Competent en met compassie

Page 1

VUmc-compas Onderwijsprogramma Geneeskunde

Competent en met compassie


VUmc-compas

Een inspirerend onderwijs­ programma De opleiding geneeskunde VUmc is ingericht rond alle competenties die een toekomstige arts nodig heeft. VUmc levert artsen af die een antwoord hebben op de eisen die een dynamische samenleving stelt. De veranderingen in de maatschappij hebben gevolgen voor de manier waarop we met elkaar omgaan, hoe we tegen artsen aankijken en wat we van hen verwachten. De opleiding springt in op deze veranderingen, schenkt aandacht aan de diversiteit aan culturen, en vernieuwt zichzelf voortdurend. Het resultaat: VUmccompas, een modern en actueel curriculum.

De patiënt als vertrekpunt | Vanaf het begin van de studie is het verhaal van de patiënt het vertrekpunt. Niet alleen om te achterhalen wat deze mankeert, maar ook hoe je als arts het beste met een patiënt omgaat. Een arts is immers naast een medisch expert ook iemand die goed moet kunnen communiceren met zijn patiënten, samenwerken met andere gezondheids­

‘ De werkgroepen en het beperkte aantal colleges nodigen uit om zelf actief met de stof bezig te zijn op een manier die uitdagend en inspirerend is.’ Zoltan Gramantik, student 1e jaar master

medewerkers en in de ingewikkelde organisatie van de gezondheidszorg zijn weg moet vinden. Bijzonder aan het VUmc-compas is de aandacht voor de rol van reflector. Het belang van deze rol is onlosmakelijk verbonden met het zwaartepunt dat VUmc legt bij medische ethiek. In het VUmc-compas leren studenten kennis, vaardigheden en gedrag te integreren en verwerven ze de competenties die ze later als arts nodig hebben. Dat gebeurt vooral in een medische context. Want daar steek je het meest van op. 2

Studenten denken mee | Een ambitieus programma als VUmc-compas vraagt om talentvolle studenten. Wie iets bijzonders heeft gepresteerd op maatschappelijk, cultureel of sportief gebied, krijgt de kans zonder loting toegelaten te worden. VUmc biedt studenten individuele aandacht. En in de vormgeving van de opleiding en de beoordeling van de toetsen hebben zij een belangrijke stem.

Een bijzondere campus in een populaire stad | VUmc is geworteld in Amsterdam. Een bruisende, multiculturele stad, waar het prima studeren, wonen en recreëren is. De VU-campus is een bijzondere plek. Goed bereikbaar, compact, voorzien van alle faciliteiten die op loopafstand van elkaar liggen: van moderne college- en practica­ruimtes, een goed geoutilleerde bibliotheek, een eigen fitnesszaal, tot een strand in de zomer en een ijsbaan in de winter. VUmc ­beschikt over een eigen ruim opgezet klinisch trainingscentrum met o.a. trainingsruimten voor het groepsgewijs oefenen van lichamelijk onderzoek, ruimten voor het oefenen van vaardigheden zoals reanimeren en vena­ punctie en werkgroepruimten voor het oefenen van anamnese. Uniek is ook dat je voor de meeste gezondheidsopleidingen die Nederland kent, terecht kunt op de ­campus. Op universitair, HBO- en MBO-niveau, van biomedische wetenschappen tot nurse practitioner. De campus ligt aan de Zuidas, die zich ontwikkelt tot een centrum van internationale allure. VU en VUmc leveren daaraan een eigen en inspirerende bijdrage.


3


VUmc-compas

Een scala aan onderwijsen toetsvormen De bacheloropleiding is opgebouwd uit themacursussen, waaraan artsen en onderzoekers uit verschillende vakgebieden een bijdrage leveren. Er is plaats ingeruimd voor zelfstudie, voor zelf ontdekken en voor het oefenen van vaardigheden in groepen. Theorie en praktijk zijn nauw met elkaar verweven en de studenten volgen vanaf jaar 1 stages. Aandacht voor wetenschappelijke vorming krijgt gestalte in het jaarlijkse leeronderzoek. De opleiding hanteert uiteenlopende toetsvormen.

‘ Een tutor begeleidt en prikkelt het ontwikkelingsproces van studenten. Je kunt ze al vanaf het begin een klinische input geven. Zo gaat het vak van dokter in een veel vroeger stadium voor ze leven.’ Saskia Peerdeman, neurochirurg en tutor

De studieweek | De eerste twee jaar kent elke studieweek een vast stramien. De week begint met het openingscollege waarin een patiënt wordt gepresenteerd. Deze patiënt is zorgvuldig geselecteerd bij het thema van die week, bijvoorbeeld iemand met rugklachten. Na het hoorcollege gaan de studenten uiteen in leergroepen van twaalf, waar ze onder begeleiding van een tutor zelf hun leervragen destilleren. De rest van de week werken ze in groepjes van drie aan de beantwoording van deze vragen. Ze moeten bijvoorbeeld uitzoeken welke structuren en onderdelen van de rug klachten kunnen veroorzaken. In de practica leren ze aan de hand van de anatomie en radiologie hoe de wervelkolom is opgebouwd. Ze meten hoe de activiteit van spiergroepen verandert afhankelijk van de lichaamshouding. Aan het eind van de week presenteren de studenten hun bevindingen in de leergroep. In de slotconferentie brengen de docenten alle 4

componenten bijeen: het verhaal van de patiënt, de leerstof, en de theoretische en praktische studieopdrachten. In het derde jaar verandert deze opbouw. Het thema van de week bepaalt de invulling. Dat betekent de ene week veel practica, in een andere week ligt het accent meer op kennisverwerving. De leergroepen transformeren in werkgroepen, die altijd worden begeleid door clinici of andere specialisten. Zijn de tutoren uit de eerste twee jaar vooral procesbegeleider, de begeleiders van de werkgroepen fungeren als vraagbaak op medisch-inhoudelijk gebied.

Het leeronderzoek | Een bijzonder onderdeel van VUmc-compas is het leeronderzoek. Daarin doen de studenten al in hun eerste jaar een wetenschappelijk onderzoek. Studenten verzamelen gegevens over de leefstijl en gezondheid van hun jaargroep. Ze doen metingen bij elkaar, leren de gegevens te ordenen, bewerken en analyseren. De resultaten presenteren ze op een minisymposium. Elk volgend jaar keert het leeronderzoek terug met steeds meer diepgang.


‘ Het patiëntcollege vind ik heel fijn. Je krijgt real live een ziektebeeld geschetst. Dat maakt het veel interessanter dan als je het uit een boek moet leren.” Hayat Aajoud, student 3e jaar 5


VUmc-compas

Een scala aan onderwijs­ en toetsvormen Oefenvormen | Om de studenten zorgvuldig voor te bereiden op de omgang met patiënten, wordt er veel geoefend: op elkaar, met simulatiepatiënten en met professionele acteurs. Hoe ga je om met lastige situaties, met agressieve of juist timide patiënten? Wanneer stel je grenzen en hoe doe je dat? Vanwege de multiculturele samenstelling van onze samenleving, krijgt de omgang

‘ Het draait allemaal om competenties. Kennis heb je nodig, maar kennis alleen maakt je nog geen goede dokter.’ Marjolein Wintzen, leerstagecoördinator

met patiënten uit andere culturen extra aandacht. Na een speciale training treden medestudenten uit andere culturen op als simulatiepatiënten. Tijdens de praktijkstage huisartsgeneeskunde in het tweede jaar maken de studenten video-opnames van elkaar als ze een consult afnemen bij een patiënt. Met de feedback kunnen ze in een volgend practicum hun competenties verbeteren.

al zijn resultaten. Daar horen ook de beoordelingen bij van reflectieopdrachten en het functioneren in de leergroepen.

Professioneel gedrag | Voor een goede beroepsuitoefening als arts is professioneel gedrag essentieel. Professioneel gedrag is het gedrag van de beroepsgroep. Dit gedrag wordt beoordeeld op basis van waarneembaar gedrag van de student. Het gedrag wordt beoordeeld met betrekking tot drie situaties: omgaan met werk en taken, omgaan met anderen (patiënten, collega’s, etc) en omgaan met het eigen functioneren. Om studenten inzicht te geven in het eigen professioneel studentgedrag worden alle studenten op basis van het gedrag dat ze vertonen tijdens het onderwijs (tutor-, mentor- en coachgroepen) en in de praktijk bij de diverse stages beoordeeld. Zo wordt studenten geleerd zich altijd professioneel te gedragen tegenover patiënten, collega’s uit diverse disciplines en ook tegenover zichzelf.

Toetsen | VUmc-compas kent een breed scala aan toetsen. Het meten van de verschillende competenties vraagt om daarbij passende toetsvormen. Zo wordt elke themacursus afgesloten met multiple choice vragen, primair gericht op kennis en inzicht. In het stationsexamen moeten de studenten hun vaardigheden tonen, bijvoorbeeld bloeddruk meten. Bij de ‘twee-voor-twaalftoets’ mogen de studenten feitelijke informatie opzoeken; de juiste beantwoording vergt toepassen van inzicht. De parate-kennistoets peilt essentiële feitenkennis van de cursus, maar ook van cursussen daarvoor. In zijn digitale portfolio verzamelt de student 6

‘ De kernelementen van de medisch expert zijn het stellen van diagnoses, een behandeling inzetten en aan individuele preventie doen. Deze elementen komen al in het eerste jaar aan bod, telkens in leersituaties die dicht bij de beroepspraktijk staan.’ Henk de Vries, rolcoördinator medisch expert


7


VUmc-compas

De acht rollen van de VUmc-arts Als academicus levert hij een wetenschap­ pelijke bijdrage aan de gezondheidszorg. Hij bevordert het onderricht aan studenten, patiënten en anderen. Hij erkent het belang van levenslange scholing en vervult daarin een rolmodel. De VUmc-arts vraagt zich altijd af wat de wetenschappelijke basis is van een bepaalde vorm van diagnostiek of therapie. Hij denkt en handelt op een wetenschappelijke manier, kijkt kritisch naar informatie en is in staat zelf een mening te vormen. Van medisch expert tot samenwerker De communicator kan een effectieve relatie De VUmc-arts is een medisch expert. Hij aangaan en onderhouden met patiënten, beschikt over de meest actuele medische collega’s en andere zorgverleners. Zijn kennis en bezit de vaardigheden deze toe vermogen om helder te communiceren te passen. Hij kan gegevens verzamelen is van essentieel belang om hoog en interpreteren, een probleemanalyse gekwalificeerde zorg te kunnen bieden. maken, de juiste klinische beslissingen De arts als samenwerker is in staat nemen en uitvoeren. Hij doet dit doeltreffend samen te werken met wetenschappelijk en ethisch onderbouwd, collega’s, andere zorgverleners, met communicatief vaardig en kosteneffectief. patiënten en patiëntengroepen. Hij kan informatie overbrengen, onderhandelen, leidinggeven, ‘ Het vak van arts is complex, dat geldt zeker voor de consulteren en feedback geven. communicatie. Een groot deel van zijn tijd voert een arts Elke dag neemt de arts als organisator gesprekken met patiënten. In die gesprekken verzamelt besluiten over het te voeren hij informatie waarmee hij een diagnose kan stellen en beleid. Hij kan prioriteiten stellen, een behandeling starten. Hij moet dus op een efficiënte deze uitvoeren en evalueren. en effectieve manier communiceren, anders mist hij Als gezondheidsbevorderaar belangrijke medische informatie. Vandaar dat we hoog erkent en bepleit hij het belang inzetten op de rol van communicator.’ van preventieve gezondheidszorg José van der Kreeke, rolcoördinator communicator voor de individuele patiënt, patiëntgroepen en de maatschappij. De beroepsbeoefenaar beoefent de patiëntenzorg volgens de hoogst geldende medische en ethische standaarden en spant zich voortdurend in om deze volledig te beheersen. Hij kan als reflector naar zijn persoonlijke en professionele functioneren kijken en weet waar zijn mogelijkheden en grenzen liggen. Hij is in staat zijn scholing en loopbaanontwikkeling hierop af te stemmen. Kennis maakt ons beter, luidt de slogan van VUmc. Maar pas als je weet hoe je die kennis het beste kunt toe passen, ben je een complete arts. In het VUmc-compas leren de studenten kennis, vaardigheden en gedrag te integreren. Zo verwerven ze competenties die ze professioneel kunnen inzetten in hun werk als arts. In dat werk heeft het VUmc acht essentiële rollen onderscheiden en elke rol vraagt om specifieke competenties.

|

8


Competenties | Elke rol vraagt dus om specifieke competenties. Ze komen op allerlei manieren aan bod tijdens de opleiding. In de leergroepen leren de studenten discussiëren, naar elkaar luisteren, oefenen in het geven van feedback, een bijeenkomst voorzitten, notuleren, presenteren. Na het eerste jaar moet iedereen een aantal vaardigheden hebben geoefend die nodig zijn om de rollen van samenwerker, reflector en organisator goed te kunnen vervullen. Tijdens de practica komen weer andere rollen aan bod. Bij het practicum over een slechthorende patiënt bijvoorbeeld, leren de studenten hoe je een relatie kunt opbou-

wen met zo’n patiënt. Welke vragen moet je stellen om te achterhalen wat hij heeft, hoe doe je het lichamelijk onderzoek? Dat zijn de rollen van communicator, beroepsbeoefenaar en medisch expert. De competentiepractica zijn niet alleen gekoppeld aan de themacursussen, maar bereiden ook voor op de praktijkstages. Zo komt in het tilpracticum de rol van gezondheidsbevorderaar naar voren. De rol van de academicus loopt als een rode draad door het curriculum. De studenten doen elk jaar een leeronderzoek, dat hen aanzet tot wetenschappelijk denken. In de loop van het curriculum worden alle rollen steeds verder uitgediept. 9


VUmc-compas

De praktijk als richtsnoer Een vroege oriëntatie op de praktijk van het medisch handelen motiveert. De theorie komt tot leven en beklijft daardoor beter. Het vak krijgt inhoud, studenten weten wat er later van ze wordt verwacht en wat ze daarvoor moeten doen. Vandaar dat in VUmc-compas de studenten vanaf het begin van hun studie veel in de praktijk leren en oefenen.

de huisarts zien ze patiënten en houden een intake. Ze kunnen – als dat van pas komt – hun verworven vaardigheden toepassen, zoals het afnemen van een anamnese en een lichamelijk onderzoek. Of hun kennis over de meest voorkomende klachten in de huisartspraktijk gebruiken. Het derde jaar werkt helemaal toe naar de masterfase wanneer de studenten in De bacheloropleiding Aan het eind van het de kliniek aan de slag gaan. Het klinisch eerste jaar lopen de studenten vier weken redeneren staat daarom centraal: hoe kom een praktijkstage zorg in een verpleeghuis je van klacht tot diagnose? De studenten of verpleegafdeling van een ziekenhuis. moeten alle competenties inzetten bij Het is hun eerste, echte contact met zieke deze vertaalslag. De medisch expert, mensen. Ze leren professioneel gedrag bijvoorbeeld, moet de mechanismen van aan en zich te verdiepen in de patiënt. specifieke ziektebeelden herkennen. De communicator is in staat om via ‘ De gezondheidszorg komt past echt tot leven als je er middenin een gesprek met de patiënt de staat. Er is geen boek dat een juiste impressie kan geven van de klachten te herleiden tot een situatie waarin je met een schort, vies van bloed en vruchtwater, ziekte. Om steeds meer feeling staat te assisteren bij een bevalling. Een blackboard fi lmpje te krijgen voor het werk van kan niet tippen aan het bijwonen van een keizersnede. En een een clinicus neemt het aantal handleiding voor een goed gesprek kan niet beschrijven hoe je patiëntcontacten fors toe. moet reageren als tijdens een poli-gesprek blijkt dat een vrouw Via de patiëntdemonstraties, haar hepatitis B heeft verzwegen voor haar man.’ casuïstiek en de uitwisseling Zoltan Gramantik, student 1e jaar master met specialisten in de werkgroepen. Zo vergaren de studenten een uitgebreid Wat betekent het om in een ziekenhuis te diagnostisch arsenaal, waardoor ze liggen? Hoe ga je om met zieke mensen, met goed zijn toegerust om de stap naar hun emoties en die van jezelf? Ze ervaren de kliniek te zetten. In VUmc-compas wat het werk van verpleegkundigen en gebeurt dit al in het vierde jaar. verzorgenden inhoudt en leren met hen samen te werken. In praktijktaken komen de verschillende rollen aan bod. Ze gaan bijvoorbeeld na hoe de instelling in elkaar zit, nemen een anamnese af, en bereiden het ontslag voor waardoor ze zich gaan realiseren wat daar allemaal bij komt kijken. In het tweede jaar draaien de studenten in tweetallen elke maand een dag mee in een huisartsenpraktijk. Onder supervisie van

