Najaar 2015 #m2015 #M2015krant 3e uitgave

Page 1

#M2015KRANT Dit is een uitgave van Stichting Jaar van de Mijnen 2015 / #M2015 / Bongerd 18, 6411 JM Heerlen, 045 - 560 48 15 / info@JaarVanDeMijnen.nl

najaar 2015

DÍT IS HET JAAR VAN DE MIJNEN

Foto Nico Jesse, begin jaren ‘50 in opdracht van de directie van de Oranje Nassau-mijnen. Een aantal vermoeide mijnwerkers bij de schachtlift wacht op hun ‘trek’.

Simone houdt van

Sergej filmde

Ine en Hans:

koempels Domaniale

´mijnstreek-jongeren´

hart voor cultuur

Zie pag. 4

Zie pag. 7

Zie pag. 11

Het Jaar van de Mijnen is een initiatief van gemeente Heerlen en wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Limburg samen met 14 gemeenten en tal van maatschappelijke partners uit Nederland en de Euregio Maas-Rijn.


Transitie en zelfvertrouwen Eigenlijk mag ik het woord ´transitie´ niet zo. Dit hoort thuis in het vocabulaire van ambtenaren en architecten die het ook hebben over ´de urbane ruimte´ indien ze de stad bedoelen en koffie drinken bij de buren omschrijven als ´sociale cohesie´.

AGENDA

De uitdrukking ´transitie als traditie´ hoor ik regelmatig opduiken als gesproken wordt over de Limburgse mijnstreek. Nu is dat dan eigenlijk tóch raak geformuleerd. Als er één regio in Nederland is, die permanent in veel opzichten aan transitie, verandering onderhevig is, dan is het deze wel. Vooral dank zij de snelle opkomst en nog snellere teloorgang van de steenkoolindustrie. Een agrarische gemeenschap, bestaand uit gemoedelijke boerendorpjes, veranderde binnen enkele decennia in een industriële omgeving. Een explosieve bevolkingsgroei ging daarmee gepaard, alsook een internationalisering. De mijnen zogen immers arbeidskrachten uit andere delen van Nederland en het buitenland aan. De mijnsluitingsrede in 1965 door Joop den Uyl beukte stevig tegen de fundamenten van Zuid-Limburg en zware jaren dienden zich aan. Werkloosheid, sociale ellende en vooral geknakt zelfvertrouwen dat van generatie op generatie werd overgedragen. Wederom wijzigde de aanblik van steden en buitengebieden. Mijnterreinen werden opgeruimd. Woonwijken, recreatiegebieden en kantoorkolossen namen de opengevallen plekken in. Chemie, diensten, zorg, onderwijs. Daar werd op ingezet. En nu dan ook op ´nieuwe energie´ als bijvoorbeeld het benutten van het warme water in de mijngangen en ´data en informatie´. In het Jaar van de Mijnen, een halve eeuw na de ´Mijnnota´ wordt de balans opgemaakt en gekeken naar kansen voor de toekomst. Nu blijkt dat de verbleekte trots door jonge en oudere generaties weer danig wordt opgeboend. Zij verbeelden het thema ´mijnen´ spontaan op creatieve wijze, via muziek, tatoeages, muurschilderingen, poëzie en theater. Ook hier dus: ´nieuwe energie´. Mooi dat die trots weer opduikt, want het is lastig vooruit komen zonder zelfrespect. Ik denk dat daar ook de belangrijkste ´transitie´ vandaan moet komen. Voordat Den Uyl naar Heerlen kwam, boden mijndirecteur, pastoor en burgemeester werk, huisvesting, zorg en ontspanning. Dat viel allemaal weg. Tienduizenden bleven achter als weeskinderen die alleen wisten te luisteren en opdrachten uit te voeren, maar niet voor zichzelf konden opkomen. Diverse geïnterviewden die in deze krant aan het woord komen haken daarop in. Zo zegt de Amsterdamse socioloog Bert Breij: “De mijnen en mijnwerkers werden afgeserveerd. Als op zo´n manier met de eeuwenoude scheepsbouwindustrie om was gegaan, dan hadden we in Nederland een revolutie gekregen!” En Hans Gubbels, directeur van Museumplein Limburg: “De mensen waren hier veel minder gewend om voor zichzelf te denken. Voor hen was vroeger veel geregeld. Die houding werd uiteindelijk onderdeel van de cultuur. Men was erg volgend en niet gewend zelf initiatief te nemen.” Om er meteen aan toe te voegen: “Hier heerst de kracht om wat tot stand te brengen. Zo van: `Moeten we 1000 meter de grond in? Nou, dan doen we dat!´ Alleen, alles werd ingekaderd. Je moest enkel maar doen wat je opgedragen kreeg. Tegenwoordig wordt echter een beroep gedaan op zelfredzaamheid, dat mensen zelf hun wijk mogen inrichten bijvoorbeeld.” Inderdaad. Bij de in de jaren ´70 ingezette operatie ´Van Zwart naar Groen´ bepaalde een handjevol ´hoge heren´ wat er diende te gebeuren. Anno 2015 wordt aan de bewoners van de regio gevraagd wat zij zèlf willen. De voormalige mijnstreek heeft te kampen met krimp, vergrijzing en werkloosheid. De IBA, Internationale Bau Ausstellung wil oplossingen aandragen en riep de bevolking op

T/m zondag 27 september * Expositie 200 JAAR “HOLLENDSJE KOEL” , 200 jaar Domaniale Mijn Kerkrade - Foto’s, schilderijen, filmbeelden, en unieke archiefstukken in Abdij Rolduc, Kerkrade. Zaterdag 19 september * Opening foto-expositie Werner Mantz in de mijnstreek. Voormalige stadsgalerij, Collectors House, Heerlen; samengesteld door gastcurator Flos Wildschut op initiatief van SCHUNCK* ism Stichting (Erven) Werner Mantz. t/m 25 oktober 2015. Zondag 20 september * Koempelmis herdenkt mijnwerkers Laura en Julia, parochiekerk St. Antonius van Padua, Beersdalsweg, Heerlen. * Buurtfeest 100 jaar Mariarade & presentatie Miniatuurmijn, Heerlen. Dinsdag 22 september * Lezing ‘De mijnbouw en de mijnwerkers in Limburg” dr. Willibrord Rutten (hoofd onderzoek Sociaal Historisch Centrum voor Limburg), Geschied- en Oudheidkundige Kring Venray. De Kemphaan, Kennedyplein, Venray. Donderdag 24 september * Zuid-Limburg na de mijnsluitingen - dr. Sjeng Kremers. Lezing Studium Generale, Universiteit Maastricht T/m dinsdag 29 september * Tentoonstelling expressiegroep De Ruif - MIJNshop, Heerlen. Zaterdag 26 en zondag 27 september * Landgraaf Bruist concertreeks, winkelcentrum Op de kamp, Landgraaf. Diverse muziekkorpsen en koren, o.a. Fanfare Barbara GA, Harmonie Laura, Harmonie St. Michael. Zaterdag 26 september * Mijnwerkersdag Mijndepot, THOR Park, André Dumontlaan, Waterschei, Genk. * Dag van de Chemie 2015, Chemelot, Geleen. Open dag diverse bedrijven, oa Chemie Limburg: Route 1 - Intertek; Route 2 - Haven van Stein; Route 3 - Site tour (stopplaatsen ChemMarket, Brightlands Chemelot Campus). Zondag 27 september * Première documentaire MijnstreekComplex Sergej Kreso. Nederlands Film Festival, Utrecht. * Joepe treffen, presentatie Miene Joep, Kirchroa Jeet Plat 2015, Kerkrade. T/m zondag 15 november * Expositie ‘Steenkolenmijn Valkenburg, bijna 100 jaar mijngeschiedenis’ Museum Land van Valkenburg, Valkenburg. Dinsdag 29 september t/m donderdag 1 oktober * 3 Digitale Dagen 2015, Heerlen - Genk - Aken. Zaterdag 3 oktober * Wilhelminaberg Trappenmarathon, diverse afstanden. De zwaarte marathon van Nederland, de steenberg in Landgraaf op, en af. Woensdag 7 oktober * Mijnwerkerscultuur. Het alledaagse leven in de mijnstreek; de mijnen in de beeldende kunst ~ Drs. Jac van den Boogard (historicus, Sociaal Historisch Centrum voor Limburg - SHCL), 1e lezing in collegereeks De Mijnen door Studium Generale Maastricht, Maastricht University. Donderdag 8 oktober * Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima bezoeken de Mijnstreek in Limburg, Kerkrade, Heerlen en Geleen. Tijdens het streekbezoek staat de transformatie van Limburg van de mijnen naar een toekomst vol

economische mogelijkheden centraal. Vijftig jaar na de aankondiging van de mijnsluiting viert de voormalige mijnstreek tijdens het Jaar van de Mijnen 2015 haar verleden, heden en toekomst. Zaterdag 10 oktober * Wandeling “De graven” westelijke mijnstreek, Sweikhuizen, vanaf Gasterie de Bokkereyer. Zondag 11 oktober * Koempelconcert door de Fanfare Sint Caecilia van Guttecoven & Henk Steijvers Zondag 18 oktober * Koempelmis Laura, Heerlen; met zanger en tekstschrijver Paul van Loo, parochiekerk St. Antonius van Padua, Beersdalsweg, Heerlen. * Het Geluk van Limburg - Marcia Luyten, boekpresentatie. Marcia Luyten, Jack Vinders en andere gasten zorgen voor een geanimeerde middag met gesprekken, interviews en muzikale intermezzo’s. Woensdag 21 oktober * Lichtfossielen. Kijken naar foto’s uit het mijnverleden (Em. prof. dr. Wiel Kusters, dichter en literatuurwetenschapper UM), 2e lezing in collegereeks De Mijnen door Studium Generale Maastricht, Maastricht University, Maastricht. Donderdag 22 oktober * Verbey / Lumen ad Finem Cuniculi (Wereldpremière) & Mahler, philharmonie zuidnederland, Parkstad Theater. * KOEMPELS, expositie FramerFramed/Schunck* met Bas de Wit, Keetje Mans, Joan van Barneveld, Hadassah Emmrich, Fons Haagmans, Rik Meijers, Sidi el Karachi, Tolhuistuin, Amsterdam (t/m 6 december). Donderdag 22 & vrijdag 23 oktober * (G)ruis, Cultuurhuis Heerlen, dans- en muziekvoorstelling. Vrijdag 23 oktober * Opening van C-City - Continium, Kerkrade. C-City wordt een plek waar kennis en verwondering over wetenschap, technologie, design en onze aarde bij elkaar komen en waar verleden, heden en toekomst elkaar vinden. Maandag 26 oktober * Lezing “kolonie en kolonie, steenkolenmijnen in Limburg en Indië” door dr. Ben Gales, Stichting Werkgroep Informatie Mijnbouw (W.I.M.), Savelsbergklooster, Heerlen. Zaterdag 31 oktober * Mijnkoren in de nieuwe Brikke-Oave in Brunssum. O.a. Rumpens Mannenkoor, KKM St. Lambertus uit Kerkrade, het mannenkoor van Sabic en diverse gastoptredens. Zondag 1 november * Mama’s Pride presenteert laatste concert Carboon en een nieuwe langspeelplaat in Hanenhof Geleen. Dinsdag 3 november * Boekrelease van “Nonk Theo en de Mijnen” van journalist Ferdi Schrooten. Woensdag 11 november * Het Koelhollendsj van vroeger en het Huillands van nu (Prof. dr. Leonie Cornips, taalkundige, UM en Meertens Instituut Amsterdam), 3e lezing in collegereeks De Mijnen door Studium Generale Maastricht, Maastricht University. Donderdag 12 november * Groenten uit Heerlerheide, toneelstuk in Cultureelcentrum Corneliushuis toneelstuk Heerlen. Zondag 15 november * Koempelmis Willem Sophia; met het jeugdorkest van de fanfare Sint Cecilia uit Ubachsberg, parochiekerk St. Antonius van Padua, Beersdalsweg, Heerlen. Maandag 16 november * “Auw Kolonie” - lezing Karin Cedzijnski over haar Poolse vader, bij Heemkundeverening Geleen. Woensdag 25 november * Herkomst, werving, mobiliteit en binding van mijnwerkers in Limburg (Dr. Serge Langeweg, historicus, Museum Continium Kerkrade), 4e lezing in collegereeks De Mijnen door Studium Generale Maastricht, Maastricht University, Maastricht. Zaterdag 28 t/m zondag 29 november Wereldmuziekkoor Sophie’s Voice gaat ‘Ondergronds’, Cultuurhuis Heerlen. Zondag 29 november * The Miners’ Hymns & Koel, Abdij Rolduc, Kerkrade.

met ideeën te komen. Jo Coenen, Dit is slechts een selectie uit de agenda; wekelijks komen er nieuwe evenementen bij. Kijk voor méér evenementen, het meest actuele overzicht op: www.M2015.nl (en volg #m2015 ook op facebook en twitter).

curator van IBA Parkstad was verrast door het grote aantal van 300 voorstellen.Dit lijkt een veelbelovende transitie van ´Och,

Colofon

de hoge heren doen toch wat ze willen.´ naar ´Zeg, luister eens

Uitgave: Stichting Jaar van de Mijnen, Postbus 1, 6400 AA Heerlen, info@JaarVanDeMijnen.nl ,

even. Ik heb een goed plan!`. Maarten Brorens

045 - 560 48 15 Redactie: Maarten Brorens Grafisch ontwerp: Groenergras / Aline Ploeg Foto: Luc Lodder

Foto’s: Luc Lodder, Fabian de Kloe, Arnaud Nilwik, Roger Cremers, Foto-archief DSM, Nederlands Fotomuseum Druk: Rodi Diemen Verspreiding: diverse plekken in Zuid-Limburg Oplage: 10.000 stuks


Hans Gubbels ontvangt Máxima en Willem-Alexander op innovatief Museumplein Limburg

3

“IN DE ZUID-LIMBURGSE MIJNSTREEK HEERST DE KRACHT OM WAT TOT STAND TE BRENGEN.” Als werktuigbouwkundige in dienst van een bouwer van pretpark-attracties, als baas van zijn eigen bedrijf dat gespecialiseerd was in tentoonstellingsbouw reisde hij veel. “Ik heb heel wat van de wereld gezien, maar zag weinig streken waar zoveel potentie in zit als de Zuid-Limburgse mijnregio. Hier heerst de kracht om wat tot stand te brengen. Zo van: `Moeten we 1000 meter de grond in? Nou, dan doen we dat!´” In 2004 werd Hans Gubbels aangesteld

Hans Gubbels is geboren in Roermond als

ondergronds. De gangen zijn er nog,

middels burgerparticipatie wordt echter

als directeur van het Kerkraadse museum

zoon van een uit Gelderland afkomstige

de machines, heel veel is daar achter-

een beroep gedaan op zelfredzaamheid,

dat toen nog Industrion heette. Hij vond

douanebeambte en zijn moeder kwam

gebleven. Een compleet museum. Wellicht

dat mensen zelf hun wijk mogen inrichten

dat de power, de drang tot innovatie en

uit Koningsbosch. Later verhuisde hij via

dat we later middels camera´s of kleine

bijvoorbeeld.” Hans hoopt dat die ontwik-

vooruitgang in deze regio wat nadrukkelijk

Weert naar Ittervoort, waar hij nog steeds

submarines alles weer zichtbaar kunnen

kelingen doorzetten, zodat de trots verder

aan bod zou moeten komen. Het vroegere Industrion, waarin opgenomen de mijncollectie van het voormalige Mijnmuseum

“Het echte mijnverleden ligt in de gezamenlijke kracht. Die moet nóg sterker en internationaler worden.”

op Rolduc, is niet meer. De naam althans. Uit oogpunt van marketing werkte deze volgens Hans niet. “Het wekte associaties op aan een industrieterrein. Verder was

woont met zijn gezin. Van de mijnen

maken.” Hans ziet een positieve kente-

versterkt. “Dat naar binnen gekeerde, dat

het een mooi, maar statisch museum. We

wist hij nauwelijks iets, maar in het

ring in een gedurende de mijnperiode

moet verdwijnen en plaatsmaken voor het

wilden meer de nadruk leggen op hoe

afgelopen decennium spijkerde hij zijn

gekweekte mentaliteit die nog lang heeft

besef dat we hoog op de ladder staan. Het

de mens zijn wereld maakt, gebruikt en

kennis behoorlijk bij en constateerde ook

doorgewerkt in gedrag en werkhouding

echte mijnverleden ligt in de gezamenlijke

ontwikkelt. Dat is een continue proces en

dat weinig zichtbare herinneringen reste-

van de bevolking. “De mensen waren hier

kracht. Die moet nóg sterker en internati-

daarom werd het Continium.”

ren. Bovengronds is inderdaad nauwelijks

veel minder gewend om voor zichzelf

onaler worden. Na het proces ´van zwart

iets overgebleven van de steenkool-

te denken. Voor hen was vroeger veel

naar groen´ werd vaak geroepen `Ze heb-

industrie.

geregeld en verzorgd. Die houding werd

ben onze identiteit weggehaald!`. Volgens

Die nieuwe formule bleek blijkens toegenomen bezoekersaantallen succesvol,

uiteindelijk onderdeel van de cultuur.

mij is dat niet zo, want de identiteit, dat

maar de ambities binnen de muren van de

Hans blikt echter alweer vooruit:

Men was erg volgend en niet gewend

zijn de mensen zelf.”

naast station Kerkrade-Centrum gelegen

“Ruim tachtig procent is behouden,

zelf initiatief te nemen. Tegenwoordig,

publiekstrekker bleken groter. Hans en zijn medewerkers ontwikkelden plannen om het museum nadrukkelijker neer te zetten als een instituut van nationaal en grensoverschrijdend belang. Dat resulteerde - na een langdurige ontwikkel- en bouwperiode - in drie aparte musea, die gezamenlijk in oktober worden opengesteld als Museumplein Limburg. In Continium discovery center staat met name voor de jeugd technologie centraal. Verder is er Cube design museum waar productontwikkeling in samenwerking met studenten aan bod komt. Columbus earth theater stelt bezoekers onder meer in staat virtueel middels Europa´s grootste projecties de aarde vanuit de ruimte te bekijken, maar ook kan men er zo via pijlers weer de Limburgse mijnen in. Hans: “Op deze wijze hopen we op een nog meer aantrekkelijke wijze verleden, heden en toekomst te kunnen duiden.”

Opening door koninklijk paar Koning Willem-Alexander en koningin Máxima bezoeken op 8 oktober de voormalige Limburgse mijnstreek. Onder meer gaan zij naar Kerkrade en openen daar officieel Museumplein Limburg. Voor het publiek zijn de drie musea vanaf 24 oktober geopend. Onder meer hydraulische stempels, gebruikt om mijngangen te stutten, bevinden zich in de collectie van Museumplein Limburg. Foto: Luc Lodder


Simone Claessens enthousiast vrijwilligster van Schacht Nulland

4

“KINDEREN KUNNEN ZICH HET LEVEN ONDERGRONDS MOEILIJK VOORSTELLEN.” Je hoeft een oud-mijnwerker maar ´aan´ te zetten en hij vertelt onafgebroken de ene anekdote na de andere over zijn tijd ´op de koel´. Over het harde werken, de gevaren en vooral de kameraadschap ondergronds.

Koninklijk paar bezoekt Schacht Nulland Koningin Máxima en koning Willem-Alexander bezoeken op donderdag 8 oktober de Zuid-Limburgse mijnstreek. Ze bezoeken Heerlen, Geleen en gaan naar Kerkrade en worden onder meer door oud-koempels rondgeleid in Schacht Nulland.

dat kom ik nu ook tegen bij die kinderen. Ik laat ze een film zien en van de koempels krijgen ze het nodige te horen, maar of ze zich alles levensecht realiseren, weet ik niet. Daarvoor zouden ze eigenlijk daadwerkelijk ondergronds moeten gaan, bijvoorbeeld bij de Blegny-mijn in België.” Een jaar lang doceerde Simone aan het Grotiuscollege in Heerlen. “In de schoolboeken komt de mijngeschiedenis niet voor en ik had me aan het lesprogramma te houden. Maar toen we bij de Industriële Revolutie en de kinderarbeid terecht kwamen, kon ik toch een link maken naar de Limburgse mijnen. Daar werden in de beginperiode ook kinderen ingezet. De leerlingen raakten erg betrokken en kwamen met verhalen over opa´s die mijnwerker waren, ze namen allerlei mijnattributen mee en lieten op hun mobieltjes foto´s zien van mijnwagentjes die ze in voortuintjes hadden gefotograSimone Claessens voelt zich thuis tussen de oud-koempels. Foto: Arnaud Nilwik

feerd. Een meisje vertelde me dat ze er nu achter was gekomen dat ze in een mijnkolonie woont.”

De laatste restjes kolengruis van de

overleed was ik pas zes jaar. Mijn vader

Continium. Schacht Nulland is een depen-

Zuid-Limburgse mijnen waren al jaren

speelde als kind na de sluiting van de

dance van het Continium en ze zeiden

Zou de Domaniale nog in bedrijf zijn

eerder weggepoetst, toen in Kerkrade be-

Domaniale vaker op het verlaten mijn-

tegen mij: ´Ga daar maar eens naar toe.´

geweest, dan had deze, uitgerekend nu

gin jaren negentig Simone Claessens - als

terrein. Hij vertelde me wel eens dat als

Ik ben gaan lezen over het mijnverleden

in het Jaar van de Mijnen, als oudste mijn

vrijwilligster werkzaam in Schacht Nulland

je daar een steen in een plas gooide, er

en vooral van de koempels heb ik veel

van Europa het 200-jarig bestaan kunnen

- geboren werd. Ze zag de schachtwielen

ratten uit sprongen.”

opgestoken. In de loop der tijd heb ik ze

vieren. De `Hollendsje Koel´ werd namelijk

allemaal beter leren kennen. Zeg maar

in 1815 opgericht als voortzetting van de

niet draaien, laat staan dat ze honderden meters onder het maaiveld het ´zwarte

De passie voor het mijnverleden heeft

gerust dat ik van ze ben gaan houden. Dus

Franse gouvernementsmijnen Mines

goud´ heeft gedolven. Als vrouw had ze

Simone ongetwijfeld overgenomen van

toen ze me na mijn afstuderen vroegen of

Domaniales. Echter, in 1969 kwamen de laatste kolen naar boven. Alles werd gesloopt, alleen het markante schacht-

“Ik ben gaan lezen over het mijnverleden en vooral van de koempels heb ik veel opgestoken. In de loop der tijd heb ik ze allemaal beter leren kennen. Zeg maar gerust dat ik van ze ben gaan houden.”

gebouw in Nulland bleef bestaan. Daar wordt sinds kort niet enkel teruggekeken naar het verleden, maar ook liefdevol de blik gericht op de toekomst. Simone: “Dit is nu officieel een trouwlocatie. Hier is al een Kerkraads stel in de echt verbonden,

trouwens geen kans gemaakt. Mijnwerken

oud-koempels van de Domaniale Mijn in

ik hen wilde helpen met de publiciteit,

was een mannenzaak. Toch, als je het

Kerkrade. Verschillende van hen hebben

zei ik meteen ja. Ik hou onder meer de

enthousiasme proeft waarmee ze erover

de Schacht Nulland ingericht als museum

Facebook-pagina en de website bij en

Zie ook:

praat, zou je zweren dat ze het allemaal

en leiden daar nu gretig bezoekers rond,

leidt ook bezoekers rond.”

www.schachtnulland.nl

heeft meegemaakt.

die dus toelichting uit de praktijk krijgen.

omgeven door koempels in vol ornaat!”

Koempels van De Domaniale is ook op

Simone: “Tijdens mijn lerarenopleiding

De groepen bestaan regelmatig uit

Thuis kreeg ze hooguit wat verhalen. “Een

geschiedenis had ik als bijvak ´cultureel

basisschooljeugd. “Het gevoel dat ik zelf

van mijn opa´s werkte op de Staatsmijn

erfgoed´ en in verband daarmee liep ik

ook had, namelijk dat het moeilijk voor te

Wilhelmina in Terwinselen, maar toen hij

hier in Kerkrade stage bij Discovery Center

stellen is hoe het leven ondergronds was,

Facebook te vinden.


Mijnwerkerszoon en zanger/accordeonist Rocco Granata:

5

“MIJNWERKERS KREGEN GÉÉN APPLAUS NA EEN DIENST MET VUIL EN ZWAAR WERK.” Twee Zuid-Italianen van twee generaties met een deels identieke achtergrond: de mijnindustrie bracht hen naar België, maar beiden namen de weg die hun warm kloppend hart hen wees. Zowel Rocco Granata (77 jaar) als Michel Bisceglia (45 jaar) kozen op jonge leeftijd voor de muziek. “Mijn vader, Salvatore wist niet eens wat

dagen in de mijn meteen terugkeerden

een lange dienst met vuil en zwaar werk.

Michel ontwikkelde zich tot gewaardeerd

kolenmijnen waren”, zo weet Rocco nog.

naar Italië.”

Een oom van mij had erg last van stof-

jazzpianist, componist, arrangeur en

longen, hij kreeg nauwelijks lucht. Terug

producer. “In 2000 maakte ik voor het eerst

In zijn geboortestreek Calabrië hingen overal wervende plakkaten waarmee jonge

Vader Granata zag voor zijn zoon Rocco

in Italië schoot hij zichzelf dood. Hij kon

een optreden van Rocco mee. Ik vond

mannen werden opgeroepen mijnwerker

een carrière als professioneel muzikant

gewoon niet meer.”

het indrukwekkend te zien hoe hij

te worden. “Hij wilde een jaar naar België

niet zitten. Dat zou volgens hem alleen

om met het verdiende geld de familie-

maar een toekomst vol armoede beteke-

smederij te kunnen vergroten. In 1948

nen. Rocco dreef echter zijn zin door en

stapte hij op trein. Hij kwam er al snel

behaalde in 1959 wereldfaam met het

achter wat het werk onderin betekende.

vrolijke nummer ´Marina´. “Onder in de

Toen hij zijn pakje met brood openmaakte

mijn kreeg mijn vader een ongeval. Hij

zat het vol kolengruis. Maar Italianen

raakte met zijn been tussen twee kolen-

kunnen niet alleen zijn, dus al heel snel liet

wagens beklemd. Na een operatie had

hij ons ook overkomen naar Waterschei.

hij last van hoofdpijn en fluittonen in zijn

En daar zijn we gebleven.”

oren waardoor hij niet meer kon werken.

Ondertussen knikt Michel regelmatig. Hij

Er ontstond een stevige vriendschap

de hele zaal inpakte.”

“Maar Italianen kunnen niet alleen zijn, dus al heel snel liet hij ons ook overkomen naar Waterschei. En daar zijn we gebleven.”

Zijn contract bij de mijn werd stopgezet en

herkent de verhalen. “Mijn vader werkte

en nauwe samenwerking tussen de

Rocco, zijn moeder en zus merkten direct

ons gezin moest ook het huurhuis van de

in Italië bij een houtverwerkingsbedrijf en

twee Italiaanse Belgen. Onder meer

dat papà het werk in de mijn absoluut

mijn verlaten. Toen hadden ze de keus:

mijn moeder bij een boerenfamilie. Daar

produceerde Michel in 2007 het 68e album

niet leuk vond. “Hij had het wel vaker over

óf naar de barakken óf terug naar Italië.

mocht ze mee-eten en dat was haar loon.

van Rocco: ´Paisellu Miu´.

een ´hondenberoep`. Als hij thuiskwam

Gelukkig verdiende ik toen inmiddels dank

Armoede lag op de loer toen de oogst

was hij vaak slecht geluimd. We hadden

zij ´Marina´ behoorlijk en kon voor mijn

mislukte en op aanraden van familie in

Een jaar eerder werkte Rocco mee aan een

geen deurbel, dus daarom bonkte hij met

ouders een huis kopen en inrichten.”

Luik, die deels in de mijnen werkte, gingen

verzamel-CD ´Mineworks´. “Mijn bijdrage

zij naar België, Zwartberg-Genk. Mijn vader

zie ik als een eerbetoon aan alle

het fietswiel tegen de voordeur en smeet daarna de fiets tegen de muur.” Rocco’s

“Mijnwerker is een slavenberoep”, con-

vond werk in de houtindustrie. Mijn broer

mijnwerkers, maar vooral mijn oom en

vader was niet de enige Italiaan die met

stateert Rocco. “Voor ons artiesten wordt

ging later nog zo´n jaar of tien naar de

mijn vader!”

tegenzin naar de mijn ging. “Ik weet dat

na elk optreden geklapt. We leven in luxe,

mijn, maar ik had daar absoluut geen

er verschillende waren die na een paar

maar mijnwerkers kregen géén applaus na

zin in.”

Foto: Luc Lodder

Twee Italiaanse vrienden, twee generaties met ieder een ´mijnverleden´. Foto: Luc Lodder


6

Frans Wiertz in een van de gangen van Rolduc, waar zijn priester-carrière begon. Foto: Arnaud Nilwik

Bisschop Frans Wiertz was kapelaan in ´koeldörp´ Schaesberg:

“TIJDENS DE MIJNSLUITINGEN ZAG IK DAT GEZINSLEVENS TOTAAL ONTWRICHT WERDEN.” Het mijnsluitingsproces was in volle gang, toen in 1968 de pas gewijde priester Frans Wiertz benoemd werd tot kapelaan van de Schaesbergse parochie HH Petrus en Paulus. Op zijn eerste post in dienst van de Heer werd hij jarenlang geconfronteerd met de gevolgen van het regerings-besluit uit 1965: “Schaesberg was een echt ´koeldörp´. Uiteindelijk waren er straten waar zelfs tachtig procent van de gezinshoofden thuis zat. Vaak gezonde, vitale mannen waarvan velen al rond hun 47e met pensioen werden gestuurd. Doorgaans bemoeiden zij zich dan overal mee. Ik deed veel aan huisbezoek en merkte dat er behoorlijk wat druk op relaties stond, dat gezinslevens totaal ontwricht werden. Ik voelde de machteloosheid en schreef, ik meen in 1974, een brief aan toenmalig gouverneur Sjeng Kremers. Dat hij voor werkgelegenheid zou moeten zorgen.”

“Wij hadden geen ´tools´ meer, konden

exclusief voor de Mijnstreek. De opdeling

1975 geschreven boek ´Geloven in

thuis werd over het werk niet gepraat. Kijk,

alleen maar signaleren”, zo verklaart Wiertz,

van het verzuilde Nederland in katholieke,

Schaesberg´ deze anekdote op, welke

tegenwoordig kun je je in alle vrijheid ont-

sinds 1993 bisschop van Roermond, en

protestante en socialistische groepen hield

speelde rond 1900: Directeur Honigmann

wikkelen, je kunt gaan studeren. In die tijd

duidt daarmee op het feit dat de kerk

tot in de jaren zestig stand. Dus werden

van de Schaesbergse mijn Oranje Nassau II

was er in de mijnstreek weinig keus. Je had

inmiddels buitenspel stond.

mijnwerkers geacht lid te zijn van een

wilde dat ook op zondag gewerkt zou

de plicht om voor je gezin te zorgen en bij

De tijden waarin de mijnbazen in nauwe

katholieke bond. Bisschop Wiertz: “In 1954

gaan worden. Er kwamen protesten en

de mijn was werk. Er was geen ontsnappen

samenwerking met de kerkelijke gezag-

brachten de Nederlandse bisschoppen nog

de arbeiders beriepen zich op het

aan. Mijn tweede vader was een intelligen-

hebbers de dienst uitmaakten was voorbij.

een zogeheten mandement uit waarin

kerkelijk gebod van de zondagsheiliging.

te man met een brede culturele interesse.

De directies waren gebaat bij arbeidsrust

katholieken werd verboden lid te zijn van

Het antwoord van Honigmann: “Meent uur,

Hij las ook veel. Verbitterd is misschien een

en de Katholieke Kerk was een trouwe

een socialistische vakbeweging.

dat der Herjott sich uvver dat küültje van

groot woord, maar ik zag hem wel lang-

bondgenoot in de strijd tegen het

Ook mocht men geen socialistische pers

os kummeret?”

zaam maar zeker verstillen. Wellicht had hij

oprukkende en actievoerende socialisme.

lezen of naar de VARA luisteren. Dat alles

Wie naar de mijnschool wilde, diende bij

op straffe van het onthouden van de

Frans Wiertz groeide op in een groot gezin

De jonge Frans koos in ieder geval in alle

de pastoor een ´bewijs van onbesproken

sacramenten. Dit waren beslist laatste

in Kerkrade. Zijn vader overleed op 33-jari-

vrijheid voor het priesterschap en ging

gedrag´ af te halen. Wie regelmatig ver-

stuiptrekkingen en in 1965 werd het

ge leeftijd aan een hartkwaal. “Mijn moeder

voor de opleiding naar Rolduc in zijn

zuimde naar de kerk te gaan, werd op de

formeel weer ingetrokken.” Ruim een eeuw

hertrouwde. Haar tweede man was onder-

woonplaats. De plek waar eeuwen geleden

mijn bij de baas op het matje geroepen!

geleden was het geloof echter nog stevig

gronds machinist. Altijd zag ik hem met

monniken de eerste Zuid-Limburgse kolen

Nu waren deze ontwikkelingen niet

gefundeerd. Frans Wiertz tekende in zijn in

een lang gezicht naar de mijn gaan, maar

dolven.

spijt.”


Filmmaker Sergej Kreso portretteerde ´mijnstreek-jongeren´

7

“ZE ZOEKEN OP CREATIEVE WIJZE NAAR NIEUWE WEGEN OM VOORUIT TE KOMEN.” In zijn woonplaats Echt maakte Sergej Kreso voor het eerst kennis met het mijnverleden van de provincie Limburg. In 1993 ontvluchtte hij met zijn gezin de oorlog in voormalig Joegoslavië, leerde Nederlands en pakte zijn werk als filmmaker, journalist en muzikant weer op. “Een paar jaar later werd ik in Echt als drummer gevraagd mee te werken aan een tragi-komische revue over de mijnen. Ik merkte toen wat dit thema met het publiek deed, dat het veel emoties losmaakte.”

Na een aantal documentaires over de

“In de socialistische tijd werden mijn-

vrouw die naar het westen was vertrokken

Alles stond in het teken van ‘wij´. De

oorlog in zijn moederland, richtte hij zich

werkers gezien als helden!” De Limburgse

kreeg tijdens haar opleiding opdracht om

mensen vroegen zich niet af: ´Wat wil ik

op Limburgse onderwerpen. “Ik had het

koempels waren dat óók, zeker in de tijd

een tekst te schrijven over de Sloveense

zelf?´ Dat is wat de jonge mensen nu wèl

toen wel gehad. Ik draaide me om en zag

van de wederopbouw toen zij heel Neder-

gemeenschap in Limburg en dat was voor

doen.”De film eindigt met beelden van de

hier nieuwe verhalen, die ik door mijn

land van energie voorzagen. Sergej merkte

haar aanleiding om weer terug te komen

nagespeelde mijnsluitingsrede van minis-

eigen vizier bekeek.”

dat de jongeren met wie hij sprak alsnog

en een boek erover te schrijven.

ter Den Uyl, opgevoerd als opening van

uitermate trots zijn op hun mijnwerkende

Hiphoppers die hun muziek en teksten

het Jaar van de Mijnen. Sergej: “Sommige

Momenteel legt Sergej de laatste hand

voorouders. “Ze wilden achterhalen waar

duidelijk in de setting van de mijnstreek

van de vijftig jaar geleden gedane beloftes

aan een docu - die op het aanstaande

ze vandaan kwamen. Lieten vervolgens

zetten. Op verschillende plaatsen werden

staan nog steeds. Toen werd gewerkt aan

Nederlands Film Festival in Utrecht in

tatoeages zetten van krachtige symbolen

muurschilderingen gemaakt met de

de opbouw van een nieuwe maatschappij,

première gaat - over jongere generaties

als een mijnlamp of de gekruiste hamers.”

mijnen als thema.”

maar er werd niet naar de mensen

uit deze streek die ná de mijnsluitingen geboren zijn: ´MijnstreekComplex´.

De personen die geportretteerd worden

“Het is ook complex”, licht hij toe. “Het lijkt

in ´MijnStreekComplex´ zijn creatievelin-

soms wel of de ergernis, de ellende en

gen die overlopen van bruisende ideeën.

onzekerheid van generatie op generatie is

Sergej constateert dat zij op de basis

overgedragen. De jongeren van nu kunnen

van het mijnverleden gepassioneerd en

het moeilijk verwoorden, want binnen de

creatief zoeken naar wegen om vooruit te

families werd er niet over gepraat. Toch

komen. In ieder geval heeft de schaamte

Ook deze nieuwe generatie heeft geen

geluisterd. Er is geen elite meer die een

waren de gevolgen traumatisch. Alle

die in deze regio lang overheerste bij hen

unaniem beeld van hoe het nu verder

nieuwe identiteit kan maken.

\sporen werden uitgewist, alsof het

plaats gemaakt voor eergevoel. Sergej:

moet met de regio, maar het zijn wel

verleden vergeten moest worden. Ik zag

“Een fotograaf legt oude woonwijken die

stuk voor stuk individuen met een eigen

Daarom liggen er nu kansen voor de

dat de generatie die nú opgroeit wil weten

verdwijnen vast omdat hij vindt dat de

mening, zo blijkt uit de film, die volgens

jongeren die gehoord willen worden en

wat hun verleden, hun identiteit is.”

beelden bewaard moeten blijven. Een

Sergej “barst van de energie”. Hoopvol

hun denkbeelden ook nog eens middels

Sergej´s geboorteland kende eveneens

ander zet avantgardistische muziek van

verklaart hij: “Vroeger werd hier voor de

´urban art´ en social media kunnen

steenkoolmijnen.

2015 onder een oude mijnfilm. Een jonge

mensen gedacht: ´Jij gaat naar de mijn!`

verspreiden.”

“De mensen vroegen zich niet af: ´Wat wil ik zelf?´ Dat is wat de jonge mensen nu wèl doen.”

Sergej poseert voor een van de op het mijnverleden gebaseerde murals in Heerlen. Foto: Arnaud Nilwik


8

De mijn

st mij stond ast laten liggen en de man die naa Iemand had een krant op de tapk n bij de staats‘Er is veel veranderd de laatste jare keek er naar en zei, na een poosje: chemie.’ ruimt het veld voor het wit van de mijnen. Het zwart van het verleden dt nooit je onthutst, want in zijn kroeg wor ‘Wát?’ vroeg de kastelein een beet zo gepolijst gesproken. ‘En ‘t is een enorme advertentie tikkend. ‘Dat stáát hierin,’ zei de man, op n nne mij eruit ren gingen hebben ze om te begi waar, hoor. Toen ze aan ‘t verande r als gezeten. ja, niet als houwer, maa gedrukt. Ik had zeven jaar beneden r ‘t was wel ook m’n brood wel verdienen. Maa elektricien, dus ik kan hierboven wennen, in de eerste tijd.’ n: ‘Elektricien is elektricien.’ Schouderophalend vond de kastelei n. ar het gaat om de manier van doe ‘Ja, dat is waar,’ gaf de man toe. ‘Ma er was tvad groo volk. Mijn vader was het en mijn Mijnwerkers - da’s een heel apart mijnwerker en gezeten, dus ik ken ze. Kijk, een het en ik heb er zelf zeven jaar tuss se. En die ond - een bovengrondse en een ondergr bestaat eigenlijk uit twee mannen oorbeeld op een je een voorbeeld geven. Je liep bijv zijn helemaal verschillend. Ik zal ge dag nog m je er een tegen met wie je de vori vrije avond door Heerlen. Dan kwa en een biertje. elkaar vriendelijk. Of je dronk sam beneden was geweest. Je groette Maar als je nou de mijn. Nee, over andere dingen. En je praatte wat. Maar niet over geen meter tend in de lift stond en je was nog met diezelfde man de volgende och ikt hebt ...” , wat jij me woensdag beneden gefl onder de grond, dan begon hij : “Zeg niet meer.’ t hij dáálde en dan hoorde God hem En de ene knoop op de andere, wan ,’ begreep de kastelein. ‘Dus ‘t was altijd bonje in die mijn

‘Nee, dat niet,’ zei de man. ‘Maar er was een soort spanning, zie je, die je boven de grond niet vindt. Nergens. Op geen enkel karwei. Je wist precies waar je aan toe was. Die vent, die me in die lift begon uit te kafferen, die zou me heus niks doen als hij achter me aan het werk was. En aan het eind van de dag onde r de douche waste hij me rug, want het is gebruik in de mijn dat je dat voor elka ar doet. En zodra je met de lift an dag kwam, werd hij weer dezelfde vriendelijke man , met wie je dat pilsje dronk. ‘t Was een were ld daar die je moest kennen. Keihard, maar je hing allemaal van elkaar af en dat wist je.’ Hij keek er naar om zonder wrok, dat was duidelijk. ‘Ik heb eens meegemaakt,’ zei hij, ‘dat ‘s ochtends om half tien een houwer beneden stierf aan een hartverlammi ng. Weet je wat er dan gebeurt? ‘t Is gebr uik. Ze leggen allemaal het werk neer. Maa r ze gaan niet naar boven. Ze blijven de hele dag onder, zonder iets te doen. ‘Dit zal ‘n paar lieve centen kosten,’ zei de kastelein, in wie de ondernemer wakker werd. ‘En wat heeft ‘t in? Die doje blijft er even dood van.’ Ja, maar ‘t is solidariteit, he,’ vervolgde de man. Je hangt van mekaar af. Als je daar beneden de toon niet vinden kon, nou, dan was je mooi stuk, hoor. Ik heb een opzichter gekend, die het altijd verkeerd zei. Hij hád ‘t niet. Op een keer bleef de motor stilstaan, dus de hele produkti e lag lam. Hij komt er aan - helemaal op van de zenuwen. Want als hij niet genoeg kolen boven bracht dan verdiende hij niks, dat was het systeem toen. Hij begon ons te bevelen. Nou, toen deden we het even model. “We zullen die kast maar eens open maken,” zei ik. Die zat dicht met zesendertig schroeven. Dus dat duurde. Ik zie die man nog voor me. Bijna huil end lag hij op zijn knieën en riep: “Motorke, loop nou. Hier is m’n lamp. Hier is m’n broo d. Maar loop nou, alsjeblieft.” Hij dacht aan zijn centen.’ Met een glimlach schudde hij het hoof d. “t Is hier boven erg moeilijk daar iets van te begrijpen allemaal,’ zei hij. ‘Mijn vader was het zuivere type. Als er één vier meter stak, dan stak hij er acht. Hij heeft ‘t geweten. Op z’n drieënveertigste is hij gepensioneerd met vier gebroken wervels en veertig procent mijnstof in zijn long en. Maar hij heeft z’n kinderen kunn en laten leren. Hij woont in een mooi huis je met een mooi tuintje. En hij heeft een knappe auto. Nou dan.’

S. Carmiggelt (1913-1987) ontwikkelde als schrijver van cursiefjes in de krant – aanvankelijk in Vooruit, de Haagse editie van Het Volk, en na de oorlog in Het Parool – een uniek meesterschap op de korte baan. Zijn rubriek `Kronkel’ was om zijn hoge graad van herkenbaarheid geliefde dagelijkse kost bij het Nederlandse lezerspubliek. De puntige, laconieke stijl ervan paste uitstekend in een vluchtig medium als de krant. Niettemin is het werk, dat nauwelijks met het oog op duurzaamheid geschreven lijkt, inmiddels deel gaan uitmaken van de Nederlandse literatuurgeschiedenis. De Arbeiderspers publiceert sinds enkele jaren met een ijzeren regelmaat de delen van de heruitgave van Carmiggelts complete oeuvre naar de eerste druk van elke bundel. Uit: Mijn moeder had gelijk (1969), Simon Carmiggelt, Amsterdam, De Arbeiderspers. Foto Eddy de Jongh


9

Jo Coenen doet een beroep op de bevolking om mee te werken aan de nieuwe toekomst van de inmiddels weer groene mijnstreek. Foto: Luc Lodder

IBA-directeur Jo Coenen proeft veel enthousiasme en betrokkenheid

“GESPREKKEN MET JONGEREN HEBBEN ME BEHOORLIJK WAKKER GESCHUD.” “In mijn herinnering was het leven ruim vijftig jaar geleden overzichtelijk. Vervoer per fiets, bus of een incidentele trein. Veld, kerk, markt en café stonden in een organische samenhang met schachten, steenbergen en de koloniën. Samen in een eenheid van werk en dagelijks leven.” Een tikje romantisch gekruid gaat de blik

Vader leraar pedagogiek. Moeder van

modderpoel nog nieuwe kracht te putten.

IBA, Internationale Bau Ausstellung is

van Jo Coenen terug naar de tijd waarin

Poolse afkomst. “Armoede dreef haar

´We vinden het hier fantastisch. We willen

een concept dat in Duitsland uitermate

de steenkolenmijnen nog draaiden.

familie via de Duitse en Noord-Franse

hier niet weg!´ Dat kreeg ik te horen.”

succesvol bleek bij het economisch,

“Zo herinner ik mij, opgroeiend in het

kolenindustrie naar Limburg. Ze hadden

lommerrijke Nuth, later Hoensbroek

gehoord dat de mijnen hier veilig waren.”

en Heerlen, de kinderrijke families, de

sociaal en cultureel opwaarderen van Luisteren naar wat de inwoners willen.

leefgebieden. Een grote mate van in-

Dat vind Jo belangrijk. Werd na de af-

spraak staat daarbij centraal. Zo ook bij

dorpskapper, bakker, slager, werkplaatsen

Die mijnen hebben Jo nadrukkelijk beïn-

braak van de mijnen de hele operatie

IBA Parkstad. Ondernemers, architecten,

van metaal- en houtbewerkers en de

vloed. “Ik ben grootgebracht met de tradi-

´van zwart naar groen´ bepaald door een

overheden èn burgers brachten bijna 300

plaatselijke danszaal.”

tie van deze streek. Ongetwijfeld werd ik

handjevol bestuurders, voor het aan-

voorstellen in, waarvan een groot aantal

hier gestimuleerd om architectuur te gaan

staande proces van leefbaarder maken

de komende vijf jaren nader uitgewerkt

Als voormalig rijksbouwmeester en

studeren. De koeltorens, schachten en

van de streek - die nu geplaagd wordt

wordt. In 2020 is een presentatie van de

internationaal vermaard architect/steden-

schoorstenen prikkelden mijn verbeelding.

door krimp en werkloosheid - gaat men

plannen.

bouwkundige met kantoorvestigingen

Het waren vaak innovatieve ontwerpen.”

met een ´bottum-up-benadering´ te rade

in Maastricht, Amsterdam, Berlijn, Bern

Sedert zijn verbondenheid aan de IBA

bij de bevolking. “Daarom voel ik me ook

Jo erkent dat sloop soms nodig zal zijn

en Milaan, is Jo niet vergeten waar hij

neemt Jo literatuur over de Limburg-

een spoorzoeker”, aldus Jo. Hij is ver-

om de totale structuur van de streek weer

vandaan komt. Als directeur/curator van

se mijngeschiedenis door, maar vooral

rast door het enorme aantal ingediende

op orde te krijgen. Hij spreekt van “de

de organisatie IBA Parkstad is hij nu weer

spreekt hij met mensen. “Ik heb al honder-

ideeën, zowel groot- als kleinschalige.

smaak van ongenoegen” als het gaat over

´thuis´. “In de tijd waarin ik vertrok, begin

den interviews gedaan. Ik wil de levende

Herinrichting van natuurgebieden zoals de

de “nerveuze introductie” van bedrijven-

jaren ´70 ging het sociaal en economisch

kennis van nu tot me nemen. Daarbij ben

Sibelco-groeve, aanleg en verbetering van

terreinen en series ringwegen, die in zijn

niet goed met de regio. Toen ik een dik

ik af en toe behoorlijk wakker geschud. Ja,

groenvoorzieningen, nieuwe bestemmin-

ogen geen afdoende oplossingen bleken

jaar geleden benaderd werd voor de IBA

in straten waar ik als kind speelde wordt

gen voor leegstaande gebouwen, tips voor

te bieden. “Een organisme waar vaak in

voelde ik me verplicht mijn kennis en

nu geschoten, maar ik raakte toch mijn

grootschalige energiebesparing, gebruik

gesneden is, daar kun je wel pleisters op

netwerk te gaan inzetten voor de trans-

vooringenomenheid kwijt. Het gevoel van

sloopmaterialen voor nieuwbouw,

blijven plakken, maar uiteindelijk blijft het

formatie van de voormalige mijnstreek,

´ze zijn met z´n allen door het ijs gezakt´

opwaardering toeristische plekken,

bloeden. Wellicht dat de IBA als genees-

waarmee ik me nog steeds erg verbonden

verdween in gesprekken met jongeren.

de aanleg van een muziekboulevard en

heer zorgt voor spoedige genezing.”

voel. ´t Is get van mich!”

