2 minute read
‘Nederland heeft behoefte aan een schaalbare krijgsmacht’
Christophe van der Maat is op 10 januari aangesteld als staatssecretaris van Defensie.
Zijn taak: het revitaliseren van Defensie tot een moderne organisatie die niet alleen zijn taken goed kan uitvoeren, maar ook aantrekkelijk is om voor te werken.
Advertisement
Door Antal Giesbers
‘Ik had van kinds af aan interesse in Defensie en dacht erover om me aan te melden bij de KMA,’ vertelt Van der Maat. ‘Maar uiteindelijk kwam ik terecht bij bestuurskunde en internationaal recht, waar ik een master oorlogsrecht deed. Na zeven jaar als gedeputeerde in Noord-Brabant, besloot ik om iets anders te doen. Ik sprak met de VVD over het type uitdagingen waarin ik een rol wilde spelen en daar kwamen twee functies uit, waarvan eentje als staatssecretaris voor Defensie.’
U kreeg wel bijna meteen te maken met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Wat betekende dat voor uw werk?
‘Nou, Defensie was al hard aan vernieuwing toe, en de VVD zocht iemand die in het hoogste haalbare tempo met de organisatie verbinding met de samenleving aan kan gaan en die niet bang is om nieuwe paden in te slaan om de organisatie verder helpen te versterken. Dat komt goed uit, want ik ga echt niet op de winkel passen: ik ben iemand van innovatie en opbouw.’
Er was vóór Oekraïne al twee miljard extra voor Defensie gealloceerd, toen die oorlog uitbrak werd dat bedrag meer dan verdubbeld naar vijf miljard. Welke impact had dat?
‘We zaten nog midden in het proces van het maken van een Defensienota, die uitlegt wat we met de gereserveerde twee miljard wilden doen, toen we er ineens geld bijkregen. De strategie was helder: herstel en versterking. Met de extra middelen naar 5 miljard kunnen we aanvullend op het herstel meer investeringen doen voor versterking van bijvoorbeeld de vuurkracht. En dat met een een organisatie die is ingericht op controle, kostenefficiency, en centralisatie, maar die nu in één klap om moet naar decentraal, snel, hoogdynamisch, start-up, innovatie en ontwikkeling.’
Vijf miljard extra is een fors bedrag. Wat besloot u daarmee te doen?
‘Het oorspronkelijke bedrag was eigenlijk voor niet meer dan achterstallig onderhoud, met een héél klein beetje innovatie en ontwikkeling. Met het extra geld kunnen we meer in innovatie en ontwikkeling steken, bijvoorbeeld om de vuurkracht te versterken van onze pansterhouwitzers en fregatten, de derde support squadron van F-35’s vol te maken – en we hebben er een paar reapers bij.’
Heb je, vanwege Oekraïne, niet de neiging om te zeggen: laat vastgoed maar even zitten, we hebben meer wapens nodig?
‘Nee, onze Defensienota is niet geschreven voor Oekraïne: dit gaat over het herstel en de versterking voor de oorlog die daarna komt! Dus herstel en versterking van de krijgsmacht. Daarnaast kijken we hoe we Oekraïne kunnen helpen.’
Waar heeft u de prioriteiten gelegd?
‘Wij hebben drie kerntaken: ons grondgebied beschermen, bijdragen aan de internationale rechtsorde en stabiliteit, en ingrijpen bij een crisis. Rusland is alleen al reden genoeg voor een enorm sterke krijgsmacht: onze Oostflank is misschien niet onze landsgrens, maar wel de rand van onze veilige manier van leven. En dan de cyberdreiging: iedere dag worden er bedrijven en overheidsinstellingen aangevallen, dat wordt alleen maar erger de komende jaren. Ook zal de toekomstige manier van oorlogvoeren voor een groot deel unmanned zijn. Dat zien we nu al in Oekraïne, dat is waarschijnlijk het begin van een hele andere manier van oorlogvoeren. Het is nu voor een land dat kwaad wil een stuk makkelijker om vervelend te doen, zolang je het geld maar hebt.’
En wat betekent dat voor onze rol in het handhaven van de internationale stabiliteit?
‘Amerika heeft gelijk als het zegt dat de Europese NAVO-landen hun eigen broek moeten ophouden. We zijn de afgelopen decennia te naïef geweest; we hadden al veel verder