4 minute read
‘Rusland is de gevangene van zijn eigen verleden’
Antony Beevor is een van de meest gerespecteerde geschiedschrijvers over oorlog, met een reeks van hooggewaardeerde boeken op zijn naam, waaronder boeken over Stalingrad, de Spaanse Burgeroorlog en de slag om Arnhem. Recentelijk verscheen zijn boek Rusland. Revolutie en burgeroorlog 1917-1921 , in een uitmuntende vertaling van Ton Zwaan. Ik sprak hem in Londen.
Door Antal Giesbers
Advertisement
‘Ik ben aan dit boek begonnen in 1994, toen onder Jeltsin de archieven opengingen,’ vertelt Beevor. ‘De research deed ik samen met Lyuba Vinogradova: zij heeft de archieven allemaal doorgewerkt, met een goed instinct voor de documenten die voor ons van belang waren. Het Russische leger wist niet hoe ze met ons om moesten gaan; ze waren geschokt toen ze ontdekten dat ik in het Britse leger had gediend.’
Rusland beschrijft in essentie de gewapende strijd tussen de Roden en de Witten, die begint bij de Februarirevolutie en eindigt met de definitieve nederlaag van de Witten. De beschreven periode, 1917-1921, is er een van ongelooflijke chaos, waarbij allerlei politieke en militaire facties elkaar naar het leven staan. Die chaos lijkt zich uiteindelijk uit te kristalliseren tot een strijd tussen Roden en de Witten, maar zelfs dan zijn er allerlei vetes die uitgevochten worden, facties die zich laten gelden, partizanen die van kamp verwisselen.
Hoe behoed je als schrijver je lezer voor die chaos?
‘Geschiedenis is nooit net en overzichtelijk, en zeker een oorlog niet. Oorlogen gaan zelden over twee strijdende partijen maar een heleboel verschillende facties. Als geschiedschrijver moet je niet proberen de zaak netjes op te ruimen – maar je bent ook weer nooit volledig afstandelijk. Als Brits beschouw ik geschiedschrijving eerder als een tak van literatuur in plaats van als pure wetenschap. Daarom schrijf ik het ook bijna als een roman, met zo veel mogelijk leesplezier voor de lezer, ondanks al de horreur en chaos waar je over schrijft. Niks is bedacht, maar je kunt wel de archieven inzetten – van de officiële de rapporten en verslagen tot de persoonlijke brieven en dagboeken – om de omstandigheden te beschrijven: het weer, het terrein, de onmacht, het verdriet.’
Het valt op hoezeer allerlei leiders de zaken naar hun hand zetten. Vooral generaals lijken hun ijdelheid of machtswellust voorop te stellen en saboteren zelfs het werk van andere generaals. Er waren maar weinig integere militaire leiders.
‘Dat is waar ja, al waren er ook echt goede mensen. Het is vooral schrijnend dat de meeste mensen geen grip hadden op hun eigen leven of hun toekomst. Ze kwamen in een situatie terecht waarin ze een gruwelijke dood konden sterven. Met sommige dingen, zoals de martelingen van de Tsjecka, kun je alleen omgaan door het citeren van de bronnen.’
En Lenin? Ons beeld van Hitler is terecht absoluut negatief. Dat geldt niet voor Lenin. Vond u dat u dat beeld moest corrigeren? ‘Nee. Er is al eerder aangetoond dat de goelags en de geheime dienst bedacht werden door Lenin, en de gruwelen onder Stalin kwamen voort uit zijn beslissingen. Lenin was absoluut koelbloedig en genadeloos in het nastreven van zijn doelen.’
Als lezer stel je jezelf continu de vraag: hoe zou ik op die situatie reageren?
‘De meeste mensen vinden het leger een onpersoonlijke machine. Maar ze weten niet hoe een leger werkt, want dat is op zijn eigen manier een heel emotioneel-gedreven organisatie. Het probleem is dat we in een post-militaire gemeenschap leven. In veel landen is de dienstplicht al sinds de jaren zestig afgeschaft, dus voor de huidige generaties is het bijna niet voor te stellen wat een totalitaire oorlog is. Ze krijgen wel wat mee van de oorlog in Oekraïne, maar dat is niet vergelijkbaar met de Eerste en Tweede Wereldoorlog.’
De oorlog tussen de Roden en de Witten eindigt in de Krim. Dat lijkt ook waar het in Oekraïne nu op uitloopt. Ziet u meer parallellen tussen toen en nu?
‘Nee, en ik kijk uit met parallellen, want die kunnen volledig desastreus uitpakken. Misschien hadden Spanje en Rusland wel bepaalde overeenkomsten, want het was een strijd over drie assen: centralisme versus regionalisme, links versus rechts en autoritarianisme tegen libertarianisme. Maar verder zou ik niet willen gaan. Je ziet wel dat er door de Witten én de Roden gerefereerd werd aan het verleden. Wat dat betreft is Rusland de gevangene van zijn eigen verleden. De militaire doctrine is nog steeds dezelfde, en dezelfde als in de Tweede Wereldoorlog. Hoe de tanks van Putin Kiev wilden binnenrollen, was een echo van hoe generaal Zhukov in 1945 Berlijn wilde veroveren. Ze dachten dat het een makkie was, maar ze leden zware verliezen. De oplossing was toen én nu in Oekraïne: de zaak platbombarderen. Zonder enige aandrang om burgerslachtoffers te beperken.
De Russische revolutionairen keken zelf weer naar de Franse Revolutie: de Communards, de kleuren rood en wit, het zingen van de Marseillaise – zelfs de groepsverdrinkingen keken ze af van de Franse noyades. En Hitler leerde weer van de communisten.’
Het valt wel op dat u geen moreel oordeel over de verschillende mensen en partijen velt…
‘Ik probeer dat altijd te vermijden – dat is aan de lezer. Het ging mij erom te laten zien waarom de gruwelijkheden van dit conflict zo’n enorme schaduw wierpen op de ontwikkelingen van de twintigste eeuw.’
Hoe tevreden bent u zelf met dit boek? En hoe wordt erop gereageerd?
‘Dit boek zal het niet zo goed doen als mijn boeken over de Tweede Wereldoorlog, want dan heb je nog het gevoel dat de goeien winnen. Er was geen happy end voor de Russische burgeroorlog, sterker nog: het werd daarna alleen nog maar erger. Maar ik denk dat het boek slaagt in zijn doel: laten zien welk effect dit conflict had op de rest van de twintigste eeuw. En trots… Mijn grootste plezier is als ouders me zeggen dat hun zoon dit boek helemaal uitgelezen heeft. Meisjes laten lezen lukt wel, maar jongens…’
Het laatste deel!
10 juni 1942... De As-troepen herstellen hun tanks en ontvangen versterkingen waardoor ze het terrein dat ze verloren dankzij Operatie Crusader in november 1941 terug kunnen veroveren. Het doel van luitenant-generaal Rommel is nog steeds het innemen van de haven van Tobroek... Zijn plannen worden echter in de war gestuurd door onverwachte tegenstand. De vrije Franse troepen verschansen zich bij de bron van Bir