ART PUBLICATION // 05 Minuten voor aanvang

Page 1

05

minuten voor aanvang

Was het een ander die dit schreef, dan is er niets wat overbleef.


05

minuten voor aanvang

Was het een ander die dit schreef, dan is er niets wat overbleef.

Š DÊlano van den Berg, Rotterdam 2019


Een acteur is een onmisbaar doorgeefluik van ‘Het grote geheel’; via haar of hem wordt een boodschap of gedachte overgebracht op het publiek. Hij leent zichzelf voor die overdracht, met huid en haar. Dienstbaar. Een soort tandwieltje in een machine – welke vaak meerdere tandwielen kent. Er hoeft er maar één de verkeerde kant op te draaien en het geheel loopt spaak. Een héél verantwoordelijke en moeilijke baan, want wees maar eens ondergeschikt en dienstbaar in een tijd waar ego hoogtij viert. Terwijl het voor de buitenwacht vaak een simpel baantje lijkt. Elke acteur heeft een wel iets van een oudtante die elke verjaardag weer vraagt wanneer je nu eindelijk eens te zien bent op televisie – Goede Tijden Slechte Tijden – of zegt hoe knap het wel niet is dat je al die teksten uit je hoofd kent en voelt steeds weer de miskenning van het vak. Het geeft weer hoe er in onze cultuur wordt gekeken naar het ambt en hoe verleidelijk het dus ook is te zwichten voor commerciële aandacht. Sommige collega’s staan maar wat graag in de schijnwerpers – als die kans zich eindelijk een keer voordoet – om de aandacht volledig op zichzelf en te weinig op hun prestaties te vestigen. Daarmee voldoen ze aan de verwachtingen van de oudtante, en voelen ze zich de volgende verjaardag vast beter. Ik vind dat pijnlijk om te zien om nog maar te zwijgen over ‘ de bekende Nederlander ‘die plots ook in series of films opduikt. Hoewel ik dat niet ambieer en de aandacht liever niet op mijzelf vestig – de simpele ziel achter de rolfiguur – ga ik nu toch iets over mijzelf schrijven. In dit geval is het nodig om te weten wie het doorgeefluik is om zo te kunnen begrijpen waarom toneel van levensbelang is. Ik was twee jaar toen mijn vader en moeder uit elkaar gingen. Toen was dat nog best bijzonder, tegenwoordig niet meer. Mijn vader had een ander en een aantal jaar later vond ook mijn moeder een nieuwe levenspartner. We woonden tot dan toe in Rotterdam, eerst samen met mijn moeder bij opa en oma aan de Shanghailaan in de Alexanderpolder, later aan de Tattistraat voordat zij en haar nieuwe partner samen besloten een huis te kopen in Nieuwerkerk aan den IJssel. Nieuwerkerk aan den IJssel, nu onderdeel van de gemeente Zuidplas en via Capelle aan den IJssel en de wijk Nesselande verbonden aan Rotterdam, was toen ver weg. Er lagen in die tijd nog zeker vier of vijf weilanden tussen de grote stad en het dorp. Een heuse cultuurshock, ook al was ik pas vijf of zes jaar. In een klap was ik behalve mijn moeder

4

Ga je het nu toch doen ijdeltuit

Mijn houvast


al mijn houvast kwijt, niet wetende hoe belangrijk dat is voor een mens. Lange tijd heeft mijn leven onbewust in het teken gestaan van het vinden van houvast wat ongetwijfeld te maken heeft gehad met deze plotselinge verandering.

engerd

van wie niet?

De nieuwe partner van mijn moeder verdiende minder geld dan mijn vader en dus moest mijn moeder ook hele dagen werken. Daarom kon ik tussen de middag niet van school naar huis, maar moest ik overblijven. Wat een vreselijk woord is dat, overblijven, je blijft over waar alle anderen opgehaald zijn. Alleen al het woord maakt je eenzaam. En zo geschiedde. Ik was eenzaam op het schoolplein in Nieuwerkerk aan den IJssel. Er waren andere kinderen die, net als ik, overbleven. De jongens op school konden echter allemaal goed voetballen en deden ook niet anders dan dat. Het ging nergens anders over. Helaas kon ik nog geen pepernoot vooruit schieten en wist ik niet dat er naast Feyenoord nog andere voetbalclubs bestonden. En in de meisjes, al bloemen plukkend en roddelend over bijvoorbeeld de voetballende jongens, had ik toen nog geen zin. Mijn interesse voor meisjes en de daarbij horende verwoede pogingen om hun aandacht te krijgen kwamen pas later. Ik realiseer me nu dat ik veel meer uit die situatie had kunnen halen‌ Enfin, daar liep ik dan in mijn eentje een beetje te slenteren over het schoolplein. Om de hoek van het grote schoolplein waar de jongens voetbalden en de meisjes bloemen plukten lag nog een ander pleintje, kleiner met in het midden een ronde steen en weerszijden bosjes. Vaak trok ik me terug op dat pleintje en praatte tegen de bomen die daar stonden of met katten die daar voorbij kwamen. Ik voerde ongelofelijk interessante gesprekken op dat pleintje en belandde in de meest bizarre situaties. Op een keer ben ik in het midden op de grote ronde steen gaan staan, vanaf daar fantasievolle gesprekken voerend en uitbeeldend. Het werd onbewust een soort komische mime act. Niet veel later staakten de meisjes het plukken om naar mij te komen kijken. Ze vonden het schitterend wat ik deed. En een aantal keer overblijven later stopten ook de jongens een paar minuten eerder met de wedstrijd om naar mij te komen kijken. Ik weet mijn god niet meer wat ik precies deed en welk verhaal ik uitbeeldde. Een vage herinnering heb ik nog: iets met een toerist die veel moeite had een routekaart te lezen. Wat het ook was,

5


ik had succes. Ik kreeg aandacht van andere kinderen en werd serieus genomen. Plotseling deed ik er toe. Ook de juffrouw op vrijdag, Ria als ik me niet vergis, waar ik me eerder onbegrepen door voelde merkte het op. En zo mocht ik uiteindelijk een aantal keer op vrijdagmiddag voor de klas een samenvatting van de week spelen. Dit is geen romantische overdrijving. Het is jaren volledig langs mij heen gegaan hoe belangrijk toneelspelen toen voor mij is geweest, hoe essentieel. Tot ik er veel later tijdens mijn studie over nadacht. Toneelspelen heeft mij gered en is voor mij daarom veel meer dan wat er op zo’n stereotype verjaardag over wordt gedacht en gezegd. Het is noodzakelijk. Ieder mens is in het leven op zoek naar houvast, de één vindt dat in een geloof, de ander in een dieet of in voetbal. Mijn houvast blijkt al heel erg lang: toneel. We zijn nu jaren verder en ik ben acteur geworden. Tijdens mijn studie (2009 – 2013) is het ideaal ontstaan om zoveel mogelijk mensen op een toegankelijke manier in aanraking te brengen met toneelspel door het te zien of te beoefenen. Waardoor de kans bestaat dat er een duurzame verbinding tussen mens en kunstvorm ontstaat zodat deze weer serieus genomen wordt op de gemiddelde Nederlandse verjaardag. Ik denk dat toneel een belangrijk antwoord is voor iedereen die niet kan of wil voetballen en heb de wens dat het er binnen onze cultuur toe doet.

soms te nuchtere

6


05

minuten voor aanvang


8 december 2016 Het is vijf minuten voor aanvang van het vijfde bedrijf. We spelen Peer Gynt. Ik zit in de kruipkelder onder het luik, te wachten. Het is eind december en ijskoud in de kelder. Voor mij staan dozen wijn, treden fris en kratten bier. Links opgestapelde stoelen, oude verfpotten, een bankje met microfoon en camera van de trollenkoning, een koelkast en een vriezer. Nog even, dan gaat naast mij de lamp met het rode filter aan en kan ik mijn handen warmen. Rechts van mij staat een halflege fles Ketel 1. Die houdt mij tot die tijd gezelschap. Ik controleer mijn rekwisieten twee keer. Als beloning neem ik daarna een slokje Ketel. Ik bevind me in een soort tussenfase. Onttrokken aan het dagelijkse bestaan, alleen ik in de kelder tot mijn wachtwoord klinkt. Of in dit geval, de lamp met het rode filter drie keer knippert. Zouden ze hem misschien vergeten aan te zetten? Terwijl ik boven voetstappen hoor, en soms voel omdat er dan gruis tussen de planken door valt, controleer ik nog eens mijn rekwisieten. Gelukkig heb ik alles bij de hand: muts, bril, boekje, krukje en pollepel. De lange jas heb ik al aangedaan en ook de scheenbeschermers, dat was een tip van Louis. Ik val steeds na het openen van het luik, bewust, van het trapje omdat de knopengieter, mijn rolfiguur, niet goed kan zien en dat levert wat beurze plekken op. Nog maar een slokje dan nadat ik het gruis uit m’n borrelglaasje heb geblazen. Waarom doe ik dit? Ik word nerveus, moet naar het toilet‌dat is boven. Spelen op spanning noemen we dat. Er is veel tijd hier, alleen in de kelder, zeker als je naar het toilet moet. Dat is niet doorgaans, zoveel tijd. Ik zoek iets om mijn tijd nuttig te besteden, mijn gedachten te kanaliseren. Vandaar dit schrijven, elke vijf minuten voor het vijfde bedrijf. Deze tussenfase geeft me de kans na te denken over mijn keuzes. Wat het spelen van straks betreft bijvoorbeeld. Wat ga ik vandaag anders doen? Toneelspelen is een levende kunst, het valt of staat in het moment. Niet nu in de kelder, maar over vijf minuten. En dan volgen de momenten zich op. Wederzijds hebben publiek en acteurs afgesproken dat het moment waar is, mits ik er in slaag persoonlijk en geloofwaardig over te komen. Het publiek heeft zelfs betaald, zo graag willen ze ons kunnen geloven. Dat maakt het magisch, want zodra de voorstelling begint bevinden we ons, publiek en acteurs, allemaal in een soort tussenfase. De tijd staat stil. We kijken naar de wereld, het leven en menselijk gedrag van een afstand. Vaak wordt er op het toneel getoond wat men in het dagelijkse leven vermijdt: conflict. Met onszelf of met anderen. Dat is fijn om naar te kijken, de worsteling van een ander. Bewust of onbewust verandert een mens door te kijken, door de input van een ander, in dit geval: de toneelspeler.

en te luisteren

8


Eindelijk, de lamp met het rode filter gaat aan. De warmte die daar afstraalt ervaar ik voor het eerst in mijn acteursbestaan als zeer prettig. Boven, op het toneel, krijg ik regelmatig hoofdpijn van die felle, warme lampen. Zo heb ik eens met enorme migraine een liedjesprogramma uitgespeeld doordat we voor aanvang van de voorstelling achter het doek moesten wachten en wachten en de theaterverlichting al vol aanstond. Na afloop ben ik naar huis gesneld en dat was maar net op tijd. Daarom repeteer ik eigenlijk liever nooit met theaterlicht tot dat het écht nodig is. Want als die migraine eenmaal opkomt is er geen houden meer aan. Ik stop even met schrijven om mijn handen te warmen. Achter de koelkast zie ik een smalle plank liggen. Het lijkt me verstandig die plank op de trap te leggen zodat ik er overheen kan glijden. Dat scheelt misschien weer wat blauwe plekken. Ik zal de plank strak tegen de muur aan moeten leggen, want zodra het luik open is, kijkt een gedeelte van het publiek er midden in. We spelen niet in de schouwburg of theater maar in een theatercafé, het publiek zit verspreid door de ruimte. Dat maakt het rauw, direct en eerlijk want alles is te zien. Het zou jammer zijn als ze mijn truc met de plank ontdekken… De lamp met het rode filter knippert drie keer. Boven wordt het langzaam stil. Het vijfde bedrijf is begonnen. Ik vouw snel mijn schrijfsels dicht en stop het samen met de bril tussen de bladzijdes van mijn knopengieter boekje – speciaal voor deze rol gekregen van Bart – die ik op zijn beurt in zijn geheel onder mijn muts stop. Pollepel op zak, krukje bij de hand. Ik begin zacht te neuriën en af en toe te lachen terwijl ik de trap op loop. Als ik mijn hoofd ‘stoot’ tegen het luik is het boven pas echt stil. Ik mompel wat en open langzaam het luik waardoor het licht van de lamp met het rode filter zich langzaam door de ruimte boven verspreidt. Ik loop mompelend verder omhoog. Ik zie het publiek zitten, de knopengieter niet want hij is slechtziend. Vol verwachting hangen ze aan mijn lippen, maar ik zeg nog niks. Ik heb eerst nog iets anders in petto. Hoe schitterend is dit, nog twee seconden gun ik mezelf van dit moment te genieten. Alles wat ik nu zou zeggen of doen, het gaat erin als koek, ik voel het. Ik mompel nog wat en voorzichtig gelach klinkt om me heen. Plotseling draai ik me om, en ‘val’ van de trap. Ze schrikken zich rot. Ik mompel wat harder beneden om een teken van leven te geven. De schrik maakt plaats voor harder gelach. Rustig loop ik terug naar boven waar mijn collega Philippe, die Peer Gynt speelt, inmiddels langs het luik is gelopen. Als ik boven ben kijk ik de kant op waar hij niet staat

9


en zeg: ”Goedenavond”. De mensen voor mij kijken mij met een grote glimlach aan, ze hebben een fijne avond. Achter mij hoor ik antwoord: ”Goedenavond”, en ik denk bij mijzelf: hoe zijn we nu zo ver gekomen? Ik kijk om me heen – de ruimte, eigenhandig opgebouwd zonder middelen, mijn collega’s, in korte tijd uitgegroeid tot volwaardig toneelgezelschap en het publiek, een vol theatercafé in Rotterdam – en zeg dan met enige overdenking: ”Waarheen gaat de reis?” Tsja, waarheen gaat de reis. Daar heb ik geen idee van. En dat is maar goed ook. Maar hoe we tot dit punt zijn gekomen, is wél de moeite waard om bij stil te staan.

10


11


april 2012 “Why do you want to go there?” “I’m going to work.” “What kind of work?” “I’m an actor, a drama teacher.” “Why you need to work there?” “We are going to make a play, work with students.” “When will you be back?” “In about twelve days.” Met enig venijn wordt er door de douanier een stempel in mijn paspoort gedrukt: EREZ crossingpoint, datum. Vanaf dat moment bevind ik me niet meer in het land waar ik dan nog zeker twaalf dagen zal blijven. Met klem wordt nog benadrukt dat ik me binnen uiterlijk twee weken dien te melden bij diezelfde douanepost anders word ik niet meer toegelaten. Vervolgens wordt ik losgelaten in een ernorm langwerpige kooi met aan weerszijde lege, heuvelachtige vlakte. Het duurt even voordat ik flink durf door te lopen richting de andere kant want ik heb geen idee wat er kan gebeuren en wie er kijkt. Wellicht doe ik wel iets verkeerd? Onderweg staan hier en daar lege rolstoelen. Goddank ben ik niet alleen. Na een wandeling van zo’n drie kilometer komen we aan bij de volgende grenspost. Deze ziet er een stuk minder futuristisch uit dan de vorige. Er staan twee zeecontainers. Een van de twee dient als kantoor, in de ander wordt mijn koffer nagekeken op alcohol, drugs of porno. Binnen vijf minuten zitten we in een verouderd Hyundai busje en nog geen tien minuten later komen we aan in het theater van Theater day productions in GAZA stad.

12


gespeeld door een vrouw Bart, Peter, Philippe en ik worden verwelkomd met de afstudeervoorstelling van Manola Barrakat. De zaal stroomt vol mannen en vrouwen van middelbare leeftijd. De voertaal is Arabisch dus verstaan doe ik het niet. We zien op het toneel een gezin: vader zit, moeder strijkt en de kinderen spelen. De vader is gefrustreerd en doet niets. De kinderen worden er verdrietig van en de moeder ook, ze heeft het gevoel dat ze er alleen voor staat. Dan valt de man in slaap op de bank. Hij krijgt een vreselijke nachtmerrie. Hij ziet zijn kinderen sterven en ook zijn vrouw verliest hij. Hij wordt wakker en besluit voortaan alles anders te doen. Hij helpt zijn vrouw in huis en onderneemt meer met de kinderen omdat hij van ze houdt. Einde. Eerlijk gezegd heeft het stuk me niet werkelijk kunnen boeien. Maar wat er dan gebeurt is onbeschrijfelijk. Eerst klinkt applaus en men springt direct op van de tribune. De spelers buigen en gaan af. Tijdens het applaus ontstaat er discussie tussen mannen en vrouwen op de tribune. Wat er precies gezegd wordt versta ik niet maar het is duidelijk dat de mannen het oneens zijn met het eerder getoonde en dat de vrouwen het er juist heel erg mee eens zijn. Dan verschijnt de regiseuse ten tonele en vertelt dat er in de foyer genoeg ruimte is voor iedereen, en dat we daar samen verder kunnen praten.

met thee en gort droge koek

wat ongezegd blijft

Nog niet eerder was ik getuige van zo’n primaire reactie op een voorstelling. Toch ben ik een regelmatige schouwburgbezoeker in Nederland. Zoiets is mij nog nooit overkomen. Eigenlijk sprak ik nooit na een voorstelling met andere mensen over de inhoud van een voorstelling. Ik ging kijken naar acteurs, zoals Pierre Bokma, Chris Nietvelt, Elsie de Brauw of Fania Sorel. Ik realiseer me plotseling dat dat interessant is omdat het mijn vak is maar dat het daar niet over gaat. Er wil iets doordringen via deze acteurs. Maar gebeurt dit wel en wat doe ik er dan mee? Op het toneel wordt uitgesproken en dat is hier in GAZA van groot belang, mensen raken met elkaar in gesprek en veranderen. Is dat mijn taak? Spel komt niet los van realistische, menselijke situaties, soms in de meest onherkenbare, abstracte vorm maar menselijk gedrag vormt altijd de basis. Aha, dus het publiek herkent zichzelf in mij en kan via mij verbeelden en dus veranderen. Dat is potverdorrie een mooie baan.

13


14


het theaterbedrijf, toneelgroep, toneelgezelschap, whatever

Samenkomst

Het is vaker voorgekomen in de afgelopen jaren dat ik een pen of potlood heb gepakt om in maximaal twee of drie zinnen een bijzonder moment te omschrijven. Te weinig om er een heel precies en chronologisch werk van te maken, maar genoeg om een impressie te geven over het ontstaan en de ontwikkeling van een jong gezelschap. Voor alle betrokkenen belangrijk om te lezen en zo te beseffen wat we eigenlijk gedaan hebben en voor derden interessant om te weten wat er voor en na de voorstellingen eigenlijk allemaal gebeurt bij een jong toneelgezelschap in ontwikkeling. Dat in twee drie zinnen ‘momenten geschrijf’ van mij vormt een beschrijving van de pioniersfase van het theatercafé Mooi Weer & Zo.

wat dan nog niet bestaat

Op een snikhete voorjaarsdag in 2014 nam ik plaats aan de grote grenen tafel bij Philippe en Eva thuis. Enkele dagen daarvoor had ik mij volledig aangesloten bij het gezelschap wat betekende dat ik nu ook visie ging voeren over het dagelijkse reilen en zeilen. Wat op dat moment niet veel meer inhield dan flink veel koffie drinken en praten over toneel. Geïnspireerd door gesprekken met o.a. Bart en Louis gingen we uiteindelijk concreet brainstormen over mogelijke projecten. In de maanden daarvoor had ik in twee voorstellingen gespeeld bij Mooi Weer & Zo. Daarvan was er één speciaal voor kinderen, en één speciaal voor bejaarden.

de stichting is officieel op 5 december 2013 al opgericht

Later bleken beide voorstellingen niet uit te groeien tot succes verhalen. Nostalgie, zoals de voorstelling voor de bejaarden heette, hebben Philippe en ik uiteindelijk vijf keer gespeeld. Het was een voorstelling bestaande uit verhalen van onze opa’s, gecombineerd met muziek. Vol goede moed begonnen wij dit avontuur bij een zorginstelling op Rotterdam Zuid. Verschillende afdelingen werden in publieksopstelling om ons heen gezet, om vervolgens al vrij snel tijdens de voorstelling hun eigen plan te trekken. Zo heeft er een nogal fors gebouwde oude havenarbeider zeker een kwartier naast ons gestaan terwijl hij niet ons maar het publiek aanstaarde, heeft een bewoner zich tijdens een monoloog van Philippe voorgesteld als Jezus, en is er een bewoonster gestikt in een van de blokjes kaas die de verzorgsters tijdens de voorstelling luidruchtig besloten uit te delen. Het kan ook een plak worst geweest zijn, ik weet niet meer welke schaal eerder was. In een andere instelling nabij Utrecht deden we een hoogbejaarde doofstomme bewoonster groot onrecht aan volgens haar dochter toen bleek dat het echt niet mogelijk was dat zij zelf mee zou spelen op haar neusfluit. Ook door de aanwezige verzorging werd ons dat niet in dank afgenomen. Wellicht is dat de

15


SAMEN KOMST

mijn afstudeerjaar

reden dat zij onze rekwisieten (twee borrelglaasjes) zijn gaan afwassen tijdens de voorstelling om ze daarna nooit meer terug te geven. Toen we de allerlaatste Nostalgie speelden in het verzorgingstehuis waar ik een bijbaan had als kok en ik (omdat ik geen vrij kreeg) tijdens mijn koksdienst de voorstelling speelde waardoor ik geen enkel idee meer had wat ik stond te doen en we daarna ook nog een bekeuring kregen voor verkeerd parkeren viel het doek voor altijd. We hebben er onvergetelijke herinneringen aan over gehouden maar dit was niet het project waardoor ik uitkeek naar een duurzame, gezamenlijke ontwikkeling met Mooi Weer & Zo. De behoefte van ‘samen’ was bij mij al eerder ontstaan toen ik op school zat. Eigenlijk volkomen los van het feit dat in 2013 onder de bezielende leiding van een zekere staatssecreatris keiharde bezuinigingen werden doorgevoerd waarmee de kans op werk nog nihiler werd dan het al was, had ik de behoefte om een eigen groep te beginnen. Vooral om in een veilge omgeving te expirimenteren en door te groeien. Want acteren is in je hemd staan en tel daar een minderwaardigheidscomplex bij op – want het is nooit goed genoeg en iedereen zal er snel genoeg achter komen dat je eigenlijk helemaal niets kan – en je begrijpt dat het prettig is om in vertrouwen te werken met collega’s die wel wat in je zien en vice versa. Het wonderlijke aan het ontstaan van wat we nu – vijf jaar later – een toneelgezelschap noemen is dat in het begin alles als vanzelf gaat. Taakverdeling ontstaat op natuurlijke wijze, je bent het zelden oneens met elkaar en men is over het algemeen enthousiast over het initiatief. Achteraf lijkt dat logisch, toch is het niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Want direct na mijn afstuderen heb ik samen met mijn klasgenoten een groep opgericht omdat we er van overtuigd waren dat we samen verder wilden ontwikkelen. We hebben er veel tijd in gestoken, gesprekken, ideeën en concepten gevormd, een stichting opgericht, bankrekening geopend, btw nummer aangevraagd, de hele santenkraam en zelfs twee keer een voorstelling gespeeld onder de naam van het nieuwe gezelschap zodat we de kosten die we hadden gemaakt terug konden verdienen. En toch is het niet doorgezet. Niet vanwege ruzie of een andere logische aanleiding maar simpelweg omdat de combinatie van personen niet de juiste stootkracht had om zo’n initiatief van de grond te krijgen. Een eigen groep ontwikkelen houdt meer in dan een voorstelling maken en spelen of gelijkgestemde ideeën hebben over toneel.

16

Ansambol, Rotterdams fonetisch voor ensemble

als je al wat aanhebt


Ook Mooi Weer & Zo is in het eerste jaar zoekende geweest, letterlijk en figuurlijk. Een zoektocht naar wat voor een groep het is, vanuit waar en met wie ze werkt en natuurlijk wat voor soort voorstellingen ze wil maken en waarom. Zo ontstonden de eerder beschreven kinder- en ouderenvoorstellingen Supersukkel en Nostalgie. Totaal iets anders dan het pad dat een jaar later aan de grenen tafel op de Beukelsweg wordt ingeslagen.

hij zat een klas hoger

zouteloos

zoals J.Brel en aardappel rosti uit de oven

SAMEN KOMST

Philippe vroeg mij om ook aan de grenen tafel te komen zitten om te fantaseren over Mooi Weer & Zo en een facebook pagina op te richten. Philippe en ik leerden elkaar een aantal jaar eerder kennen op school toen wij samen werkten omdat de toenmalige tweedejaars student Philippe de eerstejaars student Délano aan zich verbonden kreeg bij wijze van een soort uitwisseling van de beide leerjaren. Philippe nam z’n mini mentorschap uiterst serieus en waardoor ik kennis maakte met een heleboel mensen en dingen waar ik eerder nooit van gehoord had. We maken samen aanbod en presenteren dat aan Bart, onze hoofddocent, die na afloop vooral onze aanpak prees, namelijk vanuit de vaktechniek. Van fantasie of opvatting was verder helaas nog geen enkele sprake, weinig verheffend. Een jaar later werken we onvergetelijk samen in een workshop van Henny Orri en Theo Kling waar we diezelfde Shakespeare scene opnieuw voor misbruiken. Ik herinner mij van die workshop vooral de ‘oude toneel trucs’ van Theo, welke zogenaamd altijd werken. Zoals struikelen over je eigen voeten, maar ook op je hurken zitten om iets te pakken om vervolgens als ‘de deurbel’ gaat door je benen richting de deur te kijken en dan hardop te zeggen aha, de bel! Ondanks die geniale trucs ook zoiets wat we later nooit meer gespeeld hebben. Weer een jaar later reizen Philippe en ik samen met Bart en Peter naar GAZA om les te geven. Zo is er beetje bij beetje een doorvlochten werk- en vooral een onvoorwaardelijke vriendschapsrelatie ontstaan.

ook 20 13

langs je balzak

Eva leerde ik kennen toen ik samen met mijn klasgenoot Edouard in haar afstudeervoorstelling ‘Zoals je ziet’ speelde. We hebben toen vier weken gerepeteerd in Sittard, een wereldstad waar buschauffeurs nog hard mee mogen zingen met Duitse Schlagers. Het was bijzonder prettig om in afzondering met elkaar aan een voorstelling te werken. Er bestond toen even niets anders dan samen leven en maken. Zo bouwden we bijvoorbeeld het decor van de voorstelling met elkaar, wat onder andere bestond uit een ligbad dat moest worden betegeld.

17


Nog onervaren op dat gebied sprongen we in het diepe: vol goede moed lieten we ons informeren bij de plaatselijke bouwmarkt in Sittard over hoe we een badkamer moesten tegelen en schaften de benodigde materialen aan. Fanatiek openen we niet veel later een doos tegellijm, een soort poeder, en mengen het met water. Netjes gedoceerd zoals op de doos aangegeven. Het plakken van de tegels kon beginnen. Het ging vlot, binnen een paar minuten hadden we al één zijde klaar. Toen we aan de andere zijde wilden beginnen viel er plotseling een tegel af. In mum van tijd vielen er steeds meer tegels af. We begrepen er niets van en stonden uiteindelijk, alsof we een spelletje twister speelden, de tegels met zijn drieën tegen het bad aan te drukken om te voorkomen dat alles eraf stortte. Uiteindelijk bleek dat we in plaats van de doos tegellijm, de doos tegelvoeg als eerste hadden geopend… Dat soort gezamenlijke tegel herinneringen scheppen een band. Er gebeuren wonderlijke dingen als je samen een voorstelling maakt, ver van huis. Zo speelde ik de première van die voorstelling met een flinke snee in mijn wenkbrauw omdat ik de avond daarvoor door een groene biobak was gezakt waar ik op stond om door het raam te klimmen omdat ik met de sleutel de deur niet open kreeg. Ik zal niet onder stoelen of banken steken dat het gebrek aan inzicht ook iets te maken kan hebben met mijn drankgebruik op dat moment. Er zijn wel meer van dat soort anekdotes, die per keer dat ze verteld worden steeds rijker en vollediger worden. Maar laat mij dat hier niet allemaal opschrijven want de herinnering is altijd mooier en romantischer dan het moment zelf. Terug naar de grenen tafel aan de Beukelsweg waar het echt bloedheet werd doordat de zon flink scheen en het huis aan de Beukelsweg was er een met plat dak dus besloten we te verplaatsen naar het balkon en zoveel mogelijk kleding uit te trekken. Zo konden we bruin worden tijdens de vergadering. Niet veel later kwamen daar twee emmers gevuld met koud water bij om onze voeten in te zetten, in de hoop verkoeling te vinden. Uiteraard werd er niet veel later ook bij gedronken. Nadat we het steeds weer heel erg met elkaar eens waren over het feit dat toneel een grotere betekenis moet krijgen in onze maatschappij – omdat het iets biedt wat je nergens anders vindt namelijk: gedrag van echte mensen (gespeeld door acteurs) die handelen in een onzekere wereld én dat het theater een plek is waar je in verbinding raakt met kunst, de omgeving, jezelf en anderen wat het toch vreemd maakt dat zo weinig mensen daar de waarde van in zien – zochten we naar een manier om te starten.

in toenemende mate

18

en daar pla n je badkamertegels kke niet mee hé

SAMEN KOMST


Oké, dan maken we er acht

SAMEN KOMST

De lat hoog, de drempel laag, zou de filosofie moeten zijn. No nonsens teksttoneel voor een divers publiek met alleen maar lage prijzen. Vertrouwen winnen en publiek binden. Maar welke voorstelling moeten we dan maken? De eerste voorstelling is toch tekenend voor een gezelschap? Kunnen we niet meerdere voorstellingen in één keer maken? In plaats van een single, direct een album uitbrengen. En waar spelen we dat dan? We bouwen onze repetitie ruimte om tot een publieksvriendelijke ruimte voor maximaal 30 bezoekers. Mensen moeten ook iets kunnen drinken, wie weet zelfs wel ‘wat te happen’ hebben voor bij de voorstelling. Zullen we Christine vragen om bij elke voorstelling een daghap te maken?

logisch

We namen nog een biertje en spraken nog heel lang en heel veel biertjes verder over de voorstellingen, wie we wilden vragen mee te doen en de plek waar het moest gaan gebeuren. Ik weet niet in hoeverre dat gesprek als geheel heeft bijgedragen aan het uiteindelijke resultaat maar één ding is zeker: de basis voor Twee Maanden Mooi Weer & Zo is gelegd op een snikhete voorjaarsdag met Philippe, Eva en mijzelf met de voeten in een emmer op het balkon aan de Beukelsweg te Rotterdam.

En toen In de weken die daarop volgen starten de voorbereidingen van het project. Ik vind mijzelf meermaals terug aan de grenen tafel aan de Beukelsweg te midden van allerlei papieren met zogenaamde ‘to do’ lijstjes met aantekeningen over de planning. Philippe heeft via de computer gezamenlijke notities en een agenda aangemaakt, maar ik werk toch liever met pen en papier. Doordat Bart en Marijke ook meedoen zijn we er vrij snel uit welke voorstellingen we gaan maken en spelen. Ik knip twee A4 papiertjes in vieren en bovenaan ieder stukje papier staat in dikke letters de titel van de voorstelling. Het zijn acht papiertjes omdat we twee maanden lang, iedere week een andere voorstelling willen gaan spelen. Een aantal voorstellingen kiezen we omdat we daar vanuit onze schoolperiode al bekend mee zijn. We realiseren ons dat acht nieuwe voorstellingen maken, in een vrij kort tijdsbestek, iets te veel van het goede zou zijn. Op tafel liggen nu: Het huwelijksaanzoek, De Beer en Een Zwanenzang van Anton Tsjechov, Lunch van Steven Berckhoff, Virginia Woolf van Edward Albee, Victoria Station van Harold Pinter en Opa, een voorstelling geschreven

gelukkig

19


EN TOEN

door Louis. Dan was er nog één voorstelling niet ingevuld. Het laatste weekend bombarderen we tot het zogenoemde ‘best off ’ weekend. Dat geeft ons de gelegenheid succesnummers te hernemen. We proberen een logische volgorde te maken wat de programmering betreft. Veel verder dan tussen elke Tjechov een andere schrijver programmeren komen we niet qua opvatting. Als we eruit zijn welke voorstelling wanneer speelt, kunnen we acteurs gaan benaderen. We zijn nagenoeg allemaal net een jaar afgestudeerd, dus ons netwerk reikt niet verder dan de school waar we vandaan komen. Dat heeft tot gevolg dat we zo’n beetje mijn hele klas vragen mee te doen en nog wat andere schoolgenoten. Er is geen geld, niemand krijgt betaald. We presenteren ons project als een investering in de toekomst (want wie weet waar het op uitdraait). We bieden de mogelijkheid om een langere periode samen te werken met andere jonge, net afgestudeerde acteurs én ervaren mensen uit het vak. En natuurlijk een speelplek waar je jezelf kunt ontwikkelen en laten zien. Niet iedereen is direct enthousiast, er zijn een aantal jonge collega’s die betaalde klussen hebben. Die zijn schaars, en worden niet opzij gezet voor een investering in de toekomst. De collega’s die wel meedoen hebben of een speciale band met één van ons of niets anders te doen. Naast al het inhoudelijke zijn we ook verantwoordelijk voor het poetsen van de toiletten, het inkopen van de drankjes en het bijhouden van de website. We doen in feite alles wat enorm veel tijd rooft maar er ook voor zorgt dat we overal verbinding mee krijgen. Zo ook de productie.

zin

Een repetitieplanning maken. Er bestaat, denk ik, geen taak die ondankbaarder is dan deze. Je maakt een rooster en vraagt de acteurs en regisseur tijdig te reageren als zij bijvoorbeeld een dag niet kunnen. Weinig acteurs hebben tijd om op zo’n e-mail te reageren. Een aantal weken later, als je denkt dat alles in orde is, druppelen er een aantal reacties binnen met data waarop de acteur in kwestie onmogelijk kan repeteren. Soms vraag je je af of er dan niet toevallig iets tussen is gekomen. Afspraak is afspraak heb ik altijd geleerd, hoe groen het gras aan de andere kant ook is. Enfin, je past het rooster natuurlijk aan (want iedereen moet geld verdienen en dat kunnen wij niemand bieden dus we mogen al lang blij zijn dat er iemand mee doet) en stuurt het vernieuwde rooster naar alle betrokkenen op. Een aantal dagen later blijkt dat de verandering van acteur A niet werkt voor acteur B. Zonder mokken zin

20

met frisse tegenzin


EN TOEN

begin je voor de zoveelste keer aan het ontwerpen van een nieuw rooster. En dat is slechts één productie van de acht. Dit onmogelijke plannen leidt er toe dat we vaak nauwelijks repeteren voor een voorstelling. Meer dan 5 repetities is eigenlijk luxe. Hier ontstaat een soort identiteit van Mooi Weer & Zo, het op hoog tempo produceren van verschillende voorstellingen. Niet lullen, maar poetsen. Hierdoor mist het werk verdieping, maar daar zijn we op dat moment nog helemaal niet mee bezig. Dat is dan toch de beroemde Rotterdamse mentaliteit, wij doen eerst en vinden vervolgens wel uit hoe het werkt. We zijn er geen types naar, eerst na te denken, dan te overleggen, weer na te denken, te verbeteren en dan eens een keer voorzichtig een concept uit te proberen. Nee, wij beginnen en dan zien we wel. Het is net acteren, in het moment, hier en nu. Je kunt niet vooraf bepalen wat je gaat doen, je kunt wel een idee hebben, je hebt je natuurlijk voorbereid, je kent je tekst en hebt gerepeteerd maar het valt of staat in het moment waarop je je woorden uitspreekt of je handeling uitvoert. Elke voorstelling is anders, je stuurt als acteur in het moment. De ene avond ligt hier de nadruk, en de andere avond daar. In de voorbereiding van het eerste seizoen hebben we artistiek inhoudelijk kunnen leunen op de ervaring van Bart. Hij heeft er waar mogelijk voor gezorgd dat de kwaliteit van de voorstellingen – en daarmee de amusementswaarde – niet te lijden had onder die niet lullen maar poetsen mentaliteit. Want uiteindelijk is de kwaliteit van de voorstelling het belangrijkst, daarmee bind je publiek. Het ontwikkelen van een eigen stijl is begonnen, want we spelen niet in een theater maar tussen het publiek in een winkelpand. En die ruimte werkt beperkend op het gebruik van theatrale middelen. We moeten ons elke voorstelling weer verhouden tot de ruimte waarin we spelen, want waar een theater een neutrale uitstraling kan hebben heeft een winkel dat niet. De ruimte stelt dus altijd iets voor in de voorstellingen. Peter heeft daar gevoel voor en weet passend per voorstelling de ruimte met minimale middelen een andere uitstraling te geven, bijvoorbeeld door een plint een andere kleur te geven of een paal in te pakken met crêpe papier. Het is wonderbaarlijk hoeveel effect zo’n kleine verandering heeft. En dan kan er ook nog voor iedere voorstelling gegeten worden. Christine maakt maaltijden passend bij de voorstellingen, bijvoorbeeld goulash bij De Beer van Tsjechov en Louis maakt voor na de voorstelling

21


EN TOEN

onovertroffen toetjes, zoals een bruidstaart na Het Huwelijksaanzoek. Zo ontwikkelt zich een complete avond want naast het letterlijke toetje van Louis willen we ook nog een theatraal toetje. Dat moet dan totaal iets anders zijn dan teksttoneel, waardoor men ook met andere kunstdisciplines in aanraking komt.

dat er in hemelsnaam iemand komt kijken

Om ervoor te zorgen in ieder geval verzekerd te zijn van een minimaal aantal bezoekers, vragen we een aantal bekenden om ons heen om Mooi Weer Ambassadeur te worden. Dat houdt in: (1) Zelf naar minimaal vier voorstellingen komen (2) met steeds twee nieuwe gasten die ons niet kennen en (3) die te vragen op hun beurt een volgende keer weer nieuwe gasten mee te brengen. Speciaal voor de ambassadeurs organiseren we een avond in onze nieuwe winkel, een kennismaking met hapjes en drankjes en tonen we de eerste fragmenten uit de voorstellingen die we gaan spelen.

8 Januari 2015 De eerste mensen komen straks binnen in onze winkel aan de Admiraal de Ruyterweg die we ter beschikking gekregen hebben van Robin om ons concept uit te proberen. Een winkelpand dus, tevens de naam die wij sindsdien aan onze ruimte verbonden hebben: de winkel. Onze toko of ‘de zaak’. Een winkel die net zo vanzelfsprekend moet worden in het straatbeeld als de slager of de bakker. De voorgevel heeft een enorme raampartij, bijna tot de grond. Op het bovenste raam prijkt ons logo, transparant: Mooi Weer & Zo; theater, trainingen en film luidt de ondertitel. Onder dat raam zit een brede vensterbank, een fijne zitplek mede omdat de verwarming daar zit en het in de hoge winkel vaak lang koud is. Links van de voordeur zit een kleine etalage, waar we wat repetitiefoto’s opgehangen hebben die we met oude kerstverlichting aanlichten. Voor vanavond hebben 25 mensen gereserveerd, dat is ongelofelijk veel! We hebben niet veel meer gedaan dan onze ambassadeurs geactiveerd, een facebookpagina bijgehouden én een kleine gratis advertentie geplaatst in de Ster, het wijkkrantje van Kralingen. Midden in de ruimte staan drie grote, dikke, ronde palen. Tussen de palen hebben we witte vlaggetjes opgehangen. Christine heeft bedacht dat er bij iedere voorstelling iets bijpassends tussen de palen moet hangen, nu zijn het vlaggetjes volgende week wasgoed daarna zwarte doeken of priklint. Als het maar thematisch aansluit op de voorstelling. Achter de laatste paal op de entresol heeft Philippe een bar gebouwd

nooit vagenkode men grond

22


8 januari 2015

waar twee grote eettafels naast staan zodat men daar makkelijk wat kan eten en onder de entresol links in de hoek, een grijze tribune. Daar is OSB-plaat voor gebruikt. Dat is niet te duur maar stevig en mooi materiaal. Met grijze grondverf hebben we hem vorige week geverfd. Marian heeft er zwarte zitkussentjes voor gemaakt, zodat je niet direct een houten derrière krijgt als je langer dan tien minuten zit. Al met al ziet het er met alles wat we bij elkaar gesprokkeld hebben best hip uit en dat komt vooral door de affiches van alle voorstellingen die aan de muur hangen. Die stralen kwaliteit uit, professionaliteit. Het is te hopen dat de voorstelling kan voldoen aan de verwachting die afstraalt van de poster. Het moet iets over zessen zijn, als ik boven aan de trap sta die naar de toiletten en de keuken leidt, en weer een trap verder naar de kelder beneden waar de kleedkamer zich bevindt. Ik heb een dik beige wintervest over mijn kostuum aangetrokken omdat we de verwarming niet aan hebben. We spelen daarmee in op de warmte die zal ontstaan tijdens het spelen van de voorstelling omdat de twee theaterlampen die we hebben daar veel van afgeven. In het midden van de ruimte staat de grote rode tafel van Louis die tot dan toe gediend had als zijn bureau. Daarop staat een enorme witte jurk die overloopt in een witte loper die uitkomt aan de andere kant van de ruimte. Daarop staat een grijze schommelstoel. Tussen de schommelstoel en de grote tafel met jurk staan verschillende tafeltjes afkomstig uit mijn tuin en het balkon van Christine met daaraan tonnetstoelen. Daar zal het publiek vanavond zitten.

snel opt gest

Ik loop wat heen en weer, van de kelder naar boven en terug. Steeds breng ik mijn collega’s op de hoogte van wie er nu weer is binnen gelopen. Ken jij die? Nee, geen idee. Bart ziet er tegenop zich tussen het aanwezige publiek te mengen voordat we de voorstelling spelen. Het is onderdeel van het idee, dat acteurs benaderbaar zijn en zich ‘gewoon’ bevinden onder het aanwezige publiek, de acteur schenkt uw drankje in en de regisseur schept uw eten op. Zelf weet ik nog niet wat ik daarvan vind. Over het binnenstromende publiek maak ik me minder zorgen dan over het spelen met mijn leermeester straks. Voor het eerst mag ik samenspelen met Bart, de leraar van wie ik het ‘allemaal’ geleerd heb. Blij te zien dat hij minstens zo zenuwachtig is als ik, misschien wel erger. Naast Bart speel ik ook voor het eerst samen met Maxime, dat bij elkaar maakt het al een bijzondere aangelegenheid. Als Bart Maxime begint te slaan om de boel op scherp te zetten, en ik boven Christine weer enthousiast een aantal gasten hoor verwelkomen weet ik dat het bijna zover is. Nog even, en we gaan écht

23


8 januari 2015

beginnen. Bart begint zich op te drukken. Dat wil ik ook, ik moet wakker zijn, scherp en alle spieren moeten meedoen. We pompen ons op, slaan en doen spraakoefeningen op volle sterkte. We schelden flink hard en stoten (voor even) iedereen behalve elkaar uit onze affectie alleen maar om straks in leven te blijven op het toneel, of beter gezegd: tussen het publiek.

Tijdens het Twee Maanden Festival Tijdens die eerste twee maanden Mooi Weer & Zo heb ik nog niet het idee gehad om op welke manier dan ook te documenteren wat er allemaal gebeurde. Het festival bleek een sneltrein die van succeshalte naar succeshalte reed. Vreemd genoeg herinner ik me wel dat er één keer iemand samen met haar zoon is weggelopen nog voor de voorstelling begon omdat ze de soep te zout vond en dat kan natuurlijk echt niet. Het mocht de pret niet drukken. Bij onze eerste voorstelling van het festival waren zo’n vijfentwintig mensen aanwezig en twee maanden later tijdens het laatste weekend – waarin we drie voorstellingen herhaalden – zaten er wel tachtig mensen in onze winkel. Het werd soms zo broeierig in de ruimte door de hoeveelheid mensen in combinatie met de overweldigende sfeer dat de damp letterlijk van de ramen afsloeg. We hadden géén werkende keuken in de winkel. Christine en Louis bereidden het eten thuis voor en op een veel te klein warmteplaatje konden we het in de winkel verwarmen en in de zogenaamde heksenketels stoppen. We hebben wat soepkommen gekocht om het eten in te serveren. Elke week moesten we nieuwe kommen en glazen kopen vanwege het groeiend aantal bezoekers. Er ontstond een groep fanatieke vrijwillige afwassers die in combinatie met ons elke avond weer die kommen stonden af te wassen en natuurlijk ook te drogen. Hele bijzondere ontmoetingen vonden plaats aan het aanrecht. Ik herinner mij Bart tot zijn ellebogen in het sop met Irene, de buurvrouw, en Hein, bezoeker van het eerste uur, beiden met een theedoek in de aanslag. In de overvolle kleedkamer beneden in de kelder stond alles wat je je kunt bedenken, decorstukken, installaties, gereedschap, houten planken, lampen, kostuums, glazen en een martelwerktuig van een kapstok waar menigmaal iemand zich aan open haalde. Het was voor acteurs een toevluchtsoord om even aan de hectiek van boven te ontsnappen. Steeds eerder spraken we af om met elkaar tijd door te brengen en geschiedenis

24


TIJDENS HET FESTIVAL

te maken in die kelder. En aan het einde van de avond streken we moe maar voldaan met z’n allen neer aan de grote tafel op het entresol om alle briefjes hardop voor te lezen die de bezoekers voor ons hadden achtergelaten ( we vroegen hen te schrijven wat ze van de avond vonden ) terwijl we het overgebleven brood met de kruidenboter van Louis oppeuzelden. Die schrijfbriefjes zijn doorontwikkeld tot de huidige turfkaartjes. Nog steeds schrijven sommige mensen gelukkig op wat ze van de voorstelling vonden en aan de binnenkant van het kaartje staat dan hoeveel men gedronken heeft. Daardoor kunnen we tegenwoordig zien in hoeverre lovende of kritische woorden in verbinding staan met het aantal consumpties. Reuze leuk en relativerend. Het zijn hele bijzondere avonden geworden met verschillende smaken. Want naast onze voorstelling was er ook altijd nog iets geheel anders te zien, later op de avond. Een theatraal toetje. Daarin probeerden we toen zo divers mogelijk te zijn. Wonderlijke installaties kwamen voorbij waar niemand wat van begreep – wat juist te gek is. Bart speelde zijn tabaksmonoloog met veel succes. Mifanwi speelde viool. Peter hield een Tsjechov lezing. Stan speelde piano. En hier is ook de verbinding ontstaan met Sofie Habets die uitgroeit tot een soort moeder overste van de theatrale toetjes de jaren hierna.

is

Essentiel van ons uiteindelijke succes is de manier waarop Mooi Weer & Zo zichtbaar was. De uitnodigende warme energie die hangt in de ruimte die huiselijk oogt in combinatie met de professionaliteit die van de wanden afspatte dankzij de affiches. Maarten is de geniale fotograaf die fabelachtige beelden schiet en samen met Minke en Marieke – die alles grafisch gemaakt hebben van logo tot brochure – hebben zij Mooi Weer & Zo daarmee figuurlijk een smoel gegeven. Zo’n proces van idee naar affiche heeft flink wat voeten in de aarde. Eerst worden er door Maarten en de regisseur pakkende beelden bedacht die bij een voorstelling passen. Dit gebeurt meestal onder het genot van een cappuccino en bijbehorend koekje bij het Westerpaviljoen. Al associërend komen er steeds meer ideeën bij, ook uit andere hoeken. Als de beelden bedacht zijn worden modellen gevraagd. Daar ben ik er zelf wonderbaarlijk genoeg één van (wie had dat gedacht, toch nog een modellencarrière). Vervolgens wordt er een dag georganiseerd waarop we alle beelden gaan schieten. Marian heeft inmiddels kostuums bedacht bij de modellen. Irene komt om te grimeren waar nodig; sommige modellen

