driemaandelijks tijdschrift over industriële automatisering en aandrijftechniek
MAART 2018 NR 211
DOSSIER
‘Robots en automatisering’ p18 – Limburgse AMS verovert de wereld met Robomould p28 – Maintenance Manager Danielle Lammens: ‘Als ingenieur zet je een stap in de wereld van Leonardo da Vinci’
Driemaandelijks tijdschrift van InduMotion vzw – 48e jaargang Maart - april - mei 2018. Afgiftekantoor Turnhout – P309959
p43 – Siemens en de industriële veiligheid van morgen
THIS IS INCREASING PRODUCTIVITY Parker Automation Controller Parker Servo Drives
De PSD is zonder twijfel de start van een nieuwe generatie van aandrijvingslijnen. Het PSD assortiment is gericht op markten zoals, voedings- en verpakkingsindustrie, materiaal vormers, textiel-, papier- en kunststof machines. Naast de PSD heeft Parker een nieuwe Automation Controller (PAC) ontworpen voor de wereldwijde machinemarkt. De Parker Automation Controller (PAC) combineert machine logica, geavanceerde real-time motion control en visualisatie in een prestatiegerichte oplossing. parker.nl
PLC + HMI motion controller M2M-communicatie Dual LAN netwerken en opties voor Ethernet/IP
0182AutomationMag_PacPSD.indd 1
SYSTEM INTEGRATION LIFE SCIENCES
Hydraulics System integration Power units Repairs/Overhaul Maintenance contracts Oil management Accumulators Pneumatics
MOBILE OFF ROAD
11-08-17 11:48
OIL & GAS
CHEMICALS & PETROCHEMICALS FILTRATION
TRANSPORTATION
Boterhamvaartweg 2 2030 Antwerpen service.hydro@hydro.be T. +32 3 546 40 80 www.hydro.be
Ontdek ons breed gamma producten en systeemoplossingen: 9 technologiëen vanuit één leverancier!
www.parker.com/be
The added value to Hydraulics/Pneumatics INDUSTRIAL
MARITIME RENEWABLE ENERGY
PARKERSTORE DISTRIBUTION
EDITO DOOR HUGUES MAES VOORZITTER INDUMOTION
Een plaats in de top tien Pikken robots onze jobs in? De onderzoekers David Autor (MIT) en Anna Salomons (Universiteit Utrecht) zeggen van niet. Zij kwamen tot de verrassende conclusie dat wanneer technologie ervoor zorgt dat met minder mensen er méér wordt geproduceerd, de werkgelegenheid stijgt. Door meer productiviteit wordt een land rijker, stijgt de consumptie en om daaraan te voldoen, ontstaan nieuwe jobs.
‘Europa en Amerika moeten nog sneller en slimmer robotiseren dan China.’
Akkoord, er zullen zeker mensen hun baan verliezen door de technologische vooruitgang. Onderzoekers beweren zelfs dat naar schatting de helft van de beroepen in de komende twee decennia wordt vervangen door een machine. Maar die technologische ontwikkelingen zorgen ook voor nieuwe taken en functies, iets wat vraagt om een andere kennis en vaardigheden. Bedrijven en overheid moeten dan ook samen zorgen voor de noodzakelijke (om)scholing van mensen. Medewerkers uit de industrie zijn positief over technologische ontwikkelingen als digitalisering en robotisering. In Nederland ziet maar liefst 83 procent van de deelnemers aan een Berenschot & Tias-onderzoek de nieuwe ontwikkelingen als een kans. De International Federation of Robotics (IFR), de brancheorganisatie die internationale cijfers over robotleveranties aan de industrie bijhoudt, stelt al enkele jaren vast dat er fors wordt geïnvesteerd
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
in robots. Er worden wereldwijd jaarlijks zo’n 300.000 robots verkocht, waarvan zo’n 20.000 stuks aan de grootste Europese afnemer, de Duitse industrie. Onze bedrijven investeren in robotisering, met dank aan de Belgische automotive industrie, maar mondiaal stelt dat niet veel voor. De echte ‘robot boom’ vindt elders plaats: in China. In 2016 namen Chinese bedrijven maar liefst 87.000 nieuwe robots in gebruik, en volgens de IFR komt de robotisering van de Chinese industrie de komende jaren pas echt goed op gang. Het aantal jaarlijks nieuwe robots zal er naar verwachting stijgen tot 210.000 in 2020. Op dat moment gaan van elke tien nieuwe robots er vier naar een Chinese afnemer. De hoop is dat door robotisering oude economieën als die van de VS en Europa een deel van de industriële productie kunnen terughalen uit Azië. Op dit moment scoren we in ons land goed qua ‘robotdichtheid.’ Zo staat België in de top tien van de meest geautomatiseerde landen. ZuidKorea met 631 robots per 10.000 werknemers voert deze lijst aan. Vervolgens heb je Singapore, Duitsland (309 robots /10.000), Japan, Zweden, Denemarken, Amerika, Italië, België (184 robots /10.000) en Taiwan. De gemiddelde robotdichtheid wereldwijd bedroeg het voorbije jaar 74 stuks per 10.000 werknemers. In 2015 was dit wereldwijd nog 66 robots. Robotica zit dus enorm in de lift, maar nergens gaat het zo snel als in China, dat momenteel op de 23ste plaats prijkt, maar waar de ambitieuze overheid mikt op een plaats in de top tien. China wil duidelijk mondiaal een goedkope producent blijven. Nu robots het ‘oude’ Europa flink kunnen revitaliseren – de loonkost wordt een minder grote kostfactor – moet onze conclusie hier zijn dat Europa en Amerika nog sneller en slimmer moeten robotiseren dan China.
3
We help move man’s most marvellous machines
Open. Druk. Schoon. Aanpassen. Controle. Aanduiden. Excelon® Plus: de nieuwe generatie luchtconditioneringsapparatuur die uitzonderlijke prestaties biedt. Ontwikkeld met veiligheid in gedachte, met ingebouwde vergrendelingstechniek en een uniek dubbel uitgevoerd veiligheidsslot op het reservoir.Meer robuust, maar toch 35% lichter en 20% kleiner. Dit alles zorgt ervoor dat de Excelon® Plus veiliger en eenvoudiger te onderhouden is waardoor uw machines veilig en efficiënt blijven werken.
Engineering GREAT Solutions
Stelt u zich eens voor wat wij voor u kunnen betekenen… Bezoek ons op: www.mostmarvellousmachines.com
krachtige beweging
Transmissions, hydraulics & winches
Dana SAC Benelux +31 172 42 80 80 benelux@dana.com www.brevini.nl
Dana Brevini brengt u verder Als totaalleverancier van custom-made transmissiesystemen, ontwerpt en produceert Dana Brevini Benelux een compleet assortiment van zowel mechanische transmissies als hydraulische en elektronische componenten. Door de integratie van de diverse technologieën, zorgen wij voor de krachtige beweging die u verder brengt.
COLOFON
INHOUD
INDUMOTION InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. Lid van het Europees comité CETOP. vzw InduMotion Villalaan 83 – 1190 Brussel BTW BE0431 258 733 Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be RAAD VAN BESTUUR Hugues Maes (SMC Pneumatics): Voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris Jeroen Dieusaert (Bosch Rexroth): Penningmeester Geert Heyvaert (MGH): Bestuurder Guy Mertens (Act in Time): Bestuurder Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder Jo Verstraeten (Festo): Bestuurder
P3 EDITO: Een plaats in de top tien P5 INHOUD P7 DOSSIER ROBOTS EN AUTOMATISERING: Goede voorbereiding absolute voorwaarde voor roboticasucces
TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Dieter Van Schoors (Siemens) Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)
P10 Rondvraag bij fabrikanten: integratie van robots op werkvloer
LEDEN 2018 ABB (Asea Brown Boveri) – ABFlex Group – Act in Time – Asco – ATB Automation – Atlas Copco Compressors – AVD Belgium – Aventics – AZ Hollink Belgium – Bauer Gear Motor – Bege Aandrijftechniek – Boge Compressors – Bosch Rexroth – CC Jensen – CET Motoren – Clippard Europe – Compair Geveke – CQS Technologies – Dana Brevini Benelux – Delta Rubber Industries – Doedijns Fluid Industry – EFC – Eriks – Euregio Hydraulics – Esco Drives – Festo Belgium – Focquet – Gates Europe – Gearcraft – Habasit – Hansen Industrial Transmissions (Sumitomo) – Hupico – Hydac – Hydraulic Assistance – Hydraumec International – Hydrauvision – Hydro Tools – igus – Ingersoll Rand Benelux – IPAR Industrial Partners – K-Flex – KTR Benelux – LDA – LM Systems – Luteijn Hydraulics – Manuli Fluiconnecto – MGH – Motoren Francoys – Motrac Hydraulics – NORD Drivesystems – Norgren/ IMI-Precision – Optibelt – Pall Belgium – Parker Hannifin Benelux – Poclain Hydraulics – Protec – Rem-B – Renold PLC – Rittal – Rotero Belgium – Service Hydro – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – SMC Pneumatics – Stäubli – Stromag – Tas L & Co – Testo – Vameco – Van De Calseyde – Van Houcke – Vansichen – VB Parts Hydraulic – Vermeire Motion – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – Wittenstein – WTS Hydraulics – Yaskawa Europe
P15 CASE STUDY SEW: Aangepaste delta robot zorgt voor plug & play verpakkingsinstallatie P16 CASE STUDY VDS: Freesrobot kan complexe stukken aan door aangepaste sturing en robottrack P18 CASE STUDY AMS: Limburgse AMS verovert de wereld met Robomould P20 Slimme automatisering door veel data P21 Huur een robot als gastheer P22 Indumation Network Event ontvangt 1.256 genodigden P24 Focquet heeft 16.000 motoren op voorraad voor onmiddellijke levering
AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december.
LAY-OUT Ruth Vanvelthoven
P26 Euregio Hydraulics viert 20 jaar
OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR
P27 Drie elementen verhogen efficiëntie bij Rittal Lokeren
REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be
De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité.
ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be
Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.
P28 INTERVIEW Maintenance Manager Danielle Lammens: ‘Als ingenieur zet je een stap in de wereld van Leonardo da Vinci’’
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw InduMotion Villalaan 83 – 1190 Brussel info@indumotion.be www.indumotion.be
De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten.
REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Marcel De Winter, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Ing. Roger Stas, Maxime Vansichen. SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be
Automation Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of verwijderen. Automation Magazine paraît aussi en français. © InduMotion 2017
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
P33 CASE STUDY: Specialist Nucomat doet beroep op kwaliteit van Festo voor ontwikkeling van automatiseringsystemen P35 Ook tandriemen populaire oplossing in lineaire overbrengingen P38 AGORIA Barometer technologische industrie op een hoog peil P41 PRODUCTEN P43 Schaalbaar en op maat: de industriële veiligheid van morgen P45 TECHTELEX P46 AFSLUITER 5
Expertise – Passion – Automation
Expertise – Passion – Automation
Voor de duurzame J-cilinder is altijd plaats Pneumatiek wordt efficiënter én duurzamer met onze J-serie cilinders. Een compacte oplossing – tot 43% kleiner dan actuele varianten – die uw productiviteit verhoogt. Minder gewicht, minder ruimte en minder energieverbruik. Een kleine en lichte machine is niet alleen voordeliger. Iedere lichte cilinder draagt ook bij aan verbeterde cyclustijden. De JMGP-versie heeft een dubbele zuigerstang voor duwen, klemmen en heffen in situaties met beperkte ruimte en gewicht. De JCQ compactcilinder is ideaal voor vergelijkbare toepassingen, waarbij een korteslag cilinder nodig is, maar geen opname van belastingen. Wilt u nog meer energie besparen? Een grotere boring binnen het volume van de huidige oplossing is mogelijk. Neem daarom een efficiënte beslissing: de nieuwe J-serie van SMC. www.smcpneumatics.be
Factory Automation producten maar ook oplossingen Een robot is nooit alleen in een automatisatie project
ontdek meer op : www.esco.be of bel naar : 02 717 64 60
DOSSIER DOOR SAMMY SOETAERT
GOEDE VOORBEREIDING ABSOLUTE VOORWAARDE VOOR ROBOTICASUCCES Een productielijn robotiseren moet heel doordacht gebeuren. Er komt veel meer bij kijken dan enkel een robot aanschaffen en hem op zijn aangewezen werkpost zetten. Veiligheid, programmatie, opleiding voor personeel en wisselstukbeheer zijn slechts enkele van de vele extra overwegingen die tegen het voetlicht moeten worden gehouden. Voor kleinere bedrijven lijkt een robotiseringsproject dan ook een processie van Echternach. Goed nadenken en u laten bijstaan door de fabrikant of integrator is de boodschap.
Een robotproject gaat veel verder dan het plaatsen van de robot. Meerdere randvoorwaarden hebben een belangrijke impact op het eindresultaat. De snelheid van invoering van industriële robotica is het resultaat van een aantal op elkaar inspelende factoren, die zowel een positieve als negatieve invloed hebben op het uiteindelijke resultaat. Om te weerstaan aan de concurrentie van lageloonlanden, maakten onze productiebedrijven de shift naar stukken met meer toegevoegde waarde. Het is in ons land dan ook met een vergrootglas zoeken naar massaproductie van eenvoudige stukken. De meer gespecialiseerde stukken mochten dan wel in veel gevallen de redding betekenen van de werkgelegenheid, toch hebben ze ook het negatieve neveneffect dat ze door hun complexiteit enkel in kleine series vervaardigd kunnen worden. En dat terwijl robotisering net baat heeft bij repetitieve bewegingen, want dat betekent minder programmeren en minder omsteltijden. Maar ook andere factoren spelen een belangrijke rol in de zich voltrekkende evolutie in onze maakindustrie. De hoge loonkosten, de altijd moeilijke zoektocht naar technisch personeel en de toegenomen vraag – of beter eis – van klanten naar meer flexibiliteit zorgen er voor dat er steeds vaker naar robotica gekeken wordt om deze vraag in te vullen. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
Bovendien is en blijft België een echt KMO-land. Liefst 1.100.000 bedrijven in ons land tellen minder dan 50 werknemers. Dat is ook het geval in de maakindustrie, waar een 75.000-tal bedrijven van dit type zijn. Willens nillens heeft dit een effect op de nationale investeringsmogelijkheden in industriële robotica. KMO’s zullen minder snel geneigd zijn om een dergelijke investering te doen, omdat het gewicht ervan te zwaar doorweegt in hun begroting. Een mislukte investering van die grootte leidt mogelijks tot financiële problemen en dat risico wil men niet lopen. Maar toch is het tij stilaan aan het keren. De investeringskost is stilaan aan het dalen, de toegankelijkheid in programmering en de acceptatie op de werkvloer stijgt. Hoog tijd dus om de twijfelende ondernemer een leidraad te bieden. Waar moet u op letten als u overweegt een productielijn te robotiseren? WAAROM WILT U EXACT EEN ROBOT? WAT VERWACHT U ER VAN? Deze beide vragen geven een antwoord op uw achterliggende motieven. Het reduceren van personeelskosten, een snellere productie creëren, een 7
ongezonde of saaie taak overnemen van een operator zijn de vaakst voorkomende motieven, maar ze geven wel een compleet andere insteek over de evaluatie van de output. Op basis van die motieven kan u een grondige kosten/baten analyse maken over uw roboticaproject. In welk opzicht zal mijn productieproces veranderen, wat is de impact op mijn bedrijfsruimte, wat is de mogelijke invloed op het personeel? Waar liggen de veiligheidsrisico’s? DE PRAKTIJK: WELKE ROBOT? Er is quasi nooit één mogelijke oplossing voor een automatiseringsprobleem. Als u uw installatie laat doorlichten door meerdere integratoren, zal u vaststellen dat zij niet altijd dezelfde oplossing zullen voorstellen. ‘Is een robot wel de beste oplossing in mijn geval?’ is dan ook een legitieme vraag. Het implementeren van robotica is een zeer ingrijpend proces, maar dat geeft meteen de kans om uw productieproces volledig en radicaal door te lichten. Soms is het beter om tabula rasa door te voeren in plaats van een halfslachtige oplossing in te voeren die voor niemand echt zoden aan de dijk brengt. Bovendien staat de technologie niet stil. Pakweg vijf jaar geleden stond de cobot nog in zijn kinderschoenen, vandaag zien we stilaan de eerste praktijktoepassingen opduiken. Ook zaken als AGV’s worden steeds performanter, vandaag rijden er zelfs rond die een robot meedragen, om zo op een locatie een bepaalde taak uit te voeren. De grondstoffen komen dus niet langer naar de robot, maar de robot gaat naar de grondstof. Eens de keuze voor integrator gemaakt, volgt soms een even ingrijpende keuze: welke robotleverancier heeft de beste robot in huis voor uw applicatie? De keuze voor
Ook de acceptatie van het personeel is een onderschatte factor in het succes van robotimplementatie. 8
Veiligheid, plaatsinname en wisselstukbeheer zijn vaak onverwachte hinderpalen. één van de mastodonten levert naast een breed gamma ook meer zekerheid op de lange termijn en veelal ook betere diensten zoals de continuïteit van wisselstukken en snelle pechverhelping. Daar staat tegenover dat kleinere aanbieders zich vaak toespitsen op één bepaalde tak van de industriële robotica en zo meer specifieke toestellen hebben binnen één segment en daar ook op heel wat slagkracht en expertise kunnen bogen. DE RANDVOORWAARDEN: HOE OPTIMALISEREN? Een robot komt nooit alleen. U kan het nog het best vergelijken met een ijsberg. In het zog van een robot komt er een perimeter waarbinnen geen andere activiteiten mogelijk zijn, een veiligheidshek, een voorraad met wisselstukken, … de impact is dus enorm. Ook onderhoud is zeer belangrijk bij robots, met zijn tientallen draaiende onderdelen. Als u intern zelf niet over de nodige expertise beschikt, kan u beroep doen op remote service diensten van de robotleverancier.
DOSSIER
Een toegankelijk programmeringsomgeving draagt bij aan een vlotte productieflexibiliteit. De robot wordt voorzien van een interne module die enkele kernmetingen in realtime kan doorgeven aan de fabrikant. Die metingen kunnen spanningsniveaus zijn, interne temperatuur van drives of smering, snelheden, … Als één van die parameters buiten de vooraf ingestelde grenswaarden gaat, krijgt de fabrikant een melding. Na evaluatie kan hij dan de eindklant verwittigen dat er iets schort. Een plots stijgende interne temperatuur kan wijzen op een probleem met een drive, maar evengoed kan er gewoon een ventilatorrooster per abuis afgedekt zijn. Het belang van een kwalitatieve evaluatie van de data is hier van belang om onnodig onderhoud te vermijden.
‘Een andere valkuil is het gebruik van zeer specifieke onderdelen.’
HOE VALKUILEN VERMIJDEN? Een succesvolle robotimplementatie staat of valt met de acceptatie van het personeel. Grosso modo kunnen we hier drie fasen onderscheiden. De eerste is de voorbereidingsfase, waarin hen duidelijk uitgelegd wordt waarom er een robotisering komt, hoe alles getimed en ingepland wordt, welke gevolgen dit heeft voor hen individueel en waar ze zich mogen aan verwachten. Een tweede fase is de implementatiefase, waarbij het personeel best heel nauw betrokken wordt bij de eigenlijke veranderingen. In deze fase is opleiding heel belangrijk, zodat ze zelf een zekere impact kunnen hebben op de veiligheid, besturing en programmering. De derde fase is de evaluatiefase, waarbij ze zelf voorstellen kunnen formuleren om de installatie aan te passen. Deze fase zal heel belangrijk zijn om te weten waar de zwakke punten liggen en hoe het gesteld is met de ergonomie van het geheel. Hier komen ook frequent AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
bottlenecks naar voor. Een robot zal een ander ritme aankunnen dan de oude uitvoering van de installatie. Dat resulteert vaak in vertragingen door een te snelle uitvoer naar de verpakkingsafdeling en/of in een te trage aanvoer van grondstoffen vanuit het magazijn. Die vertragingen resulteren vaak in frustraties bij de operatoren in kwestie, die de hele tijd achter de feiten lijken aan te hollen. Dit soort problemen zijn vaak een gevolg van te weinig inzicht in de gevolgen tijdens de ontwikkelingsfase. Een andere valkuil is het gebruik van zeer specifieke onderdelen. In veel gevallen kan het niets anders, zoals bij robotgrijpers die een werkstuk heel specifiek moeten vastnemen. De uniciteit van dergelijke stukken impliceert wél een zekere afhankelijkheid van de leverancier in kwestie. Dat kan niet alleen economisch-strategisch een probleem vormen, maar ook operationeel in de gedaante van lange wachttijden voor wisselstukken. PROGRAMMEREN: WIE KAN HET? De tijd dat je een halve dag code moest schrijven om een robotarm van punt A naar B te krijgen is al een tijd achter de rug. Niet verwonderlijk, want de roboticaproducenten hebben zeer snel beseft dat het succes van hun product rechtstreeks afhangt van het gebruiksgemak, waarvan programmatie een belangrijk onderdeel is. Geen enkel bedrijf vindt het leuk om een externe consultant in te huren om telkens een kleine aanpassing te moeten doen. De inspanningen van de producenten werpen dan ook stilaan hun vruchten af, met intuïtieve programmeermogelijkheden en duidelijke bedieningsschermen. Op die manier wordt de robot snel instelbaar, wat resulteert in minder tijdverlies voor de productie, maar belangrijker nog is dat de operator zo voelt dat hij een zekere betekenis blijft houden in het productieproces. Maar uiteraard zijn er heel wat specifieke toepassingen die buiten de scope van de traditionele robotica vallen. Voor applicaties die buiten de traditionele verpakkings-, automotive of lastoepassingen vallen, zien we dan ook heel vaak dat er aparte PLC besturingen worden ontwikkeld door integratoren. 9
RONDVRAAG BIJ FABRIKANTEN: INTEGRATIE VAN ROBOTS OP WERKVLOER Nu we u gewezen hebben op de voornaamste aandachtspunten, loont het de moeite om de oplossingen van de diverse fabrikanten rond de geschetste hinderpalen tegen het licht te houden. Wat hebben zij in huis om aan de eisen van vandaag te voldoen?
Industriële robots worden steeds gebruiksvriendelijker en toegankelijker. Industriële robots zijn historisch vooral gegroeid uit de automotive, waar ze snel en op continue wijze relatief eenvoudige taken konden overnemen van arbeiders. Andere populaire toepassingen zijn traditioneel lasrobots en palletiseertoepassingen. Het hoeft daarom niet te verwonderen dat de robotfabrikanten hun sturingsprogramma’s voornamelijk op dit soort toepassingen toespitsen.
In een steeds verder divergerende maakindustrie leidt dit er wel toe dat robotprogrammering soms onvoldoende diepgang biedt voor de uniciteit en complexiteit van gespecialiseerde stukken. In ons land worden echter prachtige specifieke applicaties ontwikkeld waarbij zelf een zeer specifiek stuk software ontwikkeld wordt om de complexe bewegingen uit te voeren. Verderop in dit dossier vindt u hiervan twee Belgische voorbeelden, eentje met een freesrobot en eentje met een rotatiegiettoepassing, waarbij de originele robotbesturing gestript werd en volledig aangepast aan de vereisten van de applicatie. De vraag is hoe de robotfabrikanten de toekomst zien van robotprogrammering. Bij Yaskawa weten ze waar de aandachtspunten liggen. Liesbeth Janssen: ‘Programmeurs die overweg kunnen met fabrikant specifieke robotsoftware zijn schaars en bovendien zitten we in een explosief groeiende markt. PLC- programmeurs zijn minder schaars, dus hebben we gezocht naar een manier om zo onze robots aan te sturen. Het resultaat is MOTOLogix, de aansturing van robots verloopt vanuit een PLC. Hiermee wordt het eenvoudiger om robots te integreren in systemen en productielijnen, en neemt het gebruiksgemak voor de operator aanzienlijk toe. MOTOLogix is beschikbaar voor ons eigen VIPA platform, maar ook voor andere platformen.’ Ook bij Kuka zien we een toenadering tot de PLC. De programmeersoftware KUKA.PLC.mxAutomation maakt het mogelijk om via externe controllers met ingebedde PLC, de robots aan de hand van elementaire bewegingsinstructies te sturen.
10
DOSSIER Fanuc opteert niet voor een toenadering tot de PLC, maar zet in op laagdrempelig programmeergemak met de eigen besturing. General manager Paul Ribus: ‘We stellen binnenkort een nieuwe versie van onze 30 iB+ besturing voor die over een nieuwe gebruikersinterface beschikt. We gaan er prat op dat iedereen binnen de 30 minuten een robot kan programmeren, zelfs al heb je nog nooit met Fanuc gewerkt. De wizard maakt het programmeren echt laagdrempelig. Easy programming is zeker een aandachtspunt, en hiermee komen we tegemoet aan die noden.’ AANDACHT VOOR RANDVOORWAARDEN Pierre Huyghebaert van Hupico heeft enkele goede tips om de ideale randvoorwaarden te scheppen voor een roboticaproject: ‘Wij verdelen SCARA robots en toevoersystemen. Wij zien dat een goede aanvoer van stukken vaak over het hoofd gezien wordt. Men besteedt enorm veel tijd aan de aanschaf van de robot zelf, maar vergeet dat de robot ook moet gevoed worden met stukken, dat een visionsysteem moet aangekocht worden, dat een geschikte gripper moet gekozen worden, dat er bekabeling nodig is, … Een robotproject is veel meer dan de robot alleen. Men ziet op een beurs een demoopstelling en denkt al snel dat dit zeer eenvoudig te implementeren valt in de eigen productie. Helaas is de praktijk vaak anders. De problemen liggen meestal bij randzaken. Wat moet er gebeuren als de lichtbarrières onderbroken worden, hoe moeten productwissels en de communicatie van foutmeldingen naar bovenliggende systemen verlopen? Dat zijn zaken waar veel tijd in kruipt om te programmeren en klanten hebben daar veel vragen rond.’ ‘We zien ook dat de samenbouw van de robot met de rest van de installatie wat stiefmoederlijk behandeld worden. Om het welslagen van een robotiseringsproject te garanderen moeten we ook eens volledig outsidethe-box durven denken. Zo hadden we ooit een klant waarvoor gebogen buisjes (in een hoek van 45°) moesten gepicked worden. De aanvoer daarvan leek onmogelijk te realiseren, meerdere weinig succesvolle pogingen liepen met een sisser af. Omdat de robot aanpassen geen succes bleek , hebben we het proces volledig aangepast. In plaats van gebogen buisjes, bestelt de klant nu rechte buisjes, die hij pas na de robotpicking zelf buigt. Nu lukt het wel en bovendien werkt hij goedkoper. Het kan dus zeker geen kwaad om al in het ontwerp van onderdelen het pickinggemak mee te nemen. Zorgen dat stukken niet in elkaar kunnen verstrengeld raken, is ook een goed voorbeeld. Daarnaast kan ook belichting een probleem vormen voor robotsystemen waar vision belangrijk is. Wisselende lichtinval blijkt een hinderpaal te zijn voor veel pickingsystemen.’ Bij Fanuc zien ze dat klanten goed weten waar ze naar toe willen: ‘Wij hebben niet de indruk dat nieuwe klanten onrealistische verwachtingen hebben van robots. Meestal gaan ze uit van hun bestaande context en verwachten AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
Een andere mogelijkheid is een laagdrempelige programmering via een grafische interface. Een wizard begeleidt de gebruiker tijdens het proces. ze dat de robot flexibel genoeg is om zich in te passen in die situatie. Soms zijn er inderdaad wat aanpassingen nodig, om bijvoorbeeld stukken op een bepaalde manier aan te voeren. Het is ook onze taak om hen daarin te begeleiden.’ Mitsubishi Electric biedt innovatieve en betrouwbare oplossingen op het gebied van industriële automatisering. ‘Robotica en servo-aandrijvingen zijn hier een steeds groter wordend onderdeel van’, klinkt het bij Mitsubishi. ‘Dankzij servomotoren kan sneller, nauwkeuriger en energiezuiniger geproduceerd worden ten opzichte van bijvoorbeeld draaistroommotoren, mechanische of pneumatische oplossingen. Robots bieden een flexibele ‘out-of-the-box’ oplossing voor de meest uiteenlopende pick-and-place, verpakkingsen palletiseringstoepassingen. Door vernieuwende functionaliteiten is het ook mogelijk om deze technologie optimaal samen te laten werken met mensen.’ ONDERHOUD Onderhoud van de robot blijkt voor zowat alle spelers een belangrijk facet te zijn in hun strategie. Bij ABB – dat één van de voorlopers was in remote monitoring – hebben ze dat goed begrepen. Zij bieden al langer ‘Connected Services’ aan bij hun robots. Remote monitoring is daar één mogelijkheid. Een KMO die maar één robot heeft voor de toevoer van een machine, kan bij uitval van de robot de toevoer misschien een tijd manueel laten verlopen, in afwachting van de komst van een servicetechnieker. Als de functie van de robot meer van cruciale aard is, of het robotpark is uitgebreider, dan is dat vaak onvoldoende. Een meer predictieve of preventieve benadering is dan vereist. De klant kan dat zelf doen in een speciale ABBapplicatie, of de fabrikant kan meekijken en bepaalde alarmwaarden vanuit de sensoren laten opvolgen. De ‘Connected Services’ waren vroeger een optie, maar tegenwoordig zit het standaard in de robots van ABB. 11
Man and Machine What if robots and humans (really) worked together? Besides delivering performance, robots must play the role of partner to man. Robots are here not to replace man, but to serve him efficiently through simple and intuitive collaboration. In this spirit, Stäubli robots work with speed, precision, safety. But first and foremost with man. Obeying man is the first rule of robotics. www.staubli.com
12
Stäubli Benelux N.V., Tel. +32 56 36 40 04, robot.be@staubli.com
DOSSIER
Randvoorwaarden zijn heel belangrijk. Een aangepaste belichting wordt vaak over het hoofd gezien.
Ook bij Stäubli erkennen ze het belang van remote monitoring en hebben ze een vergelijkbaar systeem. CEO Gerald Vogt licht toe: ‘Met de internettechnologie van onze CS9 controller en zijn bijhorende apps kunnen Stäubli klanten overal ter wereld robotdata uitwisselen via smartphone, tablet of laptop. We bieden zelfs een standaard onderhoudsmodel aan waarmee je op afstand toezicht kunt houden over de status van onze robots en het onderhoud kunt beheren. Eender welke fout die kan voorkomen wordt gedetecteerd door ons Stäubli service team. We hebben ook ons Optimize lab. Deze oplossing voor big data analyse die geïntegreerd zit in alle Stäubli machines maakt het mogelijk om snel de instellingen van de robot te wijzigen en klanten te voorzien van online real-time rapporten met onder andere tips van het Stäubli service team om hen te helpen bij het nemen van de juiste beslissingen.’ Bij Fanuc vormt data eveneens een belangrijke bron in hun service: ‘Industrie 4.0 is de realiteit. We hebben hiervoor twee systemen. Het ene is dat de productie gemonitord wordt, waardoor de klant analyses kan maken over zijn machines. Het andere softwareprogramma geeft meldingen aan de klant over het tijdstip dat zijn robot onderhoud nodig heeft. Dat laat toe om onderhoudstaken preventief in te plannen zonder onverwachte stilstand. Het systeem is cloudgebaseerd. Het is een open platform, de klant kan ook zijn eigen applicatie bouwen om specifieke zaken uit zijn data te filteren.’ Ook Kuka heeft met haar RemoteServiceClient een vergelijkbaar systeem. Via de KUKA.Connectivity Box is er een permanente toegang tot informatie over de installatie van de klant. Samen met het cloudgebaseerde softwareplatform KUKA.SmartConnect dienen de geregistreerde gegevens als basis voor andere analyses. Fouten en mogelijke storingen kunnen zo in een vroeg stadium herkend en voorkomen worden. Daarnaast is preventief onderhoud mogelijk en kunnen processen door de verwerking van de gearchiveerde machineAUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
Opvolging van de robotprestaties is de logische stap richting integratie in Industry 4.0. Predictief onderhoud, remote monitoring en het opvolgen van productiegegevens zijn maar enkele van de mogelijke toepassingen.
en installatiegegevens worden geoptimaliseerd. De Connectivity Box bevindt zich standaard in elke nieuwe Kuka installatie. PRIJS: IMPACT ROBOTARM KLEINER DAN VERWACHT De vraag van 1 miljoen waar robotfabrikanten zo vaak mee geconfronteerd worden is heel moeilijk te beantwoorden, want ze is afhankelijk van meerdere variabele factoren. Het type robot, zijn payload, de programmering, de gebruikte tools en secundaire kosten zoals opleiding voor het personeel. De robotarm zelf is slechts verantwoordelijk voor een 20 procent van de prijs, de grootste kost blijft het programmeren met soms tot 50 procent aandeel in de kosten. De periferie (sensoren, grippers, bekabeling, …) is goed voor 15 procent en de rest zijn aanpassingskosten (aan de aanvoerlijn, grondwerken, …), eveneens goed voor 15 procent. Grosso modo kost een traditionele robotarm vandaag ergens tussen de 25.000 en de 450.000 euro, zonder de extra kosten. Die extra kosten zullen bij de kleinste vermogens grosso modo nog eens hetzelfde bedrag vereisen. Bij de grootste systemen zal de totale eindprijs minder dan het dubbele bedragen. De extra kosten stijgen niet evenredig mee met de grootte van de robot. Een collaboratieve robot kost over het algemeen wat minder. Een standaard cobot met gemiddelde payload zal rond de 35.000 euro afklokken, alle randzaken bijgeteld. Een SCARA robot (Selective Compliance Articulated Robot Arm) zit ongeveer in dezelfde prijsklasse en is er grosso modo vanaf 35.000 euro. Er zijn evenwel ook kleine uitvoeringen (voor stukken kleiner dan 3 kilo) die minder dan 10.000 euro kosten.
www.abb.be - www.fanuc.be - www.hupico.be www.kuka.be - www.mitsubishielectric.com www.staubli.be - www.yaskawa.be 13
WAT MET DE COBOT? We hebben steeds de neiging om de cobot af te meten ten opzichte van zijn ‘grote broer’, de traditionele industriële robot. Een logische reflex, maar de vraag rijst in hoeverre deze vergelijking eigenlijk wel opgaat. Moet het industriële roboticaverhaal wel beperkt worden tot een of/ of verhaal tussen de zware, ‘dure’ robuuste en industriële robot en de kleine, trage en ‘goedkope’ cobot? Eigenlijk niet, want beide technologieën zijn eigenlijk meer ‘two brothers from another mother’ dan concurrerende technologieën. De insteek is ook iets anders. Industriële robots zorgen ervoor dat zware lasten al dan niet in moeilijke omstandigheden en met een repetitief karakter, niet door menselijke arbeid moeten worden uitgevoerd. Cobots zorgen ervoor dat een menselijke taak makkelijker gemaakt wordt. Een subtiel verschil, maar het verklaart wel de andere benadering in programmeren, snelheid en payload. Het is nog wat koffiedik kijken wat de toekomst zal brengen, maar het lijkt ons dat de schotten tussen ‘dé industriële robot’ en ‘dé cobot’ stilaan zullen verdwijnen. Als uit de veiligheidsanalyse blijkt dat het opportuun is, dan moet ook rond de cobot inderdaad een hek gezet worden, hoe contradictorisch dit ook klinkt. Vice versa zijn de traditionele industriële robots niet per definitie gebonden aan een hek, ook zij zijn tot op zekere hoogte in staat tot collaboratieve samenwerking met menselijke operatoren. Enerzijds zullen de veiligheidsinrichtingen voor de traditionele robots steeds performanter worden en anderzijds zullen payloads en reach van cobots stijgen. Hoogstwaarschijnlijk zal er dus een zekere convergentie ontstaan tussen beide robottypes. Het is in die zin dan ook logisch dat de recente veiligheidsnorm TS 15066 het niet heeft over de cobot, maar over robots die collaboratieve taken uitvoeren.
14
Een visie die ook gedeeld wordt door CEO Gerald Vogt van Stäubli: ‘Wij wilden geen dure en gespecialiseerde kinematica ontwikkelen voor Human-RobotCollaboration toepassingen. Zulke robots zijn doorgaans heel beperkt op het vlak van payload, snelheid en dynamica. Daarom hebben we onze standaard robots aangepast om samen te kunnen werken met de mens zonder in te moeten boeten op prestatie.’ Gerald Vogt, die jarenlang aan het hoofd stond van de R&D afdeling van Stäubli ziet het beslissende voordeel van deze strategie in de flexibiliteit van de robot: ‘Met onze 6-assige TX2 robots kunnen we verschillende niveaus van mens-robot interactie vergemakkelijken. Tegelijk betekent de uitstekende prestatie van deze machines op vlak van precisie, beschikbaarheid en snelheid dat ze een prima keuze zijn voor alle denkbare industriële applicaties.’ Bij Hupico zijn ze een koele minnaar van de cobot. Pierre Huyghebaert: ‘We hebben klanten waar de cobots even snel weer verdwijnen als ze binnengebracht werden. De oorzaak: een tegenvallende levensduur en de veiligheid. Het is een misvatting dat een cobot sowieso altijd hekloos fungeert. Voor klanten zijn dat onverwachte hinderpalen en extra kosten.’ Fanuc ziet de vraag wel stilaan stijgen: ‘We hebben er al een aantal lopen en we merken dat we ook meer vragen komen vanuit onze klanten voor verschillende toepassingen. Belangrijk is dat ook de periferie die errond staat collaboratief moet kunnen werken.’
ABB heeft met YuMi al jaren een cobot in het gamma. YuMi opereert in het segment met beperkte payloads, voornamelijk gericht op assemblagetaken. Yaskawa heeft sinds kort de HC10 op de markt. Ook zij ervaren een positieve vibe rond de cobot: ‘We hielden tijdens onze demodagen een demonstratie met onze nieuwe cobot. Hoewel hij op dat moment nog niet op de markt was, hebben we er meteen enkele verkocht, voor heel uiteenlopende applicaties. Een belangrijk gegeven is inderdaad veiligheid. Onze HC10 is voorzien van gepatenteerde duale torsie sensoren in elk gewricht. Deze maken het mogelijk voor de robot om druk waar te nemen wanneer hij in contact komt met een mens (of een ander object) en tijdig te stoppen, zonder gevaar op te leveren voor verwondingen.’ ‘De robot voldoet aan alle veiligheidsnormen en is een PLd Cat.3-gecertificeerd product. Verder zijn er ronde vormen gebruikt zonder scherpe randen, de motoren en bedrading zijn volledig geïntegreerd en het ontwerp is vrij van knelpunten om beknelling te vermijden. Ook de mediatoevoer zoals elektra en eventueel perslucht naar de grijper of andere tool is volledig geïntegreerd intern in de robotarm, zodat er geen externe stoorkanten zijn en de robot vrij kan bewegen. Belangrijk om aan te stippen is zijn draaglast van 10 kilo, wat toch veel is voor een collaboratieve robot. Ook zijn wendbaarheid en werkbereik is zeer performant, zo zijn we klaar voor deze markt.’
CASE STUDY SEW
AANGEPASTE DELTA ROBOT ZORGT VOOR PLUG & PLAY VERPAKKINGSINSTALLATIE Bij SEW-Eurodrive pasten ze een delta robot aan zodat hij makkelijker kan ingepast worden in een (verpakkings-)installatie. De ingrediënten? Compatibiliteit met PackML, sturing via MultiMotion PLC en een productgeörienteerde digital twin. Als toetje is de robot gemonteerd in een metalen constructie, waar pakweg een AGV kan binnenrijden. De delta robot is het resultaat van maandenlang teamwork op topniveau. Met Koen Leenders, Kris De Boeck (beide SEW-Eurodrive) en student Christophe Dupont (UGent) als drijvende krachten. Kris De Boeck licht de achtergrond van het project toe: ‘We hebben een multifunctioneel Delta platform ontwikkeld waarin allerlei onderdelen van een verpakkingslijn makkelijk kunnen ingebed worden. Naast de controllers en drives, bestaan deze installaties typisch uit meerdere aparte onderdelen, zoals conveyors, liftsystemen, visionsystemen en robots. In het opzet dat wij voor ogen hebben, kan je al die systemen vrij inpassen in een modulair systeem. De structuur en interfacing moet daarom perfect afgestemd zijn op elkaar.’ STRUCTUUR IN PACKML ‘Om die openheid te realiseren, heb je een bovenliggende structuur nodig. Daarom opteerden we voor PackML, een standaardtaal in de verpakkingsmachines. We leveren daarvoor de functiebibliotheken en andere nodige informatie aan voor al onze onderdelen, zoals voor de Smartbelt, de SCARA robot, de delta robot, ... Dat maakt het mogelijk om bepaalde packages samen te stellen, zoals bijvoorbeeld de package ‘delta robot’, waarbij we de mechanische structuur aanleveren met de nodige assen en sturingen. Het probleem met veel delta robots is evenwel
de beperkte mogelijkheid wat sturing betreft. Die is moeilijk aan te passen aan de eigen applicatie. Er is weinig openheid en soms ben je zelfs nog eens gebonden aan het visiesysteem van één fabrikant.’ DIGITAL TWIN, MAAR PRODUCTBASED ‘Dit is dus nog altijd geen Industrie 4.0 toepassing. Om dat wel te creëren, moesten we ook data uitwisselen. Die data capteren we doorheen het proces met het product als basis, niet op basis van de productie-omgeving. Zo krijg je per product een perfect overzicht van alle karakteristieken gedurende het proces: welke machines heeft het product doorlopen, hoeveel tijd kostte dat, hoeveel energie is daar verbruikt, … Je kan op basis van die gegevens ook je machineperformantie analyseren en zelfs te weten komen welke productie-arbeider het best presteert op een bepaalde machine.’ DELTA ROBOT MET MULTIMOTION De delta robot wordt aangestuurd door MOVI-C drives die via een MultiMotion PLC hun bevelen krijgen. Koen Leenders: ‘Met twee camera’s wordt de grootte en de vorm van het product gedetecteerd, waarop het zwaartepunt van het product doorgegeven wordt aan de besturing van de robot en de picking gebeurt. De drives die gebruikt werden zijn standaarddrives uit het MOVI-C gamma. Maar de programmering van de MOVI C- drive voor de specifieke motion control van de deltarobot is wel afgestemd op de bewegingen.’ Die MultiMotion PLC sturing werd door SEW Eurodrive zelf ontwikkeld. ‘Het grote voordeel is dat we meerdere robots op één controller kunnen aansluiten, afhankelijk van het aantal vrijheidsgraden.’
Student Christophe Dupont ontwikkelde mee de delta robot. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
www.sew-eurodrive.be 15
FREESROBOT KAN COMPLEXE STUKKEN AAN DOOR AANGEPASTE STURING EN ROBOTTRACK Het landelijke Proven, een kleine gemeente in het uiterste westen van West-Vlaanderen, associeer je niet meteen met hightech robotapplicaties. Toch worden hier met de regelmaat van de klok prachtige freesrobotprojecten afgeleverd voor bedrijven uit alle hoeken van het industriële spectrum. De verantwoordelijke hiervoor? Verdonck Development & Systems, kortweg VDS.
De sturing van de freesrobot werd aangepast om complexe stukken te kunnen verwerken. Voor een recent project bij Twinplast ontwikkelde VDS een innovatieve installatie, bestaande uit een Staübli robot, een B&R sturing en een track van Vansichen Lineairtechniek. Op een blauwe maandag kwam Lander Debruyne, schoonzoon van stichter Frank Verdonck en medezaakvoerder, op het kantoor van VDS aan. ‘Ik wil met robots beginnen’, zo viel hij met de deur in huis. Tot op dat moment waren de hoofdactiviteiten van het bedrijf vooral gericht op CNC-machines en automatisering, maar robots speelden nog geen rol van betekenis in dat verhaal. Die toevoeging aan de activiteiten kwam evenwel niet helemaal uit de lucht gevallen. De PLC bleek hier de verbindende factor. Lander Debruyne: ‘Onze PLCleverancier is al jaren B&R. In elk project ontdekte ik weer meer mogelijkheden van die toestellen. Op een dag hadden we een goede klant die van zijn drie-assige machine een vijfassige machine wilde maken. Maar in dat specifieke geval was een robot eigenlijk een betere oplossing. We hebben toen uitgezocht hoe die moest worden aangestuurd met een PLC. Zij bleken een interface te hebben waarmee een Staübli robot kon ingezet worden voor dit soort toepassingen. Niet alleen neemt een robot minder plaats in dan een vijfassige bewerkingsmachine, ook het prijsverschil kan enorm oplopen.’
16
Maxime Vansichen (Vansichen Lineairtechniek) leverde de robottrack voor de freesrobot van VDS, hier op de foto medezaakvoerder Lander Debruyne. MOOIE REFERENTIES IN NICHE VAN FREESROBOTS Vijf jaar na de toevoeging van robotica aan de activiteiten, kan het West-Vlaamse bedrijf al heel wat mooie referenties voorleggen in de nichemarkt van de freesrobots. Enkele voorbeelden: een bedrijf dat isolatiestukken voor treinen produceert en dankzij een freesrobot zijn productie kon terughalen uit China; een bedrijf uit de orthopedische sector dat de robots van VDS inzet bij de productie van prothesen; en een Nederlands bedrijf dat vensters voor caravans produceert. In plaats van de grote vijfassige bewerkingsmachines die ze daar vroeger voor inzetten, hebben ze nu een freesrobot van VDS staan, die veel minder plaats inneemt. Het aanpassen van de robots aan de vereisten van het frezen vergt een specifieke benadering en daar heeft VDS zijn specialiteit van gemaakt. OP HET PODIUM VAN TOMORROWLAND Lander Debruyne heeft een mooi voorbeeld van deze benadering: ‘Onlangs ontwikkelden we een robot die maatwerk in piepschuim freest voor onze klant Twinplast. Dat bedrijf ontwerpt allerlei klantspecifieke bekistingen en speciale decorattributen uit piepschuim en polyurethaan. Onder andere decoratiestukken voor Plopsaland en delen van het podium van Tomorrowland zijn van de hand van Twinplast, maar ook bij de restauratie van de Antwerpse kathedraal werden mallen van dat bedrijf ingezet.’
CASE STUDY VDS
Twinplast, de klant van VDS, zet de robot onder meer in voor het frezen van decorstukken.
aanbieden aan de klant: het CAM-pakket, de benodigde postprocessor, de simulatie van de robot met externe assen, … Door deze manier van werken is de klant ook zeker dat alles volledig compatibel is met elkaar.’ TRACK VOOR UITBREIDING ACTIERADIUS. ‘Naast de aangepaste sturing diende ook het werkingsgebied van de robot groter gemaakt te worden, want de actieradius van de robot was onvoldoende groot om de omvang van de grootste stukken te behandelen.’
EIGEN STURINGEN VOOR FREESTOEPASSINGEN ‘Twinplast kwam naar ons toe met de vraag om een freesrobot te ontwikkelen waar hun meest complexe decorstukken en mallen mee gemaakt kunnen worden. Een voorbeeld van een toepassing van die machine is het hoofd van een figuur met een meter doorsnede, waar de freeskop langs alle kanten moet aankunnen. Dat vereist niet enkel een uitgebreide actieradius, ook de sturing moet aangepast worden aan de complexiteit van de vereiste freesbewegingen.’ ‘Om al die freesbewegingen nauwkeurig te laten verlopen moet alles synchroon bewegen. Hiervoor gebruiken we een PLC van B&R. Die PLC kan gemakkelijk hele grote freesbestanden aan, stuurt de motor van de track aan en stuurt ook de robot aan via Unival drive: elke 2 ms stuurt de controller, die alle berekeningen uitvoert, een nieuwe ‘joint position’ naar de robot. Doordat we werken met Unival Drive worden de motoren nog altijd beveiligd (maximum acceleratie, limieten, …) door de Stäubli controller.’ ‘Om die robots te laten frezen, heb je een CAM-pakket nodig als ‘tussenlaag.’ Doordat wij het CAM-pakket ‘SprutCAM’ verdelen kunnen wij een totaalpakket
‘VDS: Klaar voor verhuis naar nieuwe locatie in Menen’ Frank Verdonck richtte VDS (Verdonck Development & Systems) 25 jaar geleden op. Aanvankelijk bestonden de activiteiten voornamelijk uit machinebouw en automatisering. Elf jaar geleden kwam medezaakvoerder Lander Debruyne na het afstuderen in de zaak. Op zijn initiatief werd ook de roboticaweg opgegaan, met een specialisatie in freesrobots. In tegenstelling tot veel
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
VDS zocht hiervoor een oplossing en vond die via een robottrack van Vansichen Lineairtechniek. Maxime Vansichen, bedrijfsleider van het gelijknamige bedrijf, licht toe: ‘Wij produceren al sinds de jaren negentig tracks voor robots. Die zijn zo ontwikkeld dat de klant de robotcapaciteiten voor de volle 100 procent kan benutten, ook tijdens het bewegen. In dit geval ging het om een track van 6 meter, maar we kunnen deze tracks in één stuk aanbieden tot 12 meter lengte. Onze track is ook zeer stijf gebouwd.’ Lander Debruyne: ‘We hebben het geheel uitgebreid getest met een Leica meetsysteem. We hebben de robot uitgelijnd op de grond, hem in de verste stand gezet en een hoogte-afwijking van 0,2 mm gemeten over de volledige afstand van 6 meter. De samenwerking verliep eigenlijk zeer vlot. Wij gaven Vansichen het merk en type robot en de afstand die deze moet afleggen. Daarmee kunnen ze aan de slag. Het is dus een prima voorbeeld van hoe meerdere partijen via samenwerking innovatiekracht ontwikkelen: vertrekkende vanuit de robot van Staübli, passen wij de sturing aan met een PLC, terwijl Vansichen de track levert. Het eindresultaat: een tevreden klant.’ www.staubli.be www.vansichen.be
vergelijkbare bedrijven, heeft VDS zijn hoofdkwartier niet in de buurt van één van de economische hubs van ons land maar in een uithoek van het verre West-Vlaanderen, tegen de Franse grens. Frank Verdonck: ‘Onze locatie hier zit wat op zijn limieten wat ruimte betreft. In deze regio vinden we ook heel moeilijk personeel. Mensen die technisch geschoold zijn, mogen zich altijd melden. Daarnaast is er ook de uitdaging van de fysieke afstand tot de meeste van onze klanten en leveranciers.’ ‘Daarom verhuist het bedrijf naar een nog te bouwen locatie in Menen. Ook om onze klanten te
ontvangen geeft het nieuw gebouw toch een zekere uitstraling. Ook hopen we daar wel het nodige extra personeel te vinden. In Zuid-West Vlaanderen is die vijver groter dan hier. Maar er zijn ook meer vissers’, besluit Verdonck met een kwinkslag. Naast de freesrobots en automatiseringsprojecten in CNC is VDS ook de verdeler van SprutCAM, een CAMsoftwarepakket voor freeswerken waarvoor het bedrijf de verdeling van België en Frankrijk doet. www.cncsolutions.be
17
AMS VEROVERT DE WERELD MET ROBOMOULD Het Limburgse AMS schrijft een mooi succesverhaal door het gericht inzetten van robotica. AMS werkt op een boogscheut van de oude Fordfabrieken naarstig aan innoverende technieken in het rotatiegieten. Met hun zelf ontwikkelde concept om die techniek temperatuurgestuurd toe te passen, veroveren ze de wereld. Automation Magazine had een gesprek met Johan Potargent, medezaakvoerder van het bedrijf en een man met een missie.
AMS paste het rotatiegieten aan zodat een hoogwaardig multilayerproduct wordt verkregen. Dat ‘wereld veroveren’ mag u gerust letterlijk opnemen, want op het moment dat dit artikel tot stand kwam, was de zaakvoerder net terug uit India en in de hoofdzetel werd alles in gereedheid gebracht om Amerikaans bezoek uit Missouri te ontvangen. Er staan projecten op stapel in Australië en Nieuw Zeeland en een twintigtal werknemers van het bedrijf waren net uitgestuurd naar Mercedes Benz in Berlijn om daar een project te finaliseren. OVER SFEERVERLICHTING, BENZINETANKS EN RAKETWERPERS Van onderdelen voor maaidorsers tot design verlichtingsarmaturen, van militaire verpakkingen voor raketten tot trendy eyecatchers voor de horeca. De Robomould robots van AMS kunnen het allemaal. Het recept? Een hoogtechnologische vorm van rotatiegieten. Die basistechniek is an sich niet nieuw: een hoeveelheid grondstof in een mal gebracht. Die mal wordt in het traditionele proces opgewarmd in een oven tot de smelttemperatuur van de grondstof bereikt wordt. Ondertussen wordt de mal voortdurend geroteerd op de verticale en horizontale as, zodat de ondertussen vloeibaar geworden grondstof over het volledige binnenoppervlak van de mal egaal wordt verspreid. Nadat de grondstof volledig is verdeeld in de mal, begint de afkoeling met lucht en/of water. Wat rest na de afkoelperiode is een kunststofstuk op maat. SPELEN MET TEMPERATUREN TIJDENS ROTATIEGIETPROCES Een degelijke techniek met bewezen merites, maar AMS ging nog enkele stappen verder. Medezaakvoerder Johan Potargent legt uit: ‘Aan de baseline hebben we 18
De robots vormen de basis van het concept, maar de sturing werd grondig aangepast. De nauwgezette opvolging van het opwarm- en afkoelproces laten toe om de sterkte van het eindproduct te verbeteren. niks veranderd. Er wordt nog altijd grondstof in een mal gebracht en die wordt nog steeds in een roterende beweging opgewarmd en afgekoeld. Maar we hebben het volledige proces op meerdere punten aangepast. Zo maken we gebruik van robots. Die hebben we voorzien van een aangepaste sturing met een Siemens PLC. Het merk van de robot maakt in feite weinig uit, het is vooral de ontwikkeling van de software die de sleutel is tot deze innovatie.’ ‘Met die software sturen we namelijk de mal aan. Die mal is ook al geen doodgewone mal, maar een zelfontwikkelde mal die voorzien is van meerdere opwarm- en afkoelkanalen. We werken dus niet met een oven zoals in het traditionele proces. Onze innovatie ligt er verder in dat we het opwarmen en afkoelen van zeer nabij kunnen opvolgen en in handen houden. Indien nodig kunnen we bijvoorbeeld in één cyclus drie specifieke opwarmshots geven, om vervolgens het afkoelproces volledig gecontroleerd te laten verlopen. Dat spelen met temperaturen is de basis van onze innovatie. Zo slagen we er ook in om een hoogkwalitatief multilayerproduct te ontwikkelen. Een eenvoudig voorbeeld is een benzinetank. De norm voor de permeabiliteit, die er is om geurhinder tegen te gaan, ligt op 1 gram per vierkante meter per dag. Met onze multilayertechniek slagen we er in om die terug te dringen tot 0. En zo kan ik tientallen voorbeelden aanhalen.’ STURING PAST ZICH AUTOMATISCH AAN MAL AAN AMS gebruikt SMC ventielen om de grijpers te activeren waarmee de mallen worden opgetild, alsook dient pneumatica hier om de trechters leeg te maken, voor
CASE STUDY AMS een lichte overdruk op de mallen en waterkoeling op de mallen. ‘Het omwisselen van een mal verloopt zeer eenvoudig. Elke mal is voorzien van een RFID tag met de nodige identificatiegegevens. Vanaf het moment dat er een nieuwe mal wordt opgezet, detecteert de RFID reader op de robot dit. Daarop zal onmiddellijk en automatisch de juiste sturing in de PLC geladen worden. De gebruiker kan vervolgens alle procesfactoren aanpassen. Het aantal omwentelingen, de cyclustijd, het type koeling, … . Na afloop krijgt de gebruiker ook de grafiek van het proces, zodat hij nog eens kan zien hoe zijn product tot stand gekomen is.’ ‘We zouden in theorie een ander type machine kunnen gebruiken, maar robots zijn voor deze techniek de beste oplossing’, legt Johan Potargent uit. ‘Het automatisch wisselen van een mal, onze multilayertechnologie, automatische materiaalinvoer: dat zou moeilijker liggen bij een traditionele machine. De robotfabrikanten produceren tienduizenden robots per jaar. We maken graag gebruik van hun jarenlang opgebouwde kennis. De MTBF (Mean Time Between Failures) is ook zeer groot. Wel hebben we de sturing aangevuld. De originele robotbesturing zit er nog op, maar enkel voor de standaardfuncties. In combinatie met onze eigen sturing, krijg je dan het uiteindelijke concept, dat we Robomould doopten.’ INFORMATIE VOOR KLANTEN RAADPLEEGBAAR IN DE CLOUD ‘Er zit ook monitoring in onze robots. De opwarm/ afkoelcurve is zeer belangrijk. Om een perfecte en continue kwaliteit van de opwarming te hebben moet die curve compleet hetzelfde zijn voor elk geproduceerd stuk. We controleren hierbij meerdere factoren. Bij de temperatuurmeting in de mal zal het poeder door de rotatie telkens de temperatuursensor bedekken. Daar kunnen dus pieken verwacht worden, die pas verdwijnen als de grondstof vloeibaar wordt.’ ‘Waar we daarentegen geen pieken mogen hebben, is bij de maltemperatuur want die moet constant verlopen. Die piekcontrole is een eerste factor die we voortdurend bijhouden. Een tweede factor is de PIAT controle. Dat staat voor Peak Internal Air Temperature, het omslagpunt waarop de grondstof weer begint af te koelen. Die temperatuur moet altijd dezelfde zijn, anders
De mallen worden via RFID herkend, waarna automatisch de juiste sturing in de PLC wordt geladen. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
kunnen de afmetingen van het stuk schommelen. Een derde factor is het afkoelingsproces. Ook dat proces moet verlopen volgens dezelfde curve.’ ‘Van al deze factoren volgen wij de curves op voor onze klanten. We plaatsen ze ook in de cloud, zodat ze dit ook kunnen zelf kunnen raadplegen. Maar we zijn nog op zoek naar uitbreiding van deze functionaliteit. De bedoeling is om onze klant een zeer gedetailleerd overzicht te geven van het tijdsgebruik van zijn installatie: hoe lang heeft de machine stilgestaan? Welke tijd heeft de mal nodig om op te vullen? Hoeveel tijd is nodig om de mal te sluiten? Als we al die gegevens kunnen opvolgen over de tijd, dan kunnen we onze klanten volledig ontzorgen. Zo evolueren we stilaan van machineleverancier naar ‘zekerheidsleverancier.’ We kunnen hem helpen om zijn targets te behalen.’ PRINCIPE VAN CORE BUSINESS OOK TOEGEPAST OP LEVERANCIERS AMS zorgt er dus voor dat alle klanten zich kunnen richten op hun core business: het verkopen van de rotatiegegoten onderdelen, zonder dat ze zich moeten zorgen maken over de techniek. Diezelfde instelling verwacht AMS ook van de eigen leveranciers. Johan Potargent: ‘Onze eisen aan leveranciers zijn heel duidelijk: singlesource, wereldwijd en kant-en-klaar. De pneumatica is hier een goed voorbeeld van. Hier werken we met SMC Pneumatics. We zitten samen met hun engineering, zij bouwen de kast en leveren die kanten-klaar aan. Ze weten wat er verwacht wordt van de perslucht en welke functies er nodig zijn.’ ‘Wijzelf hebben niet de kennis van pneumatica, powersturing en robothardware in huis zoals onze leveranciers die hebben. Bedrijven als Fanuc en Kuka produceren tienduizenden robots per jaar. We maken graag gebruik van hun toepassingsmogelijkheden en hun functies, maar we voelen niet de nood om daar kennis in op te bouwen. Wij zijn eigenlijk een softwareontwikkelaar, voor de achterliggende technieken hebben we betrouwbare partners nodig die een totaaloplossing leveren. Dit soort clustervorming zal trouwens meer en meer nodig worden. De techniciteit van machines zal niet toelaten dat er om de haverklap gewisseld wordt van leverancier.’ www.ams-innovation.com - www.smcpneumatics.be
Met de multilayertechniek kunnen veel sterkere onderdelen vervaardigd worden, zoals deze benzinetank. 19
SLIMME AUTOMATISERING DOOR VEEL DATA Kent u Forpheus, de tafeltennisrobot van Omron? Hij staat symbool voor de 3-i-filosofie die het bedrijf hanteert voor machines: integrated, interactive, intelligent (geïntegreerd, interactief, intelligent). Hoe kan een machine als Forpheus een sport beoefenen? Welnu, Forpheus combineert diverse technologieën en kan interactie aan met mensen, maar data is het fundamentele element om een machine ‘slimmer’ te maken.
Slimme machines – die data kunnen analyseren – kunnen hun gedrag optimaliseren voor elke situatie, omdat ze ‘weten’ hoe ze normaal gesproken behoren te werken. Ze bewaken hun eigen prestaties en zorgen dat ze aan de verwachtingen voldoen. Als een defect of afwijking van het standaardpatroon optreedt, dan meldt de machine het probleem aan het hele systeem en compenseert hij het probleem, indien mogelijk, door zijn werking aan te passen. Vanuit het systeem bekeken moeten de wijzigingen in de hele lijn op elkaar zijn afgestemd, om de machines consistent te laten samenwerken.
‘Slimme machines kunnen worden gebruikt om mensen te trainen.’
AUTOMATISERING VOOR ECHT SLIMME FABRIEKEN De complexiteit van de data is een van de factoren die het overgaan naar een slimme fabriek een grote uitdaging maakt. Daarom implementeert Omron deze slimmere systemen in zijn eigen processen: zo kan het bedrijf ‘best practices’ ontwikkelen. Voortbouwend op dataverzameling en -analyse, kan slimme automatisering worden uitgebreid naar het gebied van de interactie tussen mens en machine. We gaan even terug naar Forpheus, de aankomend pingpongkampioen van Omron. Forpheus kan de beweging van zijn tegenstander aan de andere kant van de 20
tafel observeren en hij heeft camera’s die de bewegingen van de bal vastleggen. Door de data van de sensoren te analyseren, kan hij snel en precies de beweging berekenen en anticiperen op hoe de tegenstander de bal zal raken en welk traject de bal zal afleggen. Vervolgens beweegt Forpheus zijn tafeltennisbatje om de bal te onderscheppen en terug over de tafel te slaan. Het moeilijk of gemakkelijk terugspelen van de bal geeft een idee hoe deze slimme machine voor algemeen nut kan worden gebruikt. Doordat Forpheus kan beoordelen hoe zijn tegenstander speelt, kan hij het niveau van zijn tegenstander bepalen. Door vervolgens zijn eigen niveau aan te passen, kan hij het beste uit zijn tegenstander halen. Als hij op een iets hoger niveau speelt, is het een uitdagend potje voor de tegenstander, zonder dat die gefrustreerd raakt. Slimme machines kunnen dus ook worden gebruikt om mensen te trainen. ON-THE-JOB TRAINING Dit trainingsaspect kan voor allerlei machinetoepassingen worden gebruikt en is ideaal voor de productiesector. Slimme robots kunnen het expertiseniveau van een operator beoordelen wanneer die samenwerkt met de robots zelf of met de systemen die door de robots worden ondersteund. Bijvoorbeeld bij zwaar tillen, waarbij de robot het gewicht van het voorwerp draagt, maar de operator nauwkeurig de plaatsing bepaalt. In dit geval gebruikt de robot zijn inschatting van de vaardigheden van de operators om hen te trainen of hun taak gemakkelijker te maken door hen te begeleiden. www.industrial.omron.be
DOSSIER
HUUR EEN ROBOT ALS GASTHEER In zijn Slightly Overdone Studio in Mechelen maakt Jan De Coster robots. Hij onderzoekt de grenzen van de Human-Robot interactie. Jan De Coster maakt ook interactieve, mechanische installaties, is een veel gevraagd spreker en geeft les in robotica. Jan De Coster is de robot designer en ‘vader’ – samen imec, VUB en Robovision uit Gent – van ‘baby Geert’, de eerste artificieel intelligente cobot bij Audi Brussels. De cobot kreeg van Jan een gezicht zodat de ‘collega’s’ die met hem werken – oorspronkelijk had Jan zijn creatie ‘Walt’ genoemd – sociaal en psychologisch een band kunnen opbouwen. Het woord robot werd voor het eerst gebruikt door de Tsjechische schrijver Karel Čapek en is afgeleid van het Tsjechische woord robota, dat ‘werk’ of ‘verplichte arbeid’ betekent. Dat een robot vaak een menselijke gestalte heeft, met centraal een ‘hoofd’ is volgens Jan De Coster niet onlogisch. ‘De mens is een sociaal wezen. Wanneer wij praten staat het gezicht centraal in onze communicatie, en dit los van de woorden en de inhoud.’ Sinds 2012 focust Jan De Coster zich op robots en hun plaats in onze samenleving. ‘Ik bouwde mechanische
installaties voor reclamedoeleinden en culturele projecten, en aan de andere kant deed ik aan character design voor games en animatiefilmpjes. Toen kwam de klik en realiseerde ik me dat dit mijn niche was.’ Jan werkt nu aan een opvolger van zijn robot Steve, die hij destijds voor Kinepolis ontwierp en aan de filmgroep verkocht. Ze gebruiken hem tijdens recepties. ‘Steve is te huur als de perfecte gastheer op feesten. Dit in tegenstelling tot servicerobots zoals de onvermijdelijke Pepper. Die is 1,20 meter groot en op een receptie loop je ze omver. En als je aan de makers vraagt waarom deze robots zo klein zijn, krijg je als antwoord: ‘om de mensen geen schrik aan te jagen.’ Een grote robot kan intimiderend zijn. Zoals op de YouTube filmpjes met de vechtrobots van DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency) van het Amerikaanse leger. ‘Daar krijg je echt schrik van. Mijn projecten willen hier echter een tegengewicht brengen, want een ontmoeting met een robot moet een zo tof mogelijke ervaring zijn’, besluit Jan De Coster. www.jandecoster.com
‘MIJN ROBOTS MOETEN KARAKTER HEBBEN’ Bruno Verschelden uit Kalmthout is de robot designer achter de website Earthrobots.com. Hij verzamelt op vlooienmarkten en bij opkopers van oud ijzer technisch materiaal zodat zijn robots het levenslicht kunnen zien. Zo vervaardigde Bruno reeds een twintigtal mechanische vrienden. ‘Ik ben altijd al gefascineerd geweest door mechanische objecten’, vertelt Bruno Verschelden. ‘Films zoals Metropolis van Fritz Lang – met de eerste robot – en Hugo van Martin Scorsese spraken tot mijn verbeelding. Net zoals de mechanische pop ‘Automaton’, rond 1800 gemaakt door de Zwitserse uurwerkmaker Henri Maillardet, en het werk van Thomas Kuntz.’ ‘Mijn robots zijn wel eerder statische objecten. Het kan zijn dat ik er af en toe – als de robot er zich toe leent – een lichtje inbouw, maar bewegen doen ze niet.’ Bruno vindt het wel belangrijk dat zijn creaties een ‘ziel’ hebben. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
‘Elk van mijn robots moet een eigen karakter hebben. Ze zijn in feite gezelschapsrobots, dus ze moeten u uitnodigen om ertegen te praten.’ De robots krijgen dan ook een naam en een (geboorte)certficaat. ‘Ze zijn allemaal uniek en hun naam houdt meestal verband met de onderdelen waaruit ze zijn opgebouwd: H. Junior, Comet, Meta, Tycho, Tincan, Thermo, Reflecto, Glock, ...’ De prijzen variëren: van 200 tot 500 euro. ‘Afhankelijk van hoe groot ze zijn en hoeveel werk en materialen erin zitten. Meestal ben ik zo’n maand bezig met het ontwerp, het uitzoeken van de materialen en het assembleren van die onderdelen. Het moeilijkste moment is dan het afscheid, als ze de wijde wereld intrekken. Zo vertrokken mijn robots onder meer naar Duitsland, Nederland, Engeland, Italië en Amerika.’ www.earthrobots.com 21
INDUMATION NETWORK EVENT ONTVANGT 1.256 GENODIGDEN De derde editie van het Indumation Network Event (INE) was een schot in de roos met een record van 1.256 VIP-genodigden. Gespreksonderwerp tijdens het event: de lange levertijden, want alle fabrieken draaien op volle toeren. ‘Wie nu nog stock heeft, is een rijk man’, klinkt het. Donderdag 22 februari werd de Brabanthal in Leuven omgetoverd in vijf sfeervolle moodboxes met de lounges van 107 Benelux innovatie- en automatiseringspartners. De eerste INE trok destijds 787 gasten. Ook de tweede editie, in 2016, was met een opkomst van 1.086 VIP’s een succes. Uit die cijfers blijkt overigens dat bijna 20 procent van de uitgenodigde bezoekers eigenaar van het bedrijf is, en dat 24 procent CEO of managing director is. Organisator Karl D’haveloose van Invent Media maakte bekend dat de editie 2018 met 1.256 bezoekers een nieuw record neerzet. Mede-organisatoren Agoria en InduMotion tonen zich erg tevreden. Alain Wayenberg van Agoria: ‘Dit is hét netwerkevent van de toekomst. We hebben al veel positieve reacties ontvangen van de bezoekers, maar ook van de deelnemende partners.’ Hugues Maes, voorzitter van InduMotion beaamt: ‘De derde INE was wederom een schot in de roos: een uitstekende opkomst, een positieve, constructieve sfeer en een hoogstaande catering. Net als de Indumation beurs is INE meer en meer een vaste waarde aan het worden in de industriële automatisatiewereld!’ Centraal gesprekonderwerp tijdens het event: de lange(re) levertijden waardoor vaste klanten al eens durven gaan shoppen. Hier en daar wordt met reservatielijsten gewerkt. ‘Grote spelers kopen al in voor 2020’, weet Guy Vandam van LinMotion / LM Systems. ‘THK draait op een intake van 250 procent.’ De industrie steekt duidelijk een tandje bij. Paul Ribus van Fanuc vertelt dat ze in Japan momenteel 7.000 robots per maand produceren en dat dit eind dit jaar wordt opgetrokken naar 10.000 stuks. Bij andere Japanse bedrijven vraagt men aan het administratief personeel om één dag in de week mee te draaien in de productie. SEW-Eurodrive doet goede zaken en ook bij de Braziliaanse motorenspecialist WEG klinkt het dat ‘wie nu niet groeit, het nooit zal waarmaken.’ Gibas heeft op INE een AGV rondrijden en promoot de cobot. Dirk Reise: ‘We nemen onze cobots mee naar klanten om ze daar te demonstreren.’ Vlaanderen reageert conservatief, maar stilaan ziet men de meerwaarde. ‘Je kan natuurlijk de kat uit de boom kijken, tot je écht te laat bent.’ In de ‘Black Box’ heeft Syscom uit Bertem een lounge. Eigenaar Jan Staar legt uit dat zijn bedrijf als ERP22
INE 2018 specialist graag meewerkt aan Industrie 4.0 projecten. Van deze kleine speler naar een grote reus: Siemens en hun Industrie 4.0 ‘Digital Factory.’ Inmiddels hoeft de Duitse multinational geen ‘awareness’ meer te creëren rond de noodzaak van digitalisatie. ‘Die bewustwording is er nu volop. Bedrijven hebben tegenwoordig managers die verantwoordelijk zijn voor digitalisatieprojecten. Wij werken graag met hen een veilig digitalisatietraject op maat uit’, vertelt Thierry Van Eeckhout. Volgens Van Eeckhout begint veranderen bij begrijpen. ‘Siemens investeert in voldoende consultancy zodat transitieprojecten door experts worden begeleid. Er is immers een verschil tussen een technisch punt zoals de PLC begrijpen, en het hele proces van de klant begrijpen.’ Gert-Jan Stöver en John Timmers van pneumatiekfabrikant Aventics weten nu reeds dat ze opnieuw deelnemen aan de volgende INE-editie. Door de grote vraag zijn er volop opportuniteiten voor kleine spelers. Bij Schunk toont Denis Lebeau de Co-act Gripper JL1, een unieke intelligente grijper met human/ robot interactie, en die op Hannover Messe 2017 werd bekroond met de Hermes Award. De grijper communiceert met de operator en verliest het werkstuk nooit. Een sensorsysteem verifieert de nabijheid van de operator. Indien de grijper de operator raakt, wordt zijn kracht automatisch begrensd, zodat letsels worden vermeden. Bij Rockwell Automation draait Industrie 4.0 volop rond ‘The Connected Enterprise’, en dit met een drievoudige focus: people, process & technology. Patrick Blommaert vertelt over het project Scio, een IoT analytics platform, met een predictieve impact op het niveau van apparaten, machines en de hele fabriek. SMC Pneumatics demonstreert IO-link voor Industrie 4.0 toepassingen. Serge Casier: ‘Automatisering met onafhankelijke interfaces, zodat de gebruiker tijdens de werking diagnoses kan stellen en bedrijfsparameters kan wijzigen.’ Hans De Craemer van Turck Multiprox is een fier man omdat na de inlijving van het Finse Vilant – nu lid van de Turck-familie – hij aan klanten inzake RFID identificatieprocessen een 100 procent integratie en totaaloplossing kan leveren. ‘Voor eender welk proces. Wij hebben de RFID totaaloplossing – hardware én software – en dat is uniek op de markt.’ Het innovatieve Festo bracht de eerste pneumatische ‘BionicCobot’ ter wereld mee naar INE. Tom Van Loy laat zien hoe soepel en veilig deze ‘bionische arm’ werkt. ‘Iedereen die ermee werkt, moet hem kunnen programmeren. Door middel van visualisatiesoftware is het gebruik net zo simpel als onze smartphone’, aldus Van Loy. Met een Microsoft HoloLens toont Festo aan klanten diverse applicaties van hun revolutionaire Festo Motion Terminal. Voor de VIP-genodigden was INE 2018 duidelijk een bijzonder inspiratievol event. www.networkevent.be AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
23
FOCQUET HEEFT 16.000 MOTOREN OP VOORRAAD VOOR ONMIDDELLIJKE LEVERING
Bruno Focquet en Marc Dressen Focquet, nieuw lid bij InduMotion, is een familiebedrijf met 125 jaar knowhow in de industriële sector.
Focquet beschikt over het EN ISO 9001 kwaliteitscertificaat voor de fabricatie, herstelling, modificatie en verkoop van elektrische motoren en pompen.
De ‘SA Etablissements Charles Focquet & Cie NV’ werd in 1892 opgericht met als doel de aankoop, de verkoop en de verhuur van stoommachines, gasmachines en elektrische generatoren. In het begin waren de activiteiten toegespitst op België en Belgisch Kongo, maar ook op andere landen zoals Egypte.
VERHUIS VAN VILVOORDE NAAR GEMBLOERS Om de zakelijke partners nog beter te kunnen bedienen werd de exploitatiezetel in 2014 verplaatst naar Gembloers. De nieuwe site omvat een magazijn met een oppervlakte van 5.500 m², een werkplaats voor elektrische machines en pompen en burelen aangepast aan de huidige en toekomstige noden van een groeiend bedrijf.
Vanaf de jaren 1950 kwam de nadruk te liggen op de revisie van elektrische machines en verwierf de firma brede bekendheid in vele industriële sectoren voor haar grote voorraad aan gereviseerde occasiemachines. In 1996 werd gestart met de commercialisering van nieuwe wisselstroom- en sleepringmotoren onder de eigen merknaam EUROPEAN ELECTRIC COMPANY (2€C). Deze motoren worden voor 70 procent uitgevoerd naar andere Europese landen en zelfs tot buiten de Europese grenzen. Het productaanbod omvat inmiddels nieuwe gelijkstroommotoren, vermogenstransformatoren, generatoren, alternatoren, motorstarters, stroomaggregaten maar ook elektronische motorsturingen. De producten vinden hun afzet in de industrie, bij machinebouwers, wikkelaars en onderhoudsateliers, doorverkopers en studiebureaus. Een beperkter deel van de omzet wordt gerealiseerd door het servicecenter voor industriële pompen, dat ontstond uit de begin jaren 1990 opgerichte afdeling voor onderhoud en herstelling van Allweiler-pompen, waarvoor Focquet het ‘servicecenter’ werd voor heel België. Sinds 2013 verkoopt Focquet ook de pompen van het Portugese bedrijf EFAFLU. 24
Dit bevestigt de grootste troef van het bedrijf: een voorraad die toelaat snel in te spelen op de behoeften en snel te leveren aan de klanten. De ietwat ouderwetse benaming van de vennootschap ‘SA Etablissements Charles Focquet & Cie NV’ werd gewijzigd naar ‘SA Focquet NV.’ CEO Bruno Focquet: ‘Sinds de oprichting heeft Focquet altijd alles in het werk gesteld om een uitstekende en snelle dienstverlening aan te bieden. Een gepersonaliseerde benadering door ombouw en aanpassing van de machines aan de klantenwensen. Een totaaldienst, namelijk: verkoop-verhuur-ruil-herstellingterugkoop. 12 maanden garantie, zowel op nieuw als op gereviseerd materiaal. De competitiefste prijzen, zonder in te boeten aan kwaliteit. Aan dit doel werken we met een sterk team van 18 personen in België, 2 personen in Frankrijk en 2 in Duitsland.’ GEAUTOMATISEERDE VOORRAADHUISHOUDING Focquet dankt zijn succes aan de grote voorraad machines en zijn korte levertermijnen voor zowel nieuwe als herstelde machines. In de opslagplaats bevinden
NIEUW LID INDUMOTION
zich 16.000 nieuwe en 5.000 gereviseerde motoren, met kooianker of met sleepringen, in gietijzer en in aluminium, alsook enkele honderden transformatoren en autotransformatoren. Daardoor beschikt Focquet over één van de grootste voorraden in heel Europa. Maar er is een keerzijde en dat is de financiële kost van het geïmmobiliseerde kapitaal, de gecompliceerde en tijdrovende productlokalisatie en de opvolging van in- en uitgaande stock. ‘Hiervoor hebben we als remedie een perfecte ICT-oplossing ingevoerd op basis van individuele streepjescodering. Elke motor is eenduidig gelokaliseerd en kan onmiddellijk gevonden worden. Het product wordt over een wifi-verbinding opgevolgd tot bij de facturatie bij het verlaten van het magazijn’, aldus Marc Dressen, verkoops- en technisch directeur en bestuurder van Focquet sinds 2012.
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
‘Dit brengt een enorme kostenbesparing in de exploitatie met zich mee. Het opmaken van de inventaris, vroeger een titanenwerk, wordt nu kinderspel. Natuurlijk zijn onze korte levertermijnen een enorm concurrentieel voordeel ten opzichte van andere motoraanbieders. Ook zitten er nog andere projecten in de pipeline. Zo denken we aan de uitbouw van een klantendienst ter plaatse bij de klant, om samen beter te kunnen bepalen welke middelen en technieken geïmplementeerd moeten worden om de installaties te optimaliseren, maar ook om controles ter plaatse uit te voeren zoals uitbalancering, opsporing van technische gebreken, controle van de lagers, uitlijning via laser, thermografie enz …’ www.focquet.be
25
20 JAAR EUREGIO HYDRAULICS
DRIELANDENPUNT EN WEBSHOP GROTE TROEF VOOR EUREGIO HYDRAULICS
Euregio Hydraulics uit Eynatten blaast 20 kaarsjes uit. De hydraulicaspecialist investeerde destijds zwaar in een strategisch uitstekend gelegen uitvalsbasis en plukt daar nu de vruchten van. Ook de e-shop waarmee klanten snel worden beleverd, blijkt een schot in de roos. Euregio Hydraulics is invoerder en totaalleverancier van hydraulische componenten en toebehoren voor mobiel en industrieel gebruik. Met een voorraad van meer dan 16.000 artikelen en een magazijn van 4.500 vierkante meter, beschikt Euregio Hydraulics over een indrukwekkende stock met onderdelen voor alle toepassingen. ‘Euregio Hydraulics, heeft zich gespecialiseerd in de toelevering van allerhande hydraulische accessoires: van simpele aansluitingsonderdelen, ventielen en sturingen tot complexe hydraulische systemen’, vertelt Guy Wouters, verantwoordelijk voor Sales & Business Development. Euregio Hydraulics is gelegen in de gemeente Eynatten, nabij het drielandenpunt, tussen het Belgische Eupen en het Duitse Aken. Vanuit die locatie kan Euregio Hydraulics leveren aan een belangrijk deel van de Europese markt. Het bedrijf dankt zijn naam aan die plek, want België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Groothertogdom Luxemburg kunnen snel worden bediend. Euregio Hydraulics heeft ook nog een zusterbedrijf Sealtech, Europees marktleider op het gebied van hydraulische afdichtingen. Beide firma’s bundelen hun krachten op het gebied van logistiek en de bestellingen via de webshop. Voorraden, prijzen en documentatie kunnen online makkelijk worden geconsulteerd. ‘Onze webshop is reeds vijf jaar gelden opgestart. We zijn daar intensief mee bezig en elk jaar stijgt de online 26
omzet’, weet Guy Wouters. ‘Klanten zijn tevreden dat hun bestellingen nog de volgende dag worden geleverd. Overigens voeren wij ook ’s nachts spoedbestellingen uit.’ ‘Klanten kunnen bij ons terecht voor alle onderdelen van hydraulische systemen. Wij plaatsen die niet zelf en doen dus geen montage, maar voor de specialisten die deze systemen bouwen hebben wij alle componenten. Voorts leveren we op maat en kunnen de ruwe materialen – zoals bijvoorbeeld buizen en slangen – op instructie van de klant worden aangepast of op maat worden gezaagd. Het gebruiksgemak van de website is een belangrijk aandachtspunt. Guy Wouters: ‘Destijds verliep alles via vertegenwoordigers die bij klanten een bestelling noteerden, maar nu is snelheid cruciaal. Reparaties moeten vaak binnen 24 uur worden uitgevoerd. Wij hebben de onderdelen voor onze klanten allemaal op voorraad.’ Door een netwerk van goede leveranciers verzekert Euregio Hydraulics zich van een continuïteit aan kwaliteitsvolle producten. ‘Daar ligt onze focus: een goed product op maat van de klant en op tijd geleverd’, benadrukt Guy Wouters. De klanten van Euregio Hydraulics zijn éénmanszaken, KMO’s en grote machineconstructeurs of productiebedrijven in de industrie die bij machines onderdelen moeten vervangen. ‘De onderdelen voor hydraulische cilinders, slangen en koppelingen, zijn het populairst. We volgen de noden van onze klanten op de voet. Daarom zijn we permanent op zoek naar goede producten. Zo blijven we ook flexibel’, besluit Guy Wouters. www.eh-business.be - www.euregiohydraulics.be
NIEUW LID INDUMOTION
DRIE ELEMENTEN VOOR VERHOGING VAN EFFICIËNTIE BIJ RITTAL BELGIUM
De uitgebreide showroom van Rittal Belgium in Lokeren helpt klanten op weg naar een efficiëntere werkplaats. Ze ontdekken er hoe de verschillende stappen in het productieproces beter op elkaar afgestemd kunnen worden. ENGINEERING IN HET EPLAN TRAININGSLOKAAL In het trainingslokaal van EPLAN Software & Services worden tal van opleidingen en seminaries georganiseerd waarin de deelnemer kennismaakt met een ruim aanbod engineering oplossingen. Zo start het ontwerp van een schakelkast met het uitwerken van de schema’s via EPLAN Electric P8 en het opmaken in 3D van de bordlay-out met EPLAN Pro Panel. In deze fase van het proces is de Rittal Therm software essentieel voor berekening van de schakelkastklimatisatie. Het virtuele 3D model van de schakelkast wordt eveneens opgebouwd binnen Pro Panel. De machines van Rittal Automation Systems (RAS) worden van hieruit aangestuurd voor het knippen van kabelgoten en DINrails, alsook voor draadconfectionering. PERFECT OP ELKAAR AFGESTEMDE PRODUCTEN IN DE RITTAL INDUSTRIE SHOWROOM Van systeemkast of draagarmsysteem tot klimatisatie en stroomverdeling, in de showroom ziet men de aandachtspunten bij opbouw en toepassing ervan. Ook kan men er de efficiënte oplossingen uit het RAS gamma ontdekken. Hydraulische of elektrische ponsmachines bijvoorbeeld, voor het vereenvoudigen en versnellen van manuele taken. Maar ook tools zoals schroevendraaiers, denudeer- en kniptangen voor het voorbereiden van de bekabeling. RAS vult verder aan met halfautomaten voor knippen, denuderen en krimpen. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
De Assemblex montagetafel is dan weer een onmisbaar element voor een ergonomisch correcte houding tijdens het bekabelen en manipuleren van montageplaten en koelaggregaten en het overzichtelijk plaatsen van zijwanden, deuren en montageplaten. Probeer hem volledig gratis en vrijblijvend uit in uw eigen werkplaats! VOLAUTOMATISCHE BEWERKINGSMACHINE IN HET RITTAL MODIFICATION CENTER In de recent vernieuwde werkplaats, het Rittal Modification Center, vindt de synergie plaats tussen de EPLAN engineering en de RAS oplossingen. De engineering data worden eenvoudig geüpload in de splinternieuwe Perforex bewerkingsmachine. Op basis van deze data worden de platen voorzien van de juiste, correct gepositioneerde uitsnijdingen en getapte boringen. Tijdens deze bewerkingen zijn de ateliermedewerkers vrij om andere taken uit te voeren. De machine zorgt dus voor een verhoogde capaciteit, en voor een snellere, foutloze plaatbewerking. Bovendien is de Perforex 1007 ook geschikt voor het bewerken van AE-, KL- en KS kasten en van montageplaten, deuren of zijwanden. Wie zelf niet kan investeren in dergelijke machine doet dan ook een beroep op de specialisten in het Rittal Modification Center. Het is dé oplossing voor een snelle en accurate voorbereiding van behuizingen voor specifieke toepassingen. www.rittal.be
27
Maintenance Manager Danielle Lammens introduceert onderhoudsstrategie in conservatieve scheepvaartwereld
‘ALS INGENIEUR ZET JE EEN STAP IN DE WERELD VAN LEONARDO DA VINCI’
Danielle Lammens, Maintenance Manager Exmar
INTERVIEW DOOR JEAN-CHARLES VERWAEST l BEELD WIM KEMPENAERS
Danielle Lammens startte als procesingenieur bij het engineeringen constructiebedrijf Aker Kvaerner. Haar loopbaan illustreert haar nieuwsgierigheid en drang naar uitdagingen. Danielle was procesingenieur, planner en kostcontroller, project engineer (in loondienst, maar ook zelfstandig) en project manager. Ze werkte in België, maar ook in Nederland en India en werd bij oliegigant Shell als eerste vrouw wereldwijd Maintenance Supervisor.
Danielle Lammens was van kinds af aan geïnteresseerd in techniek. ‘Ik speelde als peuter eerder met autootjes en treintjes, samen met een vriendje, dan met een pop’, vertelt ze. ‘Mijn ouders zeiden dat ik eerder een jongen was dan een meisje, maar hielden me niet tegen. Gelukkig. In het middelbaar onderwijs waren voornamelijke wiskunde, fysica en chemie mijn lievelingsvakken. Het was mij snel duidelijk dat ik eerder de voorkeur gaf aan exacte vakken dan aan vakken zoals talen, waar ik duidelijk geen talent voor had.’ De technische vakken en nadien ook de ingenieursvakken hebben me altijd geboeid. Techniek geeft je als student de mogelijkheid om te ontdekken. Om te ontdekken hoe dingen werken, bijvoorbeeld hoe een motor werkt, hoe een pomp werkt, hoe bepaalde stoffen reageren, ... En daarbij heb je ook nog de mogelijkheid om dingen zelf uit te proberen tijdens labo’s en praktische lessen. Je zet met andere woorden een stap in de wereld van Leonardo Da Vinci. Je leert het ‘waarom’ van dingen begrijpen en het geeft je de mogelijkheid om zelf dingen te ontwerpen. Het leukste vond ik bijvoorbeeld zelf iets in mekaar lassen, een bepaald voorwerp te draaien, frezen en boren.’ ‘Ik heb inderdaad al een mooie loopbaan achter de rug. Afgestudeerd als industrieel ingenieur chemie – optie automatisatie – ben ik eerst gestart als procesingenieur bij een ingenieurskantoor met als hoofdactiviteit het design van chemische en petrochemische bedrijven. Ik heb toen wel snel begrepen dat de job van procesingenieur op zich voor mij te saai zou zijn. Vervolgens kreeg ik de mogelijkheid om als projectingenieur te fungeren voor kleinere projecten. In deze functie kom je in aanraking met allerlei andere disciplines, zoals instrumentatie, electriciteit, bouwkunde, piping en equipment design.’ AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
Vanaf dan ging het snel met de carrière van Danielle. ‘Ik heb de kans gekregen om een jaar in Mumbai, India, te gaan werken als resident ingenieur voor een groot project. Dit heeft me enorm veel bagage opgeleverd en was eigenlijk een wipplank voor mijn volgende job. Terug in Nederland, in het hoofdkantoor van het ingenieursbureau, werd ik engineering manager voor een opdracht bij Shell Moerdijk. Daar kon ik solliciteren als project manager bij Shell Chemie Nederland en later werd ik er Maintenance Manager voor een van de fabrieken bij Shell Moerdijk, waar ik een zeer leuke periode heb meegemaakt als people manager. Met meer dan 20 mensen onder mij, allemaal mannen, was dat niet altijd evident. Nadien ben ik in de privésector gestapt en terug aan het werk gegaan als procesingenieur. Ik heb altijd alle kansen gekregen. Als vrouw moet je u net iets meer bewijzen dan een man. Maar eenmaal je het vertrouwen hebt verdiend, dan krijg je alle mogelijkheden en veel respect.’ TECHNIEK IS VANDAAG BLIJKBAAR NIET SEXY GENOEG Dat zo weinig meisjes voor technisch-wetenschappelijke richtingen kiezen, daar zijn volgens Danielle Lammens verschillende redenen voor. ‘Maatschappelijk is het een gegeven – zowel voor vrouwen als voor mannen – dat onze jongeren minder voor techniek kiezen. Blijkbaar is vandaag de dag techniek niet sexy genoeg. Dus ik denk dat er meer moet worden gewerkt aan het ‘destigmatiseren’ van techniek. Meestal hangt aan techniek een beeld van handenarbeid vast: metser, electricien, automekanieker, loodgieter, enz ... Men beschouwt deze jobs als minderwaardig, wat zeker niet het geval is. Men vergeet dat techniek veel meer is dan al deze praktische toepassingen.’ 29
‘Er is echt een gedragsverandering nodig. Ouders moeten stoppen met hun kinderen in een rolmodel te duwen. Zolang meisjes opgevoed worden met het idee dat techniek enkel iets is voor jongens, zal de situatie er niet op verbeteren. Het onderwijs zou nog veel meer aandacht moeten hebben voor techniek en dit vanaf de kleuterschool. Ook daar wordt het rolmodel enorm benadrukt. In de lagere school zou techniek ook vlugger aan bod moeten komen en niet pas vanaf 10 jaar.’
U bent ook zelfstandig procesingenieur geweest. Zorgde dit voor veel afwisseling in het genre opdrachten? ‘Persoonlijk ervaar ik het werken als procesingenieur saai. Ik heb het daarom ook niet lang volgehouden in het begin van mijn carrière. Je moet al echt een techneut zijn in hart en nieren, om elke dag opnieuw berekeningen uit te voeren, tekeningen aan te passen, HAZOP’s (Hazard & Operability Analysis) uitvoeren, enz ... Het werk is algemeen wel zeer repetitief.’
Danielle Lammens werkte een jaar in India en heeft tijdens die periode tien jaar ervaring opgedaan. ‘Bij manier van spreken’, verduidelijkt ze. ‘Wat ik vooral heb geleerd in India is de omgang met verschillen in cultuur en godsdienst. Ik stuurde meer dan 70 Indiërs aan, die voor ons hoofdkantoor in Nederland werkten. Ik was de verbindingspersoon tussen het team in het hoofdkantoor en ons team in Mumbai. Buiten het uurverschil waardoor communicatie slechts mogelijk was binnen een bepaald slot van de dag, was het verschil in de manier van communiceren een grote struikelblok. Na een maandje de realiteit onder ogen te hebben gezien, wist ik wel hoe hiermee om te gaan. Uiteindelijk was het een boeiende tijd, heb ik veel vrienden gemaakt en ook veel plezier beleefd, na de uren, samen met hen en hun familie.’ ‘Wat mij in tegenstelling tot bij ons wel opviel was dat in India veel meer vrouwen in techniek werken. Zowel op de universiteit als in het bedrijfsleven is er wat dat betreft totaal geen verschil tussen man of vrouw. Dat is voor hen heel normaal. Anderzijds zijn er minder vrouwen actief in hogere functies. Ze krijgen niet snel de kansen om hogerop te geraken, daar zie je wel een duidelijke discriminatie tussen man en vrouw.’
‘Toen ik voor op zelfstandige basis werkte als procesingenieur bestond het werk niet alleen uit procesberekeningen, maar ook uit het volledig ontwerpen van het systeem, het opvolgen van het project, de opvolging van de productie en tenslotte ook de installatie van het systeem. Dus inhoudelijk veel interessanter.’
30
VAN BREAKDOWN RESPONS NAAR PREVENTIEF GERICHT ONDERHOUD Sedert 2014 is Danielle Lammens in dienst van Exmar. Ze is er Maintenance Excellence Manager bij Exmar Shipmanagement. Danielle is er verantwoordelijk voor het uitdenken en implementeren van een onderhoudsfilosofie en –strategie voor de hele tankervloot en nieuwbouwprojecten. ‘Geen gemakkelijke opdracht aangezien de rederijsector redelijk conservatief is en geen specifieke voeling met maintenance heeft. Scheepvaart is een heel andere wereld dan de petrochemie! Er zijn hier dus nog vele uitdagingen.’ ‘Tot op vandaag bestaat onderhoud op de schepen uit het uitvoeren van alle taken zoals voorgeschreven door de fabrikanten of taken opgelegd door de classificatiebureau’s. Daar op een varend schip dit
in de meeste gevallen geen probleem is om deze taken uit te voeren, is hier niets veranderd aan de onderhoudsstrategie. Maar door een nieuw businessmodel zijn we beperkt in tijd om alle taken uit te voeren. Mijn allergrootste uitdaging is om zowel de mensen van de technische dienst als de bemanning aan boord ervan te overtuigen van het belang van een onderhoudsstrategie en hen te motiveren mee te werken aan een onderhoudsverbeteringsproject.’ ‘Voor wat de bestaande vloot betreft is de grootste uitdaging om de correctieve trend (ingrijpen bij een breakdown) te doen keren naar een meer preventief gericht onderhoud. Om het huidige onderhoudsplan volledig te herzien en te optimaliseren door middel van verschillende methodes, zoals RCM (Reliability Centered Maintenance, FMEA (Failure Mode Effects Analysis) en RBI (Risk Based Inspection). Dit allemaal in samenspraak met de bemanning en rekening houdend met het specifieke karakter van de scheepvaart.’ ‘Voor wat de nieuwbouwprojecten betreft, is mijn grootste uitdaging om alle betrokken partijen ervan te overtuigen dat investeren in duurzame en betrouwbare productie-eenheden loont, daar deze tevens een positief effect zullen hebben op hun economische waarde over de hele levensduur. Dit in tegenstelling tot een optimalisatie via het onderhoudsplan, welke slechts tot een gering resultaat leidt.’ EEN GROTE IMPACT VAN DE DIGITALISATIE Danielle Lammens ziet hier in de toekomst een grote impact van de digitalisatie. ‘Onze volgende stap is een data gedreven onderhoudsstrategie om zo de juiste beslissingen te kunnen nemen inzake het onderhoud. Exmar heeft momenteel een project opgestart om ook operationele data te versturen en te analyseren op de LPG vloot. We hebben daar de eerste positieve resultaten van ontvangen. Deze operationele data zal ons vervolgens ook helpen bij Root Cause Analyse, of beter bij het achterhalen van de oorzaak van storingen.’
bent vrouw en je hebt weinig tot geen ervaring. Genoeg argumenten om commentaar te geven. (lacht) Maar door adequaat op typisch mannelijke praat te reageren, gaat dit snel over.’ ‘Hou in het achterhoofd dat vrouwen op sommige vlakken beter scoren dan mannen, bijvoorbeeld als people manager. Blijkbaar kan een vrouw in vele gevallen meer empathisch denken dan een man. Empathie en de mogelijkheid om het hele plaatje te zien, is typisch iets vrouwelijks.’ ‘Als ingenieur kan je nog alle richtingen uit, onafhankelijk welke discipline je gevolgd hebt tijdens je studies. Als ik naar me zelf kijk, dan ben ik afgestudeerd als ingenieur chemie en uiteindelijk tewerkgesteld als maintenance manager, wat eerder hoort tot de richting elektromechanica. Als ingenieur kan je zowel een zuiver technische functie bekleden als een zeer commerciële functie. Je kan gaan werken in een multinational, een middelgroot bedrijf of KMO ... Je kan werken in de research, bij een ingenieurskantoor of in de industrie.’ ‘Zelf zou ik de voorkeur geven aan een multinational, daar heb je heel veel doorgroeimogelijkheden en kan je verschillende functies bekleden. Onderscheid tussen man en vrouw wordt niet gemaakt bij solicitatie, op de werkvloer en ook niet bij verloning. Het belangrijkste is dat je je werk graag doet en dat je elke dag met plezier naar je werk gaat!’ www.exmar.be
‘Exmar heeft tevens als doel om met alle verzamelde historische data (zowel operationeel als machinespecifieke data) mogelijke storingen te voorspellen en de levensduur van de desbetreffende machine te bepalen. Exmar wenst te evolueren naar een meer predictive onderhoudstrategie en life cycle management. Men spreekt vandaag over autonoom varen (te vergelijken met de auto). Dit houdt in dat een schip van op afstand zal worden geopereerd en onderhouden waarvoor digitalisatie noodzakelijk is. De eerste resultaten worden al verwacht in 2020.’ Welke raad zou u geven aan meisjes die ingenieur willen worden? Danielle Lammens: ‘Schrik niet wanneer je de eerste dag op de universiteit op de banken zit en je ziet dat je de enige vrouw ben tussen een hele boel mannelijke studenten. Het idee op zich went wel. Ook bij de start van je carrière zal je geconfronteerd worden met scherpe uitlatingen van je mannelijke collega’s. Je bent jong, je AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
31
Zeer flexibel, super compact
U wilt eenvoudig en precies positioneren? U zoekt snelle en willekeurig configureerbare bewegingen in 2D? Wij hebben uw ready-to-install oplossing.
Nog compacter? Onmogelijk! De H-gantry EXCM maakt maximaal gebruik van zijn inbouwmaten. Het assenstel en de geĂŻntegreerde, vaste motoren houden het werkvlak maximaal, en beperken de bewegende massa tot een minimum. Ethernet of CANopen verzekeren snelle en vlotte communicatie. Dit standaardsysteem met dubbele controller is perfect gemaakt voor desktop toepassingen.
www.festo.com/excm
CASE STUDY FESTO /NUCOMAT
SPECIALIST NUCOMAT DOET BEROEP OP KWALITEIT VAN FESTO VOOR ONTWIKKELING VAN AUTOMATISERING SYSTEMEN De machine in beeld: centraal de decapper met links daarvan de afvuller. Linksboven de robot.
Nucomat uit Lokeren ontwikkelt op maat gemaakte automatisering systemen voor kwaliteitsanalyse labo’s. Hun automatiseringsoplossingen worden wereldwijd ingezet in zeer diverse takken van de samenleving. Vooral repetitieve, gevaarlijke of eentonige taken worden zo uit handen van laboranten genomen, zodat ze zich op meer uitdagende taken kunnen richten. De vaak moeilijke omstandigheden en agressieve stoffen waarmee de machines geconfronteerd worden, zetten de leveranciers van de ingezette componenten voor enkele stevige uitdagingen. GEAUTOMATISEERDE LABO’S IN DE LIFT Johan Paul is COO bij Nucomat en licht de activiteiten toe: ‘We werken voornamelijk automatiseringsprojecten uit voor labotoepassingen uit sectoren zoals de mijnbouw, petrochemie en health & consumer products. De beschikbaarheid, traceerbaarheid en nauwkeurigheid van geautomatiseerde installaties is zeer groot, wat ze steeds populairder maakt. We zitten dus in een groeiende markt, maar wel een heel specifieke. De toepassingen van onze klanten zijn dikwijls uniek, waardoor we vaak maar één stuk moeten bouwen van een machine. Serieproductie is hier niet vaak aan de orde, je zal hier vruchteloos zoeken naar een catalogus. Voor ons zijn series vanaf 10 stuks al groot. Veelal zijn het unieke machines of gaat het om hooguit 2 à 3 stuks. Wat we wel ervaren is dat we de expertise die we opbouwen in bepaalde modules van machines, ook kunnen inzetten bij totaal andere projecten.’ AGRESSIEVE OMSTANDIGHEDEN VEREISEN DUURZAME COMPONENTEN ‘We beginnen met een conceptontwerp op basis van de wensen van de klant. Die eisen kunnen zeer uitdagend zijn, want onze installaties komen frequent in aanraking met agressieve stoffen en werken vaak onder moeilijke omstandigheden. Het is al voorgevallen dat bepaalde componenten na een aantal weken de geest gaven, puur AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
Conditionering: het geheel wordt stofvrij en op een temperatuur van 4°C gehouden.
omdat ze niet geschikt waren voor de extreme invloeden. Maar wij beloven onze klanten wel dat hun installatie minstens 10 jaar zal meegaan. Ook de leverancier moet dus garanderen dat zijn componenten in een bepaalde applicatie die periode kunnen overbruggen. Er moet gedurende die 10 jaar altijd ofwel een 1-op 1 vervanging, ofwel een valabel vervangend alternatief voorhanden zijn.’ VEEL OP MAAT GEMAAKTE ONDERDELEN ‘Heel veel componenten zijn standaarduitvoeringen, maar het gebeurt vaak dat we op maat gemaakte onderdelen laten ontwikkelen. Onze PLC’s bijvoorbeeld zijn niet van een bekende aanbieder, we maken gebruik van microcontrollers. Ook onze software schrijven we zelf. Onze relaties met leveranciers gaan dan ook veel verder dan puur het aankopen van componenten. Ik spreek liever over een partnership. Er is heel veel interactie tussen ons, de klant en de leverancier. Een ander belangrijk aspect van onze bedrijfsvoering is de internationaliteit. Vandaag maken we een machine voor Portugal, morgen beginnen we aan een project voor Amerika en overmorgen belt misschien een Chileense klant voor een wisselstuk. Die internationaliteit heeft ook repercussies op onze leverancierskeuze. Werken met een internationale speler heeft het voordeel dat wisselstukken wereldwijd snel beschikbaar zijn.’ GEAUTOMATISEERD AFVULLEN EN ETIKETTEREN Bij ons bezoek aan Nucomat stond er net een afgewerkte machine klaar voor vertrek. Reindert De Beule is project manager bij Nucomat en vertelt: ‘Dit is een prima voorbeeld van hoe we een project aanpakken. Deze klant wilde een afvul- en etiketteermachine voor kleine capsules, met zekere verwerkingsvereisten naar stof en temperatuur toe. We vertrokken van het vloeibaar product en capsules in bulkverpakking die in de machine toekomen. Via trilfeeders worden de capsules op één lijn gebracht en zo naar boven gehaald met een Festo slide. Dan wordt er een eerste label rond de capsule gekleefd. In een tweede stap wordt een tweede label op 33
De decapper draait het dopje van de capsule.
het schroefdopje van de capsule aangebracht. De robot haalt vervolgens de tubes op om ze naar de decapper te brengen. Die laatste haalt het schroefdopje van de capsule, waarna de robot het naar de dispenser brengt. Daar wordt het eerst in een stabiele toestand op een balans gebracht om de nauwkeurigheid te garanderen tijdens het afvullen. Na het wegen wordt het schroefdopje teruggeplaatst. Het volledige systeem zit in een laminaire flow, zodat een volledig stofvrije werking gegarandeerd wordt. Dat was een specifieke vraag van de klant. Ook een temperatuur van 4°C moest aangehouden worden voor zowel de moedervloeistof in bulk in de dispenser als de vloeistof in de capsules na de afvulling.’ FESTO ALOMTEGENWOORDIG Een blik op de interne opbouw van de machine maakt meteen duidelijk dat Festo een zeer grote inbreng heeft in deze machine: de persluchtverzorgingsunit, koppelingen en leidingen, verder de ventieleilanden en de afzonderlijke ventielen. Dan komen de gemotoriseerde X- en Y-slides voor de robotbewegingen, de pneumatische op- en neerbeweging, de pneumatische grijper, alle glij- en klembewegingen van de decapper, … de lijst is eindeloos. Patrick Bruynbroeck van Festo is het vertrouwde aanspreekpunt voor Nucomat. Hij licht de installatie verder toe: ‘We zien hier eigenlijk 2 dimensies in mechatronica, met enerzijds de klassieke pneumatiek met de traditionele cilinders, de instelbare precisiesledes met hun hoge herhaalnauwkeurigheid in lineariteit en de driepunts precisiegrijpers die de dopjes exact gaan positioneren. Ook voor de aansturing wordt beroep gedaan op onze pneumatiek, hier worden onze nieuwste standaardventielen en compacte ventieleilanden ingezet.’
De robot haalt een capsule uit de decapper.
De tweede dimensie is het exact positioneren van de X-en Y-slides die de robot vormen. Een trillingsvrije beweging met een hoge herhaalnauwkeurigheid was hier van het allergrootste belang. De lineaire nauwkeurigheid bij de Pick & Place moet altijd bewaakt worden over de ganse slag, het mag geen verschil uitmaken of de verticale as ingetrokken dan wel volledig uitgeschoven staat. De stijfheid van het geheel speelt hier een cruciale rol in. De basisas, die met een dubbelgeleiding uitgevoerd is, moet daarom al op zich voldoende nauwkeurig en stabiel zijn om de uitkraging van het systeem trillingsvrij te kunnen dragen. Na de beweging moet de manipulator binnen de kortst mogelijke tijd nauwkeurig en trillingsvrij tot stilstand komen. SAMENWERKING GESTOELD OP KENNIS EN ERVARING Nucomat heeft in de dertig jaar sinds de oprichting een wereldwijde reputatie opgebouwd. Ook voor Festo is dit aangenaam werken. Patrick Bruynbroeck: ‘In het geval van Nucomat beschikt men intern over heel wat ervaring in engineering. Ze kunnen terugvallen op heel wat nuttige informatie die ze ooit in andere projecten nodig hadden. We moeten dus niet meer vanaf nul beginnen. Onze samenwerking is daarom geleidelijk geëvolueerd naar een meer ondersteunende functie, waarbij we hen bijstaan bij zaken rond performantie, snelheid, belastingen en nauwkeurigheid van onze componenten in hun specifieke applicaties.’ NUCOMAT IN EEN NOTENDOP Nucomat werd in 1988 door Noël Van de Steene – vandaag nog steeds de CEO – opgericht te Sint Niklaas. Sinds een 10-tal jaren betrekt men de nieuwe gebouwen op een industrieterrein in Lokeren. Aanvankelijk werkte men voornamelijk voor de nucleaire industrie, maar geleidelijk werden ook andere markten aangeboord. Vandaag is Nucomat actief in de nichemarkt van de labo-automatisering. De expertise van het bedrijf wordt in machines wereldwijd toegepast. Momenteel werkt het bedrijf met een vijftien vaste en freelancemedewerkers, maar ook hier blijft de zoektocht naar technisch personeel een voortdurende strijd. www.nucomat.be www.festo.be Festo neemt als exposant deel aan Laborama Expo op 15 en 16 maart 2018.
