Dutch Media Hubdate

Page 1

najaar 2011

dutch media hubdate pagina 4 Projecten bewijzen waarde

pagina 7 Jet-Stream strategisch de markt vernieuwen

pagina 9

pagina 11

24i Media heilig geloof in Connected TV

Civolution wereldwijd koploper in digitale watermerken

pagina 13

pagina 16

ODmedia tussen contenteigenaar en consumentenplatform

IBC 2011 veel aanloop hubdates

George Fre riks, v o orman van de Dut c h Me dia H u b :

“ H et fundament is gelegd, nu is het aan de markt” Nederlandse mediabedrijven zijn internationaal toonaangevend. De Dutch Media Hub beijvert zich om die vooraanstaande positie ook internationaal te verzilveren. Een interview met programmadirecteur George Freriks.

H

et is misschien wat overdreven om te spreken van het moment van de waarheid, maar het is wel een belangrijke periode voor de Dutch Media Hub (DMH), het initiatief dat in 2009 in het leven werd geroepen om de Nederlandse mediasector beter te profileren in het buitenland. “Het bedje is keurig gespreid, nu moet de industrie doorpakken,” zegt programmadirecteur George Freriks.

Samen optrekken Eerst maar eens de zegeningen tellen, want in amper twee jaar tijd heeft de Dutch Media Hub volgens Freriks aardig wat bereikt. “De Nederlandse media-industrie werkt veel beter samen dan enkele jaren geleden. Nationaal zijn het misschien concurrenten van

elkaar, maar internationaal kunnen Nederlandse bedrijven juist samen optrekken om grote opdrachten binnen te halen. Dat lukt ook, ze halen gewoon extra omzet binnen. De omzet van de branche uit het buitenland is gegroeid van 5% in 2007 naar 13% in 2010. Ze zijn zich veel meer bewust van het feit dat er in het buitenland veel geld te verdienen valt, dat er meer is in de wereld dan KRO en NCRV. Bedrijven die elkaar eerst helemaal niet kenden, doen nu business met elkaar.” “Stel dat een Canadese filmproducent zijn content wil distribueren en exploiteren in Polen en Bulgarije. Dan zeggen wij: breng je content naar Nederland en we regelen het. We hebben kennis van digitalisering, weten veel van beveiliging en we

Omzet film, radio en televisiebranche in 2010 (miljoen euro), uitgesplitst naar gebruikers 13% van de omzet van de Nederlandse media-industrie komt inmiddels uit het buitenland.

50 1% 50 1%

820 410 13% 820 13%

410 6%

6%

2850 45% 2180 35%

2850 45%

2180 35%

Bedrijven Consumenten Export Bedrijven Consumenten Overheid Overig

Overheid

Export

Overig

Bron: TNO, obv CBS Nationale Rekeningen 2010

George Freriks 1


werken goed met elkaar samen. Nederland loopt daarin echt voorop. Kijk, Londen wordt vaak gezien als de mediahoofdstad van Europa, terecht overigens, maar toch werken ze daar lang niet zo goed samen als in Nederland.” Ook in technisch opzicht initieerde de Dutch Media Hub projecten die de samenwerking tussen de ongeveer veertig aangesloten partijen heeft vergemakkelijkt. Freriks somt ze op: “We zijn allemaal via glas met elkaar verbonden. We hebben een common file format ontwikkeld, een standaard formaat waardoor videobestanden zonder problemen kunnen worden uitgewisseld. En een gezamenlijke faciliteit wordt voorbereid.”

Omvang contentmarkten (Eurm, 2007 vs. 2010) Nederland 850

863

160

350 219

287

8

20

4

12

284

284

2007 Televisie

Bioscoop

DVD

VoD

Online Video

Gaming

2010

Europa 28,126 27,463

5,765 7,429

8,743 8,267

Bioscoop

DVD

0,384 1,240

0,41 0,294

10,000 12,000

2007 Televisie

VoD

Online Video

Bron: 3Rivers, TNO/Screendigest (2011), NVPI (2011), PWC M&E Outlook 2011-2015, NVB (2010), Audiovisual Observatory (2011), Ovum (2011), Keanet (2010)

2

Gaming

2010

Doelstellingen DMH 1. De Nederlandse creatieve industrie gericht op c­ ontent, media en entertainment en de enabling bedrijven tot samenwerking te brengen om synergie te benutten en minder versnipperd te opereren; 2. Nederland (en in het bijzonder de regio Amsterdam – Hilversum – Almere) te positioneren als contenthub van Europa en als zodanig te profileren voor inter­nationaal opererende media- en entertainment­ bedrijven en bovenstaande samenwerking interna­tionaal te vermarkten als de Dutch Media Hub; 3. Contenthubdiensten gericht op opslag en doorvoer en toegevoegde waardediensten tot wasdom brengen en te bundelen in heldere proposities; 4. Een businessplatform voor open innovatie realiseren om nieuwe (diensten), concepten en concrete oplossingen te creëren voor vraagstukken gerelateerd aan onder meer digital rights management, billing/accounting, content management, en digitale workflows.


dutch media hub

Nieuw

juridische kennis

De Dutch Media Hub gaat uitbreiden. Binnenkort kunnen ook partijen met juridische kennis zich aansluiten bij het netwerk. Programmadirecteur George Freriks legt uit: “We merken dat partijen veel behoefte hebben aan advies op het gebied van het vermarkten en verkopen van hun content. Wij willen ze daarbij gaan helpen, want op die manier kunnen we ons onderscheiden van concurrenten die alleen technische ondersteuning bieden. Een Amerikaanse filmproducent die zijn films in Europa wil exploiteren, kunnen we dan op alle mogelijke manieren helpen: bij het digitaliseren van de content, opslaan, beveiligen én vermarkten.”

Digital Gateway Het is dus goed gelukt om de samenwerking tussen creatieve bedrijven te verbeteren. Daarnaast staat de Dutch Media Hub ook internationaal op de kaart, onder meer door het feit dat Freriks, met in z’n kielzog delegaties van DMH-bedrijven, grote beurzen bezoekt om internationale mediabedrijven te wijzen op de kracht van Nederland als ‘Digital Gateway to Europe’. Toch valt nog het nodige te winnen, zegt Freriks. “Er is een stevig fundament gelegd, nu is het zaak om te gaan bouwen. Ik hoop en verwacht dat belangrijke bedrijven in ons netwerk een voortrekkersrol zullen pakken wanneer er – bijvoorbeeld – een belangrijke lead is. Op die manier kunnen we ons daadkrachtiger profileren. Voor buitenlandse partners is het nog wel eens een beetje diffuus wie nu precies het aanspreekpunt is. Men wil gewoon met één partij zaken doen. Daarin valt nog wel het nodige te verbeteren.” Tot dusverre werd DMH mede gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken. Freriks: “Eind dit jaar loopt de subsidie af. Ik hoop natuurlijk dat het ministerie wil doorgaan, maar ik verwacht ook meer verantwoordelijkheid van de partners zelf. De trend is dat de overheid steeds meer terugtreedt, dus we zullen ons erop moeten voorbereiden dat de markt het stokje gaat overnemen.”

Lukt dat de komende tijd, dan denkt Freriks dat de gezamenlijke Nederlandse creatieve bedrijven het de buitenlandse concurrentie behoorlijk lastig kunnen maken. Wie dat zijn? “Dan moet je denken aan bedrijven

in Londen, aan pan-Europese facilitaire bedrijven als De Luxe en aan grote Amerikaanse contentpartijen die steeds vaker zelf hun zaken gaan regelen. Wij hebben de taak om bedrijven als Disney erop te wijzen dat ze het digitaliseren van hun acht miljoen De facilitaire AV markt is qua omvang constant gebleven in de afgelopen jare uur aan content veel beter kunnen uitbesteden.” waarbij content hub diensten (contentmanagement) een duidelijke groeimar Marktomvang facilitaire AV branche Nederland

Marktomvang facilitaire AV-branche Nederland e omvang van de Nederlandse facilitaire AV-branche D is de afgelopen jaren constant gebleven op 246 miljoen Euro (excl. ondertiteling/vertalingmarkt).

5% 10% 4%

Registratie: • Markt kent een lichte daling • Verhoogde mate van efficiëntie door technische ontwikkelingen • Toename van het aantal (hoge kwaliteit) producties in Nederland

Overig Play-out Content Management

5% 10%

13%

21% Postproductie

12%

Postproductie: • Marktomvang iets afgenomen door (1) lagere kosten vanwege technologische ontwikkelingen (2) en editing door productieteams zelf Content management: • Sterke groeimarkt • Digitalisering van library en nieuwe content Play-Out: • Min of meer gelijk gebleven in de afgelopen jaren • Afwisselende in- en outsourcing door zenders

62%

60% Registratie

Overig: • Vertalingen/ondertitelingen zijn constante markten

Bron: gebaseerd op een kwa van 3rivers, september 2011

Bron: gebaseerd op een kwalitatieve inschatting van 3Rivers, september 2011

2008

2010

R e s u ltat e n D M H Betere samenwerking van de Nederlandse facilitaire industrie; er is een actief netwerk geformeerd waarin partijen samenkomen, kennis uitwisselen en samen zaken doen. Deelnemende partijen hebben onderling connectiviteit gerealiseerd en een standaard bestandsformaat afgesproken.

Samenwerking wordt verder gestimuleerd door een aantal marktgedreven pilotprojecten uit te voeren, zoals UltraViolet (de nieuwe standaard die het mogelijk moet maken om content overal ter wereld en op alle mogelijke apparaten af te spelen) en Digital Cinema (als eerste land ter wereld zal het Nederlandse bioscoop-

wezen in 2013 compleet gedigitaliseerd zijn). Via marktonderzoeken van onder meer TNO heeft DMH een uitgebreide business intelligence opgebouwd. DMH heeft internationale bekendheid opgebouwd, bijvoorbeeld door zich te profileren op beurzen in de Verenigde Staten, India en Canada.

3


Eind dit jaar loopt de eerste fase en financiering van de Dutch Media Hub af. Op basis van de realisatie tot zover, gesprekken met diverse marktpartijen en een reeks interviews bij diverse partners, blijkt dat bij een deel van de partners behoefte bestaat aan een verdere invul­ ling van de Dutch Media Hub. Voor ‘DMH 2.0’ ligt de focus op het inrichten van een gemeenschappelijke marketing- en loketfunctie en gemeenschappelijke faciliteiten met enkele launching customers.

Projecten bewijzen waarde

E

erdere projecten hebben inmiddels bewezen hoe waardevol die krachtenbundeling kan zijn. Neem ‘project 10-10-10’, dat zich richtte op het opheffen van de belemmeringen tot samenwerking binnen de Nederlandse audiovisuele industrie. Daarvoor werden sluitende afspraken gemaakt met partijen binnen de industrie om over te gaan naar volledig file-based werken. ODmedia ontwikkelde als pilot een business-to-businessplatform om televisie en filmcontent te managen, vermarkten, verkopen en distribueren aan internationale klanten.

4

Penetratiegraad NL en Europa (%, 2010)

Het werd gedemonstreerd op NAB in Las Vegas en leverde een aantal positieve leads op.

Digitale bioscoopschermen NL en Europa Penetratiegraad NL en Europa (%, 2010)

38

36

34

27

23

18

29

GB

NL

FR

DU

IT

SP

EU

Digital Cinema Een projectgroep met daarin onder andere KPN, Technicolor, BT, Invision en Gofilex zorgde voor een succesvolle test met betrekking tot digital delivery naar de bioscopen in Nederland. Op basis van de ervaringen met de opslag en distributie zijn er - als onderdeel van het grote Nederlandse digitaliseringstraject - aanbevelingen gedaan aan de bioscoopsector. DMH-partijen zitten inmiddels om tafel hoe de in Nederland opgedane ervaringen en

Bron: NVB, Audiovisual Observatory, 3Rivers analyse sep 2011

Bron: NVB, Audiovisual Observatory, 3 Rivers analyse sep 2011


dutch media hub

Feiten en cijfers PwC

werkwijzen kunnen worden verzilverd in een pan-Europese propositie. Als eerste land ter wereld zal het Nederlandse bioscoopwezen in 2013 compleet gedigitaliseerd zijn.

UltraViolet De pilot UltraViolet focust op het verwerven van kennis en ervaring met het opslaan van content ‘in the cloud’. DECE is een samenwerkings­ verband tussen bijna alle Amerikaanse studio’s, hardware leveranciers, DRM-partijen en retailers. Het doel is om de consument dezelfde gebruikerservaring te garanderen als bij een dvd maar dan via digitale distributie onder de merknaam UltraViolet. Met andere woorden: eenmaal een dvd gekocht, kan het hele gezin die bekijken op diverse apparaten, waar en wanneer ook. Najaar 2010 vond een kick off meeting plaats met de deelnemers aan de pilot, om de impact van UltraViolet op de Nederlandse markt vast te stellen en de workflow met de diverse partijen uit de waardeketen af te stemmen. Begin dit jaar werden de specificaties openbaar gemaakt, waarna een workshop met de deelnemers en de Europese vertegenwoordiger van DECE heeft plaatsgevonden om feedback te geven vanuit de Nederlandse markt. Onder leiding van TNO wordt momenteel onderzoek gedaan naar de technische en commerciële haalbaarheid van Ultra­Violet.

Nederland telt in 2015 bijna een half miljoen (470.000) beta­ lende online on demand tv-kijkers. Een explosieve stijging ten opzichte van de 10.000 betalende abonnees in 2010. Dat voorspelt PwC in haar Entertainment & Media Outlook 2011-2015 voor Nederland. De onderzoekers verwachten dat – in navolging van het succes van Netflix in de Verenigde Staten – ook in Europa een markt ontstaat voor een betaald online tv-aanbod dat niet via de reguliere kanalen wordt uitgezonden. Ook televisie kijken via de smartphone en tablet wint snel terrein. Waren er in 2009 nog zo’n 20.000 mensen die programma’s terugkeken op hun smartphone, in 2010 was dit aantal al 2,5 keer zo groot. Daarmee werd via mobiele telefoons zo’n 10 procent van alle teruggekeken programma’s bekeken, goed voor 17 miljoen views. Ook adverteerders beginnen het ­medium te ontdekken. Was de omzet uit advertenties op mobiele devices nog te verwaarlozen, in 2015 gaat hier naar verwachting 13 miljoen euro in om. Dat digitale distributie van content een groeimarkt is, bewij­ zen ook enkele andere feiten en cijfers in de Entertainment & Media Outlook 2011-2015. Een kleine greep: De zogeheten ‘filmed entertainmentmarkt’ groeit van 620 miljoen in 2010 naar circa 802 miljoen euro in 2015; Digitale downloads en de thuishuurmarkt nemen vanaf 2013 een behoorlijke vlucht, van circa 126 miljoen euro in 2010 naar 245 miljoen in 2015; De totale uitgaven die we thuis doen om media te consumeren, stijgen van 419 miljoen euro in 2010 naar 507 miljoen in 2015; Aan Video on Demand wordt in Nederland circa 134 miljoen euro besteed in 2015; Connected TV (‘web-enabled’) zit in de lift: in 2010 werden er in Nederland 400.000 van verkocht (tegen 150.000 in 2009), en in 2012 overstijgt het aantal web-tv’s de 1,2 miljoen.

Meer informatie: www.pwc.nl/outlook

5


D e rd e G at e way to E u ro p e

Hilversum is van oudsher de radio- en televisiestad van Nederland. Amsterdam is de creatieve hoofdstad van ons land. In Utrecht is een nieuwe game-industrie ontstaan. Amersfoort verbindt dat met ICT en telecom. Almere is goed in metadatering en heeft ruimte voor dataopslag. Anders gezegd: de vijf steden in dit compacte gebied in centraal Nederland, de Media Valley, hebben alle kennis en kunde in huis om digitale content te maken, te bewerken en te verspreiden. Productie, contributie en distributie: overheden - de provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam en Hilversum - namen het initiatief en geloven in de mogelijkheden die dat voor de industrie biedt. Met een gezamenlijke inspanning kan een enorme digitale ‘overslaghaven’ worden gebouwd, waar zowel grote als kleinere bedrijven aan kunnen bijdragen en hun voordeel mee kunnen doen. De basis ligt er. De Dutch Media Hub is voor Amerikaanse en Aziatische contentproducenten de toegangs­poort naar Europa. De Dutch Media Hub is ook het platform waarop ondernemers in de mediafacilitaire industrie hun kansen kunnen pakken. Zoals de Rotterdamse haven met al zijn bedrijven de intercontinentale schakel vormt tussen producenten en afnemers, zo groeit de Dutch Media Hub uit naar het knooppunt tussen internationale content producers en de Europese consument; of die nu in de bioscoop een vertaalde, ondertitelde of nagesynchroniseerde film bekijkt, thuis op de bank een tv-serie volgt, een game op de console speelt, live streams via een smartphone of tablet oproept, of via de pc de wereld in de huiskamer laat ­komen. Met de Dutch Media Hub wordt de Media Valley - na de Rotterdamse haven en Schiphol Amsterdam Airport - de derde Nederlandse Gateway to Europe. Jan Rensen, Wethouder Economische Zaken en Media, Hilversum

6


dutch media hub

Jet-Stream strategisch de markt vernieuwen Al in 1994 stuurde Stef van der Ziel zijn eerste webcast de wereld in. De toen 21-jarige ­Groninger is met zijn bedrijf Jet-Stream inmiddels uitgegroeid tot een gereputeerd leverancier van zogeheten Content Network ­Delivery (CND) techniek én ontwikkelde ­‘toevallig’ het ­fenomeen StreamZilla. “De Dutch Media Hub kan een grote rol spelen bij onze positionering.”

W

Stef van der Ziel

ie in de jaren negentig wilde uitzenden, had een omroeplicentie nodig en een kabelmaatschappij, etherfrequentie of satellietcapaciteit; en dus een flinke zak geld. Dat moest anders kunnen, dacht Stef van der Ziel, destijds werkzaam bij het Groningse popcentrum Simplon. “Met twee man en twee computers zetten we live beelden van optredens op internet. We hadden vier kijkers, maar wel twee in Amerika! De kwaliteit stelde niets voor, 1 frame per seconde ter grootte van een postzegel, maar ik had meteen het gevoel: dit gaat de wereld veranderen en voor een enorme liberalisering van broadcasting zorgen. Consumenten trekken de macht naar zich toe en het wordt allemaal veel goedkoper.” Internetvideo liet Van der Ziel niet meer los. Na enige omzwervingen begon hij in 2002 met Jet-Stream. “Ik had veel kennis opgedaan met

streaming techniek en ben mezelf gaan verhuren aan onder andere kabelmaatschappijen, internet pro­viders en omroepen. Het eerste jaar verdiende ik meteen geld en zo is het balletje gaan rollen.” De laatste jaren is Jet-Stream eigenlijk twee bedrijven geworden, constateert Van der Ziel.

Efficiënter “Enerzijds ontwikkelen we Content Network Delivery techniek, die wordt verkocht aan telecom operators. Want het is een wereldwijde trend dat consumenten steeds meer via internet video kijken ten koste van kabel. Daarbij doen zich twee problemen voor: de potentiële inkomsten van kabeltelevisie vallen weg en tegelijkertijd halen mensen extreem veel data via internet binnen. Wij verkopen Content Network Delivery techniek, een soort logistieke software, waarmee

7


H et bevreemdt de C E O van Jet- S tream dat internetverkeer nog steeds plaatsvindt via het best effort principe

videoverkeer veel efficiënter in een netwerk kan worden ‘weggezet’. De verwachting voor de komende vier jaar is dat 90 procent van alle internetverkeer video is…” “En dat zijn niet alleen grappige YouTube-filmpjes of een keer Uitzending Gemist, maar ook speelfilms, series en live televisie in hoge kwaliteit, echt premium video. Dat concurreert keihard met de digitale kabel. De consument wil niet meer gevangen zitten in de walled garden van de kabelmaatschappij. Dank zij onze software kunnen telecom partijen het dataverkeer in hun netwerk wel 50 tot 60 procent verminderen. Dat scheelt miljoenen in kosten. Daarnaast ontstaat meteen een nieuwe inkomstenbron, want ze kunnen die capaciteit weer verhuren aan bijvoorbeeld omroepen, sportclubs of bedrijven die via internet willen uitzenden.” Het bevreemdt de CEO van JetStream dat internetverkeer nog steeds plaatsvindt via het best effort principe. “Als het niet werkt, tja, het blijft internet. Er is geen controle of garantie. Dankzij onze software kunnen telecom operators wél garanties bieden. In deze tak van ons bedrijf steken we dan ook de meeste tijd en geld. Het is een kwestie van lange adem, maar het gaat komende jaren een vlucht nemen. Uit de hele wereld komen aanvragen, tot en met Rusland en India. We zijn echt bezig strategisch de markt te vernieuwen.”

StreamZilla Naast de Content Network Delivery activiteiten kent Jet-Stream nog een tweede bedrijfstak: StreamZilla. Van der Ziel: “Een beetje per ongeluk ontstaan. We kwamen in contact met bedrijven die onze kennis en

8

software fantastisch vonden, maar ook zeiden: “we willen de infrastructuur niet zelf doen, regelen jullie het maar.” Er is toen een test- en demoplatform neergezet om die klanten te helpen, maar binnen een jaar hadden we bijna alle grote partijen aan boord en was StreamZilla ineens een dienst… Ik geloof dat we dit jaar wel vijf miljard video’s de deur uit knallen.” Kwam de klandizie de eerste jaren uit Nederland en België, nu is dat nog maar 30 procent. “We hebben bijna 500 klanten, variërend van kleine videoproducenten en voetbalclubs als Ajax en Fulham tot internationale merken als Shell, KLM en Veamer,” aldus Van der Ziel. Juist dat internationale aspect maakt de Dutch Media Hub interessant voor Jet-Stream. “We zijn slechts een schakel in een keten met misschien wel 15 partijen. We hebben bewust gekozen voor die specialisatie, maar

je moet wel kunnen samenwerken, zowel technisch als ‘tussen de oren’. Nederlandse bedrijven zijn daar over het algemeen beter in dan internationale bedrijven. De Dutch Media Hub past daarin.” Er wordt wel verschillend tegen de Dutch Media Hub aangekeken, constateert Van der Ziel. “Sommigen vinden dat het echt een fysieke infrastructuur moet zijn die we als Nederland aanbieden. Dat is een lastige, want hoe ga je al die bedrijven bij elkaar brengen zonder dat ze elkaar overlappen of beconcurreren? Ik beschouw de Dutch Media Hub in eerste instantie als een gelegenheid waar je de koppen bij elkaar kunt steken, maar het moet wel meer zijn dan alleen een borrelclub.” “We hebben hier al die mooie bedrijven, we zijn innovatief, dus draag dat uit met z’n allen, juist ook buiten Nederland. Daar moeten we het toch gaan verdienen. Het is geen kwestie van meer subsidie of consultants, het moet heel erg komen vanuit de bedrijven die meewerken. Ik heb dan liever dat meer geld wordt gestoken in marketing, om ‘de Nederlanders’ internationaal op de kaart zetten. Dat blijft het probleem voor iedereen. De Dutch Media Hub kan een grote rol spelen bij onze positionering. Wat ik nu vooral mis, is een podium om onze visie uit te dragen, bijvoorbeeld tijdens congressen of evenementen. Dat is de beste marketing die je kunt hebben.”


dutch media hub

24i Media: heilig geloof in Connected Misschien een beetje TV vreemde eend in de bijt, maar toch is de recente toetreding van 24i tot de Dutch Media Martijn van Horssen

Hub wel begrijpelijk. Het bedrijf uit Alkmaar mag dan zelf niet aan contentdistributie doen, als maker van apps voor Connected TV - televisie die de verbinding legt met internet - wil men graag dicht bij het vuur zitten.

24i is van oorsprong een innovatiecentrum, van waaruit de Connected TV-diensten drie jaar geleden zijn verzelfstandigd in 24i Unit Media. 24i Media heeft sinds enkele maanden aansluiting gezocht bij de Dutch Media Hub omdat “we ervan overtuigd zijn dat iedereen in dat netwerk te maken gaat krijgen met het fenomeen Connected TV,” aldus directeur Martijn van Horssen. “Je krijgt nieuwe televisiezenders die alleen via internet uitzenden. Wij hebben bijvoorbeeld een dienst ontwikkeld rond TED (zie www.ted. com), zodat de presentaties ook op tv kunnen worden bekeken. Dat zul je veel meer gaan zien,” constateert Van Horssen. “Neem video on demand. De videotheek is op sterven na dood, maar films kijken op aanvraag gebeurt steeds meer, onder andere via de box van UPC of Ziggo. Dat aanbod is redelijk schraal en weinig recent, maar je ziet nu ‘video on demand winkels’ opkomen via Connected TV: het succes van de videotheek wordt online herhaald.”

Netflix Van Horssen wijst ook op de trend in de Verenigde Staten. “Ameri-

kaanse gezinnen geven tot wel 100 dollar per maand uit aan premium kanalen, voor extra films, series, sport et cetera. Maar de laatste maanden heeft zo’n 30 procent van die mensen al deze diensten opgezegd om voor 9,95 dollar per maand onbeperkt series en films te kunnen kijken via Netflix. Rechtentechnisch ligt het hier nog wat lastig, maar dat komt ongetwijfeld ook overwaaien naar Europa. En dan is niet alleen distributie cruciaal, maar gaat het ook om het uitzendkanaal, de Connected TV. En dan komen wij om de hoek kijken.” Wat dat betreft heeft 24i Media nog heel wat ‘zendingswerk’ te verrichten. “Kabelaars krijgen het moeilijk, maar Connected TV biedt hen ook kansen die ze kunnen grijpen, waarvoor de Dutch Media Hub een welkome gelegenheid biedt. Voor ons is dit initiatief geslaagd wanneer wij als Nederlands bedrijf exposure krijgen in buitenland en kunnen meeliften binnen de netwerken van de grotere bedrijven,” erkent Van Horssen. “Ik onderscheid eigenlijk twee soorten hubs: de technische kant met distributie en opslag en wat ik maar even de ‘softe’

9


“ Je kri j gt nie u we televisiezenders die alleen via internet u itzenden . W i j hebben bi j voorbeeld een dienst ontwikkeld rond T E D, zodat de presentaties ook op tv k u nnen worden bekeken .”

voorkant noem, met bedrijven als het onze. Nederlanders staan toch bekend als de handelaren met de goede ideeën. Kijk naar Philips: wat op de campus in Eindhoven wordt ontwikkeld, is voor zoveel landen interessant, dat zou breder uitgemeten moeten worden.” Toen in mei 2009 de eerste Connected TV’s op de markt kwamen, had 24i al voorzien dat alle grote fabrikanten die ontwikkeling zouden omarmen. “We waren al jaren daarvoor hard aan de slag gegaan om onze diensten aan te bieden en ontdekten al snel dat de technologie achter die tv’s erg verschillend is. De voorkant is redelijk identiek, maar de achterkant is heel anders; vergelijk het met Android en iPhone. Maar een contenteigenaar heeft daar geen boodschap aan, die wil gewoon op die tv zitten.”

Integreren 24i Media ondervangt dat probleem door verschillende technieken te kunnen integreren in zijn zogeheten ‘app core’, de standaard functionali-

10

teit en look & feel van een dienst die vervolgens kan worden omgebouwd naar verschillende platforms. Van Horssen: “Die app core gaat ervan uit dat alles hetzelfde is en dat het maar 20 procent extra inspanning kost om per televisie, set-top box of Blu-ray speler de noodzakelijke aanpassingen te doen.” 24i Media timmerde al internationaal aan de weg, maar hoorde via ODmedia van het project Ultra­ Violet (zie elders in deze uitgave) en trad toe tot de Dutch Media Hub. “Het past precies in ons straatje. In principe komen we elk kwartaal bij elkaar en binnen de UltraVioletgroep met een stuk of acht bedrijven spreken we ook afzonderlijk van elkaar af; we zitten nu in een fase met veel één op één gesprekken. Dit is zo’n project waar we allemaal baat bij hebben. Ik denk dat UltraViolet goede kans van slagen heeft. Het is ook nodig, het móét er gewoon komen…” Van Horssen benadrukt nog maar eens de belangrijke netwerkfunctie van de Dutch Media Hub. “Neem ODmedia: we kunnen elkaars

diensten leveren aan elkaars klanten en zo helpen we elkaar. Vanuit onze bedrijven kunnen we nieuwe combinaties maken, die tot innovatieve diensten leiden. Ik weet vaak wat de strategie van fabrikanten is. Als ik nu ook de wensen en eisen van content providers ken, ook die in het buitenland, dan kan ik een sterke rol vervullen als intermediair. Kijk bijvoorbeeld naar Digital Rights Management. Als wij tegen Philips kunnen zeggen: met Samsung en LG zijn we al tot hier gevorderd, haak gewoon aan, dan profiteren we van elkaars kennis. Ik wil dergelijke gaatjes dichten en dat kan onder andere via de Dutch Media Hub.”


dutch media hub

Civolution: wereldwijd koploper in digitale watermerken

Het Eindhovense Civolution levert content terug aan de contenteigenaren, maar Alex Terpstra

dan wel voorzien van een ‘watermerk’, ‘vingerafdruk’ of andere waardevolle toevoeging. Dat klinkt eenvoudig, maar is het allerminst. Jaren van intensieve research en productontwikkeling zijn eraan vooraf gegaan. “Samen sta je sterk,” zegt CEO Alex Terpstra over de deelname van Civolution aan de Dutch Media Hub.

D

oor de natuurlijke bescheidenheid die Alex Terpstra, CEO van Civolution, uitstraalt, klinkt het helemaal niet pedant wanneer hij vaststelt dat Civolution “het enige bedrijf ter wereld is dat films digitaal kan watermerken.” Terpstra en zijn collega’s lopen de deuren plat bij de grote studio’s in Hollywood. Met hun ingenieuze software geven ze ‘informatie’ mee aan beeld en geluid van de film. Informatie die steeds wordt geactualiseerd, waardoor altijd te traceren is waar de kopie zich bevindt, tot aan de bioscoop toe. Op die manier kan piraterij beter worden aangepakt. Terpstra: “Wanneer een illegale kopie van een film op internet verschijnt, kunnen wij met onze speciale

detector, die het watermerk als het ware decodeert, precies zien waar en wanneer het mis is gegaan: in de postproductie, de bioscoop of op een andere plek. Zelfs als de film in de bioscoop met een matige camcorder is opgenomen, kunnen wij nog steeds het watermerk lezen.” Dat klinkt behoorlijk futuristisch, helemaal wanneer je in ogenschouw neemt dat het watermerk absoluut niet te zien en te horen mag zijn. Terpstra en de zijnen moeten al hun watermerken dan ook voorleggen aan de zogeheten Golden Ears en Golden Eyes van de Hollywoodstudio’s, de mensen die zelfs het kleinste oneffenheidje in beeld en geluid kunnen vaststellen. “Soms horen of zien ze toch nog iets,

waarna wij weer teruggaan om onze algoritmes te finetunen, net zo lang tot de Ears en Eyes tevreden zijn.”

Enabler van business Op het gebied van anti-piraterij heeft Civolution zich derhalve ontwikkeld tot een wereldwijd toonaangevende speler. Maar voeren de filmstudio’s geen achterhoedegevecht wanneer ze zoveel energie stoppen in het bestrijden van illegaal downloaden? Terpstra draait het liever om: “Dankzij onze beveiligingstechnieken durven de studio’s ook nieuwe stappen te zetten. In de VS is onlangs een VOD-service gelanceerd waarop films al binnen twee maanden na de bioscooprelease beschikbaar komen. Zonder digitaal watermerk zouden de studio’s dat nooit hebben

11


P h i l i p s e n Th o m s o n

aangedurfd, daarvan ben ik heilig overtuigd. Dus wij zien onze technologie juist ook als een enabler van business.” Naast het beveiligen van digitale content houdt Civolution zich ook bezig met het – volledig geautomatiseerd – analyseren van content, Media Intelligence genoemd. Terpstra: “Persbureau Reuters is bijvoorbeeld een belangrijke klant van ons. Wij houden voor ze bij waar en wanneer hun clips worden uitgezonden. Ook werken we veel voor grote adverteerders. Wij monitoren bijvoorbeeld of hun commercials precies volgens de gemaakte afspraken zijn uitgezonden. Het komt nog wel eens voor dat een zender een paar seconden van een commercial afsnoept doordat een nieuw filmpje wordt ingestart. Dat kunnen kostbare seconden zijn.” Ook houdt Civolution zich bezig met kijkcijferonderzoek, Audience Measurement. “Dit jaar wordt onze watermerktechnologie ook op dat terrein uitgerold in Nederland, in opdracht van Intomart,” zegt Terpstra. “Voordeel is dat je dan precies kunt zien via welke vorm van distributie de deelnemers tv-kijken.” De jongste loot aan de Civolutionstam is Media Interaction, waarbij met name wordt gekeken naar de opmars van het ‘tweede scherm’. Het fingerprinting proces van Civolution

12

Terpstra: “Wij hebben een tool ontwikkeld die ervoor zorgt dat het signaal van tv en iPad synchroon lopen. Dat is niet onbelangrijk, want via het tweede scherm vindt steeds meer interactiviteit plaats. Wanneer de presentator van The Voice ‘Stem nu’ zegt, dan komt dat signaal via kabel, satelliet en ether op verschillende momenten de huiskamers binnen, want de ene infrastructuur is nu eenmaal sneller dan de andere. Daardoor krijg je synch-problemen met je iPad of ander apparaat. Dankzij onze oplossing behoren die problemen tot het verleden. ‘Stem nu’ is daadwerkelijk ‘nu’. Je bent dus helemaal niet meer afhankelijk van de distributeur.”

Onmiskenbaar voordelen Civolution is een van de leden van de Dutch Media Hub, een initiatief dat Terpstra “erg interessant” vindt. “DMH heeft veel geïnvesteerd in het opbouwen van een netwerk van Nederlandse contentbedrijven en

De basis voor de watermerk-technologie van Civolution werd gelegd bij Philips, waar ook Alex Terpstra werkzaam was. In 2008 startte Terpstra via een spin-off uit Philips en richtte hij Civolution op. Mede dankzij venture capital deed Civolution meteen enkele strategische overnames, waaronder de Content Identificatie-tak van Thomson. Er werken ruim honderd mensen bij Civolution, dat sinds vorig jaar winst­gevend is. Zeventig procent van de omzet van het bedrijf wordt verdiend in de VS.

daar profiteren wij van. We gaan op handelsmissies en proberen verkoopkansen te benutten. Het is moeilijk aan te geven of dat ook daadwerkelijk tot meer omzet leidt; er zijn meerdere factoren die bepalen of je een opdracht krijgt of niet – maar Dutch Media Hub levert ons onmiskenbaar voordelen op.” Neem UltraViolet, een wereldwijd project dat een nieuwe standaard voor content moet opleveren. “Wij vinden het belangrijk om daarin mee te doen,” zegt Terpstra, “maar eigenlijk hebben we er geen tijd voor. In DMH-verband hebben we toch de mogelijkheid te participeren. Soms zijn projecten zo groot of complex dat het gewoon veel handiger is om die projecten met elkaar aan te pakken, want samen sta je sterk.” Terpsta hoopt dat DMH actiever wordt op de Nederlandse markt. “Dat ligt wat gevoeliger omdat de aangesloten bedrijven soms elkaars concurrent zijn. Maar wij doen niet zoveel op de Nederlandse markt, dus voor ons liggen juist daar kansen. Dus ik hoop dat we ook op dat vlak over onze eigen schaduw heen kunnen springen om kansen te benutten.”


dutch media hub

ODmedia tussen contenteigenaar en consumentenplatform Dit gaat het wel worden, dacht Sjef Pijnenburg toen hij zich in 2002 bij KPN bezighield met Video on Demand. Het heeft even geduurd, maar inmiddels is VOD daadwerkelijk aan een flinke opmars bezig. Sinds 2004 runt Pijnenburg zijn eigen bloeiende bedrijf, ODmedia, waarbij de O en D vanzelfsprekend staan voor On Demand. Pijnenburg is actief en ­betrokken lid van de Dutch Media Hub: “We moeten de kopgroep een extra duw geven.”

Sjef Pijnenburg

Nog maar een week geleden heeft ODmedia een nieuw pand betrokken in Utrecht. Althans, nieuw, het betreft een tot kantoor omgebouwd schoolgebouw. Oud, sfeervol en strak, maar de verbouwing is nog in volle gang. “Tja, we hadden het huurcontract van het vorige pand opgezegd, dus we moesten wel verhuizen,” zegt CEO Sjef Pijnenburg. Op de weg die content aflegt van eigenaar naar platforms als kabel, Digitenne en Over the Top Television (OTT), ondergaat deze een flink aantal bewerkingen. ODmedia biedt veel diensten aan op dit terrein, onder meer op het gebied van postproductie, archivering, enterprise encoding en, uiteraard, VOD-technologie. Pijnenburg: “In 2005 hebben we ons eerste technische VOD-platform gebouwd. Dat was een white label-platform, dat door verschillende aanbieders is afgenomen, waaronder Casema Multikabel en

@Home. Dat was leuk, maar erg succesvol waren de meeste online platforms nog niet. De kwaliteit van de streams liet te wensen over en er waren problemen met DRM.”

Volwassen Maar inmiddels is VOD in rap tempo volwassen aan het worden. In het buitenland was dat al eerder het geval, heeft Pijnenburg ervaren. “De Belgische VOD-markt, waar wij voor Belgacom een platform hebben gebouwd, is al zes, zeven jaar volwassen, de videotheek is daar al lang verleden tijd.” Nu is Nederland aan de beurt: met voetbal, films en diensten als Programma Gemist komt VOD ook hier eindelijk goed van de grond. Met de opkomst van Over the Top Television, waarbij de bestaande operators worden overgeslagen, zou VOD helemaal los kunnen gaan, al denkt Pijnenburg dat het zo’n vaart niet

M et Over T he Top T elevision , zo u VO D helemaal los k u nnen gaan

13


Groei VoD partijen NL en Europa (aantal, 2008-2010) Tussen 2008 en 2010 groeit het aantal VoD partijen in Europa nog steeds,

zal lopen. “Ten eerste controleren partijen als UPC, Ziggo en KPN nog steeds het internetverkeer. En ten tweede vinden veel consumenten het gewoon gemakkelijk om zaken te doen met bestaande operators. De gemiddelde Nederlandse consument kent diensten als Netflix en Amazon niet. Dus voorlopig staat het aanbod van de huidige operators nog als een huis.” Intussen heeft ODmedia het dienstenpakket gestaag uitgebreid, bijvoorbeeld met broadcasting – ook dat kan ODmedia verzorgen. Het bedrijf beschikt over de kennis en de faciliteiten om een zender te runnen en heeft een platform voor gemist-

Tussen en 2010 groeit het aantaldiensten VoD partijen hierdoor 2008 is de behoefte aan contentmanagement vergroot in Europa nog steeds. Hierdoor is de behoefte aan contentmanagement diensten vergroot. Groei VoD partijen NL en Europa (aantal, 2008-2010)

40

25 46

16 20

13 18

8 13

11 11

7

8

9

9

9

9

6

5

7

4

6

Marketing en promotie ODmedia is een actief en betrokken lid van de Dutch Media Hub. Sjef Pijnenburg heeft een behoorlijk

14

5

4

2008 FR

NL

GE

GB

SP

BE

DK

IT

SW

FI

HU

AT

PL

2010

Bron: 3Rivers, Audiovisual Observatory (2011) 1) Aantal aangeboden services excl. Adult, catch-up en zenders op video platforms als Youtube Bron: 3Rivers, Audiovisual Observatory (2011) 1) Aantal aangeboden services excl. Adult, catch-up en zenders op video platforms als Youtube

“ W e distri­b u eren bi j voorbeeld ook N i j nt j e , T i ë sto en Jeff D u n­ham ” uitzendingen. Ook houdt ODmedia zich bezig met licensing. Is dat niet een vreemde eend in de bijt? Pijnenburg: “Eigenlijk niet. We deden al zoveel in de fase tussen eigenaar en aanbieder, dit past daar prima bij. We distribueren bijvoorbeeld ook Nijntje, Tiësto en Jeff Dunham en licenseren hun content wereldwijd aan allerlei platforms. Maar we zullen nooit een bestaande klantrelatie verstoren – we blijven actief in het domein tussen contenteigenaar en consumentenplatform. Als je daar van meerwaarde kan zijn door ook licensing aan te bieden, heb je gewoon een super win-winsituatie.”

3

6

uitgesproken mening over hoe het netwerk zou moeten functioneren. “DMH werkt uitstekend als het gaat om het profileren van Nederlandse contentbedrijven in het buitenland. Dat is een goede zaak, want Nederland is een vooruitstrevend land op dit terrein en niet iedereen weet dat. Daadwerkelijk business binnenhalen via de Dutch Media Hub is echter lastiger. Misschien moeten we dat ook niet willen, maar moeten we ons concentreren op marketing en promotie van de aangesloten bedrijven.” Daarnaast pleit Pijnenburg voor een betere zichtbaarheid op internationale beurzen. “Waarom nemen we geen verzamelstand op MIPCOM of MIPTV? Ik zou het een hele goede zaak vinden als we daar met z’n allen op een grote stand staan.”

Last but not least zou de Dutch Media Hub er volgens Pijnenburg voor kunnen zorgen dat bedrijven gerichter subsidies binnenhalen. “In Vlaanderen heb je het Flanders Investment & Trade (FIT). Dat instituut heeft een aantal bedrijven geselecteerd, laten we zeggen een top-50, dat via extra stimuleringsmaatregelen een steuntje in de rug krijgt van de overheid. Dat zijn subsidies die rechtstreeks ten goede komen aan de bedrijven, heel direct is dat. In mijn visie zou de Dutch Media Hub ook zo’n rol kunnen spelen: selecteer een groep koplopers op basis van strakke criteria en zorg ervoor dat die bedrijven heel direct, één-op-één, worden gesteund. Dan kan DMH weer een extra stap vooruit maken als belangrijk netwerk van en voor contentbedrijven.”


dutch media hub

Nederlandse gateway voor onafhankelijke Amerikaanse films “Een doorbraak,” zegt George Freriks, programmamanager van de Dutch Media Hub. Het Amerikaanse IndieFlix wil met een aantal deelnemers aan de Dutch Media Hub in zee om zijn video on demand content op de Europese markt te brengen.

IndieFlix heeft de rechten op meer dan 3000 titels,” legt Freriks uit. “Onafhankelijk geproduceerde speelfilms, documentaires en korte films. Ze zoeken expansie in Europa. Onze parttime consultant in de Verenigde Staten wees ze op de mogelijkheid om met de bedrijven in de Dutch Media Hub te gaan samenwerken, zo is het contact tot stand gekomen. We hebben toen een aantal conference calls gehad, waarin zij uitlegden wat ze willen en wij wat onze partners hier kunnen bieden. Voor hun VoD-diensten in Amerika hebben ze partnerschappen met grote partijen zoals Amazon, iTunes, Netflix en Hulu. Maar Europa, een grote en zeer diverse markt, was onbekend terrein voor ze. Ze wisten niet bij wie ze moeten aankloppen, welke markten interessant zijn, hoe je hier deals maakt.”

Bewerken Het contact beviel de Amerikanen blijkbaar goed, want tijdens de afgelopen editie van IBC in Amsterdam was een delegatie uit Seattle aanwezig om met geïnteresseerde participanten in de Dutch Media Hub te praten. Freriks: “We hebben acht gesprekken georganiseerd met allerlei partijen, ook met bedrijven die nu niet tot ons consortium behoren. Daarvoor was erg veel belangstelling. Je moet dan denken aan bedrijven die distributieplatforms kunnen bieden of contacten hebben met platforms in Europa, bedrijven die ondertiteling kunnen regelen, of nasynchronisatie, faciliteiten enzovoort. Het idee is dat bedrijven hier van IndieFlix zogenoemde Mezzanine files krijgen, die ze dan bewerken en geschikt maken voor verschillende platforms en set-top boxen, waarvoor uiteenlopende formaten en specificaties gelden.”

Nog tijdens de IBC maakten IndieFlix en de Dutch Media Hub hun intentie om samen te werken officieel bekend. “We gaan voorzichtig van start,” zegt Freriks. “Om te beginnen in drie Europese landen, waaronder in elk geval Nederland. IndieFlix wil eerst de Europese markt testen om te zien of de kosten die voor de bewerking en de distributie moeten worden gemaakt, eruit komen. Als dat goed loopt, kijken we verder.” Hoewel onder de titels van IndieFlix geen kaskrakers uit Hollywood zitten, maakt Freriks zich weinig zorgen over de aantrekkelijkheid van het aanbod. “Het is een segment waarvoor zeker belangstelling bestaat. Onafhankelijk geproduceerde films zijn in Europa in toenemende mate gewild en een catalogus met ruim 3000 titels is niet niks. Er zal ook samengewerkt worden met filmfestivals, er komen cadeaupakketten en ga zo maar door.”

Doorbraak De samenwerking is ook interessant voor de filmindustrie. “Kleine producenten hebben behoefte aan dit soort mogelijkheden. Zij kunnen niet zelf met al die platforms in allerlei landen contact leggen, dat

is gewoon niet haalbaar.” Welke bedrijven precies bij de samenwerking betrokken zijn, kan Freriks nog niet openbaar maken omdat er nog geen contracten zijn getekend. “Maar voor het einde van dit jaar zijn de eerste resultaten te verwachten. IndieFlix stelt niet zulke uitgebreide voorwaarden zoals de grote studio’s bijvoorbeeld doen.” “Na een aantal kleinere successen is dit voor de Dutch Media Hub een doorbraak,” vindt Freriks. “IndieFlix ziet ons consortium als de gateway to Europe, precies wat wij willen zijn. Bovendien valt niet alleen over het leveren van technische diensten en distributie te praten, maar ook over een gemeenschappelijke, risicodragende participatie met bedrijven hier. Ook dat sluit aan bij ons streven om dé partner te zijn binnen de Europese markt.” De Dutch Media Hub beperkt zich daarbij niet tot partijen uit de Verenigde Staten. “We proberen een platform in Europa te creëren specifiek voor content uit Canada. Daartoe zijn we in gesprek met de koepelorganisatie van Canadese producenten.”

15


hubdates

Veel aanloop op IBC 2011 Voor de derde keer was de Dutch Media Hub in september met een stand aanwezig op IBC 2011 in de Amsterdamse RAI. George Freriks: “Wat ik deze editie heel sterk heb gemerkt, is dat er veel mensen waren die doelgericht naar de stand kwamen om ons te spreken, maar vooral ook de partners van het project. Voor een aantal gold dat de leads letterlijk naar hen toe kwamen. Dat zegt iets over de bekendheid en de belangrijkheid van de Dutch Media Hub.” Michiel van Duijvendijk van partner ParkPost bevestigt dat: “Onze aanwezigheid op de DMH-stand heeft ons in contact gebracht met een aantal interessante buitenlandse partijen. Naar verwachting zullen we op korte termijn met een aantal partijen vervolggesprekken hebben.”

“Het aantal niet-Europese partijen dat technische faciliteiten nodig heeft in Europa voor de verwerking en verspreiding van content neemt sterk toe,” weet Van Duijvendijk. “Wij kunnen die rol in Nederland uitstekend vervullen, maar het is voor ons onuitvoerbaar om op individuele basis buitenlandse partijen te benaderen. Door de collectieve aanpak van DMH wordt dit traject eenvoudiger en daarmee veel kansrijker.” Ook partner iphion had op de DMHstand een ideale plek om zich te presenteren. Merien ten Houten: “De stroopwafels lokten het bezoek…. De innovatieve mede standgebruikers versterkten het verhaal dat iphion neerzette. We hebben op IBC voor het eerst

onze Cloud Broadcasting-oplossing gepresenteerd, die partijen de mogelijkheid biedt om tegen zeer lage kosten hun signaal wereldwijd te distribueren. De interesse voor dit product was groot en kwam ook uit onverwachte hoek. Grote partijen die nu nog al hun kaarten op satelliet hebben ingezet, waren onmiddellijk enthousiast.” “Innovatie doe je niet in je eentje. iphion is een heel gefocust bedrijf in een snel veranderende markt. We hebben partners en samenwerkingsverbanden nodig om samen die veranderingen voort te stuwen en ervan te profiteren. Daardoor kan iphion zich richten op waar ze goed in is.”

BT: DMH al succes

KPN: Hub tastbaar maken

RTL: 10-10-10 bewijst bestaansrecht

Maarten Gubbens, wat is voor BT de toegevoegde waarde van de DMH?

Jesse Robbers, wat is voor KPN Broadcast Services de toegevoegde waarde van de DMH?

Hank van de Loo, wat is voor RTL de toegevoegde waarde van de DMH?

“De Dutch Media Hub heeft een groot actief netwerk in de regio die BT Global Services in staat stelt haar internationale Media & Broadcast en networked-IT portfolio onder de aandacht te brengen. Daarnaast is er mede op initiatief van de Dutch Media Hub een PoP (point of presence) op het Media Park in Hilversum gerealiseerd, een belangrijke schakel in het BT Global Media Network en de connectie met BT Tower.” “DMH is voor BT al een succes door de opgedane en gedeelde kennis, het leggen van businessrelaties en het creëren van nationale- en internationale kansen. BT heeft een aantal DMH-participanten mogen ontvangen in BT Tower. Bovendien heeft BT geparticipeerd in twee pilotprojecten, waaronder Digital Cinema. Voor Digital Cinema heeft BT een netwerk ontworpen, dat Gofilex, bioscopen en laboratoria in staat stelt veilig en snel films digitaal te transporteren en het creëert de mogelijkheid alternatieve content (live) de bioscoop in te brengen.”

“De DMH promoot Nederlandse mediabedrijven in het buitenland en via deze weg proberen we buitenlandse partijen te interesseren voor de diensten van KPN Broadcast Services, eventueel in samenwerking met collega-deelnemers. Daarnaast zien we ook toekomst in het tastbaar maken van de DMH. Vergelijkbaar met de AMS-IX voor internet, maar dan een versie voor video. Dus een hub voor videoverkeer vanuit het buitenland naar Nederland, maar ook naar de rest van Europa, vergelijkbaar met Schiphol of Rotterdam.” “We hebben meegedaan/doen mee aan verschillende pilotprojecten en verschillende trips (Los Angeles/Las Vegas en Londen/ Manchester). Die hebben veel nieuwe inzichten en contacten opgeleverd. Helaas nog geen nieuwe omzet, maar het kost nu eenmaal enige tijd voordat je resultaten kunt boeken. Het gaat eerst om bekendheid en vertrouwen.”

“Het feit dat alle commerciële en publieke partijen om tafel zitten om te onderzoeken hoe we beter kunnen samenwerken op het gebied van techniek, zie ik als winst. Een goed voorbeeld is het 10-10-10 project, waarbij we zijn overeengekomen om een standaard te gebruiken voor het uitwisselen van programmamateriaal.” “Voordeel voor de Nederlandse markt is dat ruim 400 partijen op een gestandaardiseerde manier hun programma’s kunnen aanleveren. Dat scheelt enorm qua investeringen voor productiemaatschappijen en facilitaire bedrijven. Met het project 10-10-10 heeft de DMH zijn bestaansrecht wat ons betreft bewezen. Ook intern is een standaard workflow gerealiseerd. Dankzij deze stap kunnen we sneller en efficiënter werken.”

Colofon Inhoud Rosalie Weijers (Dutch Media Hub), Raymond Krul, Jeroen te Nuijl (FC Klap) (Eind)redactie Sieneke Croes, George Freriks, Rosalie Weijers

16

Vormgeving Studio FC Klap

Deze Dutch Media Hubdate is een eenmalige uitgave van:

Grafieken en data zijn mede tot stand gekomen en verzameld door: 3Rivers, TNO, PWC.

Fotografie Maud Berger, Robert Hart e.a.

Dutch Media Hub Postbus 124 1200 AC Hilversum

This report Includes content supplied by IHS ScreenDigest. Copyright © IHS ScreenDigest 2011. All rights reserved.

Druk ZuidamUithof Utrecht

contact@dutchmediahub.com www.dutchmediahub.com Twitter: @dutchmediahub

Dutch Media Hub is een project van Stichting iMMovator Cross Media Network en wordt mede gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, de Provincie Noord-Holland, de Gemeente Almere, de Gemeente Amsterdam en de Gemeente Hilversum. www.immovator.nl

dutch media hub


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.