3 minute read

Column Han ten Broeke

Slagveld, Mali… Malieveld

Zoals elke militair weet is ‘(alle) oorlogsvoering gebaseerd op misleiding’. Deze fameuze quote van de Chinese generaal Sun Tzu uit zijn boek De kunst van het oorlogvoeren wordt aan elke cadet geleerd. Wie de tegenstander en zichzelf goed kent, hoeft geen verwoestende slagen aan te gaan en kan dus ook niet meer verliezen. En hoewel de krijgsmacht is opgeleid om te kunnen vechten en daarbij zelfs het ultieme offer te brengen, wil zij het liefst een gevecht voorkomen of de tegenstander daarvan weerhouden. Altijd bezig de tegenstander haar wil op te leggen, af te schrikken en te weerhouden van optreden. Informatie vergaren, desinformatie ontleden en misleiding ontkrachten horen daar al bij zolang de mensheid conflicten uitvecht. De landmacht doet al jaren aan een meer gerichte vorm van informatie-gestuurd optreden. Hierbij wordt informatie verzameld en verwerkt, zodat tegenstanders sneller en doeltreffender kunnen worden bestreden. Tijdens de Minusma-missie in Mali (2014–2019) noemde defensieminister Jeanine Hennis dat ‘ogen en oren’. Voor de VN-missie en de Malinese regering was die inzet zo belangrijk dat men Nederland smeekte om langer te blijven. De hele bijdrage, alle 1200 eendaagse en 120 meerdaagse patrouilles en de inzet van geavanceerde sensoren en helikopters stonden in dienst van de informatievergaring voor het hoofdkwartier in Bamako. Maar ook in Uruzgan, waar Nederlandse militairen een Afghaanse provincie moesten vrijhouden van taliban, speelde informatie een cruciale rol. Niet alleen het vergaren ervan, ook het uitsturen van een boodschap, of ‘information manoeuvre’. Zo was het soms al genoeg om de motoren van een Apache in Kamp Holland te starten om daarmee een TIC (troops in contact) in Tarin Kowt te voorkomen. De talibanspotters in de buurt van het Nederlandse kamp deden immers hun voorspelbare werk via de tamtam. De battlefield is dus eigenlijk ook altijd een informatie-omgeving. Maar de opkomst van internet en social media zijn daarin nu een gamechanger. In 2030 groeit de wereldbevolking naar ongeveer negen miljard mensen, waarvan negentig procent op de een of andere manier toegang heeft tot het world wide web. Veelal via goedkope devices, bijvoorbeeld thuis afgeleverd door het Chinese AliExpress. Mensen over de hele wereld abonneren zich op nieuwsgaring en de algoritmes van het internet versterken hun information-bias. Voor grote techbedrijven is dat commercieel interessant, maar voor autoritaire staten is het vooral een goedkoop middel om onrust en verwarring te stichten in open democratieën. Omdat kwalitatieve journalisten en reguliere media hun monopolie op informatie kwijt zijn, verandert de battlefield van ideeën en gerichte en ingerichte beïnvloeding razendsnel. De nationale praattafels van de Nederlandse televisie (Op1 of Jinek) leven in de illusie dat ze het gesprek van de dag brengen. Met een productieteam van tientallen mensen kluisteren ze een half miljoen Nederlanders aan de buis. Maar één vlog van Nikki Tutorials bereikt dertig miljoen kijkers waarna zij op de bank bij Ellen DeGeneres zit. Ons vrije Westen is kwetsbaar geworden. Kwetsbaar voor snel opkomende publieke opinies. Dat zien ook onze tegenstanders en die buiten dat uit. Net als in de Koude Oorlog opereren zij net onder de drempel van conventionele militaire inzet. Die confrontatie willen ze zelfs liever niet aan. De kosten ervan zijn te hoog; zowel in mensenlevens als geld. Maar het opzwepen van opinies en emoties die aanzetten tot binnenlandse intimatie en geweld met vals nieuws, zelfs augmented reality is een veel effectiever en goedkoper toneel om ons te dwingen onze vrijheden telkens opnieuw te verdedigen. Vals nieuws over MH17 wordt bijvoorbeeld in Rusland geproduceerd en verspreid door nuttige handlangers. Hetzelfde informatie-gestuurde optreden dat hearts en minds moest winnen in Afghanistan, dat boots on the ground zette in Mali, gebruikt de landmacht nu om haar derde grondwettelijke hoofdtaak te vervullen: in ons eigen land. Bijvoorbeeld om te anticiperen op bijstandsverzoeken van civiele bestuurders (woedende boeren in Den Haag), maar ook om COVID19-patiënten snel en veilig over de ic’s van onze ziekenhuizen te spreiden. Om dat te doen gebruikt de landmacht openbare bronnen en beschikbare data om veiligheidsanalyses te maken. En zolang daarbij geen persoonsgegevens bij worden gebruikt of geaggregeerd en opgeslagen is daar helemaal niets mis mee. De gemiddelde data-redactie van een willekeurige krant, zeg NRC Handelsblad, doet niet anders om haar artikelen te adstrueren met infographics.

Advertisement

HAN TEN BROEKE

This article is from: