Nysten (ABB).
opleidingscentra van de technologische industrie – staan in voor de opleiding van de docenten. Ook de medewerkers van bordenbouwers kunnen er hun kennis aanscherpen. Dit educatieve concept is in het najaar 2015 ook gelanceerd in Franstalig België, waar het Consortium Bordenbouw een beroep doet op twee erkende opleidingscentra: Technifutur (Seraing, vlakbij de Luikse universiteit) en TechnoCampus (site Mécatronique, Gosselies bij Charleroi). ‘De scholen bouwen hun eigen educatieve kast volgens het IKEA-principe met een goede handleiding. Er kunnen ook meerdere studenten samen aan die opbouw werken’, vertelt Nico De Baerdemaeker. ‘Op die manier blijven scholen up-to-date en dit voor een ongelofelijke scherpe prijs want de echte marktwaarde van de kast en alle onderdelen is zeker dubbel zo duur.’ In een tweede fase moet een werkgroep nu praktijkoefeningen ontwikkelen om de stuurkast te gebruiken. ‘Want eenmaal de keuken is gebouwd, kan er ook gekookt worden’, zegt Jo Verstraeten. ‘Ons initiatief is een continu proces. Die praktijkoefeningen moeten vanuit de scholen komen en wij zullen dat dan faciliteren. Zo kunnen we extra modules en upgrades voorzien, zoals bijvoorbeeld een touchscreen bedieningskit’, weet General Sales & Marketing Manager Karl Declercq van Phoenix Contact. ‘In april 2015 hebben we een eerste ‘users day’ georganiseerd, want na elke stap van ons traject hebben we graag feedback van scholen en bordenbouwers zodat we ons concept kunnen verfijnen en aanpassen aan de praktijk’, besluit communicatieverantwoordelijke Karin Jans. Het Consortium organiseert op 5 oktober in Lokeren voor alle deelnemers en geïnteresseerden opnieuw een users day. www.switchingonthefuture.be 29
Engineering GREAT Solutions
See more of our thinking and the advantages it delivers Call +32 (0) 2-333 44 11 or email belgium@imi-precision.com www.imi-precision.com
Condition Monitoring Met Parker kan uw olie u niets meer verbergen! Dankzij het “Total System Health Management”, biedt de Condition Monitoring van Parker u een ruime reeks van technische oplossingen aan om de kwaliteit van uw olie te bepalen: vervuiling, viscositeit, veroudering, watergehalte, zuurtegraad,…
Relevante markt:
aMobiel
aDefensie
aIndustrie
aMarine
aOlie & gas
Tel 067 280 900 www.parker.com/be Parker Hannifin BeLux bvba
agoria NBB-barometer voor de technologische industrie Elk van de vier individuele indicatoren heeft bijgedragen aan het herstel. Ze zijn namelijk allemaal gestegen, zij het beperkt. Dat geldt vooral voor de werkgelegenheidsvooruitzichten, die voor de tweede maand op rij zijn verbeterd. Hoewel deze indicator nog onder zijn piek van eind 2015-begin 2016 zit, haalt hij toch weer een hoog peil tegenover de voorbije jaren. De overige indicatoren daarentegen blijven in een positie die noch gunstig, noch ongunstig is.
Vertrouwen van ondernemingen technologische industrie consolideert De conjunctuurbarometer voor de technologische industrie heeft zijn herstel in april voortgezet. Hoewel de in januari en februari opgetekende terugval niet volledig werd uitgewist, heeft de brutocurve opnieuw een bevredigend niveau bereikt dat boven het langetermijngemiddelde uitsteekt. Dit bevestigt dat de correctie bij de start van het jaar toch wat te scherp was en dat het scenario van een gematigde groei van onze sectoren aan het begin van het jaar overeind blijft.
SAVE THE DATE: FORECAST EVENEMENT 2017
Werkgelegenheidsvooruitzichten voor de komende drie maanden (saldo van de ondernemingen die een toename of een afname van hun personeelsbestand verwachten) Op sectorniveau gaan de meeste barometers omhoog. • De curve van de non-ferro heeft een nieuwe piek in de afgelopen twaalf maanden bereikt en de curves van metaalproducten, transportmaterieel en IT-Solutions leunen nauw aan bij de goede waarden die eind 2015 werden genoteerd. • In de sectoren machinebouw en elektro is de verbetering echter ontoereikend om hun ongunstige positie achter zich te laten. Voor beide sectoren ziet de conjunctuur er somberder uit. • De overige barometers zijn dan weer gezakt in april: de sector kunststoffen en rubber heeft een dieptepunt in de afgelopen twaalf maanden bereikt en de industriële ICT-activiteiten blijven zwak presteren. • De daling van de barometer van de ICT-importeurs is geen reden tot bezorgdheid aangezien de curve zich nog in een gunstige zone bevindt.
Agoria organiseert op dinsdag 6 september 2016 vanaf 10u00 (Diamond Building Agoria Brussel) een infodag ‘FORECAST 2017 - Wat brengt 2017 op economisch vlak, voor ons land en internationaal ?’ Er zullen infosessies zijn over hoe kosten effect hebben op onze bedrijven en economie en hierbij gaan we dieper in op lonen, inflatie, grondstoffen, energieprijzen. Tevens worden ook experten uitgenodigd die meer uitleg geven over evolutie in verschillende markten zoals bouw, chemie, voeding, staal en de technologische industrie.
EXPLOSIEBEVEILIGING IECEX – ATEX IN DE PROCESINDUSTRIE Agoria organiseert op 27 september bij ALM in Antwerpen (vanaf 12u30) een seminarie over ‘Explosiebeveiliging IECEX – ATEX in de procesindustrie.’ De nieuwe ATEX-richtlijn 2014/34/EU van het Europees parlement betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, is de herschikking van de vroegere ATEX-richtlijn volgens het nieuwe Europese wetgevingskader. Ze is van toepassing vanaf 26 april 2016. Tijdens dit seminarie krijgt u meer uitleg over deze vernieuwde richtlijn en wordt er aan de hand van praktische voorbeelden de inzetbaarheid van deze richtlijn aangetoond.
Contact Alain Wayenberg, Business Group Leader Industrial Automation alain.wayenberg@agoria.be www.agoria.be automation magazine juni 2016
31
Ingenieur Martine Mattheys, Pilz
32
INTERVIEW WOORD Jean-Charles Verwaest | BEELD Automation Magazine
Ingenieur Martine Mattheys zoekt voor Pilz dagelijks naar beste en efficiëntste oplossing voor machineveiligheid
‘HET IS ERG DAT VROUWEN ONZE JOBS AFPAKKEN!’ ‘Veiligheid was vroeger voor veel CEO’s een noodzakelijk kwaad, maar we ervaren nu dat bedrijven van veiligheid een prioriteit maken’, vertelt ingenieur Martine Mattheys van Pilz. Haar fascinatie voor techniek dateert al van haar kinderjaren, toen ze de poppen links liet liggen om urenlang een transistorradio uit elkaar te halen. ‘Het terug in elkaar steken, lukte wel niet meer zo goed’, glimlacht ze. ‘The spirit of safety’, is de leidende gedachte van Pilz, een Duits familiebedrijf gespecialiseerd in veiligheidstechnieken voor automatisering. ‘Bij Pilz streven we in al onze projecten naar een viervoudige veiligheid: technische veiligheid, economische veiligheid – want spaarzaamheid staat voorop – persoonlijke veiligheid en ecologische veiligheid, en dit voor mens, machine en milieu’, vertelt ingenieur Martine Mattheys. Het hoofdkwartier van Pilz, opgericht in 1948 door Hermann Pilz, is gevestigd in Ostfildern (bij Stuttgart). De Duitse familiale onderneming wordt overigens geleid door een dame. Sinds 1994 staat Renate Pilz aan automation magazine juni 2016
het hoofd van het bedrijf en de volgende generatie – dochter Susanne Kunschert en zoon Thomas Pilz – staat klaar om de continuïteit te verzekeren. Bij Pilz werken momenteel zo’n 2.000 mensen en het bedrijf heeft 40 dochterondernemingen, vestigingen en handelspartners op alle continenten. Als veiligheidsexpert op het gebied van mens, machine en omgeving biedt Pilz wereldwijd safety-oplossingen voor alle industriële branches. Martine Mattheys werkt sinds oktober 2013 bij Pilz in Sint-Denijs-Westrem (Gent). ‘In grote lijnen zijn er hier twee activiteiten: wij verdelen de Pilz-veilige automatiseringsoplossingen – 33
zoals sensoren, besturingstechniek en aandrijftechniek – voor België en Luxemburg en wij doen consultancy en engineering voor veiligheidsprojecten en machineveiligheid. Daarnaast is Pilz een erkend opleidingsinstituut voor allerhande opleidingen rond CE conformiteit en normtechnische aspecten.’ Martine werkt als consultant en adviseert klanten over (machine)veiligheid op de werkvloer. ‘Ik maak veiligheidsanalyses. Het is altijd zoeken naar de beste, veiligste en meest efficiënte oplossing. Als je complexe en gevaarlijke machines gebruikt, heb je een veiligheidsconcept nodig waarin rekening wordt gehouden met de interactie tussen bedienings- en onderhoudspersoneel en machines. Vervolgens wordt de afdeling engineering ingeschakeld om het voorgestelde veiligheidsontwerp te implementeren en dan doet mijn team tot slot de validatie en controle, zo is de cirkel rond’, legt Martine Mattheys uit. Martine specialiseerde zich in risicobeoordelingen. ‘Als je industriële machines bedient of onderhoudt, sta je bloot aan risico’s. Om die gevaren te herkennen en met geschikte veiligheidsmaatregelen tegen te gaan, moet er bij de constructie van een machine, de uitbreiding of de samenvoeging van machines altijd een systematische risicobeoordeling worden uitgevoerd’, verduidelijkt ze. Pilz heeft ook eigen automatiseringstechnologie, maar dat staat los van de consultancy en opleiding. ‘Op basis van onze risicobeoordelingen stellen wij oplossingen voor, maar daarvoor hoeven niet noodzakelijk Pilz
34
producten worden gebruikt. Als producten van concurrenten meer geschikt zijn voor een specifieke situatie, dan zullen we zeker deze andere merken aanbevelen. Wij zijn daar compleet onafhankelijk in.’ Onder impuls van manager Renaat Vandelanotte groeit Pilz op het industrieterrein aan de Bijenstraat in Sint-Denijs-Westrem gestaag, want elk jaar zijn er vacatures. ‘We werken momenteel met 27 mensen en de sfeer in ons bedrijf is uitstekend. Hier zie je echt wat samenwerken als een team wil zeggen. Er is geen strikte hiërarchie, onze manager Renaat duidt zichzelf altijd aan als first servant’, vertelt Martine. Martine Mattheys studeerde in Leuven industrieel ingenieur – specialisatie elektronica en medische apparatuur – aan Groep T in een tijd dat vrouwelijke studenten er op één hand waren te tellen. ‘In een groep van 12o studenten waren er slechts twee meisjes. Een oudere docent die labopraktijk Elektriciteit gaf, zei dat wij geen spanning mochten zetten. Dat was verboden. We moesten maar naar de jongens kijken hoe die het deden’, herinnert ze zich. ‘Toch heb ik nooit echt het gevoel gehad dat ik als vrouw werd gediscrimineerd. Eén keer was er eens een incident op de werkvloer bij een klant, waar ik van een werknemer een emmer water over het hoofd kreeg. De oudere man vreesde voor ontslag en vond het erg ‘dat nu ook al vrouwen onze jobs komen afpakken.’ Maar als ik terugblik op mijn loopbaan dan heb ik altijd alle kansen gekregen.’
De ingenieursstudies waren voor Martine een bewuste keuze. ‘Mijn vader was elektricien en ik heb het altijd interessant gevonden hoe een elektrisch apparaat of machine werkt. Ook de medische sector fascineerde mij, maar arts was wat te hoog gegrepen.’ Het werd een combinatie van de twee: de technische controle van medische apparaten in een ziekenhuis. ‘Ik deed mijn stage bij Siemens en ging onder meer aan de slag in een ziekenhuis op de dienst Radiologie maar toen was er nog een regel dat vrouwen ‘s nachts niet mochten werken, uitgezonderd verpleegsters. Ik belandde op een binnendienst, maar dacht bij mezelf: hiervoor heb ik geen vier jaar gestudeerd.’ Martine koos resoluut voor de industrie en werkte onder meer bij Toledo (Mettler) en Actemium als programmeur en electrical engineer. ‘Wij deden toen projecten met Pilz, en zo heb ik het bedrijf leren kennen. Ik voel me hier echt helemaal op mijn plaats en kan mijn 25 jaar ervaring optimaal gebruiken’, zegt Martine. ‘Het leuke aan mijn job is de afwisseling. Er zijn zoveel verschillende bedrijven waar we projecten hebben en zo ontdek je altijd iets nieuws.’
‘Moest ik terug een jonge afgestudeerde ingenieur zijn, dan zou ik kiezen voor hetzelfde studietraject en dezelfde loopbaan.’ ‘Veiligheid was vroeger voor veel CEO’s een noodzakelijk kwaad, het was verplicht door de wet. Het kreeg minimale aandacht en men wilde vooral geen onnodig kosten maken. We ervaren nu dat bedrijven van veiligheid wél een prioriteit maken. De mentaliteit is helemaal veranderd. Het is cruciaal geworden dat mensen kunnen werken in een veilige omgeving.’ ‘Er is meer aandacht voor veiligheid door leidinggevenden want dan heb je ook gelukkigere en productievere werknemers. Als je gevaren vroegtijdig kan identificeren spaart dat tijd en geld uit bij de integratie van geschikte veiligheidsmaatregelen en daardoor wordt ook de levensduur van de machine uiteindelijk langer.’ Voor Martine is het belangrijk om elke dag iets te kunnen bijleren. ‘Dat is essentieel in onze job. Het is continu bijstuderen. Ik ben, net zoals vele van mijn collega’s bij Pilz, ook preventieadviseur. We hebben de kans gekregen om die cursussen te volgen. In feite heb je dat niet echt nodig, maar het is toch een verrijking en het geeft je de kans om bij een klant iets verder te kijken dan de veiligheidssituatie van een machine.’ Het lijkt alsof bij Pilz veiligheid in de kleinste details zit. Martine biedt een koffie aan en de koffiemok heeft twee oren. Veiliger dan één, zoals een babybeker automation magazine juni 2016
die ook twee handvatten heeft. ‘Ja, die mok is een relatiegeschenk en refereert naar een safetycomponent met tweehandenbediening’, lacht Martine. Ze wil nog lang voor Pilz blijven werken want er zijn voldoende interessante uitdagingen. De workload is hoog, maar ze haalt veel voldoening uit de projecten, vooral als ze bij klanten mag terugkomen en er een vertrouwensband ontstaat. Martine Mattheys heeft een grote (r)evolutie in de sector meegemaakt. ‘Van relais tot PLC, zo’n baanbrekende overgang zal er wel niet meer komen, denk ik. Nu gaat het allemaal sneller en wordt alles compacter en geconnecteerd. Dat is de evolutie met Industrie 4.0, maar een stap zoals van paard naar auto, nee, dat verwacht ik niet.’ ‘In het begin van mijn carrière moest ik de elektrische schema’s met inkt nog tekenen op kalkpapier. Als het dan warm was en je handen waren bezweet, dan plakte het papier en kreeg je vegen. Dan moest je helemaal opnieuw beginnen. Later heb ik de opstart van EPLAN en Autocad meegemaakt, allemaal interessante leerprocessen. Ik ben telkens echt vanaf het begin meegegroeid.’ ‘Ik ga graag ter plaatse om een bedrijf goed te leren kennen. Alleen maar de hele dag achter een bureau zitten, dat is echt niets voor mij. Ik hoop dat ik dit nog lang mag doen. Door ‘in the field’ actief te zijn, leer je het meeste bij en kan je die ervaring later gebruiken om voor klanten de beste oplossing(en) te vinden. Moest ik terug een jonge afgestudeerde ingenieur zijn, dan zou ik kiezen voor net hetzelfde studietraject en dezelfde loopbaan’, besluit een tevreden Martine Mattheys. www.pilz.be 35
Mijn bedrijf is heel bedreven in het recycleren. Wij laten onze gebruikte smeerolie ophalen door een geregistreerd inzamelaar.
Gebruikte smeerolie is een gevaarlijke afvalstof. Daarom gelden er strenge regels voor de opslag, het transport en de verwerking ervan. Alleen als de smeerolie van uw bedrijf wordt opgehaald volgens de procedure die OVAM, LB of OWD voorschrijft, kan ze op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt. Reken dus op een geregistreerd inzamelaar om uw olie op te halen. Dan bent u zeker dat bij u in het bedrijf alles gesmeerd loopt.
TIP: kleine hoeveelheden gebruikte smeerolie kunnen recht geven op een forfaitaire vergoeding. Ontdek alle details op www.valorlub.be
EERST SMEREN, DAN RECYCLEREN
valorlub.be
sew
SEW: VAN AANDRIJVINGEN NAAR INDUSTRIE 4.0 TOOLS Dit jaar bestaat SEW 85 jaar. Het bedrijf is vandaag een wereldnaam in aandrijftechniek. Dat heeft te maken met een visie op de industrie en haar evoluties. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Johann Soder, operationeel directeur en R&Dverantwoordelijke van SEW op Hannover Messe het forum betrad om zijn visie te geven op Industrie 4.0. Een richtlijn voor de toekomst van de Europese industrie, en ook voor een SEW-transformatie. Automation Magazine sprak hem over Industrie 4.0 en de gevolgen voor SEW. In 2011 lanceerde de Duitse Bondsregering haar toekomstproject Industrie 4.0: de industrie helpen bij het zich positioneren naar een hogere dimensie van efficiëntie zodat ze in de toekomst wereldwijd competitief zou kunnen blijven. De voorstellen die professoren en de industrie de wereld instuurden, leken vrij revolutionair. Denk aan de ideeën rond ‘the internet of things’: intelligente, autonome en mobiele machines die in vernette structuren onderling en met de mens zouden communiceren om beter en efficiënter te kunnen samenwerken. Pure science fiction?
Massaproductie van motoren in het verleden, zonder veel variatie.