34
LINEAIRE OVERBRENGING DEEL 3 DOOR SAMMY SOETAERT
OOK TANDRIEMEN POPULAIRE OPLOSSING IN LINEAIRE OVERBRENGINGEN
Twee werkingsprincipes van een lineaire overbrenging met tandriemen: ofwel met een vaste motor die de tandriem doet bewegen, ofwel met een bewegende motor over de tandriem. In het derde deel van de reeks rond lineaire overbrengingen staan we na de kogelomloopspindels in deel 1 en tandlatten in deel 2 deze keer stil bij tandriemen. Tandriemen zijn eenvoudig van opbouw, vergen weinig onderhoud en zijn over het algemeen een kostenefficiënte oplossing. Net daarom zijn het sinds jaar en dag populaire onderdelen in onze machines, waar ze een prima alternatief vormen voor kettingoverbrengingen. OPVOLGER VAN DE LEDEREN RIEM De geschiedenis van riemoverbrengingen gaat terug tot het prille begin van de machinebouw. Om de energie uit de stoommachine over te brengen op een andere machine, plaatste met lederen riemen op de centrale as. Zo kon men meerdere machines aansluiten op één stoommachine. Door te werken met poelies met verschillende diameters kon men spelen met de toerentallen. Het grote probleem van deze opstelling is dat de gebruikte effen lederen riemen makkelijk konden doorslippen, waardoor veel snelheid en vermogen verloren ging. Tandriemen zijn op dat vlak een stuk performanter en zijn een populaire techniek om een lineaire overbrengingen te realiseren. KEUZEFACTOREN Materiaal: polyurethaan of rubber De gebruikte materialen voor tandriemen zijn polyurethaan of rubber in functie van de applicatie. PU heeft een hogere hardheid en doorgaans een betere slijtvastheid en precisie. En indien nodig een betere chemische bestendigheid. De PU riemen kunnen eventueel voorzien worden van een polyamide weefsel op de tanden (PAZ) om de wrijvingscoëfficiënt en het geluidsniveau te beperken. Rubber is soepeler, kan hogere temperaturen aan en bestaat in verschillende uitvoeringen om hogere koppels te kunnen overdragen, meestal door een hogere hardheid van het rubber of versterkte trekkoorden te gebruiken. AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
Trekkoorden De trekkoorden liggen intern verwerkt in de tandriem en versterken de werking van de riem. Bovendien zullen ze de rek beperken en de positioneernauwkeurigheid bevorderen. Binnen de polyurethane tandriemen is er een enorme verscheidenheid aan trekkoorden. Die trekkoorden liggen intern verwerkt in de tandriem en versterken de werking van de riem. Er zijn hier heel wat opties: staaldraden, inox, kevlar, versterkt staal en nog veel meer. Voor elke applicatie is er een geschikte oplossing. Binnen de voedingsindustrie moet bijvoorbeeld voedingsgeschikte polyurethaan gebruikt worden, waarbij de staaldraad absoluut niet mogen bloot komen te liggen. Bij andere toepassingen is flexibiliteit dan weer belangrijk, bij nog andere mogen ze absoluut nooit breken. De keuze is dus vrij complex.
De drie mogelijke uitijningsfouten naast elkaar 35
De trekkoorden liggen intern verwerkt in de tandriem en versterken de werking van de riem. Er zijn tientallen uitvoeringen naargelang de applicatie
De rubberen tandriemen zijn meestal voorzien van glasvezelkoorden (al dan niet versterkt) en in sommige gevallen ook met staaldraad. Belang van vertanding De vorm van de tanden van een tandriem kan in diverse uitvoeringen gefabriceerd worden. Fabrikanten spelen met de pitchafstand (de afstand tussen het center van twee opeenvolgende tanden) en de vorm van de tand. De uiteindelijke vertanding heeft een invloed op meerdere factoren: de precisie, de capaciteit, de lawaaihinder,‌ . De tandengeometrie is vaak het voorwerp van een strijd tussen diverse fabrikanten, die beweren dat hun gepatenteerde profiel uiteraard het beste is. De praktijk leert evenwel dat voornamelijk de applicatie bepaalt welk profiel het meest geschikt is. De eerste tandriemen werden uitgevoerd met een trapeziumvormige tand. Deze vorm komt nu vaak voor bij zowel rubberen als polyurethane tandriemen. De steek werd aanvankelijk in inch opgegeven, maar bij de overstap naar polyurethaan als materiaal worden ook metrische maten opgegeven. Een T5 betekent een tandsteek van 5 mm. Bij de uitvoeringen met bredere tanden spreekt men over AT in plaats van T. Ronde vertanding Bij rubberen tandriemen zijn ook ronde vertandingen mogelijk. Deze worden vaak HTD tandriemen genoemd (High Torque Drive) omdat ze een prima krachtverdeling hebben en zo veel vermogen kunnen overbrengen.
Het profiel heeft een belangrijke invloed op de precisie, de capaciteit en de lawaaihinder. Hier het rubber HTD profiel 36
Een mengvorming tussen de trapeziumvormige en ronde vertanding is de STD (Super Torque Drive), met een afgeronde trapeziumvormige tand. Toepassingen hiervoor zijn bijvoorbeeld automatische deuren van een lift. Parabolisch De parabolische vertanding kan een vergelijkbaar vermogen overbrengen als de HTD en past vaak ook in dezelfde riemschijf. Deze uitvoering wordt vooral gebruikt daar waar een lager geluidsniveau gewenst is. Ook de positioneringsnauwkeurigheid is een troef, naast het prima rendement. Snelheid Ook het toerental/snelheid is uiteraard van belang bij de keuze, naast het vermogen, het aantal startbewegingen en de afstanden die de overbrenging moet overbruggen. Maar vaak wordt vergeten dat de versnelling ook zeer belangrijk is. Die is van groot belang om de riemkeuze en de voorspanning te bepalen. Het verschil tussen een traag aanlopende belasting of een plotse piekbelasting wordt vaak onderschat maar heeft een belangrijke impact op de benodigde sterkte van de riem. VOORSPANNING CONTROLEREN Een belangrijke factor in de dagelijkse werking is de riemspanning. Om de overbrenging te optimaliseren is er een zekere voorspanning nodig. De juiste voorspanning is de minimale spanning waarbij de riem de benodigde mechanische kracht kan overbrengen, waarbij geen tanden overgeslagen worden bij de volle belasting. Te weinig voorspanning kan leiden tot teveel vertraging in de overbrenging, het overslaan van tanden en een plotse piekbelasting op het moment dat de riem aantrekt. Te veel voorspanning kan leiden tot schade aan lagers, as en andere onderdelen van de aandrijving. Ook de riem zelf zal minder lag meegaan, want de slijtage zal veel groter zijn. De benodigde voorspanning kan op diverse manieren berekend worden. Zo kan een akoestische meter via geluidsgolven de juiste voorspanning bepalen.
Dit is in principe de meest accurate manier. Er bestaan ook optische toestellen en de nieuwste generatie meettoestellen voert een elektromagnetische meting uit om eventuele invloeden van buitenaf te beperken (lawaai of trillingen rondom, of te fel omgevingslicht). Deze toestellen meten de unieke resonantiefrequentie van een riem, die voornamelijk afhangt van de massa en de overbruggingslengte van de riem en berekent op basis van die meting de ideale voorspanning. De procedure is te vergelijken met het stemmen van een gitaar. Men kan de voorspanning ook berekenen met een complexe formule maar er zijn vandaag ook berekeningstools en apps die de juiste voorspanning voor u uitrekenen. Belangrijk is dat de voorspanning geregeld gecontroleerd wordt, want ze neemt af na verloopt van tijd. Het controleren kan met een eenvoudige meter. Ervaren techniekers doen dit vooral op het gevoel. Fabrikanten geven voor grotere lineaire overbrengingen bepaalde voorspanningswaarden (in Hertz) op. OPLETTEN VOOR SLIJTAGE Het voortdurend bewegen aan hoge snelheid van de riemen in de poelie zal op de duur leiden tot een zekere uitholling van het loopvlak. Zelfs na plaatsing van een nieuwe riem kan de werking verstoord blijven, omdat de nieuwe riem sneller zal slijten in een uitgehold loopvlak. De slijtage van de poelie kan met een eenvoudige profielmeter gecontroleerd worden. De tandriemen kunnen perfect functioneren met een spanrol op de rug, maar vooral bij PU tandriemen (met staalkoord) wordt deze dikwijls te klein gekozen; de te korte tegenbuiging leidt eveneens tot een riemslijtage. Minimum diameters van deze spanrollen staan vermeld in de technische fiches. AANDACHT VOOR UITLIJNING Na de plaatsing moet het geheel ook uitgelijnd worden, want er is altijd een zekere uitlijnfout die moet gecorrigeerd worden. Die fouten kunnen we opdelen in 2 types, zijnde hoekuitlijningsfouten en parallele uitlijningsfouten. Bij hoekuitlijningsfouten staan de aandrijving en de belasting niet in een gelijke
richting, maar met een zekere hoek t.o.v. elkaar. De hoekuitlijningsfouten kunnen zowel verticaal als horizontaal zijn. We spreken over een parallelle uitlijningsfout als de poelie en de as van de aandrijving wel in de zelfde richting gealigneerd staan, maar wel parallel lopen ten opzichte van elkaar. Meestal is een uitlijningsfout een combinatie van beide fouten.
‘De as van de aandrijving mag niet bewegen als de riem onder spanning komt te staan.’
Bij een slechte uitlijning kunnen trillingen en lawaaihinder optreden. Ook zal de tandriem ongelijkmatig verslijten en zal de belasting ongelijkmatig overgebracht worden. De volledige installatie lijdt dus onder een slechte uitlijning. Merk ook op dat de uitlijning niet enkel functie is van de tandriem zelf: de as van de aandrijving mag bijvoorbeeld niet bewegen als de riem onder spanning komt te staan. TANDRIEM VS. KETTINGOVERBRENGING De voordelen van tandriemen ten opzichte van kettingoverbrengingen zijn duidelijk: ze werken over het algemeen stiller, met minder trillingen en hebben minder nood aan onderhoud. Daarnaast zijn ze ook lichter en kostenefficiënt. Daar staat tegenover dat kettingen hogere snelheden en vermogens aankunnen, met brede overbrengingsratio’s. Hun robuustheid zorgt er ook voor dat de invloed van temperatuur en luchtvochtigheid beperkt is. www.actintime.be - www.optibelt.com
De 2 meest gebruikte materialen zijn rubber en PU
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
37
AGORIA
BAROMETER TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE BLIJFT BEGIN 2018 OP HOOG PEIL Ondanks een vierde daling op rij blijft de NBB-barometer voor de technologische industrie in januari op een hoog peil. Dat betekent dat de ondernemingen van onze sectoren nog steeds gunstig gestemd zijn over hun conjunctuuromgeving en dat de bedrijvigheid zou groeien tegen een tempo vergelijkbaar met dat eind 2017.
NBB-barometer voor de technologische industrie
Ook op sectorniveau lopen de bewegingen uiteen. De barometers van metalen & materialen, metaalproducten, elektro en ICT zijn gestegen. Voor elektro en de industriële ICT-activiteiten gaat het om een verbetering na verschillende maanden van achteruitgang. De barometers van kunststoffen & rubber, machinebouw en transportmiddelen zijn teruggevallen. Wat die laatste twee betreft, bevestigt de daling in januari de waarnemingen van de voorgaande twee maanden. Hoewel die barometers nog steeds hoge waarden noteren, tekent zich dus toch een trendommekeer af.
Contact Alain Wayenberg, Business Group Leader Industrial Automation, alain.wayenberg@agoria.be, www.agoria.be SAVE THE DATE European Drive Technology Conference 21 & 22 June 2018 – Antwerp, Belgium The European Drive Technology Conference is a high level event dedicated for company leaders, entrepreneurs and decision makers of the Gears, Transmissions and Drive industries, and will provide new insights on the main challenges and evolutions in the industry. The theme of this edition, organized by AGORIA, is on “the influence of digitalization on the drive technology industry” and will look into three aspects of digitalization: the impact on your production processes, the possibilities for new and innovative products and the opportunities for new business models.
38
De invloed van de individuele indicatoren op de barometer is niet eenduidig. Zo is de beoordeling van het orderboek met bijna 10 punten verbeterd t.o.v. december en komt ze in de buurt van de piek die in het tweede kwartaal van 2017 werd opgetekend. De werkgelegenheidsvooruitzichten zijn daarentegen met 7 punten verslechterd. De brutocurve van die indicator bevindt zich echter nog op een hoog peil, boven het gemiddelde van 2017. Het verloop van de overige twee indicatoren is beperkt, met een stijging wat de vraag-vooruitzichten betreft en een daling voor de beoordeling van de voorraad.
Werkgelegenheidsvooruitzichten voor de komende drie maanden (verschil tussen het aantal ondernemingen dat de komende drie maanden een toename van het personeelsbestand verwacht en het aantal dat een afname verwacht)
Besides these insights in connection with these technologies the event provides a platform for networking with your peers in a nice and professional environment. For this we have selected for you the conference center of Hotel Van der Valk in the nice city of Antwerp, where you and your partners can enjoy a very attractive program with both professional and recreational activities. One of the highlights for this event will be the Eurotrans Gala diner that will take place in the city of Antwerp. We look forward to welcome you and your partners and invite you to create an unforgettable event. The registration will be open soon.
W
ATT DRIVE EG GEARS MGH HOUDT UW AANDRIJVINGEN IN TOPCONDITIE!
MGH is de partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen!
Maintenance Beurs Antwerpen 21-22/03 Bezoek ons op stand D3000 Welcome Area – Code 10093 Herstel een tandwielkast in onze MGH Virtual Repair shop
Servicecenter Machelen & Antwerpen Tel 24/7: +32 (0)2 753 00 40 info@MGH.be - www.MGH.be
WG20
GEAR UP FOR A NEW GENERATION
UIT VOORRAAD! MEMBRAANACCUMULATOREN, BALGACCUMULATOREN EN ACCESSOIRES
Geared motor range up to 1550 Nm in line with market requirements g g g g g g g g
3 types of gear units Robust, efficient Standard mounting dimensions Less noise Certifications for international markets Worldwide use Different motor modules Frequency inverter operation (100 Hz)
Experience WG20: www.weg.net/wg20 WEG Benelux SA Tel.: 067 89 02 10
E-Mail: info-be@weg.net
Transforming energy into solutions. www.weg.net
Meer info? Verdeler voor België Hagbenden 39 A - B-4731 EYNATTEN Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be
Zo snel. Zo compact. Zo goed. AMCAP
Gesloten kabelrups voor robot, eenvoedig te openen
tot wel
50% ruimtebesparing met AMCAP
Bezoek ons op LogiMAT 2018: Hal 1 / Stand 1/H61
triflex TRCF voor een perfect systeem l 3-kamer systeem voor grote kabels, slijtage gevoelige kabels, of meerdere kleinere kabels l Eenvoudig te openen met een schroevendraaier l De schakels kunnen eenvoudig verlengt of verkort worden l Afmetingen van Ø 65, 85, 100 l Ook verkrijbaar als een compleet systeem l 36 maanden garantie op iedere kabel Online video op igus.be/triflexTRCF ®
Het automatische AMCAP hoge capaciteits palletiseersysteem palletiseert de meest uiteenlopende producten uit de voedingsindustrie en retailsector met de hoogste capaciteit per pallet. Zo verzorgt het systeem de optimale opbouw van de pallets voor de betreffende filialen. AMCAP vraagt niet alleen 50% minder ruimte dan vergelijkbare systemen, het laat zich ook perfect in bestaande ruimtes integreren. Dat betekent voor u: maximale ruimtebenutting bij de hoogste productiviteit en daarmee grote voordelen ten opzichte van uw concurrenten.
Bezoek ons: Maintenance 2018 – Hal 3 Stand A 3000 igus B.V.B.A. Tel. 03-330 13 60 info@igus.be
www.dematic.com
®
plastics for longer life
®
B(NL)-1098-triflex 90x130M3.indd 1
Wij optimaliseren uw supply chain
19.02.18 14:23
21 - 22/03/2018 Antwerp Expo Gelijktijdig met
Hall 1 & 4
Register for your free visit
using your personal code: 2005
Main Media Partners:
Knowledge Partners:
on www.pumps-valves-expo.be
Media Partners:
Organised by EASYFAIRS
PV-advertentie.indd 8
9/01/18 13:45
PRODUCTEN
SMC SCHUINE ZITTING VENTIEL MET STATUSINDICATOR
Het compacte schuine zitting ventiel (VXB-serie) van SMC, geschikt voor lucht, stoom en verwarmd water, is verbeterd met een statusindicator, langere gebruiksduur en lagere lekniveaus. De statusindicator geeft een zichtbare bevestiging van de ventielstatus (open of gesloten). Storende en kostbare onderbrekingen van de productie door een eventueel foutieve werking van een ventiel worden daarmee voorkomen. De ingebouwde indicator geeft meteen inzicht in onverhoopte storingen, zodat klanten op tijd kunnen reageren. De VXB kan maximaal vijf miljoen lucht- en drie miljoen stoomcycli leveren. Deze ventielserie heeft ook een speciale FKM rubberen afdichting die inwendige luchtlekkages beperkt tot 10 cm³/min of minder. Met een hoogte van maar 100 mm bij het 3/8-ventiel is de compacte VXB-serie de ideale oplossing voor toepassingen, zoals temperatuurregeling, warmwatersystemen, industriële wasmachines en sterilisatie- en reinigingsapparatuur. De VXB-serie is verkrijgbaar in drie poortgroottes (3/8, 1/2 en 3/4) en kan worden besteld in brons en roestvast staal (316L-equivalent). Op drie van de vier zijden kan een testpoort worden geplaatst. www.smcpneumatics.be
ACT IN TIME: SPINDELSLEDE VOOR HOGE SNELHEID EN HOGE NAUWKEURIGHEID
MITSUBISHI IQ PLATFORM
Met behulp van het Mitsubishi iQ Platform kunnen zowel de robot- als servo/motion controllers direct in de machinebesturing geïntegreerd worden wat zorgt voor eenvoudige configuratie en supersnelle dataoverdracht. Uiteraard is het ook mogelijk om de Mitsubishi robot en servo oplossingen stand-alone of in combinatie met een bestaande besturing toe te passen. In alle gevallen kan het proces eenvoudig bediend en gemonitord worden met een Mitsubishi HMI touchscreen. Vanuit deze HMI, of direct vanuit de besturing, is het tevens mogelijk om via een MES interface data te laten synchroniseren met een SQL, Oracle of Access database. Hiermee kunnen nieuwe producties centraal ingevoerd en opgestart worden, en kunnen vanuit de productiedata duidelijke analyses gemaakt worden ten behoeve van het verder verbeteren en stroomlijnen van het productieproces. www.esco.be
Moet u een hoge snelheid combineren met de nauwkeurigheid en stijfheid van een spindelslede ? De nieuwe CTV145 slede met 20x50 spindel laat snelheden toe die tot nu enkel met riemsledes or lineaire motoren bereikt werden. Ook een grote slag met extreem hoge nauwkeurigheid combineren is perfect mogelijk door te kiezen voor een 20x5 spindel met tussenliggende steunpunten. Bijpassende servo- of stappenmotoren en een korte levertijd voor de totale oplossing maken het aanbod compleet. Meer informatie via sales@actintime.be
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
41
PRODUCTEN
DE NIEUWE FCC TECHNOLOGIE
Parker introduceert haar nieuwe FCC technologie: de ‘Flared Cone Connection.’ Deze nieuwe, zeer betrouwbare buisverbinding biedt systeemontwerpers en installateurs betere prestaties, en een enorme tijdbesparing. Het FCC systeem is ontworpen voor een werkdruk tot 1550 bar en zorgt ervoor dat het assemblageproces op een veilige manier flink wordt versneld. De nieuwe verbindingen zijn veel eenvoudiger om te maken. Een installateur kan zijn taak uitvoeren in minder dan vier minuten. De FCC verbinding is ook kosteneffectief toe te passen in applicaties waar lekkages kunnen optreden als gevolg van trillingen. Wanneer de moer is vastgedraaid, maakt het binnenoppervlak van het getrompte buiseinde contact met de schuine kant of velling van de fitting of ventiel. De compressiekraag maakt dan contact met het huis van het component voor een extra veilige, metaal op metaal afdichting. De benadering van een dubbele afdichting heeft een groot voordeel wat betreft de betrouwbaarheid. In het onwaarschijnlijke geval dat de eerste afdichting zou falen, dan behoudt de tweede afdichting de integriteit van de verbinding. Installatie van een trompverbinding is eenvoudig een geval van de moer aandraaien op de fitting of het ventiel, en vastdraaien. www.parker.com
DRVS DRAAICILINDER MET SRBS SENSOR VOOR DRAAIBEWEGING
De draaicilinder DRVS concentreert zich op de kern: nauwkeurig en betrouwbaar draaien te¬gen lage kosten. Voor een hoge nauwkeurigheid en maximale flexibiliteit is hij te combineren met de SRBS contactloze positiesensor. Deze sensor is in een handomdraai te monteren en bovendien eenvoudig instelbaar. De combinatie bespaart de machinebouwer zowel tijd als kosten. Machines zitten er vol mee: draaibewegingen. Speciaal voor dit type beweging intro¬duceert Festo de serie DRVS draaicilinders. Cilinders met een com¬pact en eenvoudig design en uitstekende eigenschappen. Wat te denken van een laag gewicht en een koppel tot 20 Nm! Daarbij is hij een¬voudig in te bouwen met een draai¬hoek van 90°, 180° of 270° of in te stellen door middel van de DADP-ES hoekinstelling. De goede afscherming van de draaicilin¬der draagt tot slot bij aan lagere onder¬houdskosten, een betrouwbare werking en een langere levensduur. www.festo.be
WEG BREIDT WG20-REEKS VAN MOTORREDUCTOREN UIT TOT KOPPELS VAN 5000 NM WEG, een van ‘s werelds toonaangevende fabrikanten van motoren en aandrijftechnologie, toonde vorig jaar op de beurs SPS IPC Drives in Nürnberg (Duitsland) zijn recentste aanwinst van de WG20-reeks van motorreductoren. De nieuwe rechte, vlakke en haakse motorreductoren werden ontworpen door de dochtermaatschappij van WEG Watt Drive, in samenwerking met de hoofdvestiging in Brazilië. Voor de bestaande reeks met waarden tot 1550 Nm betekent dit een uitbreiding met motorreductoren voor nominale koppels tot 5000 Nm. De reductoren zorgen voor een doelmatige krachtoverbrenging en kunnen worden gecombineerd met de modulaire motoren van WEG met rendementsklassen tot IE4 om te resulteren
42
in motorreductoren met hoge vermogensdichtheid. Door hun robuuste bouw en hun kwaliteitsafwerking zijn deze hoogperformante motorreductoren uitermate geschikt voor veeleisende toepassingen in de zware industrie, zoals in staalfabrieken. Dankzij de gestandaardiseerde montageafmetingen van de WG20motorreductoren kunnen deze wereldwijd probleemloos worden uitgewisseld, zonder dat de bestaande gebruikersapparatuur moet worden gewijzigd. Ze zijn combineerbaar met modulaire motoren van WEG met een vermogen van 120 W tot 30 kW. Resultaat van deze combinaties: motorreductoren met rendementsklassen tot IE4 in asynchrone uitvoering. www.weg.net
SIEMENS
SCHAALBAAR EN OP MAAT: DE INDUSTRIËLE VEILIGHEID VAN MORGEN
De toenemende digitalisering laat ons toe om sneller en beter producten te creëren, innoveren en onderhouden. Maar naast meer efficiëntie en een hogere productiviteit brengt de digitale revolutie ook nieuwe risico’s met zich mee. Cyberbeveiliging vormt een enorme uitdaging en wordt een steeds belangrijkere concurrentiefactor. Om enorme hoeveelheden data, industriële communicatie en slimme apparaten beter te beschermen en efficiënter te beheren, is een verhoogde industriële veiligheid cruciaal. Er bestaat geen totaaloplossing of kant–en-klare formule die de industriële veiligheid van diverse systemen kan waarborgen, want geen twee ondernemingen zijn gelijk. Een echte, toekomstbestendige beveiliging is op maat gemaakt, houdt rekening met de specifieke eigenheden van een bedrijf, en is schaalbaar: updates en uitbreidingen zijn continu mogelijk, want risico’s en beveiliging staan niet stil. INDUSTRIAL SECURITY & DEFENSE IN DEPTH Siemens hanteert hiervoor het ‘Defense in Depth’ model: een moderne en meerlagige aanpak, bestaande uit fysieke beveiliging, netwerkarchitectuur en systeemintegriteit. Op maat van uw bedrijf wordt een doeltreffende verdediging opgebouwd, samengesteld uit veilige componenten en volgens internationale normering (ISA99/IEC 62443). Want hoe meer lagen een cyberbeveiliging telt, hoe meer verschillende veiligheidsrisico’s we uitsluiten. (hier afbeelding defense in depth)
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
INDUSTRIE 4.0 Uiteraard kaderen we ons Defense in Depth-concept binnen de filosofie van Industrie 4.0. De Digital Enterprise Suite van Siemens doet veel meer dan de bedrijfsproductiviteit een boost geven. U beschermt niet alleen uw nieuwgewonnen productiviteit, het voorziet u gelijk van de veiligst mogelijke bedrijfsomgeving.
Siemens Best Application Contest Siemens organiseert dit jaar opnieuw de Best Application Contest waarmee het bedrijf creatieve projecten van zijn klanten in de spotlights zet. Deze editie staat helemaal in het teken van industriële beveiliging. Ontwikkelt u of uw bedrijf zelf tools op basis van Siemens technologieën? Past u Siemens oplossingen op een slimme manier toe in uw onderneming? Of combineert u verschillende toepassingen op een innovatieve manier? Schrijf u dan snel in voor de Best Application Contest en win tot 5000 euro! Registreer uw idee via: www.siemens.be/best-application-contest, vóór 1 juni 2018.
43
Connecting Global Competence
■ Assembly and handling ■ Machine vision ■ Industrial robotics ■ Professional service robotics ■ Solutions for Industry 4.0—IT2Industry ■ Drive technology ■ Positioning systems ■ Control systems technology ■ Sensor technology ■ Supply technology ■ Safety technology
Information: Van Ekeris Expo Service B.V., Haarlem Tel. +31 23 525 8500, info@vanekeris.nl
Aut18-Anz-Allgemein-190x130-AutomationMagazine-E-BELG.indd 1
The Leading Exhibition for Smart Automation and Robotics
June 19–22, 2018 | Munich automatica-munich.com
15.01.18 09:21
TECHTELEX Siemens kent aan elf Belgische bedrijven, die veelvuldig gebruik maken van Siemens-producten, het officiële OEM-partnerschap toe. OEM’s ofwel Original Equipment Manufacturers vormen al jarenlang een belangrijke klantengroep voor Siemens. Het nieuwe OEM-partnerschap schept een duidelijk kader waarin de verwachtingen en engagementen van beide partijen welomschreven zijn. Om aan de specifieke noden van de machinebouwers tegemoet te komen investeert Siemens zeer sterk in nieuwe producten met nieuwe mogelijkheden, een verhoogde kwaliteit en een betere performance. De OEM partner engageert zich om bij het ontwerpen van nieuwe machines waar mogelijk gebruik te maken van deze oplossingen en technologieën. Siemens meldt trots dat deze elf bedrijven zich voortaan Siemens OEM-partner mogen noemen: Alvey nv, Avercon nv, Bascules Robbe nv, BEP Europe nv, CES nv, Gebroeders Doms bvba, Merco Machines nv, Printing International nv, Seamco nv, Valvan Baling Systems nv en Van Hoecke Automation nv. (www.siemens.be) MNE 2018, het netwerkevent voor metaal- en kunststoffenbewerking en machinebouw klokte af op 2.944 bezoekers (tegenover 2.848 tijdens de editie 2016). Deze vierde editie van organisator Invent Media genoot dit jaar de steun van POM West-Vlaanderen. Tijdens het event met 141 deelnemende exposanten kwamen 89% Nederlandstalige en 10% Franstalige bezoekers over de vloer. Dit is de top 5 van de belangrijkste functieprofielen die het event bezochten: CEO, Eigenaar of bestuurder 28%, Productie Manager/ Maintenance Manager 19%, Aankoop Manager 10%, Engineering Manager 7% en Sales Manager/Consultant 7%. (www.networkevent.be) Flender, wereldmarktleider in mechanische aandrijvingen en koppelingen, maakt voor het eerst zijn opwachting in België. Op 21 en 22 maart 2018 zal de voormalige Siemens-eenheid Mechanical Drives haar producten voorstellen aan het Belgische publiek op Maintenance 2018 in Antwerpen. Om de commerciële oriëntatie te versterken, kondigde Siemens begin 2017 aan dat deze eenheid als zelfstandige onderneming onder de koepel van Siemens zal werken. Op 1 oktober 2017 kwam de eenheid voor mechanische aandrijvingen (Siemens Mechanical Drives - MD) onder de bedrijfsnaam Flender GmbH, a Siemens Company, op de markt. Ook de naam van de vestigingen werd wereldwijd aangepast. Tegen medio 2018 moet de heroriëntatie wereldwijd afgesloten zijn. (www. flender.com) Automatica, een van de grootste robotbeurzen ter wereld, vindt in 2018 plaats van 19 tot 22 juni in München. Op deze vakbeurs ziet de bezoekers heel wat praktische voorbeelden die aantonen hoe efficiënt smart production door robotisering kan zijn. Robot- en componentenfabrikanten werken hard aan oplossingen voor slimme netwerken. De grote dynamiek waarmee de digitale transformatie onze industrie aan het veranderen is, maakt de aankomende Automatica beurs een must voor alle leveranciers en gebruikers van automatisering en IT. Met een eigen ‘IT2Industry’ deel in hal B4 biedt Automatica ook een platform voor IT-providers. (https://automatica-munich.com) Stemmer Imaging, specialist op het gebied van machine visiontechnologie, heeft Data Vision overgenomen. Data Vision is een gespecialiseerde leverancier van imaging- en machine visionoplossingen. De overname versterkt de marktpositie van Stemmer Imaging in de Benelux. Data Vision was onderdeel van Batenburg Mechatronica en een gevestigde naam in de imaging en machine visionsector in de Benelux. Het bedrijf is al vele jaren leverancier van machine vision-onderdelen, -systemen en -oplossingen. (www.stemmer-imaging.com) Flanders Make neemt met het MAKE LAB, het mobiele labo voor onderzoek naar flexibele assemblage en mensgerichte productie, deel aan de Hannover Messe. Het MAKE LAB is geconnecteerde onderzoeksinfrastructuur waarmee nieuwe technologie (letterlijk!) naar bedrijven wordt gebracht. Zo kan men werken aan co-creatie met geavanceerde productietechnieken en operatoren ook helpen om vertrouwd te worden met nieuwe productieprocessen. De MAKE LAB stand op de Hannover Messe (van 23 april tot 27 april 2018) is in hal 8, stand E22. Het MAKE LAB staat op het buitenterrein nabij hal 8. (www.flandersmake.be) Op 21 en 22 maart 2018 wordt in Antwerp Expo de beurs Pumps & Valves, met gelijktijdig Maintenance 2018, georganiseerd. Pumps & Valves is hét belangrijkste Belgische trefpunt voor pompinstallaties en uitrusting voor industriële processing van vloeistoffen en gassen. Bezoekers ontdekken de nieuwste ontwikkelingen in deze sector bij meer dan 320 relevante exposanten. Voorts zijn er 11 masterclasses over algemene onderhoudsstrategie, voorbereiden van shut-downs, maintenance 4.0, veiligheid en veel cases waarbij eindgebruikers en contractors praktische voorbeelden geven. Pumps & Valves wordt op hetzelfde moment gehouden als de vakbeurs Maintenance, een boost voor de onderhoudssector. Maintenance 2018 is het grootste event rond productiegericht onderhoud. Bezoekers vernemen de nieuwste onderhoudtrends en laten zich inspireren om zo de efficiëntie van onderhoudsprocessen te verhogen en zich te verzekeren van de betrouwbaarheid, levensduur en rentabiliteit van het eigen machinepark. (www.easyfairs.com)
Een krachtpatser van Fanuc aan het werk op Automatica (19-22 juni 2018), een van de grootste robotbeurzen ter wereld.
AUTOMATION MAGAZINE MAART 2018
45
AFSLUITER Speakers’ Corner voor experts uit de techniek.
Boeiende tijden op komst voor industriële robotica Zeggen dat industriële robotica een evoluerende sector is, is een open deur opentrappen. Boeiende evoluties en uitdagingen komen in snel tempo op ons af. Het programmeren bijvoorbeeld, is traditioneel altijd al een kluif geweest voor de robotfabrikanten of voor gespecialiseerde integratoren. Vandaag heeft elke fabrikant zijn eigen grafische programmeeromgeving voor haar aanstuursoftware, wat het voor KMO’s erg moeilijk maakt om roboticaexpertise op te bouwen. Nu zien we dat voor nieuwe productgroepen, zoals voor de collaboratieve robots, overgestapt wordt naar een hogere programmeertaal. De kennis daarvan is vrij beschikbaar op de markt. Je zit dan niet langer binnen het ecosysteem van de fabrikant. Maar daarnaast is er ook de evolutie van de software van machine vision systemen en krachtsensoren, die gebaat is bij een optimale communicatie met de rest van de installatie.
‘Ook bij collaboratieve robots moet men zich hoeden voor te hoge verwachtingen.’
Bij de lichtgewicht robots zie je dan ook dat de integratie met externe systemen veel vlotter verloopt. Je ziet door die openheid zelfs een soort appstore ontstaan, waarbij externe partijen toepassingen kunnen ontwikkelen voor een robot. Het zou zomaar kunnen dat de robot evolueert naar pure hardware, waarbij de intelligentie volledig voorzien wordt in de software. Een moeilijke klip die hier wel moet worden gerond, is de veiligheid. De vraag stelt zich wie verantwoordelijk is als een robot door een derde partij volledig aangepast wordt aan een applicatie.
46
In de TS 15066 voor collaboratieve robots zie je dat de veiligheidsvoorschriften dermate streng worden, dat het moeilijk wordt om nog zonder een extra beveiligingssysteem te werken. Het verschil met een klassieke industriële robot is op technologisch vlak dan relatief klein. Enkel de positie-aansturing verloopt anders, omdat de collaboratieve robot telkens een inschatting maakt van de kracht en vermogen die vereist is om een beweging aan te sturen. Dat verschil zal altijd blijven, maar puur vanuit het veiligheidsperspectief bekeken, lijken ze naar elkaar toe te groeien. Maar eigenlijk is het verkeerd om ze met elkaar te vergelijken, want hun toepassingsgebied is niet hetzelfde. Ook bij collaboratieve robots moet men zich hoeden voor te hoge verwachtingen. Taken kunnen complexer zijn dan je op het eerste zicht zou verwachten. Het menselijk vermogen om te zien, te voelen, inschattingen te maken en die vervolgens te interpreteren met zijn hersenen is voor een robot nog moeilijk na te bootsen. Ik zie naast de collaboratieve robot nog twee belangrijke evoluties in de industriële robotica die we de komende jaren mogen verwachten. De eerste is de mobiele robot, waarbij een AGV dienst doet als vervoersmiddel voor de robot. Dat is ook een thema waar we bij Sirris zelf mee bezig zijn. Een tweede is de verdere ontwikkeling van artificiële intelligentie. Die zal onrechtstreeks een invloed hebben op de industriële robot. De toepassing ervan zal nog een hele weg afleggen. Vandaag speelt de AI zich niet af op de aansturing van de robot, maar op de interpretatie vanuit visionsystemen en sensoren. Op basis van de conclusies wordt de robot aangestuurd vanuit het neuraal netwerk. Van die technologie hebben we het laatste nog niet gezien. www.sirris.be Jan Kempeneers is Senior Engineer Smart Production & Factory of the Future bij Sirris.
ATB Automation Mechanics Motion Control
VANSICHEN
LINEAIRTECHNIEK
Uw toegang tot automatisering in de digitale fabriek Totally Integrated Automation Portal
Als machinebouwer en integrator geniet u van een kortere "time-tomarket" en van een hogere productiviteit dankzij simulatietools en bijkomende functies voor diagnose en energiebeheer. De koppeling aan het managementsysteem creĂŤert bovendien meer flexibiliteit. Maak gebruik van deze en andere mogelijkheden van TIA Portal. TIA Portal is meer dan een tool, het is de perfecte toegang tot automatisering in de digitale fabriek.
www.siemens.be/industrie