ZERO EMISSIONS DAY
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230921141301-96907185d84f695db2cef05f2be3e608/v1/ad27a0fe0bfaffe25fe6e17e98676472.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230921141301-96907185d84f695db2cef05f2be3e608/v1/832fd87f3921ad2a48d09a8b40c68964.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230921141301-96907185d84f695db2cef05f2be3e608/v1/ea6a59fed38c4ef1564677c2283dae19.jpeg)
Bedrijven spelen een cruciale rol in het streven om tegen 2050 de uitstoot op aarde naar ‘net zero’ te krijgen. Daarmee dragen ze niet alleen bij aan een leefbare planeet, maar het dient ook hun eigen belang, zegt Niklas Hagelberg, Senior Programme Officer bij UN Environment Programma (UNEP) en coördinator van het subprogramma klimaatverandering.
Hagelberg monitort onder meer het klimaatactieprogramma van UNEP, wat ook inhoudt dat hij volgt hoe landen toewerken naar zero. Maar welk concreet verschil maakt het als dit doel in 2050 zou worden bereikt?
Hagelberg wijst erop dat we nu op weg zijn naar een opwarming van minimaal 2,8 graden. Omdat dit abstract kan klinken, vergelijkt hij het met koorts: een kleine temperatuurstijging kan onze gezondheid al ernstig aantasten. Voor de planeet zijn de gevolgen van een temperatuurstijging ook enorm: het kan ecosystemen en sociaaleconomische structuren ingrijpend verstoren.
Bij 1,5 graad opwarming zal ‘slechts’ de helft van de koraalriffen verdwijnen, maar bij 2 graden zullen ze vrijwel allemaal verdwijnen. Dat heeft weer gevolgen voor visserij en dus voor voedselprijzen. Aangezien extreem weer door klimaatverandering vaker voorkomt, vormt dat óók een bedreiging voor voedselproductie,
klimaatverandering bijvoorbeeld niet aanpakken, zal dit gevolgen hebben voor de voedselproductie, wat weer zal leiden tot meer honger en ongelijkheid.”
EFFICIËNTER BELEID
Bedrijven en organisaties spelen een cruciale rol bij het realiseren van de SDG’s. Vaak richten ze zich op een beperkt aantal SDG’s, omdat dit efficiënter en effectiever zou zijn. Hagelberg denkt echter dat het wel degelijk mogelijk is om als organisatie een bijdrage te leveren aan meerdere doelen. Een verschuiving naar meer plantaardige voeding kan bijvoorbeeld goed zijn voor gezondheid, klimaat, oceanen én het vasteland, terwijl ook honger en armoede worden aangepakt.
Met efficiënter beleid kunnen bedrijven hun kosten én CO2-uitstoot verminderen. “Een winkelcentrum dat oude verlichtingssystemen en koeleenheden vervangt door energiezuinige modellen, verbruikt niet alleen minder energie, maar kan daardoor ook betere lonen aan werknemers bieden. “Dit soort maatregelen zijn daarnaast belangrijk vanwege de reputatie van bedrijven. Als ze niets doen, terwijl steeds meer mensen bezorgd zijn over klimaatverandering, kunnen ze uit de gratie raken.”
“Zo was het ooit vanzelfsprekend om op natuurijs te schaatsen in landen als Nederland en Finland. Dat is steeds meer een zeldzaamheid”
waardoor de prijzen al helemaal kunnen exploderen. Op sommige plaatsen is klimaatverandering al duidelijk zichtbaar en heeft het economische gevolgen. “Zo was het ooit vanzelfsprekend om op natuurijs te schaatsen in landen als Nederland en Finland. Dat is steeds meer een zeldzaamheid”, zegt Hagelberg. Een belangrijk onderdeel van de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan, zijn de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) van de UN. De SDG’s fungeren als blauwdruk voor een betere wereld en ze gaan over allerlei verschillende zaken, van honger en gezondheid tot onderwijs en klimaat. Hagelberg: “Hoewel de SDG’s misschien niet allemaal in elkaars verlengde lijken te liggen, zijn ze sterk verbonden. Als we
“Aangezien het door de klimaatcrisis nu 5 voor 12 is voor de planeet, zijn zowel macro- als microveranderingen nodig”, zegt Hagelberg. “Overheden, bedrijven, individuen; iedereen speelt een rol. En met innovatieve oplossingen, stimuleringsmaatregelen en verschuivingen in maatschappelijke waarden, is er absoluut hoop op een duurzamere toekomst.”
NIKLAS HAGELBERG SENIOR PROGRAMME OFFICER UNEP EN COÖRDINATOR SUBPROGRAMMA KLIMAATVERANDERING
Duurzaamheid is geen trend of modewoord; het is een noodzakelijke reactie op uitdagingen waar de wereld voor staat. De druk op onze wereld neemt toe door een groeiende wereldbevolking en consumptiepatronen. De stijging van de CO2-uitstoot draagt nadelig bij aan de opwarming van de aarde; volgens de laatste cijfers van het IPCC stijgt het CO2-gehalte met meer dan 50 procent per jaar. Een alarmerend tempo
Duurzaam denken én daar naar handelen is essentieel om te werken aan de toekomst van morgen. Dat is de belangrijkste drijfveer van DuurzaamInvesteren.nl, het grootste duurzame investeringsplatform van Nederland voor particuliere beleggers.
Hans van der Pouw, CFO DuurzaamInvesteren.nl:
“De duurzaamheidstransitie gaat volgens ons niet snel genoeg. Veel innovatieve bedrijven en projecten die het proces kunnen versnellen en positieve impact maken, krijgen hun financiering niet rond bij traditionele geldschieters. Ons platform biedt de uitkomst om ze toch op weg te helpen.”
Sinds de oprichting in 2013 is er via het platform al meer dan 300 miljoen euro opgehaald voor ruim 258 projecten. Een groot deel van deze projecten reduceren de CO2-uitstoot, zoals SemperVere Productie, het Klimaatfonds en MisterGreen. Naar eigen zeggen “rust MisterGreen niet voordat fossiele brandstof van de aardbodem is verdwenen” en daarmee
voorkomen ze met hun elektrische leaseauto's jaarlijks tonnen aan CO2-uitstoot.
IMPACT MEETBAAR MAKEN
Dennis Kromhout van der Meer, CEO DuurzaamInvesteren.nl: “Daarnaast maken we in 2023 per project inzichtelijk of deze aan één of meer van de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) bijdraagt. Hoeveel CO2 bespaart een onderneming bijvoorbeeld nu echt? Hiermee geven we investeerders meer inzicht en keuze in de duurzame doelen waaraan ze willen bijdragen en wordt de term duurzaamheid een minder hol begrip. Duurzaamheid betekent namelijk veel meer dan zonnepanelen en het gebruik van (fossiele) brandstoffen.
Door de groeiende interesse vanuit investeerders die willen bijdragen aan wereld verbeterende projecten en ondernemers die financiering zoeken voor hun duurzame idee, kunnen we meer projecten verwelkomen die bijdragen aan de verschillende SDG’s. Zo zetten we ons met zijn allen 365 dagen per jaar in voor de wereld van morgen.”
Ook bijdragen aan het versnellen van de duurzaamheidstransitie? Bekijk www.duurzaaminvesteren.nl voor de mogelijkheden.
“ABSOLUUT
Een tijdige verwezenlijking van ‘net zero’ vergt samenwerking en ketentransparantie. Praktijkvoorbeelden van innovatieve, gezamenlijke projecten stemmen hoopvol over de haalbaarheid van duurzaamheidsdoelen.
Met ambitieuze duurzaamheidsdoelen aan de horizon, en met de gevolgen van klimaatverandering in het nieuws, is het voor bedrijven van cruciaal belang om een voortrekkersrol te vervullen bij de realisatie van een net zero-industrie. “Het verlagen en compenseren van broeikasgasemissies gaat niet enkel om ecologisch bewustzijn. Een onderneming die net zero geen centrale rol toebedeelt in de bedrijfsvoering, zet haar eigen toekomstbestendigheid op het spel”, aldus Japo Ouwerkerk, directeur corporate affairs Noord-Europa bij PepsiCo.
Volgens Rozanne Drost, senior manager duurzaamheid Noord-Europa, vraagt de klant er ook om. “Consumenten zijn zich in toenemende mate bewust van de effecten van productieprocessen op klimaatverandering. Zij willen hun favoriete producten graag blijven gebruiken, maar wel op een verantwoorde manier. Ondernemingen die zich zichtbaar toeleggen op het verduurzamen van de waardeketen, behalen daarmee een competitief voordeel en geven hun klanten een aantrekkelijke reden om loyaal te blijven aan hun merk.”
Ook onder aandeelhouders groeit het besef dat duurzaamheid een vereiste is voor toekomstbestendigheid. Er is een onmiskenbaar spanningsveld tussen focus op de korte en de lange termijn, maar beleggers zien het verband tussen milieuprestaties en financiële prestaties. Het doel van het Parijs-akkoord, klimaatneutraal in 2050, dwingt bovendien vroeg of laat tot actie. Er is nu nog tijd om eigen keuzes te maken in het verwezenlijken van dit doel.
WET- EN REGELGEVING
Die keuzes kunnen snel verdwijnen als de Europese ambities buiten bereik dreigen te raken. Als het gros van Europese bedrijven gezamenlijk niet op koers ligt om zelfstandig de gestelde klimaatdoelen te bereiken, ligt er de mogelijkheid voor de wetgever om specifieke maatregelen voor te schrijven. De vrijheid voor bedrijven om een eigen pad richting een klimaatneutrale toekomst uit te stippelen, zal dan voor een groot deel worden ingeperkt.
Ten slotte is duurzaamheid ook een essentieel onderdeel van goed werkgeverschap. Op de krappe arbeidsmarkt zijn talenten steeds meer op zoek naar werkgevers met een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid en een duurzame
bedrijfscultuur. Het actief verkleinen van de ecologische voetafdruk maakt een werkgever aantrekkelijker voor talenten die een zinvolle en ethische loopbaan najagen.
“Al met al is het glashelder dat je als bedrijf nu beter het voortouw kunt nemen”, concludeert Ouwerkerk. Het levensmiddelenbedrijf wil niet in 2050, maar al tien jaar eerder klimaatneutraal zijn. “Het verbouwen van ingrediënten is goed voor een derde van onze totale uitstoot”, zegt Drost. “Om die voetafdruk te verkleinen, kiezen wij bijvoorbeeld voor het duurzaam telen van aardappelen voor chips. Verpakkingen spelen ook een grote rol; in 2030 willen we dat het plastic fossielvrij is. En we kijken verder dan uitstoot alleen. We richten ons waterverbruik zo efficiënt mogelijk in en kijken ook kritisch naar de ingrediënten zelf, zodat we consumenten gezondere keuzes kunnen bieden.”
De snelste weg richting net zero verloopt via samenwerking en ketentransparantie, ziet het bedrijf. PepsiCo werkt in zijn chipsfabriek in Broek op Langedijk samen met Eneco aan het elektrificeren van fabrieksprocessen. Een thermische opslag naast de fabriek zal worden opgewarmd met duurzaam opgewekte stroom tot 800 graden. Daarmee wordt de olie verwarmd, nodig voor het bakken van chips, een proces waarvoor aardgas voorheen onmisbaar was. De grootste uitdaging is om alle partijen in beweging te krijgen. Er is nu al sprake van netcongestie, wet- en regelgeving komt maar langzaam tot stand en veel bedrijven kijken de kat uit de boom. “Maar op de middellange termijn is de businesscase er gewoon”, aldus Ouwerkerk. “Omdat de kosten van niet duurzame productie verder zullen stijgen, is het slim als bedrijf tijdig te investeren met gelijkgezinde innovatieve partners. Als je het voortouw neemt, weten consumenten dat te waarderen, trek je als werkgever de toptalenten aan en vinden beleggers jouw aandeel aantrekkelijk.”
Het iconische citaat uit filmklassieker
The Graduate lijkt relevanter dan ooit: “There’s a great future in plastics. Think about it.” Nu, ruim vijftig jaar later, zijn het juist bioplastics die toekomstperspectief bieden. Mooie kansen en oplossingen voor duurzaamheidsdoelstellingen en de grote verpakkingsuitdagingen waar de industrie voor staat.
Ongeveer 40 procent van het klimaatprobleem wordt veroorzaakt door de spullen die we gebruiken - en de (fossiele) grondstoffen die daarvoor nodig zijn. Toch is nog maar 1 procent van al het plastic wereldwijd bio-based. Zulke cijfers illustreren hoeveel kansen en mogelijkheden er nog liggen met dit materiaal.
“Het grootste voordeel van plastic is gelijk het grootste nadeel: het gaat heel lang mee”, zegt Marco Jansen, Business Director Biopolymers
EMEA bij biobased kunststoffenproducent Braskem. “Plastic breekt bijna niet af en moet dus niet in het milieu terechtkomen. Eén van de zaken die we veel beter moeten doen als sector, is ervoor zorgen dat aan het einde van de keten het materiaal geen afval wordt. Of als het wel afval wordt, dat het dan beheersbaar en herbruikbaar is. Daarnaast moet er gekeken worden naar het gebruik van duurzame grondstoffen.” Braskem richt zich daarmee op kunststoffen die ‘drop-in’ bio-based plastics worden genoemd: bestaande kunststoffen van duurzame, natuurlijke grondstoffen die chemisch gelijk zijn aan gewoon plastic. Daarmee kunnen ze op dezelfde manier gerecycled en gemengd worden om plastic consumptie te verduurzamen.
“Het grootste voordeel van plastic is gelijk het grootste nadeel: het gaat heel lang mee”
STAP VOOR STAP
Veel bedrijven realiseren zich dat ze kunststof nodig hebben om hun product veilig of goed te verpakken. Een rigoreuze ommekeer is dus niet wat er per definitie nodig is. “Plastic consumptie verduurzamen gaat in essentie om drie fases: grondstoffen winnen, vervolgens het gebruik van een product en tot slot, de fase van het einde van het gebruik,” schetst Jansen. “Je wilt dus ook gaan recyclen en hergebruiken. Je hoeft als bedrijf dus helemaal niet 100 procent van je kunststoffen biobased te maken. Waarschijnlijk kom je uit op 20-30 procent op het moment dat de rest gerecycled wordt. Zodat het aan het einde van de cyclus geen afval wordt maar een grondstof.”
OP WEG NAAR ‘NET ZERO’
Bioplastics dragen dus bij aan een duurzame manier van produceren mét ook nog eens weinig tot geen CO2-uitstoot. Voor Braskem is het onderdeel van de eigen koers naar ‘net zero’. Jansen: “Duurzaamheidscriteria in de breedste zin zijn onze hoogste prioriteit. Daar horen ook zaken als biodiversiteit en ESG bij. Verder gaat het om minder energie gebruiken in onze fabrieken. En zorgen dat de energie die wél gebruikt wordt, hernieuwbaar is. 100 procent van de elektriciteit in onze fabrieken in Europa is nu al hernieuwbaar.
SAMENWERKINGEN IN DE KETEN
Maar de duurzaamheidsstrategie gaat voor Braskem verder dan het eigen bedrijf. Zo werkt Braskem op het moment samen met de Thaise producent SCG Chemicals, één van de grootste petrochemische bedrijven in Azië. Het doel: onderzoeken of ze SCG’s productie gezamenlijk kunnen verduurzamen. Het is een treffend voorbeeld van wat Braskem mee wil geven aan de sector: “Ik denk dat je steeds meer samenwerkingen in de keten gaat zien. Waar bedrijven in het verleden vooral in hun eigen wereld keken, zie je nu steeds meer samenwerkingen vooruit en achteruit in de keten. Ook tussen concurrenten
en verschillende sectoren. Dat is een trend die wat ons betreft zeker voortgezet mag worden. Met daar bovenop hopelijk de juiste stimulans en regelgeving vanuit de overheid om de overstap naar biobased (verpakkings)materialen nog aantrekelijker te maken.”
TOEKOMST
Braskem zet zich als ’s werelds grootste producent van bioplastics vol in op die toekomst. Het bedrijf verhoogde onlangs zijn productiecapaciteit van bioplastics uit suikerriet met 30 procent naar 260.000 ton. Het plan is om daar voor 2030 nog eens 750.000 ton aan toe te voegen. “Dat is vrij ambitieus,” zegt Jansen, “maar dat is wel het doel wat we voor onszelf hebben gesteld. Ook met het oog op onze weg naar CO2-neutraliteit in 2050. Het draagt voor ons en onze klanten dus ook enorm bij aan het terugbrengen van CO2uitstoot.” Ter illustratie: De besparing van 1 miljoen ton I’m green™ bioplastics staat gelijk aan de CO2-uitstoot van 819.000 Europese inwoners gedurende één jaar.
creëren van duurzame oplossingen. Bijvoorbeeld bij de productie van zonnepanelen, windmolenbladen en emissievrije auto’s.”
WAT BETEKENT DAT IN DE PRAKTIJK?
“Wij hebben een van de meest ambitieuze doelen in de industrie. We willen de CO 2 -uitstoot door onze eigen productieprocessen en de energie die we inkopen verminderen met 42 procent in 2030. Deze vorm van uitstoot noemen we ook wel scope 1 en 2 emissies. Daarnaast heb je uitstoot in de waardeketen van leveranciers, van klanten en het gebruik van onze producten tot die aan het einde van hun levensduur zijn. Om die omlaag te brengen is voor ons een stuk lastiger, omdat we daar geen directe invloed op hebben. Deze emissies worden scope 3 genoemd en vertegenwoordigen verreweg het grootste deel van de uitstoot die wij als bedrijf rapporteren. We hebben ons gecommitteerd om deze indirecte emissies in de komende zeven jaar met 30 procent te verminderen. In 2050 willen we netto nul scope 1 en scope 2 emissies van broeikasgassen door de wereldwijde activiteiten. Een beetje een technisch verhaal misschien, maar wel belangrijk om te noemen.” En dan gaat het erom die doelstellingen te behalen natuurlijk. Daarom heeft LyondellBasell al diverse initiatieven voor uitstootvermindering gerealiseerd en staan er nog veel meer op de planning. Een paar voorbeelden:
Chemische productie en emissiereductie moeten hand in hand gaan. Van de wekker waarmee je wakker wordt tot de zonnepanelen op je dak en van je telefoonlader tot de elektrische auto waarmee je thuiskomt: voor maar liefst 96 procent van alles dat geproduceerd wordt, zijn chemicaliën onmisbaar. LyondellBasell is een leider in de wereldwijde chemische industrie met een ambitieuze duurzaamheidsstrategie. “Zonder chemicaliën is het onmogelijk om de wereldwijde klimaatdoelen van het Klimaatakkoord van Parijs te behalen”, zegt Ronald van Klaveren, vice president Global Chemical Sales & Sustainability bij LyondellBasell. We bespreken met hem hoe LyondellBasell haar CO2-uitstoot terugbrengt.
HOE ZET UW BEDRIJF ZICH IN OM EMISSIES TE VERMINDEREN?
“LyondellBasell erkent de urgentie van klimaatactie. Als leider in de chemische industrie is het ons doel om oplossingen te creëren voor een dagelijks duurzaam leven. Wij zien duurzaamheid als een kans, het staat meer dan ooit centraal in de manier waarop we werken en waarde creëren. Nu en in de toekomst.
Wij zetten ons in om de uitstoot in onze eigen activiteiten en in de waardeketen te verminderen. We helpen onze klanten bij het waarmaken van hun klimaatambities en dragen bij aan de omschakeling naar een koolstofarme wereld. Onze producten zijn nodig voor de energietransitie, ze worden op veel plekken gebruikt voor het
KOOLSTOFARME ENERGIE
“We verhogen ons gebruik van hernieuwbare en koolstofarme energie, voornamelijk door middel van stroomafnameovereenkomsten (PPA’s) en samenwerking met onze nutsleveranciers. We hebben al bijna 75 procent van onze doelstelling veiliggesteld om in 2030 minstens 50 procent van onze elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te halen.”
ELEKTRIFICATIE
“We willen een deel van onze activiteiten in Duitsland elektrificeren en we onderzoeken de mogelijkheden voor het ontwerpen, bouwen en exploiteren van een pilot-elektrische stoomkraakoven in de VS. Op schaal heeft die het potentieel directe emissies van de kraakinstallatie tot 90 procent te verlagen. Dat zijn veelbelovende ontwikkelingen.”
ALTERNATIEVE BRANDSTOFFEN
“We schakelen over op koolstofarme brandstoffen voor onze productie. Onze toonaangevende onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling is voortdurend bezig met nieuwe technologieën die bijdragen aan verduurzaming. We werken bovendien samen met anderen in de industrie om nieuwe, veelbelovende technologieën te onderzoeken, zoals de productie van waterstof en ammoniak.”
OPKOMENDE TECHNOLOGIËN
“We zijn blij met de recente goedkeuring door de Raad van State om CO2 uit de industrie in de haven van Rotterdam te transporteren en op te slaan in lege gasvelden onder de Noordzee - de zogenaamde carbon capture and storage (CCS). CCS is een goede eerste stap om de uitstoot te helpen
verminderen. Tegelijkertijd onderzoeken we samenwerkingsmogelijkheden om CO2-gebruik technologisch en commercieel volwassen te maken. Wij geloven in het potentieel van CO2-gebruik als alternatief voor permanente opslag. Het kan scope 1 en scope 2 emissies verminderen door CO 2 af te vangen en scope 3 emissies verminderen door de afgevangen CO2 om te zetten in hoogwaardige chemicaliën die fossiele grondstoffen kunnen vervangen.”
STOPZETTING RAFFINADERIJ
“We zijn van plan onze raffinaderijactiviteiten in de Verenigde Staten uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025 te sluiten. Deze sluiting zal naar verwachting onze scope 1 en 2 broeikasgasemissies verlagen met meer dan 3 miljoen ton per jaar en onze scope 3 emissies met ongeveer 40 miljoen ton per jaar.”
HOE ZIT HET MET DE INITIATIEVEN IN NEDERLAND?
“We hebben een lange historie hier in Nederland, die teruggaat tot 1972, toen we onze grootste productielocatie opstartten in de haven van Rotterdam (Botlek). Vandaag de dag hebben we vijf vestigingen verspreid over het hele land en investeren we in het behalen van onze doelstellingen en het produceren van meer duurzame en koolstofarme oplossingen voor onze klanten. We hebben een trackrecord van voortdurende innovatie en verbetering, onze Botlek en Maasvlakte sites presteren ruim boven de industrie benchmarks in termen van CO2-uitstoot en energie-efficiëntie.”
“We hebben een kunststofrecyclingfabriek, Quality Circular Polymers (QCP), in Geleen. QCP produceert gerecycled materiaal voor gebruik in alledaagse producten zoals Samsonite koffers, onderdelen voor drogers, zouttrechters voor vaatwassers en stofzakken voor stofzuigers. We hebben bovendien een belang van 50 procent verworven in Stiphout Industries, een bedrijf in Montfort dat zich bezighoudt met de inkoop en verwerking van plastic verpakkingsafval na consumptie. Stiphout Industries heeft een verwerkingscapaciteit die gelijk staat aan de hoeveelheid plastic verpakkingsafval die jaarlijks door meer dan 500.000 Nederlanders wordt geproduceerd.”
“Als we verder willen gaan, is infrastructuur nodig. Alleen al het elektrificeren van onze activiteiten betekent dat onze netaansluitingscapaciteit tien keer zo groot moet worden als nu. Voor een emissieloze toekomst is samenwerking in de hele keten nodig. Of het nu gaat om leveranciers, klanten, overheid, academici of andere industrieën, we moeten onze acties op elkaar afstemmen. Zonder chemie is het onmogelijk de wereldwijde klimaatdoelstellingen van het akkoord van Parijs te behalen.”
Meer weten over waarom en hoe LyondellBasell zich inzet voor duurzaamheid? Bekijk het rapport op www.lyondellbasell.com.
In een wereld waar hitterecords en duurzame records elkaar afwisselen, zit Nederland middenin een adembenemende race naar een duurzame toekomst. Het gebied rond de Middellandse Zee, doorgaans een geliefde vakantiebestemming voor Nederlanders, zucht onder de verwoestende effecten van klimaatverandering. Temperaturen boven de veertig graden zijn er ‘het nieuwe normaal’ geworden. Het bewustzijn over de urgentie van de energietransitie groeit, maar er is nog een lange weg te gaan. Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), vertelt.
Duurzame energie breekt tegenwoordig het ene record na het andere. De eerste helft van dit jaar was de helft van de Nederlandse elektriciteit duurzaam. Warmte en brandstoffen verduurzamen helaas langzamer. Met alle duurzame energie samen redt Nederland het dit jaar (omgerekend) tot 2 maart. Dit laat zien hoeveel werk er nog ligt. Desondanks gaat het de goede kant op, want vorig jaar viel deze dag, ookwel ‘Green Energy Day’, op 21 februari.
HITTERECORDS EN DUURZAME RECORDS
“Klimaatverandering en de oplossingen daartegen zijn verwikkeld in een adembenemende race: hitterecords en duurzame records wisselen elkaar af. Nederland werkt pas een jaar of tien serieus aan de energietransitie. De oplossingen zijn dus eigenlijk net aan de race begonnen. Dat hadden we veel eerder moeten doen, maar we kunnen het verleden niet veranderen,” vertelt Van der Gaag.
“De toekomst kunnen we wel veranderen en daarvoor staan alle seinen op groen. Mede door het extreme weer is de bewustwording rondom klimaatverandering groter dan ooit. Bovendien veroorzaakte de Russische oorlog in Oekraïne een kanteling: velen dachten te moeten kiezen tussen duurzame energie of betaalbare en betrouwbare energie. Maar niets is minder waar: duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar vallen steeds meer samen.”
VRIJHEIDSENERGIE EN BESPARING
Overheden van over de hele wereld schroefden de verduurzaming op. Bedrijven met een stroomcontract
van een windpark op zee keken ontspannen naar de energieprijzen. Glastuinbouwers met aardwarmte hadden geen stress over de gasprijs. En Nederlanders investeerden elf miljard euro in de verduurzaming van hun woning. Duurzame energie is volgens Van der Gaag ook vrijheidsenergie, net als energiebesparing.
ZERO EMISSIONS DAY
“Op 21 september is het Zero Emissions Day. Op deze dag staan ook andere voordelen van energiebesparing en duurzame energie in het zonnetje. Hoe fijn is het, als we afscheid nemen van de vervuilende uitlaat en schoorsteen in onze leefomgeving? Fietsen, wandelen en buitenspelen; op het terras, balkon of in de tuin zitten: alles wordt er aangenamer en gezonder van. Schone lucht maakt alles beter,” volgens Van der Gaag.
“Daarbij helpt niet alleen energiebesparing, de elektrische auto en groene energie. Het helpt ook als we de omgeving groener maken. Bomen, plantsoenen, weelderige tuinen en balkons met planten: ze filteren de lucht. Bovendien slaan ze heftige regenbuien beter op, zodat de boel minder snel overstroomt. En erg belangrijk in de steeds hetere zomers: ze verkoelen onze huizen en bieden plekken om zelf af te koelen. Tijdens de Open Energiedag, elk jaar op de derde zaterdag in september, komen duizenden mensen op bezoek bij duurzame projecten die onze emissies elimineren. Iedereen is welkom in de nieuwe, schone wereld achter uw thermostaat en stopcontact!”
“Als wij anderen willen overtuigen om te investeren in duurzaamheid, moeten we zelf ons aandeel doen.” Dat zegt Diana Visser, directeur Duurzaamheid bij Corbion, over de manier waarop we naar een CO2-neutrale toekomst bewegen. De hele keten moet daarin meegenomen worden.
DIANA VISSER DIRECTEUR DUURZAAMHEID CORBIONCorbion is een duurzaam ingrediëntenbedrijf dat gespecialiseerd is in melkzuur, melkzuurderivaten, voedselconserveringsoplossingen en ingrediënten op basis van algen. Om tot Net Zero-emissies te komen, is het verlagen van de uitstoot in de hele waardeketen essentieel, niet alleen de eigen emissies. Iedereen speelt een rol. Visser: “Alle spelers in de waardeketen moeten en kunnen bijdragen: boeren, leveranciers van grondstoffen, onze productieafdeling en klanten.”
Visser benadrukt dat een passieve houding sowieso geen zoden aan de dijk zet. “Je brengt dingen niet in beweging door met een vinger te wijzen naar wie welke rol moet spelen voor een duurzame toekomst, je moet zelf het voortouw nemen. Goed voorbeeld doet volgen. Daarom zijn wij gaan kijken naar waar in ons productieproces we energie kunnen besparen. Inmiddels gebruiken we op bijna al onze locaties over de hele wereld groene stroom. Hierdoor hebben we onze energie-gerelateerde emissies verlaagd met 14 procent ten opzichte van 2016.”
Om vervolgens andere ketenpartners in beweging te krijgen is transparantie het sleutelwoord, bijvoorbeeld door zichtbaar te maken op welke onderdelen partners in je keten impact hebben. “Zo kijken we welke grondstoffen het grootste deel van onze uitstoot vertegenwoordigen. Welke leveranciers horen daarbij? Met die leveranciers zoeken we contact en kijken we naar wat er verbeterd kan worden. Dat creëert meteen bewustwording.”
om bodembedekkers te gebruiken. Dit is een vorm van regeneratieve landbouw, een duurzame benadering van landbouw waarbij ecosystemen worden versterkt en hersteld, met de nadruk op het verbeteren van bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. De boeren zijn hier positief over.”
Visser benadrukt het belang van een wetenschappelijke aanpak bij het bepalen van de reductiedoelstellingen.
“‘Green washing’ ben ik allergisch voor. Als je met duurzaamheid aan de slag wilt, zorg dan dat doelen onderbouwd zijn. Laat een derde partij je doelstellingen valideren.” Dat kan bijvoorbeeld door aan te sluiten bij SBTi. Dat staat voor Science-Based Target Initiative’ en is een initiatief dat bedrijven helpt wetenschappelijk onderbouwde doelen voor het verminderen van hun CO 2 -uitstoot vast te stellen en te behalen.
“Je bereikt samen meer dan alleen. Iedereen moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen aandeel. Daarna kijk je hoe je samen meer kunt doen. Werk samen met voorlopers en neem niet-voorlopers mee.”
Die bewustwording is belangrijk en betekent ook dat obstakels weggenomen kunnen worden. “Er zijn vaak vooroordelen over duurzamer opereren, bijvoorbeeld dat het veel geld kost. Maar dat is niet altijd waar. Op veel projecten kunnen we prima onze CO2-voetafdruk verkleinen en investeringen in korte tijd terugverdienen. Dat geldt ook voor veel leveranciers. Wanneer dit echt niet haalbaar is, dan moeten we daar ook eerlijk over zijn.”
Een manier om uit te zoeken of bepaalde initiatieven haalbaar zijn, is door te werken met pilots. “In NoordAmerika lopen er bijvoorbeeld pilots met leveranciers van maissuiker. Samen met hen helpen we boeren financieel
Visser noemt een voorbeeld van hoe Corbion de uitstoot zelf heeft verminderd met de bouw van een eigen fabriek in Thailand. “In die fabriek gebruiken we een nieuw proces voor de productie van melkzuur waarbij we veel minder hulpstoffen, zoals kalk, gebruiken. Dat geeft een significante reductie van CO2, zo’n 20 procent.”
De fabriek in Thailand raakt echter ook aan een van de uitdagingen. Een uitdaging die voor veel bedrijven herkenbaar zal zijn. “Met de fabriek reduceren we weliswaar over de volledige keten heen de CO2-uitstoot, maar we verbruiken op locatie wel wat meer energie. Daar is onze eigen uitstoot hoger. Waar je het één verbetert, kun je het ander ongunstig beïnvloeden. Daarom is transparantie in de keten zo belangrijk. Wij moeten aantonen dat we over de hele keten heen duurzamer opereren, ondanks dat we op locatie meer energie verbruiken. Andere spelers zullen vergelijkbare obstakels tegenkomen.” Een transitie is niet lineair.
Om ambities voor verduurzaming te verwezenlijken is verbinding met de keten dus wederom cruciaal. “Je bereikt samen meer dan alleen. Iedereen moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen aandeel. Daarna kijk je hoe je samen meer kunt doen. Werk samen met voorlopers en neem niet-voorlopers mee.”