6 minute read
Gerenommeerd kunsthandelaar Mariane Ibrahim breekt door in Europa
HAAR
TIJD
Advertisement
Dat ze ooit een van de meest gewilde kunsthandelaren zou zijn, was lang niet altijd even duidelijk. Maar opgeven is nooit een optie geweest voor Mariane Ibrahim. Ze heeft net haar tweede galerie in Parijs geopend en voegt daarmee een nieuw, heel persoonlijk hoofdstuk toe aan haar succesverhaal
Tekst van Verena Richter
VOORUIT
Zohra Opoku, ‘Re, cry out, let your heart be pleased by your beautiful truth of this day. Enter from the under-sky, go forth from the East, (you) whom the elders and the ancestors worship. Make your paths pleasant for me, broaden your roads for me (so that) I may cross the earth in the manner of (crossing) the sky, your sunlight upon me’. 2020, zeefdruk op linnen, draad, 156 x 255 cm. Met dank aan Mariane Ibrahim.
Ze had een moeilijke start in Seattle. Net zoals Jimi Hendrix, zegt ze, die in zijn geboortestad geen voet aan de grond kreeg en pas in Londen zijn plek vond. “Toch was mijn eerste tentoonstelling in Seattle een succes”, zegt kunsthandelaar Mariane Ibrahim, “alle foto’s werden verkocht!” Maar zoveel bezoekers er in 2012 naar de opening van haar galerie kwamen, zo weinig kwamen daarna nog eens langs. “De volgende tentoonstellingen waren een ramp.” Toch wist ze dat ze het juiste deed: kunstenaars met een Afrikaanse achtergrond een podium bieden.
Ze had het al eerder geprobeerd als kunstadviseur in Parijs. “Maar tien jaar geleden was de metropool nog niet zo ver, die zat nog stevig verankerd in het klassiek modernisme.” In Amerika daarentegen zou alles veranderen met president Barack Obama – voor Mariane was dat precies het juiste moment om naar de VS te gaan. Des te meer toen haar man een baan aangeboden kreeg in Seattle. In haar eerste jaren als galeriehouder deed ze alles zelf. Ze schilderde de muren, lijstte de kunst in, pakte in en uit, hield op de een of andere manier alles draaiende. “Ik gaf mezelf nog een laatste kans”, herinnert Mariane zich. En daarmee bedoelt ze haar deelname aan de Contemporary African Art Fair in Londen. Daar had ze haar tweede Jimi Hendrixmoment. Het publiek was enthousiast: over de kunst die ze toonde en over haar als galeriehouder. Haar doorbraak kwam in 2017, toen haar galerie de prijs voor de beste stand won op de Armory Show in New York. In die tijd toonde ze werken van Zohra Opoku, een kunstenaar met Ghanese en Duitse wortels. Zij zeefdrukt haar foto’s op traditionele Afrikaanse stoffen en verbergt de gezichten van de geportretteerden achter bijvoorbeeld palmbladeren. Op deze manier vraagt ze aan de kijker: “Wie is deze persoon? En wie ben jij?”
Amoako Boafo, ‘Green Ivy Dress’. 2020, fototransfer en olieverf op doek, 210 x 184 cm. Met dank aan Mariane Ibrahim.
Vragen die ook Mariane haar hele leven bezighielden. Ze werd geboren in Nieuw-Caledonië, een eilandengroep in de Stille Zuidzee die tot Frankrijk behoort, en verhuisde met haar ouders naar Somalië toen ze 4 jaar oud was. Vijf jaar later verhuisde ze vanwege de burgeroorlog naar Frankrijk, in de buurt van Bordeaux. “In Somalië was het voor mij heel normaal om buiten rond te rennen. Langs te gaan bij mijn neefjes, nichtjes en tantes. En als ik ’s avonds terugkwam, wist mijn moeder precies waar ik was geweest. Ik voelde me veilig omdat iedereen me kende.” In Bordeaux was het tegenovergestelde het geval. Het meisje verstopte zich in het huis: “Buiten onze vier muren was alles vreemd en gevaarlijk. Ik wist de weg niet en op school werd ik gepest omdat ik me anders kleedde.” Het duurde even voordat Mariane de codes van haar omgeving kende en echt contact durfde te maken. En zelfs dan was ze liever bij haar naaste familie: “We beschermden onszelf.” Ook toen ze naar Londen ging om communicatie en marketing te studeren, woonde ze bij familieleden. Pas toen ze voor haar studie een half jaar naar het Canadese Quebec ging, was ze op zichzelf aangewezen: “Een ervaring die ik iedereen zou aanraden”, zegt ze. Het was een leerzame periode met studenten van over de hele wereld. “Ze kwamen uit Noorwegen, Colombia, Duitsland, Somalië. En ons ‘vreemde zijn’ maakte ons hetzelfde. Ik leerde dat het niet uitmaakt waar je vandaan komt, maar waar je naartoe gaat. Want dat is iets dat je zelf kunt bepalen.”
Na haar studies verhuisde Mariane naar Parijs – en bevond zich plotseling middenin de Franse kunstscene. “Als kind was ik nauwelijks in aanraking gekomen met kunst”, zegt ze. “De enige foto’s die we hadden, stonden in de fotoalbums van mijn ouders.” Ze was dan ook erg verbaasd toen ze voor het eerst de foto’s zag van Seydou Keïta, een Malinese kunstenaar uit Bamako wiens zwart-witportretten uit de jaren ’60 wereldberoemd zijn. De jonge Mariane vroeg zich af waarom Keïta beroemd was geworden en de fotograaf die haar ouders had gefotografeerd niet. Dat was het moment waarop ze besefte: wat telt is de maker van de foto. En het was ook het moment waarop ze besloot om zelf fotograaf te worden. “De kracht van foto’s fascineert me”, zegt ze. Dat geldt ook voor het psychologisch effect. Toch was het juist dit effect dat haar ervan weerhield om professioneel een puur creatieve weg in te slaan. Ze legt uit: “Als je foto’s maakt, heb je ook te maken met het beeld van jezelf als kunstenaar.
In dit proces realiseerde ik me dat ik niet alleen een creatief persoon ben, maar ook een zakenvrouw.” Dat heeft ze naar eigen zeggen van haar oma, eigenaar van een plantage in Noord-Somalië. “Ze moest zich haar hele leven staande houden in een door mannen gedomineerde wereld.” En nu, zegt ze, is haar oma de enige in haar familie die écht begrijpt wat ze doet.
Hoe langer Mariane naar haar kunstenaarsvrienden luisterde, hoe duidelijker haar doel werd: de galeriedeuren voor hen openen. En omdat dat in Parijs nauwelijks mogelijk leek, zag ze het als een kans toen haar man op een dag een baan aangeboden kreeg in Seattle. Ze hield vast aan het plan om kunst en kunstenaars te vertegenwoordigen. In Seattle kreeg ze het advies om ervaring op te doen in lokale galerieën. “Maar ik deed precies het tegenovergestelde: ik begon meteen voor mezelf.” En toen het na twee jaar hard werken eindelijk van de grond kwam, was het tijd om de locatie te heroverwegen. Het moest centraler liggen, dichter bij andere kunstcentra. Mariane’s keuze viel twee jaar geleden op Chicago. Waarom niet New York, wordt haar steeds weer gevraagd. “Te voorspelbaar”, vindt ze. Ze houdt ook van de diversiteit van de stad: “Een derde van de mensen die hier wonen heeft Latijns-Amerikaanse wortels, en nog eens een derde heeft Afrikaanse wortels. De kunsthandelaar is er zeker van dat Chicago het volgende grote ding zal zijn. Het lijkt een goed voorteken dat Simone Leigh, een zwarte kunstenaar uit Chicago, de VS zal vertegenwoordigen op de Biënnale van Venetië in 2022.
En nu, tien jaar nadat Mariane Parijs verliet, opent ze er haar tweede galerie. De metropool is veranderd, “heeft gekeken naar zichzelf”, zoals de galeriehouder het noemt. “De structuren en de mensen zijn opener geworden.” En een van haar kunstenaars, Amoako Boafo uit Ghana die in Wenen woont, heeft in Parijs al een overwinning gescoord: een samenwerking met Dior. Sowieso staat de kunstenaar tegenwoordig op het moodboard van iedere ontwerper. “Omdat hij figuratief en abstract tegelijk is”, legt Mariane uit. “Deze man schildert met zijn vingers! Zijn schaduwen schitteren uitbundig. En zijn kleuren lijken van stof.” Als Mariane over haar kunstenaars praat, wordt ze dolenthousiast. Wat wenst zij voor de toekomst van de Afrikaanse kunst? “Dat het niet langer Afrikaanse kunst wordt genoemd.” Maar? “Nou, kunst.”