4 minute read

Een dubbelbiografie in woord en beeld van de collaborerende gebroeders Heukels

Advertisement

Op 20 juni 1943 was Herman Heukels (1906-1947) als fotograaf aanwezig bij een grote razzia in Amsterdam. Enkele foto’s die hij toen maakte, groeiden na de oorlog uit tot iconische beelden van de Jodenvervolging. De man achter de lens, naast prijswinnend (pers)fotograaf ook eigenaar van een bekende foto- en brillenzaak in Zwolle, had in 1940 besloten zijn talenten in te zetten ten behoeve van het naziregime. Hermans broer Jan (1904-1950) koos eveneens voor het nationaalsocialisme. Met beduidend minder ambitie en minder talent voor fotografie zette hij zijn camera in als wapen om de tegenstander psychologisch te raken.

‘Wij waren supermannen’ – Jan en Herman Heukels: broers, fotografen, nationaalsocialisten Geschreven door Machlien Vlasbom

ISBN 9789024425556 | € 34,90

Verkrijgbaar in de (online) boekhandel en op boomgeschiedenis.nl moeten zijn dan waar we nu staan. De oorlog in de Krim en nu in heel Oekraïne waren wel een reality check. Willen we als NAVO niet afhankelijk zijn van derden, dan moeten we bereid zijn om daarvoor de prijs te betalen.’

Ik begrijp dat een fors deel van het budget naar personeel gaat… ‘Personeel is onze belangrijkste en ingewikkeldste opgave. We hebben de komende jaren al sowieso twintigduizend mensen nodig. Dat is een gigantische opgave. Dat lukt alleen als we weggaan van het idee van one-size-fits-all. Ik was me als achttienjarige er ook niet bewust van wat je allemaal kunt doen bij Defensie. En dat je niet veertig jaar in dienst hoeft te blijven. Dat beeld moeten we bijschaven. Ik wil het bijna mentale hek rondom kazernes weghalen en ervoor zorgen dat Defensie meer onderdeel wordt van de Nederlandse samenleving. Het moet veel normaler worden dat je tijdens je carrière een moment neemt om een bijdrage te leveren aan Defensie.’

Hoe wilt u Defensie interessanter maken als werkgever?

‘Mensen moeten op verschillende manieren kunnen in- en uitstappen. We kijken dus naar meer maatwerk en meer mogelijkheden. Neem het “dienjaar”: jaarlijks nemen 18.000 jongeren een tussenjaar, en wij bieden ze nu de mogelijkheid om die bij Defensie door te brengen. Dat geldt ook voor mensen met specifieke beroepen – zoals technici en mensen uit de zorg. Voor hen kan een carrière bij Defensie een te grote stap zijn, maar wel interessant als tussenjaar. Daarnaast werken we aan het aanpassen van functies en aanstellingsvormen, waardoor we in de toekomst meer met maatwerk kunnen keuren. Want waarom zouden we je over een stormbaan jagen als je bijvoorbeeld vooral achter de computer zit? We kijken dus wat wij moeten doen om jouw carrière voor jou mogelijk te maken. Dat is een totale ommekeer naar een strategisch personeelsmanagement, dat past bij deze tijd.

‘Verder bieden we commandanten en kazernes de mogelijkheid om regionaal te werven, en willen we ervoor zorgen dat mensen tot op latere leeftijd bij ons kunnen blijven werken. En we kijken of we wel iedereen fulltime in dienst willen hebben: je kunt ook waar nodig reservisten en het bedrijfsleven inschakelen, of diensten inkopen: dat is een schaalbare krijgsmacht.’

Een belangrijke reden voor mensen om niet bij Defensie te werken, of om daar afscheid van te nemen, is de druk op de werk-privébalans.

‘Inderdaad: militairen wordt vaak gevraagd om voor langere termijn elders te werken. Ik heb zelf ook een klein manneke thuis, en het is niet makkelijk om werk en privé te combineren. Ik wil dus dat Defensie zich gaat concentreren op een aantal locaties, zodat mensen minder hoeven te verhuizen. Daar gaan we met ons vastgoed ook op anticiperen.

‘De manier waarop onze organisatie functioneert gaat ook veranderen, van een trage en logge organisatie naar een dynamisch, snel en open systeem. Zo dynamisch en flexibel als we in het veld wél zijn. We zijn nog steeds aan het uitzoeken hoe dat zit: de kernkwaliteit van de mensen is echt fantastisch, maar de frustratie begint als zij iets moeten van de organisatie. We gaan dat up-todate brengen, niet alleen het systeem, maar de hele hiërarchische cultuur.’

Dit klinkt als bittere noodzaak.

‘We hebben sinds dit jaar te maken met een lagere instroom en een hogere uitstroom. Onze nieuwe wervingscampagne slaat goed aan, en we zien een verhoogde interesse voor Defensie. Ook het nieuwe cao-akkoord heeft voor een flinke plus gezorgd. Dus er wordt meer gesolliciteerd. Maar het is nog niet voldoende. We lopen dus de facto leeg – en dat is voor het eerst. We weten niet of het een trend is, maar de alarmbellen gaan wel af. Een van mijn belangrijkste taken is het positioneren van Defensie als een aantrekkelijke werkgever.

‘Werken voor Defensie, al is het maar een jaar, is absoluut de moeite waard. Het is een investering in je persoonlijke ontwikkeling waar je nooit spijt van gaat krijgen. Denk ook aan de kameraadschap, de dingen die je bij Defensie beleeft en alleen bij Defensie mag doen, maar ook: ik geloof er echt in dat als je kunt laten zien dat je uit eigen motivatie hebt bijgedragen aan de vrede en veiligheid van Nederland, dat dat iets betekent, dat ook door je omgeving wordt gezien. En we betalen tegenwoordig goed – dat helpt ook!’

‘Mensen onderschatten de impact van het werk bij Defensie. Bij een van mijn eerste werkbezoeken in Havelte mocht ik met een jonge militair mee over de hei scheuren in een CV90. Dan besef je dat hij als 21-jarige een enorm stuk staal onder het stuur heeft zitten. Sinds hij bij Defensie werkt en verantwoordelijk is voor een team, let hij op zijn snelheid. Dat soort verhalen van mensen die in het veld actief zijn, vind ik het meest indrukwekkend. Deze jonge mannen en vrouwen hebben grote verantwoordelijkheden die kunnen leiden tot leven of dood van hun teamleden. De meeste mensen hebben daar geen beeld bij. Ikzelf maakte me op die leeftijd druk of ik mijn tentamen wel ging halen! Het zou mooi zijn als meer mensen konden inzien dat zij echt bereid zijn hun leven te geven, opdat wij in een veilige samenleving kunnen leven.’

This article is from: