driemaandelijks tijdschrift over industriële automatisering en aandrijftechniek
september 2016 NR 205
DOSSIER
Driemaandelijks tijdschrift van FIMOP & Belgitrans - 46e jaargang September - oktober - november 2016, Afgiftekantoor Turnhout - P309959
‘Eco-engineering van machines’
p17 – InduMotion kiest voor een dynamisch logo p31 – Ingenieur Marlies Van den Heede heeft als repair engineer haar droomjob gevonden p34 – De gevolgen van de ErP-richtlijn voor machine- en systeembouwers p36 – Organisatie Indumation.be 2017 is klaar voor vierde editie
Mijn bedrijf is heel bedreven in het recycleren. Wij laten onze gebruikte smeerolie ophalen door een geregistreerd inzamelaar.
Gebruikte smeerolie is een gevaarlijke afvalstof. Daarom gelden er strenge regels voor de opslag, het transport en de verwerking ervan. Alleen als de smeerolie van uw bedrijf wordt opgehaald volgens de procedure die OVAM, LB of OWD voorschrijft, kan ze op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt. Reken dus op een geregistreerd inzamelaar om uw olie op te halen. Dan bent u zeker dat bij u in het bedrijf alles gesmeerd loopt.
TIP: kleine hoeveelheden gebruikte smeerolie kunnen recht geven op een forfaitaire vergoeding. Ontdek alle details op www.valorlub.be
EERST SMEREN, DAN RECYCLEREN
valorlub.be
edito door Jo Verstraeten voorzitter fimop
Gebruik uw energie twee keer De warmterecuperatie van een niet zo grote compressor (75 kW) die slechts 2.000 uur per jaar werkt geeft een vermindering van CO2 uitstoot van 46 à 58 ton per jaar. Een berekening voor een 200 kW compressor die 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 werkt komt op circa 650 ton minder CO2 uitstoot per jaar! Deze berekening doet nadenken over hoe onze ondernemingen energie maximaal kunnen benutten. Aan energie hangt een dure factuur dus gebruik uw energie twee keer! In ons dossier eco-engineering zal u nog andere voorbeelden vinden die u kunnen inspireren.
‘Het zijn immers onze leden die in de industrie alles aandrijven en letterlijk laten bewegen.’
Voorts vertelt in dit nieuwe nummer innovatiemanager Jef Broeckx van Exmore dat jonge technici niet meer kunnen solderen. ‘Maar hoe bouw je dan een prototype?’, stelt hij luidop de vraag. Een aandachtspunt waar de docenten van de verschillende technische hogescholen en universiteiten in België extra alert voor moeten zijn.
Inmiddels wordt achter de schermen hard gewerkt aan de juridische fusie van FIMOP en Belgitrans. In dit nummer stellen we u alvast het nieuwe logo voor van de fusievereniging InduMotion. Het is een dynamische rode i met een gedraaide en ‘bewegende’ m. De twee letters komen van het samengestelde woord Indu en Motion, waarmee de doelgroep van onze vereniging wordt aangeduid. Het zijn immers onze leden die in de industrie alles aandrijven en letterlijk laten bewegen. Onze leden zijn actief in vier technologieën: pneumatica (met vacuüm technologie en compressoren), hydraulica, mechanische aandrijvingen en elektrische aandrijvingen. Deze technologieën hebben raakvlakken en de grenzen vervagen. InduMotion wil er daarom ook zijn voor alle bedrijven actief in gecombineerde en aanverwante technieken zoals bijvoorbeeld meet- en regeltechniek, sensoren, besturingen met industriële pc’s, PLC’s … Op de middenpagina van dit nummer ziet u de officiële ‘geboortefoto’ van de fusievereniging InduMotion. Vanaf 1 januari 2017 zal deze nieuwe vzw de belangen behartigen van iedereen die actief is in de aandrijftechniek en industriële automatisatie. Tot slot wil ik Ludo De Groef (Esco Drives) bedanken voor zijn jarenlange inzet als lid van de redactieraad van Automation Magazine en lid van Belgitrans. Het zal niet eenvoudig zijn om een opvolger te vinden met zoveel expertise.
automation magazine september 2016
3
PLC EN MODEM VERENIGD
V2
Controller PFC200 3G Totaaloplossing in compacte bouwvorm • Controller met geïntegreerde GPRS en SMS modem • Uiterst veilig dankzij IPsec, OpenVPN en firewall implementatie • Compatibel met micro simkaart en SMA antenne
www.wago.com/pfc200 www.wago.be
info-be@wago.com
V3
colofon
inhoud
FIMOP Belgische vereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van materiaal voor industriële hydraulica, pneumatica, automatisatie en aanverwante technieken. Lid van het Europees comité CETOP.
BELGITRANS Belgische beroepsvereniging voor industriële aandrijftechnieken: mechanisch, elektrisch, mechatronisch en hydrodynamisch.
vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel tel. +32 471 20 96 73 info@fimop.be www.fimop.be
vzw BELGITRANS Villalaan 83 – 1190 Brussel tel. +32 2 534 15 15 info@belgitrans.be www.belgitrans.be
RAAD VAN BESTUUR Jo Verstraeten: Voorzitter Marcel De Winter: Secretaris Jeroen Dieusaert: Penningmeester Hugues Maes: Bestuurder Paul Vermeiren: Bestuurder Jean-Pierre Vanderkelen: Bestuurder Yves Meulenijzer: Bestuurder
RAAD VAN BESTUUR Geert Heyvaert (MGH) Dieter Van Schoors (Siemens) Luc Van Hoylandt (Act in Time) Luc Roelandt (GKN Stromag Benelux) Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) Dick Ter Welle (Hansen Industrial Transmissions)
TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Maciej Szygowski (Doedijns Fluidap)
TOEZICHTHOUDERS Marc Goos (Transmo)
LEDEN 2016 Abflex Group – Asco – Atlas Copco Compressors – Aventics – Boge Compressors – Bosch Rexroth – Brevini Fluid Power – Burkert Contromatic – Clippard Europe – CQS Technologies – Compair Geveke – Doedijns Fluid Industry – Donaldson Ultrafilter – EFC – Eriks – Euregio Hydraulics – Festo Belgium – Fluidtech – Gates Europe – Hansa-Flex – Hupico – Hydac – Hydraulic Assistance – Hydraumec International – Hydrauvision – Hydro Tools – Ingersoll Rand Benelux – IPAR Industrial Partners – K-Flex – Manuli Fluiconnecto – Motrac Hydraulics – Norgren – Pall Belgium – Parker Hannifin – Pirtek Benelux – Poclain Hydraulics – Protec – Rem-B – Service Hydro – SMC Pneumatics – Stäubli – Testo – Van De Calseyde – VB Parts Hydraulic – Vameco – Vansichen – Vermeire Motion – WTS Hydraulics
LEDEN 2016 ABB (Asea Brown Boveri) – Act in Time – ATB Automation – AVD Belgium – AZ Hollink Belgium – Bauer Gear Motor – Bege Aandrijftechniek – Brammer – Brevini Benelux – CET Motoren – Defawes – Eriks – Esco Drives – Gearcraft – GKN Stromag Benelux – Habasit Belgium – Hansen Industrial Transmissions – KTR Benelux – MGH – Motoren Francoys – Optibelt – Renold PLC – Rotero Belgium – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – Tas L & Co – Transmo – Van Houcke – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – Yaskawa Europe
Automatica 2016
P3 EDITO: Gebruik uw energie twee keer. P5 INHOUD P7 DOSSIER: Bestaat er een universeel eco-vriendelijk machinedesign? P17 Nieuw bestuur InduMotion kiest een dynamisch logo. P19 Robotproductie blijft records breken. P20 Exmore: ‘Wij zien hier elke dag het scheppingsverhaal in het klein.’ P22 Automatiseringsoplossingen Turck Multiprox: van sensor tot resultaat.
AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsverenigingen FIMOP en Belgitrans. Het verschijnt in maart, juni, september en december. REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jo Verstraeten vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel info@fimop.be www.fimop.be REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Ludo De Groef, Marcel De Winter, Hugues Maes, Patrick Polspoel, Luc Van Hoylandt, Jo Verstraeten (Voorzitter), Ing. Roger Stas SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@fimop.be info@automation-magazine.be
REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be LAY-OUT Ruth Vanvelthoven OPLAGE 8.000 ex. NL + 3.000 ex. FR De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité. Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie. Alle artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Automation Magazine paraît aussi en français.
P27 Perslucht gebruik je met verstand. Festo op bezoek bij brouwerij Achouffe. P29 AGORIA: Omzetstijging voor de technologische industrie. P31 INTERVIEW: ‘Repair engineer zijn, is voor mij een droomjob!’ P34 De gevolgen van de ErP-richtlijn voor machine en systeembouwers. P36 Indumation.be 2017: ‘Smart all the way!’ P39 FEDA lanceert technische boekenreeks. P41 PRODUCTEN P45 TECHTELEX
FIMOP 2016
©
automation magazine september 2016
P46 OPINIE: Ecodesign van aandrijvingen.
5
Uw toegang tot automatisering in de digitale fabriek Totally Integrated Automation Portal
Als machinebouwer en integrator geniet u van een kortere "time-to-market" en van een hogere productiviteit dankzij simulatietools en bijkomende functies voor diagnose en energiebeheer. De koppeling aan het managementsysteem creĂŤert bovendien meer flexibiliteit. Maak gebruik van deze en andere mogelijkheden van TIA Portal. TIA Portal is meer dan een tool, het is de perfecte toegang tot automatisering in de digitale fabriek.
www.siemens.be/industrie
Dossier WOORD IR. Alfons Calders | BEELD Automation Magazine
Bij ontwerp machines vaak onvoldoende zicht op toekomstige gebruiksnoden
BESTAAT ER EEN UNIVERSEEL ECO-VRIENDELIJK MACHINEDESIGN? Bij de ‘eco-engineering’ van een machine moet men niet alleen stilstaan bij de elektrische, pneumatische, hydraulische, mechanische ... aandrijvingen. Men moet kijken naar alle energiegebruikers van de machine. Dat wordt bewezen met een studie van Sirris rond CNCmachines waaruit blijkt dat slechts enkele procenten van het opgenomen elektrisch vermogen effectief gebruikt wordt om het gereedschap aan te drijven. Eco-engineering is bij het ontwerp (het design) en het gebruik van een machine ervoor zorgen dat het geheel functioneert op de meest efficiënte, energiezuinige en milieuvriendelijke manier. In de Sirris-studie was de stand-by functie – het ‘klaar staan’ van de hulpaggregaten van de CNC-machine bij stilstand – een belangrijke energieconsument. Maar dat is geen excuus om niet stil te staan bij het ecodesign van de aandrijvingen. Een tweede belangrijke bemerking is dat ecodesign van een aandrijflijn meer is dan implementeren van energiezuinige componenten, denk aan IE4-motoren. De Europese ecodesign standaard voor aandrijftechniek in elektrisch aangedreven machines is EN50598. Deze legt er ook de nadruk op dat – naast de componenten – aandacht moet gaan naar het combineren van componenten (aansturing, motor, transmissie ...), het energiegebruik en de effectieve verliezen van het volledig systeem. Belangrijk hierbij is dat de automation magazine september 2016
componenten in dat systeem moeten bekeken worden in hun effectieve werkingspunten waarin de aandrijving wordt belast. Men mag niet in de val trappen om enkel de motorefficiëntie in hun optimale werkingspunt te vergelijken. Een groot probleem bij ecodesign is ook dat er tijdens het ontwerp dikwijls onvoldoende inzicht is op de reële gebruiksnoden waarin de machine zal worden ingezet. En omstandigheden veranderen, productie-aantallen worden aangepast, producten veranderen wat een aanpassingt vergt aan de machine en waardoor machines of een aantal van hun componenten ‘verkeerd’ worden ingezet. Dus in andere werkomstandigheden worden gebruikt dan wat men aannam in het ontwerp. Men kan zich dan ook de vraag stellen: bestaat er zoiets als een universeel eco-vriendelijk machinedesign? Ecodesign is een discipline die veel verder gaat dan wat dit dossier kan omvatten. We houden ons daarom bij het presenteren van enkele interessante nieuwe inzichten. 7
ECO-ENGINEERING DEEL 1: ECODESIGN GERICHT OP ELEKTRISCHE AANDRIJVING Elektrische aandrijvingen nemen het belangrijkste deel van het industrieel energieverbruik voor hun rekening. De Europese Commissie becijferde dat 65 procent van het Europese industriële energieverbruik toe te schrijven is aan elektrische aandrijvingen. Maar bij ecodesign gaat het om méér dan de door de motor opgenomen energie. Het is dus logisch een artikel over ecodesign van elektrische aandrijvingen te beginnen bij de elektrische motoren. Trouwens, met het focussen op de invoering van energiezuinige motoren (EU-verordening 640/2009) wil de Europese commissie tegen 2020 zo’n 20 tot 30 procent besparen (of een jaarlijkse besparing van 135 miljard kWh, een theoretische CO2-reductie van 63 miljoen ton). Maar – zoals gesteld in de inleiding – ecodesign stopt niet bij de motor, men moet redeneren vanuit de efficiëntie van de volledige aandrijving (en van de volledige toepassing). We illustreren graag enkele spilpunten van ecodesign in de elektrische aandrijving. Dit artikel is geschreven op basis van ingestuurde suggesties en ideeën vanuit onder meer Bauer, Flanders Make, MGH (Maintenance & Gears Heyvaert), Omron, SEW, Siemens, Sirris, WEG Motors, ... Volledigheid is overigens geen streefdoel geweest. Energiezuinige motoren Motoren worden in functie van hun energie-efficiëntie ingedeeld in vier efficiëntie-klassen IE1, … ,IE4 (IEC/ EN 60034-30 norm, met rendementen gedefinieerd in IEC/TS 60034-31): IE1 (inefficiënt), IE2 (standard efficiency: meer dan 94 procent voor motoren vanaf 200 kW), IE3 (Premium efficiency, meer 95,8 procent voor motoren vanaf 200 kW,) en IE 4 (super premium, meer dan 98 procent rendement voor motoren vanaf 200 kW). Volgens EU 640/2009 moeten vanaf 1/01/2017 motoren met een nominaal vermogen van 0,75 tot 375 kW (nu nog vanaf 7,5 kW) voldoen aan het IE3-niveau. Ze mogen nog enkel van IE2-niveau zijn als ze werken via een frequentieomvormer.
Rendement van de verschillende IE-klassen als functie van vermogen (4 polen, 1500 tpm) 8
De richtlijn en de bijhorende normen slaan enkel op elektrische driefasige 50 Hz- of 60 Hz-kooiankermotor (nominale spanning tot 1 kV, nominaal vermogen van 0,75 kW tot 375 kW). Er is dus geen EG-verplichting, noch normering voor motoren met lage vermogens of voor synchrone motoren (synchrone reluctance motors) en permanent magneet motoren. Met andere woorden: de IE4-permanent magneetmotoren vallen niet onder de normering, want het zijn (meestal) geen kooiankermotoren. Dat is natuurlijk spijkers op laag water zoeken, want de IE-klasse duidt op de energiezuinigheid. En een energiezuinige motor is niet enkel belangrijk voor het directe energieverbruik van de fabriek. Een energiezuinige motor heeft ook zijn impact op onderhoud. We verklaren dit even. De belangrijkste energieverliezen van de kooiankermotor komen van de Foucaultstromen in het blikmateriaal en energieverliezen door inhomogeniteiten in het aluminium anker. Bij energiezuinige motoren is die warmteontwikkeling een stuk lager, maar zeker bij grote motoren nog niet te verwaarlozen. Wat zeker niet te verwaarlozen is, is de lagere impact van energiezuinige motoren op de warmtebelasting van de lagerolie. En sommige motoren hebben – volgens WEG Motors – een design die deze warmte afvoert voor ze via de motoras doorstroomt naar het vet van de lagers. De levensduur en de gebruiksbetrouwbaarheid van de lagers zullen met ‘koudere’ motoren sterk verhogen. Motoren energiezuinig gebruiken Een elektronische snelheidssturing – een zgn. frequentiesturing wordt dikwijls als energiebesparend element naar voor geschoven. Deze doet echter het energetisch rendement van de AC-motor afnemen. Wat niet wegneemt dat een met drive aangestuurde AC-motor ook energetisch in vele gevallen de juiste oplossing is. Bijvoorbeeld: bij ventilatie kan men het energieverbruik verlagen door de ventilator niet steeds op maximum vermogen te laten draaien, maar haar debiet te regelen via de ventilatorsnelheid. Dit is energetisch beter dan een smoorklep toe te passen of gewoon onnuttig te werken met overkoeling. De ganse toepassing (ventilator, compressor ...) aangepaster laten functioneren aan de bedrijfsnoden zal heel wat energie doen besparen. In steeds meer gevallen is de snelheidsregeling echter functioneel: nodig om
Dossier
Maar ondanks dat een frequentiesturing de motor op zijn toepassing kan afstellen, moet er op gewezen worden dat ecodesign en energiezuinigheid begint met het plaatsen van juist gedimensioneerde componenten. De motor (en ook de andere aandrijflijn componenten, zoals reductiekast, as en lagering ...) moeten zo te dimensioneren worden dat ze maximaal in hun meest efficiënte werkingspunt worden benut (en dat betekent voor motoren: rond nominale toeren en koppels draaien). Dus bij motorselectie niet overdimensioneren. En dat ‘draaien rond het nominaal toerental’ speelt ook in het voordeel van de IE4 permanent magneetmotoren omdat ze permanent gestuurd worden via een drive en over het ganse gebruiksgebied een hoog rendement hebben. Als illustratie een case ingezonden door Bauer. Het betreft een toepassing in een chemische plant in Fresenius Kabi Oostenrijk. In deze fabriek die 24 uur op 24 fabriceert, werden IE2-motoren van 18.5 kW (91.2 procent efficiëntie) vervangen door 7,5 kW IE4-motoren. Het is een toepassing waar oorspronkelijk roerders in een vat werden aangedreven met een constante snelheid van 105 toeren/min. De belasting was gemiddeld 1,632 Nm, wat betekende dat gemiddeld slechts 10,5 kW werd gevraagd, waardoor de motorenergie-efficiëntie nog daalde tot 89,6 procent. Er werd eerst een frequentiesturing geplaatst die de snelheid terug bracht naar 53 toeren/ minuut. Op basis van deze ervaring werd een kleinere IE4 asynchrone motor (motorgrootte 132, gewicht 56 kg) met frequentiesturing geplaatst met een efficiency van 92.6 procent bij nominaal toerental (onder 90 procent zakkend bij lagere belasting). Bauer verving die door een 7,5 kW IE4 permanent magnetic synchrone motor (PMSM) (motorgrootte 112, gewicht 31 kg, energie-efficiëntie constant boven 92 procent) met motorreductor. Door de mixersnelheid te variëren in functie van de hoeveelheid in het vat kon men de energiebesparing in vergelijking met de oorspronkelijke configuratie verhogen tot 35 procent. Dit voorbeeld is tevens een illustratie van een systeembenadering, waarbij de motor eigenlijk de laatste keuzestap was. Let op het motortype, de motordimensie en het motorgewicht Een overgedimensioneerde motor zal steeds meer verbruiken dan een juist gedimensioneerde. En er zijn ook de secundaire effecten: lawaai, onderhoud. Er is de impact van de grootte (op inbouwplaats) en het motorgewicht (op de sterkte van de steunstructuren), zeker voor motoren opgebouwd op mobiele platformen. Gewicht dat men moet meesleuren, vergt energie. In dat motorgewicht is er de laatste vijf jaar een belangrijke positieve evolutie geweest. Volgens de Braziliaanse motorleverancier WEG zijn haar nieuwe automation magazine september 2016
Flanders Make en Picanol onderzochten hoeveel olie nodig is om de lager op een weefgetouw te laten draaien en te koelen. Door de hoeveelheid olie aan te passen in functie van de belasting kon 10 procent energie worden bespaard.
© Luk Collet
flexibeler te werken (en wordt er dus ook niet per se energie mee bespaard).
motoren niet enkel zuiniger, ze zijn voor eenzelfde vermogen ook 45 tot 55 procent lichter! En – ook nog volgens WEG – kan Europa in de strijd naar meer kW per kg/motor nog een stuk scoren door bij design af te stappen van haar (slechte) gewoonte om in alle industriële omgevingen (zware) gesloten industriemotoren te gebruiken. In de VS, China, Indonesië ... gebruikt men voor medium en high voltage toepassingen meestal IP23-motoren met open design. Zeker in ‘propere’ toepassingen, zoals in chillertoepassingen, in een compressor of in een machine. In meer vuile omgevingen wordt er een omkasting voorzien, en in extremis een IP24-motor gebruikt. Ook IP24-motoren hebben open luchtsleuven in hun behuizing. Door die luchtsleuven is de motorkoeling beter en volstaat in vele gevallen een kleinere motor. Dus ook kleine motorsteunen, lichtere constructies, e.d. Met andere woorden: een design waarin minder materiaal wordt gebruikt. Met als gevolg dat in die landen voor dezelfde toepassingen kleinere, en dus goedkopere machines staan dan in Europa. Enkel de industriemotor vervangen door een IP23! Energie-efficiëntie verhogen via lagers Naast de motoren is de lagering een belangrijk aspect. Flanders Make onderzocht samen met weefmachineproducent Picanol het energieverlies via lagers in machines. Computersimulaties gaven aan dat 60 procent van het energieverbruik van een grijperweefgetouw kan toegeschreven worden aan 9
capaciteitscondensator) die terug wordt gebruikt bij het versnellen van de lift. Hiermee wordt het elektrisch verbruik van liften met een belangrijk percentage verminderd.
Door in een installatie een industriële (gesloten) motor te vervangen door een IP23 kan soms een kleinere motor – dus een kleinere machine – voor dezelfde prestaties worden gebruikt.
wrijving in lagers. Dit ondanks de olie die er is om de lagers te doen functioneren en te koelen tijdens het draaien. Computersimulatie gaf aan dat de optimale hoeveelheid olie die hiervoor nodig is functie is van de belasting. In een labo-opstelling kon het energieverlies van één enkel lager met 26 procent beperkt worden door de oliehoeveelheid juist af te stellen op haar belasting. Een experimentele opstelling voor alle lagers op een industrieel weefgetouw resulteerde in een verlaging van haar totale elektrische energieverbruik met 10 procent! Trajectsturing, snelheidsregeling en energie-optimalisatie We spraken reeds over de drives, maar in ecodesign speelt de intelligentie in die drives een steeds belangrijkere rol. Onder andere via het softwarematig letten op het beperken of optimaliseren van versnellingen en vertragingen (trajectsturing), belangrijk bij snelle machines zoals weefgetouwen. Drivesfabrikanten leveren ook steeds intelligente softwaremodules. Denk aan het synchroniseren van assen, het realiseren van complexe snelheidsprofielen (o.a. de vliegende zaagtoepassingen) ... Optimale productiebewegingen met een minimale belasting voor de mechanische maakt een machine energetisch beter en onderhoudsvriendelijk. Dus dit is zeker een onderdeel van ecodesign. Twee voorbeelden. Op elektrisch aangedreven vorkheftrucks zien we dat de microprocessor gestuurde snelheidsregeling remenergie recupereert en terugstuurt naar de batterij. Steeds intelligentere algoritmes voor de aansturing van de rijsnelheden zorgen ook voor energiebesparing. Een andere belangrijke toepassing van energierecuperatie is de liftaandrijving die SEW aanlevert. De eerste stap is er besparen op onderhoud van onder andere de bekabeling door draadloze energie-overdracht via inductiemodules. Dan is er de energiebesparing door het SEW energiemanagementsysteem: het optimaliseren van de verschillende liftbewegingen (start, versnellen, run, vertragen en stoppen), het opslaan van de energie van het vertragen in supercaps (hoge 10
Let op de aansturing, de stoptijden en de randfenomenen Stelregel is dat het totale energieverbruik evenredig is met het type en de tijd van gebruik en de bij gebruik benodigde vermogens en omgekeerd evenredig is met de behaalde efficiëntie tijdens dat gebruik. Er zit dan ook heel wat besparing in het permanent aanpassen van het geleverde aan het benodigde vermogen, het softwarematig tunen van de bewegingen ... Maar, nog meer – de rollenbanen op de luchthavens, een case van Vanderlande, bewijzen dat – wordt bespaard met het zo snel mogelijk afschakelen als er geen taken zijn (zoals het energieloos zetten van aandrijvingen). Dat leverde Vanderlande tientallen procenten energiebesparing, zonder zelfs iets aan de apparatuur te veranderen. Men moet hiervoor de sturingsalgoritmen bekijken met energiebesparing en duurzaamheid in het achterhoofd. Piekstromen van motoren bij opstart is blijkbaar – door de supercaps – een overwonnen probleem. Hierbij refererend naar het SEW-energiemanagementsysteem op basis van supercaps zoals het is toegepast bij De Coene Products (productie van branddeuren). Hier werden grote besparingen op de kwartuur-piek gehaald door met die supercaps de piekstromen van zware motoren weg te werken. Het gaat er om een multidriveopbouw over twee zware manipulatoren met één gemeenschappelijke DC-bus vanaf waar de eindtrappen van de verschillende frequentiesturingen worden gevoed. Op de gemeenschappelijke DC-bus staan ook supercaps. Hierdoor is het mogelijk het energiebeheer van de machine te optimaliseren, remenergie tijdelijk op te slaan in de supercaps en te gebruiken om de stroompiek van startende motoren (tot 8 maal de nominale stroom) te leveren. KIJK NAAR ‘TOTAL COST OF OWNERSHIP’ Bij de case van Vanderlande – die in totaal een transportbandsysteem leverde die 80 procent minder energie verbruikt – bleek ook een belangrijk deel van de nutteloze energieconsumptie te zitten in zijfenomenen. Er zat bijvoorbeeld een mechanische unit op de band om deze op spanning te houden. Deze optimaal houden laat toe de motoren minder te overdimentioneren. Dergelijke modificaties in een bestaand ontwerp kunnen behoorlijk wat energie doen besparen. Maar laten we eerlijk zijn: dergelijke ingrepen maken de opbouw complexer en de aanschafprijs meestal duurder. Na pakweg drie jaar is die meerinvestering meestal dik terugverdiend. Maar als de klant geen ‘cost of ownership’ maar wel ‘de startinvestering’ als beslissingscriterium bij aankoop hanteert, zijn ecodesign-oplossingen in tal van gevallen ten dode opgeschreven.
ECO-ENGINEERING DEEL 2: ECODESIGN IN PERSLUCHTSYSTEMEN Ongeveer 10 procent van de in de industrie gebruikte energie gaat naar de productie van perslucht. Perslucht staat bekend als een vrij gemakkelijke energievorm om snelle, eenvoudige bewegingen goedkoop uit te voeren. De basisinstallatie – compressor en het leidingnet– is in vele bedrijven nog aanwezig. De persluchttoepassing zelf - inclusief automatisering zelf (ventielen, cilinders...) – op zich is vrij goedkoop. Bekijken we de total cost of ownership van een persluchtinstallatie dan gaat 15 procent van de kosten naar de installatie, evenveel naar onderhoud en 70 procent is de energiekost voor de productie van perslucht. En wat erger is: volgens de wet van behoud van energie wordt 100 procent van de elektrische energie omgezet in warmte. Natuurlijk worden er per toepassing een aantal procenten gebruikt om ‘nuttige arbeid’ te verrichten, maar het gaat om slechts enkele procenten. Perslucht is dus – zeker als er geen of weinig warmterecuperatie is – als energievorm bij opwekking duur en weinig efficiënt. Bovendien wordt met perslucht vaak onverantwoord omgesprongen. We spreken bijvoorbeeld over het kwistig afspuiten van voorwerpen, perslucht gebruiken als ‘bezem’ om vuil uit de weg te ruimen, het stomweg laten open staan van een ventiel op een flexibele persluchtleiding, het niet herstellen van sissende dichtingen... maar ook over het drukloos brengen van ventielen dat nog dikwijls gebeurt door afblazen van de perslucht. Uit een snelle screening van mogelijkheden onthouden we dat er heel wat (eco-gelieerde) budgetten bijna stommelings verloren gaan. Zowel de (om)bouw van een persluchtinstallatie als het onderhoud kan energetisch – maar ook financieel – heel wat winst opleveren. Hoe een motivatie vinden om de verliezen te recupereren? Vraag uw directie om de elektriciteitsrekening van de productie toe te voegen aan uw onderhoudsbudget. Het voordeel? U kunt met gelijk budget, door te besparen op perslucht’fouten’ (te warm aanzuigen, ongebruikte afvalwarmte, persluchtlekken ...) heel wat budget vergaren wat u dan kunt gebruiken om nuttige onderhouds- en investeringswerken uit te voeren! Dit artikel is tot stand gekomen met tips en ideeën van verschillende bedrijven, waaronder Atlas Copco, Boge, Festo, Geveke, Parker, SMC Pneumatics, Sirris en redactielid Roger Stas. De basisinstallatie verzorgen Weinig perslucht wordt direct bij de ‘gebruiker’ opgewekt. Bedrijven beschikken over een ‘centraal’ compressorhuis en een leidingnet voor de persluchtdistributie. De start is de juiste plaats van aanzuigen van de lucht. In de eerste plaats de aanzuigtemperatuur van de lucht: zuig aan vanuit een koele kelder (waar natuurlijk geen opslag is van automation magazine september 2016
oplosmiddelen, e.d.) of minimaal vanuit een koelere schaduwplaats. Een compressor met koudere lucht voeden kan procenten (gemiddeld spreekt men van 5 procent) besparing opleveren. Vuistregel: 1 m³ lucht van 10°C geeft 7 procent (303/273=1,07) meer capaciteit dan aangezogen lucht van 30°C. Voldoende ventilatie en voorgekoelde perslucht resulteren ook in een efficiëntere persluchtnabehandeling (vooral de droger en de olie- en oliedampafscheider). Aanzuigen naast een vrachtwagen die staat te draaien zal uw luchtzuiveringsinstallatie zwaar belasten. Dan is er de keuze van de compressor. Startend met de grootte (voor de bedrijfszekerheid: één of meerdere om de totale debieten te leveren) en de basisdruk (gelijk aan de minimaal benodigde persluchtdruk of verschillende compressoren en gescheiden netten voor een hoge en lage persluchtdruk). Het eerste aandachtspunt is zeker het onderzoek naar de laagst mogelijke persluchtdruk die de productie vraagt. Hoe lager de werkdruk, hoe lager het energieverbruik. Denk hierbij aan de vuistregel dat elke bar drukvermindering 7-8 procent energiewinst betekent. Ook is het nuttig na te gaan of warmterecuperatie van de compressorkoelers kan omgezet worden in (economisch) nuttig verbruik. Dikwijls is het enig mogelijk nuttig gebruik van deze warmte op lage temperatuur ruimteverwarming. Een snelle berekening leert dat een 75 kW olie-geïnjecteerde schroefcompressor, ingezet als basismachine, die 2000 h per jaar op vollast draait en als het complete compressorvermogen zou kunnen benutten worden, het jaarlijkse stookolieverbruik van een verwarmingsketel doet dalen met circa 21.700 liter (1kW=1/0,278 MJ/h, warmte-inhoud van stookolie 35,5 MJ/l , rendement verwarmingsinstallatie 70 procent). Als alternatief kan men ook de warmte (op hogere temperatuur) van de oliekoeler gebruiken. Dit vergt de aanbouw van een oliewaterwarmtewisselaar. De oliekoeler voert ongeveer 80 procent van het compressorvermogen af, wat in ons voorbeeld neerkomt op 60 kW recuperatie, het equivalent van circa 17.400 l/jaar stookolie voor de verwarmingsketel. Afhankelijk van de gewenste watertemperatuur (meestal 55°C voor centrale verwarming en 70°C voor sanitair of proceswater) geeft dit een warmwaterproductie van 1 tot 2 m³/h. 11
verkorten en gelijktijdig worden de elektrische stroompieken bij startende elektrische motor vermeden. Dat laatste aspect, dat toch heel wat geld op de elektriciteitsrekening kan doen besparen, wordt meestal niet meegenomen in de kostprijsberekening van de gekozen oplossing. En dan zijn er de ‘onbenulligheden’ die toch energie kunnen besparen. Waarom bijvoorbeeld geen timer of drukhoudventielen voorzien zodat de compressoren worden gestopt buiten de werkuren (tijdens feestdagen, ’s nachts en tijdens lunchpauzes). Kijk wel na of er geen ‘hold-functie’ is waarbij perslucht nodig is om een situatie in stand te houden. Misschien deze vervangen door een elektrisch of een mechanisch systeem?
Een extra warmtewisselaar op de compressor maakt warmteterugwinning mogelijk.
Mits een correcte bestemming van de gerecupereerde warmte kan de investering voor ombouw en leidingen binnen een aanvaardbare termijn afgeschreven worden. Nakijken en berekenen dus! Snelheidsregeling of afschakelen? Verliezen afschakelen! Bij lage vermogens en bij lage belasting is een pure startstopregeling waarschijnlijk het meest efficiënt. Als de compressor voor meer dan 80 procent van zijn capaciteit gebruikt wordt, is een vollast-nullast-uit regeling economisch verantwoord. Vuistregel is dat het elektrisch verbruikt van een compressor in vollast ongeveer 0,1kWh/m³ bedraagt en dat bij draaien op nullast de compressor zo’n 10 à 35 procent van zijn nominaal vermogen verbruikt. Als de persluchtafname permanent, maar fluctuerend is tussen 50 en 100 procent, dan is de investering in variabele toerenregeling zeker nuttig. De drukfluctuaties in het persluchtnet worden verminderd, de nullasttijden
En waarom geen flow/drukmeter op de uitgaande compressorleiding zetten om het ‘nulverbruik’, het verlies als er geen consumenten lucht afnemen, te meten? Weer een vuistregel: vermenigvuldig de weggelekte m³ lucht met een bedrag van 1 eurocent per m³ (zeer conservatief gerekend, zelfs 10 eurocent als je de investering, onderhoud en de energie van de persluchtproductie inclusief de koeldroger en filters bijneemt). En waarschijnlijk zal blijken dat het resultaat geen verwaarloosbaar bedrag is. Het leidingnet professioneel bekijken In een goed ontworpen en geïnstalleerd persluchtnet is er aandacht gegeven aan de berekening van de persluchtbuffers. Bijhorend natuurlijk het juist dimensioneren van de nodige voorzieningen (filters, drogers bij de compressor) om het ontstaan van condenswater in de leidingen te vermijden (hoe droger de lucht, hoe minder condens nadien). Goed dimensioneren is echter ook nodig om de drukval over te filter te beperken. Vuistregel: elke 1 bar drukval consumeert 7 procent primaire energie van het compressorvermogen op. Hou in het ontwerp van het leidingnet rekening met de reële (dus voor de productie zo laag mogelijke) druk en reken niet – zoals standaard – met een systeemdruk van 7 bar(o). De meest gebruikelijke toepassingen voor de teruggewonnen energie zijn onder meer procesverwarming, verwarming van ruimtes en waterverwarming. 1 Aanvoer koud water 2 Uitgeblazen warme koellucht 3 Elektrische voeding 4 Aangezogen omgevingslucht 5 Recuperatie warmte van het oliecircuit 6 Opgewekt warm water 7 Distributie van het warme water
12
Dossier De primaire drukval over koeler en droger wordt meestal beperkt tot 0,3 bar, maar deze stijgt snel met de vervuiling. Vandaar moet de nodige aandacht gaan naar het regelmatig reinigen van de filterinstallatie / vervangen van de filterelementen. Motiveer dat via permanente drukvalmeting en auditieve alarmen. Geef ook de nodige aandacht aan het plaatsen van condensaatpotten in lagere delen van de leidingen waardoor men ophopend condenswater zonder persluchtverlies uit de leidingen kan verwijderen. Iedereen weet het: condenswater is nefast voor corrosie en veroorzaakt de groei van micro-organismen die de automatiseringscomponenten doen falen. Hoe energiezuiniger de achterliggende automatisering, hoe gevoeliger aan vervuiling. Het condenswater – zeker van de oliegesmeerde compressoren – bevat olie en moet via een olie-waterscheider worden afgevoerd. En tot slot een open deur intrappen. Naar energieverlies is zeker de diameter van de persluchtleiding, naast de lengte en het aantal bochten in het traject belangrijk. De nieuwste persluchtleidingen maken gebruik van zgn. ‘aerobochten’ om de drukval in bochten te verminderen. Bezuinigen op buisdiameter is perslucht duurder maken. Ook treden er met de dunne leidingen bij grootverbruik belangrijkere drukschommelingen op. Ringleidingen kunnen helpen deze te beperken. De leidingdiameter is een compromis, want een overdreven buisdiameter maakt de installatie duurder en verhoogt de tijd om de persluchtleiding na stilstand terug op druk te brengen.
‘Hoe energiezuiniger de achterliggende automatisering, hoe gevoeliger aan vervuiling.’ En zoals reeds is gezegd: bij de aanleg van een installatie is de inbouw van voldoende controle zeer belangrijk. Dat dit belangrijk is bewijst het ESIMA research project (Energy-autonomous Sensors and Interaction with Mobile Users), een onderzoeksproject van de EG, waar men de energieconsumptie meet tot op het niveau van de werkplek en de individuele gebruiker. Extra meetinstrumenten – en men spreekt er over draadloze meetsystemen en rapportering op mobiele pannels – zijn volgens dit project geen verloren kost. Vandaag zeker rendabel: de controle op leeglastverbruik, op de drukverlies bij filters en drogers. Het helpt bij het tijdig plannen van onderhouden van de installatie, waardoor het energieverbruik daalt. En zeer belangrijk is een bestudeerde aanleg van de leidingen waardoor het aantal mogelijke lekplaatsen verkleint. En bij lekken: repareer ze niet enkel, los de oorzaak voor eens en altijd op. Niet dat dit het regelmatig opsporen van lekken onbelangrijk zou maken, maar het beperkt de kans op het ontstaan van lekken. automation magazine september 2016
Een blaaspistool met speciale energiebesparende nozzle: minder perslucht voor meer kracht.
Keuze van perslucht als beste energiedrager En dan zijn er de gebruikers. De permanente vraag moet zijn: ‘Is het eco-verantwoord om deze toepassing op perslucht te hebben of zijn er betere oplossingen?’ Het kan nuttig zijn om persluchtaandrijvingen te vervangen door elektrische. We denken dan aan bewegingen waar een draaiende motor ideaal voor is. Voor aandrijving van draaiende bewegingen kan men tot 2,5 maal energieefficiënter zijn elektrisch, dan wel pneumatisch. Maar een storing aan een persluchtaandrijving kan vaak (tijdelijk) door de operator worden hersteld terwijl voor een reparatie aan een elektrische aandrijving een elektrotechnisch monteur moet worden opgeroepen. In nachtshiften kan dit heel wat tijd nemen voor de productie weer op gang is. Denk in dit verband ook aan de handgereedschappen. Hier speelt echter mee dat persluchtgereedschap dikwijls lichter en bedrijfszekerder zijn, dat ze minder onderhevig is aan ‘verdwijnen’ door diefstal. Ook kan men er gemakkelijker mee krachtbeperkingen invoeren (aandraaien van bouten met gecontroleerde kracht). Reinigen doet men met speciale nozzles of pulserende blowguns die tot 35 procent aan luchtconsumptie besparen: minder perslucht voor meer kracht. En waarom stof niet wegdoen met een bezem of een stofzuiger, desgevallend een vacuümzuiger op perslucht. Dat is economischer dan wegblazen met perslucht en de arbeidsomstandigheden (minder stof en minder lawaai) zijn dan meegenomen. En moet het met perslucht, gebruik dan energiezuinige nozzles. Er is de laatste jaren heel wat evolutie geweest naar hoogrendementspersluchtapparatuur. Bekijk de mogelijkheden samen met uw leverancier. 13
ECO-ENGINEERING DEEL 3: ECODESIGN VAN HYDRAULISCHE SYSTEMEN Hydraulische aandrijvingen hebben een hogere energiedichtheid dan elektrische. Daardoor kan men met compactere machines grote vermogens leveren. Hydraulische systemen vinden we daarom in zware industriële persen zoals bij metaalplaatvervorming, maar de meeste toepassingen vinden we nog steeds in de mobiele wereld. Er zijn de (goedkope) lage druk systemen (hydraulische druk lager dan 120 bar) algemeen gebruikt in vuilniswagens, betonmixers ... Goedkoop, compact en energiezuinig ... Dat ‘monopolie’ voor hydraulica staat echter in vraag. Een voorbeeld: bij de firma De Buf Hydrauliek werd een full elektrisch aangedreven rijdende betonmixer uitgebracht. Dit wegens ecoredenen, niet zozeer energie-efficiëntie, maar vooral voor betere emissies en geluidsnormen in stedelijke omgevingen. Het tweede marktsegment zijn de zware, soms hoogtechnologische systemen, soms met interne drukken van meer dan 400 bar (het onderstel van een vliegtuig, de rij- en graafinstallatie op een vorkheftruck, bulldozer of graafmachine ...). Hier is hydraulica nog niet te kloppen. Een hydraulische installatie omvat een breed gamma componenten: hydraulische pompen, hydromotoren, oliefiltratie, ventiel(eiland)en, hydraulische cilinders, leidingsystemen (hoge drukslangen), (snel)koppelingen, montagebeugels en toebehoren. Levensduur (eigenlijk de total cost of ownership) en het rendement bij gebruik zijn hier belangrijk. De aankoopkost is minder belangrijk dan de werkingskost en betrouwbaarheid: korte stilstandstijden, gemakkelijk onderhoud en reparatie ... en lage kosten voor wisselstukken en verbruiksgoederen. Even belangrijk is het lekvrij zijn van de installatie. De
oliefilm op de cilinders is dan misschien maar enkele micron dik, maar ook deze film mag geen aanleiding geven voor milieuvervuiling. En omgekeerd: het milieu mag de olie niet vervuilen. Steeds belangrijk wordt het geproduceerd geluidsniveau. En de lat wordt steeds hoger gelegd: hydraulische groepen worden steeds krachtiger en nauwkeuriger, meer schakelbewegingen, toepassing van proportionele sturingen, ... Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de inbreng van specialisten van Bosch Rexroth, Flanders Make, Motrac Hydraulics, Oilsense, Service Hydro en Sirris. Hydraulica en ecodesign Ecodesign in hydraulica is dikwijls ook ecobeheer. Dat start bij het olieverhaal. Statistieken geven aan dat 80 procent van de storingen in hydraulische systemen – ongeplande stilstanden, olielekken, vastlopende componenten – het directe gevolg is van vervuilde olie. Niet onlogisch, want onze hydraulische systemen functioneren op een oliefilm van minder dan 10 micron. Het vrij houden van de olie van vuildeeltjes (ISO 4406, SAE AS4059) is van primair belang. Daarnaast heeft water in de olie een even desastreus effect. Voorts is er nog het oxideren van de olie (waardoor deze slijmerig wordt), veroorzaakt door hoge werktemperaturen, water en slijtagedeeltjes van de componenten. De samenstelling van de olie en het actief zijn van haar additieven moet in orde blijven. Dat vergt regelmatig nakijken. Tal van bedrijven bieden oliecontrolediensten aan, maar in praktijk wordt er (veel te) weinig aandacht gegeven aan de olie’slijtage’. Deze oliecontroles gebeuren dikwijls door de olieleveranciers. Het gevolg is dat bij vervuilde olie dikwijls de raad wordt gegeven om de olie te vernieuwen. In vele gevallen kan de olielevensduur echter ook verlengd worden met oliefiltratie. Ecovriendelijker en kostenbesparend.
Hydrauliek is nog steeds de basis van de zware mobiele aandrijving, waar energiezuinigheid meer dan belangrijk is. 14
Ook moet de onderhoudsdienst veel aandacht geven aan het ‘zuiver’ werken bij onderhoudswerkzaamheden: het vervangen van olie (geen bijmengen met verschillende olietypes of van verschillende merken) en oliefilters (lekvrij monteren), een propere demontage en montage van stukgegane of service vergende componenten zoals pompen, servoventielen, dichtingen ... En daar knelt nog wel een schoentje.
Volgens de ervaring van Oilsense – merkonafhankelijke serviceprovider op vlak van olie – kan een doorgedreven ‘industrieel oliemanagement’ – wat méér inhoudt dan louter oliecontrole – de herstel- en onderhoudskosten van machines en de kost van olie(verversing) sterk drukken. Bijkomend zijn er de productiewinsten door verminderde machinestilstanden. Ecovriendelijke smeermiddelen Belangrijk binnen dat ‘industrieel oliemanagement’ is de aandacht voor ‘neveneffecten’, zoals het energieverbruik. Mobil geeft als voorbeeld de ‘Mobil DTE 10 Exel 46’ die het energieverbruik zou laten dalen met 2-3 procent ten opzichte van standaard hydrauliekolie. Zeker niet onbelangrijk bij grote zwaarbelaste systemen die 24 uur per dag draaien. Een rekenvoorbeeld: neem een continu (24/7) productielijn met een gemiddeld verbruik van 250 kW/h of een jaarverbruik van 2.190.000 kWh. Twee procent is 43.800 kWh. Aan 0,07 €/KWh levert dat 3.000 euro aan minder elektrisch verbruik op per jaar. In ecodesign wordt natuurlijk gekeken naar de mogelijkheden om klassieke hydraulische oliën te vervangen door biologische oliën. Deze worden gecatalogeerd binnen ISO 15380 v. Maar overstappen op biosmeermiddelen is niet altijd een kwestie van simpelweg vervangen. Alleen reeds omdat bio-oliën niet altijd gelijkwaardig zijn voor wat betreft de technische en omgevingsprestaties (werkbaar temperatuursgebied, hydraulische stabiliteit, tribologie over het drukgebied, reacties met de omgevende materialen, met de filters ...). Op Europees vlak werkt E.R.R.M.A. (The European Renewable Resources and Materials Association) sterk op deze materie. In Duitsland refereert men naar het ‘Institut für fluidtechnische Antriebe und Steuerungen’ (IFAS) van de technische universiteit RWTH in Aken. Mulitdisciplinaire aandrijving Naast de ‘olie’ is er het ‘energetisch optimaal regelen.’ Hydraulische aandrijvingen efficiënt maken kan door precies het gewenste debiet te regelen. Hierdoor voorkomt men dat er te hoge drukken opgebouwd worden en dat er een teveel aan debiet gesmoord wordt. Dit kan door elektriciteit en elektrotechniek te mengen met ‘zuivere hydraulica.’ Een elektrische aandrijving van de pomp laat toe het toerental te regelen. Men kan echter ook gebruik maken van hydraulische pompen met variabel volume, waarvan het volume elektrisch wordt ‘gemanipuleerd.’ Hiermee kan men binnen een ruime range het juiste debiet laten pompen, ook bij variatie van het aandrijftoerental van de hoofdaandrijflijn (variaties die er zijn omdat er op de hoofdaandrijflijn extra vermogen wordt van afgetapt). Beide oplossingen geven de mogelijkheid om zware systemen – gebaseerd op elektronische regeltechniek – energetisch efficiënter te laten werken.
het rechtstreeks aandrijven van de wielen van grondverzet- en landbouwvoertuigen. Hierbij drijft de verbrandingsmotor een hydraulische pomp aan die op haar beurt per wiel een motor aanstuurt. Zowel de hydraulische pomp als de hydraulische motoren hebben een variabel slagvolume. Flanders Make toonde in een onderzoek aan dat de efficiëntie van dit type aandrijflijnen gevoelig verhoogt als de elektronische aandrijfregelaar niet enkel rekening houdt met de efficiëntie van de verbrandingsmotor in zijn werkingspunt, maar ook het slagvolume van de hydraulische pomp en van elke motor aanpast aan hun werkingspunten. Een ander voorbeeld is de elektrohydraulische aandrijving Sytronix die door Bosch Rexroth werd toegepast in een balenpers voor potgrond van Willems Baling Equipment. De klassieke hydraulische aandrijving (vaste pomptoerental en via een servoklep smoren van de hydraulische olie) zou 25 kW eisen, wat teveel geïnstalleerd vermogen zou vergen. Daarom werd geopteerd voor de toerental geregelde elektrische motor die de hydraulische pomp aandrijft. De oliehoeveelheid naar de pers, de drukkracht van de pers dus, wordt nu via de snelheidsregeling van de hydraulische pomp ingesteld, waardoor de pers toekomt met ca. 10 kW. Een zeer illustratief verhaal is dat van Motrac Hydraulics. Deze ontwikkelde in haar filiaal Hydromarine de Electronic Controlled Hydraulic Shaft Generator (de EcoHySG50). De generator van een schip werd vroeger door een afzonderlijke op constante snelheid draaiende dieselmotor aangedreven. Door nu een hydraulische pomp met variabel volumedebiet en hydraulische motor via een externe controller (en de nodige software) aan te sturen, kan men de generator nu rechtstreeks op de hoofdmotor van het schip aansluiten. En ondanks alle snelheidswisselingen van de hoofdaandrijfmotor levert de generator het gewenst elektrisch vermogen en dit aan een exact betrouwbare 50 Hz-frequentie. De besparing op de installatie van een extra dieselmotor voor de generator is zowel naar investeringskost, maar ook naar onderhoud en energiebesparing een belangrijke winst. Dit inzetten van regelelektronica in een hydraulisch systeem is een mooi voorbeeld van ecodesign.
De Electronic Controlled Hydraulic Shaft Generator
Een voorbeeld hiervan is een hydrostatische transmissie, zoals ze vaak wordt toegepast voor automation magazine september 2016
15
Uit voorraad! Membraanaccumulatoren, balgaccumulatoren en accessoires
MGH, houdt uw aandrijvingen in topconditie! Avec MGH, vos transmissions aux mieux de leur forme!
MGH is dé partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen! MGH est le partenaire qui maintient l’industrie en mouvement grâce à ses solutions totales et marques indépendantes pour les groupes d’entraînement électromécaniques de puissance
Meer info? Verdeler voor België Hagbenden 39 A - B-4731 EYNATTEN Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be
Machelen Rittwegerlaan 2B - 1830 Machelen Antwerp Luithagen haven 2 Unit K - 2030 Antwerp Tel : +32 (0)2 753 00 40 Fax : +32 (0)2 753 00 49 info@MGH.be - www.MGH.be
I like EB 80
Het EB 80 elektro-pneumatisch ventieleiland is het resultaat van aanbevelingen, gedaan door meer dan 30.000 gebruikers. En om deze reden zal het u bevallen!
Smartphone Smart Probes Smart work Testo Smart Probes: Compacte en professionele meettoestellen van Testo kwaliteit met bediening via Smartphone Gratis testo Smart Probes App
testo NV • Industrielaan 19 • 1740 Ternat • Tel. 02/582 03 62 • info@testo.be • www.testo.be
Pub testo.indd 1
11/17/2015 9:05:49 AM
Metal Work België - Belgique Mechelsesteenweg 277, B-1800 VILVOORDE Tel. + 32 (0) 2-751 6120 www.metalworkpneumatic.be
FIMOP/BELGITRANS
NIEUW BESTUUR INDUMOTION KIEST EEN DYNAMISCH LOGO
Tijdens de jaarlijkse ledendag van Belgitrans en FIMOP in Kasteel Gravenhof in Dworp is het samengaan van beide organisaties bekrachtigd. Alles wordt nu juridisch in gereedheid gebracht om vanaf 1 januari 2017 te starten onder de nieuwe vlag van InduMotion. De kersverse vzw heeft inmiddels een nieuw bestuur en een nieuw logo. De eerste toenadering tussen Belgitrans en FIMOP dateert van 2012 en uit die contacten groeide langzaam het idee van een fusie. FIMOP (voluit: vereniging van Fabrikanten en Invoerders van Materiaal voor industriële Oleohydraulica, Pneumatica en automatisering / association des Fabricants et Importateurs de Matériel Oléohydraulique, Pneumatique et d’automatisme pour l’industrie) werd in 1968 opgericht door 22 bedrijven als vakvereniging van fabrikanten en invoerders actief in de industriële automatisering. Belgitrans is de beroepsvereniging voor industriële aandrijftechniek. Belgitrans bestaat sinds 1979 en groepeert bedrijven actief in de elektromechanische en elektronische transmissie van zowel vermogen als beweging. De doelstellingen van beide verenigingen zijn nu samen opgenomen in de nieuwe statuten van InduMotion. Door de fusie ontstaat een sterke organisatie met meer dan 80 bedrijven uit de aandrijftechniek en de industriële automatisatie die voortaan hun expertise bundelen en hun netwerk vergroten. De nieuwe raad van bestuur werd samengesteld tijdens de ledendag in Kasteel Gravenhof. De raad van bestuur van InduMotion bestaat in totaal uit acht personen: vier leden van de raad komen uit Belgitrans en vier leden komen uit FIMOP. De acht bestuursleden kozen tijdens een korte vergadering onderling de voorzitter, vicevoorzitter, penningmeester en secretaris-generaal. De InduMotion bestuursleden zijn, in alfabetische volgorde: bestuurder Marcel De Winter (Service Hydro), penningmeester Jeroen Dieusaert (Bosch Rexroth), bestuurder Geert Heyvaert (MGH), voorzitter Hugues Maes (SMC Pneumatics), bestuurder Luc Roelandt (GKN Stromag Benelux), vice-voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo), secretaris-generaal Luc Van Hoylandt (Act in Time) en bestuurder Jo Verstraeten (Festo). Het mandaat van de nieuwe bestuursleden geldt voor een periode van twee jaar. automation magazine september 2016
Het bestuur besliste inmiddels om een nieuw logo te laten ontwerpen dat een dynamiek en een beweging vormgeeft. Het logo kan zowel alleen als samen met de fusienaam worden gebruikt. Het bestuur wilde ook een duidelijk verschil met het logo van Belgitrans en FIMOP. Voorts kan het nieuwe logo makkelijk worden gebruikt door de leden op hun briefpapier, in hun advertenties en website en is het bruikbaar voor promotionele producten zoals pins. De bestuursleden kozen voor een dynamisch logo in rood en blauw van de letters I en een draaiende M, als symbool dat alle leden actief zijn in het ‘voortbewegen’ van machines in de industrie. Tijdens de ledendag werd ook de oude papiermolen Herisem aan de Fabriekstraat in Alsemberg bezocht. Een uitstapje naar de tijd van ‘Industrie 1.0’ toen de stoommachine in fabrieken de pure man/ paardenkracht verving. De oude papiermolen (de voormalige kartonfabriek Winderickx) is een 19de eeuws uitzonderlijk goed bewaard industrieel complex dat gegroeid is uit een oude papiermolen die dateert van 1536. In de oude molen wordt opnieuw met de hand papier geschept - met als basis oude lompen waar pulp van wordt gemaakt - zoals 250 jaar geleden. De 100 jaar oude stoommachine is nog volledig operationeel en diende voor de opwekking van eigen elektriciteit en voor de aandrijving van de fabrieksmachines dit ter versterking van de aandrijving die gebeurde door een waterrad op de beek langs de fabriek. www.herisem.be 17
Motors | Automation | Energy | Transmission & Distribution | Coatings
WG20
GEAR UP FOR A NEW GENERATION
Wil u adverteren in de beurscatalogus van
INDUMATION.BE 2017? Contacteer ons dan via publiservice@automation-magazine.be voor een offerte op maat.
Geared motor range up to 600 Nm in line with market requirements. g g g g g g g g
3 types of gear units Robust, lightweight, efficient Standard mounting dimensions Less noise Certifications for international markets Worldwide use Different motor modules Frequency inverter operation (100 Hz)
Experience WG20: www.weg.net/wg20 WEG Benelux SA Tel.: 067 88 82 10
E-Mail: info-be@weg.net
Transforming energy into solutions. www.weg.net/be
automatica
ROBOTPRODUCTIE BLIJFT RECORDS BREKEN De Automatica editie 2016 in München verwelkomde 45.000 bezoekers, een stijging met 30 procent. Ook de robotproductie wereldwijd doet het goed. In 2015 noteerde men een verkoop van 248.000 stuks, een groei van 12 procent. De Automatica-beurs (21-24 juni) overtrof alle verwachtingen van de organisatoren. Er waren 45.000 bezoekers, 839 standhouders uit 47 landen, en eenderde van de bezoekers kwam uit het buitenland, wat een stijging is met 50 procent en duidelijk maakt dat Automatica ook internationaal een toonaangevende robotics-beurs is. In 2015 brak de robotproductie opnieuw een record met een meerverkoop van 12 procent. Vooral in Azië nam de groei toe met 16 procent, maar ook in Europa was er een toename van robotproductie met 10 procent. China is de grootste robotmarkt (+17 procent), gevolgd door Korea en Japan. Op de vierde plaats staat Duitsland met een gelijke productie als in 2014. Het zijn vooral de sectoren van de automotive, electronics en de metaalindustrie die gebruik maken van robots. Op de Automatica-beurs merk je overigens dat de beurshallen voor de service-robots almaar groter worden. De robot doet zijn intrede in de woning. Er wordt verwacht dat in de periode 2015-2018 wereldwijd er 25 miljoen robots voor persoonlijk (thuis)gebruik zullen zijn. Dat robots ook in winkels worden ingezet, bewijst ‘Balthazar’ van Alpstories, een Sloveens cosmeticabedrijf. ‘Wij maken vooral crèmes en niet iedereen heeft hetzelfde huidtype. Daarom bepalen we eerst met een sensor hoe vet iemands huid is om op basis van die meetresultaten uw persoonlijke huidcrème samen te stellen. Dat doet onze robot Balthazar. Hij is heel flexibel, makkelijk te programmeren en vanzelfsprekend een grote blikvanger in onze winkel’, aldus eigenaar Danijel Hubman.
De automotive industrie maakt het meest gebruik van robots. automation magazine september 2016
Balthazar stelt uw gepersonaliseerd beautyproduct samen.
Balthazar is een Yaskawa-robot en wordt bediend met een muisklik. Instructies ingegeven via een website met een bestelformulier zorgen ervoor dat de robot voor de klant het juiste – met een aangepaste samenstelling, geur en een eigen etiket – beautyproduct samenstelt. De volgende editie van de Internationale Fachmesse für Automation and Mechatronik (Automatica) wordt in München gehouden van 19 tot 22 juni 2018. www.automatica-munich.com
Trends in robotics
1. Machines en mensen werken samen: de robot wordt co-bot. 2. Robots worden mobiel en zijn inzetbaar in de hele fabriek. 3. Kunstmatige intelligentie: robots starten met leren. 4. Cloud robotics, robots worden bestuurd vanuit de cloud. 5. Robots worden almaar makkelijker in gebruik. 6. Robots vormen het hart van Industrie 4.0 en Internet of Things. 7. De scheidingslijn tussen industrial robots en service robots wordt vaag. Service robots worden ook ingezet in fabrieken. 8. Hardware uit de consumer electronics duikt ook op in robotics. 9. Robots gaan ook aan de slag in kleine KMO’s. 10. Waarom een robot kopen? Robots as a service (RAS): huur hem voor wat hij doet en pay per use. 11. Robots verminderen de werkgelegenheid niet, stellen cijfers uit de automotive. 12. Er ontstaan nieuwe toepassingen: de robot als bartender, als desinfecteerder in ziekenhuizen, als cameraman, als reiskoffer, in de retail (lees het Balthazar-voorbeeld), … 19
‘WIJ ZIEN HIER ELKE DAG HET SCHEPPINGSVERHAAL IN HET KLEIN’ De Belgische KMO met moederhuis in Beerse en een productie/ontwikkelafdeling in Molenstede bij Diest, werkt vooral voor de automotive industrie. Zo past Exmore bij de Duitse bandenproducent en wereldwijde toeleverancier voor de automobielindustrie Continental, hun verbindingstechnieken toe op onder andere sensoren in het ABS-remsysteem. Voorts is Exmore actief in de elektronica, farma en luchtvaart. Zo is Fokker Elmo, een grote kabelbouwer in de wereld van de aerospace, klant bij Exmore. De kabelbomen van Fokker – gebruikt door Airbus en Boeing – worden gecontroleerd op de testbanken – met 38.000 meetpunten (!) – van Exmore.
Exmore is een specialist in elektrische verbindingstechnieken. Het van oorsprong Kempense bedrijf ontwikkelt ook eigen producten zoals een gepatenteerde krimphoogtemeter en is wereldwijd pionier met de VS-500 Vapour Phase Soldering Machine. De website van Exmore is uitsluitend Engelstalig en je kan de bedrijfsbrochure alleen bestellen in het Engels en Duits. Wat meteen duidelijk maakt dat dit bedrijf vooral internationale klanten heeft. ‘Het gros van onze klanten zit in lageloonlanden zoals India, China, Brazilië, Mexico, Hongarije … Vaak hebben ze een Duits moederhuis, dus de Duitse markt is ook belangrijk voor ons’, legt Exmore-stichter Luc Sneyders uit. De elektromechanicus startte in 1993 met een partner een eigen bedrijf in de niche van verbindingstechnieken voor elektrische draden en kabels. Exmore was toen vooral een verkooporganisatie, maar ontwikkelt inmiddels ook zelf productieapparatuur voor de kabel- en draadindustrie. Service engineer Rupert Wouters bouwt een draadverbindingskast op voor een speelgoedfabrikant.
Omdat Exmore met een eigen R&D-afdeling zelf wilde produceren, werd in 2006 het fijnmechanisch freeswerkbedrijf Cetech in Molenstede overgenomen. Later volgde een diversificatie met Tecmore, een dochter die zich specialiseert in medische apparatuur. Tecmore maakt ook educatieve testpanelen voor scholen. Bij Exmore en Tecmore werken inmiddels in totaal 45 mensen. Jef Broeckx is bij Exmore de Technology & Innovation Manager. ‘Alles start hier met een kabel met daarin één of meerdere draden’, legt hij uit. ‘Een draad wordt geknipt en gestript van de isolatie om dan een waaier van onderdelen aan die draad te kunnen verbinden. Er zijn hiervoor verschillende technieken zoals krimpen, splicen, solderen, weerstandslassen … Ook het aanbrengen van een waterdichte seal behoort tot de mogelijkheden. Een integreerbare module zorgt ervoor dat de draden daarna terug worden gegroepeerd in een kabel en vervolgens wordt daarover een connector – de huls in kunststof – geplaatst, zodat je kabels met elkaar of met een apparaat kan verbinden.’ ‘Grote fabrikanten die standaardmachines maken hebben 90 procent van de markt in handen, maar die 10 overige procent is een niche waar klanten ons vragen bepaalde aanpassingen uit te voeren aan machines of om zelf specifieke apparatuur te ontwikkelen. Daar komt veel engineering bij kijken en dat is onze meerwaarde. Wij zien hier elke dag het scheppingsverhaal in het klein’, glimlacht Jef Broeckx. Het is voor Jef Broeckx een uitdaging om alle medewerkers goed te begeleiden. ‘Er is hier een jong team met hoogopgeleide mensen. Maar er moet een goed huwelijk zijn tussen theorie en praktijk. We hebben hier studenten elektronica gehad voor stageprojecten en dan stel je vast dat ze niet meer kunnen solderen. Dat is toch een gemis want als je een prototype wil bouwen moet je kunnen solderen.’ ‘Je hebt in dit vak een zeker fingerspitzengefühl nodig. Via Inventor of SolidWorks kan je op de computer
20
case study mooie 3-D ontwerptekeningen maken. Dat ziet er allemaal prachtig uit, tot je het gaat monteren of later demonteren, en je merkt plots dat je met een sleutel niet aan een bepaalde bout kan.’
Jef Broeckx, Technology & Innovation Manager bij Exmore
In de productiehal zien we hoe service engineer Rupert Wouters een machine opbouwt die bij een speelgoedfabrikant elektrische draden moet verbinden voor de fabricatie van telegeleide producten. De kast bevat veel SMC-onderdelen: elektrische assen, een ventieleiland op Profinet, pneumatische cylinders. ‘SMC Pneumatics is voor ons niet louter een leverancier. Wij ervaren hen meer als een partner van Exmore want er is een uitstekende wisselwerking tussen ons’, verklaart Jef Broeckx. ‘SMC zorgt voor een snelle levering. Ze hebben hun European Central Warehouse (ECW) in ons land met duizenden onderdelen in stock.’ ‘Wij hebben een heel goed contact met de SMCverkoper. Hij is hier elke week en vraagt hoe hij kan helpen. Vertegenwoordigers hebben een commerciële functie, maar bij SMC zijn die mensen ook technisch onderlegd. Ze zoeken mee naar een oplossing. Desnoods halen ze er zelf hun specialisten bij voor een grondig advies.’ ‘Een ander voordeel van SMC Pneumatics is dat wij apparatuur leveren aan klanten wereldwijd. SMC zorgt voor een internationale support. Een verre klant die iets aan zijn toestel heeft, kan bij SMC terecht. Wij kunnen in onze apparaten niet om het eender welk lokaal product monteren, want dan zouden klanten lang moeten wachten op de levering van nieuwe onderdelen.’ Innovatie is geen modewoord voor Exmore. Het bedrijf ontwikkelde en produceert vapor phase soldering systems voor de elektronica-industrie en is wereldwijd een pionier in die markt. ‘In onze VS-500 Vapour Phase Soldering Machine plaats je printplaten met hun componenten. De verdampingsruimte waarin de printplaten zich bevinden is deels gevuld met Galden. We brengen die speciale vloeistof op temperatuur waardoor ze zal verdampen. Deze damp zal de printplaat overal gelijkmatig verwarmen, de solduur zal uitvloeien en de printplaatcomponenten verbinden met de print’, verduidelijkt Jef Broeckx. Na afkoeling wordt het verdampte Galden gecondenseerd en opgevangen. Alles gebeurt luchtdicht en onder druk. Recent lanceerde Exmore een eigen reeks ‘Quality Control Equipment’. ‘Momenteel spelen we met het idee om een compacte krimphoogtemeter te ontwikkelen die een aantal onmisbare ‘features’ in huis heeft. Een krimp moet namelijk voldoen aan bepaalde specificaties, die eenvoudig gecontroleerd kunnen worden met zo’n toestel. Wij willen dergelijke toestellen verbeteren en op die ‘redesign’ loopt een patentaanvraag. De operator kan het contact dan makkelijker positioneren, waardoor een foutieve uitlezing vermeden wordt. Tevens verplicht het automation magazine september 2016
toestel de operator om kwaliteitscontroles uit te voeren op vastgelegde tijdstippen. In feite is het een eenvoudig idee, maar het is niet makkelijk iets simpel te bedenken. Leonardo da Vinci zei het reeds: ‘eenvoud is de ultieme ingewikkeldheid.’
‘Geen enkele autofabrikant wil dat er in hun wagens draadjes loskomen.’ ‘Weet je, de kwaliteitseisen in de automotive industrie zijn extreem hoog’, zegt Jef Broeckx. ‘Geen enkele autofabrikant wil dat er in hun wagens draadjes loskomen, want het terugroepen van wagens kost miljoenen. Maar alles wat beweegt, verslijt sneller. Een draad in een auto of vliegtuig is onderhevig aan koude, warmte, schokken, vocht, droogte ... Er mag geen condens zijn, anders oxideren je contacten …’ ‘Exmore heeft een oplossing voor elke kwaliteitsmeting. Zo hebben we destructieve meetapparatuur zoals uittrekwaardemeters en slijpbeeldlabo’s – waarbij een verbinding wordt doorgeslepen en er een microscopisch onderzoek is van de dwarsdoorsnede – en nietdestructieve apparatuur. We meten alles: van de krimphoogte tot de uittrekwaarde en zelfs de kracht waarmee de verbinding gekrompen wordt. Alles wordt geregistreerd zodat je achteraf, indien nodig, kan traceren wat er is gebeurd. Alleen zo zijn we zeker dat onze klanten een perfect product kunnen afleveren, besluit Jef Broeckx. www.exmore.com www.smcpneumatics.be 21
AUTOMATISERINGSOPLOSSINGEN TURCK MULTIPROX: VAN SENSOR TOT RESULTAAT
Bedrijven in de industriële automatisering moeten zich aanpassen aan de vernieuwende Industrie 4.0-markt. Dat vergt een evolutie in het productaanbod, dat vertaalt zich in de bedrijfsfilosofie. Het kan leiden tot een naamsaanpassing, zoals bij Multiprox die Turck Multiprox werd. Een gesprek met Rik Staessens, CEO van Turck Multiprox en met Hans De Craemer, marketing manager Turck Multiprox, een grote verandering? Rik Staessens: ‘Multiprox is al sinds 1977 actief op de België-Luxemburg markt. Ze is een 100 procent dochter van de Duitse multinational TURCK, leidinggevend in industriële automatisering met een productfolio van meer dan 15.000 producten, waaronder sensoren, connectorkabels, interfaces, veldbuscomponenten, een RFID-systeem en recent ook mini-PLC’s, HMI’s ...’ ‘Om de Belgische klanten oplossingen uit één hand te bieden, nam Turck Multiprox naast het Turck-gamma ook aanvullend productengamma’s in zijn portfolio op. Dat uitgebreider portfolio blijft, maar werd gereduceerd tot de producenten met een echte meerwaarde. Om de Industrie 4.0-strategie van Turck duidelijker in de markt te kunnen zetten, werd besloten om naast Multiprox nu ook Turck te afficheren.’ Wat is de Turck-strategie in een Industrie 4.0-wereld? Rik Staessens: ‘De Turck-groep (TURCK, BANNER en TSL) is al vijftig jaar actief in industriële sensoring (inductieve, capacitieve, fotocellen, lineaire meetsystemen, ... ook RFID ...). Waar sensoren vroeger uitsluitend losse componenten waren, zijn ze nu vaak ook intelligente basiscomponenten binnen intelligente oplossingen. Turck heeft daarom haar knowhow uitgebouwd tot volledig sensor-gebaseerde automatiseringsoplossingen.’ Hans De Craemer: ‘Deze automatiseringsoplossingen starten – nog steeds – met de voor de toepassing correcte sensoring. Om de intelligentie in de sensoren te benutten, moeten ze – samen met andere I/O – via gebruiksvriendelijker interfaces en veldbusmodules (zoals programmeerbare multiveldbus-oplossingen, wireless 22
oplossingen...) gelinkt worden met de PLC-intelligentie. In decentrale – Industrie 4.0 geïnspireerde – oplossingen zijn dit soms zeer kleine units, meestal met lokale HMI’s ... en bij Turck vaak ook in IP67.’ Rik Staessens: ‘Turck biedt al deze componenten én de volledige oplossing. Via haar R&D, via structuren die toelaten snel, flexibel en intelligent met de klanten samen te ontwikkelen is Turck geëvolueerd van een technologiebedrijf voor componenten tot een leverancier van maatoplossingen. Oplossingen die industriële productie optimaliseren, naast OEM-oplossingen die machinebouwers toelaten in meerdere markten de sterkste troeven uit te spelen.’ Hoe past Multiprox deze strategie toe op de Belgische markt? Hans De Craemer: ‘Turck Multiprox is actief op de kleine markt die Belux toch is. Ze heeft zich sinds meer dan 15 jaar geprofileerd als een oplossingsaanbieder: door het Turck-gamma en de topmerken leverde ze alle componenten voor automatiseringsoplossingen uit één hand.’ ‘Tot deze topmerken behoren zeker Kübler en MTS. Hiermee beschikken wij over het sterkste aanbod van rotatieve en lineaire positiesensoren op de markt. Kübler biedt naast kwalitatief hoogstaande encoders ook een uitstekende service en flexibiliteit inzake klantspecifieke oplossingen en is binnen onze firma – samen met RFID – de groeipool. MTS is dan weer wereldwijde marktleider met zijn Temposonics lineaire positiesensoren volgens het contactloze magneetstrictieve meetprincipe: vaak gekopieerd, maar nooit geëvenaard. LÜTZE biedt met zijn LSC Airstream een energie-efficiënt bedradingssysteem voor schakelkasten. Geen ventilatoren, maar luchtcirculatie ondersteunende systemen. Hierdoor wordt in vele gevallen airco en zelfs koelventilatoren in druk bezette schakelkasten onnodig. Een duurzame oplossing – energie- én plaatsbesparend – die de levensduur van componenten in schakelkasten in ‘harde’ omgevingen verlengt. Deze systemen zijn standaard voor de elektrische kasten in o.a. de Volkswagen groep en bij Mercedes. En last but not
TURCK MULTIPROX WOORD Ir. ALFONS CALDERS
least vermelden we de samenwerking met BECKHOFF. De huisleverancier voor de complexere ‘projecten’ en als de klant uit één hand (en met één verantwoordelijke) het totale systeem wil aanschaffen.’
MULTIPROX
Rik Staessens: ‘Waar in het verleden Multiprox eerder ageerde als one-point-stop productenleverancier met technische ondersteuning, zal Turck Multiprox door haar uitgebalanceerde productgamma, ervaring en knowhow in diverse sectoren totaaloplossingen op maat aanbieden. Daarbij willen we ons absoluut niet in de plaats stellen van integratoren, maar productiebedrijven met een beperkte engineeringcapaciteit een oplossing aanbieden voor kleine, dikwijls irritante en daardoor essentiële problemen’ waarbij de sensoring essentieel is. Te klein voor de integrator om er oplossingen voor uit te werken. Voorbeeld zijn de in opgang zijnde RFID-toepassingen, waar alles start met een miniproject om de (technische en economische) haalbaarheid te bewijzen. Hierbij horen ook OEM-oplossingen, met als nadruk: snelle levering vanuit het lokaal magazijn.’ www.multiprox.be
Industrie 4.0 Data- en communicatieoplossingen
Specialiteitsdomeinen van Turck Multiprox AUTOMOTIVE: Flexibele productiesystemen vergen intelligentie en dus steeds meer gespecialiseerde sensoring, lokale traceerbaarheid én gegevensopslag (met o.a. RFID). MOBILE EQUIPMENT: Landbouwmachines, grondverzetmachines krijgen GPS-ondersteuning, moeten gegevens bijhouden en hoe flexibeler en autonomer, hoe meer sensorkennis vereist is. Turck Multiprox is hier een belangrijke (knowhow) leverancier. FOOD & BEVERAGE: Naast washdown sensoren en kabels beschikt Turck als enige firma over een volledig RFID-systeem (tags, schrijf-leeskoppen, interfacemodules) in IP69K. STAALINDUSTRIE, STAALVERWERKING: Zware omstandigheden vergen robuuste en bedrijfszekere oplossingen, ook op de machines waarvoor België wereldwijd een belangrijke naam heeft hoog te houden. TEXTIEL: België heeft nog belangrijke machinebouwers in deze sector die Turck Multiprox als betrouwbare leverancier kennen.
Consistente HF/UHF-RFID-oplossingen voor datacaptatie en -voorverwerking, identificatie, traceability en serialisatie Intelligente sensor- en verbindingsoplossingen met IO-Link-communicatie voor maximale flexibiliteit Robuuste IP67 I/O-systemen met decentrale intelligentie en Multiprotocol-Ethernet-communicatie voor eenvoudige IT-integratie
CHEMIE, FARMA, PETROCHEMIE: Turck Multiprox biedt hier o.a. sensoroplossingen en haar remote I/O-veldbussysteem voor Zones 1 en 2.
www.multiprox.be
Automation_T0348_90x265+5mm_Industrie4-0_BE.indd 1
25/08/2016 8:44:4
DE GEBOORTE
InduM
08/06 KASTEEL GRAVEN
pr tec Partner in automation
VANSI
L I N E AI R T
OORTE VAN
Motion
6/2016 ENHOF, DWORP
ICHEN
TEC HNIEK
ATB Automation Mechanics Motion Control
Perslucht besparen
U wil energie besparen? U wil data verzamelen van uw productie? Wij hebben de eerste eenvoudige oplossing voor u.
Uniek op de markt: de energiebesparingsmodule MSE6-E2M Voor een slimme daling van energieverbruik in persluchtinstallaties. Auto on/off van uw installatie. Monitoring en melding van drukvallen dankzij geĂŻntegreerde druk- en debietmeters. Bewaking van installaties via Profibus en Profinet.
www.festo.be/MS
CASE STUDY
PERSLUCHT GEBRUIK JE MET VERSTAND Een energie-efficiënte persluchtproductie verlaagt de werkingskosten. De brouwerij van Achouffe (MontHouffalize) – zeer herkenbaar door de kabouter met rode muts – heeft dit goed begrepen en schakelde recent Festo in om het persluchtverbruik te analyseren. De brouwerij van Achouffe is het mooie verhaal van twee schoonbroers die in 1982 besloten hun eigen bier te brouwen in hun garage in de Ardennen. Het nationale succes alsook de verkoop in het buitenland, liet niet op zich wachten en de stichters maakten van hun hobby hun beroep. Vandaag is het een heuse brouwerij die je in het centrum van het dorp Achouffe kan bezoeken, met een gezellige taverne waar je het volledige assortiment kan proeven. Het omvat ook een industriële bottelarij, allemaal 100 procent Belgisch. In 2006 kozen de stichters ervoor hun toekomst toe te vertrouwen aan de brouwerij Duvel-Moortgat.
Fabrice Fokan, de verantwoordelijke voor het onderhoud, liet in de bottelarij gedurende meerdere maanden verschillende audits uitvoeren rond verschillende thema’s. Het doel was duidelijk: een gloednieuwe installatie uit 2013 correct onderhouden en de duurzaamheid ervan garanderen op lange termijn. Een ander voordeel van deze aanpak is dat eventuele punten ter verbetering kunnen opgespoord worden door externe mensen. Bovendien kunnen deze externen ook slechte gewoontes verbeteren. Rekening houdend met de hoge prijs van perslucht en met zijn ervaring met Festo in het verleden, besloot Fabrice Fokan een beroep te doen op de Europese marktleider voor de analyse van het persluchtverbruik. Een productie moet draaien, en mag niet te lang stil liggen. Meteen een belangrijke vereiste bij een analyse van energieverbruik: de installatie moet worden stilgelegd. De veiligheid van de werknemers is van primair belang. Zich tussen de machines begeven, moet in alle veiligheid en vertrouwen gebeuren. In één enkele dag hebben de techniekers van Festo samen met de verantwoordelijken van de brouwerij de klus geklaard. De zwarte punten zoals lekken, foutieve assemblages of bevestigingen van koppelingen zonder dichtingsring werden opgelijst in een algemeen verslag, maar werden op de plaatsen waar de problemen zich stelden ook direct gelabeld. Deze techniek van herinneringstekens maakt het voor de werknemers van de brouwerij mogelijk om de nodige plaatsen van interventies die nog dienen te gebeuren achteraf snel terug te vinden. Aansluitend maakt en verstuurt Festo meteen een verslag met beeldmateriaal. Om de stilstand van de installaties te beperken, hebben de ‘technische kaboutertjes’ onmiddellijk de fouten gecorrigeerd en snelle verbeteringen aangebracht met materiaal dat ze zelf op voorraad hadden. Festo stelt eveneens een lijst op van aanbevelingen in de vorm van adviezen, trucs en tips, alsook nieuwe stukken die een meerwaarde kunnen bieden aan de productieketting. Zodra dit document in handen van de klant is, is het aan de klant om al dan niet de adviezen op te volgen in functie van zijn eigen criteria.
Gele of rode kaart: elementen ter verbetering worden direct ter plaatse gelabeld.
automation magazine september 2016
www.achouffe.be www.festo.be 27
Proportional Expertise Proportional control is essential when you need the flexibility to control the output pressure or flow in an application. This can be achieved with simple programming steps. IMI Precision Engineering offers unrivalled expertise to find the right solution for you. Choose from our extensive range of proportional valves - analogue and digital, open or closed loop, flow or pressure control.
Engineering GREAT Solutions
Air Preparation System
FRL Moduflex Lite
P3X
beschermt uw pneumatischecomponenten en gereedschappen
Nano Mist
Lubrificateur Nano Mist : olievernevelaar produceert een heel fijne en optimale olie-mist • nauwkeurige en automatische dosering van de hoeveelheid olie in verhouding tot het • • •
debiet van de perslucht betere smering tot gevolg, dit tot een afstand van 40m lager olieverbruik Vervaardigd uit hoogwaardige kwaliteits- technopolymeren: volledig corrosiebestendig en gewicht tot 45% teruggebracht
Tel 067 280 900 www.parker.com/be Parker Hannifin BeLux SPRL
agoria Nieuwe omzetstijging in Production Technology & Mechatronics In het eerste kwartaal van 2016 is de bedrijvigheid in Production Technology & Mechatronics verder toegenomen. Dankzij uitzonderlijke leveringen van een grote onderneming in de sector is de industriĂŤle omzet 7% geklommen t.o.v. het laatste kwartaal van 2015 en ligt hij 10% hoger dan een jaar eerder. Als geen rekening wordt gehouden met dit uitzonderlijke element, is de sector 2% vooruitgegaan t.o.v. het eerste kwartaal van 2015. De verklaring voor deze stijging is o.a. te vinden in de deeltakken landbouwmachines, tandwielen en transmissies, machines voor de voedings-, verpakkingsen farmaceutische industrie evenals pompen en accessoires Omzet De komende maanden zou de activiteit van Production Technology & Mechatronics echter kunnen vertragen. De NBB-barometer voor mechatronica laat nl. zien dat de ondernemingen van de sector beduidend minder positief zijn over hun conjunctuuromgeving dan aan het begin van het jaar.
Omzetstijging voor de technologische industrie Dezelfde trends tekenen zich ook af voor de technologische industrie in haar geheel. De omzet van de technologische industrie is in het eerste kwartaal 2016 met 4% gestegen t.o.v. het vorige kwartaal en met 2,5% in vergelijking met het eerste kwartaal 2015. Deze gunstige ontwikkeling is echter te danken aan een beperkt aantal (sub)sectoren die hun omzet zagen groeien. Dat is bijv. geval voor lucht- en ruimtevaart, IT solutions en landbouwmachines. Voor subcontracting, contracting, materials technology en energy systems & solutions daarentegen was de omzetontwikkeling ontgoochelend, terwijl de deeltak transport systems & solutions stagneerde. De bedrijven actief in building technologies zagen hun herstel dan weer bevestigd. De conjunctuur ziet er minder gunstig uit in het midden van het jaar. De jongste maanden vertoonde de NBB-barometer voor de technologische industrie een onregelmatig verloop, maar de trend was duidelijk dalend. Op dit ogenblik blijft hij evenwel in de buurt van het langjarig gemiddelde. In de komende maanden wordt dan ook weinig verandering in de activiteit van de technologische industrie verwacht.
SAVE THE DATE FOR A SAFE PRODUCTION Explosiebeveiliging IECEX – ATEX in de proces industrie Dinsdag 27 september bij ALM in Antwerpen vanaf 12u30 De nieuwe ATEX-richtlijn 2014/34/EU van het Europees parlement betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, is de herschikking van de vroegere ATEX-richtlijn volgens het nieuwe Europese wetgevingskader. Ze is van toepassing vanaf 26 april 2016. Tijdens het Agoria seminar krijgt u meer uitleg over deze vernieuwde richtlijn en wordt er aan de hand van praktische voorbeelden de inzetbaarheid van deze richtlijn aangetoond. Contact Alain Wayenberg, Business Group Leader Industrial Automation alain.wayenberg@agoria.be www.agoria.be automation magazine september 2016
29
Industrieel ingenieur Marlies Van den Heede
INTERVIEW WOORD Jean-Charles Verwaest | BEELD ABC INDUSTRIAL PARTS
Industrieel ingenieur Marlies Van den Heede heeft twee grote passies: de klimsport en het herstellen van elektronica
‘REPAIR ENGINEER ZIJN IS VOOR MIJ EEN DROOMJOB!’ Ze is 23 jaar, houdt van solderen en is net afgestudeerd als industrieel ingenieur elektronica. Marlies Van den Heede werkt bij ABC Industrial Parts in Kruishoutem en zegt dat ze haar droomjob heeft gevonden. Als je telefonisch contact opneemt met ABC Industrial Parts hoor je het aanstekelijke ABC-deuntje van de Jackson 5 als wachtmuziekje. ‘ABC, easy as one-twothree’, zingt de piepjonge Michael Jackson samen met zijn broers. Het bedrijf uit Kruishoutem maakt hiermee aan potentiële klanten meteen duidelijk dat men aan het juiste adres is voor een snelle oplossing als machines stilliggen door falende elektronica. ABC Parts is reeds meer dan 15 jaar gespecialiseerd in het herstellen van industriële elektronica. ABC staat voor de eerste letter van de achternaam van de drie stichters: Amelynck Thierry, Bauters Patrick en Van Caester Wim. Het bedrijf startte in het jaar 2000 – letterlijk in de kelder van Wim Van Caester – en inmiddels zijn er 35 voltijdse medewerkers in dienst. automation magazine september 2016
De focus van ABC Parts lag in eerste instantie op custom made elektronica in de textielsector, met de West-Vlaamse weverijen en tapijtproducenten als belangrijkste doelgroep. Na enkele jaren werd de doelgroep breder en evolueerde men naar het herstel van elektronica voor de hele industriële sector. ABC Parts is ook gespecialiseerd in de verkoop van industriële elektronica: vooral dan ‘obsolete’, ‘end-oflife’ en moeilijk te vinden onderdelen. ‘Obsolete’ wil zeggen dat de elektronica niet meer wordt geproduceerd door de fabrikant en/of niet meer wordt ondersteund. Kleine Belgische KMO tot multinational zijn klant Alle producerende bedrijven kunnen klant zijn: van de kleine Belgische KMO met een haperende CNC31
sturing van een draai- en freesmachine tot de grote multinational. ABC Parts herstelt printplaten, PLC’s, motorsturingen, servosturingen, operator panels, voedingen, industriële computers … Het bedrijf herstelt zaken van Siemens, ABB, Omron, SEW-Eurodrive, FANUC, Bosch, Yaskawa, Danfoss …
onderdelen van 25 jaar tot zaken die amper 2 jaar oud zijn en net buiten hun garantieperiode vallen. Vaak zijn er ook geen schema’s, dus moet je alles zelf uitzoeken en daarna de herstelling uitvoeren. Dat is telkens een uitdaging: een idee hebben voor een oplossing en dat concreet uitwerken’, klinkt het enthousiast.
In september 2015 startte Marlies Van den Heede bij ABC Industrial Parts. Ze woont in Oudenaarde en meteen na haar studies kon ze als ingenieur aan de slag bij ABC Parts. ‘Toen ik deze functie aangeboden kreeg, dacht ik dit is mijn ideale job! Op school vond ik solderen in het labo al veel leuker dan bezig zijn met het ontwerpen en programmeren van nieuwe elektronica’, vertelt Marlies.
‘Mijn papa heeft eigenlijk elektronica aan mij geïntroduceerd. Hij is radio-amateur en zo kwam ik al van jongs af aan in aanraking met onder meer solderen. Ik ben graag met mijn handen bezig, liever dat dan de hele dag aan een computer zitten.’
‘Ik had nog nooit gehoord van een bedrijf dat industriële elektronica herstelt. Toen ik ABC Parts leerde kennen, wist ik meteen dat repair engineer een droomjob voor mij zou zijn. Een job waarbij ik elke dag zou moeten programmeren op de computer, is niets voor mij. Tijdens mijn opleiding, volgde ik ook een aantal mechanica keuzevakken. Met grote machines bezig zijn, interesseerde mij minder. Ik hou van fijn detailwerk.’ Marlies zegt dat ze een veelzijdige job heeft. ‘Geen enkele dag is hier hetzelfde. We werken merkonafhankelijk dus alle soorten toestellen passeren op onze werkbureau ’s: grote en kleine voedingen, printplaten, kleine motorsturingen, ’s morgens een drive en ’s namiddags een PLC … Het gaat van gedateerde
32
Als vrouw in een typisch mannenberoep Marlies studeerde in het middelbaar wetenschappenwiskunde en trok daarna naar Gent voor de studie van industrieel ingenieur. Ze koos er voor de specialisatie elektronica-ICT. ‘Dat interesseerde mij het meest en ik realiseerde me dat er in die richting veel jobkansen zijn. Je kan er alle kanten mee op. Je leert veel op korte tijd want je krijgt van alles een voorproefje. Zo hebben we veel moeten programmeren, maar ik ben dus liever bezig met het pure herstelwerk van elektronica.’ Marlies blikt terug op een fijne studententijd. ‘Er waren in onze richting zo’n twintigtal studenten, waarvan nog één ander meisje. De rest waren allemaal jongens, maar dat heeft nooit in mijn nadeel gespeeld. Van vooroordelen zoals ‘ze zal wel goede punten krijgen omdat het een vrouw is’, heb ik mij nooit iets aangetrokken.’
Als Marlies nu aan vrienden of kennissen uitlegt wat ze als repair engineer doet, hoort ze altijd hun verwondering dat ze als vrouw in een typisch mannenberoep werkt. ‘Het is zoiets als een gsm repareren, zeg ik dan, maar dan wel met grotere apparaten.’ Marlies: ‘Ik vind het bij ABC Parts fantastisch dat ik enorm veel kan bijleren over alle soorten industriële elektronica. Het is een unieke kans, want als pas afgestudeerde weet je echt nog niet alles. Ik volg nu een interne opleiding en heb reeds nieuwe soldeertechnieken en componenten leren kennen.’ ‘Het is echt fascinerend om de baantjes op een printplaat te volgen en uit te pluizen hoe alles juist werkt. Vooral de oudere elektronica vind ik heel tof, tijdens mijn opleiding zagen we dit maar heel beperkt.’ De begeleiding door oudere, ervaren collega’s en de aangename werksfeer bij ABC Parts zijn volgens Marlies extra pluspunten. ‘We hebben hier ook glijdende werkuren: je kan starten tussen 8 en 9 uur en ’s namiddag eindigen tussen 17 en 18 uur.’
‘Een combinatie van technisch werk in een hoogtemast lijkt me wel super.’ ABC Parts investeerde recent in een volledig nieuw labo. De werkomgeving lijkt nu sterk op een ziekenhuis waar kapotte elektronica door ‘dokters’ weer tot leven wordt gewekt. ‘Ik heb nog in het oude labo gewerkt en de nieuwe, cleane werkomgeving is echt een hele verbetering’, zegt Marlies. ‘De sfeer in het elektronica labo zit echt heel goed. Als vrouwelijke repair engineer voelde ik mij meteen welkom in de mannelijke groep.’ ‘De wereld van de industriële elektronica is zo uitgebreid en elke ingenieur heeft wel zijn eigen specialiteit. Het is niet alleen interessant voor mij dat iedereen nu samenwerkt in één labo, hoe sneller we elkaar onze kennis kunnnen doorgeven, hoe efficiënter.’ Marlies haar ambitie is nog veel willen bijleren. De collega’s en mentor Jan verdienen volgens haar een pluim. ‘Je kan doorgroeien en later ook de baan op om bij klanten herstellingen te gaan uitvoeren. Als ik voldoende ervaring heb, kan ik op mijn beurt de jongere generatie opleiding geven.’ In haar vrije tijd is Marlies Van den Heede reeds vijf jaar een gepassioneerd klimster. Ze zoekt dat indoor klimmuren op of steile wanden in de Ardennen. Marlies is avontuurlijk aangelegd, want tijdens de laatste vakantie ging ze paragliden. ‘Hoogtevrees heb ik niet echt’, lacht ze, ‘Ik hou wel van uitdagingen, privé en automation magazine september 2016
professioneel. Een combinatie van technisch werk in een hoogtemast lijkt me wel super. Wie weet, kan ik zoiets ooit bij een klant doen’, besluit Marlies. Geen wegwerppolitiek bij ABC Industrial Parts Volgens CCO Steven Teirlinck maakt ABC Industrial Parts het verschil omdat men er herstellingen uitvoert op component-niveau. ‘We werken merk- en sectoronafhankelijk en gaan dieper door tot op het niveau van de componenten. Als elektronica kapot gaat is er vaak de mentaliteit om het weg te gooien en een nieuw stuk te kopen. De doorsnee consument is tevreden als een iPhone 3 jaar meegaat, hoger zijn onze verwachtingen niet. Maar dat is toch absurd, voor een toestel dat zo’n 800 euro kost?’ ‘De crisisjaren hebben bij bedrijven gezorgd voor een bewustwording van die wegwerppolitiek. Door de dalende budgetten realiseerde men zich dat een herstelling – en niet meteen een nieuwe aankoop – ook een interessante besparing kan zijn. Het is een kleinere investering, je hebt een beperktere stilstandtijd en voorts moet je uw personeel niet continu omscholen’, weet Steven Teirlinck. ABC Parts heeft als mascotte een groene superman met in zijn hand een printkaart. ‘Wij werken vaak voor bedrijven die een grotere onderhoudsploeg hebben dan ons hele bedrijf samen. Maar bij ABC Parts hebben onze ingenieurs een grote ervaring opgebouwd. We krijgen dan ook veel te horen dat er bij ons supermannen werken, en nu ook een supervrouw.’ (lacht) www.abcparts.be 33
DE GEVOLGEN VAN DE ERP-RICHTLIJN Er is geen ontkomen aan de ErP-richtlijn voor machine- en systeembouwers. De tweede fase van de EU-regelgeving voor motorefficiëntie trad in werking aan het begin van dit jaar. Tot nu toe focuste de industrie voornamelijk op elektrische motoren, maar dat is niet genoeg. Om de efficiëntie van machines en systemen te optimaliseren, moet er ook rekening worden gehouden met schakelapparatuur. Elektrische aandrijvingen vertegenwoordigen een groot deel van het stroomverbruik in de industriële productie - zo’n 2/3 van het totaal. Het Duitse milieuministerie schat dat alleen al in Duitsland een efficiëntere aandrijvingstechnologie het elektriciteitsverbruik met ongeveer 27 miljard kilowattuur zou kunnen verlagen tegen 2020, met een overeenkomstige vermindering van de CO2-uitstoot met 16 miljoen ton. Dit is het doel van de ErP-richtlijn (Energy Related Products) van de EU. In deze context schrijft verordening 640/2009/ EG van de Europese Commissie voor motoren minimale energie-efficiëntieklassen voor driefasige laagspanningsinductiemotoren voor. De eerste fase van de verordening, die efficiëntieklasse IE2 vastlegt als de minimale klasse voor nieuwe motoren, trad midden 2011 in werking. Vanaf januari 2015 moeten machine- en systeemconstructeurs die nieuwe motoren met een nominaal uitgangsvermogen van 7,5 tot 375 kW gebruiken ten minste efficiëntieklasse IE3 bereiken. Ze mogen IE2-motoren als alternatief gebruiken, maar alleen in combinatie met een variabele snelheidsregeling. Vanaf 1 januari 2017 zal dit voorschrift ook gelden voor motoren met een nominaal uitgangsvermogen van 750 W of meer.
34
Als gevolg van deze ontwikkeling spannen de fabrikanten van elektromotoren zich al een hele tijd in om de efficiëntie van hun producten te verbeteren. Dat gaat gepaard met een verbetering van de energie-efficiëntie in de industrie. Machinebouwers moeten systemen die ze vandaag verzenden en die nog niet zijn uitgerust met IE3-motoren of aandrijvingen met variabele snelheid, aanpassen. Eenvoudigweg IE2-motoren vervangen door IE3-motoren volstaat echter niet om machines en systemen energie-efficiënter te maken. Om een veilige en betrouwbare werking te garanderen, moet het hele aandrijvingssysteem worden geanalyseerd en moeten de effecten van de aanpassingen aan het ontwerp in acht worden genomen. Schakelapparatuur voor IE3-motoren elimineert risico’s Om de energie-efficiëntie van elektromotoren te verbeteren, hebben de fabrikanten het ontwerp van hun producten aangepast. Deze wijzigingen beïnvloeden ook het elektrische profiel, wat leidt tot hogere aanloopstromen in hoogefficiënte motoren. Deze situatie heeft ook een impact op beveiligingsen schakelapparatuur. Mogelijke gevolgen zijn een ongewenste uitschakeling doordat de hogere aanloopstroom een motorbeveiliging in werking doet treden. Bij het sluiten en het daarbij terugveren, van de contacten bij een motorschakelaar kunnen deze hoge stromen zorgen voor het verbranden van de contacten, wat de levensduur beperkt, of in het ergste geval kunnen ze blijven vastzitten. Het (vast) smelten van de contacten kan gevaarlijk zijn, en kan tevens leiden tot dure uitval van machines en duur onderhoud.
REGELGEVING WOORD GUIDO KERZMANN, MANAGER DRIVES & SOFTSTARTERS EATON
Als een van ‘s werelds toonaangevende experts op het gebied van het veilig schakelen, beveiligen en aansturen van motoren, heeft Eaton het gedrag van motorbeveiligingen en motorschakelaars in praktijktests onderzocht. In het kader van deze studie werd gecontroleerd of de DIL-contactoren en de PKZ- en PKE-motorbeveiligingsschakelaars compatibel waren met IE3-motoren van verschillende bekende fabrikanten, en werden deze verbeterd indien nodig. De resultaten toonden aan dat de waarden die in de huidige norm voor motorstarters (EN 60947-4-1) worden gegeven, in de praktijk niet gelden voor IE3-motoren. Er wordt gewerkt aan een aanpassing van de norm. Eatons huidige ‘IE3-ready’ productfamilies garanderen de betrouwbare werking van zowel IE2- als IE3-motoren.
‘Variabele snelheidsregeling is vaak noodzakelijk om verlies te beperken.’
Efficiënte werking van pompen en ventilatoren De juiste producten selecteren, is slechts één onderdeel van het antwoord om aan de vereisten van de ErPrichtlijn te voldoen. Men moet ook volledige processen en systemen analyseren om de vereiste minimale efficiëntieniveaus te bereiken. Regelgeving voor pompen en ventilatoren speelt ook een rol, aangezien het net als bij normale toestellen voor de mechanische regeling van het debiet, zoals kleppen of dempers, vaak moeilijk is om aan de efficiëntie-eisen te voldoen. Variabele snelheidsregeling is vaak noodzakelijk om verlies te beperken. Voor veel eenvoudige toepassingen is een aandrijving met variabele snelheid vaak een te complexe oplossing. Deze toestellen zijn gewoonlijk complex en vereisen een goede kennis van aandrijftechniek. Tot voor kort waren motorstarters het enige alternatief voor de aandrijving van elektromotoren waarover de ontwerpers beschikten. Ze hebben het voordeel van een grote gebruiksvriendelijkheid, maar hun functies zijn beperkt.
Een nieuw toestel: starters met variabele snelheid (VSS)
De starters met variabele snelheid die onder het merk PowerXL DE1 zijn gelanceerd, overbruggen de kloof tussen motorstarters en aandrijvingen met variabele snelheid. Ze zijn even gebruiksvriendelijk en betrouwbaar
automation magazine september 2016
Motorstarters blijven, samen met IE3-motoren, de energie-efficiëntste oplossing voor toepassingen met vaste snelheid of een lage bedrijfscyclus. Maar als men de energie-efficiëntie wil verbeteren van bestaande motoren die met een constante snelheid maar niet met volle nominale belasting draaien, bestaat er nu een derde optie: de starter met variabele snelheid (zie infokader). Met oplossingen zoals starters met variabele snelheid en IE3-compatibele schakelapparatuur helpt Eaton de machine- en systeemconstructeurs om eenvoudigere, kleinere en kostenefficiëntere machines en systemen te implementeren die betrouwbaarder, veiliger en energieefficiënter zijn. Meer informatie en white papers over deze onderwerpen zijn beschikbaar op www.eaton.nl/IE3 en www.eaton.nl/moem-ee
als conventionele motorstarters, met het bijkomende voordeel van een variabele snelheidsregeling. Bovendien kunnen ze direct uit de verpakking in bedrijf worden genomen. Ook kan de gebruiker via een plug-in module de standaardwaarden van de belangrijkste parameters afzonderlijk
wijzigen met een schroevendraaier, zonder een toetsenbord, software of een handleiding nodig te hebben. In een praktijkvergelijking met conventionele oplossingen vermindert deze benadering de configuratietijd met wel 70 procent. www.eaton.nl/DE1
35
INDUMATION.BE 2017: ‘SMART ALL THE WAY!’
Kortrijk Xpo is van woensdag 8 tot vrijdag 10 februari 2017 opnieuw het epicentrum van de Belgische techniekindustrie. Tijdens Indumation.be stellen meer dan 120 bedrijven hun innovatieve producten voor. ‘Een belangrijke troef is dat dit de enige Belgische beurs is waar je alle componenten, technologie en oplossingen vindt voor automatiseren, innoveren en optimaliseren, dit ongeacht je activiteit’, zeggen de organisatoren Karl D’Haveloose en Mario Dejaegher.
MTMS-Machineering (Brussels Expo) en Indumation. be (Kortrijk Xpo) en drie networkevents: Indumation Network Event (Leuven), MTMS Network Event (Kortrijk Xpo) en nieuweling ABISS (Kortrijk): een Advanced Business & Industrial Software Summit, voor de digitalisatie van bedrijfsprocessen in productiebedrijven.’
Met reeds 121 ingeschreven exposanten en een beursoppervlakte die groeit naar 17.000 vierkante meter, kan je de vierde editie van het tweejaarlijkse Indumation.be zonder twijfel de hoogmis noemen van de industriële automatisatie in ons land.
Toen destijds de drie federaties Agoria, FIMOP en Belgitrans een partner zochten voor een Belgische, industriële automatiseringsbeurs, stelde Expo Advice zich kandidaat. ‘Wij werden geconsulteerd, samen met een aantal andere Belgische en Nederlandse beursorganisatoren, en dienden een voorstel in dat blijkbaar de voorkeur genoot’, vertelt Karl D’Haveloose
In 1998 startte Invent Media onder de merknaam Expo Advice met het opstarten van eigen initiatieven in de wereld van technologie en industrie. Inmiddels organiseert het bedrijf vijf belangrijke beurzen en events. Managing Director Karl D’Haveloose: ‘Onze portfolio vakbeurzen bestaat uit twee industrieshows,
Uit de eerste editie in 2011 leerde hij als organisator dat industriële automatisering een relatief en evolutief begrip is. ‘Bij aanvang dacht iedereen dat Indumation.be een beurs met enkel robots en sturingen zou zijn. Maar industriële automatisering is méér dan motion control. Industriële automatisering zit in de kleinste uitdagingen
36
INDUMATION.BE van een bedrijf als je begrijpt dat automatiseren ook innoveren en optimaliseren is. Gaande van een elektromotor die een conveyor-belt moet bedienen tot de meest complexe nanosensor dus. Een duidelijk en minder sensationeel voorbeeld van industriële automatisering is een goed doordachte maintenancestrategie of een inventieve retrofit van een bestaande installatie.’ De uitdagingen van engineering, smart manufacturing, IoT en Big Data en digitalisering kleurden sinds 2015 de agenda van Indumation. Vandaar ook de ondertitel innovate & optimize processes & production. ‘Indumation.be is inmiddels een boeiende en neverending story geworden en dat is de reden waarom we heel veel meetings met technologiebedrijven organiseren en stapels vakliteratuur lezen om de vinger aan de pols te houden. Of zoals Bruce Lee zei: Knowing is not enough, we must apply, Willing is not enough, we must do! Iedere dag opnieuw, goede ideeën zijn er genoeg, maar de meeste eindigen na veertien dagen in de prullenmand!’, aldus Karl D’Haveloose. Indumation.be 2015 klokte af op 5.915 bezoekers en de organisatie wil dat met de 2017-editie zeker evenaren. Het nieuwe thema is alvast een hele mondvol. ‘Automation Technology for Production, Infrastructure and Process Industry.’ ‘Smart All The Way’, is onze tagline. Weinig mensen snappen dat het om méér dan factory automation en process control gaat’, benadrukt Karl. ‘Indumation 2017 is dé innovatiebeurs voor alle facetten van de waardeketen in discrete manufacturing & process industry, en ieder kritisch bedrijfsproces tot en met de assets komen aan bod’, vult Exhibition Manager Mario Dejaegher aan. ‘Simpelweg: als uw infrastructuur, uw productie of een specifiek proces ergens moet worden geoptimaliseerd, dan moet je op Indumation.be zijn, wat je eigen activiteit ook mag zijn. Smart & Industrie 4.0, Big Data, Digital Transformation , IoT, Cyber Physical Systems zijn loze termen als ze niet gekaderd worden in een totaalbeeld.’
De organisatoren van Indumation.be 2017: Karl D’Haveloose en Mario Dejaegher.
Volgens Mario Dejaegher zijn de exposanten van Indumation.be heel divers en komen ze voornamelijk uit de Benelux. ‘Het zijn in hoofdzaak technologie-, software en componentenleveranciers, versterkt door implementatiepartners die samen met klanten heel specifieke uitdagingen begeleiden, concretiseren en uitvoeren.’ ‘Ook onze bezoekers hebben heel verschillende profielen, en hun activiteit is zelfs nog meer gevarieerd. Meestal wordt de beurs bezocht door teams bestaande uit directie en heel specifieke profielen zoals engineering, productie, maintenance, planning, onderzoek en ontwikkeling, logistiek, enz … Maar naast maak- en processindustrie komen er evengoed mensen naar de beurs uit de havensector, logistiek, voeding, landbouw, machinebouw en dergelijke.’