25


TIJDENS HET FESTIVAL

moeten mooier anderen juist iets minder mooi gemaakt worden. Minke en Marieke hebben allerlei strenge vereisten waar zo’n beeld aan moet voldoen zodat hij binnen de gekozen huisstijl past. Er moet bijvoorbeeld altijd voldoende ruimte aan de onderkant van een foto zijn om de titel van de voorstelling in te kunnen passen. En er zijn altijd té veel ideeën, die we allemaal uitproberen, waardoor er aan het eind van de dag duizenden foto’s zijn waar we er uiteindelijk per voorstelling één van kunnen gebruiken. Tijdens de shoot komen we in de meest geniale situaties terecht of worden er in het moment op briljante wijze problemen opgelost. Zo hebben we voor een affiche eens met z’n vieren pannenkoeken op Fancy’s hoofd gegooid totdat er balancerend een stapeltje op lag. Dat zie je natuurlijk niet op het uiteindelijke beeld maar moet je je bedenken dat er voor zo’n beeld dus plotseling vier mensen pannenkoeken staan te werpen – in de hoop dat ze goed vallen – op iemands hoofd omdat we op dat moment bedenken dat dat er beter uitziet dan dat ze pannenkoeken gewoon op het hoofd liggen. En ik herinner mij maar al te goed een ongestreken overhemd dat zonder teveel kreuk toch op de foto moest. Minke kwam tussen mijn benen zitten om mijn overhemd strak naar onder te trekken terwijl ik ‘onschuldig‘ in de camera moest kijken. Dat is iets waar ik steeds aan denk als ik dat affiche zie terwijl niemand anders weet dat er onder die onschuldige blik – op het moment dat de foto werd gemaakt – een vrouw tussen mijn benen zit om mijn overhemd strak te trekken. Er is eigenlijk maar één nadeel geweest aan het festival. Toen we met z’n allen in maart 2015 aan het bijkomen waren van al het voorgaande en net tot de conclusie waren gekomen dat we hiermee door zouden gaan, kregen we het nieuws dat onze winkel per mei verhuurd zou worden. Tussen de vele mensen die de weg naar onze theaterwinkel hadden gevonden in januari en februari zat ook iemand die op zoek was naar een winkel, in zijn of haar geval voor bruidsjurken. Niet meer dan logisch werd op het aanbod ingegaan, wij betaalden tot dan toe geen huur en hebben dankbaar gebruik kunnen maken van de ruimte. Maar het betekende wel dat we opzoek moesten naar een andere ruimte, een nieuwe winkel minstens zo charmant als onze eerste winkel. En daarvoor moesten we een financieel risico nemen, de gok wagen zodat we niet weer een eventueel gratis ruimte plotseling kwijt zouden raken. Dat we ons doel van die eerste twee maanden aan de Admiraal de Ruyterweg bereikt hebben, kan worden samengevat met een dankbaar

26


TIJDENS HET FESTIVAL

voorbeeld: Henk. Een bijzonder warme relatie is ontstaan met één van onze – nog steeds trouwste – bezoekers. Henk was helemaal geen ‘toneelganger’ maar overdonderd door onze voorstelling Lunch, gespeeld door Edouard en Maxime en de entourage waar het zich afspeelde. Sinds die bijzondere avond ziet Henk al onze voorstellingen en dat niet alleen, hij gaat tegenwoordig ook naar de Schouwburg en neemt z’n vrouw Wilma mee. Ik heb Henk gevraagd, bezoeker van het eerste uur, iets te schrijven over de afgelopen jaren Mooi Weer & Zo. De ontwikkeling vanuit zijn perspectief.

27


Als ik aan Mooi Weer & Zo denk gebeurt er iets met me: een groot genoegen overspoelt me en ontspant me. Geen drank of drug kan daar tegenop, alhoewel het net zo verslavend is maar zonder ongezonde bijwerkingen. Zelf hoefde ik er niets anders voor te doen dan naar de voorstellingen van Mooi Weer & Zo te gaan want zij zorgden voor het positieve proces. Begin 2015 zag ik een paginagrote advertentie in de Ster van Kralingen. Een aandachttrekker door de vormgeving maar ook door de ‘oneliners’ en het aanbod: Drempel laag - Lat hoog - Verrassend hoog niveau. Het maakte me nieuwsgierig, alhoewel toneel, want daar ging het allemaal over, iets was waar ik weinig mee had. Een aantal slechte ervaringen in mijn jeugd, met saaie, slaapverwekkende uren durende toneelvoorstellingen, waren daar debet aan. Mooi Weer & Zo trok mij over de streep met die opvallende advertentie, waarbij ook de toegangsprijs van slechts € 15,- voor toneel en een lekkere hap een rol speelde. Dat paste prima bij mijn toenmalige budget. Door een bizarre samenloop van omstandigheden zat ik, voor het eerst sinds mijn eerste baantje als tomatenplukker zo’n 50 jaar geleden, zonder werk en inkomen en met een minimale reserve. Mede door de financiële laagdrempeligheid van Mooi Weer & Zo, besloot ik om het te proberen. Vanaf de eerste kennismaking heeft Mooi Weer & Zo een plek in mijn hart veroverd. Mijn persoonlijke fase van ontreddering, het negatieve en de uitzichtloosheid begin 2015, maakte me ontvankelijk voor iets positiefs. Als (gewoonlijk) optimistisch en positief ingesteld mens snakte ik naar iets dat positief, prikkelend en inspirerend zou zijn; ik kreeg bij Mooi Weer & Zo meer dan ik had durven dromen. Mooi Weer & Zo zorgde voor een bijzondere avond en wist mij te verrassen, te verwarmen en een speciaal en prettig gevoel bij me teweeg te brengen. Niet alleen die eerste keer, maar iedere keer weer, al 4 jaar achter elkaar. Want het is niet alleen het alsmaar groeiende niveau van de voorstellingen. Het is ook het ‘cozy corner’ gehalte. ‘Wat leuk dat je er bent!’. Het is gemeend. Je voelt je meer dan welkom. Je wordt in de watten gelegd. Je krijgt aandacht. Alles krijgt aandacht. Ik geniet niet alleen van het toneel van Mooi Weer & Zo, alhoewel de voorstelling iedere keer weer het hoogtepunt van de avond is. Ik ben inmiddels helemaal ‘om’ en een echte toneelliefhebber. Hoe zij het voor elkaar krijgen om van loodzware klassiekers compacte, wervelende voorstellingen te maken, is fenomenaal. Daar zit veel denkwerk, creativiteit en talent achter. Talent op alle vlak. Vernuftig en intelligent. Het gebruik van de ruimte. Voor de helft gevuld met water. Of met zand. Tegen het plafond, in de keuken,

28


op het toilet, tegen de muur of onder de vloer. Mooi Weer & Zo kent geen creatieve grenzen. Dat geldt ook voor de originele vondsten waarmee een link wordt gelegd tussen een stuk uit een ander tijdperk en het heden. Kippenvelmomenten! Stof tot nadenken. Het is Mooi Weer & Zo ten voeten uit. Het begint in een hutje op de hei. Daar wordt het nodige bedacht door Eva Lemaire en Alexander Schreuder. Door de spirit tussen regie en de talentvolle spelersgroep, ontstaan er voorstellingen die naast emotie, bewondering oproepen. Verwarring in je hoofd, ontreddering zelfs, zoals bij ‘Vluchtelingengesprekken’. Zo heftig, daar had ik een 2e voorstelling voor nodig om het in te laten dalen. Pffff, ik krijg weer vochtige ogen als ik aan die 1e voorstelling van Vluchtelingengesprekken terugdenk. Voorstellingen van Mooi Weer & Zo kunnen ook luchtig en hilarisch zijn, zelfs bij een drama als Romeo & Julia. Mijn goede gevoel als toeschouwer, als consument, zie ik steeds vaker bevestigd door mooie recensies. Dan lees je hoe goed het allemaal in elkaar steekt en wat de rol is die regisseur Eva Lemaire hier in speelt. Na de voorstelling wordt er voor de spelers geklapt, maar wat mij betreft is dat applaus zeker ook voor Eva: regisseur, artistiek leider, spin in het web, Kapitein op een juweel van een schip met een hechte, door Eva geleide crew. Er is een huzarenstukje geleverd. Op eigen kracht met veel wilskracht alles opbouwen. Van soms minder dan 10 toeschouwers in 2015, tot volle zalen met 70 man nu. De support van toneelgrootheden als Johan Simons en Elsie de Brauw is veelzeggend. Met gepaste trots kondigde Eva Lemaire tijdens een van haar welkomstpraatjes in 2016 aan, dat de man waarvan zij in haar studententijd een poster boven haar bed had hangen, Johan Simons, bij Mooi Weer & Zo als gastregisseur zou komen optreden. Eva straalde nog meer dan zij gewoonlijk al doet! Dat iemand als ‘toneel-goeroe’ Johan Simons daartoe bereid is, dat zegt veel over Eva die tijdens haar studie regieassistent van Johan was. Dat het hem zo goed bevallen is dat hij vaker gastregisseur wil zijn, zegt veel over Mooi Weer & Zo. Dat het zo klikt tussen Johan Simons en Mooi Weer & Zo is begrijpelijk. Ik heb gezien hoe Johan Simons zat te glimmen en genieten van het spel. Ik kan me als voormalig coach van jeugdig zeiltalent voorstellen hoe heerlijk het voor hem zal zijn om met dit talent te werken. Iedereen in de groep is zo gretig om te leren. Onbedorven, geen kapsones, een en al oor. Doordat het zo klikt, is de impact van zo’n meester in het vak dubbel zo groot. Ook op de individuele spelers. Dat geldt ook voor de inbreng van gastacteur Elsie de Brauw. Zij is tweevoudig Theo d’Or-winnares (2006, 2011) en ontving in 2007 een Gouden Kalf. Het plezier dat van haar afstraalde voor, tijdens en na de voorstelling;

29


het was volgens mij minstens zo belangrijk als haar glansrol als Irina Arkadina in ‘De Meeuw’ van Tsjechov. Het was een genot om te kijken naar de vaste kern van Mooi Weer & Zo en Elsie de Brauw als één hecht team. Wat een klik! Ook deze samenwerking met Elsie de Brauw bevestigt en versterkt waar Mooi Weer & Zo mee bezig is: de juiste koers uitstippelen en houden. De toekomst van Mooi Weer & Zo is al geregeld. ‘Dank’ aan Halbe Zijlstra, dat hij in 2011 als staatssecretaris van cultuur de culturele sector een zware slag toegebracht met ongekende bezuinigingen. Net afgestudeerden als Eva, Philippe, Délano, Edouard, Maxime, Sofie, Marijke, Carl, Patricia en anderen, konden de jaren na 2011 nergens aan de slag als acteur of regisseur. Dan maar zelf aan de slag dachten ze en werden daarbij gesteund door vrienden en familie. Met alle prettige gevolgen van dien. Het zal mij niet verbazen als het in niveau zo gegroeide talent van Mooi Weer & Zo (spelers, regie) hun vleugels uitslaan en (ook) elders carrière gaan maken. Don’t worry; nieuwe talenten worden klaargestoomd op de Toneelvakschool Rotterdam. Ook de voorstellingen door de amateurgroep ‘Stuurlui’ zijn de moeite waard en die wil ik niet missen. Verslaafd? Ben ik verslaafd aan Mooi Weer & Zo? Ben ik wel objectief? Heb ik geen kritiek? Mooi Weer & Zo blijft zelf heel scherp en vraagt (alleen al op het drankenkaartje) iedere toeschouwer om commentaar. Omdat ik zo toeleef naar iedere avond bij Mooi Weer & Zo en ik er zo van geniet en met zoveel genoegen aan een voorstelling terugdenk, soms dagenlang, tja, dan moet je er even voor gaan zitten om kritisch te kunnen zijn. Ik heb begin 2018 wat kritische kanttekeningen gemaakt en zorgen geuit over de belasting van ‘Het Festival’ (drie maanden lang iedere week een andere voorstelling) in het steeds langere seizoen en intensievere schema van Mooi Weer & Zo. Het werd tenen lopen en ik zag de vermoeidheid toeslaan. Wat me het meeste raakte, was een opmerking van Philippe erover. Verdieping in-, en ontwikkeling van voorstellingen kwamen in het gedrang, omdat de voorbereidingstijd te kort werd. Daarmee raakte Philippe een van de kernpunten van Mooi Weer & Zo: intens bezig zijn om een stuk als iets briljants neer te kunnen zetten. Zoals topsporters het doen. Alle puntjes op de i. Keihard trainen voor een kleine verbetering. Net als in de topsport, zijn er ook voor een toneelgezelschap en theatercafé grenzen. Mooi Weer & Zo is ze tegengekomen, heeft ervan geleerd en er op geanticipeerd. Mijn aanbeveling aan toeschouwers en potentiële toeschouwers is om de ontwikkeling die Mooi Weer & Zo doormaakt te gaan zien en te volgen. Dan zie je veel meer dan wat je ziet tijdens 1, 2 of 3 voorstellingen per seizoen. Het zien

30


van de groei van Mooi Weer & Zo en de groei van de individuele acteurs geeft een extra beleving naast het genot van al die heerlijke avonden. In 2015 en soms ook in 2016 nog waren de vaste spelers, Philippe, Délano, Edouard en Maxime maar ook de vaste gastspelers zoals Patricia en Carl heel herkenbaar. Inmiddels heeft die persoonlijke herkenbaarheid plaatsgemaakt voor een andere manier van acteren. Nu zie je een acteur die boven zichzelf uitgestegen is, op atypische wijze een rol spelen. Het kunnen zien van die ontwikkelingen geeft een toegevoegde waarde. Nu er door het skippen van ‘Het Festival’ 9 voorstellingen minder zijn per seizoen, is het voor iedereen goed te doen om alle voorstellingen te zien. Per seizoen zijn er nu circa 6 nieuwe voorstellingen en circa 3 ‘Hernemingen’. Mijn aanrader is om de ontwikkeling te gaan volgen door ze allemaal te gaan zien. Mijn partner Wilma (die ook vrijwel alle voorstellingen heeft gezien) en ik nemen regelmatig familie en vrienden mee naar Mooi Weer & Zo voor een heerlijke avond in een gemoedelijke sfeer en ambiance. Wil je op ‘safe’ spelen met je gasten en een voorstelling kiezen die bij hen past? Ga dan naar een ‘Herneming’ die je zelf al gezien hebt. De een houdt van hilarisch en de ander van heftig. Niet iedereen waardeert het als een half ontblote Maxime in het rond springt, maar… menigeen juist wel! Wilma en ik zijn blij dat Mooi Weer & Zo op ons pad en (diep) in ons leven is gekomen. Wij voelen het als een voorrecht alles te kunnen zien en daardoor ook die groei en ontwikkeling. Rest mij (wellicht ten overvloede) een diepe buiging te maken voor Mooi Weer & Zo en het hele team van Mooi Weer & Zo, inclusief vrijwilligers en sponsors nogmaals te bedanken voor de hartverwarmende invloed die Mooi Weer & Zo op mijn welbevinden heeft gehad en nog steeds heeft. Dat je de windrichting en windkracht niet kunt beïnvloeden leerde ik lang geleden als zeiler op de Kralingse Plas, beroemd en berucht om de wispelturige wind. Ik leerde ook dat je er wel op kunt anticiperen en er voordeel uit kunt halen als je er oog en respect voor hebt en je je zeilstand en zeilgrootte tijdig aanpast. Jullie doen dat anticiperen op alles dat op jullie pad komt als toneelgezelschap en theatercafé op meesterlijke wijze. Blijf scherp aan de wind zeilen Mooi Weer & Zo. Houd alle zeilen zo lang mogelijk bij. Reef tijdig indien nodig en trim ze als Olympische zeilers. Ik wens jullie een succesvolle en behouden vaart en hoop nog lang van jullie te kunnen genieten. Henk van Gent, Fan in hart en nieren, ambassadeur voor het leven.

31


De ruimte Gelukkig kregen we, toen we onze eerste winkel moesten verlaten, nóg een ruimte ter beschikking – aan de Goudsesingel – waar we tijdelijk konden repeteren en vooral al onze spullen kwijt konden. En dat waren nogal wat spullen. In de wetenschap dat we het allemaal wéér in onze handen zouden krijgen bij een volgende, hopelijk definitieve, verhuizing begonnen we vol goede moed aan het leegruimen van onze winkel. Zeker twee overvolle bussen gingen er van de Admiraal de Ruyter naar de Goudsesingel. En toen die ruimte zich onoverzichtelijk gevuld had met spullen begon voor ons de zoektocht naar een nieuwe locatie.

veel veel rtotezoo i

van de latere dramaturg Alexander

Het moet in die periode zijn geweest dat we onze eerste bedrijfsauto kregen. Een zeer goed onderhouden donkergroene Daihatsu Cuore, die we voor een vriendenprijsje konden overnemen. We besloten om juist niet achter de computer te kruipen om op zoek te gaan naar een ruimte, maar in de bedrijfsauto te stappen. Vier dagen lang van ’s morgens tot begin van de avond reden we door de stad, letterlijk door elke straat. Om bij te houden waar we geweest waren kochten we de eerste dag een grote wegenkaart van Rotterdam. Daarop werden met blauwe stift de straten ingekleurd die we door reden. We startten in Kralingen/ Crooswijk omdat dat in de buurt was van onze eerste winkel. Af en toe stopten we (als we een bord te huur zagen hangen) om te kijken en te informeren naar een ruimte. Het was of te duur, of te groot, of slecht onderhouden, of te kantoorderig. Langzaam maar zeker zonk de moed ons in de schoenen, bijna gaven we het op. De vierde dag hadden we toch echt nagenoeg alle straten van Rotterdam (boven de rivier) afgestreept en reden richting huis om, zoals iedere dag, na te spreken over het hoe en wat en hoe nu verder. Voor de zoveelste keer reden we secundair op de ‘s- Gravendijkwal langs nummer 77B, een klein ogende ruimte waar voor de ruit een A4 met de tekst TE HUUR hing. Ik had er helemaal geen zin meer in maar ondanks mijn chagrijn stelde ik toch voor even daar te kijken. We belden het nummer dat op het briefje stond en de volgende dag mochten we komen kijken. Toen we binnen stapten was het eigenlijk meteen duidelijk: liefde op het eerste gezicht. De ruimte was groter dan verwacht, opvallend licht en had (niet onbelangrijk) twee werkende toiletten. Bovendien was Ad, de eigenaar, enthousiast over ons plan en bereid mee te denken. Niet veel later tekenden we het huurcontract van de nieuwe winkel aan de ‘s-Gravendijkwal. Achteraf gezien een hele flinke stap vooruit.

32


DE RUIMTE

Philippe bedacht een indeling voor de winkel en Peter de kleuren voor op de muren en het houtwerk. Een nieuw verbouwingsproject kon beginnen. Marcel hielp met het maken en bedenken van een stroomen gritvoorziening en brengt af en toe afgeschreven theaterlampen van de Schouwburg mee. Enige haast was wel geboden want ook het repeteren voor de nieuwe voorstellingen moest beginnen. Uiteindelijk – nog voor de vakantie in juli – begonnen we met repeteren aan de voorstelling Meisjes in een kale, holle lege winkel met onbewerkt OSB-hout. Vanwege het fijne weer konden we gelukkig op de binnenplaats veel met onze tekst uitproberen en hield Said de sfeer er goed in door allerlei competitieve spellen te bedenken zoals wie maakt het eerst een grove tekstfout waardoor we weer van voor af aan moesten beginnen met de tekstdoorloop.

Gezelschap Met het eerste festival is het ontstaan van het ensemble begonnen; een groep acteurs die regelmatig samen repeteert en speelt waardoor ze herkenbaar worden voor een terugkerend publiek. En belangrijker van een ensemble is nog: de gezamenlijke ontwikkeling, een opleiding. Een dialoog tussen een groep mensen met een plek en een tijd. Het is een groep die onbespied en met volle overgave, in ons geval toneel beoefent, ontwikkelt en creëert om – niet voor zichzelf maar via zichzelf – aan een publiek te laten zien wat ongezien blijft en te vertellen wat niet gezegd wordt. Aanstichters van verandering. Samen met de evenzo vast verbonden makers, Bart en Eva, ontwikkelen we een eerste handtekening van het gezelschap. En dat gaat minder vanzelf want het ontwikkelen van een ensemble duurt minimaal zo’n drie à vier jaar. Op dat moment wisten we niet hoe het ensemble er nu, vijf jaar later, uit zou zien. Je groeit uit tot een soort familie waarin ook die vervelende neef zit die je nooit meer wilt zien. Je kunt het ook vergelijken met een voetbalelftal, dat samen traint om wedstrijden te winnen en na iedere training of wedstrijd dichter naar elkaar toe groeit en beter op elkaar ingespeeld raakt. Je kunt tenslotte niet zonder te trainen het veld opstappen, dat wordt geen succes. Er komt eens iemand bij of er gaat juist weer iemand weg. Een succesvol elftal bouwen kost tijd en vereist een lange adem, maar als je dan na enige tijd kampioen wordt is het alle moeite waard geweest. En het commitment

33


GEZELSCHAP

moet de verleiding van een te vroege transfer naar een groter elftal met meer geld voorkomen. Drie jaar later, als ik met Bart en Philippe de voorstelling Kunst speel die we met Eva gemaakt hebben, voel ik voor het eerst de werking van het ensemble. Er is voor gekozen dat de spelers naast elkaar zitten en naar voren kijken terwijl de teksten elkaar in hoog tempo opvolgen. Aansluiten noemen we dat. Contact is, behalve op gehoor, voor ons dus niet mogelijk. Naast Philippe en Bart voel ik me tijdens dit tekstuele avontuur geen moment onzeker. Als ik uit de bocht vlieg, vangen mijn collega’s me op en vice versa. Het is een soort jamsessie, híj gaat wat harder dus ik wat zachter. Zo reageren we op elkaar en maken we muziek. Ik kan steeds heel vertrouwd andere dingen doen en mijn collega’s verrassen want zo vitaal zijn we met elkaar. Sterker nog, daar hunkeren we naar, steeds weer iets nieuws zodat we de teksten weer leven in kunnen blazen. Het publiek smult van deze voorstelling, waar we zelf niets van begrijpen. Je kunt je eigen effect niet zien, laat staan van het geheel, die lol gaat aan onszelf voorbij. Het is een succesnummer welke we tot op de dag van vandaag nog steeds overal spelen waar er maar vraag naar is.

De voortzetting Twee maanden Mooi Weer & Zo werd drie maanden Mooi Weer & Zo. Dit konden we doen omdat we besloten in het festival ook hernemingen van het jaar daarvoor mee te nemen. En als klap op de vuurpijl en afgeleide van het festival organiseren we in december 2015 de kerstspecial Lulu. Dat is in tegenstelling tot de eenakters tijdens het festival een grote voorstelling van vijf bedrijven onderbroken door een vijf gangen diner. Ons seizoen verdubbelde zich dus van twee naar vier maanden. Om ervoor te zorgen dat het kleine beetje opgebouwde publiek uit Crooswijk de weg naar de ’s-Gravendijkwal zou vinden schakelen we onze ambassadeurs weer in. En we moeten zelfs meer nieuw publiek gaan opbouwen want we hebben immers meer zalen te vullen dan vorig jaar. We organiseren wederom een opstartavond in de nieuwe winkel en vragen onze ambassadeurs ook om onze folder – waar maar kan – uit te delen. Geld voor publiciteit hadden we niet maar we kregen gelukkig wel een plaatsje in de Uit Agenda van Rotterdam en betrokken vrijwilliger Hans Fortuin wist een aantal geschreven stukjes over Mooi Weer & Zo in verschillende wijkbladen te krijgen. We hielden fanatiek onze

34

leporello


DE VOORTZETTING

Facebookpagina bij en dat was het dan. Wonder boven wonder, begonnen de reserveringen voor Lulu in de weken die volgden al binnen te stromen. De ambassadeurs vormden klaarblijkelijk een grandioos promotieteam.

nooit

Bovendien moesten we dit jaar ook echt inkomsten gaan genereren. We hadden tenslotte minimaal één jaar vaste lasten. Het kwam daarom heel erg goed uit dat onze eerste kleine subsidieaanvraag (deels) toegekend werd. En dat mag ook wel, want wat een werk gaat daar inzitten. Je zou eigenlijk subsidie moeten krijgen voor het schrijven van subsidieaanvragen. In feite moet je een fictieschrijver zijn met minimaal tien jaar ervaring voor zo’n aanvraag. Ik ben er in elk geval tien jaar ouder van geworden. Cijfermatig werd ik goddank bijgestaan door Stan met wie ik tot de late uurtjes aan de Beukelsweg met pizza en bier heb zitten uitrekenen hoeveel alle acteurs verdienen als ze volgens CAO betaald zouden krijgen. Terwijl dat zelden gebeurt bij een klein beginnend gezelschap. Alleen al als verzachting voor de frustraties was het prettig dat die aanvraag is toegekend. Dit gaf ons naast de hoeveelheid vrijwillige medewerkers ook de mogelijkheid om toch iets te verdienen. We hanteerden het parademodel: wat er aan inkomsten op een speelavond in de pot komt verdelen we onder alle artistiek uitvoerende medewerkers. De Stichting telde ook als één medewerker, zodat we kleine uitgaven aan kostuums, decor of drukwerk konden dekken. Tegenwoordig hebben we met Ineke iemand die snapt dat we in eerste instantie vooral goed zijn in voorstellingen maken of spelen en die ons goddank helpt met het maken van aanvragen zodat we niet eenzaam op een eilandje worstelen met die bureaucratische taal waar je als creatieveling nooit uitkomt. En we hadden nu een prachtige ruimte, prima geschikt voor externe verhuur voor speciale gelegenheden. Daar kunnen we dan ook wat extra geld mee verdienen om mogelijk te maken wat we écht willen doen. Het verhuren blijkt – wederom – een extra traject erbij waar we leren te onderhandelen en de juiste afspraken te maken. De meest vreemde figuren met onlogische en wonderbaarlijke vragen zijn we daarmee al tegengekomen. Zo hebben we keihard geleerd aan wie je – je zaak – wel of niet wilt verhuren en dat geld daar soms niet tegenop kan. Philippe is nog weken gestalkt door een verongelijkte, belegen dame die de opname van haar verjaardagspartijtje maar niet gestart kreeg thuis op de dvdspeler. Of hij dat even wilde komen oplossen. Het registreren van dat soort gelegenheden is toen direct gestopt.

35


DE VOORTZETTING

Het is wonderbaarlijk en best zielig dat je als jonge kunstenaar de mogelijkheden moet vinden om koste wat kost je werk mogelijk te maken. Je ligt er letterlijk krom voor. Om je te ontwikkelen, in mijn geval als acteur, moet je kilometers maken. Flink veel spelen. Het is net als autorijden: je hebt je rijbewijs gehaald door netjes aan alle exameneisen te voldoen maar hierna ga je pas echt zelf leren rijden. Plotseling is er geen docent waartoe je je verhoudt en zijn er meer collega’s dan alleen je klasgenoten. Kansen om ergens te mogen spelen liggen niet voor het oprapen, hoogstens één of twee voorstellingen per jaar als je geluk heb en het juiste netwerk hebt opgebouwd. En dan is het nog maar de vraag of en hoeveel geld je ermee verdient. Wat een probleem wordt want niet lang na je afstuderen valt je maximale lening van de IB groep weg. Dan word je min of meer gedwongen een bijbaan te nemen in bijvoorbeeld de horeca of verzorging wat dan weer tijd opslokt van je ontwikkeling als kunstenaar. Hoe ik het precies voor elkaar heb gekregen weet ik niet. Je vind met een beetje geluk je eigen weg. En bovendien wij hadden elkaar. Gelijkgestemden, gesteund en gesponsord (niet alleen in geld, maar ook in maaltijden en vrijwillige uren) door ervaringsdeskundigen die het met ons koste wat kost mogelijk wilden maken: een eigen groep met meerdere voorstellingen. Verder moet je niet te moeilijk leven, een kroeg vinden waar je op rekening mag drinken en onvoorwaardelijke vriendschappen buiten je werkkring hebben, zij die je meenemen voor nieuwe impulsen ondanks dat ze je bijna nooit zien of horen behalve als je speelt omdat ze dan naar je komen kijken.

nog steeds in ontwikkeling

Waar bij het uitproberen van een concept alles vanzelf lijkt te gaan is dat bij het herhalen of eigenlijk uitbouwen en verder ontwikkelen ervan een stuk minder het geval. De frivole vrijheid van denken en uitproberen maakt onbewust plaats voor conservatieve waarheden en structuren. Het is immers al eens eerder gedaan dus er zijn ineens regels ontstaan die succes zouden garanderen. Het is als een tot dan toe jonge ader waar veel vers bloed doorstroomt en er wordt plotseling trombose geconstateerd. Informeel is ineens formeel. We moeten vergaderingen organiseren om met elkaar tot compromissen te komen die vorig jaar nog logisch tot stand kwamen. Er moet overlegd worden wanneer je wel of niet aanwezig bent, wie wat doet, wanneer en waarom. Daarbij moet iedereen op de hoogte én het overal mee eens zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat bij het maken van een festivalboekje alle teksten door iedereen worden

36


DE VOORTZETTING

ze bij dit net zoals aa boekje ged n heeft

Ook is de kersverse locatie een drijfveer, iets om trots op te zijn en te laten zien. Wat tegelijkertijd spannend is omdat we deze ruimte nog voor ons moeten winnen. Dat klinkt gek, maar is waar. Kwaliteit zit in de muren. Als je in een ruimte komt waar veel gespeeld is of wordt zoals een leslokaal op een toneelschool of een zaal in een gerenommeerd theater dan zit de geschiedenis daar in de muur. Dat is voor een acteur heel prettig, want je hoeft voor je gevoel dan bijna niks meer zelf te doen. De ruimte weet het, hij kent de effecten van spelen en heeft onthouden wat grote toneelspelers die je voorgingen deden. Dat helpt je om dat te bereiken wat op dat moment nodig is. Onze nieuwe winkel is dan wel verworden tot theatercafé, er is waarschijnlijk nog nooit een toneeltekst uitgesproken. Het is aan ons om dit seizoen op bevlogen wijze de muren van het theatercafé te vullen. In november 2015 ontvangt Henny Orri de blijvend applaus prijs en repeteren wij in onze kersverse winkel aan de kerstvoorstelling Lulu.

Kerstspecial Toen wij in 2013 met elkaar de afstudeervoorstelling van Eva maakten werd zij vanuit de academie begeleid door Tom. Er is een duurzame werkrelatie ontstaan tussen die twee welke tot op de dag van vandaag voortduurt. Het eerste stuk dat Tom voor Eva bewerkt is Lulu, geschreven door Frank Wedekind. Voor het eerst maken we een avondvullende voorstelling met een groot ensemble. Maxime speelt Lulu samen met Sofie, die de jonge Lulu vertegenwoordigt. Verder zeven mannen. Het is dus ook voor het eerst dat we met zovelen in een kleedkamer

37

daar zijn we bij

nagelezen en er héél veel verschillende meningen zijn nog voordat Irene een laatste check doet op taalfouten. Dit zorgt ervoor dat er nog meer vergaderingen moeten komen om compromissen te sluiten én dat het weken langer duurt voordat dat boekje eindelijk gedrukt is. Het is alsof je net op Zuid een schitterend appartement hebt gekocht met uitzicht op de skyline van Rotterdam en dan minimaal twee jaar de Maastunnel wordt afgesloten vanwege onderhoud. Dan moet je ineens elke middag uren in de file staan om bij je mooie appartement te komen. Het gaat stroperig maar het lukt uiteindelijk prima om goed voorbereid aan het nieuwe seizoen in de nieuwe winkel te beginnen. Bovendien zorgt het feit dat we weer mogen beginnen en doen wat we kunnen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld subsidieaanvragen schrijven) voor positieve energie.


KERST SPECIAL

zitting nemen – die is niet erg ruim aan de ’s-Gravendijkwal (4m2).

past niet

Tussen elk bedrijven door wordt er een gang geserveerd, door de acteurs. Aan het eind van ieder bedrijf sterft er één man. Dat levert dus steeds een interessante schakel op voor onszelf en onze gasten. Het ene moment lig je te sterven en het volgende moment grijp je lege soepkommen mee naar de bar om een gevuld bord melanzane terug te zetten. Aan het eind van de avond eten wij zelf de restjes op. De stad hoort bij ons decor en haar geluiden zijn effecten. We kiezen er bewust voor om geen gordijnen te sluiten tijdens de voorstelling. Sirenes of scootergeluiden horen erbij (we zitten tenslotte niet in een klassiek theater) net zoals gebabbel of geschreeuw van passanten. Het doet zich regelmatig voor dat er mensen tijdens een voorstelling nieuwsgierig naar binnen kijken; zo van wat gebeurt daar nou!? Sommige mensen vinden het nodig om hun gevoelsuiting kracht bij te zetten door op het raam te kloppen, zeker als er bijvoorbeeld blote benen te zien zijn. Over het algemeen is dit alleen maar vermakelijk, het wordt zelden écht lastig. Eigenlijk maar één keer, direct tijdens Lulu, de eerste voorstelling die wij spelen aan de ‘s – Gravendijkwal. Eind derde bedrijf sterft mijn rolfiguur, dus het vierde en vijfde bedrijf kan ik vanuit de zaal bekijken. Begin vierde bedrijf staat er enige tijd een man door het raam te kijken die in opklimmende maten agressief wordt en dat laat blijken, hij wil naar binnen komen. We hebben op dat moment zo’n vijftig of zestig gasten in het theatercafé zitten en de acteurs zijn aan het spelen. Aan het gezicht van mijn collega Carl, die aan het spelen is, zie ik dat hij zich er niet prettig bij voelt. Ik besluit naar buiten te lopen in de hoop de man tot bedaren te brengen. In eerste instantie wil de beste man ‘gewoon’ vechten want hij begrijpt niet waarom hij niet binnen mag komen en al die andere mensen wel. Met enige moeite heb ik hem toen uitgelegd dat Mooi Weer geen kroeg of restaurant is maar een theatercafé, waar je niet tijdens de voorstelling binnen kan komen en hem een folder gegeven. Een gesprek met horten en stoten volgt maar uiteindelijk kalmeerde hij gelukkig en koos het hazenpad. Ik heb de beste man nooit meer gezien. Om dit soort grillige situaties te vermijden zit er sindsdien tijdens de voorstelling altijd iemand bij de deur. Op twee hele vrolijke verdwaalde dronken mannen met Duitse nationaliteit na, is het nooit meer voorgekomen dat er zomaar iemand ongewenst is binnengestapt tijdens een voorstelling.

38


steeds iets minder fanatiek

KERST SPECIAL

Maxime speelt Lulu, één van de mooiste en uitgesproken vrouwenrollen in de toneelliteratuur. Ik weet niet precies hoe het komt maar Maxime heeft een heel eigen manier van werken ondanks dat ze op dezelfde school heeft gezeten. Het is of reuze irritant of juist bijzonder intrigerend. De totale alles overheersende eigenheid wordt steeds ingewilligd. Op het moment dat je denkt ik weet niet waar dit heen gaat, schiet zij plots tien stappen vooruit want als de verharding verzacht en kwetsbaar wordt als nodig ontstaat er iets wonderschoons met een humorvolle onnavolgbare diepte. Zo’n Lulu heb ik niet eerder gezien. Naast het spelen en uitserveren tijdens de voorstelling maak ik iedere ochtend de toiletten schoon. Samen met Philippe is het dan weer boenen geblazen. Er gaat na een kop koffie een licht opzwepende afspeellijst aan en dan gaan de handen uit de mouwen. Luid meezingend – vaak met oud-Hollandse klassiekers – poetsen we de potten, boenen de keuken en dansen met de stofzuiger door de winkel. We weten zo precies wanneer er waar in de ruimte behoefte is aan extra aandacht wat onderhoud betreft. Als de vaatwasser weer verstopt zit of wanneer de verf van de toiletvloer loslaat vanwege de urine die niet in maar naast de pot terrecht komt of er een oude acteur uit zijn lijstje is gekropen vanwege de condens. En ook leren we op keiharde wijze dat er altijd een prullenbakje op de toilet moet staan zodat de tampons of inlegkruisjes niet achter de pot verstopt hoeven worden. We zien precies aan de hoeveelheid borrelnootjes rond de marmeren tafeltjes waar het de avond ervoor nog lang gezellig is geweest en waar de hand mond coördinatie te wensen over heeft gelaten. Bezoekers zijn van levensbelang. Dankzij hen kunnen wij toneel maken en spelen en daarmee voorzien in ons levensonderhoud en dat is niet vanzelfsprekend als kunstenaar vandaag de dag. Letterlijk staan zij bij ons dan ook centraal, onze gasten. Toch is het voor theatermakers belangrijk om ook door vakgenoten, collega’s en meesters gezien te worden. Liefst door hen die totaal iets anders doen of niets te verliezen hebben en je succes gunnen waardoor je belangeloos een gesprek kunt voeren over waar je mee bezig bent waardoor je jezelf kunt ontwikkelen, groeien. Het is prettig te horen dat je op de goede weg bent. Van binnenuit hebben we dat kompas altijd al van Bart en sinds kort ook van Tom. Maar van buitenaf niet en voor ons is één van de laatste Lulu voorstellingen daarom een mijlpaal want toen zat daar in levende lijve Johan Simons in de zaal.

39


KERST SPECIAL

Met een schitterende lange jas kwam hij binnen en ging samen met Tom en zijn vrienden Alexander en Eva Rinnooy Kan zitten aan het derde tafeltje op de verhoging. Verder weet ik er niks meer van. We hebben na de voorstelling kort met elkaar gesproken. Hij vond het wel wat geloof ik maar wat ik me het meest is bijgebleven van dat gesprek is dat hij vond dat er een foto van Jeroen Willems op ons toilet moest hangen. Voor wie nog nooit bij ons op het toilet is geweest: er hangen daar foto’s van acteurs en actrices die ons voor zijn gegaan en, vaak helaas , niet meer onder ons zijn. We staan in lijn met een grote traditie en die eren wij door ze een permanente plek te geven op onze toiletten. Want het succes van een toneelspeler is op water geschreven, je bent zo goed als je laatste voorstelling en niet veel later ben je vergeten. Grootheden als Ko van Dijk, Ank van der Moer, Han Bentz van den Berg, Joop Admiraal, Paul Steenbergen, Louis Bouwmeester, Jan Lemaire, Esther de Boervan Rijk, Jeroen Willems, Albert van Dalsum en vele anderen. Op school leerden wij velen van hen kennen middels het project ‘Oude Acteurs‘. Het is een project dat nog altijd bij het eerste jaar van de opleiding hoort. We bestuderen fragmenten van voorstellingen gespeeld door deze grootheden. Onderzoeken hoe zij te werk gingen, hoe ze speelden en met welke techniek. Dat kopiëren we: modelleren noemen we dat. We doen het eerst exact na, op de millimeter, en maken het vervolgens van onszelf: personiviseren noemen we dat. Zo leren we via hen en verdiepen we ons tegelijkertijd in de Nederlandse toneelcultuur. Door dit project hebben we onder meer de onmogelijke teksten van Vondel niet alleen leren begrijpen en zeggen maar vooral leren waarderen. Het is een feest van herkenning als Eva Tom in ons derde jaar verleidt voor ons een bewerking van Lucifer te maken. Een hoogtepunt om nu samen met de man door wie wij die teksten hebben leren zeggen en die überhaupt de basis vormt van ons spelen, samen Lucifer mee te spelen. “Wij zweren uwen arm eendrachtig te onderstutten”. Het is maar net wat je erbij denkt natuurlijk. Hoeveel toneelspelers hebben de worsteling met zinnen van Vondel niet al doorstaan? Johan had dus groot gelijk, daar hoort Jeroen Willems bij. Verder herinner ik me niet goed of toen direct is uitgesproken dat we samen wilden werken maar dat moet wederzijds aan alles voelbaar zijn geweest. Het is voor ons in elk geval van groot belang dat hij ons sindsdien ziet en er zelf deel van uitmaakt.

40

meestal enkel geluid


Ontwikkeling aan de wal Zonder publiek geen toneel. En het is een hele uitdaging voor een jong gezelschap om publiek op te bouwen. Zeker in Nederland, waar we een relatief arme toneelcultuur hebben. We worden er over het algemeen niet mee opgevoed en men is in basis niet geïnteresseerd in toneel want wat heb je daar aan? Bovendien worstelt Rotterdam met het vooroordeel dat alleen volkstoneel het hier redt. Repertoire, daar zouden ze hier minder in geïnteresseerd zijn. Zo vanzelfsprekend is het dus niet om toneelvoorstellingen te bezoeken in tegenstelling tot andere landen om ons heen. Aanbod is er zeker wel, genoeg zelfs, dus hoe onderscheid je je als aanbieder zodat de kleine groep vragers naar jou komt of beter nog, er nieuwe vragers bij komen. Het ‘opvoeden‘ – interesse wekken – bij potentieel nieuw publiek en daarmee het creëren van een bredere toneelcultuur in Rotterdam is een grote doelstelling van onze groep. En het kan, want eenmaal een goede ervaring en er ontstaat een duurzame verbinding tussen bezoeker en gezelschap. En ervaringen worden gedeeld in eigen kring en zorgen voor nieuwe bezoekers. Aan ons de taak om iedere ervaring onvergetelijk te maken. Je bent zo goed als je laatste voorstelling, als de laatste ervaring die je teweegbrengt en dat is de beste reclame. De kleine groep vaste bezoekers die we inmiddels hebben en de enthousiaste buren van de ’s-Gravendijkwal – die ons overweldigend hebben ontvangen – zorgen ervoor dat we dit jaar aan die goorste, meest vervuilde straat van Rotterdam een begrip worden. We ontmoeten de familie Bos – die letterlijk vier huizen verder woont – voor het eerst bij de voorstelling Meisjes, de eerste eenakter die we in januari 2016 spelen. Daar is een heel bijzondere en duurzame relatie uit voortgekomen. De familie komt naar elke voorstelling, nemen mensen mee, praten overal en met iedereen over ons, ondersteunen ons overal waar wij vragen hebben. Of het nu gaat om gewoon eens even onafhankelijk over een onderwerp te sparren of als bij ons de suiker op is, ze staan in alles voor ons klaar. Dat is een super warm en welkom gevoel. Het doet er toe wat wij doen, wij zijn belangrijk voor hen en zij voor ons. De ultieme ambassadeurs. Hieronder schrijft Arie Bos over onze vriendschap.

41


De Parel van de Wal In Rotterdam stond de ’s-Gravendijkwal niet bekend als één van de beste straten van de stad. Al dertig jaar woon ik aan deze groteske weg, waaraan zich van alles bevindt: veel verkeer, files met bijbehorende vervuiling, wat bedrijven, hotels, opvanginstellingen, nachtclubs en bordelen, kinderopvangcentra, kroegen en restaurants, smart shops, de gemeentedienst, twee kerkgenootschappen, drugdealers die in snelle zwarte auto’s in de parkeervakken wachten, het Pakistaans religieus centrum en ook bewoners. Een serieuze verkeersader scheidt weerskanten van de weg onverbiddelijk tussen Centrum en Delfshaven. Behalve jazzcafé Dizzy en de stoelen van Dora Dolz had de ’s-Gravendijkwal weinig cultureels te bieden. De straat heeft niet echt een sfeer die bezoekers hiernaartoe lokt, er zijn geen terrasjes, geen mooie etalages, geen galeries. Ondanks dit alles heeft de straat ook mooie panden, opgeknapt en bewoond. Er was over het algemeen weinig leegstand. Op één pand na. Een dubbele begane grond etage die al jaren leegstond. Gescheiden van andere verdiepingen was het als woonhuis vrijwel ongeschikt. Maar wat bleek? Er kwam een theater! Maar een paar deuren verderop! Een theater?? Dat was totaal onverwachts! Hier kwamen immers alleen maar dingen die de bewoners meestal niét wilden, zoals opvanginstelling voor verslaafden of anderen die het minder getroffen hadden in het leven. Maar theater “MOOI WEER & Zo”, wie bedenkt dat nou. En geen idee wie deze mensen zijn; moeten wel idealisten zijn om hier te gaan zitten. Hoelang kan je zoiets volhouden? Ik wist niets van toneel of theater. Was nog nooit bij een voorstelling geweest. Dacht dat het altijd geforceerd artistiek of geforceerd leuk moest zijn, ’t is maar waar je van houdt. Ik kende ook geen theaterwerken. Of wist niets van de grote schrijvers of regisseurs. De eerste keer dat ik bij Mooi Weer & Zo kwam, realiseerde ik me dat dit geen gewoon theater was; er was geen officiële foyer, geen kassa, geen gong in het trappenhuis, geen groot podium met gordijnen. Wel: eten, sfeer, warmte en gezelligheid, in de zaal wordt gegeten, soms verzorgen de acteurs de bediening van de tafels, iedereen doet met alles mee. Binnen een paar minuten voel je je helemaal op je gemak. Bij Mooi Weer & Zo draait het om de goede dingen uit het leven. En zo kwamen we steeds vaker, wilden elk stuk gaan zien. En altijd was er weer een warm welkom. ‘Dag Buurman’ werd vanzelf ‘hé buurman!’.