|

10


11


VUmc-compas

Excellente arts in wording De masteropleiding beslaat drie jaar en wordt voor het grootste deel gevuld met stages in de kliniek. Dat is de kliniek van VUmc of van partnerziekenhuizen en extramurale instellingen, waarmee de masteropleiding samen is ontwikkeld. In een klinische context leren de studenten alle aspecten van het vak. Ze worden gestimuleerd hun competenties verder te ontwikkelen, en de toetsing heeft ook hier een expliciete plaats.

Intensieve voorbereiding | In VUmccompas gaan de studenten al in hun vierde jaar - het eerste masterjaar - de kliniek in. Ze zijn tijdens de bacheloropleiding getraind op een professionele manier om te gaan met patiënten, collega’s, en andere zorgverleners. Bij de start van het eerste masterjaar volgen ze bovendien een intensieve scholing van twee weken in het centraal klinisch trainingscentrum van VUmc, waarin ze oefenen in anamnese en algemeen lichamelijk onderzoek. Daarna volgen zes leerstages van elk zes weken, telkens voorafgegaan door een week specifieke training voor de betreffende discipline. Pas als uit een toets blijkt dat ze voldoende zijn voorbereid, mogen ze naar hun stageplek. Elke week komen de studenten een dag terug in het klinisch trainingscentrum voor feedback, zelfstudie en oefenen.

Junior co-assistent | De studenten functio­ neren in het eerste masterjaar als junior co-assistenten. Ze zijn in de eerste plaats student en bereiden zich in groepjes van vier voor op het verlenen van daadwerkelijke patiëntenzorg. En waar kan dat beter dan op de werkvloer? De studenten nemen onder supervisie anamneses af en verrichten lichamelijk onderzoek. Ze krijgen bedside teaching, volgen activiteiten op 12

de afdeling, zoals overdrachten, visites en multidisciplinair overleg. Telkens zijn hieraan praktijkopdrachten gekoppeld, zoals bijvoorbeeld het beschrijven van het verloop van een overdracht. Begeleiders beoordelen de praktijktaken en geven feedback op alle aspecten van de uitvoering: de kennis die ze tentoonspreiden, hoe ze met de patiënt omgaan, hoe ze zich professioneel gedragen, hoe ze hun vaardigheden uitvoeren.

Co-assistent | In het tweede jaar worden studenten als co-assistent lid van het behandelteam en nemen ze een gedeelte van de zorg voor een patiënt op zich, altijd onder supervisie. Ze nemen bijvoorbeeld een consult af, doen een lichamelijk onderzoek, en bespreken de bevindingen met de begeleidend arts.

Semi-arts | In het derde, laatste jaar lopen de studenten gedurende zes maanden een semi-artsstage, waarin ze met veel verantwoordelijkheden zelfstandig leren werken. Ze vervullen daarnaast een wetenschappelijke en een keuzestage. De studenten kiezen zelf waar ze de stages gaan volgen. Wie zich wil specialiseren in de kindergeneeskunde, doet bijvoorbeeld de semi-artsstage bij de afdeling kindergeneeskunde, de wetenschappelijke stage bij een onderzoeksinstituut dat zich met (kinder)kanker bezighoudt en de keuzestage bij een kinderziekenhuis in het buitenland. Door deze opbouw kan de overgang naar de vervolgopleidingen, die ook zijn ingericht volgens het concept met rollen en competenties, soepel verlopen.


