Automation Magazine nr 210 (NL)

Page 1

driemaandelijks tijdschrift over industriële automatisering en aandrijftechniek

DECEMBER 2017 NR 210

DOSSIER

‘Logistiek in motion’

p19 – Altra legt overnamestrategie uit

Driemaandelijks tijdschrift van InduMotion vzw – 47e jaargang December 2017 - januari - februari 2018. Afgiftekantoor Turnhout – P309959

p29 – Professor Marian Verhelst: ‘Van Industrie 4.0 gaan we naar Human 4.0’ p36 – TREMEC, driven by innovation voor Ferrari & McLaren


WAGO PFC: DE IoT CONTROLLER Elke WAGO PFC kan omgebouwd worden tot een IoT controller met cloud verbinding via een eenvoudige MQTT software upgrade. Gegevens registreren, digitaliseren en nuttig toepassen – dat zijn de centrale ideeën van Industry 4.0. Met een eenvoudige upgrade worden de controllers PFC100 en PFC200 van WAGO IoT-controllers, die gegevens van het veld naar de cloud sturen. Daar kunnen de gegevens vervolgens worden samengevoegd en gebruikt voor analyse. Op die manier geven ze een echte meerwaarde voor het bedrijf – ongeacht of het gaat om de efficiëntieverhoging in de productie, het energiebeheer van de gebouwen of de verdere ontwikkeling van aanvullende dienstverlening voor de consument. Ook bestaande installaties worden IoTready gemaakt en dus op de toekomst voorbereid.

www.wago.be


EDITO DOOR HUGUES MAES VOORZITTER INDUMOTION

Logistiek kan niet zonder een vlotte mobiliteit België is gezegend met een fantastische geografische ligging. Wij liggen in het economische hart van het rijke Westen. Onze overheid had daarom jaren geleden het voornemen om ons land uit te bouwen als ‘logistieke draaischijf.’ Onder meer de haven van Antwerpen werd wereldwijd gepromoot als de directe toegangspoort tot de Europese consumentenmarkt. Tot daar de theorie, want iedereen weet dat op het vlak van logistiek en transport er in België grote problemen zijn. Met name de arbeidswetgeving is niet aangepast aan nachtelijk transport en het fenomeen van 24/24 online shoppen, en nog veel erger: wij staan in ons land dagelijks uren in de file.

‘In de Antwerpse haven wordt slechts 8 procent van de containers van en naar het hinterland vervoerd via het spoor.’ Klanten klagen en zelfs werknemers haken af omwille van de slechte bereikbaarheid van bedrijven. Een voorbeeld: de redactievergaderingen voor dit magazine worden in Antwerpen gehouden om 7 uur ‘s ochtends. Dit om files te vermijden, maar in maanden zoals september, oktober of november is het in alle vroegte reeds om 6 uur aanschuiven op de Antwerpse ring. Onze verouderde infrastructuur is ook helemaal niet voorzien om ‘de logistieke draaischijf’ van Europa te zijn/worden. Belangrijke autostrades – zoals de E313 Koning Boudewijnsnelweg, onze navelstreng met economisch voorbeeld Duitsland – zijn slecht onderhouden en ondermaats om de huidige verkeersstroom in goede banen te leiden. Onze binnenvaart wil alvast meehelpen om zoveel mogelijk containers van de weg te halen. Qua spoorvervoer hinken we erg achterop. Zo stellen we vast dat op het vlak van goederenvervoer er beter moet worden ingezet op een bundeling van spoorvolumes. Momenteel wordt in de Antwerpse haven slechts 8 procent van de containers van AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

en naar het hinterland vervoerd via het spoor. De haven heeft al lang de ambitie om dit op te drijven naar 15 procent. De spoorinfrastructuur ligt er, maar de containers zitten overal in het havengebied verspreid. Deze ‘last mile’ is voor de NMBS blijkbaar een té grote uitdaging. Bij het bedrijfsbezoek van InduMotion aan Case New Holland in Zedelgem werd verteld dat destijds alle grondstoffen en ook de gebouwde maaidorsers met de trein werden getransporteerd. De CNH maaidorsers kregen qua design bovenaan zelfs een afgeronde vorm zodat ze netjes in de Italiaanse spoorwegtunnels pasten. ‘Maar dat is verleden tijd’, zo sprak de bedrijfsgids, ‘want de spoorwegen zijn niet meer mee met de flexibiliteit die een bedrijf zoals wij de dag van vandaag nodig heeft.’ Komt het met die files nog wel goed in de toekomst? Lees in dit nummer van Automation Magazine het dossier en u zal zien dat AGV’s (Automated Guided Vehicles) in elke fabriek op logistiek gebied een almaar belangrijkere rol spelen. Chemieconcern BASF en logistiek bedrijf Katoen Natie hebben recent een aantal autonoom rijdende voertuigen besteld. Op de eigen bedrijfsterreinen zullen deze elektrische voertuigen met een maximumsnelheid van dertig kilometer per uur over een traject van meer dan 100 kilometer routes afleggen. De chauffeurloze truck is dus geen fictie meer. En wat zich qua automatisering afspeelt in onze fabrieken, verplaatst zich uiteindelijk ook naar de buitenwereld. Auto’s zonder bestuurder pikken u – zoals een pakje – op en bezorgen/brengen u naar het gewenste adres. Het verkeer zal zichzelf organiseren. Hier dus het goede nieuws: artificiële intelligentie gaat de files oplossen! Tot slot verwelkomt InduMotion zes nieuwe leden: Delta Rubber Industries, Focquet, igus, LDA (La Dynamique Appliquée), Luteijn Hydraulics en Rittal. Wij zijn uiteraard verheugd dat deze bedrijven geloven in het nut van een netwerk dat de maakindustrie ondersteunt en waarvan de leden elkaar inspireren. In naam van InduMotion wens ik u allen een fijn eindejaar en een gezond en succesvol 2018! 3


We help move man’s most marvellous machines

Configureren. Selectioneren. Connecteren.

Configurer. Sélectionner. Connecter. Commuter. Echanger. Signaler. Omschakelen. Uitwisselen. Signaleren. De De introductie introductie van van een een krachtige krachtige ‘plug ‘plug &&play’ play’versie versievan vanonze onzeberoemde beroemde ventieleilanden. ventieleilanden. De De nieuwe nieuwe VM VM en en VS VSserie seriemet metProfinet ProfinetIRT IRTen enEtherNet/IP EtherNet/IP met cyclus cyclus tijd tijd onder onder 11 m/s. m/s. Met doorlaten, bijna bijna onlimiteerde ongelimiteerde met Met zeer zeer grote grote doorlaten, configuraties en en verschillende verschillende bevestingsmogelijkheden. bevestingsmogelijkheden.Ontwikkeld Ontwikkeldom om configuraties uw machines machines probleemloos probleemloos te te laten laten draaien draaien en en daarnaast daarnaast adviseren adviserenwij wij uw u graag graag met met technische technische ondersteuning. ondersteuning. u

Engineering GREAT Solutions

Stelt u zich eens voor wat wij voor u kunnen betekenen… Bezoek ons op: www.mostmarvellousmachines.com/nl

IMI_PE_3303_Automation_Magazine.indd 2

30/10/2017 12:15

KRACHTIGE BEWEGING

Transmissions, hydraulics & winches

Dana Brevini brengt u verder Als totaalleverancier van custom-made transmissiesystemen, ontwerpt en produceert Dana Brevini Benelux een compleet assortiment van zowel mechanische transmissies als hydraulische en elektronische componenten. Door de integratie van de diverse technologieën, zorgen wij voor de krachtige beweging die u verder brengt. Dana Brevini Benelux | +31 172 42 80 80 | benelux@dana.com | www.brevini.nl


COLOFON

INHOUD

INDUMOTION InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. Lid van het Europees comité CETOP. vzw InduMotion Villalaan 83 – 1190 Brussel BTW BE0431 258 733 Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be RAAD VAN BESTUUR Hugues Maes (SMC Pneumatics): Voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris Jeroen Dieusaert (Bosch Rexroth): Penningmeester Geert Heyvaert (MGH): Bestuurder Guy Mertens (Act in Time): Bestuurder Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder Jo Verstraeten (Festo): Bestuurder

P3 EDITO: Logistiek kan niet zonder een vlotte mobiliteit

TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Dieter Van Schoors (Siemens) Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)

P5 INHOUD

LEDEN 2017 ABB (Asea Brown Boveri) – ABFlex Group – Act in Time – Asco – ATB Automation – Atlas Copco Compressors – AVD Belgium – Aventics – AZ Hollink Belgium – Bauer Gear Motor – Bege Aandrijftechniek – Boge Compressors – Bosch Rexroth – Brammer – CC Jensen – CET Motoren – Clippard Europe – Compair Geveke – CQS Technologies – Dana Brevini Benelux – Delta Rubber Industries – Doedijns Fluid Industry – EFC – Eriks – Euregio Hydraulics – Esco Drives – Festo Belgium – Focquet – Gates Europe – Gearcraft – Habasit – Hansen Industrial Transmissions (Sumitomo) – Hupico – Hydac – Hydraulic Assistance – Hydraumec International – Hydrauvision – Hydro Tools – igus – Ingersoll Rand Benelux – IPAR Industrial Partners – K-Flex – KTR Benelux – LDA – LM Systems – Luteijn Hydraulics – Manuli Fluiconnecto – MGH – Motoren Francoys – Motrac Hydraulics – NORD Drivesystems – Norgren/IMI-Precision – Optibelt – Pall Belgium – Parker Hannifin Benelux – Poclain Hydraulics – Protec – Rem-B – Renold PLC – Rittal – Rotero Belgium – Service Hydro – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – SMC Pneumatics – Stäubli – Stromag – Tas L & Co – Testo – Vameco – Van De Calseyde – Van Houcke – Vansichen – VB Parts Hydraulic – Vermeire Motion – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – Wittenstein – WTS Hydraulics – Yaskawa Europe

P7 DOSSIER LOGISTIEK IN MOTION: Logistieke technieken zorgen voor een vlotte verwerking goederen P10 AGV’s tonen de weg naar efficiënte logistiek P13 Betrouwbaarheid en efficiëntie cruciaal bij optimale aandrijving voor logistiek P16 CASE STUDY: SEW-USOCOME fabriek met perfecte logistiek P18 MAKE LAB: fabriek van de toekomst op wielen P19 Altra legt overnamestrategie uit P21 INE 2018 VIP-event / Parker Hannifin viert honderd jaar P22 Siemens en SMC ontwikkelen voetbalspel voor STEM

AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december.

LAY-OUT Ruth Vanvelthoven

REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be

De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité.

ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be

Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw InduMotion Villalaan 83 – 1190 Brussel info@indumotion.be www.indumotion.be

De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten.

REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Marcel De Winter, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Ing. Roger Stas, Maxime Vansichen. SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be

OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR

Automation Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of verwijderen. Automation Magazine paraît aussi en français. © InduMotion 2017

AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

P24 Slimme hydraulica klaar voor IoT P25 Kunnen videospelletjes bijdragen aan een efficiëntere werking van productiebedrijven? P26 AGORIA Technologische industrie handhaaft dynamiek P27 Open platform Mindsphere stroomlijnt data om meerwaarde te creëren P28 INTERVIEW: Professor Marian Verhelst: ‘Van Industrie 4.0 gaan we naar Human 4.0’ P33 CASE STUDY: Assemblage van steekverbindingen met servo press kit en handlings P35 InduMotion bezoekt Case New Holland P36 CASE STUDY: TREMEC, driven by innovation voor Ferrari & McLaren P38 De belangrijkste keuzefactoren bij tandlatten P40 PRODUCTEN P45 TECHTELEX P46 AFSLUITER 5


THIS IS INCREASING PRODUCTIVITY Parker Automation Controller Parker Servo Drives

De PSD is zonder twijfel de start van een nieuwe generatie van aandrijvingslijnen. Het PSD assortiment is gericht op markten zoals, voedings- en verpakkingsindustrie, materiaal vormers, textiel-, papier- en kunststof machines. Naast de PSD heeft Parker een nieuwe Automation Controller (PAC) ontworpen voor de wereldwijde machinemarkt. De Parker Automation Controller (PAC) combineert machine logica, geavanceerde real-time motion control en visualisatie in een prestatiegerichte oplossing. parker.nl

PLC + HMI motion controller M2M-communicatie Dual LAN netwerken en opties voor Ethernet/IP

0182AutomationMag_PacPSD.indd 1

SYSTEM INTEGRATION LIFE SCIENCES

Hydraulics System integration Power units Repairs/Overhaul Maintenance contracts Oil management Accumulators Pneumatics

MOBILE OFF ROAD

11-08-17 11:48

OIL & GAS

CHEMICALS & PETROCHEMICALS FILTRATION

TRANSPORTATION

Boterhamvaartweg 2 2030 Antwerpen service.hydro@hydro.be T. +32 3 546 40 80 www.hydro.be

Ontdek ons breed gamma producten en systeemoplossingen: 9 technologiëen vanuit één leverancier!

www.parker.com/be

The added value to Hydraulics/Pneumatics INDUSTRIAL

MARITIME RENEWABLE ENERGY

PARKERSTORE DISTRIBUTION


DOSSIER DOOR SAMMY SOETAERT

LOGISTIEKE TECHNIEKEN ZORGEN VOOR VLOTTE VERWERKING GOEDEREN Niet eens zo lang geleden bestond een logistiek systeem uit een magazijn met een rollenbaan, een heftruck, een transpallet en enkele arbeiders. Momenteel is er volop een metamorfose aan de gang, waarbij logistiek niet langer als een noodzakelijk kwaad wordt gezien maar als een vitaal onderdeel in het sluiten van de beleveringsketting. Vandaag moeten leveringen snel, flexibel en vooral zeker verlopen en dat heeft enorme repercussies op de logistieke processen van vandaag. De eisen die gesteld worden aan de techniek worden zijn dan ook niet min. We hadden een gesprek met 2 interessante bedrijven: Installatiebouwer FT Solutions uit Wilrijk en de machinebouwer Mazak, die vanuit het Leuvense de Europese filialen en haar klanten bevoorraadt met wisselstukken. PIJLSNEL EN FLEXIBEL De stijgende eisen naar snelheid en flexibiliteit toe zijn mede een gevolg van maatschappelijke evoluties. Chris Peeters is eigenaar van FT Solutions, een bedrijf actief in logistieke oplossingen. Hij licht toe: ‘Grote webwinkels promoten zaken als ‘voor 23u besteld, morgen geleverd. Daarmee komen ze tegemoet aan de wens van ons als klant: we zien iets en willen het in huis, liefst zo snel mogelijk. Er wordt mede hierdoor steeds minder op pallet geleverd. Een bestelling komt binnen en moet zo snel mogelijk weer vertrekken. Maar ook flexibiliteit wordt belangrijker. Winkelketen Makro is hier een mooi voorbeeld van. Vroeger ging je daar om grootverpakkingen te kopen. Vandaag is dat helemaal omgeslagen en hebben ze zich helemaal aangepast. Verpakkingen zijn onderhevig aan snelle veranderingen, er komen verpakkingen in meerdere groottes en maten. Dat heeft gevolgen voor de logistiek.’ EFFICIËNTIE EN ERGONOMIE ‘Ook efficiëntie is uiteraard belangrijk, maar dit is slechts voor een bepaald deel van klanten echt een belangrijk issue. En dat is dan voornamelijk toegespitst op de aandrijvingen. Wat we wel zien is dat ergonomie steeds meer op de voorgrond komt. Heffen moet zoveel als mogelijk vermeden worden, en techniek is daar een cruciale schakel voor in onze hedendaagse installaties.’ Pneumatica bijvoorbeeld is alomtegenwoordig. Chris Peeters: ‘Perslucht is heel populair in allerlei toepassingen. Er wordt meer en meer geautomatiseerd en pneumatische onderdelen zijn daar zeker groeiende. AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

De beide miniloads bij Mazak herbergen in totaal 8.140 trays. 7


Via een ingenieus pneumatisch hefsysteem worden de paletten naar de juiste locatie geleid. Heel wat toepassingen maken gebruik van pneumatica omdat het eenvoudig en goedkoop is. Een centreerder bijvoorbeeld zouden we vroeger met kabels doen, maar nu hebben we daar gestuurde ventielen, geleidingscilinders en twee- en meerstammencilinders voor. Dat maakt het makkelijker, mooier en interessanter.’ Een stopper wordt ook heel veel gebruikt, zij het om ergens een bakje, krat of doos ergens tussen te voegen of om een controle-actie uit te voeren. Een pneumatische

stopper houdt het krat even tegen zodat een visionsysteem de inhoud kan controleren of een RFID lezer zijn werk kan doen. Die stoppers kunnen zowel zijdelings van links/rechts als in boven/ondermontage gebruikt worden. Een wissel gebruiken we ook vaak, om kratten een andere richting uit te sturen of om ergens in of uit te voegen. ‘Ook om zaken te versnellen zetten wij perslucht in. Een voorbeeld is de situatie waarbij dozen allemaal direct naast elkaar, zonder tussenruimte op een band aankomen. De klant wil dat er automatisch wat ruimte geschapen wordt, zodat de verdere verwerking makkelijker verloopt. Dat hebben we opgelost door op een bepaald punt een mat met drukplaat te voorzien. Via een onderliggende compacte pneumatische cilinder drukken we die plaat tegen de mat. Zo genereren we een extra versnelling op dat punt van de band, waardoor de dozen zo van elkaar gescheiden worden. Technisch eenvoudig en goedkoop uit te voeren, maar toch heel efficiënt.’ ‘Een ander voorbeeld is een project bij Agfa-Gevaert. Daar komen dozen in dezelfde positie aan, maar om ze te stapelen wenst de klant ze in een zekere formatie op zijn pallet stapelen. Hier maakten we gebruik van een rollenbaansysteem waarin we een draaikruis verwerkten. De doos komt erover, we heffen ze even op en oriënteren ze in de juiste richting . We laten ze vervolgens zakken en ze kan weer vertrekken in de juiste positie. We maken hierbij gebruik van een draaicilinder en een hefcilinder. Ook bij snoepjesfabrikant Haribo hebben we dit systeem toegepast. Zij voorzien een scheurrand aan de zijkant van hun dozen, zodat ze in de winkel als display kunnen gebruikt worden. Maar als ze de dozen gewoon stapelen, zitten er altijd een aantal van die randen aan de zijkant. Bij transport zorgt dit altijd voor schade. We hebben hier een systeem uitgedokterd waardoor alle scheurranden aan de binnenkant zitten zodat er geen probleem meer is. We zouden ook een soortgelijk systeem kunnen uitdokteren met servotechniek, maar de kostprijs van de drive in combinatie met de bijhorende sturing zou een veelvoud zijn van de huidige kostprijs.’

Chris Peeters: ‘Als we bij klanten transportsystemen plaatsen, gebeurt dit nu al in 60 procent van de gevallen in de lucht.’ 8

WAT IN DE TOEKOMST? Chris Peeters: ‘Het volume in transportband zoals we


DOSSIER hem kennen zal niet meer toenemen. De geschetste evoluties in ergonomie, snelheid en flexibiliteit zullen hiervoor zorgen. Een AGV is tot op vandaag beperkt in zijn omgeving. Maar we komen nu volop in een nieuw tijdperk wat mobiliteit betreft, denk aan de zelfrijdende auto. Transportsystemen moeten dus mee evolueren. Waarom zouden AGV’s niet volledig autonoom kunnen werken? Als zij nog verder evolueren, dan worden vaste transportbanden stilaan overbodig. En wat AGV’s betreft: zijn transportsystemen gebonden aan de grond? Nee toch. Ruimte is schaars, die moet je efficiënt gebruiken. Als we bij klanten transportsystemen plaatsen, gebeurt dit nu al in 60 procent van de gevallen in de lucht, want daar is altijd nog veel plaats.’ UITBREIDING BIJ MAZAK Van dat uitbreiden in de hoogte zien we een perfect voorbeeld bij Mazak, een Japanse machinebouwer met 8.000 werknemers wereldwijd. De core-business van het bedrijf ligt in de ontwikkeling van high-end bewerkingsmachines. Klanten gebruiken de machines van Mazak om onderdelen te maken voor onder meer de vliegtuig en auto-industrie. Mazak kan bijvoorbeeld de F1 renstal van McLaren-Honda tot haar klantenbestand rekenen. En die klanten willen uiteraard een optimale service. Stefan Pirard, de logistiek manager van het bedrijf, vertelt: ‘Mazak levert vanuit het centrale magazijn in Oud-Heverlee spare parts aan haar klanten in Europa. Tot voor kort gebeurde dat in ons oud verdeelcentrum. Dat had evenwel twee voorname problemen. Het werd stilaan te klein om aan de groeiende vraag te voldoen en het raakte wat verouderd want het was al operationeel sinds 1990. Er werd gewerkt met pallets, die door reachen heftrucks voortdurend af- en aangeladen werden. Dat was omslachtig, duur en ook niet altijd even veilig. Maar bovenal werkte het ook de efficiëntie niet in de hand. Onze klanten nemen niets zelf op stock, dus als ze iets nodig hebben is het altijd dringend. We werken dan ook met een one-day delivery politiek. Alles wat ze bestellen voor een 20 uur, vertrekt hier vanuit de dispatching terug richting klant. Wij willen daarbij een serviceratio van 97 procent halen. We haalden dat wel nog met de oude installatie, maar hadden we niks gedaan dan zaten we nu misschien maar op 93 procent meer. Dankzij de nieuwe installatie blijft de klanttevredenheid hoog en hebben onze klanten ook weinig gemerkt van de overgang. We zitten vandaag op een succesratio van bijna 98 procent.’ Opvallend is dat bij Mazak de uitbreiding in grondoppervlakte verdubbelde, maar dat de stijging in termen van opslagruimte nog een stuk groter was: van 1.800 m² naar 4.600 m². Er werd dus niet alleen in de breedte uitgebreid, maar ook in de hoogte. Pirard vervolgt: ‘We wilden de focus niet meteen op een uitbreiding van de grondoppervlakte leggen, maar vooral de ingenomen oppervlakte efficiënter benutten in termen van volume. Dus moest de installatie vooral in de hoogte gebouwd worden. Dat was een eerste AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

Stefan Pirard: ‘Succesratio van bijna 98 procent dankzij ons geautomatiseerd magazijn.’ bekommernis bij de start van het uitbreidingstraject. Een tweede aandachtspunt bij de engineering was de nood aan een zeer betrouwbare werking. Onze toezegging om de binnengekomen orders tegen een bepaalde deadline te verwerken, moeten we ook waar kunnen maken. Dat vereist een zeer efficiënte planning van alle goederenbewegingen, waarbij alle bewegingen geolied moeten verlopen. De achterliggende techniek en software moeten dus optimaal functioneren.’ Johan Janssens volgde het project bij Mazak nauwgezet op en vertelt ons wat meer over de installatie: ‘Vandaag is het verdeelcentrum opgedeeld in vijf grote delen: de goederenreceptie, de miniloads, het automatisch palletmagazijn, het opslagmagazijn voor de grote stukken en de goederenverzending. In de goederenreceptie worden alle inkomende goederen lijn per lijn ingelezen aan de hand van de meegeleverde pakbon. De onderdelen worden door een medewerker gewogen en ook de afmetingen worden ingegeven. Het op stock nemen verloopt verder volledig volautomatisch.’ ‘De kleine stukken gaan in trays richting de miniload installatie. De grote stukken gaan op pallet richting het automatisch pallettenmagazijn. Ons WMS softwarepakket weet op basis van het ingegeven gewicht en afmeting exact waar de goederen geplaatst moeten worden. De locatietoewijzing gebeurt automatisch via een pneumatisch liftsysteem op de rollenbaan. Via gestuurde pneumatische hefcilinders worden de trays en palletten efficiënt naar de juiste locaties rollenbaan gerold worden. Vroeger stond er ook al een miniload, maar die was 25 jaar oud en stilaan aan vervanging toe. Die vervanging bestaat uit 2 dubbelzijdige miniloadkranen die hun goederen aan 69.190 locaties op 8.140 trays kunnen toewijzen. De verwerkingscapaciteit bedraagt hier 252 trays per uur. Naast de miniloads is er dan een automatisch palletmagazijn met drie gangen, waar tot 44 palletten per uur kunnen verwerkt worden op de 3.060 palletplaatsen. De grote stukken die moeilijk automatisch verwerkbaar zijn plaatsen we in een traditioneel palletenmagazijn. In totaal liggen hier meer dan 40.000 onderdelen op stock.’ www.ftsolutions.be www.mazakeu.be 9


AGV’S TONEN DE WEG NAAR EFFICIËNTE LOGISTIEK In processen waar frequente bewegingen nodig zijn tussen diverse werkposten, worden AGV’s (Automated Guided Vehicles) steeds vaker ingezet. Innovaties in veiligheid, energieverbruik en geleiding zorgen voor een performante oplossing met een interessante ROI. Niet enkel de markt is de laatste jaren sterk gegroeid, ook binnen de technologie zijn een aantal diverse werkingsprincipes. Een overzicht.

De hybride heftruck/AGV combineert ‘the best of both worlds’. Om intern transport te verzorgen was het tot niet zo lang geleden kiezen tussen drie oplossingen: een heftruck voor de zware paletten, een transpallet voor de iets lichtere gewichten en tenslotte menselijke arbeid om kleinere dozen en onderdelen te verplaatsen. Alle methodes hebben zeker hun nut, maar steeds vaker rijzen er moeilijkheden. Zo worden de eisen naar ergonomie toe steeds strenger, waardoor de rugbelasting minder groot mag zijn. Zelf met dozen sleuren wordt minder aanvaard, een proces dat nog versneld wordt omdat de actieve bevolking in snel tempo vergrijst. Bij het werken met transpaletten is er het praktische probleem dat die niet altijd direct bij de werkpost beschikbaar zijn, wat voor arbeiders vaak een frustrerende zoektocht betekent die het bedrijf bovendien tijd en geld kost. Heftrucks zijn dan weer ergonomisch een goede oplossing en werken bovendien heel snel en flexibel, maar hier is sowieso mankracht nodig die opgeleid is om een heftruck te mogen besturen. Ook hun energieverbruik is een issue: ofwel 10

moeten de batterijen geregeld opgeladen worden in het geval van een elektrische uitvoering, ofwel kennen ze een zekere uitstoot bij een dieselaangedreven uitvoering. Maar heftrucks en AGV’s zijn verre van concurrerende technologieën, veel eerder zijn ze complementair met elkaar. Het is dan ook geen toeval dat grote heftruckmerken zoals Linde en Jungheinrich AGV’s niet zien als concurrenten, maar in tegendeel zelf AGV’s in het gamma opnemen als uitbreiding op hun diensten. Ook het feit dat AGV’s - omwille van snelheidsbeperkingen opgelegd door veiligheidsnormen - beperkter zijn in snelheid dan heftrucks speelt in het voordeel van deze laatste. Maar de technologie staat niet stil, waardoor het slechts een kwestie van tijd is voor de AGV alomtegenwoordig wordt. STILAAN RIJPE TECHNOLOGIE De doorbraak van AGV’s is eigenlijk geen verrassing. In de beginfase waren AGV’s nog ‘domme’ rijdende bakjes zonder veel intelligentie. Dankzij innovaties is


DOSSIER dit de laatste jaren helemaal omgeslagen. Zo zijn er vandaag meerdere manieren om AGV’s de juiste weg te wijzen zonder ingrijpende werken, zoals de populaire lasersystemen en de groeiende visionsystemen. Ook hun autonomie is langer, terwijl ook de energievoorziening efficiënter verloopt dan vroeger. Daarom zijn ze vandaag - in tegenstelling tot pakweg vijf jaar terug - perfect inpasbaar in een bestaande installatie. Ook de mogelijkheid om ze als intelligente entiteit in te passen in een bovenliggend operationeel warehousing of Manufacturing Execution System (MES) systeem zorgt voor ongekende mogelijkheden zoals dynamische route-aanpassingen, automatische objectherkenning en monitoring van de verplaatsingen. We beginnen met een overzicht van de geleidingstypes. Die zijn onder te brengen in twee grote groepen, de niet-autonome en autonome uitvoeringen.

‘Lasernavigatie is zeer makkelijk aanpasbaar aan nieuwe situaties.’ NIET-AUTONOME GELEIDINGEN Draadgeleiding via inductie Draadgeleiding werkt via een kabel die in een kleine sleuf in de vloer wordt geplaatst. De kabel stuurt een signaal uit dat wordt opgepikt door de sensor op de AGV. Alhoewel deze methode een grote betrouwbaarheid garandeert, zijn er ook enkele stevige minpunten. Uitbreiding of verandering vereist ingrijpende werken, want er moet een nieuwe sleuf getrokken worden en bekabeling gelegd worden. De inductiegeleiding is de oudste vorm van AGV geleiding. Transponders/Grid Er kan ook gewerkt worden met Radio-frequency Identification (RFID) transponders die in de grond worden geplaatst. De transponders hebben elk een unieke en aanpasbare code, zo weet de AGV waar hij zich bevindt en in welke richting hij zich moet begeven. Door de RFID-code aan te passen kan het traject gewijzigd worden.

Inductieve geleiding is bedrijfszeker, maar de installatie is weinig aanpasbaar.

AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

Optische geleiding De dure aanpassingskosten van draadgeleiding en de plaatsing van transponders wordt overbodig gemaakt bij optische geleiding. Hier wordt op de vloer een kleurtape aangebracht. De AGV volgt de tape via optische sensoren. Deze methode is goedkoop en eenvoudig, maar is wat minder robuust. De tape is aangebracht op de vloer en kan na verloop van tijd losraken of verkleuren. Ook kan vuil op de kleurstrook of op de sensorkop leiden tot stilstand. Magnetische geleiding Dit is een vergelijkbaar procedé als optische geleiding, enkel wordt nu gebruik gemaakt van een magnetische tape om de AGV in goede banen te leiden. Dit heeft als voordeel ten opzichte van optische geleiding dat de tape wel vuil mag raken. AUTONOME GELEIDINGEN Lasernavigatie Lasernavigatie is de meest gebruikte methode bij de besturing van AGV’s. Hier wordt gebruik gemaakt van laserscanners die via weerkaatsing van uitgestuurde laserstralen de exacte locatie van het toestel kunnen bepalen. De voordelen zijn duidelijk: lasernavigatie is zeer makkelijk aanpasbaar aan nieuwe situaties, er zijn geen ingrijpende werken nodig om een nieuw pad aan te leggen. Er zijn twee types lasernavigatie in voege: met reflectoren of op basis van contouren. Bij de eerste methode worden reflectoren aangebracht langs het parcours om de lasersignalen terug te kaatsen. De exacte positie van elke reflector wordt opgemeten en vastgelegd in de scanner. De positie van het voertuig wordt bepaald door de positie ten opzichte van de reflectoren. In het tweede geval zijn reflectoren overbodig, hier worden bestaande contouren (muren, machines, … ) gebruikt om de laser te weerkaatsen. De exacte locatie van elk van die contouren moet eerst worden ingelezen. Deze methode is vooral handig en flexibel in omgevingen die stabiel zijn. Waar grote machines draaien, ook standaard heftrucks rondrijden of veel menselijke beweging is, is deze methode moeilijker toepasbaar omdat de AGV dan te veel last heeft om de terugkaatsing goed te interpreteren.

Laserscanners bepalen via weerkaatsing van uitgestuurde laserstralen de exacte locatie van het toestel.

Navigatie op basis van natuurlijke oriëntatiepunten.

11


De veiligheid wordt gegarandeerd door veiligheidsscanners. De zone rondom de AGV wordt verdeeld in subzones. Afhankelijk van waar een operator zich bevindt, past de AGV zijn snelheid aan. Cameranavigatie Ook AGV die met visionsensoren werken zijn populair aan het worden. Het volstaat hier om met de AGV éénmaal door de infrastructuur te gaan. Vervolgens zal het visionsysteem via beeldherkenning in staat zijn om exact de locatie van de AGV te bepalen en om aangegeven locaties terug te vinden De prestaties van visionsystemen zijn zeer performant aan het worden, maar de prijs ligt een stuk hoger dan bij lasersystemen omdat de hoeveelheid data die verwerkt moet worden toch een stuk hoger ligt, al zorgt innovatie hier voor een waarschijnlijke prijsdaling in de nabije toekomst. SLAM EN GEOMAPPING De basis van navigatie ligt in het proces waarmee de AGV de wereld ‘ziet’. Hier zijn twee processen in voege: SLAM en GEOMAPPING. Bij SLAM (Simultaneous Localisation And Mapping) wordt de werkomgeving van de AGV via Teach-in ingescand. Eenmaal dit proces achter de rug, is de AGV in staat om zeer nauwkeurig zijn positie en oriëntatie te bepalen. Bij beweging bepaalt SLAM nieuwe oriëntatiepunten die het vervolgens probeert te koppelen aan de eerder vastgelegde punten. GEOMAPPING maakt gebruik van ‘particles’, telkens afzonderlijke kaarten van de omgeving. De laserscan wordt vervolgens vergeleken met deze particles, waarbij de best passende weerhouden wordt om de exacte positie van de AGV te bepalen. Door deze posities voortdurend te analyseren, vermindert het aantal particles waardoor er sneller zekerheid komt over de positie. De keerzijde van beide mappingprocessen is de bandbreedte die ze gebruiken. De voortdurende stroom van data, de analyse en filtering ervan neemt nogal wat gigabytes in beslag. Zeker in processen die voortdurend in beweging zijn, nemen de continu herberekeningen veel bandbreedte in beslag. COMBINATIES EN INTELLIGENTIE Vandaag worden veel AGV’s uitgerust met een combinatie van geleidingssystemen. Zo volgen ze bijvoorbeeld een vast traject via optische geleiding, maar als ze een object op hun weg tegenkomen schakelen ze automatisch over op een autonome vorm van geleiding, zodat hij direct een andere weg neemt. Ook als de AGV 12

ingezet wordt in diverse magazijnen, kan een combinatie van geleidingssystemen handig zijn. Intelligentie De koppeling met een bovenliggende WMS (Warehouse Management System, een softwarepakket dat de logistieke bewegingen aanstuurt en bijhoudt) kan er bovendien voor zorgen dat de AGV zelf de meest optimale weg bepaald en de obstructie meldt aan een operator en aan de andere AGV’s in het systeem. Zo worden ze van loutere slaafse volger van bevelen, stilaan omgeturnd in entiteiten die zelf informatie genereren en deze vervolgens terugkoppelen naar het operationele systeem. Dat systeem kan dan op zijn beurt die informatie weer gebruiken om de meest optimale routing te berekenen voor alle AGV’s. Andere mogelijkheden zijn het loggen van events zodat de toestand van de voertuigen altijd kan worden opgevolgd. Kwalitatieve software is hierbij van zeer groot belang. Bij een obstakel bepaalt de beheersoftware welke AGV sneller bij de werkpost kan zijn, waarna de positie en taak van elke AGV herberekend wordt. Zo wordt het logistieke proces efficiënter gemaakt. Omdat weinig processen vandaag nog volledig egaal zijn, zijn softwarematige aanpassingen aan de specifieke situatie van uw bedrijf zeker in het begin vaak nodig. Als er voor elke kleine aanpassing dan een tussenkomst nodig is van de producent, dan leidt dit al snel tot frustratie en productieverlies. Vooral bij laser- en visionsystemen is goede en gebruiksvriendelijke beheerssoftware dan ook een heel belangrijke bekommernis, iets dat nogal eens over het hoofd gezien wordt. Diverse attachments mogelijk Net zoals heftrucks kunnen AGV’s uitgerust worden met allerlei fysieke attachments om goederen makkelijk te verplaatsen. Vorken, klemmen, liftsysteem of een eenvoudig platform waarop goederen geplaatst kunnen worden zijn de voornaamste oplossingen. Ook inventieve innovaties komen steeds vaker voor, zoals AGV’s met rollenbanen, Bij dergelijke systemen worden zowel op de AGV als op de rollenbaan handshake sensoren gebruikt. Hiermee kan het automatisch geleid voertuig communiceren met de rollenbaan om een vlotte transfer van de lading mogelijk te maken. www.dematic.com www.egemin-automation.be


DOSSIER

BETROUWBAARHEID EN EFFICIËNTIE CRUCIAAL BIJ OPTIMALE AANDRIJVING VOOR LOGISTIEK Logistiek schreeuwt – zeker vandaag – om snelheid. De aandrijvingen voor transportbanden moeten voor al deze bedrijven vooral aan één zaak voldoen: bedrijfszekerheid. De band moet rollen, no matter what!

Aandrijvingen zijn letterlijk de motor achter onze logistieke processen. Een optimaal motorbeleid dringt zich dan ook op om een maximale uptime te realiseren.

Een optimaal beheer kijkt naar efficiëntie, installatiegemak en wisselstukkenbeheer.

De uptime garanderen van de aandrijving is een belangrijke schakel in de bedrijfsketting en heeft een rechtstreekse invloed op de belevering van de klant. Maar hoe doe je dat, als er tientallen aandrijvingen geplaatst zijn over honderden meter afstand transportband?

Trillingssensoren, temperatuurmeters, energiemetingen, toerentalregelaars, oliekwaliteitsanalyses: de lijst is eindeloos en alles kan via I/O probleemloos aangesloten worden op de plc, gecommuniceerd worden aan het bovenliggend systeem en via alarminstellingen worden gemonitord. Een zeer goede en terechte investering bij aandrijvingen met grote vermogens, maar de vraag is of dat in het geval van logistieke toepassingen nodig is. Het gaat hier in vele gevallen om heel veel kleinere en dus relatief goedkope toestellen, waarbij de kosten voor alle bijkomende sensoren en hun bekabeling al snel de baten van een nauwgezette opvolging overtreffen.

OP AFSTAND MONITOREN De tijd dat onderhoudstechniekers voortdurend op de werkvloer aanwezig waren, alle informatie van machines bijhielden en geregeld metingen uitvoerden om hun toestand te kennen is voorbij. Gelukkig zijn de mogelijkheden om installaties op afstand te monitoren de laatste jaren enorm toegenomen.

Decentrale aandrijvingen reduceren aanzienlijk de bekabelingsnood. AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

Ook verdeelkasten worden grotendeels overbodig.

13


Een eenvoudige plug&play installatie vermindert de downtime van het logistiek proces.

Aparte frequentieregelaars laten een flexibele opbouw van de installatie toe.

Dat weerhoudt de aandrijfproducenten er evenwel niet van om alternatieve vormen van monitoring te voorzien. Dat kan door bijvoorbeeld door de sowieso reeds aanwezige gegevens in de frequentieregelaar, zoals toerentallen en geleverd vermogen, te capteren. Die gegevens worden samen met een aantal randfactoren (bijvoorbeeld: de omgevingsomstandigheden) in een logaritme gezet, waarna de gebruiker een indicatie krijgt als een kritieke termijn wordt bereikt. Wie evenwel geen genoegen neemt met deze oplossing, kan altijd alle parameters die via de I/O aangesloten zijn, op een afstand monitoren via het bussysteem. De meeste aandrijfproducenten bieden aansluitingen aan voor de meest gangbare bussystemen.

kan in veel gevallen interessanter zijn om slechts een beperkt aantal types in te zetten. Dat optimaliseert het stockbeheer omdat er veel minder wisselstukken nodig zijn. Bovendien is het zo ook houdbaar om van elk type minstens 1 aandrijving op stock te houden, zodat stilstand tot een minimum herleid wordt. Ook montage, onderhoud en opleidingsnood wordt beperkt bij het werken met minder varianten.

OPTIMALISATIE STOCKBEHEER Dergelijke eenvoudige zaken laten toe om gepland de toestellen te vervangen, daar waar vroeger vaak gewacht werd tot de aandrijving helemaal op was. Met paniek tot gevolg, want een ongeplande stilstand komt àltijd ongelegen. Er zijn naast monitoring nog andere zaken waar logistieke processen efficiënter gemaakt kunnen worden. Stockbeheer is daar één voorbeeld van. Het

14

WEERSLAG OP EFFICIËNTIE? De wakkere lezer zal er ongetwijfeld op wijzen dat het beperken van het aantal types er ontegensprekelijk toe zal leiden dat een aantal aandrijvingen minder goed gedimensioneerd zal zijn voor zijn eigen specifieke taak. En dat klopt ook, maar daar staat tegenover dat motoren steeds efficiënter worden. Wie bijvoorbeeld gebruik maakt van IE4 motoren, zal minder sterk het negatieve effect voelen van overdimensionering. Zeker bij frequent lage belastingen is een IE4 motor stukken performanter dan een IE3 motor. (afb x) In aankoop is een IE4 weliswaar een stuk duurder, maar op lange termijn is de meerkost snel teruggewonnen.


DOSSIER

Blokkagedetectie in combinatie met voorgeprogrammeerde controlesequenties laten toe om problemen automatisch op te lossen. BELANGRIJK: CONTINUÏTEIT OP LANGE TERMIJN Wat vaak over het hoofd gezien wordt is de continuïteit op lange termijn. Er wordt onder druk van de prijs gekozen voor een goedkopere leverancier, maar na een zekere periode beslist deze plots dat die uitvoering niet meer wordt gemaakt. Kies dus voor een leverancier die deze continuïteit wel met zekerheid kan aanbieden, of op zijn minst een alternatief kan aanbieden dat probleemloos de geschrapte versie één op één kan vervangen. STEEDS MEER MODULAIR Ook logistieke processen zijn steeds vaker het voorwerp van snelle verandering. Niet alleen wijzigen afmetingen en gewichten van dozen om de haverklap, ook de installaties worden voortdurend uitgebreid of aangepast. Makkelijk te monteren plug-and-play aandrijvingen zijn dus geen overbodige luxe. Steeds meer wordt daarom gekozen voor decentrale aandrijvingen met een eigen frequentieregelaar, in tegenstelling tot centrale aandrijving. De meerkost van de aparte frequentieregelaars moet hier afgewogen worden tegen de veel langere bekabeling die eigen is aan centrale aandrijvingen. Zeker als de motoren ver uit elkaar staan, kan het verminderen van signaal- en afgeschermde kabels een grote impact hebben op de totaalprijs. Ook de verdeelkast is hier een extra hinderpaal, bij decentrale aandrijving wordt dit overbodig of kan ze een stuk kleiner uitgevoerd worden. Vandaag zijn er ook decentrale aandrijvingen met geïntegreerde plc, wat toelaat om aandrijvingen apart of in beperkte groepen aan te sturen. Er is ook de mogelijkheid om de frequentieregelaar apart te monteren van de motor. Dat laat een flexibele montage toe van beide toestellen terwijl tegelijkertijd de voornaamste functies rechtstreeks op de motor aanwezig zijn. VEILIGHEID OP AFSTAND In een groot magazijn waar aandrijvingen wel eens ver uit elkaar staan, rijst de vraag hoe er omgegaan wordt met veiligheid. ‘Hoe kan een geblokkeerde aandrijving snel AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

gedetecteerd worden?’ en ‘Hoe worden kritieke stops gecommuniceerd en opgelost?’, dat zijn de voornaamste vragen die hier gesteld worden. Bij kwalitatieve aandrijvingen zijn er bepaalde veiligheidsroutines ingebouwd. De belasting wordt voortdurend gemeten en als die te groot wordt door een blokkage, dan kan een vooraf ingestelde procedure worden uitgevoerd. Die procedure kan bijvoorbeeld bestaan uit ‘vijf keer een reset uitvoeren en opnieuw proberen’.

‘Bij kwalitatieve aandrijvingen zijn er bepaalde veiligheidsroutines ingebouwd.’

Als het probleem tijdens één van de pogingen opgelost wordt, kan de installatie probleemloos verder werken. Als het probleem na die vijf pogingen niet opgelost raakt, dan wordt een alarmsignaal verstuurd naar een operator. Omdat de blokkage meteen opgemerkt wordt door de plc, wordt de aandrijving ook automatisch in een veilige positie gesteld. Zo zijn technici zeker dat eens ze de blokkage hebben weggenomen, de aandrijving pas na een reset weer in beweging kan komen. Ook de instelling van noodstops kan op een aangepaste manier geregeld worden. In bepaalde gevallen is het niet wenselijk om de spanning meteen weg te nemen bij een noodstop, maar moet de aandrijving gecontroleerd worden gestopt. Ook deze zaken kunnen op voorhand worden ingesteld. www.nord.com 15


SEW-USOCOME FABRIEK MET PERFECTE LOGISTIEK

De SEW-USOCOME fabriek in Mommenheim (Brumath) voor de montage van motorreductoren, is een echte ‘Factory of the Future.’ Deze fabriek in de Franse Elzas werd ingehuldigd in 2015 en is een toonbeeld voor de industriële knowhow van de groep SEW-EURODRIVE. In de fabriek spreekt men over «perfambiance», het samengaan van performance en ambiance, in een proces van continue verbetering.

Eric Hoffstetter, directeur van de SEW-USOCOME fabriek van Brumath: ‘Op het gebied van de mondiale competitiviteit zullen we op twee niveaus het verschil maken: het steeds wisselen van ons gamma van producten en de maximale reductie van de productietermijnen. Om dit te bereiken moeten we steunen op de engineering van onze processen en op de expertise van onze teams. We hebben lang nagedacht over de fabriek van de toekomst, zowel betreffende het ontwerp, de integratie en de optimalisering ervan als betreffende de plaats die voor onze medewerkers in dit systeem is weggelegd. Het resultaat is een fabriek vol gezond verstand waarbij men zich niet blindstaart op de technologie om de technologie, maar alles inzet op de optimalisering van het productieproces.’

Tussen deze twee hallen bevindt zich een geautomatiseerd magazijn dat instaat voor de levering van de zowat 40.000 onderdelen die de operatoren dagelijks nodig hebben voor de assemblage van de op maat gemaakte motorreductoren. Deze stukken zijn bestemd voor de procesindustrie (automobiel, voeding) of voor transport- en logistieke installaties, voornamelijk gericht op de export.

EEN VOLLEDIG HERTEKENDE LOGISTIEK Al van bij de aankomst van de onderdelen uit de andere fabrieken van de groep, zoals uit het nabijgelegen Haguenau, springen de in de fabriek doorgevoerde innovaties in het oog. De leveringsvrachtwagens zetten via een sas rechtstreeks wagentjes af samengesteld uit stapelbare, standaard bakken. Elke bak met onderdelen is voorzien van een barcode, elk stuk is geïdentificeerd, inhoud en recipiënt zijn geassocieerd. Transportbanden verzekeren het automatische vervoer naar de magazijnkraan die toegang geeft tot 20.000 opslaglocaties. Elke operator ontvangt rechtstreeks op zijn werkpost de montage-instructies met eventuele opmerkingen samen met de te assembleren elementen. Deze laatste worden op schalen aangevoerd door wagentjes met automatische sturing. Betreft het een speciale uitvoering van de motoreductor, bijvoorbeeld een specifieke lager, dan zal dit zich op de schaal bevinden. De operator dient dus niet meer zelf in alle bakken op zoek te gaan naar de juiste versie van het lager. Om de operator bij te staan bij het monteren van zwaardere motoreductoren komt een robot tussen om de motoreductor om te draaien. Bij elke stap beschikken de operatoren over alle benodigde informatie op hun scherm. Het product wordt op het einde van de keten automatisch gemonteerd en gecontroleerd vooraleer te worden geschilderd, verpakt en verzonden.

MAXIMALE INTEGRATIE, ZOWEL HORIZONTAAL ALS VERTICAAL In het verleden steunde de organisatiestructuur van de SEW-fabrieken op de CIM (Computer Integrated Manufacturing) piramide. Vandaag streeft men eerder naar een maximale horizontale en verticale integratie. Elke module is rechtstreeks verbonden met de ERP (SAP EWM) software, onder meer het automatische magazijn, de geautomatiseerde karretjes, de productielijnen evenals de consignes opgelegd aan de operatoren. Vanaf de bestelling van de klant via de internetsite tot en met de uiteindelijke verzending kan men de flow opvolgen van de componenten die gebruikt worden voor de assemblage van zijn motoreductor.

‘MOBILE ASSISTANTS’ VOOR DE AANVOER VAN DE ONDERDELEN De montage van de motorreductoren mag dan wel voornamelijk manueel gebeuren, het ter beschikking stellen van de componenten nodig om deze montage uit te voeren wordt verwezenlijkt met automatisch gestuurde wagentjes, AGV’s (Automated Guided Vehicles), die volledig werden ontwikkeld door SEW op basis van industriële technologieën. Dagelijks krijgen deze wagentjes hier meer dan 1.100 verplaatsingsbevelen te verwerken en leggen ze zowat 400 km af. De maximaal toegelaten last bedraagt 600 kilo. De contactloze transmissie van energie naar deze wagentjes toe gebeurt aan de hand van inductielussen die

SEW-USOCOME, het Franse filiaal van de SEWgroep, investeerde 70 miljoen euro in de fabriek waar een productiecapaciteit wordt gehaald van 6.000 motorreductoren per dag. Twee grote hallen met een lengte van 170 m en een breedte van 42 m, zonder enige tussenliggende steunpilaar, herbergen de nieuwe productielijnen onder de vorm van «Smart Factory» modulaire mini-productiefabrieken. Binnen de muren van dit geheel van 32.000 vierkante meter is alles onderling verbonden. Vanaf de opname van de bestellingen tot en met de verzending zijn de verschillende stappen van het ontwikkelingsproces van de aandrijfoplossingen ingebed in een digitaal netwerk.

16


DOSSIER / CASE STUDY SEW-EURODRIVE

Om alle informatie afkomstig van de AGV’s te bundelen hebben de interne diensten van SEW een speciale softwaretool ontwikkeld. Een supervisiescherm laat toe de posities van de AGV’s evenals hun status in reële tijd op te volgen. Ook een diagnose vanop afstand behoort tot de mogelijkheden. De AGV’s zijn de «ideale partner» geworden van de operatoren: zodra zij ze nodig hebben volstaat een simpele klik op hun bedieningspaneel en daar komt een zelfgestuurd wagentje al aangereden. De automatisering is hier duidelijk ook ontworpen om het werk van de operatoren te vergemakkelijken en hen te ontlasten van bepaalde zware taken. www.sew-eurodrive.be

OT E H LINE C I

7 24/ ce vi Ser

+3

.3

33

SER V

ingebouwd zitten in de vloer (systeem MOVITRANS). Van bij het ter plaatse stellen van de productie-units heeft een numerieke simulatie toegelaten het concept te valideren teneinde de verschillende lussen in te planten en ze te voorzien van rondpunten voor de afsplitsingen. Vandaag rijden in de fabriek 37 AGV’s rond over deze lussen, die een totale lengte bereiken van 2,5 km en nog kunnen verlengd worden door de bijvoeging van segmenten. Anderzijds kunnen de AGV’s, bijvoorbeeld tijdens de modificatie van een productielijn, de inductielus tijdelijk verlaten. Hiervoor worden ze uitgerust met supercondensatoren die zich heropladen van zodra de AGV zich terug over de inductielus beweegt. Een inductieve geleidingsantenne en RFID chips verwerkt in de vloer verzekeren een correcte verplaatsing en positionering. De aandrijving gebeurt door twee KA19 motorreductoren met conisch koppel en geïntegreerde MOVIMOT omvormer. Een MOVI-PLC advanced drive coördineert de beweging. De bediening van de beheersfuncties voor de flows gebeurt bij middel van een meerassige MOVI-PLC Power controller die rechtstreeks verbonden is met SAP. Voor de meeste AGV’s zijn twee bergruimten voorzien: het hoog niveau voor de bevoorrading van de montagepost met 5 schalen gevuld met onderdelen, en het laag niveau om de lege schalen op te halen. Een MOVIPRO regelaar met positioneerfuncties stuurt twee HK37 CMP 63 servoreductoren aan om de verplaatsing van de schalen uit te voeren met een ontkoppelfunctie.

2 (0)7 8.15

0


FLANDERS MAKE

MAKE LAB: FABRIEK VAN DE TOEKOMST OP WIELEN

Bedrijven in de maakindustrie kunnen vanaf nu terecht in het MAKE LAB. Dit is een mobiel onderzoekslaboratorium waar bedrijven kunnen proeven van nieuwe technologieën en van de samenwerking mens-robot. Ze kunnen er testen hoe een robot zij-aan-zij met een mens werkt, ontdekken wat de meerwaarde van Virtual en Augmented Reality is in een productie-omgeving, hoe een slimme werkpost eruit kan zien en meten of een taak al dan niet te zwaar is. Flanders Make ondersteunt met het nieuwe MAKE LAB Vlaamse bedrijven om hun productie verder te ontwikkelen en te innoveren op de productievloer, zodat ze sneller en beter kunnen produceren en hun buitenlandse concurrenten een stap voor blijven. ‘De digitalisering van onze industrie is meer dan een technologische (r)evolutie. De overstap naar een ‘mass customisation economy’ van gepersonaliseerde, slimme en geconnecteerde producten betekent dat bedrijven hun rol, businessmodel maar ook hun productie-apparaat en organisatie fundamenteel moeten herbekijken’, zegt Urbain Vandeurzen, voorzitter van de raad van bestuur van Flanders Make. ‘Met het MAKE LAB brengt Flanders Make een mobiel labo en proeftuin met de nieuwste productietechnieken letterlijk tot op de werkvloer van onze bedrijven. Zo kunnen zij laagdrempelig kennismaken en experimenteren met de modernste productietechnieken en werkmethoden.’ Dirk Torfs, CEO van Flanders Make, licht het belang van het MAKE LAB verder toe: ‘Bedrijven kunnen alleen concurrentieel blijven als ze uitgroeien tot zogenaamde slimme fabrieken die de nieuwste productiemethodes en -technologieën gebruiken, en fors investeren om onder meer flexibel kleine series te produceren. Met het MAKE 18

Urbain Vandeurzen en Dirk Torfs brengen met het mobiele MAKE LAB de nieuwste productietechnieken letterlijk tot op de werkvloer van onze industriebedrijven.

LAB bieden we bedrijven – groot en klein – dé cocreatie omgeving waar ze samen met kennisinstellingen de productietrends zullen zetten voor de fabrieken van de toekomst. Ze kunnen er nieuwe productieprocessen uittesten, bedrijfseigen oplossingen valideren of haalbaarheidsstudies uitvoeren.’ Het MAKE LAB maakt deel uit van een groot infrastructuurproject van Flanders Make. Daarbij wordt tussen 2016 en 2018 vijf miljoen euro geïnvesteerd in een ‘living lab’-infrastructuur die bedrijven via co-creatie helpt nieuwe producten sneller op de markt te brengen en kennisversterking door samenwerking aanmoedigt. Het MAKE LAB simuleert een ultramoderne productieomgeving. Een kleine fabriek van de toekomst op wielen, als het ware. Hoewel robots er een belangrijke plaats innemen, staat de mens ook centraal. De bedoeling is niet alleen om bedrijven te laten kennismaken met nieuwe technologieën om beter te produceren maar ook met technologieën die de operator ondersteunen. Een robot kan bijvoorbeeld de zware, repetitieve taken overnemen, maar de mens is nog steeds nodig voor het fijne werk. In een productie-omgeving waar echter veel verschillende stuks gemaakt worden, wil dat zeggen dat de operator telkens nieuwe processen moet leren. Er worden daarom digitale werkinstructies voorzien, aangepast aan het expertiseniveau van de operator. Training met Virtual of Augmented Reality helpt om sneller die nieuwe processen te assimileren, zelfs nog voor de onderdelen er echt zijn. Dat laat een bedrijf toe om eenvoudiger kleine wijzigingen door te voeren en dus flexibeler te produceren. Bovendien kan gemeten worden hoe belastend een taak is of hoe ergonomisch een productiecel is, om deze dan te optimaliseren. www.flandersmake.be


ALTRA / STROMAG

© Ed Hood / PEZCyclingNews

ALTRA LEGT OVERNAMESTRATEGIE UIT Altra nam recent Stromag, lid van InduMotion, over en de integratie verloopt vlot. De Amerikaanse Altra-topman David J. Ebling was kort in België om de resultaten van deze overname te zien. ‘Je moet geen rapporten lezen in uw kantoor. Het is op de werkvloer en in uw customer service center dat je hoort wat klanten willen en hoe je ze beter kan helpen’, zegt Dave Ebling. Altra sponsorde een wielerploeg tijdens de wielerzesdaagse in het Gentse Kuipke. ‘In hoofdzaak willen we hiermee Altra meer bekend maken op de Benelux markt’, vertelt Dave Ebling, president van Altra’s Electric Clutch Brake Division (ECB). Dat hiervoor de wielersport wordt gekozen, heeft te maken met het feit dat Dave Ebling in zijn jeugd zelf nog wielrenner is geweest. ‘Ik heb inderdaad nog gekoerst, vanaf mijn veertien jaar was ik gepassioneerd door deze sport. Vorig jaar in Nederland op de wielerzesdaagse in Amsterdam ontstond het idee om met Altra een wielrennersploeg te sponsoren omdat je via deze vorm van reclame uw naambekendheid vergroot.’ De uitbouw van Altra – met hoofdkwartier in Braintree, Massachusetts – is een voorbeeld van een mooi economisch groeiverhaal. ‘Altra is gestart in 2004 met een investering door de private equity vennootschap Gen Star Capital uit San Francisco. Zij vonden dit een interessante markt om in te investeren en hadden in hun management enkele experts inzake mechanische aandrijfen transmissiesystemen’, schetst Dave Ebling de historiek van Altra. Geleidelijk breidde Altra uit, door succesvolle overnames, maar ook organisch. Zo omvat de holding inmiddels 23 bekende merknamen: Stromag, Guardian Couplings, Svendborg Brakes, Lamiflex, Bauer Gear, Warner Linear, Twiflex Brakes , Warner Electric, Matrix International, Wichita Clutch, Bibby Couplings, Ameridrives, Huco, Inertia Dynamics, APT, TB Woods, Industrial Clutch, Formsprag Clutch, Stieber Clutch, Marland Clutch, Nuttall Gear, Boston Gear en Kilian Bearing. ‘In totaal telt Altra 4.550 medewerkers en zijn er wereldwijd 31 productiefabrieken. Al onze merken hebben een grote onafhankelijkheid, maar tegelijk vullen ze elkaar goed aan en bundelen we door synergie onze krachten’, legt Dave Ebling uit. Sinds 2006 is de groep beursgenoteerd op de NASDAQ (AIMC) en aandeelhouders zagen hun dividend sedert 2012 verdrievoudigen. Altra bestaat nu uit drie divisies: Couplings, Clutches & Brakes (CCB), Electromagnetic Clutches & Brakes (ECB) en Gearing. CCB is goed voor de helft van de groepsomzet, ECB haalt 28 procent binnen en Gearing zit op 22 procent. Altra richt zich op diverse markten zoals windturbines, landbouw en offhighway machines, de staalindustrie, olie & gaswinning, transportbanden, elektrische motoren, servo motoren, medische toepassingen en zelfs grasmachines. De klanten situeren zich voor 51 procent in Noord-Amerika, AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

36 procent in Europa en 13 procent in Azië.Altra nam recent in Europa het Duitse Stromag over. ‘Die acquisitie verloopt prima en zit op schema’, zegt David Ebling. ‘Er is vrijwel geen cultuurverschil en dat David J. Ebling bevordert de integratie. Voorts zien we ook heel wat gezamenlijke verkoopkansen van onze diverse producten via het Altra-netwerk. Stromag heeft net zoals wij een lange traditie van het maken van innovatieve producten en een grote focus op de klanten.’ Altra ondersteunt alle eigen merken. ‘We hebben de middelen en aanpak van een wereldspeler: met lean manufacturing, efficiënte productieprocessen, we ondersteunen onze merken met IT en materiaal. We geven ze groeikansen en helpen hen met investeringen.’ De ambitie van Altra voor de komende jaren is tweevoudig. Groeien, onder meer organisch maar ook door overnames die voor meerwaarde zorgen, en het blijven aanbieden bij alle klanten van innovatieve, kwaliteitsvolle producten met een uitstekende service. ‘Een nog betere leverancier worden voor onze partners, werken aan kwaliteit en betrouwbaarheid, onze levertijden scherper stellen en onze service verhogen, dat zijn voor ons belangrijke streefdoelen’, zegt Dave Ebling. ‘Wij hechten bij Altra veel belang aan details en we hanteren de ‘Go See’-filosofie. Waarbij ons management zelf op de werkvloer aanwezig is, in plaats van in een kantoor rapporten te lezen.’ Altra Industrial Motion heeft in de Benelux 12 medewerkers in dienst die werken voor de verschillende divisies. ‘Cruciaal is ook het aanwerven van personeel met een ‘passion for manufacturing’, mensen die graag dingen maken en meedenken met de klant om een product te maken dat speciaal voor die klant is gemaakt’, besluit Dave Ebling. www.altramotion.com www.stromag.be 19


Gun uzelf rust met SMC Thermo Chillers 

Verbeter de prestaties en betrouwbaarheid van uw machine

Kies voor een slimme oplossing die u proactieve controle biedt

Verzeker u van wereldwijde ondersteuning én wereldwijd gebruik

…meer informatie: www.smcpneumatics.be

Thermo-Chiller_advert-A5_be-nl.indd 1

5/9/17 16:59

Fr-A 800 High performance Inverter tot 630 kW

- Super snelle vector regelaar - Auto-tuning van PM en IM motoren - Easy setup - Ethernet communicatie on-board

ontdek meer op : www.esco.be of bel naar : 02 717 64 60


INE / PARKER

INE 2018 VIP-EVENT ROND INNOVEREN EN AUTOMATISEREN Op 22 februari 2018 vindt in de Leuvense Brabanthal de derde editie plaats van Indumation Network Event, afgekort INE 2018. Het tweejaarlijkse INE staat in het teken van automatiseren, optimaliseren, innoveren en digitaliseren. Dit high-end netwerkevent is een eendaagse meeting waar zo’n 100 technologiepartners op amper één namiddag en avond ruim 1.200 strategische beslissingsnemers verwelkomen. Het management van technologiebedrijven neemt hier de tijd om in een aangename omgeving te brainstormen met het management van industriebedrijven over de opportuniteiten en kosten die innovatie- of automatiseringsprojecten met zich meebrengen. Dit alles gebeurt in een gezellig en ongedwongen loungesfeer, vergezeld van een hapje en een drankje.

Het Indumation Network Event kent een gestage groei. Voor de eerste editie in 2014 waren er 74 partners en 787 genodigden. De editie 2016 bracht 85 partners en 1.086 VIP-gasten naar de Brabanthal. De deelnemers zijn eigenaars, directie en middenkader uit alle takken van de industrie. De uitnodigingen gebeuren persoonlijk door de partners zélf, via een VIPprocedure en online registratie. In tegenstelling tot grote beurzen - waar vaak dagen aan een stand wordt gebouwd - is alle infrastructuur aanwezig. Een evenement als INE heeft succes omdat mensen gevoelig zijn voor ‘beleving.’ Het netwerkevent is alleen toegankelijk met een persoonlijke uitnodiging en dat zorgt voor een zekere exclusiviteit. Voor deze nieuwe editie wordt ook een contactenboekje samengesteld. U kan hierin adverteren via een mail naar publiservice@automation-magazine.be. www.networkevent.be

PARKER HANNIFIN VIERT HONDERD JAAR Parker Hannifin bestaat honderd jaar en dat werd in Nederland op het Parker Benelux-hoofdkwartier in Hendrik-Ido-Ambacht gevierd met leveranciers, klanten en medewerkers. De specialist in aandrijvings- en besturingstechniek werd op 13 maart 1917 opgericht in Cleveland, Ohio. Het eerste patent dat Arthur Parker op zijn naam aanvroeg was een hydraulische component dat de snelheid regelde van elektrische generatoren. Inmiddels heeft Parker meer dan 8.000 patenten geregistreerd voor innovaties in diverse industriële, mobiele en medische sectoren. Gefascineerd door de prille vliegtuigtechniek leverde Parker ook een hydraulisch brandstofsysteem voor ‘The Spirit of St. Louis’ waarmee Charles Lindbergh in mei 1927 de Atlantische Oceaan overvloog. Later werkte Parker voor de NASA en ingenieurs van Parker zorgden ervoor dat toen de Apollo 13-ruimtemissie in gevaar kwam door een ontplofte zuurstoftank, de driekoppige bemanning alsnog veilig de aarde bereikte. In 1957 werd cilinderfabrikant Hannifin gekocht. ‘Klanten helpen hun productiviteit en winstgevendheid te verbeteren met innovatieve en grensverleggende technologieën, dat is ons doel’, aldus Freddy Eggengoor, general manager Parker Hannifin Benelux. Arthur Parker zei daarover zelf tijdens een toespraak voor zijn personeel in de jaren ’30: ‘Ons succes is gebaseerd op eerlijk zakendoen, hard werken, gecoördineerde inspanningen en het leveren van kwaliteitsproducten.’ Vandaag de dag biedt Parker een 8-tal technologieën met producten die aanwezig zijn in vrijwel alles wat beweegt AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

De genodigden werden aan de inkom symbolisch onthaald door stichters Arthur Parker en Carl Klamm. met hoogtechnologische componenten en systemen voor vloeistof- en gasstromen. Parker heeft meer dan 300 fabrieken in 50 landen en zo’n 13.000 verkooppunten wereldwijd, waarvan 3.000 ParkerStores. Bij Parker zijn er 55.000 mensen in dienst, voor 400.000 klanten en het bedrijf heeft 800.000 producten in portfolio. Tijdens de tweedaagse viering in Hendrik-Ido-Ambacht kregen de genodigden een rondleiding in de fabriek en werden diverse nieuwe Parker-producten voorgesteld. De aanwezigen konden na een geanimeerd vraaggesprek met general manager Freddy Eggengoor en Parker-experts kiezen uit het bijwonen van vijf sessies: over de EP2 pomp, de GVM motor, CDAS droger, Parker & IoT en Semicon. www.parker.com/centennial 21


SIEMENS EN SMC ONTWIKKELEN VOETBALSPEL VOOR STEM

Siemens en SMC hebben een origineel voetbalspel ontwikkeld waarmee studenten op een boeiende manier kennismaken met de wereld van de techniek. Het ondersteunen van technische opleidingen bij jongeren is één van de prioriteiten van Siemens en SMC. Siemens en SMC Pneumatics werken al vele jaren samen met het onderwijs en ze ondersteunen de STEM-richting: Science, Technology, Engineering en Mathematics. De twee bedrijven lanceren nu een ‘voetbalspel’ zelfbouwpakket voor leerlingen in technologische studies in het algemeen secundair, technisch en beroepsonderwijs. Ons onderwijs zet volop in op de STEM-opleiding, maar voor de leraren – vooral in het ASO – is het een hele uitdaging om in deze nieuwe richting interessante lessen aan te bieden. Siemens en SMC ondersteunen daarom graag de scholen om zo techniek op een goedkope en efficiënte manier in het klaslokaal te krijgen in TSO/BSO, maar ook in ASO. ‘Siemens en SMC hebben een aanvullend portfolio. Siemens is op het vlak van industrie sterk in industriële automatisering, digitalisering en aandrijftechnieken. SMC is marktleider inzake pneumatica. Wij hebben al eerder samengewerkt op het vlak van onderwijs, onder meer met de ‘Factory of the Future’-truck, dus met dit gezamenlijke STEM project zijn we niet aan ons proefstuk’, vertelt Thierry Van Eeckhout, vice president Sales van de industrietak Siemens over de samenwerking tussen de twee bedrijven. Zo ontstond de Engibox, een pick & place oefening. De Engibox is een zelfbouwpakket waarmee studenten een geautomatiseerd proces kunnen simuleren. Het pakket bestaat uit mechanische en elektrische componenten om dit proces te kunnen ontwikkelen. 22

Leraar Ulrich Moons en zijn studenten kijken uit naar de komst van het Siemens & SMC voetbalspel.

Ook het nieuwe voetbalspel is een project dat de studenten zelfstandig kunnen maken. ‘Het Siemens & SMC voetbalspel is een zelfbouwpakket, bestaande uit industriële componenten waarmee studenten een voetbalspel opbouwen’, legt Francis Gheldof, binnen Siemens Digital Factory & Process Industry & Drives verantwoordelijk voor onderwijs, uit. ‘Twee studenten spelen het spel: een doelman en een voetballer worden elk via een drukknopdoos met schakelaars bediend. Een begeleidende syllabus helpt de student om zelfstandig het project te realiseren. Het voetbalspel bestaat in 4 varianten waarbij de moeilijkheidsgraad van het automatiseringsgedeelte oploopt zodat de module ook in de hogere graden kan worden ingezet.’ ‘We kozen voor de ontwikkeling van een voetbalspel omdat dit goed aansluit bij de leefwereld van de studenten. Als het project is gerealiseerd, dan is het voor hen een vorm van beloning dat ze zelf met de voetbaltafel kunnen spelen’, vult Serge Casier van SMC aan. ‘Wij hebben dit project voorgesteld in oktober tijdens de STEM-beurs in Technopolis en de reacties waren bijzonder positief. Zowel bij de Engibox als het voetbalspel komen alle facetten van STEM aan bod. Science: het is een wetenschappelijke benadering van een geïndustrialiseerd proces, de leerlingen moeten fysische wetmatigheden in een geïndustrialiseerd proces herkennen en gebruiken. Technology: de leerlingen zoeken naar oplossingen tijdens het realiseren van het geïndustrialiseerd proces. Engineering: ze moeten persluchtcilinders dimensioneren, 2D en 3D tekeningen gebruiken, en het proces aansturen via programmeerbare logica/sturing. Mathematics: de leerlingen berekenen mechanische en elektrische grootheden via formules.’ De Engibox kan op verschillende manieren worden aangestuurd. Versie 1: aangestuurd via Autosim-200, het SMC-simulatiepakket voor pc. Versie 2: met LOGO!8, intelligente logische module voor kleine


Tijdens het spel worden een doelman en een voetballer via een drukknopdoos met schakelaars bediend.

automatiseringstaken. Versie 3: met S7-1200, vrij programmeerbare sturing en een KTP700 HMI panel voor bediening en visualisering. Het STEM-voetbalspel biedt nog meer mogelijkheden. Bij de ontwikkeling is gestart met een ‘digital twin.’ Dat is een virtuele kopie die helpt om het machine design, in casu het voetbalspel, te verbeteren. ‘Deze is ontwikkeld met NX-software. Alle gegevens hiervan worden ter beschikking gesteld en een volledige beschrijving van de opbouw wordt meegeleverd. De gegevens worden ter beschikking gesteld voor wie zelf de tafel, bevestigingstukken, enz … wenst te verzagen en te printen’, aldus Serge Casier. De voetbaltafel kan in verschillende versies besteld worden. Versie 1: aansturing zonder programmeerbare logica maar met elektrische bekabeling. Versie 2: LOGO!8, intelligente logische module voor kleine automatiseringstaken. Versie 3: S7-1200, vrij programmeerbare sturing, met een KTP700 HMI panel voor bediening en visualisering, en mogelijkheid tot detectie voor het tellen de doelpunten. Versie 4: toevoeging van elektrische assen, aangestuurd door de S7-1200 en een KTP700 HMI panel voor bediening en visualisering, en mogelijkheid tot detectie voor het tellen de doelpunten. Bij het kOsh, Campus Scheppersstraat in Herentals, wachten de technische klassen enthousiast op de komst van het voetbalspel. Leraar Ulrich Moons: ‘We zien dat Industriële Wetenschappen STEM almaar meer leerlingen aantrekt. Dit jaar hebben we zelfs 2 IW STEMklassen in het 3de en 4de jaar. De laatste jaren is het aantal leerlingen van IW in onze school aan een opmars bezig, maar de vraag van de markt is nog veel groter dan het aanbod afgestudeerden in deze richting.’ ‘Industriële Wetenschappen is een sterke technische richting die onder TSO valt. Het is een richting waar de leerlingen buiten mechanica, engineering, fysica, chemie en talen ook nog 8 uren wiskunde krijgen, wat meer wiskunde is dan in ASO-richtingen. Deze jongeren studeren verder voor een master industrieel of burgerlijk ingenieur.’ AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

SIEMENS / SMC ‘We willen als school sterk inzetten op de STEM richtingen en de nieuwste technieken, daarom hebben we een vrij uniek labo gecreëerd met leslokaal, computereiland, brainstormhoek, ontwerpzone en oefenprojecten’, vertelt Ulrich Moons. De richting IW STEM vertrekt bij engineering van een probleemstelling/analyse terwijl de richting EM STEM (elektromechanica) vertrekt van een uitgelijnde opdracht. ‘Tijdens het vak engineering krijgen de leerlingen een probleemstelling/analyse waar ze in groep een oplossing voor moeten zoeken. Hiervoor mogen ze ons gehele labo, alle onderdelen en hulpmiddelen gebruiken, één onderdeel moeten ze zelf 3D-printen. Wanneer er moeilijkheden opduiken wordt theorie onderwezen. Je kan niet geloven hoeveel verschillende oplossingen voor een bepaald probleem deze leerlingen vinden terwijl ze in een 3de jaar toch nog niet veel gezien hebben van technische realisaties.’ ‘Toen we hoorden dat SMC en Siemens een STEM project hadden ontworpen waren we natuurlijk dadelijk vragende partij. Dit voetbalspel speelt in op de leefwereld van de jeugd. Het is een geautomatiseerd spel en dat spreekt de leerlingen aan.’ Ulrich Moons: ‘De essentie van STEM is ‘de leerling boeien en hun interesse opwekken om iets te willen ontdekken’. Als bedrijven en overheden bekwame technische mensen willen, moeten ze het onderwijs en de technische richtingen steunen en ze de middelen geven om van er een kwalitatieve technische opleiding van te maken.’ Nog te vaak verdwijnt er materiaal van bedrijven in een container in plaats van bij een technische school te informeren of dit niet nuttig kan zijn tijdens de lessen. ‘Wij kunnen altijd technisch materiaal gebruiken. Je kan niet 50 keer dezelfde motor laten bestuderen en demonteren en hopen dat alles nog werkt. Het is in ieders voordeel om te investeren in de opleiding van onze kinderen. Denk dus eens aan de technische scholen als je een leuk project hebt of materiaal waarmee we ons labo kwalitatiever kunnen maken’, besluit Ulrich Moons. www.kosh.be www.siemens.be www.smceducation.be

Het spel is zo opgebouwd dat de leerlingen in de eerste tot de derde graad eraan kunnen werken en dat de moeilijkheid van de opdrachten toeneemt.

23


BOSCH REXROTH

SLIMME HYDRAULICA KLAAR VOOR IOT De showtruck van Bosch Rexroth toonde de recente innovaties onder de noemer Connected Hydraulics.

Kwatongen durven al eens beweren dat hydraulica een imagoprobleem heeft. In hun ogen is het een wat verouderde, ingewikkelde en bovendien ‘vuile’ tak van de technologie. Maar het tij is stilaan aan het keren. Dat bewijst Bosch Rexroth door haar componenten te voorzien van de meest up-to-date functionaliteiten. Eén en ander werd voorgesteld tijdens een impressionant evenement bij Sarens, waar de kraan genaamd Big Benny het imposante decor vormde van een halte van de ‘Connected Hydraulics’-tour. Onder de noemer van ‘Connected Hydraulics’ toonde Bosch Rexroth in een omgebouwde showtruck haar meest recente innovaties. Klanten konden gespreid over drie dagen en op diverse locaties de truck betreden en kennis maken met de toekomst van hydraulica. De locaties waren bovendien niet toevallig gekozen, maar weerlegden stuk voor stuk de bewering dat hydraulica passé is. Zo was in Brugge de ophaalbare brug van de gloednieuwe snelweg A11 de blikvanger, met zijn hydraulische liftsystemen van Bosch Rexroth als exponent. Wij trokken evenwel de dag daarop naar het Gentse waar de Big Benny van Sarens, in afwachting van verscheping naar Kazachstan, het toneel vormde voor de productvoorstelling op dag twee van de tour. Maar eerst terug naar de componenten. Wat Bosch Rexroth verstaat onder slimme hydraulica werd duidelijk

Een mooi voorbeeld hiervan is de IoT Gateway, die toelaat om installaties te laten communiceren met een bovenliggend systeem. 24

gemaakt door enkele mooie voorbeelden van wat intelligente hydraulica kan toevoegen aan een installatie. Zo kunnen de EFC frequentieregelaars voor de aandrijving van een motorpomp-eenheid eenvoudig bedrijfsklaar gemaakt worden door een upload van de parameters van de gebruikte Rexroth – componenten. Daarbij komt nog dat de frequentieregelaar functionaliteiten zoals drukbewaking bezit waardoor er geen extra software meer geschreven hoeft te worden om hydraulische eenheden aan te sluiten, iets wat bij veel andere frequentieregelaars wel het geval is. Een tweede voorbeeld is de IoT Gateway. Dit component is de ontbrekende schakel tussen de installatie enerzijds en een overkoepelend systeem. Dit kan door de installatie via de I/O’s op de gateway aan te sluiten. De gateway neemt vervolgens de communicatie met een bovenliggend MES systeem of cloud op zich. Zo kan de toestand van een component –zoals druk, temperatuur, trillingen, energieverbruik- voortdurend gecommuniceerd, gevisualiseerd en gemonitord worden. Analyse van deze gegevens laat toe om de productie op de voet te volgen en snel in te grijpen bij mogelijke problemen. Een betere uptime is het resultaat.

Big Benny tilt 3.200 ton De SGC120 kraan (zoals ze officieel heet) bij Sarens is een prachtig staaltje techniek waarin de kennis van Bosch Rexroth een belangrijke rol speelt. De capaciteit van 3.200 ton, de gieklengte van 120 meter of de diameter van 40 meter: alles aan deze kraan is indrukwekkend. De zes lieren van de kraan bewegen zich voort aan een snelheid van 22,4 m/s. Belangrijk hierbij is dat de zes lieren synchroon bewegen met elkaar, anders kan de last schuin gaan hangen. Bosch Rexroth voorzag hier in de complete lieraandrijvingen en de belangrijke onderlinge synchronisatie. Ook de beweging van de roterende basis wordt in goede banen geleid door Bosch Rexroth. Maar liefst 64 hydraulische motoren zorgen ervoor dat de kraan zich op een zeer precieze manier kan draaien. Dat Sarens voor dit soort toepassingen een beroep doet op Bosch Rexroth, is een mooie stimulans voor het bedrijf om verder te werken op de ingeslagen weg.


GAMING

KUNNEN VIDEOSPELLETJES BIJDRAGEN AAN EEN EFFICIËNTERE WERKING VAN PRODUCTIEBEDRIJVEN? Een volmondige ‘ja’ op de titel van dit artikel lijkt het antwoord te worden. En maar goed ook, want de gamingindustrie is altijd al een voorloper geweest in nieuwe technologie. Denk maar aan de joystick die dankzij gaming doorbrak bij het grote publiek, om vervolgens ook in de industrie zijn weg te vinden. Omdat onze industriële processen vandaag geregeerd worden door data, is de beperkende factor om tot een foutloze productie te komen steeds vaker de mens. Innovaties uit de gamesector kunnen het operatoren evenwel makkelijker maken beslissingen te nemen. Daarnaast zijn ook de ontwikkelingen in prototyping en opleiding veelbelovend. De laatste jaren zijn er een aantal markante evoluties in onze industriële processen aan de gang, die quasi allemaal ‘data’ als grootste gemende deler hebben. We lijsten er graag enkele op: • digitalisering: alle informatie uit sensoren en machines is gedigitaliseerd en kan worden bijgehouden. Processen worden niet langer puur door menselijke kennis gestuurd, maar worden ook en vooral op basis van informatie uit de plant geregeld. • monitoring: De verkregen informatie wordt in realtime opgevolgd om acties in te plannen. Hierin passen concepten als predictive maintenance. • visualisatie: besturen gebeurt minder via fysieke, mechanische weg maar via HMI-beeldschermen. Onder invloed van de introductie van tablet en smartphone, wordt dit ook steeds vaker handheld. • netwerking: machines en processen worden steeds vaker ingeschakeld in een groter geheel en verbonden met het internet. Machinebouwers zijn altijd op zoek om deze evoluties zo goed mogelijk in te passen in hun machines. Er wordt daarbij ook gekeken naar innovaties uit andere takken van de samenleving. Neem de gamingindustrie. Op het eerste zicht staat deze mijlenver van de maakindustrie, maar door de geschetste evoluties zijn er steeds vaker raakvlakken tussen beide sectoren. Kijk bijvoorbeeld naar een spel zoals Call of Duty, een oorlogsspel waarbij in een team gemeenschappelijke doelen moeten worden behaald. Er kan ook online gespeeld worden, waarbij teamleden moeten communiceren om informatie te delen, samenwerken om complexe taken tot een goed einde te brengen en het uiteindelijke eindresultaat te halen. Communiceren, samenwerken en resultaat boeken, dat lijkt verdacht veel op de bedrijfsdoelen waar zovelen onder ons dagelijks mee worden geconfronteerd. Een tweede voorbeeld zijn de zogenaamde life simulation games. Bekende namen zijn hier bijvoorbeeld The Sims, Railroad Tycoon en Minecraft. Het onderwerp van AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

deze drie games mag dan totaal verschillend zijn, de achterliggende insteek blijft hetzelfde: het analyseren van trends, reageren op verrassingen en de schaarse middelen zo efficiënt mogelijk inschakelen om het einddoel te bereiken. Analyseren, marktschommelingen opvangen en voortdurend knopen doorhakken: dat klinkt verdacht veel als de taakomschrijving van een productiemanager. Uit beide voorbeelden – twee uit een heel lange lijst – blijkt dat er nogal wat raakvlakken zijn tussen games en productie-omgevingen. Wat kunnen we dan leren van de gamingindustrie? De gamers van vandaag zijn onze ingenieurs en operatoren van morgen. Bovendien worden technische profielen schaarser, de vergrijzing en evolutie van de arbeidsmarkt indachtig. Als videogames er in slagen om heel wat data in realtime te communiceren, moet dit voor een complexe productieomgeving ook mogelijk zijn en krijgt de gamegeneratie een visueel herkenbare interface. Er zijn nogal wat machinebouwers die prachtige machines maken, maar die de gebruiksvriendelijkheid voor operatoren helemaal uit het oog verliezen. Het resultaat is fouten en frustratie. Een interface creëren die aantrekkelijk oogt en functioneel logisch opgebouwd is lijkt dan ook aan belang te winnen. En net daar kan de industrie heel veel leren van de gameindustrie, waar een realistische nabootsing van de échte wereld rechtstreeks bijdraagt aan het succes van een game. De sterkte van gaming interfaces blijkt daarnaast ook zijn nut te bewijzen in simulatiesoftware. Daarmee kunnen dan opleidingen gegeven worden of de impact nagebootst van een bepaalde beslissing. Hier komen zaken als Virtual Reality en Augmented Reality bij kijken. Samenhangend hiermee is het faciliteren van prototyping, waarbij algoritmes uit software van gameontwikkelaars ingezet worden om prototypes te visualiseren en vervolgens tests uit te voeren in een VR of AR-omgeving. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat nogal wat start-ups die dergelijke simulatieprogramma’s aanbieden, veelal hun wortels hebben in de gamingindustrie. 25


AGORIA

TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE HANDHAAFT DYNAMIEK Met een groei op jaarbasis van 4 procent vormen de eerste zes maanden van 2017 de meest dynamische periode die de sectoren van de technologische industrie sinds de tweede helft van 2011 hebben beleefd. De verklaring voor die prestatie wordt voornamelijk geboden door de metaal excl. staalindustrie, metaalproducten, machinebouw en IT-Solutions. Ook de automobiel, de overige transportmiddelen en de ICT-groothandel gingen vooruit, zij het minder sterk. Elektro, optics & ICT en elektronische apparatuur ten

slotte lieten de kleinste groei optekenen. Voor de volgende maanden wordt verwacht dat de bedrijvigheid op een hoog peil zal blijven. Zoals blijkt uit de NBB-barometer van de technologische industrie blijven de ondernemingen namelijk positief gestemd over de conjunctuur. Wel zijn er enkele elementen die de groei kunnen temperen. Zo zal de sluiting van Caterpillar sterker voelbaar zijn dan in de eerste jaarhelft en zal het effect van de metaalprijzen op de verkoopprijzen minder groot zijn.

INVESTERINGEN GROEIEN

Omzet van de technologische industrie

Investeringen in de technologische industrie (mio euro)

De opleving van de bedrijvigheid in de technologische industrie heeft positieve gevolgen voor de investeringen. Onze prognose voor 2017 is dat de omzet van onze sectoren 3 procent hoger zal uitkomen dan in 2016, en dat daar in 2018 nog eens 2,5 procent bovenop zal komen. Als gevolg daarvan zal de benutting van de bestaande productiecapaciteit zowel dit als volgend jaar boven de 80 procent blijven, wat erop wijst dat de behoefte aan nieuwe uitrusting groeit.

In die context, en op basis van de Agoria/NBB-enquête van juni, verwachten we dat de investeringen in onze sectoren in 2017 met 8,5 procent zullen toenemen. Alle sectoren zullen een opwaartse tendens laten zien, maar de omvang van de verwachte stijging wordt voornamelijk verklaard door de opleving met 45 procent in de sector van de transportmiddelen. Elders zal de toename zich tussen 2 en 5 procent situeren.

Flexible automatisering Maakbedrijven moeten klantspecifieke producten met hoge kwaliteit kunnen leveren op zeer korte tijd en voor een globaal competitieve prijs. Hiervoor heeft men een flexibel productieapparaat nodig dat aangestuurd en ondersteund wordt door gestroomlijnde processen. Agoria, Sirris en Ugent Campus Kortrijk organiseren een workshop ‘Flexibele Automatisering, samen gaan we ervoor’, op donderdag 15 maart 2018 bij Limtec in Diepenbeek (Hasselt). Meer info: www.agoria.be/nl/WorkshopsFlexibele-Automatisering-samen-gaan-weervoor

26

In 2018 zal het investeringsklimaat gunstig blijven. Er wordt dan ook een algemene stijging in de aankoop van uitrusting verwacht. In de sector van de transportmiddelen zullen de investeringen echter aanzienlijk terugvallen (- 20 procent) doordat een deel van de plannen om de montagebanden in de automobiel aan te passen zal zijn uitgevoerd. Als gevolg van die achteruitgang zouden de totale investeringen in de technologische industrie in 2018 met 2,5 procent afnemen. Met een bedrag van 3,9 miljard euro zullen die investeringen echter nog altijd hoger liggen dan in 2016.

Contact Alain Wayenberg, Business Group Leader Industrial Automation, alain.wayenberg@agoria.be www.agoria.be


SPS IPC DRIVES

OPEN PLATFORM MINDSPHERE STROOMLIJNT DATA OM MEERWAARDE TE CREËREN Siemens stelde op SPS IPC DRIVES MindSphere voor, een cloudgebaseerd IoT operating systeem

Data capteren is één zaak, maar die continue gegevensstroom analyseren en inzetten zodat er effectief een meerwaarde gecreëerd wordt, is een ander paar mouwen. Siemens ontwikkelde daarom MindSphere. Op SPS IPC Drives in Nurenberg stelde het bedrijf dit cloudgebaseerd IoT operating systeem op indrukwekkende wijze voor. Gebruikers kunnen met het systeem hun data inzetten waarvoor het echt dient: om een meerwaarde te creëren voor henzelf én voor hun klanten. ANALYSEREN VAN DE DATATSUNAMI Eddy Nelis, vice president bij Siemens België, brengt ons met een duizelingwekkend weetje tot de kern van MindSphere: ‘Tijdens het jaar 2017 zal in totaal evenveel data gecreëerd worden als in alle jaren daarvoor samen opgeteld. De datastroom stijgt dus explosief, maar bedrijven hebben vaak moeite om dit bij te houden en de data efficiënt in te zetten. En dat is jammer, want zo laten ze kansen liggen.’ MindSphere belooft om hier een antwoord aan te bieden. Zijn collega Hans De Ruysscher, business manager Data Services vult aan: ‘Alle data die op de werkvloer via onder meer plc en motorsensoren, Siemens en niet-Siemens, gegenereerd wordt, wordt verzameld in MindConnect, die fungeert als toegangspoort. MindConnect filtert de data en stuurt enkel de relevante informatie naar de cloud van MindSphere. Hier kan de gebruiker vervolgens via apps zijn data laten analyseren om er informatie uit te verkrijgen voor zijn machine of installatie.’ OPEN PLATFORM MET APPS De apps vormen één van de speerpunten van MindSphere en kunnen via de MindApp Store verkregen worden. Eddy Nelis licht toe: ‘Siemens stelt zelf een aantal apps ter beschikking maar ook externe bedrijven en klanten kunnen specifieke apps ontwikkelen. Die openheid laat toe om niet enkel informatie uit componenten van Siemens zelf op te nemen in MindSphere, maar ook die uit componenten van andere bedrijven. Onze bedoeling is duidelijk: een open AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

systeem creëren dat gebruikers toelaat om haar klanten een integrale opvolging van zijn installatie aan te bieden.’ MEERWAARDE VOOR ALLE TYPES KLANTEN Een voorbeeld van de reeds beschikbare apps is een toepassing voor klepbewaking in de procesindustrie. Hans De Ruysscher vertelt: ‘Deze kleppen worden typisch in een groep met een bepaalde onderhoudsinterval ondergebracht, waarbij men op vooraf vastgestelde tijden maintenancetaken gaat uitvoeren. Deze app zal een aantal factoren van de klep monitoren, zoals bijvoorbeeld de sluitings- en opentijd. Op basis van de terugmeldingen analyseert de app of de klep nog in het juiste maintenanceschema zit of nood heeft aan eerder onderhoud.’ ‘Een tweede voorbeeld is de Smartbox voor het opvolgen van drives. Deze component wordt op de zijkant van motoren geplaatst en meet enkele basisparameters zoals de flux, vibraties en temperatuur. De Smartbox brengt de data in de MindSphere cloud, waar enkele apps ter beschikking zijn om deze te analyseren. Zo kunnen machinebouwers extra diensten voorstellen aan hun klanten. Ofwel kunnen ze deze extra feature mee verkopen aan hun klant die dit vervolgens zelf opvolgt, of de machinefabrikant kan deze gegevens zelf opvolgen voor zijn klant in het kader van een serviceprogramma.’ EXPONENT VAN DIGITALISERING Alle andere nieuwigheden die Siemens toonde op SPS IPC Drives opnoemen zou onbegonnen werk zijn, maar de rode draad op de beursstand was duidelijk de oprukkende digitalisering, zowel in de maak- als in de procesindustrie. De vele demo’s toonden aan hoe het concept van ‘digital twin’, waarbij een installatie volledig één-op-één ook een digitale tegenhanger krijgt in de praktijk gebracht kan worden. De voordelen zijn legio: efficiëntieverbetering, mogelijkheid om zaken virtueel uit te testen en een integrale opvolging van de machineprestaties. www.siemens.be 27


Marian Verhelst, professor Micro-Elektronica, KU Leuven 28


INTERVIEW DOOR JEAN-CHARLES VERWAEST l BEELD PAUL DELAET

Professor Marian Verhelst zet zich in om jongeren, en vooral meisjes, warm te maken voor de STEM-richtingen (Science, Technology, Engineering en Mathematics)

‘VAN INDUSTRIE 4.0 GAAN WE NAAR HUMAN 4.0’ Marian Verhelst is professor Micro-Elektronica aan de KU Leuven en u kent ze misschien van haar televisieoptredens als experte in de programma’s Het Lichaam van Coppens en De Schuur van Scheire. Een bewuste keuze voor Verhelst, want ze wil wetenschap en technologie zo populair mogelijk maken bij onze jeugd. ‘Met maar 15 procent afgestudeerden in wetenschaps- , wiskunde- , informatica- , of ingenieursrichtingen, hinken we achterop in vergelijking met het Europese gemiddelde van 20 procent. En we zijn bij de slechtsten van de klas wat betreft het aandeel van meisjes in deze studierichtingen.’

AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

29


Techniek is een grote passie van Marian Verhelst. ‘Van kleins af deed ik graag wetenschappen en wiskunde. Bij het ouder worden, merkte ik dat ik niet zozeer geboeid was door wetenschappen of wiskunde op zich, maar ik was vooral gepassioneerd om die disciplines te gebruiken om er nieuwe zaken mee te bedenken of ineen te knutselen’, vertelt ze. ‘In iets eenvoudig als een koffiemachine, zit heel veel technologie. Dat boeide me, en nog altijd ... Na mijn bachelor koos ik specifiek voor de studie-optie MicroElektronika, omdat het minuscule en onzichtbare me heel erg aantrok. In die kleine chip, zitten miljoenen transistoren te schakelen om een berekening uit te voeren voor mij. Je kan er helemaal niets van zien, horen of voelen, en toch gebeuren er de meest complexe wiskundige operaties in een fractie van een seconde. Daar wilde ik meer van weten.’ Marian Verhelst is gehuwd met een ingenieur en het gezin heeft drie jonge dochters. Ze heeft zich als vrouw tijdens haar studies of in haar job nooit een buitenstaander gevoeld. ‘Op de ISSCC conferentie – de hoogmis van de chips in Silicon Valley – die ik jaarlijks bijwoon, is van alle aanwezigen amper 4 procent vrouw. Dat heeft me echter nooit afgeschrikt. Integendeel, ik zie het als een uitdaging om in zo’n omgeving mijn “mannetje” te staan. Bovendien heb ik nooit enige weerstand of gemiste kansen ervaren omdat ik een vrouw was. En het schept ook wel een speciaal sfeertje onder de weinige dames die er zijn. We kennen elkaar allemaal en helpen elkaar waar mogelijk.’ BIJ DE SLECHTSTEN VAN DE KLAS Marian Verhelst promoot de STEM-richtingen. Waarom is het belangrijk om jongeren te motiveren voor deze technisch-wetenschappelijke richtingen? ‘Door de sterke technologische trend in onze samenleving en economie heeft Vlaanderen dringend nood aan meer technologische basiskennis voor iedereen. Daarnaast moeten we ook zorgen dat een voldoende grote groep jongeren gebeten is om dieper te duiken, en zich te gaan specialiseren in wetenschappen, technologie, engineering, en wiskunde. Alleen zo kunnen we met Vlaanderen blijven meespelen in deze veranderende wereld. Spijtig genoeg hinkt Belgie hier achterop ten opzichte van de rest van Europa en verschillende andere wereldspelers. Met maar 15 procent van onze afgestudeerden in wetenschaps- , wiskunde- , informatica- , of ingenieursrichtingen, hinken we achterop in vergelijking met het Europese gemiddelde van 20 procent. En we zijn bij de slechtsten van de klas wat betreft het aandeel van meisjes in deze studierichtingen.’ Waarom kiezen zo weinig meisjes voor deze studies? ‘Enkele recente onderzoeken, zoals de ROSE studie, wijst uit dat dit deels te wijten is aan de onduidelijke of slechte beeldvorming rond wetenschappers en ingenieurs. Jongeren, en zeker meisjes, willen vandaag de dag meer dan ooit een carrière waarmee zij bijdragen tot de maatschappij. Ze willen zich inzetten voor anderen, en 30

het gevoel hebben dat hun acties het verschil maken in mensenlevens. In mijn ogen doen ingenieurs dit elke dag. Ze zorgen voor zuiverdere lucht, voor betere analyses in de gezondheidszorg, voor veiligere wagens, enz ... Maar al deze bijdragen zijn niet zo zichtbaar. De dokter die de kanker bestrijdt, is veel meer visibel, dan de ingenieur die het bestralingstoestel heeft ontworpen. Maar het zijn allebei helden die het verschil maken.’ ‘Het is die beeldvorming die we moeten aanpakken. En dat dient al te starten op de lagere en middelbare school. Ik trek vanuit die overtuiging verschillende initatieven, zoals het InnovationLab in Leuven, waarmee we maatschappelijk-gedreven ingenieursprojecten naar de middelbare scholen brengen en al meer dan 7.000 leerlingen bereikten.’ Marian Verhelst werkte drie jaar in het Amerikaanse Oregon voor het onderzoekslab van Intel. ‘Een heel leerrijke ervaring. De drie voornaamste zaken die ik er heb opgestoken zijn: heb een visie, bouw een netwerk uit (hoe meer diversiteit, hoe beter) en volhouden, volhouden, volhouden!’ ZOTTE IDEEËN UIT KRUISBESTUIVINGEN ‘Allereerst: op Intel kon je in de onderzoekslabo’s je eigen idee pitchen. Als je steun vond bij je baas, kon je het een niveau hoger gaan pitchen, enz… Als je visie goed zat, dan kon je zo een team en projectgeld bekomen, om je eigen project op te zetten en uit te rollen. Alles start hier met het hebben van een langetermijnvisie, waar je zelf 100 procent in gelooft. Iets waarmee je je differentieert van anderen, en waar je vele jaren rond kan innoveren.’ ‘Ten tweede: je kan het nooit alleen. Samen met anderen sta je sterk. Een goed netwerk uitbouwen van collega’s op wie je kan vertrouwen, over afdelingen en affiliaties heen, is cruciaal. Het loont om mensen te kennen met totaal verschillende achtergronden. Wees geïnteresseerd in wat anderen doen. Ook al heb je er nu niets aan, het zal later de meest zotte ideeën doen ontstaan uit kruisbestuivingen. Op Intel had ik ook het geluk te mogen werken in een zeer internationale omgeving. We zaten vaak met 10 mensen in een vergaderzaal, die samen wel 8 verschillende nationaliteiten vertegenwoordigden. Een Israëli en een Palestijn werkten samen aan een nieuwe chip, een Amerikaan en een Rus streefden zij aan zij naar de volgende innovatie. Die diversiteit is enorm verrijkend. Je leert op verschillende manieren naar hetzelfde probleem kijken.’ ‘Tot slot: als je onbetreden paden probeert te betreden, zal het nooit gemakkelijk zijn. Laat je dus niet ontmoedigen door tegenslagen. Van elke tegenslag kan je leren. Dus blijf energie hebben om er tegenaan te gaan, en telkens alternatieve oplossingen te zoeken als je vast zit. If it doesn’t kill you, it will make you stronger ...’ Gordon Moore was één van de stichters van Intel. Is zijn ‘wet van Moore’, waarbij het aantal schakelingen op een chip iedere twee jaar zou verdubbelen, nog van


energie-efficiënt (met een lange batterij-levensduur) te realiseren. Mijn team maakt hiervoor gespecialiseerde computerchips. De laatste tijd zijn dit voornamelijk “machine learning” chips (artificiele intelligentie, AI). De algoritmes voor sensor data-analyse maken immers meer en meer gebruik van machinaal geleerde patroonherkenning. Deep learning is ook in mijn domein de laatste nieuwe hype ...’

toepassing? Marian Verhelst: ‘Die is wonderwel na meer dan 40 jaar nog steeds van toepassing! Het is natuurlijk een “self fullfilling prophecy.” De mensen van Intel en andere chip-bedrijven streven die wet na als een soort van roadmap. We merken de laatste jaren wel dat het moeilijker wordt om die wet nog te realiseren. We kunnen nog altijd wel meer en meer transistoren op een chip zetten, maar we betalen daarvoor een zware prijs op andere gebieden. De schakelingen worden bijvoorbeeld niet meer veel efficiënter in de nieuwere technologieën, iets dat ze vroeger wel werden. En het wordt ook steeds duurder om die kleinere transistoren te fabriceren. Zo duur, dat niet meer alle producten hiervan gebruik kunnen maken. Een dure computerchip zal nog wel in de laatste nieuwe technologie worden gemaakt, maar een tragere sensorchip, of goedkope GSM chip zal bij een oudere technologie blijven. We zien daardoor een diversificatie in ons domein optreden, waarbij zowel onderzoek wordt gedaan naar de meer geavanceerdere “More of Moore” technologieën, als naar orthogonale alternatieven in oudere technologieën: “More than Moore”.’ Professor Verhelst doet onderzoek naar energiezuinige chips. Wat gaat de technologische (r)evolutie ons nog brengen? ‘Ik richt me vooral op de implementatie van heel efficiënte processoren, die in real time data kunnen verwerken met heel weinig energieverbruik. Denk aan het verwerken van real time sensordata in je GSM, je slimme bril, je huis, je auto of je kledij. Als je dat kan, maken we het mogelijk om chronische patienten te monitoren buiten het ziekenhuis, om veiligere wagens te maken die stoppen nog voor een ongeluk gebeurt, of om echt een virtuele realiteit te ervaren met al onze zintuigen.’ OBJECTEN MET SLIMME SENSOREN ‘De uitdaging is hier om de benodigde dataprocessing zeer snel (met lage latency (vertraging)) en zeer AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

De evolutie die volgens professor Verhelst reeds een hele tijd bezig is, is het uitrusten van meer en meer objecten rondom ons met slimme sensoren. ‘Sensoren die voortdurend gegevens verzamelen, en die gegevens voortdurend analyseren om te zien of er iets mis gaat, of dat de gebruiker iets nodig heeft. Denk aan auto’s vol sensoren, huizen met domotica systemen, en fabrieken met een doorgedreven automatisatie en sensorgebaseerde kwaliteitscontrole (Industry 4.0). Het is belangrijk in te zien dat dit mogelijk wordt gemaakt door dingen uit te rusten met a.) sensoren, b.) actuatoren, c.) voldoende intelligentie, of een internetconnectie om vanuit de sensorgegevens automatisch en zeer snel de actuatoren aan te sturen.’ ‘De volgende (r)evolutie die er mogelijk zit aan te komen is de migratie van dezelfde trend van de “dingen” naar de “mensen.” In plaats van “Industrie 4.0” gaat het dan over “Human 4.0”, – een term gelanceerd door professor Mischa Dohler van King’s College London, samen met Ericsson – ook weer uitgerust met a.) (remote) sensoren, b.) actuatoren en c.) intelligentie om vanuit de sensordata de actuatoren aan te sturen. Daardoor kan je voelen, zien en horen wat zich op een andere plaats afspeelt (virtual reality), en meer informatie krijgen over je eigen omgeving (augmented reality). Veel interessanter wordt het nog als je de intelligentie in de lus (tussen de sensoren en actuatoren) kan uitbreiden naar kennis van anderen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die leert piano spelen met behulp van een robothandschoen die u de vingerzettingen aanleert op basis van de vingerzettingen van meesterpianisten, of een chirurg die leert opereren op basis van ervaringen van collega’s, enz …’ ‘We moeten deze trend niet zien als een trend die de mensen wegcijfert, en robots en AI aan de macht helpt. Neen, het kan ook net een trend zijn die de mens terug in de lus zet. Die de creativiteit van de mens gebruikt, en toestaat om de ervaring van mensen te delen. Maar daar zijn we nog lang niet, hoor. Vanuit een elektronisch standpunt, zie ik vooral nog problemen om zeer grote hoeveelheden data met zeer lage latency te verwerken, en draadloos door te sturen. Er zijn dus nog voldoende uitdagingen in mijn vakgebied’, besluit Marian Verhelst. https://www.esat.kuleuven.be/micas/ https://www.esat.kuleuven.be/micas/index.php/ marian-verhelst https://eng.kuleuven.be/innovationlab 31


Servo press kit YJKP Cost-effective press-fitting

All-inclusive package: modulaire software, controller en hardware Ready-to-use systeem voor elektrische press-fitting toepassingen tot 17 kN.

www.festo.com/yjkp


CASE STUDY HARWIN

ASSEMBLAGE VAN STEEKVERBINDINGEN MET SERVO PRESS KIT EN HANDLINGS

Om steeds meer vermogen te kunnen integreren op zo’n klein mogelijke oppervlakte in printplaten, werken ontwerpers van aansluitingen eraan meer stroomvermogen en engere contacten in lichtere en kleinere steekverbindingen onder te brengen. Om de kwaliteit en de veiligheid te garanderen, zet het Britse familiebedrijf Harwin PLC in op automatisering van Festo – met de servo press kit YJKP en het handlingssysteem YXMx. De hoogwaardige steekverbindingen van Harwin worden vaak gebruikt in ruwe omgevingen. Daar spelen ze hun betrouwbaarheid en lange levensduur uit. Het zijn dus niet enkel prijsbewuste klanten uit de elektronicaindustrie aansluitingen bij Harwin, maar ook bedrijven die hoogwaardige steekverbindingen nodig hebben zoals de lucht- en ruimtevaart, de motorsport en de automobielindustrie. Extreme werktemperaturen tussen –65 °C en +150 °C alsook sterke trillingen zijn daar dagelijkse kost. De steekverbindingen moeten dus foutloos beantwoorden aan deze hoge eisen. HOGE STANDAARD Het antwoord van Harwin op de strenge eisen van de markt was de lancering van de steekverbindingen van de reeks Gecko. Deze geavanceerde steekverbindingen hebben een pin-afstand van slechts 1,25 mm en zijn de helft kleiner en tot 75 procent lichter dan de steekverbindingen Micro-D. Dankzij hun weerstandvaste schroefverbinding weerstaan ze talrijke steekprocessen zonder schade op te lopen. Het bedrijf ontwikkelde het productieproces van de Gecko steekverbindingen op basis van een manueel proces dat steeds verder uitgewerkt werd tot een AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

Modulariteit: de drie stations van de assemblagelijn – laden van contactpinnen, indrukken en buigen – ontworpen op basis van Festo standaardcomponenten. extreem geautomatiseerde oplossing. Zo is het bedrijf in staat jaarlijks honderdduizenden steekverbindingen te produceren in een uitgebreid aanbod van configuraties gaande van 4 tot 50 contacten per steekverbinding en in verschillende montageopties op printplaat. MODULAIR ONTWERP Harwin startte met de ontwikkeling van een uiterst geautomatiseerde en flexibele nieuwe productielijn om zo de productie van de Gecko steekverbindingen nog efficiënter te maken. Op een en dezelfde assemblagelijn zouden verschillende aansluitingsconfiguraties in vorm en grootte moeten kunnen worden geproduceerd. ‘Daartoe hebben wij samen met Festo een modulair concept ontwikkeld’, legt Paul McGuinness uit, productieleider bij Harwin. De hoofdrollen op de nieuwe productielijnen van Harwin zijn weggelegd voor de servo press kit YJKP en het compact handlingsysteem YXMx van Festo. Het handlingsysteem ontfermt zich op verschillende plaatsen over de beweging XY van de te assembleren kunststof behuizing. Bij de indruk- en buigprocessen van de contactpinnen komt de servo press kit van pas met gemakkelijk te configureren Z-bewegingen wat betreft positie en kracht. GEBRUIK VAN DEZELFDE COMPONENTEN Een CECC-X-sturing in combinatie met een ventieleiland CPX/MPA neemt in alle stations de sturing van de elektrische en pneumatische aandrijvingen voor zijn 33


rekening. ‘Dankzij deze Festo systemen is een maximale standaardisering en modularisering mogelijk, omdat ze steeds dezelfde componenten gebruiken. Dit vereenvoudigt de inbedrijfstelling en het onderhoud’, legt McGuinness uit. Een van de assemblagelijnen bestaat uit drie centrale stations: het invoegen van de contactpinnen, het indrukken en het buigen van de contactpinnen. In het eerste station worden de werkstukdragers met de aansluitvormen bestukt en worden vervolgens met het compacte handlingsysteem YXMx gepositioneerd voor het invoegen van de contactpinnen. In het tweede station drukt de servo press kit de contactpinnen in de behuizing van de aansluiting. De precisiegrijper HGPT van Festo bevestigt hierbij de werkstukdrager met de stekkerbehuizingen bij het indrukproces van de pinnen. DYNAMISCH EN PRECIES De kinematica van het compacte H-portaal, als onderdeel van het handlingsysteem YXMx, zorgt voor het dynamisch en precies plaatsen van de componenten onder het indrukwerktuig. Dit werkt perfect dankzij de lage bewegende massa. De servo press kit YJKP bestaat uit een servomotor met gesloten stuurkring, een mechanische as, een bewegingssturing, krachtmeting en bijbehorende toepassingssoftware. Resultaat: het indrukwerktuig brengt de pinnen precies, krachtig en zacht naar Alles onder controle in de servo press kit YJKP: een CECCXsturing in combinatie met een ventieleiland CPX/MPA neemt in alle stations de sturing van de elektrische en pneumatische aandrijvingen voor zijn rekening. de juiste positie. Evaluatiefuncties geïntegreerd in de meegeleverde toepassingssoftware zoals de tolerantievensters of blokeerkracht monitoring (‘blocking’), detecteren of de indruk-kracht binnen de toleranties ligt. MODULAIR EN VEILIG Ook in het laatste station worden het handlingsysteem en de servo press kit gebruikt voor het buigen van de contactpinnen exact op de gewenste hoek. De in de sturing CECC-X geïntegreerde software CoDeSys maakt de sturing van het servo press profiel met positie- en krachtsturing mogelijk tijdens de hele werkcyclus. Dankzij de meegeleverde toepassingssoftware kan het programmeren van de servo press kit niet eenvoudiger zijn: men gebruikt een intuïtief bedienbare grafische gebruikersinterface. Het indrukprofiel kan zo worden aangepast aan de verschillende aansluitvarianten zonder enige speciale programmeerkennis. Drie CPX-terminals met ventieleilanden die door de CECC-X-master-sturing worden gestuurd, bedienen achtereenvolgens de talrijke elektrische en pneumatische grijpers en actuatoren. In de servo press kit YJKP komt alles van bij één leverancier: aandrijfpakket, sturing en toepassingssoftware. 34

www.festo.com/yjkp www.festo.com/yxmx


INDUMOTION

INDUMOTION BEZOEKT CASE NEW HOLLAND De leden van de beroepsfederatie InduMotion brachten een bezoek aan Case New Holland in Zedelgem. Case New Holland (CNH) produceert landbouwmachines en maakt deel uit van de Fiat-groep. In Zedelgem werken 2.700 mensen bij New Holland en men maakt er onder meer de grootste maaidorsers ter wereld. Dat het bedrijf in Zedelgem is gevestigd komt door ondernemer Leon Claeys die er in 1906 startte met de productie van landbouwmachines. Na de rondleiding

was er een netwerkreceptie in restaurant Ter Leepe gevolgd door een uiteenzetting over de nieuwe Europese GDPR regelgeving (General Data Protection Regulation). De juridische experts Sofie Nauwelaerts en Ellen Van Ingelgem van GrantThornton gingen uitgebreid in op de impact die de nieuwe privacyregels vanaf 25 mei 2018 zullen hebben op de manier waarop bedrijven en organisaties omgaan met de persoonsgegevens van hun klanten.

Automation Day in Train World Leden van de beroepsfederatie InduMotion namen deel aan de jaarlijkse Automation Day en bezochten het nieuwe museum Train World in Schaarbeek. Vervolgens was er een interessante uiteenzetting door marketingexpert Frank Wouters van De Merksmederij. Volgens Wouters moeten bedrijven vermijden dat hun producten of diensten ‘inwisselbaar’ zijn. ‘Onderscheid kan je kweken’, aldus Wouters. ‘Stel scherp op een duidelijke bestaansreden van uw bedrijf/dienst/product. Een bestaansreden is er als je een probleem oplost op een unieke manier, en binnen een bepaalde geografische omschrijving. Die bestaansreden wordt een concept als ze consequent is uitgewerkt in uw organisatie en communicatie.’

AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

Een bedrijf moet in die bestaansreden de nummer 1 willen zijn en alles moet daarop zijn ingesteld. Een sterke bestaansreden moet commitment (engagement) inhouden en wervend zijn, moet te onthouden zijn (voor medewerkers en klanten) en je moet er ook ‘tegen’ kunnen zijn (er moet contrast zijn). Frank Wouters: ‘Elke leverancier is in feite een noodzakelijk kwaad voor een klant. De klant heeft een andere core business en heeft u nodig voor zijn doel. Uw klant is de expert van het probleem, u bent als leverancier de expert van de oplossing.’ De dag werd afgesloten met een netwerkreceptie in de brasserie van het Schaarbeekse stationsgebouw. www.demerksmederij.com www.indumotion.be www.trainworld.be

35


TREMEC, DRIVEN BY INNOVATION VOOR FERRARI & MCLAREN Dat topmerken in de autosector als Ferrari & McLaren enkel beroep doen op leveranciers die topkwaliteit leveren is een open deur intrappen. Eén van hen is TREMEC, dat in het West-Vlaamse Zedelgem hoogwaardige transmissies ontwikkelt voor de automotive sector. Omdat deze componenten zo gespecialiseerd zijn, bestaan er geen geschikte testbanken om de broodnodige tests uit te voeren. Dus besloot men om deze testfaciliteiten inhouse te engineeren, inclusief de veiligheidsoplossingen. Pilz ontwierp het bijhorende veiligheidsconcept en stelde de PSS 4000 safety plc voor. TREMEC doet bij het brede publiek voorlopig nog geen belletje rinkelen en dat is eigenlijk zonde. Een blik op het klantenbestand leert meteen dat dit niet zomaar één van de vele OEM-leveranciers van de voertuigconstructeurs is. Ferrari, McLaren, Volvo, Ford, GM, CNH ... Wie met dergelijke kleppers in zee kan gaan, moet beschikken over stevige papieren. Een bijkomende uitdaging bij sportwagens is de beperkte oplage. Zo is deze bij sommige exclusieve modellen beperkt tot 5.000 stuks per jaar of zelfs minder, wat slechts een fractie is van die van een traditionele personenwagen. Jan-Frederik Vanderhaegen is Commercial Manager Europe bij TREMEC en licht toe: ‘Door onze focus op een niche binnen de markt, kunnen we geen off-the-shelf testbanken aanschaffen, want die voldoen niet aan onze specifieke vereisten. Meestal voldoen ze niet aan onze eisen naar dynamiek, vermogen en/of snelheid. Daarom hebben we hier een afdeling die ‘Test Bench Development’ heet en waar we onze eigen testbanken vanaf nul ontwikkelen. Sommige zijn exclusief voorbehouden aan één specifieke transmissie van één model, terwijl andere voor meerdere transmissies kunnen gebruikt worden. De tests die we uitvoeren zijn heel divers.’ Pieter Meseure, Technical Lead Lab and Prototyping, pikt in: ‘Sommige tests doen we voor onze eigen engineering, om bepaalde veranderingen en prestaties te monitoren. Andere tests worden opgelegd door de autoconstructeurs, in dat geval moeten we bepaalde prestaties kunnen staven.

De aard van die tests is ook heel breed: snelheid en koppel zijn de basisgrootheden. Maar koppel bezit bijvoorbeeld minieme oscillaties waarvan je frequentiedomeinen kan genereren. Door die te analyseren kan je een stuk dieper gaan graven.’ AANPASSEN VAN PRINTPLATEN ‘Veel onderdelen worden speciaal voor ons gemaakt of passen we zelf aan onze noden aan: de testbedden laten we zelf maken, de motoren ontwikkelen we in samenspraak met de leverancier, het uittekenen van het design en het mechanische gedeelte doen we hier intern. Het doel hiervan is om een testbank te verkrijgen die zo goed mogelijk het zogenaamde ‘first feeling’ van de bestuurder kan simuleren. De invertoren zijn een goed voorbeeld, dat zijn bestaande aandrijvingen die we aankopen bij KEB, maar de controllerprintplaten vervangen we door pcb’s die we samen ontwikkelden met een partner. Mochten we de originele pcb’s gebruiken, dan zijn we beperkt tot 1 kHz voor de aansturing, omdat dit de limiet is van de industriële bus. De drives en de achterliggende powerstacks kunnen echter veel grotere frequenties aan. Doordat we aangepaste pcb’s gebruiken, hebben we meer controle op de power stack die erachter zit en kunnen we ten volle hun capaciteiten benutten.’ Het aanpassen van de originele printplaat van de drives heeft wel gevolgen voor de veiligheid. Pieter Meseure: ‘Alle inherente veiligheidsfeatures die in de oude pcb aanwezig waren, kunnen we niet meer toepassen in de nieuwe pcb. Daarom zijn we naar Pilz gestapt. We maakten al gebruik van de Pilz PNOZmulti, maar we wilden alle functionaliteiten eens herbekijken. Uit de risicoanalyse bleek dat we voor deze toepassing het hoogste veiligheidsniveau dienden te behalen, zijnde Performance Level (PLe).’ Kwinten Cantraine, Business Development Manager van Pilz, vertelt: ‘Het is eigenlijk een complete lifecycle die moet gecreëerd worden. Alles begint met de risicoanalyse, waaruit de te nemen maatregelen naar voor komen. Op basis daarvan gebeurt de implementatie van het project, zoals de kast inbouwen, het plaatsen van de plc

PSS 4000 PLC-besturing van Pilz voor automatiserings- en veiligheidsfuncties. 36


CASE STUDY TREMEC DOOR SAMMY SOETAERT

en uiteindelijk de software in het systeem laten draaien. Vervolgens moet alles worden gevalideerd. Dit maakt deel uit van het CE-markeringstraject.’ Pieter Meseure beaamt: ‘De CE behalen was het uiteindelijke doel. Oorspronkelijk was er sprake van om dat proces intern aan te pakken, maar dat bleek onmogelijk omdat intern niemand de expertise en kennis rond veiligheid heeft zoals Pilz dat wel heeft. Zij weten meteen waar het om draait, bekijken het volledige concept en de communicatie verloopt heel snel en direct. Je moet geen twintig telefoontjes plegen voor je de juiste persoon aan de lijn krijgt.’ MEERDERE VEILIGHEIDSFEATURES ‘Hun expertise helpt ons ook om veiligheidsissues aan te kaarten waar we zelf niet meteen aan dachten. Het veiligheidsconcept rond de bewaking van de testcellen bijvoorbeeld. Vroeger, met de oude veiligheidsmodules, leidde een noodstop effectief tot een geforceerde stop van de installatie. Dat leidde soms tot onnodige beschadiging. Nu is er een concept uitgedacht met een parallelle bewaking, waarbij er enkel ingegrepen wordt als het absoluut moet. Dat laat ons toe om alles veel gecontroleerder te laten verlopen. Bij een noodstop krijgen wij een signaal, waarna we zelf de motoren op cleane manier kunnen pogen af te remmen, terwijl de PSS4000 van Pilz ondertussen de installatie bewaakt onder de voorgedefinieerde ramping. Pas als de afremming niet binnen die marges verloopt, zal de safety plc ingrijpen. Het is voornamelijk door de expertise van Pilz dat we dit concept nu kunnen inzetten.’ ‘En ook andere functionaliteiten hebben we kunnen invoeren zonder de veiligheid in gevaar te brengen. Het moment waarop onze medewerkers een transmissie op de testbank monteren is hier een voorbeeld van. De input vanuit de drive verloopt via splines. Voor de montage is het hier makkelijker werken als de inputmotor wat oscilleert, zodat de technici makkelijker de transmissie erop kunnen duwen. Dankzij Pilz verloopt dit nu onder gecontroleerde omstandigheden. De uitgangsflenzen worden ook aangekoppeld, hier laten we onder bepaalde voorwaarden toe dat de technici de motoren 60° kunnen draaien om het geheel aan te spannen, en dit proces een aantal keer te herhalen. Ook dit gebeurt onder gecontroleerde omstandigheden. Andere belangrijke veiligheidsissues zijn de snelheidscontrole. Als er iets gebeurt, moeten we er zeker van zijn dat het geheel afremt binnen een vooraf gedefinieerde tijdspanne. De testcellen worden ook allemaal voorzien van deursloten. Op het moment dat er manueel moet gewerkt worden, wordt eerst geverifieerd of de testcel effectief stil staat, zo niet blijft ze gesloten.’ PSS 4000 VAN PILZ Kwinten Cantraine: ‘Het hart van de installatie is het PSS 4000 automatiseringssysteem. Dat is een safety plc waarmee naast de failsafe features ook standaardtaken kunnen uitgevoerd worden. Hij is modulair uitbreidbaar, communiceert per Modbus, TCP/IP of eigen Safetynet en als slave ook via Profibus , Profinet of Ethercat. In AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

Vlnr Jan-Frederik Vanderhaegen, Pieter Meseure (beiden TREMEC) en Kwinten Cantraine (Pilz) voor één van de testbanken. dit geval is de PSS 4000 aangesloten op Ethercat. Hier bewaakt de PSS4000 plc de snelheid van de motoren die de wielen en de transmissie van de wagens simuleren. De encodersignalen worden teruggekoppeld naar de PSS 4000 die deze informatie analyseert en zo nodig ingrijpt.’ Pieter Meseure: ‘Ondertussen werken we al een jaar met de PSS 4000. Wij zijn zeer tevreden, want de safety plc doet wat beloofd werd. Betrouwbaarheid is zowat de rode draad doorheen onze activiteiten. Dat is ook één van de absolute voorwaarden die we hanteren bij onze leveranciersselectie. Wij zijn veeleisend, maar we geven er ook veel voor terug. Onze leveranciers zien ook welk enorm potentieel er nog ligt in onze activiteiten. Zo zijn we nu al bezig met de transmissie voor een sportwagen die pas in 2019 voorgesteld wordt. Het is dus een uitdagende maar zeer boeiende omgeving.’ Jan-Frederik Vanderhaegen pikt in : ‘Ons grootste probleem? Genoeg collega’s vinden om onze groei te ondersteunen. Dat is stilaan een nijpend probleem aan het worden. Dus als je tegen je omgeving wil zeggen dat je in een hoogtechnologisch bedrijf meewerkt aan de nieuwste Ferrari, kom dan zeker eens langs.’ www.pilz.be www.tremec.com

Motoren steken elektriciteit terug op het net Een markante extra feature die aan het zelf ontwikkelde systeem werd toegevoegd, is het terugvoeden van het elektriciteitsnet bij het remmen van de motoren. Pieter Meseure: ‘Via de voeding gaat langs de EMC-filter, sinusfilter en netfilter naar de drive, die we gebruiken om een DCbus te creëren. Die bus geeft voeding aan de drives van de motoren. Bij belasting van de transmissies is het zo dat er slechts één motor aandrijft, terwijl de andere motoren afremmen. Die afremenergie kunnen we terug recupereren via de DC-bus. Die energie kan meteen weer opgenomen worden door de aandrijfmotor, het eventuele overschot sturen we terug naar het net. De drive doet dus eigenlijk niks anders dan voortdurend de verliezen onderweg compenseren. Zo wordt tussen de 60 en 70 procent van de energie gerecupereerd.’

37


DE BELANGRIJKSTE KEUZEFACTOREN BIJ TANDLATTEN In het tweede deel van de artikelreeks rond lineaire overbrengingen staan we deze keer stil bij tandlatten. Een stevige oplossing zonder al te veel begrenzingen, maar vaak over het hoofd gezien omwille van de beperkte precisie. Maar houdt die bewering nog wel steek? De opbouw en werking van een tandlatsysteem is relatief eenvoudig. De roterende beweging van de motor wordt meestal via een reductor op het rondsel overgebracht op de heugel. Hierbij kan het rondsel zich voortbewegen op de heugel, maar ook het omgekeerde is mogelijk waarbij het rondsel stationair blijft maar de heugel zich beweegt. De beweging wordt rechtstreeks op de heugel gezet: één omwenteling op de uitgaande as resulteert in één omwenteling van het rondsel. Een acceleratiekracht belast rechtstreeks de reductiekast, zodat er toch zekere eisen gesteld worden aan de robuustheid van de reductor. TYPES Kunststof of metaal Tandlatten zijn beschikbaar in diverse uitvoeringen (RVS, brons, kunststof, staal…). Bij die laatste is er nog een onderverdeling in gewoon staal, inductiegehard staal en gehard staal met geslepen tanden. De keuze is vooral functie van de exacte applicatie. Rondsels worden in kwaliteitsklassen onderverdeeld. Let er hierbij wel op dat het grootste cijfer staat voor de minst nauwkeurige uitvoering. Een Q5 is dus minder nauwkeurig dan een Q3. Ook de tandlatten worden in kwaliteitsklassen verdeeld. Maar technisch gezien zegt de kwaliteitsklasse ons niet genoeg als we over precisie spreken. Immers, je kan een zeer nauwkeurige vertanding hebben maar een grote cumulatieve pitch error (de optelling van alle errors tussen de tanden) verkrijgen waardoor je positionering niet nauwkeurig is gedurende de verplaatsing. Fabrikanten van tandlatten met hoge nauwkeurigheid

Drie uitvoeringen van rondsel en heugel in beeld: kunststof, brons en staal. 38

geven daarom naast de kwaliteitsklasse ook de pitch error en de cumulatieve error mee. SCHUINE VERTANDING Voor toepassingen waarbij qua nauwkeurigheid, geluid en maximale krachtoverbrenging hogere eisen gesteld worden van het rondsel, wordt een schuine vertanding toegepast. De schuinstelling van de tand op de heugel bedraagt 19°31’42’’. Deze hoek is zo gekozen dat de steek metrisch is. De steek van een rechte vertanding is gelijk aan m x ∏. Bij een schuine vertanding dient men de steekafstand te delen door de cos van 19°31’42’’. Bij voortlopende montage met rechte vertanding over een grotere lengte dan 10 meter, kan het veelvoud van ∏ wel eens zeer vervelend worden voor het aanbrengen van het gatenpatroon, zowel op het montageoppervlak als bij de heugels. Let ook op voor de axiaalkrachten die bij een schuine vertanding op de reductiekast terechtkomen. Geluidsreductie Snelheden boven 1 meter per seconde kunnen bij gebruik van rechte vertandingen problemen geven met de geluidsnormen. Schuine vertandingen bieden hier weer een kwalitatievere oplossing. Die kunnen tot snelheden gaan van maar liefst 6 meter per seconde zonder dat er geluidsnorm-problemen de kop op steken. KOSTENEFFICIËNTE OPLOSSING Tandlatten zijn een kostenefficiënte oplossing en er zijn weinig limieten op de krachten die ze moeten kunnen verdragen. Tandlatten kunnen dus voor heel zware machines geconstrueerd worden. Als een spindel te duur wordt, kunnen tandlatten hier soelaas brengen. Een ander groot voordeel van tandlatten is de lange afstand die overbrugd kan worden, de beperking ligt voornamelijk in de lengte van de motorbekabeling. Omdat de motor ook nog eens haaks op de tandlat staat,

Schuine vertandingen zijn nauwkeurig en geluidsarm.


LINEAIRE OVERBRENGING DEEL 2 DOOR SAMMY SOETAERT

Correct smeren is de boodschap bij tandlatten. Hier een systeem met een extra tandwiel, dat naast het tandwiel loopt en zo zorgt voor een automatische smering. is de benodigde extra inbouwruimte bovendien beperkt. Voor veel machinebouwers blijkt dit een sleutelfactor te zijn om voor tandlatten te kiezen. Ook voor applicaties die een hoge snelheid vereisen, zijn tandlatten over het algemeen zeer geschikt, uiteraard met een zekere beperking van de snelheid. CORRECTE SMERING IS EEN AANDACHTSPUNT Een aandachtspunt van tandlatten is hun open vorm, waardoor ze blootgesteld zijn aan omgevingsfactoren. Vuil, stof en vocht kunnen zich dus makkelijk ophopen tussen de tanden. Het is dus enorm belangrijk voor de levensduur van de tandheugel en het rondsel dat er correct gesmeerd wordt. Er zijn systemen met een extra smeertandwiel, dat naast het tandwiel loopt en zo zorgt voor een automatische smering van de tandlat. Er zijn anno 2017 nog altijd bedrijven die nalaten om hun tandlatten te smeren, met alle gevolgen van dien. Overmatige trillingen en speling wijzen op een probleem zoals overbelasting of een manke uitlijning, maar over het algemeen zijn tandlatten robuuste componenten die weinig bijkomend onderhoud vereisen.

van de traagheid van de motor) bekeken worden. Een hoge lambda heeft een positieve invloed op de efficiëntie van het systeem. Een hoge lambda zal wel zorgen dat het systeem zeer stijf moet zijn. Een oplossing hiervoor is dat de rondsels op de uitgang gelast worden, waardoor geen montageonderdelen nodig zijn en dus de diameter van het rondsel kleiner wordt (positief gevolg dat stijfheid van de aandrijving beter is). Het komt nog vaak voor dat men een tandlat inbouwt in een oud machinechassis. Het loont evenwel de moeite om te overwegen om vanaf nul te herbeginnen. De evoluties in materialen en composieten zal in veel gevallen toelaten om betere resultaten te boeken dan wat mogelijk is met retrofit. TREND NAAR SYSTEEMOPLOSSINGEN Vandaag worden tandlatten steeds minder alleen aangekocht. Machinebouwers engineeren minder zelf, maar vragen aan OEM’s compleet afgewerkte off-the shelf systeemoplossingen, zoals een tandlat in combinatie met de bijhorende motor. De keuze of er gebruik gemaakt wordt van een spindel, tandlat of ander systeem ligt dan in handen van de toeleverancier. De machinebouwer zorgt voor de specificaties, de leverancier zorgt voor de module met de best passende oplossing. Belangrijk hierbij is dat de samenbouw van motor en lineaire techniek altijd perfect op elkaar afgestemd moet zijn. www.actintime.be www.vansichen.be www.wittenstein.biz Bij grotere modules wordt gebruik gemaakt van stelpennen.

PINNINGSYSTEEM VOOR GROTE MODULES Tandlatten die correct berekend en gesmeerd zijn, zijn in theorie onverwoestbaar. Om het verschuiven van de heugel tegen te gaan, maakt men gebruik van stelpennen. Als een tandlat gedemonteerd moet worden hebben fabrikanten een systeem ontwikkeld waarbij deze pen makkelijk kan verwijderd worden. EFFICIËNTIE De efficiëntie van de overbrenging is voor het grootste stuk gelinkt aan de efficiëntie van de reductorkast. Het rondsel heeft een grote verplaatsing per omwenteling. Er is dus veel inertie naar de motor toe. Daarom moet de reductiekast een relatief grote overbrengingsverhouding hebben, wat een zekere invloed heeft op de efficiëntie. In veel gevallen is efficiëntie evenwel weinig van belangrijker zijn kleine motoren en een goede stabiliteit van de aandrijflijn. Bij snelle applicaties zal hier dus de lambda (de verhouding tussen traagheid van de last ten opzichte AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

39


PRODUCTEN

MITSUBISHI ELECTRIC FAG SMARTCHECK

PALLETSTOPPERS VAN ACE HOUDEN MASSA GECONTROLEERD IN BEWEGING

Specialist in dempingstechniek ACE Stoßdämpfer breidt het assortiment flink uit. Met in totaal 32 verschillende palletstoppers hebben gebruikers binnen de transfertechnologie de beschikking over betrouwbare, efficiënte en voordelige hulpmiddelen om verschillende soorten werkstukdragers van elkaar te scheiden en apart verder te transporteren. De palletstoppers van ACE Stoßdämpfer zijn geschikt voor werkstukdragers met een gewicht van 1 kg tot 1.200 kg. Tijdens het productieproces remmen de palletstoppers de werkstukdragers gecontroleerd af, brengen deze tot stilstand en geven ze, middels een signaal, weer vrij. De compacte, eenvoudig in te passen onderdelen werken pneumatisch of elektrisch. In enkele varianten zijn kleine stootdempers van ACE geïntegreerd, waardoor tot vier keer hogere massa’s kunnen worden afgeremd terwijl de afmetingen gelijk blijven. Het schokvrije afremmen zorgt voor een optimale stabiliteit van de werkstukken. www.ace-ace.com

Ongemerkt kan bijvoorbeeld een tandwielkast in de nabije toekomst een probleem vormen door een defect, en een productiestilstand veroorzaken. Hebt u de betreffende onderdelen in huis? Het zou mooi zijn om vooraf een indicatie te krijgen dat er iets niet in orde is en om welk onderdeel het gaat. Pas dan kunt u preventief maatregelen nemen en de stilstand tot een minimum beperken. Het is nu mogelijk om met slechts 1 FAG SmartCheck sensor alle parameters te monitoren van één complete machine. Naast de klassieke procesparameters als temperatuur, druk en bedrijfsuren levert de sensor tevens de status van alle tandwielen, lagers, cavitatie, onbalans, uitlijning, enz … Omdat de sensor zowel de conventionele parameters van de machine bewaakt, als de trillingsparameters, is de SmartCheck, in combinatie met een Mitsubishibewakings- en gegevensverzamelsysteem, onmisbaar voor de moderne bewaking van machines of industriële processen. Mitsubishi en Esco Drives kunnen een complete oplossing leveren met verschillende sensoren en een voorgeprogrammeerde controller voor het verzamelen van gegevens en het genereren van alarmen wanneer een storing wordt gedetecteerd. Op deze manier wordt uw machine continu bewaakt. www.esco.be

SMC 2/3 POORT MAGNEETVENTIEL

Het nieuwe 2/3 poort magneetventiel van SMC (LVMK20/200 serie) heeft een scheiding tussen ventiel en elektrische spoel. De vloeistof door het ventiel wordt daardoor niet gecontamineerd met vet of slijpsel uit de spoel. Bovendien gaan de spoel en het ventiel langer mee. Het spoelgedeelte van het magneetventiel blijft gescheiden van de vloeistof, waardoor vervuiling geen kans krijgt en het systeem daardoor beter presteert en betrouwbaarder is. Door de mediumscheiding is het nieuwe LVMK20/200 magneetventiel ook uitermate geschikt voor gevoelige toepassingen, zoals waterzuiveringsinstallaties, bloedanalyse apparaten en meetapparatuur voor atmosferische vervuiling. Voor flexibele toepassingen is het ventiel leverbaar in twee varianten: een versie voor montage op een basisplaat en een cartridge versie. Deze laatste uitvoering heeft een geïntegreerde slangpilaar, waardoor eenvoudige en kostenbesparende installatie mogelijk is. Dankzij een beperkt intern volume zijn beide modellen gemakkelijk te reinigen. Het magneetventiel is bi-directioneel toe te passen. www.smc.eu 40


W

ATT DRIVE EG GEARS

MGH is dĂŠ partner die de industrie draaiende houdt voor zware elektromechanische aandrijfgroepen!

SERVICECENTERS Machelen - 1830 Machelen Antwerpen Luithagen haven 2 Unit K -2030 Antwerpen Tel 24/24 : +32 (0)2 753 00 40 Fax : +32 (0)2 753 00 49 info@MGH.be - www.MGH.be

WG20

GEAR UP FOR A NEW GENERATION Geared motor range up to 600 Nm in line with market requirements

Hiermee loopt alles op rolletjes:

De nieuwe palletstopper van ACE 32 verschillende machineonderdelen voor diverse toepassingen in de transfertechnologie. Met pneumatische of elektrische aandrijving.

g g g g g g g g

3 types of gear units Robust, lightweight, efficient Standard mounting dimensions Less noise Certifications for international markets Worldwide use Different motor modules Frequency inverter operation (100 Hz)

Betrouwbare, efficiĂŤnte en voordelige hulpmiddelen voor werkstukdragers met een massa van 1 kg tot 1200 kg. Inclusief 5-sterrenservice!

Experience WG20: www.weg.net/wg20 Alles. Altijd. Top.

www.ace-ace.com

Transforming energy into solutions. www.weg.net/be

by ACE

E

E-Mail: info-be@weg.net

Meer informatie? T +32 (0)11 - 960 736 Vraag de gratis ACE catalogus aan via benelux@ace-int.eu

S E R VI

C

WEG Benelux SA Tel.: 067 89 02 10


FESTO SERVO PRESS KIT YJKP

De servo press kit YJKP bestaat uit een krachtige electrocilinder met nauwkeurige krachtsensor, servomotor, servomotordrive en bovenliggende sturing. De vooraf geïnstalleerde software laat toe om op een zeer eenvoudige manier uw perstoepassing in te voeren via een grafische interface. In real time wordt het verloop van de kracht tijdens het persen geregistreerd en in een duidelijke grafiek weergegeven. Door middel van windows, tresholds en envelopes kan u op een grafische manier bepalen hoe de grafiek voor een geslaagd persproces moet verlopen. Indien aan de voorwaarden voldaan is wordt de geproduceerde component goedgekeurd, zoniet wordt die afgekeurd. De persdata worden met time stamp gelogd in een geheugen zodat een perfecte opvolging van uw proces mogelijk wordt. www.festo.be

MGH BREATHER HOUDT OLIE OPTIMAAL

Het gebruik van een vochtwerende MGH Breather is een oplossing voor het vochtgehalte in de olie tegen te gaan. Maintenance & Gears Heyvaert (MGH), specialist in aandrijftechniek, waarschuwt om hier voldoende aandacht aan te besteden. Een veel voorkomende oorzaak van uitval bij tandwielkasten is een te hoog vochtgehalte in de olie. Door het opwarmen en afkoelen van de tandwielkast kan er vochtige lucht in de tandwielkast komen. De MGH Breather zal dit vermijden en zorgt er tegelijk voor dat de aanwezige waterdeeltjes uit de olie onttrokken worden. Een kleine investering met een significant resultaat! www.mgh.be

NORD DECENTRALE AANDRIJFSYSTEMEN

De nieuwe decentrale aandrijfsystemen uit het LINK NORDAC gamma biedt operators en installateurs van transportbanden aanzienlijke besparingen door de combinatie van standaarduitvoeringen, plug & play, een efficiënte werking en onderhoudsgemak van hoog niveau. Alle sensor-, communicatie- en voedingskabels kunnen makkelijk via gecodeerde stekkers verlopen, ze passen enkel in de correcte sleuf. De fabrikant kan deze nieuwe frequentieregelaars en motorstarters aanbieden op maat van de eisen van de klant. Ze zijn verkrijgbaar met optionele veiligheidsvoorzieningen, applicatiespecifieke instellingen en sensorinterfaces die aangepast zijn aan het standaard bussysteem. Onderhoudsschakelaars, sleutelcontacten en richtingsschakelaars maken een zeer flexibele toegang tot elke enkele as toe voor de gebruiker. De NORDAC LINK decentrale aandrijvingen zijn een onderdeel van het gestandaardiseerde Logidrive programma, dat bestaat uit IE4 synchrone motoren en haakse tandwielkasten in drie maten. Ze zijn hierdoor goedkoper in aankoop en faciliteren het reserveonderdelen management. De zeer efficiënte IE4-motoren geven gebruikers een groot energiebesparingspotentieel, vooral als ze frequent in deellast of bij lage snelheden werken. Dat resulteert in significante verminderingen van de TCO. Het toevoegen van decentrale NORD AC vector aandrijvingen zorgt voor een hoge mate van autonome systeemintelligentie. www.nord.com 42


PRODUCTEN

WEG LANCEERT KRACHTIGE UITBREIDING VAN W60-MOTORREEKS

WEG, een van ‘s werelds toonaangevende fabrikanten van motor- en aandrijftechnologie, heeft zijn W60-motorreeks uitgebreid. Deze heeft nu een vermogensbereik van 500-16.000 kW bij een frequentie van 50 of 60 Hz. De driefasige inductiemotoren zijn ontworpen voor een spanningsbereik van 2300 tot 13.800 V en zijn beschikbaar in framegroottes van IEC 450 tot IEC 1000 (NEMA 7000 tot 1600). De W60-lijn is bedoeld voor industriële toepassingen zoals compressoren, pompen en ventilatoren en biedt dan ook een hoog performantieniveau en een grote bedrijfszekerheid, zelfs in de meest ongunstige werkomstandigheden. De W60 wordt vooral gebruikt in de olie- en gassector, in de mijnbouw, voor het opwekken van elektrische energie in krachtcentrales, bij de productie van cement en ook voor water- en afvalwatertoepassingen. www.weg.net

ACT IN TIME: TROMMELMOTOREN VOOR 24 VDC VOEDING

Het programma trommelmotoren dat door Act in Time wordt verdeeld, is nog verder uitgebreid. Naast de bekende low-end versies voor kassa systemen en de high-end serie voor zware industriële toepassingen tot diameter 800mm is er nu ook een reeks ontwikkeld die dmv een batterij gevoed kan worden. Hiermee kunnen ze dus voor mobiele toepassingen (bvb op een AGV) gebruikt worden zonder dat daarvoor een energieverslindende convertor nodig is. Interessant is bovendien dat ze gebruik maken van een BLDC motor waardoor een groot regelbereik, een lange levensduur en een zeer constante snelheid verzekerd is. De 24VDC uitvoering bestaat in diameter 50mm, 89mm en 114mm tot max. lengte 1650mm. Optioneel is een RVS uitvoering voor gebruik in de voedingsindustrie mogelijk. Meer informatie via marketing@actintime.be

AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

VANSICHEN LINEAIRE MODULES TYPE KK

Vansichen Lineairtechniek introduceert zijn geoptimaliseerd gamma lineaire modules van het type KK. De modules zijn opgebouwd uit een stalen basisstructuur met daarop 2 lineaire profielgeleidingen van het merk Hiwin. Deze modules zijn ontwikkeld voor toepassingen waar modules uit aluminium niet voldoen aan de vereisten van de klant. De modules worden op 3 verschillende manieren aangedreven. Voor het type KK-HD is dit door een kogelomloopspindel, deze zijn beschikbaar tot een lengte van 6.000 mm. De KK-RP lineaire modules worden door een tandheugel met tandwiel in beweging gezet. Deze zijn beschikbaar tot 12000 mm (bestaande uit 1 stuk) en kunnen tevens gekoppeld worden voor langere lengtes. Tot slot is er de door een riem aangedreven KK-BD module die eveneens tot 12.000 mm beschikbaar is. Uiteraard is er ook de mogelijkheid om de producten op maat met speciale voorzieningen te produceren zoals bijvoorbeeld: vouwbalg afdichtingen voor kogelomloop spindels. www.vansichen.be

43


UIT VOORRAAD! MEMBRAANACCUMULATOREN, BALGACCUMULATOREN EN ACCESSOIRES

testo thermography app

De beste thermische camera voor elke toepassing • • •

Uitstekende beeldkwaliteit Eenvoudige thermografie Draadloze verbinding met smartphone testo NV • Industrielaan 19 • 1740 Ternat • Tel. 02/582 03 62 • info@testo.be • www.testo.be

Pub testo.indd 1

31/08/2017 9:04:06

Meer info? Verdeler voor België Hagbenden 39 A - B-4731 EYNATTEN Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be


TECHTELEX Sirris is gestart met een pilootlijn voor slimme productie. Hierop kunnen bedrijven zelf in een waarheidsgetrouwe omgeving de mogelijkheden van Industrie 4.0 uittesten.‘We willen aantonen dat een kmo met een budget van 100.000 euro een dergelijke slimme assemblagecel kan bouwen met technologie die vandaag op de markt is. Een terugbetalingstermijn van minder dan drie jaar wordt op die manier realistisch’, klinkt het bij Sirris dat hiermee bedrijven bij hun transformatie naar een Factory of the Future wil ondersteunen. (www.sirris.be) Festo nodigde zo’n 140 klanten uit voor een feestelijke avond in de studios van Fisheye in Wetteren. Doel van de avond was de klanten kennis te laten maken met de laatste innovatieve producten van Festo en dan in het bijzonder met de nieuwe Festo Motion Terminal VTEM. CEO Jo Verstraeten van Festo Belgium leidde drie gastsprekers in die getuigden over hoe zij innovatie concreet zien en toepassen. Kris Goubert, CEO van Fisheye, sprak over zijn ambitie om verhalen te vertellen via modulaire technologische oplossingen. Fisheye is een digitaal crossover productiehuis actief in de televisie- en evenementenwereld en onder meer verantwoordelijk voor bepaalde decors en special effects op Tomorrowland. Zo bouwden ze voor het bekende dancefestival een vuurspuwende draak die beweegt dankzij pneumatica van Festo. (www.festo.com/motionterminal) Het nieuwe kantoor van Endress+Hauser in Brussel is gevestigd aan de Carlistraat 17-19. Het heeft een oppervlakte van 3.600 m², verdeeld over 4 verdiepingen van telkens 900 m², en is dubbel zo groot als het gebouw aan de Carlistraat 13, waar de vorige kantoren gevestigd waren. Het gebouw is goed voor een investering van 6,6 miljoen en werd uitgerust met geothermische energievoorziening, 175 zonnepanelen en eigen Endress+Hauser meetapparatuur. Daarnaast biedt het gebouw ook een ‘Customer Experience Showroom’ om de expertise van Endress+Hauser te demonstreren. Voorts is er een aantrekkelijke ontvangstruimte, een restaurant voor bezoekers alsook ingerichte workshops zoals een kalibratielab en een magazijn. In het nieuwe Endress+Hauser kantoorgebouw in Brussel ondersteunen 80 medewerkers klanten in België en Luxemburg. (www.endress.com) Het Consortium Bordenbouw organiseerde op 4 oktober 2017 de derde editie van de Education Cabinet Users’ Day in het opleidingscentrum Anttec in Berchem. ‘De Users’ Day stond dit jaar in het teken van ‘information sharing’, aldus Karl Declercq, General Sales en Marketing Manager van Phoenix Contact. ‘Als Consortium Bordenbouw willen we een platform creëren waar leerkrachten hun ervaringen met het Education Cabinet met collega-leerkrachten kunnen delen. Het is dé gelegenheid bij uitstek om inspiratie op te doen over de mogelijke toepassingen van het Education Cabinet op school.’ (www.switchingonthefuture.be) Het Digital Manufacturing Network Event (ABISS) verdubbelde het aantal bezoekers. Op 5 oktober 2017 tikte de tweede editie van de network summit ABISS2017, een combinatie van netwerkbeurs en digitale summit voor afdelingshoofden van de Belgische industrie, af op 478 bezoekers. Acht keynote speeches werden gegeven door experten van Sirris, Agoria, Flanders Make, PWC, Nuscience, Vlaio, Bemas, over topics zoals Quick Response Manufacturing, Virtual Reality for Industry, Artificial Intelligence, Big Data en Maintenance 4.0. De derde editie van ABISS staat gepland voor oktober 2018 in Kortrijk Xpo. (www.networkevent.be) Jonge startende ondernemers kunnen voortaan in Hangar K in Kortrijk in contact komen met gevestigde ondernemingen en via hun expertise groeien. Hangar K ligt in een loods op Kortrijk Weide. Er is onderdak voor zo’n 181 bedrijven op een ruimte van 2.100 m². Dit creatieve lab in een voormalige goederenloods krijgt de steun van Barco, Cronos, Start It@KBC en de Kortrijkse hogescholen Howest en Vives en de universiteiten Kulak en UGent. De focus van Hangar K ligt op de maakindustrie, medische technologie, onderwijstechnologie en entertainment. Hangar K moet als incubator het West-Vlaamse centrum voor start-ups worden en opent in het voorjaar van 2018. (www.hangark.be) MGH (Maintenance & Gears Heyvaert) uit Machelen bestaat 15 jaar en dat is gevierd. Het bedrijf is doorheen de jaren uitgegroeid tot een vaste waarde in de wereld van de zware elektromechanische aandrijfgroepen. MGH reviseert en herstelt tandwielkasten en motorreductoren van verschillende merken. Indien een aandrijfgroep economisch en ecologisch gezien onherstelbaar is, wordt een nieuwe aandrijfgroep op maat van de klant aangeboden. Ook voor koppelingen & componenten en revisies van rolbruggen & kranen kan men terecht bij MGH. Onlangs heeft Siemens Flender het partnership met MGH als service partner delivery herbevestigd. (www.mgh.be)

De inauguratie van het nieuwe Endress+ Hauser verkoopkantoor in België. (vlnr) Klaus Endress (Supervisory Board President Endress+Hauser Group), Marc Lambotte (CEO Agoria), Julien Meganck (CEO CityDev), Ivano Mazzoletti (Corporate Sales Director Central Europe Endress+Hauser), Johan Puimège (Managing Director Endress+Hauser Belgium), Martine Raets (schepen van de gemeente Evere) en Matthias Altendorf (CEO Endress+Hauser Group) knippen het openingslint door.

AUTOMATION MAGAZINE DECEMBER 2017

45


AFSLUITER Speakers’ Corner voor experts uit de techniek.

Een roepende in de woestijn Fernand Huts is al langer een roepende in de woestijn wat betreft de slechte mobiliteit en de verouderde arbeidswetgeving inzake logistiek in ons land. Recent is de eerste chauffeurloze truck geleverd aan Katoen Natie in Singapore. Het speciale elektrische voertuig wordt gebruikt in Zuidoost-Azië voor het vervoer van opleggers. De trucks rijden op het terrein van een petrochemisch bedrijf, dat voorzien is van elektronische bakens. In een tweede fase worden ze ingezet op het Singaporese eiland Jurong, waar ze met behulp van satellietnavigatie de weg vinden. Uiteindelijk is het de bedoeling dat deze trucks in Singapore aan het reguliere verkeer deelnemen. Gaan automatisatie en artificiële intelligentie onze fileproblemen oplossen? De Antwerpse haven voert een strijd op leven en dood tegen de files, het is een catastrofe en Oosterweel zal dit niet oplossen … Het is bijzonder spijtig dat het oorspronkelijke Oosterweelplan met de Lange Wapper brug door één man is opgeblazen: Patrick Janssens. En waarom? Om platte electorale redenen, omdat hij dacht op die manier de verkiezingen te winnen. Dat heeft niet alleen voor een grote vertraging gezorgd, maar nu moeten we ook een afgeslankte versie bouwen volgens de wensen van de actiegroepen Ringland en stRaten-generaal/Ademloos. Die eisen beantwoorden niet aan wat nodig is om onze mobiliteit vlot te trekken. In feite gaan ze nu een bottleneck bouwen. Je moet toch geen genie zijn om te zien dat als je alle verkeer van verschillende rijstroken naar één rijstrook gaat sturen, dat je dan een flessenhals aan het creëren bent! Ik ben geen pessimist, maar een realist. Akkoord, technische ontwikkelingen en doorgedreven automatisatie zullen ons in de toekomst helpen, maar ik denk niet dat dit onze fileproblemen gaat oplossen. Of je nu een truck met chauffeur of een onbemande truck de weg opstuurt, die vrachtwagen neemt op de baan dezelfde plaats in en dat leidt tot oververzadiging. Wat we moeten doen is nadenken over een nieuw concept, want de realisatie van de Oosterweelverbinding 46

gaat geen oplossing brengen. Ik kan nu reeds voorspellen dat dit niet gaat lukken en het verkeer zal blijven aanschuiven. De nieuwe verbinding gaat de belofte om filevrij te kunnen rijden niet waarmaken. Zorg dus al maar voor een volgende denkpiste van hoe we de ring rond Antwerpen wél op een goede manier ontsluiten. Meer goederenvervoer langs het spoor en het water is cruciaal. Zo moet het laadsysteem van lichters worden aangepast, want door de wet Major is dit in het Antwerpse havengebied geweldig duur. Het laden kost daar tien keer meer dan laden op het Zeekanaal of aan het Albertkanaal. Qua files was 2017 een recordjaar. Onze wegeninfrastructuur heeft geen onbeperkte capaciteit. Ons wegennetwerk is gebouwd in de jaren 40’ en 50’, de auto had toen nog ruimte. Neem er de statistieken van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) bij en je ziet dat op tien jaar tijd het aantal voertuigen in ons land met meer dan een miljoen is gestegen. Ons wegennet daarentegen is hetzelfde gebleven. Zoiets kan dan ook niet blijven duren. Elke dag wordt het erger met als eindresultaat: we staan allemaal stil. Ik ben niet abnormaal in mijn denken. We ervaren dit allemaal. Iedereen weet ook wat het antwoord is: minder voertuigen op onze wegen. Je moet daar geen universitaire theorieën aan koppelen, dat is gewoon gezond boerenverstand. Onze wegen zitten vol. Ik luid al zo lang de alarmbel, over het vervoer van goederen en van mensen. En of dat nog niet genoeg is, blijft men maar bezig over het Saeftinghedok, nog eens 14 miljoen containers erbij. Hoe krijg je die allemaal weg? Mobiliteit is voor onze politici blijkbaar geen prioriteit. De overheid zal er echter voor moeten zorgen dat er minder auto’s en vrachtwagens op onze wegen rijden. Zo eenvoudig is het. Fernand Huts is CEO van Katoen Natie. Katoen Natie is als logistiek bedrijf actief in 30 landen, heeft wereldwijd 13.000 werknemers in dienst en haalt een jaarlijkse omzet van 1,8 miljard euro.


ATB Automation Mechanics Motion Control

VANSICHEN

LINEAIRTECHNIEK


Uw toegang tot automatisering in de digitale fabriek Totally Integrated Automation Portal

Als machinebouwer en integrator geniet u van een kortere "time-tomarket" en van een hogere productiviteit dankzij simulatietools en bijkomende functies voor diagnose en energiebeheer. De koppeling aan het managementsysteem creĂŤert bovendien meer flexibiliteit. Maak gebruik van deze en andere mogelijkheden van TIA Portal. TIA Portal is meer dan een tool, het is de perfecte toegang tot automatisering in de digitale fabriek.

www.siemens.be/industrie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.