Bekijken we echter wat Johann Soder op Hannover Messe onder de aandacht bracht, dan is een belangrijk deel van deze science fiction nu beschikbare realiteit geworden. Industrie 4.0 belijden betekent zich inschrijven in de trends naar stijgende digitalisering van de producten, de productiemachines, de services ... samen met een stijgende digitalisering van de interconnectie tussen de producten, de productwaardenketens (value chains) en het bedrijfsbeleid (business modellen). En toch kan het geen revolutie binnen de bedrijven betekenen. Dat is onrealistisch. Industrie 4.0 moet dus passen in de bestaande evoluties en gebruik maken van ervaring uit gekende basistechnologie en bedrijfsvoering. Denk aan CIM (computer integrated manufacturing) en Lean. Gelijktijdig moet de gekozen Industrie 4.0-weg voor nieuwe economische goals zorgen, moet ze leiden naar een betere differentiatie van de bedrijven in de ‘global competition.’ Van bewegingen aansturen naar productieflows genereren SEW heeft dat huiswerk rond Industrie 4.0 gemaakt. SEW is in het verleden reeds geëvolueerd van elektromechanisch bedrijf – motoren en motorreductorenbouwer – naar elektronicaelektromechanisch bedrijf (motorreductoren, elektronische motorsturingen, aansturingen). Met haar producten werden ‘bewegingen’ in de bedrijven gecreëerd: rollenbanen, transportbandsystemen, automation magazine juni 2016
De Industrie 4.0 cockpit helpt bij het beheersen van duizenden varianten op flexibele productielijnen.
machinewerking ... SEW heeft daarbij ook gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe technologieën binnen haar kennisgebied. Voorbeelden zijn de inductieve energieoverdracht, de snelle energiestockage en – energie(piek)beheersing met supercapaciteiten. De volgende – in de ogen van de SEW-directie logische – stap die past bij het Industrie 4.0 model is overstappen van ‘leverancier van componenten voor het aandrijven van beweging’ naar ‘leverancier van intelligente, mobiele bewegingen in one-product-serie assemblage.’ Hiervoor heeft SEW nieuwe strategische basiscomponenten ontwikkeld. Hierbij horen de reeds vernoemde contactloze energietransmissie en de hybride energieopslag, maar ook technologie voor functional safety in motion en ... veel software. En dat resulteerde in een ‘mobile assistant system.’ Deze moet de logistiek binnen ‘one-product-serie’-assemblage drastisch upgraden. 37
Geef uw assemblagemensen een mobiele assistent Vandaag willen bedrijven – maar ook particulieren – geen serieproduct meer kopen. Ze willen een versie die gepersonaliseerd is in mogelijkheden, in opties ... Dat vergt een flexibele assemblage waarbij telkens kan omgeschakeld worden om de klant-specifieke versie te produceren. SEW maakt motorreductoren, maar de klant kan via een ‘configurator’ kiezen uit 20.000.000 verschillende versies. Het gevolg hiervan is dat in een assemblagecel vele basiscomponenten in vele versies moeten aanwezig zijn. Of dat deze – zoals in sommige versies van Kanban – per product moeten aangevoerd worden. Dat laatste is mogelijk voor grotere producten, het aanwezig zijn van alle onderdelen voor een groot gamma productversies is idealer voor kleinere producten. Maar hoe die variatie beheersen? Dat is de taak van CIM, computer integrated manufacturing. Alleen betekent veel varianten ook een uitgebreide assemblagecel. Dikwijls wordt dit assemblageprobleem opgelost met een aantal achter elkaar geplaatste werkposten. Het product moet dan systematisch van de ene naar de andere werkpost. Maar in een star systeem moet men de volgorde van de werkposten respecteren. Maar misschien heeft men voor een variante stukken van de eerste, de derde, terug van de tweede en dan de vierde werkpost nodig. Veel loopwerk, zeker als het product star in het midden moet opgesteld blijven. En zeker als men dan nog wat gereedschappen nodig heeft is het sleuren met componenten, sleuren met gereedschappen of met het assemblageplatform waarop het product in opbouw staat. Dit past zeker niet meer in een ‘lean thinking’-concept. SEW’s concept van ‘mobile assistant system’ brengt het lean-gebeuren terug in dit type assemblage met behulp van autonoom rijdende assistent platformen. Deze ondersteunen de assemblagemedewerkers bij hun taak en maken deze meer ergonomisch en veel efficiënter. Ze helpen varianten te produceren alsof het een serieproduct is. De basisversie van deze ‘mobile assistant’ is een 38
ergonomisch assemblageplatform: rijdend, in hoogte verstelbaar platform, mogelijks kipsystemen... en ook uitgerust met een scherm dat de operator de nodige informatie geeft over te produceren type, volgorde van assemblage, te kiezen onderdelen... De assembleur samen met zijn ‘volgend’ mobile assistant laveren in de werkpost langs de componentopslag, waarbij de persoon via zijn instructiescherm, via technieken zoals picking-to-light geholpen wordt om systematisch de juiste componenten te nemen en de producten op het platform op te bouwen volgens de opgegeven specificaties. Met op het einde van de assemblagecel een geproduceerd ‘custom-made product’. Naast deze basisversie kunnen er ook andere ‘mobile assistants’ ingeschakeld worden: een mobiele robot die helpt bij de manipulatie, een mobiel hulpgereedschap... En omdat de energie komt uit de inductie en – indien de inductiedraad moet verlaten worden of men meer energie nodig heeft voor een handeling dan de inductie kan leveren – uit ingebouwde (zeer kleine en lichte) supercaps kan men de platformen door elkaar laten bewegen, wanneer men wil (als de operator op zijn post klaar is, dus geen vaste tact-tijden voor de ganse keten), kan de dichtsbijstaande en de voor die variant best geschikte ‘assistant’ ingeschakeld worden. Nieuwe technologie door nieuwe denkwijze Even toch terug komen op de ‘automated vehicles.’ Het zijn geen AGV (automated guided vehicle), maar ‘mobile assistants.’ Dat vergde een aangepaste mechanica: een compact platform (dus zonder zware loodbatterijen), gevoed via inductie en voor autonome bewegingen door supercaps. Bewegingen gebeuren met compacte motorreductoren, stijgbewegingen met spindeltechnologie ... Safety moest gegarandeerd worden met ‘functional safety on board’, object identificatie (RFID voor het tracking & tracing van de producten in productie), movi-controller en navigatiesystemen ... Maar naast deze hardware (die aan integratoren kan verkocht worden als ‘autonome producten’), vergde het mobile assistant system ook vele nieuwe softwarecomponenten. Omdat dit allemaal ‘strategische business’ is voor SEW werd dit alles in huis ontwikkeld. De R&D-afdeling van reeds 500 mensen werd hiervoor uitgebreid met een groot team softwareontwikkelaars. Deze ontwikkelden de nodige controllers met tracking & navigation voor de mobile assistant systems, een Logistics Coördinator (waarbij de supervisor in real time zowel de mobiele platformen als het assemblagewerk in efficiëntie kan opvolgen). Daarnaast nog een pak digitale ondersteunende componenten zoals beheersen simulatiesoftware voor het design van de ‘mobile assistant systemen’ als ‘intelligente, vrije logistieke helpers op de werkvloer’ bij klanten. Business not as usual Gevolg is dat SEW nu klaar is om zich in de markt te positioneren als ‘solution provider for logistics 4.0.’ Dus haar portfolio is omgebouwd om te passen binnen
sew de nieuwe Industrie 4.0-eisen van haar klanten én het SEW business model moet zich aanpassen om haar klanten te helpen deze systemen binnen hun productie en daarbuiten (aan- en afvoer van grondstoffen, bouw van producten, testen, verpakken, afvoer van afgewerkte producten, opslag...) op te bouwen.
The proof of the pudding is in the eating Een mooi theoretisch model. Maar welke eisen stelt reëel de ‘one-product’-serie assemblage? Hoe betrouwbaar is het systeem, de software? R&D heeft zijn best gedaan, maar Johann Soder is ook verantwoordelijk voor productie en had dus zijn testcentrum direct bij de hand. Het gehele systeem werd opgebouwd in de motorreductorenfabriek van Graben-Neudorf, een CIMMaar – in tegenstelling tot de business in het verleden fabriek die echter veel meer flexibiliteit moest krijgen. – gaat het vandaag een stuk verder dan ‘producten in De aanvoer van componenten volgens het kanbande markt duwen.’ Er blijven gelijkaardige stappen te systeem gebeurt nog steeds via de klassieke AGV’s (al doen, zoals klanten adviseren wat de beste oplossing zijn er ideeën om deze te vervangen door gepaste ‘logistic is. Vroeger ging het om de klant te helpen om de meest assistants’), maar de interne logistiek en assemblageefficiënte ‘lokale’ beweging in machines en systemen ondersteuning gebeurt met een ‘mobile assistant system.’ te creëren. Vandaag is dat uitgebreid en is het doel om In de assemblagecellen treft men een scherm met de lijst optimale goederen- en productieflows in het bedrijf te van opdrachten, met door de operatoren ‘vrij’ oproepbare realiseren. Business blijft natuurlijk om op basis van wagentjes die via RFID worden gekoppeld aan het order, deze klantondersteuning de juiste componenten (in de met picking-to-light die wordt aangestuurd vanuit het toekomst systemen) te leveren, de klanten te helpen wagentje, met een instructiepapier of voor de nieuwste bij het integreren van de tools in de oplossing. En zoals met een tablet-PC voor de operatoraansturing ... vroeger: verzorgen van de maintenance, maar nu via En – zeer belangrijk, vermits operatoren geen vaste digitale technieken van predictieve troubleshooting. tijden krijgen opgelegd voor hun assemblagestappen – met een supervisor cockpit die de bewaking doet van Deze ‘uitbreiding in business’ – en zoals u ziet een assemblagevooruitgang per assemblagecel in real time. evolutie van ‘componenten voor beweging (van toestellen)’ naar ‘systemen voor beweging (van goederen)’ Hij kan beslissen meer mensen per cel in te zetten, of eerder minder in functie van de werkbelasting en – vergt natuurlijk een gepaste aanpassing van het business model. SEW denkt hierbij aan ‘samen evolueren complexiteit van de varianten, de totale orderlijst. In de assemblagecellen mogen de operatoren zelf kiezen met de klant’: dus geen ‘verkopen’ (hit and run), maar of zij de totale assemblage per product uitvoeren of elk ‘leasing’, niet de klassieke (spreiding van betaling), maar een deel doen en de mobile assistant van dat product een ‘evolutieve leasing’, waarbij de klant permanent aan elkaar doorgeven. Door het ‘vrije’ parcours van de systemen krijgt die op dat ogenblik aan zijn logistieke assemblageplatformen is dat goed te doen. transportnoden binnen zijn bedrijf voldoet. Dus leveren, terug nemen, aanpassen ... passen in dit nieuw www.sew-eurodrive.be businessmodel.
Automatische mobiele helpers in tal van varianten: een transportplatform, een assemblageplatform, mobiele robothulp bij assemblage, een compact rijdend magazijn …
automation magazine juni 2016
39
Collaboratieve robotarmen die bijna alles kunnen automatiseren
> Gemakkelijke programmering > Snelle set-up > Flexibel inzetbaar > Collaboratief en Veilig > Snelste terugverdientijd in de industrie
Onze collaboratieve robotarmen worden elke dag gebruikt in honderden toepassingen. De robotarmen van Universal Robots maken automatisering mogelijk voor grote en kleine bedrijven wereldwijd. Zij het in de automotive, lucht- en ruimtevaart, pick & place of in de machine-industrie. Wanneer u denkt aan automatisering van uw productie, laat u dan inspireren en bekijk de diverse mogelijkheden en toepassingen op: www.universal-robots.com/cases.
Leer en ontdek wat robotarmen voor u kunnen betekenen op: universal-robots.com/nl/ Voor meer informatie neem contact op met onze Benelux partner Gibas Automation: www.gibas.nl
producten
SMC SERIËLE INTERFACE MET 2 POORTEN VOOR ETHERNET/IP™
SMC heeft zijn seriële interface EX600 uitgebreid met twee poorten die compatibel zijn met EtherNet/IP™. Dit biedt extra voordelen voor complexe controlesystemen. Naast het standaard stertype zijn andere aansluitingen mogelijk, zoals een lineaire of DLR-opstelling. Zo is geen switching-hub meer nodig en kan de klant met minder kabels toe. DLR verbetert de algemene veiligheid door het risico op communicatieverlies te elimineren, zelfs wanneer deze wordt losgekoppeld. De nieuwste uitbreiding van de EX600-serie is vooral nuttig in productieomgevingen waar robottechnologie wordt toegepast, waarbij de robots verschillende tools tegelijk bedienen. Communicatiesnelheid is daarbij van groot belang. SMC introduceerde daarom de nieuwe QuickConnect™-functie, waardoor machines snel kunnen opstarten en verbinding kunnen maken met het EtherNet/IP™-netwerk. Via de ingebouwde webserver is het systeem op afstand te bedienen met een browser, waardoor opstart en onderhoud efficiënter verlopen. Door gebruik van standaardbrowsers kunnen operators gemakkelijk de status, programma-instellingen en geforceerde uitvoer controleren. www.smc.eu
PARKER CONDITION MONITORING
De Parker Filtratie afdeling stelt een up-to-date olieconditioneringspakket voor. Dit pakket laat toe de productiviteit en de rentabiliteit van mobiele en industriële materialen te verbeteren. Dit all-in-one oliemanagementsysteem focust op 3 belangrijke gebieden: diagnostiek, therapeutisch en preventief. Vandaag zien we nog steeds dat meer dan 80 procent van de storingen bij hydraulische- en smeringsystemen toe te schrijven zijn aan vervuiling. Parker Condition Monitoring biedt een uitgebreide reeks van technische oplossingen die het toelaten om in een vroeg stadium het verouderen van olie, lekkage van dichtingen, watergehalte in olie of het reinheidsniveau te bepalen. Een reeks tools dat verder is uitgebreid in 2012 dankzij de overname van Kittiwake. Voor OEM en eindgebruikers is deze methode een grote stap voorwaarts om de toestand van het hydraulisch systeem te analyseren en van hieruit verder te anticiperen. www.parker.com/be
TECHNOLOGY TRUCK BEZOEKT TECHNISCHE SCHOLEN IN VLAAMS-BRABANT Vier jaar lang doet een speciale ‘Technology Truck’ in Vlaams-Brabant en Brussel de technische scholen aan om de leerlingen kennis te laten maken met de nieuwste technologieën. De truck werd op 26 mei voorgesteld bij de VDAB in Heverlee. De technologie-truck zal tijdens de schooljaren 2016-2020 in totaal 23 technische scholen in VlaamsBrabant en 2 scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bezoeken om de leerlingen te onderwijzen in de recentste Industrie 4.0-technologieën. De bedrijven SMC Pneumatics, Siemens, FANUC en SICK investeren samen zo’n 1 miljoen euro in het project dat ook wordt ondersteund door het Regionaal Technisch Centrum (RTC) Vlaams-Brabant en het Regionaal Tewerkstellingsfonds voor arbeiders van de Metaalverwerkende nijverheid (RTM) Vlaams-Brabant. In totaal zullen er 480 dagen opleiding worden gegeven. In de truck staat een volledige productielijn opgesteld waarbij alle technologieën aan bod komen: RFID, robotica, I/O-link, elektrische assen, HMI, Profinet, safety, energy saving, sensortechnologie, vision control, frequentieregelaars, hydraulica en pneumatica.
automation magazine juni 2016
Op de foto vlnr: Jan Van Hoof (SICK), Paul Ribus (FANUC), Urbain Lavigne (voorzitter RTC), Hugues Maes (SMC), Karin Wauters (RTC), Kris Jans (FANUC), Francis Gheldof (Siemens), Katrien Valkiers (Siemens). 41
Horizontale integratie
Verticale integratie
99% Installatiebeschikbaarheid lla lati ti
Levenscyclusintegratie
30% Engineeringtijd
15% Onderhoudskosten
Integrated Drive Systems
Verander van perspectief – en ontdek meer mogelijkheden. Drievoudige integratie voor hogere efficiëntie, betrouwbaarheid en productiviteit Een totaaloplossing voor al uw aandrijvingen, die zorgt voor een hogere productiviteit, efficiëntie en betrouwbaarheid? ‘Siemens Integrated Drive Systems’ unieke drievoudige integratie zorgt ervoor dat alle componenten optimaal op elkaar afgestemd zijn, in om het even welke aandrijftrein of automatiseringsomgeving, en garandeert topprestaties gedurende de hele levenscyclus.
Zo beschikt u met basiscomponenten en middelen in een mum van tijd over een innovatief en performant aandrijfsysteem. En dat alles via één gespecialiseerd aanspreekpunt. Uw voordeel? Lagere energiekosten, snellere time-to-market en hogere rendabiliteit.
siemens.be/ids IDS_ad 130x185.indd 1
7/01/15 13:35
producten
PERFECT VOOR DE (PETRO) CHEMISCHE INDUSTRIE
De ventielen van de Festo reeks VOFC/VOFD zijn 3/2 en 5/2 ventielen ontworpen voor gebruik in de (petro)chemische industrie. Ze beschikken over ATEX-goedkeuring (zone 1 en 21) en TÜV-homologatie tot niveau SIL4 (volgens IEC 61508). Ze zijn geschikt voor gebruik in veiligheidsgeoriënteerde installaties, zeer corrosiebestendig en functioneren tussen -40°C en 60°C. Elk ventiel werkt met interne of externe stuurlucht naar keuze, en spoelen met 6 verschillende vermogens zijn beschikbaar afhankelijk van uw toepassing. Eenvoudig aan te sluiten met G- of NPT-draad of dankzij de Namur-interface direct op de control valve te plaatsen. www.festo.be
WAGO RELAISMODULE VOOR FUNCTIONELE VEILIGHEID
De nieuwe Safety relaismodule (750-669/000003) van WAGO is uitgerust met vier veilige relaisuitgangen in combinatie met failsafe digitale ingangen voor de meest uiteenlopende toepassingen. Dankzij de vier potentiaalvrije uitgangskanalen is de nieuwe Safety relaismodule van het WAGOI/O-SYSTEM 750 in staat om hoge capacitieve en inductieve lasten tot 48V AC en 60V DC te schakelen. Bovendien is de nieuwe module uitgerust met vier veilige terugmeldingangen die bijvoorbeeld voor de bewaking van de terugmelding van de relaiscontacten kunnen worden gebruikt. De relaismodule ondersteunt een PROFIsafeconforme iPar-server die bijvoorbeeld bij de vervanging van een apparaat de juiste parameters automatisch en veilig aan de nieuwe busklem overdraagt. De andere eigenschappen, bijvoorbeeld de uitgangsstroom van 6A per kanaal, de bestendigheid tegen impulsstromen tot 30A en de totale stroom van 24A, bieden een praktijkgerichte meerwaarde. De relaismodule kan op basis van het bestand met de apparaatbeschrijving eenvoudig via de master PLC geconfigureerd worden. Alle ingangen kunnen comfortabel met WAGO-I/O-CHECK geparametreerd en gedocumenteerd worden. Naast de evaluatie van storingen zoals kortsluiting, externe spanning of een discrepantie biedt de relaismodule verschillende filtertijden en bedrijfsmodi. Een ander voordeel is de toegang tot deze parameters via het ondersteunde ‘Tool Calling Interface’ (TCI), een hiervoor geschikte engineering software. Met uitgangen voor gelijk- en wisselstroom schakelt de nieuwe I/O-module veilig en potentiaalvrij hoge lasten zoals vermogensrelais en ventielen tot 48V AC en 60V DC. www.wago.be automation magazine juni 2016
EXTRA TEMPERATUURBEREIK ASCO MAGNEETVENTIELEN
Emerson breidt het temperatuurbereik uit van Asco magneetventielen voor een gebruik onder extreme omstandigheden. De bestaande serie ASCO 327 direct werkende 3/2 magneetventielen is nu geschikt voor gebruik bij temperaturen tot -60°C, waardoor de toepassingsmogelijkheden voor klanten in de procesindustrie aanzienlijk zijn uitgebreid. Voorheen alleen geschikt voor gebruik tot -50°C, biedt deze uitbreiding van het temperatuurbereik een betrouwbare oplossing onder de arctische en polaire omstandigheden, waaronder olie- en gasexploratie steeds vaker plaatsvindt. Deze ATEX gecertificeerde magneetklep is reeds een populaire oplossing in de procesindustrie, dankzij de bewezen hoge prestaties en robuuste constructie. Het beschikt eveneens CUTR en IECEx certificeringen. Deze extra functionaliteit is te danken aan de toevoeging van een fluorosilicone (FVMQ ) afdichting die uitzonderlijke temperatuurbestendigheid biedt. In combinatie met een hogere veerkracht en een energieverbruik van 5,6/5,7 Watt AC/DC, zorgt dit voor uitstekende afdichtende eigenschappen en een lange levensduur. Klanten kunnen profiteren van dezelfde hoge prestaties, lange levensduur en veiligheidscertificeringen die de 327-serie altijd biedt, nu zelfs onder arctische/polaire omstandigheden. Het totale temperatuurbereik van de 327-serie loopt nu van -60 tot +90°C. De nieuwe functionaliteit is beschikbaar op een brede reeks 327 ventielen. www.asconumatics.eu/327
43
www.smcpneumatics.be
SMC levert seriële interface met twee poorten voor EtherNet/IP TM veldbussysteem } Extra voordelen voor complexe controlesystemen
} Op 3 manieren aan te sluiten } Veiliger } Minder apparatuur en bedrading nodig } De QuickConnect TM –functie zorgt
voor een snelle opstart en een snelle verbinding met het netwerk
Meer informatie over het EX600 veldbussysteem met EtherNet/IP TM en seriële interface met twee poorten vindt u op de pagina met nieuwe producten van SMC: www.smc.eu
Worldwide leading experts in pneumatics
SYSTEM INTEGRATION LIFE SCIENCES
Hydraulics System integration Power units Repairs/Overhaul Maintenance contracts Oil management Accumulators Pneumatics
MOBILE OFF ROAD
OIL & GAS
CHEMICALS & PETROCHEMICALS FILTRATION
TRANSPORTATION
Boterhamvaartweg 2 2030 Antwerpen service.hydro@hydro.be T. +32 3 546 40 80 www.hydro.be
Ontdek ons breed gamma producten en systeemoplossingen: 9 technologiëen vanuit één leverancier!
www.parker.com/be
The added value to Hydraulics/Pneumatics INDUSTRIAL
MARITIME RENEWABLE ENERGY
PARKERSTORE DISTRIBUTION
techtelex
FESTO heeft de overname afgerond van de chemische en petrochemische divisie (Process Automation) van de Zwitserse firma Eugen Seitz AG. Festo heeft met de overname niet geraakt aan de Seitz-producten, noch aan de competenties van de medewerkers. Wel zijn de machines verplaatst naar Festo’s productiecentra in Duitsland. Festo kan voortaan klanten lokaal helpen met het gehele gamma van Seitz. Men moet niet langer aankopen via Festo CVT in Duitsland, noch via distributiekanalen die Seitz in hun gamma hebben. Klanten kunnen bij Festo hun offertes aanvragen en bestellingen plaatsen, zelfs met de oude Seitz-referenties. Voor meer informatie, contacteer Marc Rotsaert via mro@festo. be. (www.festo.be) APEX DYNAMICS breidt uit. Door de sterke groei van Apex Dynamics, leverancier van hoog-precieze vertragingen, was een uitbreiding met 25 procent van het magazijn aan de Churchilllaan 101 in het Nederlandse Helmond noodzakelijk. Daarvoor werd een nieuwe locatie verbouwd en ingericht met nieuwe stellingen. Apex Dynamics staat bekend om korte levertijden. De 500 voorraadposities kunnen vaak nog dezelfde dag naar klanten worden verzonden. (www.apexdyna.be) CET MOTOREN (ERIKS) in Moorsele start met de assemblage van Fenner reductoren. Klanten kunnen kiezen uit IE2 en IE3 die volledig aan ATEX voldoen. Er zijn ook speciale coatings beschikbaar voor de productie van voedingsmiddelen, voor de waterindustrie en vele andere markten. De Fenner motorreductoren zijn compatibel met de meeste Duitse merken. Alle reductoren zijn ‘dry fit’, waarbij de gebruiker de elektrische motor kan loskoppelen zonder olie te morsen. (www.cetmotoren.be) FIMOP + BELGITRANS (inmiddels Indumotion) nodigden alle leden uit voor een ontbijtvergadering in het Holiday Inn Brussels Airport Hotel in Diegem met presentaties over het gebruik van social media, de effecten van de