Automation Magazine nr 206 (NL)

Page 1

driemaandelijks tijdschrift over industriële automatisering en aandrijftechniek

JANUARI 2017 NR 206

INDUmation be The Belgian Factory » Process » Infrastructure automation show

REGIST

Kortrijk Xpo

8-10/2

2017

REER

Driemaandelijks tijdschrift van FIMOP & Belgitrans - 46e jaargang December 2016 - januari/februari 2017, Afgiftekantoor Turnhout - P309959

NU

Registreer grootsteautomatiseringsbeurs, automatiseringsbeurs en en allealle gratis events registreer hier hier voorvoor de de grootste gratis events (nocturne, big innovation debate, indumation4.0. seminars) op


® TOPJOB S

STUUR EEN DUIDELIJK SIGNAAL TOPJOB® S sensor/actor rijgklemmen met hoogwaardige Push-In CAGE CLAMP® technologie Slechts 3,5 mm per signaal Uitgebreid multifunctioneel brugsysteem Het snelste markeersysteem Overzichtelijke aansluiting

www.wago.com/sensor-terminals www.wago.be

info-be@wago.com


EDITO DOOR HUGUES MAES VOORZITTER INDUMOTION

Inspireren en leren door INDUMATION ‘INDUMATION is een zuurstofkuur voor alle professionals in de sector.’

Automation Magazine wenst u vooreerst een gezond en economisch welvarend 2017! Voor onze economische sector wensen we in 2017 veel innovatief leiderschap en open handelsgrenzen. We evolueren naar een supergeconnecteerde digitale wereld, maar tegelijkertijd zien we op politiek gebied dat landen en regio’s zich terugplooien. De Brexit en CETAdiscussie zijn hier voorbeelden van. De voorpagina van deze Automation Magazine is volledig ingepalmd door een opvallende call-to-action om u te overtuigen INDUMATION 2017 te bezoeken. Een bewuste cover-keuze, want deze tweejaarlijkse Belgische hoogmis van techniek en automatisering zal u inspireren. Als mediapartner van deze beurs wil Automation Magazine u duidelijk maken dat INDUMATION 2017 een zuurstofkuur is voor alle professionals in de sector. INDUMATION 2017 is dé innovatiebeurs voor alle facetten van de waardeketen in de manufacturing & process industry. Als uw infrastructuur, uw productie of specifieke bedrijfsprocessen ergens moeten worden geoptimaliseerd, dan moet je op deze beurs zijn om alle mogelijkheden te ontdekken. Smart & Industrie 4.0, Big Data, Digital Transformation, IoT, Cyber Physical Systems … het zijn allemaal puzzelstukken waarvan je op INDUMATION 2017 het totaalbeeld ziet. Albert Einstein had gelijk met zijn uitspraak: ‘Ik denk nooit aan de toekomst, die komt al snel genoeg.’ Op deze beurs ervaart u hoe snel de digitalisering onze industrie aan het veranderen is. Tijdens INDUMATION 2017 presenteren binnen- en buitenlandse experten interessante cases en technologie die Belgische

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

ondernemingen op weg kunnen zetten naar meer efficiëntie en dus vaak ook cost cutting. Cost cutting in al zijn facetten is het centrale dossier in dit nummer van Automation Magazine. Voortdurend moet men in een bedrijf waakzaam zijn om machines op de meest efficiënte manier te ontwerpen en te gebruiken. Ingenieurs en technici mogen de focus op kostenbesparende inspanningen niet verliezen! Graag wil ik hier ook FIMOP-voorzitter Jo Verstraeten en Belgitrans-voorzitter Geert Heyvaert danken als architecten van de succesvolle samensmelting tot InduMotion. Als bestuurders van deze nieuwe fusievereniging – in totaal telt de raad van bestuur van InduMotion acht leden – zullen ze de volgende twee jaar hun ervaring blijvend ten dienste stellen voor de uitbouw van InduMotion. Automation Day III in het Red Star Line Museum en de jaarvergadering in Antwerp Airport waren in 2016 geslaagde activiteiten. Naast de INDUMATION 2017 beurs van 8 tot 10 februari in Kortrijk Xpo, mogen de InduMotion-leden voor dit nieuwe jaar alvast vier data in hun agenda noteren: een ontbijtmeeting op 22 maart, op 20 juni een ledenvergadering, op 11 oktober Automation Day IV en op 23 november is er de algemene jaarvergadering. Na een uitzonderlijke groei van de arbeidsmarkt met 55.000 banen in het voorbije 2016, verwacht de Nationale Bank (NBB) voor dit jaar en ook in 2018 en 2019 een groei van de werkgelegenheid in België met in totaal 120.000 jobs. Zo’n prognose schept vertrouwen en dat is een goede basis voor ondernemers om een bedrijf te starten of verder uit te bouwen. Wij zijn allemaal actief in de automatisering en willen deze ondernemers en bedrijven helpen hun doel(en) te bereiken. Ook in 2017 laten we samen onze industrie volop ‘draaien!’ 3


Customised control systems

SERVICING & DESIGN SUPPORT Safety

Schakelkasten

Van concept tot ondersteuning, u kunt profiteren van de expertise van IMI Precision Engineering in op maat gemaakte elektropneumatische of pneumatische besturingskasten. > Gestroomlijnde ontwikkeling > Verbetering van uw kwaliteit en veiligheid > Gestroomlijnde inkoop > Plug & Play installatie met onze assistentie > Belgische productie in onze werkplaats onder uw controle

See more of our thinking and the advantages it delivers Bel +32 (0) 2-333 44 11 of e-mail belgium@imi-precision.com www.imi-precision.com

Cabinet ad - Netherlands.indd 1

25/11/2016 10:54:47

We can work cool under pressure Blaas Zuiger Koelers Membraan accumulatoren Van ruimtevaart tot op de bodem van de zee, zijn de Parker OLAER accumulatoren bestand tegen de meest veeleisende omgevingen en toepassingen, en passen in elk hydraulische systeem.

Parker Hannifin BeLux SPRL www.parker.com/be Tel 067 280 900


COLOFON

INHOUD

INDUMOTION Belgische vereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van diensten en materiaal voor industriële automatisering, actief in de hydraulische, pneumatische, elektromechanische en elektronische transmissie van zowel vermogen als beweging. Lid van het Europees comité CETOP. vzw InduMotion Villalaan 83 – 1190 Brussel BTW BE0431 258 733 Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be RAAD VAN BESTUUR Hugues Maes (SMC Pneumatics): Voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris Jeroen Dieusaert (Bosch Rexroth): Penningmeester Geert Heyvaert (MGH): Bestuurder Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder Luc Van Hoylandt (Act in Time): Bestuurder Jo Verstraeten (Festo): Bestuurder TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Marc Goos (Transmo) Maciej Szygowski (Doedijns Fluidap)

Cost cutting op de site van Indaver.

P3 EDITO: Inspireren en leren door INDUMATION P5 INHOUD P6 DOSSIER COST CUTTING: Technici moeten focussen op cost cutting acties

LEDEN 2017 ABB (Asea Brown Boveri) – ABFlex Group – Act in Time – Asco – ATB Automation – Atlas Copco Compressors – AVD Belgium – Aventics – AZ Hollink Belgium – Bauer Gear Motor – Bege Aandrijftechniek – Boge Compressors – Bosch Rexroth – Brammer – Brevini – Burkert Contromatic – CET Motoren – Clippard Europe – Compair Geveke – CQS Technologies – Defawes – Doedijns Fluidap – EFC – Eriks – Euregio Hydraulics – Esco Drives – Festo Belgium – Gates Europe – Gearcraft – Stromag – Habasit – Hansa-Flex – Hansen Industrial Transmissions (Sumitomo) – Hupico – Hydac – Hydraulic Assistance – Hydraumec International – Hydrauvision – Hydro Tools – Ingersoll Rand Benelux – IPAR Industrial Partners – K-Flex – KTR Benelux – Manuli Fluiconnecto – MGH – Motoren Francoys – Motrac Hydraulics – Norgren/IMI-Precision – Optibelt – Pall Belgium – Parker Hannifin – Pirtek Benelux – Poclain Hydraulics – Protec – Rem-B – Renold PLC – Rotero Belgium – Service Hydro – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – SMC Pneumatics – Stäubli – Tas L & Co – Testo – Transmo – Vameco – Van De Calseyde – Van Houcke – Vansichen – VB Parts Hydraulic – Vermeire Motion – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – WTS Hydraulics – Yaskawa Europe

P7 Deel 1: Cost Cutting in de machinebouw P10 Deel 2: Cost cutting op elektrische installaties P12 Deel 3: Industrie 4.0 maakt productie goedkoper door intelligente opvolging P14 Deel 4: Cost cutting in onderhoud P16 Automation Day en ledenvergadering: ‘België blijft schulden maken.’ P19 Trends in Automation: een snellere time to market P20 MGH reviseert treklieren van ‘den Brabo’ P22 AGORIA: Gunstige investerings-vooruitzichten voor technologische industrie

AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsvereniging InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december.

REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be

P24 Beursplan INDUMATION 2017 (8-10 februari 2017, Kortrijk Xpo)

REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be

LAY-OUT Ruth Vanvelthoven

P27 Generative design software laat computer zelf ontwerpoplossingen voorstellen

ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jo Verstraeten vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel info@fimop.be www.fimop.be REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Marcel De Winter, Hugues Maes, Patrick Polspoel, Ing. Roger Stas, Luc Van Hoylandt. SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be

OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité. Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie. De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Automation Magazine paraît aussi en français. InduMotion 2017

©

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

P28 De Hogere Zeevaartschool: managers en techniekers van zeeschepen P31 INTERVIEW: Geen glazen plafond voor vier vrouwelijke ingenieurs bij SMC P35 Optimale systeemoplossingen dankzij digitale pompen P41 PRODUCTEN P45 TECHTELEX P46 OPINIE: Cost cutting, inspiratie door voorbeelden te zien 5


Opleiding en knowhow van medewerkers is bottleneck voor efficiënte cost cutting acties

TECHNICI MOETEN FOCUSSEN OP COST CUTTING ACTIES Cost cutting is – naast total life cycle cost – een doorslaggevende, maar eigenlijk vrij nieuwe roep vanuit het management. Driemaandelijks wordt in bedrijven gerapporteerd over de (winst)cijfers. Cost cutting moet daarom als een toekomsttechnologie worden bestudeerd. Wat zijn cost cutting acties? Dit moeten ‘positieve’ acties zijn die voor de eigen productie, maar ook voor de klant, directe besparingen opleveren. Met als gevolg meer marge voor beiden. De technische wereld – engineering, productie en onderhoud – moet namelijk de verkoop helpen door diensten en/of producten goedkoper en gelijktijdig performanter te maken. Dit levert immers een hogere prijs op. Of voor de klant een extra toegevoegde waarde voor dezelfde prijs. Liefst met een hogere marge. Gelijktijdig moeten de productiekosten dalen. En de onderhoudskosten – die binnen ‘lean’ een verloren kost is – moet men zo veel mogelijk uitschakelen. Voorts mag die ‘cost cutting’ niet leiden tot efficiëntieverlies, want het productieapparaat moet state-of-the-art blijven. Zoniet gaat de productiefaciliteit dicht ten voordele van een green field in een kostenvriendelijke regio met veel marktpotentieel. 6

De investeringskost verlagen, de levering (van bestelling tot opstart) verkorten ... Het is vandaag – zeker bij aankoop van nieuwe machines – de meest dwingende klanteis. Bij levensverlengend onderhoud – ‘revamps’ – gaat het ook om de directe kost. Deze moet lager zijn dan de geplande kost voor ‘in stand houdend onderhoud’. Afschrijving dus hetzelfde jaar op basis van besparing op onderhoud. Ook al leerde de ondervinding dat ‘het vermijden van stilstanden’ door vernieuwing van de sturing van versleten componenten ook cost cutting is. Hét probleem hierbij is dikwijls dat de machinebouwer – en ook vaak de klant-gebruiker – zal moet kiezen voor kennis versus werkuren. Opleiding en knowhow van medewerkers is dus dikwijls de bottleneck die soms de uiteindelijke invoering van zeer efficiënte cost cuttings tegen kan houden. Technici moeten leren focussen op cost cutting acties.


DOSSIER WOORD IR. ALFONS CALDERS | BEELD AUTOMATION MAGAZINE

DEEL 1: COST CUTTING IN DE MACHINEBOUW

Cost cutting: bespaar op uw bedrading.

Er is een roep – niet enkel in productielijnen, maar ook in machinebouw – om de conventionele punt-tot-punt bedrading te vervangen door industriële veldbussen. Het is een mogelijke cost cutting techniek, net zoals uw leveranciers méér pre-assemblies en/of maatwerk-configuraties laten uitvoeren. Netwerken zijn in (grotere) productielijnen vrij ingeburgerd. Maar ook in machines – met haar relatief kleine afstanden – is het punt-tot-puntbekabelen arbeidsintensief. Het vergt detailschema’s, voorbereiding van de bedrading en ... veel aandacht van de kableur om geen fouten te maken. BESPAREN OP BEKABELING(STIJD) In serieproductie wordt heel wat tijd bespaard door gebruik te maken van pre-geconfigureerde ‘kabelharnassen.’ Ook multikabels met M12 ... M23-connectoren zijn vrij gangbaar, o.a. voor het integreren van drives, ventieleilanden, van devices op I/O-eilanden ... Voordelen: snelle montage, signaalen voedingskabels door één multikabel, men heeft bekabeling die waterdicht, schok- en trillingenbestand is. Dit vergt wél de nodige aandacht bij het bekabelen van de tegenconnector. Maar ‘uitmeten’ bij fout kan elke elektricien. De volgende stap zijn netwerkkaarten in de controller, netwerkkabels en remote I/O-eilanden (met digitale in-/uitgangen, seriële interfaces RS232/RS422/RS485, analoge in- en uitgangsgrootheden zoals ± 10 V/0 … 20 mA voor verschil-/absolute druk en voor gegevens van weerstandssensoren, thermische elementen, incrementele encoders...). Vandaag gaat het vooral om de ethernet-gebaseerde netwerken (EtherCAT, EtherNet/IP, PROFINET, POWERLINK, SERCOS III, CC-Link IE, Modbus/TCP...). Netwerken besparen op design, op kabels en kabelgoten, op assemblagetijd. De kans op aansluitfouten vermindert. Wel letten op de aarding van netwerkkabels. Veel zoekwerk naar AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

vooral intermitterende fouten is hiermee gelieerd. Een fout zoeken in netwerksystemen is meestal sneller en overzichtelijker dan in losse bekabeling. Het vergt echter gespecialiseerde techniekers en apparatuur. NETWERKEN INTEGREREN IN MACHINES IP20-netwerkcomponenten vereisen extra aansluitkastjes te monteren ‘ergens’ op de machine. Dat is overbodig met remote I/O’s in IP65/IP67versies. Ook voeren netwerken enkel digitale signalen en is er dus een afzonderlijke vermogencircuit te leggen. Dit wordt vermeden met de ‘Power over Ethernet’-technologie, zoals in EtherCAT P, waarmee de voeding (2 x 24 V DC/3 A) in de 4-aderige standaard ethernetkabel wordt meegestuurd. Niet enkel voor de I/O-intelligentie, maar ook om externe sensoren te voeden. Sommige leveranciers ondersteunen ééndraadbekabeling: alle I/O-eilanden worden doorverbonden, waardoor men niet steeds vanuit de controller naar de I/O-module moet bekabelen. Ook decentralisatie van intelligentie wordt door leveranciers ondersteund door ’I/O-modules met ingebouwde intelligentie’, zoals PLC’s in een geminiaturiseerde IP67-I/O. En vermits machinebouwers wereldwijd en klantgeoriënteerd moeten denken, moeten de machines ook intern een veldbusstructuur hebben die de klant wil/kent. In internationale bedrijven is ze dikwijls vastgelegd als bedrijfsstandaard. Om geen machine specifiek per klant te moeten maken, bieden aanbieders vandaag remote I/O-eilanden aan met mogelijkheid 7


als ongeoorloofd manueel schakelen problemen kan opleveren, als een hoge mechanische bescherming gewenst is ... Hierbij moet te allen tijde op gelet worden dat de ontluchting van het ventieleiland buiten de kast geleid wordt. De elektrische bekabeling van het ventieleiland kan parallel, met multipinsconnectoren of serieel via een geïntegreerde veldbus-slave. Standaard is Ethernet-IP, Profibus, Profinet, EtherCAT, DeviceNet en CC-Link. Nu ook te koppelen via IO-link. De configuratietool – om de ventieleilanden te configureren in de PLC – is dikwijls te downloaden van de website van de leverancier. Sommige leveranciers voorzien op het ventieleiland elektrische I/O-kaarten voor het aansluiten van sensoren, drukknoppen, relais ... Om onderhoud te vereenvoudigen zijn op de ventieleilanden ook dikwijls klassieke testen (op open contact of kortsluiting) mogelijk.

Zet ventieleilanden lokaal op de machine. om te veranderen van veldbus zonder de bekabeling te wijzigen. Dat kan door de ‘kop’ van de I/O-module te wijzigen of via ‘multiprotocol’ I/O-devices waarbij deze zich in functie van de ‘aanvraag’ van de master zet in Ethernet IP, Profinet of Modbus.

‘Door te decentraliseren wordt het slangvolume tussen ventiel en cilinder tot een minimum beperkt en dat reduceert persluchtkosten.’ SERIËLE AANSTURING VENTIELEILANDEN Industriële veldbussen kunnen ook pneumatische ‘bekabeling’ vervangen. Bij perslucht aangedreven functies worden de actuatoren aangestuurd door ventielen, meestal geassembleerd tot compacte ventieleilanden. Men kan deze in de schakelkast monteren, maar wil men ‘modulariteit van de machine’ (waardoor klantspecifieke modules gemakkelijker te integreren worden) en minder ‘pneumatische bekabeling’ dan zet men de ventieleilanden lokaal op de machine. Extra voordeel: door te decentraliseren wordt het slangvolume tussen ventiel en cilinder tot een minimum beperkt, wat leidt tot kortere takttijden. Ook zal hiermee het ‘dood slangvolume’ en dus de persluchtkosten gereduceerd worden. Ventieleilanden kunnen onbeschermd staan op de machine, bijvoorbeeld in IP67-versie. Soms opteert men om ze in lokale kastjes te zetten. Bijvoorbeeld in de food sector om reinigbaarheid te vergemakkelijken, 8

LAAT DE LEVERANCIERS VOOR U WERKEN Een machine met een interne veldbus laat gemakkelijker toe om intelligente modules in te bouwen, zoals een motorreductor met ingebouwde elektronische snelheidssturing, ventieleilanden met I/O’s, I/Oeilanden met ingebouwde mini-PLC ... Sommige leveranciers maken vanuit hun gamma subassemblies op maat van uw toepassing. Deze mogelijkheden zijn het bestuderen waard, want de maatassemblages zijn meestal niet (veel) duurder dan de som van de componenten maar ze laten de ‘in en on site’-assemblage een productiviteitsshift ondergaan. Voorts krijgt men een belangrijke productiviteitsshift door sensoren bekabeld, met een kabel op de juiste lengte, en/of geparametriseerd aan te kopen. Denk aan krachtopnemers in meetversterkersystemen... IS CONVENTIONELE BEDRADING VEROUDERD? Is een netwerk in elke toepassing dé cost cutting oplossing? Gaat u met andere woorden sensoren en actuatoren direct op het netwerk zetten? Voor de bekabeling naar een I/O-eiland gebruikt men normaal geen ethernet gebaseerde veldbus, maar eerder een ‘conventionele’ punt-tot-punt aansluiting. Men behoudt dikwijls de analoge (4 tot 20 mA of 0 tot 5V) communicatie voor de ‘actie’ (meting, actuator bedienen), maar bouwt daarnaast digitale ondersteuning in. Het digitale signaal is voor de (preventieve) onderhoudsinformatie die het device u geeft en voor trouble shooting (veranderen van instellingen, herconfigureren van een vervangen device...). Als standaard hiervoor wordt meer en meer I/O-link naar voor geschoven. I/O-link wordt gepropageerd voor remote diagnose en configureren. Het kan ook gebruikt worden voor het vereenvoudigen van de bekabeling. Men kan met één driedraadskabel in plaats van een multikabel naar een signaallamp gaan en deze bedienen met I/O-link.


DOSSIER

Het gebruik van netwerken zorgt voor een gemakkelijke aansluiting.

Zo zijn er nog tal van vereenvoudigingen te maken in de machinebekabeling door het gepast inzetten van een voor gewone onderhoudsmensen begrijpbare technologie zoals I/O-link. OPC-UA Overzichtelijkere machines, een gemakkelijke aansluiting van ‘klant specifieke’ features. Dat zijn voordelen van het gebruik van netwerken. Flexibele machines passen in de Industrie 4.0-evolutie: een productieapparaat dat bestaat uit ‘onafhankelijke, met elkaar communicerende modules die in functie van de te produceren producten (in een serieproductie) in specifieke configuraties met elkaar samenwerken.’ Ervaring leert dat het koppelen van ‘toestellen’ (of intelligente machinecomponenten) afkomstig van diverse leveranciers niet steeds evident is. Verschillende ontwerpers kunnen parameters anders gebruiken en dan is ‘dezelfde’ veldbus geen garantie voor vlotte communicatie. Men kan soms heel wat miserie vermijden door niet het netwerk door te verbinden, maar de toestellen als ‘afzonderlijke units‘ te laten

communiceren via OPC-UA (OPC Unified architectuur). Deze industriële M2M-communicatieprotocol is de opvolger aan Open Platform communicatie (OPC), die gekoppeld was aan Microsoft Windows (gegevensuitwisseling via COM/DCOM). OPCUA is platformonafhankelijk en in moderne programmatietools eenvoudigweg te activeren waardoor er geen extra programmatie (lees geen bijkomende kost) vereist is. BETERE COMMUNICATIE MET KLANTEN Ethernet gebaseerde netwerken, I/O-link, subassemblages van leveranciers, preconfiguratie door de leverancier ... Het is overduidelijk dat uw mensen – en de technici bij uw klant – een goede kennis van al deze nieuwe technieken nodig hebben. Deze ‘kennisproblematiek’ kan voor uw klanten een argument zijn om niet te kopen. Want de eigen onderhoudsmensen moeten de machine up-and-running houden, zonder bij elke panne de dure interventies van de machineleverancier (inclusief de nodige wacht- en dus stilstandtijd) nodig te hebben. Het enige antwoord hierop is de cost cutting te delen met uw klanten: als de machine hiermee goedkoper wordt, als hiermee stilstand-tijden verminderen omdat een specialist in de machine kan inbellen ... dan zal uw klant tegen deze ‘in the field’-voordelen minder bezwaar hebben. U moet het dus wél waar maken, ook wat betreft de opleiding van de ‘eenvoudige’ technieker. Ideaal is als u deze niet moet inschakelen, maar hij/zij in het weekend van thuis kan inbellen en repareren. Hij/zij zal uw nieuwe technologische oplossingen bewieroken in plaats van tegen te stribbelen. Met dank aan Beckhoff, Festo, HBM, Turck Multiprox, Siemens, SMC en WAGO voor de inspiratie voor dit artikel.

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

9


DEEL 2: COST CUTTING OP ELEKTRISCHE INSTALLATIES Supercaps laten toe om op korte tijd een energie-inhoud van 200kWs te laden en ontladen. Ze kunnen ook probleemloos miljoenen keren opgeladen / ontladen worden. Tot hiertoe waren hiervan geen toepassing in industriële automatisering. De eerste realisatie in België staat nu bij De Coene Products in Gullegem. Met grote tevredenheid. Met supercaps wordt het elektrisch verbruik van twee XY-manipulatoren op een productielijn voor branddeuren geoptimaliseerd. De opstartpiek van de motoren wordt afgevlakt, de remenergie hergebruikt ... Hierdoor kon bespaard worden op de secties van de aanvoerkabels. Maar de grootste cost cutting is het aftoppen van de kwartuurpiek op de elektriciteitsrekening. Deze technologische primeur, gerealiseerd met materiaal van SEW, werd geïnstalleerd door Verma Engineering. Een gesprek met Pascal Vanderhaeghen, general manager van De Coene Products, met Marc Verhaeghe, gedelegeerd bestuurder van Verma Engineering en met Peter Corrijn, account manager en Kobe Kops, applicatie engineer bij SEW. PRODUCTIE VAN BRANDDEUREN De Coene Products fabriceert al sinds de jaren ’70 houten technische binnendeuren, waaronder branddeuren (meer dan 80 procent van de productie), akoestische deuren, inbraak- en uitbraakwerende deuren, stralingbeschermende deuren ... Er werken 98 mensen. In 2015 was de omzet 18 miljoen euro. De jaarlijkse omzetgroei bedraagt 10 à 15 procent. Pascal Vanderhaeghen: ‘Vandaag fabriceren we 100.000 deuren per jaar, zo’n 500 per dag. Tien jaar geleden

De volautomatische afwerklijn van De Coene Products.

10

Pascal Vanderhaeghen en Marc Verhaeghe (r.). waren er dat ‘slechts’ 300 per dag. We leveren een brede waaier maatwerkdeuren. Het merendeel zijn rond de 2 m hoogte, wel in verschillende breedtes. Hiervoor is al langer een volautomatisch afwerklijn. De maximum afmeting op die pers is 2,5 m x 1,2 m.’ ‘Voor deuren hoger en/of breder – en omdat de aantallen toenemen en ook om ergonomische redenen – hebben we de nieuwe lijn (met de supercaps) gebouwd. Naar manipulatie en aandrijftechniek een zware opgave door de grootte (deuren van 3 m x 2 m zijn geen uitzondering!), door de diversiteit in afmetingen en afwerking én door het sterk uiteenlopende gewicht. Een basis branddeur weegt zo’n 45 kilo, maar


DOSSIER inbraak- en stralingswerende deuren laten al snel 200 kilo optekenen. Deuren kleiner dan 1,6 m – zoals de controleluiken voor technieken in brandmuren (bijvoorbeeld 0,6 m x 0,2 m) – vergen vandaag nog een meer ‘manueel’ traject.’ AUTOMATISCHE AFWERKLIJN De opbouw van elke deur is grosso modo gelijk. De start is een binnenbouw – de ‘deurbody’ – bestaande uit een kern (meestal vezelplaatpaneel) omgeven met een volhouten rand (dennenhout of meranti). Hierop wordt – in functie van het type deur – een gepaste afwerking geplaatst, gaande van één HDF-paneel tot een sandwich van panelen uit verschillende grondstoffen (HDF, hpl, fineerhout ...). Elke laag wordt bevestigd met een lijm die in een warme pers geactiveerd wordt. Om het kromtrekken van de deur te vermijden wordt een deur steeds symmetrisch opgebouwd. De lijn voor het automatische afwerken van de deuren heeft een invoerstation waar de ‘deurbody’s’ worden opgelegd, invoerstations voor de afwerklagen, een automatisch handling en een pers. Een plaat wordt eenzijdig belijmd en klaargelegd, lijmlaag omhoog. Hierop legt de manipulator de deurbody. Daarop komt eenzelfde plaat met de belijmde zijde naar onder. Dat geheel gaat via een rollenbaan in de pers. Na de perscyclus gaat het geheel via een rollenbaanstructuur terug naar het begin, voor het aanbrengen van de volgende buitenlaag of – als de deur klaar is – naar het uitsluisstation. Een deur in opbouw gaat dus – via een lussenflow – verschillende malen door het handlingsysteem en in de pers tot de ganse sandwich van afwerkingslagen is gerealiseerd. COST CUTTING OP ELEKTRISCHE INSTALLATIE Aan het begin en het einde van de logistieke installatie zijn er de manipulatoren. Deze zijn berekend om de deurvariante met het zwaarste gewicht nog te kunnen manipuleren. Bij de start van elke manipulatie veroorzaken de vrij zware motoren van de manipulatoren een elektrische stroompiek (8 x de nominale stroom). En bij het einde van de beweging worden de motoren afgeremd, waarbij de remenergie normaal in remweerstanden in warmte wordt omgezet. Marc Verhaeghe: ‘Uit berekeningen volgde dat om bij de nieuwe machine die stroompieken te kunnen leveren, er 110 kW nodig was, gespreid over vier verschillende drives: 2 van 30 kW en 2 van 22 kW. Deze kon men niet betrekken uit de dichtsbijgelegen, reeds zwaar belaste stroomcabine. Dat betekende – bij De Coene staan vier elektriciteitscabines – dat er nieuwe aanvoerkabels met grote sectie vanuit een verder gelegen stroomcabine moesten worden bijgetrokken. Een dure klus.’ Kobe Kops: ‘SEW bood een alternatief: een energiemanagementsysteem met supercaps met een energie-inhoud van 242kWs, gelinkt aan de DC-bus van een Moviaxis multi-assen frequentieregelaar. Op deze DC-bus ook alle motoren van de aandrijfassen.’ AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

De Coene maakt technische binnendeuren. ‘Bij de opstart van de installatie moeten de supercaps eerst opgeladen wordt. Dat gebeurt op enkele minuten en met gelimiteerde stroom. De supercaps worden nadien continu gemonitord en via een lage stroom uit het net bijgeladen, zodat ze – samen met de remenergie die wordt gerecupereerd – de piekstromen die de motoren vragen, kunnen leveren. De netstroom moet enkel de verliezen compenseren. Het laden/ontladen op de supercaps wordt softwarematig opgevolgd. Dat laat toe de energie-aanvoer te beperken tot slechts 10 kW (10% van wat initieel berekend was), nu met één centrale aanvoer voor alle drives. Een belangrijke downsizing van de kabelsecties en de vermogensinfrastructuur. Er zijn in de installatie ook geen remweerstanden meer.’ Pascal Vanderhaeghen: ‘De investering in dit systeem werd al van bij de opbouw terugverdiend door de besparing op de bekabeling. Maar hét grote voordeel van dit systeem – door het wegvallen van de piekstromen van de motoren – is het verlagen van de kwartuurpiek van het elektrisch verbruik van de fabriek met zo’n 30 kW. Dat betekent een belangrijke besparing op de elektriciteitsrekening. Daarom ook wordt gekeken of we deze technologie niet kunnen inbouwen op de andere machines binnen de productie.’ NIEUWE TECHNOLOGIE, MAAR GEEN EXPERIMENT! Marc Verhaeghe: ‘De toepassing van de supercaps in machinebouw was nieuw, ook voor ons. SEW overtuigde met een sterke ondersteuning in pre-sales en hulp bij pre-engineering. Uiteindelijk stond SEW garant voor de inbedrijfname met ervaren en gespecialiseerde service-engineers. Het powermanagementsysteem is CE-gecertificeerd. De technologie is betrouwbaar, de supercaps hebben een levensduur van 10 jaar. De voordelen zijn ontegensprekelijk. En ja, het is de eerste installatie in de Belgische industrie, maar Verma Engineering tracht steeds te pionieren met toekomsttechnologie. In 1980 vervingen we hier reeds de relaissturingen door PLC’s. Dit is eenzelfde stap: het integreren van nieuwe energietechnologie die op termijn standaard zal worden op alle machines met veel vermogen.’ 11


DEEL 3: INDUSTRIE 4.0 MAAKT PRODUCTIE GOEDKOPER DOOR INTELLIGENTE OPVOLGING Industrie 4.0, smart factory, knowledge based production, IcT internet of thinks ... Het zijn slogans die de evoluties in productie aangeven: een productie die steeds verder digitaliseert, en die (door haar data te delen) zich ‘open’ inpast in het gehele bedrijfsgebeuren (ERP, planning, verkoop). parallelle productiewegen omzeild worden. Dit vergt de real-time informaties van het totale machinepark, inclusief real-time planning van de machinestilstanden voor onderhoud. Dit vergt real-time kennis van ziekteen vakantie-afwezigheid, van de interimpopulatie, ... voor het tunen van de aanwezige ‘vaardigheden’ in functie van de momentane productienoden. Dit vergt ook het opvolgen van de grondstoffen, subassemblies ... en ook van de toeleveringen. Allemaal gegevens die permanent en vrij onvoorspelbaar sterk fluctueren en niet steeds evident bij te sturen zijn. Via gepaste algoritmen en stuurmechanismen moet men de productie synchroniseren met de (ook fluctuerend toekomende) bestellingen. Ook hier weer terugkoppeling: vergelijken van de planningsschema’s met de productie-output. Doel: de juiste productiecapaciteit aan de laagste prijs, en met een correcte levertermijn. Last-but-not-least is energie-efficiëntie een item. Ook in dit domein moet strategisch worden bekeken welke factoren in real-time moeten worden opgevolgd. En dat gaat niet enkel over ‘verbruiken noteren.’ Wel over het preventief inschatten van de veroorzakers van deze verbruiken en zien of via productie(route)aanpassingen energiegebruik vermeden, of minstens geminimaliseerd kan worden. Klanten vragen geïndividualiseerde producten. Dus moet men ‘series met seriegroottes van één stuk (van eenzelfde variante)’ produceren. Daarom moeten product- en productie-aansturing en ook de opvolging hand in hand gaan. Alles start met de identificatie van elk element. RFID is hiervoor een basisoplossing. PRODUCTIEKOSTEN BEHEERSING Iedere engineer, planner en productieverantwoordelijke moet stil staan bij de vraag: waar en hoe kan ik in onze productie geld uitsparen? Een belangrijke kost – zeker bij ‘een-stuk’-productie – is ‘de omsteltijd per variante’. Deze moet dus worden beperkt, liefst gereduceerd tot een druk op de knop. Dat vergt automatisering. Maar even belangrijk is de real-time controle: staat de machine of de werkpost correct ingesteld voor de volgende productiestap? Dat vergt sensoring en datauitwisseling van en naar het centrale beheersysteem. Ook een aandachtspunt in de ‘een-stuk-serieproductie’ is ‘de maximalisering van alle beschikbare productiecapaciteit zonder overshooting.’ Bottlenecks die productie vertragen, moeten weggewerkt of via 12

JUISTE IDENTIFICATIE IS DE BASIS VAN JUISTE DATA Een cruciaal punt om bovengenoemde doelstellingen nog maar te kunnen opstarten is ‘real time data.’ De sleutel om relevante data te kunnen genereren, is de identificatie van elke strategische component in deze ketens. Identificatie die track & tracing, real time opvolging toelaat. Dat vergt een draadloos, energieloos systeem. De technologie die dit toelaat is RFID. Elke cruciale component zijn ingebouwde RFID-tag en via strategisch opgestelde antennes deze activeren en exploreren. Men kan opteren om de RFID enkel te gebruiken als identificatiecode. Men kan ook RFID-tags gebruiken om de ‘productgelieerde data’ direct op te slaan. Want datacollectie is de kern van Industrie 4.0. Daarnaast natuurlijk ook nieuwe ‘sensoring’, zoals 3D-cameratechnologie en – op real-time data gebaseerde – virtuele realiteit (virtueel in de machines kijken), de smartphone of smartwatch als lokale, mobiele HMI- en alarmopvolger. Deze items zouden ons te ver brengen om hier in detail te behandelen.


DOSSIER COST CUTTING DOOR VERKORTEN VAN DATAWEGEN RFID inbouwen in producten geeft weinig ‘hinder.’ Tags moeten natuurlijk beschermd staan en met metaal als achtergrond kan de activering moeilijker verlopen. Dat zijn oplosbare systeemeisen. Complexer is de infrastructuur in de fabriek, de applicatiesoftware en de ‘big data’-story: hoe van data informatie maken. Op vlak van infrastructuur zit men met een groot aantal antennes, verbonden naar I/O’s die de pure tag-data – al of niet via de PLC – overbrengen naar een PC voor de dataverwerking. En dan gaan deze gegevens naar HMI, naar ERP, al of niet in the cloud. Men kan deze ‘lange weg’ verkorten door in de I/O’s reeds een PLC met de nodige verwerkingscapaciteit in te brengen. Digitale data kan dan per I/O lokaal (dus snel en zonder overbelasting) omgezet worden in informatie en dan – direct over ethernet en via OPC-UA – worden doorgesluisd naar ERP en andere informatie‘klanten.’ Sneller digitale data omzetten in relevante informatie vereenvoudigt het ‘big data’-probleem tot ‘smart data’-verwerking. MET RFID COST CUTTING IN AFTERSALES? Als uw producten, machines ... bij de klant optimaal functioneren, dan bekomt u minimale aftersales service kosten. En hebt u tevreden klanten. Omdat machinestilstanden finaal afgerekend worden op de machineleverancier, moet deze zijn goede naam en de kwaliteit van het machinegebruik beschermen. Originebescherming van de wisselstukken is daarbij noodzakelijk. Een oplossing hiervoor zijn ingebouwde RFID-tags die bevestigen dat het machineonderdeel origineel van de machineleverancier komt. Bij detectie van een identificatiefalen van een onderdeel kan de machine zichzelf stil leggen.

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

Deze RFID is gelijktijdig de basis voor traceerbaarheid: tot welk lot behoort het onderdeel (type, waar geproduceerd, ouderdom ... gebruikte materialen). Met identificatie en datacollecting en -opslag (in de RFID zelf of in een extern datasysteem) kan men de kwaliteit van elk verkochte product opvolgen. Het is de basis voor een berekenbare voorspelling van de levensduur en de onderhoudsvraag. En bij falen heeft men de nodige analysegegevens. Belangrijk, want we evolueren naar een economie waarbij leveranciers geen producten, machines, componenten, wisselstukken ... verkopen, maar de gegarandeerde prestatie ervan. De end-of-life producten kunnen dan ook gemakkelijker terug naar origine om gerecycleerd te worden. Cradle-to-cradle is immers ook een onderdeel van Industrie 4.0. UITDAGING: CYBERCRIMINALITEIT Big data geeft nieuwe uitdagingen. Denk aan cybercriminaliteit. Ook dit onderwerp gaat veel verder dan dit artikel. Vanaf men echter draadloze infrastructuur gebruikt, vanaf dat men gaat werken met big data in the cloud, wordt men gevoelig aan cybercriminaliteit. In 2014 waren er 117.339 gedetecteerde cyberaanvallen per dag (bron: Allianz, Fraunhofer). En men zou kunnen stellen: wie is nu geïnteresseerd in het inbreken in de gegevens van mijn productie. Wie is daar nu mee gebaat? Uw concurrenten misschien nog niet, maar wat met een ontevreden of ontslagen werknemer? Zoals RFID een belangrijke pijler is in Industrie 4.0 is beveiliging van netwerksystemen, controle op de bron en de juistheid van gegevens een topic van de toekomst. Ook voor productiesystemen.

13


DEEL 4: COST CUTTING IN ONDERHOUD

In een draaiende koker met vuurvaste stenen wordt het afval verbrand.

Cost cutting in onderhoud is vooral gestructureerd zoeken naar oplossingen. Wim De Vadder (Indaver): ‘Klassiek wordt bij een installatiepanne direct vanuit kennis en ervaring de oplossing geformuleerd. In 9 van de 10 gevallen is dat ook de juiste. Maar als het probleem wél terug komt, kost dat repetitieve veel onderhoudsgeld en stilstanden. Systematisch het probleem analyseren heeft bij Indaver bewezen efficiënter te zijn.’ Wim De Vadder is Reliability Engineer en Adjunct Maintenance Manager op de Indaver-site in de Antwerpse haven. Hier wordt jaarlijks zo’n 150.000 ton industrieel en gevaarlijk afval verbrand. Sinds ongeveer drie jaar wordt er de RCA-RATIO-methodiek, een specifieke aanpak van ‘Root Cause Analysis’, toegepast. Dit resulteerde in een cost cutting van 1 miljoen euro per jaar (> 10 procent van het totale budget). Gelijktijdig Wim De Vadder (Indaver)

steeg tussen 2012 en nu, de beschikbaarheid van de installatie met meer dan 12 procent. Voor een bedrijf dat 24/24 uur 7/7 dagen draait, is dat een belangrijke capaciteitsstijging. NIEUWE AANPAK NA REORGANISATIE Vijf jaar terug werden binnen onderhoud twee ‘reliability engineers’ aangeworven met als taak de beschikbaarheid van de installaties te verhogen. Na een opleiding bij BEMAS rond iRCA (Innovative Root Cause Analysis) werd de RCA-aanpak ’RATIO’ die men er had geleerd, toegepast op een belangrijk probleem: de te korte standtijd van de vuurvaste stenen op de drie draaitrommelovens. De draaitrommelovens zijn het hart van de verwerkingssite. In een draaiende koker van zo’n 14 meter lengte, binnenin bekleed met vuurvaste stenen, wordt het afval verbrand op een temperatuur boven de 1.000 graden Celsius. Hiermee wordt stoom geproduceerd die wordt omgezet in elektriciteit. Deze vuurvaste stenen slijten en gingen minder dan een jaar mee voor ze moesten vervangen worden. Een stilstandtijd van 14 dagen en een hoge kost voor nieuwe stenen, werkuren ... Op deze case werd de RATIOaanpak toegepast, wat resulteerde in de keuze van een nieuwe steensoort, in aanpassingen aan het metselwerk, aanpassingen aan de exploitatie van de oven (afvalmix,

14


DOSSIER De draaitrommelovens zijn het hart van de Indaver-verwerkingssite.

temperaturen ...). Allemaal zaken die zonder meerkost in onderhoud én exploitatie konden gebeuren. Gevolg is dat de standtijd tussen 2 en 2,5 maal langer is geworden. GOODWILL RESULTEERT IN STRUCTURELE RCA-ORGANISATIE Het tweede wat via de iRCA-methodiek werd aangepakt, was regelmatig lekkende piping in een stoomketel. Naast een onmiddellijke herstelling en het zo snel mogelijk terug opstarten van de installatie, werd het RCA-traject opgestart. In dit geval leidde het tot ingrepen om de kwaliteit van het ketelvoedingswater te verbeteren en een gerichte vervanging en optimalisatie van een deel van de piping. Hiermee werd het lekkenprobleem definitief opgelost. Twee jaar geleden werd iRCA voorgesteld aan het gehele managementteam van onderhoud en productie. Er werden 8 mensen naar de iRCA-cursus gestuurd. Niet enkel vanuit onderhoud, maar ook werkvoorbereiders, shiftsupervisors en productieleiders. Deze zijn nu de RCA-verantwoordelijken. Zij besteden ruim 10 procent van hun tijd aan RCA-projecten waarvan ze de ‘eigenaar’ zijn. Ze stellen hun teams samen. Zij trekken het RATIO-traject tot de finish. De nodige budgetten voor analyses en realisaties worden natuurlijk geëvalueerd op basis van hun return: de vermeden schade. Vandaag worden pannes met veiligheidsrisico’s, pannes met een impact hoger dan 5.000 euro en herstellingsprojecten met stilstanden van een deel van de productie (en die verschillende malen voorkomen) in Indaver hanteert de iRCA-methodiek bij herstellingen.

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

prioriteit toegewezen aan een iRCA-verantwoordelijke. En dat gaat niet alleen over superproblemen. Ook een zich herhalend pompdefect kan in een RCA-project terecht komen. Wim De Vadder: ‘Er zijn vandaag de bewezen voordelen van lagere onderhoudskost zonder te snijden in het aantal onderhoudsmensen. Er is de hogere beschikbaarheid van de installatie. Maar hét grote voordeel is het verdwijnen van de klassieke haat-liefdeverhouding tussen productie- en onderhoudsmensen. Vandaag werken we nog beter samen om een betrouwbaarder productieapparaat – met minder miserie door pannes – te bekomen. Ook belangrijk is dat RATIO een werkwijze is die vandaag gebruikt wordt voor problemen die repetitief zijn, maar niet structureel. Het is geen vervanging van Lean SixSigma, en dergelijke die bij Indaver ook wordt toegepast. Het is er een aanvulling op.’

Het stappenplan ‘RATIO’ RATIO is een RCA-aanpak die door CoThink BV werd ontwikkeld en in België via BEMAS-opleidingen wordt gecommercialiseerd. Wim De Vadder: ‘Het grote voordeel van RATIO is dat men – via het volgen van een vaste methodieken (Event Mapping, Probleemanalyse) – verplicht wordt zich bewust vast te bijten in het probleem, tot de oplossing er is.’ RATIO start met R van ‘Reflecteren.’ Bij weerkerende pannes start men met het samenstellen van een werkgroep met betrokkenen en deskundigen. Hier wordt nagegaan wat het probleem is, wat de gevolgen zijn en wat de oorzaken zijn die leiden tot de panne. Dit wordt gevisualiseerd in de Event Map. De volgende stap is dan de A van ‘Analyseren.’ Door middel van Probleemanalyse worden mogelijk oorzaken getoetst en geëlimineerd. Bij het probleem van de vuurvaste stenen kwam er ook analyse bij van de impact van producten, temperaturen ... op de stenen. Vervolgens is er de T van ‘Toewijzen’: acties bepalen en toewijzen. De I staat voor ‘Implementeren’, waarbij de acties worden uitgevoerd. Tot slot een belangrijke eindstap: O van ‘Observeren.’ Je moet de resultaten opvolgen en besluiten of het RCA-project een succes is. 15


AUTOMATION DAY EN LEDENVERGADERING: ‘BELGIË BLIJFT SCHULDEN MAKEN’ De leden van InduMotion (Belgitrans en FIMOP) verzamelden in Antwerpen voor de derde editie van Automation Day. In november was er de jaarlijkse algemene vergadering en ledendag op Antwerp Airport. Professor Leo Neels stelde als gastspreker vast dat ‘België veel beter kan.’ AUTOMATION DAY III De eerste twee edities van Automation Day werden respectievelijk gehouden in het Antwerpse MAS en het Brusselse Atomium en dit jaar was opnieuw de Scheldestad aan de beurt waar de leden van InduMotion werden rondgeleid in het Red Star Line Museum. Zo’n 200.000 Belgen, vooral uit Oost- en WestVlaanderen en Henegouwen, vertrokken honderd jaar geleden vanuit de hangars aan de Scheldekaaien met de Red Star Line - en met onder meer de schepen Belgenland en Vaderland - naar Amerika, het beloofde land. Antwerpen werd destijds overspoeld door gelukzoekers. Europa was op dat moment een ‘emigratie’-gebied en naar schatting 60 miljoen mensen vertrokken hier, op zoek naar betere levensomstandigheden. Het Red Star Line Museum heeft veel van deze (vaak schrijnende) verhalen van deze landverhuizers verzameld. Het gebouw van de rederij dateert van 1912 en fungeerde vooral als medische controleplaats want alleen gezonde mensen mochten naar Amerika vertrekken. De overtocht duurde zo’n tien dagen en de capaciteit van bijvoorbeeld de Belgenland bedroeg zo’n 2.500 passagiers. De tentoonstelling legt ook de link naar de huidige vluchtelingencrisis want landverhuizers zijn van alle tijden. Na het museumbezoek werden de InduMotion-leden verwacht in de Hogere Zeevaartschool voor een uiteenzetting over hoe je tijd het efficiënst kan beheren. Wouter Vanhove van de Time Management Company gaf een aantal tips hoe je meer uit een dag kan halen. Belangrijk is dat je altijd doelgericht moet handelen, dat je eerst de juiste zaken moet doen, dat je best proactief plant, met een wekelijkse evaluatie, zonder te worden afgeleid, gebruik je e-mail slimmer en zet tijdbesparende tools in. Rust in je hoofd krijg je door iets neer te schrijven op een to do-lijstje. HISTORISCHE VLIEGTUIGEN BIJ STAMPE-VERTONGEN De ledendag en Algemene Vergadering van InduMotion werd dit jaar gehouden op Antwerp Airport (Deurne). Het bezoek begon er bij het Museum Stampe-Vertongen, waar tal van historische dubbeldekkers herinneren aan de inventieve durf en moed van twee Antwerpse vliegtuigbouwers: Jean Stampe en Maurice Vertongen. 16

De InduMotion-leden bezochten het Red Star Line Museum in Antwerpen.

De oude propellermotoren waren in hun tijd een staaltje van technisch vernuft. Het museum beschikt voorts over een intact gebleven Duitse V1-bom, voorloper van de rakettechnologie en de huidige drones. Uitzonderlijk kregen de leden de kans om bij privéjetverhuurder Flying Group een kijkje achter de schermen te nemen. In één van de grote hangars volgde een uiteenzetting over vliegtuigtypes met jetpropulsie: zo zijn er de turbojet, turbofan en turboprop. Het eerste vliegtuig dat werd aangedreven door een turbojetmotor was van Duitse makelij: de Heinkel He 178. Dit straalvliegtuig kreeg een luchtdoop op 27 augustus 1939. Wereldwijd zijn er momenteel zo’n 20.000 vliegtuigen die je als privéjet kan huren en deze nichemarkt blijft groeien. De uitdagingen in de toekomst zijn om jets geluidsarm en milieuvriendelijker te maken door ‘propere’ brandstof te gebruiken en de uitstoot van CO2 en stikstofoxide drastisch te laten dalen. Prototypes van vliegtuigen die op de zonlicht energie of

Professor Leo Neels pleit voor een aanpak van de Belgische ‘ziektes’ die iedereen kent.


INDUMOTION op batterijen vliegen, bestaan reeds maar zijn wel traag. Privéjets worden vooral door bedrijven ingezet voor tijdwinst en/of om vlot op moeilijker bereikbare plaatsen te komen. Ook als particulier kan je een jet charteren bij Flying Group. Voor lange afstanden zoals AntwerpenSingapore, of korter: met zes passagiers per jet een dagje heen en weer naar Parijs, goed voor een prijskaartje van zo’n 5.000 euro. Na een korte receptie werden tijdens een Algemene Vergadering alle activiteiten van 2016 overlopen en het jaarverslag goedgekeurd. InduMotion-voorzitter Hugues Maes dankte zijn voorgangers, FIMOPvoorzitter Jo Verstraeten en Belgitrans-voorzitter Geert Heyvaert, voor hun werk om beide verenigingen te laten samensmelten tot het nieuwe InduMotion. ETTERENDE PROBLEMEN VOOR ZICH UITSCHUIVEN Gastspreker was professor Leo Neels, algemeen directeur van de onafhankelijke denktank Itinera Institute. Zijn uiteenzetting met de provocerende titel ‘België kan veel beter’ ging onder meer over de concurrentiepositie van ons land en de ‘ziektes’ van België, die we allemaal kennen: geen geld voor de pensioenen, een weinig flexibele arbeidswetgeving, een zeer hoge fiscaliteit, de inefficiëntie van onze overheid ... Zoveel etterende problemen die generaties politici voor zich uit hebben geschoven. De vraag die ons allen zorgen baart, is of onze politici wel voldoende aandacht hebben voor grotere uitdagingen die ons op de langere termijn bedreigen. Onze bestuurders kiezen blijkbaar steevast voor de weg van de minste weerstand en houden zich vooral bezig met de ‘waan van de dag.’ ‘Welke politicus die met de lange termijn bezig is, werd daar ooit voor beloond?’

wEen van de trends die het gemakkelijkst te anticiperen is, betreft de vergrijzing. Toch is ons land hardleers in aanpassingen van het pensioenstelsel. ‘Na WOII werd de pensioenleeftijd vastgelegd op 65 jaar, destijds de gemiddelde levensduur van een man. Nu bedraagt die levensduur voor mannen 80 jaar, voor vrouwen 83 jaar.’ Volgens Leo Neels proberen ondernemers te zorgen voor welvaart, ‘ze bakken de taart’, maar gaat het debat in ons land vooral over de ‘verdeling’ van die taart. Het overheidsbeslag bedraagt momenteel 54 procent. Dat wil zeggen dat de overheid voor de eigen diensten en uitgaven 54 procent claimt van de welvaartscreatie door onze economie. Onze overheidsschuld stijgt naar 107,1 procent van het bruto binnenlands product. ‘We geven 107 procent uit van wat we hebben. België blijft dus schulden maken. Bij mijn geboorte bedroeg die staatsschuld per hoofd van de bevolking zo’n 1.000 euro. De 135.000 baby’s die nu jaarlijks worden geboren, hebben een relatief aandeel in de staatsschuld van 46.000 euro’, aldus professor Neels. Hij pleitte ook voor waakzaamheid voor de waarden en fundamenten van onze Westerse samenleving. Respect voor de grondwet en een scheiding van kerk en staat zijn cruciaal. Vanuit religies kunnen geen regels worden opgelegd die boven de wet worden geplaatst. Leo Neels: ‘Wil je deelnemen aan onze samenleving, dan moet je de spelregels volgen. Je kan geen hockey spelen en dan met een rugbyteam op het veld verschijnen.’ De wettelijke regels van onze samenleving moeten ook consequent worden gehandhaafd. www.itinerainstitute.org

Uitzonderlijk was er een rondleiding in de hangars met privéjets van Flying Group.

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

17


U wilt eenvoudig kunnen positioneren. U wilt een oplossing die hoge prestaties levert. Wij leveren uw ready-to-install systeem.

Een pakket voor optimale prestaties en minimale inspanning: Dankzij dit samenspel van verschillende componenten was elektrisch positioneren nooit eenvoudiger. Dankzij de bijhorende gratis software is het kinderspel om precieze bewegingen in te stellen. De sets voor elektrische positionering (Optimised Motion Series) zijn snel en eenvoudig te configureren en in dienst te stellen.

www.festo.be/OMS


TRENDS IN AUTOMATION

EEN SNELLERE TIME TO MARKET

Hoeveel tijd u kunt besparen door automatiseringsmodules wordt duidelijk wanneer men de processen in de waardeketting analyseert. De elektrische cilinder EPCO van de Optimised Motion Series van Festo helpt bijvoorbeeld aanzienlijk de projectplanning, aankoop en inbedrijfstelling te verkorten. Voordat een automatiseringsmodule onderdeel van een machine of installatie wordt, heeft het al vele stadia van de supply chain ondergaan. Onder de factor ‘tijd’ kan deze ketting onderverdeeld worden in de volgende tijdselementen: de ontwikkeling en het ontwerp, de projectplanning, de selectie en dimensionering, het bestellen alsook de inbedrijfstelling en installatie. Bij de Optimised Motion Series is de tijdwinst het grootst bij de projectplanning, het bestellen en de inbedrijfstelling. De tijdwinst voor deze configuratie kan tot 70 procent bedragen. Om in hard bevochten markten een streepje voor te hebben, kan het van cruciaal belang zijn om de juiste automatiseringsmodules sneller in de machine of installatie in te bouwen dan de concurrentie. Time to market is hier het sleutelwoord. Hoe korter deze is, hoe groter het concurrentievoordeel dat machine- en installatiebouwers hun klanten garanderen. Niet voor niets luidt een van de managementtheorieën: het zijn niet de grote die de kleine opeten, maar de snelle die de trage opeten. Bedrijven die de tijd voor de ontwikkeling en constructie beperken, geven hun klanten de kans hun producten sneller op de markt te brengen. Bij Festo zijn bijvoorbeeld ontwikkelingsprojecten onderworpen aan het zogenaamde Critical Chain Process Management. Hierbij controleren ontwikkelingsingenieurs voortdurend waar in het ontwikkelingsproces nog tijd en kosten kunnen worden bespaard.

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

Wanneer de keuze bijvoorbeeld valt op de elektrische cilinder EPCO ontdekken machine- en installatiebouwers grote tijdbesparing in de projectplanning, selectie en dimensioneringsprocessen, maar ook met betrekking tot de bestel- en aankoopprocessen. De elektrische cilinder is dankzij een typecode eenvoudig te configureren en kan zonder risico worden besteld in de juiste maat en combinatie. De gebruiker zal niet alleen de elektrische cilinder zelf, maar ook de juiste motor, de vooraf gemonteerde kabel (geschikt voor de kabelrups) en de Positioner-Controller CMMO-ST ontvangen. Met de elektrische cilinder EPCO van de Optimised Motion Series worden ook de inbedrijfstelling en installatietijd ingekort. De reden: de afzonderlijke componenten van het totale aandrijfpakket zijn perfect op elkaar afgestemd en moeten niet eerst op elkaar worden ingesteld. De eenduidig gedefinieerde configuratieopties bieden korte opstarttijden. ‘Alleen al met de Festo Configuration Tool kan men 31 positioneermogelijkheden gebruiken plus diagnostische functies en bij de configuratie omzeggens 70 procent tijd besparen’, aldus Thomas Häckel, productmanager elektrische aandrijvingen van Festo. Direct vanaf de pc kunnen 31 positierecords worden geconfigureerd, en waarden voor versnelling, snelheid, kracht- of positie worden ingevoerd, zonder PLC. Het gaat zelfs nog sneller via de Festo Parameter-Cloud. Voor de controller met een eigen IP-adres houdt de Festo Parameter-Cloud alle noodzakelijke gegevens van vooraf gedefinieerde en geteste combinaties klaar. Gebruikers besparen zo nog meer tijd en kunnen tot zeven vrij gedefinieerde posities gaan. De elektrische cilinder EPCO laat zien dat je niet zelf het wiel opnieuw moet uitvinden om sneller je doel te bereiken dan de anderen. www.festo.be/nl/epco 19


MGH REVISEERT TREKLIEREN VAN ‘DEN BRABO’ In 1981 kwam in de Antwerpse haven de zelfvarende hijsbok ‘Brabo’ in dienst, Belgisch grootste drijvende pontonkraan. Ze kan 800 ton hijsen. De Brabo is een kritisch werktuig binnen de haven dat dan ook veilig en daarom in gegarandeerd goede staat moet blijven. In juli laatstleden werden de tandwielkasten van twee synchroon werkende treklieren van de Brabo gereviseerd. Deze zorgen voor de positie van de giek (de hoek waaronder de kraanarm staat). Elke treklier bestaat uit een snelheidsgestuurde motor, een pennenkoppeling en een drietraps haakse reductiekast met extern rondsel. Dit rondsel drijft de tandkrans gemonteerd op de kabeltrommel van de treklier aan. PRECISIEWERK De twee tandwielkasten die werden gereviseerd zijn Hansen RLH33-ANN kasten met een reductieverhouding van 71/1. Ze hebben een gewicht van 1 ton. Deze werken voerde MGH uit in samenwerking met de firma De Meyer, dewelke de werken ter plaatse, maar ook oa de renovatie van de kabeltrommel voor zich nam. Bij MGH werden de twee tandwielkasten uit elkaar gehaald. De tandwielen en assen werden gereinigd en visueel geïnspecteerd. Deze bleken onbeschadigd en konden dus gerecupereerd worden. Het geheel werd terug gemonteerd met nieuwe lagers en oliekeerringen.

MGH, houdt uw aandrijvingen in topconditie! Avec MGH, vos transmissions aux mieux de leur forme! MGH, houdt uw aandrijvingen in topconditie! AvecMGH, MGH,houdt vos transmissions aux mieux de leur forme! uw aandrijvingen in topconditie! Avec MGH, vos transmissions aux mieux de leur forme! MGH is dé partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen! MGH is dé partner die de industrie draaiende houdt MGH est le partenaire qui maintient l’industrie en mouvement dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen grâce totales et marques indépendantes MGHàisses dé solutions partner die de industrie draaiende houdt voor zware elektromechanische aandrijfgroepen! pour les groupes d’entraînement électromécaniques de puissance dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen voor elektromechanische aandrijfgroepen! MGH est le zware partenaire qui maintient l’industrie en mouvement grâce à ses solutions totales et marques indépendantes MGH est le partenaire qui maintient l’industrie en mouvement pour les groupes d’entraînement électromécaniques de puissance grâce à ses solutions totales et marques indépendantes pour les groupes d’entraînement électromécaniques de puissance Machelen Rittwegerlaan 2B - 1830 Machelen Antwerp Luithagen haven 2 Unit K - 2030 Antwerp Tel : +32 (0)2 753 00 40 Machelen Machelen Fax : +32 2B (0)2-- 1830 753 00 49 Rittwegerlaan Machelen Rittwegerlaan 2B 1830 Machelen info@MGH.be - www.MGH.be Machelen Antwerp Antwerp Rittwegerlaan - 1830 Machelen Luithagen haven 22 Unit KK -- 2030 Luithagen haven 2B Unit 2030 Antwerp Antwerp Antwerp Tel (0)2 Tel :: +32 +32 (0)2 753 753 00 00 40 40 LuithagenFax haven 2 Unit K - 2030 :: +32 (0)2 00 Fax +32 (0)2 753 753 00 49 49Antwerp Tel : +32 (0)2-- 753 00 40 info@MGH.be www.MGH.be info@MGH.be www.MGH.be Fax : +32 (0)2 753 00 49 info@MGH.be - www.MGH.be

Het haaks tandwielstel werd correct afgesteld en de assen werden met de correcte lagerspelingen gemonteerd. Extra aandacht bij montage was nodig voor de krimpschijf. De tandwielkast is namelijk voorzien van een holle as met krimpschijf. Hierin wordt een insteekas gemonteerd waar twee lagers en het extern rondsel op gemonteerd staan. De tandwielkast staat hierdoor als het ware pendelend opgesteld. STANDAARD CONTROLE NA MONTAGE Om de goede montage te controleren wordt bij MGH standaard een onbelaste runtest uitgevoerd. Hiertoe wordt de tandwielkast gevuld met testolie met een lagere viscositeit dan deze die in normale werking wordt gebruikt. Men drijft de tandwielkast aan zoals ze in de praktijk ook zal werken en laat ze draaien tot de


CASE STUDY WOORD IR. ALFONS CALDERS

‘Bij het uitvoeren van een full belaste runtest heeft de klant 100 procent zekerheid van de goede werking na een revisie.’

olietemperatuur gestabiliseerd is. Op dat ogenblik zijn alle uitzettingen zoals in hun reële werking en kan men de montage controleren. Optredende temperatuurverschillen kunnen wijzen op te kleine lagerspeling. Hoger dan normaal geproduceerde geluid markeren fouten in montage. Omdat de olie minder viskeus is als in normale werking, zal als men in de test geen olielekken heeft, er ook geen optreden in normale werking. Eens de goede werking van de tandwielkast gecontroleerd, is deze klaar voor montage op de kraan. RUNTEST ONDER WERKELIJKE BELASTING VEREIST De klant eiste echter een belaste run. Omdat testen met een deelbelasting geen grotere zekerheid op correcte AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

werking geeft dan de standaard onbelaste runtest, opteerde MGH voor het uitvoeren van een full belaste runtest. Dan heeft de klant een 100 procent zekerheid van de goede werking na revisie, ook van de krimppassing, de lagers onder belasting ... Maar een 30 ton trekbelasting simuleren is geen evidentie. Daarom koos MGH ervoor om een back-toback opstelling te maken waarbij de twee gereviseerde tandwielkasten gelijktijdig konden worden getest. Door deze back-to-back opstelling correct voor te spannen, heeft men de tandwielkasten met een koppel van 56 kNm kunnen testen. Na de test kon met zekerheid van goede werking de installatie in bedrijf gesteld worden. www.mgh.be 21


AGORIA GUNSTIGE INVESTERINGS-VOORUITZICHTEN VOOR TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE Op basis van de resultaten van de voorjaarsenquĂŞte over de investeringen in de industrie die door de Nationale Bank en Agoria werd uitgevoerd, verwachten we dat de aankoop van nieuwe uitrusting in de sectoren van de technologische industrie in 2016 met 5% zal toenemen. Die stijging zal echter geconcentreerd zijn in een klein aantal sectoren. Als gevolg van de weliswaar positieve

maar beperkte ontwikkeling van hun bedrijvigheid en rentabiliteit aarzelen de meeste sectoren nog. In 2017 zou de investeringsgroei overal doorzetten. De bedrijvigheid zal blijven toenemen in een gematigd tempo, voldoende om de bestaande capaciteit beter te benutten. In de meeste sectoren zal de kritieke drempel worden overschreden waardoor de vraag naar nieuwe uitrusting zal toenemen. Ook de rentabiliteit zou zich verder herstellen, met name dankzij de loonmatiging.

INVESTERINGEN IN DE TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE CONJUNCTUURKLIMAAT VERBETERT Hoewel de omzet van de technologische industrie in het tweede kwartaal is gestagneerd t.o.v. het voorgaande kwartaal, blijft het verloop op jaarbasis positief met een toename van 0,7%.

OMZET TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE In het tweede kwartaal lieten alle sectoren een verbetering optekenen t.o.v. twaalf maanden eerder, met als enige uitzondering de metaal excl. staalindustrie, die kampte met dalende verkoopprijzen. Overige transportmiddelen, installatie en maintenance of nog elektro, optica en ICT presteerden sterk.

OMZETVERLOOP IN DE SECTOREN (%) Voor de tweede helft van het jaar wordt verwacht dat de bedrijvigheid van de technologische industrie zal blijven toenemen, al zullen geen spectaculaire groeicijfers worden genoteerd. De ondernemingen zijn positiever gestemd over het conjunctuurklimaat dan enkele maanden eerder: de NBB-barometer van onze sectoren zit opnieuw in een opwaartse beweging op middellange termijn en komt hoger uit dan het langetermijngemiddelde. Voorts wordt een bescheiden groeiversnelling verwacht voor de Europese industrie en bouw en voor de investeringen in uitrusting. Metaal excl. staalindustrie

2015 / 2014

Q2 2016 / Q2 2015

6m 2016 / 6m 2015

-4,8

-11

-10

Metaalproducten 1,9 Elektro, optica, ICT Elektronische apparatuur

1

1,5

2

4,5

7

-2,8

3

1,5

Machinebouw -0,2 2,5 3,5 Automobiel -6,1 1 1 Overige transportmiddelen

6,7

6,5

Installatie & maintenance

10

6

ICT-groothandel 0,7 1,5

4 5,5 0,5

ICT-diensten 9,2 2,5 6 Totaal

0,5 0,7 1,5

Contact Alain Wayenberg, Business Group Leader Industrial Automation alain.wayenberg@agoria.be - www.agoria.be 22


3 S Y A D 3

HALL 6 - BOOTH B07

S E G A ST

U WE SAVE YO

time

U WE SAVE YO

money

www.smcpneumatics.be

U WE SAVE YO

trouble


INCASE Knowledge Factry 2SEAS Flow ST1

ST2

ST3

R04

ST4 2

3

R06

R07

R08

Kempische Azbil Abitana bordenbouw Europe 5

4

R09

R10

R11

R12

FVC Techno Beaulieu ProcAT 5

R13

R14

R16

Pegus Apps

6

3

R17

R18

APPLICATION ZONE LSEC 2

ST7

ST6

ST5

3

R28

R01

R27

ATS Groep

6

6

R25

A0

De 1 lta P 6 ate nts

3

1 C0

ATRIUM BAR

6

B02

Metal Work Benelux

14

4

A17-2

A03

AHP & Vintecc

5

A16

A04

Rotero Rotero 4

B04

A15

Ixon

5

A05

Aucxis

4

Igus

5

8

5

A02

4

Schmersal Schmersal Belgium Belgium

7

Gibas

B08

Stäubli Benelux

Gibas

10

6

A08

Eltrex Motion 8 A09

SSV01

6

Legrand Group

6

Fluxer 5

A10-1

Rockwell Automation

10

4

SSV02

SSV04 SSV05

iQunet

A12

Stemmer Imaging

A10-2

Dynatron

Radine

B19

B12

4

B20

BMF Systems

Fanuc

16

B21

DebraTech Solutions

Van Houcke

C09

Hupico 6 4

6

8

2.3

HALL 2

A07

A09 4

4

VB Parts VB Hydrauliek Hydrauliek

Agoria Agoria Indumotion vzw InduMotion

6

5

45

4

10

C04

Lapp Lapp Benelux Benelux

Phoenix Contact

15

Phoenix Contact

8

6

25

B13

B14

C06

Bege BEGE Tempolec Vialec Aandrijftechniek Aandrijftechniek B12 B11 C07 Sigma ABC Weidmüller Industrial Weidmüller Control Parts

Omron Electronics 10

10

B08

Apex Dynamics

ABB ABB

6

10

B09

11

B10

TR-Electronic 5

Covan Systems

Automation 9 Magazine

2.4

B19-1B

Elneo Werma

C05

Lenze

B07

TSBBescom

B19-1A

B05

B06

Vandecappelle

C02

Carlo Gavazzi Reditech C03 Engineering

VMA

10

A10 4

A08

C08

Congress & Event Zone

2.2

WEG WEG Benelux 6 Benelux

10

Indumation4.0.

2.1

A18

8

ACE Stoßdämpfer 6

Torfs Construct

Wittenstein

Schunk Intec

10

5

A11

5

10

A17

Inelmatec

4

A06

B19-2

10

A11 C10

6

3

8

B&R

4

A12 4

125

I T

B15

Fortop

5

3

Block Belgium

4

B10

B04

10

SSV03

Alphatech

6

125

65

A14-2

9

Sick

PM Komponenten

Pepperl Averna + Fuchs A13

4

13

Catael

4

5

12

7

6

SSV06

Mainpress

4

Alcom Electronics

B13

A14-1

Ceratec

Schneider Electric

B18

20

5

IB Swagelok Gefran Synergy

5

B03

3

5

15

A04

C12

B21-2

B20-2

8

Festo

Ninix Technologies

5

B09

Isotron

Ghysel

5

C08

Education Cabinet 4

4

C09

Raster 4 Products 5

WC 1.1

3

Yellax

B20-1

12

12

Jumo Automation

6

A13

Pilz Belgium

Control & Protection

C11 A07

9

6

ZVS Techniek

C04

B14 5

4

Bintz Technics Yaskawa Benelux

B02

C13

Afschrift

5

Koning Allmark &Hartman 6

7

B15

10

16

A16

13

B07

3

A01

CET Motoren

B05

A14

IRA

C14

8

Bosch Rexroth

4

A06

7

B16

6

4

SieTec

6

Socomec

Mides

6

14

Eaton Control C02 Industries Techniques 5 Belgium - Leroy Somer

C01

Danfoss Danfoss Drives

B21-1.2

8

4

B17

4

3

euro HÜBNER

7

5

B03

B24

E&CS

B21-1.1

Wago Belux

13

B18-2

4

Profilex Canon Givatec

R23

B23

5

L. Tas Yokogawa Yokogawa & Co Belgium Belgium

8

A17-1

5

B18-1 6

R24

Duvivier Motronic

3

AWP

4

ZONE 3

B22 4

B01

B01

Elobau Benelux

Esco Drives

8

R22

6

Lo Enge gis ls tic s A18

R21

6

4

4

A02

R20

ZONE 3

DTplan

ST8

R19

4

1.2

HALL 1

Wo B


INDUmation be 2017

Kortrijk Xpo Kortrijk Xpo

8-10/2 8-10/2

Factory » » Process Process » » Infrastructure Infrastructure automation automation show show The Belgian Belgian Factory The

RAMBLA

2017

C16

Act inC16 Act in time time 10 10

4 4

4 4

PEC A01 PEC A01 Products Products 6

A02

SensorA02 Sensor Partners 4 Partners 4

6

C15 C15

Schmalz Schmalz6 6

C14 C14

onderware onderware Benelux Benelux

10 10 B12 B12 10 10

C11 C11

ATS ATS Groep Groep

7 7

Bihl + Bihl + Wiedemann Wiedemann C07 C07

9 9

8 8

VHA VHA

LeuzeA06 Leuze Electronic Electronic 4

B03-1 B03-1

6 6

B10 B10

B04 B04

Vistalink Vistalink6 6

D12 D12

Retec Retec Instruments 6 Instruments 6

D11 D11

Beckhoff Beckhoff

6 6

20 20

Rittal

Vansichen Vansichen Lineairtechniek Lineairtechniek

20 20

5 5

15 15

Electronic 12 12

C06 C06

ACE ACE

8 8

D08 D08

Brevini Brevini Brevini 6 6

Linak Linak

D06 D06

6 6

A10 A10

Siemens Siemens

10 10

Easy Systems Easy Systems 12 12

D04 D04

Actemium Actemium 8 8

10 10

A10 A10

Wenglor Wenglor Wenglor

10 10 D07 D07

17 17

17 17

Heidenhain Heidenhain

8 8

Siemens Siemens

16 16 C05 C05

6.1 6.1 4 4

A10 A10

Siemens Siemens Siemens

C04 C04

SEW SEW SEW Eurodrive Eurodrive Eurodrive

Murrelektronik Murrelektronik

16 16

SMC SMC SMC Pneumatics Pneumatics

4 4

15 15

D09 D09

Vermeire Aandrijvingen Vermeire Vermeire Aandrijvingen

8

B07 B07

CEBEO CEBEO

C03 C03

A09 A09

MGH B06 Nord B06 Nord Aandrijvingen Aandrijvingen 8

B08 B08

Turck Turck Multiprox Multiprox

4 4

A11 A11

MGH MGH

IFM IFM IFM Electronic Electronic

B09 B09

Rittal Rittal

Eplan Eplan

B05 B05

10 10

C02 C02

8 8

De De Roeve Roeve 5 5

Safetyplaza Safetyplaza

4 4

A08 A08

13 13

A12

A12 Yazzoom Objective Yazzoom Objective International B03-2 B03-2 International Dynamics Dynamics

A07 A07

Krohne Krohne

4

9

C01 C01

C10 C10

A06

IGE + XAO IGE + XAO Belgium Belgium 9

10

B11 B11

Endress Endress+ +Endress Hauser +Hauser Hauser

A05 A05

Balluff

Hepco Slide A13 Hepco Benelux Slide Systems Systems BeneluxB02 B02 P&V P&V Elektrotechniek 10 Elektrotechniek

Atem Atem

10 10

A04 A04

A13

8 8

5

Balluff Balluff

4

B01 B01

IKO Nippon IKO Nippon Thompson Thompson5 C12 C12

A03

A03 Systeme Systeme Helmholz 4 Helmholz

8 8

17 17 D03 D03

Linmotion Linmotion

4 4

12 12

KORTRIJK XPO KORTRIJK XPO MEETING CENTER MEETING CENTER

WC WC

HALL 6

LEGENDE LEGENDE contract contract optie optie kolom kolom


Behuizingen van de kleinste naar de grootste op www.rittal.be Bezoek ons op Indumation 8-10/02/2017 Hal 6, stand C01 Rittal nv/sa Industrieterrein E17/3206 - Stokkelaar 8 - 9160 Lokeren T 09 353 91 11 - F 09 355 68 62 - info@rittal.be - www.rittal.be

Vier goede redenen waarom u kunt vertrouwen op de energiezuinige ventielen van ASCO Het gebruik van magneetventielen met een laag energieverbruik biedt vele economische voordelen. Zo kunt u laag vermogen uitgangen in uw besturingen toepassen, het aantal voedingen reduceren, de eisen aan koeling in schakelkasten verlagen en de bedradingskosten minimaliseren. Wat ook uw overwegingen zijn, ASCO heeft de oplossing. De laag vermogen ventielen van ASCO zijn beschikbaar vanaf 0.003 watt. Dat maakt ASCO tot de preferred supplier voor procesinstallaties wereldwijd. Voor nadere informatie bel 02 333 02 50, e-mail info@asconumatics.be of bezoek onze site ASCO-Process op www.asconumatics.be John Brent, Engineering Manager

Het Emerson logo is een handels- en servicemerk van Emerson Electric Co. Het ASCO logo is een geregistreerd handelsmerk van ASCO Valve Inc. Š 2016 ASCO. Alle rechten voorbehouden.


AUTODESK

GENERATIVE DESIGN SOFTWARE LAAT COMPUTER ZELF ONTWERPOPLOSSINGEN VOORSTELLEN

Een computer die zelf begrijpt waar je naartoe wil, wat je wil bereiken. Dat is voor Autodesk het nec-plusultra en volgens de specialist van ontwerpsoftware volgend jaar reeds haalbaar want dan wil het Dreamcatcher lanceren, generative design software die de computer zelf ontwerpoplossingen laat voorstellen op basis van je eigen criteria. ‘Hoe goed onze ontwerptools ook zijn, toch zijn ze in feite altijd een rem geweest op onze verbeelding’, aldus Jeff Kowalski, Chief Technical Officer van Autodesk op de jaarlijkse Autodesk University-conferentie in Las Vegas in november, bijgewoond door bijna 10.000 ontwikkelaars, partners en klanten. ‘Maar twee nieuwe fenomenen gaan daar verandering in brengen: kunstmatige intelligentie en machine learning. Dankzij de nooit geziene rekenkracht die moderne computers ons bieden, kunnen wij hen nu leren zelfstandig te denken. Zij beginnen te begrijpen wat wij nodig hebben en daar brengt ons automatisch bij generative design. Wij moeten niet langer met de computer proberen een oplossing voor onze problemen uit te werken, maar integendeel aan die computer vertellen wat wij als eindresultaat zouden wensen – en de computer komt dan met een aantal alternatieven waaruit wij kunnen kiezen.’ MEER REKENVERMOGEN In de eerste helft van 2017 wil Autodesk de daad bij het woord voegen en met Dreamcatcher zijn langverwachte oplossing voor generative design introduceren. ‘Uiteindelijk zal de eindgebruiker daarin het laatste woord hebben want hij weet precies wat hij wil en verwacht dan een oplossing van de computer’, zegt Carl Bass, CEO van Autodesk. ‘Daarbij is duidelijk ook een belangrijke rol weggelegd voor machine learning want de tools zullen constant leren uit hun eigen ervaring en ook uit de ervaring van de gebruiker. Zaken die tot vóór kort onmogelijk waren omdat de computers niet krachtig genoeg waren.’ AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

WOORD FRANS GODDEN

Hij verwijst daarbij onrechtstreeks naar het nieuwe HP Mini Z2 Workstation dat in de marge van de conferentie aangekondigd werd, een werkstation dat dubbel zo krachtig als om ’t even welke commerciële mini-PC die vandaag op de markt is. Bijzonder klein en licht (amper het formaat van een volwassen brooddoos) maar toch voorzien van alle mogelijke faciliteiten die een designer nodig heeft – en met een prijskaartje dat menige concurrent nachtmerries zal bezorgen. CLOUD EN AR/VR Krachtiger computers beletten Autodesk intussen niet om steeds meer gebruik te maken van de cloud, op het Autodesk Forge-platform dat vorig jaar werd gelanceerd, draaien intussen al meer dan 4.000 toepassingen. ‘In de cloud kunnen onze tools ook leren uit jouw digitale ontwerpen’, weet Bass. ‘Om dat te vergemakkelijken hakken we nu onze technologie in kleine stukjes die je in staat moeten stellen je job eenvoudiger en sneller gedaan te krijgen, vanuit de cloud. En we beperken ons daarbij niet enkel tot onze eigen tools maar kunnen ook tools van derden binnenhalen – het designteam beslist dan wat te gebruiken.’ In de aanloop naar de inzet van meer machine learning en kunstmatige intelligentie heef het bedrijf in de voorbije twaalf maanden zijn ecosysteem dan ook agressief uitgebreid met ondermeer augmented reality en virtual reality. ‘In virtual reality is de link naar je data veel intensiever, je kan ze echt interactief bekijken’, zegt Jeff Kowalski. ‘En dat gaat verder dan enkel visualisatie, het creërt gewoon een betere connectie tussen jou, je werk en de klant. – en het wordt zeker een radicaal nieuwe creatieve ervaring waarbij de computer het natuurlijke talent van de ontwerper verder aanvult.’

www.autodesk.be 27


DE HOGERE ZEEVAARTSCHOOL: MANAGERS EN TECHNIEKERS VAN ZEESCHEPEN De Hogere Zeevaartschool (HZS) – nog onder Napoleon opgericht – is de enige hogeschool in België die masters in Nautische Wetenschappen en bachelors in Scheepswerktuigkunde opleidt, allen officieren voor op de zee- en baggerschepen.

Waar het vroeger vooral pure mechanica – met de dieselmotor als aandrijving – was, is deze opleiding de laatste tien jaar geëvolueerd naar meer elektriciteit (met het trio dieselmotoren, generator, alternator), aangevuld met elektronica, automatisering en PLC-technieken.

De leden van InduMotion vzw waren voor Automation Day III te gast in de Antwerpse Hogere Zeevaartschool. Een ideaal moment om deze bijzondere technische opleiding in de kijker te zetten. De richting ‘Scheepswerktuigkunde’ van de Hogere Zeevaartschool levert de technische officieren verantwoordelijk voor thermische, elektrische, pneumatische en hydraulische en veiligheidsinstallaties. Jaarlijks studeren er 15 à 20 studenten af. Met honderden vacatures te vullen, hebben ze dan ook reeds bij afstuderen hun contract op zak. Via ‘Nautische Wetenschappen’ studeren jaarlijks zo’n 60 à 70 studenten af. Toekomstige dekofficieren, van stuurlui tot kapitein.

De redenen zijn legio. Schepen zijn groter, ook in hun elektrisch vermogen. Vroeger lag dat tussen de 4 à 5 MW, vandaag heeft een containerschip een elektrisch verbruik van 20 à 40 MW, een passagiersschip tot 50 MW. Sinds de jaren negentig zijn grote schepen overgeschakeld van 440V op 6.600 V. Hoogspanning en bijhorende veiligheid is dan ook een topper geworden. Dit gekoppeld met regeltechniek en elektronica. Want om economische en ecologische redenen laat men vandaag de scheepsdiesel niet meer in toerental variëren. Nu heeft men één of meerdere diesels aan boord die op constante snelheid, op hun hoogste rendement, draaien. Hierop gekoppeld – via generator/alternator – de schroefaandrijvingen en de utilities, die allemaal elektrisch werken.

BACHELOR IN DE SCHEEPSWERKTUIGKUNDE De scheepswerktuigkundigen beheren ‘de machinekamer’. Dat behelst alle technieken op een schip: van de aandrijving tot de automatisering, van de verlichting tot communicatiesystemen. Daarom is ‘Scheepswerktuigkunde’ een breed opleidingsprogramma dat de evoluties in de scheepvaart van dichtbij volgt.

Via automatisering, regeltechniek en frequentiesturingen wordt het elektrisch aanbod in overeenstemming gebracht met de vraag. Regeltechniek is ook belangrijk voor ‘dynamic positioning’, technologie die toelaat om op een exacte plaats stil te blijven liggen en om zeer nauwkeurig te manoeuvreren. Gebruikt bij kabelleggers en baggerschepen, maar ook op cruiseschepen en

‘Nu heeft men één of meerdere diesels aan boord die op constante snelheid, op hun hoogste rendement, draaien.’

28


ONDERWIJS WOORD IR. ALFONS CALDERS

ferry’s. Schepen zoals de gastankers zijn dan weer drijvende fabrieken met hightech automatisering en veiligheidsequipment. PERMANENT BIJLEREN Eens afgestudeerd kan een scheepswerktuigkundige aan de slag als junior engineer. Aan boord specialiseren ze zich verder, gericht op hun taak. Zo kunnen ze doorgroeien. Dat is trouwens hét uitdagende: ze kunnen vrij jong promotie maken en hebben een gevarieerde, boeiende job. Anderzijds geldt in de job: permanent bijblijven. Daarom zijn ze verplicht elke vijf jaar hun brevetten te vernieuwen. Dat betekent: telkens cursussen volgen over de evoluties in hun beroep: van brandveiligheid tot hoogspannings- en automatiseringstechnieken. Dat kunnen ze (ook) in de Hogere Zeevaartschool. Niet slagen in hun examens betekent degradatie. Omdat het examen sterk gelinkt is met hun dagelijkse taken, slagen de meesten vlot. Sommigen hebben een extra inspanning te doen om hun papieren in orde te houden. De revisie van een scheepsmotor.

Het domein van de scheepswerktuigkundige: de machinekamer.

MASTER IN DE NAUTISCHE WETENSCHAPPEN Dekofficieren managen het schip, bepalen de reisroute, bedienen de maritieme communicatie, beheren de lading ... Vroeger was de kapitein – eens op zee – schipper naast God, met andere woorden hij moest zijn plan trekken. Vandaag is het contact met de rederij intensief, is een schip beheren en navigeren complexer ... Het is een managersfunctie geworden. In de Nautische Wetenschappen is de masteropleiding daarom meer theoretisch, meer management georiënteerd. Met natuurlijk nog steeds een stevig pakket techniek, want dat blijft de basis van de job. Gemiddeld blijven officieren zo’n 10 à 15 jaar varen. Maar daarna vinden ze gemakkelijk werk aan de wal. Omdat scheepswerktuigkundigen allround-techniekers zijn, vinden ze vlot werk in topposities in bijvoorbeeld de chemische industrie. Er zijn ook veel officieren die – eens aan de wal – een aan de scheepvaart gelieerde job vinden. www.hzs.be

‘We werven ze allemaal aan.’ De Hogere Zeevaartschool groeit: in 2000 waren er 255 studenten, in het academiejaar 2015-2016 over de 600. Omdat de HZS de enige hogeschool in België is waar in de twee landstalen wordt les gegeven, is het een internationale leeromgeving. Met studenten uit ruim 20 landen, gelijk verdeeld over een Nederlandstalige en Franstalige afdeling. De hogeschool ligt in Antwerpen, in de Scheldebocht net voorbij het Eilandje. Een beschermd AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

gebouw daterend uit 1931. Het gebouw is oud, maar de opleidingen zijn hypermodern. De HZS is een maritiem kennis- en opleidingscentrum – ISO 9000gecertificeerd – met hightech infrastructuur op vlak van techniek (o.a. Marine High Voltage Labo) en simulaties (machinekamers van meerdere type schepen). Dankzij onze Belgische hoogtechnologisch opgeleide studenten en innovaties draaien onze reders – zoals olierederij Euronav, gasrederij Exmar, Ahlers (chemicaliëntankers) – en de

baggeraars Deme en Jan De Nul mee aan de wereldtop. De HZS-scheepswerktuigkundigen zijn gegeerd. De baggeraars zeggen: ‘Zelfs als er bij de Hogere Zeevaartschool 1.000 afstuderen, we werven ze allemaal aan!’ België is overigens wel degelijk een zeevaartnatie. Onze vloot is in tonnage, in draagvermogen, groter dan de Franse en de Nederlandse vloot. De groei kwam er pas na 2003 toen Belgische rederijen terug invlagden omdat ons land zorgde voor een betere fiscaliteit en sociale zekerheid. 29


vlnr: Greet Eyckmans, Ann Mostès, Muriel Caals en Hanne Vissers


INTERVIEW WOORD JEAN-CHARLES VERWAEST | BEELD AUTOMATION MAGAZINE

Geen glazen plafond voor vier vrouwelijke ingenieurs van SMC Pneumatics in Wommelgem

‘EERST IS ER EEN DREMPEL, MAAR DAARNA ZIJN ER ALLEEN VOORDELEN!’ Als klanten van SMC Pneumatics uit Wommelgem een technische vraag hebben, dan is de kans groot dat ze bij een vrouw terechtkomen. Het bedrijf heeft vier vrouwelijke ingenieurs in dienst. ‘Vooral oudere mannen zijn wantrouwig en denken dat een vrouwelijke ingenieur hen niet zal kunnen voorthelpen’, vertelt het viertal. SMC Pneumatics werd in 1986 opgericht in België. Het bedrijf maakt deel uit van de Japanse multinational SMC Corporation (Sintered Metal Company) en is wereldmarktleider op het gebied van pneumatische componenten en systemen voor industriële automatisering. Zo vervaardigt en levert SMC onderdelen voor onder meer de life science industry, automotive industry, food & packaging industry en electronics industry. In Wommelgem heeft SMC een groot magazijn en een vernieuwd kantoorgebouw naast de E34-autosnelweg. Greet Eyckmans, Ann Mostès, Muriel Caals en Hanne Vissers gaan er dagelijks graag aan de slag. Tijd voor een gesprek met vier vrouwelijke ingenieurs die een balans opmaken van hun loopbaan in een technische mannenwereld. Greet Eyckmans studeerde voor industrieel ingenieur optie Elektromechanica en Medische AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

Ingenieurstechnieken aan het KIHA in Hoboken (inmiddels Karel de Grote Hogeschool). Zij werkt bij SMC op de binnendienst waar ze voor klanten offertes maakt. Haar collega Ann Mostès studeerde af na vier jaar industrieel ingenieur bij Groep T in Leuven, waar ze koos voor Elektromechanica en Automatisatie. Ook zij werkt, net als Greet, bij de binnendienst waar ze klanten te woord staat en offertes maakt. Muriel Caals is het langst in dienst bij SMC. ‘Ik startte hier zo’n twintig jaar geleden toen we met vier medewerkers waren: twee mensen op kantoor en twee mensen die de klanten bezochten. Het magazijn was in Eindhoven. Inmiddels zijn we met een team van dertig medewerkers.’ Muriel studeerde, net als Greet, aan het vroegere KIHA (Katholieke Industriële Hogeschool Antwerpen) voor industrieel ingenieur, optie Elektromechanica en Medische Ingenieurstechnieken. Zij zorgt bij SMC voor de technical support en geeft advies aan klanten én de eigen SMC-collega’s. 31


‘Voor alle vragen over het SMC-gamma kan je bij haar terecht’, zeggen haar collega’s. Muriel is als eerste op de hoogte van de nieuwste technieken en producten. Momenteel wil ze zich specialiseren in elektrische assen en aandrijvingen, wat veel studiewerk vergt. Greet en Ann omschrijven Muriel als een ‘wandelende SMC-productencatalogus.’ Wat een mooi compliment is als je weet dat die catalogus meer dan 12.000 producten bevat. EUROPEAN CENTRAL WAREHOUSE Tot slot is er Hanne Vissers, de nieuwste aanwinst bij SMC. Hanne studeerde in Diepenbeek voor industrieel ingenieur aan de Hogeschool Limburg (later Xios en nu Hogeschool PXL, de studies voor ingenieur zijn overgeheveld naar de Universiteit Hasselt). Hanne koos net zoals Ann voor de specialisatie Elektromechanica en Automatisatie. Ze startte in september bij SMC op de buitendienst. De vier dames zijn best tevreden over hun moderne werkomgeving. SMC kocht en vernieuwde een bestaand kantoorgebouw aan de achterkant van het bedrijf omdat de oude kantoren moesten plaatsmaken voor een uitbreiding van het Europese distributiemagazijn. SMC investeerde de afgelopen jaren miljoenen euro’s in de uitbouw van dat magazijn. Vanuit dit European Central Warehouse (ECW) vertrekken de bestellingen voor SMC-klanten in de EU-lidstaten en landen in Centraal- en Oost-Europa, tot zelfs Rusland en Turkije. In het magazijn worden onderdelen verpakt variërend van doosjes van 3 gram tot kisten van 300 kilo. SMC heeft wereldwijd meer dan 12.000 basisproducten die in 620.000 uitvoeringen leverbaar zijn. EEN VILLA ALS SHOWROOM ‘Onze oude kantoren werden ingepalmd door het magazijn. De muren zijn er weggeklopt en er is één grote ruimte gemaakt’, vertelt Muriel. ‘Sinds juni van dit jaar hebben we onze intrek genomen in deze vernieuwde kantoren. De technische afdeling zit beneden, de commerciële afdeling boven. Vroeger zaten we allemaal samen, wat aangenaam was, maar erg krap. Nu is er meer ruimte en is het rustiger werken.’ 32

Op het nieuwe adres is er ook een modern opleidingslokaal en is er een herstel- en assemblage werkplaats. ‘Een grote verbetering. Het is echt een verademing om hier te mogen werken’, vinden de vier vrouwen. Naast het gebouw heeft SMC ook nog een villa die wordt gebruikt als showroom. ‘Daar ontvangen we klanten en kunnen we producten demonstreren’, weet Hanne. Greet Eyckmans heeft nog gewerkt bij het vroegere Alcatel Bell. ‘Daar hadden ze destijds veel ingenieurs nodig en na mijn studies kon ik er meteen beginnen. Ik heb er ook mijn man leren kennen.’ Greet was daarna actief in de transportbandenwereld en werkte acht jaar bij Brammer. ‘SMC is een leverancier van Brammer en zo kwam ik hier terecht.’ Ann Mostès was eerst in dienst bij ABS Pompen in Diegem, maar toen dat bedrijf verhuisde naar Nederland vond ze werk bij SMC. Collega Muriel Caals belandde via een selectiebureau bij SMC. Hanne Vissers studeerde af in 2003 en startte bij Econosto, een verdeler van kleppen, stoomappendages en instrumentatie in Wijnegem. ‘Tien jaar deed ik er binnendienst, maar toen wilde ik weg van de boeken en documenten en terug in de praktijk alles zien. Vervolgens was ik drie jaar actief als technisch adviseur bij klanten.’ Ook Hanne werd door SMC gecontacteerd. ‘Ik zal nooit louter voor het geld van job veranderen. Het was gewoon een samenloop van omstandigheden. Het werk bij Econosto deed ik graag, maar dat bedrijf werd toen gekocht door Eriks en van zo’n 30 mensen gingen we naar een organisatie met 700 medewerkers. Er volgde een verhuis van Wijnegem naar de Antwerpse haven en bij het aanbod van SMC had ik meteen een goed gevoel.’ WERK EN GEZINSLEVEN Een belangrijk pluspunt, zo vinden de dames, is dat SMC als bedrijf heel flexibel is wat betreft werktijden en arbeidsorganisatie. Zo werkt Muriel drievijfde en Greet viervijfde. ‘Op die manier kan je uw werk goed combineren met je gezinsleven. Er is hier een prima verdeling tussen werk en privé’, klinkt het.


We zijn allemaal het product van onze omgeving en bij Greet Eyckmans is het snel duidelijk waarom ze koos voor ingenieursstudies. ‘Mijn vader is burgerlijk ingenieur, mijn twee ooms zijn ingenieurs en ik was goed in wiskunde. Tijdens mijn studies zaten we bij Elektromechanica slechts met drie dames in het jaar, dit op zo’n 60 studenten.’ ‘Aan de telefoon zijn er nog altijd klanten die vragen om met een man van de technische dienst te spreken. Ze denken dat je de telefoniste of secretaresse bent. Ik antwoord dan beleefd dat ik hen graag probeer te helpen. Vooral oudere mannen zijn wantrouwig, ze denken dat vrouwen minder afweten van techniek.’ Hanne: ‘Het is inderdaad gebeterd. De jongere generatie maakt daar geen probleem van. Voor de ouderen moet je hun respect verdienen. De drempel ligt hoger, maar eenmaal erover heb je alleen maar voordelen. Als je ze goed kunt helpen, zullen ze u blijven bellen.’ Muriel: ‘Inmiddels komt het zelfs voor dat we vrouwelijke klanten hebben. Het blijft de uitzondering – van de honderd telefoons zijn er slechts twee van vrouwen – maar het is toch aangenaam.’ FIETS OF GRASMACHINE KAPOT? Na haar humaniora trok Ann Mostès als uitwisselingstudent voor een jaartje naar Brazilië. Bij haar terugkeer besloot ze voor burgerlijk ingenieur te studeren, veel studiediscipline was er niet meer na haar reisavontuur en ze schakelde over naar industrieel ingenieur. ‘Wiskunde lag me wel en ik wilde niets met talen studeren.’ Collega Muriel Caals onderzocht al van kleinsaf aan hoe zaken technisch in elkaar steken. ‘Ik volgde Wetenschappelijke B en deed graag chemie, fysica en wiskunde. Fiets of grasmachine kapot? Dan repareerde ik dat zelf.’ ‘Als een man dat kan, kunnen wij dat ook’, beaamt Greet. Voorts was er bij Muriel ook een familietrekje: ‘Mijn vader, man, broer en diens vrouw zijn ingenieurs. Ook onze kinderen volgen wetenschappelijke richtingen.’ Hanne Vissers studeerde voor ingenieur uit ‘eliminatie.’ ‘Ik wilde geen talen, iets algemeen, waar je dus veel richtingen mee uitkon, en toch wetenschappelijk.’ Opvallend: Hanne vindt dat de ingenieursstudies in ons land meer praktijkgericht moeten zijn. ‘Wij kregen amper een basis mee. Als je uw diploma haalt, dan wil dat zeggen dat je een zeker niveau van denken hebt, maar in feite is de inhoud van je opleiding lucht. In de praktijk weet je niets. Je kan gewoon goed van buiten leren. Beter zou zijn moest de opleiding bestaan uit drie jaar Bachelor (vroeger graduaat) en twee jaar Master (theorie). Als ik nu hoor hoe bedrijfsgericht ze tegenwoordig in mijn vroegere school in de technische Bacheloropleiding tewerk gaan, dan heb ik daar veel bewondering voor.’

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

Greet herkent zich in die uitleg. Zelf volgde ze na haar studies een postgraduaat aan de KUL met meer algemene vakken die tijdens de ingenieursstudies niet aan bod komen, zoals: hoe werkt een bedrijf, marketing, inleiding tot het recht, macro-economie en boekhouding. GEEN TIEN DIRECTIENIVEAUS SMC is actief in 78 landen en heeft wereldwijd meer dan 15.000 werknemers in dienst. Dit jaar nam SMC in België drie extra medewerkers aan voor de buitendienst. ‘Bij ons is SMC een jong bedrijf. Bij mijn vorige werkgever bedroeg de gemiddelde leeftijd 51 jaar en waren er bijna geen twintigers. Hier ligt de gemiddelde leeftijd tussen 35 en 45 jaar’, vertelt Hanne.

‘Het blijft de uitzondering: van de honderd telefoons zijn er slechts twee van vrouwen.’ Muriel: ‘SMC is een stabiel bedrijf. Japanners hechten veel belang aan loyauteit. Als ik contact heb met mijn collega’s in Europa dan zijn dat 9 op de 10 dezelfde mensen als jaren geleden. Dat is aangenaam want zo kan je internationaal contacten leggen die duurzaam zijn.’ Het viertal is het erover eens dat SMC een heel mensgericht bedrijf is. ‘Er is één baas – en geen tien directieniveaus – en je kan bij hem het bureau binnenstappen met een voorstel waarvan je meteen hoort of het haalbaar is of niet. Er zijn hier zeer korte beslissingslijnen’, zegt Hanne. SMC Pneumatics werkt op vele vlakken samen met SMC Nederland, maar op commercieel gebied is er een volledige autonomie. Dat vinden de vier dames een goede zaak. ‘België is een bijzonder land. Onze klanten hier verwachten andere oplossingen. Als je België niet als een aparte entiteit beschouwt, dan loop je tegen een muur. Nederlanders zullen bijvoorbeeld makkelijker standaarden aanvaarden. Een Belg is moeilijker te overtuigen en wil er altijd een hoekje of kantje aan’, besluit het viertal. www.smcpneumatics.be

33


Sie AD IDS 11/2016 130x185 NL_Opmaak 1 1/12/16 16:42 Pagina 1

Horizontale integratie

99% Installatiebeschikbaarheid

Verander van perspectief – en ontdek meer mogelijkheden. Integrated Drive Systems Drievoudige integratie voor hogere efficiëntie, betrouwbaarheid en productiviteit

Een totaaloplossing voor al uw aandrijvingen, die zorgt voor een hogere productiviteit, efficiëntie en betrouwbaarheid? ‘Siemens Integrated Drive Systems’ unieke drievoudige integratie zorgt ervoor dat alle componenten optimaal op elkaar afgestemd zijn, in om het even welke aandrijftrein of automatiseringsomgeving, en garandeert topprestaties gedurende de hele levenscyclus. Zo beschikt u met basiscomponenten en middelen in een mum van tijd over een innovatief en performant aandrijfsysteem. En dat alles via één gespecialiseerd aanspreekpunt. Uw voordeel? Lagere energiekosten, snellere time-to-market en hogere rendabiliteit. siemens.be/ids

Verticale integratie

30% Engineeringtijd

Levenscyclusintegratie

15% Onderhoudskosten


DANFOSS WOORD LUKE WADSLEY | BEELD DANFOSS POWER SOLUTIONS

OPTIMALE SYSTEEMOPLOSSINGEN DANKZIJ DIGITALE POMPEN In het voorbije decennium heeft de technologie van digitale hydraulische systemen aanzienlijk aan belang gewonnen en is ze in een stroomversnelling geraakt. Er zijn heel wat redenen voor deze vooruitgang. De druk om de productiviteit van zowel aandrijfals werkfuncties bij mobiele voertuigsystemen te verhogen, om de totale installatiekosten ervan voor de OEM te minimaliseren en om de totale eigendomskosten ervan te beperken, blijft groeien. Bovendien blijft ook de wetgeving nieuwe uitdagingen stellen aan voertuigproducenten op het gebied van emissievoorschriften, bedieningsgemak, lawaai en veiligheid. Daarbij zien we een trend naar meer beperkingen op brandstofverbruik en/of CO2-uitstoot, een volledige levensduurplanning e.d. Terwijl volatiele energiekosten een permanente dreiging vormen voor de eindgebruiker, is er steeds meer aandacht op systeemniveau vereist om componenten en subsystemen optimaal op elkaar af te stemmen en zo verliezen te vermijden en tegelijk de lat voor voertuigprestaties hoog te leggen. De opkomst van digitale hydraulische pompen en motoren op de mondiale markt brengt de innovatie met zich mee die broodnodig is om deze kwesties aan te pakken. DIGITALE HYDRAULICA De termen ‘digitaal’ en ‘hydraulisch’ zijn de voorbije decennia in vele verschillende contexten met elkaar in verband gebracht; Juhala, Merrill, Linjama, Bishop. Voor de duidelijkheid komen daarom in dit artikel enkel digitale hydraulische pompen en motoren aan

bod die gelijkaardig zijn aan wat momenteel door Artemis Intelligent Power wordt ontwikkeld. Met de termen ‘DDP’ of ‘digitale pomp’ verwijzen we naar Digital Displacement®* Pumps en met ‘DDM’ of ‘digitale motoren’ naar Digital Displacement®* Motors. Hieronder volgt een gedetailleerdere beschrijving van deze soorten machines. Digitale pompen en motoren verschillen van hun conventionele tegenhangers door de manier waarop ze het variabele slagvolume verkrijgen en de manier waarop ze individuele plunjers/cilinders commuteren tussen de lage- en hogedrukpoorten. In conventionele hydraulische plunjerpompen en -motoren, wordt de commutatie van de vloeistof verkregen met een spiegelplaat (of poortenplaat) die geoptimaliseerd is om zo efficiënt en stil mogelijk te werken bij één specifieke bedrijfstoestand. Het variabele slagvolume wordt bereikt door de plunjerslag mechanisch en/of hydraulisch te wijzigen. Bij digitale pompen en motoren blijft de plunjerslag echter constant, onafhankelijk van het effectieve slagvolume. Zowel commutatie als het variabele slagvolume worden verkregen door een inlaat- en uitlaatklep op elke cilinder elektronisch te controleren in een gefaseerde verhouding tot de positie van de krukas. Zo kan een relatief simpele en robuuste machine (doorgaans met radiale plunjers) met natuurlijk lage verliezen worden gecombineerd met een verfijnd bedieningssysteem en snelle aan-uitkleppen voor superieure efficiëntie en bestuurbaarheid op componentniveau. Afbeelding 1 is een vereenvoudigd schema van één plunjer/cilinder van een digitale pomp of motor en de overeenkomstige kleppen. Figure 1: Simplified Schematic: Digital Pump/Motor Piston/Cylinder

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

35


WERKING VAN DE COMPONENTEN Digitale hydraulische toestellen zijn er in verschillende vormen, die telkens bedoeld zijn om een optimale functionaliteit te bieden voor de vereisten die het subsysteem van het toestel in kwestie stelt. In essentie werkt een digitale pomp van nature als een pomp met een variabel slagvolume voor een open kringloop, analoog aan axiale plunjerpompen met een variabele verplaatsing voor open kringlopen. Dat betekent dat ze beschikt over een tankpoort en een hogedrukpoort en enkel langs de hogedrukpoort een debiet kan leveren: een toestel met één kwadrant (debiet en druk). Zie Afbeelding 2.

Een digitale pomp/motor met één hogedrukleiding aansluiten op een digitale motor levert een as-op-astransmissie op met een volledige vierkwadrantenwerking voor snelheid en koppel zoals aangegeven in Afbeelding 4. De pomp/motor die aangedreven wordt door de motor van het voertuig kan een stroom onder hoge druk leveren of ontvangen die afgestemd is op de vraag van de digitale motor aangesloten op de eindaandrijving. De bediener kan deze digitale hydraulische motor op de eindaandrijving positief of negatief koppel laten leveren wanneer hij in de ene of de andere richting draait. Deze opstelling maakt het natuurlijk ook mogelijk om opslag van hydraulische energie in de hogedrukleiding te integreren en zo energie te recupereren en hergebruiken; Rydberg5).

Figure 2: Digital Pump (DDP) Bij een digitale pomp/motor wordt voortgebouwd op deze functionaliteit door ook de mogelijkheid te bieden om een stroom uit een hogedrukbron te ontvangen (motorwerking). Het toestel beschikt nog steeds enkel over een P- en een T-poort, dus de toevoeging van deze motorwerking maakt het toestel analoog aan een variabele pomp voor een open kringloop die ‘overcenter’ kan gaan – waardoor de stromingsrichting wordt omgekeerd. Dat maakt een tweede werkingskwadrant voor debiet en druk mogelijk. Zie Afbeelding 3.

Figure 4: Full Digital Hydraulic Transmission Er bestaan uiteraard nog vele andere opstellingen van digitale pompen en motoren die interessant kunnen zijn om het juiste evenwicht te kiezen tussen kosten/ complexiteit en het behaalde voordeel. Een ervan is het gebruik van een digitale pomp of pomp/motor aan de ingangszijde van de transmissie en het gebruik van een conventionele hydraulische motor voor een gesloten kringloop aan de uitlaat. Zie Afbeelding 5. Bij deze opstelling moeten wel conventionele kleppen worden gebruikt om de P- & T-poort van de digitale pomp of motor naar behoren aan te sluiten op de A- en de B-poort van de conventionele hydraulische motor. Zelfs met de vereiste toevoeging van richtings- en remkleppen levert deze machinearchitectuur echter een aanzienlijke brandstofbesparing op.

Figure 3: Digital Pump/Motor (DDPM) De DDPM is erg geschikt voor subsystemen waarbij de as wordt aangedreven door een primaire aandrijving. Voor toepassingen (d.w.z. voertuigaandrijving) waarbij de digitale verdringerpomp/motor vanuit stilstand moet starten is de digitale motor (DDM), een variant van de digitale pomp/motor, een betere keuze. Die maakt gebruik van een bijkomende interne functionaliteit om het mogelijk te maken om vanuit stilstand te starten met een hoog koppel. 36

Figure 5: Digital Pump/Motor with Conventional Hydraulic Motor


Nog een interessante mogelijkheid die digitale pompen en motoren bieden, omvat het elimineren van proportionele kleppen tussen de hydraulische pomp en de last. Deze architectuur, die vaak ‘direct-cylindercontrol’ genoemd wordt, is mogelijk dankzij de uiterst snelle en stabiele reactie-eigenschappen van dit soort hydraulische machine, zoals weergegeven in Afbeelding 6. De vaak aanzienlijke verliezen in smoringen, die anders gepaard gaan met proportionele kleppen, kunnen bij deze opstelling worden vermeden. Er is ook een precieze positieregeling voor de hydraulische actuatoren mogelijk.

Figure 8. Typical Mobile Machine Layout

Figure 6: Direct Cylinder Control Zoals weergegeven in Afbeelding 7 levert de eenvoudige toevoeging van een hydraulische accumulator op de uitlaatpoort van een digitale pomp/motor een bijzonder handige module op voor de opslag van overtollige energie die door de motor van het voertuig wordt geleverd of energie uit de rest van de machine, die vrijkomt bij het remmen of het neerlaten van lasten en anders als warmte verloren zou gaan. Een aanzienlijk deel van deze energie zou dan opnieuw kunnen worden gebruikt door het toestel.

Figure 9. Alternative Mobile Machine Layout

MEERDERE DIENSTEN In Afbeelding 8 wordt een voorbeeld gegeven dat de machinearchitectuur benadert. Deze opstelling is kenmerkend voor de architectuur van vele mobiele machines die uit twee belangrijke energieverbruikers bestaan: een aandrijf- en een werkfunctie. In deze vaak voorkomende opstelling wordt het motorvermogen verdeeld door een versnellingskast die vaak geïntegreerd is in de transmissie zelf. De afmetingen van de hydrauliek van de werkfunctie en de opstelling van de aandrijvingstransmissie worden apart bepaald volgens hun afzonderlijke behoeften.

Zo kan één pompsysteem verschillende verbruikers bedienen (Linjama). De behoeften van de werk- en de aandrijffunctie kunnen nu als één geheel in aanmerking worden genomen wanneer de afmetingen van het volledige systeem worden bepaald. Zo kunnen synergieën tussen de twee worden benut. Als de bedrijfscyclus van de machine bijvoorbeeld perioden omvat waarbij de aandrijffunctie een hoog debiet vereist (bijvoorbeeld om met een bijna maximale snelheid te rijden) terwijl de werkfunctie een relatief laag debiet vereist (bv. kleine aanpassingen van hydraulische cilinders), kan een deel van het slagvolume van de werkfunctie worden gebruikt voor de aandrijving. Daardoor wordt het slagvolume toegewezen aan het systeem dat het meest nodig heeft en hoeft de motor van het voertuig niet zo snel te draaien om in een bepaalde debietbehoefte te voorzien, waardoor hij minder brandstof gaat verbruiken. Zo kan de systeemontwerper, die een beeld heeft van alle behoeften van de hele machine, het totale geïnstalleerde slagvolume tot een minimum beperken. Dat helpt op zijn beurt de hoeveelheid apparatuur die geïnstalleerd moet worden en de kosten te beperken.

In Afbeelding 9 wordt een alternatieve opstelling weergegeven voor hetzelfde voertuig, waarbij een beroep wordt gedaan op digitale pompen en motoren. Omdat het debiet van verschillende plunjers/cilinders bij digitale hydraulische pompen en motoren afzonderlijk wordt geregeld, kan de systeemontwerper nog iets vrijer kiezen hoe deze debieten tot netto-uitgangsdebieten moeten worden gecombineerd.

Figure 7: Energy Storage Module AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

37


EFFICIËNTIE VAN DE COMPONENTEN Met het oog op de functionaliteit van digitale pompen kunnen enkele algemene vergelijkingen met conventionele hydraulische machines nuttig zijn om het potentiële voordeel in kaart te brengen. In Afbeeldingen 10, 11 en 12, wordt de algemene efficiëntie uitgetekend op de linker y-as en de energieverliezen op de rechter y-as. Alle voorstellingen verwijzen naar een werking bij 300 Bar, met een maximaal ingangsvermogen van 175 kW.

De cijfers tonen duidelijk de inherente efficiëntiewinsten/ efficiëntieverliesbeperking op componentniveau die digitale hydraulische machines kunnen bieden in vergelijking met conventionele plunjerpompen en -motoren met een variabel slagvolume. De belangrijkste verbetering zien we bij een gedeeltelijk slagvolume, waarop tal van mobiele machines tijdens een aanzienlijk deel van de bedrijfstijd een beroep doen. Uit de bovenstaande pompgegevens kunnen we besluiten dat digitale transmissies as op as een ongeziene algemene efficiëntie mogelijk zullen maken, die gewaagd is aan die van vele power-split-transmissies, maar dan zonder de complexiteit van een parallel mechanisch traject. Dat betekent dat de systeemontwerper nu tegelijk kan beschikken over de efficiëntie en betrouwbaarheid van een power-split-transmissie en een traploze transmissie met een hoog koppel. In dit opzicht zullen digitale hydraulische transmissies de ‘off-highway’ transmissiemarkt fel verstoren. TOEPASSINGSVOORBEELD ‘A’: Om de potentiële voordelen van hydraulische architecturen voor de eindgebruiker beter in kaart te brengen, wordt in Afbeelding 13 het brandstofverbruik van vier verschillende machinearchitecturen vergeleken. De meest linkse staaf stelt de alomtegenwoordige koppelomvormertransmissie voor, de tweede van links een typische hydrostatische transmissie voor een gesloten kringloop, de derde een dieselelektrisch aandrijfsysteem en de meest rechtse een typische architectuur voor een digitaal pompsysteem. De resultaten voor het relatieve brandstofverbruik in Afbeelding 13 werden bekomen a.d.h.v. werkelijke metingen van machines tijdens een standaardcyclus die geldt als een middelzware belasting en normaal gebruik.

Figure 13: Application Example ‘A’: Fuel Consumption

Figure 10: 100% Displacement Figure 11: 20% Displacement Figure 12: 1500 RPM

38

De voordelen op het gebied van brandstofverbruik zijn duidelijk: het digitale pompsysteem bleek bijna 40 procent minder brandstof te verbruiken dan de koppelomvormer, en nog steeds ruim 15 procent minder dan de geavanceerde dieselelektrische aandrijving. Bij deze vergelijking is het belangrijk om op te merken dat de machines niet aan de extreemste bedrijfscyclus


werden onderworpen; bij een agressievere belasting zou de kloof tussen de verschillende systemen nog groter zijn en het reeds aantrekkelijke voordeel van de digitale hydraulische oplossing enkel toenemen. De verbeteringen in efficiëntie op componentniveau en de optimalisatie van de bediening op systeemniveau leveren tastbare brandstofbesparingen op. Bovendien werd de brandstofbesparing in dit voorbeeld bekomen zonder energieopslagsystemen: puur door verliezen te beperken en de bediening te verbeteren. TOEPASSINGSVOORBEELD ‘B’: Zoals het vorige voorbeeld al aantoonde, beschikken digitale hydraulische systemen over het potentieel om het beste brandstofverbruik in hun soort te bieden vergeleken met bestaande architecturen. Maar zelfs binnen het digitaal hydraulische kader moeten er verschillende keuzes worden gemaakt om optimaal te voldoen aan de vereisten van verschillende machinetypes. Deze flexibiliteit werd aangetoond door een simulatieonderzoek van een tweede toepassingsvoorbeeld. Digitale hydraulische systemen 1-5 zijn systemen waarbij wel gebruik wordt gemaakt van de systemarchitecturen die hoger werden omschreven: digitale motoren, energieopslag enz. Daardoor kunnen er binnen de perken van digitale hydraulische architecturen keuzes worden gemaakt om een evenwicht te vinden tussen het lagere brandstofverbruik en de totale installatiekosten, vereisten van de bedrijfscyclus, bestaande machinearchitecturen en plannen voor hybridisering.

Figure 14: Application Example ‘B’: Fuel Consumption RIJPRESTATIES Een van de belangrijke hindernissen om nieuwe mobiele machinearchitecturen te introduceren, vooral wat de aandrijvingsfunctie betreft, is het afstemmen van de rijprestaties op de behoeften van de eindgebruiker. De eigenschappen daarvan werden gedurende vele generaties van de machines zorgvuldig verfijnd om ze af te stemmen op de afzonderlijke machinetypes en de vereisten van het merkimago. De bedieners van deze machines zijn sterk vertrouwd geraakt met de eigenschappen van de transmissieaandrijvingen en alle AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

ingrijpende veranderingen kunnen een negatieve impact hebben op de productiviteit. Ook dit is een gebied waarop digitale machinearchitecturen een voordeel hebben. Dankzij de aard van hun low-level-softwarecontrole kunnen hun softwareparameters gemakkelijk worden aangepast aan het specifieke rijgedrag. Als een bepaald voertuig vandaag bijvoorbeeld gebruik maakt van een powershifttransmissie met een koppelomvormer, kan het digitale hydraulische systeem dat voor dat voertuig wordt ontworpen zo worden ingesteld dat het automatisch freewheelt zodat het bijzonder zacht aanvoelt bij het besturen. Op dezelfde manier kan bij voertuigen die gebruik maken van een hydrostatische aandrijflijn met een gesloten kringloop het digitale hydraulische systeem worden aangepast zodat het steeds agressiever reageert op de handelingen van de bestuurder om het originele systeem na te bootsen. Op die manier kan met zorgvuldige planning en coherente ontwikkeling om het even welk rijgedrag worden ingesteld, zonder dat daarvoor de klassieke omslachtige wijzigingen aan de hardware nodig zijn. Verder kan de bediener ook even productief blijven werken wanneer de architectuur wordt gewijzigd. ONTWIKKELINGSAANPAK Om de voordelen die digitale hydraulische systeemarchitecturen vandaag de dag met zich meebrengen, optimaal te benutten, dient zo vroeg mogelijk tijdens de ontwikkelingscyclus een toegewijd team van experts te worden ingeschakeld. Zij moeten de ware vereisten van elke mobiele machine op het gebied van prestaties en de bedrijfscyclus zeer goed begrijpen om de componenten van het systeem optimaal op elkaar af te stemmen en zo een performante combinatie te verkrijgen. Uiteindelijk levert dat superieure waarde op voor de eindgebruiker en maximaliseert het daarbij ook de voordelen waar de voertuigontwerper van kan profiteren. CONCLUSIE Digitale pompen en motoren staan op het punt om de manier waarop mobiele machines vandaag worden ontworpen, radicaal te veranderen. Deze boeiende technologie is zich in sneltempo aan het ontpoppen tot dé oplossing om komaf te maken met inefficiëntie, bedieningssystemen die tekortschieten en ruimteproblemen waar de ontwerpers van mobiele machines al lang mee kampen. Digitale oplossingen bieden ook een uitstekend platform om de impact van Tier 4 en toekomstige regelgeving voor machines op te vangen. BRONNEN - Luke Wadsley (lwadsley@danfoss.com) is Manager Technology bij Danfoss, waar hij zich al 11 jaar concentreert op de opkomende technologie van digitale hydrauliek. In 2001 behaalde hij zijn BSME (bachelor in werktuigkunde) van Iowa State University. - Artemis Intelligent Power (www.artemisip.com) 39


W

ATT DRIVE EG GEARS

testo thermography app

De beste thermische camera voor elke toepassing • • •

WG20

testo NV • Industrielaan 19 • 1740 Ternat • Tel. 02/582 03 62 • info@testo.be • www.testo.be

GEAR UP FOR A NEW GENERATION INDUmation be Kortrijk Xpo

The Belgian Factory » Process » Infrastructure automation show

Visit WEG

Benelux at INDUMATION

in Kortrijk Xpo, Stand

Uitstekende beeldkwaliteit Eenvoudige thermografie Draadloze verbinding met smartphone

8-10/2

2017

Pub testo.indd 1

11/23/2016 4:04:52 PM

UIT VOORRAAD! MEMBRAANACCUMULATOREN, BALGACCUMULATOREN EN ACCESSOIRES

H1-A18

Geared motor range up to 600 Nm in line with market requirements g g g g g g g g

3 types of gear units Robust, lightweight, efficient Standard mounting dimensions Less noise Certifications for international markets Worldwide use Different motor modules Frequency inverter operation (100 Hz)

Experience WG20: www.weg.net/wg20 WEG Benelux SA Tel.: 067 89 02 10

E-Mail: info-be@weg.net

Transforming energy into solutions. www.weg.net/be

Meer info? Verdeler voor België Hagbenden 39 A - B-4731 EYNATTEN Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be


PRODUCTEN

SMC INTRODUCEERT COMPACTE VACUÜMEJECTOR MET ZUIGNAP

De vernieuwde ZHP-serie van SMC vergt minder componenten en ingewikkelde ontwerpstructuren. De vacuüm-unit heeft een innovatieve vergrendeling waarmee de zuignap in één beweging kan worden vervangen. Zo kunnen de zuignappen gemakkelijk worden vastgezet of losgemaakt en hebben ze weinig onderhoud nodig. De verbeterde tweetrapsejector maakt het genereren van vacuüm efficiënter. De vacuümflow is met 50 procent toegenomen, terwijl het luchtverbruik met 30 procent is afgenomen. De ZHP heeft op drie plaatsen vacuümaansluitingen. Zo is aansluiting in serie mogelijk om meerdere apparaten met elkaar te verbinden. De ZHP heeft ook andere ontwerpvoordelen, zoals een geluiddemper met doorlopend gat die het geluidsniveau en het risico op verstopping aanzienlijk vermindert. Om de levensduur te verbeteren en het risico van vervuiling van buitenaf te verminderen, heeft SMC een filter in de zuignappoort aangebracht. De ZHP kan worden aangepast in uiteenlopende toepassingen, zoals gerobotiseerde pallettisering, plaatstaalbewerking in de automobielindustrie en inpakmachines. ww.smc.eu

DANA KOOPT DEEL BREVINI Het Amerikaanse bedrijf Dana Incorporated uit Ohio koopt 80 procent van de aandelen van de afdelingen Power Transmissions en Fluid Power van Brevini. Het heeft voorts een optie om de resterende 20 procent van de aandelen tegen 2020 te verwerven. Dana biedt technologische oplossingen en producten aan op het gebied van aandrijflijnen, afdichtingen en thermische technologieën die de efficiëntie en prestaties verbeteren van voertuigen. Het bedrijf is actief op drie markten: personenwagens, vrachtwagens en off-road voertuigen (bouw, landbouw, mijnbouw). www.brevini.nl

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

NIEUWE OMRON SERVO VERBETERT PRODUCTIVITEIT

Omron heeft een nieuwe serie servosystemen geïntroduceerd die een geoptimaliseerde installatie en inbedrijfstelling combineren met functies waarmee gebruikers de machineproductiviteit aanzienlijk kunnen verhogen. De producten in het nieuwe 1S servo-assortiment van Omron bieden uitstekende prestaties in een compacte, ruimtebesparende constructie en zijn verkrijgbaar met een vermogensbereik van 100 W tot en met 3 kW. Alle modellen zijn standaard voorzien van een 23-bits encoder en hebben een uitzonderlijk korte netwerkcyclustijd van 125 µs. Hierdoor kunnen gebruikers snellere machinetijden realiseren zonder te moeten inleveren op nauwkeurigheid of reproduceerbaarheid. De controllers van de 1S-reeks zorgen voor nauwkeurige profielgeneratie bij aansturing van de motor, terwijl de hoge resolutie encoders samen met een verbeterd regelalgoritme waarborgen dat de uitgestuurde profielen nauwkeurig worden gevolgd. Geavanceerde veiligheidsfuncties zijn ook standaard aanwezig op de 1S-servosystemen, zowel bedraad als via EtherCAT. De systemen beschikken over Fail Safe over EtherCAT (FSoE) Safe Torque Off (STO) met veiligheidsgoedkeuringen PLd (EN ISO 13849-1) en SIL2 (IEC 61508). Hardwired Safe Torque Off (STO) conform PLe (EN ISO 138491) en SIL3 (IEC 61508) wordt ook ondersteund. Een van de andere belangrijke kenmerken van Omrons nieuwe 1S-servosystemen is betrouwbare functionaliteit zonder dat batterijen nodig zijn. Geen batterijen betekent geen routineonderhoud en geen onderbrekingen. Bedrading van I/O kan rechtstreeks op de controller worden aangesloten, waardoor er geen externe klemmenblokken meer nodig zijn. Daarnaast helpen de snelle en veilige schroefloze verbindingen en verwijderbare connectoren voor eenvoudig voorbedraden, tijd te besparen en vereenvoudigen ze onderhoud. www.industrial.omron.be/1s

41


DRVS-CILINDERS: EEN ‘STER’ DIE VLEUGELS HEEFT

WAGO TOPJOB S RIJGKLEMMEN

WAGO breidt het assortiment van de TOPJOB S rijgklemmen uit met een aantal nieuwe sensor en actor rijgklemmen. Dankzij de beperkte vereiste ruimte per aangesloten sensor en de geïntegreerde push-in CAGE CLAMP technologie kunnen machinebesturingen vanaf nu ruimtebesparend én veilig aangesloten worden. Met een ruimte van slechts 3,5 mm per aangsloten sensor bieden de nieuwe TOPJOB S sensor en actor rijgklemmen van de serie 2000 de gebruiker de mogelijkheid om een groot aantal sensoren op een zeer kleine ruimte aan te sluiten. De klemmen zijn uiterst geschikt voor toepassingen met de gebruikelijke geleider-doorsnedes van 0,34 tot 0,75 vierkante mm. Deze rijgklemmen kunnen zowel in kleine klemmenkasten van de decentrale periferie als voor de centrale opbouw in de schakelkast worden gebruikt. TOPJOB S sensor en actor rijgklemmen bestaan uit meerdere potentiaalniveaus en één signaalniveau. De potentiaalniveaus worden gebruikt voor stroomvoorziening en indien nodig ook voor de aarding van de sensoren. Het signaalniveau geeft schakelsignalen van sensoren naar actoren door. Een bijkomend voordeel is de slechts 7 mm brede behuizing van de klem waarin twee aansluitingen ondergebracht zijn. Deze behuizing beschikt op de potentiaalniveaus over stroomrails met elk twee klemposities die met elkaar verbonden zijn. www.wago.be

