SENSORTECHNOLOGIE
p26 – Oude wafelfabriek maakt nu robottracks
p30 – ‘Maak geen computers van onze kinderen’, waarschuwt AI-experte Mieke De Ketelaere
p40 – ABB investeert 20 miljoen euro in nieuwe fabriek Evergem
IZF21/31 ventilatorionisator
p26 – Oude wafelfabriek maakt nu robottracks
p30 – ‘Maak geen computers van onze kinderen’, waarschuwt AI-experte Mieke De Ketelaere
p40 – ABB investeert 20 miljoen euro in nieuwe fabriek Evergem
IZF21/31 ventilatorionisator
IZS40/41/42 staafionisator
IZN10E mondstukionisator
IZG10 ionisatiepistool
• Vergeet afgekeurde producten, onnodige onderhoudsuren en machine-uitval als gevolg van statische elektriciteit – ontdek de voordelen van onze ionisatoren en toebehoren.
• Optimaliseer de kwaliteit van uw productieproces – verhoog de productiesnelheid en verbeter de kwaliteit van de output op een eenvoudige manier
• Creëer een veilige omgeving voor uw werknemers – elimineer schokken veroorzaakt door statische elektriciteit
• Altijd de juiste antistatische oplossing – SMC biedt een breed scala aan meet-, verwijderings- en controleoplossingen voor statische elektriciteit aan
SMC Belgium BV Ternesselei 232, 2160 Wommelgem T : +32 (0)3 355 14 64 E-mail : info@smc.be www.smc.be Meer weten? Surf naar www.smc.be of contacteer ons op info@smc.be
Meten is weten, en sensoren zijn daarbij cruciaal. In dit nieuwe nummer van Automation Magazine staat sensortechnologie centraal want digitalisering en automatisering geven onze industrie een voorsprong, maar hiervoor is data nodig en sensoren die alles monitoren.
Moderne sensoren integreren almaar meer metingen en intelligente functies rond diagnose en asset management. Digitale sensornetwerken ontsluiten die intelligentie en geven de automatisering in onze fabrieken een boost. In feite is dit één van de uitgangspunten van Industrie 4.0: systemen slimmer maken zodat ze feedback kunnen geven over hun functioneren. Via het Internet of Things (IoT) zijn al die slimme componenten geconnecteerd en kunnen ze in real-time worden opgevolgd. Dit alles vergt wel stevige investeringen.
De verkiezingskoorts is achter de rug en het lijkt erop dat onze politici toch wel beseffen hoe belangrijk de maakindustrie is voor ons land. Zo is er goed nieuws dat het Leuvense technologiebedrijf imec 2,5 miljard euro heeft opgehaald, waarvan een deel Vlaamse overheidssteun en Europese subsidies. Zo kan imec zijn voortrekkersrol in de wereldwijde chipindustrie versterken. Met het geld gaat imec een nieuwe clean room bouwen.
‘De verkiezingskoorts is achter de rug en het lijkt erop dat onze politici
toch wel beseffen hoe belangrijk de maakindustrie is voor ons land.’
Imec is ‘s werelds grootste onafhankelijke onderzoekscentrum in nano-elektronica en digitale technologie. Bij imec kunnen bedrijven de meest geavanceerde chiptechnologie testen om in de toekomst in hun producten te gebruiken, dit onder meer in de slimme gezondheidszorg, artificiële intelligentie en de transitie naar duurzame energie.
De Europese Unie besliste na de coronacrisis om via de EU Chips Act onze eigen Europese chipindustrie te ondersteunen. In totaal investeert Europa 43 miljard euro om chips te ontwikkelen en te produceren.
Investeringen zijn belangrijk voor onze welvaart en daarom ook proficiat aan grote reus ABB en kleine KMO Vansichen, want zij investeren eveneens in de toekomst. ABB heeft een nieuwe spuitgietfabriek van 20 miljoen euro geopend in Evergem, bij Gent, om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar veilige, slimme en duurzame elektrificatieoplossingen in Europa. De moderne fabriek van ABB is ontwikkeld om te voldoen aan de nieuwste eisen op het gebied van energie-efficiëntie door de installatie van nieuwe spuitgietmachines, digitale technologieën en automatiseringsoplossingen. Vansichen Linear Technology bouwde in Kiewit bij Hasselt een gloednieuw kantoor en moderne productiehal waar robottracks nu klaarstaan om wereldwijd te worden geleverd.
Voorts een proficiat aan Sirris, dat 75 kaarsjes uitblaast en mee aan de kar trekt om de maakindustrie in ons land te ondersteunen. Sirris is het innovatiecentrum voor de technologische industrie in België en investeert dit jaar 5,5 miljoen euro extra in kennis en infrastructuur, bovenop haar jaarlijkse investeringen. Een aanzienlijk deel daarvan - 4 miljoen euro - gaat naar de bouw van drie gloednieuwe industriële demonstratie- en testomgevingen in de labo’s van Kortrijk, Genk en Charleroi.
Naast R&D centra, zijn ook beurzen en netwerkevents belangrijk om elkaar te inspireren en zaken te doen. Recent maakte Sven Mollie van Industrialfairs tijdens de jaarlijkse statutaire vergadering van onze beroepsorganisatie InduMotion bekend dat reeds 90 procent van de beursvloer van het tweejaarlijkse event INE is uitverkocht. De volgende editie vindt plaats in februari 2025.
Het Indumation Network Event (INE) is een netwerkavond die alternerend wordt georganiseerd in een jaar dat er geen INDUMATION.BE beurs is. Omwille van de succesvolle editie van INDUMATION.BE 2024 lopen de inschrijvingen voor INE 2025 heel vlot binnen. Noteer dus alvast in uw agenda: het Indumation Network Event gaat volgend jaar door op donderdag 20 februari 2025 in de Brabanthal te Leuven. De volgende editie van INDUMATION.BE zal in 2026 plaatsvinden van woensdag 4 tot vrijdag 6 februari 2026 in Kortrijk Xpo.
www.automation-magazine.be
Transponderschakelaar met vergrendeling
Zeer compact design 135 mm
Metalen kop (3.000 N Fzh)
Categorie 4 / PL e conform ISO 13849-1 / SIL3
High level coded ISO 14119
Configureerbaar door FlexFunction
Uitgebreide diagnose met IO-Link IP69 stofvrij en vochtdicht
INDUMOTION
InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn.
Lid van het Europees comité CETOP.
vzw InduMotion
Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht
BTW BE0431 258 733
Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be
RAAD VAN BESTUUR
Hugues Maes (SMC Belgium): Voorzitter
Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo): Ondervoorzitter
Marcel De Winter: Secretaris-generaal
Guy Mertens (Act in Time): Penningmeester
Vincent De Cooman (WITTENSTEIN): Bestuurder
Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder
Jean-Marc Orban (Festo): Bestuurder
Pieter Vansichen (Cobotracks): Bestuurder
TOEZICHTHOUDERS
Adriaan De Potter (Protec)
Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)
AUTOMATION MAGAZINE
Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december.
REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be
ADVERTEREN
Moïzo - Peter De Vester peter@moizo.be tel. +32 3 326 18 92 mob. + 32 497 55 15 41
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht info@indumotion.be www.indumotion.be
REDACTIECOMITE
Ludo De Groef, Marcel De Winter, Claudia Liedl, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Roger Stas, Maxime Vansichen, Filip Vanwynsberghe.
SECRETARIAAT
Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be
REALISATIE
Magenta Uitgeverij Lange Winkelhaakstraat 26 – 2060 Antwerpen
Jean-Charles Verwaest info@magenta-uitgeverij.be tel. +32 475 44 57 91
LAY-OUT
Hans Bungeneers www.brontosaurus-graphics.be
OPLAGE
8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR
De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité.
Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.
De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten.
Automation Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of verwijderen.
Automation Magazine paraît aussi en français.
Linear Technology heeft een nieuw bedrijfsgebouw.
P3 EDITO Investeren om welvaart te garanderen
P5 INHOUD
P7 DOSSIER Sensortechnologie
P24 Artificiëlle intelligentie en vliegende bijen op Hannover Messe 2024
P26 Oude wafelfabriek maakt nu robottracks
P29 Oproep voor de Automation Magazine Award 2024
P30 INTERVIEW ‘Maak geen computers van onze kinderen’, waarschuwt AI-experte Mieke De Ketelaere
P35 Beckhoff: Weegfunctie en sensorvoeding gecombineerd in één terminal
P36 Sirris 75 jaar: extra miljoenen voor innovatie
P39 ONDERWIJS Achttien scholen volgen STEMpact-traject
P40 ABB investeert 20 miljoen euro in nieuwe fabriek in Evergem
P42 AGORIA Groei technologische industrie loopt terug
P44 De maakindustrie onder het fiscaal vergrootglas
P46 PRODUCTEN
P49 TECHTELEX
P50 AFSLUITER
‘Meten is weten’, luidt het oude adagium en die filosofische wijsheid is actueler dan ooit, nu twee belangrijke trends in de industrie om alsmaar meer sensordata vragen. Een eerste trend is uiteraard de toenemende interesse in artificiële intelligentie, waarin onder meer gezocht wordt naar correlaties tussen meetwaarden om een beter inzicht in processen te verkrijgen. De tweede trend is het streven naar meer automatisering met als ultieme doel het creëren van de ‘dark factory.’
Sensoren zijn zoals onze ogen, de ultieme zintuigen van de fabriek.
Vooral bij de ontwikkeling van autonoom rijdende voertuigen zijn sensoren cruciaal.
Een van de grote uitdagingen waar industriële bedrijven mee kampen, is de zoektocht naar geschikt personeel. Met oudere werknemers die op pensioen gaan, verdwijnt telkens ook een pak kennis en ervaring. Die zijn onontbeerlijk om productieprocessen vlot te laten verlopen en om fouten en anomalieën tijdig op te merken. Ervaren medewerkers zijn in dat opzicht vaak de zintuigen van de fabriek.
Artificiële intelligentie wil het tekort aan dit soort ervaring gedeeltelijk opvangen door meer sensordata te verzamelen en te analyseren op manieren die de klassieke meet- en regeltechniek overstijgen. Een voorbeeld van een toepassing die in dit dossier wordt aangehaald, is condition monitoring, waarin getracht wordt om abnormale trends en patronen in data op te sporen en daaruit conclusies te trekken over eventuele problemen die zich zouden kunnen voordoen in installaties. De sensoren die de nodige data hiervoor moeten leveren, worden dan de zintuigen van de fabriek.
In de ‘dark factory’ – een term die gebruikt wordt voor een volledig autonoom werkend productieproces – wordt deze problematiek in zijn meest extreme vorm doorgetrokken. Zodra de stap gezet wordt om een volledig geautomatiseerd
proces ook nog eens volledig onbemand te laten draaien, moeten sensoren de rol van de laatste operator overnemen. Die rol bestaat erin van het proces in zijn geheel te overzien en op te merken wanneer zich abnormale situaties voordoen.
In sommige gevallen is de vergelijking met zintuigen vrij letterlijk te nemen. Dat is uiteraard het geval voor visiesystemen maar ook het gebruik van trillingsmetingen voor condition monitoring, bijvoorbeeld, is in zekere zin vergelijkbaar met het luisteren naar de geluiden die een machine maakt. Er worden trouwens ook experimenten gedaan in artificiële intelligentie om microfoons in te zetten voor condition monitoring.
In dit dossier kijken we naar enkele evoluties in de meer klassieke sensortechnologie, en naar de toenemende trend van digitalisering die opnieuw de link legt naar een datagedreven benadering van analyse en monitoring. Dankzij digitale sensornetwerken ontstaat een omvangrijk overzicht van alles wat er gebeurt in een fabriek op een manier die voor heel wat nieuwe toepassingen toegankelijk is. Zo worden sensornetwerken de ultieme zintuigen van de fabriek.
© SICK
In een cilindersensor zoals de MPS-G zit een MEMS chip die naast de positie ook de versnelling in drie richtingen meet, en de temperatuur.
Digitalisering is een belangrijke trend in de industrie en dat verhaal begint op het niveau van de sensoren die de data verzamelen waarmee geavanceerde toepassingen aan de slag gaan. Moderne sensoren integreren almaar meer metingen en intelligente functies rond diagnose en asset management. Digitale sensornetwerken ontsluiten die intelligentie en maken de data beschikbaar doorheen de hele automatiseringspiramide en, indien gewenst, tot in de cloud.
Een eenvoudig voorbeeld dat de digitaliseringstrend kan illustreren, is de evolutie in cilindersensoren die gebruikt worden op pneumatische cilinders om hun positie te detecteren. In de klassieke benadering worden hiervoor sensoren met Reed of solid state contacten gebruikt die een analoog circuit op 0..10 V of 4..20 mA schakelen wanneer
de cilinder een vooraf ingestelde positie bereikt. Dat werkt prima en het principe wordt nog volop toegepast in tal van eenvoudige applicaties, maar moderne, geavanceerde cilindersensoren bieden veel meer mogelijkheden dan enkel het detecteren van een positie.
‘In een cilindersensor zoals de MPS-G zit een MEMS chip die meerdere metingen combineert’, zegt Jens Roux, product manager Digitalisering bij SICK. ‘Naast de positie meet die de versnelling in drie richtingen en de temperatuur. Je kan dus veel meer data verkrijgen over wat er in het proces met de cilinder gebeurt, zoals informatie over schokken en trillingen.’ Al die data uitlezen met analoge circuits zou een beetje omslachtig zijn, en dus wordt er overgestapt op een digitale communicatie. In de wereld van de machinebouw en factory automation is dat op sensorniveau bijna de facto IO-Link. Dat
Geavanceerde sensoren zoals de FTMg flow sensor die ook lekdetectie doet, hebben een rechtstreekse aansluiting op het Ethernet.
protocol biedt een één-op-één communicatie tussen een sensor en een IO-Link master, wat een ingangskaart op een PLC kan zijn of een I/O-eiland dat op zijn beurt dan typisch via een van de industriële Ethernet-protocollen communiceert met een PLC.
Digitale communicatie
De rol die IO-Link speelt in het verhaal van digitalisering is niet te onderschatten. ‘Praktisch alle leveranciers van sensoren en actuatoren hebben zich aangesloten bij deze standaard wat het voor gebruikers heel gemakkelijk maakt om het als basis voor hun digitaliseringsprojecten te gebruiken’, zegt Jens Roux. ‘Door de point-to-point benadering is de implementatie eenvoudig en overzichtelijk. Eén kabeltje met een drie pins aansluiting volstaat om alle data uit de sensor beschikbaar te stellen. Een bijkomend voordeel van de digitale communicatie is dat de meetwaarden altijd correct gecommuniceerd worden terwijl die bij een analoge uitlezing verstoord kunnen worden door EMC-invloeden. Een beperking is dat de afstand tussen de sensor en de master maximaal 20 meter mag zijn.’
Een belangrijk aspect van IO-Link is nog dat ook de inhoud van de communicatie gestandaardiseerd is, in die zin dat bij elke sensor die IO-Link ondersteunt, een zogenaamde IODD file (IO Device Description) geleverd wordt waarin op een gestandaardiseerde manier beschreven is welke parameters en meetwaarden er beschikbaar zijn en in welk formaat. ‘De file maakt een onderscheid tussen procesdata die cyclisch wordt uitgelezen en service data die acyclisch opgevraagd kan worden. Op die manier krijgt de gebruiker een volledig overzicht van alle data die beschikbaar is.’
Data naar de cloud
Om de data van sensoren vervolgens naar het IT-niveau te brengen voor analyses en andere toepassingen wordt in de IO-Link master een functie aangeboden die Dual Talk heet, wat inhoudt dat twee verschillende bovenliggende netwerken onafhankelijk van elkaar via de master met de sensor kunnen communiceren. Een van die netwerken is typisch het industrieel netwerk waarover de machinesturing communiceert met actuatoren, sensoren en alle andere I/O
© SICK
De Monitoring Box is een edge device op het lokale sensornetwerk dat data analyseert en de verbinding maakt een IT-netwerk of de cloud.
eilanden. Het andere kan een IT-netwerk zijn dat het eiland verbindt met een lokale server of de cloud, en dat verder volledig gescheiden is van het industrieel netwerk.
Een populair protocol voor dat tweede netwerk is Message Queuing Telemetry Transport (MQTT). Het is een protocol bovenop TCP/IP dat werkt volgens het publish/subscribe concept. Dat houdt in dat de IO-Link Master de gewenste data van de sensor publiceert op het netwerk en dat een server of een toepassing in de cloud zich kan abonneren om die data cyclisch te ontvangen. In het MQTT concept wordt de server die informatie beschikbaar stelt, een broker genoemd en de data wordt aangeduid als topics.
Een webserver in de cloud kan op die manier bijvoorbeeld actuele data van een sensor in een productielijn visualiseren zonder dat daarvoor in de productielijn zelf aanpassingen moeten gebeuren. Dat is een belangrijke evolutie want in een niet zo ver verleden moest dat soort communicatie allemaal via de PLC verlopen. Dat hield in dat de PLC ook een deel van zijn rekenkracht moest besteden aan het verwerken van externe dataverzoeken. En het openstellen van de PLC bracht ook een veiligheidsrisico met zich mee, of werd in ieder geval vaak als dusdanig gepercipieerd door ingenieurs op het OTniveau.
Meer geavanceerde sensoren hebben soms ook een eigen Ethernet poort en een ingebouwde webserver zodat ze direct
bereikbaar zijn voor de buitenwereld en als MQTT broker kunnen fungeren.
Performante oplossingen
Naast het hele verhaal over het ontsluiten van data en de vele mogelijkheden die dat biedt om een beter zicht te krijgen op de conditie van machines, de overall equipment effectiveness, enz ... , biedt de digitalisering ook heel wat nieuwe mogelijkheden in de sturing van processen en machines zelf. Jens Roux: ‘Een klassieke fotocel, bijvoorbeeld, wordt gebruikt om te detecteren of er een object is in de lichtstraal van de cel. Zo een sensor heeft als output ja of neen, maar een fotocel kan ook de intensiteit van de gereflecteerde lichtstraal meten en die waarde communiceren via IO-Link. Op die manier kan de cel onder meer het onderscheid maken tussen lichte en donkere objecten. We hebben een applicatie bij een koekjesfabriek waar een fotocel gebruikt wordt om te verifiëren of er confituur op een koekje is aangebracht.‘
‘De reflectie is dan heel anders dan wanneer de confituur ontbreekt. Het is een mooi voorbeeld van hoe de digitalisering ook bij eenvoudige sensoren heel wat nieuwe mogelijkheden creëert om performante oplossingen te realiseren.’
www.sick.com
• Modern design
• Baanbrekende koeltechnologie
• Flexibel en klantspecifieke mogelijkheden
Atelier du Nord is uw specialist voor het produceren en reviseren van hydraulische cilinders op maat, pompen, motoren, hydraulische groepen en ventielen.
Atelier du Nord is een familiebedrijf met internationale bekendheid en betrouwbaarheid. Jarenlange ervaring en een team van experts zorgen voor een kwaliteitsvolle productie van al uw klantspecifieke benodigdheden voor hydrauliek.
+32(0)50/33 21 70 info@atelierdunord.be www.atelierdunord.be
Dreef ter panne 8 , 8000 Brugge (Belgium)
In de slimme reductiekasten van WITTENSTEIN zit een sensormodule die de temperatuur en versnellingen in de drie assen meet.
Een van de uitgangspunten van Industrie 4.0 is om componenten en systemen slimmer te maken zodat ze feedback kunnen geven over hun actuele toestand. In het Internet of Things (IoT) zijn al die slimme componenten geconnecteerd en kunnen ze in real-time opgevolgd worden. Aan de basis van dit alles liggen sensoren die de reële situatie van componenten en systemen kunnen waarnemen en kwantificeren.
Voor elektronische componenten is het een logische evolutie dat ze steeds slimmer worden, maar in het Internet of Things krijgen ook passieve componenten elektronica en intelligentie aan boord. Een mooi voorbeeld in de aandrijftechniek zijn de slimme reductiekasten van WITTENSTEIN waarin een sensormodule geïntegreerd is die de naam cynapse kreeg. De sensormodule meet de temperatuur en versnellingen in de drie assen. Die meetwaarden kunnen via IO-Link uitgelezen worden door een PLC of een lokale server of doorgestuurd worden naar een cloud-platform waar de gegevens geraadpleegd en/of geanalyseerd kunnen worden. Het doel is condition monitoring van de component zelf, maar de sensor kan ook ingezet worden om het proces waarin de schakelkast ingezet is, op te volgen.
‘Door de data te analyseren en trends te volgen kan men aan preventief onderhoud doen’, legt Jelle Van Deun, sales engineer bij WITTENSTEIN, uit. ‘Slijtage aan de lagers of aan de afdichting van de oliegevulde kamer, bijvoorbeeld, leiden tot veranderingen in het patroon van de trillingen. Als men die herkent, kan tijdig een onderhoudsbeurt worden ingepland. Ook veranderingen in het proces kunnen via de sensor gedetecteerd worden. In een zaagmachine zou men aan de trillingen kunnen merken wanneer het zaagblad aan vervanging toe is, bijvoorbeeld.’
Anomalieën in sensordata
Condition monitoring is een veelbesproken thema in de industrie en wordt vaak aangehaald als voorbeeld wanneer het over het Internet of Things of artificiële intelligentie gaat. In de praktijk is het echter geen eenvoudige toepassing, stelt Jelle Van Deun. ‘In een machine zijn er heel wat elementen die een invloed hebben op de trillingen en daar komen nog invloeden van andere machines in de omgeving bij. Om daaruit concrete conclusies te trekken, heb je heel veel data nodig en een goed inzicht in de applicatie. Een standaard toepassing die op basis van de metingen kan zeggen wat de conditie van de afdichting is, bijvoorbeeld, is er vandaag nog niet. In functie van een applicatie bij een klant kan men wel analyseren welke trillingen normaal zijn en wanneer zich anomalieën voordoen.’
Om dat mogelijk te maken doet de sensormodule zelf al aan een eerste dataverwerking. Daarmee worden de schijnbaar willekeurige resultaten van de acceleratiesensoren omgezet in waarden die al wat makkelijker op te volgen en te interpreteren zijn. Een van die waarden is het kwadratisch gemiddelde van de meest recente meetwaarden – een berekening die analoog is aan hoe men bij een toepassing op wisselstroom het effectieve vermogen berekent. Een tweede berekende waarde is ‘peak to peak’ wat inhoudt
Door trends en patronen in de data te analyseren kunnen anomalieën gedetecteerd worden als basis voor predictief onderhoud. (beeld WITTENSTEIN)
dat de amplitude van een piek een tijd vastgehouden wordt zodat die geregistreerd kan worden.
‘Door naar trends in deze data te kijken, is het mogelijk om slijtage op te sporen’, zegt Jelle Van Deun. ‘Als men over voldoende data beschikt, kunnen ook bepaalde patronen herkend worden die in het verleden gelinkt konden worden aan bepaalde fouten. Op die manier kan een systeem bekomen worden dat preventief kan aangeven wanneer het tijd is om een onderhoudsbeurt in te plannen.’
Verliezen in persluchtnetten opsporen
Een andere populaire toepassing van het Internet of Things is de creatie van slimme persluchtnetten. Die worden bekomen door in een netwerk sensoren te plaatsen die continu de druk, het debiet en de temperatuur meten. Dat maakt het mogelijk om fouten zoals persluchtlekken te detecteren maar ook om de algemene efficiëntie van het netwerk te analyseren en
te verbeteren. Voor een goede werking moeten actuatoren perslucht op een voldoende hoge druk en aan een zeker debiet krijgen. Als de druk in het net te hoog is, wordt meer energie verbruikt dan strikt noodzakelijk is. Als de druk te laag wordt, gaan componenten minder efficiënt functioneren. Een grondige analyse van het netwerk maakt het mogelijk om tot een goede balans te komen waarbij vraag en aanbod optimaal op elkaar afgestemd worden.
Een concreet voorbeeld van zo een toepassing is de Compressed Air Manager App van Emerson. Het is een complete oplossing die zowel de hardware als de software omvat die nodig is om op een efficiënte manier aan persluchtbewaking te doen. Aan de basis bestaat de oplossing uit AVENTICS AF2 flow sensoren die over heel de fabrieksvloer pneumatische gegevens verzamelen. Die sensoren zijn geconnecteerd met een centrale kast via een Ethernetnetwerk dat met Power over Ethernet (PoE) de sensoren ook
Aan de basis van de Compressed Air Manager App staan AVENTICS AF2 flow sensoren die over heel de fabrieksvloer pneumatische gegevens verzamelen.
voedt. In de kast verzamelt en verwerkt een edge gateway de data. De resultaten kunnen via OPC UA naar de cloud gestuurd worden, maar ook naar lokale systemen zoals MES en HMI/ SCADA-oplossingen.
Algemeen wordt aangenomen dat in een gemiddelde persluchtinstallatie zowat 30% van de gegenereerde perslucht verloren gaat. De grote boosdoener hierin zijn lekken die ontstaan door defecten aan verbindingen en slangen, blootstelling aan trillingen en de slijtage van onderdelen. Maar ook onbalansen in het netwerk zijn een belangrijke bron van energieverliezen. Door het persluchtnet continue te bewaken, kunnen lekken en andere afwijkingen tijdig opgespoord worden waardoor bedrijven hun persluchtverbruik met 20% tot 30% kunnen verminderen.
Door gebruik te maken van de Compressed Air Manager App kunnen gebruikers aangesloten AF2 flow sensoren direct benaderen en bedienen, waar ze ook zijn. Dit maakt het voor bedrijven mogelijk om continu gegevens over persluchtverbruik, trends en kosten te monitoren, vanaf het niveau van de individuele machine tot aan de complete lijn of faciliteit, en teams te voorzien van actuele inzichten die continue verbetering stimuleren. Op deze manier kunnen bedrijven energiebesparingen verhogen, duurzaamheidsinitiatieven verwezenlijken en onderhoudsintensiteit en luchtaudits verminderen.
www.emerson.com www.wittenstein.biz
Geen motion control zonder feedback, en in dat verhaal wordt steeds vaker gekozen voor absolute encoders die precies en ondubbelzinnig aangeven in welke positie een aandrijving zich bevindt. De meest geavanceerde multi-turn encoders kunnen daarbij ook achterhalen hoeveel omwentelingen een as gedaan heeft, zelfs na een stroomonderbreking.
In aandrijftoepassingen zijn er heel wat mogelijkheden om een systeem feedback te geven over zijn positie. De meest basic oplossing is het gebruik van mechanische switches waarbij een slede op een lineaire as, bijvoorbeeld, door fysieke aanraking een schakelaar bedient wanneer een bepaalde positie bereikt wordt. Dat kunnen eindposities zijn of een welbepaalde nulpositie (home positie) die gebruikt wordt als kalibratie. Zelfs bij gebruik van een stappenmotor of een servosysteem dat zelf in staat is om zijn snelheid en positie te volgen, is zo een kalibratie noodzakelijk om onnauwkeurigheden die na verloop van tijd onvermijdelijk ontstaan, te herstellen. Het gebruik van een nulpositie is ook nodig bij de opstart van een machine wanneer de sturing geen idee heeft van de positie waarin de machine zich bevindt.
Hoewel mechanische switches nog veel gebruikt worden hebben ze het nadeel dat er een fysiek contact moet zijn wat kan inhouden dat er op bewegende assen een extra constructie moet voorzien worden om dat contact te maken. Een bijkomend nadeel is dat de mechanische schakelaars aan slijtage onderhevig zijn, zeker in ruwe productieomgevingen. Daarom worden ze steeds vaker vervangen door naderingsschakelaars of optische sensoren, die de aanwezigheid van een slede, bijvoorbeeld, detecteren zonder fysiek contact te maken. Bij naderingsschakelaars gebeurt dat op basis van inductieve of capacitieve sensoren. Optische sensoren (fotocellen) maken gebruik van een lichtstraal die gereflecteerd of onderbroken wordt door het te detecteren object.
Contactloze encoders
Wanneer we zoals hierboven stellen dat servosystemen zelf in staat zijn om hun snelheid en positie te volgen, dan verwijzen we naar de encoders in dergelijke systemen. Die kunnen als aparte componenten op een as zitten of, zoals steeds vaker het geval is, ingebouwd zijn in de motor. De encoder is een schijf waarin openingen, markeringen of magneetjes zijn aangebracht die tijdens de rotatie gedetecteerd worden door een optische, capacitieve of inductieve sensor. Op die manier worden tijdens de omwenteling pulsjes gegenereerd – tot wel 10.000 pulsjes en meer per omwenteling – waarmee op elk moment de hoekpositie van de as en de rotatiesnelheid berekend kunnen worden. Vanuit de nulpositie op een as
Bij de nieuwe RIM2000- en RIM5000-varianten van de lagerloze encoders van Kübler kan de sensorresolutie en dus het aantal pulsen per omwenteling vrij geprogrammeerd worden. © Multiprox
kan op die manier ook berekend worden waar een slede op die as zich bevindt wanneer die bijvoorbeeld via een kogelomloopspindel wordt aangedreven. De encoder heeft overigens zelf ook een nulpositie zodat de hoek van de as bepaald kan worden door de pulsen te tellen vanuit die nulpositie.
Encoders zijn delicate instrumenten die het in heel wat toepassingen zwaar te verduren krijgen omwille van schokken en trillingen. Het roterende deel van een encoder zit rechtstreeks op de as van de toepassing. Bij optische encoders loopt men het risico dat het glazen plaatje waarin de uitsparingen gemaakt zijn, kan breken. Bij encoders met magneten kunnen trillingen en invloeden van buitenaf de meting verstoren. Sowieso zijn het lager en de afdichting ook slijtdelen. Een meetprincipe dat deze problematiek weet te omzeilen, is dat van de inductieve resonantiekring. Daarbij zit op de roterende as een inductief spoelsysteem in plaats van magneten. Dat heeft als voordeel dat de sensorbehuizing volledige ingekapseld kan worden en de roterende as niet tot in die behuizing hoeft te gaan. Het principe wordt daarom een contactloze encoder genoemd.
Een andere oplossing hiervoor maakt gebruik van een magneetring met codering die op een as geplaatst wordt en uitgelezen wordt met een losstaande inductieve sensor. Het werkingsprincipe van dit soort lagerloze encoder is vergelijkbaar met dat van een lineaire encoder maar de strip met codering is hier geen liniaal maar zit rond de as waarvan men de hoekpositie wil bepalen.
Absolute encoders
Bij een absolute encoder zijn de openingen, markeringen of magneetjes op de schijf zo gekozen dat onder elke hoek een unieke waarde bekomen wordt. Bij optische sensoren gebeurt dat bijvoorbeeld door naar een combinatie van openingen in de schijf te kijken. De openingen zijn zo gekozen dat onder elke hoek een unieke combinatie zichtbaar wordt. Het gevolg is dat de encoder geen nulpositie meer nodig heeft om de hoek waarin een as staat te bepalen. Zodra een machine wordt aangezet, ziet de encoder zijn positie. De resolutie wordt dan niet meer uitgedrukt in het aantal pulsen per omwenteling maar in het aantal unieke posities dat de encoder kan waarnemen en weergeven – bijvoorbeeld 1024.
Dat steeds vaker voor absolute encoders gekozen wordt, heeft deels te maken met het feit dat het prijsverschil met incrementele encoders de laatste jaren kleiner geworden is. Het gebruik ervan heeft bovendien een aantal specifieke voordelen. Die zijn terug te brengen tot het feit dat de encoder na een stroomonderbreking of bij de opstart van een machine direct de hoek van een as kent zonder eerst naar de nulpositie te moeten. Dat bespaart tijd, maar kan ook belangrijk zijn in applicaties waar een beweging in de foute richting bij het zoeken naar de nulpositie schade zou kunnen veroorzaken of onveilige situaties zou kunnen creëren. Een bijkomend voordeel is dat men in een digitaal netwerk een directe uitlezing van de positie krijgt zonder dat er gerekend moet worden met de pulsjes, wat maakt dat er in de communicatie ook geen pulsjes verloren kunnen gaan door EMC-invloeden.
Multi-turn encoders
Al die voordelen van absolute encoders komen helaas te vervallen wanneer – wat nogal eens het geval is – een as meerdere omwentelingen kan doen. Daarmee komen we op het terrein van absolute multi-turn encoders, waarin een aantal vernuftige principes ontwikkeld werden. De meest eenvoudige oplossing bestaat erin van aan een absolute encoder een kleine chip met een batterijtje toe te voegen dat het aantal toeren kan tellen en bijhouden. Het grote nadeel hiervan is dat bij een stroomonderbreking de chip wel in staat is om het aantal toeren dat er voordien geweest is, te onthouden, maar dat die geen nieuwe pulsen krijgt wanneer de as in die periode manueel verplaatst wordt. Daardoor loopt men het risico dat het aantal toeren niet langer klopt wanneer de encoder terug stroom krijgt.
De vernuftige oplossing die hiervoor gevonden werd, maakt gebruik van een principe dat enigszins vergelijkbaar is met dat van een uurwerk waar de grote wijzer doet wat een absolute
In de serie QR24 encoders van TURCK volgens het meetprincipe van de inductieve resonantiekring zijn het sensorelement (bovenaan) en het positioneringselement (onderaan) volledig ingekapseld zodat er geen water kan binnendringen.
4th Gear
3rd Gear
© Act in time
2nd Gear
De absolute encoders ingebouwd in de AZ reeks stappenmotoren van Oriental Motor maken gebruik van een tandwielmechanisme om op een tweede encoderschijf het aantal omwentelingen af te lezen.
Minute Hand
Basic principles are like an analog clock
Hour Hand
Second Hand
9:00:03
Sensor (eye)
© Act in time
De werking van multi-turn encoders is enigszins vergelijkbaar met die van een uurwerk waar de kleine wijzer via een set van tandwielen zo wordt aangedreven dat die het aantal toeren aanduidt dat de grote wijzer gemaakt heeft.
encoder doet en de kleine wijzer via een set van tandwielen zo wordt aangedreven dat die het aantal toeren aanduidt dat de grote wijzer gemaakt heeft. Voor een encoder betekent het dat de eerste schijf met de absolute encoder via tandwieltjes een tweede schijf aandrijft waarop opnieuw een absolute encoder zit die ditmaal het aantal toeren van de eerste schijf aangeeft. Zelfs na een stroomonderbreking en wanneer de as ondertussen manueel bewogen werd, kent dat soort encoder bij de heropstart meteen zijn positie en het aantal toeren ten opzichte van een nulpunt. Zoals bij een uurwerk is het aantal toeren dat op die manier geteld kan worden, wel begrensd, maar dat aantal kan oplopen tot meer dan 1.000 wat voor heel wat motion toepassingen meer dan toereikend is.
Als er toch een groter aantal toeren geteld moet worden – bijvoorbeeld op grote portaalkranen – is er nog een
Homing Accuracy (ZHOME)
derde oplossing die energy harvesting genoemd wordt. Een dergelijke encoder maakt gebruik van een Wiegand sensor, wat een draad is waarin een elektrische stroom wordt opgewekt onder invloed van een magnetisch veld. Daarmee kan per omwenteling een puls gegenereerd worden die voldoende is om een teller te activeren. Het voordeel ten opzichte van de eerder aangehaalde teller met een batterijtje is dat deze pulsen ook gegenereerd worden wanneer de as manueel bediend wordt zodat de encoder ook na een stroomonderbreking zijn exacte positie kent.
www.actintime.be www.multiprox.be
Homing Accuracy (External Sensors)
© Act in time
Nauwkeurigheid van de homing operatie bij gebruik van een inwendige encoder versus een externe sensor.
Heel wat oplossingen voor het bewaken en verbeteren van de betrouwbaarheid, veiligheid en efficiëntie van processen vragen om steeds meer data. Die gegevens worden deels verkregen door meer sensoren en instrumenten te plaatsen, maar informatie over processen kan ook bekomen worden door het gebruik van software en artificiële intelligentie. Een mooie toepassing hiervan is de creatie van soft sensoren.
Het gebruik van data om processen te optimaliseren is een absolute trend in de industrie en dat heeft een grote invloed op de wereld van sensoren en instrumenten. ‘Het aantal instrumenten dat in processen geplaatst wordt, neemt alsmaar toe’, zegt Pascal Sterkendries, head of business unit Process Instrumentation & Analytics bij Siemens. ‘Mensen willen veel meer variabelen monitoren en dat vraagt om steeds meer metingen. Een nieuwe trend is dat informatie en inzichten niet alleen van de metingen zelf komen, maar ook van het combineren van data. Op die manier leveren sensornetwerken meer informatie dan enkel de meetwaarden van de sensoren zelf.’
Een typische techniek in de data-gedreven benadering van sensornetwerken is het zoeken naar correlaties tussen meetwaarden. Op die manier kan men uit de data afleiden welke factoren een invloed hebben op elkaar. Maar het kan ook betekenen dat men een sensor uit het netwerk kan wegnemen en op basis van de correlaties nog steeds over evenveel informatie beschikt. Het is in dergelijke gevallen mogelijk om een model te maken dat precies kan aangeven wat de meetwaarde van die sensor geweest zou zijn. Zo een model noemt men een soft sensor omdat het in real-time een waarde voor een variabele geeft, alsof die gemeten zou zijn door een sensor.
Predictive Emission Monitoring
Een domein waarin soft sensoren aan een opmars bezig zijn, is emissiemetingen. Bij Siemens spreekt men in dat verband over Predictive Emission Monitoring Systems (PEMS). ‘Het meten van emissies vraagt meestal om complexe analyzers’, zegt Lukas Arslan, global product manager Digitalization Solutions for Process Analyzers bij Siemens. ‘Met PEMS worden de emissies bepaald aan de hand van correlaties met andere data. Het vermogen van een turbine, het brandstofverbuik en de vochtigheid kunnen bijvoorbeeld elementen zijn die bepalen hoe groot de NOx-uitstoot zal zijn. Eens die correlaties gevonden zijn, kan een model ontwikkeld worden dat in realtime de uitstoot kan voorpellen.’
Het creëren van zo een model maakt vandaag typisch gebruik van artificiële intelligentie. Dat betekent echter niet noodzakelijk dat het om een neuraal netwerk gaat. ‘Er zijn heel wat technieken om modellen te maken’, zegt Lukas Arslan. ‘Het komt er op aan om de correlaties te analyseren en een model te zoeken dat die correlaties nauwkeurig weergeeft. In een brownfield project kan je de emissies meten in verschillende omstandigheden, wat de data oplevert die gebruikt wordt in machine learning. Voor een nieuw project zijn die metingen er niet en kan gewerkt worden met modellen op basis van de fysica.’
In de software kan een model in real-time geëvalueerd worden door data van het model te vergelijken met data van fysieke sensoren. © Siemens
Dat soft sensoren nu weer volop in de belangstelling staan, is in grote mate te danken aan de opmars van artificiële intelligentie en de data-gedreven manier waarmee uitdagingen benaderd worden.
Een data-gedreven benadering van sensornetwerken kan betekenen dat men een sensor uit het netwerk kan wegnemen en op basis van de correlaties nog steeds over evenveel informatie beschikt.
Een AI model wordt afgeleid van reële data door een model te zoeken met een zo goed mogelijke fit met die data.
Grootheden die niet direct te meten zijn Het concept van soft sensoren bestaat al verschillende decennia maar werd in het verleden slechts beperkt toegepast. Dat het nu weer volop in de belangstelling staat, is in grote mate te danken aan de opmars van artificiële intelligentie en de data-gedreven manier waarmee uitdagingen benaderd worden. ‘Als men op de klassieke manier, vanuit de wetten van de fysica, een proces wil modelleren, kan dat weken tot maanden in beslag nemen’, zegt Lukas Arslan. ‘Met men een goed inzicht in de processen en de data kan een AI model op enkele dagen gecreëerd worden. Dat maakt een groot verschil.’
Daar komt nog bij dat een AI model, precies omdat het afgeleid is van reële data, zeer nauwkeurig en betrouwbaar kan zijn. Dat blijkt alvast in het domein van de emissiemetingen waar overheden stilaan meer mogelijkheden voorzien om deze technieken te gebruiken om aan de registratieplicht die bedrijven hebben, te voldoen.
Soft sensoren vinden ook toepassingen in andere domeinen, bijvoorbeeld het monitoren van de productkwaliteit. Een typische eigenschap van het concept is dat een soft sensor ook ‘meetwaarden’ kan genereren voor grootheden die niet direct met een sensor of instrument te meten zijn. In een koekjesfabriek zou een soft sensor bijvoorbeeld kunnen aangeven of de producten doorbakken zijn – iets wat men niet direct kan meten maar via een model wel afgeleid kan worden uit andere parameters.
Condition monitoring
In dat opzicht is er een interessante parallel tussen soft sensoren en de meer bekende systemen voor condition monitoring zoals Sitrans SCM IQ, in die zin dat bij condition monitoring de gezondheid van een installatie ‘gemeten’ wordt op basis van de correlatie tussen de meetwaarden van verschillende sensoren. Een dergelijk systeem meet typisch trillingen en temperaturen op machines die op zich niet altijd veel zeggen maar wel betekenis krijgen in een model dat kijkt naar trends en correlaties.
Een punt van verschil is dat er bij condition monitoring typisch niet met een real-time meetwaarde gewerkt wordt maar dat het systeem een alarm genereert wanneer een bepaalde drempelwaarde overschreden worden. Het is een oplossing die typisch in de cloud draait waarbij de gebruiker kan bepalen op welke manier hij die alarmen wil ontvangen. Een soft sensor die een real-time meetwaarde genereert, draait typisch on premise en maakt deel uit van het systeem waar ook de reële sensoren deel van uitmaken.
www.siemens.be
Radar sensoren negeren de invloed van regen en stof en kunnen daardoor ingezet worden in ruwe omgevingen waar lichtschermen of laser scanners het moeilijk hebben.
In safety toepassingen wordt veelvuldig gebruikgemaakt van opto-elektronische sensoren zoals lichtschermen en laser scanners voor toegangscontrole en zonebewaking. De laatste jaren is daar een alternatief bijgekomen dat bijzonder efficiënt blijkt te zijn in zonebewaking omdat het voornamelijk reageert op beweging, en dat zijn radar sensoren.
Radars die in safety toepassingen gebruikt worden, werken volgens het Frequency Modulated Continuous Wave (FMCW) principe. Dat houdt in dat de frequentie van de uitgestuurde radargolf continu gevarieerd wordt. Door de reflecties van die golven te analyseren kan men de aanwezigheid van objecten in een vooraf gedefinieerde zone detecteren. Door te focussen op veranderingen in het spectrum van deze reflecties kan daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen vaste en bewegende objecten. Dat laatste is bijzonder interessant voor safety toepassingen omdat het de aanwezigheid van mensen kan detecteren. De sensor is zo gevoelig dat hij aan de hartslag van iemand die verder probeert om perfect stil te staan, voldoende heeft om die persoon op te merken.
Bij Pilz werd recent de tweede generatie van de PSENradar gelanceerd. Een van de nieuwigheden hierin is dat het gezichtsveld van de sensor op een flexibele manier geconfigureerd kan worden. Klassiek heeft de sensor een symmetrisch, conisch bereik. In de nieuwe generatie kan ook een asymmetrische of corridorvormige kijkhoek ingesteld
worden. Zo kan de gebruiker de zone die hij wil bewaken, zelf definiëren en kan de sensor ook in krappe ruimtes ingezet worden.
Ruwe omgevingen
Door zijn specifieke eigenschappen zijn er een aantal safety toepassingen waar steeds vaker voor een radar sensor gekozen wordt. ‘Er zijn een aantal applicaties waar optische systemen problemen kunnen ondervinden’, zegt Nico Declercq, sales en marketing manager bij Pilz. ‘In ruwe omgevingen met stof en vuil is het moeilijk om met lichtschermen of laser scanners te werken omdat de lichtstralen kunnen reflecteren op stofdeeltjes. In een radar sensor kunnen die invloeden volledig uitgefilterd worden. Dat maakt de radar sensor ook interessant voor buitentoepassingen waar regen en mist maar ook het zonlicht een invloed kunnen hebben op optische systemen. Een toepassing waar de radar vaak wordt ingezet is op grote portaalkranen. Als de sensor op het bewegende deel van een kraan staat, ziet die alle vaste obstakels als bewegende objecten en kan hij die detecteren.’
De gevoeligheid voor beweging maakt dat radar sensoren interessante toepassingen vinden in restart preventie in afgeschermde zones.
De gevoeligheid voor beweging maakt dat radar sensoren ook interessante toepassingen vinden in restart preventie. In zones met bewegende machines en robots is het nog altijd gebruikelijk om een volledige afscherming van de ruimte te doen met een hekwerk. De safety applicatie bestaat er dan in van de machines in een veilige toestand te brengen alvorens iemand die ruimte kan betreden. ‘We hebben een aantal klanten die deze zones bovendien uitrusten met radar sensoren. Op die manier kan men vermijden dat een installatie terug opgestart wordt terwijl er nog iemand zich binnen het hekwerk bevindt. Zodra aan de toegangspoort een aanvraag is gedaan om de ruimte te betreden, worden de radar sensoren actief. Zolang zij beweging waarnemen, kan de installatie niet terug opgestart worden.’
Automatische reset
Hoewel ze allebei gebruikt worden voor zonebewaking is de werking van een radar sensor verschillend van die van een laser scanner. Een laser scanner werkt in een horizontaal vlak en detecteert wanneer obstakels een reflectie van de
laserstralen veroorzaken. Voor een toepassing zoals restart preventie is dat niet zo handig omdat er heel wat objecten in zo een cel staan. Bovendien zou een operator onopgemerkt kunnen blijven als hij zich op een hoogte bevindt boven het vlak van de laser stralen.
Een applicatie die enigszins vergelijkbaar is en waar nu ook radars voor worden ingezet, zijn automatische reset functies. Dat wordt bijvoorbeeld toegepast wanneer er in een afgeschermde zone een sas is langs waar producten in- en uitgenomen worden. Een voorbeeld is een rollenbaan in een afgeschermde zone die langs buiten bereikt kan worden door een heftruck om er goederen op te plaatsen. Zo een toegang wordt typisch afgescheiden met een lichtscherm dat de conveyor stillegt wanneer de heftruck gedetecteerd wordt. Met een radar kan gedetecteerd worden wanneer de truck weer weg is en er geen beweging meer is om de beveiliging te resetten zodat de conveyor weer kan starten en het lichtscherm terug geactiveerd wordt.
Radar sensoren detecteren wanneer mensen te dicht naderen, waarbij de afstand vrij geconfigureerd kan worden.
Tilt detectie
Een voordeel van de laser scanner is dan weer dat de zone die bewaakt moet worden, zeer precies gedefinieerd kan worden, waarbij onder elke hoek aangegeven kan worden hoe ver die zone moet reiken. Daarbij kunnen ook verschillende niveaus gedefinieerd worden zodat in eerste instantie bijvoorbeeld een waarschuwing gegeven kan worden wanneer iemand te dicht bij een machine komt en pas in een tweede stap ook echt een noodstop getriggerd wordt.
Een bijzonder aspect van de radar sensor is nog dat er in de sensor ook een inclinometer zit die detecteert wanneer
Een toepassing waar de radar vaak wordt ingezet is op grote portaalkranen. Als de sensor op het bewegende deel van een kraan staat, ziet die alle vaste obstakels als bewegende objecten en kan hij die detecteren.
de sensor zelf bewogen wordt. Nogal wat veiligheidsrisico’s in productieomgevingen ontstaan immers wanneer operatoren in uitzonderlijke situaties tijdelijk proberen om de veiligheidssystemen te omzeilen. De tilt detectie in de sensor kan registreren wanneer de radar sensor verdraaid of verplaatst wordt zodat men weet dat de initiële veiligheidszone dan mogelijks niet meer correct afgedekt wordt.
www.pilz.be
De industriële sector heeft nood aan een digitale transformatie naar meer duurzaamheid en veerkracht. Bedrijven willen meer doen met minder middelen. Techspelers als Microsoft, Meta en Google waren op Hannover Messe 2024 - de grootste industriebeurs ter wereld - prominent aanwezig, want software speelt een almaar belangrijkere rol in automatisering.
Meer dan 130.000 bezoekers uit 150 landen, 4.000 exposanten en 300 start-ups … dat is Hannover Messe 2024 in cijfers. Traditiegetrouw was de 2.800 vierkante meter grote stand van Siemens de grootste op de Hannover Messe. Siemens gaf er presentaties over industriële AI, digital twins (aangedreven door NVIDIA Omniverse), cyberbeveiliging en de convergentie van informatietechnologie en operationele technologie. Siemens demonstreerde hoe klanten kunnen profiteren van het digitale businessplatform Siemens Xcelerator.
‘Samen met onze partners tonen wij hier hoe innovaties zoals AI, digital twins en softwaregedefinieerde automatisering onze klanten kunnen helpen om meerdere uitdagingen aan te gaan. De competitiviteit verhogen, de kosten drukken, arbeidstekorten opvangen of de duurzaamheid verhogen’, aldus Roland Busch, voorzitter en CEO van Siemens AG.
Schijnwerpers op de Siemens Industrial Copilot Tijdens een wereldpremière op de SPS-beurs afgelopen herfst onthulden Siemens en partnerbedrijf Schaeffler een geïntegreerde assistent in een productiemachine,
aangedreven door generatieve AI: de Siemens Industrial Copilot. Deze Copilot helpt automatiseringsingenieurs om sneller code te genereren voor programmeerbare logische controllers (PLC's). Op Hannover Messe werd de Copilot opnieuw in de schijnwerpers gezet.
Als onderdeel van de Siemens Xcelerator-portfolio stelde Siemens op de beurs ook voor het eerst Electrification X voor. Electrification X is gebouwd op schaalbare clouddiensten en ontworpen om de uitdagende elektrificatie-infrastructuur van commerciële, industriële en nutsbedrijven te beheren, te optimaliseren en te automatiseren. Het doel is om de efficiëntie en prestaties te verbeteren en tegelijk de kosten en CO2-uitstoot te verlagen.
Eén van de Belgische links op Hannover Messe was de stand van het Gentse Robovision, dat recent 42 miljoen dollar heeft binnengehaald om zijn visie-technologie verder op te schalen. Robovision opent een kantoor in Amerika en met hun AI-platform kunnen bedrijven makkelijk beelden verzamelen, labelen, trainen, testen en toepassen.
Eerste ‘vliegshow’ van zwerm bionisch Festo bijen
Dit jaar opvallend op de stand van Festo: de BionicBee, een ultralicht vliegend object met precieze besturing. Het Bionic Learning Network van Festo heeft na 15 jaar onderzoek voor het eerst een vliegend object ontwikkeld dat in grote aantallen en volledig autonoom in een zwerm kan vliegen. De primeur van de eerste ‘vliegshow’ van deze BionicBee was voor Hannover Messe.
De BionicBee is een ultralicht vliegend object dat autonoom in een zwerm kan vliegen.
Met een gewicht van ongeveer 34 gram, een lengte van 220 millimeter en een spanwijdte van 240 millimeter is elke handgemaakte BionicBee een technisch juweeltje. Voor het eerst gebruikten de ontwikkelaars de methode van generatief ontwerp: na het invoeren van slechts een paar parameters, gebruikt een softwareapplicatie gedefinieerde ontwerpprincipes om de optimale structuur te vinden om zo weinig mogelijk materiaal te gebruiken met behoud van een zo stabiel mogelijke (lichtgewicht) constructie.
Het autonome gedrag van de bijenzwerm wordt bereikt met behulp van een indoor lokalisatiesysteem met ultra-wideband (UWB) technologie. Hierdoor is een nauwkeurige tijdmeting mogelijk en kunnen de bijen, onafhankelijk van elkaar, zichzelf in de ruimte lokaliseren. Om in een zwerm te vliegen, volgen de bijen de paden die door een centrale computer worden bepaald.
De Hermes Award ging dit jaar naar Schunk voor zijn 2D-grijperkit, een AI-gebaseerd product met een korte trainingsleertijd voor herkenning, waardoor bijvoorbeeld sorteertaken goedkoper geautomatiseerd kunnen worden.
De volgende editie van Hannover Messe vindt plaats van 31 maart tot 4 april 2025.
www.festo.com/bionicbee www.hannovermesse.de www.robovision.ai www.schunk.com www.siemens.be
UW SERVICEPARTNER VOOR ALLE HYDRAULISCH LEIDINGWERK
• 24/7 Mobiele Service
• +30 Servicewagens
• 10 Servicefilialen
• Preventief onderhoud
• Druktesten met certificaat
• Industrieel leidingwerk
Meer informatie?
ABFLEX+
Glasstraat 35, 2170 Merksem contact@abflex.be • www.abflex.be
Ondanks de noodzaak van automatisering in onze industrie, ervaart Maxime Vansichen dat robotisering bij Belgische bedrijven in de kinderschoenen staat. ‘De grootste belemmering is het programmeren. Je kan 10 robots hebben, maar die moeten wel worden aangestuurd en daar heb je nog ingenieurs voor nodig, mét bijhorende loonkost, en die drempel is te hoog voor de doorsnee kmo.’ Automation Magazine bracht in Limburg een bezoek aan de gloednieuwe Vansichen productiehal waar tracks klaarstaan om wereldwijd te worden geleverd.
Vansichen Linear Technology, gespecialiseerd in lineaire bewegingen, is verhuisd van hun pand op de ring van Hasselt naar een voormalige wafelfabriek aan de Bedrijfsstraat te Kiewit. Sedert 2020 was daar al een productiehal gevestigd en met een gloednieuw kantoorgebouw en extra productie- en stockage ruimtes wordt nu alles op één site geconcentreerd.
In 1993 werd Vansichen Linear Technology opgericht door Maxime Vansichen en zijn echtgenote Vera Landmeters. ‘Letterlijk in de garage van ons huis’, herinnert Maxime zich. Hij startte toen in België met de verkoop van lineaire componenten van grote fabrikanten. ‘Ik bracht alle principes van de lineairtechniek bij elkaar en verkocht hier hun producten op commissiebasis.’ Vervolgens leverde Vansichen ook eigen maatwerk en het bedrijf verhuisde naar de Herkenrodesingel in Hasselt. Daar was uiteindelijk ook geen voldoende ruimte meer voor de bouw van grote robottracks en een verhuis naar een industrieterrein in Kiewit drong zich op.
Duurzaam gebouw met klimaatplafonds Het nieuwe pand aan de Bedrijfsstraat 28 ligt op een steenworp van de Corda Campus, een tech hotspot voor (startende) bedrijven. Het terrein is 48 are groot met een productiehal en magazijnen van 420 m² en 710 m² met onder meer een rolbrug van 5 ton voor grote projecten. Het nieuwe kantoorgebouw is 1.150 m² groot, voldoende voor 40 werknemers, er is dus ruimte voor groei want momenteel heeft Vansichen 25 mensen in dienst. Het gebouw is duurzaam met 224 zonnepanelen en het gebruik van geothermie met 11 grondboringen van 145 meter diep om zo de kantoren via klimaatplafonds van Kreon te koelen en te verwarmen. De bureau’s en vergaderruimtes hebben grote glaspartijen er is een grote eetzaal met bar en een terras zodat men bij goed weer buiten kan lunchen.
Opvallend: alle werkmaterialen in de magazijnen hangen netjes op hun plaats, de rijen productrekken zijn militair georganiseerd en je kan letterlijk in de hele fabriek van de vloer eten. ‘Ja, het is hier netter dan toen het nog een wafelfabriek was. We hebben de muren grondig laten
schrobben om wafelbeslag en chocolade weg te halen. Alles is hier gestript en volledig nieuw opgebouwd. Dit bedrijfsgebouw is ons visitekaartje en bij klantenbezoek is een eerste indruk altijd belangrijk’, klinkt het.
Vansichen kende een mooie, organische groei en is nog altijd een familiebedrijf want Vera, de echtgenote van Maxime is verantwoordelijk voor de administratie en sinds 2017 werken hun zonen Pieter en Thomas mee. Ze staan klaar om het bedrijf te internationaliseren. Beide zonen moesten van hun vader wel eerst professionele ervaring opdoen buiten het bedrijf. Thomas studeerde Financiën- en Verzekeringswezen en werkte als bankier bij de ING, en oudere broer Pieter is van opleiding industrieel ingenieur en behaalde een Master Management. Hij werkte als projectleider bij Atlas Copco Airpower in het Chinese Wuxi en was vervolgens actief voor Howden in Schotland en Nederland.
‘De komst van de kinderen naar het bedrijf in 2017 is voor ons de belangrijkste mijlpaal. Ik moet eerlijk zeggen dat we, voordat Thomas en Pieter in het bedrijf stapten, er serieus over nagedacht hebben om het bedrijf te verkopen. Het is namelijk zo dat, eens je ouder bent dan 50, je perfect weet hoe je moet ondernemen, maar je de stress die erbij komt niet meer wil. De instap van Thomas en Pieter zorgde bij ons voor rust. Ze namen delen van ons takenpakket over, beslissingen werden sneller genomen en we konden opnieuw sneller schakelen’, vertelt Maxime. ‘Samen met hen hebben we dochterbedrijf Cobotrakcs (2019) opgestart en de Duitse sectorgenoot SimKon (2020) overgenomen.’
Een originele verkoopsaanpak
De hoofdactiviteit van Vansichen Lineairtechniek is de verkoop van standaard componenten voor de lineairtechniek. Omdat het familiebedrijf werkt met verschillende fabrikanten zoals Bahr, Winkel, Rollon, Hiwin, Atlanta … kan de klant kiezen uit het meest complete gamma componenten voor lineaire bewegingen. Vansichen Lineairtechniek is in ons land ook de grote specialist voor de bouw van robottracks voor verscheidene robotfabrikanten waarvan FANUC Robotics de voornaamste is. Hier heeft Vansichen een catalogus met tracksystemen voor quasi alle FANUC robottypes. Voorts worden ook andere robotmerken voorzien van een track als dit niet in het standaardgamma zit van de robotfabrikant. Concreet maakt Vansichen alles op maat voor fabrikanten als KUKA, Staübli, ABB, Universal Robots, Omron, enz …
Voorts is er veel maatwerk want Maxime Vansichen bouwde zijn bedrijf uit met een originele verkoopsaanpak. ‘Als je uw sector en doelgroep goed kent, kan je in de markt ontdekken wie u echt nodig heeft. Dus stel u de vraag: wie heeft er een probleem en hoe kunnen wij dat voor dat bedrijf oplossen? Je moet geen boterham verkopen aan iemand die met volle buik uit een restaurant komt! Tegenwoordig outsourcen bedrijven bijna alles. Vroeger moesten ze enkel een component hebben, nu verlangen ze méér, vaak omdat ze de knowhow of mensen en machines niet in huis hebben. Wat wij vandaag bij Vansichen aanbieden is niet omdat wij dat willen, maar omdat de markt dat vraagt. Wij passen de componenten volledig aan naar de wensen van de klant zodat die een oplossing heeft voor zijn probleem.’
Vansichen is een ‘one-stop-shop’ geworden waar technici de engineering doen en plannen uittekenen die door partners
Zeer veel projecten zijn volledig maatwerk.
worden gerealiseerd. Het familiebedrijf houdt daarbij het volledige projectmanagement stevig in handen en gelooft sterk in ‘co-creation’, om samen met de klant tot de beste oplossing te komen.
In de bedrijfshal staat een groot project voor CEAD klaar dat binnenkort naar Florida wordt verscheept. CEAD (Connecting Engineering And Design) is gespecialiseerd in 3D-printoplossingen. Een vorig project voor CEAD was de bouw van twee elk 46 meter lange tracks waarop robotarmen en 3D printers kunnen bewegen voor de constructie van ’s werelds grootste 3D-geprinte boot in Abu Dhabi. Vansichen realiseert zo’n kleine honderd projecten per jaar, waarvan 70 procent in het buitenland. ‘We zijn aanwezig in landen als Nederland, Duitsland, het VK, Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken. Dit is vooral te danken aan Belgische bedrijven die daar een vestiging of een project hebben. Tot in de VS, China, Maleisië en Thailand zijn er robottracks en lineaire systemen van ons geïnstalleerd.’
Start van Cobotracks en overname SimKon In 2020 nam Vansichen in Duitsland SimKon over.
Het Duitse bedrijf produceert tracks voor robots en is gevestigd in Hilchenbach (nabij Keulen). Recent werd het productengamma van Vansichen Linear Technology en SimKon uitgebreid met positioners. De positioners vullen de brede productlijn van robottracks verder aan. Met als toepassingsgebied: lasapplicaties, rotatiegieten, 3D-printen (waarbij men geprinte onderdelen altijd in de ideale printpositie kan plaatsen), en als hulpmiddel voor assemblage van zware onderdelen, dit met een maximum payload van 20 ton.
De productiehal wordt kraaknet gehouden.
Het andere dochterbedrijf, Cobotracks, verkoopt lineaire systemen met een geïntegreerde software om zo de cobot aan te sturen. Zo ontwikkelde Cobotracks de ‘Linear Motion Kit.’ Hiermee kan de cobot bewegen over een lineaire track en tegelijkertijd aangestuurd worden vanuit de robot controller. Cobotracks richt zich op cobot intregatoren. De kit is ontworpen voor industrieel gebruik met als basis een stalen linaire module, een SEW-servomotor en cobot-specifieke software. De Linear Motion Kit is bovendien UR+ certified door
Universal Robots, dé marktleider voor cobots. Dit garandeert een eenvoudige plug-and-play voor Universal Robot klanten die de Linear Motion Kit integreren in hun applicatie.
De eigen Belgische markt inzake automatisering heeft volgens Maxime Vansichen nog niet voldoende maturiteit. ‘De vraag is niet meer: moet ik wél of moet ik niet mijn productie automatiseren? Neen, het is voor elk bedrijf duidelijk dat men moét automatiseren. Maar de programmatie en het aansturen van robots vergt nog een investering in hoogopgeleid personeel en dat is voor kmo’s een knelpunt. Technische mensen zijn schaars en duur.’
Voor het eigen Vansichen personeel is het nu veel aangenamer werken op de gloednieuwe site. ‘Wij willen dat iedereen zich een deel voelt van het bedrijf en het team. We hebben medewerkers die 25 jaar in dienst zijn. Het beste uitgangspunt is dat je iedereen moet behandelen, zoals je zelf behandeld wil worden. Elke vergaderzaal heeft hier een naam van een locatie - Reims, Lissabon, … - waar we met alle werknemers op bedrijfsweekend zijn geweest. Een langetermijnrelatie en vertrouwen is cruciaal, naar ons personeel toe, maar ook naar onze klanten’, besluit Maxime Vansichen.
www.cobotracks.com www.simkon.de www.vansichen.be
Vansichen maakt tracks voor robotarmen, in dit voorbeeld voor BLOOM Robotics.
Welke persoon, organisatie of bedrijf stapt in de schoenen van wetenschapsjournalist Lieven Scheire, techdesigner Jasna Rokegem, Robotland-ondernemer Luc Van Thillo, het hele Solar Team en onderneemster Kim Aerts van KoMotion?
Bovenstaande personen en teams wonnen respectievelijk in 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023 de Automation Magazine Award.
Heeft u, uw organisatie, uw kennisinstelling of uw bedrijf zich recent verdienstelijk gemaakt op het gebied van hydraulica, pneumatica, aandrijftechnieken en/of industriële automatisering?
De vzw InduMotion is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. InduMotion is ook de uitgever van Automation Magazine en organiseert jaarlijks de Automation Magazine Award.
Door ons een e-mail te sturen, kan u nu deelnemen aan de editie 2024 van de Automation Magazine Award. Het is de redactieraad van dit vakblad die de winnaar zal selecteren. De prijsuitreiking gaat door op de jaarlijkse Automation Magazine Day, een event uitsluitend toegankelijk voor de leden van InduMotion vzw. Dit jaar zal dit event gehouden worden in het Vlaams Parlement.
www.indumotion.be
Uw kandidatuur stellen voor de Automation Magazine Award kan via gerda.vankeer@indumotion.be en is mogelijk tot 1 augustus 2024.
Er zijn geen verdere formaliteiten vereist.
‘MAAK
AI-SPECIALISTE MIEKE DE KETELAERE IS ‘IT PERSON OF THE YEAR 2024’ EN VRAAGT
AANDACHT VOOR ETHISCHE ONTWIKKELING BIJ ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE
‘Ik ben een echte techno optimist’, vertelt Mieke De Ketelaere, ‘maar AI heeft dringend een bijsluiter nodig.’ Mieke De Ketelaere is ingenieur en promotor van ethische en ecologisch-duurzame artificiële intelligentie (AI). Momenteel is ze AI consultant en adjunct-professor AI aan de Vlerick Business School.
Dat Mieke De Ketelaere ingenieur zou worden, was familiaal voorbestemd. Van een appelboom valt geen banaan, het zat in haar DNA want haar grootvader was hoogleraar Elektrotechniek. ‘Ik kom uit een academische familie, mijn vader nam mij als kind mee naar de eerste Flanders Technology, nog uit de tijd van Gaston Geens.’(lacht) ‘Van nature heb ik een enorme fascinatie naar de ‘waarom’-vraag. Gingen we met de familie naar een pretpark, dan wilde ik zien hoe een attractie was opgebouwd. Op vijfjarige leeftijd haalde ik balpennen uit elkaar om te kijken hoe een pen functioneert. Lego en Matchbox autootjes inspireerden mij om iets ‘uit te vinden’ om onze wereld te verbeteren. Mijn zussen hadden dit minder, maar bij mij was dat wel duidelijk. Ik had hoge cijfers voor wiskunde en fysica, maar studeren interesseerde mij niet echt. Ik wilde liever knutselen en tekende bijvoorbeeld een ontwerp om pneumatisch de bladzijden van een boek automatisch te kunnen omslaan.’
Na haar Master in de Industriële Ingenieurswetenschappen (Departement Elektromechanica) aan de KIHO (Gent), zette ze in 1992 haar studie voort met een Master in de Civiele Techniek (Departement Cybernetica) aan de Technische Universiteit van Stuttgart in Duitsland. Tijdens deze studies maakte ze voor het eerst kennis met het domein van deep learning, een subdomein van kunstmatige intelligentie. In 1995 werd ze door de Universiteit van Auckland (NieuwZeeland) uitgenodigd om te promoveren op het gebruik van kunstmatige intelligentie in de geneeskunde. ‘Ik bouwde een systeem uit dat aangaf wanneer bij een zwangere vrouw de bevalling het best werd ingeleid. Maar ik was geschokt dat dokters daar helemaal geen rekening mee hielden, want ze wilden de bevallingen van hun patiënten zo veel mogelijk tijdens hun eigen werkuren organiseren.’
De professionele loopbaan van Mieke De Ketelaere is indrukwekkend: ze begon haar carrière in Nieuw-Zeeland als business analist bij QED Software. In 1999 keerde ze terug naar Europa om start-ups in Silicon Valley te ondersteunen bij hun plan om een dochteronderneming in Europa op te richten. Nadien volgde een rol bij CrossWorlds software, dat in 2002 door IBM werd overgenomen. Na een korte stop bij SAP werkte ze vijf jaar bij Microsoft in verschillende rollen. In 2007 verhuisde ze naar SAS waar ze bijna ononderbroken tot 2019 werkte. Tijdens deze jaren was De Ketelaere eveneens gastdocent bij verschillende business schools, waaronder Vlerick, ISDI en Nyenrode. Op basis van haar multidisciplinaire focus op data en AI, werd De Ketelaere geselecteerd als AI-expert om de Belgische beleidsnota te schrijven onder leiding van premier Alexander De Croo. In mei 2019 startte ze bij het Leuvense imec als AI Director, een bedrijf waar ze 4 jaar werkte. Recent won ze de Computable Belgium ‘IT Person of the Year 2024’-Award.
Begin 2020 publiceerde De Ketelaere haar eerste boek Mens versus Machine, waarin ze in eenvoudige terminologie uitlegt wat AI in onze samenleving betekent. ‘We moeten bouwen aan een wereld van collectieve intelligentie waarbij mens en
machine op een veilige, respectvolle en transparante manier met elkaar kunnen collaboreren’, schrijft ze.
Volgens De Ketelaere zullen ingenieurs er nooit in slagen om alle mogelijke toekomstscenario’s te voorzien of de complexiteit van onze wereld volledig te begrijpen. De AI-systemen die zij bouwen zullen dus nooit perfect zijn. Sommige experts zijn er nochtans van overtuigd dat we uiteindelijk een systeem zullen bouwen dat de cognitieve vaardigheden, de algemene kennis en de gedetailleerde ervaringen van menselijke intelligentie zal overstijgen. Zo zouden de hoge verwerkingssnelheden en grotere geheugens van computers een artificieel super intelligent systeem creëren.
‘Dit scenario roept onmiddellijk het beeld op van sciencefiction, en dat is het voorlopig nog. In dit hypothetisch scenario overtreft een AI namelijk onze menselijke intelligentie, maar of dat überhaupt kan en welke vorm het zou aannemen, is onduidelijk. AI werkt immers niet zoals het menselijk brein en je kan het dan ook niet vergelijken met onze hersenen. Data-gedreven AI redeneert niet, heeft niet altijd gezond verstand, past zich niet automatisch aan in veranderende situaties, heeft geen inlevingsvermogen, enz … ’
‘AI heeft drie bouwblokken nodig: algoritmes (wiskundige formules), data als ruwe input voor het algoritme, en hardware (naast grote dataopslag ook snelle chips om berekeningen uit te voeren). Door een slimme combinatie van sensoren en AI, kan bijvoorbeeld de productie in fabrieken veiliger gemaakt worden of kan ook de kwaliteit proactiever worden verbeterd. AI en technologie kan de mens helpen in taken waar onze hersenen beperkt zijn. Wij kunnen niet naar de binnenkant van materiaal kijken om kwaliteitsissues tijdens het productieproces te zien. Hyperspectrale cameras in combinatie met AI kunnen dit wel. Wij kunnen minimale problemen met trillingen van een as niet met het blote oog waarnemen. Een slimme sensor in combinatie met AI kan de trend verder voorspellen en een onderhoud tijdig inplannen. AI in een productieomgeving heeft dus een impact op de kosten en de risicos van de productieomgeving en kan de mens helpen in onze beperkingen.'
'Verder kan AI als technologie ook ingezet worden om de mens te helpen en taken over te nemen in gevaarlijke of vuile omgevingen. Je zou kunnen stellen dat het origineel een hoofddoel van AI was om de mens te helpen bij onzekerheden in onze werkomgeving en in onze wereld meer algemeen. De laatste jaren zijn we echter AI gaan inwerken in allerlei machines, en combineren we de inzichten van AI direct met autonome beslissingen. We zijn de mens, de medewerker, uit de “loop” gaan halen in de processen en zijn AI als “verborgen technologie” gaan inzetten. Maar artificiele intelligentie blijft gewoon geavanceerde statistiek met zijn beperkingen. De proceskennis, die vaak regels bevat en context gevoelig is, kan je echter niet zomaar aan een technische tool overlaten.’
Ons brein is van nature ‘lui’ en die zoektocht naar luiheid is een drijfveer voor innovatie.
AI zal volgens Mieke De Ketelaere nooit het niveau van ‘bewustzijn’ bereiken, zodat er altijd een onderscheid zal zijn tussen ‘echte’ (menselijke) intelligentie en kunstmatige intelligentie. ‘Ons brein probeert op elk moment optimaal te werken op vlak van energieverbruik. We zouden kunnen stellen dat het brein van nature “lui” is, en die zoektocht naar luiheid is een drijfveer voor innovatie. Ook vandaag droomt de intelligente mens nog steeds van een fitter, gelukkiger en productiever leven. We willen doen wat we graag doen, terwijl de saaie, vuile en gevaarlijke taken niet meer aan mensen toebehoren. We willen windsurfen in Italië terwijl de computer het werk doet. AI zal een belangrijk hulpmiddel zijn in onze levens.’
De recente opkomst van generatieve AI – de nieuwe generatie AI die zelf op basis van tekstopdrachten zelf tekst en beeld kan genereren – zorgt volgens De Ketelaere voor een kantelpunt. ‘Het zorgt voor meer onzekeheid in ons leven dan dat het onzekerheden oplost. Gebruikers vergeten dat het nog steeds gewoon geavanceerde statistiek is, die dus ook
foute antwoorden kan geven en indirect hierdoor mensen kan manipuleren met onjuiste teksten, valse audio en fake beelden. Ik ben een echte techno optimist, maar wel boos dat veel technologie achter AI verborgen blijft en er niet genoeg tijd is genomen dit simpel feit uit te leggen. AI zal altijd een antwoord geven, ook al klopt dat antwoord niet. Stel aan ChatGPT twee keer dezelfde vraag, en je zal twee keer een verschillend antwoord krijgen. Dit is hoe deze technologie werkt. Dat staat haaks op de technologie die we kennen uit het verleden. Bijvoorbeeld een rekenmachine geeft hetzelfde antwoord vandaag en morgen, in België of aan de andere kant van de wereld’
Uit haar loopbaan onthoudt ze vooral het werk bij imec en nu bij Vlerick. ‘Als ik ooit tatoeages op mijn lichaam zou laten zetten, dan komen de logo’s van imec en Vlerick hier zeker voor in aanmerking.’ (lacht) Als professionele levensles heeft ze geleerd dat ingenieurs veel té rechtlijning denken. ‘Ingenieurs denken na over hoe ze dingen efficiënter en performanter kunnen maken, maar dat is niet zaligmakend.
Ingenieurs denken zwart/wit of binair (0 of 1). Soms zijn ze met hun onderzoek en ontwerp naïef of wereldvreemd, en dan denk ik: wie zit er nu in hemelsnaam op deze oplossing te wachten? Bij de bedrijfswereld is er voortdurend de druk van de kwartaalcijfers. Alles is er winstgedreven. In een bedrijf zijn er ook altijd verborgen agenda’s.’
‘Ingenieurs hebben inlevingsvermogen nodig. Empathische skills zijn belangrijk, dat heb ik zelf persoonlijk mogen ervaren. Bij Microsoft zijn we eens enkele dagen in een abdij in afzondering geweest voor een simulatie businessgame. Wij, een groepje nerds, bouwden de beste machine, maar tijdens het spel bleek dat niemand deze machine wilde kopen. Er was geen branding of marketing, de klanten kenden ons niet … Het was naïef en arrogant van ons dat we neerkeken op afdelingen zoals HR, Advertising & Marketing, Sales …’
‘Als ik één oproep mag doen, dan is het dat we bij onze jongeren meer aandacht moeten hebben voor de ontwikkeling van hun menselijke skills. Basisscholen kunnen beter investeren in speldozen, die interactie en sociaal contact stimuleren, in plaats van kinderen de hele tijd op TikTok te laten rondhangen. Sociale media is helemaal niet ‘sociaal.’ We moeten het belang van kritisch denken benadrukken en geen computers maken van onze kinderen.’
‘Het is ontzettend belangrijk dat een persoon genoeg sociale, warme, menselijke contacten heeft. Ons brein wil zo weinig mogelijk energie gebruiken en AI werkt dat mee in de hand. Internet kan net zo verslavend zijn als drank en drugs. De digitale wereld zal u immers altijd naar de mond praten. Algoritmes laten zien wat je aangenaam vindt, ze willen uw beste vriend zijn en ontwijken kritische vragen en dulden geen tegenspraak. AI versterkt dit en is geen veilige omgeving. Hou steeds uw kritische mindset op!’
‘Bij een AI systeem is het belangrijk dat alles zo accuraat mogelijk is en dat kan, onder andere, alleen als je de juiste trainingdata of input hebt. Er is een link tussen de hoeveelheid trainingdata waaruit je kan putten en de accuraatheid van het resultaat, gebaseerd op al deze data. De kwaliteit van Google Translate was in de beginjaren pover, maar inmiddels krijg je wél een goede vertaling.’
‘Je moet voorts beseffen dat wanneer je AI gebruikt dit een negatieve impact heeft op onze planeet want al die servers verbruiken enorm veel energie. AI heeft nu een gecentraliseerde aanpak: alles draait op servers in de USA of in China. We zijn de controle over data verloren. Beter voor onze planeet is hier een gedecentraliseerde aanpak: ter plaatse analyses maken uit kleinere datasets. Dat is de enige weg vooruit en beter voor het milieu en ieders privacy.’
‘AI moet ethisch, betrouwbaar en energie-efficiënt zijn. Ik pleit voor een breder AI-debat waar ook wordt nagedacht over de sociale impact, manipulatie, verslaving en ethiek’, benadrukt Mieke De Ketelaere. ‘De Europese AI Act stelt overigens iedereen in de keten verantwoordelijk. Zowel de fabrikant/producent, de verdeler, de verkoper als het bedrijf dat AI zal aanwenden in een dienst of product: iedereen is mee aansprakelijk.’
www.dwengo.org www.gmdeketelaere.com www.vlerick.com
Recent schreef Mieke De Ketelaere samen met journaliste Saskia Martens het voorleesboek Yoko, het verhaal van een kleine rups die aan kinderen uitlegt hoe de bedrijfswereld functioneert.
Mieke De Ketelaere ziet de bedrijfswereld als een ‘jungle’ en collega’s als ‘kleurrijke dieren’ met typische ‘dier’-eigenschappen en dit inspireerde haar tot het schrijven van een voorleesboek, met de ‘hulp’ van AI. ‘Toch heb ik geleerd dat een goed boek maken, echt wel mensenwerk is. Kinderen leren uit het boek dat iedereen anders is en ze zelf hun eigen keuzes moet maken.’ Net zoals Mieke De Ketelaere op haar website mode-icoon Coco Chanel citeert: ‘Ne sois pas comme les autres, chérie.’
De Ketelaere, Geertrui Mieke (2020). Mens versus machine. Pelckmans Uitgevers. (ook in FR en ENG beschikbaar)
De Ketelaere, Geertrui Mieke en Martens, Saskia (2024). Yoko en de magische ster. Pelckmans Uitgevers. De inkomsten van dit boek worden geschonken aan de vzw Dwengo.org, die AI materiaal maakt voor scholen.
Geïntegreerde meettechnologie en data-analyse in het automatiseringssysteem: PC-gebaseerde besturing hardware en software voor de volledige meetkring: van gegevensverwerving tot analyse in de cloud EtherCAT terminals uit ELM3xxx serie: nauwkeurige, snelle en robuuste meetklemmen in IP20 en IP67 snelle EtherCAT veldbus voor tijdsynchrone gegevensoverdracht naar het besturingssysteem geïntegreerde, naadloze gegevensanalyse met TwinCAT Analytics gemakkelijk integratie van MATLAB® en Simulink® in de TwinCAT programeeromgeving interfaces voor makkelijke gegevensverwerving en analyse in LabVIEW™ TwinCAT 3 Scope View voor de grafische weergave van alle meetsignalen
Met de vier EL336x EtherCAT analoge ingangsklemmen biedt Beckhoff een bijzonder compacte en kosteneffectieve oplossing voor het integreren van weegfuncties in besturingssystemen. De integratie van de voedingsspanning voor de krachtopnemers is bijzonder voordelig.
De analoge ingangsklemmen EL3361-0100 en EL3362-0100 zijn voorzien van analoge ingangen voor de directe aansluiting van een of twee weerstandsbruggen (rekstrookjes) of loadcellen in een 4-draads of 6-draads verbindingssysteem. De 10 V sensorvoeding is al geïntegreerd. De resolutie van de analoge waarde is 24 bits en 10 ksps. Voor veeleisendere toepassingen bieden de EL3361 en EL3362 ook een schakelbare sensorvoeding (5/10 V) en digitale ingangen (bijvoorbeeld voor tarra) en uitgangen (bijvoorbeeld voor gereedmeldingen) die lokaal of via de controller kunnen worden geregeld.
De EL336x analoge terminals zijn een welkome aanvulling op de bestaande reeks weegtechnologieën van Beckhoff en passen in het portfolio boven de EL3351 en naast de EL3356 met extra functionaliteiten. De ELM350x EtherCATmeetklemmen, die vrij instelbare filters, de mogelijkheid van kwart/half bruggen en nog hogere bemonsteringsfrequenties ondersteunen (ook in combinatie met de TwinCAT 3 Weighing Library), zijn de ideale oplossing voor de meest veeleisende dynamische toepassingen die een nog hoger niveau van meettechnologie vereisen.
www.beckhoff.com/el336x
De EL336x EtherCAT analoge ingangsklemmen bieden een compacte en rendabele implementatie van krachtige weegfuncties.
Sirris, het innovatiecentrum voor de technologische industrie in België, investeert dit jaar 5,5 miljoen euro extra in kennis en infrastructuur, bovenop haar jaarlijkse investeringen. Een aanzienlijk deel daarvan - 4 miljoen euro - gaat naar de bouw van drie gloednieuwe industriële demonstratie- en testomgevingen in de labo’s van Kortrijk, Genk en Charleroi. Het resterende 1,5 miljoen euro gaat naar onderzoek en ontwikkeling van GenAI.
Met de extra investeringen wil Sirris de Belgische industrie nog beter bijstaan om het hoofd te bieden aan de ongeziene uitdagingen op het vlak van energietransitie, digitalisering en GenAI. ‘Onze missie om bedrijven competitiever te maken via technologische innovatie is na 75 jaar actueler dan ooit. We helpen bedrijven om via kennis en technologieadoptie drie jaar voorsprong te houden op de markt en dus sterk competitief te blijven’, klinkt het bij het innovatiecentrum.
Sirris blaast dit jaar 75 kaarsjes uit. Sinds haar oprichting door Agoria in april 1949 stond het technologiecentrum mee aan de wieg van tal van succesvolle technologische innovaties bij haar klanten. Denk bijvoorbeeld aan de ondersteuning van Sonaca bij de numerieke besturing van de machines die de eerste onderdelen maakten voor Airbus in de jaren ’70 en de ondersteuning van Arcomet bij de ontwikkeling van de eerste zelfmonterende kranen in de jaren ’90. De eerste CNC-machine (Computer Numerical Control) van België, een geautomatiseerde machine die wordt aangestuurd door een
computerprogramma werd eind jaren zestig gedemonstreerd bij Sirris in Leuven. De eerste additive machine, zeg maar 3D-printer van België, stond in Luik bij Sirris in 1990.
Actiever en ambitieuzer dan ooit Ondanks de vele jaren op de teller, is Sirris actiever en ambitieuzer dan ooit. ‘De verschillende opeenvolgende crisissen en de geopolitieke spanningen zorgen ervoor dat steeds meer Belgische productiebedrijven hun toeleveringsketen terug naar Europa willen halen. Dat kan alleen als ze hun productieprocessen competitiever, groener en energiezuiniger maken met behulp van de meest moderne technologieën’, reageert Herman Derache, Managing Director van Sirris.
‘De meeste kmo’s hebben zelf onvoldoende tijd en middelen om de steeds snellere technologische evoluties op te volgen en in te schatten welke innovaties ze best uitvoeren. Daarin maakt Sirris het verschil. Dankzij de verzamelde knowhow
Sirris ondersteunt bedrijven om hun innovatieambities waar te maken. Meer dan 150 multidisciplinaire ingenieurs, wetenschappers en technici helpen vanuit acht Belgische sites de Belgische bedrijfswereld. De industriële labs met ultramoderne apparatuur van Sirris kunnen door bedrijven gebruikt worden voor haalbaarheidsstudies, prototyping, proofs of concept, demo’s en geaccrediteerde testen. Daarnaast vervult Sirris een centrale rol binnen een wijdvertakt innovatienetwerk van onderzoekscentra, universiteiten, overheden en internationale instellingen.
en industriële testomgevingen hoeft een innovatietraject geen maanden te duren of onnodig veel geld te kosten. Soms volstaan vijf dagen om tot een baanbrekende industriële innovatie te komen en zo werk te verschaffen aan honderden mensen.’
Zélf experimenteren met modernste technologieën
Om de 75ste verjaardag in de verf te zetten, investeert Sirris dit jaar nog eens 4 miljoen euro extra in gloednieuwe industriële demonstratie- en testomgevingen. Die komen in haar labo’s in Kortrijk, Genk en Charleroi. Vanaf december zullen kmo’s uit de Belgische maakindustrie er zélf kunnen experimenteren met de modernste maaktechnologieën.
‘Deze sterke investeringen maken het mede mogelijk om de ambities van Sirris te realiseren. We willen tegen eind 2025 elk jaar zo’n 1.350 innovatietrajecten realiseren (+10%) en 300.000 contactmomenten organiseren met bedrijven in de sector. We breiden daarom ons expertenteam het komende jaar verder uit met 20 nieuwe krachten tot 190 in totaal’, zegt Herman Derache.
Voorsprong van 3 jaar op de markt
De experten van Sirris zullen bedrijven ook de komende jaren begeleiden in nieuwe domeinen zoals groene energie,
cybersecurity en circulaire productie. Maar ook op het vlak van AI steekt Sirris een stevig tandje bij, met 1,5 miljoen euro extra investeringen in 2024. Dit moet het mogelijk maken om bedrijven uit de technologische sector zo’n drie jaar voorsprong te bieden op de markt.
Sirris volgt alle technologische vooruitgang op de voet, lang voordat het grote publiek er kennis mee maakt. Zo stond de eigen visie van Sirris op de ‘Factory of the Future’ al in 2012 op punt, lang voor Duitsland het begrip Industrie 4.0 lanceerde. De afgelopen 14 jaar werd hierin reeds 50 miljoen euro geïnvesteerd. Ook rond circulaire economie (investering 5,5 miljoen euro) en de energietransitie (investering 12 miljoen euro) heeft Sirris inmiddels reeds vele Belgische bedrijven op weg gezet. Dit jaar legt Sirris een extra focus op AI.
Opvallend: België staat sinds kort op nummer 1 in Europa op het vlak van R&D-investeringen. Toch blijft er veel werk over om de kmo’s in ons land mee op de kar te krijgen van innovatie en de implementatie van nieuwe technologieën te versnellen zonder de risico’s te verhogen.
www.sirris.be www.innovaders.be
• ISO Class 4 (ISO 14644-1) cleanliness standards
• High performance for affordable cost
• Fast standard cycle time; YK510XEC: 0.42 sec
• Superior cleanroom production facilities EXPAND YOUR POSSIBILITIES
In samenwerking met bedrijven sterker investeren in het STEM-aanbod (Science, Technology, Engineering & Mathematics) om de skills van scholieren nog beter af te stemmen op de arbeidsmarkt. Met dat doel hebben achttien secundaire scholen zich dit schooljaar enthousiast gestort op hun STEMpact-traject, onder begeleiding van de Voka –Kamers van Koophandel Antwerpen-Waasland en West-Vlaanderen. Als scholen met het meest impactvolle actieplan ter zake mochten respectievelijk Sjabi uit Puurs en Novaplus uit Antwerpen een STEMpact Award in ontvangst nemen.
‘Kennis is de enige grondstof die Vlaanderen rijk. Daarom is het cruciaal om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, zodat onze arbeidsmarkt voldoende excellerende jongeren blijft vinden’, duidt secretarisgeneraal Philippe Heyvaert van Voka – Kamer van Koophandel AntwerpenWaasland waarom Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen actief inzet op de hele kennisketting. Met de Talentcenters faciliteert het bijvoorbeeld een juiste studiekeuze bij leerlingen uit het zesde leerjaar en de eerste graad van het secundair onderwijs. Daarnaast begeleidt het ook scholen in hun STEM-traject, vanuit de overtuiging dat investeren in hoogwaardig STEM-onderwijs voor Vlaanderen het verschil kan maken.
Zo is via het Excellentiefonds van het Vlaams ministerie van Onderwijs dit schooljaar ook het STEMpact-traject opgestart. In dit nieuwe programma hebben achttien Vlaamse scholen zich geëngageerd om hun STEM-aanbod kwalitatief te versterken, door nauw samen te werken met Vlaamse bedrijven. Op die manier helpt het meteen ook de kloof verkleinen tussen de aangeleerde skills in het secundair onderwijs en de gewenste skills op de arbeidsmarkt. ‘Na een grondige nulmeting hebben de deelnemende scholen hun actieplan ontwikkeld. Daarin gaat aandacht naar onder andere een optimalisatie van de leermethode voor projectgestuurd onderwijs, professionalisering van leerkrachten en een betere samenwerking met het bedrijfsleven. De Voka – Kamers van Koophandel AntwerpenWaasland en West-Vlaanderen hebben hen in deze oefening bijgestaan, door hen een lerend netwerk en mentorship door bedrijfsleiders aan te bieden’, verduidelijkt Philippe Heyvaert het STEMpact-traject.
Op 29 mei 2024 hebben de achttien deelnemende scholen in Chateau Pironne in Sint-Niklaas hun initiatieven voorgesteld aan de jury. Op basis hiervan konden de eerste STEMpact Awards worden uitgereikt. De award Excellente STEMschool voor de school met het meest impactvolle actieplan ging daarbij naar Sjabi uit Puurs, dat in zijn traject met Pfizer heeft samengewerkt. Vervolgens mocht Novaplus uit Antwerpen de award voor de meest beloftevolle groeier in ontvangst nemen. Deze school legt zijn STEMpact-traject af in samenwerking met Nokia.
Directrice Wendy Haepers van Novaplus met de behaalde STEMpact Award.
‘Als kleinere school met slechts een tweehonderdtal leerlingen in studierichtingen met doorstroomfinaliteit doet deze award ons erg veel plezier. Want STEM daarin integreren via samenwerkingen met bedrijven, is niet evident’, reageert een blije directrice Wendy Haepers van Novaplus. ‘Uit onze samenwerking met Nokia zijn al heel fijne dingen ontstaan. Tijdens een bedrijfsbezoek merkten we hoe onze leerlingen er echt door geïnspireerd werden. Er is ook een mooie wisselwerking ontstaan, waarbij onder andere samen specifiek materiaal werd ontwikkeld.’
‘In feite zijn alle achttien deelnemende scholen, hun leerkrachten, leerlingen en begeleidende ondernemingen winnaars. Want met hun deelname aan dit traject bewijzen ze met STEM-onderwijs impact te genereren door STEM te integreren in hun volledige werking: in de manier van lesgeven, de competentieversterking van het personeel, in samenwerkingsverbanden met partners, enzovoort. Op die manier kunnen ze hun STEM-opleidingen en omkadering verder uitbouwen en meer toespitsen op de noden van de arbeidsmarkt. Het Vlaamse bedrijfsleven staat wereldwijd aan de top van industrieel ondernemen. Dat moet ook morgen nog zo zijn’, besluit gedelegeerd bestuurder Luc Luwel van Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland.
www.voka.be
ABB heeft een nieuwe spuitgietfabriek van 20 miljoen euro geopend in Evergem, bij Gent, om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar veilige, slimme en duurzame elektrificatieoplossingen in Europa.
De moderne fabriek van ABB is ontwikkeld om te voldoen aan de nieuwste eisen op het gebied van energie-efficiëntie door de installatie van nieuwe spuitgietmachines, digitale technologieën en automatiseringsoplossingen. Het vervangt een bestaande faciliteit die bij ABB kwam als onderdeel van de overname van GE Industrial Solutions in 2018.
De nieuwe bedrijfssite zal meterkasten en verdeelkasten produceren die dienen als beschermende behuizingen voor elektrische verdelingscomponenten zoals stroomonderbrekers, zekeringen, schakelaars en meters, die zorgen voor de veilige distributie, meting en controle van elektriciteit in residentiële, commerciële en industriële gebouwen.
De wereldwijde markt voor elektrische behuizingen zal naar verwachting groeien van 7,42 miljard dollar in 2024 tot 13,15 miljard dollar in 2032. Dit als gevolg van de toenemende vraag naar nieuwe gebouwen, de modernisering van bestaande gebouwen met efficiëntere en betrouwbaardere elektrische systemen en de vooruitgang in elektrische distributie.
Mission to Zero-initiatief
De nieuwe vestiging van Evergem maakt deel uit van ABB's ‘Mission to Zero’-initiatief om de uitstoot van broeikasgassen (BKG) in de vestigingen van ABB aanzienlijk te verminderen en tegelijkertijd klanten te ondersteunen om hun BKG-uitstoot te verminderen door een stappenplan voor koolstofarme technologieën aan te reiken dat ze kunnen implementeren.
Het initiatief zal naar verwachting de CO2-uitstoot met meer dan 6.700 ton en het energieverbruik met meer dan 9.400 MWh per jaar verminderen ten opzichte van 2019 in de vorige faciliteit.
De maatregelen zullen naar verwachting leiden tot een jaarlijkse besparing op de energiekosten van ongeveer 2,5 miljoen euro. Uitgerust met energiezuinige machines zal naar verwachting 10 procent van de benodigde energie op de locatie worden opgewekt door 1.330 zonnepanelen op het dak, terwijl de rest afkomstig zal zijn van gecertificeerde groene energiebronnen. LED-verlichting, opladers voor elektrische voertuigen (EV), warmtepompen, koelwatercircuits en een nieuwe luchtventilatie-installatie dragen ook bij aan de vermindering van energie en CO2-uitstoot.
Energieverbruik optimaliseren
De Evergem site zal continu het energieverbruik monitoren en optimaliseren door gebruik te maken van ABB's eigen digitale oplossingen zoals ABB Ability Building Analyzer, die gegevens over gebouwen en nutsvoorzieningen in realtime volgt en bruikbare inzichten biedt om de energie-efficiëntie te optimaliseren. Dit, in combinatie met het gebruik van groene energie en warmtepompen, vergemakkelijkt ook de vermindering van het energieverbruik en de CO2-uitstoot. In de komende maanden zullen aanvullende digitale technologieën, zoals een gebouwbeheersysteem, worden geïntroduceerd om de energie-efficiëntie verder te verbeteren.
‘De Mission to Zero-aanpak in Evergem is een belangrijk voorbeeld van de ABB doelstelling om een koolstofarmere samenleving mogelijk te maken en van ons engagement om de overgang naar een duurzamere productie te versnellen’, reageert Mike Mustapha, President van de Divisie Smart Buildings van ABB Electrification.
‘Deze geavanceerde site is ontworpen om aan de toekomstige vraag te voldoen, niet alleen aan de huidige behoeften. De integratie van geavanceerde technologieën en innovatieve processen die de efficiëntie en productiviteit kunnen optimaliseren, nu en in de komende jaren, zal een leerschool en routekaart voor duurzaamheid zijn voor onze mensen en klanten. In 2024 en daarna zullen we in Evergem digitale technologieën blijven combineren met maatregelen om het energieverbruik te verminderen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te verhogen.’
Om een koolstofarme maatschappij mogelijk te maken, hanteert ABB een rigoureuze, op wetenschap gebaseerde aanpak van de netto-nuldoelstellingen, in lijn met de NetZero Standard van het Science Based Targets initiative (SBTi). ABB werkt samen met klanten om emissies te vermijden en hernieuwbare energie op te voeren. Een schaalbaar programma, Mission to Zero, omvat energieopwekking, energiebeheer en gebouwautomatisering voor industriële en commerciële activiteiten.
Ga voor meer informatie over ABB's Mission to Zeroprogramma naar https://new.abb.com/mission-to-zero
Aan het eind van ieder jaar voert het Studies Center van Agoria bij zijn leden een enquête uit om hun prestaties op het vlak van omzet, werkgelegenheid en investeringen evenals hun verwachtingen voor het komende jaar te kennen. Op basis van de cijfers en de opmerkingen die we in het kader van deze enquête verzamelen, kunnen we de ontwikkelingen in de technologiesectoren in het voorbije jaar grondiger analyseren en onze prognoses voor de komende twaalf maanden bijstellen.
2023: tussen marktgroei en productiebelemmeringen
In 2023 bedroeg de toename van de omzet 5,5%. Dit is minder dan in 2021 en 2022, maar meer dan in de periode 2015-2020. Deze groei werd gerealiseerd dankzij een stijging van de gemiddelde verkoopprijzen met 2,4% en een toename van het activiteitsvolume met 3,1%. Voor beide componenten wordt in 2023 een snellere ontwikkeling opgetekend dan in de periode 2015-2020.
In 2023 konden de technologiebedrijven rekenen op een dynamischer vraag naar hun producten. Dit wordt in het bijzonder verklaard door de investeringen van de ondernemingen, terwijl de conjunctuur in de industrie en de bouw ongunstig was en de particuliere consumptie werd afgeremd door de inflatie.
Vorig jaar werd echter ook gekenmerkt door uitzonderlijk grote productiebelemmeringen. Het gaat daarbij in het bijzonder om bevoorradingsmoeilijkheden, waarvoor de situatie maar langzaam normaliseert, en het tekort aan arbeidskrachten, dat al vier kwartalen niet meer is afgenomen.
In die context, en op basis van de beschikbare cijfers tot en met het derde kwartaal, schatten we dat de werkgelegenheid in de technologiesectoren tussen eind 2022 en eind 2023 met 1.500 eenheden is gegroeid.
Ook de investeringen zijn gestegen in 2023 en komen 13% hoger uit dan hun peil in 2022 en 39% hoger dan in 2021. Telecom en machinebouw springen eruit, met een stijging van resp. 66% en 56% in twee jaar. Aan de andere kant is de aankoop van nieuwe uitrusting dan weer gestagneerd in de automobiel en teruggelopen in de non-ferro, de gieterijen en de basisverwerking van metaal.
2024: vertraging in zicht
Nadat begin vorig jaar een heel hoog peil werd bereikt, is de vraag die aan onze sectoren wordt gericht gestaag gedaald. De vraag is nu teruggevallen tot een punt waarvan de helft van de technologiebedrijven vindt dat hun bedrijvigheid erdoor wordt afgeremd. De opmerkingen die in onze enquête werden geformuleerd, wijzen in dezelfde richting. Hieruit blijkt dat de vraag terrein verliest als belangrijke factor in het omzetverloop. De aandacht wordt vaker gevestigd op marktaandeel en de ontwikkeling van nieuwe markten/ producten.
In combinatie met het tekort aan arbeidskrachten en de bevoorradingsmoeilijkheden zijn de voorwaarden voor een vertraging in onze sectoren vervuld. Op basis van de signalen in onze enquête zou deze beweging echter beperkt blijven. Voor 2024 verwachten we dan ook dat de omzet van de technologische industrie met zo'n 2,5% zou stijgen, wat kan worden uitgesplitst in een stijging van de verkoopprijzen met 1% en een toename van het activiteitsvolume met 1,5%.
Op sectorniveau loopt de ontwikkeling van de bedrijvigheid opnieuw sterk uiteen: de automobiel (- 8%) en de machinebouw (- 2%) zouden achteruitgaan, terwijl het verloop van de IT-diensten (+ 5%) opnieuw zou aanleunen bij het langetermijngemiddelde.
Tegelijkertijd neemt de werkgelegenheidsdynamiek verder af. Er wordt een daling verwacht van het personeelsbestand in de verwerkende technologiesectoren, vooral in de machinebouw en de automobiel. Dit zou echter worden gecompenseerd door een herstel van de groei in ICT. Over het geheel genomen zou het aantal werkenden in de technologische industrie eind 2024 vergelijkbaar moeten zijn met eind 2023.
Ten slotte verwachten we dat de investeringen met 2% zullen teruglopen, al zullen ze zich nog steeds op een hoog peil bevinden, rond 5,9 miljard euro. In de verwerkende sectoren, waar in 2022 en 2023 aanzienlijke bedragen werden geïnvesteerd, zou een opvallende achteruitgang worden opgetekend. Die daling zal grotendeels worden uitgewist door verdere stijgingen in de telecom en IT-diensten.
Conclusie
Terwijl 2023 nog gunstig was, zou 2024 een zwakker jaar worden voor de sectoren van de technologische industrie. De bedrijvigheid zou een bescheiden groei laten optekenen, terwijl de werkgelegenheid zou stagneren en de investeringen met 2% zouden afnemen.
www.agoria.be
Voor veel bedrijven vormt ploegenarbeid een essentieel onderdeel van de operationele activiteit. Ploegenarbeid is een rechtstreeks gevolg van een veranderend economisch landschap en zou moeten leiden tot meer productiviteit, flexibiliteit en werkgelegenheid. Daartegenover staat een hogere loonkost bij ploegenarbeid. Fiscale advocaten Winnie Milbou en Jan Tuerlinckx waarschuwen dat bedrijven moeten opletten dat ze een fiscale bonus wegens ploegenarbeid niet verliezen.
Om ondernemingen een concurrentieel voordeel te bieden ten aanzien van onze buurlanden, werd een fiscale stimulans ingevoerd die ervoor moest zorgen dat de competitiviteit van ondernemingen die werken met ploegenarbeid versterkt zou worden. De invoering van deze stimulans gebeurde niet toevallig in 2003, maar stond onlosmakelijk in verband met de herstructureringen die toen werden doorgevoerd bij de later ter ziele gegane autoassemblagefabriek van Ford Genk. Vorig jaar vierden we de twintigste verjaardag van deze maatregel en we kunnen er zeker van zijn dat de belastingadministratie elke bijkomende verjaardag er een te veel vindt.
De bedrijfsvoorheffing op het loon van de werknemer wordt in principe door de werkgever ingehouden en doorgestort aan de Schatkist. De werknemer ontvangt hierdoor een nettoloon waarop de personenbelasting reeds grotendeels is afgedragen, dit via die zogenaamde “bedrijfsvoorheffing”. In bepaalde gevallen heeft de werkgever echter recht op een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van die bedrijfsvoorheffing, zonder dat dit enige weerslag heeft op de belastingdruk in hoofde van de werknemer.
Ter illustratie: een werknemer met een bruto belastbare bezoldiging van 4.000 euro waarop 1.000 euro bedrijfsvoorheffing moet worden ingehouden. De werknemer betaalt personenbelasting op zijn bruto belastbare bezoldiging aan het progressief tarief, en de totale door de werkgever afgehouden bedrijfsvoorheffing mag daarmee verrekend worden, zijnde 1.000 euro. De werkgever geniet echter van een van de vrijstellingen in de bedrijfsvoorheffing en stort geen 1.000 euro naar de Schatkist, maar slechts 750 euro. Terwijl dit geen impact heeft op de werknemer, die nog steeds 1.000 euro in mindering mag brengen van zijn belastingen in de personenbelasting, mag de werkgever 250 euro zelf houden die in haar hoofde als een subsidie wordt belast in de vennootschapsbelasting.
De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid subsidieert de te hoge loonkost in vooral de maakindustrie en staat open voor ondernemingen waar het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang, en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat overlapping meer bedraagt dan een vierde van
de dagtaak. Daaraan werd in 2009 toegevoegd dat door de betrokken werknemer op maandbasis minstens een derde van de arbeidstijd in ploegen- of nachtarbeid moet worden verricht.
Voor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor de zogenaamde werken in onroerende staat, hetgeen een onderdeel vormt van ploegenarbeid, zijn de voorwaarden enigszins anders. Die staat open voor ondernemingen waar het werk wordt verricht in minstens één ploeg van minstens twee personen en zolang het werken in onroerende staat betreft. Hoewel deze regelgeving vervat zit in het Wetboek Inkomstenbelasting, gaat ze uit van de definitie van “werken in onroerende staat” zoals gekend in het Wetboek BTW. De btw-wetgeving is dan weer niet aangepast aan het nieuw goederenrecht zoals vervat in het Burgerlijk Wetboek. Om de maatregel te begrijpen komt het er dus op neer drie wetboeken naast elkaar te leggen en deze samen te lezen, waardoor het toepassen van deze vrijstelling oeverloos complex geworden is. Het is dan ook een wetgeving van slechte legistieke kwaliteit.
Dat de maatregel de Belgische Staat veel geld kost, is open deuren intrappen. Het Rekenhof publiceerde in 2019 al een vernietigend verslag waarin zij te kennen gaf dat alle vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in 2017 een totale uitgave vertegenwoordigden van 2,9 miljard euro. Daartegenover staat een ingewikkelde wetgeving die in het verleden leidde tot verwaarlozing door de controleposten van de FOD Financiën. Zo werd er bij de controleacties van 2017 en 2018 geen enkele lijst van te controleren belastingplichtigen aan de operationele diensten bezorgd omdat de FOD Financiën en het kabinet van de minister van Financiën het oneens waren over het begrip “ploegenarbeid”. In december 2023 werd een opvolgverslag gepubliceerd waaruit blijkt dat de kostprijs van de vrijstellingsregimes in
de bedrijfsvoorheffing gestegen is tot 3,9 miljard euro in 2021. De vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid heeft daarin een aandeel van bijna 50%.
Hoewel er maar enkele dossiers doorsijpelen naar de hoven en rechtbanken, is het tot nu toe voornamelijk de rechtspraak geweest die voorgaande eerder vage begrippen verder heeft ingevuld. Zo heeft het Grondwettelijk Hof zich recent nog uitgesproken over het begrip “hetzelfde werk qua omvang” na een prejudiciële vraag van het Hof van Cassatie. Door het laatste Hof werd de vraag gesteld of de wet het gelijkheidsbeginsel in ons land schendt indien “hetzelfde werk qua omvang” zo moet geïnterpreteerd worden dat het bedrijven uitsluit waarin het werk verricht wordt volgens piek- en daluren en de ochtendploeg vanuit dat inzicht altijd sterker bemand is dan de avondploeg. Het Grondwettelijk Hof heeft daarin een kritische afweging gemaakt waarbij zij het doel van de fiscale maatregel heeft afgezet tegen haar kostprijs, waarna beslist werd dat deze erg strikte interpretatie onze Grondwet, en dus in het bijzonder het gelijkheidsbeginsel, niet schendt.
© Algimantas TirlikasVoor verschillende bedrijven zorgt een absolute gelijkstelling van de opeenvolgende ploegen ervoor dat zij in essentie niet langer van het fiscaal voordeel kunnen genieten. Het past wel te nuanceren dat de belastingadministratie dat strikte standpunt al lang innam en dat de omvang van de ploegen een van de eerste controlepunten is en was bij de toepassing van de vrijstelling. De wetgever heeft inmiddels ingegrepen en heeft met de recente wet van 12 mei 2024, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 mei 2024, een alternatief voorzien, waarbij de ploegen minstens qua omvang niet op elkaar afgestemd moeten zijn. Daar staat natuurlijk een kostprijs tegenover. Bedrijven moeten de vrijstelling proportioneel verminderen in de mate de omvang van de ploegen niet dezelfde is. Deze verzachting van het standpunt, wordt gezien als een overgangsstelsel. Het is beperkt in de tijd en kan maar tot 31 december 2026 worden toegepast. Daarnaast kan (en tussen de lijnen kan gelezen worden dat het moet) zij ook met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 1 januari 2021. De aangifte van aanslagjaar 2021 kan op initiatief van de onderneming nog gewijzigd worden tot 31 december 2024 middels een bezwaarschrift tegen eigen aangifte. Vanaf 2025 is dat niet meer mogelijk, maar is het theoretisch wel nog mogelijk dat de belastingadministratie de aangifte zelf wijzigt en de niet doorgestorte bedrijfsvoorheffing terugvordert.
Heeft het verslag van het Rekenhof dan een impact gehad op het terrein? Wellicht wel, omdat de controles in de jaren erna sterk zijn opgevoerd en de belastingadministratie nam binnen alle interpretatiemogelijkheden altijd het meest restrictieve standpunt in. De controles brachten een slechte voorbereiding aan het licht. Bedrijven leken niet onmiddellijk in staat om de onderliggende realiteit van de toegepaste vrijstelling bloot te leggen en zagen zich geconfronteerd met een integrale terugvordering van de niet doorgestorte bedrijfsvoorheffing.
Voorbereiding is dus alles. Ondernemingen moeten een geïntegreerde werkwijze hebben van hoe de fiscale voorwaarden van ploegenarbeid worden afgetoetst, welke data en onderbouw daaraan ten grondslag liggen en hoe deze onderbouwing in verband staat met de operationele activiteit. Bij een controle moet er kunnen worden aangetoond waar en wanneer de ploegen zijn ingezet, en welke concrete werkzaamheden werden gerapporteerd naar de onderneming. De belastingadministratie zal immers niet ophouden met het stelselmatig verwerpen van de vrijstelling indien ondernemingen op het tijdstip van de controle de indruk geven het dossier nog te moeten samenstellen.
www.tuerlinckx.eu
Resense - een joint venture opgericht door WIKA Alexander Wiegand, specialist in meetapparatuur, en WITTENSTEIN om de toekomstige markt voor haptische sensoren vorm te geven - introduceert 's werelds kleinste zes-assige kracht-koppelsensoren op de industriële markt.
Met hun ongeëvenaarde ontwerp met holle as en compacte afmetingen voorzien ze machines in de medische technologie, robotica en micromanipulatie van een “sense of touch”.
www.resense.io
UNIMOTION in België officieel verdeeld door Act in Time, kondigt aan dat haar CTL lineaire units ISO 3 en ISO 5 cleanroom certificeringen hebben gekregen. Deze certificering bevestigt dat de CTL lineaire units voldoen aan de strenge normen en daarom bij uitstek geschikt zijn voor toepassingen die worden gebruikt in cleanroomomgevingen.
De CTL lineaire unit is een lineaire unit met een geïntegreerde lineaire motor die is ontworpen voor hoge nauwkeurigheid, hoge dynamiek en spelingsvrije werking. Met het geïntegreerde positiemeetsysteem is dit een kant-en-klare plug&drive-oplossing voor de gebruiker.
Ze werden ontworpen voor hoge nauwkeurigheid en dynamische prestaties en hebben een innovatief, compact ontwerp dat eerder al werd bekroond met de German Design Award 2022.
Met ISO 3- en ISO 5-certificering zijn de CTL-lineaire eenheden nu ook geschikt voor gebruik in omgevingen waar de
laagste deeltjesemissies vereist zijn. Dit is vooral belangrijk in industrieën zoals de productie van halfgeleiders, farmaceutica of medische technologie, waar zelfs de kleinste deeltjes aanzienlijke schade aan producten kunnen toebrengen of zelfs onbruikbaar kunnen maken.
Contacteer sales@actintime.be voor meer informatie of een vrijblijvende offerte.
www.actintime.be
LINEAIRE GELEIDINGEN • SPINDELS • LINEAIRE MODULES • MACHINE ELEMENTEN BEREKENINGEN • MODIFICATIES OP MAAT
www.linmotion.nl
Betrouwbare communicatie
SMC introduceert het nieuwe EXW1-serie Compact Industrial Wireless Systeem met een vergroot bereik tot 100 m. Vergelijkbaar in technologie met de huidige EX600-W, is de EXW1 kleiner, lichter en uitvoerbaar met seriële communicatie.
SMC heeft het unieke draadloze systeem ontwikkeld als een bewezen oplossing in reactie op de eisen van de moderne fabrieksvloer, waar grote mobiliteit en bewegingsvrijheid vereist is. Ook speelt de EXW1-serie in op het toenemende gebruik van robots en andere apparatuur waar bekabelde oplossingen een nachtmerrie vormen.
De nieuwe EXW1-serie brengt innovaties met zich mee naar aanleiding van klantenfeedback op de EX600-W. Zo is de netwerksnelheid tot 1 Mbps verhoogd (250 kbps in het geval van de EX600-W) en maakt de module verbinding met maximaal 11768 ingangen/11768 uitgangen naar één base. Ook zijn de afmetingen met 86% verminderd en in gewicht afgenomen met 83%, in vergelijking met de EX600-W. De EXW1 is een systeem van I/O-signalen dat in combinatie met de EX600-W kan worden gebruikt, waardoor meer flexibiliteit ontstaat, zodat ventielen en IO-Link-sensoren kunnen worden toegevoegd om aan verschillende toepassingsbehoeften te voldoen.
Net als de EX600-W garandeert de EXW1 ook robuuste en veilige communicatie, maar met een vergroot bereik tot 100 m, waardoor het kan worden aangesloten op een breed scala aan input/output-apparaten verspreid over de fabrieksvloer. Net als zijn voorganger verzendt de EXW1 ook via radiogolven in de 2.4 GHz ISM hoogfrequente band - een niet-commerciële band gereserveerd voor industriële, wetenschappelijke en medische doeleinden. Het maakt gebruik van de functies voor frequentiehoppen (FH) en frequentiekanaalselectie (FCS), die interferentie van andere draadloze apparaten voorkomen, naast gegevensversleuteling die ongeoorloofde toegang van buitenaf uitsluit. Met de mogelijkheid om een externe antenne (IP67) toe te voegen, kan de draadloze basis/ remote zelfs worden geïnstalleerd in een metalen kast of een bedieningspaneel/box in een stoffige of ruwe omgeving, zonder dat dit invloed heeft op het communicatiebereik of de prestaties.
Doordat de EXW1 compact en lichtgewicht is, is deze uitstekend geschikt voor montage op matrijzen of beweegbare delen van robots en AGV’s. Met een betere communicatiesnelheid, responstijden en gegevensoverdracht is de EXW1 breed toepasbaar binnen de industrie.
Industrial Wireless van SMC lost problemen op die verband houden met kabels in bewegende delen van machines, zoals roterende armen, indexeertafels of in robotarmen voor gereedschapswisselingen. Voorbeelden van terugkerende problemen zijn beschadiging bij loskoppeling van kabels in bewegende delen, complicaties als gevolg van te veel bedrading, gebrek aan ruimte en gebrek aan technisch personeel. Het gevolg van de bovenstaande problemen is niet alleen productiviteitsverlies, maar kost ook tijd en middelen om de vervangende kabels te installeren en alle verbindingen te herstellen. Met SMC Industrial Wireless bespaar je op de kosten door minder bedrading, connectoren en andere hulpmiddelen zoals dure roterende verbindingen te gebruiken.
Zelfs als er meerdere draadloze bases worden gebruikt in hetzelfde communicatiegebied, zoals bij fabrieksautomatisering, kan elke draadloze basis effectief communiceren met de remotes waarmee ze zijn gekoppeld. www.smc.be
Rittal breidt zijn aanbod gestandaardiseerde netwerk- en serverkasten voor IT-infrastructuur uit met het TX Colorack. Daarmee komt de wereldspeler op het vlak van behuizingstechniek en IT-infrastructuur tegemoet aan de vraag van de groeiende colocatiemarkt.
Bij colocatie huren bedrijven volledig uitgeruste racks of een volledige ruimte van een gespecialiseerde datacenteroperator om hun eigen IT-apparatuur in te integreren. Zo hoeven ze hun apparatuur niet op hun eigen terrein onder te brengen. Colocatieproviders bieden ultramoderne datacenters die zorgen voor een veilig en efficiënt beheer van deze apparatuur. De IT-infrastructuur moet echter op een hoog niveau presteren: hoge energie-efficiëntie, gegarandeerde kwaliteit en betrouwbaarheid, wereldwijde standaardisatie, gedocumenteerd bewijs en certificering zijn de norm.
Tegelijkertijd moeten de componenten op elkaar zijn afgestemd en snel schaalbaar zijn. Met het nieuwe TX Colorack helpt Rittal colocatieproviders om snel aan deze eisen en de groeiende vraag te voldoen. De vooruitgang op het gebied van AI vergroot ook de behoefte aan ’raw computing power’, al kan de benodigde rekenkracht voor AI-toepassingen sterk variëren. ‘Colocatie biedt een efficiënte manier om die rekenkracht in kaart te brengen zonder dat bedrijven hun eigen datacenters hoeven te runnen’, aldus Koen Van Hende, Product Manager IT Solutions bij Rittal. De TX Colo is speciaal
ontwikkeld op maat van grote datacenters. Het gebruik van standaardcomponenten garandeert korte levertijden en, doordat de configuratie op voorhand gebeurt, is de oplossing meteen klaar voor gebruik.
Het gestandaardiseerde ontwerp zorgt voor consistentie in het datacenter, waar de TX Colo gekoppeld kan worden aan andere IT-racks van Rittal. Het rack kan individueel aangepast worden dankzij Rittals uitgebreide assortiment accessoires en het praktische 25mm steekpatroon in de frameconstructie. De TX Colo bevat geïntegreerde lucht- en tussenschotten voor een optimale luchtstroom. Dakuitsparingen met borstelstrips over de hele diepte en kabelgoten zorgen voor eenvoudige kabelgeleiding. De VX comfort handgreep met cijfercodeslot biedt extra toegangsbeveiliging. Het rack heeft ook geventileerde deuren die een optimale klimaatbeheersing ondersteunen.
www.rittal.be
Parker Hannifin introduceert de SCP09-druksensor, een veelzijdige en betrouwbare oplossing voor hydraulische toepassingen.
De SCP09-sensor is ontworpen voor nauwkeurige drukmetingen in een breed scala aan omstandigheden, waardoor deze geschikt is voor zowel mobiele machines als industriële hydraulische toepassingen. De sensor is hermetisch afgesloten zonder interne afdichting en is zeer betrouwbaar en bestand tegen verontreiniging, waardoor nauwkeurige metingen in ruwe omgevingen worden gegarandeerd. De sensor heeft een drukbereik van 10 tot 600 bar en is geschikt voor tal van toepassingen. De kleine vormfactor zorgt voor een eenvoudige installatie in krappe ruimtes, waardoor compactere ontwerpen mogelijk zijn.
De sensor biedt veel opties, waaronder een verscheidenheid aan schroefdraden en connectoren, zodat hij eenvoudig kan worden geïntegreerd in bestaande systemen en productieprocessen. De SCP09 is ook zeer compatibel met verschillende vloeistoffen en gassen, waardoor hij universeel kan worden gebruikt en eenvoudig kan worden gehanteerd. De hoge mediacompatibiliteit zorgt voor minder uitvaltijd en een lange levensduur. De sensor is ontworpen voor langdurige stabiliteit en lage drift, en heeft een penconfiguratie die is aangepast voor OEM's, met gemeenschappelijke elektrische interfaces en procesaansluitingen.
https://ph.parker.com/nl/nl/pressure-sensor-scp09-sensocontrol
De leden van InduMotion brachten op woensdag 5 juni een bezoek aan ArcelorMittal (het vroegere SIDMAR) in Gent. De genodigden zagen hoe het bedrijf in enorme hoogovens met kolen en ijzererts hoogwaardig staal maakt. Recent werd bekend dat de Vlaamse regering ter ondersteuning van ArcelorMittal Gent de investeringssteun optrekt van 350 naar 600 miljoen euro. De investering wordt gebruikt om de staalfabriek te 'decarboniseren'. Het CO2-neutraal maken van de hoogovens van ArcelorMittal Gent is essentieel voor de omvorming van de fabriekssite naar een koolstofneutrale productie tegen 2050. Hierbovenop belooft de federale regering ArcelorMittal 10 jaar groene stroom voor de Gentse site. De directie van de staalfabriek onderzoekt nu de bouw van twee elektrische hoogovens, goed voor een capaciteit van 400 megawatt. (www.indumotion.be) Siemens Smart Infrastructure lanceert Electrification X, een uiterst schaalbaar SaaS-aanbod voor het Internet-of-Things (IoT), dit met het oog op de transformatie van elektrificatie-infrastructuur. Electrification X is de laatste nieuwe, door Siemens Smart Infrastructure ontwikkelde SaaS- en IoT-portfolio van Siemens Xcelerator. Building X, het digitale bouwplatform, was het eerste aanbod dat in 2022 als onderdeel van Siemens Xcelerator werd geïntroduceerd. Vervolgens werd in februari 2024 Gridscale X aangekondigd, de geavanceerde netbeheersoftware van Siemens. Electrification X vervolledigt nu het trio, waarmee de Siemens-verbintenis voor innovatieve technologie in de elektrificatiesector verder wordt uitgebreid. Electrification X werd ontworpen om de reeds zwaar op de proef gestelde elektrificatie-infrastructuur van commerciële, industriële en nutsbedrijven te beheren, te optimaliseren en te automatiseren en zo in één beweging de efficiëntie en prestaties te verhogen en de kosten en CO2-emissies te verlagen. Momenteel bestaat het aanbod van Electrification X uit laadbeheer (Load Management), netstoringsbeheer (Network Fault Management), bedrijfsmiddelenbeheer (Asset Management), duurzaam energiebeheer (Sustainability Energy Management) en OT Companion. (www.siemens.be) Kabelwerken Eupen heeft van BEMAS de award ‘Technisch Team van het Jaar’ gekregen. Tijdens het Maintenance Forum eind april heeft de Belgische onderhoudsvereniging BEMAS de jaarlijkse prijs voor Technisch team van het Jaar in Wallonië uitgereikt aan Kabelwerken Eupen. De productiesites van dat bedrijf, gelegen aan de oevers van de Vesdre en de Helle, werden door de overstromingen in 2021 zwaar getroffen. Toch kon het bedrijf door de uitzonderlijke inzet van het eigen personeel in een recordtijd weer opstarten wat volgens de jury getuigt van een buitengewone veerkracht. (www.bemas.org) De internationale onderdelenleverancier TVH is aangesteld als geautoriseerde hersteldienst voor Bosch Rexroth HMI producten. De Duitse multinational en specialist in aandrijf- en besturingstechnologie vertrouwt voortaan het eigen gamma aan HMI onderdelen voor reparatie en remanufacturing toe aan de electronica-afdeling van THV in Waregem. (www.boschrexroth.com) Vlaams minister van Economie, Innovatie & Werk, Jo Brouns, ondertekende met VITO een nieuwe beheersovereenkomst. De ondertekening ging gepaard met een bezoek bij VITO in Mol aan de volledige operationele setting van LignoValue en Pillar II, de eerste en enige pilootlijn van bio-aromaten uit lignine in Europa. De overeenkomst legt de krijtlijnen voor VITO in de volgende jaren duidelijk vast. De Vlaamse regering voorziet een jaarlijkse basisdotatie van 63 miljoen euro, dit is een opstap van 8 miljoen ten opzichte van de vorige beheersovereenkomst.
Daar bovenop investeert ze in 2024 10 miljoen euro in het nieuwe flagship labogebouw Earth. En de Vlaamse regering investeert nog dit jaar bijkomend 6 miljoen euro in pilootlijnen en living labs. LignoValue en Pillar II zijn mooie voorbeelden van pilootlijnen waar VITO - co-initiator van Biorizon - op Europees niveau het voortouw in neemt. Daar waar nu fossiele aardolie onontbeerlijk lijkt in bepaalde productieprocessen, vertrekt VITO van lignine. Lignine vormt een waardevol alternatief voor de productie van aromatische verbindingen, ter vervanging van de huidige aardoliegebaseerde chemische bouwstenen. (www.vito.be)
Radwell International, de leverancier van nieuwe en gebruikte overtollige, industriële elektrische en elektronische besturingsapparatuur, breidt haar activiteiten in België uit. Radwell ging in september 2022 van start in België met de overname van industriële reparatiespecialist K+S European Services en plant nu verdere uitbreiding in Sint-Truiden, waardoor tot tien jobs worden gecreëerd voor elektronische ingenieurs en technisch personeel van de klantenservice. Het bedrijf met hoofdkantoor in de VS en meer dan 2.000 medewerkers verspreid over tachtig locaties over de hele wereld is een geautoriseerde distributeur voor meer dan 350 fabrikanten, gespecialiseerd in moeilijk verkrijgbare onderdelen voor de aftermarket voor reparatieoplossingen. Na recente overnames heeft Radwell nu meer dan 250.000 nieuwe en verouderde reserveonderdelen op voorraad verspreid over haar Europese locaties in België, Duitsland, Tsjechië, Polen en het Verenigd Koninkrijk. (www.radwell.com) Robotspecialist KUKA heeft in Limburg een nieuwe bedrijfsgebouw aan de Koolmeesstraat 7-9 in Houthalen. De fabriek van de toekomst vraagt mobiliteit en flexibiliteit. Statische productiestraten maken plaats voor de volgende generatie robots: intelligente, mobiele roboteenheden treden steeds meer naar voor. In het nieuwe, ultramoderne KUKA gebouw kunnen klanten kennis maken met de nieuwste technologieën en innovaties in de wereld van automatisering. 'Kom binnen in onze oranje wereld en ontdek onze indrukwekkende geavanceerde technologieën en innovatieve producten. Ervaar hoe wij de industrie ondersteunen en helpen te transformeren. Van baanbrekende automatiseringssystemen tot grensverleggende oplossingen: bij KUKA laten we zien hoe bedrijven competitief kunnen blijven', klinkt het trots bij de robotfabrikant. (www.kuka.be)
Meetsensoren hebben allemaal een ding gemeen: ze dienen om iets te meten. Voorts is er vooral heel veel variatie: met betrekking tot de toepassing, de meetgrootheid en de gebruikte techniek, maar ook wat betreft nauwkeurigheid, reactietijd, duurzaamheid, analoge of digitale aard, enz … Het kiezen van de juiste sensor is daardoor een complex proces, waarbij je je best deskundig laat adviseren in functie van jouw noden - louter op Google vertrouwen kan immers ernstige gevolgen hebben.
Alles begint met de toepassing waarvoor de sensor gebruikt zal worden, en, daaruit voortvloeiend, het type grootheid dat moet worden gemeten. Of het nu gaat om temperatuur, druk, vochtigheid, lichtintensiteit of luchtsnelheid: elke grootheid vereist een specifieke sensor. Daarbovenop komt nog dat er voor sommige grootheden soms verschillende meeteenheden (denk bijvoorbeeld aan bar en pascal voor druk) en verschillende meettechnieken zijn. Het is dus cruciaal om de vereisten van de toepassing goed te begrijpen en vervolgens de sensor te kiezen die daar het beste bij aanleunt. Advies van iemand die kennis heeft van de toepassing en de bedrijfsprocessen in kwestie is daarbij wenselijk, temeer daar de technologie van meetsensoren niet stil staat.
Daarnaast is ook de nauwkeurigheid van de sensor van essentieel belang. Voor toepassingen in de metallurgie, waar de temperatuur boven de duizend °C kan gaan, komt het niet op enkele graden, bij kritische toepassingen in farmaceutische labo’s of in medische context - bijvoorbeeld bij IVF - kunnen 0,05 °C een wereld van verschil maken. Heel precieze metingen zijn daar dus cruciaal, in de eerste plaats voor een goed verloop van de processen, maar evengoed met het oog op veiligheid, wettelijke conformiteit en aansprakelijkheid.
Een andere belangrijke factor is de reactietijd van de sensor. In situaties waar snelle metingen vereist zijn, zoals bij procescontrole of dynamische omgevingen, is een sensor met een snelle reactietijd noodzakelijk om real-time gegevens te kunnen leveren. Bij andere toepassingen, zoals bijvoorbeeld klimaatmonitoring, is een langzamere reactietijd acceptabel. Hieraan gekoppeld is het ook belangrijk te bekijken welke interfaces er beschikbaar zijn voor de sensor. Meer en meer is alles verbonden via het IoT, en dus is het belangrijk om over draadloze verbindingen zoals wifi te beschikken. Dit laat toe om de meetdata aan beperkte IT-kost beschikbaar te maken in de cloud, vanwaar ze via API naar andere tools kunnen worden doorgestuurd.
Ook betrouwbaarheid en duurzaamheid spelen een grote rol bij de keuze van een meetsensor. Een sensor moet in staat zijn om onder verschillende omgevingsomstandigheden
te functioneren, variërend van extreme temperaturen tot vochtigheid en druk. Daarnaast moeten sensoren robuust genoeg zijn om langdurig gebruik te weerstaan zonder de nauwkeurigheid van de metingen te beïnvloeden. Een regelmatige kalibratie van de meetsensoren is dan ook aan te raden om de nauwkeurigheid van de sensor te verifiëren. De mogelijkheid om sensoren tijdens de kalibratie bij te stellen kan bovendien ook de levensduur van de sensor verlengen.
Een laatste overweging is natuurlijk het prijskaartje. Daarbij is het nuttig een kosten-batenanalyse te maken. Hoewel het verleidelijk kan zijn om voor de goedkoopste optie te kiezen, dien je rekening te houden met de totale kosten over de levensduur van de sensor, inclusief kalibratie, onderhoud en eventuele reparaties.
Conclusie? De keuze van een meetsensor is een belangrijke beslissing die invloed heeft op de kwaliteit, nauwkeurigheid en goede werking van je kritische bedrijfsprocessen, en vormt een complex proces dat een grondige analyse van de vereisten, prestatiespecificaties en kosten vraagt in functie van jouw noden. Laat je dus deskundig adviseren!
www.testo.be
Jeroen Van Der Kelen is managing director van Testo België.
Het van oorsprong Duitse Testo is wereldleider in innovatieve, high-precision meetoplossingen en -technologie voor HVAC/R, voeding, farma en industrie. De producten, oplossingen en diensten van Testo maken het mogelijk om tijd en middelen te besparen en de kwaliteit van goederen te verbeteren, om zo bij te dragen tot de bescherming van onze gezondheid en het milieu. Testo telt vandaag 37 dochtermaatschappijen en 3.500 werknemers in 25 landen over de hele wereld, waarvan België na Duitsland het belangrijkste land is, zowel in omzet als qua innovatie.
ACCELERATE YOUR DIGITAL TRANSFORMATION
Siemens Xcelerator is the new, open digital business platform to accelerate your digital transformation, making it faster, easier and at scale. Access a curated portfolio of connected hardware and software, a powerful ecosystem of partners, and an extensive marketplace to master your today’s and future challenges. Our clear technical and commercial governance is the foundation to facilitate co-creation and collaboration, ensuring the highest standards and value on a future-proof platform.
Enhance user experience. Raise your performance. Care for a sustainable future. www.siemens.be/industrie