
11 minute read
MILIEU
from Info Garage feb'22
by mediasurplus
Aanzienlijke CO2-besparingen mogelijk:
jongste dieselmotoren goedgekeurd voor brandstoffen op basis van afval en gerecycleerd materiaal.
Advertisement
Volkswagen wil de CO2-voetafdruk van zijn vloot in Europa tegen 2030 met zo’n 40 % verlagen. Men rekent daarbij vooral op volledig en gedeeltelijk EV’s. Als extra alternatief geeft VW nu de officiële goedkeuring om de jongste 4-cilinderdieselmotoren te gebruiken met paraffinebrandstoffen. Deze nieuw ontwikkelde brandstoffen bevatten biologische componenten die in vergelijking met conventionele diesel een duidelijke CO2-besparing mogelijk maken van 70 tot 95 %. Naast de versnelde opstart van de elektromobiliteit ontwikkelt Volkswagen daarmee consequent zijn bestaande portfolio van verbrandingsmotoren verder.
Alle Volkswagenmodellen die vanaf juni 2021 (KW25/21) zijn geleverd met een 4-cilinderdieselmotor (TDI) zijn goedgekeurd voor gebruik met zogenaamde paraffinebrandstoffen volgens de Europese norm EN15940. Professor Thomas Garbe, hoofd benzine- en dieselbrandstoffen bij Volkswagen, legt uit: “Met het gebruik van milieuvriendelijke brandstoffen in de daarvoor goedgekeurde modellen geven wij klanten in heel Europa de mogelijkheid om hun CO2-uitstoot drastisch te verlagen zodra de brandstof lokaal verkrijgbaar is. Zo vormt de inzet van paraffinebrandstoffen vooral voor ondernemingen met een gemengd wagenpark – met modellen met elektrische maar ook conventionele aandrijflijnen – een zinvolle aanvulling.” Het spectrum aan paraffinebrandstoffen is zeer breed: aan de ene kant zijn er brandstoffen die worden geproduceerd op basis van biologische rest- en afvalstoffen, zoals bijvoorbeeld HVO (Hydrotreated Vegetable Oil = gehydrogeneerde plantaardige oliën). Deze plantenoliën worden door een reactie met waterstof omgevormd tot koolwaterstoffen en in een gewenste verhouding door de dieselbrandstof gemengd. Ze kunnen echter ook puur als brandstof worden gebruikt. Natuurlijk kunnen ook plantenoliën zoals bijvoorbeeld koolzaadolie worden gebruikt om HVO te maken, maar het maximale milieueffect wordt pas bereikt door te werken op basis van biologische rest- en afvalstoffen zoals bijvoorbeeld afgewerkte bakolie, zaagsel, enz. Biobrandstoffen zoals HVO zijn nu al op de markt. De komende tien jaar zou hun aandeel in Europa naar verwachting tot 20 à 30 procent toenemen in de energiemarkt voor wegvervoer. Paraffine dieselbrandstoffen zijn vandaag al verkrijgbaar op de markt onder verschillende productnamen, zoals onder meer: • C.A.R.E.-diesel • NEXTBTL • HVO Dieselbrandstoffen die aan de EN590-norm voldoen en die met paraffinediesel zijn gemengd zijn tegelijk verkrijgbaar en veel meer wijdverspreid. Daarbij horen onder meer: • Diesel R33 • V-Power Diesel
• OMV MaxMotion • Aral Ultimate Diesel Deze dieselbrandstoffen kunnen worden gebruikt in alle dieselmotoren, ook oudere modellen.
Verder komen er in de toekomst nog zogenaamde e-fuels aan, zoals PtL (Power-to-Liquid), die met behulp van CO2 en stroom uit regeneratieve bronnen worden gewonnen. XtL of X-to-Liquid, GtL en PtL maken gebruik van de mogelijkheid om uit verschillende grondstoffen synthetisch gas te winnen en dat vervolgens via het zogenaamde Fischer-Tropsch-procedé om te vormen tot conventionele dieselbrandstof. Voor de productie daarvan kunnen overschotten van groene energie worden gebruikt.
MPM

Het Diesel Partikel Filter in optimale conditie houden
Het roetfilter, oftewel Diesel Partikel Filter (DPF) is 1 van de innovaties van de laatste jaren om schadelijke uitstoot van motoren te verminderen. Om het roetfilter goed te laten functioneren is het belangrijk de door de fabrikant voorgeschreven motorolie te gebruiken.
Autofabrikanten testen uiteraard de motorolie op de juiste smering, reiniging en koeling van een specifieke motor. Maar daar houden de eisen aan de motorolie niet op. Motorolie die bij de verbranding meegenomen wordt blijft achter in het uitlaatgas nabehandelingssysteem. Bij gebruik van de verkeerde motorolie kan het gebeuren dat tijdens het regeneratieproces er resten van deze verbrande motorolie in het diesel partikel filter achterblijven, met als gevolg verminderde werking van het DPF of zelfs onomkeerbare schade. Hierdoor kan een auto de meeting van de deeltjes teller niet halen. Gebruik van de juiste motorolie kan dit voorkomen. De autofabrikant kiest daarom bij dieselmotoren met een uitlaatgas nabehandelingssysteem altijd voor een motorolie die weinig asdeeltjes produceert bij verbranding. Dit noemen ze ‘low’ of ‘mid saps’ motorolie. De additieven van de motorolie worden afgestemd op het uitlaatgas nabehandelingssysteem en de grootte van het roetfilter. Het is dus van belang dat de door de autofabrikant voorgeschreven motorolie wordt gebruikt en bijbehorende verversingsinterval wordt aangehouden. Kijk voor het juiste advies altijd op: WWW.MPMOIL.COM Een deeltjesteller kan in een vroeg stadium waarnemen als een DPF niet meer aan de wettelijke eisen zal voldoen. Aangezien een nieuw roetfilter een kostbare optie is, kan de garagist eerst proberen het roetfilter te reinigen. MPM heeft twee reinigers in het programma om het roetfilter op een eenvoudige manier te reinigen:
MPM DPF Cleaner and Regenerator 250ml - AD07250
MPM Diesel Particulate Filter (DPF) Cleaner and Regenerator zorgt voor een volledige en snelle regeneratie van het roetfilter. Dit additief verlaagt de verbrandingstemperatuur van het roet welke is verzameld in het roetfilter waardoor het filter regeneratieproces wordt geoptimaliseerd. De unieke samenstelling zal helpen het Diesel Partikel Filter, alsmede de turbo met variabele geometrie schoepen schoon te houden en vuilopbouw te voorkomen.
MPM Diesel Detox Professional 500ml - AD08500
MPM Diesel Detox Professional is een 2 in 1 reiniger. Diesel Detox Professional reinigt net zoals de MPM DPF en regenerator cleaner het roetfilter en de variabele schoepen van de turbo. Daarnaast wordt het volledige brandstofsysteem inclusief de vervuilde injectoren, kleppen en verbrandingskamer gereinigd.

Van links naar rechts: Emilie Paragot (MTS France), Vincent Marolle (MTS France), Vincent Van Den Daele (MTS Benelux) en Dominique Arnault (MTS France).
MTS
Zeg niet zo maar dakimperiaal tegen een MTS
Het Franse MTS uit Châteauneuf-en-Thymerais is gespecialiseerd in dakimperialen en draagsystemen voor lichte bedrijfsvoertuigen, zeg maar bestelwagens. Daar komt meer bij kijken dan je denkt. Dat konden we alleszins ontdekken tijdens een boeiend bezoek aan het bedrijf. Stevig, veilig, corrosievrij, gestroomlijnd en niet te vergeten gebruiksvriendelijk zijn maar enkele van de eigenschappen waarmee ze bij MTS rekening houden bij de ontwikkeling en de productie van hun draag- en laadsystemen.
Châteauneuf-en-Thymerais is een ogenschijnlijk klein dorpje in hartje Frankrijk nabij het beter bekende en charmante Chartres. Klein mag het dorpje wel zijn, er is wel een industriezone en die is voor het grootste deel ingepalmd door MTS met zijn twee productiehallen die in totaal een oppervlakte hebben van 2700 m2, aangevuld met drie magazijnen. Het grootste daarvan heeft een oppervlakte van 3200 m2 en dient voor de opslag en de emballage van afgewerkte producten.
Vincent Marolle geeft een demonstratie van het nieuwste MTS-systeem: zware ladingen zoals panelen en ladders kunnen via de zijkant van de auto op het dak worden geladen of er weer van worden gehaald. Het hijsen en naar beneden halen gebeurt mechanisch. De bediening van het systeem kan manueel met een zwengel of elektrisch via een bedienpaneel.

Magazijn in Oudenaarde
MTS werd opgestart in 1975 en profileerde zich eerst als een plaat- en metaalbewerker voornamelijk als onderaannemer voor constructeurs van bedrijfsvoertuigen. Na een tijdje volgde een koerswijziging en spitste MTS zich volledig toe eerst uitsluitend op dakimperialen en later ook op andere draag- en laadsystemen voor lichte bedrijfsvoertuigen. In 2013 werd MTS overgenomen door de Franse industriële groep Novarc. In dat jaar werd een zakencijfer van 6,2 miljoen euro gerealiseerd. Ondertussen is dat verdubbeld. Niet verwonderlijk is dat Frankrijk de voornaamste markt is. Opmerkelijk is dan weer wel dat België naar voor komt als de belangrijkste exportmarkt. In ons land haalt MTS een omzet die zelfs drie keer zo groot is als in Duitsland. “In Duitsland gebruiken de ondernemers minder een dakimperiaal dan in België,” zo verklaart Dominique Arnault, de communicatieverantwoordelijke van MTS. Ook geeft hij toe dat de Duitse markt een commerciële ondersteuning nodig heeft in de toekomst. In België is de commercieel verantwoordelijke Vincent Van Den Daele: “Om de logistiek te vereenvoudigen en de levering aan de Belgische klanten te vergemakkelijken, hebben wij een magazijn in Oudenaarde. Ook in Nederland, meer bepaald in Hoevelaken, is er een magazijn.”
Blijven ontwikkelen
Het succes van MTS is voornamelijk te danken aan de blijvende ontwikkeling van de producten. Van de 79 vaste medewerkers zijn er 7 actief in de ontwerp- en ontwikkelingsafdeling. Die ontwikkeling heeft te maken met een streven naar een voortdurende verbetering van de producten maar ook met het uitbreiden van de toepassingen en dus het gamma. Een belangrijk kenmerk voor de dakimperialen van MTS is dat ze volledig gelast zijn en dat alle losse componenten zoals rubbers en kunststofonderdelen bij MTS zelf worden gemonteerd. Dat heeft het voordeel dat het imperiaal door de garagist of de monteur niet moet geassembleerd worden; hoogstens moeten twee modules aan elkaar gekoppeld worden. Het monteren op het voertuig is vrij eenvoudig en duurt afhankelijk van het type voertuig tussen de 20 en 40 minuten. Om bij de montage het imperiaal makkelijk boven de auto te hijsen, kan ofwel een voorheftruck of een werkbrug gebruikt worden. Omdat het imperiaal niet uit kleine onderdelen bestaat die aan elkaar geschroefd zijn, kan er geen roest ontstaan. Dat bevordert niet enkel de duurzaamheid en de stevigheid van het imperiaal maar maakt ook dat er geen roestdrupsporen op het dak en de flanken van de bestelwagen ontstaan. Vincent Van Den Daele benadrukt het belang daarvan: “Voor een bedrijf is het geen zicht om met een bestelwagen met roestsporen rond te rijden. Voor een bedrijf is een bestelwagen als het ware een rijdend visitekaartje dat mee het imago van het bedrijf uitstraalt. Bovendien is het goed voor de inruilwaarde van de bestelwagen. Is de wagen in leasing dan kan bij ‘einde contract’ geen discussie ontstaan. Trouwens bij MTS letten ze er op dat de montage gebeurt zonder het voertuig te beschadigen. Er wordt gebruik gemaakt van de bevestigingspunten die de autoconstructeur voorziet. Elk imperiaal is dan ook specifiek gemaakt voor één bepaald type voertuig. Ook bij de ladders die we in het gamma hebben en die achteraan op de laaddeur worden gemonteerd is er geen direct contact tussen de ladder en de deur en worden er zeker geen gaten in de carrosserie geboord. MTS gebruikt speciale beugels met isolerende rubbers. Bij grote ladders voor hoge bestelwagens zijn er voor de tussensteunen ook isolerende rubbers voorzien.”
Profielen voor de imperialen met loopplatform. Elk draagsysteem is specifiek voor één type auto gemaakt waardoor de montagepunten van de autoconstructeur kunnen gebruikt worden.


MTS beschikt over vier robots onder meer voor het lassen van aluminium. De imperialen zijn volledig gelast. De profielen worden op lengte ‘geknipt’. De laatste stap in de productie: de eindmontage.
Aluminium of gegalvaniseerd staal
De dakimperialen bestaan uit twee grote families. Er zijn in de eerste plaats de stalen exemplaren. Om roest te voorkomen zijn zowel de binnen- als buitenkant van de profielen gegalvaniseerd. Eventueel worden ze daarna nog van een coating voorzien. Vanaf 2008 is MTS gestart met het aanbieden van aluminium imperialen. Dat geeft een gewichtsbesparing van 30 tot 50% waardoor er meer kan geladen worden terwijl bij gedeeltelijke belading het zwaartepunt van het voertuig lager komt te liggen, wat uiteraard het weggedrag bevordert. Emilie Paragot, commercieel verantwoordelijke voor de export, kent het bedrijf als geen ander. Geen wonder, zij is de dochter van de voorgaande bedrijfsleider van MTS. Zij toont ons de productiehal: “Zeker voor het aluminium lassen gebruiken we speciale technieken. Op sommige plaatsen gebruiken we lasrobots. Dat geeft een consistente lasnaad maar op weer andere plaatsen moet nog manueel worden gelast.” Opvallend is trouwens dat voor de productie een combinatie van automatisatie en manuele arbeid is. In totaal beschikt het bedrijf over vier robots. De laatste post in de productie bestaat uit de eindmontage waarbij alle lossen delen op het frame worden gemonteerd. Veelal zijn dat kunststofonderdelen die van belang kunnen zijn voor de aërodynamica en het afsluiten van de profielen. Het kunnen ook zogenaamde laadrollen zijn die op het uiteinde achteraan het imperiaal komen om het laden en lossen makkelijker te laten verlopen. Via de die laadrollen kan de lading over of van het imperiaal geschoven worden. Omdat de imperialen niet uit vele kleine lossen delen bestaan maar hoogstens uit drie modules, is het een hele uitdaging om het eindproduct degelijk te verpakken om zo schade tijdens het transport te voorkomen. “Dat is een probleem die we hier bij MTS oplossen,” zo lacht Emilie Paragot.
Ruime toepassingen
Per maand vervaardigt MTS tussen de 1600 en 2000 imperialen. Maar het gamma producten is uitgebreider dan dakdragers. Er zijn ook een hele reeks voettreden beschikbaar voor montage achteraan de auto. Net als de imperialen is elke trede specifiek voor een bepaald type bestelwagen ontworpen en gemaakt. Bij de treden is er keuze tussen aluminium, gegalvaniseerd staal of zwart gelakt staal. Verder zijn er rampen beschikbaar om bijvoorbeeld makkelijker met een kruiwagen of een trolley de laadruimte binnen te rijden. MTS voorziet ook allerlei accessoires om de lading te beveiligen en vast te sjorren. Om het dak te bereiken zijn er ladders voorzien specifiek ontworpen voor een bepaald type bestelwagen. Die ladders worden achteraan op de laaddeur gemonteerd. Naast de eenvoudige dwarslatten zijn er de verschillende types dakimperialen zoals dragers die zich uitstrekken over het ganse oppervlak of slechts de helft van het dak. Er zijn imperialen met of zonder loopplatform. Een vrij recente ontwikkeling is een imperiaal waarbij een verwijderbare ladder onder het centrale loopplatform van het imperiaal een plaatsje vindt. Om extra beveiliging tegen diefstal te bekomen is ook een systeem ontwikkeld om een ladder binnen in het voertuig te vervoeren.
Omdat de imperialen niet uit vele kleine lossen delen bestaan maar hoogstens uit drie modules, is het een hele uitdaging om het eindproduct degelijk te verpakken om zo schade tijdens het transport te voorkomen. Afgewerkte producten in het magazijn.