tax shift en de conjunctuurverwachting in 2016. Patrick Slaets van Agoria, Veerle Michiels (SD Worx) en Veerle Van Aken (Social Media Optimization) werden telkens door FIMOPvoorzitter Jo Verstraeten (op de foto rechts) ingeleid. Veerle Michiels van hr-dienstverlener SD Worx legde uit dat de tax shift het aanwerven van een eerste personeelslid aanzienlijk goedkoper maakt. Ook bedrijven met nacht- en ploegenarbeid die hoogtechnologische producten produceren, kunnen door de nieuwe BV-vrijstelling van de nacht- en ploegenarbeid zeker hun voordeel doen. EUCHNER wordt in de Benelux versterkt door twee ervaren medewerkers: Bernard Seeuws in West-België en Frans Moors in Oost-België & Luxemburg. Machineveiligheid en daarmee verbonden engineering is de core-business van Euchner. (www.euchner. be) ABC INDUSTRIAL PARTS uit Kruishoutem heeft voor de eigen repair engineers een gloednieuw elektronisch labo gebouwd. Het bedrijf investeerde in mensen en middelen en heeft voortaan een nieuw elektronisch labo om alle klanten een optimale service te geven. (www.abcparts.be) BRUBOTICS (Brussels Human Robotic Research Center) groepeert aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) voortaan alle wetenschappers die actief zijn met thema’s verbonden aan robotisering. Acht research-groepen met in totaal zeventig wetenschappers van de VUB werken voortaan onder de vlag van BruBotics interdisciplinair samen om zo de knowhow te verhogen op het gebied van onderzoek rond robottechnologie. Centraal staat de visie dat door het gebruik van robots de dagelijkse levenskwaliteit van de mens kan worden verbeterd. Vicepremier en minister van Digitale Agenda Alexander De Croo (Open Vld) was bij de lancering aanwezig en zei dat connectiviteit, big data en artificiële intelligentie niet mogen worden ervaren als een bedreiging. ‘Technologie heeft jobs altijd al vergemakkelijkt. De mens zal altijd een toegevoegde waarde hebben, zeker op het vlak van abstract denken, creativiteit en emoties’, zei de minister. (www.brubotics.eu)
automation magazine juni 2016
45
opinie door Ir. ALFONS CALDERS
Aandrijftechniek, een pretpark van technologie Aandrijftechniek in pretparken is het thema van dit Automation-nummer. Pretparken zijn speeltuinen voor techniekers: achtbanen, rollercoasters, draaimolens, ... allemaal toepassingen waar bewegende mechanica, aandrijftechniek, de kern is. Tot hiertoe was dé uitdaging om de attracties steeds groter en sneller te maken. Groter en sneller wordt echter saai, dus moet men nu ‘out-of-the-box’ denken om tot succesvolle ‘sensaties’ te komen. Een voorbeeld hiervan is zeker de Mount Mara van Bobbejaanland waar virtual reality wordt toegepast om een rollercoaster niet enkel een snelheidssensatie mee te geven, maar er een beleving (een tocht door een levensechte – virtuele – vlammenzee) van te maken. Het combineren van technologie uit games met deze uit de pretparken lijkt bijna evident. Maar we moeten durven erkennen dat ‘na de feiten’ een geslaagde multidisciplinaire vinding meestal zo overkomt. Op voorhand is dat niet zo. Als illustratie, een opiniestuk van Joe Kaeser verleden maand in het Duitse Handelsblatt waarin de CEO van Siemens een pijnlijk gebeuren van eind de jaren tachtig aanhaalt: Siemens zette toen drie jonge Amerikanen – de grondleggers van Cisco – aan de deur omdat zij hun tijd verdeden met een waanidee: ‘telefonie over het internet.’ Hoe kon Siemens nu zo’n opportuniteit missen? Kaeser noemt het bedrijfsarrogantie. Misschien was het gewoon ‘een niet geziene link.’ Waarom beide voorbeelden? Om te pleiten om op te houden met te roepen: ‘we moeten innovatief denken.’ Dit is NIET de juiste slogan. ‘Out-of-the-box’-denken is één punt: het beginpunt. Ideeën moeten ook een commercieel verhaal worden. Bobbejaanland trekt meer bezoekers met de voor België originele ‘virtuele sensatie.’ Hier nog geen oproep ‘we hebben téveel bezoekers’, zoals Pairi Daiza begin mei de wereld instuurde. Wél ‘innovatie die helpt groeien.’ Ook binnen de groep. Want er wordt een nieuwe trend neergezet: een via technologiecombinatie vernieuwde
46
succesvolle attractie bouwen, veel goedkoper dan een nieuwe (waarvoor trouwens geen budget was). In het Siemens voorbeeld is de les niet ‘bekijk beter innovatieve ideeën’, maar wél: ‘commercialiseer maximaal wat je hebt.’ Er zullen al meerdere Duitse ideeën afgestopt zijn. En wees gerust: de Ciscovinding is niet zonder slag of stoot uitgegroeid tot een multinational! Maar een Amerikaan denkt: ‘als uw verbeteringsidee in uw werkomgeving niet wordt aanvaard en u vindt het goed, start dan uw eigen business. En wees niet tevreden voor het een multinational is.’
‘Als uw verbeteringsidee in uw werkomgeving niet wordt aanvaard, start dan uw eigen business.’
Dat zijn dus de lessen uit beide voorbeelden. Niet echt een boodschap die zal aanslaan in Vlaanderen, noch in België. Wij zijn eerder berustende types. Onze koolmijnen, autobedrijven ... sluiten en we gaan naar de werklozensteun. We worden in ons bedrijf afgestopt en ... zoeken een nieuwe, wat rustigere job. Onze sociale zekerheid speelt daarin een belangrijke rol. Toch iets van wereldformaat dat we op poten hebben gezet! Alleen zou de overheid deze sociale zekerheid niet enkel moeten gebruiken om mensen uit bittere armoede te houden. Ze moet worden omgevormd om ons te ondersteunen ondernemend te worden. Naast helpen – lees: subsidiëren – om ideeën te creëren, ook helpen om de kosten en risico’s van het commercialiseren te dragen. Een alternatief op Amerika, waar de belastingen de winst niet afromen, maar de overheid de ook zwaksten niet helpt.
www.fimop.be www.automation-magazine.be
www.belgitrans.be www.automation-magazine.be
ATB Automation Mechanics Motion Control
pr tec Partner in automation
VANSICHEN
LI N E A I R T E C HN I E K