6 minute read
‘HOE TECHNOLOGIE ONS
RIOLERINGSSTELSEL WAPENT VOOR DE TOEKOMST’
BURGERLIJK INGENIEUR MARJOLEIN WEEMAES OVER HAAR TAKEN BIJ AQUAFIN
Water was in de zomerperiode niet weg te branden uit de actualiteit. Een lange droogteperiode, klagende landbouwers, maatregelen op rivieren en kanalen en ei zo na maatregelen voor het grote publiek. Aquafin speelt in Vlaanderen een bepalende rol in het waterlandschap, meer bepaald in de opbouw en onderhoud van ons rioleringsnet. Eén van de drijvende krachten achter de schermen is burgerlijk ingenieur Marjolein Weemaes, die ons bijpraat over het belang van technologie in dat rioleringsstelsel.
‘Mijn takenpakket binnen Aquafin is zeer divers,’ steekt Marjolein Weemaes van wal. ‘Het bedrijf zorgt kort samengevat voor de zuivering van het afvalwater van Vlaamse huishoudens. We beheren daarvoor de aanwezige infrastructuur zoals de waterzuiveringstations, het rioleringsstelsel en de collectoren. En we vernieuwen of bouwen die infrastructuur verder uit daar waar nodig. Daarnaast werken we ook voor privéklanten zoals bedrijven en de overheid. Steden en gemeenten kunnen bijvoorbeeld een beroep doen op ons om hun rioleringsnet in kaart te brengen, te beheren en verder uit te bouwen .’
‘Bij dat beheer komt er veel innovatie kijken en dat is één van de terreinen van mijn afdeling Business Development & Innovatie. Innovatie is méér dan broodnodig, onder meer door de droogteperiodes waarmee we worden geconfronteerd. Maar er komt zoveel meer op ons pad: er zijn nieuwe inspectietechnieken, we willen meer water hergebruiken, de buffercapaciteit moet omhoog, er zijn de nieuwe sturingtechnieken op basis van digitalisering, er is de huidige transitie in de energiesector, we hebben ook nieuwe stoffen zoals PFAS of medicatie in het water, de lijst met aandachtspunten en evoluties is eindeloos. R&D is daarom een eerste belangrijke pijler in onze werking.’
‘Plan W is de volgende pijler in mijn directoraat, daarin zitten onze gebiedsingenieurs, GIS-adviseurs en Hemelwaterplanner. Zij weten alles over het plaatselijke stelsel, zowel van onze eigen installaties als die van de steden en gemeenten. Zij zijn met andere woorden onze voelsprieten ter plaatse. Hun takenpakket is zeer divers: de overstorten onder controle houden, het stelsel in kaart brengen, knelpunten detecteren, optimalisaties voorstellen, een visie uitbouwen op de plaatselijke verwerking van afval- en hemelwater,... In deze afdeling zijn ongeveer 70 werknemers actief. Het gaat hier vaak om landbouw-, burgerlijk-, industrieel ingenieurs, maar er zijn ook andere master- en bachelorprofielen actief in onze directie.’
De veroudering van ons rioleringsstelsel
‘Als je mij vraagt wat vandaag uitdaging nummer één is, dan zeg ik ongetwijfeld de veroudering van ons rioleringsstelsel. Dat moeten we zeker goed in kaart brengen om de juiste maatregelen te kunnen nemen. De klimaatproblematiek hangt daar wat mee samen en is uiteraard eveneens belangrijk: hoe kunnen we ons voorbereiden op de gevolgen van verandering, hoe kunnen we het stelsel concreet aanpassen aan de nieuwe noden. Concreet moeten we regenwater zoveel als mogelijk uit ons afvalstelsel houden, door middel van infiltratie,
‘Aquafin is goed voor 0,7 % van het Vlaamse energieverbruik. We hebben dus een belangrijke maatschappelijke rol om ons verbruik zo laag mogelijk te houden.’
Opleiding Burgerlijk Ingenieur Scheikunde
Marjolein Weemaes: ‘Ik volgde de opleiding Burgerlijk Ingenieur in de Scheikunde, omdat dit het nauwst aansloot bij mijn interesses uit het middelbaar. Maar nog tijdens die studies realiseerde ik me dat ook milieutechnologie mij zeer boeide. Ik had daarom al wat keuzevakken rond biochemie en milieutechnologie gevolgd. Vooral de impact van processen op het milieu fascineerde me mateloos.’
‘Mijn doctoraat deed ik onder de vleugels van professor Verstraete van de faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, maar toen Aquafin mij een aanbod deed om in het slibteam aan de slag te gaan ben ik daar op ingegaan. Ik was er onder meer verantwoordelijk voor het onderzoek naar nieuwe slibtechnologieën.’
‘Mijn mindset is altijd zeer onderzoeksgerelateerd geweest en dat weerspiegelt zich ook in mijn verdere functies binnen het bedrijf. Na het slibteam werd ik achtereenvolgens onderzoeker, groepsleider pilootonderzoek, hoofd van de onderzoeksafdeling en tot slot de directeursfunctie die ik nu uitoefen binnen de afdeling Business Development & Innovatie. Samengeteld ben ik nu 22 jaar actief voor Aquafin.’ opslaan, hergebruik en noem maar op. Daarbij zetten we volop in op de mogelijkheden die het publiek domein ons biedt: het zichtbaar maken water en groen in het straatbeeld zorgt er niet alleen voor dat je regenwater ter plaatse houdt, maar creëert ook ruimte voor ontspanning, samenzijn en kansen voor biodiversiteit.’
‘Aquafin werd destijds opgericht om de Europese richtlijn voor stedelijk afvalwater in goede banen te leiden. De Vlaamse normen rond de waterzuiveringsstations zijn in die periode enorm verstrengd, onder meer rond het toegelaten gehalte stikstof en fosfor. Op dat moment is er via Aquafin een grote inhaalbeweging gemaakt om onze stations aan te passen. De kennis die op dat moment opgebouwd werd rond sturingen van nutriëntverwijdering, heeft ons geen windeieren gelegd want we hebben ze stelselmatig kunnen uitbouwen. Zo hebben ook het rioleringsstelsel en de buffersystemen genoten van de opgebouwde kennis in de waterzuivering.’
Bacteriën eten de vuiligheid op
‘Wat we ook niet uit het oog mogen verliezen: Aquafin is goed voor 0,7 % van het Vlaamse energieverbruik. We hebben dus een belangrijke maatschappelijke rol om ons verbruik zo laag mogelijk te houden. De pompen of de stuurschuiven zijn hierbij niet de grootste slokoppen. De meeste waterzuiveringsstations liggen laag, het water vloeit gravitair die richting uit, enkel de tussenpompstations verbruiken wat energie, maar dat zijn niet dé slokoppen in onze werking. De grootste verbruikers zijn de beluchters, die ingezet worden om de biologie in de zuivering op gang te houden. Waterzuivering gebeurt op basis van bacteriën die de vuiligheid als het ware opeten, maar die hebben zuurstof nodig en de beluchters maken dat mogelijk.’
‘Ook slibdrogers zijn echte energievreters. Slib is de natte slurrie met overschot-bacteriën, het mengsel blijft over na de zuivering. Dat goedje wordt finaal verbrand, maar je wil daar natuurlijk eerst zoveel water uithalen. Dat zal in de toekomst gebeuren via droging met restwarmte, maar er zijn vandaag nog slibdrogers die daar fossiele energie voor gebruiken.’
‘De pompen en andere componenten kopen we in principe off-the-shelf. Maar we werken wel voor de overheid, dus we moeten rekening houden met de wet rond overheidsopdrachten. We hebben dus geen vaste leveranciers, maar werken met raamcontracten die over enkele jaren lopen. Het is dus wel iets anders werken dan in de standaard industrie. Onlangs werden ook wij geconfronteerd met de wereldwijde leveringsproblemen. Zo hebben we bij de PLC’s de nodige problemen gehad. We hebben toen - ook letterlijk - alles uit de kast gehaald om onze systemen te laten draaien. Dat leidde tot het herbekijken van onze stockniveaus voor kritieke onderdelen.’ www.aquafin.be
Enkele recente innovaties van Aquafin
Vorig jaar bouwde Aquafin een biomethaaninstallatie. Marjolein Weemaes: ‘Bij het zuiveringsproces kan het slib vòòr verbranding eerst vergist worden, waarbij onder anaerobe omstandigheden het slib omgezet wordt in biogas (methaan + CO2). Klassiek wordt dat gas in een WKK (Warmte-Kracht-Koppeling) ingezet om elektriciteit te produceren, maar dat had een eerder lage efficiëntie. Vorig jaar installeerden we een installatie met een vrij nieuwe techniek, waarbij het CO2 afgesplitst wordt van het methaangas. Dat laatste product kan na behandeling door Fluvius op hun distributienet geplaatst worden. Zowel naar CO2-impact als naar energievalorisatie betekent dat een mooie vooruitgang. We maken bruikbaar gas van afval, wat naadloos past in de circulaire benadering die vandaag zo broodnodig is.’
‘Een tweede voorbeeld vinden we dichter bij huis: ons eigen nieuw gebouw te Aartselaar wordt verwarmd met rioleringswarmte. Het water in de plaatselijke riolering is ongeveer 10°C in de winter, wat relatief warm is. Via een warmtepomp en warmtewisselaar slagen we er in om onze lokalen te verwarmen in de winter en te koelen in de zomer. Deze techniek is momenteel erg populair aan het worden en kan zeer interessant zijn voor onder andere sporthallen, zwembaden, kantoorgebouwen en appartementsgebouwen. De voorwaarde is wel dat de isolatie van het gebouw op punt staat, want het gaat uiteraard over een systeem met lage warmteafgifte. Ook de doorstroming in de riolering moet voldoende zijn. Ondertussen zijn we bezig om ook in onze waterzuiveringsstations dergelijke systemen te onderzoeken, want daar is veel meer warmte aanwezig. Daar gaat het om aansluitingen op een warmtenet.’
‘Een derde innovatie kunnen we op het conto van digitalisering schrijven. Steden en gemeenten kunnen het beheer van hun stelsel aan ons overlaten in het kader van een as-a-service contract. Tegen 2027 moet elke stad en gemeente zijn rioleringsstelsel in kaart brengen. Wij nemen hen de volledige zorg daarover uit handen tegen een vaste jaarlijkse fee. Dat ontlast hen van een enorme administratieve last en geeft zekerheid over de begroting. De bouwstenen van dit systeem zijn eerder beperkt, vooral het programmeren van een user platform was de centrale pijler.’
Veilige En Duurzame Automatisering Van Waterstofinstallaties
In een poging om de klimaatverandering en de desastreuze gevolgen voor ons milieu af te remmen, wordt steeds meer onderzoek gedaan naar het gebruik van nieuwe energiebronnen als vervanging van fossiele brandstoffen zoals olie en gas.