8 minute read

Een camper besturen

Wat moet je als chauffeur allemaal weten, als je met een camper gaat rijden? “Als wij een nieuwe camper afleveren, geven we twee uur uitleg. Na twee uur zijn de mensen dan wel tureluurs. Wie het niet opschrijft, vergeet snel,” beweert Bart Decuyper, zaakvoerder van Motorhomes Decuyper in Poperinge en voorzitter van de Belgian Caravan-Camping and Motorhome Association (BCCMA). En dus schreven we het allemaal netjes voor u op.

Advertisement

Om met een motorhome te mogen rijden, volstaat rijbewijs B, tenzij de camper het maximum toegelaten gewicht van 3500 kg overschrijdt. Weegt hij meer, dan moet je rijbewijs C hebben, zoals voor vrachtwagens, maar eenvoudiger te behalen. De lengte van de camper speelt geen rol. “Kijk uit met het gewicht,” waarschuwt Bart Decuyper. “Ga je als champagneliefhebber naar de Champagnestreek en wil je dertig kratten meebrengen, besef dan wel dat je de camper verzwaart. Let ook op het aantal passagiers. Wie voor extra gewicht kiest (3650-3700 kg of meer), krijgt een ander gelijkvormigheidsattest en heeft een C-rijbewijs nodig.”

GEWOON WORDEN

In het begin lijkt met een camper rijden moeilijker, maar dat is helemaal niet het geval, zegt Bart Decuyper. “Bij een integraal loopt de neus wel recht naar beneden; die zie je dus niet meer. Daardoor heb je het gevoel dat je minder controle hebt. Om daaraan gewoon te worden, ga je best eens op een zondagochtend oefenen op de parking van een grootwarenhuis. Zet wat onschuldige obstakels, zoals lege kartonnen dozen of zo.”

Met een camper rijd je sowieso trager en liefst veel defensiever. “Je wil veel zien. Laat dus altijd voldoende ruimte tussen jou en je voorligger. Zorg er ook voor dat alles goed vastligt: als je plots moet remmen of stoppen aan een rood licht, wil je immers niet dat alles wat je bij je hebt, door de camper gaat schuiven. Om die reden voorzien constructeurs ruimtes om een blikje of een fles in te zetten. Aan de klep bovenaan bij de passagier is er vaak een plek om een fles water koel te houden. In een camper heeft elke ruimte een bedoeling.”

NIET ECHT ANDERS

Met een kampeerauto rijden verschilt niet veel van rijden met een gewone auto. De zithoogte is een voordeel: doordat je hoger zit, heb je meer overzicht over de weg en over het verkeer. Dat voelt comfortabel aan. Wel aandachtig zijn bij wegversmallingen. De mobilhome is een beetje breder dan een personenauto. Enkel bij bochten en bij het manoeuvreren moet je wat uitkijken, want de camper zwenkt een beetje uit.

“Als je een langere wielbasis hebt, moet je breder uitsturen,” legt Bart Decuyper uit. “Nieuwe campers hebben allemaal breedspoor achteraan, waardoor ze veel stabieler zijn. Fiat beheerst de markt, omdat ze voorwielaandrijving hebben en omdat ze als eerste een chassis hebben aangepast voor motorhomes, die daardoor lager op de grond staan en achteraan niet wiebelen. Intussen zijn alle merken (Ford, Mercedes, Peugeot, Citroen...) met een camperbasis bezig.”

“ Begin simpel. Veel snufjes heb je niet nodig. Uitbreiden kan altijd later nog...”

LANGE OVERBOUW

Een lange overbouw achteraan kan soms een probleem vormen. Dat is het stuk camper achter de achterwielen tot aan de bumper, dat soms tot twee meter lang kan zijn. Dat kan problemen geven als je te dicht bij een benzinepomp staat of langs een muur rijdt; dan moet je eerst een stuk rechtdoor rijden en dan pas kun je lichtjes uitsturen. Op platte terreinen heb je niet echt last. Bij het oprijden van een ferry moet je wel voorzichtig zijn, en ook bij korte haarspeldbochten in de bergen rijd je best iets langzamer. Het achterste deel kan anders tegen de grond gaan slepen. Grotere mobilhomes, zoals Concorde, zetten daar achteraan nylon wieltjes op: als die tegen de grond komen, sleept de motorhome op die wielen en gaat de achtersteven niet aan flarden.

DUBBELE BEGLAZING

“Er zijn tegenwoordig alleen nog maar goede chauffeurscabines,” oordeelt Bart Decuyper. “De zetels zijn standaard verstelbaar in de hoogte en kunnen allemaal draaien, zodat je als bestuurder mee aan het tafeltje zit of op de bijzitzetel ‘s avonds naar tv kunt kijken.” Zorg er wel voor dat je bij vertrek een goed zicht hebt. Veel mensen gebruiken de camper het hele jaar door, en dan heb je soms condensatie of ijsvorming op de ruiten.

Neem altijd even de tijd om de spiegels, de voorruit en de zijramen met een droge doek zuiver te maken. Bij integralen is de voorruit panoramisch: heel breed en hoog, enkele beglazing in veiligheidsglas, zoals bij een auto. Voor de zijramen heb je de keuze uit enkel of dubbel glas. Wie vaak naar Scandinavië rijdt of gaat skiën, neemt best dubbele beglazing, een optie die je bij de betere campers sowieso aangeboden krijgt.

Let op het gewicht!

Een lege motorhome weegt al snel tussen 2900 en 3100 kg. Daar komt het gewicht van de chauffeur bij, vastgelegd op gemiddeld 75 kg, en elke passagier wordt aan hetzelfde gewicht meegerekend, ook kinderen. Wel inbegrepen zijn een gasfles, de watertank en de mazouttank, voor drievierden gevuld. Zet je opties op de camper (satellietantennes, airco, zonnepanelen...), dan moet je er rekening mee houden dat je minder gewicht overhoudt om te laden. Opletten geblazen dus, want met een rijbewijs B mag je enkel een mobilhome besturen met een totaal gewicht, alles inbegrepen, tot 3500 kg. Zwaarder betekent: rijbewijs C.

KONIJNENOREN

Een camper heeft doorgaans geen achteruitkijkspiegel. Je zou immers enkel in je slaapkamer turen. De buitenspiegels zijn wel aangepast. Vaak heb je een grote buitenspiegel met daarin of eronder een kleinere dodehoekspiegel. Zo heb je de hele camper aan beide kanten netjes in beeld. Je ziet alles zelfs beter dan in een personenauto.

“De meeste merken voorzien standaard geen dodehoekspiegels; bij de duurdere is het wel een optie,” vult Bart Decuyper aan. “Ze zijn dan meestal geïntegreerd in de neerhangende spiegels langs de buitenkant, de zogenaamde ‘konijnenoren’. Je kunt er altijd zelf een dodehoekspiegel, die vrij in de handel te koop is, aan toevoegen. De meeste spiegels zijn zelfontdooiend. Om die ontdooiing in te stellen heb je een aparte schakelaar.”

Digitale spiegels zijn nog toekomstmuziek. Er rijden wel al campers rond zonder spiegels, waarin alles gebeurt met camera’s die de hele camper bekijken: een achteruitrijcamera en vier tot zes zijcamera’s. De wet zegt evenwel dat je tijdens het rijden geen bewegende beelden mag bekijken; die camera werkt dan ook niet permanent. Als je dat soort snufjes niet optimaal kunt gebruiken, wordt je camper er ook niet echt beter van...

“Met een motorhome rijd je sowieso wat trager en liefst ook veel defensiever.”

Parkeren en camera’s

Bij motorhomes bestaat een automatische Parkassist nog niet. Als optie is er wel parkeren met een Mover. Bart Decuyper: “Een camper parkeren is een hele klus. In principe parkeer je net als met een gewone auto. Een passagier die uitstapt en gaat kijken, is altijd beter dan de beste camera. Zorg dat je elkaar hoort; roep of tier niet, maar klop gewoon met de vlakke hand op de wand van de camper en het lukt wel.” Goedkopere campers hebben geen camera’s, wel sensoren, die verwittigen bij hindernissen. “Ken je het terrein niet, stap dan uit, ga kijken en rijd dan pas achteruit. Terreinverkenning is belangrijk: welke ondergrond is het, zak ik niet weg?” Een camera kan een vals beeld geven, zeker als je het niet gewend bent. “Bij camera’s met dubbele lenzen kijkt er eentje op de fietsen of de bumper, en eentje verder naar verkeer of omgeving. Tijdens het rijden mag je die evenwel niet gebruiken. Sommigen controleren er het achterliggende verkeer mee, maar de wet zegt dat je tijdens het rijden geen bewegend beeld mag bekijken! Laat daarom altijd voldoende afstand tot de auto voor je.”

NAVIGATIESYSTEMEN

Er bestaan speciale navigatiesystemen voor campers. Belangrijk is goed te weten wat je ervan mag verwachten. Je kunt de hoogte, de breedte en het gewicht van de camper instellen, zodat het systeem rekening kan houden met hoogtebeperkingen, bruggen, wegversmallingen of het toegelaten gewicht.

“Een navigatiesysteem blijft een optie,” aldus Bart Decuyper. “Voor veel navigatiesystemen moet je trouwens upgrades betalen en het toestel op zich is al niet goedkoop, rond 1500 euro. Het systeem zit op hetzelfde scherm als de achteruitrijcamera en de radio. Met die optie ben je bijna verplicht om elke twee jaar te upgraden, wat soms tot 200 euro kost.”

HET SOP EN DE KOOL

Een gewone gps met een zuignap kost zo’n 400 euro en die kan zichzelf levenslang upgraden via satelliet. Wel belangrijk is dat je de afmetingen (hoogte, breedte) van je voertuig goed kent. Misschien kun je ze op een briefje schrijven en achteraan op de zonneklep kleven. Dan hoef je alleen maar de wegaanduidingen op te volgen.

Met de gps kun je camperplaatsen opsporen. Ben je in de winter in het donker de weg kwijt, dan brengt het systeem je naar de dichtstbijzijnde camperplaats, waar je water kunt lozen en vers water kunt nemen. De meeste systemen hebben een database met kampeerplaatsen. Of dat zinvol is? Elke smartphone kan immers een app downloaden die helemaal up-to-date is en waarmee je een kampeerplaats kunt uitzoeken, al gaat dat soms gepaard met roamingkosten.

Verschillende campertypes besturen

Alkoof: met een ruime slaapplaats dwars boven de stuurcabine, waarin twee volwassenen comfortabel kunnen slapen, is de motorhome veelal wat korter, omdat het bed achteraan in veel gevallen niet in de lengte staat. Semi-integraal: meer gestroomlijnd model, vangt minder luchtweerstand en heeft boven de bestuurderscabine extra opslagruimte of een extra tweepersoonsbed. Integraal: de originele chauffeurscabine is niet meer herkenbaar door de aerodynamische vorm en de panoramische voorruit. Ze is in de zithoek geïntegreerd. Doordat de windvang minder is, ligt het verbruik ook lager. Campervan of buscamper: alle faciliteiten van een grotere motorhome, enkel compacter. Gemakkelijk te parkeren en te manoeuvreren, ideaal dus voor dagelijks gebruik.

www.decuypermotorhomes.be https://magazine.vab.be/reizen/ motorhome-voor-beginners/ https://www.touring.be/nl/artikels/ wat-je-moet-weten-over-mobilhomes

This article is from: