Future of Food

Page 1

Dit is een commerciële uitgave verspreid met de EW. De redactie van de EW heeft geen betrokkenheid bij deze productie. IN DEZE UITGAVE: Intrinsieke motivatie: Supermarkten liggen ruim op koers om duurzame verpakkingsdoelstellingen te halen Pagina 2 Transitie duurzaam voedselsytsteem ‘‘We lopen tegen de grenzen aan van onze planeet’’, vertelt Siske Pottie Pagina 4 Op de schop: Verduurzaming van voedingsindustrie vraagt om integrale aanpak Pagina 5 Lees meer op planet-cause.nl de Boeff We zien een enorme shift van geraffineerd kant-en-klaar voedsel naar gezond, veilig en zo min mogelijk bewerkt voedsel’’ Frank FUTURE OF FOOD C Y CM MY CY K

Duurzame verpakkingsdoelstellingen: supermarkten ruim op koers

Twintig procent minder verpakkingsmateriaal In 2025, 95 procent recyclebaar verpakkingsmateriaal, honderd procent FSC (duurzaam hout), PEFC-gecertificeerd karton en papier, vijftig procent gebruik van RPET en honderd procent wegwerp- en recyclingslogo’s. Dat zijn de ambities van de Nederlandse supermarkten op de huismerken die ze voeren, aangesloten bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Tijdens de meting in 2021 bleek dat de supermarkten ruim op koers zijn om de doelstellingen met betrekking tot recyclebaarheid, duurzaam gecertificeerd papier en karton en gebruik van gerecycled plastic in verpakkingen te behalen.

Samenwerking onmisbaar

Om alle ambities te behalen, heb je de gehele verpakkingsketen nodig. Dus van grondstof tot consument. Supermarkten hebben enkel direct invloed op het stukje dat vlak voor en vlak achter ze zit, waardoor de invloedssfeer van supermarkten beperkt is. Op de productie en logistiek van verpakkingen heb je als supermarkt immers minder invloed, evenals op het sorterings- en recyclingproces. Daarom is het belangrijk om actief op te trekken met alle partijen die hier een rol in spelen: zowel de ketenpartijen – zoals leveranciers, recyclers, sorteerders en afvalverwerkers – als de overheid en maatschappelijke organisaties.

Intrinsieke motivatie vanuit de branche Supermarkten hebben een sterke motivatie om de voedselketen zo duurzaam mogelijk in te richten. Het verduurzamen van verpakkingen is een belangrijk aspect van de aanpak en hoort inmiddels helemaal bij de dagelijkse bedrijfsvoering. Daarbij zijn ze op veel vlakken bezig: bijvoorbeeld het uitfaseren van donker plastic, het introduceren van herbruikbare alternatieven en het toepassen van gerecycled materiaal.

Bij de materiaalkeuze voor een verpakking kijken supermarkten altijd naar de totale milieu-footprint van een verpakking. Zo staat voedselveiligheid altijd voorop, maar worden ook factoren als de houdbaarheid van een product (inclusief voedselverspilling), CO2-uitstoot van het logistieke proces en waterverbruik van het productieproces meegenomen. De milieu-footprint kan ertoe leiden dat voor het ene product bijvoorbeeld kunststof de beste optie is en dat voor een ander product papier of zelfs het weglaten van de verpakking de voorkeur krijgt.

Communicatie naar consumenten

Het is belangrijk dat de vele keuzes die supermarkten maken over hun verpakkingen duidelijk worden gecommuniceerd naar de consument. Supermarkten

werken immers zoveel mogelijk vraaggericht en duurzaamheid maakt een belangrijk deel uit van de klantvraag. “Een voorbeeld is hierbij de vraag: waarom zit er soms wel en soms niet een plasticje om een komkommer? In sommige gevallen kan plastic júist een betere keuze zijn dan papier of helemaal niet verpakken. Dit heeft dan bijvoorbeeld te maken met betere houdbaarheid of met de voedselveiligheid van een product. Maar dit is best wel eens lastig te begrijpen voor consumenten, omdat er veel vooroordelen zijn over plastic”, legt Jennifer Muller, manager Duurzaamheid bij het CBL, uit. Supermarkten kunnen helpen bij de uitleg, maar wel samen met maatschappelijke organisaties en de overheid.

Uitdagingen en wensen

Los van de perceptie van consumenten, wat een hele belangrijke voorwaarde is om de verduurzaming verder te brengen, zijn er ook de ‘technische’ uitdagingen. Zo kunnen bepaalde materialen nog niet gerecycled worden. Ook is er niet één Europees beleid: verschillende landen hebben verschillende regels wat betreft verpakkingen en recyclage. En dat is lastig. “Zeker voor grote partijen die winkels in verschillende landen hebben. Daar ontbreekt harmonisatie”, aldus Muller. “Het zou erg helpen als het kabinet meer in zou zetten op harmonisatie van het afvallandschap. Daar zouden supermarkten erg mee geholpen zijn.”

Het CBL roept de overheid verder op om samen met maatschappelijke organisaties meer in te zetten op informatieverstrekking over duurzaamheid en verpakkingen. Bijvoorbeeld over het nut en de noodzaak van plastic.

Meer informatie

Meer weten over de verpakkingsdoelstellingen van de supermarktbranche? Neem dan een kijkje op: www.cbl.nl/onderwerpen/duurzaam-verpakken

IN DEZE UITGAVE
Verandering voedingsindustrie De noodzaak voor productoptimalisatie is groter dan ooit. 04 ‘Engineering for a better world’ Een integrale aanpak is vereist voor de verduurzaming van de voedingsindustrie.
05
Op weg naar een plantaardige toekomst Zo wordt de kracht van planten ingezet voor bruikbare en plantaardige oplossingen.
06
Mediaplanet
@planeth-cause.nl
@mediaplanet.nl
Papier gemaakt van gerecycled materiaal
@MediaplanetNL
Jennifer Muller Manager Duurzaamheid CBL Geschreven door: CBL
08
Als een geoliede machine Automatisering vormt een belangrijk puzzelstuk om de uitdagingen te lijf te gaan.
Project Manager: Guido van Onlangs Managing Director: Britt Welters Head of Content & Digital: Daphne Rosanne Mollema Web Editor & Designer: Machteld van Duijvenbode Gedistribueerd door: EW, september 2022 Drukkerij: Rodi Media Dit is een bijlage bij EW. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van EW. Copyright Mediaplanet Publishing House: Volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding. E-mail redactie: nl.info@mediaplanet.com Lees meer op www.planet-cause.nl 2 MEDIAPLANET
FOTO: TARA CLARK

Dit is er nodig voor de omschakeling van plastic naar karton

Onze planeet verdrinkt in plastic. Uit een recent rapport van de Verenigde Naties blijkt dat in 2021 zo’n 17 miljoen ton plastic in de wereldoceanen terecht is gekomen. Als er niets verandert, zal dit cijfer naar verwachting verdubbelen of zelfs verdrievoudigen tegen 2040.

Het probleem met plastic

Plastic flessen zijn een belangrijke bron van deze vervuiling: volgens het VN-milieuprogramma worden er elke minuut meer dan een miljoen over de hele wereld gekocht. Niet alleen verstoren deze flessen ecosystemen door het veroorzaken van zwerfafval, maar de winning en raffinage van olie die wordt gebruikt om ze te maken is een belangrijke bron van de uitstoot van broeikasgassen.

Waarom drankenkartons de oplossing zijn

Drankenkartons zijn een natuurlijk en handig alternatief voor plastic flessen en passen in een koolstofarme, circulaire economie. Meerdere levenscyclusanalyses (LCA) hebben aangetoond dat drankenkartons een kleinere koolstofvoetafdruk hebben dan plastic flessen. In december 2021 ontdekten onderzoekers van de Universiteit van Wenen dat drankenkartons die worden gebruikt voor het verpakken van melk en sap slechts 83 g CO2-equivalent per liter uitstoten, vergeleken met 156 g CO2-equivalent per liter voor PET-flessen. Dit bevestigt de bevindingen van een Duitse LCA, waaruit bleek dat drankenkartons minder CO2-uitstoot veroorzaken dan PET- of herbruikbare glazen flessen.

Elopak bouwt voort op deze van nature duurzame basis en levert recyclebare drankenkartons gemaakt van karton afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Het bedrijf innoveert voortdurend en bedenkt nieuwe manieren om de koolstofvoetafdruk van

haar drankenkartons te verkleinen en duurzamer te maken. Zo heeft Elopak in 2021 de Pure-Pak® eSense geïntroduceerd: een milieuvriendelijkere aseptische kartonnen drankverpakking gemaakt zonder aluminium barrière. Met behulp van technologie uit haar verse portfolio heeft Elopak het aluminium vervangen door een barrière van een polyolefine-mengsel, wat resulteert in een tot 50 procent lagere koolstofvoetafdruk.

De Pure-Pak® eSense is ontworpen met eenvoudige vouwlijnen, die consumenten helpen om het pak goed te vouwen zodat ook het laatste beetje product eruit gehaald kan worden, dit zorgt voor minder voedselverspilling. De Pure-Pak® eSense is ook gemakkelijker te recyclen dan een conventionele aseptische drankenkarton; waardoor een scheiding van de vezels en polyolefinelagen in één handeling mogelijk is. Voorafgaand lanceerde Elopak in 2017 drankenkartons gemaakt van Natural Brown Board: een natuurlijk ogend karton dat een lagere koolstofvoetafdruk heeft door een verminderd houtverbruik en minder bleekchemicaliën tijdens het productieproces. Deze drankenkartons zijn een enorm succes: 20 procent van de door Elopak in de EU verkochte verse melkpakken is gemaakt van Natural Brown Board.

Het andere voordeel van Natural Brown Board is dat het er zo natuurlijk uitziet in het schap en dat het de consument meteen duidelijk maakt dat de verpakking duurzaam is. Nu consumenten zich steeds meer bewust worden van de impact van

verpakkingen op het milieu, is dit een essentieel instrument geworden voor merken die hun streven naar duurzaamheid willen communiceren.

Consumenten helpen bij het maken van duurzame keuzes is de sleutel tot het inpassen van drankenkartons in een koolstofarme, circulaire economie. Drankenkartons worden grotendeels gemaakt van karton, een natuurlijke hernieuwbare grondstof, en worden op grote schaal gerecycled. In Nederland worden drankenkartons ingezameld met lichtgewicht verpakkingen (PMD) of mechanisch nagescheiden uit het huishoudelijk afval. Nadat ze zijn ingezameld, worden ze gesorteerd, in balen geperst en vervoerd naar een van de 20 gespecialiseerde drankenkarton recyclingfabrieken. Naarmate consumenten deze kringloop begrijpen, zijn ze in staat om milieuvriendelijkere beslissingen te nemen, zoals het kopen, inzamelen en recyclen van drankenkartons.

De toekomst

Elopak voorspelt dat in de toekomst meer bedrijven zullen reageren op de bezorgdheid van consumenten over het milieu door kartonnen verpakkingen te verkiezen boven plastic verpakkingen. We zien nu al dat een toenemend aantal merken in de zuivel- en sappenmarkt de overstap maakt van plastic flessen naar drankenkartons. Dit zal bedrijven helpen hun totale koolstofvoetafdruk te verkleinen, terwijl ook de hoeveelheid plastic die in onze oceanen terechtkomt, wordt verminderd.

Bedrijven en consumenten zullen naar verwachting ook de voorkeur geven aan drankenkartons die beter voldoen aan deze post-plastic-agenda, zoals kartonnen verpakkingen met barrières en doppen die zijn gemaakt van hernieuwbaar, uit de bossen afkomstige PE. Dit duurzamere kunststof is gemaakt van tallolie, een restproduct van de papier- en pulpproductie, waardoor het een natuurlijk hernieuwbaar product is dat minder emissies veroorzaakt dan fossiele kunststoffen. Deze doppen kunnen worden gecombineerd met elke Elopak verpakking, waardoor een verpakkingsoplossing ontstaat die voor 100 procent op bosbouw is gebaseerd.

Door te pionieren met dit soort innovaties wil Elopak oplossingen bieden voor elke verpakkingsbehoefte, waardoor het voor bedrijven gemakkelijker dan ooit wordt om hun plasticverbruik voorgoed te verminderen.

Meer informatie: Elopak, opgericht in Noorwegen in 1957, is een toonaangevende en wereldwijde leverancier van verpakkings- en vulapparatuur. De iconische PurePak®-verpakkingen van het bedrijf zijn gemaakt van hernieuwbare, recyclebare en duurzaam geproduceerde materialen. Elopak is deelnemer aan het UN Global Compact, heeft een platina EcoVadis-rating en is sinds 2016 klimaatneutraal. Onze visie is ‘Chosen by People, Packaged by Nature’.

Lees meer op www.planet-cause.nl 3 MEDIAPLANET
Dit artikel
is financieel mogelijk gemaakt door
FOTO: ELOPAK

Grote veranderingen voedingsindustrie?

Noodzaak voor productoptimalisatie

De voedingsmiddelenmarkt is enorm aan het veranderen en de noodzaak voor productoptimalisatie is groter dan ooit. Maar hoe speel je hier nu snel, goedkoop en met weinig risico op in? We vroegen het Frank de Boeff van Bodec, expert in procesoptimalisatie voor de voedingsmiddelenindustrie.

De voedingsindustrie is al een tijdje in beweging, maar de laatste tijd volgen ontwikkelingen elkaar steeds sneller op. “Enerzijds omdat de consument steeds bewuster bezig is met voeding en gezondheid, anderzijds omdat de keten in deze branche volop bezig is met verduurzaming”, licht De Boeff toe. “We zien een enorme shift van geraffineerd kant-en-klaar voedsel naar gezond, veilig en zo min mogelijk bewerkt en voornamelijk plantaardig of alternatief voedsel. Tegelijkertijd wordt geprobeerd zoveel mogelijk te benutten door uit restproducten weer waardevolle stoffen te halen, zoals bijvoorbeeld olie of vezels.”

We zien een enorme shift van geraffineerd kant-en-klaar voedsel naar gezond, veilig en zo min mogelijk bewerkt voedsel”

Samenloop van verschillende omstandigheden

Een shift die volgens de medeoprichter van Bodec al langer bezig is, maar zichtbaarder is dan ooit door een samenloop van diverse omstandigheden. “We hebben een aantal crisissen die de noodzaak tot verandering duidelijk maken en technisch is er steeds meer mogelijk. Daarnaast is er een groeiende behoefte van de consument en is de markt er klaar voor. Zowel start-ups, scale ups als multinationals en de consument willen dit. Kortom: alle puzzelstukjes liggen er en schuiven in elkaar. Het is dus nu tijd om het daadwerkelijk te gaan doen.”

Maar het daadwerkelijk doen? Daar hebben partijen het lastig mee, merkt De Boeff in de dagelijkse praktijk. “Vraag en aanbod komen nu bij elkaar, maar het is nog een uitdaging om hier op in te spelen. Wij zien dat bedrijven heel lang in productontwikkeling blijven hangen tot het perfecte product er is. Maar wie weet is de markt dan allang alweer veranderd. Beter is om het product sneller op de markt te brengen en met de feedback hierop verder te ontwikkelen en optimaliseren. Zo kunnen bedrijven goedkoper en met minder risico innoveren en sneller inspelen op de echte vraag van de markt.”

meer plantaardig”

“Steeds meer mensen kiezen vaker voor plantaardige voeding. Dat kan zijn vanwege zorgen om het klimaat, verlies van biodiversiteit, dierenwelzijn of gezondheid”, vertelt Siska Pottie, Secretary General van de European Alliance for plant-based food (EAPF). Volgens EAPF is de transitie naar een plantaardiger voedselsysteem hard nodig: “We lopen tegen de grenzen aan van onze planeet.”

Waarom is de transitie naar meer plantaardige voeding noodzakelijk?

“Ons huidige voedselsysteem, dat voornamelijk gefocust is op dierlijke productie, is een van de drijvende krachten achter veel problemen zoals klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en uitputting van grond. Ook wordt droogte een steeds groter probleem. Voor één kilo rundvlees is ongeveer negen keer meer water nodig als voor één kilo graan.

Maar de productie van die dierlijke eiwitten is grondstof intensief en belastend voor het milieu. Bijna 80 procent van de totale landbouwgrond wordt gebruikt voor veevoer en veeteelt, maar dat levert minder dan 20 procent van de wereldwijde voedselcalorieën op. Heel inefficiënt dus. Daarom ligt het voor de hand om meer gewassen te telen die niet voor diervoer, maar direct voor menselijke consumptie bestemd zijn.”

Welke veranderingen zijn hiervoor nodig in de landbouw?

“Het is belangrijk dat we meer variatie aan plantaardige gewassen gaan telen met een hoog eiwitgehalte, zoals peulvruchten. Daarmee maakt Nederland zich ook minder afhankelijk van de wereldmarkt. De EU is voor productie van diervoeder afhankelijk van de jaarlijkse invoer van 32 miljoen ton gewassen. De oorlog in Oekraïne heeft de kwetsbaarheid in dat systeem blootgelegd. Door meer gewassen te telen die mensen direct kunnen eten dragen we bij aan de voedselzekerheid en aan een toekomstbestendige EU-landbouwsector. Dat is beter voor de natuur, beter voor de gezondheid en levert de boer een beter inkomen op.”

Zijn plantaardige producten een volwaardig alternatief voor dierlijke producten?

“De meeste plantaardige producten hebben van nature een laag gehalte aan verzadigde vetten, ze bevatten in tegenstelling tot vlees ook veel essentiële voedingsvezels en geen cholesterol. Om de producten nog voedzamer te maken worden ze vaak verrijkt met vitamine D, vitamine B12, calcium en soms met ijzer. Daarnaast zet de industrie in op research en innovatie om de producten verder te optimaliseren op het vlak van textuur, smaak, nutritionele samenstelling en gebruiksgemak. Hoe meer keus en hoe goedkoper de producten worden, hoe toegankelijker ze worden voor iedereen. De plantaardige alternatieven laten de flexitariërs toe om op een eenvoudige manier steeds meer plantaardige voeding te introduceren in hun dieet.”

Wat is er nodig om de transitie naar meer plantaardig voedselsysteem succesvol te maken?

“De vraag naar plantaardige voeding neemt gestaag toe, maar er is wel een beleid nodig om de overgang te ondersteunen en te versnellen. Het huidige Europese landbouw en voedingsbeleid, bevoordeelt en ondersteunt voornamelijk de dierlijke productie biedt een uitdagender speelveld voor de plantaardige producten en innovaties. De bestaande hindernissen in de wetgeving moeten worden weggewerkt. EAPF ijvert voor een eerlijk speelveld voor de plantaardige voeding. Voorts dient men nationale doelen op te stellen die zich richten op een beter evenwicht tussen plantaardige en dierlijke inname. En met concrete acties kunnen we die doelen bereiken. Zoals door met promotie en educatie, aanpassingen in de nationale voedingsaanbevelingen, door plantaardige voeding aan te bieden in publieke instellingen en door plantaardige melk te introduceren in de EU-gefinancierde schoolmelkprogramma’s. Tenslotte is het een vereiste dat de transitie in de landbouw naar de productie van meer plantaardige voedingsgewassen in Europa ondersteund wordt met technologie en research, zodat vraag en aanbod optimaal op elkaar kunnen afgestemd worden.”

“Een duurzame toekomst van de landbouw is
Siske Pottie Secretary General EAPF Geschreven door: Pauline Derwort Frank de Boeff Expert procesoptimalisatie voor voedingsmiddelenindustrie Bodec
Geschreven door: Sandra Zuiderduin FOTO: RED ZEPPELIN
Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door Lees meer op www.planet-cause.nl 4 MEDIAPLANET

Productoptimalisatie anno nu vraagt om keuzes, flexibiliteit en wendbaarheid

Een nieuw product op de markt brengen dat inspeelt op de vraag van de markt? “Normaal gesproken duurde dit jaren”, aldus Frank de Boeff van Bodec. “Maar daar is nu helemaal geen tijd meer voor. De markt verandert en ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. Dat vraagt om keuzes, flexibiliteit en wendbaarheid van partijen om hier snel op in te spelen.”

Toch zag De Boeff dat niet veel gebeuren. Samen met Paul Deckers zette hij in 1994 het expertisebedrijf op het gebied van procesoptimalisatie voor de voedingsmiddelenindustrie op. “Wat wij zagen en ook wilden doorbreken, is dat partijen de neiging hebben het product door te ontwikkelen tot het perfect is en dan pas te lanceren. Maar dat duurt veel te lang in een tijd als nu. Het werkt beter om het product snel op de markt te brengen en daarna met feedback verder te ontwikkelen. Leren van de dingen die misgaan.”

Snelle productlancering lastig

Maar juist een snelle productlancering blijkt voor veel bedrijven lastig. “Het is immers een grote investering en een risico om een concept te testen, het product daadwerkelijk op de markt brengen of bijvoorbeeld een fabriek te bouwen om de capaciteit op te schalen.” Dus besloten de oprichters van Bodec hier zelf in te investeren en andere bedrijven met hun faciliteiten en expertise in

procesoptimalisatie voor de voedingsmiddelenindustrie te ondersteunen. Een manier om in te spelen op de veranderende markt zonder zelf te investeren is dus door Bodec in te schakelen. “Dat doen we altijd in samenwerking met de klant. Van begin tot en met het eind als totaalconcept, maar ook voor losse onderdelen hiervan, zoals alleen testen of opschalen. We kijken mee, denken mee en adviseren over kansen. We zijn zelfs gecertificeerd om producten te maken en ze daadwerkelijk in de markt te zetten.”

Basis aan faciliteiten die flexibel uit te breiden is Zo zijn er meerdere mogelijkheden om te testen van lab tot productie. “We beschikken hierin over faciliteiten om te drogen, vriezen en extraheren en basistechnieken voor eiwitten, smaakversterkers etcetera. De belangrijkste basis hebben we hier staan, maar kunnen we in samenwerking met onze partners flexibel uitbreiden. Zo kan de fabrikant, maar bijvoorbeeld ook de eindklant testen of de nieuwe techniek een

beter product geeft en zijn proces hierop aanpassen.”

Partijen hebben de neiging het product door te ontwikkelen tot het perfect is en dan pas te lanceren”

Daarvoor komt het inmiddels wereldwijd opgebouwde netwerk van en kennis door partners heel goed van pas. “Ik zal niet zeggen dat niets ons te gek is, maar veel is wel mogelijk”, voegt De Boeff er lachend aan toe. “Zo testte een klant hier laatst een alternatieve proces stap uit en daarnaast water hergebruik. Dat bleek te kunnen, waarop het ontwerp voor de fabriek is aangepast. Een mooi voorbeeld van hoe er met minder risico en investering toch snel en flexibel ingespeeld kan worden op de veranderende vraag van de markt.”

Verduurzaming van voedingsindustrie vraagt om integrale aanpak

Het voedselsysteem moet op de schop! Het collectieve besef is gekomen dat het duurzamer moet. Maar dit brengt op veel terreinen enorme uitdagingen met zich mee. Hoe gaat de voedingsmiddelenindustrie dat realiseren? Joost Vliegen, country managing director, van GEA geeft antwoord.

De voedingsmiddelenbranche is in ontwikkeling en dat zien we terug in de supermarkt waar de schappen vol liggen met plantaardige producten. Het bedrijf GEA is een leverancier van technologieën die voedselproducenten helpt zich verder te ontwikkelen en te verduurzamen. “In het kader van ‘future of food’ is GEA de partner die klanten innovatieve oplossingen levert voor o.a. de vegetarische en veganistische markt. Door het toepassen van slimme technologieën die ook de productieprocessen verduurzamen, vertelt Vliegen.

New food

Kweekvlees, havermelk en tofu burgers zijn allemaal alternatieve producten waar veel vraag naar is. Maar hoe zit het met de productie van deze alternatieven? Volgens Vliegen kunnen veel klassieke processen worden toegepast voor de productie van vegetarische en veganistische producten. Vegetarische nuggets zijn een goed voorbeeld hiervan, deze worden met hetzelfde type machine gemaakt als de kipnuggets.

Maar er valt in dit segment nog veel te innoveren en te ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van schimmels, algen en celkweekculturen. “Met onze ‘test before you invest’ optie bieden we bedrijven, multinationals maar ook start-ups, de mogelijkheid om samen met onze specialisten hun processen, machines en recepturen te testen in onze Technology Centers. Zonder dat men zelf direct zwaar moet investeren.”

In het kader van ‘future of food’ is GEA de technologie partner in de transitie naar duurzame voedselproductie’’

Klimaatneutraal met SEnS

Daarnaast heeft GEA technologieën ontwikkeld waardoor voedselproducenten water, energie en reststromen kunnen hergebruiken. SEnS, Sustainable Engineering

Solutions, is onze integrale aanpak die gebruik maakt van een drietrapsraket: reduce, re-use en regenerate. We beginnen met optimalisatiemogelijkheden in het proces zelf, waardoor al vaak een eerste besparing te realiseren valt. Daarnaast worden koude en warmte die normaal verloren gaan in diverse processtappen weer hergebruikt door middel van warmtepomptechnologie. Ook wordt er gekeken naar reststromen. Iets wat eerder verloren ging, kan worden opgewaardeerd en als waardevolle grondstof worden hergebruikt.

De nieuwe generatie

Op de vraag hoe GEA omgaat met de krappe arbeidsmarkt antwoordt Vliegen: “We zijn met een inhaalslag bezig om ons verhaal op mbo’s, hbo’s en universiteiten te vertellen. Ik ben ervan overtuigd dat wij de nieuwe generatie aan ons weten te binden. Bij GEA kan je echt van betekenis zijn om de wereld een stukje beter te maken. Dat noemen wij ‘engineering for a better world’!’’

Frank de Boeff Expert procesoptimalisatie voor voedingsmiddelenindustrie Bodec
Lees meer op www.planet-cause.nl 5 MEDIAPLANET
Geschreven door: Sandra Zuiderduin Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door
Geschreven door:
Joost Vliegen Country managing director GEA Eveline Gerritsen
Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door FOTOCERDITS: PBF FOTOGRAFIE

Cosun: op weg naar een plantaardige toekomst

veldbonen haalt, die dierlijk eiwit kunnen vervangen in voedingsmiddelen zoals plantaardige zuivelalternatieven, vegan ijs of vegan mayonnaise. Hiermee draagt Cosun bij aan de eiwittransitie en de verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitoplossingen in voedingsmiddelen.

Innovatie en samenwerking

Cosun zoekt als onderdeel van haar strategie ook de samenwerking met partners en startups. “Als coöperatie zit samenwerking in ons DNA. Samen met en voor onze leden, leveranciers en klanten. Daar zetten we vol op in. We kijken ook breder naar samenwerkingsvormen die ons helpen om te versnellen in resultaatverbetering, groei naar de toekomst en innovatie.”

Royal Cosun is een toekomstgerichte, internationale agrofood coöperatie met ongeveer 9.000 leden akkerbouwers. In de bijna 125 jaar oude Nederlandse coöperatieve onderneming wordt iedere dag samengewerkt om de kracht van planten om te zetten naar bruikbare plantaardige oplossingen. De coöperatie heeft de visie en missie voor de toekomst samengevat in vier woorden: ‘The Plant Positive Way’.

De onderneming is een toonaangevende producent van plantaardige ingrediënten en voedingsmiddelen. “Veel mensen kennen onze Van Gilse stroop of de Aviko frietjes of aardappelschotels. Heerlijke en eerlijke producten. Dit zijn belangrijke activiteiten voor Cosun, maar we zijn meer dan dat,” stelt Cosun CEO Hans Meeuwis. “Je komt ons op vele momenten in de dag tegen, in verschillende food en non-food toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan mueslirepen met gezonde inulinevezels van Sensus en shampoos waarin microplastics zijn vervangen door biobased cellulosevezels uit suikerbiet. Maar ook in diervoeding met onze co-producten, een mooie circulaire oplossing.” Cosun is een van de grootste groengas producenten van Nederland, geproduceerd met restproducten uit de suikerbietenverwerking. De vrachtauto’s van Cosun Beet Company rijden op eigen groen gas.

Maatschappelijke transities

Planten – ‘plant-based’ – vormen de basis en oorsprong van het bedrijf. “We willen op een zo duurzaam mogelijke manier alles uit planten halen. We zijn daarmee als bedrijf en keten goed gepositioneerd om in te spelen op belangrijke maatschappelijke trends. Mensen willen aan tafel met elkaar kunnen genieten van lekker eten. Daar spelen we met onze producten op in. Tegelijkertijd vindt een transitie plaats van dierlijke naar meer plantaardige eiwitten. Evenals de transitie naar plantaardige, biobased

materialen die fossiele grondstoffen uit de petrochemie kunnen vervangen. We zien ook dat het belang en vraag naar gezonde voeding toeneemt. En ik wil het belang van voedselzekerheid ook graag benadrukken, relevanter dan ooit. Op deze trends spelen we in en hiervoor zijn we goed gepositioneerd. ‘The Plant Positive Way’ staat voor de positieve en potentieel grote bijdragen die planten kunnen leveren aan deze trends en aan een duurzame toekomst.”

Groei in 4 kernsegmenten Cosun heeft afgelopen jaar haar meerjarenstrategie - Unlock 25 - vastgesteld. Met deze routekaart zet Cosun in op verdere verbetering van haar resultaten, op een toekomstbestendige, duurzame keten en op winstgevende groei in vier kerngebieden – maximale waardecreatie van suikerbieten, groei in toegevoegde waarde aardappelproducten, circulaire verwaarding van co-producten en ingrediënten voor een duurzame en gezonde leefstijl. “We willen versneld groeien in groene (klimaatvriendelijke) en gezondheidsbevorderende ingrediënten zoals vezels, eiwitten en biobased materialen. Producten met hoge toegevoegde waarde die bijdragen aan een beter verdienmodel en oplossingen bieden aan grote transities, zoals de eiwittransitie. Dertig procent van de Cosun omzet moet in 2030 uit deze nieuwe categorie komen.”

Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling waarin Cosun functionele eiwitten uit

Meeuwis gebruikt de suikerbiet als voorbeeld voor de innovaties en samenwerkingen waar Cosun op inzet. “Een suikerbiet is in principe geplant om suiker uit te winnen, maar biedt zoveel meer mogelijkheden. Zo is suiker een potentiële grondstof voor de productie van bioplastics, een gebied wat we in samenwerking onderzoeken. De cellulosevezels uit suikerbiet kunnen microplastics vervangen in cosmeticaproducten en schoonmaakmiddelen. Dat wordt nu reeds geleverd aan onze klanten en we onderzoeken verdere uitbreidingsopties. Het blad van de biet bevat eiwit dat kippenei-eiwit functioneel kan vervangen in allerlei voedingsmiddelen. Daarmee is de suikerbiet een mooi voorbeeld van het enorme potentieel van onze gewassen en plantaardige oplossingen. We kijken in onze strategie uiteraard ook naar andere gewassen en co-producten.”

Perspectief

Deze ontwikkelingen benadrukken het belang en de potentie die de sector heeft. De uitdagingen voor de akkerbouwsector zijn echter ook groot. De eisen op het gebied van duurzaamheid nemen toe en brengen grote uitdagingen met zich mee. Tegelijkertijd hebben we te maken met extremere weersomstandigheden en sterk stijgende kosten. De oorlog in Oekraïne, een ongekende humanitaire ramp, heeft indirect een forse impact op de kosten op de akker en in de keten. Zo zijn de kosten voor brandstof, energie, kunstmest en zaden de afgelopen maanden enorm toegenomen. Meeuwis: “We hebben als Cosun een langetermijnvisie. We willen het niet alleen nu goed doen, maar ook voor de volgende generaties. Dat past bij ons en maakt Cosun ook een geweldige coöperatie. Daarmee is samenwerken aan een toekomstbestendige, duurzame keten een prioriteit voor de komende jaren. Daar hoort een eerlijk verdienmodel bij en een gelijk speelveld. We werken aan de (h) erkenning van het belang van onze sector. Ik vind dat we in Nederland trotser mogen zijn op onze agrofoodsector en onze telers. Of het nu gaat over het belang van voedselzekerheid, de kwalitatief hoogwaardige producten, de innovatiekracht of het ondernemerschap. Zaken die we moeten koesteren en een mooie basis en perspectief geven naar de toekomst.”

Hans Meeuwis CEO Royal Cosun
artikel is financieel
gemaakt
Lees meer op www.planet-cause.nl 6 MEDIAPLANET
Geschreven door: Royal Cosun
Dit
mogelijk
door
FOTO: COSUN
The Plant Positive Way www.cosun.nl Lees meer op www.planet-cause.nl 7 MEDIAPLANET

Nederlandse pluimveeketen is wereldmarktleider

De Nederlandse pluimveeketen zoekt voortdurend naar een optimale balans tussen dierenwelzijn en de CO2-voetafdruk. Gert-Jan Oplaat, voorzitter van de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie, vertelt de over recente ontwikkelingen.

Wat maakt de Nederlandse pluimveeketen zo succesvol?

“Dat heeft te maken met onze samenwerkingsverbanden. Pluimveeproductiebedrijven, toeleveranciers, slachterijen, hogescholen en universiteiten werken heel nauw samen om verbeteringen te ontwikkelen en te implementeren. Het gaat onder meer om ontwikkelingen op het gebied van klimaat, circulariteit, gezondheid van mens en dier en dierenwelzijn.”

Welke stappen zijn gezet als het gaat om dierenwelzijn?

“In de Nederlandse detailhandel is alleen nog maar langzaam groeiende kip en biologische kip verkrijgbaar. De kip heeft meer ruimte. Er is in heel korte tijd een omschakeling gemaakt naar meer diervriendelijke houderijsystemen.”

Lukt het dan ook om de CO2-voetafdruk te verkleinen?

“Als je de CO2-voetafdruk wilt verlagen, moet je zo efficiënt mogelijk werken. Dat gaat ten koste van het dierenwelzijn en dat is niet wat wij in Nederland willen.

Vandaar dat wij de langzaam groeiende kip hebben geïntroduceerd. Deze kip heeft meer ruimte dan de gangbare kip maar kan efficiënter worden geproduceerd dan de biologische kip. Het gaat er dus niet om een zo klein mogelijke CO2-voetafdruk te realiseren. Het doel is een zo goed mogelijke balans te vinden tussen de CO2-voetafdruk en dierenwelzijn.”

Zijn er andere mogelijkheden om de efficiëntie te vergroten?

“Dan kun je bijvoorbeeld kijken naar voeding. Vroeger was er voor 1 kg kip 2,5 kg voer nodig. Tegenwoordig is daarvoor nog maar 1,2 kg voer nodig. Het is ook belangrijk om de kip volledig te benutten. Waar wij in Nederland onze neus voor ophalen, pootjes bijvoorbeeld, is in Aziatische landen en Afrika een delicatesse. Echt ieder stukje van de kip wordt gebruikt. Ook dat is een manier om de verduurzaming van de keten te realiseren. Een andere manier om efficiënter te kunnen werken, is het gebruik van bijvoorbeeld geautomatiseerde camerasystemen. Die pootjes moeten wel volledig vrij zijn van bacteriën. Als je bedenkt dat in Nederland twee miljoen

kippen per dag worden geslacht, dan besef je dat je niet handmatig vier miljoen pootjes kunt controleren. Met die controlesystemen is dat wel mogelijk. Onze pluimveesector is echt de meest efficiënte ter wereld.”

Oplaat Voorzitter

Vereniging van de Nederlandse

Pluimveeverwerkende Industrie

Is dat belangrijk?

“Absoluut. Tot 2050 zal de wereldbevolking groeien van 7 naar bijna 10 miljard mensen. Van nog eens 2 miljard mensen zal de economische situatie dermate verbeteren dat ook zij zich vlees kunnen veroorloven. Pluimveevlees kun je efficiënter produceren dan vlees van welk ander dier ook. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om zo goed mogelijk in die stijgende behoefte te voldoen.”

In de poultry-industrie zijn personeelstekorten nijpend en is verduurzaming noodzakelijk. Automatisering is een belangrijk stuk van de puzzel om deze uitdagingen te lijf te gaan, maar daar heeft de industrie wel kundige technische vakmensen voor nodig.

Dat delen Francois van der Ree en Tom Rozendaal, respectievelijk algemeen directeur en product & marketing manager bij Foodmate. Foodmate is sinds 2006 een van de grootste spelers wereldwijd in secundary processing van poultry. De organisatie richt zich op het zo efficiënt mogelijk delen en ontbenen van kippen. Van der Ree: “Bij Foodmate willen we secundary processing volledig automatiseren met intelligente machines. Ons doel voor onze klanten is een zo hoog mogelijke vleesopbrengst, lage ‘cost of ownership’ van onze machines en zo min mogelijk personeel.”

Uitdagingen in de poultry-industrie

De missie van Foodmate is een belangrijke in een industrie, die net als andere sectoren, kampt met uitdagingen. “Personeelstekorten in de sector zijn een grote uitdaging. Zeker omdat we zien dat wereldwijd de vleesconsumptie nog steeds toeneemt. Intelligente machines zorgen ervoor dat aan de toenemende vraag voldaan kan blijven worden met minder personeel. Maar ze helpen ook de productverwerking

zo efficiënt mogelijk te doen”, zegt van der Ree.

Die efficiëntieslag draagt bij aan verduurzaming van de industrie, eveneens een belangrijke uitdaging. Rozendaal zegt daarover: “In het verleden werd een beperkt deel van de kip gebruikt voor consumptie in de westerse wereld, voornamelijk borstvlees. Tegenwoordig is het vlees van de poot ook erg populair. Met high-end machines zijn we nu in staat zoveel mogelijk vlees van de kip te verwerken, waarmee we ook het aantal dieren dat omgezet wordt naar voedselproducten kunnen terugdringen.” Daarnaast komt die verduurzamingsslag met intelligente machines ook op andere manieren tot uiting. “Slimme automatiseringsoplossingen zijn ook efficiënt en energiezuinig. Met de juiste apparatuur wordt gevogelte verwerkt met minder water, lucht en elektriciteit en wordt de productie verhoogd. Bovendien kunnen machines op afstand gemonitord worden, waarmee ook het aantal internationale reisbewegingen voor onderhoud aan apparatuur beperkt kan worden.”

Slimme automatisering niet mogelijk zonder de juiste mensen Met het slim automatiseren van de industrie probeert Foodmate klanten in de sector te helpen met personeelstekorten en duurzaam opereren. Ironisch genoeg is daar wel personeel voor nodig bij Foodmate. “Met meer overkoepelend technisch personeel kan de hele industrie het af met minder personeel”, deelt Van der Ree. “Met de juiste technische knappe koppen kunnen we met baanbrekende automatiseringsoplossingen personeelstekorten wereldwijd tegengaan en de industrie klaarmaken voor de wereld van morgen.”

High-end machinery: de oplossing om poultry-industrie te verduurzamen en personeelstekorten tegen te gaan
Bij Foodmate willen we secundary processing volledig automatiseren met intelligente machines’’
Van der Ree
Francois van der Ree Managing Director Foodmate
Geschreven door: Eoin Hennekam
Tom Rozendaal Product & Marketing Manager Foodmate Gert-Jan Geschreven door: Petra Lageman
Dit artikel is financieel mogelijk gemaakt door FOTOCERDITS: FOODMATE Lees meer op www.planet-cause.nl 8 MEDIAPLANET
Het doel is een zo goed mogelijke balans te vinden tussen de CO2-voetafdruk en dierenwelzijn’’

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.