3 minute read

‘Met de Ground Master lopen we twintig jaar voorop’

Er moest een nieuwe radar komen, met een nieuwe taak en met de ambitie dat het de beste radar binnen de NAVO zou zijn: de Ground Master 200 MM/C, die alles in de lucht kan detecteren, van kogels en drones tot raketten en vliegtuigen. Geboren uit een samenwerking tussen Defensie en Thales.

‘Onze samenwerking begon tijdens de uitzending van Nederland naar Irak en Afghanistan, want daar leerden we belangrijke lessen over het gebruik van radar,’ vertelt luitenantkolonel Henk te Kulve, die als liaison-officier van het multi-radar project bij Thales gedetacheerd is. ‘Zo kon de radar die we toen in gebruik hadden slecht tegen hitte en stof. Vanwege het einde van de levensduur van die radar zijn we aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een nieuwe, maar met een verregaande ambitie: het moest een multi- missie radar voor landoperaties worden die ook de hele kleine doelen kan detecteren.’

Advertisement

‘De Ground Master 200MM/C is ontwikkeld op basis van een bestaande radar uit het maritieme domein,’ zegt Wim Schuttert, Sales Director bij Thales. ‘Dat is een niet-roterende radar die op dit moment geïnstalleerd is op de patrouilleschepen van de Hollandklasse van de Koninklijke Marine. We hebben die zodanig aangepast dat hij zowel raketten en artillerie als mortiergranaten, vliegtuigen en (kamikaze) drones kan detecteren. Én er automatisch rekening mee houdt dat de vijand zich verplaatst.’

Hoe snel kan er, na detectie door Ground Master, actie worden ondernomen?

‘Direct’, zegt Te Kulve, ‘want de Ground Master is gekoppeld aan het Nederlandse vuurleidingsysteem (zodat je een “sensor to shooter”-loop hebt) en kan ook aan NAVO-systemen gekoppeld worden. De meeste data is al meteen geadresseerd aan degene die de informatie nodig heeft: detectie van vliegtuigen gaat naar luchtverdediging, die van mortieren naar de artillerie.’

‘Dit lijkt deels ook door nood geboren’, vult Schuttert aan. ‘In feite is het systeem namelijk zo accuraat dat we zelfs individuele kogels en vogels detecteren. Maar die informatie heb je niet nodig. We hebben er juist hard aan moeten werken om dat uit het systeem te filteren, en we hebben algoritmen ontwikkeld waarmee de radar alleen die informatie doorspeelt die we nodig hebben. De rest wordt wel inter de GM200 MM/C gevolgd maar niet gerapporteerd. Datafiltering is essentieel omdat we deze data niet via het open internet kunnen verzenden, dus we zijn beperkt in bandbreedte.’

Unieke mobiliteit

De Ground Master is een systeem dat als unit op een vrachtwagen wordt gemonteerd. En de aldus verkregen mobiliteit is essentieel, zegt Te Kulve: ‘De grootste bedreiging voor een radarsysteem zijn de vijandelijke elektronische oorlogsvoeringsystemen. Met andere woorden: als we beginnen te stralen, kunnen we worden gedetecteerd en aangevallen. We moeten dus snel kunnen wegkomen. We zijn binnen een minuut operationeel, maar kunnen ook weer binnen een minuut weg zijn.’

‘We hebben veel geïnvesteerd in eigen mobiliteit – die mobiliteit is zelfs uniek: het voertuig kan zich zelfstandig verplaatsen naar de plek waar het zijn werk bet beste kan doen. Het is een spel van camoufleren en tijdelijk uit de camouflage halen voor een korte inzet en dan een snelle verplaatsing.’

De radar zelf is nog best fors. Had hij, met de techniek van tegenwoordig, niet een stuk kleiner kunnen zijn?

‘Als je een kleinere radar maakt, dan verandert je inzet,’ zegt Schuttert. ‘Technisch gesproken is het zo dat hoe groter het radaroppervlak is, hoe groter de afstand wordt waarop je kunt detecteren. We hebben nu het formaat ontwikkeld dat we als maximale eenheid op een vrachtwagen kunnen plaatsen. Antenne en zender/ontvanger zijn daarmee in staat om hele kleine doelen op grote afstanden te detecteren én te herkennen. Luchtdoelen identificeren we op 400 kilometer afstand, drones op meer dan 10. En dat in 3D, met als vierde dimensie dat we aan de hand van de dopplersignatuur de exacte snelheid en richting kunnen bepalen.’

Wanneer is de Ground Master inzetbaar?

Schuttert: ‘We hebben de ontwikkeling afgelopen jaar afgerond en zitten nu in de echte eindfase. Volgend jaar worden de eerste van negen radars overgedragen naar Defensie, met zes voor het Vuursteuncommando (VustCo) en drie voor het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). Dat aantal is afgestemd op een brigadevakgebied.

En is er buitenlandse interesse?

‘Noorwegen heeft zich al gecommitteerd, en Nederland zoekt nog meer partners, want dit is een Nederlands project dat Europees gedragen kan worden,’ aldus Te Kulve. ‘We krijgen hiermee voor de eerste tien tot twintig jaar de meest moderne software-defined radar binnen de hele NAVO. En we blijven doorontwikkelen, zodat we belangrijke nieuwe dreigingen met het systeem kunnen detecteren en effectief bestrijden.’

Waarom is Nederland eigenlijk zo goed?

‘Een kwestie van focus,’ meent Te Kulve. ‘In een samenwerkingsverband met de overheid hebben verschillende partijen – TNO, Defensie, Thales, universiteiten –de koppen bij elkaar gestoken om doelgericht radartechnologie stappen verder te brengen. Daarmee excelleren we door van een klein onderdeel iets groots te maken. Nederland is radarland.’

This article is from: