YESWECONOMY 10.000 tips* om de wereld nog te redden
Gelieve niet op de openbare weg te gooien
Hogeschool PXL Journalistiek 28 mei 2015
*Tip 1: nooit overdrijven Š Red Bull
Yes We Conomy 06
© Z33
LIMBURG WIJST DE WEG
10 20 24 32 40
GEEN IK, MAAR WIJ
12 | Erik Paredis: ‘Zo kan het niet verder’ 16 | Zero Waste Challenge
DEELECONOMIE ALS REMEDIE TEGEN DE CRISIS 22 | Erik Mathijs: ‘Weg met de ik-maatschappij’ 26 | Ecopower 28 | Community Supported Agriculture
TRANSITIE IN LIMBURG 24 | Lijst met alle transitie-initiatieven in Limburg
SOCIAAL DENKEN 35 | Cambio Autodelen 38 | Cohousing
WEG MET DE WEGWERPMAATSCHAPPIJ 42 | Fablab 44 | Repair Cafés
Voorwoord
D
e aarde heeft koorts en de mens is het virus. Het eerste Living Planet Report van de natuurbehoudsorganisatie WWF in 2010 drukte ons hardhandig met onze neus op de feiten. Ons verbruik overschrijdt op dit moment de draagkracht van de aarde met vijftig procent. Tegen 2030 zullen we een tweede planeet nodig om de wereldbevolking te kunnen voeden, als we aan dit tempo voortdoen. De gevolgen zijn dramatisch: diersoorten sterven uit, natuurrampen slokken steden en mensen op en grondstoffen worden steeds zeldzamer. De vraag die zich echter steeds vaker opdringt, is of we er zelf nog zullen zijn om deze catastrofe mee te maken. De grens voor de ‘aanvaardbare’ opwarming van de aarde ligt op 2 graden Celsius. We stevenen echter af op een aarde die maar liefst 4 tot 6 graden warmer is. Die warmere aarde wordt gekenmerkt door extreme hittegolven, gebrek aan voedsel, het verlies aan ecosystemen en biodiversiteit en het stijgen van de zeespiegel tot levensbedreigende hoogtes. Kevin Anderson van het Tyndall Centre for Climate Change Research gaat nog een stap verder door te zeggen dat het leven op een 4 graden warmere aarde incompatibel is met elke redelijke vorm van een geciviliseerde samenleving. Het goede nieuws is dat we dit doemscenario kunnen voorkomen. Met genoeg samenwerking vanuit alle belanghebbende groepen is het mogelijk om een Marshall-plan voor de aarde in gang te zetten. Eerst moeten we echter stoppen met massaal de andere kant op te kijken ten voordele van ons eigen gemak. Het is geen makkelijke weg om te bewandelen, maar hij is noodzakelijk voor het voortbestaan van de mensheid. Klimaatverandering kan de voortstuwende kracht zijn voor een positieve verandering. Transitie zal de mens onherroepelijk veranderen en de samenleving van de nabije toekomst zal
onherkenbaar zijn. We zullen anders moeten leven, onze economieën moeten anders functioneren en zelfs onze plaats op de planeet zal wijzigen. De laatste jaren openen we langzaamaan de ogen voor deze problematiek. De overheid is moeilijk te overtuigen en de mens zit vastgeroest in zijn oude gewoontes. De voortstuwende kracht moet op dit moment van het volk komen, dat met zijn inspanningen transitie op de agenda zet. Over de hele wereld slaat men de handen in elkaar om onze aarde wat rust te gunnen. YesWEconomy is een project van studenten Journalistiek aan de PXL om de jonge transitiebeweging binnen Limburg in kaart te brengen. Door middel van interviews met experts hopen we meer inzicht te verschaffen in de ecologische revolutie die op til is. We doken in transitieorganisaties om de evolutie van binnenuit te bestuderen. We groeven in het brein van insiders en verzamelden in dit magazine hun overwegingen, overtuigingen en passies. Bovendien geven we met een kaart een overzicht van de bewegingen in Limburg die zich als transitieorganisatie profileren. Transitie is de laatste maanden een zoektocht geweest die zich zowel binnen als buiten onszelf heeft afgespeeld. We hebben ons ondergedompeld in de beweging en een eigen transitie-evenement georganiseerd. Met YesWEconomy hopen we kracht toe te voegen aan de groeiende transitiebeweging binnen Limburg en bij te dragen aan een nieuwe wereld. Wat volgt, is een compacte selectie van een reeks interviews en reportages over transitie. Het volledige magazine ‘YesWEconomy’ kan je terugvinden op www.relaaz.be. Het design van de voorpagina is tot stand gekomen met hulp van Guy Mortier, waarvoor dank.
Colofon Laurens Bammens, Maarten Claes, Mark Coenen, Laura Colémont, Wout Donckers, Aaron Eerdekens, Yasmine El Farissi, Chiel Fransis, Cédric Habex, Alexandra Heinen, Melissa Hellings, Gijs Hendriks, Merlijn Kinnaert, Marijcke Lecok, Robin Locht, Guy Mortier, Asli Özyurek, Saul Pauls Asensio, Eric Pompen, Jip Peels, Yannick Reulens, Diny Thomas, Pauljan Truyens, Lies Vanbets, Matthias Vanherle, Steven Vanmechelen, Christophe Van Ende, Kenneth Voorter, Annick Wellens, Valerie Wynants
© GF
Limburg wijst de Weg © Tepeko
Klimaatplan kiest voor transitie
L
imburg is na de gezelligste, ook de groenste
Het was in 2008 dat de Limburgse klimaatambitie
provincie van België. De Limburgers hebben als
vorm begon te krijgen. Van Europa moeten er sowieso
eerste een klimaatbeleid dat transitiewaardig is.
doelstellingen rond energie, water- en luchtkwaliteit gevolgd
Tegen 2050 wil het provinciebestuur dat Limburg
worden. Daarom liet Limburg een studie uitvoeren om de
klimaatneutraal is.
klimaatambitie waar te maken.
Duurzaamheid en klimaat zitten in de genen van de
Het provinciebestuur legde de lat hoog. Er werd
Limburgers. Al jaren lopen in de provincie ecologische
afgesproken dat Limburg klimaatneutraal zou zijn tegen
initiatieven rond mobiliteit, ondernemen, bouwen,
2020. Inmiddels zijn de politieke kaarten opnieuw geschud.
energie en wonen.
‘Klimaatneutraliteit staat bij de nieuwe gedeputeerde Ludwig Vandenhove (SP.A-Groen) _ bevoegd voor leefmilieu _ hoog op de agenda, maar hij had wel een andere aanpak voor
6
YesWEconomy
ogen’, zegt David Michiels, coördinator van het klimaatbeleid in Limburg. ‘Er dreigt natuurlijk een afschaffing van de provinciebesturen in Vlaanderen. Nu, die afschaffing blijkt eerder een grondige afslanking te worden. Later is natuurlijk ook de bom in de vorm van Ford Genk gebarsten. Die heeft in de provincie heel wat prioriteiten verschoven.’ Transitie 2050 De ambitie werd bijgesteld en Limburg koos voor klimaatneutraliteit tegen 2050. 2020 blijft wel de eerste mijlpaal. De uitstoot moet tegen dan al zoveel mogelijk gereduceerd zijn. Daarna zal het bestuur kiezen welke zaken voortgezet worden tot 2050. Het is dus zeker geen afzwakking, eerder een plan dat geduld nodig heeft. Natuurlijk kan de provincie dat niet alleen. Met de dreigende machtsvermindering probeert de provincie ervoor te zorgen dat de toekomst van het klimaatbeleid veilig staat. Een van de zaken die erg vooruitstrevend zijn in het klimaatplan, is de samenwerking tussen burgers en bedrijven. Alle nieuwe klimaatvriendelijke projecten moeten openstaan voor minstens 20% coöptatie van burgers en de lokale overheden. ‘Bijvoorbeeld door te investeren in de school
David Michiels
Coördinator klimaatbeleid in de provincie Limburg. © GF
van je kinderen. Door een kleine investering te doen kan de school de kosten drukken en geld uitgeven aan andere dingen. Als je zoon of dochter na zes jaar de school verlaat, krijg je gewoon het instapbedrag terug’, zegt Michiels. Dan is er ook het burgemeestersconvenant. Het is een initiatief van de Europese Commissie dat lokale overheden moet stimuleren iets te doen aan het klimaat. Onder impuls van de provincie hebben alle 44 Limburgse gemeenten zich hierbij aangesloten. Europa besloot dat met de samenwerking van de gemeenten en steden het mogelijk moet zijn om voor 30% minder broeikasgassen te gaan tegen 2020. Dat is ook het streefdoel van de provincie. Het provinciebestuur trok sinds 2012 honderdduizenden euro’s uit voor het realiseren van de klimaatambitie. Limburg is ook bij Europa om geld gaan vragen. ‘Er bestaan Europese fondsen voor wat wij proberen te doen. Jammer genoeg zijn die meer bedoeld voor grote steden. Door alle gemeenten in blok te laten aansluiten probeerden we Limburg als een ‘stad’ erdoor te krijgen, maar die fondsen hebben het eerder over Londen, Parijs en Barcelona. De resultaten van deze strategie zijn beperkt gebleven.’
“
De sluiting van Ford Genk heeft in de provincie heel wat prioriteiten verschoven
Begin bij jezelf De provincie beseft dat voor de toepassing van de maatregelen grote inspanningen nodig zijn, maar is er wel YesWEconomy
7
zeker van dat ze haalbaar zijn. Sommige maatregelen zijn ook bijgesteld, omdat ze als niet haalbaar of niet wenselijk werden beschouwd. ‘De focus van de verschillende initiatieven moet vooral komen te liggen bij energie- en materialenbesparing bij bedrijven, het verder verbeteren van de energiehuishouding van woningen (isoleren, verbruik toestellen) en het verder vervangen van fossiele brandstoffen door hernieuwbare energiebronnen,’ zegt Michiels. Het klimaatplan oppert ook voor de juiste investeringen. Om tegen 2050 optimale duurzame energieopwekking en maximale energie-efficiëntie te halen, moeten nu al de juiste investeringen gebeuren. Het zal ook de taak van de gewone mensen zijn om milieuvriendelijker te gaan leven. Er zijn ook maatregelen die Limburg zullen tegenhouden. Zo houdt de provincie zijn voet stijf en laat het niet toe dat schaliegas en koolmijngas ontgonnen zullen worden. Deze nieuwe fossiele brandstoffen ontginnen zou teveel CO2-uitstoot veroorzaken. Met deze vorm van ontginning wordt een stap terug in de tijd gezet en het is alles behalve duurzaam. Dan is er nog het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK). Het SALK zou volgens de provincie enkel zaken mogen implementeren als ze duurzaam zijn. Bij jobcreatie en dergelijke meer wordt klimaatvriendelijkheid niet altijd hoog in het vaandel gedragen. De provincie haalt aan dat het SALK een politiek product is dat bovendien met grote tijdsdruk is ontstaan. Ze drukken vooral hun bezorgdheid uit over de Limburgse mobiliteit. Een traject dat al jaren een moeilijk punt is in Limburg, zeker sinds de besparingen van De Lijn en de NMBS en de kritiek op de tramlijn van Hasselt naar Maastricht. © David Edgar
Groepsaankopen De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Limburg is het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het sociaaleconomisch beleid. Ook zij beseffen dat de
8
YesWEconomy
wereld voor een transitieperiode staat. Zij
samen met POM Antwerpen en POM West-
doen er daarom alles aan om de bedrijven
Vlaanderen. POM garandeert 100% groene
hiermee te helpen.
stroom uit eigen streek aan een voordelig tarief. Bedrijven besparen gemiddeld 15%
Concreet organiseert POM Limburg een
energiekosten. Zeker een goed begin.
groepsaankoop van groene energie en aardgas. Zo dragen zij hun steentje bij aan
Het worden hoe dan ook moeilijke jaren
WEconomy en klimaatneutraliteit. Vorig jaar
voor Limburg. De kleinste provincie moet zijn
waren er zo’n 55 bedrijven die deelnamen aan
mannetje staan, maar zal uiteindelijk wel laten
de groepsaankoop. Samen spaarden
zien dat ze het al die jaren bij het rechte eind
ze 650 000 euro.
hadden. Sterker nog, tegen 2050 zal blijken dat Limburg de juiste keuzes heeft gemaakt.
POM Limburg werkt niet alleen. Ze organiseert
Ondanks de moeizame start zal Limburg toch
al voor het derde jaar zo’n groepsaankoop
bovenaan de ladder eindigen.
© Bart Bosmans
YesWEconomy
9
Geen Ik, maar Wij T
ransitie is een vaag begrip. Enerzijds
kijken naar de waardecreatie van een product. Als
is het onlosmakelijk verbonden met
voorbeeld haalt hij het hergebruik van grondstoffen
begrippen als duurzaamheid, milieu en
aan: ‘Een kapotte laptop wordt als waardeloos
andersglobalisme. Anderzijds is het zoveel
beschouwd. Toch bezit de laptop nog waardevolle
meer dan dat. Volgens de Engelse milieu-activist
eigenschappen, alleen niet voor de consument.’
Rob Hopkins, stichter van het netwerk ‘Transition Towns, is transitie een grondig maatschappelijk
Daarom pleit Jonker voor een nieuwe invulling van
veranderingsproces van een oud naar een nieuw
het begrip bezit. ‘Waarom moeten we de laptop fysiek
evenwicht, waarbij veranderingen optreden in
bezitten als we enkel betalen voor zijn functies? In de
structuren, cultuur en werk- en leefwijzen.
deeleconomie betaalt de consument enkel nog voor de diensten. Daardoor verzeker je de producent dat
‘Als je niet schuurt, kun je niet polijsten’ zegt Leen
de grondstoffen terugkomen en dan kan hij de laptop
Gorissen, onderzoekcoördinator Transitie binnen de
weer opnieuw “verkopen”. Dit betekent niet direct het
Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
einde van grote ketens en multinationals, maar een
(VITO): ‘Het aantal grondstoffen op aarde is eindig.
andere mentaliteit van de burger. Het is geen “ik”-,
Als we zo verder blijven doen, zal de voorraad op
maar “wij”-verhaal’, aldus Jonker.
een bepaalde dag op zijn. Dat betekent het einde van de mensheid. Met technologische oplossingen alleen kom je er niet. De huidige structuren in de maatschappij zijn niet aangepast om de groeiende problemen op te lossen. Zonder een drastische omschakeling van het systeem komen we er niet. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Verandering is een
Hart boven Hard Ook in Vlaanderen staat een beweging van burgers en bedrijven op, die het roer willen omgooien. Zo verzet ‘Hart boven Hard’ zich tegen een al te economische kijk op onze samenleving en verdedigt
moeizaam proces.’
gelijkheid, solidariteit en zuurstof voor iedereen.
In zijn boek ‘Werken Aan de WEconomy’ (Kluwer,
eeuw. Het klinkt misschien soft, maar sharing is het
2013) beschrijft Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam
economische principe bij uitstek als we deze wereld
Ondernemen aan de Radboud Universiteit in
leefbaar willen houden. De klassieke economie
Nijmegen (Nederland) de route naar de verandering.
lijkt dat nog niet helemaal door te hebben. Ik heb
Uit de samenwerking van burgers en bedrijven
daar geen grote theorieën over. Je hoeft maar
ontstaat WEconomy, aldus Jonker: ‘Om de WEconomy
rond te kijken. Autodelen is een goed voorbeeld,
te bereiken, moeten we duurzamer omgaan met onze
net als de manier waarop Wikipedia werkt. Dat zal
producten. In onze lineaire economie produceren we
alleen maar toenemen. Wie alleen op eigenbelang
een product met slechts een beperkte levensduur.
uit is, is daar minder goed op voorbereid. Hoe we
Daarna is het rijp voor het afval.’
dat nieuwe collectivisme zullen combineren met
‘Concurreren en jezelf profileren is iets van de vorige
individuele vrijheid, dat is uitermate interessant. En Dat moet duurzamer. Dat kan volgens Jonker als we
daarvoor is Hart boven Hard de ideale oefening,’ zegt
nieuwe businessmodellen (NBM) ontwikkelen, die
Woordvoerder Wouter Hillaert in het DS Weekblad van 4 april 2015.
10
YesWEconomy
Mijlpalen in de transitie 1712 1824
De eerste stoommachine door Thomas Newcomen: het begin van de Industriële Revolutie
Joseph Fourier beschrijft voor het eerst het broeikaseffect
1972
De eerste milieuconferentie van de Verenigde Naties
1975
De Amerikaanse wetenschapper Wallace Broecker lanceert de term ‘opwarming van de Aarde’
1992
VN-Klimaatconferentie in Rio de Janeiro: het klimaatverdrag
Het Kyoto-protocol
Het Kyoto-protocol treedt in werking
1997 2005
De ijsvlaktes van het Noordpoolgebied zijn het kleinst sinds het begin van de metingen
2012
Nieuwe VN-klimaatconferentie in Parijs
2015 YesWEconomy
11 © NASA
‘Zo kan het niet verder!’ T
ransitie gaat over grote systeemveranderingen in de maatschappij. In zijn doctoraat bestudeert Erik Paredis van de Universiteit Gent hoe het beleid deze om-
wenteling kan invoeren. Het laatste decennium heeft Erik Paredis een enorme expertise rond transitie opgebouwd. Naast het schrijven van zijn doctoraat, is Paredis ook onderzoeker bij het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling aan de universiteit van Gent. Velen hebben al geprobeerd om een definitie te vormen voor transitie, maar bijna niemand slaagde hierin. Doctor Erik Paredis waagt een poging. Paredis: ‘Transitie gaat over serieuze veranderingen in de maatschappij. Wij gebruiken dat vooral om te verwijzen naar radicale veranderingen. We verwijzen naar veranderingen binnen grote systemen waar wij allemaal gebruik van maken, zoals het energiesysteem, mobiliteitssystemen of alles wat met landbouw en voeding te maken heeft. Alle systemen waarop onze welvaart gebouwd is’.
Erik Paredis
Onderzoeker bij het centrum voor duurzame ontwikkeling UGent en medewerker bij TRADO. © digplanet
“
Er moeten nog heel veel dingen veranderen, maar we hebben al veel bereikt 12
YesWEconomy
© Shutterstock
De term radicaal wordt vaak in verband gebracht met transitie. Wanneer een fenomeen radicaal is, gebeurt de verandering van de huidige structuren van de systemen niet plots. Een evolutie is radicaal wanneer de evolutie enkele jaren nodig heeft. Is dat bij transitie ook het geval? Paredis: ‘Volgens mij wel. De structuur is hoe een systeem in elkaar zit, hoe de industrie en het beleid georganiseerd worden. Een belangrijk onderdeel is de cultuur, die verwijst naar de manier van denken. Bijvoorbeeld hoe wij denken over de mobiliteit, wat in onze hoofden zit, wat wij normaal vinden. Die veranderingen hebben tijd nodig.’ Als we blijven voortdoen zoals nu, zullen de
grondstoffen, rijkdommen, bevoorrading en klimaat. Op deze manier kan het dus niet verder! We moeten die systemen grondig veranderen. Dat moeten we doen om de eerder genoemde problemen te voorkomen en de problemen die er al zijn op te lossen.’ Als onderzoeker voor het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling, later TRADO, doet u verschillende
problemen alleen maar toenemen?
studies om het beleid te informeren over
Paredis: ‘De manier waarop we onze welvaart
Vlaanderen vooruit te helpen. Wat heeft u
opgebouwd hebben, kan niet blijven bestaan. Zeker niet als die overal ter wereld overgenomen wordt. Dan krijgen we problemen op vlak van
duurzame ontwikkeling en om transities in daaruit geleerd? Paredis: ‘Mijn studie ging over de transitie van wonen en bouwen. Een deel van de studie gaat over indicatoren: cijfergegevens die aanduiden of je goed bezig bent. Het belangrijkste dat ik uit mijn studie leerde, is het feit dat we dringend moeten overschakelen naar duurzamer wonen en bouwen.’
YesWEconomy
13
© Jan Paul Close
Verschillende mensen zijn al bezig met transitie. Toch
Informatie is cruciaal in de evolutie naar transitie. Welke
zijn er ook nog veel tegenstanders. Hoe wilt u
rol spelen de media hierin?
die overtuigen? Paredis: ‘Men spreekt ook wel eens van de push- en de Paredis: ‘Ik geloof niet dat er één manier is om iedereen te
pullfactoren. De pushfactoren zijn dingen die mensen
overtuigen, toch zal dat volgens mij moeten gebeuren. Een
wegduwen uit de huidige situatie, bijvoorbeeld een ramp.
belangrijke factor hierbij is dat je het kan blijven ontkennen,
Meestal is dat niet genoeg. Daarom zijn de pullfactoren
maar op een bepaald moment zie je het toch gebeuren.
ook belangrijk. Dat zijn de dingen die mensen aantrekkelijk
Neem nu de klimaatproblematiek. Die was er in de jaren ’90
vinden. Bijvoorbeeld isolatie kost veel bij aankoop, maar
al, maar toen maakte het niemand iets uit. Nu ziet men dat
is wel rendabel. De media kunnen beslissen hoe ze gaan
het wel een probleem is en valt het niet meer te ontkennen.
berichten over transitie en spelen dus een belangrijke rol.’
Hetzelfde met de financiële crisis. Soms halen de feiten de mensen in.’
Hoe zit het met de toekomst van de duurzame ontwikkeling? Is de huidige trend van beperkte of blijvende duur? Paredis: ‘Nu worden meer initiatieven dan in de jaren ’90 opgestart. Dat is dus positief. Mensen wachten niet
14
YesWEconomy
meer op actie van de overheid. Ik merk
“ Mensen
vooral een stijging van initiatieven rond delen en herstellen, net die vind ik heel interessant. Onze producten moeten op een andere manier gemaakt worden, zodat ze langer meegaan en herstelbaar
blijven ontkennen
worden. We hebben tegenwoordig te veel producten die niet meer herstelbaar zijn, zoals producten van Apple. Een site die ik aanraad is ifixit.com. Op deze site vind je handleidingen hoe je producten kan herstellen. Daarnaast is de deeleconomie ook belangrijk.’
Een overstap naar transitie kan alleen slagen wanneer iedereen zware inspanningen levert. Paredis: ‘Ik ben al 20 jaar vegetariër. Wij zijn als gezin ook lid van een voedselteam, waardoor we lokale boeren steunen. Wij kopen veel bioproducten en denken ook na over ons geld. Wij proberen ons autogebruik te beperken. Ik ga bijvoorbeeld bijna altijd met de fiets naar het werk. Dat is allemaal niet in één keer gekomen, maar stapje voor stapje. Dat zijn trouwens acties die niet veel inspanningen vergen en iedereen kan doen.’ Transitie is nog niet echt bekend bij het grote publiek. Hoe kunnen we hen het verhaal van transitie bijbrengen? Paredis: ‘Mensen moeten weten dat het nodig is om te veranderen. We zijn erin geslaagd een enorme welvaart te creëren. Toch moeten heel veel dingen gewijzigd worden. Als je mensen wil bereiken met je boodschap, verspreidt die boodschap dan niet alleen via een magazine, maar ook via sociale media.’
YesWEconomy
15
Š GF
“
Supermarkten verbieden het gewoonweg om eten weg te geven
E
en hele maand leven van restjes, dat is waar studente grafisch ontwerp Jill De Graaf in slaagde. Elke Vlaming produceert maar
liefst 503 kilogram huishoudelijk afval per jaar. Een derde daarvan wordt zomaar weggegooid. Dat terwijl 805 miljoen mensen honger lijden.
Zero Waste Challenge: rest 16
YesWEconomy
© GF
Bedelvaart
Ongeveer de helft van alle
Voor Jill De graaf kon het zo
vriendinnen die in armoede
verspilling gebeurt bij mensen
niet langer. Ze begon rond
leven een hart onder de riem
thuis: de gemiddelde Belg
te kijken in Antwerpen. De
steken. Zo besloot ze om op
Om haar project te doen slagen,
verspilt jaarlijks tussen de 13
honger en het bruikbaar
één april te starten met haar
haalde Jill haar kasten leeg. Ze
en 25 kilogram voedsel. In heel
voedsel dat op dagelijkse basis
project ‘Zero Waste Challenge’.
deed alles weg wat ze dertig
Vlaanderen komt dat neer op
verspild wordt, waren twee
Haar boodschap aan de
dagen lang niet meer mocht
een totale verspilling van 120
contrasten die niet in haar
buitenwereld: ‘mensen moeten
opeten. Haar huisgenoten
000 ton bruikbaar voedsel per
hoofd pasten. ‘Ik kan zoiets
inzien dat ze zich niet moeten
vertelde ze niet aan haar schap
jaar. Een Vlaams gezin van
niet begrijpen. Het is een
schamen. Ze moeten durven
in de diepvriezer en koelkast te
vier personen gooit dus met
fout in onze maatschappij.
vragen naar restjes. Zo wordt
komen. Haar missie begon. Met
andere woorden 300 euro aan
Groothandels vertelden me
voedsel gewoon in de vuilbak.
dat veel eten gewoon wordt
het voor winkeliers ook duidelijk een lege zak trok ze naar de winkels bij haar in de buurt om dat ze hun overschot aan
Onze noorderburen doen het
weggegooid, ook al is het niet
voedsel aan de armen
te vragen naar restjes die niet
nog slechter met ongeveer 50
vervallen. Van hogerop wordt
moeten geven.’
meer verkocht raakten en die
kilogram voedselverspilling
gewoonweg verboden om het
dag zonder pardon de vuilbak in
per Nederlander.
eten weg te geven’, vertelt Jill.
zouden belanden.
Ze wou haar vrienden en
t jes kunnen ook lekker zijn YesWEconomy
17
© GF
‘Ik wist welke winkels het overschot aan eten
‘Heel vermoeiend eigenlijk, want dan moest ik
weggooiden omdat ik ’s avonds het afval voor
nog thuiskomen en op zoek gaan naar voedsel
de deur van die winkels gecontroleerd heb’,
om klaar te maken. Een heel karwei op een
lacht Jill. Om voor eten op tafel te zorgen moest
lege maag.’
ze elke dag ongeveer vijf verschillende winkels bezoeken op zoek naar restjes. Oud brood
Haar dorst leste ze met kraantjeswater. Drank
kreeg ze mee van het restaurant waar ze werkt.
in de winkel kopen deed ze niet, uit principe.
De bakker bij haar in de straat doneerde zijn
Aangezien drank niet tot de restjes behoort,
oud brood namelijk al aan de voedselbank. ‘Dat
weigerde ze die dan ook aan te kopen. Op
heb ik niet aangenomen omdat het echt naar
die manier gaf ze enkel geld uit aan haar
mensen in nood gaat, wat juist het doel van
waterrekening. Op de vensterbank stonden wat
mijn project is.’
muntplantjes, de blaadjes daarvan gebruikte ze om verse muntthee te zetten om wat extra
Honger heeft ze niet echt geleden, maar toch
variatie te brengen.
moet Jill toegeven dat ze soms toch trek kreeg terwijl ze op school zat. ‘Ik kon niet goed inschatten hoeveel voedsel te voorzien als ik naar school ging. Daardoor zat ik vaak nog vier uur aan een stuk met honger in de les’, zegt Jill.
18
YesWEconomy
Ecologie met de paplepel Milieubewust zijn heeft altijd al een rol gespeeld in Jills leven. Dat leerden haar ouders
ZERO WASTE SHOP
haar aan. Zo werd bij haar thuis gesorteerd en gingen ze elke vorm van verspilling tegen. ‘Mijn ouders vinden het fantastisch dat ik me achter dit project heb gezet. Ze reageren echt heel trots, vooral nu ik de media heb gehaald met mijn verhaal’, vertelt Jill.
Een goed initiatief om zo weinig mogelijk te verspillen en ook de afvalberg te verkleinen, vindt Jill de Zero Waste Shops. Onlangs heeft er zich zowel in Gent als in Antwerpen zo’n shop gevestigd. Voor Jill was zo’n shop niks nieuws. Ze kende het principe al. ‘Ik was heel blij toen er hier zo’n winkel kwam. Het principe vind ik fantastisch. Het doet denken aan vroeger, want toen moesten de mensen zelf hun potjes meenemen. Dat is veel beter dan vijf plastiekjes rond een koekje’, aldus Jill. Nu dat er een Zero Waste Shop in Antwerpen is probeert ze zoveel mogelijk voedsel daar aan te kopen, wel zorgt ze voor haar eigen potjes en zakjes want in de shop zijn ze toch wat duur.
Wel weet ze dat de hele wereld niet kan leven op de manier dat ze de afgelopen dertig dagen heeft geleefd. Zoiets is niet haalbaar. Al wat ze wilde bereiken met haar project was de armoede en de wegwerpmaatschappij aankaarten. ‘Het grootste probleem ligt bij de gezinnen en de winkels die hun eten weggooien. Als iedereen daar een beetje rekening mee zou houden komt het denk ik wel in orde. Mijn project zou daar een opstapje voor moeten zijn.’
YesWEconomy
19
Deeleconomie als remedie tegen de crisis Vandaag leven we in een lineaire economie: we kopen iets, gebruiken het en gooien het weg. Hiermee zadelen we moeder natuur en dus ook onszelf met een groot probleem op. Door dit systeem zijn we namelijk verplicht om ongeziene hoeveelheden grondstoffen te ontginnen.
T
wee elementen die dreigen op te raken zijn indium en fosfaat. Indium is enkel te vinden in delen van China en wordt in allerlei
elektronica zoals mobiele telefoons, mp3spelers en elektrische auto’s gebruikt. Fosfaat is dan weer de basis voor kunstmest. Door hogere inkomsten in landen als China en BraziliÍ neemt de vraag naar kunstmest toe. Volgens verschillende schattingen zal de fosforpiek plaatsvinden rond 2035. Het wordt dan ook tijd dat we overgaan naar een circulaire economie, ook wel deeleconomie genoemd. Dat is een economische strategie die afval wil wegontwerpen. Slim design, hergebruik en toegang tot diensten boven eigendom staan daarbij centraal. De circulaire economie combineert winsten en kostenbesparing met duurzaam materialenbeheer.
Europa in vieze papieren Europa voelt nu ook de gevolgen van onze slechte manier van omgaan met onze planeet. De uitdagingen op Europees en Belgisch niveau zijn glashelder. Europa is namelijk het armste continent ter wereld als we kijken naar de rijkdommen in de ondergrond. Onze economie is dan ook zo goed als volledig afhankelijk van import van materialen en energie uit andere werelddelen. Als de andere continenten op een dag beslissen om geen grondstoffen meer te exporteren, zit de Europese economie met een groot probleem.
20
YesWEconomy
Oneidige voorraadkamer?
Bronnen: Biologische, non-biologisch, water & land
In België is dat probleem zowaar nog groter, met een lichte zin voor overdrijving kunnen we zeggen dat het aantal grondstoffen in België op twee handen te tellen is. De regering lijkt dat probleem echter nog niet te beseffen. In de strategische nota die MinisterPresident Geert Bourgois (NVA) momenteel aan het opstellen is, komt het woord transitie niet één keer voor. Die strategische nota bepaalt welke richting Vlaanderen uitgaat tot 2050.
Natuurlijk systeem van de aarde - Kwaliteit van het ecosysteem - Levenskwaliteit van de mens - Kwaliteit en voorraad van de grondstoffen
MAATSCHAPELIJK ECONOMISCH SYSTEEM
Vuilbak zonder bodem vervuiling en afval
© GF
YesWEconomy
21
Erik Mathijs, professor Bio-economics aan de KU Leuven
‘Weg met de ik-maatschappij’
Erik Mathijs © cocreeer
‘Omschakelen naar transitie zullen we moeten doen uit noodzaak, niet uit morele overwegingen’, zegt professor Erik Mathijs van de KU Leuven en departementsvoorzitter van het departement Earth en Environmental Sciences. ‘We moeten van een ik- naar een wij-maatschappij, anders is het te laat.’
W
e kunnen niet verder gaan zoals we nu bezig zijn. Dat is de ‘bottom line’ van WEconomy. Het huidige model moet veranderen, want de economie én het klimaat gaan eraan kapot.
Fossiele brandstoffen raken uitgeput, de aarde warmt op. Genoeg redenen om groener en bewuster te gaan leven. In
22
YesWEconomy
Vlaanderen zijn al heel wat transitieprojecten opgericht. ‘Het kan dat het oude systeem niet meer voldoet, doordat het systeem zorgt voor een te grote ecologische voetafdruk. Dat is nu het geval. We moeten wel beseffen dat niet enkel burgers hun gedrag moeten aanpassen, ook instituties en cultuur spelen een belangrijke rol’, aldus Erik Mathijs. Is het mogelijk om een ‘WEconomy’ te realiseren? Mathijs: ‘Ik ben niet bekend met het begrip, maar ik vermoed dat het gaat over de nieuwe stroming initiatieven, waarbij meer vanuit collectief, dan vanuit individueel belang wordt gehandeld. Cohousing is hier een goed voorbeeld van. Bij cohousing wonen meerdere gezinnen samen, wel in een aparte woning, maar zij delen bijvoorbeeld een wasruimte
“
en zwembad, om het leven zo goedkoper te maken. Dat is de moeilijkste transitie van allemaal, want het stelt de vrije markteconomie en ons kapitalistisch bestel zelf in vraag. De enige mogelijkheden zijn bottom-up initiatieven, gesteund door de civiele maatschappij. Er is immers geen enkele politieke partij die zo’n economie zou willen realiseren. Burgers moeten dus zelf met kleine initiatieven beginnen en die stap voor stap proberen groter te maken.’ Moeten we omschakelen naar WEconomy uit morele overwegingen?
Wanneer de transitie er niet komt, davert ons systeem maar door
Mathijs: ‘Nee, uit noodzaak. Wanneer de transitie er niet komt, davert ons systeem maar door. Dat heeft steeds meer ongelijkheid, meer ecologische druk en meer burn-outs tot gevolg. Het betekent dat we moeten veranderen voordat het te laat is. Met morele overwegingen alleen, komen we niet ver.’ Wat zijn volgens u de knelpunten bij het omschakelen naar een WEconomy? Mathijs: ‘Het belangrijkste knelpunt is cultureel. Helaas zijn in onze samenleving de meeste mensen niet ‘wij’- maar ‘ik’-georiënteerd. Voordat we kunnen overstappen naar een WEconomy moet het hele systeem veranderen.’ Maar is dat niet typisch aan ons westerse, kapitalistische systeem? U denkt dus niet dat hier voldoende publieke steun voor te vinden is?
Cohousing
Een groep mensen die samenwonen in aparte gebouwen maar verschillende ruimtes delen. © GF
Mathijs: ‘Nee, dat denk ik inderdaad niet. De mentaliteit moet veranderen. Van ik naar wij, zonder die mentaliteitsverandering is een overgang naar een nieuwe vorm van de economie niet mogelijk.’ Hoe staat u zelf tegenover transitie, wat is uw verhaal? Mathijs: ‘Ik ben iemand die transitie openlijk steunt. Samen met enkele collega’s geef ik lezingen over de werking van transitie. Hierin vertel ik altijd dat het dominante denken en doen ingrijpend moet veranderen. Landschapsontwikkelingen en het huidige dominante systeem spelen een belangrijke rol. Ten eerste stijgt de wereldbevolking, zet de globalisering door en vergrijst de bevolking. De wereld en Vlaanderen verstedelijken en het klimaat verandert. Honger en ongelijkheid blijven en alles wordt meer gedigitaliseerd. Dat zijn enkele landelijke veranderingen die een rol spelen. Het huidige dominante systeem speelt aan de andere kant een belangrijke rol.
specialisatie, duurzamere materialen op mensenmaat.’ Gaan de resultaten van de kleinschalige transitie die nu bezig is iets uithalen? Mathijs: ‘Ik hoop het. De hoop is dat als er voldoende kleine initiatieven zijn, er op een bepaald moment een tipping point wordt bereikt waardoor heel het systeem dan toch duurzamer wordt. Maar wat we daarmee kunnen bereiken en wanneer het zover is, weten we nog niet.’
Onze ‘weggooimaatschappij’ moet veranderen naar meer YesWEconomy
23
Limburg in
n Transitie 1. Lommel
- Voedselteam
2. Neerpelt
10. Houthalen-Helchteren
- Greenville
- Weggeefwinkel Alken
11. Zonhoven
18. Kortessem
3. Hechtel-Eksel
- De Hoef - Lokale munt ‘De Ar’ - Sint-Vincentiusvereniging
4. Peer
- Energyville - Weggeefwinkel Genk - FABlab Genk - Repair Café Genk
- Samentuinen Neerpelt - Binnen bij boeren - Volkstuinen Hechtel-Eksel - Voedselteam - Tuinhier Hechtel-eksel - Mini-recyclagepark voor jongeren - Voedselteams Peer
12. Genk
13. Lummen
- Weggeefwinkel Lummen - Velt Lummen-Herk-de-Stad
6. Leopoldsburg
- Velt Lummen-Herk-de-Stad
- Volkstuinen Tuinhier
7. Tessenderlo
- Tessenderlo Chemie en Umicore
8. Beringen
- Volkstuinen Beringen - E-portemonnee Beringen
9. Heusden-Zolder
- Berenkasten boekenruil
- Arbeidscentrum De Wroeter
19. Sint-Truiden
- Workshops Kristien Hens
5. Meeuwen-Gruitrode
- Weggeefhoek Meeuwen
17. Alken
14. Herk-de-Stad
15. Hasselt
- Volkstuinen Hasselt - Oxfam bookshop - Repair Café Hasselt - Lokale munt: 'drèpkes' - Transitiefestival Hasselt - Cohousing Hasselt - Freecycle Hasselt
16. Diepenbeek
- Repair Café Diepenbeek
20. Heers
- Tuinen in Transitie - Kasteel van Heks
21. Tongeren
- De Krekel en de Mier - Volkstuinen Tongeren
22. Bilzen
- Bronsgroen
23. Lanaken
- De Albertknoop Lanaken
24. Dilsen-Stokkem
- Repair café Dilsen-Stokkem
25. Maaseik
- De Kade Dagcentra
26. Kinrooi
- Repair café Kinrooi
LEGENDE Repair café Repair cafés zijn gratis bijeenkomsten waarbij buurtgenoten elkaar op vrijwillige basis helpen met het herstellen van allerlei voorwerpen. Herstellen is een goede manier om geld te besparen. Voor veel voorwerpen die je weggooit omdat ze stuk zijn, moet je immers iets nieuws in de plaats kopen. Netwerk Bewust Verbruiken is de Vlaamse partner van de Nederlandse Stichting Repair Café. Voedselteam Voedselteams vormen een netwerk dat de directe verhandeling van duurzame streek- en seizoensvoeding organiseert. Op die manier probeert het netwerk bij te dragen aan de verdere uitbouw van regionale voedselsystemen. Voedselteams zijn immers per provincie georganiseerd. Volkstuinen Volkstuinen zijn openbare tuinen waar bewoners kleinere moestuintjes kunnen onderhouden. Op die manier kan de lokale bevolking gedeeltelijk aan zelfvoorziening doen wat voedsel betreft. De vzw Tuinhier is de grootste overkoepelende volkstuinenverening die ook in Limburg actief is. De vereniging organiseert amateur-tuinieren in Vlaanderen. Lokale munt Een lokale munt is een alternatief betaalmiddel dat in een bepaalde gemeente of regio wordt gebruikt om betalingen mee te doen. LetsLimburg is veruit het grootste alternatieve handelsysteem. De afkorting Lets staat immers voor ‘Local Exchange and Trade System’. Het is een uitbreiding van het klassieke handelsysteem en hanteert het principe: ‘ik doe iets voor jou omdat jij iets voor mij hebt gedaan’.
© David Clarke
Alternatieve energiecentrales van Ecopower
Burgers investeren mee Ecopower is de meest bekende coöperatieve vennootschap voor hernieuwbare energie in België. Dat wil zeggen dat het bedrijf veel kleine aandeelhouders heeft en dus rekent op burgers. ‘Ze investeren mee in installaties waarvan ze ook de stroom kunnen afnemen’, zegt projectontwikkelaar Tom Willems van Ecopower.
H
oewel pas sinds het begin
dat de prijs voor elektriciteit bij
en hernieuwbare energie was plots
van deze eeuw volop wordt
ons lager ligt.’ Het bedrijf leende
het gat in de markt. Na een lange stilte
ingezet op hernieuwbare
aanvankelijk geld voor de bouw of
kan Ecopower in 2001 eindelijk twee
energie en transitie, bestaat
restauratie van waterkrachtcentrales.
windturbines in Eeklo bouwen. Het
Ecopower uit Berchem al sinds 1991.
‘Er is een verschil tussen het opstarten
bleek het startschot te zijn voor een
De coöperatie rekende vanaf de
en hoe we nu werken. Nu hebben
resem projecten rond hernieuwbare
opstart op zoveel mogelijk burgers
we 50.000 coöperanten en blijven
energie. Naast windmolens werd ook
die aandeelhouder wilden worden.
we groeien, dat is een totaal andere
geïnvesteerd en gebruik gemaakt van
Projectontwikkelaar Tom Willems
situatie. Wanneer je opstart ben je met
waterkrachtcentrales
denkt te weten waarom mensen mee
een kleine groep van mensen en heb je
en zonnecelinstallaties.
in het verhaal van Ecopower stappen.
een beperkte hoeveelheid kapitaal.’ Voor nieuwe projecten zijn er
‘Burgers investeren mee in installaties waarvan ze de stroom kunnen
Klimaat
verschillende mogelijkheden. Willems: ‘Soms worden
afnemen en waarop ze democratische Het gat in de ozonlaag en de
aanbestedingsprocedures
bezorgdheid rond het klimaat
uitgeschreven, Ecopower gaat hier op
Er wordt mee in het verhaal gestapt
veranderden het energielandschap.
in en hoopt het project binnen te halen.
omwille van principiële en ethische
Kerncentrales waren de gebeten hond
Een andere mogelijkheid is dat we
controle kunnen uitoefenen.
redenen, of omdat ze hebben gezien 26
YesWEconomy
zelf grondeigenaars gaan contacteren
van wie we kunnen inschatten
protest. ‘Wij hebben altijd een model
als je die norm wil halen, komt er
dat de gronden geschikt zijn voor
dat toelaat om steun voor projecten
automatisch een bepaalde afstand bij
windturbines en waar we mogelijk een
te mobiliseren. Bij ieder project zijn
kijken. Wanneer we bijvoorbeeld vlak
vergunning voor een project
er voor-en tegenstanders. Bepaalde
naast een autostrade een windturbine
kunnen krijgen’.
tegenstanders kan je niet overtuigen
zetten waar veel achtergrondgeluid is,
met argumenten. Zij vinden die
kunnen we die korter bij huizen zetten.’
windturbines lelijk en vrezen voor
In Asse-Mollem staan de windturbines
minder watervoorziening, maar er zijn
in de industriezone op 500 meter van
wettelijke normen’, vertelt Willems.
het dichtstbijzijnde huis.
begin vorige maand in Asse-Mollem.
Voor de afstand van een windturbine
In de gemeente zijn de bewoners niet
Wanneer ze nieuwe windturbines
tot een huis bestaat er geen norm.
tegen de windturbines. ‘De windmolens
willen plaatsen, stuit Ecopower vaak op
‘Er bestaat enkel een geluidsnorm,
staan tamelijk ver van ons, we hebben
Lelijk De laatste verwezenlijking van het bedrijf, waren vier windturbines
er dus geen last van. Mijn dochter, die er wel kort bij woont, ondervindt ook geen hinder’, zegt mevrouw Verbeken uit Asse-Mollem. ‘Het zal wel een goed idee zijn, er was toch veel volk op de opening’, besluit ze.
De windturbines in Asse-Mollem draaien sinds april 2015 op volle toeren. © VanMalder
‘Het zal wel een goed idee zijn, er was toch veel volk op de opening’, volgens mevrouw Verbeken uit Asse. © VanMalder
YesWEconomy
27
© Metrofarming
Zelf groenten plukken is de toekomst 28
YesWEconomy
L
andbouwbedrijven hebben het steeds moeilijker om op de markt te overleven. Het transitie-initiatief Community Supported Agriculture
wil daaraan iets doen. Boeren krijgen voor hun producten een eerlijke prijs en gebruiken biologische methoden om hun groenten en fruit te verbouwen. ‘Dit systeem is de toekomst’, legt CSA-boer Robby Kelchtermans uit. ‘Ik ben geen hippie met lange haren die drugs gebruikt’, lacht Jeanine. Ze laat naast zich een zak vol groenten slingeren. Jeanine is een 52-jarige zakenvrouw. ‘Transitie interesseert me niet. Ik vind CSA gewoon een leuk concept’, legt Jeanine uit. Community Supported Agriculture is een moeilijke naam voor een simpel concept. Klanten plukken zelf hun groenten of fruit en betalen daarvoor jaarlijks een eerlijke prijs aan de boer. ‘Dit systeem is de toekomst’, vertelt CSA-boer Robby Kelchtermans. Etienne Geerdens en Robby Kelchtermans baten in Herk-De-Stad hun eigen CSAboerderij uit. ‘Ik was al een tijdje bezig
“ Ik ben geen hippie
met lange haren die drugs gebruikt
kosten altijd betalen. Hierdoor kunnen CSA-boeren op lange termijn makkelijker overleven op de markt. Dat is een groot verschil met de meeste Vlaamse boeren die elke maand de eindjes aan elkaar moeten knopen. Een kwart van de melkveehouders kan momenteel zijn rekeningen niet meer betalen. ‘Klanten betalen elk jaar 250 euro’, vertelt Robby. ‘Dat heeft verschillende voordelen. Alles is op voorhand al verkocht waardoor we enkel nog maar moeten telen. We ontvangen daarnaast voor het seizoen al het geld van de klanten. Ons klantenbestand blijft trouwens ook heel stabiel. Daardoor hebben we als bedrijf echt zekerheid’, legt Robby uit. met transitie’, vertelt Robby. ‘Ik ging
Risico’s
bijvoorbeeld naar de vergaderingen van een landbouwtransitiegroep. Ik was enorm
Boeren krijgen een eerlijke prijs en klanten verse producten.
geïnteresseerd in het concept. Wat me vooral
CSA lijkt een concept met alleen maar voordelen. Toch
aansprak was de directe samenwerking
zijn er ook risico’s aan CSA verbonden. De klant deelt het
tussen de boer en zijn klant.’ Community
landbouwrisico van de boer. Als de oogst mislukt, dan heeft
Supported Agriculture is een van de vele
de klant niets. Als de oogst zou tegenvallen, dan zal de
transitie-initiatieven. Klanten betalen jaarlijks
consument dat ook voelen. Toch is dat volgens Robby geen
een bedrag aan de boer en mogen zelf hun groenten en fruit komen plukken. Boeren beloven in ruil hun groenten en fruit op een ecologische manier te verbouwen. ‘Wij gebruiken bijvoorbeeld geen chemische stoffen. Alles wordt via biologische methoden verbouwd’, vertelt Robby. ‘Onze klanten kunnen altijd op onze boerderij terecht. Sommigen komen elke dag langs om groenten te oogsten, terwijl anderen dan weer om de twee weken langskomen.’ Klanten betalen niet voor de landbouwproducten, maar dragen bij aan de werkingskosten van het bedrijf. CSA-boeren krijgen op voorhand een eerlijke prijs voor hun groenten en fruit. Doordat ze hun inkomsten voor het seizoen al ontvangen, kunnen ze hun
© GF
YesWEconomy
29
“
Stel dat een oogst mislukt, dan zijn er nog altijd 95 andere soorten die wel lukken. De klant heeft altijd iets
probleem. ‘De klant deelt inderdaad
boer hier te overleven. Dat ik dan ook
het risico, maar we telen bijvoorbeeld
nog eens het klimaat help door mijn
verschillende soorten groenten. Stel
groenten niet uit verre landen te laten
dat een oogst mislukt, dan zijn er nog
importeren, is dan ook weer mooi
altijd 95 andere soorten die wel lukken.
meegenomen,’ vertelt Eline. ‘Onze
De klant heeft
klanten zijn vooral jonge mensen met
altijd iets.’
kinderen. We merken dat ze meestal al met gezonde voeding of met een
‘CSA is voor mij de toekomst’, legt
ecologische manier van leven bezig
Robby uit. ‘Je hebt als boer zoveel
zijn’, vertelt Robby. ‘Het concept
zekerheid met dit systeem. Toch
spreekt ook veel soorten mensen
kunnen er momenteel geen CSA-
aan’, legt de 22-jarige student Ronald
boerderijen in Vlaanderen meer
uit. Ronald probeert sinds vorig jaar
bijkomen. De vraag groeit niet snel
ecologischer te leven. ‘Oud of jong,
genoeg. Als mensen nu massaal CSA-
hippie of normaal, het maakt niet uit. Je
boerderijen oprichten, dan zakt de
moet je niet met transitie bezig houden
prijs door een veel te groot aanbod.
om mee te doen aan dit project. Dat is
Daardoor komen wij dan weer in
het mooie van dit concept.’
de problemen. Het aanbod en de vraag moeten geleidelijk aan groeien.
Community Supported Agriculture
Iedereen legt momenteel de focus
toont aan dat een andere manier
op groenten en fruit. Nieuwe CSA-
van landbouwen mogelijk is. Boeren
boerderijen moeten zich specialiseren
kunnen ecologisch te werk gaan zonder
op andere producten zoals graan.’
daarvoor een hogere prijs te moeten aanrekenen. Het concept toont ook
Eline is een 32-jarige lerares wiskunde.
dat klanten bereid zijn een eerlijke
Ze koopt haar groenten al vijf maanden
prijs te betalen in ruil voor kwalitatief
niet meer in de supermarkt. Ze plukt
goede en verse producten. CSA biedt
die zelf bij haar lokale CSA-boer. Toch
een antwoord op de problemen van
had Eline nog nooit van transitie
de landbouwsector. Toch blijft de
gehoord. ‘Ik koop mijn groenten bij een
toekomst van CSA nog onduidelijk.
CSA-boerderij omdat ik het concept
Als de vraag niet groeit en het aanbod
leuk vind. Ik eet verse groenten met
wel, dan kan het enthousiasme van de
de seizoenen mee en help de lokale
CSA-initiatiefnemers hun eigen concept onderuit halen. Of dat scenario zal
30
YesWEconomy
Hoe CSA ontstond CSA ontstond in de boerderij Les Jardins de Cocagne in Zwitserland. Het concept sloeg meteen aan in de Verenigde Staten. Jan Vander Tuin en Robyn Van En richtten de eerste Amerikaanse CSA-boerderij The Indian Line Farm in Massachusetts op. Verschillende nieuwe CSA-boerderijen ontstonden daarna in snel tempo in de VS. Het concept keerde daarna terug naar Europa. In Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk sloeg het concept enorm aan. Community Supported Agriculture sijpelde pas in 2007 tot Vlaanderen door. Netwerk CSA Vlaanderen, een overkoepeld netwerk voor CSA-boerderijen in Vlaanderen, werd twee jaar later opgericht. Het netwerk telt vandaag de dag ongeveer 30 CSA-boerderijen over heel Vlaanderen.
YesWEconomy Š bkwdoyton
31
D
Sociaal denken e huidige consumptiemaatschappij van
huis heeft met zonnepanelen en een eigen groentetuin
individualisme en materialisme heeft nood
zal in tijden van crisis afhankelijk zijn van anderen.
aan een psychologische ommezwaai. We moeten af van het idee dat welzijn afhankelijk
is van een steeds groeiende materiële welvaart. Depressies, burn-outs en een sterke stijging van allerlei psychologische klachten wijzen erop dat de ratrace van de hedendaagse maatschappij niet langer houdbaar is. Hoewel individuen veel kunnen teweegbrengen, is het belangrijk om de grote uitdagingen als gemeenschap aan te pakken. Zelfs iemand die een goed geïsoleerd
© foam
32
YesWEconomy
De voorbije decennia lag de nadruk op individuele ontplooiing en onafhankelijkheid. Daardoor wordt de indruk gewekt dat een mens prima in zijn eentje kan leven en anderen niet nodig heeft. Die tendens is maatschappelijk ook te zien in de toename van het consumentisme, het verkleinen van de huishoudens en de grote toename van het aantal alleenstaanden. De keerzijde van de medaille is de stijging van eenzaamheid en isolement, de grote groei van de groep
mensen met psychische problemen zoals burn-out, depressie en slaapproblemen. Bij tegenslagen op persoonlijk of maatschappelijk vlak, blijkt echter snel dat een sociaal vangnet onontbeerlijk is. De vier E’s Het transitiemodel is het best uit te leggen aan de hand van het Britse 4 E’s model. We moeten zorgen voor de nodige enthousiasmering (Encourage). Hierin speelt geld een belangrijke rol. © VormingplusLimburg
Met de nodige financiële ondersteuning geven we transitie meer mogelijkheden. Het is belangrijk om
leggen, ze moeten wel navolging krijgen. Het begint dan
de technologische knowhow te ontwikkelen om de
ook pas bij het daadwerkelijk naleven van die principes.
alternatieven te kunnen uitwerken (Enable). Deze
Grote organisaties moeten zelf het voorbeeld geven en
E’s zijn eerder de hardware van het transitieverhaal.
een consistent beleid voeren. Walk your talk (Exemplify).
Cultuur kan ervoor zorgen dat normen en waarden
De laatste E is die van Engagement. De sleutel ligt in het
worden vastgelegd om deze dan te kunnen
zorgen voor betrokkenheid. Hoe meer een persoon zich
toepassen als basis van heel het transitie denken.
betrokken voelt bij een veranderingsproces, hoe meer hij zich zal inzetten.
Individualisme moet baan ruimen voor delen en samendoen. Ethiek speelt een steeds belangrijkere rol bij het maken van beslissingen. Het is allemaal goed en wel om deze normen en waarden vast te
YesWEconomy
33
34 © GF
YesWEconomy
22.000 Belgen doen aan Cambio
Ons land zit in het peloton van autodelen Autodelen zit in de lift. 21 787 Belgen zijn aangesloten bij autodeelsysteem Cambio autodelen. De succesingrediënten van het concept zijn volgens Geert Gisquière de zorgeloosheid en de makkelijke toegankelijkheid die gebruikers ervaren. Het systeem vergt echter ook stressbestendigheid, geduld en verdraagzaamheid van haar klanten. Autodelen is dus niet voor iedereen weggelegd.
C
ambio is een autodeelnetwerk. Met een abonnement bij cambio kan je een wagen huren voor
een bepaalde tijd. Het netwerk verlost je van verzekeringen, herstellingen,
bijvoorbeeld maar 7.000 kilometer per jaar, dan bespaar je met Cambio
wagens lenen en je hoeft verder niet naar hen om te kijken. Tegelijkertijd
tot 1116 euro per jaar.
zijn we met Cambio ook heel
Het autodeelnetwerk Cambio is actief
immers zowel via onze applicatie als
in Duitsland, Ierland en België. Het is het grootste autodeelsysteem in België en het derde grootste in Duitsland. In België is Autopia de tweede grote speler op de markt, maar deze is veel minder ingeburgerd dan Cambio. ‘Als het op autodelen aankomt, bekleedt België eerder een middenpositie. Het zijn vooral de Germaanse landen zoals Zwitserland, Duitsland en Nederland die de pioniers waren. De Romaanse landen volgden heel wat later pas. Wij zitten daar als Belgen een beetje tussenin’,
toegankelijk. Klanten kunnen ons via de klantendienst steeds bereiken’. Autodelen gebeurt in Limburg op kleinere schaal dan in de andere Vlaamse provincies. In Limburg vind je namelijk enkel Cambio-ophaalpunten in Hasselt (5) en in Genk (1). Dit zijn er tien keer minder dan in Gent, de stad met het meeste aantal standplaatsen en de stad waar Cambio gevestigd is. Gent telt maar liefst 49 standplaatsen. Limburg heeft minder grote steden en meer platteland. Volgens manager Geert Gisquière is dat een belangrijke reden waarom autodelen hier minder
verklaart manager Geert Gisquière.
snel van de grond komt. ‘Autodelen
De eerste Belgische standplaats
komt omdat het een aanvulling vormt
werd in 2002 opgericht in Wallonië.
op andere alternatieven zoals het
Vlaanderen volgde pas in 2004. Op
openbaar vervoer en de fiets. Als je
afstanden met je wagen maakt.
1 april 2015 hebben 31 steden en
uit de stedelijke context gaat, zijn
gemeenten in België standplaatsen
mensen logischerwijs veel meer op
Volgens het bedrijf zelf is autodelen bij
met Cambiowagens. Er zijn 301
een wagen aangewezen. Delen wordt
ophaalpunten en 709 Cambiowagens.
in dat geval dan ook minder evident.’
onderhoud en andere kosten. Hierdoor betaal je enkel en alleen het gebruik van je auto. Dit betekent dat Cambio je financieel voordelen kan opleveren, tenminste als je niet dagelijks lange
Cambio al voordeliger dan een eigen auto wanneer je minder dan 10.000 kilometer per jaar op de teller hebt en je de auto niet dagelijks gebruikt voor bijvoorbeeld woon-werkverkeer. Hoe minder kilometers op de teller hoe voordeliger het wordt. Rij je
Deze 709 wagens staan op dit moment ten dienste van 21 787 gebruikers. ‘Het systeem heeft een zeer lage drempel. De gebruikers kunnen de
is eerder een stedelijk verhaal. Dat
Mobiliteit ‘Een andere belangrijke reden waarom mensen aan autodelen doen, is om de stad leefbaarder te maken.
YesWEconomy
35
Marc heeft tot half vijf om dit Cambio-voertuig te controleren op schade. © GF
Dat is ook effectief zo, want één Cambio-
werknemer een eigen
wagen vervangt ongeveer twaalf auto’s.
bedrijfswagen nodig.
Daardoor kan het verkeer vlotter door de
“
Autodelen is eerder een stedelijk verhaal
stad en vermindert de parkeerdruk.
Hoe werkt Cambio?
Dit maakt het voor de steden dan ook
Het principe dat Cambio hanteert
interessant om zulke projecten
om auto’s te delen, is makkelijk te
te ondersteunen.’
begrijpen. Toch zijn er enkele zeer specifieke handelingen die de klant moet
Cambio hoopt dan ook dat de
uitvoeren om een Cambio-wagen te
overheid extra inspanningen zal leveren
kunnen gebruiken. In de eerste plaats
op het gebied van ruimtelijke ordening.
moet je als gebruiker op voorhand via
Concreet moet er gestreefd worden naar
de klantendienst, website of applicatie
een betere organisatie van de steden om
vastleggen wanneer en op welk tijdstip je
plaats te bieden aan de ophaalpunten
welke auto wilt huren. Eens dit bevestigd
van Cambio.
is, kan je de auto op dat tijdstip gaan ophalen aan het ophaalpunt.
Het autodeelnetwerk wil daarnaast dat
36
YesWEconomy
de overheid een soort van fiscaal statuut
Elke gebruiker heeft een eigen lidkaart
uitwerkt dat het voor bedrijven gunstig
van Cambio. Daarmee kan de wagen via
maakt om met Cambio in zee te gaan. Op
de kaartlezer aan de voorruit worden
die manier zouden bedrijfswagens, die in
geopend. Op dat moment kan de
principe louter tijdens het werk gebruikt
gebruiker de wagen nog niet starten. Hij
zouden moeten worden, ook nog
of zij dient eerst de terminal, gelijkend
uitgeleend kunnen worden door Cambio
op een bankcontact in een winkel, in het
na de werkuren. Daarnaast heeft niet elke
handschoenenkastje te nemen en hierop
Schadeaangifte Aan het Cambio-ophaalpunt aan het Hendrikaplein in Gent ontmoeten we Marc. Als technieker bij Cambio controleert hij de wagens aan de standplaatsen regelmatig. Net zoals de gebruikers zich aan hun huurtijd moeten houden, krijgt hij ook maar beperkte tijd om een wagen te controleren. Marc legt graag uit hoe gebruikers schade aan het voertuig moeten rapporteren. Dit moeten zij altijd doen alvorens ze de wagen gebruiken. ‘De terminal in het voertuig vraagt na het intoetsen van de code om het voertuig te controleren op eventuele schade. Als de gebruiker schade opmerkt, noteert hij of zij dit op de schadelijst in het handschoenenkastje.’ ‘Vervolgens krijgen wij, de techniekers, een oproep van de balie om naar het voertuig te gaan kijken. Als het om kleine deuken of krassen gaat, brengen wij enkel een sticker aan op de wagen om aan te tonen dat wij de schade al opgemeten hebben.’
zijn of haar persoonlijke code in te
Het is natuurlijk ook niet allemaal
geven. Dan wordt er meteen gevraagd
rozengeur en maneschijn. Autodelen is
om eventuele schade aan het voertuig
een sociaal gebeuren en daardoor zijn
op te meten. Pas daarna wordt de
zowel verdraagzaamheid als discipline
autosleutel uit de terminal vrijgegeven
belangrijke steunpilaren van het project.
en kan de gebruiker de
Aangezien gebruikers op voorhand
wagen starten.
moeten vastleggen hoelang zij een bepaalde auto zullen gebruiken, kunnen
Gebruikers Niet alleen de financiële voordelen van autodelen moedigen mensen aan
zij het zich niet permitteren om te laat te zijn. Een andere klant kan de auto immers nadien gehuurd hebben.
om zich bij Cambio aan te sluiten. Een
In steden is het echter niet altijd
aanzienlijk deel van de gebruikers
gemakkelijk om op voorhand in te
hebben naast een lidmaatschap bij
schatten hoelang je onderweg zal zijn.
Cambio immers nog een eigen auto.
Auto’s die te laat terug worden gebracht
Deze gebruiken ze in hoofdzaak.
naar het ophaalpunt vormen dan ook
Cambio stelt haar klanten een hele
geen uitzondering. Gebruikers zijn steeds
resem aan voertuigen ter beschikking,
afhankelijk van elkaar. Autodelen vergt
gaande van kleine stadswagens tot
daarom stressbestendigheid, geduld en
bestelwagens. Veel mensen vinden het
verdraagzaamheid van haar gebruikers.
dan ook handig om bijvoorbeeld van
Het systeem is dus niet voor
een bestelwagen gebruik te kunnen
iedereen gemaakt.
maken wanneer ze meubels gaan kopen of verhuizen.
YesWEconomy
37
Cohousing maakt ruimte vrij V
laanderen is volgebouwd. Cohousing biedt de oplossing als goedkoop, duurzaam en sociaal woonconcept. Dat besluit Thomas Dreesen, student Architectuur aan de Universiteit Hasselt, in zijn masterthesis. ‘Een cohousing-project staat of valt bij de sociale interactie tussen de bewoners’, vertelt Thomas Dreesen, student Architectuur aan de Universiteit Hasselt: ‘Samenhuizen vzw schat dat van de vijf tot tien projecten, die worden opgestart in België, er maar één slaagt’. In Vlaanderen staan 2 956 628 gebouwen. Bijna 90% zijn woningen voor particulieren. De regio telt 2,6 miljoen huishoudens. Vier op vijf bezit een eigen woning. Dreesen: ‘We willen allemaal een alleenstaande woning met een tuin. Dat maakt bouwen in Vlaanderen erg duur. Als je grond aankoopt, kost dat al snel een klein fortuin. De oplossing is “cohousing”, ook wel samenhuizen genoemd.
Van dorp naar stad © samenhuizen
“
Een cohousing-project staat of valt bij de sociale interactie tussen de bewoners
Cohousing is een Deens idee. In 1964 discussieerde de architect Jan Gudmand-høyer met zijn vrienden over verschillende manieren van wonen. Ze wilden de essentie, het gevoel van het dorp, naar de stad halen. Hieruit ontstond het idee van samenhuizen. In een cohousingproject kennen de buren elkaar en leeft een sociale bewogenheid. De kern bestaat uit volledig uitgeruste privéwoningen met daarnaast uitgebreide gemeenschappelijke voorzieningen. Dit centraal paviljoen kan een ruime keuken, een grote
38
YesWEconomy
eetruimte, een kindercrèche, een televisiekamer,
het project. ‘Ik heb altijd in een gemeenschapswoning
een computerroom, een ontspanningszaal, een
gewoond. Dus ik wou terug naar dat sociale contact.’ In
vergaderplek, een werktuig– en zitplaats bevatten.
totaal zal er plaats zijn voor twintig gezinnen in het gebouw.
In België bestaan al enkele tientallen cohousingprojecten. Het eerste succesvolle initiatief
‘Maar omdat het binnen de ring van Leuven ligt, is het
ligt in Tubize. ‘La grande cense’ huist 21 gezinnen
een duur project. Er zijn daardoor al verschillende
sinds 2010. Gent telt twee projecten. Vinderhoute
mensen uit het project gestapt. Langs de andere kant
is een voorbeeld van cohousing in de klassieke stijl:
heeft dat aspect weer anderen aangetrokken. De
er staan verschillende privéwoningen in rijen van
locatie houdt eerder mensen tegen dan dat de prijs
drie. Er is in het midden van het terrein een grote
dat doet.’ Een woning in een cohousing-gemeenschap
gemeenschappelijke ruimte waar men samen kan
hangt gemiddeld rond die van een gewone woning.
koken en eten. Boven zijn er speelkamers, een
Maar je krijgt er een gemeenschappelijk gebouw en
studio voor muziek en een bibliotheekje. Meerhem
een gemeenschappelijke tuin bij.’
is dan weer een stadscohousingproject. Dat houdt in dat de acht gezinnen, die in de voormalige school
Toch is niet iedereen enthousiast over het concept.
verblijven, hun eigen appartementje hebben binnen
Volgens de Vlaamse Confederatie voor de Bouw is
het schoolgebouw. Er zijn een grote eetzaal en een
Vlaanderen nog lang niet volgebouwd. Bovendien
sporthal. De speelplaats is omgevormd tot een
bieden appartementen een goed antwoord op het
gedeelde tuin.
gebrek aan bouwgronden, aldus de aannemers. In 2013 bestond 58% van de woningen uit
Daarnaast staan in Vlaanderen veel projecten in
appartementen: een enorme stijging ten opzichte
de startblokken. In Leuven heeft een groep een
van de 35% in 1996. Verder maken ze beter gebruik
oude school in de Kapucijnenvoer gekocht. ‘Het
van de overgebleven bouwgrond. ‘Maar dat neemt
gebouw zit nu in de planningsfase, maar door de
natuurlijk niet weg dat het Vlaamse land eindig is. We
aankoop van de site is het project al goed op weg.
kunnen niet voor eeuwig bijbouwen, ook al zijn dat
Elf gezinnen hebben hun eerste toezegging al
appartementen. Cohousing daarentegen maakt ruimte
gedaan’, vertelt initiatiefneemster Melanie. Ze was
vrij’, zegt Thomas Dreesen.
samen met haar vriend de initiatiefneemster voor
YesWEconomy © samenhuizen
39
Weg met de wegwerpmaatschappij
40 Š GF
YesWEconomy
Spullen gaan kapot. Wanneer dat gebeurt, hebben we meestal de neiging om die meteen weg te gooien. We produceren en consumeren voortdurend. Tegelijkertijd danken we steeds meer producten af. Hierdoor vullen we onze stortplaatsen en verbruiken we meer en meer natuurlijke grondstoffen. Dat allemaal op een alarmerend tempo.
Volgens cijfers van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is het verbruik van natuurlijke hulpbronnen in de afgelopen 30 jaar met 50% gestegen. Daarnaast zorgen producenten ervoor dat hun product zo snel mogelijk veroudert. Zo moeten wij, de consumenten, telkens een nieuw product aanschaffen. Vele producten begeven het zelfs al vlak na hun garantieperiode. ‘Geplande veroudering’ heet dat dan. Het product terug naar het bedrijf opsturen, is geen optie. Die weigeren producten terug te nemen of te repareren. Als ze daarmee dan toch instemmen, kost het erg veel geld.
In een duurzame wereld zou Apple de batterij goedkoper moeten maken, zodat wij niet steeds een nieuwe smartphone moeten kopen. Zo zouden ook de grondstoffen voor de maak van een nieuwe Iphone gespaard blijven. Denkende in een kringloopeconomie zou Apple de grondstoffen terug uit de producten kunnen halen en zo een volledig duurzame Iphone kunnen creëren. Gelukkig bestaan er al initiatieven die bezig zijn met het herbenutten van grondstoffen, zoals bv. Urban Mining. Ze streven naar een wereld waar de afvalberg van technologische apparaten niet meer bestaat.
Iphone
We moeten afstappen van het idee dat producten kapot gaan en bijgevolg dus ook onbruikbaar zijn. De nieuwe producten binnen het circulaire aankoopbeleid vragen dus een andere manier van consumeren dan de gebruikelijke goederen. Als consument waarborg je op die manier dat de producent de materialen of producten aan het einde van de levensduur of gebruiksfase weer optimaal in een nieuwe cyclus kan inzetten.
Een klassiek voorbeeld van hoe het niet moet, is de Iphone. Het is een duur speeltje en eigenlijk niets meer dan een hebbeding. De levensduur van de batterij van zo’n apparaat is ingesteld tot een maximumperiode van ongeveer 5 jaar. Daarna is het volgens de economische redenering van Apple de bedoeling om een geheel nieuwe Iphone te kopen. Ook al is alleen de batterij kapot, je wordt bijna verplicht om een nieuw toestel te kopen. De batterij is namelijk even duur als een nieuwe smartphone. Slim van Apple, duur voor ons en absoluut slecht voor het milieu.
Het circulaire aankoopbeleid, de oplossing?
Hiervoor zijn afspraken nodig over hoe producten na het gebruiken worden teruggenomen en verwerkt. Het circulair inkopen is dus een vorm van duurzaam aankopen. Als consument krijg je een maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen de
waardeketen. Als gemeenschap moeten we onze focus verleggen van de minimale kosten naar de minimale ‘life cycle cost’. Een voorbeeld van hergebruik zijn kringwinkels. Hier vind je kleding, meubelen, huishoudelijke spullen zoals borden en glazen, boeken en nog veel meer. Het zijn producten van mensen die ze niet meer kunnen of willen gebruiken. Alvorens de spullen in de winkel uitgestald worden voor verkoop, wordt gecontroleerd of ze nog wel bruikbaar zijn. Als bijvoorbeeld een puzzel binnenkomt, wordt die eerst helemaal gemaakt door een van de werknemers. Ontbreekt een stukje van de puzzel, dan belandt die in de vuilnisbak. 45% van alle producten die binnenkomen, wordt gerecycleerd en slechts 7% belandt op de afvalberg. ‘Eigenzinnig, innovatief en creatief.’ Met die woorden omschrijft Liesbeth de Schamphelaere de 125 kringwinkels in Vlaanderen. Hoewel de focus vooral ligt op de armere gezinnen, trekken ze tegenwoordig ook hoogopgeleiden en vooral jongeren aan. Tweedehands is gewoon hip. ‘Je vindt de meest unieke stukken nog altijd in de kringwinkel. Maar weinig mensen hebben hetzelfde als jou, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een rokje uit de Zara,’ bevestigt Jana Bongaerts, een liefhebber van de kringwinkels.
YesWEconomy
41
Gratis gebruik van werktuigen
© GF
Fablab draagt steentje bij tot transitie Het Fabrication Laboratory, kortweg FabLab, is een uniek concept. Het is een gezamenlijke werkplaats waar mensen gratis gebruik kunnen maken van de infrastructuur. ‘Deelnemers betalen niet in geld, maar met kennis’, zegt Danny Leen, verantwoordelijke van het FabLab in Genk.
missen vaak de werktuigen om dat idee
bezoekers over de vloer. Er zijn 500
te realiseren. Wij geven hen
FabLabs. Reken zelf maar uit hoeveel
die werktuigen.’
ideeën hier bij elkaar gebracht worden. Op die manier komt echte innovatie tot
Het gebruik van die werktuigen is
stand’, vertelt Danny.
De FabLabs zijn een wereldwijd
gratis. ‘In ruil daarvoor vragen we de
initiatief. ‘Er zijn momenteel ongeveer
mensen om te betalen in kennis. Ze
500 FabLabs over heel de wereld’,
moeten een Fab-moment invullen, die
vertelt Danny Leen. ‘Het is een open
we op de website zetten. Op die manier
Uiteraard is niets in deze wereld gratis,
werkplaats, waar iedereen gebruik kan
kan elk FabLab over de hele wereld
en de dure apparatuur in het FabLab al
maken van digitale fabricage. Mensen
gebruik maken van dat ontwerp.
helemaal niet. ‘We werken samen met
komen hier binnen met een idee, maar
Zelf krijgen we per jaar rond de 3000
de MAD-faculty van de PXL en de LUCA
42
YesWEconomy
Subsidies
© GF
School of Arts. Zij betalen de grootste onkosten van
gefabriceerd met lokale materialen. Dit maakt deel
het FabLab’, verklaart Danny. Op die manier wordt het
uit van het distributieve manufacturingmodel, waarbij
FabLab eigenlijk onrechtstreeks gesubsidieerd door
geen transport meer nodig is uit verre landen.’
de staat.
Doelgroep Het basisconcept ontstond aan het Massachusetts Institute of Technology. Zij hanteerden een duidelijk
‘Aangezien we zo nauw verbonden zijn met de MAD-
open-deurbeleid, waarbij iedereen de mogelijkheid
faculty, is het ook logisch dat de grootste groep mensen
kreeg om van een werkplaats met gespecialiseerde
die naar het FabLab komen, studenten van de MAD-
apparatuur gebruik te maken. Dat bleek een krachtig
faculty zijn’, zegt Danny. ‘Een tweede grote groep zijn
middel te zijn om innovatie te stimuleren en kennis
hobbyclubjes van gepensioneerden. Eigenlijk is het
te verspreiden ter verbetering van de samenleving.
publiek dat naar het FabLab komt heel divers.’
De krachtlijnen van FabLabs zijn dus enerzijds een educatieve werkplek en anderzijds een innovatietool.
3D-printen
FabLab en transitie
3D-printen is relatief nieuw, en het is dan ook logisch
Op het eerste zicht lijkt het concept van het FabLab
zijn echter wel een aantal vereisten waaraan je moet
enorm op dat van het Repair Café. ‘Dat is echter niet
voldoen voordat je de printers mag gebruiken. Je
zo. Herstellen gebeurt hier eigenlijk vrij weinig. Af en
moet kunnen 3D-tekenen en kennis hebben van het
toe wordt met onze 3D‑printer wel eens een knopje van
materiaal. Het is ons lokmiddel, maar eigenlijk is het
een oude oven afgeprint, maar doorgaans worden hier
een van de minst gebruikte machines’, zegt Danny. ‘Het
echt nieuwe dingen gemaakt’,
is ook zeer duur om te gebruiken, en de kwaliteit is nog
verklaart Danny.
niet optimaal.’
dat de apparatuur zeer populair is in het FabLab. ‘Er
‘Het FabLab opent wel de deuren om zelf dingen te maken, waardoor ze het niet moeten gaan importeren uit China’, zegt Danny. ‘Zo hebben we ook het Open Desk-initiatief. Hierbij kunnen mensen ontwerpen van onze website zoals stoelen of tafels laten maken in het FabLab. Zij betalen hiervoor, en het wordt dus lokaal YesWEconomy
43
Meer dan 100 Repair cafés in Vlaanderen
‘Zonder vrijwilligers geen herstellingen’ In 2013 kwam het concept van Repair Cafés vanuit Nederland overgewaaid naar Vlaanderen. Nu zijn er al meer dan 100 Repair Cafés opgericht. ‘Het concept bleek een groter succes dan verwacht, de aanvragen blijven maar binnenstromen’, aldus Isabelle Haentjens, medewerkster bij Netwerk Bewust Verbruiken.
E
en stoel met een wiebelende poot, een cd-speler
in de Grote Oceaan bevindt zich namelijk een ‘drijvende
waarvan het klepje niet meer open gaat, een
vuilnisbelt’ die 34 keer zo groot is als Nederland.
lekkende koffiepot,… Al deze spullen gooien we weg, zonder te beseffen dat die nog gemaakt
Kennismaatschappij
kunnen worden. Een product herstellen is voor veel mensen geen logische reflex meer. Vaak weten we
De minieme kennis op vlak van herstellen is deels te
simpelweg ook niet meer hoe we iets moeten herstellen.
wijten aan onze kennismaatschappij. Wanneer je geen
Door zomaar alles weg te gooien creëren we enorme
universitair of bachelor diploma hebt, tel je vandaag niet
afvalbergen. De gevolgen beginnen we nu te merken,
mee. In de huidige samenleving wordt de praktische
© GF
44
YesWEconomy
kennis van ambachtslieden en laaggeschoolden ondergewaardeerd. In het Repair Café is net die knowhow van belang. Hier kunnen die mensen hun talenten gebruiken bij het herstellen van producten. Die herstellingen dragen ook bij aan een duurzamere wereld. Zowel bij het produceren van nieuwe producten als bij het recycleren, komt CO2 vrij. ‘Onze partner KOMOSIE, de federatie van kringloopcentra in Vlaanderen, deed onlangs een CO2-calculatie aan de hand van een steekproef bij 29 Repair Cafés. In 2014 reduceerden alle Vlaamse en Brussels Repair Cafés net geen 60 ton CO2’, zegt Isabel Haentjens medewerkster bij Netwerk Bewust Verbruiken.
Nederlandse journaliste De grondlegster van het concept is de Nederlandse freelance journaliste Martine Postma. Tijdens haar carrière als journaliste schreef ze over duurzaamheid en in het bijzonder over afvalbeperking. In haar boek ‘Weggooien? Mooi niet!’ vertelt ze hoe ze op het idee kwam. ‘In Nederland gooien we ontzettend veel weg, ook
Vrije bijdrage
Om de laagdrempeligheid te behouden, vragen de Repair Cafés geen inkom. Wel kunnen de deelnemers steeds een vrije bijdrage leveren. © GF
Openhuis Kuringen ‘In het Repair Café in Kuringen kunnen de buurtbewoners één keer per maand terecht met hun kapotte spullen.’ © GF
YesWEconomy
45
Nederlandse freelance journaliste Martine Postma. Tijdens haar carrière als journaliste schreef ze over duurzaamheid en in het bijzonder over afvalbeperking. In haar boek ‘Weggooien? Mooi niet!’ vertelt ze hoe ze op het idee kwam. ‘In Nederland gooien we ontzettend veel weg, ook dingen waar bijna niets aan scheelt. Ik vroeg me af waarom we die spullen niet konden repareren en zo kwam ik op het idee om een repair café op te starten’, vertelt Martine Postma. Op 18 oktober 2009 opende Martine Postma een eerste Repair Café in Amsterdam . Het idee sloeg aan en enkele maanden later werd de Stichting Repair café opgericht. Nu, iets meer dan vijf jaar later, kent Nederland bijna 300 Repair Cafés. Wereldwijd zijn dat er al meer dan 700, verspreid over zestien landen waaronder België, Duitsland, Australië en Chili. In 2013 kwam het concept overgewaaid naar Vlaanderen. Toen begon Netwerk Bewust verbruiken (NBV) Repair cafés op te richten in Vlaanderen. De taak van NBV bestaat eruit lokale groepen bij een opstart te ondersteunen. Ook in Vlaanderen werd het concept een succesverhaal, momenteel zijn er al 150 Repair Cafés in ons land te vinden. Meer dan 100 in Vlaanderen, 35 in Wallonië en
© Ilvy Njokiktjien
© GF
46
YesWEconomy
“ Het staat vast dat een Repair Café staat of valt met de hulp van vrijwilligers
15 in het Brussels gewest. Dat aantal
zijn vaak gepensioneerd en om de
stijgt nog altijd enorm snel.
isolatie te verbreken komen ze naar hier. Ze leren elkaar beter kennen
Openhuis Kuringen
en soms leidt dat zelfs tot hechte vriendschappen’, zegt de coördinator
Eén van die Repair Cafés bevindt zich
van vzw Openhuis Kuringen. ‘In de
in Kuringen, een deelgemeente van
meeste Repair Cafés is de inkom
Hasselt. Elk eerste woensdag van
gratis, dat om de laagdrempeligheid
de maand, kan iedereen met zijn of
te behouden. Tevreden bezoekers
haar kapotte voorwerpen bij de vzw
kunnen wel altijd een vrije
Openhuis Kuringen terecht. ‘Elke keer
bijdrage doneren.’
voeren onze vrijwilligers tussen de 40 en 45 reparaties uit’, zegt Kevin
Repair Cafés staan bekend om hun
Schouterden coördinator bij vzw
laagdrempeligheid, de overgrote
Openhuis Kuringen.
meerderheid biedt hun diensten dan ook gratis aan. Inkomsten halen de
De spullen waarmee de
Repair Cafés uit de vrije bijdragen die
buurtbewoners aankomen zijn zeer
worden gedoneerd door tevreden
divers. Onder andere een oude
bezoekers, ook krijgen ze steun
platenspeler en een kapot t-shirt
van de Vlaamse overheid. ‘Sinds
hebben een herstelling nodig. De
het najaar van 2013 kunnen we
zeven vrijwilligers moeten dus van
rekenen op de steun van de Vlaamse
alle markten thuis zijn. ‘Het staat
overheid’, zegt Isabel Haentjens.
vast dat een Repair Café staat of valt met de hulp van vrijwilligers, zonder
In het Repair Café in Kuringen
hen kunnen we geen reparaties
is dat niet anders, meteen als je
uitvoeren’, zegt Kevin Schouterden.
binnenkomt, voel je de ongedwongen
Dat vrijwilligers een belangrijke rol
sfeer. ‘Door onze samenwerking met
spelen in het verhaal van de Repair
CREAZI en andere activiteiten zoals
Cafés bewijst het feit dat het concept
start-to-run en een wijkrestaurant,
in 2014 de prijs voor vrijwilligers in de
zijn wij in staat om rendabel te blijven
wacht kon slepen.
zonder inkom te vragen’, zegt Kevin
Samen koffietje drinken Naast het herstellen van spullen, staat bij Repair Cafés de sociale cohesie centraal. ‘De vrijwilligers
Schouterden. ‘Daarnaast halen we ook inkomsten uit drankconsumptie. Nadat hun voorwerp hersteld is, praten de buurtbewoners gezellig na aan de toog. Vaak bijgestaan door een hapje en een drankje.’
YesWEconomy
47
Of zullen we toch maar besluiten niets te doen?
Š Rachelle Stein-Wotten