Duurzaamheid
Praktijken in het lokaal cultuurbeleid Philippe Liesenborghs
“Een rechtvaardige en duurzame wereld is geen verarmde wereld maar een wereld die rijk is op andere manieren. De uitdaging voor de eenentwintigste eeuw bestaat erin om die wereld tot stand te brengen� (T.Jackson)
2 14
Duurzaamheid: meer dan een laagje isolatie! voorbeelden uit de praktijk
14 LED’s make a difference! / CC Muze – Heusden-Zolder 22
Project Boekenboom / Bib Kortrijk
26
Van Klimaatneutraal tot Klimaatweek / 30 CC - Leuven
30 Kansen voor meer biodiversiteit / Bib Moorslede 34
Weg van Klassiek / Regio Pajottenland en Zennevallei
38
Arpia: kunst met landschap / Herzele
42
Over compostmeesters en kunst in de publieke ruimte / GC De Ster – Willebroek
48
Duurzaamheid in
54 56
Leestips Colofon
CC en bib / Heist-op-den-berg
2 L O C U S
Duurzaamheid: meer dan een laagje isolatie!
Dagelijks bereiken ons berichten over de klimaatverandering, stijgende brandstofprijzen, het verlies aan biodiversiteit en de toenemende sociale onrechtvaardigheid. We beseffen dat we onze keuzes en ons gedrag moeten wijzigen, maar tussen droom en daad…. En toch is er een kentering merkbaar. Ook heel wat cultuurorganisaties gaan op zoek naar manieren om hun ecologische voetafdruk te verlagen en een bijdrage te leveren aan de transitie naar een duurzame en rechtvaardige samenleving. In dit artikel reiken we mogelijke handvatten aan om lokaal aan de slag te gaan.
Philippe Liesenborghs
Van gebouw tot publiek Duurzaamheid?! Duurzaamheid heeft heel wat ladingen. Voor sommigen staat het gelijk aan het verlagen van de ecologische voetafdruk, voor anderen gaat het over een fundamentele breuk met het huidige maatschappijmodel. De verschillende betekenissen creëren verwarring en zetten soms een rem op de noodzakelijke veranderingen. Het neemt niet weg dat de uitgangspunten om in te zetten op duurzaamheid glashelder zijn. Professor Tim Jackson van de Universiteit van Surrey vat de kern van het probleem krachtig samen:
1
“Elke samenleving klampt zich vast aan een mythe. Onze mythe is die van de economische groei. De laatste vijf decennia is het nastreven van groei wereldwijd de hoogste politieke doelstelling geweest. De wereldeconomie is bijna vijf maal zo groot als een halve eeuw geleden. Indien zij met dezelfde snelheid blijft groeien, zal de economie tegen het jaar 2100 tachtig keer de huidige omvang hebben… Deze evolutie is totaal in tegenstrijd met de wetenschappelijke kennis over de begrensde grondstofbasis en de kwetsbare ecologie waarvan wij afhankelijk zijn voor ons overleven.”1
Jackson, T, ‘The challenge of sustainable lifestyles’, In: 2008 State of the World, WorldWatch Institute, 2008
3 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Het hele concept van groei en expansie, de identiteit bijna van onze westerse samenleving, is vanuit ecologisch perspectief problematisch. De draagkracht van de aarde is eindig. Inzetten op duurzaamheid betekent daarom in de eerste plaats het beperken van de ecologische voetafdruk2. Maar duurzaamheid reikt verder dan ecologie. De mensen en landen die het minst verantwoordelijk zijn voor het probleem ondervinden immers de grootste schade als
3
3
4 L O C U S
gevolg van de klimaatverandering. Werken aan duurzaamheid omvat ook inzetten op sociale rechtvaardigheid. De conclusie is onontkoombaar: ons huidige model is niet-duurzaam. Het kan niet blijven duren. De veranderingen waar we voor staan worden wel eens aangeduid als ‘transitie’. Transitie is iets anders dan een geleidelijke aanpassing. Het is een structurele maatschappelijke verandering. Een omslag van het ene model naar een ander3.
De ecologische voetafdruk is een getal dat weergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaalde bevolkingsgroep per jaar gebruikt om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken. Meer weten over de verschillende systeemcrisissen en transitie? Leestips: Jones, P.T. en De Meyere, V., Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid, Antwerpen, EPO, 2009 en De Vriendt, J. (red.), De grondwet. Veranderkracht van lokale gemeenschappen in het licht van duurzame ontwikkeling, In: WisselWerk, cahier 9, 2009.
Wat wil dit voor de cultuursector zeggen?
Invalshoeken voor het lokaal cultuurbeleid
Sinds 2010 onderzoekt het Transitienetwerk Cultuur op Vlaams niveau hoe de cultuursector de transitie naar rechtvaardige duurzaamheid kan oppakken. Het netwerk is ontstaan uit het atelier eco-cultuur dat werd opgericht naar aanleiding van het Cultuurforum. Voor elke beleidsdoelstelling in haar beleidsnota cultuur (2009-2014) richtte Vlaams Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege een atelier op met mensen uit de sector om aan die doelstellingen een invulling te geven. Het atelier eco-cultuur formuleerde enkele doorbraken, met ondermeer de ambitie om tegen 2020 de sector CO2-bewust te laten werken en dit CO2-bewustzijn met overtuiging te laten uitdragen. De visietekst is bovenal een pleidooi voor de erkenning van cultuur, en bij uitbreiding de cultuursector, als motor voor de transitie naar een duurzame samenleving4. Het initiëren van een trendbreuk is immers een cultureel probleem, dat verder reikt dan louter instrumentele oplossingen. Het gaat ook, zoals we verder zullen aantonen, om draagvlak, verbeelding en zin voor experiment.
De ontoereikende mondiale klimaatakkoorden maken duidelijk dat de antwoorden op de uitdagingen vooral lokaal gevonden moeten worden. De transitie vereist pro-actieve overheden die ruimte geven aan en gevoed worden door bedrijven, kenniscentra, organisaties, verenigingen en burgerinitiatieven5. De cultuur- en gemeenschapscentra en de bibliotheken kunnen hier, afhankelijk van de context, de ambitie en de middelen, een rol in opnemen. Omdat de uitbouw van een duurzame werking staat of valt met het interne draagvlak, focussen we eerst op milieuzorg, om daarna in te zoomen op het gebouw en de publiekswerking. De invalshoeken zijn gebaseerd op praktijkvoorbeelden binnen en buiten het lokaal cultuurbeleid.
4
5
6 7
Interne milieuzorg Eén van de concrete invullingen waarmee alle geledingen van de werking aan de slag kunnen, is interne milieuzorg. Er bestaan tal van checklists en methodes om de interne werking te verduurzamen6. Het onderstaande stappenplan is maar één van de manieren om het overleg, het draagvalk en de communicatie bij interne milieuzorg aan te pakken. Afhankelijk van de grootte van de organisatie kunnen bepaalde stappen worden overgeslagen of anders worden aangepakt7.
Visietekst eco-cultuur: www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/ evenementen/cultuurforum/downloads/eco-cultuur.pdf Inspirerend is de toespraak van journalist en auteur Dirk Barrez op de denk- en doedag van het Transitienetwerk Cultuur in november 2011. U kan de tekst terugvinden op www.ibknet.be/download.php?i=1113 Bijvoorbeeld ‘Leuven klimaatneutraal’ (www.leuven.be/klimaatneutraal) en de transitienetwerken in Vlaanderen (www.transitie.be) Leestip: Hopkins, R, Het transitiehandboek, Londen, 2008. Op www.jongesla.be vindt u inspiratie en concrete tips om de werking van cultuurorganisaties te verduurzamen. Tips: Verhoeven, A., Duurzame ontwikkeling in lokaal beleid, Politeia, 2008, p 49-56 en www.lne.be/themas/milieuzorg
5 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
1. Werk een organisatiestructuur uit. > Stel een interne milieuverantwoordelijke aan die het mandaat krijgt om zich te verdiepen in het thema. Hij of zij is ook de aanspreekpersoon binnen de organisatie en stemt de verschillende initiatieven op elkaar af. > Werk in teamverband: vermijd dat de verantwoordelijke er alleen voor staat door bijvoorbeeld een ecoteam samen te stellen met personeelsleden uit alle lagen van de werking. CC Muze uit Heusden-Zolder koos ervoor om eerst te focussen op het interne draagvlak. Het ecoteam werd in de begindagen daarom extern begeleid. De aanpak legde de basis voor een gedeeld verhaal. De bibliotheek van Sint-Niklaas werkt eveneens met een ‘werkgroep duurzaamheid’. 2. Centraliseer de informatie: er bestaat al heel wat materiaal om mee aan de slag te gaan. Doe een beroep op de expertise van bijvoorbeeld de milieudienst, de duurzaamheidsambtenaar of de dienst ontwikkelingssamenwerking. 3. Analyseer de huidige situatie: breng de milieuaspecten van de activiteiten en de infrastructuur zoals energie-, water- en papierverbruik in kaart en bespreek de belangrijkste bevindingen8.
8
4.Cluster mogelijke initiatieven aan de hand van thema’s (bijvoorbeeld ‘energie en water’, ‘papier en aankoop’, afval, mobiliteit). De indeling verhoogt de herkenbaarheid van de acties en vormt meteen een kader voor een timing en planning. Zorg dat u bij de interne acties niet alleen oog hebt voor ecologie, maar ook voor sociale rechtvaardigheid. Kies in het aankoopbeleid dus ook voor producten uit eerlijke handel9. 5. Vermijd dubbel werk. U kan inhaken op bestaande campagnes als ‘Ik Kyoto’, ‘Donderdag Veggiedag’,… die posters, checklists,… ter beschikking stellen10. 6. Controleer en registreer: houd bijvoorbeeld bij acties rond energieverbruik de meterstanden bij. 7. Maak de resultaten zichtbaar: goede zijn een manier om het bewustwordingsproces zowel intern, als naar het brede publiek en het bestuur te versterken. Bepaalde beslissingen zullen bijvoorbeeld niet aan de verwachtingen van het publiek beantwoorden. Toon daarom de meerwaarde op financieel, sociaal en/of ecologisch vlak11. 8. Evalueer en verbeter: maak regelmatig de balans op en stuur bij waar nodig. CC Muze formuleert bijvoorbeeld elk jaar objectieve en haalbare doelstellingen om het energieverbruik met x% te verminderen.
U kan hiervoor, naast scans die worden aangeboden door organisat ies als Ecolife, gebruiken maken van de checklists op www.jongesla.be 9 Eerlijke handel of fair trade bevordert de duurzame ontwikkeling in de internationale handel, met name bij de export van arme landen naar rijke Westerse landen. Fairtrade-producten zijn in België en Nederland herkenbaar aan het Max Havelaarkeurmerk. 10 Overzicht van enkele eco-campagnes: www.bondbeterleefmilieu.be/page.php/16 11 Inspiratie voor de communicatie rond interne milieuzorg: www.lne.be/themas/milieuzorg/milieuzorg/aanpakken/communiceer-en-sensibiliseer-rond-interne-milieuzorg
6 L O C U S
Duurzaam (ver)bouwen De voorbije decennia rezen de cultuur- en gemeenschapscentra en de bibliotheken in Vlaanderen als paddenstoelen uit de grond. De gebouwen zijn in gemeentelijke eigendom en, onder meer door hoog oplopende energiekosten en veranderende maatschappelijke noden, soms aan vervanging of renovatie toe. De gemeentebesturen grijpen steeds vaker deze kans aan om als bouwheer het goede voorbeeld te geven. Een sprekend voorbeeld is de aanbouw van CC Zwaneberg in Heist-op-denBerg12. Het globale isolatieniveau van het gebouw zit ver boven het gemiddelde. Bij de uitvoering van de bouwwerken werd ook
12
maximaal gebruik gemaakt van duurzaam geÍxploiteerd (FSC-gelabeld) hout. Om de akoestiek van het gebouw te verbeteren koos het architectenbureau voor een betonbouw. Niet de meest ecologische keuze, maar de 30 cm dikke muren zorgen samen met de isolatie wel voor een aangenaam en stabiel binnenklimaat. De ruimtes hoeven enkel ’s nachts opgewarmd te worden en tijdens de zomermaanden blijft de warmte buiten. Er is daardoor geen airco in de nieuwe podiumzaal nodig. Daarnaast wordt het regenwater opgevangen en gebruikt voor de toiletten. Vlak naast het CC komt er in de loop van 2012 zelfs een eerste oplaadpunt voor elektrische voertuigen in de gemeente.
Andere voorbeelden: bij de (ver)bouwing van CC Muze en de bibs van Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Niklaas worden er inspanningen ingeleverd om het energieverbruik zoveel mogelijk te beperken.
7 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Voor de selectie van een architect of ontwerp zijn lokale overheden gebonden aan de wetgeving op de overheidsopdrachten. Bij het begin van de procedure moet een programma van eisen worden opgesteld waarin de verwachtingen en ambities met betrekking tot duurzaamheid kunnen worden opgenomen, naast andere elementen als veiligheid, akoestiek en toegankelijkheid. Duurzaamheid kan ook een gunningscriterium vormen bij de beoordeling van een ontwerp. Voor advies en begeleiding kunnen lokale overheden, bedrijven en particulieren met (ver)bouwplannen een beroep doen op het Vlaams Netwerk Duurzaam Bouwadvies, dat bestaat uit vijf provinciale, één stedelijke en twee thematische organisaties13. Het Netwerk formuleerde een advieslijst die als duurzaamheidstoets voor het programma van eisen en de ontwerpen kan worden gebruikt14. Een selectie van enkele opvallende tips uit deze lijst. > Een energiezuinig gebouw begint bij een goed ontwerp: benut passieve zonne-energie
13
door de publieksruimtes aan de zuidkant van het gebouw te plaatsen en zorg voor voldoende daglicht. > Versterk door het ontwerp en de inplanting de rijkdom aan planten en dieren in en rond het gebouw. De bibliotheek van Moorslede heeft bijvoorbeeld haar ‘Leestuin’ natuurvriendelijk ingericht met ondermeer nestkastjes en nectarplanten. De bib werkt hiervoor samen met de milieudienst en Natuurpunt15. > Zorg voor milieuverantwoorde materialen uit onuitputtelijke grondstoffen die beantwoorden aan het principe ‘cradle to cradle’ of gebruik materialen uit eindige grondstoffen met een minimale milieu-impact16. > Maak maximaal gebruik van hemelwater voor toiletten, (vaat)wasmachine, douches,… > Geef de voorkeur aan het verbouwen van een bestaand gebouw boven een nieuwbouwproject. Uit de bovenstaande adviezen blijkt dat duurzaam (ver)bouwen niet alleen gaat om het beperken van het energieverbruik, maar ook om de inplanting, de gebruikte materialen, het beperken van het waterverbruik en het creëren van een maatschappelijk draagvlak. Inspirerend is bijvoorbeeld het praktijkvoorbeeld van “De Vieze Gasten”, een sociaal-artistieke organisatie uit Gent. Eind januari 2007 werd voor de nieuwe foyer geopteerd voor een passiefhuis waar de buurtbewoners aan hebben meegebouwd17.
Een overzicht van de organisaties die binnen het Netwerk actief zijn kan u terugvinden op: www.bondbeterleefmilieu.be/ campaign.php/43. Advieslijst duurzaam bouwen: www.bondbeterleefmilieu.be/downloads_ftp/campagnes/advieslijst_duboadvies.pdf 115 Het uitgeschreven praktijkvoorbeeld kan u vinden op www.locusnet.be/portaal/Locus/LokaalCultuurmanagement/Duurzaamheid 16 Cradle to cradle (C2C) is een nieuwe kijk op duurzaam ontwerpen. Een C2C-ontwerp kent geen afval. Alles kan opnieuw worden gebruikt. 17 Het praktijkvoorbeeld kan u lezen op www.deviezegasten.org/eco.htm en op www.jongesla.be/?q=node/125 14
8 L O C U S
Publiekswerking De noodzakelijke omslag in onze samenleving vereist een kentering in onze manier van denken en leven. Het besef groeit dat er ingrijpende maatschappelijke veranderingen moeten gebeuren, en dat die verder moeten gaan dan milieubewust verbruiken en bouwen. Er is een cultuuromslag nodig. De cultuursector kan haar kracht inzetten om de civiele maatschappij te betrekken bij het uitdenken en vorm geven aan die toekomst. In de visietekst eco-cultuur worden de initiatieven gesitueerd in drie ruimtes: drie manieren om bij te dragen aan de transitie naar een duurzame samenleving. De cultuursector kan de socio-ecologische uitdaging ‘publiek maken’ (publiekdialogische ruimte). Daarnaast kan ze het procesmatige en ‘lerende’ karakter van de noodzakelijke verandering implementeren (leer- en ervaringsruimte). Tot slot is de culturele sector in staat om de noodzakelijke verbeelding en creativiteit binnen te brengen in alle lagen van de veranderingsprocessen (ruimte voor verbeelding)18. De ruimtes kunnen niet los van elkaar gezien worden. Culturele activiteiten verbinden steeds in mindere of meerdere mate aspecten uit de drie ruimtes met elkaar. Het lokaal cultuurbeleid kan met deze ruimtes aan de slag door in de eerste plaats de sociaalecologische uitdagingen en de noodzaak tot verandering kenbaar te maken en het publieke
debat te stimuleren. CC Muze geeft duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid een centrale plek in haar programmatie. Zo organiseert het cultuurcentrum onder de noemer ‘Free Documentary’ een reeks documentaires over maatschappelijke thema’s die telkens worden in- en uitgeleid door een specialist ter zake. Het festival ‘Weg van Klassiek’ en ‘Arpia’ hanteren klassieke muziek en beeldende kunst om het publiek de ecologische en historische waarde van landschappen te laten (her)ontdekken19. In dit kader passen ook initiatieven rond trage wegen en stilte die ons niet alleen confronteren met hoe destructief we soms met landschappen omgaan, maar ons ook inspireren om ze verder te beschermen20. Sommige activiteiten binnen het lokaal cultuurbeleid snijden het thema reeds aan, al benoemen we het niet altijd zo. Een goed voorbeeld is het uitleenproces in bibliotheken, een duurzaam proces bij uitstek. Bibliotheken kunnen bovendien binnen hun informatieopdracht het thema naar voor schuiven aan de hand van infostanden, tentoonstellingen, lezingen,…21. Onder het motto ‘dankzij de bib wordt je ecologische voetafdruk kleiner’ gaat de bibliotheek van Kortrijk een stap verder door de opbrengst van de verkoop van boeken in ‘boekenbomen’ te investeren. Door bij elk van de tien bibliotheken een boom te planten, hoopt de bibliotheek haar eigen impact op het milieu te verkleinen en het publiek te sensibiliseren over de milieuproblematiek22.
18
Visietekst eco-cultuur, 2010, p 4-5. De praktijkvoorbeelden van Arpia vzw kan u terugvinden op p. 38 en het festival ‘Weg van Klassiek’ van Cultuurregio Pajottenland en Zennevallei op p.34 20 Inspiratie om met stilte en rust aan de slag te gaan kan u vinden in de’ stiltekorf ’ van LOCUS en Centrum Waerbeke: www.locusnet.be/portaal/Locus/Publiekswerking/Stilteenrust. Meer info over Trage Wegen: www.tragewegen.be 21 Tip: De Bruin, M., Groene bibliotheken, In: Bibliotheekblad, I, 2012, p 10-15 22 Meer info over het Boekenboom-project op p. 22 19
9 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Het beperken van de ecologische impact van de publieksactiviteiten vormt ook een manier om de dialoog aan te knopen met het publiek. De organisatoren van ‘Weg van Klassiek’ streven er bijvoorbeeld naar om de ecologische voetafdruk van het festival zo klein mogelijk te houden door te werken met recycleerbaar of afbreekbaar materiaal en door de bezoekers aan te sporen gebruik te maken van het openbaar vervoer23. Impulssubsidies, bijvoorbeeld voor duurzaam georganiseerde buurtfeesten, kunnen ook een gedragsverandering teweeg brengen. En in verhuurreglementen kunnen mechanismen ingebouwd worden die duurzaam verbruik stimuleren. In plaats van te werken met een eenheidsprijs voor de verhuur van de schouwburg laat CC Muze de huurders bijvoorbeeld per gebruikte spot betalen. De aanpassing van het reglement zorgde ervoor dat gebruikers bewuster omgaan met het energieverbruik in het gebouw. Niet alleen in het sensibiliseren, maar ook in het mobiliseren van lokale actoren kan de cultuursector een rol opnemen. In de kern van het transitiedenken staat immers het collectief actie ondernemen en sociaal leren: samen ervaringen opdoen, experimenteren en kennis delen. Niet alles kan immers opgelost worden met technische ingrepen of individuele gedragsverandering. Er zullen bruggen moeten worden geslagen tussen gemeenschappen en sectoren om duurzame antwoorden te vinden. 23
De cultuursector kan hier met al zijn ervaring in leer- en gemeenschapsvormende processen een bijdrage toe leveren. Een mooi voorbeeld vormt het GRoen Informatie Platform (GRIP) ingericht in de bibliotheek van Castricum in Nederland24. Het informatiepunt over duurzaamheid biedt een platform waar lokale organisaties en burgers activiteiten kunnen organiseren en elkaar en het publiek kunnen informeren, inspireren en activeren. Het GRIP reikt informatie aan in de vorm van boeken, tijdschriften en dvd’s25. In de toekomst zullen ook spreekuren georganiseerd worden op het gebied van energiebesparing en tuinieren en zullen leeskringen of discussiegroepen rond ‘groene’ thema’s een plek krijgen in de bibliotheek. Vernieuwend is het Amerikaanse concept van de ‘zadenbib’26. Een zadenbib beschikt over een zadencollectie die uitgeleend kan worden. Aan de klant wordt gevraagd om aan het einde van het seizoen zaad te oogsten en dit terug te brengen naar de bibliotheek. Klanten kunnen ook zaden van andere planten doneren en op die manier de lokale biodiversiteit versterken. De bib biedt boeken, tijdschriften en andere media over tuinieren aan en organiseert ook workshops over bijvoorbeeld ecologisch tuinieren. Het concept versterkt de rol van de bibliotheek in de lokale gemeenschap door een nieuwe vorm van dienstverlening aan te bieden. Daarnaast geeft het ook een nieuwe invulling aan bibliotheekfuncties met betrekking tot informatie en ontmoeting.
Een ander voorbeeld vormt het wereldmuziekfestival Mano Mundo. Het festival wordt al jaren duurzaam georganiseerd. Meer info: www.manomundo.be/campagne/ecomundo-tips 24 De bibliotheek Castricum maakt deel uit van het samenwerkingsverband bibliotheek Kennemerwaard (www.bibliotheekkennemerwaard.nl) 25 Het GRIP vormt een samenwerkingsverband tussen de bib, Transition Town Castricum en natuurorganisaties: www.bibliotheekblad.nl/nieuws/nieuwsarchief/bericht/1000000759 26 Meer info: http://kenniskantoor.bibliotheek.be/group/vragen/forum/topics/een-zadenbib-in-elke-vlaamse-en-nederlandsebib? Voorbeeld: http://westcliffegrows.weebly.com
10 L O C U S
De Vlaamse bibliotheken zouden in dit concept ondermeer een beroep kunnen doen op lokale VELT-afdelingen27. Een ander voorbeeld van een participatieve aanpak is de case van de compostmeesters binnen het kunstintegratieproject ‘Willebroe’ van Gemeenschapscentum De Ster. Samen met een kunstenaar werkten de compost-
meesters van Willebroek-Zuid en de buurtbewoners een ‘biodiversiteitstoren’ uit die niet alleen aan artistieke kwaliteit heeft, maar ook de ecologische werking van de compostmeesters stimuleert. De toren biedt een voorbeeldfunctie voor een vernieuwende aanpak rond composteren, waterrecuperatie, biodiversiteit en duurzame energie28. Om een duurzame toekomst vorm te geven, moeten er niet alleen op korte termijn acties ondernomen worden. De initiatieven moeten een richtpunt hebben, een toekomstbeeld. Het lokaal cultuurbeleid kan ruimte geven aan processen waarin de maatschappelijke veranderingen worden verbeeld en nagedacht wordt over duurzame en enthousiasmerende toekomstbeelden29. Vanuit het heden kan men dan concrete stappen zetten naar die toekomst30. Het zijn vooral droombeelden die aangeven dat de toekomst anders en beter kan zijn dan vandaag. In wezen betekent dit het creëren van nieuwe mythen en verhalen die beginnen te verwoorden hoe een gewenste duurzame wereld er uit zou kunnen zien. In heel wat steden en gemeenten gebeuren in de aanloop naar de nieuwe meerjarenplanning participatietrajecten waarin nagedacht wordt over de toekomst31.
27
VELT (Vereniging voor Ecologische Leven en Tuinieren) heeft ervaring in de opstart en begeleiding van moes- en buurttuintjes. Meer info: www.velt.be en www.samentuinen.org. Interessant hierin zijn de vroegere teelttechnieken. Hierin liggen kansen voor erfgoedprojecten, bijvoorbeeld met insteken naar mondelinge geschiedenis. 28 De case van de compostmeesters kan u terugvinden op www.locusnet.be/portaal/Locus/LokaalCultuurmanagement/Duurzaamheid. Een ander voorbeeld waarbij linken gelegd worden tussen buurtwerking, ecologie en kunst is het project ‘Biodroom’ van CC Luchtbal (Antwerpen zie p. 42 29 Visietekst eco-cultuur, 2010, p 5 en Jeroen Peeters, Verbeelding, ervaring en betekenis als levenskwaliteit. Podiumkunsten en duurzame ontwikkeling in Vlaanderen, 2011, p 193-198 : www.kaaitheater.be/docs/Podiumkunsten%20in%20transitie%20 Imagine2020_NL.pdf 30 Voor inspiratie, praktische tips en methodes: Hopkins, R, Het transitiehandboek, Londen, 2008, p 111-138 en De Vriendt, J. (red.), De grondwet. Veranderkracht van lokale gemeenschappen in het licht van duurzame ontwikkeling, In: WisselWerk, cahier 9, 2009, p 289-315. 31 Bijvoorbeeld ‘Roeselare 2030’ (www.roeselare 2030.be) en ‘De Genks’ (www.degenks.be). Binnen ‘Roeselare 2030’ zijn duurzaamheid, vertraging en vergroening opvallende constanten bij de toekomstbeelden.
11 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Een mooi voorbeeld is de campagne ‘Leuven Overmorgen’ van de stedelijke afdeling ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid. De klimaatverandering, de uitputting van de grondstoffen en de bevolkingsgroei werden naar voor geschoven als de voornaamste uitdagingen voor de stad. Om hierop een antwoord te geven, zijn er ondermeer acties nodig op het vlak van mobiliteit, voedselvoorziening en wonen. Met de campagne werd de bevolking uitgedaagd om
32
12 L O C U S
mee naar oplossingen te zoeken en de verwachtingen ten aanzien van het stadsbestuur te formuleren. Naast workshops en woonkamergesprekken, vatte drie tekenaars een dag lang post aan de ingang van de bibliotheek om de ideeën van de bezoekers vast te leggen32. Het lokaal cultuurbeleid kan zijn kennis en ervaring met dit soort van creatie- en participatieprocessen inzetten om de toekomstbeelden mee te helpen vormgeven.
Meer info: www.leuven.be/leven/leuven-overmorgen. Inspirerende toekomstbeelden via www.facebook.com/LeuvenOvermorgen
Optimism is a moral duty Vandaag wordt duurzaamheid vaak zuiver bouwtechnisch benaderd, hetzij in de vorm van energiezuinige gebouwen, hetzij door de toepassing van technische ingrepen. Maar de ecologische, sociale en economische crisissen hebben een fundamentelere oplossing nodig. Ze vereisen een cultuuromslag. Een omslag in ons denken en doen. Dit artikel vormt een uitnodiging om met duurzaamheid (verder) aan de slag te gaan, het geïntegreerd aan te pakken en bovenal de dialoog aan te gaan met het publiek. Het lokaal cultuurbeleid kan een impuls geven aan de noodzakelijke culturele omslag door de sociaal-ecologische uitdagingen publiek bespreekbaar te maken en de noodzakelijke verandering mee te implementeren.
Van voorleesmomenten, podiumvoorstellingen tot tentoonstellingen: ze kunnen allemaal bijdragen leveren aan een kritische reflectie op onze huidige maatschappij en aanzetten geven tot individuele en collectieve actie. De transitie naar een rechtvaardige duurzaamheid heeft immers nood aan netwerken van organisaties en mensen die op lokale schaal de omslag concreet gestalte geven. En ondanks verontrustende rapporten als het Living Planet Report 2012 waaruit blijkt dat Belgen de op vijf na grootste ecologische voetafdruk ter wereld hebben, is doemdenken geen optie33. Om Karl Popper vrij te citeren: ‘So we have a duty, instead of predicting something bad, to support the things that may lead to a better future. Optimism is a moral duty’34.
33
Living Planet Report 2012: http://wwf.panda.org/about_our_earth/all_publications/living_planet_report/ Een gemiddelde Belg verbruikt volgens het Living Planet Report 2012 iets meer dan 7ha/jaar, terwijl dit 1,7 ha zou moeten zijn om het ecologisch evenwicht te handhaven. 34 Popper, K., All Life is Problem Solving, Routledge, 2002
13 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
14 L O C U S
cc Muze
LED’s make a difference! Heusden-Zolder is een groene gemeente. Met enkele passiefscholen in het vooruitzicht en de duurzame reconversie van mijnsite De Schacht met ondermeer ruimte voor een zonnepanelenpark, mag je Heusden-Zolder gerust een energie-ambassadeur noemen. Onder de noemer ‘Fair Art’ denkt ook CC MUZE na over zijn rol. Het verhaal situeert zich op vele niveaus van de werking en is verankerd in een sterke visie die werkt op verschillende fronten. De aandacht gaat niet alleen naar het energieverslindende gebouw, maar ook naar de betrokkenheid van het personeel en de programmering. Een gesprek met directeur Tom Michielsen.
Duurzaamheid is een woord met vele inhouden. Wat betekent het voor jullie? Duurzaamheid maakt integraal deel uit van onze sociaal-artistieke werking. Artikel 27 uit de Verklaring van de Rechten van de Mens vormt een belangrijke inspiratiebron: ‘Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te nemen aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan.’ Onze beleidsprincipes bouwen hier op verder. We streven een geïntegreerd cultuurbeleid na met een kruisbestuiving tussen diverse sectoren en een interdisciplinaire werking waarin alle kunstdisciplines verenigd worden. We dagen het verenigingsleven en lokaal artistiek talent uit om actief te partici-
peren. We gaan uit van het principe ‘Fair Art’ waarbij we een eerlijke, duurzame relatie beogen tussen kunst, kunstenaar en publiek. We onderzoeken onze rol in het duurzaam omspringen met de omgeving, met het milieu en met de energie die we verbruiken. Wat is de rol van het gemeentebestuur? Het bestuur speelt een belangrijke stimulerende en ondersteunende rol, met name naar particulieren. Duurzaamheid is een strategische doelstelling in het gemeentelijk meerjarenplan 2007-20131. Het bestuur kiest voor maatregelen die de duurzame ontwikkeling bevorderen en het maatschappelijke draagvlak rond het thema verhogen. De focus ligt op duurzaam (ver)bouwen met subsidies voor
15 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
zonnecollectoren, regenwaterrecuperatie, isolatie,… Verder wil het bestuur het afvalbeleid verbeteren en een duurzaam mobiliteitsbeleid realiseren. Sinds Heusden-Zolder in 2004 een ‘FairTradeGemeente’ werd, is ook ontwikkelingssamenwerking een belangrijk aandachtspunt2. Het provinciale beleid om van Limburg tegen 2020 een klimaatneutrale regio te maken versterkt de beleidskeuzes3. Een schepen die cultuur en leefmilieu combineert, zorgt ongetwijfeld ook voor extra dynamiek binnen het lokaal cultuurbeleid. Het zorgt bovenal voor mogelijkheden. Het vergemakkelijkt bijvoorbeeld onze plannen voor een duurzame renovatie van het cultuurcentrum en het verscherpt de keuzes die we maken. De rol van de milieuadviesraad mag hierin niet onderschat worden. Hoewel ze voorlopig niet betrokken zijn bij onze verbouwplannen, zorgt de raad wel voor een continue stroom van adviezen naar het beleid. Het geheel zorgt voor een interessant dynamiek. De cultuurbeleidsoördinator, tevens afdelingshoofd vrije tijd, is op de hoogte van onze inspanningen en ondersteunt waar nodig. En hoewel het thema minder sterk wordt opgenomen door de de bibliotheek, merk ik dat het wordt meegenomen in hun geplande verbouwing. Duurzaamheid vindt ingang bij zowat alle diensten. Voor een middelgrote gemeente als Heusden-Zolder speelt de milieudienst hierin een minder doorslaggevende rol. Zij focussen voornamelijk op de ‘harde’ milieuthema’s, zoals milieuvergunningen. De grootste impuls krijgen we vanuit de gemeentelijke ‘Afdeling Welzijn & Lokale Economie’. Bij hen ligt de klemtoon op de sociale kant van de milieuproblematiek. Met name voor ons aankoopbeleid, bijvoorbeeld voor duurzame koffie of bio-werkkledij, krijgen we concrete tips. 2
Meer info: www.fairtradegemeenten.be Meer weten? www.limburgklimaatneutraal.be 4 Meer weten? www.cedubo.be 3
16 L O C U S
Duurzaamheid wordt in onze gemeente dus niet louter vanuit een eng energieverhaal benaderd. De linken naar bijvoorbeeld Fair Trade zijn net zo belangrijk. Dit is absoluut één van onze sterktes. Het neemt niet weg dat het rationaliseren van het energieverbruik een prioriteit blijft voor het bestuur. Geen makkelijke opgave als je bedenkt dat het cultuurcentrum in een gebouw huist dat dateert uit de jaren ’70. Hoe hebben jullie het energieverbruik toch kunnen verlagen en waar liggen de ambities? Het gebouw is na jaren van intensief gebruik versleten. Het is destijds gebouwd met nietduurzame materialen en zonder enige vorm van thermische en akoestisch isolatie. Het gebouw is bovendien eigendom van de gemeente en met vzw MUZE hebben we relatief weinig impact op die bouwfysische toestand. Sinds enkele jaren lobbyen we daarom voor een globale aanpak. Met succes, want in de loop van 2013/2014 volgt de totale renovatie met hopelijk zoveel mogelijk duurzame materialen en technieken. We vragen hiervoor ook advies aan het Centrum voor Duurzaam Bouwen4. Natuurlijk zijn we de afgelopen jaren niet bij de pakken blijven zitten. Het is niet omdat je weinig tot niets aan het gebouw kan veranderen, dat je met je organisatie geen stappen kan zetten in het duurzaamheidsdenken. Om een meer duurzame organisatie te worden, focussen we ons op 3 pijlers: organisatie, bouw en elektronica. We formuleren ook elk jaar objectieve en haalbare doelstellingen om het energieverbruik met x% te verminderen. Duurzaamheid gaat verder dan het zoeken naar energiezuinige maatregelen en lukt maar als de medewerkers die moeten werken met de duurzame technieken of bouwkundige ingrepen er volledig achter staan. Hoe zorg je voor de betrokkenheid van alle medewerkers?
Een organisatie werkt niet alleen in en met een gebouw, maar werkt hoofdzakelijk met middelen en personeel. Het is precies dat personeel dat de sleutel in handen heeft om zinvolle trajecten te ontwikkelen rond duurzaamheid. In afwachting van onze definitieve verbouwing hebben we daarom een vormingstraject afgelegd. We stelden ons vragen als: kunnen we als gebruikers van dit gebouw onze handelingen anders organiseren? Wat is onze ecologische impact? Welke producten kopen en bieden we aan? Waarop hebben wij als personeel invloed en wat kunnen we veranderen in functie van duurzaamheid? Ondermeer Ecolife en auteur en journalist Dirk Barrez, schrijver van het boek ‘Koe 80 heeft een probleem’, hebben ons hierin begeleid5. De sessies hebben naast de bewustwording van onze eigen ecologische impact, geleid tot een
pakket van kleine, evidente en soms verrassende veranderingen die samen wel wat gewicht vormen, vooral in het aankoopbeleid. Zo zijn we in ons drukwerk resoluut overgeschakeld op papier met het FSC-label. Ook de aankoop van kantoormaterialen filteren we via de website milieukoopwijzer.be. We maken meer gebruik van seizoensproducten en lokale leveranciers. En er zijn nu ook in het MUZEcafé meer alternatieven uit eerlijke handel zoals koffie, chocolade en biolimonade en we dragen T-shirts gemaakt van biokatoen uit het Fair Tradegamma. Om de betrokkenheid in de organisatie te versterken, was er ook een ecoteam actief. Het personeel werd bij de start van het traject in 5
www.ecolife.be, www.dirkbarrez.be
17 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
2008 als groep en als individu begeleid door een ecoteam-coördinator vanuit de ‘Afdeling Welzijn & Lokale Economie’. Deze begeleidde ons hele denk- en uitvoeringsproces en maakte een inventaris van mogelijke acties. De coördinator stelde ook objectieve doelen vast, zowel op korte als lange termijn, en gaf feedback op wat goed was en wat beter kon. Een overleg met alle personeelsleden en het formuleren van gemeenschappelijke doelstellingen waren noodzakelijke voorwaarden voor ons duurzaamheidsbeleid. Successen worden ook samen gevierd. Een absolute noodzaak, want duurzaam denken en handelen leidt, zeker in het begin, tot spanningen. ‘Doen we ons werk dan niet meer goed?’, was een vaak gehoorde opmerking. Het gaat in dit soort van trajecten niet om zaken beter te doen, maar anders. Met oog voor de ecologische én sociale impact. Duidelijkheid scheppen vormde het beste antwoord op de spanningen die kwamen bovendrijven. Het ecoteam bestaat ondertussen niet meer omdat duurzaamheid deel is gaan uitmaken van onze courante werking. Gelukkig kunnen we een beroep doen op ons sectoroverschrijdende netwerk. Naast de Afdeling Welzijn & Lokale Economie, krijgen we ondersteuning vanuit de Dienst Patrimonium. Op vaste tijdstippen krijgen onze techniekers een rapport met een overzicht van ons energieverbruik. Verbruiken we meer dan gemiddeld, dan zoeken we samen naar een oplossing. De monitoring zorgt voor een blijvende aandacht voor duurzaamheid. Welke ingrepen hebben jullie op het vlak van technieken doorgevoerd? We plaatsten lichtsensoren in de toiletten en nieuwe spoelingen op het sanitair die veel minder waterverbruik tot gevolg hebben. Ook hier konden we rekenen op advies vanuit de Dienst Patrimonium. Voor de aankoop van technisch materiaal zoals versterkers, TV’s en
18 L O C U S
werktuigen wordt er steeds rekening gehouden met het energielabel. Een belangrijk voorbeeld is onze investering in LED-verlichting. Vroeger werd onze schouwburg verhuurd aan een eenheidsprijs, en daar zat alles in: geluid, licht,… We merkten dat verenigingen daar niet echt rationeel mee omgingen en zonder verpinken 40, 50 à 60 theaterspots vroegen. Kortom, al vlug 50.000 watt voor een productie6. De afgelopen vijf jaar hebben we geïnvesteerd in de aankoop van LED-parren die slechts 74 watt verbruiken. Een daling van ongeveer 95 %. Dus diezelfde productie van 50.000 watt zakt naar 3700. Vervolgens is ook het prijsbeleid veranderd: de schouwburg verhuren we nu aan 100 euro (ipv 500 euro) maar de huurder betaalt nu wel een aparte prijs voor de individuele technieken: namelijk 10 euro per spot. Het gevolg is dat de huurder veel rationeler nadenkt over welke belichting en andere technieken écht nodig zijn. Het bijko-mende voordeel van de LED-parren is dat je er allerlei kleuren mee kan maken. Een toneelvereniging of een harmonie kan met een twintigtal LED-spots al een knap effect bereiken. Kortom, iedereen winnaar: onze technici hebben minder werk omdat ze minder spots moeten ophangen, een daling van het energieverbruik en een lagere factuur voor de vereniging. Ook eigen professionele producties maken we grotendeels met LED-parren. Hoe betrekken jullie de gebruikers van het gebouw, en in ruime zin de inwoners, bij het thema? Een mooi voorbeeld is het concept ‘Fairtrade Wedding’. Onder het motto ‘Trouwen is keuzes maken!’ worden sinds 2010 koppels uitgedaagd om hun trouw op een eerlijke en duurzame manier te plannen. De achterliggende gedachte is mensen bewust maken van fair trade en de duurzame mogelijkheden om hun feest te organiseren. We ontwikkelden daarvoor een online ‘Fairtrade weddingplanner’ met
achtergrondinformatie, leuke tips, weetjes en verkooppunten zodat trouwers weten waar de alternatieven te vinden zijn7. Het huwelijk kan bij ons in een polyvalente zaal plaats vinden en koppels die dat wensen kunnen gebruik maken van een eventplanner. In hoeverre moet het programma van een cultuurhuis inspelen op maatschappelijke problemen en duurzaamheid in het bijzonder? Duurzaamheid is wat ons betreft meer dan duurzaam omgaan met energiebronnen zoals water, gas, elektriciteit… Ook in het programma denken we na over het thema en proberen we het debat te voeden. In 2008 hebben we het einde van ons cultuurseizoen gevierd met een ‘Duurzaam Eindfeest’. Sedert enkele jaren presenteren we ook de reeks ‘Free Documentary’. Dat zijn gratis documentaires over actuele maatschappelijke thema’s die telkens worden
in- en uitgeleid door een specialist ter zake. Samen met de gemeentelijke Afdeling Welzijn & Lokale Economie maken we de selectie. Zo hebben we in het verleden films getoond zoals:‘Black Gold’ over de koffieteelt, ‘Let’s Make Money’ over de bedenkelijke situatie van ons banksysteem, ‘Who Killed the Electric Car’ en ‘Our Daily Bread’ over hoe we omgaan met voedsel. Voor wat betreft de keuze voor beeldende kunst en film- en podiumprojecten werken we samen met het Centrum voor Duurzaam Bouwen, People of the Earth, Natuurpunt, Stichting Limburgs Landschap, Wereldplein Bokrijk, ART 27, Culturen in Beweging en Movin’ Grip. Het denken rond duurzaamheid wordt dus mee bepaald door een tiental organisaties die in onze omgeving actief zijn. Het komt er ook op aan om zelf het goede voorbeeld te geven. Na elke voorstelling krijgen 6 7
Een klassieke PAR-spot verbruikt ongeveer 1000 watt www.muze.be/fairtradeweddingplanner
19 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
onze artiesten geen geïmporteerde bloemen meer, maar een sanseveria. Duurzaam en ludiek. En ook ons tweejaarlijkse kunstenfestival Circo Paradiso is uitgegroeid tot een groot én duurzaam festival met een aanbod van Fair Trade-producten. Opvallend is dat jullie seizoensbrochure slechts vier bladzijden telt. Een bewuste keuze? Absoluut. We kiezen resoluut voor digitale communicatie en de verspreiding via ons netwerk. Uiteraard behouden we de klassieke communicatiekanalen, maar we beperken de papieren communicatie. De gedrukte brochure is voor ons een teaser. Door de beperkte drukkosten kunnen we de brochure aan alle inwoners bezorgen, wat het bereik van onze communicatie alleen maar vergroot.
20 L O C U S
Als je terugkijkt op het afgelegde parcours, wat zou je dan anders doen? We zouden wellicht in een vroegere fase het MUZE-café betrekken. Sinds kort bieden ze Fair Trade-producten aan. In het begin zorgde dit voor spanningen, net omdat ze te weinig betrokken waren. Ik zou ook meer onze ecologische keuzes willen uitdragen, al moet je hier realistisch in zijn. Zolang het huidige gebouw niet is aangepakt, zou dit voor het brede publiek niet geloofwaardg zijn. Zeker omdat veel mensen enkel oog hebben voor de ‘harde’ kant van het thema. Ons aanbod wordt nog te weinig in verband gebracht met duurzaamheid. Soms pakken we er wel mee uit. Dit jaar wonnen we de ‘FairtradeLimburg-toffee’ voor de sociaalrechtvaardige en duurzame aspecten in onze
werking8. Het spreekt voor zich dat we dit breed hebben gecommuniceerd. Maar het kan wat mij betreft nog beter. Van zodra de duurzame verbouwing achter de rug is, pakken we er meer mee uit. Langs de andere kant vind ik het net de kracht van ons parcours dat we er de tijd voor genomen hebben. Het duurt bijvoorbeeld even vooraleer je een netwerk rond dit thema hebt opgebouwd. Mijn belangrijkste advies luidt dan ook: neem de tijd.
SterkWerk
Eco-power • Duidelijke beleidskeuzes: duurzaamheid is een kernwoord in het meerjarenplan van het gemeentebestuur en één van de uitgangspunten voor de uitbouw van de sociaalartistieke werking van het cultuurcentrum. • Integrale aanpak: zowel het gebouw, het aanbod, als het personeel vormen voor het cultuurcentrum bouwstenen om met het thema aan de slag te gaan. • Betrokkenheid van het voltallige personeel: het centrum nam de tijd om eerst een intern draagvlak te verwerven, alvorens concrete acties en een publieksaanbod uit te werken. • Uitbouw van een sectoroverschrijdend netwerk: de samenwerkingen met partnerorganisaties versterken en ondersteunen de eigen werking. • Meten is weten: monitoring en bijsturing van het energieverbruik worden gecombineerd met resultaatsdoelstellingen. • Brede benadering van duurzaamheid: aandacht voor ecologie én sociale rechtvaardigheid.
Eco-challenge • De realisatie van een duurzaam gebouw: geen makkelijke opgave in tijden van besparingen. • De eigen ecologische keuzes kunnen meer worden uitgedragen: de inspanningen om de eigen praktijk te verduurzamen mogen meer gedeeld worden met het publiek. Het cultuurcentrum kan nog meer een voorbeeldfunctie opnemen voor het publiek. • Het publieksaanbod kan worden verbreed met linken naar de ruimtes uit de visietekst eco-cultuur (publiek-dialogische ruimte, leer- en ervaringsruime en verbeeldingsruimte).
Meer weten? Tom Michielsen Directeur CC MUZE Dekenstraat 40 3550 Heusden-Zolder 011 80 80 98 tom.michielsen@muze.be
Een mooie tip om mee te eindigen. Hartelijk dank voor dit gesprek.
8 Meer weten over Fair Trade Limburg? www.fairtradelimburg.be
21 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Bibliotheek Kortrijk
Project Boekenboom Elk jaar verdwijnt er wereldwijd 13 miljoen hectare bos, het equivalent van twee voetbalvelden per seconde. En ondanks tal van beschermingsmaatregelen en grote aanplantacties lijkt het verlies aan bos ook in Vlaanderen onstuitbaar.1 In 2011, tijdens het internationaal jaar van het bos, nam de bibliotheek van Kortrijk het initiatief om de urgentie van het probleem onder de aandacht te brengen.
22 L O C U S
Dankzij de bib… De Kortrijkse bibliotheek koopt jaarlijks zo’n 10.000 boeken aan. En hoewel lenen een duurzaam proces is, wil de bib haar impact op het milieu zoveel mogelijk beperken. Daarom kreeg de Bibliotheekweek 2011 een bijzondere invulling door de lancering van het project “Boekenboom”. Onder het motto “Dankzij de bib wordt je ecologische voetafdruk kleiner“ investeert de bibliotheek sindsdien de opbrengst van de tweedehandse boekenverkoop in de aanplant van bomen, de zogenaamde ‘boekenbomen’. De dienst leefmilieu adviseert de bib welke boomsoort waar kan worden aangeplant. Op termijn zal er in de onmiddellijke omgeving van elke buurtbibliotheek een boekenboom staan. Om het project een extra impuls te geven, werd de tweedehandsverkoop in een nieuw
1
2 3
kleedje gestopt onder de naam Bib Bazaar. Samen met de Vereniging voor Bos in Vlaanderen (Bos +), het Agentschap voor Natuur en Bos en Freinetschool De Levensboom bedacht de bibliotheek tal van activiteiten om bij jong en oud de aandacht te vestigen op het verlies aan bos bij ons en in het buitenland. De activiteiten startten tijdens de Week van het Bos en liepen tot in de Bibliotheekweek2. In de volwassenenafdeling hing bijvoorbeeld een tweedimensionale ‘boekenboom’ waar iedereen een post-it kon hangen met zijn “Dankzij de bib”-getuigenis. Op de glazen voorgevel was er een post-it-boom te bewonderen en de inkomhal werd voor de gelegenheid aangekleed met de echte bomen die na die week werden aangeplant. Enkele ruimtes in de bib kregen een facelift dankzij een fotoreeks van de bekende natuurfotograaf Yann Arthus-Bertrand en in de lounge werden er doorlopend documentaires over bossen vertoond (o.m. Green). De biblio-
Een mooi voorbeeld van een aanplantactie is ‘1 miljoen bomen’, een initiatief van Bos +, Groenhart en het Agentschap voor Natuur en Bos http://1miljoenbomen.be Tweede en derde week van oktober 2011 Foto’s van het project: http://www.flickr.com/photos/bibliotheekkortrijk/tags/boekenboomproject/
23 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
theek zorgde ook voor infostandjes met boeken, folders en filmmateriaal over het thema3. En dankzij de expertise van Bos + en het Agentschap voor Natuur en Bos kon een digitaal platform worden opgezet met interessant filmmateriaal, info over bomen, etc.4. De Levensboom organiseerde in het kader van de lessen wereldoriëntatie zowel op school als in de bib twintig workshops over de ecologische waarde van bossen en het verlies aan bosareaal. Doorheen de workshops werden zoveel mogelijk linken gelegd met de bibliotheekcollectie. De leerlingen kwamen bijvoorbeeld filosoferen tussen de boeken, soldeerden gedichten op boomstammen en leerden koken met materiaal uit het bos. Onder begeleiding van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten maakten de leerlingen als aanklacht tegen onnodig papierverbruik een vloermozaïek uit verscheurde boeken. Maar door een gebrek aan duiding kwam er onverwacht kritiek van de bezoekers. Het kunstwerk werd daarom vroegtijdig verwijderd.
Er zijn bovendien plannen om projecten, voorstel-lingen en lezingen van externe partners die een duidelijke link hebben met bomen én de bibliotheekcollectie, te labelen als ‘boekenboom approved’. Voor de bibliotheek biedt dit het Het project loopt over 5 jaar. De komende jaren voordeel dat activiteiten van andere organisaties worden er meer bomen aangekocht en in de gelinkt worden aan het eigen project. In ruil kunbuurt van ieder bibliotheekfiliaal aangeplant. nen partnerorganisaties gebruik maken van de bibliotheekinfrastructuur en inhoudelijke ondersteuning vanvan een collega uit de bib. “Kiezen voor duurzaamheid is geen evident verhaal. Je moet de platgetreden paden durven verlaten en vooral open-minded zijn. Meer weten? Het onderwerp zorgt ook makkelijk voor controverse. Geef Karen Destoop daarom aan waarom je voor een bepaalde activiteit kiest. Kortom, Bibliotheek Kortrijk zorg voor duiding. Even belangrijk is het binnenhalen van Leiestraat 30 expertise. Werk samen met organisaties en verenigingen die thuis 8500 Kortrijk zijn in het thema. En geef het project de tijd en de ruimte om te 056 27 75 78 groeien.” karen.destoop@kortrijk.be Karen Destoop – projectcoördinator www.kortrijk.be/bibliotheek
TIP
3 4
24 L O C U S
Foto’s van het project: http://www.flickr.com/photos/bibliotheekkortrijk/tags/boekenboomproject/ Het platform werd na de Bibliotheekweek offline gehaald.
Eco-challenge • De bibliotheek kan inzetten op andere sociaal-ecologische uitdagingen, bijvoorbeeld de klimaatverandering of het ruimere transitieverhaal. • De bibliotheek kan de banden met andere scholen aanhalen en een educatief pakket uitwerken op maat van de lessen wereldoriëntatie en/of biologie. • De lange looptijd van het project biedt kansen voor een verdere integratie van de projectinhoud in het lokaal milieubeleid. Een verdieping van de samenwerking met de dienst leefmilieu kan een versterking van de eigen positie betekenen in het gemeentelijke meerjarenplan.
SterkWerk
Eco-power • De bibliotheek maakt de bosproblematiek kenbaar aan het brede publiek. De bib maakt gebruik van campagnes als de Week van het Bos en de Bibliotheekweek om van bij de start een zo ruim mogelijk publiek te bereiken. • De bibliotheek neemt de ecologische voetafdruk van haar boekenaankoop onder de loep, onderneemt actie en betrekt haar klanten en bezoekers. • Het project heeft een lange doorlooptijd (5 jaar) en krijgt hierdoor de kans om in de hoofden van het personeel, het publiek en de partners te groeien. • De expertise van partners als het Agentschap voor Natuur en Bos en Bos + versterkt de inhoud van het project. • Door de samenwerking met Freinetschool De Levensboom ontstaat een kruisbestuiving tussen cultuur- en milieu-educatie en wordt het educatieve aanbod van de bib en de school verruimd.
25 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
30CC - Leuven
Van Klimaatneutraal tot Klimaatweek De opwarming van de aarde is ĂŠĂŠn van de meest urgente problemen waar de wereld vandaag en in de toekomst mee te kampen zal hebben. Een internationaal, wettelijk bindend klimaatakkoord kan dit probleem aanpakken1. In de praktijk stelt men echter vast dat dit proces bijzonder moeizaam verloopt. En toch is er een parallelle beweging aan de gang dat wel zeer hoopvol is. Daarbij worden wereldwijd klimaatinitiatieven genomen vanuit wijken, bedrijven, provincies en steden. In Europa werd ondermeer het EU-burgemeesterconvenant opgesteld, waarbij ondertekenende steden en gemeenten verbintenissen aangaan die de ambitie hoger stellen dan de huidige EU-wetgeving . Ook in Vlaanderen traden diverse steden toe tot dit convenant, waaronder Leuven. Bovendien werden er trajecten opgestart die nog verder gaan en effectieve klimaatneutraliteit beogen. 1
26 L O C U S
Meer info over de sociaal-ecologische uitdagingen: Jones, P.T. en De Meyere, V., Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid, Antwerpen, EPO, 2009
samenleving. Voor de financiering van dit samenwerkingstraject wordt een beroep gedaan op een gezamenlijke inspanning van de stad, de universiteit en de bedrijfswereld4. Binnen dit proces neemt 30CC, het Leuvense cultuurcentrum, een trekkersrol op.
Van Klimaatforum tot Klimaatweek
Leuven Klimaatneutraal Leuven heeft de ambitie om tegen 2030 netto geen CO2 meer uit te stoten. Daarom startte men begin 2012 onder het motto ‘Leuven Klimaatneutraal 2030’ een transitieproces op3. Met een ambitieus bestuur, tal van vooruitstrevende ondernemers, een toonaangevende universiteit en een gemiddeld hoog opgeleide bevolking, heeft Leuven alle troeven in handen om een koploper te worden. In plaats van de klimaatuitdaging als een last te zien, beschouwt de stad de klimaatkwestie als een ongeziene opportuniteit. In een project van een jaar moet aan het einde van de rit een concreet actieplan voorgesteld worden, dat wordt gedragen door de Leuvense politiek (over de partijgrenzen heen), het Leuvense bedrijfsleven, de academische instellingen en de civiele 2 3
4 5
Duurzaamheid staat al een tijdje op de agenda van het cultuurcentrum, nog voor er sprake was van Leuven Klimaatneutraal. Koen Adams, artistiek leider van 30CC, reflecteert op de weg die het cultuurcentrum heeft afgelegd en in toekomst nog wil bewandelen. “De reden waarom we op dit thema inzetten, is omdat cultuur de kracht in zich heeft om verbeelding te stimuleren, te emanciperen, kennis te delen en tegendraadse analyses te maken”, zegt Koen. “En vooral dat laatste is essentieel willen we een omslag in onze samenleving teweeg brengen. Cultuur kan nieuwe verbindingen leggen tussen gemeenschappen en sectoren. Voor ons is het dus een natuurlijke keuze om op dit thema in te zetten. Het culturele veld in Leuven bereikt ook sowieso een groot publiek en kan zo een breed draagvlak creëren voor een duurzame transitie. Al van bij de eerste editie in 2010 bieden we daarom ondersteuning aan het Leuvense Klimaatforum. Het forum is een jaarlijkse dag die georganiseerd wordt door het brede middenveld5. Het cultuurcentrum zorgt voor de infrastructuur en neemt een deel van de communicatie voor zijn rekening. 30CC maakt het forum dus mee mogelijk, het ondersteunt en coördineert waar nodig. Het strookt met wie we als centrum willen zijn. We willen verbindend wer-
Tegen 2020 20% procent minder CO2-uitstoot. Meer info over de burgermeesterconvenant: www.burgemeestersconvenant.eu Transitie staat voor de overgang van de huidige naar een nieuwe samenleving, die een hoge levenskwaliteit combineert met een lage milieu-impact en meer sociale rechtvaardigheid. Transitie is iets anders dan een geleidelijke aanpassing. Het is een structurele maatschappelijke verandering. Een omslag van het ene model naar een andere. Meer info over ‘Leuven Klimaatneutraal 2030’: www.leuven.be/klimaatneutraal Het Leuvens Klimaatforum is een organisatie van 11.11.11, Transitiestad Leuven, Transitie Wijgmaal, Transitie Bierbeek, Dialoog, Voedselteams, Oxfam, Vormingplus, JNM, ACW, ABVV, 30CC, EVA, Masereelfonds, 3012WD en Jeugdcentrum Vleugel F. Meer info: www.leuvensklimaatforum.be.
27 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
ken en een platform aanbieden. We bieden dus niet alleen fysieke ruimte aan, maar ook mentale ruimte voor debat, info en gesprek.” Na het eerste Klimaatforum ondertekende de stad in mei 2011 het EU burgemeesterconvenant op het MO*-klimaatdebat, dat onder- meer georganiseerd werd door 30CC en het Masereelfonds. “Het betekende voor ons een doorstart naar de Klimaatweek die we toen in het najaar voor het eerst organiseerden. In tegenstelling tot het Klimaatforum spelen we hierin een veel prominentere rol. Samen met kunstencentrum STUK, het filmfestival Docville, de hogeschool Groep T, de Bib en Jeugdcentrum Vleugel F werken we een programma uit met tips voor een duurzamer leven, interessante lezingen, docu’s en films, workshops, expo’s en voorstellingen. We bieden in de editie van 2012 ook een forum voor Leuven Klimaatneutraal zodat de eerste stappen in dit proces aan het ruime publiek bekend kunnen worden gemaakt”, zegt Koen. “Dit jaar organiseren Ecolife en Core klimaatv riendelijke maaltijden in Alma. Docville, het internationale documentaire filmfestival, presenteert een uitgekiende selectie films rond duurzaamheid en ecologie. In jeugdcentrum Vleugel F ontdekken kinderen alles over recycleren en wateronderzoek. Theatermaakster Manah Depauw laat Vlaanderen overstromen tijdens een voorstelling in het STUK. ‘Lees Meer!’, het boekenprogramma van 30CC en de Bib, zoomt in op het klimaat6. En er is het derde Leuvense Klimaatforum, waarmee de Klimaatweek eindigt. Meer dan vroeger wil het Klimaatforum een effectief platform zijn voor het debat tussen bewoners, bedrijven en politici. In 2012 zijn het immers 6
28 L O C U S
gemeenteraadsverkiezingen. De nieuwe verkozenen zullen Leuven moeten organiseren tijdens de eerste jaren van uitvoering van het klimaatplan 2030. De vragen en voorstellen van de Leuvenaars kunnen daarbij een richtingwijzer zijn.” Op de vraag wat de kracht is van dit praktijkverhaal, is Koen duidelijk. “De sterkte is dat het ingebed zit in het ruimere Klimaatneutraal-traject. We geven ruchtbaarheid aan de noodzaak tot transitie. De uitdaging ligt er in om niet belerend en met geheven wijsvinger uit de hoek te komen, maar op inventieve en creatieve wijze met de problematiek om te gaan. Het moet een begeesterend verhaal worden en dat is iets waar we naar mijn gevoel in slagen. We maken als cultuurcentrum ook deel uit van het ‘Project Management Team’ van Leuven Klimaatneutraal, waarin ondermeer het STUK zit. Dit houdt niet alleen in dat we inhoudelijk mee de regie voeren op het traject, maar samen met Netwerk Duurzaam Leuven, de stedelijke dienst communicatie en STUK verantwoordelijk zijn voor de communicatie om op die manier de betrokkenheid van de bevolking te garanderen. Vandaar dat Leuven Klimaatneutraal een plaats krijgt binnen de Klimaatweek”, zegt Koen. “Maar dat kan nog beter. Leuven Klimaatneutraal zouden we nog meer als een groene draad door onze acties moeten verweven en als een kans moeten aangrijpen om andere stadsdiensten warm te maken om samen werk te maken van de transitie. Jammer genoeg zijn tal van onze acties reeds ver op voorhand gepland. Het is bijzonder moeilijk om hier flexibel mee om te springen. Al verwacht ik wel dat we in de toekomst meer ruimte gaan kunnen geven aan transitie-initiatieven. Ik merk bijvoorbeeld dat duurzaamheid in onze organisatie steeds meer aandacht krijgt. Zo is onze nieuwe seizoensbrochure gedrukt met respect voor het milieu. Voor onze stafvergaderingen drukken we geen papier meer, maar werken we met laptops
Het hele programma van de Klimaatweek vind je op: www.leuvenseklimaatweek.be en www.30CC.be
en beamers. En voor sommige activiteiten kiezen we voor gerecycleerd materiaal. Ons ecoteam is hierin een belangrijke sturende factor. Momenteel worden de best practices opgelijst en verzamelen we alle nuttige info. We staan dus nog maar aan het begin, al merken we dat de draagvlak voor het thema groeit. Stilaan is er in alle personeelsniveaus een permanent discours ontstaan rond de noodzaak om op duurzaamheid in te zetten. Al is het geen makkelijke opgave om aan de slag te gaan. We zijn immers afhankelijk van het gecentraliseerde gebouwenbeheer. Investeringen in energiearme infrastructuur zitten ingebed in een globalere aanpak. Daarbij komt nog dat sommige van onze gebouwen beschermde monumenten zijn, wat een duurzame renovatie bemoeilijkt.”, zegt Koen. “Maar er worden stappen in de goede richting gezet. Werken aan een duurzame samenleving is een prioriteit voor het Leuvense stadsbestuur en dus ook voor ons. Sinds de opstart van Leuven Klimaatneutraal merk je een nieuwe dynamiek in onze stad. De bedoeling is
Eco-challenge • Leuven Klimaatneutraal biedt voor 30CC kansen om in de toekomst verder op het thema in te zetten. Het cultuurcentrum kan meer aanzetten geven tot debat en individuele en collectieve actie. • Het verder reduceren van de ecologische voetafdruk vormt een hele uitdaging voor het CC, met name voor beschermde gebouwen als de stadsschouwburg.
SterkWerk
Eco-power • ‘Leuven Klimaatneutraal’ is een stadsbreed verhaal waar zowel de stad, bedrijven, kenniscentra als het middenveld bij betrokken zijn. Het cultuurcentrum werkt actief mee aan het transitieproces en versterkt hierdoor haar eigen positie. De lokale netwerken creëren contexten voor de transitie naar een duurzame en rechtvaardige samenleving. • 30CC maakt vanuit haar eigen sterktes, samen met een breed netwerk aan partners, de sociaal-ecologische uitdagingen kenbaar aan het brede publiek en stimuleert het debat. • Het cultuurcentrum neemt een voorbeeldfunctie op door de ecologische voetafdruk van haar werking te beperken. De acties worden intern gestuurd vanuit een ecoteam, wat het draagvlak voor het thema vergroot.
om blijvend te zorgen voor een plek waar het leuk is om te wonen, te werken en te ontspannen, zonder verspilling van de natuurlijke hulpbronnen. Stap voor stap werken we daar samen aan. Mijn belangrijkste tips aan collega’s luidt dan ook: durf de eigen organisatie waar nodig als ‘dienstverlenend’ op te stellen. Maak gebruik van stadsbrede trajecten en zorg ervoor dat het thema leeft in de organisatie. Maak er een transversaal thema van. En vooral: geef ruimte aan het proces en durf mislukken. Meer weten? Koen Adams, Artistiek leider koen.adams@leuven.be Veerle Van Schoelant, Programmator theater en dans / veerle.vanschoelant@leuven.be 30CC, Rijschoolstraat 4, bus 4 , 3000 Leuven 016 23 84 27, www.30cc.be www.leuvenseklimaatweek.be www.leuvensklimaatforum.be www.leuven.be/klimaatneutraal
29 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Bibliotheek Moorslede
Kansen voor meer biodiversiteit Het verlies aan biodiversiteit lijkt in Vlaanderen onstuitbaar. De voorbije eeuw verloren we planten en dieren met ronkende namen als de mercuurwaterjuffer, de ortolaan, fijn goudscherm en het spiegeldikkopje. De natuur staat onder druk door tal van factoren, als pesticidengebruik en verlies aan open ruimte. Samen met enkele partnerorganisaties gaat de bibliotheek van Moorslede op zoek naar een antwoord op deze uitdaging. Een gesprek met bibliothecaris Luc D’Haene.
30 L O C U S
Van waar komt het engagement om met de bibliotheek op biodiversiteit in te zetten? Je zou het gerust een samenloop van omstandigheden kunnen noemen. Vlak naast de bib hebben we een tuin. Een ideale plek voor de bezoeker om even te verpozen, een boek te lezen,… Sinds 2010 richten we de tuin natuurvriendelijk in.
biodiversiteit in Vlaanderen en dat terwijl we met onze tuinen een wezenlijk verschil kunnen maken. Ze beslaan een veel grotere oppervlakte dan alle natuurreservaten in Vlaanderen samen. Door mijn vrijwillig engagement binnen Natuurpunt ben ik op zoek gegaan naar manieren om onze Leestuin zodanig in te richten dat dieren er makkelijk voedsel kunnen vinden.
Wat bedoel je precies met ‘natuurvriendelijk’? De meeste tuinen in Vlaanderen zijn wat we noemen ‘groene woestijnen’. Door de vele uitheemse planten valt er voor dieren van bij ons weinig voedsel te rapen. De meeste vlinders kunnen bijvoorbeeld geen nectar uit uitheemse bloemen halen. Ze zijn er niet aan aangepast. Het vormt een groot probleem voor de
Hoe hebben jullie dit aangepakt? In samenwerking met de milieudienst hebben we nectarplanten voor vlinders en bijen aangeplant. Sinds februari 2011 staan er in de Leestuin ook een vogelvoederplaats en een gluurmuur opgesteld. We werken hiervoor samen met het ‘Stad-Land-schap ’t WestVlaamse hart’, een samenwerkingsverband
tussen negen steden en gemeenten van het arrondissement Roeselare, en de provincie West-Vlaanderen1. Het samenwerkingsverband zet in op het versterken van de belevingswaarde en de omgevingskwaliteit van onze regio. Onder de noemer ‘Leve(n) de tuin!’ roept het ’t West-Vlaamse hart op om via particuliere tuinen te werken aan de natuur en het landschap. Eén van de acties was het opstellen van demovoederplaatsen voor vogels. Die bestaat telkens uit één of meer voedertafels en een vogelkijkwand of ‘gluurmuur’ van waarchter de vogels kunnen worden geobserveerd. In Moorslede staan ze dus opgesteld in onze 1
Leestuin. Vooral kinderen kijken gefascineerd naar het komen en gaan van vogels. Hoe betrekken jullie kinderen nog bij jullie initiatieven? Naar aanleiding van het Nationale Tuinvogel Telweekend in februari 2012 organiseerden we voor kinderen een eenvoudige kennismaking met onze tuinvogels. Een ervaren vogelkenner van Natuurpunt gaf uitleg over de vogels die kinderen in hun eigen tuin kunnen waarnemen. Ze leerden de verschillende soorten ook kennen door in de Leestuin van de bib de voedertafel te observeren vanachter de gluurmuur. Voor ons heeft de Leestuin dus een educatieve functie.
Meer info via www.westvlaamsehart.be
31 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
32 L O C U S
Na de observatie staken de kinderen zelf de handen uit de mouwen en knutselden ze een nestkastje ineen dat ze naar huis mochten meenemen. Ook de ouders en grootouders waren welkom om de kinderen te helpen. En doordat ze in de cursus leerden welke bomen en struiken vogels aantrekken werden ze uitgedaagd om thuis verder aan de slag te gaan. Bovendien zorgden we voor een infostandje met boeken over natuur in de tuin. Voor de activiteit werkten we samen met Natuurpunt, de groendienst en de speelpleinwerking van de jeugddienst.
op grenzen. Het bibliotheekgebouw is ondertussen meer dan 25 jaar oud. De structuur en de beperkte isolatie zorgen er voor dat er veel energie verloren gaat. Voor mij blijft de publiekswerking voor dit thema wel het belangrijkste. Mensen moeten zich meer bewust worden van de mogelijkheden in hun eigen leefomgeving. In de nabije toekomst zullen we daarom nog meer insectenvriendelijke planten in onze tuin aanplanten en crea-workshops organiseren voor het maken van bijvoorbeeld insectenhotels en vlinder- en vleermuizenkasten.
Wat is de meerwaarde van natuuractiviteiten voor jullie werking? Het versterkt ons maatschappelijke draagvlak en onze lokale relevantie. De aanpak zorgt bijvoorbeeld voor nieuwe samenwerkingen met natuurorganisaties. Om dit te versterken willen we een deel van onze educatieve werking richten op natuureducatie. En dat is, gezien de uitdagingen, een terechte keuze mijns inziens. Het neemt niet weg dat we hier in de toekomst nog verder in kunnen gaan door ook op andere vlakken het goede voorbeeld te geven, bijvoorbeeld rond interne milieuzorg. We nemen daarrond wel al enkele initiatieven. De com-puters in de bibliotheek worden bijvoorbeeld uitgeschakeld als we gesloten zijn. Maar we kunnen hier meer op inzetten, al stoten we ook
Welke tips zou u aan collega’s geven die ook met dit thema aan de slag willen gaan? Doe dit niet alleen! Spreek je netwerk aan en werk samen met bijvoorbeeld de jeugddienst, milieudienst, jeugdverenigingen, scholen, natuur- milieverenigingen‌ Zorg ook voor randactiviteiten die een langere tijd zichtbaar zijn in de bib voor alle bezoekers. Bijvoorbeeld een tentoonstelling rond natuurfotografie, een tentoonstelling over allerlei soorten nestkastjes of een fotowedstrijd voor het mooiste natuurhoekje van de gemeente. Leg telkens een duidelijke link naar de mogelijkheden bij de mensen thuis. Zowel in de woning, als de tuin zijn er heel wat ingrepen mogelijk. Bedankt voor het gesprek.
Eco-challenge • De bibliotheek kan nog meer een voorbeeldrol opnemen door ook in te zetten op interne milieuzorg. De duurzame keuzes kunnen gedeeld worden met het publiek. • De activiteiten kunnen aansluiten bij de leerplannen van bijvoorbeeld de lessen wereldoriëntatie in het basisonderwijs. De bibliotheek kan een eductief pakket over de biodiversiteitcrisis uitwerken, met workshops, vertelmomenten en boekenpakketten, zodat meer kinderen bij het thema betrokken worden. De aanpak kan bovendien een hefboom zijn om meer (groot)ouders te bereiken en tot actie aan te zetten. • Op termijn kan er binnen het aanbod van de bibliotheek ook aandacht gaan naar andere aspecten van de milieucrisis, zoals de klimaatverandering.
SterkWerk
Eco-power • De bib vertrekt vanuit haar eigen sterktes en blijft trouw aanzichzelf. De bibliotheek geeft ruimte aan natuureducatie en maakt ook linken met de collectie. • Door de aanplant van streekeigen bloemen en struiken wordt de biodiversiteit in de omgeving van de bibliotheek versterkt. • De bibliotheek neemt een voorbeeldfunctie op. De Leestuin is een voorbeeld van een natuurvriendelijke tuin. De initiatieven zetten bezoekers aan om actie te ondernemen in de eigen leefomgeving. • Het traject getuigt van een vernieuwende wisselwerking tussen cultuur- en natuursector. De uitbouw van een sectoroverschrijdende samenwerking versterkt en ondersteunt de werkingen van de betrokken partners.
Meer weten? Luc D’Haene, Bibliothecaris Bibliotheek Moorslede, Iepersestraat 52A, 8890 Moorslede 051 77 10 57, bibliotheek@moorslede.be www.moorslede.be/bibliotheek
33 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Cultuurregio Pajottenland-Zennevallei
Weg van Klassiek Pajottenland en Zennevallei is een uitgestrekte groene regio aan de rand van Brussel. ‘Weg van Klassiek!’neemt muzieken natuurliefhebbers mee naar verrassende plekjes in de regio.
34 L O C U S
Het festival is een initiatief van de projectvereniging Cultuurregio Pajottenland-Zennevallei . De uitwerking van het festival is in handen van de werkgroep ‘Klassiek in de regio Pajottenland-Zennevallei’1, die sinds 2009 onderzoekt waar en hoe klassieke muziek verbinding kan helpen maken en mee betekenis kan geven aan de streek, de mensen en de muziek2. De werkgroep bestaat ondermeer uit vertegenwoordigers van de cultuur- en gemeenschapscentra Vlabra’ccent regio Pajottenland &
Zennevallei (onder andere CC Westrand uit Dilbeek, CC De Ploter uit Ternat en CC ’t Vondel Halle), Kasteel van Gaasbeek, Servais vzw, ‘Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei’ en de provincie Vlaams-Brabant. Het festival zet volop in op netwerking door ook samen te werken met andere verenigingen en organisaties, zoals vzw Zenne-Senne, die zich inzet voor de herwaardering en ontsluiting van de Zenne. ‘Weg van Klassiek’ vormt voor deze vzw een manier om het publiek opnieuw in contact te brengen met de rivier.
1
De projectvereniging is opgericht volgens de richtlijnen van het decreet intergemeentelijke samenwerking.In het samenwerkingsverband participeren 13 gemeenten en de provincie Vlaams-Brabant. 2 De algemene doelstellingen, waar ook ‘Weg van Klassiek’ op inspeelt, zien er als volgt uit: > Zorgen dat er in de regio een kwalitatief aanbod klassieke muziek aanwezig is op aangepaste locaties. > Leemtes in stijlperioden en/of samenstellingen detecteren en al dan niet invullen. > De geografische spreiding en de spreiding in de tijd optimaliseren. > Klassiek als genre inbedden in een totaalbeleving. > Klassiek als pijler om een verschil te maken met andere regio’s. Kan klassiek een ‘streekproduct’ worden? > In de regio een volwaardige publiekswerking en –werving ontwikkelen rond klassieke muziek.
35 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Festival van klassieke muziek en natuur
Omkadering
Met het festival wil de werkgroep het overleg tussen lokale actoren en programmatoren rond klassieke muziek stimuleren en een project uitwerken met natuur en natuurbeleving als insteek. Op intieme locaties worden de bezoekers verwend met concerten van binnen- en buitenlandse topmusici. Iets meer dan 700 mensen hebben tijdens de eerste editie in 2011 op die manier de ‘Weg van Klassiek’ bewandeld, beluisterd en geproefd. Een degelijke artistieke invulling, een goede omkadering en duurzaamheid zijn de sleutelwoorden van het festival.
De aandacht voor de natuur blijkt uit de gebrachte werken en de groene omgeving van de concertlocaties, maar komt verder tot uitdrukking in de omkadering. Het publiek kan te voet, per fiets of per huifkar de afstand tussen de locaties af te leggen. Het Regionaal Landschap zorgt ervoor dat een ervaren natuurgids onderweg uitleg geeft over het landschap. En ook de maaltijden die het publiek aangeboden krijgt, maken deel uit van het concept. De deelnemers krijgen zoveel mogelijk streekproducten voorgeschoteld en kunnen zo kennismaken met het culinaire erfgoed van de regio. Een dergelijk concept komt pas optimaal tot zijn recht als het aantal deelnemers beperkt blijft. Het doel van het festival is niet om zoveel mogelijk bezoekers te krijgen, maar om de boodschap uit te dragen dat klassieke muziek leeft en dat de natuur in de regio het beschermen waard is.
Artistieke invulling De artiesten zijn telkens van een hoogstaand niveau en de gebrachte werken verwijzen zoveel mogelijk naar de natuur, zoals de Water Music van Georg Friedrich Händel of het Kikkerkwartet van Joseph Haydn3. De locaties zijn stuk voor stuk bijzonder: kastelen en kerken, een hoeve en een villa, meestal in een groene omgeving, wat de natuurbeleving versterkt.
3
36 L O C U S
Een uitgebreid programmaoverzicht kan u terugvinden op www.wegvanklassiek.be
Duurzaamheid De organisatoren streven ernaar om de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden door uitsluitend te werken met recycleerbaar of afbreekbaar materiaal en met bio- en streekproducten. Alle drukwerk komt op FSC-papier, met een alcoholvrij drukproces en vegetale inkt. De folder van het festival kan tegelijk dienst doen als affiche en de verdeling gebeurt voornamelijk met de fiets of te voet. De bezoekers worden uitgenodigd om de auto zo veel mogelijk aan de kant te laten staan en zich op een duurzame manier naar het festival te verplaatsen.
co-challenge • De regionale samenwerking vormt een kans om de inspanningen te verbreden en uit te diepen. Het samenwerkingsverband kan een voortrekkersrol in de regio opnemen door de gemaakte ecologische keuzes meer te delen met het publiek. De aanpak kan tal van lokale actoren, bijvoorbeeld verenigingen en lokale besturen, inspireren om ook deze weg in te slaan. Ervaringsuitwisseling binnen het samenwerkingsverband kan een extra stimulans zijn. • Het kunstaanbod kan verruimd worden. Kunnen lokale amateurkunstenaars bijvoorbeeld uitgedaagd worden om muziekstukken te schrijven over het landschap en de natuur van de regio? Op die manier kan men het maatschappelijk draagvlak verruimen en andere doelgroepen naar het festival leiden.
SterkWerk
Eco-power • De werkgroep vertrekt vanuit de kracht, de sterktes en de uitstraling van de regio om via klassieke muziek een verhaal te vertellen over de regio. Het festival wendt klassieke muziek aan voor het ontwikkelen van streekidentiteit. ‘Weg van Klassiek’ versterkt het streekbewustzijn door inwoners uit de regio in contact te brengen met het landschap. Het programma motiveert de bezoeker om duurzamer om te springen met het natuurlijke erfgoed in de regio. • Vernieuwende wisselwerking tussen de cultuur- en natuursector. De uitbouw van een sectoroverschrijdend netwerk versterkt en ondersteunt de werkingen van de betrokken partners. Het aanbod getuigt van een kruisbestuiving tussen beide sectoren. • De ecologische impact van het festival wordt zo klein mogelijk gehouden.
Meer weten? Steven Demesmaeker, Voorzitter werkgroep programmator CC Westrand 02 466 20 30 steven.demesmaeker@westrand.be Peter François, Coördinator festival 0499 33 51 51 info@wegvanklassiek.be Fred Gillebert, Coördinator regionale samenwerking cultuur en jeugd Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei 0479 44 32 12 fred.gillebert@vlaams-brabant.be www.wegvanklassiek.be
37 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Herzele
Arpia: kunst met landschap Vlaamse landschappen zijn cultuurlandschappen, ontstaan door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur. Maar door de steeds verder gaande industrialisering en urbanisering raakten we de voorbije decennia steeds meer vervreemd van het ons omringende landschap. In de zomer van 2009 leefde er in Herzele daarom het idee om een beeldend kunstproject op te starten waarin het landschap een centrale rol zou spelen. Zowel het gemeentebestuur, als enkele inwoners wilden door middel van kunst de banden aanhalen tussen mens en natuur. Het landelijke Herzele, gelegen aan de rand van de Vlaamse Ardennen, leende zich daar perfect toe. Arpia vzw was geboren. 38 L O C U S
Arpia vertrekt vanuit de vaststelling dat mensen pas bewust worden van hun leefomgeving, als ze voelen dat het landschap (in haar ruimste betekenis) een deel is van hun leven. De vzw wil iedereen daarom op een andere manier naar het landschap laten kijken door via kunst de verschillende betekenislagen in het landschap bloot te leggen. Arpia is een project dat nationale en internationale kunstenaars uitdaagt om met het landschap creatief en met de nodige aandacht voor de identiteit van het gebied aan de slag te gaan. Het kunstwerk versterkt zo de beleving van het landschap door ermee in dialoog te treden en het verhaal ervan tot uitdrukking te brengen. Artistiek leider Luea Ritter wil met een transdisciplinaire aanpak de aandacht vestigen op de samenhang tussen mens en natuur1.
1
Arpia krijgt financiële en logistieke steun van het gemeentebestuur. Zo kunnen uitgenodigde kunstenaars bijvoorbeeld bij de opbouw van hun werken rekenen op de technische dienst. De gemeente is bovendien betrokken in het bestuur van de vzw. Cultuurbeleidscoördinator Jan Hermans volgt als zakelijk leider niet alleen de financiën op, maar werkt ook aan een lokaal netwerk rond dit thema. Arpia doet daarnaast een beroep op landschapsdeskundigen als Prof.Dr.Em. Marc Antrop (Universiteit Gent) om de integrale benadering van landschappen in de werking te integreren. Naast de ondersteuning vanuit de gemeente vond de vzw projectmiddelen via de provincie Oost-Vlaanderen en LEADER, een subsidiëringsprogramma voor plattelandsontwikkeling.
Meer info over ‘land art’: http://nl.wikipedia.org/wiki/Land_art
39 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
lingen en diverse andere activiteiten. De site inspireerde kunstenaars tot het maken van o.a. bakstenen menhirs vlak bij de steenbakkerij, die de relatie tussen het landschap en het menselijke ontginningsproces blootleggen. De kunstenaars spelen door de gebruikte materialen en hun ontwerp elk op een eigen en unieke wijze in op de diversie lagen van het landschap.
De uitvalsbasis van Arpia is een oude steenbakkerij aan de rand van Herzele waar tot in de jaren ‘80 bakstenen werden geproduceerd van lokaal ontgonnen leem. Arpia koos als rode draad van het project voor een permanent kunsttraject in en rond de oude steenbakkerij. Het werkt hiervoor samen met kunstenaars die via hun artistieke werk in dialoog willen gaan met het landschap. Het permanent toegankelijke en evoluerende traject met beeldende kunst en klankkunst wordt jaar na jaar verrijkt met nieuwe werken en omkaderd met tijdelijke tentoonstel-
40 L O C U S
Elke zomer is de site het toneel van meer dan 20 activiteiten. In de oude steenbakkerij gaat er telkens een binnententoonstelling door met werk van kunstenaars uit verschillende disciplines – o.a. in situ-installaties, klank, beeld, film en multimedia. Daarnaast zijn er lezingen, brunches, workshops en wandelingen2. Steeds wordt de interactie met het landschap opgezocht, al wordt hiervoor niet alleen gebruik gemaakt van artistieke invalshoeken. Zo werkte Arpia in samenwerking met het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen en de Vlaamse Landmaatschappij een themawandeling rond landbouw uit waarin de rol van de landbouw in het landschap aan bod kwam. Samen met Natuurpunt Herzele organiseerde de vzw ook een natuurwandeling in de omgeving. Dat deze meervoudigheid van het landschap en de manier waarop de kunstwereld hiermee kan omgaan belangrijk is, onderstreept Arpia door een samenwerking aan te gaan met Hogeschool Gent en Universiteit Gent voor een landschapsinventarisatie in en rond de oude steenbakkerij. De resultaten van dit onderzoek zullen de kunstenaars inspiratie opleveren voor nieuwe kunstwerken. Om kunst in de publieke ruimte te laten slagen is er ook draagvlak en betrokkenheid van de lokale bevolking nodig. De inbedding in het lokale netwerk is voor Arpia dan ook van groot belang. Er wordt bijvoorbeeld samengewerkt met de lokale afdeling van Natuurpunt, het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen en de dienst Milieu 2
Het volledige programma kan u terugvinden op www.arpia-art.be
Door het permanente karakter van de meeste kunstwerken streeft Arpia er naar om de impact op het landschap te beperken. In de keuze van de materialen wordt met natuurlijke en/of ecologisch verantwoorde materialen gewerkt. En voor het permanente traject wordt er zonder elektronica gewerkt. Arpia probeert de ecologische voetafdruk van haar evenementen ook zo klein mogelijk te houden. Er wordt bijvoorbeeld gesorteerd – zowel tijdens de productiefase als tijdens de brunches. Ook het afval van het publiek wordt gescheiden. En voor verplaatsingen van kunstenaars, gasten of voor prospectie wordt, als het enigszins kan, met de trein gereisd. Om het drukwerk te beperken verkiest men online communicatie. Het resterende drukwerk gebeurt bij een lokale drukker op FSC-papier met ecologische inkt. Voor de drankvoorziening kiest men voor lokale brouwers of wijnhandelaars. De koffie komt van een lokale koffiebranderij en de fruitsappen en thee worden in de lokale biowinkel gekocht. Voor de hapjes en catering wordt er met bio- en streekproducten gewerkt en voor de inrichting van de lounge aan de ingang van de steenbakkerij werd er een partnerschap aangegaan met de kringloopwinkel van de regio.
Eco-power • Integrale benadering van landschappen: niet alleen de ecologische waarde, maar ook de erfgoedwaarde krijgt een plek in het project. Arpia kiest ook voor een vernieuwende wisselwerking tussen cultuur- en natuursector. De uitbouw van een sectoroverschrijdend netwerk versterkt en ondersteunt de werkingen van de betrokken partners. • Het project brengt de inwoners uit de regio weer in contact met het landschap. Meer aandacht voor deze cultuurlandschappen, zorgt voor een duurzame bescherming en een verhoogd gevoel van streekbewustzijn en –identiteit. Streekidentiteit is wat mensen bindt met elkaar en met het landschap waarin ze leven. Door inwoners samen te brengen rond een thema in hun nabije omgeving maken ze zich hun streek meer eigen. • Duurzame organisatie: de voetafdruk van de werking wordt zo laag mogelijk gehouden.
SterkWerk
van de gemeente, de Heemkundige Kring en landschapdeskundigen om een goede integratie van de kunstwerken met het landschap te kunnen garanderen en ervoor te zorgen dat de kunstwerken ook voor de natuur een meerwaarde kunnen bieden. Zo zijn de hutten langs het parcours van Gilles Bruni daardoor niet alleen een schuilplek voor mensen, maar ook voor tal van dieren.
Eco-challenge • De duurzame keuzes kunnen verder geïntegreerd worden in het lokaal cultuurbeleid, bijvoorbeeld door de ecologische impact van andere cultuurevenementen in de gemeente ook te beperken. • Door nog meer in te zetten op andere kunstvormen, naast beeldende kunst en klankkunst, kan een breder publiek aangesproken worden. • Het project heeft op lange termijn te weinig structurele middelen. Na het stopzetten van de projectsubsidies, zal op zoek moeten worden gegaan naar nieuwe middelen.
Meer weten? Jan Hermans, Cultuurbeleidscoördinator Herzele Zakelijk leider Arpia vzw Markt 20, 9550 Herzele, 053737434, jan.hermans@herzele.be www.arpia-art.be
41 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
GC De Ster – Willebroek
Over compostmeesters en kunst in de publieke ruimte
42 L O C U S
Willebroek en water: de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De gemeente ligt aan het kanaal Brussel-Schelde in het zuiden van de provincie Antwerpen en telt 24.500 inwoners. De 'Brug van Willebroek' en het Fort van Breendonk zijn wellicht de meest bekende monumenten. De centrale, goed bereikbare ligging op de as Antwerpen-Mechelen-Brussel, maakte van Willebroek een eerder residentiële gemeente. En door de groeiende verstedelijking kwam niet alleen de open ruimte onder druk te staan, maar werd ook het sociale weefsel aangetast. Sinds haar aantreden in 2007 is het daarom de ambitie van het bestuur om van Willebroek een ‘groene, levendige, ondernemende en zorgzame gemeente te maken’. Inspraak, betrokkenheid en een wijkgerichte aanpak lopen als rode draden door het beleid.1 De gemeente maakte van duurzaamheid een beleidsprioriteit. Bij de start van de legislatuur ondertekende het bestuur daarom het ‘Lokaal Kyotoprotocol’ van de Bond Beter Leefmilieu. Het protocol is een engagementsverklaring waarin de gemeente zich ertoe verbindt om een lokaal klimaatbeleid op te zetten, of in het geval van Willebroek, verder te zetten en te verscherpen2. Onder impuls van de milieudienst en de duurzaamheidsambtenaar kwa1 2
men er energie-audits voor de gemeentelijke infrastructuur en bij nieuwbouw en verbouwingen wordt voortaan onderzocht welke maatregelen kunnen worden genomen om energie te besparen. Daarnaast zijn er ook sensibiliseringscampagnes naar het brede publiek en het gemeente personeel. Om milieuvriendelijke verplaatsingen naar het werk en tijdens de werkuren aan te moedigen werden bijvoorbeeld enkele dienstfietsen aangekocht.
Het gemeentelijk beleidsplan 2007-2012 kan u terugvinden op: www.willebroek.be/nl/188/collections/287/beleidsplannen.html Lokaal Kyotoplan: www.willebroek.be/nl/content/1671/lokaal-kyotoplan.html
43 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Het protocol betekende een doorstart voor duurzame ontwikkeling in de gemeente.
Duurzaamheid in Gemeenschapscentrum De Ster De gemeentelijke inspanningen op het vlak van duurzaamheid beïnvloeden ook het gemeenschapscentrum. In het verleden werd bijvoorbeeld deelgenomen aan de ‘Dikke Truiendag’ om de CO2-uitstoot van het centrum te beperken. Maar buiten de campagneperiodes worden, ondermeer door het ontbreken van een interne verantwoordelijke, weinig initiatieven genomen om bijvoorbeeld het energieverbruik te beperken. Binnen de programmatie komt het thema af en toe aan bod. In 2009 werd bijvoorbeeld de ecologische theatervoorstelling ‘Tegen de lamp’ van Dimitri Leue en Steven Vromman geprogrammeerd3. In de loop van 2013 wordt ook gestart met de duurzame verbouwing van het centrum en er zijn plannen om in de polyvalente zaal over te schakelen naar LED-verlichting. Ook in de projectwerking is er aandacht voor duurzaamheid. Vooral de biodiversiteitstoren in het kunstintegratieproject ‘Willebroe’ spreekt tot de verbeelding.
3
44 L O C U S
Willebroe: Met de K van Kunst Het gemeenschapscentum kent een traditie in het opzetten van projecten rond hedendaagse beeldende kunst. Het centrum kiest voor een gediversifieerde aanpak, met bijzondere aandacht voor participatieve en gemeenschapsvormende processen. Er wordt ruimte gegeven aan zowel professionele kunst als amateurkunsten. Naast een leidraad voor kunstaankoop, een sectorale adviesraad voor de kunsten en een tentoonstellingsaanbod met aandacht voor lokaal talent, komt de vernieuwende aanpak het meest naar voor in het project ‘Willebroe’ dat eind 2012 wordt afgerond. In plaats van lukraak kunstwerken aan te kopen of via schenking te aanvaarden en vervolgens uit te kijken naar een geschikte plek voor het kunstwerk, koos GC De Ster er in 2007 voor om met dit project de rollen om te draaien. Aan de hand van een open oproep kon elke inwoner, vereniging of buurtcomité, een deelnameformulier indienen en zo een plek kiezen voor een nieuw te ontwerpen kunstwerk. Van de 19 ingediende voorstellen werden door een professionele jury vijf plekken weerhouden voor uitvoering. De jury hield hierbij rekening met de motivering, de haalbaar-
Meer info: www.indymedia.be/index.html%3Fq=node%252F33258.html
heid en de mate waarin de plek gebaat is met een kunstwerk. Eén van de gekozen locaties is de vaste stek van de ‘compostmeesters’: het wijkcomposteerpark in Willebroek-Zuid. Elke week zetten een tiental vrijwilligers er zich in om de composteertechnieken en het kringlooptuinieren aan de bevolking te demonstreren. Na hun selectie gingen de compostmeesters samen met vzw De Nieuwe Opdrachtgevers, die instaan voor de artistieke bemiddeling, op zoek naar de meest geschikte kunstenaar voor hun plek. Samen met hen formuleerden ze ook de concrete opdracht voor de kunstenaar. De compostmeesters wilden samenwerken met iemand die de biologische processen van het composteren op een artistieke manier zichtbaar kon maken. Ze hoopten bovendien met het kunstwerk meer bekendheid te geven aan het wijk-composteerpark en de banden met de omliggende mulitculturele buurt aan te halen. Na een intense zoektocht vonden ze een geschikte kunstenaar: Angelo Vermeulen. Zijn wetenschappelijke roots (dokter in de biologie) in combinatie met zijn participatieve manier van werken, gaven de doorslag. De bestaande ‘wriemeltoren’ van de compostmeesters, een torenconstructie met composteermateriaal en nestgelegenheid voor insecten, gaf de kunstenaar inspiratie voor zijn eerste ontwerpen. Samen met de compostmeesters en architect Kris Mys evolueerden de voorstellen na verschillende overlegmomenten van een nieuwe wriemeltoren naar een ‘biodiversiteitstoren’. De toren moet niet alleen een baken voor de compostmeesters en de omliggende buurt worden, maar moet ook een verrijking betekenen voor de natuur. De ellipsvormige toren steunt daarom op vijf kernbegrippen4:
4
Recyclage: de toren zal gevuld worden met groen restmateriaal om allerlei dieren aan te trekken. Naast dit recyclagemateriaal zullen ook levende planten aan de toren worden toegevoegd. Biodiversiteit: de combinatie van droge materialen en levende planten en een bewust spel van licht en schaduw moeten een zo groot mogelijke planten- en dierenrijkdom garanderen. Dit verschijnsel refereert ook symbolisch aan de kleurrijke buurt waar het kunstwerk opgetrokken wordt. Compostering: De constructie van zes verrolbare composteerbakken, die in de basis van de toren kunnen worden geschoven, illustreren het composteerproces. Elke zes weken wordt een volgende stap van het proces opgestart zodat het volledige proces aan de bezoekers kan worden getoond. Waterrecuperatie: dankzij de opvang van hemelwater van een nabijgelegen woonblok kan de toren bevloeid worden. De toren en de buurt zijn symbolisch met elkaar verbonden. Duurzame energie: via zonne-energie wordt het gerecupereerde regenwater opgepompt. Een zichtbaar watercirculatiesysteem van vaten en slangetjes bevloeit alle compartimenten van het bouwwerk. Om het draagvlak voor het kunstwerk te vergroten, willen de kunstenaar en de composmeesters de buurtbewoners nauw bij het bouwwerk betrekken. Angelo Vermeulen en de compostmeesters kregen hiervoor ondersteuning van de dienst samenlevingsopbouw. Een concrete stap naar de buurt was bijvoorbeeld de organisatie van een infomoment in het composteerpark. Aan de hand van uitvergrote ontwerptekeningen maakten de mensen uit de
Meer info over het ontwerp op www.willebroekunst.be
45 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
buurt kennis met de geplande biodiversiteitstoren. In een latere fase worden de planten voor het kunstwerk ook samen gekozen. Deze projectaanpak heeft een hoog prijskaartje. Om extra middelen te zoeken werd het project voorgesteld aan bedrijven als Indaver. Dit internationale bedrijf, met onder andere een vestiging in Willebroek, biedt kwalitatieve en duurzame oplossingen voor het afvalbeheer van industriĂŤle bedrijven en openbare overheden. Indaver werd aangenaam verrast door het kunstproject en verklaarde zich bereid om de realisatie van de biodiversiteittoren financieel te ondersteunen.
46 L O C U S
Naar alle waarschijnlijkheid wordt de biodiversiteitstoren in het najaar van 2012 opgeleverd.
Meer weten? Griet Ivens, Cultuurdienst Torenstraat 6, 2830 Willebroek 03 860 97 91 cultuur@willebroek.be www.willebroekunst.be www.denieuweopdrachtgevers.be www.kunstindepubliekeruimte.be
Eco-challenge • Integrale aanpak: zowel het gebouw, het aanbod, als het personeel vormen bouwstenen om met het thema aan de slag te gaan. - Het thema zou in de programmatie van het gemeenschapscentrum meer ruimte kunnen krijgen, met linken naar de ruimtes uit de visietekst eco-cultuur (publiek-dialogische ruimte, leer- en ervaringsruime en verbeeldingsruimte). - Duurzaamheid kan ook geïntegreerd worden in de bestaande projecten door bijvoorbeeld bij toekomstige kunstprojecten de ecologische voetafdruk en de meerwaarde voor de biodiversiteit op te nemen in de selectiecriteria.
meesters. Het kunstwerk is een voorbeeld voor een vernieuwende aanpak rond recyclage, composteren, waterrecuperatie, biodiversiteit en duurzame energie. - Vernieuwende, kwalitatieve omgang met de publieke ruimte: het kunstwerk werd vormgegeven met respect voor de natuur en de omliggende buurt. Het versterkt de biodiversiteit én de sociale banden tussen de bewoners en de compostmeesters. - Sectoroverschrijdende partnerschappen: dankzij de expertise van en wisselwerking tussen de partners, compostmeesters en de kunstenaar ontstaat kunst met een ecologische én sociale impact. - Het project kreeg de tijd om te groeien (5 jaar!), waardoor het effect ook na afloop voel- en zichtbaar zal blijven.
SterkWerk
Eco-power • Duurzaamheid is een beleidsprioriteit voor het gemeentebestuur. Het geeft een kader voor de eigen initiatieven. • GC De Ster heeft beginnende ervaring met het verlagen van de ecologische voetafdruk van de werking. Er is een voedingsbodem om er verder mee aan de slag te gaan. • Willebroe, case compostmeesters: - Participatie van betrokken groep en buurtbewoners: van voorstel tot realisatie. Hierdoor ontstaat een kwaliteitsvol, gedragen en lokaal relevant kunstwerk. - De gemeente geeft ruimte aan de opdrachtgevers om een eigen invulling te geven aan het kunstwerk. De aanpak stimuleert en waardeert de duurzame en ecologische werking van de compost-
- De betrokkenheid van het personeel kan versterkt worden door een interne trekker aan te duiden, eventueel aangevuld met een ecoteam. Het thema moet een gedeeld verhaal worden wil het kans tot slagen krijgen. • Aandachtspunt in de case van de compostmeesters: buurt blijvend betrekken. Wat kan de rol van cultuur hier in zijn? Zijn er mogelijkheden voor locatietheater met linken naar composteren, buurttuintjes,…. Kan het project, in een eventueel aangepaste vorm, ook in andere buurten een plaats krijgen?
47 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
48 L O C U S
Heist-op-den-Berg
Duurzaamheid in CC en bib Duurzame ontwikkeling als gemeentelijk beleidskader Heist-op-den-Berg, gelegen in het zuiden van de Antwerpse Kempen, telt iets meer dan 40.000 inwoners. Ondanks de sterke bevolkingstoename heeft de gemeente haar agrarisch uitzicht kunnen behouden. Maar de resterende open ruimte zal de komende decennia onder druk komen te staan. Enkele prognoses suggereren zelfs een bevolkingstoename met meer dan 10.000 inwoners1. Om de leefbaarheid van de gemeente ook in de toekomst te garanderen wil het bestuur een beleid voeren, dat rekening houdt met de principes van duurzame ontwikkeling. Ze schenkt hierbij niet alleen aandacht aan de ecologische invalshoeken, maar ook aan het socio-economische luik. De gemeente streeft een ontwikkeling na die de kwaliteit van de leefomgeving verbetert, die sociaal rechtvaardig is, die de draagkracht van ecosystemen niet overschrijdt en die steunt op de actieve participatie van de bevolking2. Op lange termijn is het de bedoeling dat deze principes voor het beleid op elk bestuurlijk niveau een leidraad worden3. 1
2
3 4 5
De gemeente wil bovendien het goede voorbeeld geven door met haar eigen diensten een intern milieuzorgsysteem uit te bouwen4. Tijdens recepties, grotere evenementen, vergaderingen en ontvangsten worden wegwerpmaterialen geweerd. En bij het ontwerp van nieuwe gemeentelijke gebouwen houdt men rekening met de principes voor duurzaam bouwen. Om een echt duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wil het bestuur een zo breed mogelijk draagvlak creëren. Niet alleen de gemeente maar ook de industrie, onderwijs, instellingen, verenigingen… worden uitgedaagd om te participeren. De jeugddienst ondersteunt bijvoorbeeld jeugdverenigingen met een extra subsidie indien ze bij nieuwbouw of verbouwing duurzame maatregelen zoals regenwatergebruik, spaardouchekoppen, energiezuinige verwarming, … integreren in het ontwerp. Sinds oktober 2011 is er een duurzaamheidskrant, met tips voor het brede publiek om bijvoorbeeld energie te besparen of duurzaam te (ver)bouwen5. Het krantje wordt ook gebruikt om de gemeentelijke inspanningen
Citymarketingplan ‘Heist-op-den-Berg 2020’, 2007: http://www.heist-op-den-berg.be/Beleid-en-planning-economie-Beleid-enplanning-economie_2.html Inspiratie haalde de gemeente uit de definitie van duurzame ontwikkeling naar aanleiding van de VN-Conferentie in Rio de Janeiro in 1992: ‘Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van het heden zonder de mogelijkheden in gedrang te brengen van de toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien.’ (cf Milieubeleidsplan 20072013, p 65. Milieubeleidsplan 2007-2013: http://www.heist-op-den-berg.be/Beleidsdocumenten-Beleidsdocumenten_8.html ‘Beleidsnota 2012’: http://www.heist-op-den-berg.be/Beleidsdocumenten-Beleidsdocumenten.html Meer info: http://www.heist-op-den-berg.be/Duurzame-ontwikkeling.html
49 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
aan het brede publiek te communiceren. Het hele proces wordt aangestuurd door de duurzaamheidsambtenaar van de milieudienst.
Duurzaamheid in bib en CC Het gemeentelijke beleid rond duurzame ontwikkeling is ook voelbaar binnen de bibliotheek en het cultuurcentrum. Beide organisaties liggen op een boogscheut van elkaar op het centraal gelegen ‘Cultuurplein’. Wat meteen in het oog springt is de uitbreiding van CC Zwaneberg in 20106. Bij het ontwerp werd aandacht besteed aan de principes van duurzaam bouwen. Het globale isolatieniveau van het gebouw zit ver boven het gemiddelde7. Bij de uitvoering van de bouwwerken werd ook maximaal gebruik gemaakt van duurzaam geëxploiteerd (FSC-gelabeld) hout. Dit is ondertussen standaard opgenomen in alle bestekken in de gemeente. Om de akoestiek van het gebouw te verbeteren koos het architectenbureau voor een betonbouw. Niet de meest ecologische keuze, maar de 30 cm dikke muren zorgen samen met de isolatie wel voor een aangenaam en stabiel binnenklimaat. De ruimtes hoeven enkel ’s nachts opgewarmd te worden en tijdens de zomermaanden blijft de warmte buiten. Er is daardoor geen airco in de nieuwe podiumzaal nodig. Daarnaast wordt het regenwater opgevangen en gebruikt voor de toiletten. Vlak naast
6
7 8
50 L O C U S
het CC komt er in de loop van 2012 ook het eerste oplaadpunt voor elektrische voertuigen in de gemeente. Om de hoogoplopende energiekosten in het verouderde bibliotheekgebouw de baas te blijven, werden enkele kleine ingrepen gedaan, waaronder de herstelling van het lekkende dak. Onder impuls van de duurzaamheidsambtenaar zijn er in de bibliotheek en het cultuurcentrum ook andere maatregelen genomen om de ecologische impact van de werking te beperken. In plaats van plastic bekertjes worden tijdens vergaderingen glazen en tassen gebruikt en alle kopieën en briefwisselingen gebeuren op papier met FSC-label. De programmabrochure van het CC zal vanaf 2012 ook op duurzaam papier gedrukt worden. En voor de catering doet de bibliotheek een beroep op de plaatselijke Oxfam-wereldwinkel. Drie gemeentelijke gebouwen, waaronder de bibliotheek, namen van november 2011 tot april 2012 deel aan de campagne ‘werKlimaat’ van de provincie Antwerpen8. Aan de hand van maandelijkse tips van de milieudienst werden de personeelsleden uitgedaagd om samen energie te besparen. Om het enthousiasme aan te wakkeren en de campagne op te volgen, werd er een interne verantwoordelijke aangesteld. Duurzaam woon-werkverkeer wordt door de gemeente gestimuleerd door jaarlijks mee te
In ‘Dossier 3’ van het team Vlaams Bouwmeester staat een artikel over CC Zwaneberg: http://www.vlaamsbouwmeester.be/files/e6835e05aab64ad19da481f5f6753cec.pdf Het gebouw heeft een K-waarde van 25. Meer info: www.provant.be/bestuur/departementen/leefmilieu/dienst_duurzaam_mili/ondersteuning_gemeen/campagnes/werklimaat
doen aan de ‘Ik Kyoto’-campagne van Bond Beter Leefmilieu9. Gedurende 13 weken sprokkelen werknemers de duurzame pendeldagen bijeen. En met succes, want de betrokkenheid van de bibmedewerkers zorgt er voor dat ze telkens koploper zijn in de gemeente. Heist-op-den-Berg neemt ook deel aan de actie ‘Met belgerinkel naar de winkel’ die duurzame mobiliteit promoot10. Fietsers en wandelaars kunnen in de bib stempeltjes verzamelen en met een volle spaarkaart maken ze kans op tal van prijzen. Sinds 2010 heeft de bibliotheek ook een dienstfiets met boodschappentrolley om makkelijk en duurzaam boeken te vervoeren van de boekhandel naar de bib, en
tussen hoofdbib en uitleenposten. Voor enkele activiteiten wordt, ondermeer door de Bibbeldezen, gebruik gemaakt van een bakfiets. De spaarkaarten voor klassen die de bibliotheek aanbiedt, worden door hen gepromoot11. In een kleurrijk pakje, gewapend met humor en fijne boeken, gaan ze op stap met de fiets. Op die manier promoten ze niet alleen lezen, maar ook duurzaam vervoer. En ook in het aanbod krijgt duurzaamheid, vooral in het cultuurcentrum, stilaan een plek. In samenwerking met de milieuraad organiseerde het cultuurcentrum bijvoorbeeld een voorstelling van de film ‘An inconvenient truth’. En in
9
www.ikkyoto.be www.belgerinkel.be 11 De spaarkaart daagt kinderen uit om te lezen. Per boekgenre is een sticker ontworpen die op de boeken wordt aangebracht. Wanneer kinderen één van deze boeken lezen, krijgen ze een sticker van de leerkracht. Als een klas alle stickers bij elkaar heeft gespaard, komen de Bibbeldezen langs in de klas om een leesbevorderend spel te spelen. 10
51 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
52 L O C U S
2009 programmeerde het CC de voorstelling ‘Tegen de lamp’ van Dimitri Leue. Naar aanleiding van deze voorstelling werd een kledingruil georganiseerd. Aan de toeschouwers werd vooraf gevraagd om enkele herbruikbare kledingstukken mee te brengen die werden opgehangen in de inkomhal van het cultuurcentrum. Na de voorstelling werden diegenen die een kledingstuk hadden meegebracht uitgenodigd om te gaan ‘shoppen’ en een ander
kledingstuk mee naar huis te nemen. Tijdens de 11.11.11-campagne organiseert het cultuurcentrum ook telkens een voorstelling waarvan 1 euro per bezoeker naar 11.11.11 gaat. De voorstelling wordt samen met de lokale 11.11.11.-afdeling geselecteerd. Gelijktijdig organiseerde de Noord-Zuiddienst van de gemeente, in samenwerking met enkele scholen, tijdens de campagne van 2011 een tentoonstelling over de klimaatcrisis in de bibliotheek.
Meer weten? CC Zwaneberg Jan Bourgeois Directeur Bergstraat z/n 2220 Heist-op-den-Berg 015 25 07 70 jan.bourgeois@zwaneberg.be
Bibliotheek Anja Gevaert Bibliothecaris Berkenstraat 3 2220 Heist-op-den-Berg 015 24 57 44 bibliothecaris.bibheist@bibliotheek.be
12
Eco-challenge • De eigen initiatieven worden nog sterker als ze een centrale plaats innemen in de jaaractieplannen en ingebed worden in het gemeentelijke beleid rond duurzame ontwikkeling. Op die manier versterken het cultuurcentrum en de bibliotheek ook hun positie in de nieuwe meerjarenplanning. • Het thema biedt kansen om de samenwerking tussen het cultuurcentrum en de bibliotheek te versterken en verder te bouwen aan een sectoroverschrijdend netwerk. Zo kan er voor campagnes als de Bibliotheekweek en de Jeugdboekenweek gezocht worden naar mogelijke linken met natuur- en milieu-educatie. (Bijvoorbeeld een voorleesmoment over bedreigde planten en dieren in de eigen gemeente in combinatie met natuurbeheer.) Er kan hiervoor samengewerkt worden met de milieudienst, de scholen en/of het Regionaal Landschap Rivierenland. • De eigen inspanningen rond duurzaamheid kunnen meer zichtbaar gemaakt worden. De bibliotheek en het cultuurcentrum kunnen een voorbeeldfunctie opnemen voor het brede publiek. • Het huidige eco-aanbod kan uitgebreid worden met initiatieven die inspelen op actie en toekomstverbeelding. Inspiratie kan gevonden worden in de drie ‘ruimtes’ die geformuleerd worden in de visietekst eco-cultuur12. • Toewerken naar een duurzame bouw of verbouwing van de bibliotheek. • Om de interne dynamiek in de toekomst te garanderen kan er een eco-verantwoordelijke worden aangesteld of, in het geval van de bibliotheek, worden behouden.
SterkWerk
Eco-power • De gemeente formuleerde een brede visie op duurzame ontwikkeling die doorsijpelt naar alle diensten. • Het gemeentebestuur koos voor een duurzame uitbreiding van het cultuurcentrum. • Gemeentediensten kunnen advies inwinnen bij de milieudienst over de duurzaamheid van projecten of raad vragen over duurzame oplossingen voor problemen. De milieudienst stimuleert de gemeentediensten en de bevolking voor deelname aan campagnes als ‘Ik Kyoto’. • Het thema krijgt een plek in het aanbod. De bibliotheek en het cultuurcentrum organiseren en faciliteren infoavonden, theatervoorstellingen, tentoonstellingen,… • Er is bij het personeel betrokkenheid en enthousiasme om het thema verder op te pakken.
De visietekst eco-cultuur kan u terugvinden via: www.cjsm.vlaanderen.be/cultuur/evenementen/cultuurforum/downloads/eco-cultuur.pdf
53 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
54 L O C U S
Leestips • Jones, P.T en Keytsmans, E., Het klimaatboek. Pleidooi voor een ecologische omslag, Antwerpen: EPO, 2007. • Jones, P.T. en De Meyere, V., Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid, Antwerpen, EPO, 2009. • De Vriendt, J. (red.), De grondwet. Veranderkracht van lokale gemeenschappen in het licht van duurzame ontwikkeling, In: WisselWerk, cahier 9, 2009. • Hopkins, R., The Transition Handbook. From Oil Dependency to Local Resilience, Green Books Ltd, 2008. (Download hier de Nederlandstalige versie) • Verhoeven, A., Duurzame ontwikkeling in lokaal beleid, Politeia, 2008. • De Bruin, M., Groene bibliotheken, In: Bibliotheekblad, I, 2012, p 10-15. • Peeters, J., Verbeelding, ervaring en betekenis als levenskwaliteit. Podiumkunsten en duurzame ontwikkeling in Vlaanderen, 2011, p 193-198. • Kunst en natuur, Boekman (90), voorjaar 2012. • Visietekst eco-cultuur • Stiltekoffer: zeven inspirerende acties
Lees meer op www.jongesla.be
55 DUURZAAMHEID IN HET LOKAAL CULTUURBELEID
Colofon
Naar een duurzaam lokaal cultuurbeleid Een online publicatie van LOCUS vzw, Steunpunt voor lokaal cultuurbeleid www.locusnet.be Auteur Philippe Liesenborghs Eindredactie Maja Coltura Fotografie Carol Verstraete, met assistentie van Carla Martens. coverfoto: project Biodroom (Carol Verstraete) De Vieze Gasten, Gent / CC Muze, Heusden-Zolder, Fair Trade Limburg / Bib, Kortrijk / 30 CC, Leuven, Tijl Vereenooghe, www.erf-goed.be, LeuvenOvermorgen / Bib, Moorslede / Regio Pajottenland en Zennevallei / Arpia, Herzele / GC De Ster, Willebroek / CC Zwaneberg en bib, Heistop-den-berg, Pieter Verbruggen / indien geen Š vermeld: foto onbekend, alle rechten voorbehouden
Productie en vormgeving mdmedia & partners, Gent - www.mdmedia.be Met dank aan Tom Michielsen, Karen Destoop, Koen Adams, Heleen Vanden Bergh, Luc D’Haene, Fred Gillebert, Jan Hermans, Griet Ivens, Jan Bourgeois, Anja Gevaert, Annelies Van Calster en Jim Baeten. Denk even aan het milieu voor u deze pdf afdrukt.
56 L O C U S