Future of Education

Page 1

meer op planet-cause.nl

FUTURE OF EDUCATION

Lens Dagmar

Waar de scholier woont, wat de ouders verdienen en of het kind een beperking heeft, het zijn allemaal factoren die de onderwijsuitkomsten sterk beïnvloeden’’

Lees
is een commerciële uitgave verspreid met EW. De redactie van EW
betrokkenheid
deze productie.
Dit
heeft geen
bij

IN DEZE UITGAVE

Leren digitaliseren Een

langetermijnperspectief

Opleiden als oplossing Met de huidige uitdagingen is een goed opgeleide beroepsbevolking essentiel.

Opstaan voor een sterk mbo Aandacht voor digitalisering in het mbo is van groot belang.

‘Hoe ziet het toekomstig hoger onderwijseruit en welke rol kan digitalisering daarin spelen?’ was de vraag waar in 2021 een divers gezelschap van onderwijsvernieuwers met elkaar over in gesprek ging. Dit resulteerde in de transitieagenda ‘Leren digitaliseren’. Projectleider Gijs Diercks en deelnemers Manon Geven en Mariska Kleemans vertellen hoe zij de transitieagenda in hun praktijk ervaren.

Voor Manon Geven biedt de transitieagenda inspiratie om het werk dat ze doet ook écht op langetermijnperspectief te beschouwen. “Het denken vanuit transitie geeft nieuw elan. We zijn vaak geneigd om, als we iets willen veranderen, meteen vanuit het nu te denken. Als je NU iets wilt veranderen is dat logisch. Maar niet als je gaat kijken naar de toekomst. Als aanloop naar de Digitaliseringsimpuls Onderwijs (waarin mbo, hbo en wo samenwerken) stellen we nu ook een transitieagenda voor het mbo op. Dat is best wel een stap, maar ook goed om te kijken in hoeverre we met het hbo en wo die stip op de horizon delen.

Natuurlijk zijn de brede maatschappelijke ontwikkelingen gelijk maar toch zijn er wel nuances te maken. Bijvoorbeeld op het gebied van kansenongelijkheid en de kloof tussen arm en rijk. Dat wordt in het mbo misschien nog wel meer gevoeld. Of het principe uit de agenda over de verbondenheid van de instelling met de maatschappij, die ligt voor het mbo ook nét wat anders. Mbo-instellingen zijn van nature al sterk regionaal verankerd en verbonden met de maatschappij.

Met de verschillende niveaus en opleidingen die we aanbieden, zowel initieel als post-initieel, hebben we in het mbo te maken met een heel brede doelgroep. In het denken over het omgaan met die verschillen zijn we denk ik daarom al een stapje verder dan de andere onderwijssectoren. Er zijn dus zeker kleine verschillen en die proberen we nu te ontdekken. Verder zijn we nu ook aan het inventariseren welke doorbraakprojecten er bij ons zijn. En de moeilijkste vraag is: Wat mist er nog als je vanuit het mbo-perspectief naar het vraagstuk kijkt?

Deze hele exercitie levert al veel goede gesprekken op met elkaar en hopelijk straks ook met de andere sectoren; met als doel een gezamenlijke stip aan de horizon te zetten. Om vervolgens van daaruit samen naar die toekomst te kunnen toewerken, dat wens ik te bereiken.”

Mariska Kleemans ziet veel van de thema’s uit de transitieagenda in haar praktijk oppoppen. Bijvoorbeeld het principe dat de onderwijsinstelling weer echt de thuisbasis moet zijn. “We startten dit collegejaar allemaal op de campus. En we hebben het standpunt ingenomen dat we eigenlijk geen

Over het Versnellingsplan “Het Versnellingsplan is een vierjarig programma (2019-2022) van VH, UNL, SURF waarin 36 hogescholen en universiteiten samen werken aan de kansen die digitalisering het hoger onderwijs in Nederland biedt. Het Versnellingsplan eindigt eind december.”

livestreams meer doen. Anders is de verleiding té groot om niet naar de campus te komen. We doen dit niet alleen vanwege onderwijsinhoudelijke of didactische redenen maar ook voor het welzijn van de studenten. Gelinkt daaraan zijn we nu ook aan het nadenken op lange termijn over blended onderwijs. We zien de noodzaak van fysiek onderwijs en willen kijken naar een optimale combinatie in blended.

Een ander aspect dat linkt met de transitieagenda is het formatieve toetsen. Dat hoort onder meer bij het principe dat lerenden hun eigen leerpad vormgeven. Er heerst een algemeen gevoel dat we af moeten van al die eindtoetsen en dat enorme becijferen en iedereen lijkt te snappen dat er simpeler toetsvormen zijn. Maar hoe we dat dan vormgeven is nog de vraag. Als het gaat over onderwijsinnovatie in het algemeen en dus ook de thema’s van de transitieagenda, geldt dat het systeem wel heel log is. Zodra we iets out-of-the-box willen, wordt meteen de visitatiecommissie als tegenargument genoemd. Terwijl we altijd zeggen dat studenten de ruimte moeten hebben om fouten te maken. Maar als opleiding en organisatie zelf, mogen we het vooral niet fout doen want we denken dat we daarop worden afgerekend.

Het was heel leuk en leerzaam om met zoveel verschillende mensen zo doelgericht aan de transitieagenda te werken. Het motiveert mij nóg meer om actief een rol te nemen in de vormgeving van het hoger onderwijs. Ik gebruik het document ook heel concreet, als inleidend stuk voor een discussie bijvoorbeeld. Het is aan ons, als onderwijsmanagers en docenten om de agenda te concretiseren en het te gaan doen. Dat staat er allemaal niet in en dat is ook goed. Want dat biedt vrijheid om er zelf invulling aan te geven.”

Gijs Diercks: “Het uitgangspunt van onze aanpak was dat we niet naar digitalisering kijken maar naar het hoger onderwijssysteem. Wat gebeurt daar, wat gaat er goed en wat gaat er slecht. Met die inhoudelijke analyse als startpunt zijn we daarna in co-creatie met de deelnemers het onderzoek gaan doen en hebben we het verhaal gemaakt. Bij DRIFT doen we graag actieonderzoek, dus met en voor de praktijk en transdisciplinair. Dat lukt niet altijd even goed. Maar hier is dat heel goed gelukt en daar zijn we als DRIFT echt heel trots op. Het stuk is omarmd door de deelnemers als hun verhaal, dat is heel leuk.”

Over de transitieagenda - “De Transitieagenda Leren digitaliseren van het Versnellingsplan schetsten experts een toekomstbeeld voor het hoger onderwijs dat beter aansluit op arbeidsmarkt en samenleving. Om daar te komen, beschrijft Leren digitaliseren hoe de gewenste transitie eruitziet en hoe deze met elkaar ingezet kan worden.”

Dit artikel is geschreven door: Nicole Bakker

Scan de QR-code voor meer informatie over de transitieagenda of lees meer op www.versnellings plan.nl.

Lees meer op www.planet-cause.nl 2 MEDIAPLANET
05
06
07
07 Mediaplanet Papier gemaakt van gerecycled materiaal @mediaplanet.nl @MediaplanetNL @mediaplanet.nl Project Manager: Guido van Onlangs Managing Director: Britt Welters Head of Content & Digital: Daphne Rosanne Mollema Web Editor & Designer: Machteld van Duijvenbode Gedistribueerd door: EW, december 2022 Drukkerij: Rodi Media Dit is een bijlage bij EW. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van EW. Copyright Mediaplanet Publishing House: Volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding. Credits cover: Shutterstock E-mail redactie: nl.info@mediaplanet.com
Personalisatie en digitalisatie Leraren dienen als regiseur de balans te zoeken in digitale aanvullingen.
Het overburggen van grote niveauverschillen Adaptieve leermiddelen bieden een oplossing.
FOTO: SHUTTERSTOCK

Met inclusieve technologie de kansengelijkheid in het onderwijs vergroten

Ondanks de goede bedoelingen van docenten en scholen, krijgen Nederlandse kinderen niet allemaal dezelfde onderwijskansen. Microsoft wil scholen ondersteunen bij het vergroten van de kansengelijkheid, met educatieve technologie die inclusiviteit bevordert en scholieren klaar maakt voor de toekomst.

Op papier krijgen alle Nederlandse kinderen op school dezelfde kansen om succesvol te zijn en worden. De praktijk is helaas weerbarstiger, want een kansenkloof bestaat in ons land wel degelijk, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Waar de scholier woont, wat de ouders verdienen en of het kind een beperking heeft, het zijn allemaal factoren die de onderwijsuitkomsten sterk beïnvloeden. Meer aandacht voor inclusiviteit is dus van belang. Scholen kunnen hulp om daarmee aan de slag te gaan goed gebruiken, zegt Dagmar Lens. Als Education Lead Netherlands werkt Lens bij Microsoft aan educatie-oplossingen die gericht zijn op het bieden van inclusief onderwijs.

Het doel van de inclusieve Education-oplossingen van Microsoft is ambitieus, maar in feite ook heel simpel: ieder kind moet hiermee de tools en ondersteuning krijgen om volledig mee te kunnen doen in het onderwijs. De technologie is ontwikkeld aan de hand van vier pijlers: inclusiviteit, welzijn, sneller leren en veiligheid en toekomstbestendigheid.

Lens: “Wat dat betekent is dat wij met onze toepassingen willen helpen het leren voor iedereen te versnellen en de uitkomsten verbeteren. Dat doen we met inclusieve technologie, die voor iedereen toegankelijk is. Iedereen moet er goed mee overweg kunnen. Daarnaast moet het bijdragen aan het welzijn van mensen, door bijvoorbeeld stressverlagend te zijn. Zo heb je bijvoorbeeld een ‘reflect tool’ in Teams. Daarmee kan een leerling onder meer aangeven hoe het gaat, of diegene zich goed voelt vandaag en of een bepaalde specifieke opdracht

spannend wordt gevonden. Zo oefent een leerling ook om gevoelens onder woorden te brengen. Tot slot is het natuurlijk essentieel dat alles helemaal veilig en toekomstbestendig is.”

Het zijn volgens Lens uitgangspunten die onderstrepen hoe belangrijk Microsoft kansengelijkheid in het onderwijs vindt. Technologie kan daar in haar ogen een sleutelrol in vervullen. Zo biedt de onderwijsversie van Teams bijvoorbeeld de mogelijkheid om leesopdrachten aan te maken. “Veel kinderen vinden voorlezen in de klas niet erg prettig. In Teams kan een leerling de voorleesopdracht inspreken. Dan wordt automatisch geanalyseerd hoe goed het ging en krijgt het kind feedback. Op basis daarvan draagt de technologie dan nog een coachingopdracht aan en ook kan een docent aan de hand van de score weer een nieuwe opdracht geven.”

Tot de verbeelding spreekt de mogelijkheid om kinderen met behulp van augmented reality te onderwijzen. Met de Hololens van Microsoft of een ander augmented reality device, kunnen voor scholieren ingewikkelde dingen begrijpelijk worden gemaakt, aldus Lens. “Een docent op het mbo heeft bijvoorbeeld hiermee aan leerlingen uitgelegd hoe de stap te maken van een bouwtekening, naar een 3D-bouwwerk. Dat is iets dat normaal gesproken niet iedereen snel doorheeft, maar nu ging dat heel goed.”

Voor bassischolieren is het project Minecraft Verkeerseducatie een aansprekend voorbeeld. Microsoft maakte dit in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland en het leverde zelfs een nominatie op voor de Nationale Onderwijstentoonstelling Innovatie Award

2023. De populaire game Minecraft wordt hiermee ingezet als verkeersles en helpt kinderen uit groepen vijf tot en met acht in de praktijk te brengen wat ze in de verkeersles hebben geleerd. De leerlingen zijn in de game namelijk daadwerkelijk verkeersdeelnemers (in een virtuele wereld weliswaar). De opdrachten in de simulatie sluiten aan op de leerdoelen van Veilig Verkeer Nederland. “Inmiddels hebben al meer dan 100.000 kinderen dit gedaan”, vertelt Lens.

Een verkeersles bereidt kinderen voor op de toekomst, waarin ze zelfstandig aan het verkeer deel moeten kunnen nemen. Leerlingen klaar maken voor wat jaren later komen gaat, is ook een overkoepelend doel van de onderwijstoepassingen van Microsoft, legt Lens uit. “We leiden nu kinderen op voor de banen van later, maar kunnen niet weten wat die in zullen houden. Daarom is het belangrijk dat we ze vooral leren om wendbaar te zijn, zodat ze zich altijd aan kunnen passen als alles ineens anders blijkt te zijn dan iedereen had verwacht of gehoopt. Stel nou dat de baan waar ze van droomden, jaren later niet meer bestaat? Dan moeten ze zo zijn opgeleid dat ze makkelijk de switch kunnen maken naar iets anders. Een leven lang willen leren, dat is de mindset die wij graag stimuleren.”

“We hebben daarvoor bijvoorbeeld een pakket met ‘21e eeuwse vaardigheden’ samengesteld”, vervolgt Lens. “Daarmee bereiden we de kinderen voor op een digitale toekomst en helpen we ze sociaal-emotionele vaardigheden ontwikkelen. Wij zullen dit met Microsoft altijd blijven steunen en volgen. Voor mij is in ieder geval de kern dat we mensen willen leren om te blijven leren.”

Lees meer op www.planet-cause.nl 3 MEDIAPLANET
Dagmar Lens Directeur Onderwijs
mogelijk gemaakt door:
Geschreven door: Diederik de Groot
Dit artikel is financieel
FOTO: MICROSOFT

De belofte van AI in het onderwijs

AI-technologieën geven het onderwijslandschap op verschillende manieren vorm. Hoe beter we deze technologieën begrijpen hoe beter we het kunnen toepassen in het onderwijs. SURF, de ict-coöperatie van onderwijs en onderzoek, heeft een rapport uitgegeven over Artificial intelligence (AI) in het onderwijs. Dit rapport geeft een overzicht van het onderwijslandschap door AI te analyseren met concrete voorbeelden van bestaande toepassingen in de onderwijscontext.

Innovatieve technologieën in de klas brengen is altijd experimenteel en vereist enig besef van wat de behoeften van de leraar en de leerlingen zijn. Kunstmatige intelligentie (AI) begint zijn eigen weg te vinden in klaslokalen, scholen, en de manieren waarop we school mee naar huis nemen via huiswerk of buitenschoolse activiteiten. Dit heeft geleid tot nieuwe discussies over learning analytics, AI in het onderwijs, digitale geletterdheid, privacy en vragen over gegevenssoevereiniteit.

De impact van AI-systemen in de onderwijspraktijk Het rapport gaat in op het gebruik van AI in onderwijspraktijken op micro-, meso-, en macroschaal. Het is niet alleen een vraag voor IT-afdelingen in het onderwijs, maar ook voor docenten en onderwijsvernieuwers. Aangezien de toepassing van AI in het onderwijs ook een directe impact heeft op de onderwijspraktijk.

In het rapport bespreken we de verschillende definities van AI en hoe dit zich vertaalt naar het onderwijsdomein. Het is belangrijk om deze verscheidenheid aan definities te erkennen, omdat ze in de loop der tijd veranderen, met name ook omdat de technologie zich blijft ontwikkelen en nieuwe domeinen raakt. Er worden vier specifieke toepassingen van AI in het onderwijs (Perusall, Jill Watson, PhotoMath en GPT-3) geanalyseerd.

Starten met AI in het onderwijs Het belangrijkste doel van dit rapport is om onderwijsprofessionals een startpunt te geven van waaruit zij de mogelijke toepassingen van AI in het onderwijs kunnen ontdekken. Daarbij ligt de basis niet in theorieën over AI in het onderwijs, maar in de praktische toepassing binnen de klas of onderwijsinstelling.

Dit artikel is geschreven door: Lees meer op www.planet-cause.nl 4 MEDIAPLANET FOTO: SHUTTERSTOCK
Scan de QRcode voor het rapport (in Engels) of lees meer op www.surf.nl

Opleiden als oplossing voor de uitdagingen

Het kabinet heeft ambitieuze plannen op het gebied van een leven lang ontwikkelen. Dat moet ook wel, want wij staan voor ongekende uitdagingen. Om deze het hoofd te bieden is een goed opgeleide beroepsbevolking essentieel. Op dit moment zijn er grote tekorten op de arbeidsmarkt en de noodzaak van banen die de maatschappelijke opgaven van de energietransitie en IT kunnen dienen. Opleiden levert een wezenlijke bijdrage aan het oplossen van deze uitdagingen.

Duurzame inzetbaarheid

De NRTO en haar leden zijn actief in het hart van deze actualiteit. De leden, trainings- en opleidingsbureaus richten zich vooral op opleiden van (jong) volwassenen. De NRTO heeft als uitgangspunt dat mensen zich moeten blijven ontwikkelen om duurzaam inzetbaar te zijn. Naast praktische kennis dienen mensen ook hun persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen. Dat stelt hen in staat om in te spelen op de veranderingen op de arbeidsmarkt. In de praktijk zijn daar al vele goede voorbeelden van. Denk aan de energietransitie. Daarvoor hebben we mensen nodig. Mensen die zonnepanelen en warmtepompen kunnen plaatsen, huizen kunnen isoleren en duurzaam kunnen bouwen, elektrische auto’s onderhouden, laadstations plaatsen.

De NRTO denkt mee over wat nodig is voor de aansluiting op de arbeidsmarkt. Vanuit de gedachte dat we samen verder komen en dat de samenleving iedereen nodig heeft, werkt de NRTO met andere koepelorganisaties samen die actief zijn op de arbeidsmarkt: ABU,

Cedris en OVAL. De alliantie Samen Werken voor Werk laat zien hoe mensen weer aan het werk kunnen door te kijken naar wat iemand nodig heeft. Dit kan een ontwikkeladvies, opleiding of reintegratietraject of een combinatie zijn.

Daarbij werkt de NRTO mee aan initiatieven die het leven lang ontwikkelen verder brengen. Zo werkt de NRTO samen met diverse andere organisaties aan de ‘Werkagenda mbo’. Centraal staat de vraag hoe het mbo verder versterkt kan worden, door kansengelijkheid, betere aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt en een verdere kwaliteitsverbetering. De huidige tijd laat zien dat wij alle mbo’ers hard nodig hebben. De NRTO heeft leden die verkorte intensieve trajecten aanbieden aan (jong) volwassenen in de zorg. In 15 maanden ronden deelnemers deze opleiding af en zijn inzetbaar in de zorg. De Nationale Zorgklas, dat tijdens de coronacrisis is ontstaan, is hiervan een voorbeeld.

Het Stap-budget en leerrechten Werkenden en werkzoekenden kunnen een

STAP-budget van duizend per jaar aanvragen voor scholing en ontwikkeling. Hiermee kan een training of opleiding worden gevolgd. STAP staat voor STimulering Arbeidsmarkt Positie.

De STAP-regeling is een lerende regeling waar met succes door mensen een beroep op wordt gedaan. De eerste voorlopige inzichten over het gebruik van STAP laten zien dat de regeling een diverse doelgroep bereikt, qua leeftijd en opleidingsniveau, met name mensen op mbo-niveau. Deze doelgroep wordt beter bediend dan onder de vorige regeling (de scholingsaftrek). In het kader van leven lang ontwikkelen en eigen regie van mensen is de regeling een goed instrument. Dit resultaat van STAP laat onverlet dat de regeling op onderdelen beter kan. Een aantal aanpassingen om de regeling waarvoor deze bedoeld is verder te verbeteren en daarmee de leercultuur in Nederland verder te kunnen bevorderen. Wat maakt dat dit tot een eerste start van leerrechten die we in Nederland nog veel verder kunnen introduceren in het post-initieel onderwijs.

Snel een taal eigen maken met taalreizen: “Na een paar dagen denk je zelfs al in het Frans”

Het is nooit te laat om een nieuwe taal te leren. Vraag het maar aan de 51-jarige Natalie, die een tweeweekse taalcursus volgde in Nice, Frankrijk. “Leren in het land waar je bent is echt zoveel makkelijker en effectiever,” zegt ze.

Een taalreis, wat houdt dit precies in?

“Taalreizen, ook bekend als studie in het buitenland, is wanneer iemand naar een vreemd land reist om lessen te volgen in de moedertaal van dat land. Het is ook mogelijk om dit als volwassene te doen. Het is een geweldige manier om meer te leren over het land en de mensen.”

Hoe ben je op het idee gekomen om op een taalreis te gaan?

“Ik had een Franse vriend. Ik volgde al een schriftelijke cursus, maar het ging me niet snel genoeg. Ook vond ik het moeilijk om naast mijn fulltimebaan iedere keer weer de motivatie te vinden om te studeren. Ik verlangde ernaar de taal snel onder de knie te krijgen, en de snelste manier is de taal voortdurend te spreken gedurende de dag. Daarom vertrok ik naar Nice om een taalcursus te volgen omdat je volledig ondergedompeld wordt in de cultuur en het dagelijks leven van Frankrijk. Zo verbleef ik bij een lokale familie en volgde ik lessen op een taalschool.”

Wat ging daaraan vooraf?

“Bij Education First vertelde ik over mijn doelstellingen en huidige taalniveau. Daardoor werd ik aan een passend programma gekoppeld. Ook werden de vluchten en accommodatie voor mij geboekt, wat een zeer naadloos proces was waarin ik volledig werd ontzorgd. Bovendien kreeg ik gedurende mijn hele verblijf wekelijks een enquête toegestuurd waarin om terugkoppeling werd gevraagd over mijn ervaring.”

Hoe ziet een dag eruit in Nice terwijl je je cursus volgt?

“Ik volgde elke dag Franse les. Ook was er voldoende ruimte om leuke dingen te ondernemen zoals wijnproeverijen, musea bezoeken, shoppen in de stad en ontspannen op terrasjes met andere studenten.

Tussen de lessen door lunchten we daarnaast regelmatig met elkaar op het strand. Elke dag was weer anders. Het voelde meer alsof ik op vakantie was dan op een cursus, én ik heb echt fantastische mensen ontmoet.”

Wat leverde deze taalreis op?

“Ik was aangenaam verrast dat ik door voortdurend omringd te zijn door de plaatselijke taal veel sneller nieuwe woorden en zinnen oppikte. Sneller dan mijn schriftelijke cursus. Ik betrapte me na enkele dagen dat ik zelfs in het Frans dacht! Ik overwon mijn angst om Frans te spreken en bereikte hiermee mijn doel. Als je op zoek bent naar een echte verbetering van je taalvaardigheid, dan raad ik je ten zeerste aan om een taalreis te maken.”

Ga je in de toekomst meer taalreizen maken?

“Ik ben iemand die wil blijven leren via taalleerprogramma’s. Ik heb de smaak te pakken.

Zo kijk ik ernaar uit om Italiaans te leren in Italië. Ook bleek mijn enthousiasme aanstekelijk te zijn: deze keer gaat er ook een vriendin mee. En misschien gaan we wel langer dan twee weken!”

Het belang van doorleren als individu Doorleren kan op allerlei manieren invulling gegeven worden en bestaat naast het traditionele leren ook uit het opdoen van ervaringen in de praktijk. Reizen en het ontdekken van de wereld en andere culturen is hier een groot onderdeel van. Middels taalreizen leer je niet alleen vaardigheden in de taal, maar is de ontwikkeling nog vele malen groter.

De voordelen van een nieuwe taal en cultuur leren kennen Des te meer we leren over elkaars gebruiken en culturele achtergronden des te beter we elkaar kunnen begrijpen en samen kunnen werken. Naast het voordeel op persoonlijk vlak geeft dit tevens betere mogelijkheden in het werkveld. Met steeds meer internationale samenwerkingen is het spreken van andere talen en het begrijpen van onderlinge culturen van toenemend belang. Daarnaast leren dergelijke buitenland ervaringen je meer over jezelf.

De mogelijkheden

Binnen EF word er een tal van verschillende mogelijkheden aangeboden. Dit kan variëren van groepsreizen voor kinderen (vanaf 13 jaar), individuele reizen voor middelbare scholieren, studenten en volwassenen maar ook programma’s speciaal voor professionals. Met 50 verschillende locaties, tien verschillende talen en vertrekmomenten het hele jaar door, wordt elke reis op maat gemaakt.

Geschreven door: Jolanda Hugens Kommers

Nathalie van Ham Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door
Lees meer op www.planet-cause.nl 5 MEDIAPLANET

Digitalisering in mbo gaat nieuwe fase in

In alle beroepen waarvoor het mbo opleidt wordt gewerkt met ict. Daarom is het zo waardevol dat de aandacht voor digitalisering in het mbo, prominent in de strategische meerjarenagenda van de MBO Raad staat. MBO Digitaal is sinds 1 januari 2022 onderdeel van de MBO Raad. Deze stap past bij de huidige emancipatie van het mbo, dat steeds nadrukkelijker van zich laat horen. En dat is meer dan terecht.

Opstaan voor een sterk mbo is hard nodig.

Sommige mbo-studenten voelen zich tweederangsburgers, zo was te horen in een interview met een van hen in het actualiteitenprogramma Buitenhof. Daarom moeten we af van het idee dat het altijd beter is te streven naar een ‘hogere’ opleiding. Want op de arbeidsmarkt is juist heel veel behoefte aan mbo-afgestudeerden.

Niet voor niks pleitte Robbert Dijkgraaf in datzelfde tv-programma onlangs voor een gelijkwaardige benadering van mbo-studenten (geen leerlingen!) en studenten aan het hbo en de universiteit. Dit uit zich in het uitbreiden van internationale stagemogelijkheden, mbo’ers die uitblinken in vakwedstrijden, een introductieweek voor mbo’ers en studentenverenigingen waar mbo’ers ook welkom zijn. Een inclusieve studententijd draagt immers bij aan een inclusieve samenleving.

Diverse opleidingen

Net als Dijkgraaf wil Kennisnet afstappen van het hiërarchische denken over middelbare en hogere opleidingen. De minister van Onderwijs en Wetenschap ziet een waaier aan theoretische en praktische opleidingen voor zich die gelijkwaardig gewaardeerd worden. Het past bij de ambitie om het onderwijs te organiseren rond een leven lang leren, waarin studenten sommige vakken op mbo-niveau en andere vakken op hbo-niveau volgen – al naargelang wat de arbeidsmarkt vraagt. Verder zou er meer met digitale modules gewerkt moeten worden, zodat we studenten het broodnodige maatwerk kunnen bieden.

Niemand valt tussen wal en schip Naast de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs verandert de organisatie ook mee. Het mbo had lange tijd nauwere banden met het voortgezet onderwijs, maar werkt nu ook steeds meer samen met het hbo. Er wordt gezocht naar faciliteiten die passen bij het beroepsonderwijs.

Zo werkt het mbo wat betreft ict-organisatie steeds meer samen met SURF. Op dit moment is ruim 85 procent van de mbo-instellingen lid van SURF. Deze beweging juicht Kennisnet toe.

Leermiddeleninfrastructuur

In het belang van doorlopende leerlijnen van voortgezet onderwijs naar het mbo blijft de nauwe samenwerking met Kennisnet op het gebied van leermiddelen, ethiek (publieke waarden), standaarden en enkele voorzieningen en innovatie bestaan. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat Kennisnet in de dit jaar toegekende Groeifonds-aanvraag, ‘Impuls Open Leermateriaal’, duidelijke verbanden legt met het gehonoreerde Groeifonds-voorstel Digitaliseringsimpuls Onderwijs, dat het mbo samen met het hoger onderwijs indiende. Hiermee creëren Kennisnet, MBO Digitaal en SURF een aanbod dat op elkaar aansluit en blijft de kennis- en leermiddeleninfrastructuur gewaarborgd. Dit past naadloos in het plaatje van die waaier van modules waar Dijkgraaf over sprak.

Nieuwe digitaliseringsfase

Het mbo is de afgelopen jaren steeds verder geprofessionaliseerd. Het programma Doorpakken op digitalisering heeft een grote impuls gegeven aan de digitalisering in het mbo. Dat MBO Digitaal nu deel uitmaakt van de MBO Raad is de kers op de taart. Bestuurders omarmen digitalisering nu als volwaardig onderdeel van alle inspanningen op het gebied van onderwijskwaliteit. Daarmee gaan we een nieuwe, meer volwassen fase op het gebied van digitalisering in.

Lees meer op www.planet-cause.nl 6 MEDIAPLANET
Geschreven door:
Larissa Zegveld Directeur-bestuurder van Stichting Kennisnet Kennisnet
Voor meer informatie, ga naar www. kennisnet.nl
FOTO: SHUTTERSTOCK

Toekomstig onderwijs vraagt om personalisatie en digitalisatie

De toekomst van ons onderwijs? Daar heeft Head of Education Jan-Wolter Smit van LessonUp een duidelijke visie op. Geen technologie die boeken, lessen of lokalen vervangen, maar een leraar die als regisseur de balans zoekt in deze digitale aanvulling. “De connectie met de klas is en blijft nog steeds het belangrijkste.”

Ruim 23 jaar heeft Jan-Wolter Smit van LessonUp zelf voor de klas gestaan en nog steeds mist hij ‘zijn’ studenten. Maar Smit heeft nu eenmaal altijd een zwak gehad voor de toepasbaarheid van technologie in het klaslokaal. Hij merkte dat veel van zijn collega’s daar echter moeite mee hadden. “Ze vonden het spannend en zaten er niet op te wachten. Terwijl ik juist vind dat het geen bedreiging is, maar een aanvulling. De connectie met de klas is en blijft nog steeds het belangrijkste.” Dus besloot hij zijn collega’s te leren kijken naar wat ze er vanuit hun eigen onderwijs wél mee kunnen.

Eigenaar van eigen lesmateriaal Het huidige onderwijs biedt mogelijkheden voor digitalisering. Maar dan wel met de leraar als regievoerder, volgens Smit. “Het is niet alles of niets met technologie. Sommige leraren denken dat ze helemaal over moeten of dat het gelijk goed moet gaan, maar dat hoeft helemaal niet. Met LessonUp platform kunnen leraren hun eigen interactieve lessen maken en personaliseren, door bijvoorbeeld die video van een collega erin te verwerken. Maar het zijn en blijven de lessen van de leraren en ze bepalen zelf wat en hoe ze iets aanbieden aan hun studenten. Ze blijven dus eigenaar van hun eigen lesmateriaal, terwijl ze ook inzicht krijgen in het denkproces, het functioneren en de

leeropbrengst van hun studenten.” Door dit eigenaarschap te stimuleren, lessen van anderen inzichtelijk en herbruikbaar te maken en leraren met elkaar in contact te brengen, zet LessonUp de leraar in zijn kracht. “We zijn niet alleen een platform om zelf lessen te ontwikkelen, maar ook een enorme database met kanten-klare lessen, didactische kennis en content”, legt Smit de drie succesvolle pijlers van LessonUp uit. “Het blijft tenslotte gaan om mensen én om leren van elkaar. Technologie kan hierbij helpen.

De connectie met de klas is en blijft nog steeds het belangrijkste’’

Als een leraar is uitgerust met de juiste instrumenten kan hij completer lesgeven. Zeker als hij zich prettig voelt bij het gebruik ervan. Dat draagt bij aan de motivatie voor én in de klas.”

Leraren bepalen hoe ze de connectie maken

Als voorbeeld noemt hij de leraar die dankzij een digitaal open vraaggesprek in gesprek kwam met een tot voorheen niet-pratende autistische leerling. Of de wiskundeklas die zich gewaardeerd voelde omdat hun leraar een les speciaal voor hen ontwikkelde. “Het huidige onderwijs vraagt om meer digitalisering en personalisering. Toch blijft het vooral gaan om mensen én om leren van elkaar. De connectie waardoor er interactie in de klas ontstaat, is het belangrijkst. Technologie hoeft een boek niet te vervangen. Het gaat om de klik, die is goud. Hoe leraren die creëren, bepalen zij zelf.”

Adaptief leermiddel

Grote niveauverschillen in de generieke vakken Nederlands en rekenen maken lesgeven op het mbo ingewikkeld. Een digitaal en adaptief leermiddel biedt uitkomst, pleit Jos Nennie, onderwijsadviseur bij Kurve, innovatieve makers van online leermiddelen.

Lesmethodes gaan ervan uit dat studenten in een leerjaar hetzelfde niveau hebben, maar in de praktijk zijn er grote verschillen,” vertelt Nennie. Voor docenten is het een enorme opgave om hen in korte tijd naar hetzelfde niveau te brengen. Daarbij moeten ze ook nog inspelen op de belevingswereld van studenten. “Ga er maar aanstaan,” zegt Nennie. “Met deze problematiek voor ogen hebben wij Numo ontwikkeld: een adaptief leermiddel, waarmee elke student op zijn eigen niveau kan oefenen met rekenen en talen.”

Dat klinkt ideaal, maar werkt het ook? “Adaptieve leermiddelen zijn geen wondermiddelen die de docent al het werk uit handen nemen,” nuanceert Nennie. “Het zijn hulpmiddelen, waarbij het juist gaat om de wisselwerking met de docent.” Dat betekent dus niet dat de docent studenten alleen maar aan het werk hoeft te zetten. “De docent voert de regie

en bepaalt hoe het programma wordt ingezet. Dat kan op allerlei manieren. Ik adviseer om daarbij de link te leggen met beroepsgerichte vakken of projecten waaraan studenten werken. Ik zal een paar voorbeelden geven. Studenten moeten een sollicitatiebrief schrijven voor een beroepspraktijkvorming of stage. Laat hen dat tijdens een contactuur Nederlands doen. Als dan blijkt dat een student over onvoldoende woordenschat beschikt en moeite heeft met spelling, dan kan hij in het leermiddel op maat oefenen met die vaardigheden. Andersom kan ook. Wanneer je studenten eerst op maat laat oefenen met grammatica, spelling en woordenschat, kunnen zij daarna in hun sollicitatiebrief laten zien wat ze hebben geleerd. Zo maak je van het vak Nederlands - dat nu vaak een ondergeschoven kindje is - een vak van betekenis. Ook met rekenen kun je verbanden leggen met de beroepspraktijk. Een apothekersassistent in opleiding die basisvaardigheden mist

die relevant zijn bij het vak Medisch rekenen, kan deze oefenen met een adaptief leermiddel.”

Door Nederlands en rekenen te oefenen met een online leermiddel, kan de docent de tijd die overblijft dus betekenisvol invullen. “Precies!” besluit Nennie, “En doordat docenten kunnen zien waar studenten moeite mee hebben, kunnen ze lestijd gericht invullen. Aan studenten die specifieke problemen hebben met de leerstof kunnen ze individuele hulp bieden als de rest van de klas aan het werk is.”

Lees meer op www.planet-cause.nl 7 MEDIAPLANET
Jan-Wolter Smit Head of Education LessonUp Geschreven door: Sandra Zuiderduin Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door
verkleint niveauverschillen tussen studenten
artikel is financieel
door
Dit
mogelijk gemaakt
Het zijn hulpmiddelen, waarbij het juist gaat om de wisselwerking met de docent’’
Jos
Nennie Onderwijsadviseur Kurve
Lees
www.planet-cause.nl nl.info@mediaplanet.com FOTO: SHUTTERSTOCK
online verder op

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.