Dit is een commerciële uitgave verspreid met de Telegraaf. De redactie van de Telegraaf heeft geen betrokkenheid bij deze productie. Lees meer op planethealth.nl AANDACHT VOOR NEUROLOGIE In de grootste legpuzzel webwinkel van Nederland vind je altijd een puzzel die bij je past Gebruik de kortingscode GEZONDBREIN voor €5 korting op je bestelling Ga tegen dat gevoel van laks worden in, het is een kick voor het brein’’ Erik Scherder Project Manager: Stella Weber Managing Director: Britt Welters Head of Content & Digital: Daphne Rosanne Mollema Web Editor & Designer: Machteld van Duijvenbode Gedistribueerd door: de Landelijke Telegraaf, december 2022 Dit is een bijlage bij de Landelijke Telegraaf. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van de Landelijke Telegraaf. Copyright Mediaplanet Publishing House: Volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding. E-mail redactie: nl.info@mediaplanet.com
Hoogleraar neurologie Erik Scherder (71), is onlosmakelijk verbonden met het menselijk brein. De hersenkenner heeft er zijn persoonlijke missie van gemaakt om ons het belang van de grijze massa bij te brengen. Het meest onderschatte middel voor ons brein? “Beweging”.
Weinig beweging is funest voor ons brein, trapt de hoogleraar af. Ons ‘zitgedrag’ blijkt de grote boosdoener. De hersendeskundige benadrukt het belang van een gezonde leefstijl in deze tijd. “Bij een actieve leefstijl heb je betere hart- en pompfuncties. De hersenen bestaan uit de grijze stof, de hersengebieden en de witte stof, de verbindingen in de hersenen. Die witte stof is essentieel voor de geleiding van impulsen of prikkels en is gevoelig voor goede doorbloeding. Hoe hoger de kwaliteit, hoe sneller de signalen gaan.”
‘Brein winst’
En waaraan merken we dat die witte stof optimaal werkt? “Je voelt je gemotiveerder, je kunt beter nadenken en neemt meer initiatief.” Volgens de hersendokter is een uur lang fanatiek trainen niet het enige wat een mens nodig heeft. “Het gaat ook om de onderbrekingen van het zitten.
Doe je dit niet, dan merk je dat je je minder goed kunt concentreren. Doe je het wél, dan word je gevoeliger voor insuline, waardoor de risico’s op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en obesitas afnemen. Bovendien kan je stemming erdoor verbeteren. Bewegen tussen de bedrijven door, betekent ‘brein winst’. Dan krijg je veel meer zin in dingen.”
En welke prikkels hebben nu niet bepaald een gunstig effect op onze bovenkamer? “Lawaai in discotheken, roken, lachgas en alcohol, zijn van die prikkels die je beter uit de weg kunt gaan. De eerste twintig à dertig jaar bouwen jongeren namelijk aan de genoemde witte en grijze stof. Volgens de hersenkenner kun je lang profijt hebben van een gezond brein. “Het is daarnaast de vraag of je bij een slechte leefstijl wel alle capaciteiten die je had, volledig hebt benut. Het kromme is natuurlijk wel, je weet nooit hoe je eruit was gekomen als je het anders had gedaan.”
Uitdagen
We moeten ons brein prikkelen, volgens Scherder. “Het moet moeite kosten, zowel mentaal als fysiek om die witte stof te stimuleren.” Hij heeft nog een wijze les om mee te geven. “De valkuil is dat de mensen na hun dertigste de boel laten verslappen. Dat ze denken: ‘ik ben er’ of ‘het is wel goed zo’. Dat gaat ten koste van de witte stof en heeft effect op jouw motivatie en initiatief. Veroudering begint bij je dertigste, maar je hoeft niet in een neerwaartse curve terecht te komen. Je zult merken dat als je de hersenen uitdaagt je op allerlei vlakken resultaat krijgt.” De brein-expert benadrukt tot slot de term ‘need for cognition’ . “De zenuwcellen hunkeren door uitdaging naar meer “voeding”, het werkt belonend en geeft energie.” Dus, wat te doen volgens Scherder? “Ga tegen dat gevoel van laks worden in, het is een kick voor het brein.”
Een beroerte is niet het einde van je leven
Jennette (58) kreeg 14 jaar geleden een hersenbloeding. Sindsdien leeft ze met beperkingen van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Toch is ze gelukkig. “Als je achterom kijkt, sta je met je rug naar de toekomst.”
Jennette lag die bewuste avond in bed en zocht iets in haar nachtkastje. Ineens kon ze haar rechterarm niet meer bewegen.
“Ik had direct het vermoeden ‘ik heb een beroerte’, al had ik geen idee wat daarvan de precieze signalen waren.” Het lukte haar om 112 en de buurvrouw te bellen. Ze had zelfs nog de kracht om naar beneden te strompelen om de deur open te doen voor de ambulance.
Bang voor de dood Eenmaal in het ziekenhuis kon ze niet meer praten en was ze rechtszijdig verlamd. “Op zo’n moment gaat er van alles door je hoofd. Ik was heel bang om dood te gaan.” Drie weken na die nacht was Jennette voldoende hersteld om naar het revalidatiecentrum te gaan. Na twee maanden intensieve therapie mocht ze uiteindelijk naar huis. Het is
Patiëntenvereniging Hersenletsel nl
Kijk voor meer informatie op www hersenletsel nl en word lid!
ondertussen veertien jaar later. “Aan de buitenkant zie je niets, maar aan de binnenkant mankeert er nog best veel.”
Voorgoed veranderd
“Doordat ik alles opnieuw heb moeten leren, heb ik ook leren genieten van het leven. Daar had ik vroeger niet eens tijd voor. Ik ben, denk ik, vriendelijker, heb meer geduld en kijk meer naar mensen om dan voorheen.”
Positief blijven
Voor betaald werk is Jennette volledig afgekeurd maar thuiszitten is niet haar ding. Ze wilde iets positiefs doen met haar hersenletsel. Vandaar dat ze vrijwilliger is geworden bij een patiëntvereniging. Door haar ervaringen te delen kan ze mensen helpen. Ze weet hoe moeilijk het is om je erbij neer te leggen dat je sommige dingen niet meer
kunt. Toch is dat nodig om weer vooruit te komen.
“Als je in het verleden blijft hangen, zie je niet dat er ondanks alles nog best een mooie toekomst is”, geeft ze haar lotgenoten mee. Voor die toekomst moet je wel werken. Als dingen soms niet gaan zoals je wil, moet je zoeken naar oplossingen. “Mijn fijne motoriek is niet om over naar huis te schrijven”, legt ze uit. “Dat is jammer en vervelend, maar ik kan dan wel weer prima omgaan met de computer.”
Vooruitzicht
“Die stapjes gaan langzaam maar het moment dat iets je uiteindelijk wel lukt, geeft je enorm veel voldoening. Vandaar dat ik nog altijd naar fysiotherapie ga. De toekomst is vast nog mooier dan vandaag en absoluut beter dan gisteren.”
Scherder Hoogleraar neurologie
Dé patiëntenvereniging van én voor mensen met NAH
Lotgenotencontact Betrouwbare informatie Belangenbehartiging Ervaringsdeskundigen & Ambassadeurs
Lees meer op www.planethealth.nl 2 MEDIAPLANET
‘Brein winst’ volgens hersenkenner Erik Scherder? ‘Beweging tussen bedrijven door’
Erik
Geschreven door: Julia Osendarp
Jennette Mooibroek Ervaringsdeskundige NAH
Geschreven door: Petra Lageman
KEUKELAAR
FOTO: KEKE
Doorbraak in vroegtijdige opsporing hersenletsel
Mild traumatisch hersenletsel (mTBI) wordt gedefinieerd als een hoofdletsel dat resulteert in een korte periode van bewusteloosheid gevolgd door een verminderde cognitieve functie. Samen met een verminderde cognitieve functie kan mTBI leiden tot een verscheidenheid aan symptomen, zoals migraine, vermoeidheid, depressie, angst en prikkelbaarheid. Deze symptomen staan samen bekend als het Post-Concussie Syndroom (PCS), dat bij de meeste mensen binnen enkele weken verdwijnt. De CT-scan van het hoofd wordt erkend als de gouden standaard voor de evaluatie van TBI-patiënten vanwege de hoge gevoeligheid en specificiteit bij het opsporen van complicaties in verband met hoofdletsel. Ondanks zijn belangrijke rol bij de diagnose van intracraniële letsels is het echter een dure procedure die patiënten blootstelt aan straling, en slechts ongeveer twaalf procent van de patiënten met mTBI heeft tomografische bevindingen na het trauma. Deze uitdagingen hebben geleid tot een heroverweging van het gebruik van CT’s in deze laagrisicopopulatie. Ook hebben ze de noodzaak onderstreept van nieuwe beheersalgoritmen die het aantal CT-scans verminderen zonder de patiëntenzorg en -veiligheid in gevaar te brengen.
Het gebruik van innovatieve biomarkers, een eenvoudige bloedtest, bij de evaluatie van licht traumatisch hersenletsel (mTBI) is een nauwkeurige effectieve en nieuwe manier om de tijdsbesparing en efficiëntie op de spoedeisende hulp te verhogen. Twee medische specialisten uit Spanje en Kroatië hebben het gebruik van biomarkers voor de evaluatie van mTBI in hun respectieve spoedafdelingen overgenomen en geïmplementeerd, en hebben innovatie en verbeteringen in hun praktijk ervaren.
Martina Pavletic is als consulent interne geneeskunde, nefrologie en intensieve geneeskunde verbonden aan University Hospital Rijeka in Kroatië, die verantwoordelijk is voor ongeveer 600.000 inwoners. Medisch specialist Gemma Álvarez werkt bij het Hospital Universitario Virgen de las Nieves, één van de twee grootste ziekenhuizen in Granada, Spanje die verantwoordelijk is voor 481.019 inwoners.
In het Hospital Universitario Virgen de las Nieves behandelen ze vijftien TBI-patiënten per dag. In het ziekenhuis van Rijeka is dit aantal ongeveer drie tot vijf per dag.
De verbeteringen die de nieuwe mTBI-test met zich meebrengt, is volgens Álvarez drieledig: “Ten eerste voor de patiënt: het verbetert kwaliteit in het zorgproces. Patiënten zonder CT-scan worden ontslagen met een objectieve test, wat zorgt voor vertrouwen en geruststelling. Ook worden patiënten minder blootgesteld aan radiatie door - achteraf onnodige - CT-scans. Ten tweede zijn er verbeteringen voor artsen: meer tools betekent meer vertrouwen om beslissingen te maken, en om onnodige trajecten uit te sluiten. Daarmee verbetert het ten derde de administratie: iedere bespaarde CT-scan is een besparing voor het zorgsysteem. Daarnaast is het verminderen van wachttijden ook een flinke besparing.”
Ook Pavletic merkt diezelfde verbeteringen, en ziet sinds ze als allereerste ziekenhuis in de regio van Rijeka mTBI-biomarkers toepassen, veel positieve impact: “We zijn erg enthousiast over de resultaten. Het is een flinke stap vooruit. De grootste impact is op de veiligheid van patiënten. Dat staat voor ons voorop. Denk daarbij aan het verminderen van scans, radiatie, en het voorkomen van verdovingscomplicaties. Vooral voor jongere en oudere patiënten is het belangrijk om onnodige radiatie te beperken. Biomarkers helpen daar enorm bij.” Vóór
de implementatie van de mTBI-biomarker, werden patiënten met vermoedelijk hersenletsel doorverwezen voor observatie. Op basis van klinische presentatie, lichamelijk onderzoek en medische voorgeschiedenis, besloot de arts al dan niet een CT-scan uit te voeren om hoofdletsel uit te sluiten. “De gemiddelde wachttijd op de spoedeisende hulp voor de patiënt was daarmee acht uur,” illustreert Álvarez. “Met de mTBI-biomarker worden patiënten bij een negatieve uitslag voor licht hoofdletsel naar huis verwezen met thuisobservatie. Dat brengt de gemiddelde wachttijd in ons ziekenhuis terug naar drie uur.” Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de artsen en het ziekenhuis worden processen daarmee een stuk efficiënter. Pavletic: “Het proces werkt 24/7. Er zijn varianten waar we niet eens een laboratoriumtest voor nodig hebben; het kan meegenomen worden in de samples van een reguliere bloedtest. Dat is belangrijk om te weten voor patiënten: het betekent niet dat er nog meer bloed moet afgenomen worden.”
Sinds de invoering ervan zijn in beide ziekenhuizen concrete resultaten geboekt. In Granada hebben 111 patiënten baat gehad bij de mTBI biomarkers. Voor 33 van deze patiënten was een CT-scan niet nodig. Dit verminderde op zijn beurt onnodige CT-scans met 30 procent - financieel betekent dit een besparing van ruim 4.500 euro.
In Rijeka merken ze dat bloed biomarkers ook significant bijdragen aan het verkleinen van de achterstand van CT- en MRI-scanresultaten. Pavletic: “De bloed biomarkers zijn voor de hersenen in het algemeen boeiend omdat de hersenen ons meest belangrijke én ingewikkelde orgaan zijn. Hersenen staan gelijk aan wat en wie we zijn. Ook andere werkvelden zoals psychologie kunnen profiteren van dergelijke bloed biomarkers.”
gespecialiseerd in klinische analyse. Hoofd van het noodlaboratorium. Lid van Ibs. GRANADA. Hospital Universitario Virgen de las Nieves
MD, PhD Interne geneeskunde, nefrologie en intensieve medisch adviseur Hoofd ED, CHC Rijeka
Geschreven door: Redactie Mediaplanet
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt door
Lees meer op www.planethealth.nl 3 MEDIAPLANET
Gemma Álvarez Dokter
FOTO: MILAD FAKURIAN
Martina Pavletic
Destijds was er nog niet zo veel over ADHD bekend”
Lees Suzan haar ervaringsverhaal op planethealth.nl
Anders “gewired”: ADHD en je hersenen
Dat je met ADHD moeite hebt om te focussen en vaak wordt bestempeld als ‘druk’, is algemeen bekend. Maar wat gebeurt er in de hersenen als je deze ontwikkelingsstoornis hebt? Hoogleraar psychiatrie en kinder- en jeugdpsychiatrie prof. dr. Jan Buitelaar van het Radboudumc en Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie licht toe.
Vaak wordt ADHD weggezet als een label, een serieuze psychiatrische of psychologische afwijking. Hoe ziet u dat? “Dat sta ik ietwat anders in. ADHD staat weliswaar in het psychiatrische handboek, maar er zijn allerlei verschillende presentaties. Dus er is niet altijd sprake van een standaarddiagnostiek. Plus: ADHD kun je simpelweg niet op een scan zien, het is niet duidelijk aanwijsbaar in de hersenen. Wat bijvoorbeeld bij een neurologische aandoening als Parkinson of epilepsie wél zo is. Wel is het zo dat er bij ADHD kleine, functionele en structurele problemen in het brein zijn.”
Wat is bij ADHD ‘anders’ in de hersenen vergeleken met mensen die het niet hebben?
“Die verschillen zijn erg subtiel en verschillen per persoon. En komen pas aan het licht na uitvoerig onderzoek. Maar over het algemeen geldt dat bij ADHD sprake is van een zwakke samenhang in het functioneren van verschillende hersendelen. Bijvoorbeeld: als je praat, zijn in je brein twee taalcentra actief, maar ook je aandachtsgebied en je geheugen. Er is dus een complex samenspel actief tussen verschillende gebieden. Bij ADHD is de coördinatie dan wel samenwerking tussen die plekken verstoord. De hersenen hebben moeite om prikkels en informatie die binnenkomen, te organiseren en te verwerken. Dit is waardoor mensen met ADHD vaak erg chaotisch zijn. Plus moeite hebben om hun aandacht vast te houden en daardoor informatie missen.”
Het aantal mensen met ADHD lijkt explosief te groeien. Hoe kijkt u daarnaar?
“Waar ik zonder meer voor strijd, is overdiagnostiek. In de Verenigde Staten wordt momenteel maar liefst één op de vijf schoolgaande kinderen gelabeld als ADHD. Maar echt niet ieder druk kind heeft ADHD; het kan ook gewoon een uiting zijn van
temperament. Naast overdiagnostiek strijd ik zeker ook tegen onderdiagnostiek. Zorgen dat mensen uit alle culturen en zeker ook meisjes en vrouwen, tijdig de diagnose en juiste behandeling krijgen.”
Zit er dan een verschil tussen meisjes en jongens als het op ADHD aankomt?
“Vaak wel. Meisjes hebben doorgaans minder te maken met de combinatie van ADHD, agressie en impulsiviteit. En kampen vaker met angstig en depressief gedrag, zijn bijvoorbeeld erg tobberig. Waardoor ze minder opvallen en anderen minder snel tot last zijn. Verder zijn vrouwen beter in staat hun ADHD te camoufleren, doordat hun copingmechanisme beter is. Ze vinden vaak slimmere manieren om ermee om te gaan. Dat alles samen maakt dat ADHD bij vrouwen vaak minder snel wordt opgemerkt. En zij ook geregeld veel later de diagnose krijgen.”
Wat voor ontwikkelingen zijn er qua behandeling?
“Er wordt veel onderzoek gedaan naar neurofeedback, geheugentrainingen en leefstijlveranderingen. Ook vanuit patiënten zelf zien we een toenemende interesse om zélf iets te doen om meer grip te krijgen op hun ADHD. Zoals sporten, mediteren en andere voeding. Of handige manieren om aan je taken en je lifestyle te werken, bijvoorbeeld met de smartphone app ‘SuperBrains’ We zien dat steeds meer patiënten in de driver’s seat gaan zitten en zich richten op betere zelfzorg. Een mooie ontwikkeling!”
Lees meer op www.planethealth.nl 4 MEDIAPLANET
Bij ADHD hebben de hersenen moeite om prikkels en informatie te organiseren en te verwerken”
Prof.
dr. Jan Buitenlaar Hoogleraar psychiatrie en kinder- en jeugdpsychiatrie
Deze spread is mede mogelijk gemaakt door Medice
Geschreven door: Lisette Jongerius
FOTO: SHUTTERSTOCK
ADHD: het mes snijdt aan twee kanten
Er hangt nog altijd een negatief stigma rondom ADHD. Maar zijn er ook positieve kanten aan deze aandachtstekortstoornis? Dr. Martine Hoogman – onderzoeker en assistent professor van het Radboudumc – houdt zich hiermee bezig.
Dr. Martine Hoogman, u bent Junior Principle Investigator van het Radboudumc en onderzoekt de positieve kenmerken van ADHD… Vertel! “Er is een breed palet aan eigenschappen die door volwassenen met ADHD zelf wordt genoemd en als positief wordt ervaren. Creativiteit is een van de bekendste. Alleen is dat nogal een breed begrip en lastig te meten vanuit wetenschappelijk oogpunt. Bovendien laat onderzoek zien dat niet alle aspecten van creativiteit direct te linken zijn aan ADHD. Maar we zien zéker een link met ADHD en meer divergent denken. Oftewel ‘thinking outside the box’. Iemand met ADHD kan zeer veel verrassende ideeën hebben.”
Welke goede kwaliteiten kan ADHD nog meer met zich meebrengen? “Denk aan flexibiliteit, openheid en dynamisch zijn. Maar ook avontuurlijk, nieuwsgierigheid en een positieve kijk op het leven. Een van de bekendste kenmerken van ADHD zijn aandachtsproblemen, maar soms kun je juist ook hyperfocus hebben. Wat ook als positief wordt
beschouwd, is een groot aantal sociaal affectieve vaardigheden. Zoals erg sociaal, empathisch of behulpzaam zijn. Let wel: sommige aspecten kunnen we meten, maar bij andere positieve eigenschappen kunnen we dat niet. Want is het effect in het dagelijks leven dat je flexibel en energiek bent vanwege je ADHD? Verhoogt dat direct de kwaliteit van leven? Dat kan per persoon erg verschillen.”
Avontuurlijk, nieuwsgierig en sociaal: mensen ervaren ook positieve kanten van hun ADHD”
Maar ADHD kan dus ook in je voordeel werken?
“De combinatie van bepaalde eigenschappen kan je zeker wat opbrengen. Bijvoorbeeld dat je doordat je zo sociaal bent en actief ingesteld, als eerste
vooraan staat bij een liefdadigheidsactie of bij het helpen van vrienden en familie. Zulke acties doe je wellicht impulsief, zonder er goed over na te denken. Maar je levert er wél een mooie bijdrage mee aan de maatschappij.”
Moeten we dan maar alle negatieve kanten van ADHD vergeten?
“Nee, zeker niet. Want punt blijft dat er nog genoeg mensen met ADHD zijn die in meer of mindere mate problemen ervaren. Bovendien: je omgeving is heel belangrijk om die positieve eigenschappen tot uiting te laten komen. Als volwassene kan je zelf een baan of woonplek kiezen zodat je meer toegang hebt tot die creativiteit en nieuwsgierigheid. Maar voor kinderen – die zich veel meer moeten conformeren naar schoolsystemen en hun ouders – is dat lastiger. Uiteindelijk gaat het erom dat er meer bewustwording komt over het totale plaatje van ADHD, dat beide kanten van de medaille belicht worden. Dan kunnen mensen niet alleen beter geholpen worden, maar kunnen zij ook zélf betere keuzes maken en beter zelfmanagement toepassen.”
dat?
ADHD en de weg naar diagnose: hoe zit dat? Geldt hoe vroeger, hoe beter? Psychiater en kinder- en jeugdpsychiater Louise Smallenburg werkzaam is in de kinder- en jeugdpsychiatrie en forensische psychiatrie, geeft antwoord.
Hoe komt een ADHD-diagnose tot stand?
“In grote lijnen is het bij volwassenen en kinderen hetzelfde. De diagnostiek wordt gebaseerd op informatie van de persoon in kwestie, maar óók op die van mensen uit de omgeving. Zoals een partner en in geval van een kind de ouders en leerkrachten. Er vindt een gesprek plaats en vaak ook een gestructureerd klinisch interview. Daarbij wordt altijd het grotere plaatje meegenomen. Wat speelt er nog meer bij de patiënt? Er wordt vrijwel nooit alleen op ADHD onderzocht.”
Hoe belangrijk is de juiste diagnose?
“Het is vooral belangrijk dat het complete plaatje qua problematiek in beeld wordt gebracht. Zo kan het gebeuren dat er zaken verweven zijn. Bijvoorbeeld dat er sprake is van een autismespectrumstoornis én ADHD. Of een kind presenteert zich met ADHD-kenmerken, maar bij nader onderzoek blijkt er ook sprake te zijn van hechtingsproblematiek of PTSS. Ook bij volwassenen met ADHD-kenmerken zien we veel bijkomende problemen, denk aan verslavingen of een verstandelijke beperking. En iemand die psychotisch is, behandelen we eerst met medicatie om de psychotische belevingen te verminderen. Kortom: het kán dat er meerdere diagnoses gesteld worden, maar daarbij wordt altijd gekeken wat het meest urgent is. En waar als eerste iets mee gedaan moet worden.”
Een ADHD-diagnose is dus niet zo zwart-wit? “Precies. Het kan zelfs zo zijn dat een diagnose wordt uitgesteld, omdat andere problemen op dat moment zwaarder wegen. Dat gezegd hebbende: bij een uitgebreide en volledige diagnostiek kan de behandeling van ADHD gerichter worden vormgeven.”
Wat voor rol speelt leeftijd bij de diagnose van ADHD? Geldt hoe eerder, hoe beter?
“Met een vroegtijdige diagnose kun je de ontwikkeling van een kind positief stimuleren, zowel op school als bijvoorbeeld in het contact met vriendjes. Een kanttekening daarbij: diagnoses zijn niet altijd zo scherp te scheiden. Zo blijkt uit onderzoek dat bij schizofrenie zo’n zeventien procent van de patiënten in hun kindertijd ADHD-symptomen heeft. Het is dan ook belangrijk om een behandeling te evalueren en kritisch te blijven op in het verleden verrichte diagnostiek. Plus waar nodig nader onderzoek te blijven doen.”
Wat gebeurt er wanneer de diagnose uitblijft? “Regelmatig hoor ik van volwassenen die op latere leeftijd de diagnose ADHD krijgen: had ik dit maar eerder geweten, want dan waren me veel moeilijkheden bespaard gebleven. En dat niet alleen. Begrijpen waarom je soms doet zoals je doet, kan al rust geven. Iets wat ik zonder meer meeneem in de diagnostiek bij kinderen en jongeren.”
Lees meer op www.planethealth.nl 5 MEDIAPLANET
Louise Smallenburg Kinder- en jeugdpsychiatrie en forensische psychiatrie
Geschreven door: Lisette Jongerius
Een ADHD-diagnose, hoe zit
Het is vooral belangrijk dat het complete plaatje qua problematiek in beeld wordt gebracht’’
Dr. Martine Hoogman Onderzoeker en assistent professor Radboudumc
Geschreven door: Lisette Jongerius
Els Kok Ervaringsdeskundige
Speekselvloed bij Parkinson zorgt voor schaamte: “ik ben bang dat het erger wordt”
Els Kok is 76 jaar, heeft twee kinderen en vier kleinkinderen. Zeven jaar geleden werd een ernstige vorm van Parkinson bij haar vastgesteld.
Hoe uit Parkinson zich bij jou?
“Ik bibber niet en heb geen last van de bekende tremors. Wel word ik almaar stijver en heb ik veel pijn. Daardoor loop ik veel moeilijker en val ik snel. Dan kan ik gauw wat breken. Ook merk ik dat mijn cognitie achteruit gaat. Ik ben chaotischer dan ik van mezelf gewend was, ik ben vaak nerveus en ik vergeet snel dingen. Helaas is er geen behandeling voor. De behandeling Deep Brain Stimulation werkt alleen bij patiënten die trillen.”
Welke impact heeft de ziekte op jouw leven?
“Mijn leven is enorm veranderd. Vroeger leidde ik altijd een actief en zelfstandig leven. Zo werkte ik jarenlang als basisschooljuf. Ik ging met mijn 45e naar de universiteit waarna ik scholen begeleidde op het gebied van taalbeleid voor buitenlanders. Daarnaast heb ik ook nog mijn eigen communicatie-trainingsbureau gehad. Maar nu ben ik afhankelijk van anderen.”
groot en meeslepend maar nu moet het klein en intiem. Ik krijg iedere dag zorg aan huis: een huishoudelijke hulp of PGB’er.”
Speekselvloed kan een van de bijbehorende klachten zijn. Heb jij hier ook last van?
“Vaak heb ik een hele droge mond, maar op hele onverwachte momenten kan het speeksel er ineens uitlopen. Bijvoorbeeld tijdens de yoga, als ik buk. Dan schaam ik me rot. Gelukkig heb ik het nog niet zo erg dat ik steeds mijn shirt moet verschonen, maar ik ben wel bang dat het erger wordt.”
Wat doet dit met jou?
“Ik heb het nog aardig onder de pet kunnen houden. Als het gebeurt doe ik onmiddellijk m’n hand voor mijn mond en pak ik een zakdoek. Maar ik ben heel angstig dat ik een oude, kwijlende vrouw word.”
Voor meer informatie, ga naar www.parkinsonvereniging.nl
“Ik probeer nog wel veel zelf te doen: ik zit nog in een boekenclub, een filmclub en ik ga veel naar de schouwburg. Ook doe ik yoga en mediteer ik veel. Bij mij was vroeger alles
Hoe ga jij hiermee om? “Ik heb een fijne logopediste. Ze leert me slikoefeningen, articuleren of in een flesje blazen. Daar heb ik veel baat bij. Ook neem ik vaak kauwgom tegen een droge mond.”
Als de speekselvloed erger gaat worden zal ik het zeker bespreken met mijn arts.
Waarom moet speekselvloed bekender worden?
“Speekselvloed komt vaak voor bij Parkinsonpatiënten, maar ze schamen zich ervoor. Veel mensen hebben een bepaald, vaststaand beeld van Parkinson waar bijna niemand aan voldoet, namelijk: dat je beeft en krom loopt. Nou, ik beef niet en ik loop niet krom. Ik ben wel stijf, wat vergeetachtiger en heb ik last van speekselvloed. Mensen zeggen vaak: ‘huh, heb jij Parkinson?’ Ja, zeg ik dan. Ook nog eens een agressieve vorm helaas.”
Wat wil je andere patiënten graag meegeven?
“Praat met je artsen over wat jij nodig hebt, ook als je last hebt van speekselovervloed. Ik heb een fijn team om me heen verzameld. Mijn huisarts, haptonoom, fysio- en ergotherapeut kennen elkaar allemaal. Dat is fijn. Ook wil ik graag de regie in eigen hand houden. Het is belangrijk om zelfstandig te blijven: laat je niet betuttelen door anderen! Maar blijf zoveel mogelijk zelf doen. Ik ga nog uit eten, naar het theater en ik lees en puzzel veel. Aan mezelf zal het in elk geval niet liggen.”
Herken jij jezelf hierin?
Vul de checklist in en meet de ernst van jouw speekselvloed
DSFS-P: Ernst- en frequentieschaal van speekselverlies bij de ziekte van Parkinson (Kalf, 2013)
Ernst
Ervaart u overdag (dus als u wakker bent) verlies van speeksel?
Nee, ik heb overdag géén last van verlies van speeksel en ik heb ook niet het gevoel te veel speeksel in mijn mond te hebben.
Nee, ik heb overdag geen verlies van speeksel, maar ik heb wél het gevoel te veel speeksel in mijn mond te hebben.
Ja, ik heb overdag speeksel rond mijn mondhoeken of soms een beetje over mijn kin.
Ja, ik verlies overdag speeksel en dat is op mijn kleding te zien.
Ja, ik verlies overdag ook speeksel dat te zien is op boeken, de vloer of andere plaatsen in huis.
Kwijl ernst score
Punten 1 2 3 4 5
Frequentie
Hoe vaak heeft u overdag last van speeksel(verlies)?
Vrijwel niet: minder dan eenmaal per dag.
Af en toe: gemiddeld een- à tweemaal per dag.
Frequent: twee- tot vijfmaal per dag.
Vaak: zes- tot tienmaal per dag.
Vrijwel constant.
Kwijl frequentie score
Kwijl (ernst + frequentie) score
Is de ernst- en frequentiescore 6 of meer? Bespreek de overmatige speekselvloed met je arts.
Punten 1 2 3 4 5
Geschreven
Lees meer op www.planethealth.nl 6 MEDIAPLANET Deze spread is mede mogelijk gemaakt door Merz Pharma Benelux B.V.
door: Paulien Derwort
PQC NLNL 3681 DEC22
Hoe eenvoudige behandelingen van speekselvloed voor groot comfort zorgen
Speekselvloed is een veelvoorkomende klacht bij neurologische aandoeningen als parkinson en ALS. Juist omdat de behandeling ervan laagdrempelig is en veel comfort met zich meebrengt, is het essentieel om speekselvloed te bespreken - onder patiënten én specialisten.
Speekselvloed komt bij de helft van alle parkinsonpatiënten en bij één op de drie ALS-patiënten voor. Ook bij cerebrale parese (CP) is kwijlen - in officiële termen sialorroe of drooling, oftewel onwillekeurig speekselverlieseen veelvoorkomende klacht. Belangrijk om te weten is dat speekselvloed niét wordt veroorzaakt door teveel speekselproductie. Juist het onvermogen om speeksel weg te slikken is de oorzaak. Een parkinsonpatiënt maakt net zoveel - of soms zelfs minder - speeksel aan als elk ander mens: 1 tot 1,5 liter.
“Bij Parkinson speelt ook nog een rol dat processen zoals denken en motorische, reflexmatige processen veel langzamer verlopen”, legt Cees Jansen, neuroloog bij Ziekenhuis Gelderse Vallei, uit. “Voordat een slikreflex tot stand komt, staat er al een heleboel speeksel in de mond.”
Laagdrempelige behandelmogelijkheden
Het ongemak is dus groot, terwijl speekselvloed juist heel goed behandeld kan worden. Sterker nog: met relatief eenvoudige behandelingen. Zo zijn kleine botulinetoxine-injecties in vier speekselklieren een elegante manier om de speekselproductie te blokkeren. “Het is snel gebeurd en in ervaren handen is het iedere paar maanden binnen een paar minuten gedaan”, zegt Jansen. Daarnaast zijn er medicamenteuze behandelingen om de speekselproductie te remmen. Eén daarvan is anticholinergica: middelen die het onwillekeurige zenuwstelsel beïnvloeden met als bijwerking dat je er een droge mond van
krijgt. De bijwerking is in zekere zin dus de behandeling. Een andere behandeling is een drankje waar glycopyrronium in zit, wat de speekselproductie in de klieren zelf vermindert.
Juist omdat die behandelingen zo laagdrempelig zijn, is het essentieel om dat te bespreken tussen patiënten, naasten én specialisten. Dat bepleit ook Maurits Hoonhorst, revalidatiearts bij Vogellanden in Zwolle. “Meer voorlichting onder bijvoorbeeld Parkinsonverpleegkundigen zou heel goed zijn. Hetzelfde geldt voor het verder bespreekbaar maken bij poliklinische controles samen met famile en patiënten. Bewustwording vanuit de patiëntenvereniging, mantelzorgers, verpleegkundig specialisten… Dat is een hele belangrijke pijler.” Jansen vult aan: “We zien dat mensen terug blijven komen voor zulke behandelingen. Het brengt heel veel comfort met zich mee voor patiënten. Juist daarom is die informatievoorziening zo belangrijk.”
Impact kwaliteit van leven
Zowel Hoonhorst als Jansen hebben talloze voorbeelden van hoe behandelingen de kwaliteit van leven van patiënten enorm bevordert. “Ik behandel mensen die bang zijn om ‘s nachts te stikken van al het slijm in hun mond,” schetst Hoonhorst. “met het gevoel dat ze ‘verdrinken’. Terwijl je in de nacht juist tot rust moet komen. Een patiënt belde me twee weken na een behandeling op, om te vertellen dat ze veel beter slaapt en daardoor overdag veel uitgeruster is en meer kan. Het zijn kleine dingen met een grote impact op kwaliteit van leven.” Ook Jansen heeft een tekenend
voorbeeld: “Ik heb een patiënt die als amateur veel aan toneel doet; zijn grote passie. Hij kon op een gegeven moment uit gêne niet meer het podium op; speeksel liep uit zijn mond, kleding was telkens nat… Hij is toen gestopt, maar door zijn behandeling is hij vrolijk weer begonnen.”
Zulke positieve verhalen zijn een mooie motivatie voor het bespreekbaar maken van speekselvloed. “Juist omdat het behandelen zo oorverdovend simpel is”, benadrukt Jansen. “Ook voor mensen die niet geprikt willen worden, zijn er laagdrempelige behandelingen. De patiëntenvereniging Papaver (Parkinson Patiënten Vereniging) pakt het bespreekbaar maken overigens met beide handen op.”
Hoonhorst ziet daarnaast ook kansen op multidisciplinair vlak: “Speekselvloed kan besproken worden van neurologie tot logopedie tot zelfs tandartsen. Ik kan me best voorstellen dat een patiënt speekselvloed eerder koppelt aan een ‘mondprobleem’ dan een neurologisch proces. Juist door samen te werken en die bewustwording breed aan te vliegen, zorg je ervoor dat de juiste informatie bij de patiënt terecht komt. Via welke weg dan ook.”
Lees meer op www.planethealth.nl 7 MEDIAPLANET
Cees Jansen Neuroloog bij Ziekenhuis Gelderse Vallei
Bewustwording is een hele belangrijke pijler’’ Maurits Hoonhorst
Maurits Hoonhorst Revalidatiearts bij Vogellanden Zwolle
FOTO:
Geschreven door: Redactie Mediaplanet
SHUTTERSTOCK
Gezonde spijsvertering en evenwichtige darmflora
Een microbiota met sterke potentie voor welzijn op elke leeftijd
8 stammen, 450 miljard levende bacteriën Vivomixx® is een microbiotisch voedingssupplement met sterke potentie en bevat 8 stammen van levende bacteriën, in concentraties van 450 miljard bacteriën per zakje en 112 miljard per capsule.
Vivomixx® helpt om het evenwicht van de darmflora te herstellen. Vivomixx® bevat de Simone-formule, een speciale mix van bacteriën die werd samengesteld door professor Claudio De Simone. Vivomixx® bevat geen GGO’s en is glutenvrij.
De meerwaarde voor kinderen Elk individu wordt geboren met een specifieke en unieke microbiota. Aanvankelijk steriel, erft de baby de goede en slechte bacteriën van zijn moeder tijdens de geboorte en de passage door het vaginale kanaal, en via de moedermelk. De microbiota ontwikkelt zich langzaam en op de leeftijd
van drie jaar heeft het kind een volwassen darmflora die hem zijn hele leven vergezelt.
Het belang voor probiotica voor
volwassenen In onze gedachten zijn bacteriën meestal gekoppeld aan ziekte, maar ons lichaam zit vol bacteriën die hard werken voor onze goede gezondheid. Bij gezonde volwassenen vindt de darmflora van nature een goed evenwicht tussen de goede en potentieel schadelijke bacteriën. De uitdaging voor een goede gezondheid ligt in het handhaven van dat evenwicht.
Waarom probiotica van belang zijn voor senioren
Een senior zijn betekent tegenwoordig meestal actief zijn, niet noodzakelijk grootouders zijn of in gezinsverband leven met kinderen in huis. Dankzij de medische en sociale vooruitgang kunnen senioren een veel actiever leven leiden dan vorige generaties. In onze maatschappij waar de gemiddelde levensduur sterk is toegenomen, is de belangrijkste uitdaging dus gezond ouder worden.
Verkrijgbaar in de apotheek. Meer informatie op www.vivomixx.eu
Contactgegevens: info@vivomixx.eu