‘De uitdaging van elke exposant is om zijn USP’s duidelijk aan het publiek in vijf woorden kenbaar ‘Op het Indumation 4.0 Forum tijdens de beurs komen te maken. Blijf vooral kritisch als je aan een beurs binnen- en buitenlandse experten cases en technologie presenteren vol van vernuft en goede idëeen waar Belgische ondernemingen mee verder kunnen. Wij AUTOMATION MAGAZINE NR 206 willen de bezoekers hiermee inspireren. Tijdens de VERSCHIJNT IN JANUARI verschillende sessies van kenniscentra en experten Om een goede aansluiting te vinden met Indumation.be komen onderwerpen aan bod waardoor je bedrijfsteam na verschijnt Automation Magazine uitzonderlijk niet in afloop met een frisse look en concrete plannen huiswaarts december, maar in de eerste week van januari 2017. Zo rijdt.’ Nieuw voor deze editie is dat de beurs ook later openblijft op woensdag, en dit tot 20 uur. ‘Die avond komen vanaf 18 uur topsprekers samen voor The Big Engineering Debate. De stuurgroep van exposanten en federaties organiseert tijdens de beurs niet zomaar wat lezingen. Neen, de meerwaarde moet duidelijk zijn. Geen gedoodverfde productverhaaltjes, maar objectieve cases en trends’, weet Karl D’Haveloose. automation magazine september 2016
kunnen geïnteresseerde bedrijven via Automation Magazine hun producten eveneens voorstellen aan de beursbezoeker van Indumation.be vermits uw favoriete vakblad ook daar zal worden verspreid. Interesse om in dit speciale nummer te adverteren? Mail ons voor meer informatie via publiservice@automation-magazine.be en wij bezorgen u een voorstel op maat. Automation Magazine is met 11.000 abonnees marktleider in België voor informatie over aandrijftechniek en industriële automatisatie. 37
deelneemt, het is niet omdat al je collega’s meedoen dat jij daar ‘automatisch’ beter van wordt. Denk eerst even na wat je zelf te bieden hebt, waar je in de toekomst mee kan groeien. Heb je een budget en vooral een strategie als je u inschrijft voor de beurs?’, benadrukt Mario Dejaegher. Op Indumation.be 2017 zijn er net zoals tijdens de vorige editie in 2015 technische ‘routes’ uitgestippeld, dit rond bepaalde technieken, onderwerpen … ‘Zoek je specifiek sensoren, controllers, robots, software, oplossingen of componenten … Iedere technologie heeft zijn eigen route die vooraf kan worden gedownload volgens profiel en uitdagingen. De zes routes zijn nu aangevuld met de zevende route Indumation 4.0 waar alle relevante spelers die iets te bieden hebben binnen het thema in kaart werden gebracht’, vertellen de organisatoren. Voorts is Agoria toe aan haar tweede ‘I’m Techie Tour.’ Een georganiseerde rondleiding voor 2e graads studenten technisch onderwijs, gekoppeld aan een aantal opdrachten bij deelnemende exposanten. ‘Hogeschoolstudenten behoren sinds de eerste editie al tot het vaste publiek. Deze keer zetten we nog harder in op het werven van scholen onder begeleiding van hun leerkrachten, zodat ze een zinvol beursbezoek kunnen brengen dat ook de exposanten inspireert’, besluit Karl D’Haveloose. www.expoadvice.com
PRAKTISCH Indumation.be 2017, Automation Technology for Production, Infrastructure and Process Industry Wanneer en waar: Woensdag 8 tot Vrijdag 10 Februari 2017 Kortrijk Xpo, Hallen 1, 2 & 6 Openingsuren: - Woensdag 8 februari 2017 van 10 tot 20 uur met vanaf 18 uur The Big Engineering Debate - Donderdag 9 februari 2017 van 10 tot 22 uur met nocturne en VIP avond (tot 22 uur) - Vrijdag 10 februari 2107 van 10 tot 17 uur Info en inschrijving: www.indumation.be
NEEM DEEL AAN DE ‘FIMOP & BELGITRANS VILLAGE’ Op Indumation.be 2015 boden FIMOP en Belgitrans aan alle leden een budgetvriendelijke deelname aan. Ook nu is er zo’n aanbod. Het tweejaarlijkse Indumation.be is in België dé vakbeurs voor aandrijftechniek en industriële automatisatie en lokt zesduizend bezoekers naar Kortrijk Xpo. Samen met Agoria organiseren FIMOP en Belgitrans deze belangrijke vakbeurs en tijdens de vorige editie konden alle leden voor een promoprijs terecht in een eigen stand in ‘The Village.’ Voor Indumation.be 2017 van 8 tot 10 februari in Kortrijk Xpo, herhalen FIMOP en Belgitrans deze succesvolle formule. Een gedeelde groepsstand zorgt voor een fikse korting en u hoeft zich geen zorgen maken over de kosten voor het ontwerp en de opbouw van uw stand. Vanzelfsprekend kan u nog uw eigen accenten leggen en uw beursstand personaliseren. Met tien stijlvol ingerichte standen en een centrale klantenopvang kunt u op drie dagen uw klantenbestand verdubbelen! Persoonlijk contact met uw klanten is nog altijd de beste garantie op zakelijk succes. Geïnteresseerden die aan deze groepsstand willen deelnemen, kunnen contact opnemen – ten laatste op 30 september – met Gerda Van Keer via gerda.vankeer@fimop.be en/of 0471/20.96.73
igus the-chain ... Energietoevoer simpel gemaakt ... ®
Dynamische energietoevoer eenvoudig gemaakt ... ... voor bewegingen in alle richtingen. Eenvoudig ontwerp met e-chains , chainflex kabels en componenten van igus . Kies, bereken en bestel online - levering vanaf 24 uur. igus.be/the-chain ®
®
®
CAT7 Bezoek ons: Motek 2016, Stuttgart – Hal 4 Stand 4310 B(NL)-1118-ECS 185x60M.indd 1
igus B.V.B.A. Tel. 016-31 44 31 info@igus.be ®
31.08.16 22:02
FEDA
FEDA LANCEERT TECHNISCHE BOEKENREEKS FEDA (Federatie Aandrijven en Automatiseren) is de Nederlandse tegenhanger van de toekomstige Belgische vzw InduMotion. FEDA zet volop in op educatie en brengt handige opdrachtboeken over technische thema’s op de markt. Het Nederlandse FEDA heeft 176 leden. Heel opvallend is dat de beroepsvereniging een grote aandacht heeft voor technische opleidingen en ijvert voor een goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. Bij FEDA is bestuurslid Arjan Coppens (Bosch Rexroth, Director Sales Industrial Applications & Engineering Benelux) al negen jaar voorzitter van de Technologiegroep Hydraulic Solutions. ‘De FEDA-leden hebben zich verenigd in een onafhankelijke stichting TechniekXL waar werkend Nederland, in de filosofie van ‘een leven lang leren’, een erkend branchediploma MBO/ HBO kan behalen’, legt Arjan Coppens uit. Meer info staat op www.techniekxl.nl of www.techniekxl.be. ‘Het is de bedoeling dat TechniekXL zich steeds verder zal ontwikkelen en verbreden, dus ook breder zal gaan dan Aandrijftechniek.’ Naast die opleidingen, maakt FEDA ook boeken en zo zijn er reeds vijf handboeken ‘technische leergangen’ in verband met hydrauliek: hydrauliek, filtertechniek voor de hydrauliek, hydraulische systemen, hydrauliek leidingtechniek en proportionaal hydrauliek. De kostprijs per handboek bedraagt 32,5 euro. In ons land worden er zo’n 400 stuks per jaar verkocht. ‘Andere onderwerpen die nog volgen zijn elektromotoren, tandwielkasten, hogedruk hydrauliek, compressoren, koppelingen en open aandrijfsystemen. Voorts zijn er gesprekken gaande over robotica en PLC’s. Wij maken deze boeken samen met uitgever MK Publishing/Delta Press en ontwikkelen ook digitaal leermateriaal’, aldus Arjan Coppens. FEDA heeft ook een programma ‘Veilig werken met Hydrauliek’, te vinden op de website vwmh.nl. Dit is ook een opleiding binnen TechniekXL. Voorts organiseert FEDA tweejaarlijks het ‘Hydrauliek Symposium.’ Dutch Fluid Power Conference 2016 FEDA en VPH (Vereniging Platform Hydrauliek) maakten inmiddels het programma bekend van de Dutch Fluid Power Conference op 10 november 2016, voorheen bekend als het Hydrauliek Symposium. Dit jaar heeft het congres als centraal thema ‘Systeemarchitectuur in de Hydrauliek.’ Op het programma staat André Kuipers als keynote speaker en veertien gespecialiseerde sprekers. André Kuipers, astronaut en bekend van zijn werk bij ESA, zal uitvoerig ingaan op technologie en innovatie in de ruimte. De voertaal van het congres is Engels. Deze zevende editie zal meer nog dan voorgaande conferenties de mogelijkheid bieden tot netwerken en kennisdeling. Door het aantal sprekers terug te brengen van automation magazine september 2016
twintig naar veertien is er meer tijd beschikbaar voor discussie en interactie tijdens de presentaties. Net als voorgaande edities wordt de Dutch Fluid Power Conference 2016 gehouden in het film- en congrescentrum CineMec in Ede. De toegangsprijs per persoon bedraagt 275 euro, exclusief BTW. De deelnameprijs omvat toegang tot de conferentie en het lunchbuffet.
Arjan Coppens
Registratie via de website: www.dfpc.nl www.feda.nl www.mkpublishing.nl www.lesmaterialen.org www.veiligwerkenmethydrauliek.nl
CETOP HEEFT NIEUWE RAAD VAN BESTUUR CETOP koos een nieuwe raad van bestuur met daarin een Belg en een Nederlander. CETOP is de afkorting van Comité Européen des Transmissions Oléohydrauliques et Pneumatiques. Het is de overkoepelende sectororganisatie van alle Europese vakverenigingen actief in de Fluid Power. In totaal zijn er 17 nationale vakverenigingen lid van CETOP. Onder hen ook FIMOP dat stichtend lid is van CETOP. De Europese sectororganisatie hield de jaarlijkse vergadering in Constance, Duitsland en verkoos een nieuwe raad van bestuur. Voortaan maken de Belg Jean-François Desmet (ERIKS) en de Nederlander Arjan Coppens (Bosch Rexroth Nederland / FEDA) deel uit van de raad van bestuur. Jean-François Desmet is Vice-President Economics geworden en Arjan Coppens Vice-President Marketing & Communication. De nieuwe CETOP-voorzitter is Stefan König (Danfoss Power Solutions). De raad wordt vervolledigd met Vice-President Education Sten-Ove Claesson (HYDAC AB) en Vice-President Technics Stéphane Rakotoarivelo (Poclain Hydraulics Industrie SAS). De bestuursmandaten gelden voor de periode tot mei 2019. CETOP vertegenwoordigt meer dan duizend bedrijven actief in de Fluid Power - voornamelijk fabrikanten, maar ook dealers - goed voor zo’n 70.000 werknemers en een marktwaarde van 13 miljard euro. www.cetop.org
39
ASCO voor de aansturing van toepassingen in top hotels en kritische toepassingen in procesinstallaties. Wiens ventielen vertrouwt u? ASCO is bekend als producent van een breed programma magneetventielen met zeer hoge betrouwbaarheid. Daarom kunnen ‘s werelds grootste procesinstallaties en tophotels op ons rekenen. Met de breedste keuze aan magneetkop- en stuurventieltechnologieën, een scala aan opties en een uitgebreide reeks certificeringen, is ASCO in staat het juiste magneetventiel te bieden voor elke toepassing, zowel voor de aansturing van een wasinstallatie als een procesklep. ASCO serie 327 direct werkende ventielen en serie 551 indirect werkende schuifventielen zijn toonaangevend in de industrie, zowel in termen van kwaliteit als betrouwbaarheid. Voor nadere informatie bel 02 333 05 50, e-mail info@asconumatics.be of bezoek onze “Process” site op www.asconumatics.be Martin King Plant Manager
Het Emerson logo is een handels- en servicemerk van Emerson Electric Co. Het ASCO logo is een geregistreerd handelsmerk van ASCO Valve Inc. © 2016 ASCO. Alle rechten voorbehouden.
BE_327 Process Hotel_190x130mm_20160530_PH_new Brand.indd 1
5/31/2016 1:32:16 PM
producten
SMC IONIZERS MET VENTILATOR EN SNELLE RESPONSTIJD
SMC brengt twee Ionizers met ventilator op de markt voor snelle statische neutralisatie in talrijke toepassingen. De nieuwe IZF21 en IZF31 kunnen niet alleen een groter oppervlak neutraliseren, maar zijn ook aan te passen aan specifieke klantbehoeften. De nieuwe SMC-producten bieden meer flexibiliteit bij toepassingen zoals petflessen, verpakkingsfolie en spuitgietproducten en het onderhoud is eenvoudig. De IZF21- en IZF31-serie verwijdert gevaarlijke niveaus van statische elektriciteit over een grote oppervlakte in minder dan een seconde. Daarbij wordt een ionenbalans van ±5 V gehaald. Door de compacte vormgeving en een dikte van slechts 40 mm is montage in krappe ruimtes mogelijk. De kleinere IZF21 heeft een capaciteit van 1,8 m³/min en kan in 1,0 seconde ontladen. De IZF31 kan statische elektriciteit neutraliseren in 0,5 seconden en heeft een capaciteit tot 4,4 m³/min. Een optioneel rooster dat zowel verticaal als horizontaal kan worden gemonteerd, is instelbaar in vijf verschillende hoeken van luchtverspreiding. Zo kunnen klanten de neutralisatiezone instellen voor smalle en brede oppervlaktes. Een belangrijke eigenschap is dat iedere keer wanneer de Ionizer wordt ingeschakeld, de polariteit van de naalden wisselt, waardoor de levensduur van de naalden vrijwel verdubbelt. Meer informatie over de IZF21- en IZF31-serie vindt u op de pagina met nieuwe producten van SMC: www.smc.eu. www.smcpneumatics.be
HYDRAULIC ASSISTANCE SPECIALIST HYDRAULISCH GAMMA PARKER HANNIFIN Met 100 jaar ervaring in de hydraulische industrie, is Parker Hannifin één van de wereldleiders met enkele van de meest geavanceerde ontwerpen op de markt. Parker’s producten zijn wereldwijd gerenommeerd voor hun kracht, efficiëntie, kwaliteit en betrouwbaarheid. Hydraulic Assistance heeft 30 jaar ervaring op het gebied van accumulatoren, filtratie en koelers (on-/offline), hydraulische projecten, service en onderhoud van allerhande hydraulische systemen. De uitbreiding van het volledige hydraulische productgamma van Parker laat
Hydraulic Assistance toe hun potentieel te maximaliseren en een kompleet servicepakket aan te bieden. Dit als specialist van de hydraulische Parker producten, voor verkoop, herstellingen en technische ondersteuning, voor pompen, motoren, cilinders, filters, koelers, ventielen, accumulatoren …, voor de merken PARKER, DENISON, CALZONI, OLAER, OILTECH, … voor filtratie, oliemonitoring en koeling. www.hydass.be
PARKER MODUFLEX FRL P3X BESCHERMT PNEUMATISCHE COMPONENTEN- EN GEREEDSCHAPPEN
De ‘Nano Mist’ olievernevelaar is een technologische primeur. Het doseert nauwkeurig de hoeveelheid olie in verhouding tot het debiet van de perslucht, en dit volledig automatisch. Er is dus geen afstelling meer nodig. De olievernevelaar produceert een heel fijne en optimale olie-mist met een betere smering tot gevolg, dit tot een afstand van 40 meter en meer, en zorgt tevens voor een verminderd olieverbruik. Deze luchtbehandelingseenheid is de eerste in zijn soort die volledig corrosiebestendig is dankzij het gebruik van hoogwaardige kwaliteitstechnopolymeren. Dit universele concept is uitermate bestand tegen chemische producten en is inzetbaar in heel wat toepassingen. Zijn gewicht werd tot 45 procent teruggebracht in vergelijking met conventionele systemen. Het Moduflex Lite systeem is de FRL van de toekomst, sterk vernieuwend, zonder weergaande. www.parker.com/be
automation magazine september 2016
41
PFC200 COMMUNICEERT VIA MOBIEL 3G NETWERK
Machines en installaties draadloos over grote afstanden bedienen en bewaken: drie nieuwe varianten van de PFC200 communiceren via GPRS en SMS. De nieuwste PFC200 uit het WAGO-I/O-SYSTEM 750 is uitgerust met een 3G-modem met micro simkaart. Via deze weg is communicatie via GPRS mogelijk met het internet, alsook bidirectionele SMS communicatie. De PFC200 (750-8207) beschikt over twee ETHERNET-aansluitingen en een RS-232-/RS-485interface. De geïntegreerde netwerk-switch maakt de eenvoudige opbouw van een lijntopologie mogelijk. Een eveneens geïntegreerde webserver voorziet de gebruiker van configuratiemogelijkheden en statusinformatie. Dankzij de doordachte constructie (zonder ventilator en batterij) met SDHC-geheugen is de controller onderhoudsvrij en uitermate robuust. Naast de standaarduitvoering is de PFC200 ook verkrijgbaar voor een uitgebreid temperatuurbereik van -20 °C tot +60 °C (750-8207/025-000) alsook als telecontrole variant (750-8207/025-001). De controller ondersteunt behalve de telecontroleprotocollen IEC 60870-5-101, -103 en -104, IEC 61850, IEC 61400-25 ook DNP3. De PFC200-telecontrole varianten ondersteunen IPsec en OpenVPN en beantwoorden zodoende aan maximale veiligheidsstandaarden www.wago.be
PLUG & PLAY VISION SYSTEEM VOOR UNIVERSAL ROBOTS