Zelfs werkloze jeugd blijkt uit een

het plaatsen van bijenkasten.


10

Lied voor het Jaar van de Mijnen 2015 van Ivo Rosbeek en de Lotgenoten

IVO: “WE HEBBEN NIKS TE VERLIEZEN!” “Via strikt bepaalde spelregels werd het toeval op de proef gesteld bij alle bandleden door bijvoorbeeld een willekeurige greep in hun boeken- of platenkast. Het toeval bepaalde zo de inhoud van onze liedjes.” De Zuid-Limburgse muzikant/zanger Ivo Rosbeek beschrijft hoe de nieuwe CD ´Toeval besjteet neet´ van de formatie Ivo Rosbeek en de Lotgenoten (Steve Jansen, Roger Gransier en Wouter Houben) tot stand kwam. Een van de nummers is opgedragen aan het Jaar van de Mijnen en was een initiatief van Lei Meisen, radio/ TV-maker, cultuurambtenaar en namens Maastricht verbonden aan Het Jaar van de Mijnen. Ivo: “Er zijn natuurlijk veel liedjes over het mijnwerkersleven en over de periode na de sluitingen. Allebei kwamen we tot de conclusie dat er echter geen nummers over het mijnverleden zijn geschreven als popmuziek, vanuit de optiek van de huidige generatie. Volgens het toevalsconcept lieten we ons voor de titel van dit nummer inspireren door een krimi-boek met de titel ´Alles te verliezen`. Wij draaiden het om en het werd: ´Nieks te verleeze`.” Volgens Ivo vertaalt het lied het ´onderhuidse gevoel´ dat in de voormalige mijnstreek leeft. “We gebruiken de menselijke huid dan ook als een metafoor. Een door een plastisch chirurg strakgetrokken huid staat voor de weggevaagde mijnen, de tatoeages voor de herinneringen aan de oppervlakte en de onderhuids gelegen aderen voor de saamhorigheid die onder meer tijdens carnaval voelbaar is.” Daarnaast is er wat maatschappijkritiek in verpakt. Vandaar de titel ´Nieks te verleeze`. Ivo: “We hebben de mijnsluitingen en de ellende

Leo Meissen (links) en Ivo Rosbeek. Foto: Luc Lodder

daarna gehad. Nu kampen we weer met krimp en vergrijzing. Er is dus inderdaad niets meer te verliezen, maar nu liggen alle toekomstmogelijkheden voor de jeugd in Zuid-Limburg open. Het is niet meer nodig naar het westen verhuizen, de rest van de wereld was immers nog nooit zo dichtbij. Een stelling in het lied is dan ook dat we moeten ophouden met zeuren en de schouders eronder zetten!”

Première opdrachtwerk Theo Verbey in Theater Heerlen op donderdag 22 oktober

“SYMFONIE VERKLANKT TRANSITIE VAN DE MIJNSTREEK.” ´Lumen Ad Finem Cuniculi´. Dit is de titel van een orkestwerk dat speciaal voor het Jaar van de Mijnen is gecomponeerd.

Verbey Mahler 5

De vertaling vanuit het Latijn: ´Licht aan het einde van de tunnel´. Componist is Theo Verbey, geboren in Delft en nu wonend in Amsterdam. “Mijn in Hoensbroek wonende peetoom was

Lumen Ad Finem Cuniculi wereldpremière

mijnwerker. Als kind begreep ik dat het zwaar en vies werk was, maar hij deed het natuurlijk niet onvrijwillig. Net als

symfonie

zoveel anderen verloor hij van de ene op de andere dag zijn baan. Nadat ik deze compositie-opdracht had ontvangen, ben ik gaan lezen over de mijnhistorie en de periode na de mijnsluitingen. Ook bracht ik een bezoek aan Heerlen. Een stad die in mijn ogen hier en daar nog wel voor flink wat verbetering vatbaar is.” Met dat laatste raakt Verbey dan ook het thema dat aan de opdracht verbonden was: ´transitie´. Het voortdurende

eerste concert aankomend chef-dirigent

Dmitri

veranderingsproces waaraan de voormalige mijnstreek onderhevig is. Het initiatief tot het laten maken van een symfonisch werk van ruim 25 minuten kwam van de philharmonie zuidnederland, Parkstad Limburg Theaters en

Liss

Stichting het Jaar van de Mijnen. “Ze kenden mijn werk al en gaven me de absolute vrijheid. Ik heb me laten inspireren door de geschiedenis van de Limburgse mijnstreek, verzamelde muzikale ideeën, die ik vervolgens uitwerkte. Al met al ben ik er een half jaar fulltime mee bezig geweest. Het resulteerde in een vierdelig stuk, met een langzaam laatste deel. uit vanaf exact dezelfde plek waar minister van economische zaken Joop den Uyl in december 1965 aankondigde dat de kolenwinning in Zuid-Limburg beëindigd zou gaan worden. De halve eeuw van transitie die daarop volgde wordt verklankt in het werk van Theo Verbey. Het concert wordt gecombineerd met de qua thematiek verwante Vijfde Symphonie van Gustav Mahler, ook wel ´de symfonie van het duister naar het licht´ genoemd. Dit alles onder leiding van Dmitri Liss, met ingang van het seizoen 2016-2017 chef-dirigent van philharmonie zuidnederland.

ontw ontwerp: Comma-S ontwerpers, ’s-Hertogenbosch

De wereldpremière vindt plaats op donderdag 22 oktober in Theater Heerlen. Philharmonie zuidnederland voert het werk

Theater Heerlen do 22 okt 20.00 u

philharmoniezuidnederland.nl

Kaartverkoop via 045-5716607 en www.ParkstadLimburgTheaters.nl

Presentatie tijdens concert originele Carboon-formatie in Geleen

LP MET CARBOON-COVERS DOOR JONGE BANDS De heren van ´Carboon´ waren er tijdens popfestival Mama´s Pride te Geleen in mei jongstleden persoonlijk bij en knikten goedkeurend, toen jonge popmusici uit de mijnstreek hun nummers vertolkten. Elke muzikant of band deed dat in eigen stijl, uiteenlopend van singer/songwriter tot snoeiharde cowpunk. De mijnwerkersliedjes van ´Witse nog koempel?´, een van de twee succesvolle Carboon-LP´s uit de jaren ´70, kregen verrassend nieuwe jasjes. Dat succesvolle initiatief krijgt een fysiek vervolg. Van kolenzwart vinyl. Een oldskool LP dus. Koen van den Berg, voorzitter van Stichting Mama´s Pride: “Eigenlijk waren we overdonderd door het enthousiasme waarmee de bands meededen aan dit speciale evenement. Het sloeg enorm aan bij het publiek. We vonden meteen dat het jammer zou zijn als dit alles bij één avond zou blijven en zo ontstond het idee om de covers op een langspeelplaat te zetten. De nieuwe versies zijn opgenomen in de studio van Antoine Pütz uit Schinnen. Op de hoes prijkt een schilderij van kunstenaar Vincent Lancee uit Heerlen. Hierop een koempel, met op de achtergrond een mijnschacht.” Aan het project ´Mijn Carboon´ werken onder meer mee De Band van Van der Lende, CUDA, Joep Pelt, Peter Beeker & Ongenode Gaste, Francis en Jick Munro & His Amazing Laserbeams. De LP wordt gepresenteerd tijdens een concert op zondag 1 november vanaf 20.00 uur in de Hanenhof te Geleen. Neen, niet de jonge garde treedt daar op, maar de originele formatie van ´Carboon´. Naar verluidt is dit het laatste concert dat Carboon na 40 jaar aankondigt. De vier andere, komend najaar in Theater Heerlen zijn Koen van den Berg (links) en Antoine Pütz. Foto: Luc Lodder

uitverkocht. Volgens Koen verloopt de kaartverkoop “als een tierelier”. Er is uitsluitend ouderwetse voorverkoop op de volgende adressen: Dit & Dat, Zuidhof 23-24, Geleen-Zuid; Café Amadeus, Markt 34, Geleen-Centrum; Café Wilhelmina, Peschstraat 48, Oud-Geleen; Tabak- en Gemakswinkel Borée, Bloemenmarkt 35, Lindenheuvel-Geleen.


11

Ine en Hans omarmen de jongerencultuur in de mijnstreek. Foto: Luc Lodder

Ine Sijben en Hans Op de Coul verkozen Heerlen boven Maastricht

“VOORAL JONGEREN HEBBEN DE CULTUUR IN DE MIJNSTREEK ER WEER BOVENOP GEBRACHT.” Als gevolg van de sluiting van de mijnen werd ook het culturele leven in de regio min of meer onthoofd. Het bruist nu weer volop in de voormalige mijnstreek en dat is volgens Ine Sijben en Hans Op de Coul grotendeels te danken aan de vasthoudendheid waarmee de jonge generatie zich expressief bleef uiten. Wie alleen al eens een rondje maakt door de Heerlense binnenstad, kan er niet omheen: gigantische muurschilderingen en graffiti, popmuziek op podia en festivals, hiphop en street-art. Jeugd en jongeren hebben de toon gezet, kleur gegeven aan deze voorheen zo grauwe betonstad. Het koppel Hans en Ine - zelf nu

naar Landgraaf: “Theater Landgraaf in

die na de mijnsluitingen naar elders waren

belangstelling voor te hebben.

behorend tot de categorie ´oudere

Waubach, in de jaren ´80 opgericht door

vertrokken, ontstond er een zwart gat.”

Hans: “Ik herinner me een literaire bijeen-

jongeren´ - heeft het hele proces van nabij

jonge mensen die dachten: `Nou, dan

meegemaakt, aanvankelijk als makers van

doen we het zelf maar!´ Dat zijn jongeren

Via diverse regelingen kon mijnperso-

Multatuli gaan. Er werd gerekend op

culturele programma´s en reportages voor

die na de mijnsluitingen niet vertrokken,

neel met hun gezinnen goedkoop naar

een paar mensen, maar de zaal zat - tot

de Limburgse radio- en TV-zender L1 en

maar hier bleven.”

de schouwburg. Ine - dochter van een

verbazing van de organisatoren - bomvol.”

haar voorlopers, nu al weer enige jaren

komst voor jongeren. Het zou over

beambte - groeide op in het Heerlense

als organisatoren en begeleiders van cul-

Het dichtgooien van de mijnen hakte

Schaesbergerveld. “Als klein kind zag ik

De uit Heerlen afkomstige acteur

turele activiteiten. Zo´n acht jaar geleden

er behoorlijk in, niet alleen economisch

al de Wiener Sängerknaben en het ballet

Jeroen Willems maakte op jonge leeftijd

verhuisden ze zelfs vanuit het chique en

en sociaal, maar ook cultureel.

Romeo & Julia van Tsjaikowski. Na de

in 2001 in het vervallen Patronaat aan de

mondaine Maastricht naar het rafelige

Hans: “De mijnen ondersteunden het cul-

mijnsluitingen donderde het culturele

Sittarderweg te Heerlen een voorstelling

Heerlen. Hans, breed lachend: “Hier in

turele leven royaal. Niet alleen financieel,

leven in elkaar. In een van onze radio-

rond mijnwerkersvrouwen, hetgeen er

Heerlen ligt nog alles open. Het waait hier

maar ook initiërend en organiserend. In

reportages zegt een Heerlenaar: ´De intel-

uiteindelijk toe leidde dat dit pand werd

lekker. Niets ligt hier vast. Hier kunnen we

Kasteel Hoensbroek - dat toen in beheer

ligentia was vertrokken en de stad viel te-

verbouwd tot permanent theater. De kiem

zelfstandig voorstellingen maken. Heerlen

was bij de Staatsmijnen - vond in 1953 de

rug op de oude elite van vóór de mijnpe-

voor theaterfestival Cultura Nova werd

is de enige stad in Limburg waar de

eerste grote Nederlandse tentoonstelling

riode. Dus die dacht ook nog dorps, terwijl

begin jaren ´80 gelegd door jongeren die

conservatieve autochtonen het niet voor

met werk van Vincent van Gogh plaats.

Heerlen inmiddels een gemeente was met

constateerden dat er in het zomerse

het zeggen hebben!”

Toneel-, zang- en sportverenigingen

problemen van een grote stad.´ Vanaf de

Heerlen niets te doen was. Dank zij het

waren direct of indirect verbonden met

jaren ´70 en ´80 bleef de jeugd knokken

enthousiasme van een groep muziek-

Beiden proeven in de voormalige

de mijnen, die zelfs eigen blaasorkesten

voor eigen kansen, voor een plek in het

liefhebbers ontstond zo´n tien jaar

mijnstreek met name bij de jongere

hadden. Stadsbestuurders hadden vaak

culturele leven. In die tijd bloeide hier ook

geleden poppodium Nieuwe Nor. Ine vat

generaties “een honger naar cultuur”.

tevens zitting in verenigingsbesturen en

de scene rond punkmuziek en vervolgens

het zo samen: “Waar het wringt, daar krijg

Ine: “Kijk bijvoorbeeld eens naar een stad

zo haakte alles in elkaar. De drijvende

hardcore. Het was allemaal lekker een bee

je dynamiek!”

als Sittard, waar een levendige kunst- en

krachten waren doorgaans de hogere

tje anarchistisch.” Niet alleen muziek, maar

muziek- scene is ontstaan.” Hans verwijst

beambten en mijningenieurs, maar toen

ook literatuur, daar bleek de jeugd warme


12

Bert Breij, auteur van ´De mijnen gingen open, de mijnen gingen dicht’:

“ZUID-LIMBURG MOET INZETTEN OP HERWAARDERING TECHNIEK EN INNOVATIE.” “Tijdens en na het mijnsluitingsproces zijn vele honderden miljoenen guldens in de regio gepompt. Er is nooit een echte verantwoording geweest waar dat geld gebleven is. Joop den Uyl heeft mij later verteld het ook niet te weten en wilde een grondig onderzoek, maar het is er nooit gekomen. Wel zijn er opmerkelijke investeringen gedaan, zoals bijvoorbeeld in zwembaden en een 6 kilometer lange vierbaans snelweg tussen Eygelshoven en Waubach in een wegennet dat dit helemaal niet nodig heeft. Geld om Limburg weer op te bouwen vloog alle kanten uit, ook naar het buitenland. Dat is inmiddels wel op te maken uit diverse nota´s en rapporten. Het is hoog tijd voor een parlementaire enquête, na al die jaren alsnog een grondig onderzoek. Geïnitieerd vanuit de provincie zelf. Als het dan toch het Jaar van de Mijnen is, dan past een dergelijk initiatief er ook bij.”

Deze zag het al vroeg aankomen dat de kolen het gingen afleggen tegen andere energiebronnen en maakte zich sterk voor passende vervangende werkgelegenheid. Helaas kwam die mondjesmaat. Breij zegt nu: “De mijnen en de mijnwerkers werden gewoon afgeserveerd. Als op zo´n manier met de eeuwenoude scheepsbouwindustrie om was gegaan, dan hadden we in Nederland een revolutie gekregen!” Waarmee hij eigenlijk - zonder het uit te spreken - zegt dat de werkers in het mijnbedrijf zich als te makke schapen naar de slachtbank lieten voeren. In het Jaar van de Mijnen wordt met respect voor het verleden vooruit gekeken. Daar doet Bert Breij graag aan mee: “Het verhaal ´Limburg´ zou ik kunnen verkopen. Het heeft zoveel te bieden. Het zou een positief verhaal worden…máár met daarin ook een prominente rol voor het mijnwerkersverleden. De mijnindustrie zorgde voor veel technische innovaties, de vakscholen waren van een hoog niveau en de mijningenieurs behoorden tot de besten van de wereld. De hier ontwikkelde techniek van de koeltorens wordt nog steeds wereldwijd toegepast. Dat ontwikkelen van ´high tech´ Amsterdammer Bert Breij voelt een grote betrokkenheid met Zuid-Limburgs industrieel verleden. Foto: Luc Lodder

had men toen moeten doorzetten. Ik pleit nu dan in Limburg voor een herwaarde-

Foto: Luc Lodder

ring van techniek, in het onderwijs op alle niveau´s en in het bedrijfsleven. Ook voor Aan het woord is anno 2015 socioloog/

regio en haar mensen, gesloten.”

en als het om arbeid ging SDAP en NVV.

een imagoverbetering. Met eigen trots op

sociaal psycholoog Bert Breij, auteur van

In de periode waarin de Amsterdamse

Van boven de Moerdijk. Het leek wel of

de betekenis van een rijke historie.”

het in 1981 verschenen boek ´De mijnen

katholieke slagerszoon Bert Breij dit boek

de katholieke geschiedenis, zo ook van

Volgend jaar hoopt Bert - op zijn 72e nog

gingen open, de mijnen gingen dicht´. Een

schreef, was hij hoofd voorlichting bij

haar vakbeweging, werd weggemoffeld.

steeds aan het werk als communicatiestra-

gedetailleerd en goed gedocumenteerd

Industriebond FNV, de erfopvolger van

Dat irriteerde mij. Dat gold ook wat betreft

teeg - als psycholoog te promoveren op

verslag van de Zuid-Limburgse mijnge-

onder meer de ooit zo machtige Ne-

de geschiedenis van Limburg. Ik had de

het onderwerp: ´Psychologische drijf-

schiedenis, waarvoor hij ook langdurig

derlandse Katholieke Mijnwerkers Bond

indruk dat de Limburgers zelf weinig initia-

veren voor het wel of niet doorwerken

met Den Uyl sprak, de minister die in 1965

(NKMB). Breij is meerdere malen als gast

tief namen tot beschrijving van hun in-

van oudere werknemers.´ “Waarom stopt

het besluit nam de Limburgse kolen-

ondergronds geweest. Daarvóór kende hij

dustrieel verleden. Ik zag ze niet hun trots

een ideale werknemer op zijn 58e? Hoe

industrie af te bouwen. Breij: “Voor hem

Limburg alleen van korte vakanties in het

uiten. DSM verzweeg het, later overigens

hou je als bedrijf gezonde en talentvolle

was de herstructurering mislukt. Hij weet

Heuvelland. Vanwaar zijn fascinatie voor

minder. Dat wakkerde bij mij strijdlust aan

werknemers met veel ervaring naar diens tevredenheid vast? Deze vragen tracht ik

“Ik had de indruk dat de Limburgers zelf weinig initiatief namen tot beschrijving van hun industrieel verleden. Ik zag ze niet hun trots uiten.”

te beantwoorden”, aldus Breij. “Stop met leeftijdsdiscriminatie.” Wellicht eveneens een thema waar het Limburgse bedrijfsleven eens over mag brainstormen.

dat onder meer aan het feit dat wat hij

de mijnindustrie?

beloofde zelf niet uit kon voeren, omdat

en ik besloot een boek te gaan schrijven met de vakbeweging en de mijnwerkers

hij in de oppositie belandde. Zijn opvolgers

“Het viel mij op dat de historie in dit land

als rode draad.”

hadden naar zijn mening woordbreuk

voornamelijk als een protestantse en als

Dus komt onder meer Frans Dohmen, de

gepleegd. De mijnen vond hij veel te snel,

het om arbeid ging, socialistische

voorman van de Nederlandse Katholieke

met onvoldoende slechte opvang voor de

geschiedenis werd behandeld. Van Oranje

Mijnwerkers Bond uitgebreid aan bod.


Schrijfster Marcia Luyten: “Kerk, mijn en staat voerden de totalitaire regie.”

13

FAMILIEVERHAAL JACK VINDERS LEIDRAAD IN BOEK OVER LIMBURGSE MIJNGESCHIEDENIS In Wijnandsrade - of zoals ze zelf zegt: ´aan het randje van de mijnstreek´ - groeide Marcia Luyten op. Toen de Lange Jan, de beroemde schoorsteen van de Oranje Nassau I in Heerlen, werd omgeblazen, was ze vier jaar. “Onder mijn kinderogen werden alle sporen van het mijnverleden gewist.”

Vanuit het landelijke dorp Wijnandsrade

sneller te kloppen. Er zou een boek moeten

familieverhaal”. Dood, mishandeling,

bleef. Marcia: “Het betrof een beroeps-

sloeg Marcia haar vleugels uit. Studeerde

komen. “De eerste drie maanden van 2011

misbruik, miskramen, alcoholisme,

bevolking die gewend was naar boven te

economie, werd journaliste en is momen-

verbleef ik vrijwel permanent in Limburg

opnames in inrichtingen. Het noodlot ging

kijken en te doen wat gezegd werd. Vaak

teel een van de presentatoren van TV-

voor research. Ik sprak heel veel mensen

niet aan de familie Vinders voorbij. Jack

ging een werkloosheidsuitkering over van

programma Buitenhof. Daarvóór werk-

en zocht naar feiten. Uiteindelijk realiseer-

kreeg het nodige te verduren toen bleek

vader op zoon. De fout is gemaakt dat

te ze als krantencorrespondent in onder

de ik me dat er al genoeg over met name

dat hij niet voor het ´mannelijke´ mijn-

vervangende werkgelegenheid werd

meer Oeganda en Rwanda. “Van daaruit

de mijngeschiedenis geschreven is, dus

werkersvak koos en openlijk uitkwam voor

gezocht in maakproductie, de ´oude

schreef ik over grondstofwinningen. Koper

wilde ik me vooral gaan toespitsen op ver-

zijn homoseksualiteit.

industrie´. De mijnen hadden heel veel

in Zambia en olie in Oeganda. Uit Congo

halen. `Je moet dan eens met Jack Vinders

Marcia: “Aan de hand van de familie

technologische kennis in huis. Daarop had

komt een veelheid aan delfstoffen. Toen

gaan praten´, raadde mijn vader me aan.”

Vinders en de in 1949 geboren hoofd-

doorgezet moeten worden, op innovatie.

realiseerde ik me, dat ik van onze Limburg-

De populaire Kerkraadse zanger stamt uit

persoon Sjaakie wordt de lezer in het

Wat kwam was een kaalslag. De enige

se mijnindustrie nauwelijks iets wist. Mijn

een rasechte mijnwerkersfamilie en kan

verhaal meegenomen door de historie,

succesvolle loot was DSM.”

vader heeft een kast vol documentatie en

daar gedetailleerd en boeiend over vertel-

van opkomst tot ondergang van de

daar verdiepte ik me eens in. Het bleek

len. Vandaar. Na de eerste kennismaking

Nederlandse steenkoolindustrie.

Onder de vlag van de Internationale Bau

allemaal grootser en interessanter dan ik

was Marcia overtuigd. “Ik dacht meteen:

Nadrukkelijk aan bod komt daarbij het

Ausstellung (IBA) wordt komende jaren

me had kunnen voorstellen. In alle op-

dit wordt mijn hoofdpersoon en vroeg

aspect ´social engineering´: kerk, mijn en

gezocht naar nieuwe duurzame toe-

zichten overtrof dat alles het verhaal dat

hem toestemming om zijn familiegeschie-

staat voerden een totalitaire regie over

komstmogelijkheden voor de voormalige

ik meende te kennen. Sindsdien spreek

denis op te mogen tekenen. Ik stopte met

het leven van de mijnwerkersgezinnen.

mijnstreek. Marcia: “Deze formule is vooral

ik over de ´steenkoolindustrie´, want de

mijn onderzoek en zat uren met Jack aan

Er werd goed voor ze gezorgd, maar in

in Duitsland heel succesvol gebleken. Die

´mijnen´ vind ik eigenlijk een lief soort

de keukentafel.”

feite werd een hele bevolkingsgroep in

IBA had eigenlijk vijftig jaar eerder moeten

overtuiging, doel en gedrag gestuurd.”

komen!”

verkleinwoord.” Bij het geslacht Vinders praat je over drie Het schrijvershart van Marcia - momenteel

à vier generaties mijnwerkers. Volgens

De mijnsluitingen gaven een fikse dreun

wonend nabij Amsterdam - begon

Marcia is er sprake van een “tragisch

aan de regio, die tientallen jaren voelbaar

Het boek ´Het geluk van Limburg´ wordt gepresenteerd op zondag 18 oktober vanaf 14.00 uur in Theater Heerlen. Onder meer Jack Vinders zorgt voor de muzikale omlijsting.

Marcia ging aan de hand van Jack Vinders door het mijnverleden van Zuid-Limburg. Foto: Roger Cremers


14

Het enige dat in Mechelen herinnert aan het ´mijnverleden´ van dit dorp, is een Barbarabeeld in de kerk. Foto: Arnaud Nilwik

Marlie Koonen maakte inventarisatie voor boek ´Mechelen en de Mijnen´

“PURE ARMOEDE DREEF HONDERDEN MECHELSE ARBEIDERS NAAR DE MIJNEN.” Mechelen en de Mijnen´. Dit is de titel van een boek dat 18 oktober verschijnt. Wablief? Mechelen? Dat is toch een boerendorpje in het immer groene en idyllische Limburgse heuvelland? Wat hebben de mijnen in de vroeger zo grauwe oosthoek van onze provincie ermee te maken? Veel dus! Vanuit Mechelen en andere omliggende dorpen trokken decennialang honderden mannen dagelijks naar hun werkplek op of in de mijnen. Marlie Koonen van Heemkundevereniging Mechelen maakte een uitgebreide inventarisatie. “Al lang was ik bezig met mijn onderzoek,

vanuit Mechelen. Ook werden hier

het werk. Soms vanwege slecht begaan-

nauwgezet door en merkte: “Tot ver in de

maar toen het Jaar van de Mijnen

dennenbossen aangeplant om stuthout

bare wegen deels te voet met de fiets op

jaren vijftig gingen de vergaderingen het

aangekondigd werd, dacht ik: ´Dit is een

te leveren. Met hulp van paarden werden

de schouder. Later werd voor het hele

hele jaar door vrijwel nergens over, alleen

mooie gelegenheid om het boek te laten

de boomstammen uit de bossen gesleept.”

Heuvelland vervoer met ´koelbussen´

de voorbereidingen van het Barbarafeest,

verschijnen.´ Momenteel heb ik materiaal

Het dorp kon vóór de Tweede Wereld-

geregeld. Wie pech had en kilometers van

dat hier groots gevierd werd in december,

voor 400 pagina´s, maar ik zal het van-

oorlog grofweg worden verdeeld in

een halteplaats woonde, moest eerst nog

zijn uitgebreid beschreven. In onze kerk

wege de kosten moeten beperken tot 250.”

´boeren´ en ´werklui´. Marlie: “De boeren

een behoorlijk stuk lopen. Blijkbaar werd

staat nog een beeld van St. Barbara, de

Dat is dan toch nog een kloeke uitgave.

waren zelfstandigen, de werklui waren

thuis weinig over het werk op de mijn

patrones van de mijnwerkers.”

Geportretteerd worden ruim 400 Mechelse

afhankelijk van wat hun baas hen wilde

gepraat. We gingen eens met een groep De grote werkeloosheidsgolf na de mijnsluitingen ging aan Mechelen voorbij.

“Blijkbaar was er geen besef van het harde mijnwerkersbestaan.”

Het dorp kende niet de droefenis waaronder de mijnstreek jarenlang gebukt ging. Marlie: “De meesten hadden het blijkbaar

mannen die tussen pakweg 1910 en 1970

betalen. De rollen werden na de Tweede

van verschillende generaties naar het

zien aankomen en vertrokken zelf tijdig,

hun brood verdienden in de mijn-

Wereldoorlog omgedraaid, toen de mijn-

Mijnmuseum in Heerlen. ´Nu snappen

nadat ze ander werk hadden gevonden.

industrie. Ondergronds mijnwerkers, maar

werkers behoorlijk gingen verdienen. Een

we pas, wat ze allemaal meemaakten!`,

Dat was er voldoende in deze grensstreek,

ook bovengronds personeel. “Zeker in de

boerenzoon vertelde mee eens: `Wij moes-

zo hoorde ik. Ook Mechelen had op de

onder andere in Vaals, Aken en de Duitse

beginjaren dreef pure armoede hen naar

ten van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat

mijn verongelukten te betreuren. Ook hier

mijnen.”

de mijnen”, weet Marlie. “De enige werk-

werken en de mijnwerkers gingen op een

woonden mannen die hun arbeid met

gevers in Mechelen waren een paar grote

zonnige dag lekker zwemmen in de Geul!´

ernstige silicose moesten bekopen en aan

Het boek ´Mechelen en de

boerderijen, plus enkele mergel- en

Hij gaf toe jaloers te zijn geweest.

zuurstofflessen gekluisterd waren. Alleen

Mijnen´wordt gepresenteerd tijdens

kiezelgroeves. Mede daarom heb ik ook

Overigens emigreerden ook veel boeren-

mijnschade aan gebouwen, daar hadden

een feestelijk matinee op zondag

heel weinig fotomateriaal uit die oudste

jongens op zoek naar een beter bestaan.”

we hier geen last van.”

18 oktober van 14.00 tot 16.00 uur

periode kunnen vinden. Fotografie was

Blijkbaar was er geen besef van het harde

een luxe. Toen rond 1910 de mijnen gingen

mijnwerkersbestaan, concludeert Marlie:

Marlie nam de notulen van de Afdeling

draaien, vertrok de eerste mijnwerker al

“Aanvankelijk gingen velen per fiets naar

Mechelen der RK Mijnwerkersbond

in zaal A gen Sjoeël, Hilleshagerweg te Mechelen.


´Gluckauf´-regisseur Remy van Heugten over de streek waar hij opgroeide:

15

“REGIO´S DIE HET MOEILIJK HEBBEN ZIJN BROEDPLEKKEN VOOR CREATIVITEIT.” “Toen in oktober 1983 de schacht van Staatsmijn Emma in Hoensbroek opgeblazen zou worden, stonden we met een hele schoolklas te kijken. Stiekem hoopte ik - als kind van 7 jaar - dat hij de verkeerde kant op zou vallen, net als de schoorsteen Lange Jan van de mijn Oranje Nassau I in Heerlen, een paar jaar eerder. Dat verhaal had ik namelijk eens gehoord. Ik vond het spectaculair om de sloop te zien, maar een besef van wat het eigenlijk allemaal betekende, dat had ik totaal niet.” Wat de gevolgen van de mijnsluitingen

belandden in de criminaliteit, waarbij drank

Na ook nog de Filmacademie in

Naar aanleiding van de film vond een paar

voor de regio waren, daar kwam Remy van

en drugs ook een rol speelden. Met mijn

Amsterdam - Remy´s huidige woonplaats

maanden geleden een jeugddebat plaats

Heugten - regisseur van de film ´Gluckauf´

moeder verhuisde ik midden jaren ´90

- te hebben doorlopen, rijpte het plan

in Heerlen. Remy: “Er spraken jongeren die

- in de loop van de volgende jaren wel

naar de Heisterberg in Hoensbroek. Op

voor een verfilming van zijn jeugdherinne-

het milieu dat in de film geschetst wordt

achter. Hij bracht zijn jeugd door in

de zolder van het huis dat wij betrokken,

ringen. “Het ging om allerlei losse verhalen

kenden, zeiden zelfs dat het nu nóg harder

Schinveld, Brunssum, Hoensbroek en

troffen we een tien centimeter dikke laag

van verschillende personen, in buurten

is. Maar ze stapten eruit en door hard

Heerlen. Hoewel niet afkomstig uit een

mijnstof aan, afkomstig van de Emma. In

waar pessimisme heerste, zeg maar gerust

werken bouwden ze een nieuw bestaan

mijnwerkersgezin, hebben de mijnen en

die buurt was veel drugsproblematiek. Ik

fatalisme. Ze ontwikkelden zich niet. Toen

op. De boodschap was dan ook: crimineel

vooral de ellende en werkloosheid als

had er een baantje bij een drankenhandel.

ik een paar jaar geleden voor de research

gedrag is niet stoer. Als ik nu zeg dat je niet

gevolg van het opdoeken van deze

Die liep heel goed.” Dat laatste zinnetje

terugkwam, schrok ik behoorlijk. Ik trof

teveel moet klagen en zelf dingen mogelijk

bedrijfstak hem nadrukkelijk gevormd.

spreekt Remy uit met een bitter lachje.

wijken waar nog niets veranderd was, waar

kunt maken, dan snap ik ook wel dat dit

het zelfs erger was geworden.” Remy voegt

ver af staat van mensen die het ècht heel

“Ik voetbalde bij de jeugd van Limburgia in

“Daarna ging ik naar de filmschool in Genk,

er snel aan toe: “Dit beeld geldt natuurlijk

moeilijk hebben. Misschien dat mijn succes

Brunssum. In het logo van de club werden

waar ook inmiddels de mijnen gesloten

niet voor heel Zuid-Limburg, maar het

als filmmaker - ik ben ook maar een

nog steeds de gekruiste hamers, het

waren. Pas daar realiseerde ik me dat het

verhaal dat ik wilde gaan vertellen speelt

eenvoudige jongen - hen stimuleert.

symbool van de mijnwerkers gevoerd.

in mijn geboortestreek goed fout ging.

zich in deze desolate milieu´s af.”

De opa van een van mijn teamgenoten

De vaders van mijn voornamelijk

speelde in het elftal dat in 1950 lands-

Italiaans-Belgische vrienden in Genk waren

Het leidde tot een levensecht sociaal

dat regio´s die het moeilijk hebben en

kampioen werd door Ajax te verslaan.”

allemaal aan het werk, onder meer bij

drama, `Gluckauf´, over een vader en zoon

waar crisis heerst, broedplekken zijn voor

de Ford-fabriek. Vaders van Nederlandse

die in een criminele omgeving trachten te

creativiteit en optimisme. Dat proef ik hier

In latere jaren zag Remy om zich heen

jongens staakten bij NedCar in Born om

overleven. Inmiddels sleepte de film tien

nu ook, zo´n mentaliteit van `We gaan er

leeftijdsgenoten afzakken. “Sommigen

te protesteren tegen dreigend ontslag.”

nominaties voor een Gouden Kalf in de

wat van maken!´”

Wellicht ben ik een romanticus als ik zeg

wacht.

Remy van Heugten verfilmde zijn jeugdherinneringen in de mijnstreek. Foto: Luc Lodder


16

Sjef Logister voor het voormalig hoofdkantoor van de Oranje Nassau-mijnen. Foto: Luc Lodder

´Bovengronder´ Sjef Logister had het naar zijn zin op de Oranje Nassau

“ALS HET AAN MIJ HAD GELEGEN WAS IK ZEKER NOG TIEN JAAR DOORGEGAAN.” Ten behoeve van de kolenproductie was Zuid-Limburgs grootste industrietak opgedeeld in bovengronds en ondergronds mijnbedrijf. Een ´bovengronder´ was Heerlenaar Sjef Logister. Hij behoorde 38 jaar lang tot het personeelsbestand van de vier Oranje Nassau-mijnen. Al ver voor de oorlog had hij een opleiding in de elektro gevolgd. “Aanvankelijk zat ik in de buitendienst. Complete mijnwerkers- en beambtenwijken waren eigendom van de mijn. Ik was mede verantwoordelijk voor het onderhoud. De stroomvoorziening, daar zorgde de centrale van de Oranje Nassau voor. Vooral in de winter gebeurde het regelmatig dat transformatorhuisjes op springen stonden vanwege overbelasting. Dan moest ik op controle gaan en vaak bleek dat in de huizen elektrische kacheltjes waren bijgeplaatst. Dat was toen heel gevaarlijk, omdat elk huis maar één veiligheidszekering had. Soms moesten we met assistentie van de mijnpolitie op pad, want het gebeurde wel eens dat controleurs eruit werden geschopt.” Het waren andere tijden. Volgens Sjef

en soms niet retour kwamen, geritsel met

Heerlen zat Sjef ook in de zaal. “Er werd

eerder gestopt.” Daarna had Sjef nog

kenden arbeiderswoningen op de boven-

uitleenbonnen en vriendendiensten voor

tussendoor wel druk gemompeld, maar

een poos emplooi in een geheel andere

verdieping geen elektrisch licht en

collega´s van andere afdelingen.

er kwam geen boe-geroep. Ach, eigenlijk

branche. Hij diende mensen met een

sommige huizen hadden slecht één

Als smeerolie voor de onderlinge werk-

wisten we het al dat de mijnen gesloten

arbeidshandicap weer naar werk te

waterkraan. “Tot aan de oorlog gingen ze

verhoudingen. “Ik had eens behoorlijk te

zouden worden, alleen was het nog niet

begeleiden. “Daarbij moest ik beoordelen

nog met petroleumlampen naar boven.”

doen met een gezin met vier kinderen,

officieel bevestigd.”

voor welke werkzaamheden zij geschikt waren.”

“Ik maakte gebruik van materialen en mensen van de mijn en liet een schommel en een wip maken en plaatsen in hun tuin. Ik was, zeg maar sociaal-corrupt.”

Logister behoorde tot de gelukkigen die zonder kleerscheuren en emotionele schade het ingrijpende mijnsluitingsproces overleefden. Het ging ook anders, heeft hij van nabij meegemaakt. “Zeker drie

Sjef, afkomstig uit een geslacht van

dat het uitermate moeilijk had. Ik maakte

De Oranje Nassau I in Heerlen ging als

collega´s van me, nog jonge mannen in de

´bovengronders´, kwam na de oorlog

gebruik van materialen en mensen van

laatste mijn dicht. Sjef Logister bleef tot

kracht van hun leven, overleden plotseling

terecht in de binnendienst en hield zich

de mijn en liet een schommel en een wip

het allerlaatst om ook het sloopproces te

aan een hartaanval. Dat kan geen toe-

bezig met inkoop van materialen en het

maken en plaatsen in hun tuin. Ik was, zeg

begeleiden. “Ik had nog wel tien jaar door

val geweest zijn. Dit waren mensen die

magazijn ten behoeve van de elektriciteits-

maar sociaal-corrupt.”

willen gaan. Ik had het er naar mijn zin,

verknocht aan hun werk waren en zich

maar als ik ondergronder was geweest

ernstig zorgen maakten, zo van ´Wat moet ik nou?` Heel triest vond ik dat.”

voorziening. Een kleurrijke tijd, zo blijkt uit zijn verhalen, doortrokken van anekdotes

Toen Den Uyl zijn mijnsluitingsnota

of werkzaam op de brikettenfabriek of de

over materialen die privé werden gebruikt

presenteerde in de schouwburg van

kolenwasserij, dan was ik het liefst tien jaar


Leonie Cornips onderzocht spreektaal in haar vroegere woonplaats Heerlen

17

“STEENKOOLHOLLANDS´ IS EEN MEER LOGISCHE TAAL DAN HET NEDERLANDS.” “Ieder die zijn oor wel eens te luisteren legt op straat, in tram of bus, zullen evenals ons wel eens de taalkundige haren te berge zijn gerezen bij het horen van het Nederlands dat daar vaak wordt uitgebraakt!”

Aldus de weinig vleiende beoordeling

eigen grammatica. Daarnaast was het

van de spreektaal in de mijnstreek en

ook zo dat als je hogerop wilde komen,

met name Heerlen, kort na de Tweede

je Nederlands moest spreken. Veel hogere

Wereldoorlog opgetekend uit de mond

mijnbeambten kwamen namelijk uit

van dialectoloog Kats, samensteller van

´Holland´. Dat was lastig voor mensen

een Roermonds woordenboek.

uit Heerlen, waar tot in de jaren ´20 de

Foto: Arnaud Nilwik

raadsvergaderingen in dialect werden Het is me wat, met dat Heerlens Neder-

gehouden. Het werd voor hen giswerk:

lands. Ofwel ´Koel-huilands´. Er wordt

“hoe zou hetgeen ik wil zeggen in het

vaak de draak mee gestoken, met name als

Nederlands klinken?”

dialectwoorden letterlijk ´vernederlandst´ worden, zodanig dat een niet-Limburger

Leonie werkt in Amsterdam als ´onder-

er niets van snapt. Volgens Leonie Cornips

zoeker taalvariatie´ en tevens is ze bijzon-

bevat deze taal, die door haar omgedoopt

der hoogleraar Taalcultuur Limburg aan

werd in Heerlens Algemeen Nederlands

de Universiteit Maastricht. Ze groeide op

(HAN), ook veel prachtige vondsten die

in het Heerlense Schaesbergerveld - in

deze wijze van spreken rijker aan uitdruk-

een beambtengezin - toen de mijnen nog

kingsmogelijkheden maakt dan het Ne-

volop draaiden en draagt nog steeds een

derlands. Ze schreef er in 2003 een boekje

zichtbare herinnering aan die tijd bij zich.

over: ´Heerlens Nederlands´. Leonie: “Als

“Het pad achter ons huis was bedekt met

gevolg van de explosieve groei van de

een soort kolengruis. Als kind ben ik meer-

steenkoolindustrie kwamen mijnwerkers

malen gevallen en nu nog zie ik onder

“Als kind ben ik meermalen gevallen en nu nog zie ik onder de huid van een van mijn knieën enkele zwarte streepjes.”

uit andere delen van Nederland en diverse

de huid van een van mijn knieën enkele

Europese landen naar deze regio. Het was

zwarte streepjes.”

Als kind schetste Leonie Cornips de Lange Lies en Lange Jan, schoorstenen van de mijn Oranje Nassau I in Heerlen. Ze verklaart: “Ik woonde in het Schaesbergerveld en ik heb dit getekend alsof het een uitzicht is vanuit mijn slaapkamerraam. Maar dat kan niet, want van daaruit kon ik niet uitkijken op de mijn. Maar blijkbaar vond ik die zó dominant aanwezig dat ik de vrijheid nam om het zo te tekenen.

Nederlands voorschrijft, foute

nú in de tuin bezig. Als je zegt ´Hij eet

formuleringen, die echter niet exclusief

een appel´, dan weet je niet of hij een paar

in Limburg worden gebruikt. Ik hoor

happen neemt of de appel helemaal opeet.

Amsterdammers óók zo spreken, hoor.

Wordt er, zoals in het HAN, ´zich´ aan

Maar het HAN vult gaten in de Neder-

toegevoegd, `Hij eet zich een appel´,

landse grammatica op. Het is een feite

dan weet je dat hij die appel volledig

een mooie en logische taal, soms zelfs

verorbert.” Onderzoeken brachten haar

minder kunstmatig dan het Nederlands.”

tot de overtuiging dat het prima is om kinderen zowel dialect als Nederlands te

Graag wat voorbeelden dan!

laten praten.

Leonie: “Neem de typisch Heerlense

vaak lastig om elkaar te verstaan. Er ontstond een Nederlands met invloeden van

Ze wil meteen een paar misverstanden uit

formulering ´Hij doet in de tuin werken`.

“Het is gebleken dat het brein van twee-

het Heerlens dialect en wat buitenlands,

de weg ruimen: “Naar de stad gaan ´voor´

Dit drukt uit dat hij tuinieren als hobby

talige kinderen zich anders ontwikkelt en

een soort ´steenkoolnederlands´,

te winkelen en de WC ´aftrekken´ zijn vol-

heeft. Als je zegt ´Hij werkt in de tuin´,

omdat kinderen van een van beide talen

een nieuwe mengtaal met een geheel

gens de grammatica die correct

dan is dat de actie op dit moment: hij is

iets moeten onderdrukken bij het gebruik van de andere, trainen ze hun concentratie.” De overheid stimuleert - los van dialecten - het tweetalig onderwijs. Leonie merkt dat daarbij de nadruk ligt op Engels. “In de mijnstreek spraken veel mensen tevens Duits. Veel jeugd beheerst die taal niet meer. Het zou goed zijn om in de Limburgse grensstreek het Duits, maar ook Frans op scholen meer aandacht te geven.”

Lezing over Koelhollendsj Over het Koelhollendsj in Heerlen geeft Leonie Cornips op woendag 11 november vanaf 20.00 uur een lezing in de Tapijnkazerne te Maastricht. Aanmelding en informatie, www.sg.unimaas.nl Leonie is voorstander van meertaligheid in Limburg . Foto: Arnaud Nilwik


Filmarchief Nederlands mijnverleden online toegankelijk

18

INSTITUUT BEELD EN GELUID VIERT JAAR VAN DE MIJNEN 2015 MET PUBLICATIE ARCHIEFMATERIAAL EN VR-APPLICATIE Ter gelegenheid van het Jaar van de Mijnen 2015 publiceert Beeld en Geluid online een grote collectie archieffilms rond het leven en werken in de Nederlandse mijnen. Onderdeel van deze collectie is het volledige bedrijfsarchief van DSM (voorheen De Nederlandse Staatmijnen), dat voor het eerst online beschikbaar is. Behalve online presenteert Beeld en Geluid dit nieuw gedigitaliseerde archiefmateriaal ook in een VR-applicatie; waarin de gebruiker een virtuele rondleiding door een mijn krijgt. Deze applicatie voor de Oculus Rift zal op verschillende locaties in de mijnstreek te ervaren zijn. Met de online beschikbaarstelling van het

het dagelijks leven, de technologische ont-

http://InBeeldEnGeluid.nl/mijnen is

voor deze publicatie voor het eerst

beeldmateriaal zet Beeld en Geluid het

wikkelingen, feest en rouw tot de uitein-

behalve materiaal uit de DSM-collectie ook

gedigitaliseerd en anderen zijn opnieuw

mijnverleden op de kaart als Nederlands

delijke de sluiting en sloop van de mijnen.

een selectie Polygoon-journaals, RVD-

gescand in een hogere resolutie dan

erfgoed en brengt het de geschiedenis van

In het chronologische overzicht van de

films en een enkele amateurfilm opgeno-

voorheen.

de mijnstreek dichtbij voor iedereen: van

geschiedenis van de mijnstreek op

men. Sommige van de films zijn speciaal Naast online biedt Beeld en Geluid ook een andere manier om het leven onder de grond te ervaren: het instituut presenteert Mijn Explorer, een applicatie voor de VRbril Oculus Rift, waarin de gebruiker tijdens een virtuele rondleiding door een mijn archiefmateriaal te zien en te horen krijgt. Terwijl de gebruiker afdaalt in een mijnschacht vertelt een mijnwerker, ingesproken door Rufus Hegeman (Toneelgroep Maastricht), over het leven onder de grond. Mijn Explorer beleeft zijn primeur op de opening van de Maand van de Geschiedenis op 30 september en is vervolgens te ervaren in het Nederlands Mijnmuseum ( 5 oktober t/m 20 oktober 2015) en het Limburgs Museum (5 november 2015 t/m 5 januari 2016). De ontwikkeling van Mijn

Beeld en Geluid presenteert ´Mijn Explorer`, waarmee bezoekers vanaf 5 oktober in Heerlen en 5 november in Venlo virtueel de mijn in kunnen. Foto: Beeld en Geluid

Explorer is mede mogelijk gemaakt door de financiële bijdrages van CLICKNL en Jaar van de Mijnen 2015 (M2015).

´GLÜCK AUF´ WEERKLINKEN DE KERKKLOKKEN Heen en weer rennend bij de opening van concerten van André Rieu, zo kennen de meeste mensen hem. Multi-instrumentalist Frank Steijns volgde in 1995 zijn vader Mathieu op als stadsbeiaardier van Heerlen. Tijdens het koninklijk bezoek aan Kerkrade, Heerlen en Geleen op donderdag 8 oktober aanstaande kan Nederland niet om het mijnverleden heen. Frank voegt daar die dag een bijzonder aspect aan toe: het mijnwerkerslied Glück Auf (de oorsprong gaat terug tot de 15e eeuw) galmt dan als eerbetoon aan alle mijnwerkers op tal van carillons door het Limburgse heuvelland. Dit muzikale saluut wordt voortaan op 4 december tijdens het feest van de heilige Barbara (patrones van zowel de mijnwerkers als de beiaardiers en klokkengieters) jaarlijks herhaald! Het begin van een nieuwe traditie in het Jaar van de Mijnen 2015, #M2015.

Frank bespeelt het carillon van de Pancratiuskerk in Heerlen. Opmerkelijk detail: de draden die klavier en klokken met elkaar verbinden bestaan uit Dyneema, een door DSM ontwikkelde, oersterke kunststofvezel. Foto: Luc Lodder


19

De openingsvoorstelling van 25 jaar Cultura Nova (#cn25jaar) stond in het teken van het Jaar van de Mijnen (M2015). Letterlijk op de plek waar de Lange Lies en de Lange Jan stonden, brachten twee wereldberoemde Franse gezelschappen, Groupe F en Les Plasticiens Volants, het grootste vuurwerktheaterspektakel ooit in Nederland! Er waren maar liefst acht Cultura Nova co-producties die allemaal in het teken van #m2015 stonden. Foto’s: Luc Lodder en Fabian de Kloe


PARTNERS VAN HET JAAR VAN DE MIJNEN 2015 #M2015


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.