42

Bij de gloednieuwe familie van DRVS-zwaaiaandrijvingen met zwaaivleugel draait het allemaal om een kostenefficiënte, recht-toe-recht-aan oplossing om te twisten en te draaien. Het plezier komt met de innovatie in het ‘shout’-gedeelte. Hier laat de nieuwe generatie SRBS-positiedetectors snel, gemakkelijk en onvermoeibaar weten waar de vleugel staat. Langdradige tijdrovende instelling en aanpassing bij de set-up is daarmee meteen verleden tijd. De volledig gesloten unit heeft een simpele 1-knop-teach-functie. Slechts één device, één kabel, twee schakelpunten… het kan niet makkelijker. Solide technologie elimineert het bloed, zweet en tranenwerk. Het leven is niet altijd even gemakkelijk voor draaicilinders. Ze zijn vaak super in draaien, maar hebben moeite met stoppen. De ontwerpers kunnen een gooi doen om gewichten en snelheden in te schatten met lineaire bewegingen, maar het is niet zo simpel bij de rotaties, daar wordt het ingewikkeld. De zwaai kan ingeschat worden, maar schatten van het massatraagheidsmoment kan vaak leiden tot vertragingen en fouten. Overdimensionering verhoogt dan weer de kosten en verspilt energie, dus om het simpel te houden, biedt Festo gratis software tools om het gokwerk te vermijden. www.festo.be/drvs

WEG FREQUENTIESTURINGEN VOOR MOTOREN MET BEPERKT VERMOGEN

WEG bracht een nieuwe reeks compacte frequentiesturingen op de markt. De toestellen zijn rendabel, betrouwbaar en gebruiksvriendelijk en zorgen voor een grotere energieefficiëntie bij tal van toepassingen met beperkt motorvermogen. De CFW300-reeks werd ontworpen om motoren met een vermogen van 180 W tot 4 kW aan te drijven. De toestellen zijn dus perfect geschikt voor relatief kleine machines zoals onder andere centrifugaal- en doseerpompen, ventilatoren, roerders en mixers, extruders, rollenbanen, snijmachines en roterende filters. De CFW300 is gemakkelijk te gebruiken en te onderhouden en beschikt over een geïntegreerde micro-PLC en een gebruiksvriendelijk bedieningspaneel met lcd-scherm. Installeren gebeurt eenvoudig en snel dankzij de plug-and-play uitbreidingsmodules. De ventilator van de omvormer kan eenvoudig worden verwijderd voor onderhoud. De CFW300 heeft twee poorten voor uitbreidingsmodules: één voor communicatie en de andere voor tal van I/O-modules. Zo kan de gebruiker RS485- of RS232-interfaces integreren en gebruik maken van communicatieprotocollen zoals modbus RTU, bluetooth of USB. De frequentiesturing kan ook worden aangesloten op veldbussystemen zoals Profibus DP, CANopen of DeviceNet of worden geconfigureerd voor gebruik via afstandsbediening. www.weg.net/be


PRODUCTEN

TURCK MULTIPROX LTF12 LASERSENSOR

De nieuwe LTF-serie van Banner Engineering werkt met de time-of-flight technologie die zorgt voor een nauwkeurige detectie en meting van afstanden van 0,05 tot 12 meter. De LTF-serie is de ‘best in class’ op het vlak van herhalingsnauwkeurigheid en reikwijdte. Uitgerust met een klasse 2 laserzender met een smalle, ultra zichtbare spot biedt de LTF een eenvoudige uitlijning van de sensor en een hoge functiereserve. Deze sensor die een herhalingsnauwkeurigheid van minder dan 3 mm en een nauwkeurigheid van plus of min 10 mm biedt, kan ook donkere voorwerpen verder dan 7 meter en witte voorwerpen tot 12 meter betrouwbaar detecteren. Bovendien detecteert de LTF betrouwbaar voorwerpen zelfs vanuit een scherpe hoek, ook bij moeilijke omgevingsomstandigheden en bij fel omgevingslicht tot 40.000 lux. Dat is de echte meerwaarde van deze lasersensor. De LTF is gebruiksklaar out-of-thebox. In slechts drie stappen kan de sensor worden gemonteerd en uitgelijnd en zijn real-time metingen beginnen. Gebruikers kunnen i.f.v. de applicatie kiezen uit verschillende modi. Geavanceerde metingsmodi en tijdvertragingstimers zijn beschikbaar. De LFT heeft een groot display bestaande uit twee lijnen. Op de eerste regel wordt de afstand tot het voorwerp weergegeven wat de instelling van de sensor vereenvoudigt. De tweede regel toont de waarde van de analoge uitgang aan. De heldere LED’s zorgen voor een duidelijke statusindicatie van de analoge uitgang, de schakeluitgang en de spanning. Onafhankelijk van de analoge uitgang beschikt de gebruiker bijkomend over een bipolaire schakeluitgang. www.multiprox.be/nl/ltf

EATON LIFESENSE CONDITION MONITORING SYSTEM

Eaton heeft een nieuw systeem ontwikkeld voor de real-time controle van uw hydraulische slangen: Eaton’s LifeSense Condition Monitoring System. LifeSense is een revolutionair controlesysteem dat dreigende storingen in uw hydraulische slang detecteert en u tijdig waarschuwt zodat de operatoren tijdig kunnen handelen en zo het onderhoud efficient kunnen plannen. LifeSense bespaart de gebruiker kosten, want deze hoeft niet meer te wachten op vervanging van de kapotte slang op een ongepast moment en bovendien moet men niet meer nodeloos slangen vervangen ver voor hun levensduur voorbij is om zo mogelijk onheil te vermijden. Het LifeSense systeem controleert continu de staat van de slang via elektrische signalen en het systeem genereert een waarschuwing wanneer de slang interne vermoeidheid ervaart. Het systeem zorgt ervoor dat u een maximale prestatie krijgt uit uw slang. Voor vragen over LifeSense en andere hydraulische producten uit het gamma van Eaton kan u steeds terecht bij Rem-B Hydraulics. www.rem-b.com

ALTRA NEEMT SCHIJFREMMEN EN KOPPELINGEN STROMAG OVER Altra Industrial Motion meldt de acquisitie van Stromag GKN, de fabrikant van schijfremmen, schakelbare koppelingen en koppelingen voor ongeveer 184 miljoen euro. Volgens GKN zal deze verkoop haar toelaten het kapitaal te herschikken in haar core business, zijnde de ruimtevaart en de automotive sectoren. Stromag – dat deel uitmaakt van de afdeling Land Systems van GKN gevestigd in het Verenigd Koninkrijk – stelt 700 mensen te werk en heeft een omzet van circa 131 miljoen euro, gerealiseerd in 2015. Haar belangrijkste producten zijn schijfremmen, schakelbare koppelingen, elastische koppelingen, frictieplaten en eindschakelaars

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

terug. Het bedrijf staat ten dienste van sectoren zoals de landbouwmachines, de bouw, kranen en hijsapparatuur, de zeemacht, de metaalbewerking, hernieuwbare energie en de algemene industriële markten. Stromag werd opgericht in 1932. Het hoofdkantoor bevindt zich in Duitsland. Stromag zal zich nu aansluiten bij de bestaande merken van schijfremmen, schakelbare koppelingen en koppelingen van Altra zoals Warner Electric, Matrix International, Bibby Turboflex, Huco Dynatork, TB Woods, Ameridrives, Twiflex, Wichita Clutch, Stieber, Marland, Formsprag en Svendborg. www.stromag.com - www.altramotion.com

43


onderhoudskosten verlagen en stilstand beperken planetaire- en conventionele aandrijving, hydrauliek en lieren

Investeer direct in de juiste aandrijving Wanneer u een Brevini aandrijfsysteem koopt, dan krijgt u ook technische support en jarenlange kennis op het gebied van engineering aangeboden. Wij zorgen voor een volledige oplossing op maat. Of het nu gaat om planetaire, conventionele, hydraulische aandrijfsystemen of lieren.

Brevini Benelux / benelux@brevini.com / +31 172 42 80 80 / www.brevini.nl

SYSTEM INTEGRATION LIFE SCIENCES

Hydraulics System integration Power units Repairs/Overhaul Maintenance contracts Oil management Accumulators Pneumatics

MOBILE OFF ROAD

OIL & GAS

CHEMICALS & PETROCHEMICALS FILTRATION

TRANSPORTATION

Boterhamvaartweg 2 2030 Antwerpen service.hydro@hydro.be T. +32 3 546 40 80 www.hydro.be

Ontdek ons breed gamma producten en systeemoplossingen: 9 technologiëen vanuit één leverancier!

www.parker.com/be

The added value to Hydraulics/Pneumatics INDUSTRIAL

MARITIME RENEWABLE ENERGY

PARKERSTORE DISTRIBUTION


TECHTELEX L.TAS & CO wordt vertegenwoordiger van Funke in de Benelux. L.Tas & Co / Tas Technics BV heeft na het sluiten van Funke Benelux de vertegenwoordiging van de Funke warmtewisselaars voor de Benelux teruggekregen. Funke bouwt in Gronau zowel platen- als buizenwarmtewisselaars met contactoppervlaktes van 0,1 tot 1.500 vierkante meter die bestemd zijn voor alle courante industriële toepassingen. (www.tas.be) ATLAS COPCO RENTAL EUROPE verhuist in het voorjaar 2017 van Rumst naar Boom. De nieuwe site daar krijgt stilaan vorm. Op 16 september was er een eerste ‘symbolische kolomzetting’ op de nieuwe site bij Atlas Copco in Boom. Dit in aanwezigheid van de Boomse burgemeester Jeroen Baert, aannemer Mathieu Gijbels en Ronnie Leten, CEO van Atlas Copco. Atlas Copco Rental Europe verhuurt installaties voor tijdelijke perslucht-, stoom-, stikstof- en stroomvoorziening in meer dan 160 industriesectoren in heel Europa. In België is het bedrijf actief in de voedingsindustrie, de kernenergie en de petrochemie in de haven van Antwerpen. MTMS-MACHINEERING 2017 verzamelt van 22 tot 24 maart 2017 in een nokvol Paleis 5 van Brussels Expo zowat 170 exposanten die in Brussel demonstreren wat anno 2017 allemaal mogelijk is op het vlak van assemblage, productie en materialentransformatie. De beurs MTMS-Machineering 2017 kan beschouwd worden als één 15.000 m² groot demo- en netwerkplatform. Bezoekers uit de metaal- en kunststoffenverwerking, maakindustrie en machinebouw zullen er op zoek gaan naar alle technologie en componenten om sneller, beter en goedkoper te produceren. (www. mtms.eu) SIEMENS BELGIË-LUXEMBURG heeft zijn dienstverlening op het vlak van industriële motoren verder versterkt met de certificering van Van Loock Motoren. Van Loock Motoren biedt herstellingen op een breed spectrum van motoren aan inclusief explosieveilige motoren van LOHER en SIMOTICS tot en met hoogspanningsmotoren en motoren voor hybride systemen. Onder het label ‘certified repair shop’ helpt de grootste onafhankelijke motorhersteller in België Siemensklanten uit België en Luxemburg met defecte elektrische motoren snel verder. (www.siemens.be) INDUMOTION.BE heeft de taakverdeling bekendgemaakt van de acht bestuurders (zie foto) van deze nieuwe fusievereniging die ontstaan is door de samensmelting van FIMOP en Belgitrans. Voorzitter Hugues Maes is verantwoordelijk voor Automation Magazine en juridische dossiers, ondervoorzitter Bart Vanhaverbeke voor de website, trendenquêtes en statisitieken, penningmeester Jeroen Dieusaert (financiën), bestuurder Luc Van Hoylandt (ledenwerving), oud-voorzitter Belgitrans Geert Heyvaert (ledenwerving), oud-voorzitter FIMOP Jo Verstraeten (de website voor Pneumatica, statistieken en juridische dossiers), secretaris-generaal Marcel De Winter (INDUMATION.BE beurs, CRM Automation Magazine en de website voor Hydraulica), en tot slot bestuurder Luc Roelandt (ledenwerving, de organisatie van ledenvergaderingen en de website voor het onderwerp Mechanica). Het mandaat van de acht bestuurders start op 1 januari 2017 en loopt twee jaar. (www. indumotion.be) METAL-ALLIANCE.BE heeft een nieuwe voorzitter: Paul Ribus, general manager van Fanuc. Hij volgt Rieno Destoop op. Metal-Alliance.be werd opgericht in 2011 met als opdracht de internationale slagkracht van de Belgische metaal- en maakindustrie te versterken. Op de MTMSbeurs lanceerde dit overlegplatform voor leveranciers aan de metaalverwerkende industrie de Discover Metal-Alliance.be Award. HET CONSORTIUM BORDENBOUW pakt uit met een eerste uitbreiding op hun Eduation Cabinet: de visualisatie- en bedieningskit. Deze extra module heeft een ingebouwde touchscreen en dankzij deze uitbreiding kan een Education Cabinet volledig autonoom, dus zonder PC, worden bediend. Door de aanpassing komt de bediening van de kast overeen met de bediening van industriële installaties in de industrie. Het is een stand-alone module. De kit bestaat uit een Phoenix Contact 7 inch Touch panel met bijhorende software, een Rittal AE-kast 1030.500, een USB-aansluiting en een RJ45-aansluiting zodat men alles extern eenvoudig kan aansluiten op de netwerkpoort van het scherm. Het nieuwe InduMotion bestuur. Op de foto vlnr: Geert Heyvaert (MGH), (www.switchingonthefuture.be) Jo Verstraeten (Festo), Marcel De Winter (Service Hydro), Hugues Maes (SMC Pneumatics), Jeroen Dieusaert (Bosch Rexroth), Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo), Luc Van Hoylandt (Act in Time) en Luc Roelandt (GKN Stromag).

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2017

45


OPINIE DOOR IR. ALFONS CALDERS

Cost cutting, inspiratie door voorbeelden te zien Om concurrentieel te zijn was het vroeger voldoende om in productie de best practice te gebruiken, zowel naar technieken, als naar organisatie en onderhoud. Vandaag vragen aandeelhouders hun bedrijven continu betere cijfers voor te leggen. Afschrijven van een kostenbesparende investering en binnen een jaar een beter profiel voorstellen, is dus te traag. Men wil vandaag de resultaten zien. Dat vergt ook best practice in directe cost cutting: kostenbesparende verbeteringen aan het product of het productieapparaat invoeren met zeer lage investeringen, in productie besparende upgrades uitvoeren die goedkoper zijn dan de ‘normale’ onderhoudskost op de bestaande installatie. Direct een goedkopere product, een goedkopere productie. Dus meteen meer marge. En best ook nog een verbeterd product, dat aan een betere prijs te verkopen is. Zodat u met dezelfde omzet steeds betere winstmarges kunt voorleggen.

Je kan voor een technische beurs naar het buitenland. Maar dat kost veel tijd en is enkel weggelegd voor de happy few, de hoofdverantwoordelijke(n). Maar elke engineer en onderhoudsman moet permanent aan een knowhow upgrading doen. En dat kan. Want van 8 tot 10 februari 2017 wordt in Kortrijk Xpo de 4e editie gehouden van Indumation.be, België’s grootste industriebeurs op het vlak van Factory Automation, Process- en Infrastructure Automation. Een beurs gechaperonneerd door Agoria en InduMotion (het samengaan van Belgitrans en FIMOP).

‘The name of the game? Cheaper products and production without investments.’

Deze vakorganisaties en de organisator Invent Media zetten hun 4de editie in het teken van ‘Smart all the way’, wat de standhouders motiveert de top van hun kunnen te tonen. Technologie op het niveau van Industrie 4.0 en hoger. Deze editie van Indumation. be is trouwens groter dan de drie vorige. Het groot aantal verhuurde m² wordt niet enkel veroorzaakt door grotere stands, maar ook door de aanwezigheid van nieuwe standhouders. Het is te zien dat de industrie – en dus ook de toeleveranciers – stilaan in een beter economisch klimaat terechtkomen. Omdat de drie voorziene beurshallen – samen goed voor 17.000 m² – reeds vier maanden voor opening volledig verhuurd waren, werd in de Rambla (de centrale as die de hallen verbindt) nog extra beursruimte voorzien.

Alleen waar haalt u de inspiratie? Nieuwe mensen met nieuwe ideeën aanwerven helpt. Maar wat met het bestaande team? De ervaring van dit bestaand team vernieuwen door hen op zoek te laten gaan naar de nieuwste cost cutting ideeën. Het dossier in dit nummer kan hierbij inspireren. Wat eveneens helpt is ‘gaan rondkijken.’ En waar beter dan op een beurs die een overzicht geeft van de laatste stand van de techniek, waar mensen op de standen staan die – eens in gesprek – bijna automatisch ideeën genereren: ‘Oh, kan dat product effectief zo ingezet worden?’

Het aanbod om nieuwe – ook cost cutting – technologie te ‘ervaren’ zal dus in Kortrijk aanwezig zijn. De vorige editie, Indumation.be 2015, klokte volgens de organisatoren af op 5.832 bezoekers. En 2017? Geschiedenis leert dat technische mensen moeilijk op een beurs te krijgen zijn. Ze hebben hun handen meer dan vol aan de dagelijkse dingen. Maar zorg er toch voor dat uw bedrijf deze kans niet laat liggen. Maak tijd vrij voor deze beurs, leven is leren. Ga er op zoek naar specifiek nieuwe én cost cutting toepassingen. Als u dit doet, zal uw productie tot de blijvers in België behoren.

46


ATB Automation Mechanics Motion Control

VANSICHEN

LINEAIRTECHNIEK



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.