Robotiq vervolledigt haar gamma cobot toebehoren met een universeel pick & place vision systeem. Met de introductie van een eenvoudig, flexibel en snel inzetbaar vision systeem maakt het Canadese Robotiq de inzet van de cobots van Universal Robots nog lucratiever. Het RWC vision systeem bestaat uit de nodige hardware (camera, licht, kabel, flens…) en software. Installatie is zeer eenvoudig en zeer snel uit te voeren. De gebruiksvriendelijkheid van de Robotiq producten, reeds gekend uit de grijper- en force sensor familie, is ook in dit vision systeem doorgezet. De camera is meteen na installatie bruikbaar en een korte introductie volstaat ook voor nieuwe gebruikers van vision systemen, om meteen van start te gaan. Dankzij de prijsstelling is ook de economische haalbaarheid van een vision oplossing snel bewezen. Met deze aanvulling van vision bij de grijpers en force sensors is de laagdrempelige inzet van cobots voor ontelbare toepassingen een feit. Voor een demonstratie of inlichtingen neem contact op met Gibas Automation BV, de Benelux partner van Robotiq. www.gibas.nl
42
OPTIMISED MOTION SERIES: OPTIMALE PRESTATIES VOOR EEN INTERESSANTE PRIJS
De Optimised Motion Series van Festo is een reeks perfect op elkaar afgestemde componenten, die net zoals spieren een complexe beweging eenvoudig kunnen uitvoeren. Dankzij dit samenspel van verschillende componenten was elektrisch positioneren nooit eenvoudiger. Door de bijhorende gratis software is het kinderspel om precieze bewegingen in te stellen. Deze productfamilie werd onlangs uitgebreid met bijkomende modules en accessoires. Een pakket voor optimale prestaties en minimale inspanning: alles functioneert perfect zolang elke spier zijn rol perfect speelt. Onze sets voor elektrische positionering (Optimised Motion Series) zijn snel en eenvoudig te configureren en in dienst te stellen. Kortom: het systeem dat positioneren eenvoudig maakt. Om deze reeks extra te promoten starten we met een uitzonderlijke actie: tot en met 31 december 2016 hanteren we promotietarieven voor deze componenten die u allemaal terugvindt in onze online shop. www.festo.be/OMS
producten
MAGNEET-STRICTIEVE SENSOR MET DRAAIBARE ELEKTRISCHE AANSLUITING De compacte sensor van de GB-serie van MTS – in de Benelux exclusief verdeeld door Turck Multiprox – is uitermate geschikt voor industriële toepassingen met weinig inbouwruimte. De schakelpunten zijn programmeerbaar (Bluetooth®, USB of manueel) waardoor de sensor ter plaatse worden geconfigureerd. Wanneer een sensor met schroefdraadflens in een cilinder wordt geschroefd, dan kent men vooraf nooit de oriëntatie van de connector- of kabeluitgang. Met de sensor van de GB-serie is dit verholpen, aangezien de elektronicakop 360° draaibaar is. Een extra voordeel is de modulaire opbouw, waardoor het sensorelement en de elektronicakop kan worden
vervangen terwijl de flens vast gemonteerd in de cilinder blijft zitten. Hierdoor moet het hydraulisch systeem niet worden geopend en worden stilstandstijden tot een minimum gereduceerd. De GB-sensor met schroefdraadflens is met analoge of SSI-uitgang verkrijgbaar. Werkingstemperatuur max. 100°C. Door de Temposonics®-meettechnologie zijn de sensoren ongevoelig voor elektromagnetische interferenties, vibraties, schokken en stof. Ze detecteren absolute posities en moeten daarom tijdens de werking niet opnieuw worden gekalibreerd. www.multiprox.be
ASCO AFSLUITERS VOOR VOEDSELCONTACT TOEPASSINGEN
ASCO heeft haar reeks roestvast stalen afsluiters met schuine zitting uitgebreid met ventielen voor toepassingen met levensmiddelencontact. Volledig gecertificeerd volgens de eisen van de Europese (EG) 1935-2004 en de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) CFR 21 regelgeving voor levensmiddelencontact, kunnen de DN10 tot de DN65 afsluiters nu worden toegepast bij de regeling van vloeistoffen in voedselverwerkende processen, waarin stromende media in aanraking kunnen komen met voedsel. Daarnaast voldoen de klepafsluiters ook aan de (EG) 10/2011 normen voor kunststoffen die zijn bedoeld voor levensmiddelencontact, en die worden geproduceerd conform de (EG) 2023/2006 norm voor goede productiepraktijk (GMP). Net als bij veel andere ASCO producten voldoen de ventielen ook aan de RoHS-2 (EU) 2011/65 norm die het gebruik van gevaarlijke stoffen beperkt. De roestvast stalen klepafsluiters maken deel uit van een uitgebreid leveringsprogramma fluid automation oplossingen van ASCO. www.asconumatics.be
WEG STELT MOTORREDUCTOREN TYPE WG20 VOOR
WEG lanceert de WG20, een nieuwe serie uiterst veelzijdige, modulaire motorreductoren die wereldwijd uitwisselbaar zijn en een energie-efficiëntie tot 96 procent bieden. Ze zijn inzetbaar in een zeer breed bereik van industriële toepassingen, waar een nauwkeurige en betrouwbare krachtoverbrenging vereist is. Dit nieuwe type motorreductor zal gebruikers toelaten om de energieefficiëntie van hun aandrijfsystemen in hun installaties aanzienlijk te verhogen en de bijbehorende energiekosten maximaal te reduceren. Deze WG20 motorreductoren zijn ontwikkeld in samenwerking met het filiaal WATT Drive – specialist op gebied van tandwieltechnologie binnen WEG – en zijn beschikbaar in gestandaardiseerde montageafmetingen om de inzetbaarheid te verhogen voor zowel nieuwbouw systemen als voor retrofit automation magazine september 2016
projecten. De aangebouwde motor is geschikt voor nagenoeg alle internationale voedingsspanningen dankzij de interne spanningsomschakeling. Hierdoor ontstaat een geheel dat vrijwel overal inzetbaar en uitwisselbaar is zonder een bijkomende mechanische of elektrische ombouw van de bestaande installatie. De motoren, te verkrijgen in de energie-efficiëntieklassen IE2 en IE3, beschikken over een geavanceerd design met het eerste tandwiel rechtstreeks gemonteerd op de motoras. Dit resulteert in een tweetraps tandwielkast met zeer hoge reductieverhouding (in plaats van de gebruikelijke drietraps tandwielkast) en een hogere efficiëntie. www.weg.net/be
43
onderhoudskosten verlagen en stilstand beperken planetaire- en conventionele aandrijving, hydrauliek en lieren
Investeer direct in de juiste aandrijving Wanneer u een Brevini aandrijfsysteem koopt, dan krijgt u ook technische support en jarenlange kennis op het gebied van engineering aangeboden. Wij zorgen voor een volledige oplossing op maat. Of het nu gaat om planetaire, conventionele, hydraulische aandrijfsystemen of lieren.
Brevini Benelux / benelux@brevini.com / +31 172 42 80 80 / www.brevini.nl
SYSTEM INTEGRATION LIFE SCIENCES
Hydraulics System integration Power units Repairs/Overhaul Maintenance contracts Oil management Accumulators Pneumatics
MOBILE OFF ROAD
OIL & GAS
CHEMICALS & PETROCHEMICALS FILTRATION
TRANSPORTATION
Boterhamvaartweg 2 2030 Antwerpen service.hydro@hydro.be T. +32 3 546 40 80 www.hydro.be
Ontdek ons breed gamma producten en systeemoplossingen: 9 technologiëen vanuit één leverancier!
www.parker.com/be
The added value to Hydraulics/Pneumatics INDUSTRIAL
MARITIME RENEWABLE ENERGY
PARKERSTORE DISTRIBUTION
techtelex In bijna 40 jaar is ENDRESS+HAUSER uitgegroeid tot de wereldwijde marktleider op het gebied van elektromagnetische flowmeettechniek. Sinds 1977 heeft Endress+Hauser meer dan twee miljoen elektromagnetische flowmeters geproduceerd. Dat is meer dan welke andere fabrikant dan ook. Endress+Hauser begon de productie van flowmeters met slechts drie medewerkers in voormalige militaire barakken. ‘Dit magische getal staat voor kwalitatief hoogwaardige meettechniek en, bovenal, tevreden klanten in allerlei branches’, aldus Bernd-Josef Schäfer, directeur van Endress+Hauser Flowtec AG bij de viering van de kaap van twee miljoen. (www.endress.com) VANSICHEN LINEAIRTECHNIEK valt in de prijzen. In maart 2016 kreeg het bedrijf uit Hasselt de Bahr European Application Award 2015 toegekend. Dit is al het tweede project waarvoor Vansichen Lineairtechniek een prestigieuze award mag ontvangen. De uitreiking gebeurde op de Hannover Messe door Frank Bahr. Vansichen Lineairtechniek werd door opdrachtgever Engie Fabricom (afdeling Ports en Marine) gevraagd om mee te werken aan een proefproject om de toegangsbruggen tot het havengebied van Antwerpen te automatiseren. Vansichen Lineairtechniek ontwierp en bouwde een lineair scansysteem met een lengte van 43 meter voor de Oosterweel-brug. Het doel van dit systeem is om de brug te scannen op personen en voertuigen. Hierdoor zouden de seinhuisjes aan de bruggen minder personeel nodig hebben. Er wordt nu een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. (www.vansichen.be) SMC PNEUMATICS heeft een nieuw kantoorgebouw en dus ook een nieuw adres. Door de sterke groei van SMC in Europa wordt de opslagruimte van het SMC European Central Warehouse (ECW) in Wommelgem bij Antwerpen uitgebreid met meer dan 3.000 vierkante meter. SMC heeft nu een nieuw kantoorgebouw in gebruik genomen aan de Ternesselei 232 in Wommelgem. (www.smcpneumatics.be) Het CONSORTIUM BORDENBOUW maakt een positieve balans op van de afgelopen drie schooljaren. Er staan inmiddels al meer dan 50 Education Cabinets in Vlaamse en Waalse secundaire en hogescholen. Daarnaast volgden meer dan 60 docenten de basisopleiding. Het Bordenbouw Consortium is een initiatief van ABB, EPLAN, Festo, Phoenix Contact en Rittal om de sector van bordenbouwers in België te versterken en competitiever te maken. Om dit te realiseren organiseert het consortium seminaries en neemt het initiatieven om een brug te slaan tussen de sector en het onderwijs. Alle partners nodigen de docenten van het Education Project op 5 oktober 2016 uit op de tweede editie van de Education Cabinet Users Day. Zo trachten de consortiumleden technologie en onderwijs dichter bij elkaar te brengen. (www.switchingonthefuture.be) De 21-jarige Wouter Sterkens (zie foto) heeft de TEST JE TALENT VOOR TECHNIEK-wedstrijd gewonnen. De kersvers bachelor Elektromechanica van de Thomas More Hogeschool Kempen studeert nu verder voor industrieel ingenieur. Hij ontving van Serge Casier, manager Distribution & Didactics bij SMC, een nieuwe iPhone 6. De eerste editie van ‘Test je Talent voor Techniek’ werd door SMC gelanceerd in 2013. De Japanse pneumaticaspecialist wil met dit initiatief jongeren aanmoedigen een technische opleiding te kiezen. Naast de iPhone won Wouter Sterkens voor Thomas More ook een trainingsmodule SIP-TM2 van SMC Pneumatics ter waarde van zo’n 3.000 euro. Opleidingsmanager Elektromechnica Ing. Luc Moonen toonde zich daar erg tevreden mee, want een dergelijk paneel met pneumatische proefopstellingen ontbrak nog in het didactische lesmateriaal. Wouter Sterkens viel overigens nog in de prijzen omdat hij in zijn afstudeerrichting het beste eindwerk inleverde. Hij hielp de Turnhoutse siliconenproducent Soudal met een machine te ontwerpen die automatisch doppen aandraait. (www.thomasmore.be) Het INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN stelt vast dat in het eerste kwartaal van dit jaar de Belgische industrie 700 extra banen creëerde. Dit terwijl in de 18 voorgaande kwartalen er in de maakindustrie steeds jobs sneuvelden. Zo verdwenen er sinds 2011 al 40.000 banen in onze industrie. De huidige toename van industriële werkgelegenheid Student Wouter Sterkens (r.) won de Test je is vooral te danken aan technologiebedrijven want de industrie is volop aan het Talent voor Techniek-wedstrijd en ontving digitaliseren. (www.inr-icn.fgov.be) De tandwielbedrijven P. VAN DER WEGEN felicitaties van SMC manager Distribution & GEARS en de VERENIGDE BIERENS BEDRIJVEN uit het Nederlandse Tilburg Didactics Serge Casier (m.) en Thomas Moredocent Luc Moonen (l.). gaan samen verder. Ooit zijn beide bedrijven vanuit dezelfde basis ontstaan in 1880 toen August Bierens en zijn zwager Pieter van der Wegen samen een stoomwerktuigenherstelwerkplaats begonnen in Tilburg, waarna zij in 1913 uit elkaar gingen. De overname vindt plaats doordat de familie Bierens haar aandelen overdraagt aan de van der Wegen groep. De familie Bierens kent binnen haar gelederen geen opvolging en de huidige economische omstandigheden vergen schaalvergroting en krachtenbundeling met een sterke internationale partner. Van der Wegen heeft zich de laatste twee decennia succesvol ontwikkeld tot een internationale specialist in de megagrote tandwielen. Bierens is specialist voor spiraal kegelwielen. (www.bierens.com)
automation magazine september 2016
45
opinie door Ir. ALFONS CALDERS
Ecodesign van aandrijvingen Dit nummer van Automation Magazine bevat het dossier eco-engineering van aandrijvingen. In zekere zin beperkt het zich tot één aspect in ecodesign: de energiebesparing. Zorg dat die energiekost onderdeel wordt van uw onderhoudskost. Traditioneel zal men bij de ‘groene denkers’ er de ganse ‘craddle-to-cradle’-gedachte willen bijbrengen. Dat betekent: besparen op het initieel verbruik van grondstoffen en energie, plus het herwinnen van de afval en de omzetting naar nieuwe grondstoffen op het einde van de levensduur. Maar craddle-to-craddle is in engineering moeilijk toepasbaar op onderdelen. Het moet toegepast worden op het ganse systeem. En ook bij het design van onderdelen. Maar in aandrijftechniek voor machines en industriële aandrijvingen gaat het om de aankoop van componenten. Het zo lang mogelijk laten meegaan van het onderdeel, door een gepast design is dus belangrijk in het ‘duurzaam denken.’ Er wordt daarom – naast aandacht voor minimaal energieverbruik en energieherwinning – in dit dossier nuttig gewezen op een minimaal grondstofgebruik. Dit in de zin van ‘minder gewicht is zeker ook belangrijk in het energieverhaal, want alle kilo’s die u met een aandrijving moet bewegen, vergen energie.’ En op onderhoud. Met als streefdoel minder pannes en minder wisselstukken. Als men op zoek gaat naar ecodesign is het dus niet verwonderlijk hoe de spelregels overeenkomen met de klassieke good-practice. Al lijkt het dikwijls dat door de nadruk te leggen op energie en milieu vandaag meer resultaat wordt geboekt dan in het verleden. Men vergeet hierbij echter dat men dikwijls kijkt naar technologie van 20 jaar geleden die men gaat doorlichten met de kennis en technologie van vandaag. Het was de traditie om eens een productie-unit is neergepoot deze zo lang mogelijk zonder extra investeringen – dus zonder vernieuwingen – te laten functioneren. Ondertussen is duidelijk dat het niet slecht is om regelmatig de productie-units te herbekijken op vlak van good-practice. 46
De evoluties in nieuwe, steeds betaalbaardere technologie, de integratie van elektronica in moderne aandrijftechniek maakt het lonend om aan een ‘permanente re-engineering’ van de installaties te doen. En de slagzin ‘ecologie en energie’ is dan belangrijk om uw directie te overtuigen om hiervoor investeringsgeld los te maken. En als de grootte van de besparing niet direct aantoonbaar is, is er steeds ‘veiligheid’ om de productievernieuwing te financieren. Meestal zonder het zwaard van Damocles: ‘is de investering af te schrijven op minder dan 18 maanden’ of ‘kunt u dat niet doen met het gewone onderhoudsbudget?’ Met andere woorden: is de investering niet terug te verdienen in minder dan een jaar?
‘Het is lonend om aan een permanente re-engineering van de installaties te doen.’ En wil u mogelijkheden? Zorg dat de energiekost onderdeel wordt van de onderhoudskost. Haal ze uit de ‘algemene onkosten die de productievestiging duur maakt.’ Want België is – naast de loonlast – ook duur op vlak van energie. Door meer meetinstrumenten te zetten die het verbruik meten en door de onderhoudsdienst om te buigen tot van ‘instandhouding’ tot ‘up-to-date houder’ van de productie kunnen vele binnenlandse vestigingen een stuk competitiever worden binnen de internationale productiewereld. Maar een directie moet ze de middelen geven ... en het beheer van de energierekening. En deze standaard samentellen met de kosten voor onderhoud en vernieuwing van de installaties zou het beste tool zijn om dat te realiseren. Competitiviteit gaat om geld. Onderhoud is geen kost, maar een competitieondersteunende tool. Dalende inkomende facturen zijn besparingen, en meteen ook de best begrepen cijfers voor een directie.
www.fimop.be www.automation-magazine.be
www.belgitrans.be www.automation-magazine.be
ATB Automation Mechanics Motion Control
pr tec Partner in automation
VANSICHEN
LI N E A I R T E C HN I E K
INDUSTRIE 4.0 – WIJ GEVEN VORM AAN VOORUITGANG IO-Link Master en IO-Link Devices
SMC Pneumatics NV/SA Ternesselei 232 • 2160 Wommelgem T +32 (0)3 355 14 64 info@smcpneumatics.be www.smcpneumatics.be