‘ We willen niet alleen dokters die veel weten of die handig zijn met opereren. We willen ook dokters bij wie de patiënt zijn verhaal kwijt kan, die empathisch zijn. Dokters die begrijpen wat de patiënt wil of juist niet wil.’ Maurice Wouters, projectleider ontwikkeling masteropleiding

13


VUmc-compas

Een eigen koers met VUmc-compas VUmc biedt studenten alle aandacht en alle kansen om de studie geneeskunde tot een succes te maken. Het onderwijsprogramma zit uitgekiend in elkaar en is goed georganiseerd. Docenten zijn toegerust met de nieuwste inzichten, zowel inhoudelijk als op onderwijskundig gebied. Studenten zijn betrokken bij het onderwijsprogramma en bij de beoordeling van de toetsen. Wie meer wil, kan op diverse manieren aan zijn trekken komen.

Persoonlijke aandacht | Het onderwijs vindt voor het overgrote deel plaats in kleine groepen, onder begeleiding van een tutor. De tutor uit het eerste semester wordt voor enkele jaren mentor van de studenten van zijn leergroep. De docenten zijn toegankelijk en staan open voor vragen. Studenten die behoefte hebben aan extra begeleiding, kunnen terecht bij de studieadviseurs. De talloze studentenorganisaties en verenigingen bieden volop mogelijkheden voor persoonlijke contacten.

Honoursprogramma | Voor studenten die ambities hebben op wetenschappelijk gebied, is er naast het onderwijsprogramma een honoursprogramma. Dit programma geeft studenten de kans alle facetten van het medisch onderzoek te ontdekken. Ze nemen deel aan wetenschappelijke congressen in binnen- en buitenland. Het honoursprogramma resulteert in een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift (als eerste auteur) en een presentatie op een symposium.

De beste begeleiding | De wijze van onderwijs geven aan VUmc vereist specifieke competenties van docenten, zodat studenten de beste begeleiding 14

krijgen. Vandaar dat VUmc veel doet aan de professionalisering van het docentencorps. Een uitgebreid cursusaanbod voorziet in de individuele behoeften van de docenten.

Decentrale selectie | VUmc waardeert bijzonder talent en selecteert daarom 50 procent van de studenten zelf. Dat gebeurt via decentrale selectie, waarbij geen loting plaatsvindt. VUmc wil zo aankomende studenten met ambitie, talent of ervaring een extra kans geven op een opleidingsplaats. Wie in aanmerking wil komen voor decentrale selectie, moet kunnen aantonen dat hij over een grote motivatie en goede studievaardigheden beschikt voor de studie geneeskunde.

Topprestatieregeling | Studenten met buitengewone prestaties op het gebied van sport, dans, muziek of een bestuurlijke activiteit kunnen gebruik maken van de topprestatieregeling. Deze regeling stelt hen in staat de studie met de topprestatie te combineren. Als de student bijvoorbeeld op trainingskamp is, kan hij practica later inhalen.

Over de grens | Studenten die hun horizon willen verbreden, kunnen stages lopen in het buitenland, een summerschool volgen, een congres over de grens bijwonen. Dit biedt de mogelijkheid kennis te maken met andere ziektebeelden. Ze ervaren dat het niveau en de organisatie van de gezondheidszorg verschilt per land en cultuur, net als de beleving en behandeling van ziekten. De VU en VUmc onderhouden over de hele wereld goede contacten met tal van ziekenhuizen en universiteiten.


‘ Het werk voor het orkest vergt veel tijd. En soms moeten dingen gebeuren, uitgerekend op het moment dat er een practicum is. Met mijn topprestatieovereenkomst kan ik dat op een ander moment doen. Door deze regeling kan ik ook meespelen in het Nederlands Studenten Orkest, terwijl mijn studie er niet onder lijdt. Perfect!’ Tirza Geerlings, student 1e jaar master, violiste en bestuurslid van het VU-Orkest

15


VUmc-compas In deze brochure maakt u kennis met VUmc­compas, het onderwijsprogramma geneeskunde van VUmc

oktober 2008 Uitgave VU medisch centrum Postbus 7057 1007 MB Amsterdam www.VUmc.nl e-mail: communicatie@VUmc.nl telefoon (020) 444 3444

Tekst: Wilma Mik Eindredactie: Lys Bouma en Jan Spee Vormgeving: Marcel Bakker FotograďŹ e: DigiDaan


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.