Automation Magazine nr 202 (NL)

Page 1

driemaandelijks tijdschrift over industriële automatisering en aandrijftechniek

december 2015 NR 202

DOSSIER veiligheid

‘Machineveiligheid is de taak van de fabrikant’

Driemaandelijks tijdschrift van FIMOP & Belgitrans - 45e jaargang December-januari-februari 2015/2016, Afgiftekantoor Turnhout - P309959

p18 - Automation Day 2 in het teken van sociale media en B2B p31 - Stäubli robot aangestuurd door G-code p34 - Lieve en Kathy Theys (CET Motoren) delen passie voor motors, gears & drives



edito door Jo Verstraeten voorzitter fimop

Veiligheid op de werkvloer, een taak voor iedereen De redactieraad van Automation Magazine heeft lang getwijfeld over de juiste ‘veiligheidsfoto’ voor de voorpagina van dit nieuwe nummer. Waarom? FIMOP-secretaris Marcel De Winter beschikt over een Engelstalige veiligheidspresentatie van Martyn Smart (Pirtek, UK) met de titel ‘Fluid Injection Injuries.’ De slides van de presentatie laten de meest gruwelijke verwondingen zien, allemaal veroorzaakt door olie die onder hoge druk een lichaamsdeel heeft geraakt. Het kleinste hydraulische straaltje kan daarbij dodelijk zijn. Waarom niet één van die foto’s op de cover zetten? Een verhakkelde hand om een schokeffect te bekomen en iedereen in herinnering te brengen dat veiligheid op de werkvloer cruciaal is. Een schokeffect zoals bij de veelbesproken Infrabel-film waarbij een pop op de sporen wordt uiteengereten door een trein. Of zoals de diareeks van spoedarts Luc Beaucourt die in scholen de jeugd confronteerde met harde beelden van jonge slachtoffers van weekendongevallen.

‘Routine en nonchalant gedrag kunnen ieders veiligheid in het gedrang brengen.’

De discussie gaat er dan over of die verschrikkelijke beelden een ‘ontradend effect’ hebben. Helpt dit de preventie? Hoe vestig je de aandacht op machineveiligheid en kan je in de toekomst dergelijke ongevallen vermijden? Zoals u ziet, prijkt er op de cover van Automation Magazine een algemeen preventiebeeld: een alarmdrukknop zoals zoveel machines in onze fabrieken er een hebben.

Het is de hoop van FIMOP dat zo’n drukknop in het nieuwe 2016 door u weinig moet worden gebruikt. En dat iedereen er zich van bewust blijft dat routine en nonchalant gedrag ieders veiligheid in het gedrang kunnen brengen. Want voor veiligheid zijn we allemaal zélf verantwoordelijk, elke dag opnieuw. Je kan dit niet afwentelen op procedures, reglementen, wetten, comités, de machinefabrikant, de werkgever of de overheid. Met het redactionele veiligheidsdossier in deze Automation Magazine willen we uw kennis opfrissen en die waakzaamheid aanscherpen. Het steeds complexer worden van machines maakt dat de normen rond ‘veiligheidsarchitectuur’ niet meer volstaan. In de nieuwe EN ISO 13849 (van kracht sinds 2011) is daarom de ‘deterministische’ aanpak vervangen door een ‘probabilistische’ benadering van de veiligheidsrelevante componenten. Voorts besteden we in dit nummer 202 graag enige aandacht aan het succes van Automation Day. De tweede editie van dit netwerkevenement in het Atomium in de maand oktober, bracht de leden van FIMOP en Belgitrans meer bij elkaar. Ook in het nieuwe 2016 zullen de banden tussen FIMOP en Belgitrans verder worden aangehaald. Beide verenigingen beschouwen de schaalvergroting als een wezenlijk voordeel voor alle stakeholders. Inmiddels heeft de raad van bestuur van FIMOP beslist om mij aan te stellen als nieuwe voorzitter. Wegens omstandigheden kan deze taak niet meer worden uitgevoerd door onze collega Yves Meulenijzer. In naam van het bestuur van FIMOP en de medewerkers van Automation Magazine wens ik u allen een fijne eindejaarsperiode en een gezond en veilig 2016 met vele interessante professionele uitdagingen! automation magazine december 2015

3


colofon

FIMOP Belgische vereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers van materiaal voor industriële hydraulica, pneumatica, automatisatie en aanverwante technieken. Lid van het Europees comité CETOP.

BELGITRANS Belgische beroepsvereniging voor industriële aandrijftechnieken: mechanisch, elektrisch, mechatronisch en hydrodynamisch.

vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel tel. +32 471 20 96 73 info@fimop.be www.fimop.be

vzw BELGITRANS Villalaan 83 – 1190 Brussel tel. +32 2 534 15 15 info@belgitrans.be www.belgitrans.be

RAAD VAN BESTUUR Jo Verstraeten: Voorzitter Marcel De Winter: Secretaris Jeroen Dieusaert: Penningmeester Hugues Maes: Bestuurder Paul Vermeiren: Bestuurder Jean-Pierre Vanderkelen: Bestuurder Yves Meulenijzer: Bestuurder

RAAD VAN BESTUUR Geert Heyvaert (MGH) Dieter Van Schoors (Siemens) Luc Van Hoylandt (Act in Time) Luc Roelandt (GKN Stromag Benelux) Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) Dick Ter Welle (Hansen Industrial Transmissions)

TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Maciej Szygowski (Doedijns Fluidap)

TOEZICHTHOUDERS Marc Goos (Transmo)

LEDEN 2015 Abflex Group – Asco Numatics Benelux – Atlas Copco Compressors – Boge Compressors – Bosch Rexroth – Brevini Fluid Power – Burkert Contromatic – Clippard Europe – CQS Technologies – Compair Geveke – DecleerGaelens & Partners – Doedijns Fluidap – Donaldson Ultrafilter – EFC – Eriks – Euregio Hydraulics – Festo Belgium – Fluidtech – Gates Europe – Hansa-Flex – Hydac – Hydraulic Assistance – Hydraumec International – Hydrauvision – Hydro Tools – Ingersoll Rand Benelux – IPAR Industrial Partners – K-Flex – Manuli Fluiconnecto – Motrac Hydraulics – Norgren – Pall Belgium – Parker Hannifin – Pirtek Benelux – Poclain Hydraulics – Protec – Rem-B – Service Hydro – SDT International – SMC Pneumatics – Stäubli – Testo – Van De Calseyde – VB Parts Hydraulic – Vameco – Vansichen – Vermeire Motion – WTS Hydraulics

LEDEN 2015 ABB (Asea Brown Boveri) – Act in Time – ATB Automation – AVD Belgium – AZ Hollink Belgium – Bauer Gear Motor – Bege Aandrijftechniek – Brammer – Brevini Benelux – CET Motoren – Defawes – Eriks – Esco Drives – Gearcraft – GKN Stromag Benelux – Habasit Belgium – Hansen Industrial Transmissions – KTR Benelux – MGH – Motoren Francoys – Optibelt – Renold PLC – Rotero Belgium – SEW-Eurodrive Belux – Siemens – SKF Belgium – Tas L & Co – Transmo – Van Houcke – Vialec – Voith Turbo – WEG Benelux – Yaskawa Europe

CAUTION SAFETYWARNING THIS MACHINE HAS NO BRAIN USEYOUR OWN

BE CAREFUL! 6

6 22

31 AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsverenigingen FIMOP en Belgitrans. Het verschijnt in maart, juni, september en december. REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be ADVERTEREN Jean-Charles Verwaest, tel. +32 475 44 57 91 publiservice@automation-magazine.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jo Verstraeten vzw FIMOP Louizalaan 500 – 1050 Brussel info@fimop.be www.fimop.be REDACTIECOMITE Ing. René Decleer, Ludo De Groef, Hugues Maes, Jo Verstraeten (Voorzitter), Ing. Roger Stas SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@fimop.be info@automation-magazine.be

4

REALISATIE Magenta Uitgeverij Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 – 2060 Antwerpen info@magenta-uitgeverij.be LAY-OUT Ruth Vanvelthoven OPLAGE 8.000 ex. NL + 3.000 ex. FR De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité. Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie. Alle artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten. Automation Magazine paraît aussi en français. FIMOP 2015

©

34

18


inhoud

6

‘Voor de fabrikant geldt dat als hij kan aantonen dat de machine aan de norm voldoet, deze geacht wordt te voldoen aan de machinerichtlijn. Gebeurt er toch een ongeval, dan zal de machinefabrikant niet vervolgd worden

18

‘In Amerika is 84 procent van de B2B bedrijven aanwezig op één of meerdere social media platformen.’

22

‘Het superjacht kan een hele nacht voor anker liggen zonder dat een generator hoeft te worden opgestart, omdat alle elektrische systemen aan boord op de accu’s kunnen draaien, wat grote voordelen biedt als het gaat om brandstofbesparing.’

P3 EDITO: ‘Veiligheid op de werkvloer, een taak voor iedereen.’ P4 INHOUD P6 DOSSIER VEILIGHEID: Machineveiligheid is de taak van de fabrikant P11 Veiligheid in pneumatica is kijken naar de zwakste schakel P13 Door kracht van hydraulica heeft ongeluk altijd zware gevolgen P14 Gebruik drives met veiligheidsfuncties P18 Automation Day 2 in het teken van sociale media en B2B P21 INE 2016 Leuven: Netwerken rond automatiserings technologie werkt! P22 Emerson laat brandstofverbruik luxejacht dalen P24 Festo opent in Scharnhausen Technology Plant

31

‘We gebruiken een Stäubli robot met op de arm een freesspindle. De 6-assige robot biedt een grote flexibiliteit en geeft ons de stabiliteit en nauwkeurigheid die nodig zijn om zeer precies te kunnen frezen.’

34

‘Je mag niet teveel twijfelen. Neem een voorbeeld aan de aanpak van mannen. Die gaan ervoor.’

automation magazine december 2015

P27 Stel uw technische vraag aan het Automation Forum P28 Nieuwe manieren voor connectiviteit in de PROFI-wereld P31 Stäubli robot aangestuurd door P33 AGORIA: Bij start 2016, voorzichtige tekenen van groei P34 INTERVIEW: Zussen Lieve en Kathy Theys delen passie voor motoren P41 PRODUCTEN P45 TECHTELEX P46 OPINIE: ‘Veiligheid is geen zaak van de wetgever.’

5


CAUTION SAFETYWARNING THIS MACHINE HAS NO BRAIN USEYOUR OWN

BE CAREFUL! 6


Dossier WOORD Alfons Calders | BEELD Automation Magazine

Interview met Koen Chielens, product manager Machinery Directive AIB-Vinçotte

MACHINEVEILIGHEID IS DE TAAK VAN DE FABRIKANT De machinerichtlijn was een van de eerste richtlijnen volgens de nieuwe aanpak: alleen essentiële eisen in de wet, met verwijzing naar de Europese geharmoniseerde normen als technische ondersteuning hiervoor. Ze dateert van 1989 en er is sindsdien weinig veranderd. Van 1989 tot op vandaag zijn echter de normen waar deze wet naar verwijst, wel sterk geëvolueerd. En er staan op wetgevend gebied nu een aantal veranderingen in de steiger. Een gesprek over ‘veiligheid, wet en normen’ met Koen Chielens, product manager Machinerichtlijn bij AIBVinçotte. Ingenieur Koen Chielens is sinds 1984 actief bij Vinçotte en sinds 2009 één van de drie algemene externe consultants voor machineveiligheid bij CEN (European Committee for Standardisation). Zijn collega’s bij CEN zijn een Italiaan en een Engelsman. Hij staat er mee in voor het coherent en sluitend maken van de normen voor machineveiligheid. Activiteitendomeinen: robotveiligheid, kranen en hijswerktuigen, transportbanden, oppervlaktebehandeling, liften, houtbewerkingsmachines, … automation magazine december 2015

Zijn er nog nieuwe evoluties wat betreft de veiligheidswetgeving? Koen Chielens: ‘De eerste machinerichtlijn – in 1989 goedgekeurd – was een ‘omwenteling’ in de Europese wetgeving. Toen werd als nieuw principe ingevoerd dat de wetgeving geen technische richtlijnen meer zou geven, maar enkel de essentiële eisen. In 2006 werd de machinerichtlijn aangepast, maar het betreft enkel wat verbeteringen in details. De wet verwijst echter naar de Europese geharmoniseerde EN-normen. Als een fabrikant zijn machine bouwt conform deze normen, dan wordt aangenomen dat ze voldoet aan de wetgeving 7


( = wettelijk vermoeden van conformiteit voor de in de norm afgedekte aspecten). Voor alle duidelijkheid: de fabrikant moét niet aan de normen voldoen. Indien hij dat niet doet, is echter de bewijsvoering dat zijn machine aan de wet voldoet voor eigen rekening.’ De normen zijn dus een belangrijke hoeksteen? ‘En ze evolueren constant. Een machine conform de normen van vandaag ziet er heel anders uit dan deze uit de jaren ‘90. Neem als voorbeeld de veiligheidssturingen: de in 1996 geldende EN 954 is in 2006 vervangen door de EN ISO 13849. En ook dat is een belangrijke overgang. EN 954 ging enkel over de ‘architectuur’ van veiligheidsgerelateerde sturingen in functie van de in de risicoanalyse bepaalde ‘veiligheidscategorie.’ Er waren vijf categorieën, elk met een eigen opbouw van de veiligheidssturing (enkelkanaals, enkelkanaals met test, dubbelkanaals). Maar het steeds complexer worden van de machines maakte dat de normen rond ‘architectuur’ niet meer volstonden. In de nieuwe EN ISO 13849 (van kracht sinds 2011) werd daarom de ‘deterministische’ aanpak vervangen door een ‘probabilistische’ benadering van de veiligheidsrelevante componenten.’

‘Deze laatste benadert veiligheid vanuit elektrotechnische achtergrond’, weet Koen Chielens. ‘De IEC 62061 werkt met SIL-niveaus, de ISO 13849 met performance levels. Fabrikanten hebben – vanuit de wetgeving bekeken – de keuze, maar iedereen wenst natuurlijk liefst eenduidigheid zodat een fusie van die twee normen zich opdringt. De gesprekken tussen ISO en IEC zijn (al een tijdje) bezig, maar tot hiertoe is er nog geen duidelijkheid over hoe men tot één norm zal komen.’ Voor de gebruiker van machines is de zaak eenvoudiger: de veiligheid van nieuwe machines is in eerste instantie een zaak van de machinefabrikant. Koen Chielens: ‘Het ‘gebruik’ ervan door werknemers valt wel onder de arbeidswetgeving (arbeidsveiligheid), en houdt ook de verplichting in van het gebruik van ‘conforme (= CE gemarkeerde)’ machines, maar dat is een andere zaak. Een machine mag niet op de markt gebracht worden © Festo

EN ISO 13849 brengt de betrouwbaarheid van de gebruikte componenten in rekening. Aan de hand van deze betrouwbaarheidscijfers – normaliter

op te geven door de fabrikanten – wordt dan de totale betrouwbaarheid van de elektrische veiligheidssturingsketen berekend. Voor deze berekening kan de fabrikant opteren voor de EN-ISO 13849-norm (functionele machineveiligheid) of de EN-IEC 62061 (functionele veiligheid van elektrische, elektronische en programmeerbare systemen met een veiligheidsfunctie).

‘De veiligheidsnormen evolueren constant.’

8


zonder dat de machinefabrikant een dossier heeft gemaakt met het bewijs dat de machine voldoet aan de richtlijn. Het ‘verslag voor indienststelling’, opgemaakt door een preventieadviseur omvat dus vooral de aspecten die niet vallen onder de machinerichtlijn. Voor de fabrikant geldt dat als hij kan aantonen dat de machine aan de norm voldoet, deze geacht wordt te voldoen aan de machinerichtlijn. Gebeurt er toch een ongeval, dan zal de machinefabrikant niet vervolgd worden. Het geeft hem rechtszekerheid.’ Voor de veiligheidssturingen is het dus zaak om van alle componenten de betrouwbaarheidsgegevens te verzamelen en een berekening te doen voor de ganse keten. Niet eenvoudig? ‘Er gaat eigenlijk te veel aandacht naar de vermeende moeilijkheidsgraad van deze berekening, waarbij andere aspecten zoals de logische opbouw van de stuurkring, soms over het hoofd worden gezien’, zegt Koen Chielens. ‘Daarnaast is er de problematiek van componenten waarvan men de betrouwbaarheidsgegevens niet kent. Bijvoorbeeld: van pneumatische componenten zijn er op heden weinig gegevens beschikbaar. De ontwerper moet dan zelf deze gegevens proberen vast te leggen. De norm geeft hiervoor wel wat aanwijzingen, maar heel precies zal het resultaat toch nooit zijn. Een recente review van EN ISO 13849 laat daarom toe om bij ontbreken van deze cijfers, terug te grijpen naar de categorieën van de oude EN 954. Hierbij wordt dan wel een ‘worst case’ aanpak toegepast.’

Maar wat als – bijvoorbeeld door een ongeval – blijkt dat de fabrikant zijn huiswerk niet goed heeft gedaan? ‘Dat is een probleem van het ‘toezicht op de markt.’ Volgens de richtlijn is de fabrikant verantwoordelijk voor de machineveiligheid. Hij tekent een ‘verklaring van overeenstemming.’ Dus neem een malafide fabrikant die hier machines importeert (of via een invoerder heeft verkocht, het maakt juridisch niet uit): als blijkt dat de machines niet conform zijn en er een automation magazine december 2015

CE markering werd aangebracht kan deze fabrikant aansprakelijk worden gesteld. In dergelijke gevallen is het markttoezicht een onbegonnen zaak, vermits de invoerder op dit ogenblik geen rechtstreekse verantwoordelijkheid draagt en de Chinese fabrikant moeilijk te vatten is. Bij een ongeval zal het slachtoffer waarschijnlijk weinig kans maken op een gerechtvaardigde schadevergoeding.’ ‘Om dergelijke situaties aan te pakken werd de wetgeving aangepast (een nieuw wetgevend kader): vanaf 2016 wordt - voor een aantal EG-richtlijnen (machinerichtlijn voorlopig niet inbegrepen) - de invoerder verplicht na te gaan of de fabrikant de conformiteitsbeoordelingsprocedure naar behoren heeft uitgevoerd. Indien de invoerder vaststelt dat een product niet conform zou zijn, moet hij de overheid hiervan op de hoogte stellen en mag hij het product niet op de markt brengen. Dat wordt zeker richting consumentenbescherming (o.a. binnen de laagspanningsrichtlijn) een belangrijke verandering.’ © doc. Schmersal

Koen Chielens: ‘In een aantal gevallen kiest een fabrikant er bewust voor om af te wijken van de norm. Dan moet hij zorgen voor een stevig dossier dat bewijst dat zijn oplossing ‘even veilig of beter is als wat de norm geeft.’ Technologische leiders bouwen hiermee soms hun voorsprong op. Er is het voorbeeld van een Amerikaanse fabrikant van houtzaagmachines die de in de norm gedefinieerde ‘veiligheidsafscherming van het zaagblad’ vervangt door een zelf ontwikkeld sensorsysteem dat het zaagblad stopt en doet uitwijken als het zaagblad een ‘geleidend’ voorwerp, zoals een vinger, detecteert. Het competitief voordeel is dat de machine gebruiksvriendelijker is. Vooraleer deze machine op de Europese markt kan komen zal de fabrikant moeten kunnen aantonen dat de machine toch conform is met de richtlijn, met name in verband met de betrouwbaarheid van het sensorgebeuren. Want betrouwbaarheid is in dit veiligheidsdossier belangrijk: als de sensor faalt, faalt de beveiliging.’

Koen Chielens, product manager Machinery Directive AIB-Vinçotte

Aan een gesloten installatie kan geen technieker werken.

9


© doc. Schmersal

via de geharmoniseerde normen benadrukken. Tal van fabrikanten zijn zich er te weinig van bewust en schenken te weinig aandacht aan de normen. De cruciale vraag bij elke beveiliging is ‘waar stopt het en welke risico’s zijn aanvaardbare restrisico’s.’ ‘Normen worden gemaakt door een groep deskundigen met inbreng van alle betrokken partijen: de fabrikant (de ervaring met de technologie), de autoriteiten (o.a. voor het aanvaardbaar restrisico), de inspectiediensten (wat kan gecontroleerd worden, ervaring met ‘ontwijkmechanismen) en de gebruikers (wat is werkbaar). Zij discussiëren tot ze komen tot een ‘aanvaardbaar compromis.’ Nieuwe ervaringen leiden dan weer tot herzieningen van de norm.’

Operatoren en onderhoudspersoneel moeten soms bij automatisch werkende machines taken uitvoeren.

Waarom geen resultaatsverbintenis? ‘Totale veiligheid bestaat niet. Er is de verantwoordelijkheid van de fabrikant, maar er blijft steeds een restrisico. De ‘gebruiker’ houdt ook steeds zijn verantwoordelijkheid. De veiligheidswetgeving en normen kunnen nooit ‘volledig sluitend’ zijn en ongelukken zijn dan ook nooit volledig uit te sluiten. De fabrikant een ‘resultaatsverbintenis’ opleggen kan daarom niet. Vele gebruikers gaan vrij bewust onveilig werken of ingebouwde veiligheden omzeilen.’ ‘Neem het geval van kettingzagen gericht op het snoeien van bomen. Een gewone kettingzaag mag enkel te bedienen zijn met twee handen. Een type gericht op snoeiwerk moet met één hand bedienbaar zijn zodat de snoeier zich aan de takken van de boom kan vasthouden. Dat is in de feiten een ‘gevaarlijk toestel’, ongeschikt voor de doe-het-zelver. Door in de handleiding te zetten ‘voor professioneel gebruik’ is dat probleem juridisch afgedekt. Men kan er van uitgaan dat professionelen risico’s kunnen inschatten en dus via procedures veilig zullen (of kunnen) werken. Wat als dat toestel nu verkocht wordt via een grootwarenhuis? Deze zal er dan waarschijnlijk een aankondigingsbord ‘voor professionelen’ bijhangen. Wedden dat iedere amateur er zo een koopt?’ ‘Een ander markant voorbeeld in de professionele omgeving is de vuilniswagen: bij het achteruit rijden is het achteraan op de treeplank meerijden gevaarlijk. De norm voorziet dat de vuilniswagen niet achteruit kan rijden als een operator op de treeplank achteraan staat. In de praktijk gebeurt het echter nog frequent dat operatoren gevaarlijke toeren uithalen om toch te kunnen meerijden. Het is duidelijk dat de norm voor dit aspect wellicht te wensen overlaat en dat er in de toekomst andere oplossingen moeten worden bedacht’ Zijn normen geen excuus om zich achter te verschuilen? ‘Men kan niet genoeg het belang van de rechtszekerheid 10

‘De veiligheidswetgeving en normen kunnen nooit volledig sluitend zijn.’

‘Soms worden normen gemaakt voor nog niet bestaande producten. Een voorbeeld is deze voor de personal care robots. Enige tijd geleden is deze norm afgerond, hoewel dergelijke robots eigenlijk nog niet op de markt beschikbaar zijn. Omdat er wordt verwacht dat deze robots op relatief korte termijn wel zullen beschikbaar zijn, is het van belang dat een fabrikant reeds een norm ter beschikking heeft. Sommige aspecten zoals bijvoorbeeld ‘de toegelaten impact van een robot op mensen’ zijn misschien nog niet voldoende uitgewerkt bij een gebrek aan wetenschappelijk gegevens.’ ‘Het probleem is hier dat men niet alleen rekening moet houden met doorsnee mensen, maar bijvoorbeeld ook met hoogbejaarden die een lagere impactdrempel aankunnen. Volgende revisies zullen hierin ongetwijfeld verandering in brengen. Zolang dergelijke aspecten niet in de norm beschikbaar zijn, zal een fabrikant zelf moeten bepalen wat aanvaardbaar is.’ ‘Normen trekken het veiligheidsniveau wereldwijd op en ... ze zijn gemakkelijker dan een wet op het niveau van ‘the state of the art’ te houden. Met een wet – waar zoveel lidstaten moeten over akkoord gaan met politici die geen kaas hebben gegeten van technische facetten – kan men dergelijke technologie-evolutie niet inbouwen. Besluit: normen geven rechtszekerheid, zorgen voor een verhoogde aandacht voor veiligheid, maar houden de technologische evoluties nooit tegen.’ www.vincotte.be


Dossier

VEILIGHEID IN PNEUMATICA IS KIJKEN NAAR ZWAKSTE SCHAKEL Pneumatica is nog steeds een belangrijke aandrijfoplossing in machines. Maar perslucht wordt ook voor dingen gebruikt die niet steeds zo controleerbaar zijn. Denk aan het afspuiten van oppervlakken. Ongevallen gebeuren meestal niet door onverwachte mankementen aan machines, maar eerder door onoplettendheid bij gebruik of bij herstellingen. De constructeurs van componenten en de bouwers van pneumatische systemen hebben als ‘bijbel’ wat betreft de pure pneumatische componenten de EN 4414:2010norm. Daarnaast natuurlijk de machineveiligheidsrichtlijn, normen zoals EN13850 (noodstop), EN13851 (twee handsbediening) en ISO4414 en ISO EN 13849 (veiligheidsgerelateerde delen in een besturingssysteem ). Pneumatica is al lang geen ‘eilandtechnologie’ meer, maar een hybride technologie: een samenspel van elektronica en pneumatica.

voorzien zijn dat lineaire of roterende actuatoren bij falen van de stuurvalven naar een veilige situatie gaat, dat ventielen in pneumatische circuits in een veilige bedieningsstand kunnen worden geplaatst en vastgezet kunnen worden. Bij cilinders wordt veiligheid meestal bekomen door het plaatsen van gestuurde terugslagkleppen (de reden is de hieronder beschreven 5/3 problematiek). Elk pneumatisch systeem moet een overdrukbegrenzer hebben (bijvoorbeeld vergrendelbare drukregelaars) en een veilig ontluchtingssysteem (zie de opmerking hieronder rond ontluchtingskleppen), waarbij bij onderhoud de luchtdruk niet per ongeluk kan opgezet worden. Bij grotere risico’s moet men zorgen voor redundante systemen. En best is om een systeem op te bouwen waarbij (minstens belangrijke)

persluchtleidingen een visuele indicator hebben of ze al of niet onder druk staan (bijvoorbeeld via een mechanische manometer, zodat zelfs als de elektriciteit uit staat de meter de druk aangeeft). Meer aandacht voor het snel drukloos zetten van de machine

Allemaal gekende theorie? De praktijk is dikwijls complexer en de problemen liggen dikwijls in onaandachtzaamheid van details, zoals het evacueren van de persluchtdruk. Dat weet ook veiligheidsexpert Patrick Gijbels (SMC Pneumatics): ‘Een veiligheidskring bestaat schematisch gesteld uit Input, Logic en Output. En de kring is maar zo sterk als de zwakste schakel. Vaak zie ik een state of the art Input (lichtscherm, veiligheidsmat, noodstop, … ) en state of the art Logic (veiligheidsrelais, veiligheidsPLC). Maar de ‘Output’ – de snelle Paul Verbist (Festo)

De normen hebben betrekking op een veilige opbouw van een pneumatisch systeem, het veilige aan- en afzetten van de energievoorziening, de maatregelen die nodig zijn zodat het systeem veilig kan worden gebruikt en hersteld. Gekende voorbeelden uit EN 4414:2010: in machines moet automation magazine december 2015

Patrick Gijbels (SMC Pneumatics) 11


evacuatie van de perslucht bij noodgevallen – wordt dikwijls vergeten. Het ventiel dat de perslucht van de machine moet afblazen is heel vaak gewoon enkelkanaals uitgevoerd zonder enige terugkoppeling naar de besturing.’ ‘Uiteraard moet dit – zeker in gevaarlijke machines – een hoog betrouwbaar tweekanaals ontluchtventiel zijn met terugkoppeling voor veiligheidsfuncties. En denk dan ook aan de geluidsdemper, om gehoorschade te vermijden. De enige remedie om dergelijke fouten te vermijden is vanuit de leveranciers de nodige bewustmaking te doen bij de klant.’ Bekijk ook de heropstart na een noodstop

En er is nog een punt dat dikwijls vergeten wordt, namelijk: wat gebeurt er bij het heropstarten van de installatie of bij het oplossen van een fout na een noodstop? Veiligheidsspecialist Paul Verbist (Festo) legt uit: ‘Veilig stoppen na een noodstop is één zaak, maar na een veiligheidsstop terug opstarten is een ander probleem. En eigenlijk is het meestal een gekoppelde problematiek. Een klassiek voorbeeld: een machine maakt voor de positioneren van een cilinder gebruik van 5/3 ventielen met openof gesloten middenstand. Het is een eenvoudige en goedkope werkwijze. Worden deze ventielen gebruikt met ‘open middenstand’ dan zal na het indrukken van de noodstop de cilinderkamers ontlucht worden. Perfect, want de cilinder wordt niet meer aangedreven en stopt. In deze gestopte toestand bevat ze geen energie en kan dus nooit een bron van gevaar zijn. Maar het probleem ontstaat als de persdruk terugkomt: de kamers van de ventielen zijn leeg. Komt in de ene kamer de perslucht terug, dan is er geen tegendrukopbouw in de andere kamers. Hierdoor is er ook geen controle op de bewegingssnelheid van de cilinder en de machinedelen schieten ongecontroleerd alle kanten uit!’ 12

‘Een ervaren ontwerper weet dat en gaat daarom werken met de 5/3 ventielen met gesloten middenstand. Bij een noodstop stopt de cilinder direct op zijn positie en de ventielkamers blijven onder druk. Ze bevatten wel nog perslucht, maar na de noodstop is een evenwicht tussen de kamers en de cilinders valt stil. Het vorig probleem – heropstart zonder tegendruk in de andere kamers - is opgelost. Dat lijkt perfect!’ ‘Bekijk dan toch even een ander scenario: de cilinder, voorzien om een zekere verplaatsing te doen, wordt onderweg door een hindernis geblokkeerd. De operator ziet dat en drukt de noodstop om de hindernis op te ruimen. Als voorzichtig en ervaren man wil hij zeker zijn dat tijdens zijn werk de perslucht niet kan opkomen en dus trekt hij ook de persluchtslang van het ventiel af. En hij kruipt in de machine om de hindernis weg te halen. Tussen het ogenblik dat de hindernis de beweging heeft gestopt en het tijdstip dat de noodstop bediend wordt, is echter een van de twee kamers volledig ontlucht. De toestand is dus 6 bar langs ene kant van de zuiger en atmosferische druk aan de andere, zelfs na het verwijderen van de perslucht. Op moment dat de operator de hindernis wegtrekt, schiet de cilinder dan ook als een kanonkogel weg. Zoiets is effectief gebeurd bij de deurmontagewerkpost in een auto-assemblagelijn. De operator en de wagendeur werden er door de muur gekatapulteerd! Er is dus de

risicoanalyse van de machine, er is ook de risicoanalyse van wat er allemaal kan gebeuren na een noodstop.’ Durf uw leverancier vragen naar goedkopere veiligheid

Veiligheidsschakelingen worden meestal als zeer dure circuits beschouwd. Dat wordt sinds de invoering van de recente norm EN 13849 goedkoper, maar vergt wel meer kennis én een zoeken naar de essentie van ‘veiligheid.’

Patrick Gijbels: ‘De recente wetgeving zorgde ervoor dat je ook met standaard componenten (dus geen veiligheidscomponenten) een veiligheidsfunctie mag bouwen. Het impliceert dat er meer rekenwerk aan verbonden is. En ook is er nu een meer doorgedreven kennis nodig over pneumatica in veiligheidskringen. Ik ervaar dat – zeker de eindklanten – niet steeds weten wat allemaal mogelijk is. Het gaat er dan om om bij de klanten aanwezig te zijn en ze bij te staan om samen de beste en toch goedkoopste oplossing te zoeken. Eindklanten / machinebouwers moeten hun leveranciers uitdagen om mee te denken in het ontwerp en samen tot de juiste keuzes van concepten / componenten te komen. Leveranciers van hun kant moeten beseffen dat het niet meer gaat om de verkoop van componenten, maar dat het draait om de verkoop van een oplossing. Dit vergt een doorgedreven training voor de sales engineers.’


Dossier

DOOR KRACHT VAN HYDRAULICA HEEFT ONGELUK ALTIJD ZWARE GEVOLGEN Hydraulica is een gespecialiseerde aandrijftechniek, toegepast wanneer men grote krachten nodig heeft op weinig plaats. Er gebeuren weinig ongelukken met hydraulische installaties, maar doordat in dergelijke toepassingen gewerkt wordt met hoge druk, heeft een ongeluk steeds erge gevolgen. Er kan dus best aandacht aan worden gegeven. In Nederland bestaat een website hiervoor (www.vwmh.nl), die voor dit artikel één van de inspiratiebronnen was. Dat bij het ontwerp van een hydraulische installatie de normale regels van good practice en machineveiligheid gelden, moet niet worden onderstreept. Door de hoge drukken in de hydraulische systemen zijn er risicofactoren. De norm EN-ISO 4413 (die sinds 2010 de EN 982 vervangt) is specifiek en EN 982 methodieken automation magazine december 2015

onontbeerlijk. En natuurlijk een degelijk oliemanagement, want de (juiste en de zuiverheid van de) olie bepaalt de levensduur en ook de betrouwbaarheid van de installatie. Ook op mobiele hydraulica – neem de hydrauliek op een vuilniswagen, een graafmachine, een hoogtewerker, een hijskraan of takel, een vorkheftruck ... maar ook hydraulische gereedschappen – kan men geen ‘amateur’ aan het werk zetten om deze te onderhouden. Het mag geen ‘gewone mecanicien’ zijn, maar iemand met een opleiding hydrauliek. Vooral omdat de evolutie van die systemen richting compactere én meer dynamische systemen gaat. Het wordt moeilijker er aan te werken en het resultaat van gemaakte fouten zal zich door de hoge drukken die in de installatie

voorkomen snel manifesteren. Een wegslingerende leiding is een dodelijk wapen en lekkages geven omgevingsvervuiling en dus nadien veel opruimwerk. De glibberige olie verhoogt ook de kans op ongevallen en olie zorgt voor brandgevaar. Een bestaande installatie veilig en lekvrij te houden is niet onoverkomelijk, als men een aantal principes toepast. Een belangrijk aspect is een goed onderhoud van de leidingen. Hydraulische leidingen moeten preventief in orde gehouden worden. Een gouden raad die men altijd herhaalt: vervang steeds leidingen en aansluitstukken samen. Gebruik de juiste lengte, waardoor het risico van schuren langs omgevende obstakels uitgesloten is. Plaats telkens de slangbescherming of gebruik slangen met slijtagebestendige buitenwand. Deze ‘veiligheidsvoorziening’ is trouwens 13


nooit een verloren investering. Test na montage meteen op lekken, want hoge druk kent geen genade. Kleinste hydraulisch straaltje is gevaarlijk

En wat bij lekken? Bij grote lekken zal wel direct worden ingegrepen. De (soms vergeten) regel is echter: ook als het de koppeling is die lekt, schroef ze niet terug aan. Integendeel: blijf uit de buurt tot de druk van de leiding is. Dat geldt ook (en vooral) voor naaldfijne lekken: deze zijn eigenlijk zeer gevaarlijk voor mens en omgeving. Door de hoge druk krijgt men in de lekzone opwarming, wat kan leiden tot brand. Maar toch is het ook voor dergelijke kleine lekken noodzakelijk dat iedereen – ook de onderhoudstechnieker – uit de

omgeving blijft tot de druk van de lekkende leiding is. En als het toch onvermijdelijk is om in de omgeving van de straal te komen, is het echt noodzakelijk dat men beschermende kledij draagt. En zeker lekken nooit met de handen zoeken, maar met een hulpmiddel: een karton of iets dergelijks. Want het gevaar van fijne stralen is dat ze functioneren als injectienaalden. Een penetratie van olie via de huid is daarbij niet ondenkbeeldig en dat geeft zware gevolgen voor het slachtoffer. Dergelijk incident is een medisch spoedgeval! Al lijkt dat niet zo, want op het ogenblik dat de straal de huid raakt (en olie penetreert) lijkt er niets aan de hand: een miniwondje van geen betekenis. Maar als er geen medisch ingrijpen

is binnen de 6 à 8 uur, dan kan de drukimpact als gevolg hebben dat de onderhuid afsterft en dan is amputatie soms nog de enige optie. Voorts zal de giftige olie die in de bloedbaan komt, zorgen voor heel wat medische problemen. Dus een technieker die bij een olielek ‘een licht prikgevoel’ krijgt doordat de straal hem even heeft geraakt, kan beter dit melden en zich medisch laten onderzoeken. Dat is geen overbodige luxe en zeker geen flauw gedoe. Wijs de eerstehulpafdeling ook op de urgentie. Wat niet steeds eenvoudig is, want ook in de medische wereld is dit probleem ongekend. www.feda.nl www.platform-hydrauliek.nl

Gebruik drives met veiligheidsfuncties Automatisering heeft als doel de productie-efficiëntie te verhogen en veiliger te kunnen produceren. Deze veiligheid werd lang gerealiseerd door alle toegang tot de machine te verbieden. Maar dat was geen realistische oplossing. Denk alleen maar aan het onderhoud dat de toegang... en dikwijls minimaal deels de werking van de machine vergt. En vandaag wordt niet meer getolereerd 14

dat de professionaliteit van de onderhoudstechnieker wordt ingeroepen om deze op te zadelen met een hoger restrisico. Volgens de regels van de conventionele machineveiligheid had men voor het veilig maken van aandrijvingen – zelfs om deze te veilig stil te zetten - altijd veiligheidsrelais, extra sensoren, een veiligheids-PLC e.d. nodig.

Veilig vertraagd werken was een complex gegeven. In 2007 kwam daar verandering in door de IECEN 61800-5-2. Fabrikanten hebben sindsdien ‘drives met geïntegreerde veiligheid’ op de markt gebracht. Voor de gebruiker is het misschien toch noodzakelijk even toe te lichten wat de norm inhoudt, zodat ze ook de voordelen van drives met geïntegreerde veiligheid voor hen kan beteken.


Dossier De norm IEC-EN 61800-5-2

IEC-EN 61800-5-2 laat toe om een aantal veiligheidsfuncties in te bouwen in een drives, waardoor hiervoor geen externe of extra veiligheidsapparatuur moet gebruikt worden. Hiermee wordt de opbouw van veiligheidscircuits een stuk gemakkelijker en overzichtelijker. Door dus in de drive ‘functionele veiligheidsmodules’ in te bouwen wordt de drive inschakelbaar in veiligheid gerelateerde toepassingen. De norm noemt dit: “adjustable speed electrical power drive systems (PDS) that are suitable for use in safety-related applications (PDS(SR))”. Deze kunnen ‘hardwarematig’, maar ook via software geïntegreerd worden. De norm verwijst echter ook expliciet naar IEC 61508 (Functional Safety of Electrical / Electronic / Programmable Electronic Safety-related Systems) en ISO-EN 13849-1 (safety related control in machines). Dat betekent dat de leverancier van de drives waarin dergelijke veiligheidsfuncties aanwezig zijn ook informatie zal moeten (kunnen) verstrekken genre performance level (ISO 13849) of desg. SIL categorie (IEC 61508). Anders kan men de drive niet in een safety related controle system integreren. Het gaat om twee groepen functionele veiligheidsmodules. De eerste zijn de ‘veilige stop functies’ en de tweede zijn de ‘diverse veiligheidsfuncties”. Deze bevatten o.a. de gecontroleerde snelheid. De in IEC-EN 61800-52 voorziene ‘stop’veiligheidsfuncties

Het gaat om vier functies die betrekking hebben op het stoppen van de motor en/of het handhaven de bekomen stilstandpositie. De Safe Torque Off zorgt voor het veilig afhalen van het koppel van de frequentiedrive, waardoor de motor niet meer aangedreven wordt. De spanning blijft wel op de drive. Bij Safe Stop 1 (SS1) en Safety Stop 2 wordt het motorkoppel niet automation magazine december 2015

ineens uitgeschakeld, maar wordt geforceerd, maar gecontroleerd afgeremd. Het in de prak lopen van machines, wat een risico is als men de spanning direct van de motor afhaalt, is hiermee uitgesloten. In SS1 wordt na stilstand de spanning op drive en motoren uitgeschakeld. In SS2 wordt de spanning niet afgeschakeld, maar gewaakt dat de as stil blijft staan. Hiermee is de machine dus nadien snel terug op te starten. Daarbij is na stilstand de motor wel beschermd tegen onverwachte (poging tot) heropstart en is men zeker dat het aangedreven machineonderdeel niet meer zal bewegen. Dan zijn er twee safetyfuncties na stilstand. Dat zijn de Safe Operating Stop, het controleren dat de motoras effectief stilstaat. En de Safe Brake Control, waarbij de drive na stilstand een signaal doorgeeft aan een externe rem om die vast te zetten/ te houden. Dit is een zekerheid voor een machineoperator of onderhoudsman dat tijdens zijn activiteiten aan de machine deze zeker niet zal bewegen.

De in IEC-EN 61800-52 voorziene ‘andere’ veiligheidsfuncties

Deze tweede groep functies in de norm zijn bedoeld om te ‘helpen’ bij bijvoorbeeld het beladen door de operatoren van de machine, bij het afstellen en onderhouden van de machine door onderhoudstechnici, e.d. De meest gekende is de Safely Limited Speed (SLS). Deze begrenst op een veilige, dus gegarandeerde manier dat een maximale snelheid niet wordt overschreden. Dit kan gebruikt worden om bij automatische werking de maximale snelheid van bewegingen te controleren. Meestal wordt ze ingeschakeld om de machine op verlaagde werking in te stellen. Dit is noodzakelijk om op een veilige manier de machinewerking mogelijk te maken terwijl de veiligheidsafsluiting open is. Hierdoor wordt het mogelijk op een veilige manier dingen weg te halen uit een machine (bijvoorbeeld het leeg maken van een shredder). Het is ook bedoeld om de instellingen van de machine uit te voeren en te testen, om functionele problemen ‘visueel’ te constateren bij verminderde snelheid... 15


NORGREN SAFETY VALVES CROSS MONITORES SAFETY VALVES to Easy retrofit on s ne hi ac existing m

YOU CAN SEE OUR THINkING

THE NORGREN SAFETY VALVES ARE XSZ PRESS VALVES MODIFIED FOR WIDER USE IN INDUSTRIAL AUTOMATION APPLICATION. THEY CONTAIN PROVEN TECHNOLOGY USED FOR 30 YEARS

ENGINEERING ADVANTAGE

ecNo additiional el g in or it on tronic m

e Cat.4

E CAT. 4 (CERTIFIED bY DGUV) EXCELLENT b10 VALUES “CROSS-OVER” FUNCTION WITH THE PNEUMATIC PILOT SYSTEM 2 COILS AND 2 VALVE SEATS WITH A SINGLE PNEUMATIC OUTPUT

See more of our thinking and the advantages it delivers Call +32 (0) 2-333 44 11 or email belgium@imi-precision.com www.imi-precision.com

Ontdek de highlights van de nieuwe controller online

SIMATIC S7-1500 plus TIA Portal Dé ultieme plus in automatisering Grootse capaciteit – grootse gebruiksvriendelijkheid: SIMATIC® S7-1500 is de nieuwe controllergeneratie in het TIA Portal (Totally Integrated Automation Portal) en een mijlpaal in de automatisering. Uw prestatie-pluspunten: + Uitstekende systeemperformantie voor ultra-korte reactietijden en maximale regelkwaliteit + Technology Integrated voor perfecte integratie van portfolio van aandrijvingen via Motion Control-functies en PROFIdrive + Security Integrated – uniform geïntegreerd voor maximale bescherming van de investering

Uw efficiëntie-pluspunten: + Innovatief ontwerp en vlotte bediening voor een uiterst eenvoudige bediening en ingebruikname en een veilige werking + Geïntegreerde systeemdiagnose voor volledige transparantie van de installatiestatus, automatisch gegenereerd en uniform weergegeven + TIA Portal voor maximale engineeringsefficiëntie en minimale projectkosten

Intuïtief, efficiënt, beproefd: Totally Integrated Automation Portal (TIA Portal) herdefinieert engineering.

www.siemens.be


Gelijkaardige functies – Safe Speed Monitor - bewaken op een veilige manier (dus met zekerheid) de snelheid. Voorbeelden zijn de Safe Minimum Speed, het op veilige manier monitoren van de minimale machinesnelheid. Dat kan gebruikt worden om alarm te gegeven als een specifieke machine-as – bijv. wegens hinder door een obstakel, een slippende koppeling – te laag in snelheid gaat. Safe Maximum Speed kan een beveiliging zijn van bijvoorbeeld een takel die beladen wordt met zwaardere voorwerpen. De Safe Speed Range is de combinatie van beiden. Hierbij wordt nagegaan of de machine-as binnen een specifieke snelheidsrange blijft. De Safe Direction gaat na of de as in de juiste richting draait. Drives als intelligente beveiliging

In de specificaties van alle drives van alle fabrikanten zien we dat elke drive is uitgerust met een aantal ‘veiligheden’. Deze gaan dan om het ‘beveiligen’ van de machine zelf (EN 50178/DIN VDE 0160), meestal elektrische veiligheden: beveiliging tegen kortsluitingen tussen fases en tussen fase en grond, thermische stromen, faseverlies, uitgangsfaseverlies, motoroverbelasting, overspanning, onderspanning, te hoge snelheden, oververhitting IGBT, oververhitting warmte-opnemer en andere interne fouten).

worden gereduceerd). Dat is allemaal ‘standaard’ voor vermogenelektronica. De extra functies die betrekking hebben op IEC-EN 61800-5-2 zijn pas opgenomen in de duurdere, meer recente frequentiesturingen. Meestal ook als een optie. Maar ze maken het leven van de ontwerper die instaat voor

de veiligheidsaspecten van machines een stuk gemakkelijker. Sommige merken hebben deze ‘opties’ als hardwaremodules, bij de nieuwste generaties ziet men deze ook meer en meer als een software-optie. Gelijktijdig heeft dat aandacht gegeven tot een betere ‘storingsmelding’ via de operatorinterface.

Het is ook logisch dat ze voldoen aan de productrichtlijn die betrekking heeft op de fysische ‘toegangsbeveiliging tot het hoogspanningsgedeelte’. Bijvoorbeeld moet voor vermogens van 90kW tot 630kW in 380/480V de behuizing een beveiligingsgraad hebben van IP23 of IP54 en moet een programmeerterminal voorzien zijn om de drive ‘met gesloten deur’ te kunnen instellen en te controleren. En ook aan de EMCrichtlijn (‘de elektromagnetische compatibiliteit’, de IEC 61800-3-12 die o.a. eist dat de harmonischen

automation magazine december 2015

17


AUTOMATION DAY 2 IN HET TEKEN VAN SOCIALE MEDIA EN B2B Een zestigtal leden nam deel aan de tweede editie van deze activiteit die deze keer plaatsvond op een erg originele locatie: zaal Prigogine in één van de bollen van het Atomium in Brussel. FIMOP-bestuurslid Hugues Maes (SMC Pneumatics) verwelkomde alle aanwezigen en onder begeleiding van een gids werd in twee groepen het Atomium verkend.

Automation Magazine organiseerde op 21 oktober de tweede editie van Automation Day in het Atomium in Brussel. Het netwerkevent stond in het teken van sociale media en hoe het internet helpt uw klantenbasis te vergroten. De eerste editie van Automation Day – met gastspreker prof. Régis Lemmens over sales en co-creation – vond in 2014 plaats in het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen en was een succes. Daarom werd door FIMOP en Belgitrans beslist om van Automation Day een jaarlijkse ontmoeting te maken.

Na de rondleiding verzamelde iedereen in zaal Prigogine – naar de Belgische chemicus Ilya Prigogine (1917-2003) winnaar van de Nobelprijs Scheikunde in 1977 – voor een kennismaking met social media en hoe bedrijven met de juiste digitale aanpak klanten kunnen winnen.

De deelnemers aan Automation Day 2 leerden het Atomium achter de schermen kennen.

Digitale inbound marketing Het thema ‘Like It: Het gebruik van sociale media in B2B’ werd besproken door Christophe Leenknecht, business development manager bij het Antwerpse digital agency Mia. Hij legde het belang uit van een goede digitale inbound marketing strategie. Christophe Leenknecht was alvast heel duidelijk: social media doet niet méér verkopen, maar is wel goed voor de merkherkenning van bedrijven, voor hun geloofwaardigheid, voor een betere SEO (Search Engine Optimization, zoekmachine-optimalisatie), wat eventueel wél extra verkoop kan opleveren en de aanwezigheid op social media platforms versterkt de band en betrokkenheid met de koper/klant. Bedrijven moeten alvast een voorbeeld nemen aan bekende namen zoals Uber, Airbnb, Amazon, Tesla, Booking.com en Spotify omdat ze allemaal ‘user centric’ opereren. De gebruiker (klant) staat centraal. Deze bedrijven zijn allemaal ‘disruptief’ in hun sector en ‘verstoren’ de traditionele markt. Ze maken geen onderscheid tussen B2B (business to business) en B2C (business to consumer), maar beseffen dat je een relatie aangaat die H2H is: Human to Human.

© SABAM DJ Sharko

‘Wat is uw verhaal?’, vroeg Christophe Leenknecht aan de aanwezige bedrijven. Wat doen je producten/ diensten? Wat maakt je bijzonder? Wat is uw drijfveer/ bestaansreden? Op elk van deze drie belangrijke vragen moet een bedrijf een duidelijk antwoord hebben. Dan pas kan je via ‘inbound marketing’ en het internet op zoek naar klanten.

18

Van push naar pull-model Inbound marketing verschilt van de vroegere aanpak (outbound) waarbij bedrijven zieltjes ronselden via cold calling, (spam) e-mail, de klassieke advertenties en reclamefilmpjes en radiospotjes. Vroeger overspoelde


FIMOP/BELGITRANS

men de potentiële klant met reclameboodschappen (push). Nu kan je beter het pull-model kiezen, waarbij je de klant - die een oplossing zoekt voor een probleem zoals met een magneet naar uw bedrijf trekt. Die magneet kan Google zijn. Liefst 93 procent van de B2B aankoop managers gebruiken online zoekmachines. ‘Dat zijn cijfers uit de Amerikaanse markt, maar dit zal in de toekomst ook zo zijn in Europa’, aldus Christophe Leenknecht. In Amerika is 84 procent van de B2B bedrijven aanwezig op één of meerdere social media platformen. Volgens Christophe Leenknecht bestaat een goede inbound marketing aanpak uit vijf stappen: 1. ken uw doelgroep, ‘de buyer persona’ 2. trek bezoekers aan met relevante content, 3. genereer leads met call-toactions (geef bijvoorbeeld iets gratis weg in ruil voor een e-mailadres), 4. converteer deze leads met gerichte campagnes (bijvoorbeeld via merk-ambassadeurs, die als vertrouwenspersoon een grote impact hebben op de klant/consument) en tot slot 5. meten is weten, het internet vertelt u veel over het profiel van uw klanten en zo kan je bijsturen. Belangrijk is voorts dat internetgebruikers meer en meer hun smartphone en tablet gebruiken en dat de site van je bedrijf dan ook volledig mobile friendly moet

zijn. De Nederlandstalige uiteenzetting van Christophe Leenknecht kan u op de website www.automation-vinden.be vinden en downloaden onder de rubriek White-Papers. www.automation-magazine.be

Bezoek aan Caterpillar Grimbergen

Automation Day 2 was tijdens het najaar niet het enige geslaagde netwerkevenement, want Belgitrans organiseerde op 18 november een ledendag met op het programma een bezoek aan het Caterpillar Distribution Centre in Grimbergen. Caterpillar heeft daar één van de grootste distributiecentra in Europa. Met zo’n 180.000 vierkante meter aan magazijnen en met 750 medewerkers worden in Grimbergen jaarlijks zeven miljoen orders verwerkt. De leden van Belgitrans vernamen dat er dagelijks 20.000 onderdelen en ‘spare parts’ bij Caterpillar de deur uitgaan, van de kleinste bout tot de grootste motor. De Belgitrans halfjaarlijkse bijeenkomst vervolgde met een algemene ledenvergadering in restaurant ‘Fenikshof’ in Grimbergen en werd afgesloten met een diner. www.belgitrans.be

© Patrick Van Hoof

De talrijke opkomst maakte van Automation Day 2 een succes.

automation magazine december 2015

19


krachtige beweging planetaire aandrijving, hydrauliek en lieren

scan de interactieve content

Brevini Group Benelux brengt u verder Wij bieden een compleet product- en kennisportfolio op het gebied van aandrijving en hydraulica. Door voortdurende innovatie garanderen wij duurzame en betrouwbare producten die voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen. Zo zorgt Brevini Group Benelux dat u krachtig in beweging blijft. benelux@brevini.com / +31 172 47 64 64 / www.brevini.nl

DE TECHNOLOGIE VAN MORGEN, HIER EN NU! Atlas Copco Belgium

De nieuwe schroeftechnologie van onze ZS-blowers is gemiddeld zo’n 30% energiezuiniger dan de bestaande lobbentechnologie. Door het energieverbruik van uw blowersysteem te verminderen, zal u niet alleen heel wat milieuvriendelijker werken, maar het biedt u tegelijk een oplossing voor de vraag naar duurzame productiviteit en lagere CO2-uitstoot. Wil u weten hoe u met Atlas Copco ZS-blowers uw energiekosten kan verlagen? Kijk op www.efficiencyblowers.com www.atlascopco.be


beurs

INE 2016 LEUVEN: NETWERKEN ROND AUTOMATISERINGSTECHNOLOGIE WERKT! FIMOP, Belgitrans en Agoria leren hun technologiebedrijven in stijl netwerken op INE 2016, want de tweede editie van Indumation Network Event (INE) – opnieuw in de Brabanthal in Leuven – is in aantocht. Op donderdag 18 februari 2016 is het zover. Maar liefst 85 leveranciers van technologie, oplossingen en componenten voor industriële automatisering en innovatie uit de Benelux zijn er de inviting partners. De scope van INE 2016 gaat van motion control & robotics tot de allernieuwste technologie voor sensor, vision, controllers, industriële software en IT, tot en met hoogtechnologische toepassingen voor het automatiseren van productie, processen, logistiek, maintenance, warehousing en supply chain management. Uiteraard komen ook alle thema’s van Industry 4.0 en Factories of the Future aan bod. Een maximum van duizend bezoekers INE 2016 is duidelijk geen beurs, maar een eendaags treffen, waar beslissingsnemers ongedwongen en in een stijlvol kader oriënterende gesprekken kunnen voeren met partners die hen kunnen verder helpen, informeren of doorverwijzen. Waar op beurzen bedrijfsteams vooral oog hebben voor de technologiedemo’s en bezoekers reeds in de projectfase zitten, worden op INE 2016 eerder verkennende gesprekken gevoerd. De uiteindelijke bedoeling is om in een later stadium op een verantwoorde manier een project op te starten, met alle kennis van zaken. Beslissers zijn algemene directie- en managementsleden uit productie, IT, aankoop, logistiek, engineering, maintenance, gebouwen en infrastructuur. Uniek aan het INE-concept is alvast de format. Maximum duizend bezoekers, rechtstreeks uitgenodigd door de inviting partners, worden als echte vips verwelkomd en verwend, binnen een heel gezellig en stijlvol decor van sfeerboxen, een uitgelezen catering, en ‘welcome lounges.’

automation magazine december 2015

‘Tijdens het Indumation Netwerk Event ontmoeten de bezoekers elkaar in een open sfeer.’

Kruim van technologie- en componentenleveranciers De sfeer op INE 2016 is gemoedelijk en informeel, en elke vraag die je als verantwoordelijke ook maar hebt omtrent motion control, automatiseren, innoveren, upgraden van een systeem, machine, bedrijfsproces of infrastructuur is een opener. Bezoekers worden ontvangen door het management van de partners en de gesprekken zijn informatief en oriënterend, niet noodzakelijk commercieel. Het kruim van de Benelux technologie- en componentenleveranciers is anno 2016 alvast terug op het appèl, samen met de drie ondersteunende federaties FIMOP, Belgitrans en Agoria. Op donderdag 18 februari, van 14 tot 21 uur, wordt een select publiek van deelnemers uitgenodigd onder het motto: ‘A journey into industrial innovation and automation!’ Lezers die als bezoeker willen deelnemen aan dit topnetwerkevent, kunnen een vip-uitnodiging aanvragen bij de inviting partners op de website van het event www.networkevent.be/ine. Wenst u als bedrijf zelf een actieve inviting partner van INE 2016 te worden, dan kan u tevens op dezelfde website de nodige informatie downloaden.

21


EMERSON LAAT BRANDSTOFVERBRUIK LUXEJACHT DALEN Een Italiaanse bouwer van luxejachten gebruikt de modulaire drives Powerdrive MD2 van Emerson als onderdeel van een uniek energiebeheersysteem. De applicatie maakt deel uit van een maatwerksysteem dat een brandstofbesparing van 20 procent oplevert. Hierdoor beschikt het jacht over een groter bereik tussen tankbeurten. De firma WIDER, gevestigd in Castelvecchio di Monte Porzio in Italië, is gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van composiet en aluminium pleziervaartuigen, die zich onderscheiden door hoge prestaties bij een laag brandstofverbruik. De Super Yacht-divisie van het bedrijf, waar aluminium jachten tot 50 meter worden gebouwd, werkt vanuit de nevenvestiging in het nabijgelegen Ancona, met directe toegang tot de zee.

Veiligheid op z’n scherpst !

60 jaar innovatie met Stäubli Omdat de veiligheid van uw personeel prioritair is en omdat uw pneumatische apparatuur steeds beter moet presteren, innoveert Stäubli continu het volledige persluchtgamma. Ontkoppeling met anti-zweepslag, perfecte afdichting, optimaal debiet, ergonomie en duurzaamheid zijn dermate geavanceerd dat ze u een maximale efficiëntie en veiligheid garanderen.

Ontdek al onze persluchtoplossingen op www.compressed-air-couplings.com

Een WIDER-jacht met diesel-elektrische aandrijving is uitgerust met vier MAN-motoren. Elke motor is aangesloten op een dynamo die 350 kW genereert waarmee azimutpropellers worden aangedreven. ‘De opgewekte stroom kan worden opgeslagen in lithium-polymeer accubanken, waardoor het jacht volledig elektrisch aangedreven en geruisloos kan varen’, aldus Tilli Antonelli, oprichter en directeur van WIDER. ‘Van groot belang is dat het aandrijfsysteem wordt aangestuurd door het bedrijfseigen Wider Management System (WMS), wat we samen met Emerson hebben ontwikkeld.’ Vier variabele-snelheidgeneratoren leveren elektriciteit voor het superjacht, waarbij het vermogen van de dieselmotoren door het WMS met modulaire frequentieregelaars Powerdrive MD2 wordt aangestuurd. Dit zorgt ervoor dat de motoren in alle vaaromstandigheden zo efficiënt mogelijk lopen, om zowel het totale brandstofverbruik als het comfort van de opvarenden te optimaliseren. Hele nacht voor anker zonder generator Een gelijkstroomschakelpaneel voor variabele spanning met een werkbereik van 500-750V distribueert de opgewekte stroom. Hierbij wordt de stroomsterkte onmiddellijk aangepast aan de behoeften van het systeem met behulp van een accubank. Het superjacht kan een hele nacht voor anker liggen zonder dat een generator hoeft te worden opgestart, omdat alle elektrische systemen aan boord op de accu´s kunnen draaien, wat grote voordelen biedt als het gaat om brandstofbesparing en het comfort aan boord. ‘Traditionele jachten laten de generatoren met constante snelheid draaien en produceren zo een vast vermogen’,

Stäubli Benelux – Tél. : +32 56 36 40 03 – Email : connectors.be@staubli.com


case study legt Antonelli uit. ‘Dit is vaak te veel of te weinig voor de stroombehoefte op het jacht, waardoor de generatoren regelmatig onderhoud of reparaties vergen. Hetzelfde geldt voor de motoren van een jacht, die draaien afhankelijk van de vraag steeds op andere toeren, verbruiken enorme hoeveelheden brandstof en vragen veel aandacht en onderhoud.’ Het diesel-elektrische systeem aan boord van het 45 meter lange WIDER-superjacht is anders. Door de MAN-motoren aan te sluiten op dynamo´s kunnen ze als variabele-snelheidgeneratoren worden gebruikt en produceren ze slechts het vermogen dat op een bepaald moment nodig is. Hierdoor zijn de motoren zuiniger. Het engineering team van WIDER schat dat (afhankelijk van gebruik) een brandstofbesparing van wel 20 procent haalbaar is vergeleken met eenzelfde boot voorzien van traditionele voorstuwing met twee schroeven. Bij 11 knopen heeft het superjacht een bereik van 4200 zeemijl tussen tankbeurten, een aanzienlijke afstand voor een vaartuig met een brandstofcapaciteit van 45.000 liter. ‘Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de Powerdrive MD2-frequentieregelaars, waarbij de energie van de generatoren of uit de batterijbanken wordt omgezet in de stroom die op dat moment nodig is’, aldus Antonelli. ‘Dit zorgt altijd voor het zuinigste verbruik en de hoogste efficiëntie, rekening houdend met het totale vermogen dat nodig is aan boord.’ De Powerdrive MD2 is een zeer krachtige, compacte en gebruiksvriendelijke modulaire aandrijving. Door de vermogensmodules te combineren met verschillende koelingsmethoden kunnen de aandrijvingen in diverse geoptimaliseerde uitvoeringen worden geleverd: als zes puls-variant of met laagfrequente harmonisch en recuperatief, of met gelijkstroombus. De Powerdrive MD2 biedt motorbesturing met hoog vermogen, waardoor het de ideale keuze is voor elke industriële of commerciële variabele snelheidstoepassing tot 2800 kW. Langer interval tussen onderhoudsbeurten Een bijkomend voordeel van de grotere efficiency die op het WIDER-superjacht wordt behaald door gebruik van variabele snelheidgeneratoren en het energiebeheersysteem, is dat het minder geluid en trillingen teweegbrengt. Dit verhoogt het plezier aan boord, wat de basis is van de filosofie van WIDER als jachtbouwer. Ook wordt de interval tussen onderhoudsbeurten langer.

omdat het motorgebruik efficiënter wordt aangestuurd dan op een gewoon jacht.’ Een andere belangrijk voordeel van het ontwerp is dat de Powerdrive MD2-drives de stroom omzetten van wisselstroom bij de generatoren tot gelijkstroom in de accubanken en weer terug naar wisselstroom om de azimutpropellers of boordapparatuur van stroom te voorzien. Dit garandeert niet alleen de grootst mogelijke efficiency voor het aandrijfsysteem, maar werkt ook als spanningsstabilisator en elimineert spanningspieken die apparatuur kunnen beschadigen. De accubanken zijn aangesloten op een gelijkstroomdistributiebus die werkt bij een nominale spanning van 675V. Hiermee beschikt het jacht niet alleen over veel vermogen, maar het kan ook enorm flexibel worden beheerd. Alles wordt aangestuurd door het energiebeheersysteem, dat opwekking, load-flow en opslag regelt. Het aantal motoren dat draait en hun snelheid wordt voortdurend getoetst aan de veiligheidseisen van het vaartuig, de vermogensbehoefte en de toestand van de accubanken. Een energiebeheerstrategie kan zelfs worden afgestemd op specifieke behoeften van de eigenaar, zoals geluidsbeperking, hoog vermogen, geen uitstoot of nachtmodus. Elk profiel kan met de hand worden geselecteerd. ‘We zijn de eerste jachtbouwer ter wereld die luxejachten van deze grootte aanbieden met diesel-elektrische aandrijving in combinatie met azimutpropellers’, weet Tilli Antonelli. ‘Sterker nog, het 45-meter-model is het eerste superjacht dat door WIDER is gebouwd. De hele serie (dus ook de 38- en 50-meter-modellen) worden door oplossingen van Emerson aangedreven.’ www.emerson.com Superjachten verbruiken gulzig brandstof. Hier verlaat de Tatoosh, het jacht van Paul Allen – de Microsoft-partner van Bill Gates – de haven van Ibiza.

‘Omdat de motor efficiënter draait, is er minder onderhoud nodig, zoals reinigen van de uitlaten en kleppen’, vertelt Tilli Antonelli. ‘Hoewel het jacht over vier motoren beschikt, worden er waarschijnlijk meestal maar één of twee gebruikt in combinatie met de accu´s, wat minder uren/mijlen op de teller en minder onderhoud betekent. Het zou zelfs mogelijk moeten zijn om ook de gewone onderhoudsbeurten, zoals het vervangen van olie of filters, minder vaak uit te voeren, automation magazine december 2015

23


FESTO OPENT IN SCHARNHAUSEN TECHNOLOGY PLANT De gloednieuwe Festo’s Scharnhausen Technology Plant in Duitsland neemt het voortouw in de automatisering van de toekomst. De fabriek waar ventielen, ventieleilanden en electronika worden geproduceerd wordt gekenmerkt door lean manufacturing, energie-efficiënte processen, producten van topkwaliteit, een uitgesproken focus op klanten, en staat voor duurzame en groene productie. De cruciale factor voor dit hele concept was de hoge mate van aanpasbaarheid van de productie, waardor ze klaar is en blijft voor de toekomst. ‘Het centrale thema van industry 4.0 is de volledig genetwerkte fabriek. In de Technology Plant wordt continu gewerkt om dit te bereiken, maar we mogen niet vergeten dat dit een evolutionair proces is’, aldus Dr Eberhard Veit, voorzitter van de raad van bestuur van Festo. ‘De kennis die we

opdoen uit ons onderzoek rond Industry 4.0 zal ook vervat zitten in de toekomstige ontwikkeling van de fabriek.’ Industry 4.0 is realiteit aan het worden Veel van de toekomstbeelden van Industry 4.0 zijn al realiteit aan het worden in de Scharnhausen Technology Plant. Zo staan werknemers bijvoorbeeld elke dag te werken met een robot in directe en compleet veilige interactie. Hij fungeert als hun assistent en ontlast de werknemers van ergonomische eenzijdige en repetitieve taken. Of nog: momenteel wordt gewerkt aan een holistisch energiemonitoringproject. In de toekomst zullen we een volledig zicht hebben op de energieflows en energiegebruik in de fabriek. De interactie tussen de verschillende energiegebruikers en het gebouw worden onder de loep gelegd. Moderne informatietechnologie zal consequent ingezet worden in

 Werknemers krijgen opleiding en training op een hands-on en needs-based manier: de Learning Factory maakt integraal deel uit van de Technology Plant.

De Scharnhausen Technology Plant wordt Festo’s belangrijkste productiesite voor ventielen, ventieleilanden en electronika.

24


reportage

Een flexibele robot werkt in de ventielassemblagelijn in directe en veilige interactie met werknemers.

de productie. Vandaag al is de tablet het voornaamste middel voor de onderhoudsmensen om snel alarmen en fouten op te sporen, of om zonder tijdverlies ter plaatse opdrachten aan de machines door te geven. Focus op leren en kennis Voor Festo echter draait Industry 4.0 niet alleen om het ontwikkelen van nieuwe technologiën, maar ook om werknemers die in de focus van productie van de toekomst gezet worden. Om hen voor te bereiden op nieuwe taken worden continu trainingen en opleidingen gegeven. ‘Onze werknemers zijn zich bewust van deze revolutie, en zijn gemotiveerd, en in staat om de juiste opleidingen te volgen op een continue basis, om zo het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de toekomst – ze zijn klaar voor de productie van morgen. Een learning factory werd geïntegreerd in productie waar werknemers continu bijgeschoold worden om met de nieuwste ontwikkeleingen en technologieën aan de slag te gaan.’ Toen de nieuwe fabriek ontworpen moest worden, kwamen experts van aankoop, R&D, IT, logistiek, productie en HR onmiddellijk samen om interdepartementeel te werken aan het ontwerp. Op deze manier werd het mogelijk om een zeer complexe fabrieksarchitectuur uit te tekenen, en te realiseren, in slechts drie jaar. Volgens plant manager Stefan Schwerdtle, is een dynamische aanpassing aan toekomstige eisen, een wezenlijk deel van het concept. ‘Het proces is lang van afgewerkt bij de opening van de fabriek. We worden in onze wereldmarkt continu geconfronteerd met nieuwe eisen of vereisten van onze afzetmarkt en moeten daar op kunnen inspelen. Wij willen een bedrijf zijn dat mensen tewerkstelt die klaar zijn om bij te leren, en openstaan voor veranderingen op het gebied van productie. Daarom en daarmee kunnen we zelfs complexe veranderingen doorvoeren op een duurzame manier.’ automation magazine december 2015

Productiesite als voorbeeld Behalve de hoge prestaties, en de competitieve productie, is de fabriek ook een voorbeeld: ze wordt door Festo als een referentie-fabriek ingezet, om te laatste nieuwe technologie, de optimale materialenflow en de goed geoliede waardeketen te tonen aan klanten. ‘Onze innovatieve kracht komt voor het voetlicht te staan in de Technology Plant. We hebben de nodige ruimte gemaakt voor productontwikkeling en samenwerkingsverbanden, de time to market aanzienlijk verkort door geoptimaliseerde procedures en een hertekening van onze kernprocessen’, aldus Dr Veit. ‘Hiermee kunnen we aan onze klanten en partners tonen dat we hier in Duitsland produceren aan hoge standaarden, en dit in een aantrekkelijke en moderne werkomgeving.’ De Scharnhausen Technology Plant is Festo’s voornaamste productiesite voor ventielen, ventieleilanden en electronica, en dient tegelijk als referentiefabriek voor klanten. De fabriek omvat 66.000 m2 en stelt 1.200 mensen tewerk. Festo investeerde in totaal 70 miljoen euro in de uitbreiding van de site. Festo is wereldwijd gekend als leverancier van automatiseringscomponenten. De firma werd oorspronkelijk opgericht voor de productie van houtbewerkingsgereedschappen (de allereerste kettingzaag). De oprichters zagen echter al snel het potentieel in van pneumatica en specialiseerden zich in het ontwikkelen van houtbewerkingsmachines gebaseerd op deze technologie. Van hieruit evolueerde de groep verder naar de productie van pneumatische automatiseringstechnologie en zette het bedrijf tal van innovaties in de markt zoals het allereerste ventieleiland. Momenteel realiseert Festo een omzet van 2.45 miljard euro via 250 locaties wereldwijd, met 17.800 werknemers. Bij Festo Belgium werken 56 personen. www.festo.com/technologyplant 25


Specialist in aandrijftechniek • Revisie en onderhoud • Herstellingen • Verkoop • Maatwerk MGH is dé partner die de industrie draaiende houdt dankzij haar merkonafhankelijke totaaloplossingen voor zware elektromechanische aandrijfgroepen

Smartphone Smart Probes Smart work Testo Smart Probes: Compacte en professionele meettoestellen van Testo kwaliteit met bediening via Smartphone Gratis testo Smart Probes App

testo NV • Industrielaan 19 • 1740 Ternat • Tel. 02/582 03 62 • info@testo.be • www.testo.be

Pub testo.indd 1

Hersteldienst 24h/24h Servicecenter Machelen: Rittwegerlaan 2B • B-1830 Machelen Servicecenter Antwerp: Luithagen Haven 2 Unit K • B-2030 Antwerpen Tel 24/24: +32 (0)2 753 00 40 Fax: +32 (0)2 753 00 49 • Mail: info@MGH.be

11/17/2015 9:05:49 AM mgh_adv_94x136_0214.indd 1

17/02/14 15:25

schottenpompen variabel debiet

Grote voorraad beschikbaar

Unieke PCB montage. De veelzijdige Serie 71. Door de speciale PCB technologie heeft de Serie 71 diverse mogelijkheden:

. Unieke PCB montage . Diverse schakelfuncties . Modulair ontwerp en verzonken montage . IP65 frontbescherming

www.eao.be

Meer info? Verdeler voor België en Luxemburg

Hagbenden 39 A - B-4731 EYNATTEN Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be


WEBSITE

STEL UW TECHNISCHE VRAAG AAN HET AUTOMATION FORUM Heb je een technische vraag of wil je kennis delen? Gebruik dan het Forum van Automation-Magazine.be.

Automation-Magazine.be wordt uitgebouwd tot een kennis-, informatie- en contactplatform voor techniek. Na vijf maanden haalt de nieuwe website een maandelijks gemiddelde van zo’n 25.000 bezoekers. Inmiddels is gestart met de uitbouw van het Forum en de zoektocht naar experts.

Deze ‘Automation Community’ wordt gegroepeerd rond een aantal topics. Alle technische vragen en antwoorden worden ingedeeld in zes thema’s: hydraulica, pneumatica, elektrische aandrijving, mechanische aandrijving, luchtbehandeling & compressoren en meeten regeltechniek.

Automation-Magazine.be is een open digitaal platform voor alle betrokkenen uit de industriële sector. De website heeft vier ambitieuze doelen: relevante nieuwsgaring, het voorstellen van bedrijven en producten, kennisdeling via een open Forum over techniek, en het inventariseren van technische informatie.

Geïnteresseerden kunnen zich op het Forum gratis en eenvoudig aanmelden op drie manieren. Via de registreren-knop en het invullen van enkele info-velden, via hun Facebook-profiel of via hun LinkedIn-profiel. Je wachtwoord kan je dan gebruiken om telkens in te loggen om de activiteiten op het Forum te volgen.

Op de website verschijnt dagelijks nieuws uit de industrie en de wereld van de techniek, alsook nieuws van de leden van FIMOP en Belgitrans. Bedrijven uit de industrie kunnen hier gratis hun persberichten en nieuwtjes kwijt. Alleen als het gaat over commerciële productlanceringen wordt er voor de publicatie een kleine vergoeding gevraagd. Voorts kunnen bedrijven zich voorstellen via een profielpagina, dossiers en white-papers insturen. Automation-Magazine.be wil echter méér zijn dan een doorsnee nieuwssite. We willen naar analogie met het begrip Industrie 4.0 en de ‘sharing economy’ waarin we leven, een technisch kennisplatform zijn dat door alle gebruikers wordt gevoed. Dit Forum kan gratis door iedereen gebruikt worden om met elkaar in verbinding te komen rond het thema techniek. In Duitsland bestaat dit al met succes door de website Industry Arena, met meer dan 380.000 aangesloten leden. automation magazine december 2015

De eerste vragen zijn inmiddels gesteld op het Forum. Voor elk thema zoeken we binnen FIMOP en Belgitrans een moderator. De eerste is al gevonden: Jean-Pierre Vanderkelen van Testo. Hij zal de vragen in de categorie meet- en regeltechniek begeleiden. ‘Jongeren stellen technische vragen aan Google en met het Forum willen we techniek promoten en de juiste antwoorden aanreiken’, aldus Jean-Pierre Vanderkelen.

Automation Magazine zoekt technische profielen, ingenieurs, fabrikanten, leveranciers, eindgebruikers en iedereen met een passie voor techniek om vragen en kennis te delen. Interesse? Neem dan contact op met de redactie van Automation Magazine via redactie@automation-magazine.be. www.automation-magazine.be 27


NIEUWE MANIEREN VOOR CONNECTIVITEIT IN DE PROFI-WERELD Automatiseringsspecialisten moeten in een fabriek vaak de kloof die tussen verschillende protocollen en netwerken bestaat overbruggen. Tegelijkertijd moeten ze ervoor zorgen dat apparaten binnen dezelfde netwerkfamilie met elkaar kunnen communiceren. In de PROFINET en PROFIBUS wereld zijn er veel apparaten en subsystemen die niet met elkaar kunnen communiceren. Vaak is het nodig om verschillende fysieke formats als koper en glasvezel op elkaar aan te sluiten, of I/O data tussen twee regelende netwerken te koppelen of ontkoppelen. Met hun onlangs geüpgrade Anybus X-gateways biedt HMS Industrial Networks nu de mogelijkheid om heterogene PROFI-apparaten met elkaar te verbinden. ‘Uit ons laatste marktonderzoek blijkt dat PROFINET en PROFIBUS momenteel wereldwijd twee van de meest dominante netwerken zijn’, vertelt Markus Bladh, productmanager Gateways bij HMS Industrial Networks. ‘Daarom krijgen we veel vragen over de mogelijkheden van connectiviteit met de PROFI-wereld, maar tegelijkertijd ook vragen over connectiviteit binnen deze beide netwerken.’ ‘Hoewel onze Anybus gateways vooral bekend staan om hun interconnectiviteit tussen alle typen netwerken, is het fascinerend om te zien hoeveel aandacht onze Anybus X-gateways krijgen als kostenefficiënte manier om verschillende fysieke formats en standaards binnen de PROFI-wereld met elkaar te verbinden. Dit zorgt er namelijk voor dat system integrators en fabriekseigenaren apparaten en systemen die normaal niet compatibel zijn, toch met elkaar kunnen verbinden.’ Hieronder enkele voorbeelden van oplossingen met Anybus gateways voor aansluitproblemen bij PROFINET en PROFIBUS:

Markus Bladh, productmanager Gateways bij HMS Industrial Networks. 28

1. Aansluiten van een PROFINET IRT machine op een regelende PLC In veel fabrieken moet I/O data tussen twee regelende PROFINET IRT netwerken worden gekoppeld of ontkoppeld - bijvoorbeeld tussen twee afdelingen van een fabriek. De Anybus X-gateway kan hierbij als een PROFINET/PROFINET coupler fungeren, die zorgt voor snelle overdracht van I/O data. De PROFINET interface werkt daarbij als een I/O apparaat op het PROFINET I/O of het IRT netwerk. 2. Koppeling van PROFIBUS netwerken Andere algemene taken van de Anybus X-gateway zijn het koppelen of ontkoppelen van I/O data tussen twee regelende PROFIBUS netwerken. Deze functionaliteit staat bekend onder de naam DP/DP koppeling. De twee PROFIBUS netwerken worden daarbij galvanisch en logisch van elkaar geïsoleerd. 3. Koppeling van PROFINET I/O netwerken Het is ook mogelijk I/O data te koppelen of ontkoppelen tussen twee regelende Profinet I/O netwerken. Een bekende naam voor deze functionaliteit is PN/PN koppeling. 4. Een glasvezelnetwerk aansluiten op een koperen netwerk PROFINET FO is vooral populair in de Duitse auto-industrie. Veel machines en systemen hebben daar geen mogelijkheid om glasvezels aan te sluiten. Anybus X-gateway kan als koppeling fungeren tussen beide netwerkversies, zodat ze met elkaar kunnen communiceren. 5. Migratie van PROFIBUS naar PROFINET Veel fabrieken hebben goed functionerende PROFIBUS netwerken, hetzij als hoofdnetwerk, dan wel als subsystemen binnen de fabriek. Vaak is het echter nodig om installaties of systemen te installeren die op PROFINET draaien. Met een Anybus X-gateway kan eenvoudig van het ene op de andere netwerk overgeschakeld worden. De X-gateway werkt daarbij als vertaler tussen de twee netwerken en kan binnen enkele minuten worden geïnstalleerd - een zeer snelle manier om van veldbus naar industrieel Ethernet te migreren. Eindgebruikers zijn zo in staat om goed werkende bestaande apparatuur opnieuw te gebruiken en aan te sluiten op nieuwe hoogpresterende automatiseringssystemen. ‘We zien momenteel groei bij zowel veldbussen als industriële Ethernet netwerken’, weet Markus Bladh. ‘Trends als het industriële Internet of Things en


case study

Industrie 4.0 vragen erom dat steeds meer industriële machines in een netwerk kunnen worden opgenomen. Dit vraagt navenant om meer connectiviteit binnen de verschillende netwerkwerelden. Met de Anybus X-gateway productlijn biedt HMS een eenvoudige en kosteneffectieve manier om die connectiviteit tussen verschillende apparaten en netwerken binnen de PROFIwereld te realiseren.’ HMS Industrial Networks is de grootste onafhankelijke leverancier van producten voor industriële

‘Industrie 4.0 vereist dat steeds meer industriële machines in een netwerk kunnen worden opgenomen.’

automation magazine december 2015

communicatie, inclusief het beheer op afstand. HMS ontwikkelt en produceert oplossingen voor het aansluiten van automatiseringsapparatuur en -systemen op industriële netwerken onder de merken Netbiter, Anybus en IXXAT. De ontwikkeling en productie vinden plaats op het hoofdkantoor in Halmstad, Zweden, en in Weingarten, Duitsland. Lokale verkoop en ondersteuning worden gedaan door vestigingen in China, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, India, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. HMS heeft meer dan 350 mensen in dienst en haalde in 2013 een omzet van 57 miljoen euro. HMS is beursgenoteerd (NASDAQ OMX) in Stockholm. www.hms.se

29


AC30V Frequentieregelaar Uitbreiding van de gamma AC10 tot 180 kW met functies die normaliter alleen in duurdere drives te vinden zijn Toepassingsgebieden: aFood & Beverage aFarmaceutische industrie aChemische industrie

aElektronica aAutomotive aMetallurgie

aPetrochemische industrie aMateriaal behandelingsapparatuur aenz.

Belangrijkste eigenschappen van de AC30V:

• Flexibele en modulaire opbouw • Eenvoudig te configureren en te gebruiken • Standaard ingebouwde Ethernet aansluiting • Internet pagina met status van de frequentie regelaar beschikbaar via bedrijfsnetwerk • Geïntegreerde energiebewakingssysteem • Vermogensbereik van 0,75 tot 18,5 kW • Leverbaar voor vermogens tot 250 kW • programeerbaar in CODESYS www.parker.com/be parker.belgium@parker.com Parker Hannifin BeLux SPRL

siemens.com/sirius-act

Help! De montage van drukknoppen is veel te complex... Met SIRIUS ACT is het installeren van drukknoppen kinderspel Dankzij het innovatieve klikconcept monteert u de componenten met slechts één hand en zonder gereedschap. Bovendien wordt de montagetijd aanzienlijk verkort door de in de houder geïntegreerde 100 % betrouwbare draai­ beveiliging. Hierdoor volstaan gewone doorboringen zonder inkeping als montageopening.

Klinkt als iets voor u? Dankzij de standaard IP69K­beschermingsgraad is SIRIUS ACT de perfecte oplossing voor tal van toepassingen. Neem een kijkje op www.siemens.com/sirius-act.


case study

STäUBLI ROBOT AANGESTUURD DOOR G-CODE Het Nederlandse bedrijf Akiet ontwikkelde een nieuwe type buis om stalen buizen in de boorindustrie te vervangen door composiet. In deze buizen, High Strength Composite Tubular (HSCT) genaamd, en bijhorende moffen moet daarvoor eerst een profiel worden gefreesd, een toepassing waarvoor integrator VDS uit Proven een speciale productiecel met Stäubli robot heeft ontwikkeld. Er zijn heel wat goede redenen om bij het boren buizen uit composietmaterialen te gebruiken. Denk maar aan de hoge sterkte in verhouding tot het gewicht, de thermische isolatie, geluidshinder en de corrosiebestendigheid. Alleen moeten de buizen tijdens het boren voldoende bestand zijn tegen axiale krachten, ook op de plaatsen waar segmenten aan elkaar gezet worden. Het Nederlandse bedrijf Akiet heeft hiervoor nu een speciaal type buis en bijhorende verbindingstechniek ontwikkeld waarbij de segmenten in een mof aan elkaar gelijmd worden. Een speciaal profiel op het uiteinde van de segmenten en in de mof maken het mogelijk om de krachten die tijdens het boren optreden, op te vangen. Om die profielen te kunnen frezen op de uiteinden van buizen die 12 meter lang zijn, vond het bedrijf een oplossing bij VDS, dat een robotcel ontwikkeld heeft voor het frezen. ‘We gebruiken een Stäubli robot met op de arm een freesspindle. De 6-assige robot biedt een grote flexibiliteit en geeft ons de stabiliteit en nauwkeurigheid die nodig zijn om zeer precies te kunnen frezen’, vertelt Lander Debruyne, zaakvoerder bij VDS. Het bedrijf heeft testen gedaan op zijn eigen democel en mag nu tegen het eind van het jaar een productiemachine bouwen voor Akiet. Frezen met een 6-assige robot geeft nog een extra dimensie ten opzichte van 5-assige freesmachines omdat de freesspindle rond zijn eigen as kan draaien. Het programmeren van de robot gebeurt offline, met de software Sprutcam die speciaal voor dit soort toepassingen ontwikkeld werd en exclusief door VDS verdeeld wordt. De software genereert G-codes, zoals gebruikelijk in freestoepassingen. ‘Die G-codes worden vertaald door een motion controller (CNC) voor de kinematische controle van de robotarm op assenniveau. Stäubli uniVAL Drive voert het complexe gedeelte van de robotcontrole uit (dynamische compensatie en servotuning) en garandeert hoge prestaties en armgedrag zoals verwacht wordt van een snelle en accurate robotarm’, zegt Benjamin Parent, sales engineer bij Stäubli Robotics. uniVAL drive is gebaseerd op dezelfde hardware en sturingssoftware als Stäubli’s controller gamma, automation magazine december 2015

ontwikkeld doorheen jaren ervaring. uniVAL drive is compatibel met alle Stäubli robots (4 en 6-assig, fast picker, heavy payload, etc.) en kan verbonden worden met een uitgebreide reeks real time, Ethernet based veldbussen. Het frezen met een robot is met name interessant voor toepassingen met grote werkstukken, zoals de 12 meter lange buizen in deze applicatie, maar biedt ook bijkomende mogelijkheden dankzij de grote bewegingsvrijheid van de robot. Lander Debruyne: ‘In Sprutcam wordt een volledige simulatie gedaan van alle bewegingen die de robot moet maken, waarbij rekening gehouden wordt met objecten in de omgeving en de bereikbaarheid, zodat de G-codes die gegenereerd worden, direct gebruikt kunnen worden op de machine. We hebben in deze toepassing voor Stäubli gekozen omdat de robots gekend zijn voor hun hoge nauwkeurigheid. Om bij het frezen de gewenste toleranties te kunnen halen, moet de robot zeer precies het programma van de CAM-software kunnen uitvoeren. De TX200 is met een nominale kracht van 150 kg ook voldoende stabiel om de krachten die optreden bij het frezen op te vangen.’ Een bijkomend voordeel in deze toepassing is dat de robotcel aan twee stations kan werken zodat men zowel een buis als een mof tegelijk kan inklemmen. De moffen worden eerst ook door de robot op lengte gesneden met behulp van een zaagfrees zodat nog een bijkomende productiestap uitgespaard kan worden. De buizen en moffen worden uiteindelijk op de werf zelf – tijdens het boren – aan elkaar gelijmd, waarbij de vooraf gefreesde profielen een perfecte verbinding garanderen. www.staubli.com/robotics en robot.be@staubli.com www.unival-drive.com www.cncsolutions.be 31


SYSTEM INTEGRATION LIFE SCIENCES

Hydraulics System integration Power units Repairs/Overhaul Maintenance contracts Oil management Accumulators Pneumatics

MOBILE OFF ROAD

OIL & GAS

CHEMICALS & PETROCHEMICALS FILTRATION

TRANSPORTATION

Boterhamvaartweg 2 2030 Antwerpen service.hydro@hydro.be T. +32 3 546 40 80 www.hydro.be

Ontdek ons breed gamma producten en systeemoplossingen: 9 technologiëen vanuit één leverancier!

www.parker.com/be

The added value to Hydraulics/Pneumatics INDUSTRIAL

MARITIME RENEWABLE ENERGY

PARKERSTORE DISTRIBUTION


agoria

BIJ START 2016: VOORZICHTIGE TEKENEN VAN GROEI FIMOP en Belgitrans vinden in Agoria een nieuwe kennispartner waar ze graag mee samenwerken om de lezers van Automation Magazine op de hoogte te houden van de recentste ontwikkelingen in de industrie. Voortaan houdt Agoria in elk nummer van Automation Magazine de vinger aan de pols wat betreft de conjunctuur van onze Belgische industrie. Na enkele moeilijke jaren knopen de Belgische technologiebedrijven weer aan met groei en jobcreatie. Voor 2015 verwacht technologiefederatie Agoria een groei van anderhalf procent. Volgend jaar kan de groei versnellen tot drie procent. 2014 werd nog met een lichte omzetgroei afgesloten, maar het vierde kwartaal van 2014 eindigde op een valse noot: het effect van de stakingen tegen de nieuwe regering, de sluiting van Ford Genk en een verslechtering van de wereldconjunctuur deden de economische cijfers

plots in het rood gaan. In 2015 werd gelukkig toch aangeknoopt met groei, beter dan verwacht. Production Technology & Mechatronics Maar de sector Production Technology & Mechatronics kende toch een ontgoochelend eerste kwartaal. De branche herstelde zich enigszins in het tweede kwartaal. De leveringen stegen in vergelijking met het vorige kwartaal, maar liggen nog altijd 2 procent lager dan in dezelfde periode van 2014. Toch boeken verschillende deeltakken een stijging in vergelijking met een jaar geleden. Dat is met name het geval voor industrie-ovens, industriĂŤle automatisering, uitrusting voor de levensmiddelenindustrie, pompen en toebehoren en tandwielen en transmissies. De terugval is dus te wijten aan de andere sectoren waaronder landbouwmachines, textielmaterieel en gereedschapsmachines.

Verloop van de omzet van Production Technology & Mechatronics

In de grafiek duidt de blauwe lijn de evolutie aan van de activiteit. Hiervoor wordt het jaar 2008 als basis (100) genomen. De rode balken geven de evolutie van de omzet aan van een bepaald kwartaal in vergelijking met het overeenkomstig kwartaal een jaar eerder. Zoals onderstaande conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van BelgiĂŤ (NBB) aangeeft, is de onbeslistheid van de ondernemingen van de sector met betrekking tot de conjunctuur de jongste maanden blijven voortduren. Op korte termijn moet dan ook geen uitgesproken stijging of daling van de activiteit worden verwacht. NBB-barometer van de mechatronica

automation magazine december 2015

33


Kathy en Lieve Theys, CET Motoren

34


INTERVIEW WOORD Jean-Charles Verwaest | BEELD Automation Magazine

CET Motoren blijft ook na verkoop aan ERIKS werken als een familiebedrijf

ZUSSEN LIEVE EN KATHY THEYS DELEN PASSIE VOOR MOTOREN Exact twintig jaar geleden kregen de zussen Lieve en Kathy Theys de leiding in handen van CET Motoren. Ze bouwden het familiebedrijf sterk uit en verhuisden naar het industrieterrein van MoorseleGullegem. Volgens de zussen liggen twee belangrijke factoren aan de basis van hun succes: ‘Passie voor je beroep en geloven in uzelf.’ Vader Frans Theys en zijn echtgenote kregen op vier jaar tijd vier dochters. Twee ervan studeerden economie, twee hadden ingenieursbloed in zich. Lieve en Kathy Theys van CET Motoren hebben inmiddels in de sector hun sporen verdiend. Ergens tussen 1890 en 1900 startten de zes zonen van Armand en Leonie Theys een bedrijf met als activiteit het plaatsen van elektrische leidingen en de installatie van donderschermen in kerken en gemeentehuizen. automation magazine december 2015

Zoon Georges Theys, de grootvader van Lieve en Kathy Theys, zette dat werk verder als ‘bobineur.’ CET Motoren – CET staat voor Construction Electrique Theys – groeide en vader Frans werd een succesvolle importeur en distributeur van aandrijfsystemen (motors, gears & drives). CET verkoopt en herstelt elektrische motoren, reductiekasten, frequentiesturingen, softstarters en pompen. Het familiebedrijf is actief op de OEM-markt, evenals bij MRO-klanten, installateurs en bobineurs in België, Luxemburg en Noord-Frankrijk. 35


Kathy Theys

De succesvolle samenwerking met het Braziliaanse WEG maakte CET Motoren groot. ‘WEG wilde in 1984 in Europa een voet aan de grond krijgen en zo is CET Motoren hun eerste Europese distributeur geworden. Voor beide partijen was dit een win-winsituatie’, vertelt Lieve Theys. Naast het WEG-assortiment (motoren en sturingen) heeft CET Motoren ook de merken Tramec, Bonfilglioli, Fenner, KEB, Siti en Teco (sturingen) in huis. In de catalogus staan standaard elektrische motoren (0,12kW tot 355kW), tweesnelheidsmotoren, trommelmotoren, remmotoren, zaagmotoren, explosievrije motoren en hoogrendementsmotoren. Ze worden zowel aan eindgebruikers geleverd als aan machineconstructeurs of installateurs. ‘Als het écht moet draaien’, is dan ook de slagzin van CET Motoren. CET Motoren is eveneens gespecialiseerd in on site service , trillingsmeting en -analyse en laser-optische uitlijning. Lieve en Kathy Theys maakten al jong met de stiel kennis via vakantiejobs. ‘Spoelen wikkelen is arbeidsintensief en er waren altijd handen tekort, dus tijdens de vakantie werden wij door onze ouders ingeschakeld om mee te helpen in het atelier’, herinnert Lieve zich. ‘Vervolgens kregen we lichte montageopdrachten en zo snel we ons rijbewijs hadden, moesten we mee de baan op voor leveringen bij klanten’, vult jongere zus Kathy aan.

Lieve Theys

Inmiddels drukken Lieve en Kathy op hun beurt een stempel op de bedrijfhistoriek: ze innoveerden door de promotie van energiebesparende hoogrendementsmotoren en introduceerden een afdeling service-engineering. De zussen schelen één jaar in leeftijd en deelden vroeger thuis dezelfde kamer. Ze kennen elkaar dan ook heel goed en zo is een sterke tandem ontstaan. In motoren zit veel toekomst De twee zussen hielden van wiskunde en studeerden voor ingenieur. Lieve werd burgerlijk ingenieur Elektrotechniek en koos voor de specialisatie Sterkstroom, haar zus werd industrieel ingenieur en opteerde eveneens voor Sterkstroom. Veel andere meisjes kwamen ze op de studiebanken niet tegen. ‘Ik was het enige meisje in een groepje van twaalf studenten. Sterkstroom is sowieso al een kleine niche, de grootste groep kiest voor Elektromechanica. Sterkstroom sloot echter het meeste aan bij wat we thuis zagen. In motoren zit ook veel toekomst. Iedereen heeft ze nodig’, weet Lieve Theys. Ook zus Kathy was een buitenbeentje tussen al die mannen in haar richting. Omdat haar studie één jaar korter was dan die van haar oudere zus, studeerden ze beiden af op hetzelfde moment. Lieve Theys ging aan de slag bij weefgetouwenfabrikant Picanol, op de R&D afdeling waar ze verantwoordelijk was voor de aandrijving van motoren, frequentiesturing en ontwerp. Kathy Theys trok na haar studies naar Brazilië – ze spreekt nu Portugees – en liep stage bij WEG. Ze bleef er negen maanden en leerde alles over het elektrische en mechanische ontwerp van motoren. De lokroep van het familiebedrijf bleek echter sterk. ‘Onze zussen Mieke en Tine zochten na hun huwelijk andere uitdagingen op. Wij besloten het werk van onze ouders verder te zetten’, klinkt het. Vader Frans gebruikte bij Lieve een doorslaggevend argument: ‘Ik was toen al twee jaar aan de slag bij Picanol en vader zei me dat hij iemand zocht met mijn profiel: Als je nu niet komt, dan zetten we voor die plaats een vacature in de krant en dan is je kans verkeken.’ ‘We begonnen onderaan de ladder, eerst administratie en later de verkoop versterken. Telkens moesten we onze positie hogerop verdienen. Ik werd de rechterhand van vader, die zich bezighield met de werkplaats en het commerciële. Lieve werd de rechterhand van moeder, die de kostprijsberekening, administratie en IT deed. Vader en moeder vulden elkaar goed aan. Moeder zocht altijd naar optimalisaties’, vertelt Kathy. In 1995 besloot vader Frans een stap opzij te zetten en kregen de twee zussen de leiding in handen van CET Motoren. ‘Vader was daar heel vooruitstrevend in. Hij was al lang bezig met de overdracht van het bedrijf en heeft zo vroeg mogelijk alles geregeld. Wat niet wil zeggen dat mijn ouders het bedrijf hebben losgelaten.


Vader is 86 en moeder is 83 jaar, maar ze komen nog wekelijks op woensdag hier bij ons langs.’ De oorspronkelijke taakverdeling tussen de zussen wordt nog altijd gerespecteerd: Kathy is Managing Director, als commercieel verantwoordelijke stuurt ze de commerciële binnendienst én de application engineers aan, Lieve neemt als BU Manager het financiële deel, de processen en logistieke gedeelte voor haar rekening. De zussen vinden het spijtig dat ze in het bedrijfsleven zo weinig vrouwen tegenkomen op leidinggevende posities. In 2004 wonnen Lieve en Kathy Theys de Womed Award 2003, de prijs voor de meest verdienstelijke vrouwelijke ondernemer. ‘De Womed Award is een initiatief van Markant vzw – het netwerk van ondernemende vrouwen – van Unizo, Trends en Vlerick. Die onderscheiding heeft voor enorm veel publiciteit gezorgd. Er gingen veel deuren voor ons open’, zeggen de zussen.

Het leverde hen ook een cursus op bij Vlerick. ‘Echt een opportuniteit voor ons, want we kregen er de kans een strategische oefening te maken rond de toekomst van CET Motoren. Ondernemers focussen veelal op dagdagelijkse activiteiten van hun bedrijf, maar je moet ook tijd maken om na te denken over waar je binnen vijf of tien jaar wil staan met je onderneming. De kleine KMO is daar niet altijd mee bezig.’ Durf u te lanceren! De denkoefening deed de zussen besluiten dat ze voor de groei van CET Motoren een grotere locatie nodig hadden en in 2008 verhuisden ze de familiezaak naar een gloednieuw bedrijfsgebouw met een magazijn van 6.000 vierkante meter op het industrieterein aan de Muizelstraat in Moorsele, pal langs de E403 KortrijkRoeselare. De zussen ontvingen de Womed Award destijds uit de handen van toenmalige prinses Mathilde. De foto van de plechtigheid prijkt prominent op de onthaalbalie van

‘Je moet ook tijd maken om na te denken waar je binnen vijf of tien jaar wil staan met je onderneming.’

automation magazine december 2015

37


het bedrijf. ‘Prinses Mathilde was erg geïnteresseerd in wat we deden. Je voelt dat het een zaak is die ze ter harte neemt, nog altijd.’ Zelf was Lieve Theys vijf jaar lang voorzitster van Artemis, een zakelijk netwerk voor vrouwen in Zuid-West-Vlaanderen. ‘Een passie hebben voor je beroep en geloven in uzelf’ dat is volgens beide zussen de sleutel voor zakelijk succes. ‘Vrouwen zijn te bescheiden. Ook bij ons was er drempelvrees om onze kandidatuur voor de Womed Award in te dienen’, vertellen ze. Kathy: ‘Je mag niet teveel twijfelen. Neem een voorbeeld aan de aanpak van mannen. Die gaan ervoor. Ze denken daar niet te lang over na. Vrouwen zijn minder zelfzeker en risico-avers en kiezen doorgaans voor een

‘Het is voor CET Motoren een opportuniteit om deel uit te maken van Eriks.’

voorzichtiger pad. Durf u lanceren! Het komt allemaal wel goed.’ ‘Een factor waar vrouwen zich ook achter verschuilen is dat ze geen tijd hebben. Naast de job is er het gezin en ze voelen zich snel schuldig als ze er niet zijn voor hun familie’, vindt Lieve. Ze probeert onder meer via ‘Yes, she can’ van Voka West-Vlaanderen en Conny Vandendriessche (House of HR) om jonge, vrouwelijke high potentials te coachen. ‘Ik stel mijn netwerk open, geef mijn mening over hun businessmodel, leer ze ons bedrijf kennen en we wisselen ervaringen uit.’ Voor Lieve mag onze overheid een voorbeeld nemen aan Zweden, waar kinderopvang en huishoudelijke taken nog meer worden ondersteund zodat vrouwen makkelijker in het arbeidscircuit kunnen functioneren en meer kansen krijgen. ‘Wij hebben hulp ingeschakeld. We konden ons die luxe permitteren, maar wie zorgt er voor de kinderen van onze huishoudelijke hulp?’ Dat een vrouw het moeilijker heeft om in een mannenwereld beslissingen door te drukken, hebben de zussen niet echt ervaren. ‘We zijn beiden technisch sterk en je kan ons niets wijsmaken. We kennen onze stiel en dat dwingt respect af. Doorheen de jaren hebben we dat respect verdiend. Wat niet zeggen wil zeggen dat we niet meer luisteren en in discussie gaan, maar onze beslissingen worden wel aanvaard.’ Delocalisatie naar Oost-Europa De troeven van CET Motoren zijn volgens de twee zussen de hoge servicegerichtheid en het feit dat ze meedenken met klanten zodat er oplossingen op maat worden aangeboden. Lieve: ‘Een belangrijk voordeel bij CET Motoren is de combinatie van een grote voorraad en een grote werkplaats waar alles op maat van de klant kan worden gemaakt of aangepast, met dan ook een snelle levering tot gevolg.’ De jaarcijfers 2015 zijn goed. Kathy: ‘In 2014 heeft een grote klant van ons gedelocaliseerd naar OostEuropa. Dat had een impact op onze groeicijfers. Zonder die tegenvaller hadden we anders zeker een groei van minstens 8 procent gehaald. Inmiddels is deze dip helemaal opgevangen. We hebben een team met gemotiveerde verkopers met veel kennis. Zij denken echt mee met de klant, in de eerste plaats als adviseur en niet als verkoper.’ CET Motoren werd in 2013 verkocht aan Eriks. Komt hiermee een einde aan de rijke familiegeschiedenis? ‘Wij blijven hier werken alsof het ons eigen bedrijf is. De Eriks Groep zocht eerder al toenadering en men heeft dan een voorstel gedaan dat we niet konden weigeren’, glimlacht Kathy. ‘Een voordeel voor ons is dat Eriks een enorm breed verkoopskanaal heeft en dat contracting zich meer en meer op Europees niveau zal afspelen. Het is voor CET Motoren een opportuniteit om deel uit te maken van Eriks.’


Lieve: ‘We hebben veel autonomie en blijven werken onder een apart BTW-nummer. Bij Eriks heeft iedere BU eigen specifieke kenmerken en eigenheden en die karaktereigenschappen worden gerespecteerd. Een voordeel voor onze medewerkers is dat ze nu werken in een grotere structuur en ze een grotere verantwoordelijkheid krijgen.’ Kathy: ‘Iedereen wil dit tot een succes brengen. We hebben niet verkocht om louter te incasseren, maar om CET Motoren én Eriks sterker te maken en op Europees vlak te kunnen meespelen met een breed pakket. Voor de CET klanten is er niets gewijzigd, vele vergeten zelfs dat we nu bij Eriks horen. De Eriks klanten ervaren vooral dat de Power Transmissie afdeling veel sterker geworden is door het grote gamma motors, gears & drives, Eriks kan voortaan de complete powertrain aanbieden met sterke merken.’

The path to reliability...

From small low voltage motors and gearboxes through to high voltage generators and alternators, WEG provides an energy efficient solution to your power needs. Our range of variable speed drives, MCC’s, soft starters and control gear compliment our motors providing additional energy savings and improved performance.

‘Onze ambitie is het uitdragen van de knowhow van CET Motoren in de Eriks Groep, en dit voor motors, gears & drives nog sterker verankeren in België en ook in het buitenland’, besluiten de twee zussen.

Whatever the application, WEG can provide a complete package to meet your requirements. Individually our products are amongst the most energy efficient available . Together they give you unbeatable levels of reliability and performance.

HV

www.cetmotoren.be

Lieve Theys - 49 jaar - BU Manager CET Motoren (Eriks) - gehuwd, 3 kinderen - burgerlijk ingenieur Elektrotechniek, specialisatie Sterkstroom - KU, Leuven - winnares Womed Award 2003 - voorzitster Artemis (2009-2014) - bestuurslid Markant vzw Kathy Theys - 48 jaar - Managing Director CET Motoren (Eriks) - gehuwd, 2 kinderen - industrieel ingenieur Elektrotechniek, specialisatie Sterkstroom Groep T, Leuven - winnares Womed Award 2003

To find out more visit www.weg.net

www.smcpneumatics.be

BIO

Efficiency Strength Reliability

De grootste doorlaat nodig? Schuine zitting ventiel voor stoom, lucht en warm water: Serie VXB • Optimale doorlaat door schuine zitting met FKM afdichting • Klepsteelgeleiding met dubbele afdichting voor lange levensduur • Beperkte inbouwruimte nodig • Ook in RVS 316L

Serie VXB

Worldwide leading experts in pneumatics

automation magazine december 2015

39


Maximale veiligheid voor mens en machine

Bent u op zoek naar veiligheid? Wenst u een betrouwbare oplossing? Wij voegen zekerheid toe aan uw processen.

Veiligheidsventielen MS6-SV-C en MS6-SV: Snel en betrouwbaar alle risicozones van een installatie ontluchten. Progressieve drukopbouw, gecontroleerde veiligheid. Volgens DIN EN ISO 13849-1, Keuze uit 3 Performance Levels.

www.festo.be


producten

SIMOTICS S-1FG1 SERVOMOTOREDUCTOR PARKER FREQUENTIEREGELAAR AC30 Parker Hannifin’s AC30 serie is een flexibele en modulaire AC frequentieregelaar voor de controle van pompen en ventilatoren. De belangrijkste kenmerken zijn: • Vermogen: 0.75 tot 18.5 kW, uitgebreid nu tot 250 kW • Zowel geschikt voor AC inductie motors als permanente magneet (PMAC) servomotoren • Eenvoudig in te stellen via het graphische keypad • Standaard ingebouwde Ethernet aansluiting • De Internet status pagina van de drive wordt automatisch ingesteld • Eenvoudig kopiëren van programma’s met behulp van een standaard SD kaart • Communicatie opties: Profibus DP, Profinet IO, Ethernet IP, DeviceNet, CANopen, RS485 Modbus RTU • Isolatie classse IP20 (wordt binnenkort uitgebreid tot IP54) • Optionele geïntegreerde EMC filter klasse C2 of C3 • Real-time clock optie • Safe-Torque-Off (STO) optie www.parker.com

Siemens heeft zijn omvangrijke aandrijfportfolio voor servotoepassingen uitgebreid met de Simotics S-1FG1 servomotoreductor, die optimaal afgestemd is op het Sinamics S120-omvormersysteem. De volledige integratie van dit aandrijfsysteem in Totally Integrated Automation (TIA) maakt de configuratie en ingebruikname eenvoudig. Kant-enklare Motion Connect signaal- en voedingskabels vormen een eenvoudige en betrouwbare methode om de componenten aan te sluiten. De componenten hebben elektronische typeplaatjes en de motoren worden via de Drive-CLiQ-systeeminterface aangesloten. Dit servoaandrijfsysteem van Siemens is geschikt voor talloze toepassingen, zoals druk- en verpakkingsmachines, opslag- en opvraagmachines, transportsystemen en doseerpompen. De Simotics S-1FG1 is leverbaar in de volgende versies: helicoïdale-, parallelle as, schuine en spiraalvormige wormtandwielkasten – en tot 25 overbrengingsverhoudingen, afhankelijk van het tandwieltype en de grootte. De spiraaluitvoering van de tandwielen zorgt ervoor dat de overbrengingen zeer stil werken, waardoor de geluidsproductie wordt beperkt. De kleine diameter van de opsteekpin (rad) die in de motoras is geplaatst, zorgt ervoor dat de eerste overbrengingstrap een hoge transmissieverhouding heeft. Daardoor kan in sommige gevallen een overbrenging met twee trappen worden gebruikt in plaats van een met drie trappen. www.siemens.com/sinamics www.siemens.com/simotics

PRIORITEIT VOOR VEILIGHEID De veiligheidsventielen van de MS-reeks van Festo hebben hun diensten al bewezen op Performance Level e. Alle machines of systemen moeten dit veiligheidsniveau echter niet halen. Vanaf nu is er ook een veiligheidsventiel met Performance Level (PL) c of PL d beschikbaar, aan een interessante prijs. De nieuwste veiligheidsventielen zijn beschikbaar in twee groottes: MS6SV-C en MS9-SV-C en bestaan uit een elektrisch inschakelventiel en een drukopbouwventiel. Ze nemen weinig inbouwruimte in voor een zeer hoog ontluchtingsdebiet en kunnen ingezet worden waar één-kanaals-beveiliging volstaat (PLc). Dankzij het drukopbouwventiel worden onverwachte en plotse bewegingen bij de heropstart vermeden. Conform volgens DIN EN ISO 13849-1 uitgerust met een zelftest zijn de beide groottes MS6 en MS9 ook geschikt voor een laag aantal schakelingen zoals bij noodstop of bij het openen van veiligheidsdeuren. www.festo.be automation magazine december 2015

41


LUCHTCOMPRESSOREN: ECHTE WARMTEPOMPEN

NIEUW SYSTEEM ENERGIEGELEIDING IGUS Terugtreksystemen voor kabelrupsen aan industriële robots maakt de geleiding van de toevoerslangen voor klinknagels en schroeven mogelijk. De motion plastics specialist igus heeft een licht concept voor de automatische terugtrekking van kabelrupsen ontwikkeld, die een verdere vooruitgang in de robotica mogelijk maakt. Veel industriële robots voeren tegenwoordig naast energie-, data- en medialeidingen ook vaak toevoerslangen voor bijvoorbeeld klinknagels of schroeven. Het nieuwe systeem triflex RSE voorkomt lusvorming van de kabelrups, waardoor deze vaste lichamen bedrijfszeker tot aan het einde van de robotarm geleid kunnen worden. De triflex R-serie is door igus speciaal ontworpen voor hoog dynamische industriële robottoepassingen en kan zich als 3-assige kabelrups in alle richtingen in de ruimte bewegen. De universeel te gebruiken triflex-rupsen van hoogwaardige kunststoffen trotseren ook de meest veeleisende industriële omgevingen, zijn eenvoudig te monteren en van buitenaf te vullen. Ze hebben ook een hoge trek- en torsievastheid. Het zelf-leidende terughaalsysteem is op de gesloten of openklapbare triflex-rupsen TRC, TRE en TRCF in de bouwgrootte van 60 tot 125 millimeter diameter geconcipieerd. www.igus.nl

42

Wist u dat een luchtcompressor een hoeveelheid warmte opwekt, gelijk aan het energieverbruik van de compressor? Dit betekent dat voor elk 100 kW die voor de aandrijving wordt verbruikt, de compressor namelijk 100 kW vrijgeeft in de vorm van warmte. Het is belangrijk te weten dat enkel de watergekoelde compressoren de mogelijkheid bieden voor warmwaterproductie door een aanpassing van het interne koelcircuit en een extra warmtewisselaar die het teveel aan calorieën kan afvoeren indien de verbruiker niet alle warmte-energie kan opnemen. Wanneer men er rekening mee houdt dat de energiefactuur meer dan 70 procent van de totale gebruikskost van een luchtcompressor vertegenwoordigt, wordt het ongetwijfeld duidelijk dat warmterecuperatie dit prijskaartje fors kan drukken. Het is dus zeker aangewezen om de eigen persluchtcentrale eens door te lichten en de besparingsmogelijkheden onder de loep te nemen. www.atlascopco.com

MGB-DEURSLOT VAN EUCHNER EtherNet/IP-CIP-Safety is de derde interface die fabrikant Euchner op de markt brengt voor zijn MGB-deurslot. Deze werd ontwikkeld om te voldoen aan de vraag van machinebouwers uit de USA en machinebouwers die aan de USA leveren. Het MGB deurslot kan nu met vrijwel alle besturingsplatforms op busniveau worden verbonden: Via ProfiNet/ProfiSafe en via EtherNet/IP-CIP-Safety. Daarnaast is er nog het conventionele MGBdeurslot met OSSD-uitgangen. Voorts kan het deurslot via dip-switches worden gepersonaliseerd: Enkelvoudige of seriële verbinding, de ontgrendeling wel of niet opgenomen in de veiligheidskring, wel of geen reset nodig na bediening van de vluchtontgrendeling. De vergrendeling in het deurslot accepteert éénkanaals en tweekanaals aansturing. Naar verwachting zullen sommige besturingsfabrikanten toekomstig de vergrendeling/ontgrendeling tweekanaals willen regelen. www.euchner.be


producten

ENERGIEBESPARENDE THERMO CHILLER VAN SMC

PFC100 CONTROLLER VAN WAGO De vraag naar performante automatiseringssystemen in een compacte behuizing is onveranderd groot. Met de PFC200 controller heeft WAGO reeds in 2013 een nieuwe prestatieklasse voor de DIN-rail 35 op de markt gebracht. In november 2015 werd de PFC100 controller op de markt geïntroduceerd. Bij deze controller ligt de focus op de geringe afmetingen: uitgerust met een Cortex A8-processor beschikt de gebruiker met deze nieuwe controller over een rekencapaciteit van 600 MHz. De PFC100 biedt op een breedte van slechts 62 mm ruimte aan twee Ethernet-aansluitingen met DIPschakelaars (750-8101) of met een seriële RS-232-/ RS-485-interface (750-8102). Het geheugen van beide varianten bedraagt 12MB en wordt automatisch opgesplitst in programmacode en gegevens. Via het geïntegreerde micro-SD kaartslot is bijkomende geheugenruimte beschikbaar. Om een nog slankere en aantrekkelijk geprijsde oplossing aan te kunnen bieden, is de PFC100 ook verkrijgbaar als zogenaamde ECO-uitvoering. Met een inbouwbreedte van 50 mm is deze controller nogmaals 12 mm smaller, doordat van de afzonderlijke voedingsklem wordt afgezien. De benodigde voedingsspanning van 24V wordt hierbij direct op de controller aangesloten. De PFC100 is uitgerust met alle moderne veiligheids- en coderingstechnologieën: een geïntegreerde firewall biedt bijvoorbeeld bescherming tegen ongewenste toegang tot het netwerk. Het real time Linux®-besturingssysteem komt tegemoet aan alle wensen die aan de ICT-security worden gesteld. De Linux®-omgeving maakt de implementatie van coderingstechnologieën via TLS 1.2 (Transport Layer Security) mogelijk. Zo kan direct vanuit de controller een IPsec- of een OpenVPN-verbinding tot stand worden gebracht. Via deze verbinding kunnen de gecodeerde gegevens veilig worden overgedragen. Gebruikers worden hierdoor in staat gesteld om de automatiseringstechniek overeenkomstig de laatste internet beveiligingstechnieken aan te scherpen. www.wago.be automation magazine december 2015

SMC brengt de HRSE Thermo Chiller op de markt, een energie-efficiënt en bedieningsvriendelijk model. De HRSE is bedoeld voor toepassingen, zoals lassen en verpakkingstechniek, waarbij de koelvloeistof met een constante temperatuur naar de apparatuur wordt gevoerd. Het nieuwe model maakt volop gebruik van de technologie die SMC ontwikkelde voor Thermo Chillers. Door de drievoudige controle van compressor, ventilator en elektronische regelklep is de HRSE eenvoudig in te stellen, afhankelijk van de warmte afkomstig van de apparatuur van de gebruiker. Zo kan tot 35 procent energie worden bespaard. Het nieuwe model is nog gebruiksvriendelijker, met een digitaal informatiepaneel met tiptoetsen om in twee stappen de temperatuur van de circulerende vloeistof eenvoudig in te stellen. Daarnaast werden twaalf alarmcodes in het toestel geprogrammeerd om een juiste diagnose te kunnen stellen wanneer zich onverhoopt problemen voordoen. Een magnetische pomp voorkomt het risico van vloeistoflekken en beperkt de onderhoudseisen tot een minimum. Hierdoor zijn extra kostenbesparingen mogelijk. De HRSE heeft een temperatuurstabiliteit van circa 2,0 °C en een temperatuurbereik van 10 tot 30 °C bij een omgevingstemperatuur van 40 °C. Het nieuwe model is compact en geluidsarm, voor inbouw in kleine ruimten en gebruik in stille omgevingen. Uiteenlopende toepassingen zijn mogelijk door het ruime aanbod accessoires, zoals een bypass set, een vervangbaar stofbeschermend filter, een deeltjesfilter en een montagebeugel voor het vastzetten van de Thermo Chiller aan de vloer. www.smcpneumatics.be

43


25% efficiënter energieverbruik? Een complete aandrijvings- en automatiseringsoplossing van ABB heeft de grootste aluminiumraffinaderij van Europa geholpen zijn energieverbruik 25% efficiënter te maken en tegelijk de productiviteit een boost gegeven. We werken voortdurend aan nieuwe manieren om energie en geld te besparen voor elke industrie. Wilt u uw energieverbruik ook reduceren? www.abb.com

ABB adv Energy Efficiency 130x185 NL&FR.indd 1

Vast en zeker.

03-09-15 11:10

ASCO Numatics voor de aansturing van toepassingen in top hotels en kritische toepassingen in procesinstallaties. Wiens ventielen vertrouwt u? ASCO Numatics is bekend als producent van een breed programma magneetventielen met zeer hoge betrouwbaarheid. Daarom kunnen ‘s werelds grootste procesinstallaties en top hotels op ons rekenen. Met de breedste keuze aan magneetkop- en stuurventieltechnologieën, een scala aan opties en een uitgebreide reeks certificeringen, is ASCO Numatics in staat het juiste magneetventiel te bieden voor elke toepassing, zowel voor de aansturing van een wasinstallatie als een procesklep. ASCO Numatics serie 327 direct werkende ventielen en serie 551 indirect werkende schuifventielen zijn toonaangevend in de industrie, zowel in termen van kwaliteit als betrouwbaarheid. Voor nadere informatie bel 02 333 02 50, e-mail info@asconumatics.be of bezoek onze “Process” site op www.asconumatics.be Martin King Plant Manager

The Emerson logo is a trademark and a service mark of Emerson Electric Co. The ASCO logo is a registered trademark of ASCO Valve Inc. © 2012 ASCO. All rights reserved.

115527 ins27 ASCO 'range' AUTO.indd 1

27/06/2012 11:17


techtelex

REM-B HYDRAULICS is door Voka − Kamer van Koophandel Kempen gehuldigd omdat het bedrijf uit Beerse dertig kaarsjes uitblaast. REM-B Hydraulics startte destijds als spin-off van een gerenommeerd koper-recyclagebedrijf en evolueerde tot een bedrijf met een grote technologische expertise op de hydraulische markt. Als internationale speler heeft het Kempense bedrijf klanten in meer dan veertig landen. (www.rem-b.com) PHOENIX CONTACT investeert in een nieuw bedrijfsgebouw in Zaventem. De eerste steenlegging gebeurde op 13 oktober in aanwezigheid van de Belgische directie (Steven Criel) en Duitse directie (Andreas Rossa, Vice President & Head of Corporate Sales Network Europe) en burgemeester Francis Vermeiren van Zaventem. Het nieuwe gebouw – dat in de zomer van 2016 in gebruik moet zijn is 2.700 vierkante meter groot en bevat een showroom en opleidingscentrum, waar ook op regelmatige basis seminaries worden georganiseerd. (www.phoenixcontact.com) ATS UIT WEMMEL tekende een contract om in Australië voor een bierbrouwer een nieuwe bottellijn op te zetten. Het project moet de communicatie-interface verbeteren tussen de automatiseringslaag en de MES laag. De oplossing zal toegang geven tot informatie over de oorzaak van downtime van de apparatuur en de reden van het stoppen van de machines. Snelle en accurate toegang tot deze informatie zal helpen downtime zelf te reduceren, maar ook het veroorzaakte domino effect ervan. ATS is een Independent Solution Provider, met bijna 30 jaar ervaring in optimalisaties van productie- en bedrijfsprocessen en Manufacturing IT Solution Design, implementaties en 24/7 support contracten. (www.ats-global.com) POSITAL FRABA lanceert Programmeerbare Incrementele Encoders. Deze nieuwe benadering van roterende encoders biedt een groot voordeel voor distributeurs, system integrators en machinebouwers. Voorraden blijven beperkt omdat de gebruiker slechts een kleine hoeveelheid ‘standaard’ mechanische modellen hoeft aan te houden, want de sensor wordt geconfigureerd, als dat nodig is geprogrammeerd, in functie van de toepassing. (www.tsb-bescom.nl) HET REGIONAAL TECHNOLOGISCH CENTRUM (RTC) West-Vlaanderen en RTC Vlaams-Brabant zijn gestart met de nieuwste editie van het project ‘Bouw je eigen Pick & Place-unit.’ Dit jaarlijkse initiatief wordt georganiseerd door SMC Pneumatics samen met Beckhoff, Brammer, Breemes, Maxon Motor, Narviflex, PEC en SICK. Deze acht leveranciers uit de industrie willen hiermee de technische kennis bij leerlingen Mechanica-Elektriciteit te vergroten. De opdracht die de leerlingen krijgen: bouw in je klaslokaal een ‘Pick & Place-unit’, de levensader in elke fabriek. Voor de start van de editie 2016 werden de lesgevers van de deelnemende scholen ontvangen bij SMC in Wommelgem. (www.smcpneumatics.be) AWL-TECHNIEK uit het Nederlandse Harderwijk heeft een machine gebouwd voor de fabricage van raamsierstrippen voor auto’s. Met deze machine kunnen 430.000 sierstrippen per jaar worden voorzien van 5,2 miljoen montageclips. Vroeger werd dit process handmatig uitgevoerd. AWL ontwikkelde, in wereldprimeur, een machine die automatisch montageclips aanbrengt op sierstrips. In drie stappen worden zowel de sierstrip als de clips voorzien van primer, harder en lijm. Uiteindelijk bestaat elke lijmverbinding uit vijf processtappen. Als de clips gemonteerd zijn worden de extensies voor handling afgeknipt. Als de raamsierstrip klaar is, wordt deze middels vacuüm uit de mal genomen en voorzien van een productiecode. Vervolgens wordt de sierstrip op een transportband geplaatst en gaat het naar hun eindbestemming voor de eindassemblage bij de OEM’s.(www.awl.nl)

De lesgevers voor de nieuwste editie van ‘Bouw je eigen Pick & Place-unit’ zijn bij SMC in Wommelgem ontvangen. automation magazine december 2015

45


opinie door Ir. ALFONS CALDERS

Veiligheid is geen zaak van de wetgever ‘Een ongeval gebeurt altijd op een stomme manier. Door een kleine onaandachtzaamheid’, zegt men. Maar zoals brand enkel ontstaat als (1) een vlam, (2) brandbare producten en (3) zuurstof samen voorkomen, zo is een ongeval ook het samengaan van drie factoren. Deze drie factoren zijn: (1) een (rest)risico, (2) te weinig onderschreven veiligheidsprocedures (te weinig kennis en/of gedrevenheid om de procedures te volgen) en (3) op het ogenblik van de feiten een ander prioritair aandachtspunt dan de handeling waarmee we bezig zijn (bijvoorbeeld meer aandacht voor productiequota dan voor de job, meer aandacht voor eigen gemak dan voor veiligheid). Bij ons ligt bij veiligheid de nadruk op het wegwerken van de restrisco’s. Veiligheidsprocedures zijn ook dikwijls algemene verbodsbepalingen. En die werken meestal averechts, zo ook ‘in het gewone leven.’ Een voorbeeld? Onlangs nog gehoord in de media: een zone van 30 km/u wordt door bijna niemand gerespecteerd. Is het wel zinvol om altijd, ook ’s nachts, in de omgeving van een school, in de stadskern de snelheid te beperken tot 30 km/u? Ook met 30 km/u kan men – als je meer op de km-teller dan op de baan let en je u druk maakt om het tijdverlies – een kind onder zijn wielen doodrijden. Trouwens, het gaat voor de overheid eigenlijk om de boete-inkomens, niet om de veiligheidsbeleving. De 30km/u-regel is geen veiligheidsregel, maar een jackpotwetgeving. De beweegredenen ‘minder verkeersdoden’ is een schaamlapje om de overheidsfinanciën op een alternatieve wijze te spijzen. Zoals tabaks- en accijnstaksen en nu de suikertaks ... ook op frisdranken zonder toegevoegde suiker. Een meer efficiënte veiligheidsbenadering? Iedereen opvoeden zodat men als er kinderen in de omgeving zijn of men nadert een gevaarlijke kruising of een andere onveilige situatie, de snelheid wordt gematigd, bijvoorbeeld tot 30 km/u. Maar dergelijke benadering is met minder rechtszekerheid te bestraffen.

46

Toch kan het! In Japan – weliswaar ondertussen 15 jaar geleden – zag ik arbeiders op kousenvoeten (dus ja, zonder veiligheidsschoenen aan) staande op een machinebed een tonnen wegende bovenbouw met een takel op zijn plaats brengen. De reden was ‘geen krassen maken.’

‘We moeten met de best beschikbare technologie de restrisico’s blijven minimaliseren.’

Er waren toen niet meer – waarschijnlijk zelfs minder – ongevallen in Japanse fabrieken dan in onze machineproductiebedrijven vandaag. Waarom? De mensen kregen er logische, gemakkelijke en duidelijke werkinstructies. En vooral ... voor hen was een ongeval ‘de fabriek, de collega’s en de vrienden in de steek laten.’ Dus het was een erezaak om bij hun job al hun aandacht te geven aan het correct en ongevallenvrij uitvoeren van de opgegeven werkwijze. Van die ‘ik ben mee verantwoordelijk’-mentaliteit moeten we méér krijgen. Niet dat we moeten besparen op fysische beveiliging. We moeten met de best beschikbare technologie de restrisico’s blijven minimaliseren. Maar we moeten zeker de procedures op realistische wijze opstellen en mensen begeesteren. Dus geen ‘collectieve verboden’, maar wel ‘actieve leefregels.’ En dat geldt in alle vormen van veiligheid, voor alle lagen van de bevolking. Dus ook voor CEO’s: zij moeten inzien dat winst niet prioritair is op het beveiligen van werkplaatsen. Veiligheid in alle aspecten is een basis voor welzijn, de enige echte welvaart.


www.fimop.be www.automation-magazine.be

www.belgitrans.be www.automation-magazine.be

pr tec Partner in automation

VANSICHEN

LI N E A I R T E C HN I E K


VERDAMMTKRACHTIG, STARK, DER KLEINE VERBAZEND DIE KLEINE Neues Mitglied der PFC-Steuerungsgeneration De PFC controller generatie breidt uit

Controller PFC100 Compacte en krachtige controller met realtime Linux® besturingssysteem

Geïntegreerde e!RUNTIME omgeving gebaseerd op CODESYS 3 Maximale IT beveiliging dankzij TLS 1.2, IPsec, OpenVPN en firewall

www.wago.com/pfc100 info-be@wago.com • www.wago.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.