42


Elke keer als ik bij een stuk aanwezig mocht zijn, voel ik de warme persoonlijkheid van de acteurs en groeide mijn genegenheid voor deze groep energieke mensen. Later kwam er een klein lichtbordje buiten te hangen. Het theater begon echt te worden. Het was zo innemend, zo klein maar met zo’n grote verwachting, zo positief, met tomeloze energie. Deze mensen zijn trots op wat creëren, en vastberaden om het hier te gaan maken. En dat straalde het gezelschap ook uit: Eva Lemaire, de creatieve regisseur die niet bang is elke mogelijke grens van het gangbare te overschrijden. Daar ligt haar uitdaging, in de confrontatie die je als bezoeker ervaart door de tegenstellingen die zij in haar stukken weet te brengen. Tegelijkertijd ook de professionele regisseur die haar acteurs haar strikte wil oplegt. En de gastvrouw die de bezoekers op lachende doch dwingende wijze vertelt dat je nog 5 minuten hebt om te gaan roken of te gaan plassen. Samen met Alexander, vriendelijk maar zeer strikt als dramaturg op de achtergrond, weet zij stukken zo te vormen dat ze je meteen grijpen. Philippe Lemaire, de soms iets onaantastbare, ongrijpbare kracht op de achtergrond, en naast geweldig acteur verantwoordelijk voor alle techniek, stage, decor, interne bouw. Délano, de uitgesprokene, de dynamo, de overheerser, de manipulator. Hij windt iedere bezoeker om zijn vinger met fysieke uitdrukkingen en woordintonaties. Hij is direct naar de toeschouwers, hij daagt ze uit, brengt ze soms in verlegenheid, maakt ze deelgenoot van zijn rol. Daarna kwamen Mexime en Edouard in de vaste kern. Mexime, de altijd verleidelijke maar zachte kwetsbare vrouw, de vragenstelster en tegelijk de uitdaagster, maar altijd de liefdevolle. Edouard, de zoekende, de twijfelende, zijn sterke spel is heel natuurlijk; de beyond-acting-acteur noem ik het zelf, alsof ie soms niet in de gaten heeft dat ie in een stuk zit. Het is een intense chemie tussen Eva en haar acteurs die leiden tot de gedrevenheid, het plezier en het lef van Mooi Weer & Zo. Met weinig decormiddelen ben je volledig op de kwaliteit van de regie en van de acteurs aangewezen. Iedereen moet wel het beste geven, omdat er geen vangnet is van techniek, rekwisieten of van coulissen. Alleen maar het spel zelf. De directheid van de uitvoeringen versterkt de ervaring van de bezoekers omdat je vrijwel midden in het stuk zit. De gehele ruimte vormt het decor en het decor is de ruimte. En elke keer is de staging en het karakter van elk stuk weer compleet anders dan dat je zelf ooit zou kunnen bedenken. Eva durft daarbij risico’s te nemen met soms gewaagde

43


en heftige interpretaties van bekende of minder bekende werken. De acteurs durven risico’s te nemen door soms zeer fysieke uitbarstingen niet te schuwen. Met elkaar kunnen ze vrijwel alles vertolken; de vileine en de onschuldige, de losgeslagene en de dwangmatige, de redelijke en de redeloosheid, de heerser en de verslagene, de ploert en de lover. Twee seizoenen geleden ontstond het idee om de afsluiting van het theaterseizoen met een speciale buitenvoorstelling te doen. Er was een idee om iets op een olieraffinaderij in de Botlek te doen. Grandioos! Maar wel een beetje lastig te regelen. Dus we moesten iets dichter bij huis zoeken. Bij toeval hebben mijn vrouw en ik het geluk een grote tuin te hebben, direct naast Mooi Weer & Zo, in het hart van de stad. Hier zou een fantastisch driedimensionaal decor gebouwd kunnen worden, met drie of vier niveaus, overal in- en uitgangen en een kleedkamer in het souterrain. Met het inmiddels bekende onversaagde enthousiasme is iedereen onder leiding van Eva Lemaire aan het werk gegaan. Het was een experiment wat bijzonder succesvol uitpakte. Met ‘De Feeks’ van Shakespeare was de Mooi Weer & Zo Summer Special een feit. Inmiddels heeft de tweede aflevering plaatsgevonden met ‘Romeo en Julia’, die ondanks het tegenzittende weer door zo’n 400 mensen is bezocht en waarbij wederom groot spel werd afgeleverd. De uitvoeringen van deze stukken waren zeer bijzonder in hun regie. Hiervoor verdient Eva Lemaire een groot applaus als uniek regisseur. Voor mij als buurman is Mooi Weer & Zo na 5 jaar niet meer weg te denken. Een heerlijke uitlaatklep. Een hoogtepunt in de straat. Een hoogtepunt in Delfshaven. Een hoogtepunt in Rotterdam. Wij hebben ‘onze’ geliefde theatergroep in ons hart zitten. We vinden het geweldig om te zien hoe Mooi Weer & Zo door hard werken op eigen kracht steeds succesvoller aan het worden zijn. Het zal niet heel lang meer duren dat ze uit het huidige theater groeien. Dat ze dan weggaan en de ’s-Gravendijkwal weer enigszins desolaat en zonder hart zullen achterlaten. Maar voor mij blijven ze altijd de Parel van de Wal… uitdagend, hartverwarmend, moedig, klein maar groots. Buurman Arie

44


ONTWIKKELING AAN DE WAL

Na Meisjes, spelen we De Vrek van Molière. Het wordt een traditie om in het verjaardagsweekend van Louis en Eva een eenakter te spelen met Louis in een mooie rol. En daarbij maakt Lily het toetje. Meestal griesmeel met bessensap maar het kan ook advocaat zijn of rabarber. In elk geval smullen. Dit jaar regisseert Bart Louis als Harpagon. De zaal zit stampvol en het is elke avond weer een hele uitdaging de mise-en-scènes terug te vinden te midden van het publiek. Daarbij speelt een groot gedeelte van de voorstelling zich af rond het luik (welke toegang biedt tot de voorraadkelder). Nu maken we kennis met een moeilijkheid die zich bij al onze voorstellingen in deze ruimte zal voordoen: de zichtlijnen. Tot nu toe weten we daar toch steeds aardig antwoord op te vinden.

in hartaanvalNiet alles loopt op rolletjes. Dat kan ook niet. Je maakt met elkaar van Thailand

alles mee. De gezondheid van Peter heeft een deuk opgelopen waardoor hij genoodzaakt is zijn leven een andere invulling te geven. Daarom missen we hem vanaf nu en zeker in deze periode. Aan de andere kant draait alles op volle toeren door. Vanwege het harde, snelle en vele werk gunnen we onszelf vaak ook geen tijd om bij andere wezenlijke dingen stil te staan. In de afronding van de voorstelling Koffer – wat al moeizaam verloopt vanwege spelers die op het laatste moment afzeggen – wil Bart bij Peter in de buurt blijven. We zijn veerkrachtig genoeg om dat in goede banen te leiden en toch heeft zoiets zijn weerslag op het werk. Met Koffer wilden we ook iets nieuws uitproberen, andere smaken ontdekken. Letterlijk is dat ook gelukt omdat Pepita, de vrouw van Said, samen met Christine Marokkaanse kip heeft gemaakt om bij deze voorstelling te eten. Said verzorgt ook het theatrale toetje, samen met de wulpse Jorge en draagt hele vooruitstrevende gedichten voor – een contrast met de identiteitsworsteling die tijdens de voorstelling zichtbaar is. Tijdens de kookpot van allerlei eenakters en theatrale toetjes hernemen we – als bakens van rust – drie voorstellingen van het eerste seizoen. Natuurlijk moeten we die alsnog repeteren al we hoeven het ei niet meer te leggen. Louis speelt de acteur in Een Zwanenzang van Tsjechov, en ik de souffleur. In onze vorige ruimte kon ik onverwacht opkomen en om ongeveer zo’n zelfde effect te bereiken verstop ik me tussen de jassen van de garderobe. Dat doe je maar één keer, tussen die geurende vochtige lappen gaan zitten. Het samen spelen met Louis is een avontuur boordevol dierbare verrassingen. We kunnen met elkaar dusdanig opgaan in het spel dat we plotseling niet meer weten waar we staan, vandaan komen en heen gaan. Op die momenten kijk je elkaar aan en overleg je

45


ONTWIKKELING AAN DE WAL

enkel door samen te denken: ‘Zullen we die kant op? Dat is goed, we gaan die kant op.’ Acteren is een kwestie van ontspannen wordt wel eens gezegd. Maar gaat vooral over contact in het moment met elkaar en de omgeving. Dan komt het vertrouwen en dus de ontspanning. Naast Een Zwanenzang spelen we ook De Beer en Lunch uit het eerste seizoen. Voorstellingen die we de rest van ons leven blijven spelen, die als het ware met ons mee groeien. Je ziet ons er letterlijk en figuurlijk ouder in worden. We spelen ze tot nu toe ieder seizoen met regelmaat, de zogenoemde evergreens bij ons of buiten de deur.

of je nu meewerkt of niet

Botsing Scheuren zijn nodig in een samenwerking die langer stand wil houden. Zoals een huis met scheuren mooier is geldt dat voor een samenwerking ook. Onze eerste échte scheur vindt plaats rondom het maken van de voorstelling Freule Julie. Eva, steeds vaker bijgestaan door Alexander als dramaturg, maakt de voorstelling samen met Maxime, Edouard en Patricia. Philippe en ik spelen beiden niet mee en zijn daardoor niet standaard aanwezig tijdens repetities. Het doet er vrij weinig toe hoe of wat, maar plotseling blijkt dat wij er ook niets mee te maken hebben of mogen hebben. Er ontstaan teams: zij die een voorstelling maken en zij die dat op dat moment niet doen. Dat levert andere belangen op en dus conflict. De groep ontwikkelt, de kring met mensen groeit en dat betekent dat we niet meer altijd met elkaar samenwerken aan een voorstelling. Steeds meer zijn we bezig met allerlei andere dagelijkse zaken die komen kijken bij het draaien van een bedrijf. Hoofdzaak voor ons allemaal zijn nog steeds de voorstellingen die wij brengen en daarin is ‘wij’ essentieel. Alles staat ten dienste van de voorstellingen, dat is de kern van de zaak en dus wil je daar iets mee te maken hebben. Bovendien groeit een voorstelling hoe meer er over gediscussieerd wordt met elkaar, zoals een boompje sneller groeit als er meer hondjes tegenaan plassen. Dat is wennen want het werk is persoonlijk en niet privé – die grens is soms moeilijk te herkennen. Omdat dit niet gebeurd is tijdens het werkproces kleeft er een wrange nasmaak aan de voorstelling. Twee jaar later besluiten we Freule Julie te hernemen, te vernieuwen en van die nasmaak af te komen. En dat lukt! De spelers waren in staat om buiten de begane paden te denken en het theatercaféconcept totaal voor zich te laten werken. Het publiek was bij binnenkomst direct onderdeel van het feest van de Freule, cocktails vloeien rijkelijk. Soms moet je durven

46


BOTSING

je scheuren verder open te breken, met alle risico’s van dien, om ‘t huis nog meer karakter te geven. Alexander en Eva hebben in Freule Julie een succesvolle samenwerking gekend die verder ontwikkelt richting de toekomst. Alexander gaat zelfs stukken speciaal voor Mooi Weer & Zo vertalen en bewerken wat de mogelijkheden vergroot.

Stuurlui hét amateurgezelschap van Mooi Weer & Zo Een ander bijzonder onderdeel in de verse geschiedenis van onze groep zijn de amateurs. Want naast zelf maken en spelen proberen wij toneel ook op andere manieren aan de man te brengen, door het over te dragen op anderen die op welk niveau dan ook geïnteresseerd zijn het vak te beoefenen. Gelukkig zijn wij er allen van overtuigd dat bij het beoefenen van toneel door amateurs, studenten of wie dan ook géén andere regels gelden dan voor de professionelen. Hoogstens wordt de lat aangepast. Het is naar mijn mening een misvatting dat toneelspelen leuk is om te doen en persoonlijk heb ik dan ook niks met amateurs die stuurloos aan de lopende band met pruiken op onverstaanbaar voorstellingen spelen op de daarvoor flink gesubsidieerde festivals. Vaak noemen ze zichzelf acteur en hebben ze altijd iets geniaals te melden over voorstellingen die ze zien of collega acteurs die zij zien spelen. Mijn haren gaan overeind staan en dat terwijl ik amateurs juist heel erg belangrijk vind. Ik ben zelf ook als amateur begonnen, wij allemaal. Ik koester hele warme herinneringen aan die periode dankzij een aantal amateur collega’s die heel enthousiast en serieus met mij gewerkt hebben. Ook door de begeleiding en het vertrouwen van regisseurs en theaterdocenten. Maar inmiddels is mij duidelijk dat je kan het ook minder kunt treffen. Het werken met amateurs is begonnen tijdens de theaterweek in Griekenland, daar waar de geschiedenis van het huidige westerse theater begint. Een week lang ben je met een groep mensen op theatervakantie, in een schitterende omgeving en met overweldigende verzorging en maaltijden van Louis en Christine. De eerste keer dat deze oorspronkelijke week werd georganiseerd was ik daar niet bij, maar een aantal maanden later tijdens de tweede editie in oktober wél. Daar was ik plotseling samen met mijn collega’s intensief bezig met de ontwikkeling van mensen in plaats van met een voorstelling. Het was voor mij een openbaring dat iemand in een week tijd een enorme persoonlijke groei doormaakt.

47


STUURLUI

Mede doordat het tegen de verwachting in de hele week stroomde van de regen lag de focus volledig op spelen. Jasmijn, een van de cursisten, vond het allemaal leuk en aardig maar vroeg zich na afloop hardop af hoe dat nu verder moest eenmaal terug in Nederland. Op iedere vraag is een antwoord, dus besloten we een aantal maanden later in ons theater een aantal weken iedere woensdagavond samen te komen en verder te werken. We starten met een volle groep, de (nu legendarische) Amateur pilot en het werd al snel duidelijk dat daaruit een groep zou voorspruiten: Stuurlui, hĂŠt amateurgezelschap van Mooi Weer & Zo. Het jaar daarop komen we het hele seizoen op woensdagen samen en maken we voor het eerst een voorstelling die eind mei speelt in het theatercafĂŠ. Maar de intrede van Stuurlui betekent veel meer voor onze groep. Daarover schreef ik in de evaluatie van het eerste productiejaar het volgende:

48


Beste Jasmijn, Delisa, Marja, Arjan, Leander, Cahit, Han, Marina, Eva, Yvonne, Anouk en Bente Vandaag kijken we terug op het eerste jaar ‘Stuurlui’, onderdeel van theaterbedrijf Mooi Weer & Zo. Mooi Weer & Zo is een jong bedrijf dat zich (in rap tempo) ontwikkelt met vallen en opstaan. Sinds de start van Twee maanden Mooi Weer & Zo in begin 2015 zijn er naast het maken en spelen met een eigen ensemble veel verschillende activiteiten bij gekomen. Zo ook Stuurlui; het amateurgezelschap. Ontstaan vanuit een andere ‘neven’ activiteit: de Theaterweek in Griekenland waar de ijverige Jasmijn zich na afloop hardop afvroeg ‘hoe nu verder?’. Het was voor mij verrassend om te zien dat iemand die niet de ambitie heeft acteur te worden, toch op datzelfde niveau, bezig wil zijn met het vak acteren. En met resultaat. Ik ben er sinds mijn eerste jaar aan de toneelschool van overtuigd dat toneel een verrijking is voor iedereen die er mee in aanraking komt in een zaal en ook groot voorstander van rijk en divers cultureel aanbod op scholen sinds ik ben begonnen met lesgeven. Maar dat het in de ontwikkeling van ‘zijn’, voor ieder mens van welke leeftijd dan ook met welke ambitie dan ook, zo’n grote waarde kan hebben had ik tot dan toe nog niet bedacht. Net zoals wij allemaal in ontwikkeling zijn (ik als jonge acteur, Mooi Weer & Zo als bedrijf) is Stuurlui dat ook. In Rotterdam zijn we gewend te doen, te proberen en op die manier uit te vinden wat we eigenlijk precies doen. Daarna gaan we het ergens over hebben en verfijnen, verbeteren. Het lijkt verdomd veel op het maken van een voorstelling. Ik vind Stuurlui het afgelopen jaar, en dan bedoel ik niet het idee maar jullie allen privé, stuk voor stuk onmisbaar en van onschatbare waarde geweest voor ons bedrijf. Met jullie aanwezigheid is Mooi Weer & Zo gegroeid. Jullie zijn fan geworden, hebben je netwerk actief voor ons ingezet en niet te vergeten jezelf ingezet als vrijwilliger of als aannemer. Jullie hebben letterlijk geld verdiend en geld gekost voor Mooi Weer & Zo en dat is zeer waardevol. Jullie zijn daarmee veel meer dan de amateurclub Stuurlui, jullie zijn Mooi Weer. Wij staan op gelijk niveau. Jullie hebben ons en elkaar dit jaar in je hart gesloten, en Mooi Weer & Zo heeft jullie in haar hart gesloten. Jullie zijn er altijd bij, jullie zijn onderdeel van onze geschiedenis.

49


Een acteur is in feite gedragsdeskundige; dagelijks zijn wij bezig met het bestuderen, modelleren en uitvergroten van opvallend gedrag. Het kan heel waardevol zijn voor iedereen om daarmee bezig te zijn. Het maakt het leven zoveel makkelijker als je kan sturen op je eigen gedrag. En natuurlijk moeten we dat vrij en met humor kunnen beoefenen willen we tot een gewenst en geloofwaardig resultaat komen. Voordat we op die manier kunnen werken moeten we elkaar vertrouwen. Het is wennen omdat ons werk zich op de grens van ons privé bevindt, we hebben geen piano: het eigen lichaam en geluid is het instrument. Dat betekent dat het gevaar bestaat dat feedback privé op gevangen wordt en dat terwijl je onwijs je best staat te doen. Toneelspelen is niet écht, dat is het hele idee, dus we mogen daar ook nooit echte fysieke of mentale pijn aan over houden. Op het toneel moeten we elkaar uitmaken voor rotte vis, vechten, vermoorden, zoenen en weet ik wat voor fantasievolle smerig opwindende dingen doen in de wetenschap dat het veilig is en nooit écht. Alles wat ik zeg of doe is in het belang van jullie ontwikkeling als spelers. Privé kunnen jullie bij mij niet stuk. Ik hoop dat vertrouwen wederzijds te mogen ontvangen. Acteren is persoonlijk en geloofwaardig, nooit privé. Wat dat eerste betreft, het vak, daar valt veel winst te halen en dat blijf ik graag onomwonden mede delen. Het repetitieproces van ons eerste jaar was zoals ieder repetitieproces hoort te zijn, chaotisch. Het is levend werk, met veel verschillende mensen. Daarin hebben we veel gedaan, geprobeerd en gevonden. Ook weer weggegooid en opnieuw gezocht. Ik ben een acteur, die enkel kan reageren op wat hij in het moment ziet. Dat is soms lastig en vervelend, want eerder gevonden dingen werken een week later plotseling niet meer. Daarbij heb ik te lang geprobeerd iedereen een gelijk aandeel te geven, wat zelfs uiteindelijk toch aardig gelukt is. Vanaf het moment dat we besloten een voorstelling te maken en minder focus te hebben op persoonlijke ontwikkeling ging dat beter. Dat neemt niet weg dat ik die persoonlijke groei binnen het repeteren wél bij een aantal mensen gemist heb. Helaas was daar geen tijd voor. Het spelen van de voorstelling is een ander proces en daar heeft iedereen zich absoluut wél in ontwikkeld.

50


Arjan, Stuurlui en vrijwilliger bij Mooi Weer & Zo schrijft het volgende: Emoties. Als ik Mooi Weer & Zo in één woord zou willen vangen is het “emoties”. Mijn eerste emotie was afgunst. Ik “moest” mee naar een voorstelling van deze groep. Omdat de ruimte vol zat met mensen die ooit iets met “hofplein” hadden en iedereen zo lief tegen elkaar deed, voelde ik me niet verbonden. Dat theatrale vond ik nep, confronterend en arrogant. Vandaag de dag is daar alleen het woord confronterend van overgebleven. Mooi Weer & Zo is voor mij de plek waar het voor de bezoekers mogelijk is jezelf te confronteren met zoveel mogelijk emoties. Het probleem emotie is dat als ik hem voel, ik inlever op de controle in hoe ik mezelf presenteer naar buiten. En dat is lastig als je veel waarde hecht aan wat mensen van je vinden. Gevolg is dat ik vol zit met trucjes en vluchtwegen om confrontaties te omzeilen. Afgunst is er daar een van. Die kwam maar verdween toen mij duidelijk werd hoe onvoorwaardelijk het gezelschap met het vak toneel bezig is. Allereerst zag ik dat tijdens de voorstelling omdat de kwaliteit hoger was dan ik had verwacht, maar ik zag het daarna vooral in werkelijk alles er omheen. Ik zag het in hun toewijding tijdens mijn 1e theatervakantie in Griekenland. Hoe jaloersmakend goed ze zijn in het lezen van menselijke karakters en dus hun cursisten en was gecharmeerd van de persoonlijke aanpak en de interesse in ons. Ik leerde al snel van ze welke trucjes ik gebruik om de mooiste variant van mezelf te laten zien. De persoon waar geen van hun in geïnteresseerd was. Ik voelde hoe wezenlijk acteren is door de afkeer die je van jezelf hebt, als je je schaamt in wat je laat zien. Dat niemand jouw gestuurde emotie geloofd als je hem zelf niet geloofd en dat dat iets is wat je moet durven. Ik leerde hoe moeilijk het is emoties te sturen en dat ik me juist laat sturen door emoties en besefte hoe vakkundig het sturen van emoties is en hoe onvoorwaardelijk overtuigd en compromisloos toneelspelen is. Mooi Weer & Zo heeft me geleerd dat er niks meer is dan je eigen emotie. Dat het de kern is van wie je bent en in hoe je bent naar jezelf en anderen. Dat die emotie getoond mag worden. Dankzij Mooi Weer & Zo durf ik mij te laten zien en zodoende weet ik zelf ook wie ik is. Ze hebben mij het geloof gegeven dat emoties laten zien bijdraagt aan een mooiere wereld. Dat uit hun werk en inspanningen mensen voortkomen die naar zichzelf durven kijken. Mensen die zichzelf niet spelen, maar zijn.

51


De onmisbare vrijwilligers

hakt Mét de onvermoeibare Marry die snijdt, voor ons. naait, grimt, kapt, plakt en bakt

Naast dat Stuurlui een baken van vrijwilligers vormen zijn er nog een aantal mensen waar we al heel snel niet meer zonder kunnen. Waar we in de eerste winkel nog geregeld vrijwillige kassahulp krijgen van Coby of Marijke zijn er sinds de overgang naar de nieuwe winkel Yara en Floor die achter de bar staan en de kassa verzorgen. Voor geen enkele verantwoordelijkheid draaien ze hun hand om. Ze groeien letterlijk met ons mee en zijn er altijd. Daarmee vormen ze uiteindelijk de betrouwbare basis van iedere voorstellingsavond. Zoiets sluipt er in en als één van de twee er plots niet is, is er meteen iets vreemds aan de hand. Zij maken meer en meer het succes van een voorstelling mede mogelijk. Christine kookt nog altijd bij alle voorstellingen en met de groeiende bezoekersaantallen formeert zich langzaam een vrijwillige kookgroep om haar heen welke later de naam ‘Hak-en-snij-club’ zal dragen. Het is begonnen met de directe buren uit de flat en inmiddels uitgegroeid tot leden afkomstig uit verschillende wijken van Rotterdam. En op andere gebieden is het tijdens de ontwikkeling van Mooi Weer & Zo van groot belang geweest dat we een aantal prominenten in de buurt hadden waartoe we ons konden verhouden. In de eerste plaats op artistiek vlak, waardoor een soort visie- en kwaliteitsbewaking ontstaat en later ook op zakelijk en organisatorisch vlak. Gaandeweg is dat aantal prominente injecties gegroeid en daarmee wij allemaal. Het is een opgave om alle (op goodwill gebaseerde) adviezen te omarmen en tegelijkertijd je eigen visie niet uit het oog te verliezen. Dat wat je kunt gebruiken neem je mee, en zonder ondankbaar over te komen leg je andere adviezen naast je neer. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan: zeg maar eens nee tegen je grootmeesters. Hoe dan ook, deze mensen zorgen voor een zekere rust vanwege hun vertrouwen in de groep. Naast de al genoemde prominenten, welke op primair niveau onderdeel zijn van de groep, zijn er nog een aantal belangrijke pilaren bijgekomen. Inmiddels zijn we er om te blijven en dat betekent dat we aan steeds meer dingen officieel moeten voldoen. Er wordt een Raad van Toezicht geformeerd die ons kan begeleiden in de zoektocht naar het structureren van wie en wat we zijn, een soort geleidelijke professionalisering en die waar nodig kan adviseren of simpelweg met ons kan sparren over bepaalde onderwerpen. Aan de hand van de altijd geduldige voorzitter

52


Waarom zo moe am, dat izgaelu l...

Hans doen we dat stapje voor stapje, en dat moet ook. Het structureren van levend werk stuit op weerstand want het kan een dodelijke uitwerking hebben. Vaak denk ik bij mezelf; we maken toch gewoon voorstellingen met elkaar voor een publiek over iets dat wij noodzakelijk vinden te vertellen of te laten zien. En dat is zo én het werkt en daarom willen we daar graag nog lang mee doorgaan, verder ontwikkelen met elkaar, het publiek en in Rotterdam. Verdomd, dan moeten we dus ineens verder kijken dan de hectiek van vandaag en over van alles nadenken, toekomstplannen maken, subsidieaanvragen schrijven vanuit een bepaalde insteek, netwerken, begrotingen samenstellen en controleren, brandveiligheidsplannen op orde hebben en weet ik het allemaal. Je ziet geregeld door de bomen het bos niet meer. En niet enkel vanuit zo’n officieel orgaan worden we gesteund want onze toegewijde buurman Arie brengt ons in contact met allerlei verscheidene mensen die ons op diverse vlakken inzichten kunnen geven en bereid zijn om hun eigen netwerk voor ons in te zetten. Zo ontmoeten we Dick die ons sindsdien voorziet van financiële adviezen en ons helpt de ANBI status te bemachtigen waardoor mensen die Mooi Weer een warm hard toedragen voordelig geld kunnen doneren. En het is maar goed ook dat Dick precies op dat moment in mijn leven kwam want niet veel later wil de belastingdienst mijn persoonlijke administratie controleren. Helemaal in de stress – ook al heb ik niets te verbergen maar ik ben als de dood dat ik iets verkeerd heb gedaan – helpt Dick me uit de brand. Als acteur ben je een eigen bedrijf, je houdt dus zelf administratie bij en moet daarbij aan bepaalde verplichtingen voldoen. Reuze spannend als je daar in basis geen talent voor hebt én niet in bent opgeleid want op school heb ik enkel leren spelen. In feite zou ondernemerschap een vast lesonderdeel moeten zijn op iedere kunstvakopleiding. Gelukkig is het met mij dankzij Dick allemaal goed gekomen.

53


Voor iedereen Toneelvakschool Rotterdam die pols heeft In 2016 is er voor iedereen met een niet aflatende behoefte acteur te worden géén volwaardige toneelopleiding in Rotterdam. Dat gegeven, in combinatie met onze ambitie cultuur te bouwen en de behoefte ons vak – onze werkwijze en mentaliteit – door te geven maakt dat we besluiten een vakopleiding te stichten. Samen met onze voormalige docenten, inmiddels trouwe vrienden en collega’s Bart en Peter, en Marijke bedenken we hoe de opleiding eruit zou moeten zien inhoudelijk maar ook letterlijk: het gebouw. Toneelspelen is een vak en iedereen – die wil – kan dat leren. Dat willen is een niet te onderschatten competentie en in de huidige tijd misschien wel belangrijker dan talent want het is steng af te raden om het vak in te gaan. Er is amper werkgelegenheid mede door het cultuurarme beleid van de Nederlandse politiek. Halbe Zijlstra heeft echt zijn best gedaan om ons de nek om te draaien en dat kan je iemand die niets van Kunst begrijpt niet eens kwalijk nemen. Zo’n gevoelloze huls deze portefeuille te geven is wat mij betreft wél een kwalijke fout. Ook VVD minister Wiebes van Economische Zaken sprak tijdens een aflevering zomergasten ook de woorden concertgebouw en hobby op legendarisch gelijkwaardige wijze uit. Zolang dit soort botte bijlen het in Den Haag voor het zeggen hebben zie ik de toekomst somber tegemoet. Niet eens zozeer vanwege het uitblijven van steun voor Kunst en Cultuur vanuit het Rijk, maar meer om het uiteindelijke effect daarvan. Wat moet er van onze samenleving terecht komen zonder belangrijke plek voor kunst? Ik heb daar radicale, digitale, contactloze en vastgeroeste nachtmerries over. Enfin, als je in staat bent je daardoor niet te laten demotiveren én hard te werken en eigen werk te creëren kom je een heel eind en zal die armoede op cultureel gebied geen kans krijgen. Het vakmatige van ons werk leer je in het eerste jaar van de opleiding, je kunt het vergelijken met een gereedschapskist. De acteur is de kist, die gedurende de eerste weken op school steeds meer tools krijgt. Daarmee moet je uiteindelijk een kast in elkaar zetten = een rolfiguur vormgeven en een voorstelling spelen. Zo’n kast bouwen moet je leren, dat vergt oefening, frustratie, vallen en opstaan. Uiteindelijk gaat het misschien sneller, maar makkelijk is het nooit. Iedere keer weer moet je een kast bouwen, steeds weer net een andere – met net andere schroefjes. Toneelspelen is doen, leren door te doen, praktijk. Ook de vergelijking: met een rijbewijs kun je nog niet direct rijden gaat op, daarom moeten de studenten van onze school direct spelen, eerst op school en al snel naar

54


buiten om kilometers te maken. De samenwerking tussen Mooi Weer & Zo en de school biedt studenten de mogelijkheid om direct praktijkervaring op doen. Samen met de minstens zo belangrijke competentie cultureel ondernemen moet dat ervoor zorgen dat de studenten na vier jaar hun eigen boontjes kunnen doppen.

uniek

Dus daar gaan we weer, in de zomer van 2016 pakken Philippe en ik de handschoen op en bouwen vanaf nul en met hulp van vele vrijwilligers de Toneelvakschool Rotterdam aan de Pupillenstraat 60. Marijke reist stad en land af om de inboedel te organiseren, Conny regelt een piano, Jani geeft van koffieapparaat tot gordijnstof en Marian maakt er schitterende gordijnen van. En – eerlijk is eerlijk – de aannemer die de verwarming zou maken en ons daar uiteindelijk mee laat zitten waardoor we de eerste winter in de vrieskou zitten schenkt wél een werkende koelkast.

55


Ik kwam binnen in een ruimte aan de Admiraal de Ruyterweg. Rowan en Sofie speelden een ‘theatraal toetje’ in ‘theatercafé Mooi Weer & Zo’. Ik had geen idee maar was die avond vrij en ging graag naar Rowan en Sofie kijken. Bij binnenkomst werd ik ontvangen door Eva. Er was eten en drinken, ze speelden eerst een voorstelling en daarna – na het eten van een toetje gemaakt door Louis – speelden Rowan en Sofie. Een avondvullend programma dus. Ik studeerde Vastgoed en Makelaardij en ging nooit naar het theater, alleen als mijn broer Rowan daar toevallig moest spelen. Shakespeare kende ik alleen van naam en Tsjechov zei me niks. Nu, vier jaar later, heb ik twee seizoenen en een pilot met Stuurlui (dé amateur groep van MW&Zo) gespeeld, ben ik naar Griekenland geweest en zit ik in het tweede jaar van de Toneel Vakschool Rotterdam. Ik heb meegespeelt in de voorstelling Koffer (een voorstelling die liever vergeten dan herinnerd wordt maar die voor mij mijn eerste speel ervaring is), meegespeeld in de Bacchanten met mijn klas, ik ben via Rowan nauw betrokken geweest bij het maakproces van Zieke Jeugd en ik heb voorafgaand aan de voorstelling Pensioen meegedanst op het Oktoberfeest met Jip. Ook heb ik in meerdere toetjes mee mogen spelen, waaronder de rokjesact en met Jip een theatraal toetje waarin zij een kip en ik een luiaard speel. En bovenal heb ik bijna alle voorstellingen gezien, een aantal zelfs meerdere keren. In Mooi Weer & Zo heb ik een leermeester gevonden. Zij hebben mij de ruimte te geven om een kijkje in hun keuken te nemen. Een groep mensen die op elke vraag die ik had een antwoord bedachten. In hun huis heeft toneel mij voor het eerst bewogen, heb ik voor het eerst op het toneel gestaan, en heb ik mogen proeven wat het betekent om toneelspeler te zijn. Daar ben ik dankbaar voor. Mooi Weer & Zo is een groep mensen die vanuit niets, iets op hebben gebouwd. Die samen een huis hebben gebouwd met als fundament liefde voor theater. Daarbij zijn ze ook in staat om die “liefde” over te dragen op anderen, het doorgeven van hun vak middels de school die ze ook nog uit de grond gestampt hebben. Daar waar je zou denken dat klassiek toneel uitgestorven is blaast Mooi Weer er leven in. De daadkracht en durf die inspireert me.

56


Wat heb ik allemaal van ze geleerd? Heb durf, de wereld van mogelijkheden is onbegrensd, stel je open, wees in het nu, heb noodzaak, (het is) nooit te veel, aanbod doe je op drie manieren, heb humor, heb fantasie, ga flink uit de bocht, verander, drink een borrel, toneel is op water geschreven en je bent zo goed als je laatste voorstelling. Wat ik ze gun? Tijd. Elke week een andere voorstelling, repeteren voordat de voorstelling ervoor in premiere is gegaan, steeds weer de ruimte veranderen, boodschappen doen, de kroeg in, koken, lesgeven, verbouwen, subsidieaanvragen tekst leren is veel. Afstand doen van het ‘festival’ is een begrijpelijke keuze. Hierdoor mag een voorstelling iets langer dan drie dagen bestaan, en is er tijd om hem in te spelen. Ik zou het ze gunnen dat de ruimte die ze hiermee aan zichzelf geven nog groter wordt. In een hele korte tijd heb ik me stevig aan dit gezelschap verbonden. Heb ik ontzettend van ze geleerd, zowel over het vak als over mezelf. Wat de toekomst verder brengt weet ik niet. Wat ik wel weet is dat er niks mooier is dan het nu en dat heb ik van hen geleerd. Leander, tweedejaars student Toneel Vanschool Rotterdam

57


Imperium Na twee jaar samenwerken hebben we dus een gezelschap, een theatercafé, een school, een amateurgezelschap, cursussen en theaterweken in Griekenland. Het is schipperen met aandacht en we lopen geregeld op ons tandvlees want we komen handjes tekort. Bovendien willen we overal zelf de kwaliteit bewaken en het is daarom lastig iets uit handen te geven. Gelukkig voelen meerdere mensen zich verantwoordelijk voor van alles, maar dat maakt het ook omslachtig omdat bijna ieder ‘wisse wasje’ langs iedereen moet, we lijken soms wel een roestig bureaucratisch bedrijf dat al jaren draait. En als je dan besloten hebt iets wél uit handen te geven is het alsnog moeilijk geconfronteerd te worden met een keuze waar je voor je gevoel dan niets mee te maken hebt gehad. Bovendien wordt het steeds onduidelijker wie nu eigenlijk waar verantwoordelijk voor is en waarom. Er ontstaan conflictjes en tegenstrijdige belangen en er is geen ruimte om even afstand te nemen. We raken ingezogen in de waan van de dag en zijn niet in staat (meer) om sturing te geven aan de sneltrein die we zelf gecreëerd hebben. Puntje bij paaltje zijn we allemaal creatievelingen met geen enkele logische visie en met gebrek aan passie voor bijvoorbeeld de horeca, zakelijk beleid of marketing. We lijken passagiers geworden van die sneltrein, slaven van ons eigen idee. Mede daarom hebben Philippe en ik dit jaar een seizoenkaart van Sparta Rotterdam genomen en zodoende proberen we elke thuiswedstijd naar het Kasteel te gaan. Hierdoor kunnen we even afstand nemen van ons werk en onderdompelen in een totaal andere wereld met hele primaire belangen. Op de tribune hebben we vaste plaatsen en dus zien we twee wekelijks ook steevast dezelfde medesupporters om ons heen. Het ontwikkelt zich tot een informeel samenzijn waarbij we in alle vrijheid bepaalde onderwerpen aangaande Mooi Weer & Zo kunnen bespreken of juist helemaal niet. Het blijkt een spannend voetbalseizoen waarin we de halve finale van de beker halen en ons op de laatste speeldag veilig spelen. Voorafgaand aan het derde seizoen – waarin we in zes maanden tijd drie grote producties maken en spelen gevolgd door het inmiddels vertrouwde drie maanden Mooi Weer festival waarbij we elke week een nieuw eenakter spelen – werkt Eva als regieassistent van Johan aan de voorstelling Die Fremden welke eind augustus speelt op de Ruhrtriennale in Bochum. Eva kent Johan sinds ze tijdens haar opleiding aan de Toneelacademie stage bij hem liep.

58


We gaan met z’n allen deze voorstelling bezoeken, de auto van Marcel en Ineke zit bomvol. Hiermee is het eerste bedrijfsuitje een feit. Het wordt voor mij bovendien een historische avond want hier ontmoet ik Elsie voor het eerst écht. Uiteraard heb ik haar al vaker gezien maar nu komt ze bij ons aan tafel zitten en hebben we zowaar een gesprek – proberen – te voeren. Ik heb niets noemenswaardig kunnen zeggen die avond. Wat moet je zeggen tegen iemand die jouw heldin is én steengoed én waar je dus verliefd op bent én die ook nog eens net gespeeld heeft. Dankuwel… ga daar maar aan staan. Op de een of andere manier is het wel gelukt om haar voor, tijdens of na het gesprek uit te nodigen voor Feeks - de voorstelling waar wij ons derde seizoen mee openen – en ze zei dat ze komt kijken… wauw. Het is moeilijk te duiden waarom iets of iemand goed is. Want goed is goed, punt. Daar kun je lang of kort over praten maar dat voel je. Je kunt wel gaan ontcijferen en beargumenteren waarom maar dat is in feite zonde en onnodig. Als iets niet goed is, of net niet, dan kun je er honderduit over praten en discussiëren met elkaar. En als er verschillende opvattingen over een voorstelling zijn kan dat. Maar écht goed is goed. Uitgepraat. Dat geldt ook tijdens het maakproces want het begint nooit goed, eerste keuzes zijn vaak de meest oninteressantste. We hebben juist veel gesprek nodig, positief kritisch en dan expiriment en probeersels omdat we allemaal streven naar dat moment van pats boem – goed – punt. Soms ineens is het er, dat voel je als je zit te kijken, dan zie je acteurs door de ruimte vliegen. Dat kun je niet opschrijven. Een van de eerste keren dat ik Elsie zag spelen was in de Rotterdamse Schouwburg, de voorstelling heette iets in de trant van ‘kinderen van de zon’, een coproductie van NT Gent en Toneelgroep Amsterdam. Van die voorstelling is me niet veel bijgebleven behalve dat mijn aandacht steeds ging naar een jonge vrouw, die trok me geheel naar zich toe. Ik werd meteen verliefd en achteraf bleek – ik had het geenszins door – dat Elsie die rol speelde terwijl zij – met alle respect – toch echt iets ouder is dan de leeftijd die ik me bij de jonge dame had voorgesteld. Na Opening Night was ik echt verkocht, en zou ik er alles voor over hebben om samen met Elsie de wereld over te gaan en nooit meer terug te komen. Zo erg is het. Ze kan alles. Buitencatogorie. En dan: ze loopt er niet mee te koop, is een heel nuchter fijn mens en dat maakt haar uniek. Elsie is steengoed, punt.

59


Repertoire In de keuze van stukken wordt steeds duidelijker dat repertoire het vertrekpunt is. Het derde seizoen – wat voor het eerst op een volwaardig theaterseizoen gaat lijken – openen we met Feeks van Shakespeare en voor ons bewerkt door Tom, gevolgd door Zieke Jeugd van Buchner en Peer Gynt van Ibsen. Iedere voorstelling spelen we een maand. Het vorige seizoen is geëindigd eind maart. Er heeft dus een flinke tijd tussen gezeten als we in september beginnen aan de repetities voor Feeks. De eerste repetitie na een stop is spannend. Alsof je opnieuw moet beginnen. Ik moet wakker worden en (speel) conditie opbouwen. Deels is het ook opnieuw beginnen. Je reputatie als acteur is op water geschreven. Dat de vorige voorstelling grandioos was en wat je speelde virtuoos is men vergeten, je succes is verwaterd. Je bent zo goed als je laatste voorstelling, en elke keer wil je verbeteren maar als je laatste voorstelling een tijdje terug is vergeet je hoe het ook al weer ging. Tenminste, ik heb dat. Mijn geheugen en spiergeheugen zijn beperkt merk ik nu al. Niet alleen vanwege de hoeveelheid voorstellingen die wij in korte tijd maken en spelen. Ik vergeet zoals ik vroeger op school topografie leerde of werkwoorden Engels, een tien haalde en er twee weken later geen enkel idee meer van had. Dat is ook schitterend aan ons werk. Je moet blijven trainen, onderhouden en wedstrijden spelen zoals een topsporter. Kilometers maken. Alleen daardoor blijf je bestaan. Doe je dat niet, houdt het op, staat het stil en gaat het uiteindelijk dood. Acteren is ook letterlijk onderhevig aan sterven in tegenstelling tot andere kunstvormen. Zoals ik nu speel, kan ik morgen exact dezelfde voorstelling niet meer spelen want ik ben ouder, er is tijd voorbij gegaan. Een schilderij of film blijft wat het is. Maar een voorstelling niet, die leeft want de acteurs leven en worden met de seconde ouder. Goed hé? Maar goed, als ik een tijd niet gespeeld heb word ik gek. Alsof ik het niet meer kan. Tijdens de repetities van Feeks is het hard werken geblazen voor mij om er weer in te komen, en ik neem tijdens dit proces ook het besluit er niet meer uit te raken. Nu wil ik niet beweren dat je alleen maar moet spelen – pauzes of enige tijd afstand zijn ook gezond en verrijkend – maar ik denk dat je er wel mee bezig moet zijn om je instrument te voeden en te verzorgen.

60


touwtje heeft er nog twee jaar aangehangen

REPERTOIRE

Vlak voor aanvang van de eerste Feeks, komt het Lulu trauma bovendrijven van de man die tijdens de voorstelling plotseling het theatercafé binnen wilde komen. Dennis – die opkomt aan de kant van de buitendeur – bindt mijn voordeursleutels samen met een oranje lintje en draait het slot dicht als de voorstelling begint. We spreken sindsdien altijd af wie er sleuteldienst heeft.

Nieuwe vorm Met Zieke Jeugd is er bijna een heel nieuwe manier van beleven gecreëerd, in elk geval nieuw in ons theatercafé. Je volgt niet een bepaald rolfiguur van a naar b, maar ervaart bepaalde sferen door een spelsituatie, bijgezet door muziek of geluid die bij publiek het gevoel teweeg brengt van ontspanning of juist benauwend. Ik vond het heel bijzonder om dat zo te ervaren: zeg maar gers. De verzorgdheid en precisie waarmee de spelers en Rowan de voorstelling uitvoerden was verheugend om te zien. Achteraf blijkt dat de zoektocht niet makkelijk is geweest. Ieder proces kent zijn hobbels maar als het effect er is – en dat kun je niet eens zelf zien, want als je meewerkt zit je ingezogen – is het blijkbaar nodig geweest. In Zieke Jeugd speelt Yara voor het eerst mee in een voorstelling bij Mooi Weer & Zo. Die ontpopt zich nu ook als speler, zet daarin stappen bij ons. Dat is iets heel moois maar ook een hele verantwoording als groep zijnde. Een grove ongeslepen briljant daar moet je niet de verkeerde stukjes afslijpen. Bovendien is het überhaupt een interessante vraag: wie spelen er allemaal mee bij ons en waarom? Naast een aantal spelers die als vanzelfsprekend meewerken – waaronder ik – committeert Sofie Habets zich aan Mooi Weer, in de zin dat zij met ons wil werken om zo samen te ontwikkelen. Rowan komt uit een hele andere hoek en heeft dat veel minder, maar vindt het wel tof om een project te doen en daarin met elkaar te onderzoeken wat mogelijk is. Yara groeit bij ons op evenals haar kleinere zus Sofie. Lisa speelt mee in de Feeks en wil graag spelen maar vooral ook geld verdienen door haar opleiding tot verzorger af te maken. Carl en Dennis hebben hun eigen collectief en willen in bepaalde periodes juist graag meewerken. Patricia wil van allerlei dingen proberen en daarvan zijn wij er één.

61


Het wordt nu dus steeds belangrijker om te peilen wie er op welke manier in staat, en te blijven communiceren met elkaar zodat zowel de groep als het individu er wat uit haalt. Onze artistieke verantwoordelijkheid groeit steeds verder dan onszelf of een voorstelling. Het reikt verder dan dat, het gaat zelfs over een ander. Het is lastig om daar op het juiste moment mee bezig te zijn zonder jezelf uit het oog te verliezen. Iedereen tevreden houden wordt lastiger en dat doet zeer.

Kerstspecial 2016 Toen ik in september 2008 begon met mijn studie aan de Acteerschool Rotterdam speelden we na zes weken direct onze eerste voorstelling: Peer Gynt. Geen enkel benul van spelen, enkel vers ingeslepen acteertechniek aangeleerd door Bart vormden de basis van de voorstelling en kwamen we erachter dat het beoefende, getrainde – wat wij ook wel drillen noemen – er ook bij een échte voorstellingssituatie uit komt. Want uiteindelijk moet je op de vloer – met wedstrijdspanning – staande blijven. Het is dus een groot feest om zoveel jaar later met dezelfde mensen en een totaal andere insteek Peer Gynt te gaan maken. Nu kunnen we op een heel andere manier nadenken over de voorstelling en verder kijken dan de eigen worsteling; de zoektocht naar het spelen – hoewel dat puntje bij paaltje onveranderd blijft. Zoals we gewend zijn kennen we een chaotisch maakproces met te weinig repetities. Er moet ook geld verdiend worden, dus de tijd is beperkt. We verdienen met het repeteren niks. Bart heeft, zoals we kennen, dezelfde ideeën over de stukken die hij al eens gemaakt heeft. In basis verandert er in feite niets tot dat we er met elkaar over in gesprek raken en uitwisselen. Dan wordt het juist héél erg anders en ontstaan er nieuwe vormen. Zo zijn er voor onze versie van Peer Gynt ook verschillende ideeën langs gekomen. Wat uit al die geniale en vreselijke plannen van ons vooral bleef plakken bij Philippe was qua toneelbeeld de Rotterdamse haven waar Peer Gynt dan zou moeten zwerven. Dat in combinatie met het feit dat ieder bedrijf zich in het stuk op een totaal andere locatie afspeelt – o.a. van grot, gekkenhuis, woestijn tot boot – maakt dat wij besloten op zoek te gaan naar netten. Daar zou van alles mee mogelijk moeten zijn.

62


KERST SPECIAL 2016

een alternatieve bouwmarkt nabij de Keileweg, prachtplek overigens

Bart was in eerste instantie huiverig, zeker omdat die zoektocht nog meer repetitietijd zou kosten en dat hadden we al niet. Bovendien kende Philippe nog geen letter tekst uit z’n hoofd. Op de een of andere mysterieuze manier raken we steeds meer overtuigd van ons idee: we moeten netten hebben. En alsof het zo moet zijn vinden we de netten niet veel later bij Buurman. Met een enorme lading netten en wat oude scheepskatrollen – die vonden we gewoon mooi – komen we in de winkel aan. De hele avond hebben Philippe en ik vervolgens de rotzooi uit de netten geknipt, ze opgehangen en er allerlei vormen mee gemaakt in de ruimte. Prachtig mooi, maar er kon natuurlijk niemand meer zitten. Toen kwamen we op het idee met de netten een wand te creëren waar we zo mogelijk achter konden en liefst ook in klimmen. Daarvoor moesten we dan wel weer speciale wandklemmen aanschaffen en monteren. Die bestellen we de volgende dag meteen en monteren ze op een zondagochtend voordat we naar de wedstrijd Sparta – Roda JC (dan een volwaardig eredivisie affiche) gaan. Met 24 uur drogen hopen we dan onze netwand op de maandagrepetitie aan te bieden aan Bart en onze collega’s en wie weet al wat te kunnen onderzoeken qua klauteren e.d. Op maandag lijkt het iedereen een worst te wezen, als we nu eerst maar eens gaan repeteren. Uiteindelijk integreert het net zich toch steeds meer in onze voorstelling, waarschijnlijk door de overtuiging van Philippe alsmede omdat het er nu toch hangt en we het beter kunnen gebruiken. Philippe zorgt ervoor dat er gebeamd kan worden op het net en Edouard heeft een mobiele camera gemaakt zodat wij vanuit de kelder kunnen spelen en het boven op beeld te zien is, vooral de trollenkoning gespeeld door Louis. Ook maken ze lichtjes in het net, waardoor we een waardig romantisch eindbeeld hebben aan het eind van de voorstelling wanneer alle lichtjes plots oplichten. Ik koester een warme herinnering aan het samen verzinnen en maken van het nettendecor, het samen klootzakken in de ruimte waardoor er plotseling van alles ontstaat. En ook het spelen van deze voorstelling is een feest, echt ensemble werk. Met elkaar brullend in de kelder, klimmend in het net of samen als geluidsdecor. Ik herinner me terwijl we het geluidsdecor vormden het geniale beeld van Louis met twee glazen waarvan een gevuld met water en het steeds maar in elkaar overschenken. Daardoor moest je dan onwijs plassen terwijl het derde bedrijf nog moest beginnen.

63


KERST SPECIAL 2016

Maar vooral dus dat samen maken, scheppen. Niet alleen een vooraf geformuleerd plan uitvoeren – maar van reden, vorm tot spel samen een ei leggen, onderweg uitvinden, iets weggooien en opnieuw beginnen. Vanaf dit punt wordt dat ook merkbaar belangrijker in ons werk. En als klap op de vuurpijl is het geniaal dat een eerste student van de opleiding, Nicole, stage loopt bij deze voorstelling. Het drie maanden Mooi Weer Festival beginnen we het eerste weekend van januari met Het Huwelijksaanzoek, de voorstelling waar het avontuur twee jaar eerder mee begon. Met bubbels proosten we met de gasten op het nieuwe jaar en verheugen we ons op alles wat komend seizoen komen gaat. Bart wordt tijdens de voorstelling veelvuldig gefotografeerd door zijn zus. En dat terwijl onze huisfotograaf Maarten aanwezig is om het theatrale toetje te verzorgen. Hij vertelt over zijn werk en zo ook over het tot stand komen van de beelden die wij met elkaar maken voor Mooi Weer & Zo. Een week later is het traditionele Louis weekend waar hij dit jaar de rol Kreoon speelt met kleine Sofie als Antigone.

met griesmsaeepl en bessen

uit alle hoeken en standen

“Wat zegt ze?” De voorstelling Kind van Heijermans is de derde eenakter van dit jaar. Een verfrissende samenwerking doordat Jacob meespeelt én Fancy – student van de Toneel Vakschool – waardoor de samenwerking van school en groep al serieuze gestalte krijgt. Soms is het alsof we het wiel van toneel maken geheel opnieuw uitvinden want bij Kind kiezen we ervoor juist wél op een verhoging te spelen om zo optimale focus te creëren in het rommelige theatercafé. Dat zorgt ervoor dat het publiek tijdens de voorstelling naar ons toe komt in plaats van andersom. Ingetogen spel, wat naar binnen gaat en een zuigend effect heeft. Door het witte decor is alles optimaal zichtbaar, vooral de trage stroperige tranen van Frieda gespeeld door Patricia. Philippe speelt een mompelende slechthorende bediende en de beroemde zin “Wat zegt ze?”van zijn rolfiguur is tot op de dag van vandaag een veelgebruikte binnen onze groep. Zoiets wordt onderdeel van de groepscultuur. Net zoals bepaalde rekwisieten of decorstukken altijd terug zullen komen zoals de blauwe fauteuils (die ik overigens ooit van m’n oma heb gekregen) en natuurlijk de lampenkappen.

64


Buiten Bedrijf Edouard en ik gaan naar buiten, bewust weg uit het theatercafé. Op zoek naar iets nieuws. Al veel langer hebben we het idee gehad de voorstelling Buiten bedrijf te maken geïnspireerd op the Dumb Waiter van Pinter. Al enige tijd was dat dus al aan het broeien. We hebben er veel over gesproken, een script gemaakt en besloten het nu maar eens te gaan doen, gewoon om te proberen. Het experiment dreigt al verloren te gaan doordat we nu volgens zelf verzonnen maar bepalend concept voorstellingen spelen in het theatercafé. Juist daarom gaan we dat heel bewust doen, iets anders proberen. We vertrekken naar Parijs om ons mogelijk te laten inspireren door een nieuwe plek en andere invloeden. Er bestaat naar mijn idee geen bepaalde manier om tot een voorstelling te komen. Het is logisch te denken en vaak ook gewenst dat je een vaststaand aantal keer moet repeteren voor een voorstelling van een X aantal minuten maar dat is niet gezegd. Soms heb je ‘bij wijze van‘ aan één repetitie genoeg en soms heb je er veel meer nodig. Vroeger bleven sommige acteurs zo lang mogelijk aan de leestafel zitten en kwamen bij de première pas tot staan. Ieder proces gaat zoals nodig blijkt. Wij hebben de voorstelling in anderhalf uur op een terras in Parijs gemaakt en het was nog gezellig ook. Eenmaal terug in Rotterdam hebben we er met Philippe verder aan gewerkt. Zo ontstond er een bewust gekozen, precieze vorm, welke Philippe middels licht nog meer tot z’n recht liet komen. Bij wijze van vernieuwing probeerden we het hele concept in onze voorstelling te integreren. Bij binnenkomst van het publiek om 18 uur, vormden we een installatie waarbij voor het eerst, ook weer bewust gekozen, jazz muziek door het theatercafé klonk.

hij doet alsof ie slaapt joh

Anderhalf uur lagen Edouard en ik stil op de Apenrots in de winkel. Dat was nogal onwennig voor ons én het publiek want verschillende pogingen werden ondernomen om ‘gewoon’ tegen ons te kletsen. En ook vingen wij natuurlijk allerlei wonderbaarlijke gesprekken op, ook van collega’s. Dat was soms pijnlijk voor ons, als wij zo vooraf konden horen dat collega’s niet begrepen wat wij wilden uitproberen en dit bij voorbaat al deelden met het publiek. Ergens creëerde dat een gevoel van onveiligheid en anderzijds juist een drang om ons te bewijzen. Ik heb ervan geleerd dat het altijd nodig is en blijft je onderdeel te voelen van elkaars werk, ook als je niet actief aan een project deelneemt zodat het je nooit het ‘hier heb ik toch niks mee te maken-gevoel’ geeft. Ook al is het nog zo spannend en kwetsbaar je werk open te stellen aan anderen als het voor je gevoel niet af is, het is nodig.

65


BUITEN BEDRIJF

Vanuit onze slaapinstallatie start uiteindelijk de voorstelling. Uiteraard met genoeg elementen om verder te onderzoeken, te verbeteren maar als experiment geslaagd. ‘Ik kon het gewoon niet meer‘ zegt Philippe als de mannelijke rolfiguur tijdens de doorloop van de voorstelling Gif die hij samen met Carl speelt. De tranen springen in m’n ogen en tijdens de nabespreking begin ik bijna te hikken van het huilen. Totaal overvallen door mijn eigen emotie kan ik stamelend nog wat woorden zeggen maar wat er écht met me gebeurt weet ik op dat moment ook niet precies. Los van de pure vorm, de gender neutrale opvatting en de manier van spelen van mijn collega’s wat vaak fijn is om te zien denk ik dat ik op dat moment totaal overrompeld werd door de eerlijkheid waarmee mijn collega in ons zelfgebouwde theatercafé iets wezenlijks zei. Dat ik op dat moment zelf het effect heb ervaren van wat er kan gebeuren in onze ruimte als je er als gast zit en hoe waardevol dat is. Als er een échte uitspraak wordt gedaan. Een jaar later wordt Gif hernomen en komt Loek Zonneveld kijken die Mooi Weer & Zo door over Gif te schrijven in de Groene Amsterdammer voor het eerst publicitaire aandacht geeft. Juist géén schrijvende pers hebben we tot dan toe over de vloer gehad in ons theatercafé. Om zo lang mogelijk, veilig, te maken en onderzoeken wat wij wilden. Loek heeft eerst een aantal voorstellingen gezien zonder erover te schrijven. En beslist betaalde hij altijd zijn kaartje, hij moest er niet aan denken voor niets op de eerste rij te zitten. Dankzij zijn warme vertrouwen werd het mogelijk om voorzichtig aan naar buiten te treden. Via Hanna Bobkova, voormalig mentor van Alexander, komt Loek Zonneveld voor het eerst binnen bij onze kerstvoorstelling Nora. Dat hij dan onder de indruk is en ons beter wil leren kennen is voor ons een bijzonder welkom kerstcadeau. Het is heel jammer dat de nadere kennismaking van korte duur is vanwege het plotselinge overlijden van Loek in de zomer van 2018. Ik heb hem leren kennen als een warme enthousiaste persoonlijkheid met een grote liefde voor toneel, grenzeloze kennis en interesse en bovendien een stimulator voor talent.

66


Johan Simons Johan komt binnen. Hij loopt wat heen en weer en gaat dan zitten aan tafel, kijkt om zich heen. Praat wel maar denkt vooral na, over de ruimte. Zo lijkt het althans. Vanaf het moment dat hij binnen stapt, begint het maken. Het werk is begonnen. Alles staat in het teken van tot een voorstelling komen, iedere vraag draagt daaraan bij. Wij kennen de tekst tot in de puntjes, maar die komt straks wel. Eerst die ruimte. Wat voor stuk is het eigenlijk? Wat heeft het in de tijd van schrijven betekend? Waarom heeft Brecht het geschreven? Allemaal vragen waar Alexander, die het script speciaal voor ons uit het Duits vertaald en bewerkt heeft, antwoord op heeft. En wat betekent het nu? Dat weten we nog niet, dat gaan we uitvinden op de vloer. Blijkt. Misschien moeten we de ramen afplakken met kranten en moeten de acteurs die kranten aan het eind van de voorstelling afkrabben, dan is dat het eindbeeld. We zijn nog niet eens begonnen met repeteren. Ik verwonder mij en geniet van Johan zijn aanwezigheid, wij allemaal. We hebben weinig tijd maar nemen alle tijd. Zoveel als nodig, we gaan niet haasten. We zien wel hoever we komen. Als wat we doen maar goed is, als dat maar klopt en ergens over gaat. Zo repeteren we ook wat goed is, is goed. Herhalen we niet. Niet dood repeteren. En wat niet loopt, niet klopt, repeteren we eindeloos tot het wél loopt, wél klopt. En soms nemen we de scène terug juist omdat het goed werkt en we willen genieten van die bepaalde geniale vondst. Eerst maar eens die tekst lezen. En daarna nog maar eens lezen. Waar gaat dit stuk in godsnaam over? Wat moeten we hiermee? Theoretische materie, op het saaie af. Zo lijkt het. Wat heb ik hier godverdomme aan? Ik kijk even zoals het publiek hé. Wat moet het publiek hiermee? Wat willen we vertellen. Waarom hebben we dit stuk gekozen? Het dilemma wordt steeds groter en zo ook de noodzaak om een antwoord te vinden. Aan welke kant gaan we spelen? Kunnen die lampen van de muur af? Wat zijn de mogelijkheden op deze plek en met deze mensen? Begin eerst maar eens daar met die tekst. En voor we het weten hebben we het halve stuk af. Dan eerst een kop uiensoep van Christine. Het komt door zijn aanwezigheid dat iedereen op het scherpst van de snede werkt. Ieders kwaliteiten worden optimaal benut en beter, we groeien. De focus ligt volledig bij het maken van de voorstelling, er is niets anders wat telt gedurende het werk. Natuurlijk belt Johan af en toe druk met Duitsland tijdens de pauze en moeten we ook tijdens het werken met Johan Simons soms naar de WC. Dan vertelt hij ondertussen anekdotes of stelt ons vragen over onszelf en over hoeveel subsidie we krijgen. En steeds weer spreekt hij z’n geloof in wat we doen uit. En dan repeteren

67


JOHAN SIMONS

we weer door. Hij laat ons vrij, geeft ons als acteurs veel vertrouwen. Daardoor worden we vindingrijk en neemt de durf toe. Sterker nog we ontwikkelen plots een heel eigen stijl met elkaar. Op dat moment, tijdens de repetities van Vluchtelingsgesprekken, weten we dat nog niet. Maar geïnspireerd door Brecht en de hertaling van Alexander hoort er inmiddels een bepaalde handtekening bij de samenwerking van Johan en ons. Ik noem het ‘de voetnoten stijl’. Het is rauw en met humor op de grens, als nodig genuanceerd hard en heeft op het juiste moment commentaar op zichzelf. Dat commentaar op het stuk, de tekst, de schrijver, de acteur of de tijd komen middels voetnoten die de acteurs tijdens het spel geven bij het publiek en zit als een rode draad verweven in onze samenwerking tot nog toe. Het in en uit de rol stappen van de acteur past bij Brecht maar blijkt ook heel bruikbaar en nodig voor De Beul, de eenakter wat we een jaar later maken. Hoewel dit stuk an sich moeilijker over het voetlicht komt groeit de wederzijdse interesse en is het eigenlijk vanzelfsprekend dat we nog een stuk gaan maken. Na De Beul wil Johan een grote voostelling maken en wel een komedie, eens een keer iets anders en minder intellectueel. Alexander legt de link met ‘Spelen met Sloon‘. Johan wil iedereen actief aan het werk zien, acteurs én alle aanwezige makers. Hij schept de ideale omstandigheid voor de acteurs om te zoeken en te vinden en durft niet alleen hen maar vooral zichzelf te bevragen en toont zich kwetsbaar door toe te geven dat hij het ook niet weet. We weten het tijdens het repetitieproces allemaal niet en dat maakt het een eerlijke, gelijkwaardig associërende zoektocht die verbroedert.

Pensioen De laatste nieuwe voorstelling van ons tweede Drie Maanden Festival is Pensioen van Thomas Bernard. Bart regisseert en heeft het script bewerkt, Maxime, Edouard en ik spelen. Het is alsof alles op z’n plek valt bij het maken van deze voorstelling, of omdat we ons al lang hebben neergelegd bij de tijdsdruk en we aan het eind van het seizoen te moe zijn om ons druk te maken over een mogelijke mislukking of omdat deze samenwerking een geoliede machine is geraakt. Waarschijnlijk een combinatie van beide en hoe dan ook het resulteerde in een van de meest geslaagde projecten tot nu toe. We repeteren twee dagen want

68


meer tijd is er niet. Philippe heeft een buitensporig geniaal decor bedacht wat in de ruimte verstopt zit. Het wordt pas onthult bij aanvang van de voorstelling. Hierdoor zitten de bezoekers niet in de standaard opstelling maar aan lange biertafels en er is zelfs een kleine tribune opgebouwd. In het theatercafé is er voorafgaand aan de voorstelling Oktoberfeest. De acteurs en aanwezige vrijwilligers dansen en zingen – Duitse kleuren decoreren de wanden en pilaren. Plotseling slaat de sfeer om als de vieze bruine gordijnen open gaan bij aanvang van de voorstelling. De ramen zijn afgeplakt en we zien dan (de net nog vrolijk dansende Clara) zitten in een rolstoel bovenop een stapel kleding, vermoedelijk van joden. Steeds meer attributen worden uit de stapel onthuld door Vera tot we er bij het zien van het kampjasje echt niet meer omheen kunnen: hier gebeurt iets heel vreselijks. Ondertussen sta ik me om te kleden naast de voordeur. Dankzij de gordijnsluis die Marian gemaakt heeft om de kou buiten te houden, is daar een kleine coulisse ontstaan. Edouard zou er veel voorstellingen later over zeggen “Je brengt toch eigenlijk vrij veel van je tijd door wachtend in dit halletje hé.” Netjes heb ik voor zessen al mijn benodigdheden klaargezet. Kam, gel, zeep, handdoek, kostuum, en een emmertje water. Ik zal uiterlijk transformeren van de jonge Rudolf naar een ouder, minder levendig personage zoals op het Oktoberfeest voor de voorstelling. Daarom heb ik water en gel nodig om mijn krullen te bedwingen. Als ik mijn haren nat maak met het water uit het emmertje komt er een muffe tabakslucht vrij. Hoe kan dat nu? Als ik de gel in mijn haar smeer, blijven er twee sigarettenfilters aan mijn vingers hangen. Blijkbaar heeft het publiek mijn emmertje water aangezien voor een asbak. Ik voel me een nar, een idioot en weet tegelijkertijd dat het niet zo bedoeld is. Als ik alle filters uit mijn haar heb gevist en mijn wacht muziek klinkt -cue- ga ik op.

tegen haar zin

Clara, Vera en Rudolf vieren in het geheim nog altijd ieder jaar de verjaardag van Himmler en daar zijn de bezoekers tijdens de voorstelling bij – wat best heftig blijkt. Gelukkig geeft Peter na de voorstelling een lezing over ‘Entartette Kunst‘ waarmee hij het belang van onze voorstelling onderstreept en het publiek de mogelijkheid aangrijpt er met elkaar over in gesprek te raken.

69


PENSIOEN

Omdat Pensioen de laatste voorstelling van dit festival is en we het succes van het afgelopen seizoen met elkaar willen vieren blijven we iets langer hangen in ons theatercafé – ook de muziek blijft aanstaan – wat tot ongenoegen leidt van onze bovenbuurvrouw. Ze belt de politie. Eenmaal binnen vragen de heren naar de aanwezige verantwoordelijke waarop Philippe en ik met de twee agenten in onze veel te kleine kleedkamer belanden. Het is een vrij aardig gesprek totdat een van de agenten zijn oog laat vallen op de jodensterren die in grote getalen in onze kleedkamer aanwezig zijn in verband met de voorstelling. Hoe meer hij om zich heen kijkt, hoe meer er tevoorschijn komen waarop hij heel kalm vraagt; “Zeg… wat doen jullie hier eigenlijk precies?”

Theo In de aanloop naar het laatste project van dit seizoen spelen we onze evergreens. Tijdens de speelperiode van De Beer bereikt ons vlak voor aanvang van een voorstelling het nieuws dat een van onze voormalig docenten is overleden. De belegen zaal heeft er voorzichtig aan steeds meer zin in merken we achter het kleedkamergordijn. Vanavond spelen we De Beer voor Theo, die bijgedragen heeft aan onze ontwikkeling als acteurs en aan de Nederlandse toneelcultuur. Net als hij maken wij nu toneelstukken en dat blijven we doen en doorgeven zoals hij dat deed. Voor aanvang van de voorstelling markeren we voor het publiek dat we vooral ook voor Theo spelen vandaag. We halen de typische toneeltrucs uit de kast die we van hem geleerd hebben. Vanaf het moment dat Philippe opkomt begint er een vrouw op heel specifieke wijze te lachen, wat gedurende de voorstelling niet meer ophoudt. Het is net het luchtalarm welke iedere eerste maandag van de maand wordt getest. Een aantal belegen toeschouwers weten overduidelijk niet wat ze er mee aan moeten. Sommige zitten zelfs met servetten voor hun gezicht omdat ze daarbij ook nog last hebben van het licht. Dat gaf een tragisch aangezicht vanaf de speelvloer. Ik heb Patricia of Philippe nagenoeg niet aan kunnen kijken tijdens de voorstelling anders waren we er zelf ook in blijven hangen. Na de voorstelling verzorgt trio Simoen het theatrale toetje en dan worden een aantal gasten letterlijk het café uitgeblazen. Die levendigheid door de muzikale trilling in het lijf hadden ze jaren geleden achter zich gelaten en ze waren niet van plan vandaag weer tot leven te komen.

70

rustig blijven ademen


Ik ben nog niet jarig

Buitenspelen

weer iets nieuws

Het seizoen sluiten we af met een zogenoemde Summerspecial. Buiten in de tuin bij onze buren Arie en Marie Claire spelen we nog een keer Feeks en vormt de achtergevel van het huis het decor. Het is voor het eerst dat Mooi Weer buiten de eigen muren speelt. En om er een groot succes van te maken, bijna een soort viering, een happening, zorgen Arie en Marie Claire er samen met Marijke voor dat alles uit te kast wordt getrokken. Van goodybags tot fleece dekens, aan niets ontbreekt het. Er komen zelfs Mooi Weer paraplu’s voor het geval het gaat regenen. Ook Marcel staat zich een aantal dagen uit te sloven want geluid en verlichting op deze locatie vergt echt iets anders dan in het theatercafé. Eind augustus zijn we uitgenodigd op een nieuw festival in Utrecht wat georganiseerd wordt door twee dames die ons eerder dit jaar bezocht hebben. Om de dag leven in de blazen vragen we Stuurlui om daar al improviserend hun voorstelling Heel veel later te spelen. En in alle eerlijkheid, de aanwezige Stuurlui hebben het festival naar een ander niveau getild. Een opmaat voor wat Maxime en Edouard later die dag zouden doen want als je op zo’n niveau kan spelen al zijn alle omstandigheden nog zo beroerd en lijkt alles in eerste instantie tegen te werken ben je écht geschikt. Ik heb met open mond en vol trots gekeken naar de manier waarop die twee boven zichzelf, het festival en zelfs de hele stad Utrecht uitstegen. Uit de affectie alle moeilijkheden, verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat het écht ergens over gaat. Als dat vanaf nu de grondtoon is, belooft het wat. Eerst gaan we voor aanvang van het vierde seizoen met z’n allen zeilen bij Henk van Gent in Zevenhuizen. Alle medewerkers en vrijwilligers die eind augustus terug zijn van vakantie zijn er bij. De fanatiekelingen kunnen al snel solo zeilen na een korte workshop van Henk en de minder fanatieke mensen gaan in een grotere boot. Na het zeilen dineren we gezamenlijk in het theatercafé welke zoals elke zomer fris oogt door groot onderhoud. De volgende dag starten we met het eerste project van dit jaar: Nieuw West, gebaseerd op het Eenzame Westen van Martin McDonough.

71


now I can see clearly

They don’t play our lovesong anymore Het moet een echte, rauw Rotterdamse voorstelling worden met muziek van Lee Towers en Anita Meijer. In eerste instantie een leuk idee om te onderzoeken maar al snel wordt het lastig. Wringen. Je kunt niet meer naar jezelf luisteren als je met een accent repeteert, je hoort het niet meer en krijgt het gevoel dat het plat is. Sowieso heb je als acteur weinig idee van het effect omdat je speelt en het geheel niet overziet. Mede daardoor ontstaat er tijdens het maken van deze voorstelling afstand tussen de spelers en de makers, wederzijds vertrouwen is er niet. Op een zeker moment hebben wij als spelers een aanbod gedaan: dat betekent dat we een spel visie aanbieden naar wat ons idee zou zijn over de voorstelling. En dat werkte. Uiteindelijk hebben we met veel succes de voorstelling gespeeld en daar gaat het om. Dat moeilijke proces is dus precies op dat moment nodig. En ik heb met heel veel plezier samen gespeeld met Bart, Philippe en Sofie. Als een kind zo blij. Vooral de leverworst die na enkele weken tijdens de voorstelling plotseling openklapte, waardoor werkelijk alles onder de roze hompen bedorven worst zat – het decor maar ook de spelers – blijft een dierbare herinnering. Ik eet zo’n typische Hollandse verjaardag worst sindsdien niet meer. Het stoïcijnse doorspelen van Bart en Philippe hebben een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Zo ook de vitaliteit van Sofie als er technisch iets mis gaat. Het was allemaal geen punt, we waren samen niet stuk te krijgen, zo voelde het. Ook niet door het krakende houten krukje wat zich steeds onaangekondigd met de stille scène bemoeide welke ik samen Philippe aan het einde speelde. Een groot cadeau.

rot seizoen

Ook niet onaardig is dat Philippe en ik werden herkend in het Kasteel, (het Sparta Stadion), als die twee broers uit die voorstelling op de ’s-Gravendijkwal. Door dat specifieke moment kregen we het heldere inzicht dat Mooi Weer ook supporters kan hebben, die hun club steunen door dik en dun. Zo kan men zich supporter voelen van Mooi Weer & Zo door in het bezit te zijn van een seizoenskaart of clubkaart of door ons op andere manieren te supporten. En daarbij kunnen de supporters het merk van hun club uitdragen door bijvoorbeeld een Mooi Weer shawl te hebben of een tas met logo.

72


SLAPPE BALLEN

Al een paar jaar mag ik mijzelf, met trots, de huiszangeres van Mooi Weer & Zo noemen. Even denken… Waar is het begonnen? Het begon allemaal met de kindervoorstelling “Supersukkel”. Op een dag belde Eva Lemaire mij op met de vraag of ik zin en tijd had om binnen 3 dagen een voorstelling in te studeren. De zin was er zeker en tijd werd er wel gemaakt. Tijdens de repetities werd er meer gepoetst dan dat er geluld werd. Fijn! Ik voelde mij als een vis in het water. En voordat ik het wist stonden Edouard Kain, Philippe Lemaire en ik als de superclub een krokodil te vangen voor een volle zaal met kinderen. Vervolgens kwam de vraag of ik in wilde vallen bij de voorstelling “Voorjaarsontwaken”. Ook deze voorstelling moest er wel in 3 dagen in geramd worden. Want er is altijd te weinig tijd. Ik kan me nog herinneren dat we ergens in de middle of nowhere in een grote aula speelden voor middelbare scholieren. Oh… Wat waren we blij toen we weer op Rotterdamse bodem stonden! Omdat de samenwerking zo goed verliep werd er door mijn goede vriend en zeer gewaardeerd collega Délano gevraagd of ik Theatrale Toetjes wilde maken. Hij was naar mijn afstudeervoorstelling komen kijken en te spreken over mijn zang / spel kwaliteiten. ,,Theatrale Toetjes? Wat zijn dat?”. ”Je zingt gewoon een paar mooie nummers en dan is het goed Soof”. Aldus Délano van den Berg. Zo gezegd, zo gedaan! 
 Als net afgestudeerde Codarts Muziektheater studente was het zo waardevol om in de winkel uit te mogen proberen. Ik kreeg een podium mezelf te ontwikkelen en ging op onderzoek uit. Ondertussen heeft het trouwe Mooi Weer & Zo publiek toch wel zeker 10 verschillende Theatrale Toetjes kunnen bekijken. Onvergetelijke toetjes zijn toch wel “De Auditie” (gemaakt met Eva), “Fenominals” en “Het musical toetje” waarvoor Marian Hoefnagels speciaal een multifunctioneel kostuum had gemaakt. Die vrouw, wat kan zij niet maken?

73


Zieke Jeugd, Nieuw West, 5 seconden, Bacchanten en de Summerspecials volgden. Pieken en dalen zijn er voorbij gekomen.
 Maar bovenal zijn er onvergetelijke herinneringen gemaakt:
De mooie scene die ik met Bart Kiene mocht spelen in Nieuw West. Dat was een stukje PROFESSIONEEL TONEEL Bart! Een ander hoogtepunt (letterlijk en figuurlijk) was de aria “O mio babbino caro” van Puccini op het dak van het huis van de buren tijdens de Romeo en Julia Summerspecial. (Is de weggewaaide rok al terecht?) De muziek in Zieke Jeugd, de eerste keer 5 seconden in Leefgoed de Olifant… Delaan, weet je nog? Het zingen op de 80ste verjaardag van Hans en Lily. De meiden avonden met Maxime. De fijne tips en het vertrouwen van Louis tijdens de Bacchanten. Zo kan ik nog wel even doorgaan… 

 Lieve Mooi Weerders,

 Rotterdamse Rakkers.
 Keiharde werkers. 
Lieve tijgers. 
 Ik ben trots op jullie.
 Op naar de volgende 10 jaar! Wanneer gaan we weer naar Sparta?

 Liefs van jullie huiszangeres, Sofie Habets.

74


Romeo en Julia

destijds een de grootste prodvan ucers

Edouard en ik hebben tijdens het maken van Romeo en Julia een ‘Peer Gynt momentje‘ waardoor we er opkomen een stellage te bouwen midden in de ruimte waar de hele voorstelling zich op, onder en omheen af kan spelen. Het vormt een prettig uitgangspunt om vanuit te repeteren en bovendien om buiten de repetities om te gebruiken als trainingsapparaat. Daarom dopen we de maand oktober om tot sportmaand om zo optimaal gebruik te maken van de stellage en organiseren de spelers met een aantal vrijwilligers een plank campagne – een groeiend aantal minuten in gestrekte plank houding staan op de grond. Dat maakt dat we met zijn vijven of zessen in de kleedkamer gestrekt op de grond uiteindelijk minuten lang aan het planken zijn. Gino – die stage loopt bij Mooi Weer – en ik zijn bovendien niet de kleinsten dus de ruimte in de kleedkamer is nihil.

#metoo We hebben net de eerste voorstellingen van Romeo en Julia achter de rug als de #metoo rage begint. Seksueel machtsmisbruik van Hollywood icoon Harvey Weinstein wordt in de media breed uitgemeten. Actrices moesten meer dan een goede auditie doen om aan een filmrol te komen. Menig grote Amerikaanse acteur is geschokt door de openbaringen van collega’s en zeggen nooit iets te hebben gemerkt. In rap tempo wint #metoo terrein. Ook in Nederland wordt het in de kranten breed uitgemeten. Vanuit allerlei sectoren treden er mannen en vrouwen naar buiten met hun verhaal. Het wordt pijnlijk duidelijk dat op iedere werkvloer het gevaar loert van seksueel machtsmisbruik. Toch richten de pijlen van de media zich vooral op de creatieve sector en dan met name de toneelwereld. Verschillende over het algemeen minder succesvolle acteurs doen hun verhaal en docenten van toneelscholen worden aan de schandpaal genageld. Vanaf dit punt verliest de actie, wat mij betreft, nuance en dus geloofwaardigheid. Laat duidelijk zijn dat gedrag van dien aard, man of vrouw, afschuwelijk is. Ik vind het heel vreselijk voor degene die zo iets naars hebben meegemaakt. Maar misschien nog erger vind ik de types die van de gelegenheid gebruik maken om iemand met de grond gelijk te maken. Uit wraak of rancune omdat het nooit wat met ze is geworden. Of omdat ze nooit begrepen hebben wat voor vak ze hebben beoefend. Een vak waarbij je aangeraakt wordt.

75


# metoo

Je kunt, zeker als man, na zo’n beschuldiging helemaal niets meer. Je krijgt de kans niet iets uit te leggen, je kop wordt er door het publiek afgehakt nog voor je zelf weet dat je beschuldigd wordt. De Deense film Jagten is daar een mooi voorbeeld van. Toneelspelen gaat over misstand, over de rand van de samenleving. Het is bij uitstek de plek om seksueel misbruik of ander conflict te laten zien en aan de kaak te stellen. Dat beoefenen we samen tijdens de repetitie, op een veilige manier. Daarbij is het nodig dat we fysiek contact hebben, dat we de grens opzoeken en verleggen zonder daarbij mentaal of fysiek schade op te lopen. Dat is de afspraak, de basis van ons werk. Als we daar aan rommelen, aan twijfelen, kunnen we geen voorstelling maken. Een creatief, levend proces dat wordt begrensd, is fantasieloos en dus dood. We leren op de toneelschool hoe zo’n proces werkt, hoe we met elkaar omgaan. En dat is géén vrijheid, blijheid. Nee dat is met humor en wederzijds respect. Ik betreur het als daar misbruik van is gemaakt door wie dan ook. Maar laten we ons alstublieft niet laten begrenzen, daarmee laten we dat foute voorbeeld winnen. Onze schitterende Julia is zestien jaar. Romeo wordt gespeeld door een veel oudere acteur. En ja, het is een liefdesverhaal. Daarin raken ze elkaar aan en er wordt zelfs gezoend. Mag dat niet? We hebben daar met elkaar heel zorgvuldig aan gewerkt maar wat nu als onze Julia over tien jaar plotseling zegt dat het toch niet zo prettig was, die repetities met Romeo. Dan wordt Romeo écht veroordeeld en verbannen. Weg carrière. Het overkwam Kevin Spacey deze week, misschien wel de beste acteur op dit moment, een meester. In een klap is hij alles kwijt omdat een teleurgestelde, minder succesvolle collega acteur dertig jaar na dato toch niet meer zeker weet of hij het nu wel of niet leuk vond om bij Kevin Spacey thuis op een feest te zijn. In en in triest vind ik het. Toneelspelen is een vak en dat kunnen we niet verwarren met het echte leven. De hype rond #metoo houdt ons als spelers bezig. We praten erover in de kleedkamer voor aanvang van de voorstelling. In deze periode lezen of horen we dagelijks dat docenten, collega’s of helden sneuvelen. Iedere kleedkamersamenstelling heeft zijn eigen manieren wat uiteraard samenhangt met de periode van spelen. Naast flink veel grappen en

76


# metoo

grollen, en typetjes uitvoerd door Carl, hebben we het opvallend vaak over #metoo, de omgang met elkaar en Sylvana Simons. We zijn het niet altijd eens, en dat mag ook zo zijn. We luisteren naar elkaar en met humor bestrijden we elkaars argumenten. Er is of ontstaat in elk geval geen absolute waarheid, wat het veilig maakt om met elkaar in gesprek te zijn over dergelijke onderwerpen. Niet veel later neemt de gezonde spanning voor het spelen van de voorstelling het over. Dan richten onze pijlen zich vooral op het publiek. We zijn vet negatief want natuurlijk gaat vanavond alles mis. We zetten op die manier de boel op scherp. Het is voor Yara, onze Julia, soms een beetje te veel van het goede. Het is toch ook gewoon leuk om te doen? Ik begrijp dat iemand die het niet gewend is vreemd opkijkt van dat negatieve fanatisme wat soms de kleedkamer overneemt en schrijf haar een brief.

77


Lieve Yara, Naar aanleiding van de voorstelling gisteravond schrijf ik je dit briefje om ervoor te zorgen dat kleedkamergevoelens geen eigen leven gaan leiden. Je gaf gisteren in de pauze op duidelijke wijze aan niet gediend te zijn van ‘altijd maar die negatieve opmerkingen‘ omdat ‘het toch ook gewoon leuk is met elkaar’. Ik wil graag voor de zekerheid uitleggen waarom die negatieve opmerkingen er zijn en waarom spelen voor mij niet ‘leuk’ is. Spelen is voor mij niet leuk maar noodzakelijk. Van levensbelang zelfs; letterlijk omdat ik er mijn brood mee verdien. Ooit is het in meer of mindere mate begonnen als hobby of passie, zoals vaak wordt gezegd. Dat is het niveau opmerkingen dat wordt gemaakt over ons vak op een verjaardag: ‘Hij is zijn passie achterna gegaan’ en ‘Wanneer kom je nu op televisie’. Helaas is dat de realiteit, ons werk is zeer ondergewaardeerd. Men ziet het belang er niet van. Ik haat dat, en daarom neem ik het héél erg serieus. Dat maakt me ook onzeker. Een acteur, of laat ik over mijzelf schrijven, ik ben onzeker. Elke avond weer geef ik ( nu letterlijk) mijzelf bloot. Het is een heel precies en technisch werk voor mij maar dan nog: mijn lichaam en stem zijn mijn instrument. Soms aangekleed met een mooi kostuum en toch zijn we eigenlijk altijd naakt. Dat is doodeng. Gelukkig leer je daar, vooral ook op school, mee omgaan. Je leert je instrument besturen in de meest angstaanjagende situaties. Helaas geldt dat besturen enkel voor tijdens de voorstelling. Voordat de voorstelling begint, ben je nog steeds totaal stuurloos. Ik moet me voorbereiden. Je hebt het gezien, ik moet altijd mijn stem gehoord hebben, een bepaalde tekst hebben gezegd en mijzelf opdrukken. Andere acteurs moeten een sinaasappelschil in hun schoen hebben of een sigaret roken. Iedereen heeft zo zijn of haar manier van voorbereiden. In ons proces zit daar ook het planken bij. Zo heeft ieder proces en iedere acteursgroep zijn eigen maniertjes. Dat is omdat wij allemaal uiteindelijk naakt dat toneel op gaan, vijf zachte donzige konijntjes worden losgelaten in de leeuwen kooi. Er is niemand anders die zich op dat moment zo voelt behalve die groep acteurs. Daarom houden we ons aan elkaar vast. Daarom zeggen we voordat we

78


de kooi ingaan andere dingen dan normaal, gedragen we ons anders dan normaal. Want het is niet normaal wat wij doen! Wie doet dat nou? Jezelf zo te grabbel gooien. Als we overleven in die kooi worden we helden, redden we het niet zijn we verloren. Een middenweg bestaat niet. Dat is een heel verantwoordelijke baan én ook nog eens doodeng. Zo is er iedere avond weer iets anders nodig. Om te voorkomen dat we hetzelfde doen als gisteren en voortborduren op oud succes. Elke voorstelling moet leven. Soms gaan we dan iets te ver, drukken noemt Alexander dat, zoals gisterenavond. Dat hoort erbij. Het is levend werk. Mede daarom zijn we de ene avond grappen aan het maken, elkaar uit balans aan het brengen middels moppen, scheten of typetjes van Carl. Om scherp te worden, om samen te komen. Of we zijn zoals gisteren vet negatief. Tegen de klippen op, we komen in opstand en gaan klieren als kinderen. We voelen dat de zaal stug is, en worden tegendraads. Niets is meer goed, en niemand doet wat goed. Dat hebben we nodig, zodat we er op de vloer een schep bovenop doen. Zodat we ons niet laten intimideren door het publiek of collega’s die aantekeningen maken. Want dat voelt gewoon zo naar en ondankbaar, omdat wij alles staan te geven en die zachte konijnenvacht zo duur mogelijk proberen te verkopen. Maar het is niet ondankbaar! En dat weten we ook, want we zijn aan het werk. Het is heel bijzonder en fragiel, maar nog altijd werk. Kleedkamercultuur ontstaat in de tussenfase, in de voorbereiding op het spelen, of in dit geval in de pauze. Daarin gebeurt van alles wat niemand anders weet, alleen de acteurs, zodat we verbonden raken en geschiedenis maken met elkaar. Dat komt van pas op de vloer, dan worden we een team. Gescheiden van de rest van de wereld zijn wij dan tot elkaar veroordeeld. En de afspraak is dan ook: nooit serieus nemen wat er in die kleedkamer gebeurt. Natuurlijk zijn er frustraties, en is het heerlijk om die uit te melken in de kleedkamer, daardoor blijft de acteur in leven. Maar het is nooit zo erg als in het écht…. Het lijkt wel toneelspelen?! Ik hoop dat je nu een beetje begrijpt waarom ik zo’n vervelende, vaak negatieve of juist overdreven vrolijke acteur ben. Grote groet, Délano

79


toneelspelen minst prettige aaudn ko stuum”. Nog ééntje dan: “Hntetrekk en van een ko is het aa

Hertje in de sneeuw

‘Het plafond kan naar beneden komen en gebeurt niets maar zet een hertje in de sneeuw en Louis gaat huilen.’ Dat is een van de meest fabelachtige quotes waar Louis tijdens het repetitieproces van de Ingebeelde Zieke mee komt. De man barst van dat soort wijsheden. ‘Emotie is een porceleinkast’, is er nog zo één. Zoals inmiddels gewend hebben we niet veel meer dan vijf repetitie dagen. Daar worden er dan nog twee van afgezegd wegens ziekte want November is een maand waar een bepaald griepje altijd van het ene ensemble lid op het volgende ensemble lid overslaat. We beginnen er gek van te worden dat we zo weinig tijd hebben om met elkaar te zoeken en verschillende dingen te proberen. Philippe bouwt een installatie in de ruimte wat doet denken aan een groot ziekbed. Je weet niet of je naar een ziekenhuishal kijkt of naar een hal in een grote villa waar Argan met z’n samengestelde gezin woont. Een futuristische poepstoel vormt het centrum van het decor; opzichzelf dus al een anus. Het koor van doctoren transformeert druppelsgewijs naar de rolfiguren die Argan bekend zijn. Of het ze echt zijn of dat hij in een hardnekkige koortsdroom zit weten we niet. Uiteindelijk sterft Argan in onze versie van de Ingebeelde Zieke dan toch écht. Patricia speelt Toinette die juist niet van haar werkgever houdt en uit is op geld en speelt ook Thomas virtuoos, een gehandicapte jongen, zeer goed opgevoed, maar die zichzelf nauwelijks onder controle heeft als hij zijn liefde wil uiten. #MeToo hebben we direct een plek gegeven in de voorstelling – je moet het ijzer smeden als het heet is – door de billenkoekscène van vader en dochter. Het schaterende publiek heeft zich daar menigmaal in zijn of haar consumptie verslikt. Wij maken toneel en JA! daarbij raken we elkaar aan. Liefst zo vaak mogelijk. Alstublieft.

Tikkende tijdbom De bom barst begin december na een doorloop van Nora en intern dondert de boel in elkaar. De manier van maken met veel te weinig tijd en de kritiekloosheid die daardoor optreedt breekt op. Het voelt als een productiemachine die ieders doel voorbij schiet. Het stopt. Tot hier en niet verder. Het doet er nu niet meer toe wie wat vond want gelijk hebben bestaat niet. Als je dat kunt realiseren maakt dat het leven een stuk aangenamer. Er is géén eenzijdige waarheid. Dat neemt niet weg dat het soms zo voelt. Al enige tijd is er druk op de ketel, sluimerend ongenoegen. Omdat het niet openlijk besproken wordt drupt het emmertje steeds voller. Ik heb vooral last van de hektiek en paniek die overheersend is in de ruimte. Door de constante hoge adem is de sfeer prikkelbaar. Als de

80


geraspte kaas per ongeluk vergeten is krijgt dat product de hoofdrol van de avond, het is een enorm probleem. Groter nog dan in de conflicten in een van de toneelstukken die wij spelen. Terwijl de supermarkt toch om de hoek is? Door vermoeidheid en onzekerheid worden vrijwilligers van links naar rechts geschoven alsof het werknemers zijn. Er is geen ambiance voor het maken en spelen van een voorstelling, sterker nog, dat lijkt het meest onbelangrijke. Daardoor verhart iedereen op z’n eigen eilandje met z’n eigen verantwoordelijkheidsgevoel.

was het er ooit?

In gesprek zijn met elkaar, het samen scheppen is verdwenen en als er wat gezegd wordt klinkt het als een verwijt en wordt het opgevangen als een bedreiging. Professionaliteit heeft plaatsgemaakt voor eigen belang. ‘Oh hij zal wel weer dit’ en ‘Zij heeft natuurlijk weer dat’. Je stijgt nauwelijks nog boven het mechanisme uit dat je is toebedeeld. Komt dit nog goed? Ik dacht toen écht van niet en heb zelfs voor de tweede keer – de eerste met zo’n zure negatief verongelijkte smaak – overwogen om direct te stoppen. Desalniettemin spelen we in december Nora van Ibsen. Alexander heeft het stuk speciaal voor ons bewerkt en leent zijn kunstkerstboom uit voor het decor. En de voorstelling is ondanks die – voor dat moment – definitieve interne botsing een succes. Vanaf het moment van spelen is er niemand die er de pet naar gooit. Nooit. Spelen is altijd met volle overgave, anders mag je het niet doen. Dat is gevaarlijk. We spreken af vanaf januari met elkaar om de tafel te gaan om te bespreken of we wél of niet verder gaan en hoe dan. Tot die tijd doen we er alles aan Nora van de grond te tillen. Marian is zichzelf weer te buiten gegaan en zorgt voor schitterende kostuums. Christine en Louis zorgen voor een gigantisch diner. Bovendien stijgt Maxime boven alles uit door alle randzaken van zich af te laten glijden en verantwoordelijkheid te nemen voor de volgende grote repertoire rol, Nora. Carl en Edouard zorgen voor humor in de kleedkamer en dat brengt ruimte, nuance en vooral relativering ook in het spelen.

Laatste festival

voorlopig laatste

Gelijktijdig met het Drie maanden Mooi Weer & Zo festival voeren we onder leiding van Hans steeds minder moeizamere gesprekken met elkaar waarbij we vooral structuur in de organisatie proberen aan te brengen. Weten wie wanneer en waarvoor het aanspreekpunt is zou rust

81


LAATSTE FESTIVAL

moeten creëren. En doordat we daar direct mee aan de slag kunnen – uitzoeken wie waarbij zou passen – heeft het meteen het gewenste effect. We openen het festival met de evergreen Kunst en in de tweede week staan Philippe en Louis samen op de vloer met Brand in de Jongejan. Daar is weer een hele nieuwe vorm van maken/spelen ontstaan, een soort documentaire. Het spelen van het stuk werd afgewisseld met gesprekken tussen acteurs en vooral ook tussen vader en zoon over het vak acteren en heel toepasselijk afgeloten met een theatraal toetje van twee eerstjaars studenten – Jip en Leander – van de Toneel Vakschool Rotterdam. Dit is nu typisch zo’n voorbeeld van een gevonden stijl die we vervolgens niet door ontwikkelen omdat er simpelweg geen tijd voor is. Amper heb je een voorstelling gemaakt of er moet al een volgende gemaakt worden. Het charmante idee begint weerstand op te roepen. En we worden er nu ook letterlijk moe van. Het lijkt ons daarom beter om vanaf volgend seizoen – met pijn in ons hart – definitief te stoppen met het festival zodat een voorstelling er langer mag zijn en we kunnen verdiepen. En vooral ook om minder roofbouw plegen op ons eigen scheppende vermogen en in de omgang met elkaar. Edouard speelt samen met Sofie Brand de voorstelling Lolita. Eva heeft het boek bewerkt en maakt de voorstelling puur zonder toegevoegde theatrale middelen. Een prak en een lamp. Ik zou bijna zeggen, zoals het hoort te zijn. Want daardoor is er alle aandacht en verantwoordelijkheid voor het spel. De acteur in kwestie draagt de voorstelling, er is geen ontkomen aan. En dat zien wij – zijn collega’s – tijdens de voorstelling gebeuren. Het eerlijke en afhankelijke van een ensemble is dat je elkaar op ten duur zo goed kent dat je precies weet wanneer iemand écht iets compleet nieuws doet, een stap zet. Verandert. Daarvoor hebben we elkaar nodig; om de persoonlijke ontwikkeling op gang te houden en daarover actief en positief kritisch met elkaar over te praten en niet door stilletjes getuige zijn. En nog voordat we het daar in dit specifieke geval over kunnen hebben is de voorstelling alweer passé en moet de volgende voorstelling gemaakt worden. Het is gevaarlijk dat zo’n waardevol moment amper recht van bestaan heeft. Ik ben vervuld van trots als ik voor het eerst, min of meer als bezoeker aanwezig in het theatercafé, Edouard door de zaal zie fladderen. Oh ja, daar doe ik dus aan mee. Het is eigenlijk helemaal te gek wat en wie we hebben en daarmee doen! Gelukkig komt Benny Cleassens om allerlei begrijpelijke redenen niet opdagen om zijn voorstelling My Comedy te regisseren en hebben de

82


LAATSTE FESTIVAL

Ik ben ondertussen op mijn jaarlijkse skivakantie. Hét moment om het hoofd letterlijk leeg te maken. Doordat de zintuigelijke waarneming heel primair is – alles is in basis wit – en het verloop zo actief anders dan in het dagelijks leven is die vakantie voor mij ongelofelijk van belang. Ik kan nu ook weer niet zo goed skiën dat ik tijdens een afdaling rustig aan begrotingen, subsidieaanvragen, voorstellingen of andere dingen kan nadenken. Ik moet heus blijven opletten anders ga ik op m’n snufferd. Ook voor en na het skiën is er in basis geen tijd om aan iets wezenlijkers te denken dan eten, drinken en de sluitingstijden van de skilift. En toch is het deze keer moeilijker los te komen van de ’s-Gravendijkwal dan anders. En dat heeft met name te maken met een bijzonder project waar ik direct na de vakantie mee begin, Eerste Liefde van Becket. Bart regisseert en ik sta nagenoeg alleen op de vloer. Voor het eerst eigenlijk. