SPUI Uva alumni magazine 02 / 2010
33
l og e n i w u u ni e k i s het m m e r nu a d r e sop derager d Geef uw mening op onderzoek.uva.nl/alumni en maak kans op een ipad
alumnionderzoek
Emeritus Swaab werkt door
p 19
BREIN EN COGNITIE UVA-ONDERZOEK BESLISGEDRAG: HOE IMPULSIEF ZIJN WE ?
restauratiekunde: medaille met drie kanten
p 10
02 inhoud P 04
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
P 10
HET GESPREK
HOOFDZAAK
Onderzoek zonder hokjes naar neurologische basis besluitvorming
Restauratiekunde behandelt kunstwerken volgens medisch protocol
In het UvA-onderzoekszwaartepunt Brain & Cognitive Sciences staan psycholoog Birte Forstmann, econoom Frans van Winden en psychiater Damiaan Denys aan het begin van een unieke internationale samenwerking. Doel: een beter begrip van de hersenprocessen die ten grondslag liggen aan ons beslisgedrag. ‘We moeten openstaan voor alle kennis en methoden vanuit verschillende disciplines om vragen op dit gebied te beantwoorden.’
Elk kunstobject is uniek en vergt, net als in de geneeskunde, een geïntegreerde aanpak vanuit verschillende disciplines. En juist daar ligt de kracht van de jonge UvA-Restauratieopleiding, die met de komst van natuurwetenschapper Norman Tennent een nieuwe dimensie kreeg. Twee hoogleraren en twee docenten aan het woord over een droomconstellatie in evolutie.
p 28 essay
AXEL ARNBAK: ‘IN PLAATS VAN CRIMINELEN ACHTER DE TRALIES TE KRIJGEN, TREFT DATARETENTIE DE PRIVACY VAN NIETSVERMOEDENDE BURGERS’ – P 28
p 03 GRENZELOOS
Harry Starren mist een generatieconflict
p 08 DE STUDIE
Politieke dieren Duco Adema en Evelien van Roemburg
p 13 UVA IN BEWEGING
p 36 AUV-KRINGEN
AMC Alumnipunt: seksles in de fifties
p 16 UNIVERSITEITSDAG
p 37 ALUMNIVARIA
p 20 kalender
p 38 AMSTERDAMS
UNIVERSITEITSFONDS
p 23 Post
Klimmuur in nieuw Sportcentrum
Foto-impressie 12 juni 2010
p 10 Hoofdzaak
LOS: oudste dispuut opgeheven
Johanna Kroese: tandarts in Tokio
p 31 PROEFSCHRIFT
Anna Laven onderzocht de cacaoproductieketen in Ghana
P 14
P 17
LOOPBAAN
PENSIOEN
p 33 Overledenen
Geen grijze pakken op de golfbaan
‘Het schijnt dat ik officieel weg ben’
p 34 IN MEMORIAM
‘Lobbyen is vooral hard werken.’ Nienke Leenstra en Stephan Luiten halen graag een paar stereotypen over hun branche onderuit. Lobbyisten hangen niet de hele dag op de golfbaan of recepties rond en politici zijn hen uiteindelijk liever rijk dan kwijt. ‘Als je een goed verhaal te vertellen hebt, staan mensen daarvoor open.’
‘Weg’ is een betrekkelijk begrip. Drie onvermoeibare pleitbezorgers gaan ondanks hun emeritaat gewoon door. Letterkundige Marita Mathijsen blijft college geven over de negentiende eeuw, theoretisch fysicus Sander Bais stort zich op onderzoek en boeken schrijven, en hersenwetenschapper Dick Swaab blijft zijn onderzoeksgroep leiden.
p 32 Personalia
Harry Leliveld
p 35 Amsterdamse
Universiteits-Vereniging
AUV-dag 6 november met econoom Arnoud Boot
03 P 24
colofon
•
WETENSCHAP
Big History: waarom de wereld is zoals ze is
Uitgever Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA Redactie Albert Goutbeek (hoofdredacteur), Margreet Korsten, Daan Meijer, Carolyn Wever
Bill Gates is een fervent supporter van het vakgebied, Fred Spier een van de wetenschappers die Big History – de geschiedenis van de mensheid tegen het decor van het ontstaan van de kosmos – een gezicht geven. Welke omstandigheden rond de oerknal leidden ertoe dat veel later een planeet kon ontstaan met water, een noodzakelijke voorwaarde voor leven?
P 39 Column
‘I’m okay, I’m okay’ Hij won een prestigieuze literatuurprijs voor zijn roman Boven is het stil en reflecteert voor SPUI op zijn studie Nederlands. Schrijver Gerbrand Bakker raakte ‘negatief geconditioneerd’ in de kantine van het P.C. Hoofthuis, zat met een aangeleerde mantra in zijn hoofd in een aquarium, maar trof gelukkig veel lieve docenten. Al terugblikkend ontdekt hij waar al dat schrijven mogelijk is begonnen.
P 26 wetenschap
Kort nieuws
p 08 de studie
Redactieraad Frank Aarts, Jim Jansen, Astrid Helstone, Marjolein Lever, Ron Plattel, Aleid Truijens, Ger Wieberdink, Fione Zonneveld
Harry Starren, voorzitter AUV De grenzeloze generatie
Alweer enige tijd geleden verscheen De grenzeloze generatie van UvAalumnus Frits Spangenberg en coauteur Martijn Lampert. Het is een goed boek. Want het zet aan tot denken. Over ruimte en richting, over vrijheid en begrenzing. We spreken graag – in het riante reservaat waarin ik vertoef – over kaders stellen. Daardoor zou ruimte, maar vooral richting, moeten ontstaan. Maar wie grenzen stelt en kaders aangeeft, lijkt vooral beperkingen aan te brengen. Mijn generatie – ik ben van ’55 en dus 55 – heeft een hekel aan grenzen. Althans het leuke deel van mijn generatie. Want ik ken nogal wat leeftijdgenoten die er vreugde in scheppen anderen in de weg te zitten. In mijn tijd (ik schrijf dit echt) werd de strijd tussen de generaties openlijk gestreden. Althans, dat is het beeld dat we koesteren. Nu schuiven de generaties conflictloos langs elkaar heen. We staan niet tegenover elkaar, het is veel erger: we lijken onverschillig geworden. De universiteit is als academische gemeenschap het forum van generaties. Van aankomend, via opkomend, naar machtig en invloedrijk tot prominent gepensioneerd. Wie gepassioneerde docenten aan de universiteit vraagt wat hun werk zo mooi maakt, krijgt als antwoord ‘de ontmoeting met de nieuwe generatie’. Ik krijg niet in alle gevallen de indruk dat het genoegen wederzijds is. Totdat je alumni spreekt. In de nabeschouwing wordt de vreugde wederzijds. Laatst hoorde ik Hans Wiegel vol liefde spreken over zijn docenten, die zelden aan zijn politieke zijde stonden maar die hij niettemin zeer waardeerde. ‘Veel van geleerd’, zei hij bij herhaling. Op de komende AUV-dag van zaterdag 6 november toont de onderwijsinstelling zich een universitas, een academische gemeenschap die grenzeloos is. Letterlijk, want hoewel een flink aantal afgestudeerden in de Randstad blijft hangen om daar het werk te doen dat zijzelf creëren, zijn steeds meer alumni grenzeloos actief. Dat geeft de alumnikringen die een deel van het programma van de AUV-dag verzorgen voor hun afgestudeerden extra betekenis. Deze kringen zijn er om te voorzien in de behoefte op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in het eigen vakgebied – behalve door kringactiviteiten bijvoorbeeld ook door Academisch-cultureel centrum SPUI25 – en uiteraard om op de hoogte te blijven van elkaar. Contact houden gaat voor de grenzeloze generatie steeds vaker virtueel. Daarom gaat SPUI – vijf keer per jaar – digitaal verschijnen en doet dit magazine materieel een stapje terug. De gedrukte SPUI gaat van drie naar twee keer per jaar, en verschijnt voortaan in april en oktober. Waarmee lijkt aangetoond dat mijn generatie de komende generatie begint te begrijpen. Het is een bizarre tijd. We moeten oppassen. Alle generaties moeten oppassen. Babyboomers verdienen ons mededogen omdat zij bij dat zwaarbeladen woord steeds vaker toch vooral op hun kleinkinderen doelen. Harry Starren (Politicologie / Bestuurskunde 1985) is voorzitter van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging.
Ontwerp, realisatie & beeldredactie Mattmo Fotografie/illustraties Amke, Lisya Bicaci, Sofie Hansen, Anje Jager, Monique Kooijmans, Marc Kruse, Jeroen Oerlemans, Frank Ruiter Druk Thieme Rotatie Aan dit nummer werkten verder mee Axel Arnbak, Gerbrand Bakker, Floor Boon (wetenschap), Vittorio Busato, Ben Haveman, Jacqueline Hoefnagels, Inge Klinkers (eindredactie), Johanna Kroese, Aart van der Kuijl, Marion Rhoen, Fleur Speet, Harry Starren, Arnoud Veilbrief. De wetenschapsrubrieken in SPUI komen tot stand i.s.m. Folia, weekblad voor de Universiteit van Amsterdam. Reacties SPUI, Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA, Postbus 94325, 1090 GH Amsterdam. E-mail: SPUI @uva.nl, ISSN 667-939X De redactie heeft ernaar gestreefd de rechthebbenden van de foto’s te achterhalen. Degenen die desondanks menen rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot Alumnirelaties en Universiteitsfonds UvA. SPUI is een magazine voor, door en over alumni en vrienden van de Universiteit van Amsterdam. SPUI verschijnt twee keer per jaar in druk in een oplage van 85.000 exemplaren en wordt toegestuurd aan alle UvA-alumni (van wie het adres bekend is) en aan medewerkers van de UvA. Daarnaast verschijnt vijf keer per jaar SPUI digitaal. www.uva-alumni.nl/spui Fokke & Sukke bedankt Afgelopen zomer gaven de makers van Fokke & Sukke te kennen te stoppen met het maken van cartoons voor universiteitsbladen. UvA-alumni Bastiaan Geleijnse, John Stuart Reid en Jean-Marc van Tol produceerden vanaf 2002 tot en met dit voorjaar voor elke SPUI een speciale cartoon. De redactie dankt hen hartelijk voor jaren trouwe dienst.
04 het gesprek tekst • Vittorio Busato illustratie • Mattmo
‘Onderschat niet het belang van inspiratie’
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
05
Het UvA-zwaartepunt Brain & Cognitive Sciences bestudeert hoe hersenprocessen cognitieve vaardigheden mogelijk maken. Speciale aandacht gaat uit naar de neurologische basis van het nemen van (impulsieve) besluiten. Een psycholoog, een econoom en een psychiater in gesprek over een revolutionaire interdisciplinaire benadering van de vraag hoe mensen tot hun beslissingen komen.
Psycholoog Birte Forstmann, econoom Frans van Winden en filosoof en psychiater Damiaan Denys behoren tot de vijf principal investigators van het onderzoeksproject Decision-making and adaptive control over impulsive actions – een van de vier gehonoreerde projecten uit het universitaire onderzoekszwaartepunt Brain & Cognitive Sciences (zie pag. 7). De komende vier jaar zullen zij mede een groot aantal onderzoeken superviseren, met als doel de neurocognitieve mechanismen van het nemen van (impulsieve) beslissingen beter te begrijpen. Alle drie zijn ze zich er zeer van bewust aan het begin te staan van een uniek internationaal samenwerkingsverband dat de nodige publicaties in high impact journals zal moeten opleveren.
Denys: ‘Cognitie is ook een modewoord, het is mij iets te
nauw. Als we werkelijk willen begrijpen waarom we ons gedragen zoals we doen, moeten we ook begrip hebben van de invloed van emoties, affecten en gevoelens, van onze wil. In ons project kijken we nadrukkelijk breder dan alleen naar cognitie. Dat moet ook als we willen weten hoe we tot beslissingen komen en hoe we ons kunnen verzetten tegen besluiten die we niet willen nemen. Plaatjes met hersenactiviteit illustreren deels ook een illusie, dat we al werkelijk begrijpen hoe het zit. Veel van wat wij doen in de neurowetenschappen berust op een geloof in dat wat wij vinden werkelijk waar is. Laten we daarom ook bescheiden blijven.’ Van Winden: ‘Cognitie heeft alles te maken met redeneren,
Waarom is cognitie in combinatie met hersenonderzoek tegenwoordig zo belangrijk?
Forstmann: ‘Allereerst is cognitie een fascinerend onder-
werp. De kennis over de werking van ons brein is enorm toegenomen. Mede door allerlei geavanceerde technieken is hersenactiviteit steeds beter in beeld te brengen en nauwkeurig te relateren aan cognitieve processen, bijvoorbeeld aan de manier waarop mensen tot beslissingen komen. We begrijpen steeds beter waarom we ons gedragen zoals we ons gedragen.’
daarom heeft het de interesse van economen. Overigens is het gros van de economen nauwelijks geïnteresseerd in hoe mensen tot economische beslissingen komen, als die keuzes maar goed voorspeld kunnen worden. Met de opkomst van de experimentele economie de afgelopen twintig jaar, met die van de gedragseconomie de laatste tien jaar en zeer recent met die van de neuroneconomie is dat aan het veranderen. Steeds meer economen zien het model van de homo economicus, die altijd rationele beslissingen neemt en alleen in zijn eigen belang handelt, als te weinig realistisch. Zij staan open voor inzichten uit de psychologie en cognitieve neurowetenschappen. Je kunt stellen dat economen de invloed van emoties en gevoelens hebben verwaarloosd.
Terwijl Adam Smith, de grondlegger van de economie, al in de achttiende eeuw wees op het belang daarvan.’
Wat is specifiek voor de manier waarop een econoom, een psycholoog en een psychiater naar het nemen van (impulsieve) beslissingen kijken?
Forstmann: ‘In het dagelijks leven komt er een enorme
hoeveelheid informatie op ons af. We moeten allerlei beslissingen nemen, of het nu gaat om iets simpels als het doen van de boodschappen of om gecompliceerdere keuzes als het kopen van een huis of een auto. Psychologen proberen dat beslissingsproces in het laboratorium te simplificeren. Dat doen we onder meer met een taak waarin bewegende stippen op een computerscherm naar links of naar rechts bewegen. Bij een variërende moeilijkheidsgraad of onder toenemende tijdsdruk moeten proefpersonen beslissen in welke richting de meeste stipjes bewegen. We meten dan hoe snel iemand beslist, hoeveel fouten iemand maakt. Op basis daarvan kunnen we allerlei latente psychologische processen afleiden, bijvoorbeeld hoe voorzichtig iemand is, hoeveel informatie iemand gebruikt. Dat soort gegevens kunnen we koppelen aan hersenactiviteit in gebieden zoals de basale ganglia en de frontale cortex, maar ook bijvoorbeeld aan de vraag hoe lang het duurt voordat een signaal vanuit de hersenen resulteert in een druk op een >
06 het gesprek knopje. Mensen verschillen daar nogal in en die individuele verschillen proberen we te vatten in mathematisch-psychologische modellen.’ Van Winden: ‘Het ligt eraan tot welke richting je jezelf
in de economie rekent. Ik ben steeds meer opgeschoven richting gedrags- en neuroneconomie en bijvoorbeeld zeer geïnteresseerd in de rol van gevoelens, irrationaliteit en impulsiviteit bij economische beslissingen. Zo ben ik in contact geraakt met psycholoog Richard Ridderinkhof, naast psycholoog Eric-Jan Wagenmakers een van de hoofdonderzoekers in ons project. Er zijn vele voorbeelden dat gevoelens en impulsiviteit een belangrijke rol spelen in onze besluitvorming. Denk bijvoorbeeld aan aandelenmarkten, aan het koopgedrag van mensen. Of neem het ontstaan van de financiële crisis. Daarin hebben psychologische factoren zoals impulsiviteit, kuddegedrag en gebrek aan vertrouwen een cruciale rol gespeeld.’
We kunnen zo letterlijk over elkaars grenzen heen kijken en onze expertises in de (mathematische) psychologie, economie en neurowetenschappen combineren. Ook studenten en promovendi zullen zo al in een vroeg stadium door deze kruisbestuiving geïnspireerd raken.’ Van Winden: ‘Ik geloof ook erg in die kruisbestuiving.
We moeten het probleem van die interdisciplinaire barrières niet onderschatten. Op deze nieuwe werkplek brengen we bewust een groep mensen bij elkaar die een belangstelling deelt in besluitvorming, in de rol van hersenprocessen daarbij, in het modelleren van die kennis. Maar we zullen elkaar ook moeten kunnen begrijpen en aanvullen, en dat vergt een intellectuele investering in elkaars vakgebieden. Zo weten economen weinig van het menselijk brein, van cognitie en emotie. Daarin heb ik me de laatste jaren met veel enthousiasme verdiept, want ik wil vruchtbaar kunnen communiceren met specialisten op deze terreinen.’
Denys: ‘Psychologen en economen doen meestal onder-
Denys: ‘Onze interdisciplinariteit in deze vorm mag in-
zoek met normale mensen. Een schaker leert meer van één verloren partij dan van tien gewonnen partijen, heeft grootmeester Jan Timman ooit gezegd. De psychiatrie is voor mij één grote verloren schaakpartij. Wij zien waar mensen in de praktijk uitglijden, hoe ze lijden, wat er nodig is om dat te voorkomen. Fouten en afwijkingen geven net iets meer inzichten in de onderliggende mechanismen. Veel van onze kennis over het brein is ook gebaseerd op mensen met laesies, neurologische uitval, tumoren.’
ternationaal tamelijk uniek zijn, het verbaast me dat dit niet veel meer gebeurt. We werken veel te veel langs elkaar heen. Hoogleraren en onderzoekers moeten veel meer met elkaar in gesprek gaan, dwars over disciplines en wetenschappelijke grenzen heen. Ik zou het toejuichen als de UvA, naar Frans voorbeeld uit de achttiende eeuw, salons zou inrichten waarin wetenschappers dat onder het genot van een goed glas wijn kunnen doen.’
Wat is de meerwaarde van jullie interdisciplinariteit?
Wat voor (nieuwe) onderzoekstechnieken gaan jullie toepassen?
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Forstmann: ‘Het Spinoza Centrum, waarin de UvA
participeert, beschikt over zeer geavanceerde meetapparatuur. We kunnen al langer werken met technieken als het electro-encefalogram (EEG), het magneto-encefalogram (MEG), positron emissie tomografie (PET), functionele magnetische resonantie imaging (fMRI) en transcraniële magnetische stimulatie (TMS). EEG’s en MEG’s meten de elektromagnetische activiteit van onze hersenen. PET en fMRI meten de lokale doorbloeding en het zuurstofgebruik in de hersenen en laten zien welke hersengebieden actief zijn bij bepaalde cognitieve taken. Met TMS kunnen we tijdelijk de neurale verwerking in specifieke gebieden verstoren. Deze methoden zullen we veel meer gecombineerd gaan toepassen. In samenwerking met collega’s van het Max Planck Instituut in Leipzig kunnen we nu ook met ultrahigh resolution scanners gaan inzoomen op kleine, specifieke hersengebieden diep in het brein. En met diffusion weighted imaging kunnen we laten zien hoe signalen zich verplaatsen door de witte stof in de hersenen. De eerste resultaten wijzen al uit dat er niet alleen verschil is tussen voorzichtige en snelle beslissers, maar ook dat hersenstructuren anders zijn.’ Van Winden: ‘De economen zullen vooral hun kennis van
het modelleren van (interactieve) besluitvorming inbrengen, wij hebben een toolbox voor analyse en hypothesevorming en kunnen verbinding maken tussen theorie en praktijk. Ik werk bijvoorbeeld al met Ridderinkhof aan een model over social ties, over hoe affectieve banden met anderen doorwerken in de economische besluitvorming. Want dat die een positieve of negatieve rol kunnen spelen, is evident. Met fMRI verwachten we dit gedragsmechanisme harder te kunnen ondersteunen. Men noemt dat model-based fMRI. Dat leidt ook weer tot betere theorievorming.’
Denys: ‘Patiënten met ernstige dwangstoornissen, deDenys: ‘Artsen willen mensen vooral genezen, ze denken
relatief minder na over hun vak. Doordat wij in dit project onze disciplines, onderzoeksmethoden en -paradigma’s bij elkaar brengen en onze kennis combineren en echt naar de neurologische basis van beslissingen zoeken, vergroten we niet alleen onze kennis maar zullen we op termijn ook onze behandelmethoden verbeteren.’ Forstmann: ‘Voor dit zwaartepunt is in het P-gebouw op
het Roeterseiland een nieuwe werkplek gecreëerd.
pressies of verslavingen behandelen we in het AMC al met Deep Brain Stimulation. Bij deze techniek worden twee elektroden geplaatst in de nucleus accumbens, het beloningscentrum van de hersenen. Zo kunnen we de elektrische activiteit in dat circuit op afstand corrigeren en bijstellen. Daar boeken we zeer goede resultaten mee; de klachten van patiënten nemen enorm af. Die elektroden gaan we nu ook koppelen aan EEG-apparatuur. We kunnen dan patiënten beslissingstaakjes laten uitvoeren en direct zien wat er precies in die nucleus accumbens gebeurt.’
Associeer eens vrij over mogelijke resultaten over vier jaar?
Van Winden: ‘Laat ik vooropstellen dat ik hoop op con-
tinuering van dit project, anders zou het zonde zijn van de investering. Het percentage economen dat zich neuroneconoom mag noemen, is nog geen procent. Ik zal een tevreden man zijn als we dusdanige resultaten boeken dat economen de meerwaarde zullen gaan inzien van de neurowetenschappen en dat we met die kennis onze economische modellen kunnen verbeteren.’ Denys: ‘Onze samenwerking zal vanzelfsprekend moeten lei-
‘Plaatjes met hersenactiviteit illustreren deels ook een illusie, dat we al werkelijk begrijpen hoe het zit’
den tot een aantal toppublicaties. Dat is de droom van iedere wetenschapper: je hoopt dat je inzichten het veld gaan bepalen. Maar het leukste vind ik dat we nu met geld van de UvA structureel een interdisciplinaire groep kunnen opbouwen die mogelijk leidt tot een nieuwe wetenschappelijke school.’ Forstmann: ‘Ons begrip van cognitie is al diep, dat geldt
minder voor de hersenprocessen die daaraan ten grondslag liggen. Met ons project zullen we meer te weten komen over hoe hersenactiviteit ontstaat in relatie tot cognitieve processen. Uiteindelijk zal dat modellen opleveren die niet alleen beschrijven maar veel meer zullen verklaren van de neurale mechanismen die ten grondslag liggen aan ons beslisgedrag. Wetenschappelijk is dat een enorme stap voorwaarts.’ Van Winden: ‘Onderschat ook het aspect van inspiratie niet.
Onderzoek moet probleemgedreven zijn, niet disciplinegedreven. Wij richten ons op (impulsieve) beslissingen, we moeten openstaan voor alle kennis en methoden vanuit verschillende disciplines om vragen en problemen op dat gebied op te lossen.’ •
Digizine Brain & Cognitive Sciences www.mindopen.nl
www
A
07
B
C
in beeld A B C
Damiaan Denys Birte Forstmann Frans van Winden
Zwaartepunt Brain & Cognitive sciences
Damiaan Denys
Birte Forstmann
Frans van Winden
– 1965
– 1976
– 1946
d.denys@amc.uva.nl
B.U.Forstmann@uva.nl
F.A.A.M.vanWinden@uva.nl
• 1989 Filosofie, KU Leuven, België • 1996 Geneeskunde, KU Leuven • 2004 promotie Geneeskunde, Universiteit Utrecht; bekroond met Ramaermedaille • 2005 toekenning Veni-subsidie NWO • 2007-heden hoogleraar Psychiatrie UvA, afdelingshoofd Psychiatrie en divisievoorzitter AMC • 2007-heden lid Raad van Toezicht Spinoza Centrum voor Neuro Imaging
• 2002 Psychologie, Johannes Gutenberg Universität, Mainz, Duitsland • 2005 promotie, Max Planck Institute for Human Cognitive and Brain Sciences, Leipzig, Duitsland • 2005-2008 postdoc UvA • 2008 toekenning Veni-subsidie NWO • 2008-heden research fellow Spinoza Centrum voor Neuro Imaging
• 1973 Economie • 1973-1980 universitair docent Universiteit Leiden • 1981 promotie Economie, Universiteit Leiden (cum laude) • 1980-1983 universitair hoofddocent Universiteit Utrecht • 1983-heden hoogleraar Staathuishoudkunde, in het bijzonder de leer der openbare financiën • 1987-1992 medeoprichter en directeur Tinbergen Instituut • 2004-2008 coördinator European Network for the Advancement of Behavioural Economics (ENABLE) • 1991-heden oprichter en directeur Center for Research in Experimental Economics and Political Decision-Making (CREED)
Het College van Bestuur van de UvA besloot in 2008 tot een programma onderzoekszwaartepunten, met als doel de positie van de UvA als lid van de League of European Research Universities te versterken en de interdisciplinaire samenwerking op onderzoeksgebied binnen de UvA te stimuleren. Dit jaar is het eerste zwaartepunt van start gegaan: Brain & Cognitive Sciences, een samenwerkingsverband tussen de faculteiten Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG), Natuurkunde, Wiskunde en Informatica (FNWI), Geesteswetenschappen (FGw), Economie en Bedrijfskunde (FEB) en het Academisch Medisch Centrum (AMC). Vier omvangrijke onderzoeksprogramma’s worden de komende vier jaar gefinancierd uit het centrale UvA-beleidsbudget, aangevuld met bijdragen van de betrokken faculteiten. Kort gezegd richten de projecten zich op de volgende onderzoeksvragen: 1) wat is precies bewustzijn?; 2) hoe leren jonge kinderen klanken, voorwerpen en sociale emoties categoriseren?; 3) welke neurocognitieve mechanismen liggen ten grondslag aan (impulsieve) beslissingen?; en 4) hoe kunnen angstige herinneringen uit het geheugen worden gewist? Gerard Kerkhof is, naast onderzoeksdirecteur van de Afdeling Psychologie, directeur van dit UvA-brede onderzoekszwaartepunt. ‘Er wordt aan de UvA veel cognitieonderzoek gedaan, maar overwegend versnipperd. Met dit initiatief willen we dat onderzoek concentreren, ook om onze (inter)nationale zichtbaarheid op dit gebied te vergroten.’ Naast een nieuwe werkplek voor studenten en onderzoekers om deze interdisciplinaire samenwerking te faciliteren, zullen toonaangevende internationale onderzoekers voor langere tijd bij het zwaartepunt worden betrokken. Kerkhof koestert hoge verwachtingen: ‘We gaan er meestal van uit dat we rationele wezens zijn. Maar het wordt steeds duidelijker dat we ons sterk laten leiden door emoties. Hoe werkt dat in het brein? Als we dat beter begrijpen, zullen we ook ontsporingen beter begrijpen. Dat zal sterk bijdragen aan het groeiende inzicht in de maakbaarheid van ons brein.’ Meer over Brain & Cognitive Sciences leest u in een special issue over dit zwaartepunt van MindOpen, het gratis digizine van de Afdeling Psychologie: www.mindopen.nl.
08 de studie
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Politiek in het
tekst • Marion Rhoen beeld • Frank Ruiter
Op hun middelbare school zaten ze al in de leerlingenraad. Niet vreemd dus dat Duco Adema (1965, Rechten) en Evelien van Roemburg (1984, Rechten) in de studentenpolitiek belandden. Adema was twee jaar lid van de Universiteitsraad (UR), Van Roemburg zat in de Centrale Studentenraad, opvolger van de UR.
ducosue@xs4all.nl • 1985-1986 lid MOS, medezeggenschapsorgaan studentenbeleid • 1985-1989 bestuurslid JFAS • 1986-1988 lid Universiteitsraad • 1991 Nederlands recht • 1989-2003 adviseur hbo-raad • 1998-2006 portefeuillehouder Dagelijks Bestuur stadsdeel Zuideramstel • 2006-2010 stadsdeelvoorzitter Zuideramstel
Duco Adema Hobby
duco adema
Duco Adema – 1965
Het lidmaatschap van de UR was behoorlijk zwaar: je moest je ongelooflijk snel kunnen verdiepen in de onderwerpen. Zo’n veertig uur per week was ik er wel zoet mee. Mijn studievertraging bedroeg een jaar. De secretaris van de UR was zelfs heel bezorgd om de studentleden, of we wel zouden afstuderen.
Invloed We hebben wel eens kunnen voorkomen dat iemand uit het College naar huis werd gestuurd, vanwege de slecht verlopen digitalisering aan de universiteit. Door de nieuwe Wet op het wetenschappelijk onderwijs moesten er destijds veel reglementen veranderd worden. Dat was een kolfje naar mijn hand. Met bestuursvoorzitter Jos van Kemenade kon ik informeel overleggen over bepaalde reglementen. Dan kwamen we er samen uit. Op andere punten weer niet. Over de landelijke bezuinigingen moesten ze een veel harder tegengeluid laten horen, vonden we.
Grootste succes Er één noemen is moeilijk. Maar bij begrotingsonderhandelingen lukte het zomaar om 100.000 gulden te krijgen voor studentenvoorzieningen. CREA was daar zielsgelukkig mee. En in de nieuwe reglementen kregen studenten net zo’n zware vertegenwoordiging in de faculteitsraden als het personeel. in beeld Adema met A Duco wijlen collegevoorzitter Jankarel Gevers (links) en wijlen voorzitter Universiteitsraad Sybren Piersma Adema B Duco als student
B
Dieptepunt We verloren veel moties, maar als we de juiste coalities sloten, konden we een factor van betekenis zijn. Helaas is het niet gelukt om tegen de landelijke bezuinigingen een vuist te maken.
Favoriete college A
Vermogensrecht, van Paul Cahen. Hij deed dat heel breed: als hij een arrest behandelde, vergeleek hij dat met andere arresten. Cahen kon zijn verhaal ook goed overbrengen. De colleges Romeins recht van Hans Ankum waren memorabel vanwege het bord dat hij helemaal volkrijtte, tot in het kleinste hoekje.
Beste studieplek Thuis, op mijn kamer in de Rivierenbuurt. Een plekje voor mezelf, daar kon ik me het beste concentreren.
Stamkroeg ’t Pakhuis, in de Voetboogstraat. Een bruine kroeg niet ver van het Maagdenhuis, waar de vergaderingen van de UR plaatsvonden. Duurden die tot na middernacht, dan kregen we taxibonnen. Af en toe rekten we de rondvraag dus wat, zodat we vanuit ’t Pakhuis of een ander café naar huis werden gereden.
Positief/negatief aan de UvA Voor de kwaliteit van het onderwijs was in mijn tijd nog niet echt ruimte. Sommige werkgroepen telden zelfs honderd studenten. De prof liep daar gewoon te dicteren! Of je daar nou een goede jurist van wordt? De enorme vrijheid om zelf dingen op te pakken, was daarentegen fijn. Voor werkgroepen gold geen aanwezigheidsplicht. Dat kwam goed uit, want na mijn jaren in de UR was het onwennig om ergens alleen maar te zitten luisteren. •
kies mei
Juridische studievereniging Studentenpartij mei www.kiesmei.nl
www
09
studentenbloed
evelien van roemburg
Evelien van Roemburg Hobby Van negen uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds zat ik op de kamer van de Studentenraad, zes dagen per week. Ik haalde er een soort trots uit om als eerste te komen en als laatste te vertrekken. Mijn beste vrienden ken ik van hier; zelfs mijn man heb ik in de studentenpolitiek ontmoet.
Invloed Dat het College van Bestuur ons serieus nam, dat idee heb ik eigenlijk nooit gehad. Na de vergaderingen, als je samen koffie dronk, waren ze wel erg aardig. Rector Paul van der Heijden organiseerde zelfs een barbecue in zijn tuin, heel leuk. Maar in vergaderingen kon je niets met hem, hij leek wel van rubber. Ach, ik kon het persoonlijke toen nog niet scheiden van het werk: die rollen zijn heel anders. Je probeert je eigen belangen gewoon zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen.
Grootste succes
Evelien van Roemburg – 1984 e.t.w.vanroemburg@uva.nl • 2004-2005 voorzitter Facultaire Studentenraad Rechten • 2004-2005 lid Centrale Studentenraad • 2005 medeoprichter studentenpartij mei • 2005-2006 voorzitter Interstedelijk Studenten Overleg • 2008 master International Public Law • 2010 master Politieke theorie en gedrag • 2009-heden gemeenteraadslid voor GroenLinks in Amsterdam • januari 2010-heden promovenda Internationaal vluchtelingenrecht, UvA
De Gele Sjaaltjesactie die ik als voorzitter van de Facultaire Studentenraad Rechten organiseerde, in 2005. Met 350 man, studenten en docenten, protesteren bij het Maagdenhuis. Dat heeft geld opgeleverd voor meer docenten (zes fte’s), een verhoging van tien procent.
Dieptepunt Dat de staatssecretaris niet met ons kwam praten tijdens een Maagdenhuisbezetting in 2005, maar ons door de ME liet wegslepen en in de cel gooien.
Favoriete college Goederenrecht. Het leek een beetje op wiskunde. Als jij iets steelt en doorverkoopt aan iemand die dat te goeder trouw doet, is het dan nog van de gedupeerde of van de koper? Edgar du Perron gaf het op een hele levendige manier. Hij bewoog altijd druk met zijn handen en hoofd; leuk om naar te kijken.
A
Beste studieplek De UB, vooral de eerste twee jaar, vanwege de lange tafels zonder al te veel afleiding. In de pauzes becommentarieerde ik met vrienden de outfits die we zagen.
Stamkroeg Met de mensen van mei, de studentenpartij die ik mede heb opgericht, gingen we altijd naar De Gaeper. Minder naar Oorlam, dat ligt ertegenover; daar doen ze niet aan bitterballen. In het café van de mensa Atrium is het hele plan voor de Sjaaltjesactie bedacht.
B
‘ Door gele sjaaltjesactie kwam er geld voor meer docenten ’
Positief/negatief aan de UvA Iets negatiefs weet ik zo te bedenken: dat de Rechtenfaculteit naar het Roeterseiland moet verhuizen. Rechten hóórt bij de Poort. Dat de Poort te klein is, klopt niet: er zijn ook veel andere faculteiten gehuisvest. Trouwens, het Roeterseiland is ook te klein. Positief: of je nu superslim bent, dyslectisch of wat dan ook, aan de UvA kan iedereen terecht. Je kunt echt je eigen toekomst vormgeven: veel in het buitenland zijn, of juist veel bestuurswerk doen. •
in beeld A Evelien van Roemburg met megafoon
tijdens Sjaaltjesactie, rechts toenmalig collegevoorzitter Sijbolt Noorda B Edgar du Perron
10 hoofdzaak
Restauratiekunde: topwetenschap zonder ego aan één bureaublok
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Conservering en restauratie www.studeren.uva.nl / ma-restauratiekunde
www
tekst • Aart van der Kuijl beeld • Maartje Stols-Witlox
In het hypermoderne, nog nieuw ruikende Ateliergebouw van het Rijksmuseum delen restaurator Anne van Grevenstein en natuurwetenschapper Norman Tennent één bureaublok. Een mooier symbool van samenwerking en uitwisseling op het hoogste niveau in de piepjonge master Restauratiekunde is ondenkbaar. De werkplek van de twee hoogleraren kan de kraamkamer worden van een bijzonder omslagpunt in de evolutie van deze discipline.
Iedereen kent wel het Lam Gods, het altaarstuk uit de aloude Sint-Baafskathedraal in Gent – dat wonderbaarlijk mooie veelluik van de Vlaamse gebroeders Van Eyck. Dreigend verval is steeds het hoofd geboden en daar wordt weer een nieuw hoofdstuk aan toegevoegd. Momenteel vindt onderzoek plaats naar de staat van conservering van de houten panelen, zestig jaar na de laatste restauratie. Een dergelijke risicoanalyse voor een fragiel Werelderfgoedstuk uit 1432 vraagt om een restauratieteam van uitzonderlijk niveau: een samenwerking tussen onderzoekers van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium van Brussel, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en een internationaal team van paneeldeskundigen (het Getty Panel Paintings Initiative). Het team is op 5 mei officieel van start gegaan. Door de integratie en toepassing van kennis uit de kunstgeschiedenis, chemie, natuurkunde en het conservatie- en restauratievak gaat het om een pilot van het nieuwe NWOonderzoeksprogramma Science for Arts. Een casus waarin innovatieve krachtenbundeling – die wereldwijd in opkomst is – realiteit wordt. Topsport dus in de Gentse kathedraal, met verrichtingen die het publiek nota bene achter glas op de voet kan volgen. Vandaar dat UvA-hoogleraar Anne van Grevenstein met haar enorme staat van dienst nauw betrokken is bij de restauratie. Zij staat aan het hoofd van de opleiding Conservering en restauratie van cultureel erfgoed (Restauratiekunde), de master die de UvA sinds vijf jaar in huis heeft en die onlangs zijn eerste restauratoren afleverde. De opleiding is te vinden op een bijzondere locatie: het Ateliergebouw van het Rijksmuseum, een hypermodern verzamelgebouw voor de laboratoria van het Rijksmuseum (bovenetage) en het Instituut Collectie Nederland (ICN) (begane grond), met op de tussenetage de ateliers van de UvA-opleiding tot restauratiedeskundige. Medische analogieën Binnen deze zichzelf steeds meer voedende en versterkende droomconstellatie is met de komst van de veelzijdige Schotse natuurwetenschapper Norman Tennent een perfecte match ontstaan die de ontwikkelingen binnen de nog jonge discipline ongetwijfeld in een stroomversnelling zal brengen. Tennent: ‘De natuurwetenschappen waren vóór mijn aanstelling natuurlijk al een onderdeel van de master, maar krijgen nu een strategischer planning en integratie. De compatibiliteit van Anne en mij is daarin van het grootste belang; de twee kanten van de medaille zijn nu compleet.’ ‘Eigenlijk drie kanten’, meent Van Grevenstein: ‘Als we naast conservation scientists en restauratoren ook nog de technical art historians zouden toevoegen, de kunsthistorici die zich bezighouden met het maakproces, dan krijgen we
nog meer toegevoegde waarde. Die driepoot is al te vinden binnen de UvA, maar ook in het Rijksmuseum – en andere musea aan het Museumplein. Dat is iets waaraan we de komende jaren nog aandacht moeten besteden. Waar het om gaat, is dat elk kunstobject uniek is en een geïntegreerde aanpak vergt, net als in de geneeskunde. Als je iets mankeert, wil je ook niet dat een arts alleen maar naar je maag kijkt. Het gaat om een geïntegreerd model waarbij je het kunstwerk vanuit verschillende disciplines samen bekijkt – we noemen dit het medische protocol – en daarvoor is een zekere harmonie nodig in de samenwerking, begrip van elkaars taal en geen hiërarchieën, want anders luister je niet naar elkaar.’ Tennent vult aan: ‘Wij gebruiken vaak medische analogieën omdat ze zo relevant zijn. Degene die medicijnen ontwikkelt om een ziekte te behandelen doet dat op basis van onderzoek naar de inhoud van de kwaal. Op dezelfde manier diagnosticeert de technical art historian het vervaardigingsproces, deelt deze informatie met de conservation scientist die naar het wetenschappelijke aspect van de behandeling kijkt, waarna samen met de restaurator het praktische aspect van de behandeling aan bod komt – een vergelijkbare samen-
11
daarmee in verschillende delen van de wereld heel anders wordt omgegaan. In de Russische Hermitage, bijvoorbeeld, toch een van de grootste musea ter wereld, zie je dat het zilver nooit is gepoetst. Het gaat er niet om of dat nu te maken heeft met bezuiniging of dat het een zeer toe te juichen, weloverwogen maatregel is. Waar het om gaat is dat, wil je zilver in de beste conditie behouden, je het dan nooit ofte nimmer mag poetsen.’ Van Grevenstein krijgt ineens een idee: ‘Norman, zullen we samen in september een college geven in de minor? We moeten kijken of dat lukt. Eerst Bram Kempers (hoogleraar Sociologie van de kunst) en dan wij!’ Tennent: ‘Haha, dit is nou wat ik evolution noem: it gets better and better! We hebben een visie op hoe de opleiding er idealiter uit zou moeten zien. En het mooie is dat zij de mogelijkheid biedt studenten met een bachelor uit de bètarichtingen aan te nemen. Dat draagt bij aan de nieuwe dimensie van deze jonge master.’ Van Grevenstein: ‘We bestaan op de kop af vijf jaar. Bij het begin was er aandacht voor het academiseringsproces. Daarvóór kende Nederland twee restauratieopleidingen, beide gefinancierd door het ministerie van Cultuur.
‘ Belangrijk is de band die je met een schilderij opbouwt’ werking. De vraag waar de conserveringswetenschap stopt en de technical art history het overneemt, is nog onderwerp van discussie in het beroepsveld. In zekere zin is dit echter niet interessant, want het gaat om het kunstobject, zoals Anne terecht aangaf.’ Van Grevenstein benadrukt dat de discipline, en zeker haar kant ervan, heel empirisch in elkaar steekt. ‘Je moet iets proberen en dan ga je mensen erbij halen en voer je trials uit. Nadat je al die dingen hebt gedaan, moet je als restaurator de knoop doorhakken en handelen naar beste weten.’ Ingedaald Het gaat om hele complexe vraagstellingen. Een zekere profylaxe (preventie) is daarbij een must, want tijdens of na een restauratie mogen geen onomkeerbare processen optreden. Van Grevenstein: ‘Soms gaat het daarbij om simpele dingen. Neem “schoonmaken”: het lijkt zo huiselijk, maar bij heel fragiel textiel of metaal, of materiaal waarbij het schoonmaakproces zelf aan de moleculaire structuur van het artefact iets verandert, is er in het verleden al heel veel goedbedoeld vernietigd. Ik noem bijvoorbeeld – dit is echt iets voor Norman – het poetsen van zilver, waarbij je wilt beantwoorden aan de esthetica van het toenmalige zilver. Maar hoeveel micrometer (lengte-eenheid van 0,001 mm) haal je er wel niet af tijdens een poetsbeurt om het te laten glanzen?’ Tennent: ‘Ja, heel wat. Maar het merkwaardige is dat
De overdracht aan de O van onderwijs en meteen ook aan de UvA was heel belangrijk. Daarvoor werden we gefinancierd door het ministerie van Cultuur; om de vier jaar kregen we dan de heroverwegingen van die Cultuurnotasystematiek. Dus om de drie jaar speelde de vraag: mogen we nu doorgaan of niet? Eigenlijk horen opleidingen van welke soort ook bij Onderwijs. Het ICN had een opleiding op hbo-niveau voor de deeldisciplines Boek & Papier, Metaal, Textiel, Glas & Keramiek. En in Maastricht is er de Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL), een postacademische opleiding over hedendaagse kunst, schilderijen, beschilderde objecten en historische interieurs. Alles bij elkaar was dat complementair en zijn we samen ingedaald. Dat indalen is nu gebeurd. Een hele organische ontwikkeling.’ Binnen de master is gekozen voor acht disciplines, vrijwel alle ook gebaseerd op een multimateriële samenstelling. Van Grevenstein: ‘Als je bijvoorbeeld een meubelstuk hebt, dan zit daar soms ook verf op, of metaal, ivoor of wat dan ook. En als je van textiel zegt dat is alleen maar textiel, dan ben je er nog niet want daar zit soms ook bladmetaal of verf in. Kostbare vijftiende-eeuwse wandtapijten zijn in latere tijd verbrand om het goud- of zilverdraad dat er in verwerkt zat te winnen. Dus het mooie van onze competentiesamenstelling is dat zij juist het materiaal zelf overstijgt in de complexiteit van de geschiedenis van het maakproces.’ >
12 hoofdzaak Eerste restauratoren Inmiddels zijn de eerste studenten afgeleverd. Een van hen, Nadine Faber, koos voor de master wegens de combinatie van alfa- en bètavakken, terwijl de praktische kant haar ook erg aantrok. Faber combineerde de opleiding met een bachelor Psychologie. In haar studiepad legde ze de nadruk op visuele waarneming; binnen de master koos ze voor de discipline schilderkunst. Zij vindt het een voordeel dat je eventueel ook meerdere studierichtingen kunt combineren. Kortom, haar devies luidt: kies je eigen weg. Kunsthistoricus Maartje Stols-Witlox legt uit dat de tweejarige masteropleiding tot restauratiedeskundige wordt voorafgegaan door een minor van dertig studiepunten, wat gelijkstaat aan een halfjaar. Naast een eigen praktijk als restaurator is Stols docent Schilderijenrestauratie bij de master en werkt zij aan een promotieonderzoek (‘Recipes for Preparatory Layers for Oil Painting in North West European Sources, 1400-1900’). Stols: ‘De student moet solliciteren naar een plaats, daar is de minor een belangrijke indicator voor. In de master kan gekozen worden voor een van de acht deeldisciplines: schilderijen; moderne en hedendaagse kunst; historische binnenruimten; metaal; glas en keramiek; boek en papier; hout en meubelen; textiel. Pas na een postinitieel traject van nog eens twee jaar mag je jezelf restaurator noemen.’ Studenten Schilderijenrestauratie krijgen in de master gemiddeld twee dagen praktijkles waarbij ze in het atelier een eigen schilderij restaureren. Stols: ‘Dus werken ze twee jaar aan een eigen object. Belangrijk is de ethische kant: de verantwoordelijkheid voor een schilderij; de band die je ermee opbouwt. Het is essentieel dat de studenten naast het opdoen van basisvaardigheden een bepaalde attitude aanleren. Zo moeten ze een reconstructie maken van een schilderij. Ze leren verfmonsters nemen. Sinds kort is een technisch
De master is pittig qua contacturen en inzet. Neem bijvoorbeeld de tussenscriptie en de objectgerichte practica: die moeten af voordat de studenten verder mogen.’ Collega Herman den Otter, docent Meubelrestauratie in de master, heeft na een opleiding aan het ICN net als Stols al een lange loopbaan als restaurator achter de rug met dito reputatie. Hij bevestigt het belang van de practica van de minor. ‘Elk jaar worden de studenten in een vaardigheidstest getoetst op zaken als motoriek, kleuren (kleurenblindheid) en probleemoplossend vermogen. Niet mis: dan moeten ze uit een vel karton een twaalfhoek vouwen die dan ook nog eens door een gaatje met een diameter van zes centimeter moet passen. Ga er maar aan staan.’ Ook moeten de studenten een journaal bijhouden waarin ze niet alleen opschrijven wat ze allemaal hebben gedaan tijdens de minor, maar ook hun reflecties daarop. Den Otter en zijn collega’s zijn streng maar rechtvaardig: ‘We hebben bijvoorbeeld iemand gehad die qua vaardigheden minder scoorde, maar in zijn journaal daar een fantastische reflectie op presenteerde. We hebben hem toch gehandhaafd, en wat bleek? Het is allemaal goed gekomen met hem.’ Om tot de master te worden toegelaten moet je in de practica van de minor een goed figuur slaan. Daarna dien je te solliciteren en volgt een heus sollicitatiegesprek. Den Otter geeft toe dat er meer aanmeldingen zijn dan plaatsingsmogelijkheden. Er is dan ook sprake van een zorgvuldige selectie om zo veel mogelijk te waarborgen dat studenten de master met goed gevolg doorlopen. ‘Het besef dat we de toekomst van het restauratorvak een impuls van jewelste kunnen geven, is diep geworteld in ons team.’ • Meer over de opleiding Conservering en restauratie van cultureel erfgoed: www.studeren.uva.nl/ma-restauratiekunde
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Anne van Greven-
Norman Tennent
stein-Kruse – 1947
– 1949
A.G.A.vanGrevenstein-
N.H.Tennent@uva.nl
Kruse@uva.nl • 1968-1972 opleiding restaurator, Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel; Istituto Centrale per il Restauro, Rome; Bayerisches Landesamt für Denkmalpflege, München • 1976 Kunstgeschiedenis, Vrije Universiteit Brussel • 1982-1986 hoofdrestaurator Frans Hals Museum, Haarlem • 1986-2009 directeur Stichting Restauratie Atelier Limburg, Maastricht • 1998-2001 eindverantwoordelijk voor onderzoeks- en restauratieproject Oranjezaal Huis ten Bosch • 1998-heden projectcoördinator NWO-project Molart (Molecular Aspects of Ageing in Painted Works of Art) en zijn opvolger, het De Mayerne Programme • 2002 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw • 2005-2007 bijzonder hoogleraar Kunst en cultuur, Radboud Universiteit Nijmegen • 2007-heden hoogleraar Praktijk van conservering en restauratie, UvA
• 1974 promotie Chemie, Glasgow University, VK • 1974-1975 postdoctoraal onderzoeker, Ohio State University, VS • 2001-2002 interim-hoofd Conservering, National Trust for Scotland • 2001-2006 bijzonder hoogleraar Chemie van conservering en restauratie, UvA • 2007 start deelname onderzoeksproject CONSTGLASS (Europese Commissie) • 2007-heden honorary professorial fellow, Faculteit Kunstgeschiedenis, Glasgow University • 2007 Anna Plowden Award for Innovation (samen met Dr. James Nobbs) • 2008-heden lid adviesraad United Kingdom Heritage and Science Programme • 2009-heden hoogleraar Natuurwetenschappelijke aspecten van conservering en restauratie van roerend cultureel erfgoed, UvA
Herman den Otter – 1956 H.denOtter@uva.nl
‘ De muren tussen de instituten worden steeds zachter’ analist werkzaam voor de drie instituten in het gebouw. Die mag de elektronenmicroscoop gebruiken van het ICN, evenals andere analyse-instrumenten, zoals röntgenfluorescentie. Het is natuurlijk geweldig als dat allemaal in één huis (het Ateliergebouw, AvdK) te vinden is.’ Is Stols van mening dat de schotten tussen de verschillende instituten – Rijksmuseum, ICN, UvA – helemaal zijn verdwenen? ‘Nou, nee, eerder is er sprake van muren die steeds zachter worden. Er is steeds meer tweerichtingsverkeer.’ ‘Veel van de lessen worden aangeboden in de vorm van workshops’, vervolgt Stols. ‘Zo vertelde Michel van de Laar (schilderijenrestaurator van het Rijksmuseum) de studenten over de collectie Italiaanse tondi (ronde schilderijen) waarnaar tijdens de restauratie natuurwetenschappelijk en technisch onderzoek is gedaan voordat ze straks weer naar zaal gaan.’ Er is een win-winsituatie voor student én docent, is Stols’ overtuiging: ‘Er zijn zoveel mogelijkheden hier; de potentie is enorm.’ Alleen de factor tijd werkt niet echt mee, vindt ze. ‘Ik zou de beschikbare lestijd wel drie keer kunnen vullen.
Promotieonderzoek gefinancierd door fonds van alumni Emilie Froment, verbonden aan de restauratoropleiding en assistent-projectleider Restauratie Schilderingen Paleis op de Dam, start een promotieonderzoek naar deze schilderingen. Anne van Grevenstein is haar promotor. De kosten van het vier jaar durende promotietraject bedragen zo’n € 200.000 en worden gedragen door het Gieskes-Strijbis Fonds, een vermogensfonds dat is ingesteld door wijlen UvA-alumni Hennie Gieskes en Dieuwertje Gieskes-Strijbis. Beide partijen zijn bij elkaar gekomen nadat het contact was gelegd via het Amsterdams Universiteitsfonds.
Maartje StolsWitlox – 1972 M.J.N.Stols-Witlox@uva.nl • 1995 Kunstgeschiedenis, LEI • 2000 restaurator schilderijen en beschilderde objecten, Stichting Restauratie Atelier Limburg, Maastricht • 2000-2001 schilderijenrestaurator, Mauritshuis, Den Haag • 2001-2004 schilderijenrestaurator, verschillende privéateliers in Nederland • 2002-2006 research associate NWO-project De Mayerne • 2004-heden eigenaar StolsWitlox schilderijenrestauratie • 2006-heden promotieonderzoek, UvA • 2007-heden docent Schilderijenrestauratie, master Restauratiekunde, UvA
• 1984 opleiding Restauratoren, Instituut Collectie Nederland • 1984-heden particulier restaurator, o.a. Rijksdienst Beeldende Kunst, Frans Hals Museum, Kasteel Duivenvoorde, Rijksmuseum • 1990-1993 hoofdrestaurator Toegepaste Kunst, Rijksdienst Beeldende Kunst, Den Haag • 2006-heden docent Theorie en praktijk van vervaardigings- en conserveringstechnieken van houten objecten, in het bijzonder meubelkunst, master Restauratiekunde, UvA • 2006-heden onderzoek naar de historische technieken toegepast tot aan 1940 in de meubelmakerij in Nederland en omringende landen
uva in beweging
13
zeer goede scores divers onderzoek — beeld • Monique Kooijmans & Marc Kruse
Evaluatie- en visitatiecommissies beoordelen rechtsgeleerdheid, informatica en lerarenopleiding
Divers UvA-onderzoek ‘zeer goed’ Het juridische onderzoek van de UvA scoort zeer goed. European Contract Law (Amsterdams Instituut voor Privaatrecht) scoort het hoogst, met gemiddeld 4,75 (5 = excellent). Ook het Instituut voor Informatierecht en het Amsterdam Center for International Law komen dicht bij excellentie (elk gemiddeld 4,5). Alle acht onderzoeksgroepen van het Instituut voor Informatica (IvI) scoren goed, zeer goed of excellent op kwaliteit, productiviteit, relevantie en haalbaarheid. Information and Language Processing Systems en Intelligent Sensory Information Systems zijn op alle criteria excellent en behoren daarmee tot de internationale top. Het IvI krijgt waardering voor de balans tussen fundamenteel en toegepast onderzoek en het aantrekken van talentvolle jonge onderzoekers. Kritiek is er op de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke (senior) onderzoekers en de fragmentatie van het informaticaonderzoek tussen het IvI en het Institute for Logic, Language and Computation (ILLC). Het onderzoek van de UvA-lerarenopleiding (ILO) scoort zeer goed voor relevantie en levensvatbaarheid en zeer goed tot excellent voor kwaliteit en productiviteit. Daarmee staat de UvA boven aan de ranglijst van gevisiteerde Nederlandse lerarenopleidingen. www.uva.nl/nieuwsarchief
UvA eerste Nederlandse universiteit in QSr anking De UvA is met een 56e plaats de hoogst genoteerde Nederlandse universiteit in de toonaangevende QS World Rankings. Vooral de Arts & Humanities (plaats 29) en de Social Sciences (plaats 32) doen
het goed. De University of Cambridge (VK) voert (voor het eerst) de lijst aan, gevolgd door Harvard University (VS), die de afgelopen vijf edities telkens als beste uit de bus kwam. De top tien telt louter Amerikaanse en Britse universiteiten. Vergeleken met vorig jaar (49 in de Times Higher Education (THE)-QS World University Ranking) zakte de UvA wel. THE en QS produceren nu ieder een eigen ranking. THE zet Harvard wel op nummer 1 en plaatst geen enkele Nederlandse universiteit in de top 100. Nederland staat internationaal wel op de vijfde plaats: tien universiteiten eindigen tussen de 100 en 200, de UvA op 165. De ranglijst van de Universiteit van Shanghai (China) zette Harvard afgelopen zomer ook op nummer 1 en bestempelde de Universiteit Utrecht (nummer 50) als beste van Nederland. De UvA staat in de Shanghai-rangorde in de categorie 100-150 (ongespecificeerd).
Centrum voor Chinees recht en regulering Het nieuwe Netherlands China Law Centre van de UvA specialiseert zich als eerste onderzoekscentrum in Nederland in Chinees recht en als enige wereldwijd in reguleringsvraagstukken in China. China’s sterke opkomst maakt een beter begrip van de vorming en werking van recht en regulering in de Volksrepubliek noodzakelijk voor praktijk én wetenschap. Hoe kan recht een bijdrage leveren aan maatschappelijk verantwoord ondernemen in dit autoritaire en zich snel ontwikkelende land? Milieuregulering, arbeidsomstandigheden, voedselveiligheid, grondgebruik en intellectueel eigendom: het voorbeeld van China zal bijdragen aan theorievorming over marktordening, rechtshandhaving en de rol van recht in ontwikkeling. Het centrum, onder leiding van hoogleraar Chinees recht en regulering Benjamin van Rooij, werkt met partners in Londen, Oxford, Hong Kong, Berkeley en Peking.
www.uva.nl/nieuwsarchief
www.uva.nl/nieuwsarchief
Nieuw centrum gender en seksualiteit
Benefietconcert: 26.000 euro voor leukemieonderzoek
In september begonnen de eerste studenten aan de Universitaire Pabo van Amsterdam. Zij doen twee bachelors tegelijk: de hbobachelor Leraar Basisonderwijs en de wo-bachelor Pedagogische Wetenschappen. De Universitaire Pabo is behalve op lesgeven in theorie en praktijk gericht op onderzoek, waarbij de grootstedelijke context van het onderwijs centraal staat: rijkdom aan culturen, (mogelijke) taalachterstand jonge kinderen, differentiëren en grootstedelijke problematiek. De studenten lopen stage bij geselecteerde Amsterdamse basisscholen. De opleiding is opgezet door de UvA en de Hogeschool van Amsterdam, in samenwerking met vijf Amsterdamse schoolbesturen en de gemeente.
Karel van der Toorn en Paul Doop zijn door de Raden van Toezicht per 1 september voor een periode van vier jaar herbenoemd tot voorzitter respectievelijk vicevoorzitter van het College van Bestuur van de UvA en de Hogeschool van Amsterdam. Volgens de raden zal de bestuurlijke agenda voor de komende periode veel van de bestuurders vergen, ‘terwijl de maatschappij en de politiek terecht veel van beide organisaties en hun samenwerking verwachten’. Ook decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid Edgar du Perron is herbenoemd, per 1 januari 2011, voor vijf jaar.
www.uva.nl/nieuwsarchief
www.uva.nl/nieuwsarchief
Universitaire Pabo van Amsterdam start
Van der Toorn en Doop herbenoemd
UvA-Orkest J.Pzn Sweelinck en Stichting Leukemie hebben op 17 juni ruim € 26.000 ingezameld voor leukemieonderzoek van het AMC. Het orkest speelde muziek van Sibelius en Debussy en een stuk van de Vlaamse componist Dirk Brossé: een filmische en muzikale uitbeelding van het verhaal van een meisje met leukemie. Na uitreiking van een cheque van € 24.000 aan AMChematoloog Arnon Kater steeg het bedrag die avond nog tot ruim € 26.000. De opbrengst werd verkregen door ticketverkoop, sponsorbijdragen (ruim € 16.000), donaties en machtigingen van bezoekers. Hiermee werd bijna € 5.000 opgehaald, wat door het College van Bestuur van de UvA is verdubbeld. www.uva.nl/nieuwsarchief
Sinds september is de UvA een nieuw onderzoekscentrum rijker: het Research Centre Gender and Sexuality, onderdeel van het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR). Onderzoek naar gender en seksualiteit vindt al jaren plaats aan de UvA, maar krijgt nu een extra boost met deze bundeling van expertises in één centrum. www.uva.nl/nieuwsarchief
ACTA verhuisd Het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam van de UvA en de VU is verhuisd naar de nieuwe hoofdlocatie aan de Amsterdamse Zuidas: Gustav Mahlerlaan 3004, 1081 LA Amsterdam. www.acta.nl
14 loopbaan
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
tekst • Jacqueline Hoefnagels
Nienke Leenstra – 1979
beeld • Amke
leenstra@nvb.nl • 2004 Communicatiewetenschap • 2006-2009 bestuurslid D66 De Baarsjes/Bos en Lommer, Amsterdam • 2006-2008 duoraadslid D66 stadsdeel De Baarsjes • 2005-2006 trainee Sociale Dienst Amsterdam • 2006-2008 consultant Public Affairs Porter Novelli • 2008-heden adviseur Public Affairs Nederlandse Vereniging van Banken
Lobbyist worden aan de UvA Nienke Leenstra is lobbyist voor de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). ‘Ik begon in juli 2008 en in september viel Lehman Brothers om.’ ‘Ik werk op de dagen dat de Tweede Kamer vergadert in Den Haag. Onder mijn collega’s bij de NVB zitten veel adviseurs die alles weten van een specifiek deelgebied en daarover zelf contact onderhouden met ministeries en andere belanghebbenden. Alles wat in een voortraject blijft liggen, breng ik bij Tweede Kamerleden en beleidsmedewerkers onder de aandacht. De Wet op het financieel toezicht (Wft) wordt bijvoorbeeld continu aangepast en daarnaast komen er op dit moment veel richtlijnen vanuit Europa naar de Tweede Kamer op het gebied van toezicht, beloningen en kapitaalvereisten. Daarover hebben wij natuurlijk een mening en die dragen wij uit. De overige dagen ben ik op het hoofdkantoor in Amsterdam voor ruggespraak. De keuze voor de studie Communicatiewetenschap was niet weloverwogen, wel wilde ik graag naar Amsterdam. Ik dacht aan Politicologie, maar dat was mijn zus al gaan doen. Communicatiewetenschap leek me een aardig breed alternatief. Wel heb ik zoveel Politicologie naar binnen weten te fietsen dat het uiteindelijk de vraag was waarin ik zou afstuderen. Ik heb een minor Sociale Europese studies gedaan, mijn scriptie over de Europese verkiezingen geschreven en stage gelopen bij een politieke partij, maar toch ben ik afgestudeerd als communicatiewetenschapper. De kant van de marketing en pr vond ik niks; vluchtige onderzoekjes die ik best leuk maar zeker niet nuttig vond. In mijn eerste jaar
kreeg Communicatiewetenschap een gele kaart: te massaal en te weinig individuele begeleiding. Dat klopte. Maar ik heb ook goede herinneringen; met name Jos de Beus was zeer inspirerend en ik ging ook met plezier naar de colleges van Kees Brants en Klaus Schönbach. De studie ben ik pas echt leuk gaan vinden toen ik al bijna klaar was. Ik wilde mijn scriptie schrijven over het stemgedrag van jongeren en deed dat onder een begeleider die het eigenlijk allemaal maar niks vond. Uiteindelijk kwam ik gelukkig terecht bij Claes de Vreese, inmiddels hoogleraar en hoofd van het nieuwe masterprogramma Political Communication. Hij deed toen zelf onderzoek naar de Europese Parlementsverkiezingen – wat invloed op het stemgedrag heeft en hoe de media een rol kunnen spelen – en was juist heel enthousiast over mijn ideeën. Ik zou bijna mijn master opnieuw willen doen vanwege de energie die van hem uitging én vanwege deze nieuwe master, die uitstekend bij mij gepast had. Van het vak lobbyist had ik toen nog geen benul. Ik dacht, als zovelen, dat lobbyisten heren in grijze pakken waren die zakendoen op de golfbaan. Pas tijdens mijn sollicitatiegesprek bij Porter Novelli, een communicatieadviesbureau, werd mij duidelijk dat deze functie ook anders ingevuld kan worden. Tot mijn vreugde werd ik nog aangenomen ook.
Nienke Leenstra
‘Ik dacht dat lobbyisten heren in grijze pakken waren die zakendoen op de golfbaan’ Ik heb daar veel geleerd en ben overgestapt naar de NVB omdat ik de contacten zelf wilde gaan onderhouden en zelf gesprekken wilde voeren. Naast de informatieverstrekking aan Den Haag heb ik een monitoringfunctie; voor onze leden, de banken, houd ik in de gaten wat er op de Haagse agenda staat en waar we op moeten inspringen. Het bijkomende netwerken leer je al doende. Het is wel een ons-kent-onswereldje in Den Haag maar het is opvallend hoe gemakkelijk je daar tussenkomt. Als je een goed verhaal te vertellen hebt, staan mensen daarvoor open. Sterker nog, je wordt zelf benaderd voor het delen van kennis. Wat hierbij ook helpt, is dat we jaarlijks een zomerstage voor Haagse beleidsmedewerkers organiseren. Dat is een
moment waarop wij én zij weer even het netwerk kunnen opfrissen. Ik ben op een goed moment voor de NVB gaan werken, althans goed voor mij. Ik begon in juli 2008, heb die zomer tijdens het reces de dossiers doorgenomen en in september viel Lehman Brothers om. Daarna was het spoeddebat na spoeddebat in Den Haag. Door de kredietcrisis verandert voor banken veel wetgeving in hoog tempo. De crisis is natuurlijk vreselijk, maar voor dit vak is het juist heel uitdagend. Je hebt veel om over te praten en problemen zijn er tenslotte om opgelost te worden. In feite ben ik het vak ingerold. Ik hield me nooit zo bezig met wat ik wilde worden en was veel aan het volleyballen. Mijn
15 Stephan Luiten – 1967 sluiten@lgi.com • 1991 Europese studies • 1991-1992 directoraatgeneraal Internal Market Europese Commissie • 1992-1993 consultant Federatie van Europese Direct Marketing (FEDMA) • 1993-1994 consultant Stichting Stuurgroep Reclame • 1994-2000 directeur EU Public Affairs Consultancy European Strategy • 2000-2002 directeur Regulation & Public Policy Chello Broadband nv • 2002-heden directeur Public Policy Liberty Global
Stephan Luiten
‘Lobbyen is samenwerken aan intelligente visies op de toekomst’ tweede jaar heb ik met een sportbeurs op een Amerikaanse universiteit in Cincinnati doorgebracht, maar ik kon de studiepunten niet mee terugnemen. In politiek ben ik wel altijd geïnteresseerd geweest en ik heb nog een tijdje als duoraadslid en lid van een lokaal bestuur van D66 gewerkt. Maar ik vind dat je in mijn vak niet al te politiek gekleurd moet zijn, dus dat heb ik afgebouwd. Ik zit nu tussen het private en het publieke domein in en dat bevalt uitstekend. De lijnen in Den Haag zijn kort en hoewel Nederland achter aan de besluitvormingsketen zit, werk ik toch liever in Den Haag dan in Brussel. Voor mijn gevoel krijg ik hier meer voor elkaar, dus voorlopig zit ik goed.’
Stephan Luiten is lobbyist voor kabelexploitant Liberty Global, het moederbedrijf van onder meer UPC. ‘Het gaat om het aanbieden van de juiste informatie aan de juiste persoon op het juiste moment.’ ‘Europa heeft altijd mijn interesse gehad en hoe meer ik intercontinentaal reis, hoe meer ik Europa waardeer; het heeft alles. Ik ben begonnen met Duits, in Leiden, als spoorstudent. Na mijn propedeuse ben ik Europese studies gaan doen voor de verbreding. Bovendien zag ik erg uit naar wonen in Amsterdam. Dat Europese studies een pretpakket zou zijn voor mensen die niet weten wat ze willen, heb ik altijd flauwekul gevonden. De studie heeft mij precies gebracht
waar ik wil zijn. Ik deed Spaans als tweede taal en de juridische variant, in vlot tempo. Altijd gedisciplineerd geweest, mijn vader was leraar Duits, dus je begrijpt... Maar ik heb mijn zes jaar wel vol gemaakt; na mijn doctoraal heb ik Massacommunicatie en pr gedaan in Utrecht. Tijdens mijn stage bij de Europese Commissie in Brussel viel alles wat ik geleerd had op zijn plek, ik was meteen thuis. Toen ik daar net werkte, werden we de hele dag opgehouden door allerlei lieden die eventjes kwamen praten en ik merkte dat ervaren collega’s daar open voor stonden. Ik begreep dat niet zo goed, gezien het vele werk. Na een paar weken heb ik durven vragen wie al die mensen nou waren. Dat bleken dus lobbyisten te zijn, een nieuw fenomeen voor mij. Ik liet mij uitleggen dat de Commissie zelf ook belang heeft bij formele en informele beleidstoetsing door mensen uit “het veld”. Het boeide meteen. Ik heb acht jaar in Brussel gewoond, met Lenneke Hoedemaker, die ook Europese studies heeft gedaan en voor een Europarlementariër werkte. Ons hele leven bestond uit Europa. Contacten kwamen en gingen en toen wij in de derde generatie nieuwe vrienden zaten, stonden we voor de keuze: of we kopen een huis en blijven, of we gaan terug. Het werd het laatste en ik ben blij dat we weer in Amsterdam wonen. In combinatie met een internationale baan is dat helemaal
goed. Overigens hebben we in die jaren in Brussel vele studenten Europese studies bij de Commissie weten binnen te loodsen. Hoewel je anders zou vermoeden, ben ik zeker geen groot netwerker, heb ik geen duizend “vrienden” op internet en hang ik niet rond op borrels. Nooit lid geweest van een studentenvereniging ook, behalve de Studievereniging Europese Studies. Ik vlieg vaak, geef regelmatig lezingen. Liberty Global bezit kabelbedrijven in elf Europese landen. We laten teams van advocaten en economen doorwrochte rapporten en analyses schrijven, die zij in mijn lezingen terugzien als een diagrammetje. Dat is onderdeel van mijn vak. Ik moet complexe informatie vertalen in een PowerPointpresentatie waar de besluitnemers snel iets mee kunnen, hapklaar. Lobbyen is vooral hard werken. De eerste jaren als commercieel lobbyist ben je met name een paper pusher. In Straatsburg, waar het Europees Parlement een week per maand zitting houdt, maak je dagen van vijftien uur met evenzoveel afspraken, die er soms uit bestaan dat je met een parlementariër meeloopt van zijn werkkamer naar de zaal waarin hij zijn stem gaat uitbrengen. Van die afspraken wordt de helft uitgesteld. Je moet het niet erg vinden om dan nóg maar een kop koffie te nemen in de wandelgangen. Naarmate je verder komt in dit vak, worden er hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van de informatie die je aandraagt om daadwerkelijk toegevoegde waarde te kunnen bieden aan beleidsmakers en politici. De juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon op het bureau krijgen, dat is waar het vak om draait. >
16 Loopbaan Die informatie moet deugen en transparant zijn. Als dat zo is, weten degenen die je wilt bereiken jou ook te vinden, dan word je zelf gebeld door de mensen van een Neelie Kroes, omdat zij goede informatie nodig heeft, ook al komt die van een belanghebbende. Je moet snappen hoe besluitvormers denken, wat ze nodig hebben, wat de processen zijn die aan beleid voorafgaan. Als je het goed doet, krijg je een relatie waarbij de informatievoorziening twee kanten op werkt en ook ambtenaren je van beleidsvoornemens voorzien waarop je kunt anticiperen. Bij lobbyen zijn vele mensen betrokken op allerlei niveaus van besluitvorming. Daarom kun je niet snel iets geheel op eigen conto schrijven. Behalve dat ik ervoor heb gezorgd dat de Legoblokjes beter beschermd zijn tegen copycats. Ik stelde dat voor bij een Spaanse Europarlementariër, die zei het betreffende wetsartikel door het parlement te willen
loodsen mits ik steun wist te krijgen bij de Europese Commissie. Ik spoedde mij naar een ander gebouw, kreeg steun toegezegd, haastte mij terug naar de Spanjaard, en zo rende ik nog een paar keer op en neer voor de punten en de komma’s. Deze bescherming staat nu in de Brusselse annalen bekend als de Legoclausule. Die is echt van mij. Verder is het vooral samenwerken aan intelligente visies op de toekomst, en dat is precies wat ik er zo leuk aan vind.’ •
beeld • Marc Kruse
universiteitsDag ZATERDAG 12 juni 2010
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Andere lobbyisten die aan de UvA studeerden Bas Batelaan, Economie 1999 Head of European affairs, Scottish and Southern Energy, Brussel Else Boonstra, Europese studies 2003 Political advisor, Bureau Beleidsbeïnvloeding Ontwikkelingssamenwerking, Brussel Friso Coppes, Nederlands recht 1983 Directeur, Bureau Brussels, voormalig vicepresident Corporate Affairs, Ahold Adriana Hulsmann, Milieustudies WUR 1976, promotie UvA 1983 Expert drinkwater / EU-beleid en -wetgeving, KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein
Max Kohnstamm, Geschiedenis 1940 was o.a. secretaris van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de eerste president van het Europees Universitair Instituut te Florence en betrokken bij de Bilderberg-conferenties. Hij is erevoorzitter van het European Policy Centre in Brussel en wordt wel de eerste Europa-lobbyist genoemd Robert Schröder, Politicologie 2000 Senior policy advisor European affairs, VEWIN-UvW, Brussel Aanvullingen op deze lijst zijn welkom via SPUI@uva.nl. Zelf uw functiegegevens aanvullen in het UvA-bestand? Log in via www.uva-alumni.nl.
Nieuws over Mathijsens eeuw www.negentiende-eeuw.nl
Pensioen
www
17
tekst • Fleur Speet illustraties • Anje Jager
Weg is niet weg — Alle drie gingen ze met emeritaat, alle drie blijven ze actief als wetenschapper. De terugblik van drie pleitbezorgers: letterkundige Marita Mathijsen, natuurkundige Sander Bais en hersenonderzoeker Dick Swaab.
Marita Mathijsen Passievolle schoolmeester Tien jaar hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde met als specialisatie de negentiende eeuw: het was kort, veel te kort. Maar Marita Mathijsen heeft ervan genoten en dat doet ze nog steeds. Haar afscheid is geen echt afscheid, benadrukte ze al in haar afscheidsrede getiteld De bevrijding van de albatros. Een herbeschouwing van de Nederlandse Romantiek. Nu ze gepensioneerd is, gaat ze als onbetaald vrijwilliger door met het leukste onderdeel: colleges geven over de negentiende-eeuwse Nederlandse literatuur. Desnoods net zo lang tot er een nieuwe negentiende-eeuwspecialist is. Daarnaast blijft ze boeken schrijven en edities verzorgen binnen haar vakgebied. Mathijsen studeerde in 1975 af op dezelfde dag als Peter van Zonneveld. Samen namen ze zich voor om de negentiende eeuw uit het slop te trekken; hij als docent in Leiden, zij als docent in Amsterdam. Een jaar later richtten ze de Werkgroep Negentiende Eeuw op en begonnen ze het tijdschrift De Negentiende Eeuw, waarin ze lieten zien dat het stoffige, moralistische imago ten onrechte door de Tachtigers op de eeuw was geplakt. Nu, 35 jaar later, kan ze tevreden omzien. ‘Het beeld van de negentiende eeuw is danig bijgesteld, al blijft er nog steeds ongelooflijk veel werk te doen.’ Het lijkt er zelfs op dat Mathijsen als emeritus hoogleraar meer werk heeft dan ooit. ‘Nwa’, reageert ze. ‘Mij zul je niet horen klagen over te veel werk, ik klaag pas als ik weinig werk heb.’ Mathijsen probeerde steeds het universitaire werk naar de maatschappij te dragen; rode draad van haar carrière aan de UvA is het toegankelijk maken van het verleden op wetenschappelijk verantwoorde wijze. ‘Het leuke van literatuur’, zo betoogt ze, ‘is de reikwijdte. Ik zou het onverstandig vinden om me als hoogleraar alleen te concentreren op bijvoorbeeld consumentengedrag. Ik heb me ook wel op een harde discipline als de Editiewetenschap gericht, maar daar bleef het niet bij. Je bent niet ingehuurd om jezelf met oogkleppen op te verliezen in hobby’s of in het ontsluiten van een versleuteld tekstje uit de negentiende eeuw en alle komma’s te duiden. Als je hermetisch blijft inzoomen op oude teksten, sterven ze uit. Hertaal ze, laat zien waar ze over gaan en laat er zo veel mogelijk mensen van genieten. Ik vind het een functie van de wetenschap om de literatuur naar de maatschappij te brengen. De marktlui die op de Albert Cuyp groenten verkopen, zorgen er mede voor dat ik een salaris heb, of nu dan een pensioen. Je hebt de plicht om te laten zien dat wat je doet waardevol is. Toegegeven, dat is makkelijker als je kankerspecialist bent. Maar des te groter de uitdaging.’ Als hoogleraar heeft ze kunnen bijdragen aan veranderingen, zoals het opzetten van de opleiding Redacteur/editor. Mathijsen: ‘Ik merkte dat er opeens veel beter naar mijn ideeën werd geluisterd dan daarvoor, terwijl ze hetzelfde zijn gebleven. In het begin had ik erg veel steun aan decaan Karel van der Toorn. Dat heb je echt nodig. Ook al heb je alle credits, in eerste instantie denk je toch nog onzeker schuifelend in het bankje van de lagere school te zitten. Ik werkte en werk veel samen met Joep Leerssen van Moderne Europese letterkunde en als oudere hoogleraar was Herman Pleij een geweldige toeverlaat, ook voor praktische flauwekul. Aan hem kon ik vragen wanneer je een toga aan moest en welke borrels je wel of niet moest bezoeken. Maar ook voor echte raad kon ik bij hem terecht. Ten slotte was de in 2001 overleden Machtelt Bolkestein als hoogleraar bijzonder belangrijk. Zij organiseerde bijeenkomsten voor vrouwelijke hoogleraren. Ik kwam er pas onlangs achter dat ik de eerste vrouwelijke hoogleraar Letteren aan de Universiteit van Amsterdam ben. Het is toch niet te geloven dat we daar tot het jaar 2000 op moesten wachten?’
Marita Mathijsen – 1944 www.negentiende-eeuw.nl • 1975 Nederlandse taalen letterkunde cum laude • 1976 Wijsbegeerte • 1987 promotie, UU • 1975-1999 wetenschappelijk medewerker, universitair hoofddocent • 1999-2009 hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde • boeken: De geest van de dichter (gefingeerde inter-
views, 1991), Naar de letter (handboek editiewetenschappen, 1995), De gemaskerde eeuw (2002), Nederlandse literatuur in de Romantiek (2004), Verliefd op het verleden (columns, 2004), Huizinga-lezing 2009: De historische sensatiezucht • onderscheidingen: Multatuliprijs (1991) voor De geest van de dichter, Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen (1998), Officier in de Orde van Oranje-Nassau (2009)
In zekere zin is Mathijsen een passievolle schoolmeester gebleven. Dat ze de brieven van ‘De Schoolmeester’, pseudoniem van de negentiende-eeuwse dichter Gerrit van de Linde, in de handschriftenzaal van de UB ontdekte, herinnert ze zich als de dag van gisteren. Ze hoort nog hoe de bibliothecaris met krakende schoenen rondliep, ziet zijn bijeengeplakte bril voor zich en zijn frons toen ze als jonge student naar de gedichten van De Schoolmeester vroeg. Die waren er niet, wel de brieven. Ze voelt opnieuw hoe haar adem stokte toen ze begon te lezen. Dit moest uitgegeven. Daarna had ze handenvol werk aan het editeren, het werd haar promotieonderzoek. André Hanou was daarbij een dankbare hulp. Zijn fabelachtige kennis van citaten was van onschatbare waarde. ‘Nu zou dit werk sneller gaan’, zegt Mathijsen, ‘je tikt de citaten gewoon in op Google Books.’ Er is veel veranderd. Maar één ding bleef hetzelfde: het plezier in lesgeven. Het feit dat Mathijsen al vóór haar afstuderen op een middelbare school voor de klas stond, tekende haar hele loopbaan: ‘Ieder mens is een kasteeltje. Om te helpen dat in al zijn pracht te laten zien, vind ik fantastisch. Zorgen dat studenten krachtig worden, hen over zichzelf heen tillen zodat ze tot volle wasdom kunnen komen en kunnen schitteren, dat is voor mij de uitdaging. Als al die oud-studenten dan ook nog iets positiefs meekrijgen van de negentiende eeuw, zodat zij bijvoorbeeld als docent weer het stof van die eeuw blazen, kan het goede werk zich als een olievlek verspreiden. Gelukkig kan ik daar nog steeds aan bijdragen.’
18 Pensioen
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
tekst • Arnoud Veilbrief
Sander Bais – 1945 F.A.Bais@uva.nl • 1973 Technische natuurkunde, TH Delft • 1977 promotie Natuurkunde, Universiteit te Santa Cruz, Californië (VS) • 1977-1985 research fellow,
o.a. aan University of Pennsylvania, Philadelphia (VS), Katholieke Universiteit Leuven (B), versnellercentrum CERN, Genève (Zw) • 1985-2010 hoogleraar Theoretische natuurkunde, UvA • 2007-heden External Faculty Member, Santa Fe Institute (VS) • boeken: De Natuurwetten;
I konen van onze kennis (2005, vertaald in o.a. het Japans en Koreaans), De sublieme eenvoud van relativiteit; Een visuele inleiding (2007), Keerpunten; Momenten van waarheid in de natuurwetenschap (2009) • onderscheidingen: o.a. Stapenning Universiteit van Amsterdam (2010)
Het intellectuele, agnostische gezin leefde in een zwaar katholieke omgeving. ‘De Groene Amsterdammer werd in een bruine wikkel bezorgd, als een pornoblaadje, haha. Ik ben soms wel van mijn fiets getrokken, mijn tas werd boven de greppel omgekeerd.’ Met Limburgs accent: ‘Protestantse apen liggen in bed te gapen. Geloven niet in God is geloven in de pispot. En dat was ook eigenlijk zo, ik geloofde in de pispot. Hoewel het medemenselijke aspect van de Bijbel me als jongen wél erg aansprak.’ Bais haalde voor zijn HBS-B eindexamen hoge cijfers in de alfa- en de bètavakken. Uitgerekend voor natuurkunde haalde hij zijn laagste cijfer: een zeven. Hij vertrok naar Delft voor een studie Bouwkunde – ‘ik was ook wel een creatieve man’ – maar bedacht zich en koos voor Natuurkunde. Hij deed extra theoretisch onderzoek naast de verplichte experimentele vakken, acteerde, tekende en schreef twee afstudeerscripties. ‘Het was een andere tijd. Er werd nog niet geschrokken gereageerd als je niet binnen vijf jaar de universiteit verliet.’ Na Delft vertrekt Bais naar Californië om te promoveren in de elementairedeeltjes-
‘ ik mag alleen nog maar leuke dingen doen ’ Sander Bais Jacht op de oorsprong
Hij heeft wel wat weg van Cees Nooteboom, zelfs in zijn dictie. Een even gul verteller als de reizende schrijver, maar dan over zijn eigen reis, die door de natuur. Een nooit eindigende zoektocht in elf dimensies, en toch in één richting: het blootleggen van het geheim van het heelal, het ontrafelen van de complexiteit van de natuur. Hoogleraar Theoretische natuurkunde Sander Bais ging in juni met emeritaat, na 25 jaar werkzaamheid aan het Instituut voor Theoretische Fysica van de UvA. Maar weg is hij niet. Bais blijft actief op het instituut en bij het Santa Fe Instituut voor complexiteit in de Verenigde Staten. Hij kan zich nu volledig wijden aan onderzoek, het schrijven van zijn zeer succesvolle, licht populariserende boeken en het geven van UvA-colleges als Keerpunten in de natuurwetenschappen en Big Questions in Science. ‘Stel je voor: ik mag alleen nog maar leuke dingen doen.’ Bais deelt zijn kamer in het gloednieuwe gebouw van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica op het Science Park met Robbert Dijkgraaf. ‘De alfa’s zitten altijd in de mooie panden in de binnenstad, wij worden verbannen naar de polder’, lacht Bais. ‘Even wennen, maar handig is het wel. Sterrenkunde, wiskunde, natuurkunde, informatica: alles zit hier samen.’ Het gesprek tussen de wetenschappen is door de verregaande specialisatie verstomd, valt vaak te horen. Bais: ‘De wetenschappen zouden in stukken uit elkaar vallen. In Keerpunten betoog ik juist het tegenovergestelde: als je dieper graaft, zie je dat ze juist steeds meer verweven raken. Eerst waren magnetisme, elektriciteit en licht geheel gescheiden verschijnselen. Sinds Maxwell weten we dat het verschillende manifestaties van dezelfde kracht zijn. Met grote versnellers zoals die van het CERN in Genève voeren we botsingen uit tussen deeltjes zoals die zich vlak na de oerknal hebben voorgedaan. De vraag naar de oorsprong van alles verbindt de fysica van het kleinste en het grootste met elkaar. Zo leidt reductionisme paradoxaal genoeg tot holisme.’ Bais groeide op in Terwinselen, een kolendorp bij Kerkrade. Vader was als ingenieur werkzaam bij de Wilhelmina-mijn, moeder had chemie gestudeerd en gaf les.
fysica. ‘Daar ben ik helemaal bezeten geraakt van de wetenschap. Die beleefde daar in die jaren een enorme boom. We ontdekten heel veel nieuwe dingen in het SLAC (de deeltjesversneller bij Stanford). Er zijn in die tijd geloof ik wel drie Nobelprijzen gewonnen. Ook de hele informaticarevolutie barstte daar los. Ik had vrienden die met zulke fantastische dingen bezig waren. Zij dachten al na over computernetwerken, de muis werd uitgevonden, terwijl ik alleen maar die kamervullende kasten van IBM kende! De verbeelding was aan de macht.’ Bais werkt na zijn promotie in Californië aan de University of Pennsylvania en later aan CERN aan theorieën die verschillende natuurkrachten tot één kracht terugbrengen. Hij publiceert over het mogelijke bestaan van monopolen, minuscule dragers van een afzonderlijke magnetische Noord- of Zuidpool, waarvan het bestaan door de Brit Paul Dirac is geopperd, maar nog nooit is aangetoond. Een klein stukje in de enorme puzzel van het ontstaan van het heelal. Begin jaren tachtig keert Bais terug naar Nederland, waar hij na enige omzwervingen als hoogleraar leidinggaf aan het Instituut voor Theoretische Fysica. De snaartheorie, die vereist dat de ruimtetijd tien of elf dimensies heeft, brak door en Bais wilde dat Amsterdam daarbij was. ‘We maakten grote talenten als Erik Verlinde en Robbert Dijkgraaf hoogleraar om Amsterdam een leidende positie te geven in dit nieuwe onderzoeksgebied.’ Dat is gelukt. Bais laat een lijst met namen zien van promovendi die uit de hele wereld naar Amsterdam komen: Baggio, Bzowksi, Chowdhurry, Shigemori. ‘Hier komen toch wel erg goede mensen heen.’ Vergenoegd pakt hij een vers proefschrift. ‘Hier zitten zes wetenschappelijke artikelen in. Dat is stevig. Zo moet het vak worden beoefend.’ De echt goede instituten, zegt hij, ‘houden geen mensen vast maar beheren problemen. Er zijn altijd mensen die zeggen: hee, dat doet denken aan die hypothese die het toen niet heeft gehaald. Laten we dat eens opnieuw bekijken. Harvard heeft zo’n instituut, wij zijn er ook een.’ Bais kijkt tevreden terug op zijn carrière en gelukkig is het nog niet voorbij. Maar ze zijn er natuurlijk geweest, de gemiste kansen. ‘Ik schreef in 1980 een artikel dat voor het eerst beschreef wat nu bekendstaat als “topologische orde”. Niemand had er interesse in en ik liet het verder liggen. Totdat het in de jaren negentig plotseling volop in de belangstelling kwam te staan. Ik denk nog steeds: was ik daar toen maar op doorgegaan.’
Homepage Bais www.science.uva.nl /~bais
NRC-columns Swaab weblogs.nrc.nl /swaab
www
www
19
tekst • Arnoud Veilbrief
Dick Swaab de controverse nooit geschuwd
Dick Swaab, hoogleraar Neurobiologie, oprichter van de Nederlandse Hersenbank, nam in juni officieel afscheid van de UvA. Maar daarvan is, terwijl hij op zijn kamer rustig zit te vertellen, weinig te merken. ‘Het schijnt dat ik officieel weg ben. Gelukkig hebben ze me gevraagd mijn onderzoeksgroep te blijven leiden. Daarnaast ben ik verbonden aan vier Chinese universiteiten. Het onderzoek gaat daar echt heel hard.’ ‘Weg’ is dus maar heel betrekkelijk. Zijn net verschenen boek Wij zijn ons brein bevat de neerslag van ruim veertig jaar hersenonderzoek. Een periode waarin dit onderzoek, ook dankzij hem, een hoge vlucht heeft genomen en waarin de manier waarop de psychiatrie tegen het brein aankijkt onherkenbaar veranderd is. Opgegroeid in een milieu van artsen, sprak het bijna vanzelf dat Swaab in 1963 Medicijnen ging studeren. Tijdens de colleges psychiatrie begon de werking van het brein hem hevig te interesseren. Dat was in die jaren vrij uitzonderlijk. ‘Het is nu niet meer voor te stellen, maar hersenonderzoekers werden gezien als wereldvreemde figuren die met enge dingen bezig waren’, vertelt Swaab. ‘De psychiatrie werd in die jaren nog sterk gedomineerd door analytici en mensen die politiek en maatschappelijk georiënteerd waren. Daar werden psychiaters voor de opleiding ook op geselecteerd.’ Honderd jaar geleden was dat anders. ‘Als een psychiatrische patiënt was overleden, werd standaard een obductie (hersenlichting) gedaan, al konden ze met de primitieve techniek van toen nog niet veel zien. Neurologie en psychiatrie zijn onder invloed van de psychoanalyse later uit elkaar gegroeid. Er heerste neurofobie, een angst voor hersenonderzoek. Ik was een luis in de pels.’ Een luis in de pels zou hij blijven, ook toen het hersenonderzoek weer meer in de belangstelling raakte. Swaab werd een controversiële wetenschapper. Zijn boodschap, dat we in wezen niets meer zijn dan ons brein, en dat aan dat brein, eenmaal gevormd in de baarmoeder en in onze vroegste ontwikkeling, betrekkelijk weinig meer te veranderen valt, viel verschillende keren slecht. Net als criminoloog Wouter Buikhuisen tien jaar eerder, kwam Swaab in 1988 hardhandig in botsing met de tijdgeest, toen hij stelde dat homoseksuelen andere hersenen hebben dan heteroseksuelen. Swaab ontving doodsbedreigingen van homoactivisten en bevriende onderzoekers hielden zich plotseling op de vlakte. Het werd even ‘stil om hem heen’, zei hij later in een interview. ‘Sommige homoseksuele mannen hadden de haast religieuze overtuiging dat iedere man homo was en dat slechts tien procent besloot voor die geaardheid te kiezen. Dat zou een politieke keuze zijn. Ik antwoordde daarop dat ik het politieke er niet van inzag en dat die keuze al voor hen was gemaakt in de baarmoeder. Dat maakte ze woedend.’ Swaabs ‘deterministische’ kijk op het brein botste met het alom aanwezige maakbaar-
‘ We zijn in wezen niets meer dan ons brein’ heidsideaal. ‘Als de samenleving maar op de juiste manier was ingericht, kon iedereen een goed mens worden en naar de universiteit gaan. Misstanden hadden altijd een aanwijsbare oorzaak in de omgeving. De ijskastmoeder was schuldig aan het autisme van haar kind, wisselende boodschappen van de moeder waren de oorzaak van schizofrenie. Ik wees mensen op de gevaren van roken, drinken en medicijngebruik tijdens de zwangerschap. Boze mensen beweerden vervolgens dat ik van kinderen met mentale stoornissen af wilde, terwijl ik alleen maar duidelijk wilde maken hoe je die stoornissen kon voorkomen. Zo ging het zo vaak.’ Kille determinist, homohater, Mengele-Swaab: hij kreeg het allemaal over zich heen. ‘Ik zocht die weerstand niet op. Door onderzoek te doen en vakliteratuur te bestuderen kwam ik op bepaalde ideeën, die ik altijd beargumenteerd heb.’ Maar niet altijd geheel zonder zichtbaar plezier. Wanneer tijdens een tv-debat een geëmotioneerde rabbijn Evers zichzelf hardop afvraagt ‘wat dan de zin van het bestaan is’, antwoordt Swaab lachend: ‘Maar die zin is er ook niet.’ Ook met Pim van Lommel, auteur van de bestseller Eindeloos bewustzijn, ging Swaab het debat aan. ‘Als je beweert dat het brein geen bewustzijn heeft, maar dit ontvangt uit de ruimte, tja... Maar veel mensen geloven nu eenmaal graag in een leven na de dood.’ Van Lommel vergeleek zijn tegenstanders, Swaab voorop, met inquisiteurs en zichzelf
Dick Swaab – 1944 d.f.swaab@nih.knaw.nl • 1970 promotie Geneeskunde • 1979-2010 hoogleraar Neurobiologie • 1978-heden teamleider Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen (NIN) • 1978-2005 directeur Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (NIH)
• 1985-2005 oprichter en directeur Nederlandse Hersenbank • publicaties: vele wetenschappelijke boeken en artikelen; voor het brede publiek schreef Swaab o.a. de reeks columns ‘Swaab over hersenen’ in NRC Handelsblad • onderscheidingen: o.a. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1998)
met Galileï. Swaab: ‘Van bescheidenheid heeft hij in ieder geval geen last.’ Het blijft botsen tussen rationalisten als Swaab en de spirituele noden die veel mensen voelen. Ook het ideaal van de maakbaarheid is nog lang niet weg. ‘In de Verenigde Staten zijn onder Bush junior boerderijen opgericht om homoseksuelen om te turnen tot keurige huisvaders. Met vele zelfmoorden tot gevolg.’ De tweede grote verdienste van Swaab, naast een immens aantal wetenschappelijke publicaties, is de Nederlandse Hersenbank. Sinds zijn oprichting in 1985 heeft de Hersenbank meer dan 3000 obducties gedaan, waarvan preparaten zijn verstuurd naar 500 onderzoeksgroepen in 25 landen. ‘Dit Nederlandse initiatief is zeer belangrijk voor het hersenonderzoek in de hele wereld.’ Swaab heeft zelf ‘vele honderden’ obducties verricht. Tot in de jaren negentig werd hij soms meerdere keren per week uit zijn bed gebeld om naar het ziekenhuis te komen. ‘Hoe dat de eerste keer voelde? Het blijft altijd een emotionele gebeurtenis. Je hebt de hersenen van een net overleden patiënt in je handen en je denkt: dat is het hele leven. Meteen daarna begin je geconcentreerd met het uitprepareren van de verschillende delen, zeer technisch werk.’ Ooit zal Swaabs eigen brein hier ontleed worden. Toen het er, jaren geleden, op leek dat hijzelf niet meer lang te leven zou hebben, schreef hij gedetailleerde aanwijzingen aan zijn medewerkers wat ze met zijn brein moesten doen. Lachend: ‘Dat was mijn laatste kans om ze te irriteren.’
20 kalender Oraties en afscheidsredes vinden plaats in de Aula van de UvA, Singel 411, tenzij anders vermeld. Voor een actueel overzicht van UvAgebeurtenissen: www.uva-alumni.nl/agenda
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
1 nov 12.00 — 21.30
3 Algemeen
nov 17.00 — 19.00
20 maa
Alexanders Erfenis Grieken in Egypte
Alexander de Grote (356-323 v. Chr.) veroverde in elf jaar het gebied tussen Griekenland, Egypte en India. Door versmelting van Griekse, Egyptische en oosterse beschavingen kwamen wetenschap en schone kunsten tot grote bloei. Vooral de baanbrekende resultaten in Alexandrië (Egypte) vormen een erfenis waarvan wij nog dagelijks profiteren, zoals deze tentoonstelling (met uitgebreide randprogrammering) aantoont met originele voorwerpen. www.allardpiersonmuseum.nl
20
KNAW-tweegesprek
okt
Met Eveline Crone en Pia de Jong. Aanmelden: www.spui25.nl
16.00 — 18.00
21 okt 15.30
21 okt 17.15 — 18.30
24 okt 13.30
27 okt 17.00 — 19.00
28 okt 15.30
4 nov 17.00 — 18.00
6 nov 19.00 — 02.00
11 Schipper mag ik overvaren?
Van Alexandrië tot Ostia. Mee aan boord van de Romeinse vloot met conservator René van Beek. www.weekvandegeschiedenis.nl
Bijzondere Lezing Ad de Jong
Bijzonder hoogleraar Ad de Jong over de toenemende belangstelling voor identiteit in de museumwereld. Aanmelden: www.spui25.nl
Oktober Kennismaand Op reis met Alexander
Speel het spel! Belevingsactiviteit voor kinderen (7-11 jaar). Aanmelden: 020 – 525 2556. www.oktoberkennismaand.nl
AAA
nov 13.15 — 14.00
nov 17.00 — 19.00
18
Interdisciplinaire programmareeks i.s.m. Koninklijk Concertgebouworkest. Aanmelden: www.spui25.nl
17.00 — 19.00
(Culturele) integratie t.t.v. Alexander de Grote, door conservator Geralda Jurriaans-Helle. www.oktoberkennismaand.nl
18 nov 20.00 — 22.00
17.00 — 19.00
Functioneren de hersenen logisch?
Met Herman Philipse en Victor Lamme. Presentatie: Johan van Benthem. Aanmelden: www.spui25.nl
Met Ad Lagendijk en Frank Linde. Presentatie: Robbert Dijkgraaf. Aanmelden: www.spui25.nl
Bijzondere lezing Joost Hazenbos
Bijzonder hoogleraar Joost Hazenbos over de antieke, uitgestorven taal het Hittitisch. Aanmelden: www.spui25.nl
Verover de N8!
Ben jij de nieuwe wereldveroveraar? Met o.a. lezingen door prominenten uit wetenschap, politiek en journalistiek, Alexander de Grote achterna met Google Earth, workshop wereldveroveraar worden, strategisch spel landjepik. www.n8.nl
Geesteswetenschappen presenteert Marcel Giezen
Lunchlezing: Marcel Giezen vertelt in 18 minuten over zijn promotieonderzoek naar gebarentaal in combinatie met een elektronisch implantaat dat geluid omzet in elektrische pulsen. Ook met Anne Baker. Aanmelden: www.spui25.nl
nov
16
nov
De wetenschap in debat
De laatste deeltjesversneller?
I.s.m. Nederlands Instituut in Sint Petersburg. Aanmelden: www.spui25.nl
20.00 — 22.00
25
De wetenschap in debat
Rusland en buurlanden
nov
Living apart together
AUV-tweegesprek met Marieke de Goede en Kees van der Pijl. Aanmelden: www.spui25.nl
15
Actueel Avontuurlijk Aangrijpend
Oktober Kennismaand
Internationale betrekkingen
Amsterdamse Museumnacht
Adolescentie
Week van de Geschiedenis
Stand van de wetenschap
Licht op Rusland
25 nov 20.00 — 22.00
2 dec 17.00 — 19.00
6 dec 20.00 — 21.30
14 dec
16 dec 17.00 — 19.00
Met o.a. Louise Gunning. Presentatie: Louise Fresco. Aanmelden: www.spui25.nl
13 jan
Soldaten Rauwe werkelijkheid van de oorlogsarbeid
Boekpresentatie Erik-Jan Zürcher, i.s.m. IISG. Aanmelden: www.spui25.nl
Competitie Very Short Introductions
Wie geeft in vijf minuten de beste presentatie over zijn/haar vakgebied? Presentatie: Jim Jansen. Aanmelden: www.spui25.nl
NU!: De Noord-Zuidlijn
Met Vincent van Rossem, Walther Schoonenberg en Gerrit Vermeer. Aanmelden: www.spui25.nl
De wetenschap in debat Geschiedenis, identiteit en canon
Met o.a. James Kennedy. Aanmelden: www.spui25.nl
Stand van de wetenschap Psychologie
AUV-tweegesprek met Victor Lamme en Nico Frijda. Aanmelden: www.spui25.nl
Boekpresentatie Schrijvende Vrouwen
Aanmelden: www.spui25.nl
17.00
Infectieziekten
De wetenschap in debat
Nieuwsbericht Uitgelicht
13.15
20 jan 17.00 — 18.30
27 jan 20.00 — 22.00
Boekpresentatie Suiker
Het bittere verleden van een zoete stof. Met auteur Ulbe Bosma. Aanmelden: www.spui25.nl
Geesteswetenschappen presenteert Lunchlezing Eliza Steinbock over
haar literatuurwetenschappelijk onderzoek. Aanmelden: www.spui25.nl
Bijzondere lezing Huub Wijfjes
Bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Nederlandse radio en televisie. Aanmelden: www.spui25.nl
Nieuwsbericht Uitgelicht NU!: de Armeense genocide
Met Tayfun Balçik, Johannes Houwink ten Cate, Heiko Jessayan en Erik-Jan Zürcher. Aanmelden: www.spui25.nl
Economie en Bedrijfskunde
18 nov 13.30
1 okt
prof. dr. M.P. Schinkel Oratie
hoogleraar Competition Economics and Regulation
14.30
19 nov
15 dec 16.00
prof. dr. ir. M.H. Vellekoop Oratie
hoogleraar Life Insurance
15 okt 14.30
16 okt 10.30 — 11.30
3 nov 15.00 — 16.45
3 nov 15.00 — 16.45
11 nov 14.30
academisch-cultureel centrum www.spui25.nl
www
www
Bedrijfscollecties in Nederland
Arnold Witte over ontstaan, werking en internationale context van Nederlandse bedrijfscollecties. 25 november: bezoek aan bedrijfscollecties AMC en AkzoNobel. www.hum.uva.nl/illustereschool
prof. dr. G. Geltner Oratie
hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis
1 dec
10 dec 10.00
prof. dr. R.J. van der Veen Oratie
bijzonder hoogleraar Geschiedenis en theorie van de internationale betrekkingen, vanwege het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken (NGIZ)
Kinderactiviteit Muziek luisteren met kinderen
bijzonder hoogleraar Muziekcognitie, vanwege de Stichting Akademieleerstoelen Geesteswetenschappen
Mastercourse Studiedag voor docenten voortgezet onderwijs over het kunstenaarsatelier van de Romantiek tot heden, door Kunstgeschiedenis UvA i.s.m. Teylers Museum. Tweede studiedag: 4 februari. Andere mastercourses Geesteswetenschappen o.a. over typografie; argumenteren in theorie en praktijk; leesonderwijs vmbo en vwo; Hellenistisch-Griekse en Laat-Latijnse teksten; auteurs en marktwerking; visies op architectuur en beeldende kunst in Rome; Franse jongerentaal; vrijheid, persoonlijk en politiek; taalvaardigheid van vo-leerlingen en kruistochten in Oost en West. Volledig aanbod en inschrijven: www.hum.uva.nl/mastercourses
Oratie
bijzonder hoogleraar Geschiedenis van uitgeverij en boekhandel, vanwege de Dr. P.A. Tiele-Stichting
17 nov 14.30
2 dec
bijzonder hoogleraar Sociale verzekeringsgeneeskunde, vanwege de Stichting Instituut GAK
prof. dr. F.J.M. Roeters Oratie
bijzonder hoogleraar Adhesieve tandheelkunde, vanwege de Stichting Bijzondere Leerstoel Kuraray Dental
prof. dr. A.P. Bos Oratie
hoogleraar Acute kindergeneeskunde en intensive care
14.30
9 dec
prof. dr. H.L. Zaaijer Oratie
hoogleraar Bloedoverdraagbare infecties
14.30
16 dec 14.30
17 dec
Collegereeks over kunst met naakten door de eeuwen heen. Zijn naakten eerder constructies dan weergaven en welke rol speelt de christelijke zondeprediking? Op 3 november en 15 december, herhaling van 19.30 – 21.15 uur. www.hum.uva.nl/illustereschool
prof. dr. J.A. Baggerman
14.30
Oratie
Van Atelier tot onderneming
Het naakte lichaam als kunstobject
Collegereeks o.l.v. bijzonder hoogleraar Boekillustratie Saskia de Bodt over de boekillustratie van 1850 tot heden. Vervolgbijeenkomsten: 10, 17 en 24 november; alternatieve data: 1, 8, 15 december en 5, 12, 19 januari. www.hum.uva.nl/illustereschool
okt
prof. dr. H. Wind
Oratie
Nuditas
Het verbeelden van verhalen
21
prof. dr. H.J. Honing
Kinderen (8-12 jaar) onderzoeken met hun (groot)ouders en muziekwetenschapper Henkjan Honing hun muzikaliteit. www.hum.uva.nl/illustereschool
Illustratie
21
Geneesen tandheelkunde
Lezing en excursie
14.30
14.30
Geesteswetenschappen
verdieping en verbreding www.studeren.uva.nl / open-uva
prof. dr. H.J.C. de Vries Oratie
bijzonder hoogleraar Huidinfecties in het bijzonder lepra, vanwege de Q.M. Gastmann-Wichers Stichting
prof. dr. R. van Ree Oratie
hoogleraar Moleculaire en translationele allergologie
14.30
14 jan
11 jan 19.30 — 21.00
Studenten en de stad Universiteitshistoricus Peter Jan Knegtmans ontzenuwt de mythe dat universiteiten stille wijkplaatsen zijn waar geleerden zich ver van het gewoel wijden aan onderwijs en onderzoek. Vervolg: 18 januari (UvA in de oorlogsjaren) en 25 januari (Publieke functie universiteit). www.hum.uva.nl/illustereschool
18
Rondleiding
jan
Conservator Piet Verkruijsse toont het negentiende-eeuwse bibliotheekinterieur en de collectie met werk van en over o.a. Aristoteles, Linnaeus, Buffon en Darwin. www.hum.uva.nl/illustereschool
11.00 — 12.30
16.00
Universiteit en samenleving
Artis Bibliotheek
prof. dr. R.J. Oostra dubbelOratie
hoogleraar Anatomie en embryologie, in het bijzonder de klinische en vergelijkende morfologie
prof. dr. V.M. Christoffels hoogleraar Ontwikkelingsbiologie, in het bijzonder de moleculaire ontwikkelingsbiologie van het hart
3 feb 16.00
24 maa 16.00
prof. dr. I.N. van Schaik Oratie
hoogleraar Neurologie
prof. dr. R.J.P.M. Scholten Oratie
hoogleraar Klinische epidemiologie, in het bijzonder de evidence-based medicine
22 kalender
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
liteit in o.a. Andalusië, Sicilië, Caïro en Jeruzalem. Met o.a. Robbert Woltering. Kosten: € 180 (AUV-leden op vertoon UvA-Alumnipas) / € 300 (overig). www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
Maatschappijen Gedragswetenschappen
8 11 nov
prof. dr. J. Zeitlin Oratie
hoogleraar Politicologie, in het bijzonder beleids- en bestuursprocessen
feb
3 mei
16.00
12 nov
nov
Oratie
hoogleraar Financiële geografie
nov
8 feb
Kring Psychologie Netwerkborrel alumni. www.uva-alumni.nl/psychologie
17 mei
Prof. dr. J.H. Kamphuis Oratie
hoogleraar Psychodiagnostiek en persoonlijkheid
16.00
11 jan
prof. dr. M.R. Rutgers Oratie
hoogleraar Filosofie van het openbaar bestuur
jan 10.00 — 13.00
26 jan 16.00
27 jan 18.00 — 21.00
2 feb
11 mei
29 maa
14 jun
14.30
21
Open interdisciplinair IIS-college. Zie pag. 25 in deze SPUI. Ook van februari-mei: collegereeks ‘Het brein. Wat weten hersenwetenschappers en wat kunnen we daarmee?’ Kosten: € 180 (AUV-leden) / € 300 (overig). www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
Werkcolleges Andragologie Organisatieontwikkeling
Collegereeks kring Andragologie door Matthieu Karel. Ook op 11 februari, 4 en 25 maart, 15 april, 13 mei, 10 en 24 juni. Kosten: AUV-leden: € 120, niet-leden: € 315. Losse colleges: € 20 / € 50. Aanmelden: andragologie@uva.nl
Oratie
hoogleraar Opvoedkunde, in het bijzonder Grondslagen en geschiedenis van de onderwijskundige wetenschappen
De integratie-utopie
Het integratieconcept veronderstelt een ideaalbeeld van de samenleving als organisch geheel. In werkelijkheid is zij een krachtenveld vol tegenstellingen. Met Hans Achterhuis en Nico Koning. Ook op 17 februari, 10 en 31 maart, 21 april. Kosten: AUV-leden: € 80, niet-leden: € 100. Aanmelden: andragologie@uva.nl. Over deze en andere activiteiten: www.uva-alumni.nl/andragologie
Islamitische Kunst en Architectuur Grenzeloze idealen en praktijken
Open interdisciplinair IIS-college: inleiding tot theorie en praktijk van kunst in islamitische context. Over artistieke keuzes en hoogtepunten van intercultura-
prof. dr. T. Blom Oratie
hoogleraar Straf- en strafprocesrecht
14.30
3 dec
prof. dr. B.J. van Ettekoven Oratie
hoogleraar Staats- en bestuursrecht
14.30
21 jan
prof. dr. D.W.F. Verkade Oratie
bijzonder hoogleraar Bijzondere aspecten van het privaatrecht, vanwege de Marcel Henri Bregstein Stichting
Yes We Can! The American Dream in the 21st Century
Open interdisciplinair IIS-college: evaluatie eerste presidentsjaar van Obama. Voertaal: Engels. Met o.a. Ruud Janssens, Herman Beliën en Eduard van der Bilt. Ook van februari-mei: Engelstalige collegereeks ‘Water! Governance of Aquatic Resources and Environments’. Kosten: € 180 (AUV-leden) / € 300 (overig). www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
28 jan
prof. dr. A.A.H. van Hoek Oratie
hoogleraar Internationaal privaatrecht en burgerlijk procesrecht
14.30
24 feb
prof. dr. B. van Rooij Oratie
hoogleraar Chinees recht en regulering
16.00
Zeker Weten?! Wetenschapsbeoefening en de technologische samenleving
Open interdisciplinair IIS-college: nooit was het belang van wetenschap zo groot als nu, nooit stond haar betrouwbaarheid zo ter discussie. Over het publiekelijk in twijfel trekken van het gezag en de betrouwbaarheid van technologie en wetenschap, bijvoorbeeld rond klimaatverandering, kernenergie en de kredietcrisis. Met o.a. Rob Hagendijk en Huub Dijstelbloem. Kosten: € 180 (AUVleden) / € 300 (overig). www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
Rechtsgeleerdheid
prof. dr. M.S. Merry
Werkcolleges Andragologie
okt
14.30
18.00
26
Van oerknal tot heden
prof. dr. E. Engelen
14.30
19
Big History
14
Benjamin van Rooij
7 okt 14.30
prof. mr. E. Bauw Oratie
hoogleraar Rechtspleging
11 maa
prof. dr. M.J. Keune Oratie
hoogleraar Sociale zekerheid en arbeidsverhoudingen
16.00
Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
4 nov 14.30
prof. dr. ir. P.J. de Jong Oratie
bijzonder hoogleraar Experimentele hoge energie fysica, vanwege het Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde
Inspiratie voor docenten www.uva.nl /mastercourses
www
21
Kinderlezing
nov
Met bioloog Gertien Smits. www.kinderlezingen.nl
Kun je bacteriën eten?
11.00 — 12.00
12 dec 11.00 — 12.00
27 jan
11
Docentencongres
feb
Meer informatie en aanmelden: www.science.uva.nl/actueel/Agenda.cfm
Viva Informatica
10.00 — 17.00
Kinderlezing Hoe wordt vuurwerk gemaakt?
Met scheikundige Joost Reek. www.kinderlezingen.nl
18 feb
prof. dr. N.Y. Reshetikhin Oratie
hoogleraar Mathematische fysica
jan
feb 14.30
Voor alle activiteiten van de Bijzondere Collecties: www.bijzonderecollecties.uva.nl
SPUI25 Academisch-cultureel centrum SPUI25 programmeert lezingen, debatten, interviews,
14.30
gericht op de academische gemeenschap van wetenschappers, alumni en studenten, en op een breed geïnteresseerd literair-cultureel publiek. Voor het actuele programma: www.spui25.nl.
prof. dr. ir. C.T.A.M. de Laat
Aanmelden digitale nieuwsbrief: spui25@uva.nl
Oratie
hoogleraar System and Network Engineering
Open UvA-Colleges Verdieping en verbreding op tal van terreinen.
Docentencongres
Zie voor het actuele aanbod:
Viva Fysica
www.studeren.uva.nl/open-uva
Meer informatie en aanmelden: www.science.uva.nl/actueel/Agenda.cfm
9.30 — 16.00
4
Bijzondere Collecties
boekpresentaties, discussies, prijsuitreikingen, e.d.,
16.00
28
23
prof. dr. A.M. Roos Oratie
hoogleraar Theoretische ecologie, in het bijzonder de dynamiek van biologische levensgemeenschappen
Mastercourses
15
Docentencongres Leve de Wiskunde
Docenten in de schoolbanken! Vindt u het leuk om
apr
Meer informatie en aanmelden: www.science.uva.nl/actueel/Agenda.cfm
te horen waarmee wetenschappers zich momenteel bezighouden? Bent u op zoek naar inspiratie voor lesmateriaal? Bezoek dan een UvA mastercourse! Voor meer informatie en aanmelden: www.uva.nl/mastercourses
tekst en beeld • Johanna Kroese
Johanna Kroese – 1987
post —
johanna.kroese@student.uva.nl • 2008 bachelor Tandheelkunde
uit Japan
Japan, het land van de rijzende zon, elektronische gadgets, geisha’s en sushi. Voor mij het land waar ik drie maanden zal verblijven voor een buitenlandstage binnen mijn master Tandheelkunde aan de UvA. Na een halve dag in het vliegtuig en een reis met trein en metro arriveer ik met de sleutel bij mijn appartementje in Tokio, op de negende verdieping van een gebouw op tien minuten fietsen van de universiteit. Nu nog een fiets. Twee dagen later word ik al verwacht op de Tokyo Medical and Dental University voor een rondleiding en introductie op de afdeling waar ik stage ga lopen. Tijdens de eerste week is er een welkomstfeestje, waar iedereen eerst vooral verlegen afstand houdt, maar een aantal uren en flessen bier later al iets spraakzamer wordt. Het feestje wordt gehouden in de lunchruimte van de afdeling, die tevens als omkleedruimte dient; in een stad met 13 miljoen mensen wordt elke vierkante meter immers uiterst effectief benut. Opvallend is wel dat iedereen plotseling klaar is met lunchen wanneer ik me richting mijn kluisje beweeg om mij om te kleden in m’n witte werkkleding. Slechts drie maanden de tijd en een heleboel op de planning. Op de eerste plaats staat een onderzoek naar het kauwvermogen van patiënten met een frame – een uitneembare partiële gebitsprothese – waarbij ik patiënten laat kauwen op een speciaal gummysnoepje en een van kleur veranderende kauwgom. De communicatie met patiënten gaat meestal moeizaam omdat het (enigszins) beheersen
van het Engels als tweede taal hier niet zo vanzelfsprekend is als in Nederland. Gelukkig spreken de meeste medewerkers op de universiteit wel redelijk Engels en is iedereen erg behulpzaam en bereid tot tolken. Ook doe ik mee met het kroon- en brugonderwijs van de vijfdejaarsstudenten, waarbij wordt geoefend in het omslijpen van kunststof kiezen. De Japanse studenten doen dit nu voor het eerst en de docenten zijn verbaasd over hoe goed ik het doe. Niet helemaal eerlijk natuurlijk, omdat ik dit onderwijs al tijdens het tweede jaar van mijn opleiding kreeg en dus al op tientallen kiezen geoefend heb. Het contact met leeftijdsgenoten is ontzettend leuk en zorgt, ondanks de taalbarrière hier en daar, voor gezellige lunchpauzes en avondjes uit. Tijdens de lessen wordt echter vooral hard gewerkt – waar in Nederland tijdens de praktijkuren veel gekletst wordt, gaat in Japan iedereen ijverig en gemotiveerd aan de slag. De overige tijd kijk ik mee bij tandheelkundige behandelingen in de kliniek van de afdeling. Helaas is het niet toegestaan zelf te behandelen, maar het is wel heel leuk om de tandheelkunde mee te maken op een plek zo ver van
huis. Het opvallendst zijn eigenlijk de vele overeenkomsten met Nederland in behandelingen en gebruikte materialen. De meeste verschillen zitten in de gewoonten en gebruiken daaromheen. Voor Nederlandse begrippen wordt elke patiënt benaderd als een angstpatiënt; de tandarts bij wie ik vooral meekijk, plant standaard een uur voor elke patiënt, neemt uitgebreid de tijd om te praten, laat patiënten regelmatig even pauze nemen en biedt ze een dekentje aan om over hun benen te leggen of gewoon vast te houden als ze dat prettig vinden. Het maakt me nieuwsgierig naar de speciale afdeling voor angstpatiënten. Uiteraard is er ook genoeg tijd om te genieten van dingen buiten de universiteit. Tokio is een enorme stad met totaal verschillende wijken. Een levendige stad waar ’s avonds de serieuze werkhouding wordt ingeruild voor gezelligheid. Een drukke stad met een ongekende mensenmassa in de metro tijdens de ochtendspits. Een compleet andere wereld die ik op mijn mooie nieuwe fiets verken.
24 wetenschap
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
tekst • Floor Boon beeld • Nasa
Het scheppingsverhaal in een wetenschappelijk jasje Fred Spier raakte al vroeg gefascineerd door de ruimtevaart en vluchten naar de maan. De eerste foto vanuit een baan om de maan, waarop zowel de maan als de aarde te zien is, staat aan de basis van Spiers carrière als biochemicus, antropoloog en sociaal historicus. Sinds 1994 doceert hij Big History, een vak waarin al zijn fascinaties besloten liggen.
Toen Bill Gates op zijn hometrainer naar een audiocollege over Big History luisterde, wist hij het zeker: dit is zo interessant, hier moet een project van worden gemaakt. Big History is de geschiedenis van alles, beginnend bij het allereerste begin: de oerknal. Fred Spier doceert het vak sinds 1994 aan de UvA. Afgelopen voorjaar kwam zijn nieuwste boek uit. Big History portretteert de geschiedenis van de mensheid tegen het decor van het ontstaan van de kosmos, de sterrenstelsels en andere vormen van complexiteit, zoals Spier ze noemt. Al deze dingen hebben gemeen dat ze energie nodig hebben om te ontstaan en vaak ook om te blijven bestaan. Sterren, bijvoorbeeld, of leven. Spier: ‘Karakteristiek voor leven is dat we, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een rotsblok, een continue doorstroom van energie nodig hebben om te blijven bestaan. We moeten voortdurend eten, drinken en ademhalen. Als we daarmee ophouden, is het snel met ons gedaan.’ In een module van enkele maanden maken studenten sprongen van miljarden jaren in de tijd en leren ze dat er een bepaalde systematiek en dwangmatigheid in de geschiedenis te vinden is. Het scheppingsverhaal in een wetenschappelijk jasje. Spier: ‘Het ontstaan van bepaalde begincondities in het heelal is van fundamenteel belang geweest voor het ontstaan van leven op aarde. We beginnen bij het begin, de oerknal. Omdat de uitdijing van het heelal in het begin te snel ging om zware elementen te vormen, ontstonden alleen de lichtere elementen waterstof en helium, en niet bijvoorbeeld ijzer. Anders was het heelal misschien wel uit ijzer opgebouwd. De grote hoeveelheden waterstof hebben een belangrijke rol
gespeeld bij het ontstaan van zonnestelsels een miljard jaar later en bij de aanwezigheid van water op aarde: een fundamentele voorwaarde voor het ontstaan van leven zoals wij dat kennen.’ Het principe van dwangmatigheid zit al langer verborgen in Big History, dat is ontstaan in Australië. Aan de Macquarie University in Sydney ontwierp pionier David Christian eind jaren tachtig een cursus waarin de oorsprong der dingen centraal stond. Spier kwam zelf in 1993 met Big History in aanraking toen socioloog Joop Goudsblom kennis over het vak meenam naar Nederland. Spier: ‘Na mijn promotie, een langetermijnstudie naar religie en politiek in Peru, kwam dit op mijn pad. Het was precies wat ik zocht: menselijke samenlevingen verklaren vanuit een breder perspectief. Maar ik nam een enorm risico. Het was de tijd van de deconstructie, het einde van de grote vertellingen. Die waren taboe verklaard en dat was precies wat ik nu ging doen.’
voorkant van zijn nieuwste boek, Big History and the Future of Humanity. Daarin legt Spier uit dat er niet alleen energie nodig is voor het laten bestaan van vormen van complexiteit zoals leven, maar dat iedere vorm van complexiteit ook bepaalde omstandigheden nodig heeft om te kunnen voortbestaan. Het Goldilocks Principle noemt Spier dat, oftewel het Goudlokje-principe. Spier legt uit dat in het sprookje Goudlokje een meisje verdwaald raakt in het bos en dan een huis ziet waar drie beren wonen. Ze gaat er binnen en ziet drie borden pap staan. Het eerste is te heet, het tweede te koud, maar het derde bord heeft een perfecte temperatuur. Dat eet ze leeg. Goudlokje ziet ook drie stoelen staan. De eerste stoel is te hard, de tweede te zacht en opnieuw is de derde precies goed. Bottom line: alles, inclusief de mens, kan alleen binnen bepaalde randvoorwaarden bestaan. Zonnecellen
Goudlokje
Als zestienjarige raakte Spier gefascineerd door de Apollovluchten naar de maan. Hij hield een plakboek bij en tijdens de uitzendingen met beelden van de eerste vlucht naar de maan in 1968 had hij een camera voor de televisie opgesteld. Om foto’s te maken, want videorecorders bestonden toen nog niet. Het uitzicht op de aarde vanaf een baan om de maan veranderde zijn leven en vormde de drijfveer achter zijn studies: eerst Biochemie, later Culturele antropologie en Sociale geschiedenis. De wereldberoemde foto die de astronauten destijds van de aarde maakten, prijkt nu op de
Spier: ‘De omstandigheden waarin wij leven zijn goed genoeg om te blijven bestaan; dat geldt voor iedere vorm van complexiteit. Een ster kan niet bestaan als je er een doos omheen bouwt want hij moet energie kwijt kunnen. De mensheid had niet kunnen bestaan als de atmosfeer heel veel dikker of juist veel dunner was geweest.’ Goldilocks-omstandigheden spelen overal een rol, ook in het proces van natuurlijke selectie. Volgens Spier kunnen we er zelfs de hele geschiedenis mee samenvatten. ‘De mens is bijvoorbeeld ontstaan in Oost-Afrika, waar als gevolg van verdroging oerwouden in savannes veranderden. Net als een aantal andere bosdieren gingen mensen
Colleges Big History www.iis-communities.nl / bighistory
www
25
Fred Spier – 1952 F.Spier@uva.nl • 1978 Biochemie, LEI • 1987 Culturele antropologie, VU, cum laude • 1992 promotie UvA, cum laude • 1994-1998 organisator Geschiedenis in het Groot, UvA • 1998-heden universitair hoofddocent Instituut voor Interdisciplinaire Studies, UvA • boeken: o.a. The Structure of Big History; From the Big Bang Until Today (1996), Big History and the Future of Humanity (2010)
met gestrekte benen lopen, aangezien dat op de weidse grasvlakten een efficiëntere manier van voortbewegen is.’ Spier laat zien dat mensen gedurende hun geschiedenis steeds meer, grotere en ingewikkeldere vormen van complexiteit hebben geschapen, waarmee ze ook een steeds groter aantal Goldilocks-omstandigheden hebben gecreëerd die noodzakelijk zijn voor ons bestaan. Denk bijvoorbeeld aan industrieën of de techniek. Spier: ‘En de afgelopen tweehonderd jaar gebeurde dit voornamelijk op basis van het gebruik van fossiele brandstoffen.’ Dit roept volgens Spier serieuze vragen op voor ons beeld van de toekomst. ‘De mensheid gebruikt de beschikbare fossiele brandstoffen in zo’n hoog tempo dat ze over zo’n honderd jaar op zullen zijn.’ Spier ziet de oplossing in hernieuwbare energie, met name zonne-energie: als middel om de complexiteit en Goldilocks-omstandigheden te creëren die nodig zijn voor onze overleving op aarde. En dat betekent dat de mens tempo moet gaan maken. Als het aan Spier ligt, begonnen we eergisteren al met het produceren van enorme hoeveelheden zonnecellen. ‘We hebben nu nog de energie om ze te maken. Gigantische oppervlakten moeten worden vol gelegd met zonnecellen op plaatsen waar het droog is en de zon voldoende schijnt: woestijnen dus. De Duitsers zijn al bezig met een project voor de Sahara en in Nieuw-Mexico worden de eerste Amerikaanse projecten uitgevoerd.’ Om deze nieuwe energiebronnen en Goldilocksomstandigheden zo snel mogelijk te verwezenlijken benadrukt Spier het belang van de productie van zonnecellen. ‘Geen megaprojecten meer zoals de Noord-Zuidlijn. De
‘De grote vertellingen waren taboe verklaard en ik kwam met Big History’ miljarden die daaraan worden uitgegeven, hadden we veel beter kunnen besteden.’ Het is geen nieuw verhaal dat Spier vertelt, maar het wordt wel in een nieuw perspectief geplaatst. Spier: ‘Omdat wij bijvoorbeeld het verhaal van klimaatverandering in een historische context plaatsen, wint het aan kracht. Het wordt daardoor zo veel mogelijk ontdaan van ideologische druk en politieke lading.’ Zijn boek is volgens hem een eerste stap op deze weg. Het biedt de eerste formulering van wat een nieuw paradigma voor Big History kan worden. ‘Deze hypotheses moeten nog worden getest’, zegt Spier, ‘onder meer door een grote bundeling van disciplines met behulp waarvan we de bestaande kennis over energiestromen en Goldilocksomstandigheden kunnen inventariseren. En precies daar ligt ons probleem: we zijn bezig met een synthese van bestaande kennis die weer nieuwe inzichten kan opleveren, maar het is heel moeilijk om daarvoor binnen de gevestigde kaders ruimte en geld te vinden.’ En daar komt Bill Gates weer om de hoek kijken. •
Bill Gates Bevordert Big History
Open collegereeks Big History
Twee jaar geleden luisterde Bill Gates naar de audiotapes van Big History-pionier David Christian. Hij vond het de beste collegereeks die hij ooit had gehoord en mailde Christian voor een gesprek. Gates heeft grootse plannen met Big History, waardoor het ernaar uitziet dat een van de rijkste mannen ter wereld particulier vermogen zal stoppen in een project om een interactieve website te ontwikkelen voor onderwijs in Big History aan middelbare scholen. Spier is gevraagd als extern adviseur van het project.
Van 8 februari tot en met 3 mei 2011 biedt het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) van de UvA de open collegereeks ‘Big History. Van de oerknal tot het heden’ aan. De cursus bestaat uit 23 lezingen door experts, variërend van astronomen tot sociale wetenschappers. Docenten zijn o.a. big historian Fred Spier, milieuwetenschapper Lucas Reijnders, socioloog Nico Wilterdink en astrofysicus Ralph Wijers. Kosten: € 180 (houders UvA-Alumnipas) / € 300 (overige nietstudenten). Meer informatie: www.iis.uva.nl/keuzeonderwijs
26 wetenschap
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Spui —
kort nieuws De wetenschappelijke kennis neemt dagelijks toe. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam dragen daaraan bij met proefschriften, papers en andere publicaties waarin zij de vruchten van hun arbeid wereldkundig maken. SPUI biedt een selectie van recente resultaten.
GEESTESWETENSCHAPPEN
Rembrandt Tot nog toe is geheel over het hoofd gezien dat zeventiendeeeuwse schilders over een gedetailleerd begrippenapparaat beschikten waarmee fenomenen als licht en schaduw doeltreffend konden worden benaderd. Dit zei Rembrandtkenner Ernst van de Wetering (Kunstgeschiedenis 1973, promotie 1986), die op 15 april afscheid nam als hoogleraar Kunstgeschiedenis. In zijn afscheidsrede trachtte Van de Wetering Rembrandts denkwereld rond licht en schaduw te reconstrueren aan de hand van door Rembrandt zelf ontwikkelde ideeën op dit gebied. Rembrandts vader was molenaar en de jonge Rembrandt had zijn eerste atelier in diens molen. Rembrandt zou tot zijn ongewone behandeling van licht en schaduw zijn gebracht door de smalle lichtbundels die door de kleine molenraampjes in de duisternis van de molen vielen.
Schooltaal
ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
Vastgoedprijzen Xiaolong Liu (Philosophy in Economics 2007, promotie 2010) promoveerde op 14 september op een studie naar onder meer de aannamen die ten grondslag liggen aan de wiskundige formulering van het populaire hedonische prijsmodel en de daaruit voortvloeiende implicaties voor het construeren van huizenprijsindices. Het hedonische prijsmodel baseert de prijs die een koper voor een huis betaalt niet alleen op de eigenlijke waarde van het huis, maar weerspiegelt ook de waardering voor onder meer de ligging en omgevings- en milieukenmerken. Liu paste zowel het standaard hedonische model als een semi-parametrisch model toe op een huizentransactie-dataset van de regio Amsterdam tussen 1990 en 2006. Hij concludeert dat de met het traditionele model geconstrueerde index consistent de index gebaseerd op het semi-parametrische model overschat. Ook bestudeerde Liu het effect van het rekening houden met ruimtelijke en tijdgebonden autocorrelatie tussen woningtransacties in het voorspellen van huizenprijzen. De resultaten tonen een grote ruimtelijke autocorrelatie vergeleken met tijdgebonden autocorrelatie. Dit is consistent het geval over de gehele onderzoeksperiode en is in lijn met eerdere onderzoeken op basis van woningtransacties in andere landen, zoals de VS en Spanje.
Kinderen tegen wie van meet af aan op een volwassen manier wordt gesproken, ontwikkelen een betere academische taal of ‘schooltaal’. Dit is geen op zichzelf staande taal, maar de taal die leraren op basisscholen gebruiken en die zij van hun leerlingen verwachten. Lotte Henrichs (Pedagogische wetenschappen 2002, promotie Geesteswetenschappen 2010) promoveerde op 21 april op haar onderzoek naar de ontwikkeling van schooltaal bij jonge kinderen. Essentieel hierin is de manier waarop ouders hun kinderen benaderen tijdens gesprekken. Als kinderen de ruimte krijgen om daaraan betekenisvolle bijdragen te leveren, gebruiken zij vaak als vanzelf kenmerken van schooltaal. Daarnaast hangt de schooltaalkennis af van de mate waarin ouders hun kind voorlezen en verhalen vertellen.
MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN
Vertrouwen Inhoudelijk nieuws over verkiezingen geeft jongeren meer vertrouwen in de politiek. Tot die conclusie kwam communicatiewetenschapper Maud Adriaansen (Politicologie 2005) na het analyseren van berichtgeving tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2006. Haar resultaten worden gepubliceerd in het International Journal of Public Opinion Research. Adriaansen onderzocht in totaal 2148 berichten, waarvan de meerderheid, 68 procent, inhoudelijk was en betrekking had op standpunten van politici. Aan het onderzoek namen 144 jonge kiezers en 559 andere kiezers deel. Hoewel op deze laatste groep de inhoudelijke berichtgeving weinig invloed had, blijkt die een aantoonbare positieve uitwerking te hebben op jongere kiezers: het maakt ze minder politiek cynisch. Als jongeren meer informatie over politiek krijgen, begrijpen ze kwesties beter, waardoor ze positiever worden over de motieven en competenties van politici.
Gaydar Psychologisch onderzoek van de UvA en de Universiteit Leiden suggereert dat homoseksuelen beter zijn in het herkennen van mogelijke seksuele partners dan hetero’s. Volgens de onderzoekers toont de studie het bestaan aan van een ‘gaydar’: een soort zesde zintuig waarover homoseksuelen zouden beschikken en waarmee zij andere homoseksuelen herkennen. Bij complexe visuele prikkels bleken mannelijke en vrouwelijke homoseksuelen een significant sterkere voorkeur voor details te hebben dan heteroseksuelen. Dit wijst er volgens de onderzoekers op dat homoseksualiteit verbonden is met een meer analytische stijl van aandacht. Deze stijl vergroot volgens hen de kans op het oppikken van aanwijzingen waaruit de seksuele oriëntatie van anderen kan worden opgemaakt.
MEDISCHE WETENSCHAPPEN
Hartafwijking
foto • wikimedia commons
Ruim een kwart (27 procent) van de kinderen die zijn genezen van kanker heeft als jongvolwassene een hartafwijking die kan leiden tot hartfalen. Dit blijkt uit een studie van onderzoekers van het Emma Kinderziekenhuis AMC. De resultaten zijn gepubliceerd in de Archives of Internal Medicine van 26 juli. Meer en meer kinderen genezen van kanker: zeventig tot tachtig procent blijft vijf jaar na
UvA-onderzoeksnieuws www.uva-alumni.nl/onderzoek
www
behandeling vrij van kanker, tegenover ongeveer twintig procent in de jaren veertig. Een team onder leiding van internist-oncoloog Heleen van der Pal (Geneeskunde 1988) heeft 601 genezen verklaarde kinderen gevolgd die in het AMC waren behandeld. Van ruim 500 overlevenden werd een echo van het hart gemaakt, gemiddeld vijftien jaar nadat ze genezen waren verklaard.
Pijnstiller Pijn tijdens de bevalling kan volgens bijzonder hoogleraar Eerstelijns verloskunde en ketenzorg Simone Buitendijk (promotie Geneeskunde LEI 2000) wel degelijk goed worden bestreden met het inhalatiemiddel Relivopan. Dit lachgasmengsel wordt veelvuldig toegepast in Engeland, Zweden, Denemarken, Canada en Australië, maar heeft in Nederland de naam schadelijk te zijn voor de zorgverlener. Omdat het middel maar kort werkt en er geen schadelijke bijwerkingen voor moeder en kind bekend zijn, zou Relivopan volgens Buitendijk de voorkeur genieten boven andere middelen, zoals een ruggenprik. Zij pleit er daarom voor het middel opnieuw in gebruik te nemen.
Niet invriezen
Waterdamp NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA
Katalysator Promovendi Jeroen Wassenaar (Chemistry 2006 cum laude, promotie 2010) en Eveline Jansen (Chemistry 2009 cum laude), uit de onderzoeksgroep van hoogleraar Supramoleculaire katalyse Joost Reek (promotie Scheikunde RUN 1996), hebben samen met collegaonderzoekers van de VU een nieuwe methode ontwikkeld om snel en eenvoudig de actiefste katalysator te selecteren voor een specifieke chemische reactie. Door gebruik te maken van massaspectroscopie kan de relatieve stabiliteit van een mengsel van metaalcomplexen worden bepaald. Het minst stabiele complex van dit mengsel geeft vervolgens de snelste katalytische reactie. Deze methode versnelt het vinden van nieuwe geschikte katalysatoren voor bijvoorbeeld de productie van geneesmiddelen. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Nature Chemistry.
De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) heeft het plan van het AMC afgewezen voor een onderzoek naar een nieuwe methode om eicellen in te vriezen. De CCMO, die wetenschappelijke plannen toetst waarbij proefpersonen betrokken zijn, keurde het plan af omdat dit onvoldoende onderbouwd zou zijn. Dat meldde NRC Handelsblad eerder dit jaar. In maart zette hoogleraar Humane voortplantingsbiologie aan het AMC en hoofd van het Fertiliteitslaboratorium Sjoerd Repping (Medische biologie 1998, promotie 2003 cum laude) in zijn oratie de progressieve koers van zijn afdeling uiteen. Het invriezen van eicellen is al mogelijk voor vrouwen die een vruchtbaarheidsbelemmerende chemotherapie ondergaan. Het AMC wil het in de toekomst voor alle vrouwen mogelijk maken om hun eicellen te laten invriezen. Het ziekenhuis gaat in beroep tegen het besluit van de CCMO en verwacht in 2011 een uitspraak.
Naast de kunstnier, de kunstlever en het kunsthart wordt nu ook gewerkt aan een kunstmatige alvleesklier. Een Europees consortium gaat onder leiding van het AMC zo’n apparaat ontwikkelen voor mensen met diabetes type 1. Het moeilijkste bij de ontwikkeling van de kunstalvleesklier is ervoor te zorgen dat deze op het juiste moment de juiste hoeveelheid insuline afgeeft. Dat vergt software met complexe wiskundige algoritmen. Veertien Europese ziekenhuizen, universiteiten en bedrijven zijn betrokken bij het project, genaamd AP@home – Artificial Pancreas at home – waarvoor de EU tien miljoen euro subsidie heeft uitgetrokken. Nederland telt ongeveer 85.000 patiënten met diabetes type 1.
Astronomen hebben waterdamp waargenomen in de atmosfeer van een grote rode koolstofster. Tot nu toe werd de vorming van waterdamp in de atmosfeer van zo’n ster voor onmogelijk gehouden. De vondst werd gedaan met de Herschel-telescoop door een team van de UvA en de Katholieke Universiteit Leuven onder leiding van Leen Decin. De belangrijkste bouwstenen van het leven op aarde zijn water- en koolstofmoleculen. Deze worden in grote hoeveelheden geproduceerd in sterren zoals onze zon wanneer ze aan het einde van hun leven komen. Als deze sterren ouder worden, zwellen ze op tot rode reuzen en blazen hun atmosfeer weg. Deze atmosferen zouden óf water- óf koolstofmoleculen bevatten. Gedacht werd dat de twee soorten moleculen niet naast elkaar konden bestaan. Met de vondst van overvloedige waterdamp in de atmosfeer van een koolstofrijke rode reus kan dit idee overboord worden gezet. Decin en haar team stellen nu dat de waterdamp wordt gevormd in onverwachte chemische processen, op gang gebracht door ultraviolette straling. Die breekt het koolmonoxide op, waarbij zuurstofatomen vrijkomen die zich vervolgens met waterstof verbinden tot watermoleculen. De resultaten zijn op 2 september gepubliceerd in Nature.
RECHTSGELEERDHEID
Schildersziekte
De alvleesklier
Alvleesklier
27
Röntgenpulsar UvA-astronomen onder leiding van Diego Altamirano (promotie Natuurwetenschappen 2008) hebben samen met collega’s van NASA de eerste milliseconde-röntgenpulsar ontdekt die wordt verduisterd door zijn begeleidende ster. Een pulsar is een snel roterende neutronenster: een overblijfsel van een ingestorte zware ster die ooit als supernova is ontploft. Neutronensterren zijn anderhalf keer zo zwaar als de zon terwijl ze een diameter hebben van slechts vijftien tot twintig kilometer. De ontdekking, die binnenkort wordt gepubliceerd in Astrophysical Journal Letters, kan meer licht werpen op de interne structuur en grootte van neutronensterren en een van de belangrijkste voorspellingen van Einsteins relativiteitstheorie testen.
De helft van de mensen die lijden aan het Organisch Psychosyndroom (OPS), ook wel ‘Schildersziekte’ genoemd, leeft in armoede: ze hebben een maandinkomen op of onder bijstandsniveau. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Wim Eshuis, die in opdracht van de Vereniging OPS de studie uitvoerde aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Met het onderzoek Financiële schade door OPS? is voor het eerst inzicht gekomen in de financiële situatie van deze patiënten. OPS is een werkgebonden aandoening van het centrale zenuwstelsel die kan ontstaan door blootstelling aan (vluchtige) oplosmiddelen en een aantal andere chemische stoffen, waaronder verf. Iets meer dan de helft van de 470 OPS’ers in Nederland heeft zijn werkgever aansprakelijk gesteld voor door de beroepsziekte geleden schade. Een vijfde deed dit met succes. Eshuis adviseert een OPS-fonds in te stellen waaruit alle slachtoffers gecompenseerd zouden moeten worden. Aan het onderzoek namen 197 Nederlanders met een OPS-diagnose deel en 37 die vermoedelijk kampen met OPS of in afwachting zijn van nader onderzoek. •
28 essay
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
tekst • Axel Arnbak
Dataretentie: dynamietvissen in ons digitale ecosysteem Het verplicht opslaan van alle bel-, sms- en mailverkeer voor opsporingsdoeleinden – ‘dataretentie’ – staat ter discussie. Nu de surveillancemaatregel een poosje van kracht is, blijkt het structureel monitoren van een half miljard Europeanen onnodig en ineffectief. Bovendien staat onze vrijheid op het spel en beschadigt dataretentie ons unieke digitale ecosysteem. Hoog tijd om er een eind aan te maken.
beeld • Marius Watz
Bits of Freedom www.bof.nl
www
29
— axel — arnbak Axel Arnbak
De bewaarplicht telecommunicatiegegevens, de officiële aanduiding voor dataretentie, is van meet af aan controversieel. In ongebruikelijk scherpe bewoordingen waarschuwden vijftien hoogleraren, ook van de UvA, in landelijke media voor onnodige ‘opslaghysterie’ (2009a). Het mocht niet baten. ‘Wie zijn de anonieme bronnen van die kritische journalist eigenlijk?’, ‘Was u op kerstavond van 17:01:12 tot 17:34:51 bij uw psycholoog?’ Sinds op 1 september 2009 de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens in werking is getreden, ligt het antwoord op dit soort vragen voor het oprapen in de databanken van uw telefonie- en internetprovider. Voor het oprapen, omdat de persoonlijke informatie eenvoudig opgevraagd kan worden door instanties belast met de bestrijding van terrorisme en criminaliteit (‘opsporingsdiensten’). Dat geldt niet alleen voor de beller met kwade bedoelingen. Want de bepalingen in het Wetboek van Strafvordering zijn zo ruim geformuleerd dat in theorie van vrijwel iedereen gegevens kunnen worden opgevraagd. Hoe vaak dit in de praktijk gebeurt, houdt het ministerie van Justitie al jarenlang geheim, met een beroep op ‘het belang van de opsporing’. De Europese dataretentierichtlijn bestaat bijna vijf jaar en de Nederlandse implementatiewet is inmiddels ingevoerd. De Europese Commissie moet nu de balans opmaken: was de vergaande controle van het bel- en mailgedrag zo waardevol voor opsporingsdiensten dat de burger dit maar moet tolereren? Over deze en aanverwante vragen lieten de hoogste rechters in Duitsland en Roemenië hun deskundige licht schijnen. De komende jaren zullen meer uitspraken volgen, ook van het Europese Hof van Justitie. Tegen deze achtergrond staat de Europese Commissie de komende maanden voor de beladen keuze: doorgaan, afzwakken of afschaffen? Informatiepositie opsporingsdiensten bereikt hoogtepunt
Dataretentie heeft de regulering van telecommunicatiegegevens radicaal veranderd. Voorheen moesten bedrijven persoonlijke informatie op wettelijke grond verwijderen of anoniem maken. Bewaren was alleen een beperkte tijd toegestaan, voor nauwkeurig omschreven doelen (zoals facturering of marketingdoeleinden). Waarom? Bel-, sms- en internetverkeer geeft zoveel prijs over het leven van de klant dat elk behoud daarvan een vergaande inmenging vormt in diens privacy – en respect voor het privéleven is een geboorterecht van ons allemaal. Dit uitgangspunt werd verlaten met de dataretentierichtlijn. Voor de opsporingsdiensten ging een sinds medio jaren negentig gekoesterde wens in vervulling. Dataretentie geeft immers een ongekend scherp beeld van het sociale netwerk, de lichamelijke en geestelijke gesteldheid en de bewegingen van de burger. Ga maar eens na: met wie belt, sms’t en e-mailt u allemaal? Een Deense onderzoeker zocht het uit: bij elkaar zou het per persoon gaan om ongeveer 82.000 registreringen per jaar, dus 265 per dag (2010a). Al die keren wordt niet alleen gelogd met wie u contact hebt en hoe lang, maar ook waar u op dat moment bent. Door dataretentie is het geheugen van de opsporing beter dan dat van de burger. Haagse politieke opportuniteit
Deze sterk toegenomen informatiepositie van opsporingsdiensten heeft allerlei juridische implicaties, in het bijzonder voor onze persoonlijke vrijheid. In het recht is politieke opportuniteit echter een niet te onderschatten factor. De parlementaire behandeling van dataretentie mondde in de Tweede Kamer uit in een mediageniek spelletje Haagse koehandel: achttien maanden! Nee, zes maanden! Uiteindelijk werd besloten er twaalf maanden van te maken. Daarna moeten de gegevens worden vernietigd. In de Eerste Kamer presteerde een senator het om aan een technisch deskundige te vragen of een sms’je hetzelfde is als chatten via MSN. Beide Kamers misten echter het meest cruciale punt van dataretentie: de opslag van telecommunicatiegegevens mag niet los gezien worden van de opvraging daarvan door opsporingsdiensten (2009b). Tot op de dag van vandaag wordt genegeerd dat de opsporingsbevoegdheden door
dataretentie een veel breder toepassingsbereik krijgen. Voor een volledig beeld van de inbreuk die dataretentie maakt op de privacy mag een analyse van de criteria voor opvraging niet ontbreken. Wat blijkt? Met name sinds de in 2002 aangenomen Wet vorderen gegevens telecommunicatie zijn die criteria onthutsend laag, ook in vergelijking met andere landen. Zo wordt in Nederland de opvraging niet getoetst door de rechter-commissaris en is zij ook niet het laatst mogelijke middel in het opsporingsonderzoek. Bovendien zijn de gevallen waarin telecommunicatiegegevens opgevraagd mogen worden, geregeld in artikel 67 lid 1, het afvoerputje van het Wetboek van Strafvordering. Afvoerputje, omdat in dat artikel ieder jaar een aantal milde en triviale vormen van criminaliteit worden opgenomen, die vervolgens automatisch binnen de opvragingsbevoegdheid van de Officier van Justitie komen. Juist dat laatste is opmerkelijk, want de Europese richtlijn schrijft expliciet voor dat de informatie alleen ingeval van ‘ernstige strafbare feiten’ mag worden opgevraagd. Maar ‘de heling van een goed’ is niet altijd even ernstig – denk aan de ‘nieuwe’ fiets waarmee uw zoon laatst thuiskwam. Het is de parlementariërs bovendien ontgaan dat sinds 2002 de persoonlijke informatie niet alleen van de ‘verdachte’ maar ook van de daarbij ‘betrokken’ persoon opgevraagd kan worden. Alles in ogenschouw nemende, kan iedereen in de praktijk als ‘betrokkene’ aangemerkt worden (2009b). Behalve in de wet, wordt opvraging ook in de praktijk steeds eenvoudiger. De in 2002 opgezette centrale overheidsdatabase Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) vormt het schoolvoorbeeld van de steeds intensievere samenwerking tussen opsporingsinstanties en het bedrijfsleven. Uw telefonie- en internetaanbieder moet uw gebruikersgegevens (o.a. adres, telefoonnummers, e-mailadressen en IP-adressen) iedere 24 uur naar deze ‘informatiemakelaar’ uploaden. Het aantal opvragingen overstijgt iedere verwachting doordat vraag en aanbod elkaar ineens verrassend goed weten te vinden. In 2009 werd het CIOT circa drie miljoen keer geraadpleegd door de politie – op een bevolking van zestien miljoen. Daar komt bij dat opsporingsdiensten de privacyregels rond het CIOT al jarenlang schenden. NRC Handelsblad bracht het nieuws op de voorpagina, VVD en GroenLinks stelden Kamervragen (2010b). De toegang tot de databank, die bekendstaat als het ‘telefoonboek van de politie’, wordt blijkbaar beschouwd als een beroepsvoordeeltje. Een agent die benieuwd is door wie zijn dochter steeds op haar mobieltje wordt gebeld, of bij wie het 06-nummer op een Marktplaats-advertentie hoort, kijkt even in het CIOT. Dat geeft niet bepaald vertrouwen in de toekomst. Want intussen onderzoekt Justitie of het CIOT niet uit te breiden valt om alle telecommunicatiegegevens die sinds het bestaan van dataretentie verplicht worden opgeslagen toegankelijk te maken. Zodat naast uw gebruikersgegevens, ook verkeers- en locatiegegevens via de overheidsdatabase opgevraagd kunnen worden. Het is pas het begin van een lange reeks misstanden. Neem de gebrekkige transparantie van opsporingsdiensten, het falende toezicht en de niet-nakoming van de wettelijke notificatieplicht (2009b). Technische experts lieten aan de Eerste Kamer weten dat de effectiviteit van dataretentie overschat werd. De verplichte opslag is simpel te omzeilen, bijvoorbeeld met een SIM-kaart van buiten Europa en een webmailadres. In plaats van goed georganiseerde criminelen achter de tralies te krijgen, treft dataretentie juist de privacy van nietsvermoedende burgers. Het heeft de Eerste Kamer er desalniettemin niet van weerhouden de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens aan te nemen. Volgens een CDA-senator weegt ‘politieke opportuniteit zwaarder dan wetenschappelijke rationaliteit’ (2009b). Hét citaat van 2009? ‘Noodzaak in democratische samenleving’ getoetst door constitutionele rechters
Zijn alle zorgen om burgerrechten als privacy dan overtrokken? De opsporing van criminaliteit is tenslotte een belangrijke taak van de overheid. Kan dataretentie de toets van ‘noodzakelijkheid in een democratische samenleving’ van het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) doorstaan? >
30 essay
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
‘ De 265 registreringen per burger per dag vormen keer op keer een inbreuk op uw vrijheid’
In Duitsland vochten 34.000 burgers tezamen de Duitse implementatie van de Europese dataretentierichtlijn aan bij het Bundesverfassungsgericht. Het Duitse Constitutionele Hof verklaarde daarop in maart dit jaar de Duitse dataretentiewet in strijd met de grondwet. Het Hof gelastte de directe vernietiging van alle tot dan toe opgeslagen telecommunicatiegegevens en stuurde de wetgever terug naar de tekentafel, waarbij het Hof de strengst mogelijke criteria meegaf voor de nieuw op te stellen wet (2010c). Tijdens de behandeling van de zaak werd de mythe dat dataretentie zou bijdragen aan de opsporing bovendien flink ontkracht: in Duitsland was het aantal opgehelderde misdrijven sinds de invoering van dataretentie gedaald, niet gestegen. Telecommunicatiegegevens zouden slechts in 0,002 procent van alle opsporingsonderzoeken daadwerkelijk verschil maken omdat de recherche vrijwel altijd een andere – en vaak betere – route kon vinden. De rechters wogen ook zwaar mee dat de helft van alle Duitsers door dataretentie niet meer contact durfde op te nemen met een relatiepedagoog, psychiater of afkickkliniek (2008). Het Hof heeft geboden dit soort vertrouwenspersonen uit te sluiten van dataretentie. Ook op het gebrek aan transparantie en de onduidelijkheid in de wet rond de opvraging van de opgeslagen gegevens had het Hof stevige kritiek. Het staat vast dat dit Bundesverfassungsgericht gehakt zou maken van de Nederlandse implementatie van de dataretentierichtlijn en ons telefoonboek van de politie. In Roemenië gingen de constitutionele rechters nog een stap verder. Op 8 oktober 2009 oordeelden zij dat het principe van verplichte dataopslag een vrije, democratische rechtsstaat in de weg staat omdat het de onschuldpresumptie – je bent onschuldig totdat het tegendeel is bewezen – uitholt. Dit zou op den duur ertoe kunnen leiden dat burgers geremd worden in hun spontane en vrije uitoefening van telecommunicatie (het ‘chilling effect’). De rechters oordelen dat de bestrijding van criminaliteit belangrijk is, maar dat het communicatiegeheim en het recht op privacy net zo goed geschrapt kunnen worden als dataretentie zou worden toegestaan. De Roemeense rechters brengen daarbij een oordeel van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in herinnering (2009c): ‘surveillance measures can lead to destroying democracy on the ground of defending it.’ Naast deze – letterlijk – vernietigende uitspraken, zullen constitutionele rechters in Ierland en Hongarije zich nog uitspreken over de toelaatbaarheid van dataretentie. Het Ierse High Court heeft de vraag doorgeleid naar het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Zijn oordeel laat nog even op zich wachten, maar de verwachting is dat de Europese rechter dataretentie zeker aan banden zal leggen. Het is niet onwaarschijnlijk dat dataretentie volledig wordt verboden. Een pleister op een open Nederlandse wond: bij ons ontbreekt als enige EU-lidstaat een constitutionele rechter die Haagse politieke opportuniteit kan corrigeren. Dataretentie: dynamietvissen in ons digitale ecosysteem
Het kan ook al eerder afgelopen zijn met dataretentie. In de herfst van dit jaar evalueert de Europese Commissie de richtlijn. Kijkt de Commissie terug op de afgelopen jaren, dan ziet zij dat zeven lidstaten niet aan dataretentie willen beginnen en dat twee gerechtshoven de richtlijn – indirect – vernietigden. Bovendien ziet zij dat het bel-, sms- en internetverkeer van
500 miljoen Europeanen continu wordt gemonitord, zonder dat dit een effectieve bijdrage levert aan de bestrijding van criminaliteit. Maar ook voelt zij de gigantische druk van opsporingsdiensten, Amerikaanse inlichtingendiensten en zelfs de auteursrechtenindustrie – die belanghebbende was in de Duitse rechtszaak – om de dataretentierichtlijn in stand te houden. De vrijheid van 500 miljoen Europeanen staat op het spel. Het internet en de informatie- en communicatietechnologie (ICT) bieden ons ongekende handelingsvrijheid, innovatieve diensten en maatschappelijke betrokkenheid. Deze technologieën zijn daarmee van ongekende waarde voor het individu, het bedrijfsleven en de democratie. ICT is van alle burgers geworden, al jarenlang ‘gedomesticeerd’ en verweven met ons dagelijks leven (2004). Het is niet langer alleen een middel om informatie op te zoeken, we zijn vandaag de dag overgeleverd aan ICT voor ons sociale en zelfs emotionele leven – we kunnen en willen niet meer zonder. Tegelijkertijd kan de regulering van ICT verregaande controlemechanismen scheppen, die in de offline wereld helemaal niet mogelijk waren. Dataretentie is het boegbeeld van zulke schadelijke regulering, die de nieuw verworven vrijheid continu onder druk zet. Die 265 registreringen per burger per dag vormen keer op keer een inbreuk op uw vrijheid. ‘We moeten niet de privacy van alle burgers op het spel zetten’, zei Eurocommissaris mensenrechten Viviane Reding onlangs in NRC Handelsblad over de bewaarplicht (2010d). Ze heeft gelijk. Hopelijk leggen haar collega’s Cecilia Malmström – ze stemde in 2005 als Europarlementariër tegen de dataretentierichtlijn – en onze eigen Neelie Kroes (Digitale agenda) hun oren bij haar te luisteren en schaffen zij de verplichte opslag van telecommunicatiegegevens af. Zodat wij ons niet op iedere Europeaan, maar specifiek op verdachten richten. Geef opsporingsdiensten een hengel om grote boeven te vangen. Dynamietvissen verwoest het digitale ecosysteem. •
Bronnen • A rnbak, A.M. (2009b), ‘Alles onder controle?’ Masterscriptie Informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam, 21 jul. 2009, in te zien via: http://bit.ly/4TbP63 • Bits of Freedom (2010b), ‘Een dag na onze CIOT-analyse; Voorpagina’s, interviews en Kamervragen’, 27 jul. 2010, in te zien via: http://bit.ly/bprUeO • Bundesverfassungsgericht (2010c), BvR 256/08, 2 mrt. 2010, in te zien via: http://bit.ly/bD9f2w • FORSA (2008), ‘Meinungen der Bundesbürger zur Vorratsdatenspeicherung’, 28 mei 2008, in te zien via: http://bit.ly/cOZSAL • Frissen, V.A.J. (2004), ‘De Domesticatie van de Digitale Wereld’, oratie, 25 jun. 2004, in te zien via: http://bit.ly/cP5YZr • Heck, W. (2010d), ‘Ruime opslag telecomdata ter discussie’, NRC Handelsblad, 11 mrt. 2010, in te zien via: http://bit.ly/aQ4zWM • Mchangama, J. (2010a), ‘Logningsbekendtgørelsen’, CEPOS, 20 jul. 2010, in te zien via: http://bit.ly/9b71aK • Romania Constitutional Court (2009c), decision no. 1258, 8 okt. 2009, in te zien via: http://bit.ly/6X4eda • Vijftien hoogleraren (2009a), ‘We vallen ten prooi aan Europese opslaghysterie’, Trouw, 26 jun. 2009, in te zien via: http://bit.ly/bHNBXr
Axel Arnbak – 1984 axel.arnbak@bof.nl • 2006 voorzitter VeerStichting, Leiden • 2009 Informatierecht, UvA • 2009 Competitive Strategy & Game Theory, London School of Economics • 2009 Internet Scriptie Prijs voor masterscriptie ‘Alles onder controle?’ • 2009-heden policy strategist, Bits of Freedom, Amsterdam • 2010 UvA-scriptieprijs voor masterscriptie ‘Alles onder controle?’
Koninklijk Instituut voor de Tropen www.kit.nl
proefschrift
www
31
tekst • Floor Boon beeld • Anna Laven
cacao — De risico’s van deelname aan de productieketen
Anna Laven is geïnteresseerd in de vertaling van internationale ontwikkelingen naar lokaal niveau en de mogelijkheden voor kleine spelers in ontwikkelingslanden. Zij verrichtte eerder onderzoek naar mijnbouw in Bolivia. Voor haar proefschrift vertrok Laven naar Ghana om onderzoek te doen naar de cacaoproductieketen. In één zin: waar gaat uw onderzoek over? ‘Ik heb onderzocht hoe kleinschalige producenten van de ruwe grondstof cacao hun positie kunnen verstevigen in een internationale keten.’
pap heeft, worden er weinig directe afspraken gemaakt tussen multinationals en boeren. Daardoor kunnen de laatsten nauwelijks profiteren van de stijgende vraag naar duurzaam geproduceerde cacao.’
Waarom juist Ghana? ‘Ghana is het op één na grootste cacaoproducerende land ter wereld, met honderdduizenden cacaoboeren. Doordat de cacaosector in Ghana gedeeltelijk geliberaliseerd is en de vraag naar duurzaam geproduceerde cacao is gestegen, zijn de omstandigheden waaronder cacaoboeren werken veranderd. Ik heb gekeken welke kansen en uitdagingen dit de Ghanese boeren heeft opgeleverd.’
Is daar iets aan te veranderen? ‘Ik heb veel boeren intensief gesproken en het probleem is dat zij weinig redenen zien om zich te organiseren en dat er weinig vertrouwen heerst onderling. Als multinationals toch in Ghana willen werken, zou ik ze aanraden om zo veel mogelijk aan te sluiten bij al bestaande, vaak informele, organisatiestructuren. Ook zou ik ze willen adviseren om de voordelen voor boeren tastbaar te maken. En, niet te vergeten, om samen te werken met de Ghanese overheid; dit is in veel gevallen een must.’
Welke zijn dat? ‘Het is voor kleine boeren knap lastig zich staande te houden in een veranderende markt. De cacaoproductie brengt hoge kosten met zich mee en de dienstverlening aan boeren is in de loop der tijd verzwakt. Ook zijn boeren nauwelijks georganiseerd om collectief in te spelen op veranderingen. Gevolgen zijn dat de kwaliteit van cacao verslechtert en dat de productiviteit laag is. Boeren ontvangen weinig prikkels om in hun eigen bedrijf te investeren. Wat je merkt, is dat de volgende generatie weinig toekomst ziet in cacao.’ Dat klinkt alsof boeren er vooral nadeel van ondervinden. ‘Omdat de markt niet helemaal geliberaliseerd is, worden de Ghanese boeren nog wel beschermd, in tegenstelling tot cacaoboeren in landen als Nigeria, Kameroen en Ivoorkust, die onder internationale druk volledig zijn geliberaliseerd. Zo wordt de prijs jaarlijks vastgesteld en investeert de Ghanese overheid actief in de sector. De staat is daarom zowel een beschermer als een bottleneck.’
Uw proefschrift heet The Risks of Inclusion. Kunt u dat uitleggen? ‘Debatten over de rol van lokale producenten op de wereldmarkt gaan vaak over de risico’s die boeren lopen als ze geen onderdeel zijn van internationale handel. Het gaat vaak over het risico van “exclusion”. In de cacaoketen zijn boeren juist als vanzelfsprekend onderdeel van een internationaal handelssysteem omdat zij vooral produceren voor de export. Een relevantere vraag in mijn vakgebied vind ik daarom welke risico’s cacaoboeren lopen wanneer zij deel uitmaken van een internationale keten en onder welke omstandigheden zij misschien beter uit een keten kunnen stappen. Wat ook in de titel zit, is het idee dat boeren niet alleen onderdeel zijn van een keten, maar ook van een gemeenschap. Om te kunnen profiteren van de cacaoproductie en van de veranderingen op de markt is je positie binnen die gemeenschap van belang.’ •
Anna Laven – 1971
Profiteren de boeren wel van de stijgende vraag naar duurzaam geproduceerde cacaobonen? ‘De grote spelers in de cacao-industrie streven naar een volledig duurzame cacaohandel in 2025. Dit betekent dat de boeren er een degelijk inkomen aan overhouden en dat de productie zo weinig mogelijk schade aan het milieu veroorzaakt. De belangrijkste reden is dat de multinationals zekerheid willen over zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de cacaoproductie. Daarom wordt steeds meer gewerkt met certificaten en wordt er lokaal veel geïnvesteerd in de training van boeren. Een voorwaarde voor boeren om van deze ontwikkelingen te profiteren, is dat zij georganiseerd zijn. In Ghana ontbreekt het aan formele en effectieve organisaties. Doordat de Ghanese overheid nog steeds een flinke vinger in de
A.Laven@kit.nl • 1996 Politicologie, UvA • 1996-2000 beleidsmedewerker Nederland en Spanje, Stichting KICI • 2001 Milieumanagement, VU • 2003 NWO/WOTRO-beurs voor promotieonderzoek aan het voormalig Amsterdam Institute for Metropolitan and
International Development Studies (AMIDSt, nu onderdeel van het AISSR), UvA • 2010 promotie • 2008-heden senior adviseur duurzame economische ontwikkeling, Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam
32 personalia
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
Martje van Ankeren
Kees Jan Boogerd
Paola Escudero
Tineke Jong
Sociologie 2009, won de scriptieprijs van de Stichting voor Volkshogeschoolwerk met Wipkippen, wisselgeld en wisselend succes.
promotie Geneeskunde 2010, Simon van Gaal, Psychologie 2003, promotie 2009, Liza Huijse, Natuurkunde 2005 cum laude, promotie 2010, en Mathilda Mommersteeg, Geneeskunde 2005, promotie 2009, ontvingen een Rubiconsubsidie van NWO voor jong wetenschappelijk talent.
Applied Linguistics, University of Edinburgh 2001, promotie UU 2005, cognitiewetenschapper aan de UvA, won de Heineken Young Scientists Award (€ 10.000 en een kunstobject). Zie ook SPUI digitaal.
Klassieke taal- en letterkunde 1988 cum laude, is vanaf 1 november hoofd Voorlichting en Communicatie van NWO.
Axel Arnbak
Informatierecht 2009, won de UvAscriptieprijs 2010 voor zijn scriptie over dataretentie (zie ook zijn essay elders in deze SPUI). Charissa Jagt, Geneeskunde 2009 en Marieke Schoutsen, Medische informatiekunde 2009 deelden de tweede plaats. De onderscheidingen werden uitgereikt tijdens de Universiteitsdag op 12 juni. Gerbrand Bakker
Nederlandse taal- en letterkunde 1992, heeft als eerste Nederlandse auteur de International Impac Dublin Literary Award (€ 100.000) gewonnen voor Boven is het stil (vertaald als The Twin). Zie ook zijn column op pag. 39. Michiel van den Bergh
Sociale geografie 2009, won de Herta Macht scriptieprijs (€ 1.000) voor zijn onderzoek naar de blauwe paradijsvogel. Frits Bolkestein
Wijsbegeerte 1959 cum laude, is verkozen tot het grootste ASVA-lid aller tijden.
Irmela Carnas-Culemann
Nederlands recht 1960, kreeg de Erasmusspeld, voor personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Rotterdamse samenleving. Zij was o.a. lid van de Commissie van Toezicht van de penitentiaire inrichting De Schie. Eveline Crone
Psychologie 1999, promotie 2003, hoogleraar Neurocognitieve ontwikkelingspsychologie LEI en bijzonder hoogleraar aan de UvA, is benoemd tot lid Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek van NWO. José van Dijck
Comparative Literature, University of California, promotie 1992, hoogleraar Televisie, media en cultuur en decaan Faculteit der Geesteswetenschappen, is benoemd tot KNAW-lid. Marens Engelhard
vrije studierichting Letteren 1986, is de nieuwe directeur van het Stadsarchief Amsterdam.
Manfred Kets de Vries
Sjef Gevers
Nederlands recht, staatsrechtelijke richting 1970, Sociologie 1973, is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn toonaangevende rol in het gezondheidsrecht. Louise Gunning-Schepers
promotie Geneeskunde 1988 EUR, voormalig voorzitter Raad van Bestuur AMC-UvA en decaan Faculteit der Geneeskunde, is per 1 september voorzitter van de Gezondheidsraad. Zij is eveneens benoemd tot universiteitshoogleraar Gezondheid en maatschappij aan de UvA. Marcel Levi, Geneeskunde 1989, promotie 1991, hoogleraar Interne geneeskunde, volgt Gunning op.
Economie 1966 UvA en MBA 1968 Harvard Business School, managementwetenschapper aan INSEAD en psychoanalyticus, ontving de Freudpenning van het Nederlands Psychoanalytisch Instituut. Jacob Kohnstamm
Nederlands recht 1977, is sinds 1 september voorzitter Mediafonds (Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties). Ewoud de Kok
student Econometrie en initiatiefnemer van de CO2-neutrale computerzaal van de UvA, won de ‘oikos Student Leadership Award 2010’.
Maarten Hajer
Victor Lebesque
Planologie 1987 en Politicologie 1988 beide cum laude, promotie Oxford (VK) 1993, hoogleraar Politicologie UvA, is benoemd tot lid van het International Panel for Sustainable Resource Management van het United Nations Environment Programme (UNEP).
Nederlands recht 1985, wordt de nieuwe voorzitter van de Raad voor de Journalistiek.
Jef Huisman
promotie Biologie 1997 RUG, hoogleraar Aquatische microbiologie, ontving TOP-subsidie (€ 720.000) voor onderzoek naar de effecten van stijgende CO2concentraties op planktongemeenschappen. Aafke Hulk
promotie Letteren 1982 UU, hoogleraar Franse taalkunde en voormalig decaan Faculteit der Geesteswetenschappen, is door de KNAW benoemd tot rector/directeur van het NIAS.
Joep Leerssen
promotie Anglo-Irish Studies UU 1986, hoogleraar Europese studies in het bijzonder Europese moderne letteren, en Michiel van der Klis, promotie Sterrenkunde 1983, hoogleraar Sterrenkunde, zijn benoemd tot Akademiehoogleraar van de KNAW. Gerben van der Marel
Politicologie en Geschiedenis 1997, won met een mederedacteur van Het Financieele Dagblad de M.J. Brusseprijs 2010, voor hun boek over vastgoedfraude. Luuk van Middelaar
promotie Wijsbegeerte 2009, politiek filosoof, kreeg de Socrates Wisselbeker voor De passage naar Europa. Geschiedenis van een begin. Tina Nijkamp
A
B
C
In beeld A Daphne van der Pas Escudero B Paola C Winnaars UvA-scriptieprijs: v.l.n.r. Axel Arnbak, Marieke Schoutsen, Charissa Jagt D Ellen Stoop
Communicatiewetenschap 1996, is naast zendermanager SBS 6 nu ook verantwoordelijk voor de programmering van NET 5, SBS 6 en Veronica als directeur Televisie. Daphne van der Pas
Social Sciences 2009 cum laude, promovenda aan de UvA, won de Daniel Heinsius-scriptieprijs (over het charisma van leiders van populistische partijen). Philippe Remarque
Oost-Europese studies 1995, is de nieuwe hoofdredacteur van de Volkskrant. Adjunct-hoofdredacteur Arie Elshout, lerarenopleiding Geschiedenis 1979, wordt Volkskrant-correspondent in Washington.
33 Froukje Slofstra
Slavische talen en hun letterkunde 2001 cum laude, won voor haar vertaling van Leven & lot van Vasili Grossman een prijs in het concours voor beste vertalingen van Russische literatuur. Ellen Stoop
Vrije studierichting Letteren 1988, redacteur bij de UvA en voormalig eindredacteur SPUI, won met Jade bijna elf de Hotze de Roos Prijs 2010 voor debuterende kinderboekenschrijvers. Jan Truijens Martinez
bachelor Literatuurwetenschap 2009, won de UvA-Essayprijs 2010 met Is er nog plaats voor de ideale student? Mariëlle Tweebeeke
Sociologie 1997, is overgestapt van RTL naar de NOS, waar zij Nieuwsuur presenteert.
Cognition van Michiel van Lambalgen, Wijsbegeerte 1982 cum laude, promotie Wiskunde 1987 en Dora Achourioti, Logic, Language and Argumentation 2006 cum laude. Rens Waters
promotie Sterrenkunde UU 1987, hoogleraar Sterrenkunde UvA, is sinds 1 juli algemeen directeur en Science Director van NWO-instituut SRON Netherlands Institute for Space Research. Niña Weijers
bachelor literatuurwetenschap 2009 cum laude, is verkozen tot jong schrijftalent van het jaar door Write Now met haar verhaal Dat dit het begin was van iets. Ernst van de Wetering
Engelse taal- en letterkunde 1985 en Willem Visser, oud-medewerker UvA, ontvangen van literair tijdschrift Filter de Vertaalprijs voor hun vertaling van Immanuel Kants Kritiek der Urteilskraft.
Kunstgeschiedenis 1973, promotie 1986, ontving tijdens zijn afscheid als hoogleraar Kunstgeschiedenis aan de UvA de Zilveren Museummedaille van de stad Amsterdam vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de museale sector in Amsterdam.
Erwin van Vliet
Rob Wijnberg
promotie Natuurwetenschappen 2007, ontvangt voor zijn proefschrift over temporaalkwabepilepsie de Harry Meinardi proefschriftprijs (€ 2.500).
Wijsbegeerte 2007, columnist, journalist, filosoof en publicist, is de eerste hoofdredacteur van nrc.next.
Jabik Veenbaas
Politicologie 1988 cum laude, Volkskrant-journalist, won de tweede prijs van de European Award for Excellence in Journalism, voor een reportage over vrouwenbesnijdenis in Senegal.
Economie 1976, hoogleraar Verkeers- en vervoerseconomie UvA, is sinds 1 juni wetenschappelijk directeur van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Jolande Withuis
Robert Vuijsje
Amerikanistiek 1997, won De Inktaap 2010 met Alleen maar nette mensen. Anne van Wageningen
Nederlands recht 1993, werd eerste bij de uitreiking van de Onderwijsprijs FGw 2010 (€ 2.000) van de Faculteit der Geesteswetenschappen voor zijn vak Landenpracticum Europees beleid. De tweede prijs (€ 500) ging naar Kant, Logic and
D
oud-directeur en oudsecretaris Hoofdbedrijfschap Ambachten (30 april)
Nettie Klomp 1932,
Geneeskunde 1960, Nederlands recht 1980, oud-directeur Kweekschool voor Vroedvrouwen Amsterdam (2 maart)
José Mol 1959, Neder-
lands recht 1983, advocaat te Amsterdam (6 mei)
1930, oud-directeur/ hoofdredacteur Limburgs Dagblad, oud-directeur Cebuco, emeritus bijzonder hoogleraar Economie van het dagbladuitgeverijbedrijf UvA (24 maart)
Pia Pfluger 1939,
oud-universitair docent Wiskunde UvA, na pensioen actief als docent Bètabrugtraject (2 april)
Letteren 1987, oud-universitair docent UvA, universitair docent Sociaal-economische geschiedenis LEI (19 juni)
Floris Takens 1940, Hans Dijkstal 1943,
Jules van Neerven
Thera WijsenbeekOlthuis 1946, promotie
Rechtsgeleerdheid n.a., voormalig Kamerlid en fractievoorzitter VVD, vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken (9 mei)
Wis- en natuurkunde 1965, promotie 1969, emeritus hoogleraar Wiskunde RUG, KNAW-lid (20 juni)
Riet van Haeringen’t Hart 1927, Henri Peschar 1921,
Economie 1948, voormalig Kamerlid, oud-president Algemene Rekenkamer (16 mei)
Godgeleerdheid 1962, tot op hoge leeftijd betrokken bij kerkelijk en cultureel werk Citypastoraat Domkerk, drager erepenning stad Utrecht (21 juni)
Maarten Siffels 1955,
Opvoedkunde 1985, creatief directeur Online bij de KRO (20 mei)
Peter Lichtveld 1930,
Geneeskunde 1958, plastisch chirurg in ruste (23 juni)
Willem Assies 1954,
Culturele antropologie en niet-westerse sociologie 1985 cum laude, promotie, oud-medewerker Centre for Latin American Research and Documentation (CEDLA/UvA) (22 mei)
Alex Fernández Jilberto 1948, universitair
hoofddocent Politicologie UvA (23 juni)
Ari Wesseling 1948,
universitair docent Latijnse taal en cultuur UvA (2 juli) Hans Verploeg 1945,
Jaap de Wit Rob Vreeken
overledenen
Sociologie 1980 cum laude, is bekroond met de Erik Hazelhoff biografieprijs (€ 15.000) voor Weest manlijk, zijt sterk. Pim Boellaard 19032001; Biografie van een verzetsheld.
Erratum In de Personalia van SPUI 32 had bij Ellen Goudsmit moeten worden vermeld dat zij de eerste gehandicapte Fellow is van de British Psychological Society. Personalia in SPUI digitaal Meer personalia en uitgebreidere informatie over de hier genoemde personen: www.uva-alumni.nl/spui
Rob Doorenbosch
1946, Geneeskunde 1973, huisarts (8 april)
Jacob Adriaan Schiltkamp 1920,
Notarieel recht 1961, promotie 1964, oud-notaris te Curaçao (17 april)
Algemene politieke en sociale wetenschappen 1974, o.a. voormalig secretaris Nederlandse Vereniging van Journalisten en Stichtingsbestuur Raad voor de Journalistiek, medeoprichter Kunstenbond FNV, Free Voice en Press Now (25 mei)
oud-hoogleraar en lector Culturele antropologie UvA, RUN en Wellington (21 april)
Mary Irene Nauta
1945, Geneeskunde 1971, psychiater (24 april)
Nederlandse taal- en letterkunde n.a., Geschiedenis n.a., columnist nrc.next, voormalig columnist en adjunct-hoofdredacteur de Volkskrant (6 juli)
Simon de Jager 1939, Jan Fokker 1942,
Jan Pouwer 1924,
Jan Blokker 1927,
Economie 1972, presidentcommissaris Centraal Boekhuis, lid Raad van Toezicht voormalig Mesos Medisch Centrum, lid Raad van Toezicht Reinaerde, voormalig directielid SHV Holdings (29 mei)
Biologie 1964, universitair docent Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica UvA (7 juli)
Mieke van Doornik
1972, Onderwijskunde 1996, voormalig medewerker ABN AMRO, medewerker HewlettPackard Nederland (12 juli)
Evert Bosch 1930, Dick van der Helm
1933, Wis- en natuurkunde 1956, promotie 1960, emeritus hoogleraar Kristallografie Universiteit van Oklahoma (28 april)
Tips zijn welkom via SPUI@uva.nl. Frans Hüsken 1945,
promotie 1988 cum laude, hoogleraar Culturele en sociale antropologie RUN (28 april)
Pé Bakker 1942,
Nederlands recht 1983,
Geneeskunde 1956, internist, medisch adviseur (8 juni)
Arend ter Horst
1943, Nederlands recht 1972, stond bekend als kenner van verdovende middelen en gelegenheidsacteur (13 juli)
Eddy de Klerk 1936,
Psychologie 1959, psychoanalyticus, medeoprichter Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie (17 juni)
Paul Eric Voorhoeve
1927, Geneeskunde 1954, promotie 1959, emeritus hoogleraar Neurofysiologie AMC/UvA (13 juli)
Pieter van Laarhoven 1927,
Ramona Kenzler 1957,
Geneeskunde 1956, chirurg in ruste (19 juni)
Sociologie 1990, medewerker Rijkswaterstaat (17 juli)
34
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
tekst • Ben Haveman Hans den Besten
Tjemme Beems 1964,
1948, Algemene taalwetenschap 1974 cum laude, universitair hoofddocent Theoretische taalkunde UvA en buitengewoon hoogleraar Linguïstiek Universiteit van Stellenbosch (ZA) (19 juli)
Geneeskunde 1989, neurochirurg (12 augustus)
Paulus Edixhoven
Albert Plas 1946,
1933, Geneeskunde 1963, arts (20 juli)
Kosmografie 1971, oud-rector Thomas More College Den Haag (15 augustus)
Pietje VerbeekHeida 1940, promotie
Politieke en sociaal-culturele wetenschappen 2000, voormalig medisch socioloog UvA (20 juli)
Herman Franke 1948,
promotie Rechtsgeleerdheid 1990 cum laude, schrijver (14 augustus)
Babette Stovers 1974,
Communicatiewetenschap 1997, unit manager HEMA (20 augustus)
Pim Hazewindus Marie-Jan van der Schaaf-van Nes
1954, Opvoedkunde 1987, orthopedagoog Hogeschool Utrecht (21 juli)
1944, Nederlands recht 1988, onderzoeker en docent Centrum voor Milieurecht UvA (25 augustus)
Hans Vermaas 1931, Han Nakken 1940,
Psychologie 1972, emeritus hoogleraar Orthopedagogiek RUG (23 juli)
Opvoedkunde 1966, oudleraar en -schoolleider Montessori Lyceum Amsterdam (28 augustus)
Hennie Gieskes 1939,
Ellen Wöltgens 1956,
Nederlands recht 1967, belegger en voormalig commissaris Van Ommeren (28 juli)
Sociale geografie 1985, griffier Provinciale Staten van NoordBrabant (29 augustus)
Mia van der Kallen 1938, Wiskunde
1964, oud-docent Wiskunde en vakdidactiek (29 juli)
Willem Spanjer 1937,
Scheikundig ingenieur TH Delft 1965, voormalig wetenschappelijk medewerker Farmacologisch Laboratorium UvA (29 juli)
Cathelijne Pool
Pietertje Rodenburg 1927,
Geneeskunde 1965, voormalig revalidatiearts voor kinderen (29 augustus)
Willem (Pim) Brummelkamp 1928,
Geneeskunde RUG 1952, promotie UvA 1956 cum laude, emeritus hoogleraar Heelkunde UvA/AMC, medeoprichter Amsterdamse Academische Club (7 september)
1972, Culturele antropologie en niet-westerse sociologie 1999, onderzoeker Rechtsgeleerdheid RUN (30 juli)
Harry Leliveld 1939 – 2010 Tien jaar geleden had zich prostaatkanker geopenbaard en de dag voor zijn dood leidde hij nog een internationale vergadering per telefoon. ‘Een kanjer van een kerel’, zegt een oud-collega. ‘Een levensgenieter die als geen ander de boel bij elkaar kon houden.’ Econoom Harry Leliveld, in april overleden, was jarenlang de spin in het web van de Van Leer Group Foundation, voortgekomen uit de voormalige vatenfabriek. De winst die in meer dan veertig landen was gemaakt, moest voor een deel weer aan die landen ten goede komen: aan kansarme jeugd. Leliveld was een enthousiast uitvoerder van deze door stichter Bernard van Leer bedachte filosofie. Leliveld schaamde zich niet voor zijn eenvoudige komaf. Zijn vader werkte bij een textielbedrijf in de Amsterdamse binnenstad. Harry was enig kind van Joodse overlevenden. Over de oorlog werd thuis niet gesproken. Ook zelf wilde hij nooit over de oorlog praten. ‘Hij was zes jaar toen hij zijn ouders voor het eerst zag’, zegt zijn weduwe. ‘Dat zegt voldoende. Hij kende veel angsten, maar had ze in de hand. Hij heeft altijd fantastisch gefunctioneerd.’
Liesbeth van Gils
1953, Onderwijskunde 1996, rector/directeur Calandlyceum (3 augustus)
Ton Leeman 1921,
Griekse en Latijnse taal en cultuur 1946, promotie LEI 1949, emeritus hoogleraar Latijnse taal- en letterkunde (5 augustus)
Herinneringswebsite voor neuroloog in opleiding Marc Pleizier, die vorig jaar tijdens een vakantie van het leven werd beroofd: www.marcpleizier.nl
Harry bleek een muzikaal kind, maar pianoles onder dwang bracht niet het gewenste resultaat. Hij ontwikkelde zich tot een hartstochtelijk operaliefhebber. Iemand die goed kon luisteren, ook naar mensen. Hij is vaak om zijn mensenkennis en intuïtie geprezen. Op dertigjarige leeftijd kreeg Leliveld een staffunctie bij Hoogovens. Met zijn pragmatisch ingestelde geest doorzag hij problemen vaak sneller dan zijn omgeving. De benoeming tot topambtenaar bij het ministerie van Economische Zaken bleef niet uit. ‘Bij EZ is het roer om’, zei hij in 1984 tegen
NRC Handelsblad. Noodlijdende bedrijven niet langer op de been houden, dat was Lelivelds credo. Een jaar eerder was het Rijn-ScheldeVerolme-concern ten onder gegaan, 2,2 miljard gulden overheidssteun ten spijt. Ruim 18.000 arbeidsplaatsen gingen verloren. Leliveld wilde met een schone lei beginnen. Maar in 1986 stapte hij op. Via de media hadden de verhoren in de RSVenquête een onttakeld beeld van zijn departement laten zien. Leliveld beheerde er de subsidiepotten, maar het technologiebeleid viel onder secretarisgeneraal prof. F. Rutten. Animositeit tussen ambtenaren van beide topmannen was het gevolg. De enquêtecommissie schilderde ‘een onthullend beeld over teloorgang in de scheepsbouw en gemiste kansen, inschattingsfouten en gekwetste ego’s’. De ervaring met RSV leidde ertoe dat Fokker niet langer met overheidssteun overeind werd gehouden. Leliveld keerde terug naar het bedrijfsleven. Hij vervulde eerder commissariaten bij onder meer Fokker en DSM en volgde de in 1987 overleden Oscar van Leer op als directeur van de Van Leer Group Foundation. Beter dan bij het taaie ambtelijke apparaat, kon hij er zijn talent ontplooien. Na verkoop van het moederbedrijf in 1998 aan het Finse Huhtamäki kwam er veel meer financiële armslag voor het ontwikkelen van onderwijsprojecten. Leliveld had in Jeruzalem bemoeienis met een door Van Leer opgezette vredesdenktank van Israëli’s en Palestijnen, alsook met het Jerusalem Film Center. De man die eerder nooit iets van zijn Joodse achtergrond wilde weten, bezocht Israël meer dan honderd keer. Hij had er vele vrienden. Bij zijn afscheid kreeg hij in Jeruzalem een menora (Joodse kandelaar). ‘Geen denken aan’, zegt zijn vrouw, ‘dat die vroeger hier in huis zou hebben gestaan.’ •
Ledendag op 6 november www.uva-alumni.nl/auv-dag
www
inzichten? Op maandag 1 november spreken Marieke de Goede en Kees van der Pijl over de ontwikkelingen in de Politicologie/Internationale betrekkingen. Maandag 6 december gaan Victor Lamme en Nico Frijda in gesprek over de ontwikkeling van de Psychologie. Aanvang: 20.00 uur, locatie: SPUI25. Toegang gratis, maar uitsluitend na aanmelding vooraf, via www.spui25.nl.
amsterdamse universiteitsvereniging Arnoud Boot key-notespreker
AUV-dag 6 november Arnoud Boot, hoogleraar Ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de UvA en bekend als commentator van financiële en economische ontwikkelingen, spreekt zaterdag 6 november de AUV-lezing 2010 uit ter gelegenheid van de AUV-dag: de jaarlijkse ledendag van de Amsterdamse Universiteits-Vereniging. Na het ochtendprogramma in de Aula is er een lunch in het Atrium. Ook is er een lunch speciaal voor donateurs van het Amsterdams Universiteitsfonds, waar zij kunnen kennismaken met studenten die met een reisbeurs onderwijs konden volgen of onderzoek doen in het buitenland. ’s Middags zijn er parallelle bijeenkomsten van de AUV-alumnikringen waaruit bezoekers kunnen kiezen. Zo licht presentator Roderick Veelo zijn stelling ‘objectieve journalistiek bestaat niet’ toe voor de kring Communicatiewetenschap en spreekt econoom en publicist Frank Kalshoven over de broodnodige innovatie in het onderwijs voor de Kring van Amsterdamse Economen. De Kring Franse taal en cultuur presenteert een dubbellezing over jongerentaal en -cultuur in de banlieue, met wetenschapper Els Verheugd en correspondent Olivier van Beemen. Tijdens het ouder-kindprogramma verzorgt muziekwetenschapper Henkjan Honing een kindercollege. Leden zijn van harte uitgenodigd. Alle alumni van de opleidingen Algemene taalwetenschap en Holocaust- en genocidestudies ontvingen een uitnodiging om de oprichting van deze twee alumnikringen bij te wonen (zie het item elders op deze pagina). Wilt u ook de AUV-dag bezoeken maar bent u nog geen lid? Meld u dan nu aan als AUV-lid, via www.uva-alumni.nl of auv@uva. nl. Meer over het programma van 6 november: www.uva-alumni.nl/auv-dag.
A
35
contact alumnirelaties en universiteitsfonds
Holocaust- en genocidestudies en Taalwetenschap
Oprichting nieuwe kringen Tijdens de AUV-dag van 6 november worden twee nieuwe kringen opgericht: Holocaust- en genocidestudies en Taalwetenschap. Ook deze kringen organiseren een bijeenkomst tijdens het middagprogramma. Hoogleraar Evelien Gans spreekt over de lessen van de Holocaust: in hoeverre kunnen vergelijkingen tussen verschillende episodes van massaal geweld licht werpen op de oorsprong en het verloop van het genocidale proces? Voor de kring Taalwetenschap spreekt alumnus en wetenschapsjournalist Liesbeth Koenen over haar fascinatie voor taal. Na afloop is er voor beide kringen een kleine, feestelijke oprichtingsbijeenkomst. Alumni van deze twee opleidingen hebben een uitnodiging ontvangen voor het bijwonen van de oprichting van hun kring. Wel alumnus Holocaust- en genocidestudies of Algemene taalwetenschap, maar geen bericht ontvangen? Neem dan contact op via: relatiebeheer@uva.nl.
Met al uw vragen over de Amsterdamse Universiteits-Vereniging, het Amsterdams Universiteitsfonds en activiteiten en diensten voor alumni en donateurs kunt u terecht bij het bureau Alumnirelaties en Universiteitsfonds van de UvA. Dit bureau is onlangs verhuisd naar het Maagdenhuis, Spui 21 te Amsterdam. Alleen het bezoekadres is daarmee veranderd; alle overige contactgegevens blijven ongewijzigd.
universiteit van amsterdam alumnirelaties en universiteitsfonds
Spui 21 | 1012 WX Amsterdam Postbus 94325 | 1090 GH Amsterdam telefoon 020 525 2138 email alumni@uva.nl website www.uva-alumni.nl bezoekadres postadres
in beeld A Victor Lamme B Marieke de Goede C Maagdenhuis
Twee avonden in SPUI25 Stand van de wetenschap Ook dit najaar organiseert de AUV in Academischcultureel centrum SPUI25 twee lezingen in de reeks ‘Stand van de wetenschap’, een serie tweegesprekken waarin wetenschappers die een discipline delen en een generatie schelen de stand van zaken op hun vakgebied presenteren. Hoe heeft dat zich de afgelopen decennia ontwikkeld? Hoe verschillen de onderzoeksmethodieken? Wat zijn de baanbrekende ontdekkingen, wat de vernieuwende
C
B
blijf verbonden Sluit u aan bij de overkoepelende alumnivereniging van de UvA. Ga naar www.uva-alumni.nl of vraag de folder aan via auv@uva.nl of 020 525 3300.
36
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
auvkringen Andragologie
Afscheid Piet Vriens Op 16 juni heeft voormalig studentendecaan Piet Vriens afscheid genomen als secretaris van de kring Andragologie en het secretariaat overgedragen aan Thea Cohen en Enith Perreira. Hoofd Relatiebeheer van de UvA Carolyn Wever prees Vriens vanwege zijn onvermoeibare inzet om de adressen van alle alumni Andragologie te achterhalen, wat heeft bijgedragen tot de bloei van deze actieve kring. Ook kringvoorzitter Henk Wesseling en oudbestuurslid Eva Bakker spraken woorden van dankbaarheid. Zie ook www.uva-alumni.nl/andragologie.
Antieke cultuur
Perzen van binnenuit bekeken Op 23 september sprak Amélie Kuhrt, hoogleraar aan University College London en internationaal vermaard specialist op het gebied van het Perzische Rijk, op uitnodiging van de Kring Antieke Cultuur in SPUI25. Zij vertelde aan de hand van inscripties en monumenten hoe de Perzen tijdens de Achaemenidische dynastie hun macht representeerden: een blik van binnenuit. Deze blik is bijzonder, omdat de Perzen meestal van buitenaf worden bekeken, via Griekse, Joodse of Egyptische bronnen. Meer over de activiteiten van de Kring Antieke Cultuur: www.uva-alumni.nl/antiekecultuur.
Dublin. Zij waren vooral benieuwd hoe de Celtic Tiger de economische crisis doorstaat. Dat doet Ierland door flink te korten op de salarissen in de ambtenarij (tot 15 procent) en de private sector. Bankdirecteur Brendan McDonagh legde uit hoe Ierland tracht de liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de banken te verbeteren door met korting leningen op te kopen – beleid dat in de rest van Europa omstreden is. De KAE-leden bezochten verder onder meer de Dublin City Enterprise Board en Enterprise Ierland, waar zij leerden over het stimuleringsbeleid voor kleinschalige bedrijvigheid en de positionering van Ierse bedrijven in het buitenland. Ook op de agenda stonden bezoeken aan de Nederlandse ambassadeur Robert Engels en de Guinness-brouwerij. Voor een uitgebreider reisverslag, zie www.uva-alumni.nl/economie.
Geneeskunde
Seksles in de fifties Op 18 november van 10.30-13.30 uur organiseert het AMC Alumnipunt de jaarlijkse bijeenkomst in het Concertgebouw te Amsterdam, voorafgaand aan De Anatomische Les 2010. Het programma is als volgt: 10.30 – 11.00 uur ontvangst met koffie 11.00 – 11.05 uur opening 11.05 – 11.35 uur ‘Het innovatieproces in de anesthesiologie.’ Lezing Doreen Vermeulen-Cranch, emeritus hoogleraar Anesthesiologie
Economie Dublin
Studiereis naar Dublin In mei dit jaar brachten negentien leden van de Kring van Amsterdamse Economen (KAE) een bezoek aan de Ierse hoofdstad
11.35 – 12.05 uur ‘Seksles in de jaren vijftig.’ Lezing Els Borst, oud-minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voormalig hoogleraar Evaluatieonderzoek klinisch handelen, en Lou Fransman, gepensioneerd huisarts 12.05 – 13.00 uur lunch 13.00 – 13.30 uur ‘Inleiding op De Anatomische Les 2010.’ Lezing Jaap Goudsmit, hoogleraar Armoede-gerelateerde infectieziekten en wetenschappelijk directeur Crucell Leden van het AMC Alumnipunt zijn van harte welkom. Meer informatie en aanmelden: www.amc.nl/alumni of via het secretariaat van de AMC-congresorganisatie: 020 – 566 8585.
Psychologie
Wisseling van de wacht De Alumnikring Psychologie heeft afscheid genomen van twee kringbestuurders van het eerste uur: Trudy Rigter en voorzitter Walter Everaerd. Ook Ranne Hovius is teruggetreden als bestuurslid. Twee nieuwe leden zijn intussen tot het bestuur toegetreden: Floor Elsenburg en Renée Veldhuis, beiden werkzaam bij de afdeling Psychologie van de UvA. Ter verdere versterking hebben zich bovendien nog twee kandidaten gemeld. De nieuwe voorzitter is Wil Zeegers.
Online enquête onderzoek.uva.nl/alumni
www
37
alumnivaria Henk van Os in Berlijn Lezing over vervalsingen Kunsthistoricus, universiteitshoogleraar Kunst en samenleving aan de UvA en voormalig directeur van het Rijksmuseum Henk van Os verzorgt op donderdag 18 november in Berlijn de lezing ‘Gilding the lily’ (De knol en de citroen), over avonturen met vervalsingen, vervalsers, handelaren en collectioneurs. Van Os sprak eerder over dit thema tijdens een alumnibijeenkomst in New York in 2009. De lezing in Berlijn wordt georganiseerd namens de universiteiten van Delft, Eindhoven, Groningen, Nijmegen, Tilburg en Amsterdam. Kent u alumni, docenten of studenten in (de omgeving van) Berlijn van wie het adres mogelijk niet bij de universiteit bekend is, dan ontvangen wij graag hun contactgegevens. Aanmelden en meer informatie: Nathalie Rijk, N.Rijk@uva.nl of 020 – 525 2823.
LOS 1806 – 2006 Oudste dispuut opgeheven Lang ging men er prat op: het oudste dispuut in Nederland was in Amsterdam, het Oostersch Litterarisch Dispuutgezelschap LOS (Litteris Orientalibus Sacrum, Gewijd aan Oosterse Letteren), met een archief van drie meter in het Stadsarchief (PA 1262). De jubileumbijeenkomst op 6 oktober 2006 werd echter tevens de allerlaatste vergadering. De bescheiden jubileumpublicatie – postuum – omvat een tweehonderdjarige geschiedenis, die begint in de Franse tijd. De oprichtingsrede (in het Nederlands!) van 13 oktober 1806, door ene Bartold van der Feen, bevat een omstandige omschrijving van het doel: de betere kennis van Arabisch en Hebreeuws zal ervoor zorgen dat ‘schandelijke verdraaiingen’ van Voltaire en anderen gegrond bestreden kunnen worden en dat de leden in hun praktijk als ‘leeraars van gemeenten’ vruchten van hun studie zullen plukken. Oud-Lossiaan Piet Kikstra geeft aan de hand van anekdoten een indruk van de werkwijze van het dispuut. De Tweede Wereldoorlog laat weinig sporen achter in het archief, behalve dan tientallen ongetekende nietAriёrverklaringen. Na de oorlog werd LOS tweemaal heropgericht, op 27 november 1945 als LOS-POEL, op 13 december van hetzelfde jaar door anderen als LOS-SIN, beide met de pretentie de ware voortzetting van het roemruchte LOS te zijn. In 1954 gingen beide gezelschappen samen en tekenden een heuse Pacificatie.
foto • Jeroen Oerlemans Eveline Crone
in beeld Het vaandel van 1886 waarin de lamed, alef en de samech staan voor de beginletters van LOS, Litteris Orientalibus Sacrum. (Bijzondere Collecties UvA, Collectie Universiteitsgeschiedenis)
De democratiseringsgolf van 1968 ging ook aan LOS niet voorbij – een periode van slaap volgde, om vanaf 1991 nog tien jaar opgewekt te functioneren. De opheffing van de Faculteit der Godgeleerdheid en de verplaatsing van de predikantsopleidingen betekenden ook het einde van het dispuut LOS, dat zich concentreerde op een kritische bespreking van preken en lezingen. De brochure sluit af met korte schetsen van markante leden als Ferdinand Domela Nieuwenhuis, C.W. Mönnich en Aleida G. van Daalen. (Met dank aan F.J. Hoogewoud.) Jaap Boersma en Piet Kikstra (red.), Litteris Orientalibus Sacrum. In Memoriam Los, 1806-2006. Haarlem 2009. Een beperkt aantal exemplaren is nog beschikbaar voor verkoop, à € 15, via boersma30@zeelandnet.nl.
Rolmodellen bèta Maak meisjes enthousiast Meisjes weten vaak weinig van bètaopleidingen en -functies. Om hierin verandering te brengen wordt gezocht naar rolmodellen die hen een beter beeld kunnen geven van de mogelijkheden en die laten zien dat vrouwen plezier hebben in bètavakken en er goed in zijn. Aanmelden kan via www.spiegelbeeld.net, een online database van vrouwen die werkzaam zijn in bètaberoepen, de techniek of ICT. Spiegelbeeld zorgt vervolgens voor de juiste match en vraagt deelnemende vrouwen – ruim van tevoren – of zij willen
meewerken aan een activiteit in hun regio. De organisatie zorgt voor een goede voorbereiding, zodat meewerken niet te veel tijd kost. Meer informatie en aanmelden: www.spiegelbeeld.net, of info@spiegelbeeld.net.
Oproep reünie Amsterdams Chemisch Dispuut De studievereniging Amsterdams Chemisch Dispuut (ACD) bestaat op 7 november 2010 65 jaar. Ter ere van dit jubileum organiseert de vereniging een reünie en roept daarom oud-leden op zich te melden. Bent u oud-lid en lijkt het u leuk om vrienden en bekenden van destijds weer eens terug te zien? Geef de datum van de reünie, zaterdag 6 november, alvast door aan iedereen die u kent van het ACD en meld u aan via: stichtinglustrumacd@gmail.com (onderwerp: ‘aanmelding reünie’) of via 020 – 525 5601.
Online alumnionderzoek: geef uw mening en maak kans op een iPad! De UvA verneemt graag wat u vindt van de universiteit en activiteiten voor alumni. Ga naar onderzoek.uva.nl/alumni (zonder www), log in met de unieke code op de adresdrager van deze SPUI en maak kans op een iPad. Uw mening wordt op prijs gesteld!
38
spui 33 02 | 2010 www.uva-alumni.nl
amsterdams universiteitsfonds —
Nieuw Sportcentrum en Universiteitsfonds slaan handen ineen Op 8 oktober is het Sportcentrum Universum geopend, de nieuwe hoofdvestiging van het Universitair Sport Centrum (USC) in het Science Park Amsterdam. De opening van het spectaculaire gebouw werd verricht door UvA-collegevoorzitter Karel van der Toorn. Universum telt ruim 9.500 m² en beschikt over verschillende zalen voor een veelheid aan activiteiten. Centraal onderdeel is de klimmuur voor alpinisten van elk niveau. Klimmen via de adembenemend ogende overhang in de muur, met een hellingshoek van meer dan 90°, vergt zowel een grote krachtsinspanning als een goede techniek. Een subsidie van € 10.000, toegekend door het Amsterdams Universiteitsfonds aan het USC, is gebruikt voor het aanbrengen van deze overhang in de klimmuur.
—
Jaarfondscampagne: 1.100 donateurs
—
Rondleiding Heliostaat Tijdens de Universiteitsdag op 12 juni leidde hoogleraar Sterrenkunde Huib Henrichs donateurs van het Amsterdams Universiteitsfonds rond in het Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek van de UvA. Na Henrichs’ korte lezing over de zon en zonneactiviteit, konden donateurs een kijkje nemen in de zonnekoepel en de sterrenkoepel op het dak van het instituut. Ook werden zij gewezen op de toekomstige plek van de heliostaat: een uniek instrument dat de zon nauwkeurig kan projecteren op een groot oppervlak, wat tot nieuwe inzichten kan leiden omtrent zonneactiviteit. De heliostaat wordt onder meer gefinancierd met een bijdrage uit het Amsterdams Universiteitsfonds. In de Jaarfondscampagne 2010 konden donateurs specifiek aan dit project geven. Vanwege het grote aantal geïnteresseerden werd de rondleiding een maand na de Universiteitsdag opnieuw georganiseerd.
In een klein jaar tijd hebben bijna 1.100 alumni, medewerkers en vrienden van de UvA gedoneerd aan de projecten van de Jaarfondscampagne 2010. Dankzij hun betrokkenheid kan een flink aantal studenten onderzoekservaring opdoen of college volgen in het buitenland, zijn er beurzen beschikbaar gekomen voor studenten die willen meewerken aan de Interactieve Patiënten Simulatie van het AMC, zijn er bijdragen geleverd voor de aanschaf van de heliostaat en de ontwikkeling van de Biografie van Amsterdam en is het Promotiefonds docenten aanzienlijk gegroeid. Hoewel het einde van het jaar in zicht komt, kunt u nog steeds aan deze doelen bijdragen. Op www.auf.nl kunt u over elk project een filmpje bekijken en meer lezen. Begin 2011 gaat de nieuwe Jaarfondscampagne van start. Daarin staan de vier speerpunten van het Amsterdams Universiteitsfonds centraal: • academisch-cultureel erfgoed; • studentenvoorzieningen; • excellent onderwijs en onderzoek; • maatschappelijke betrokkenheid. Donaties komen volledig – zonder aftrek van campagnekosten – ten goede aan projecten als reisbeurzen voor studenten, studiebeurzen voor minder draagkrachtige buitenlandse studenten, digitalisering van unieke handschriften en bijzondere activiteiten die bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs en onderzoek aan de UvA.
GEEF OM WETENSCHAP EN STEUN HET AMSTERDAMS UNIVERSITEITSFONDS! Honderden alumni en vrienden van de Universiteit van Amsterdam hebben al gedoneerd aan de bijzondere doelen van het Amsterdams Universiteitsfonds. Ook bijdragen? Bekijk de filmpjes over de doelen van de Jaarfondscampagne 2010 op www.auf.nl en steun het Amsterdams Universiteitsfonds!
Weblog Bakker www.gerbrandsdingetje.nl
column
www
39
tekst • Gerbrand Bakker beeld • Sofie Hansen
Gerbrand Bakker – 1962 www.gerbrandsdingetje.nl • 1992 Nederlandse taal- en letterkunde • 2006 hoveniersopleiding Groene Campus, Alkmaar • boeken: Perenbomen bloeien wit (1999), Woordenboek voor Aankomende Brugklassers (2000), Junior Etymologisch Woordenboek (2006), Boven is het stil (2006, Gouden Ezelsoor en de Debutantenprijs 2006, International IMPAC Dublin Literary Award 2010), Ezel, schaap en tureluur (2009), Juni (2009), De omweg (2010)
de
verdwazing
voorbij Soms is het verrekte moeilijk een duidelijk beeld te hebben van een periode die achter je ligt, zeker als die verder weg komt te liggen en je ‘ergens last van had’ in de betreffende tijd. Ik studeerde van 1985 tot 1992, had daarvoor vier jaar in het wilde Leeuwarden gewoond, waar wij van de Agogische Akademie eigenlijk niets anders deden dan veiligheidsspelden in onze oorlellen steken en dansen op Engelse synthipop met moeilijke kapsels, en dan tussendoor Campari drinken. Mensenlief, de re-remixed-extendeddub-studio-version van ‘I feel love’ van Donna Summer. Trippen was dat. In Amsterdam tripte ik ook. Voor ik het wist was ik ‘negatief geconditioneerd’ geraakt in de kantine van het P.C. Hoofthuis. Niet dat ik dat toen wist, of dat ik het woord kende; zoiets leer je pas jaren later, als je godzijdank geen minuut meer in die kantine hoeft te verblijven. Ik dacht dat ik een beetje gek geworden was en ging in gedragstherapie, die overigens ook nodig was om onder de dienstplicht uit te komen.
Ik houd wel van een beetje praktisch omgaan met geestelijk ongemak. Maandenlang liep ik door de aquariumgangen, zat ik ín de aquaria, met de door de therapeut mij aangeleerde mantra ‘I’m okay, I’m okay’ in mijn hoofd. Die mantra hield de dwanggedachtes weg, maar niet altijd. Gelukkig was iedereen heel lief. Joop van der Horst was lief, Marlies Philippa was lief, net als Rob Resoort en Gerard Vriend en Jan Stroop en René Appel. Herman Pleij was erg grappig, Frida Balk-Smit Duyzentkunst (hoe schreef je dat eigenlijk?) uit de hoogte en Johanna Stouten was nog veel hoger. Die belde ik eens op om een dringend tentamen af te spreken, of nee: zij belde mij terug en toen zei ik heel blij: ‘O ja, hallo!’ en toen zei zij: ‘Nou, het is niet helemaal de toon, maar vooruit.’ Daar schrok ik erg van en ik weet nog, daaróm vermoed ik, dat ze in de Frans van Mierisstraat woonde. En wat heb je nou aan zulk soort informatie? Ik denk dat ik Historische taalkunde koos omdat ik dat het boeiendste hoofdvak vond, maar toch ook omdat ik vermoedde dat vrijwel niemand dat zou kiezen en ik met
zo weinig mogelijk medestudenten in zo’n aquarium zou zitten. Die aanname klopte. Iedereen rende in die tijd naar Taalbeheersing omdat je met die richting ‘veel geld in het bedrijfsleven’ zou kunnen gaan verdienen. Ondertussen had ik mijn gedragstherapeut weggedaan omdat hij steeds in slaap viel en ik na een jaar of twee besefte dat ik dus helemaal nergens last van had, of dat het in elk geval niet heel ernstig was. Dat maakte het laatste deel van mijn studie iets aangenamer, hoewel ik er nooit in geslaagd ben mezelf volledig te de-conditioneren in die vreselijke kantine. Een ander gevolg van mijn ‘ergens last van hebben’ is dat ik in die periode zó met mezelf bezig was, dat ik bijna altijd blanco kijken moet als een medestudent op me afkomt en me hartelijk begroet. Ik heb ze, én het gebouw, én vrijwel alle lesstof, gewist. Als mensen me tijdens een lezing vragen wat dat nou precies inhield, Historische taalkunde, ratel ik een rijtje vakken op (Etymologie, Plaatsnaamkunde (ach ja, professor Dick Blok in het P.J. Meertensinstituut!), OudEngels, Oud-Fries, Runologie (godnogaantoe, ineens zie ik ook weer Arend Quak voor me, in het Bungehuis; hij liet ons een knotsgek boek van Frits Bom lezen, die een bizarre theorie had over hunebedden en runen, dat hij schreef ná zijn Konsumentenmanperiode)) en gelukkig vragen ze dan meestal niet door, want iets vertellen over het hoe & wat zal nauwelijks gaan. Wel zie ik nog een piepjonge (nou ja: hij was toen van onze leeftijd) Paul de Leeuw een optreden geven in de collegezaal. Dat deed hij best leuk. Maar waarom hij dat deed, gewoon overdag, staat me niet meer bij. Misschien wilden ze ons laten inzien dat we dat ook konden worden met een studie Nederlandse taal- en letterkunde? Cabaretier? Ik ging naar CREA en sloot me aan bij de Fri-theatergroep van Liliana Alexandrescu. Dat was destijds een soort redding. Ook Liliana Alexandrescu was lief en zij liet mij de allermoeilijkste rollen spelen omdat zij zag of dacht dat ik dat kon. Ze liet me zelfs extra monologen schrijven als ze vond dat een bepaald personage te weinig tekst had, gewoon in een stuk van Heinrich von Kleist! Nou moe, kom ik er hier nu achter dat al dat schrijven mogelijk bij Liliana Alexandrescu begonnen is? Ik zal haar weer eens bellen. •
Amsterdamse Academische Club De Amsterdamse Academische Club is dé sociëteit van de Universiteit van Amsterdam. De club is gevestigd aan de Oudezijds Achterburgwal 235, in het historische pand ‘Onder de Klok’ aan het Binnengasthuisterrein, in het hart van Amsterdam. De goede keuken, de activiteiten en de sfeer maken de club tot een ideale ontmoetingsplaats voor alumni en medewerkers van de UvA. Denk ook eens aan de Academische Club voor uw: receptie, promotielunch of -diner, borrel, congres, ontvangst van (internationale) gasten.
De Amsterdamse Academische Club is op werkdagen geopend van 12.00 tot 22.00 uur. Oudezijds Achterburgwal 235 1012 DL Amsterdam Reserveringen: 020 - 421 0978 of aac.reservering@gmail.com
Bais op z’n best Keerpunten Momenten van waarheid in de natuurwetenschappen
ISBN 978 90 8964 167 0 €22,50
De natuurwetten Iconen van onze kennis ISBN 978 90 5356 714 2 €14,95
Kwanta, KwinKslagen & KwaKzalvers Essays & columns
ISBN 978 90 8964 266 0 €17,95
De sublieme eenvouD van relativiteit Een visuele inleiding
ISBN 978 90 5356 992 4 €19,50
De boeken zijn te bestellen op de site van Amsterdam University Press (www.aup.nl) en via de boekhandel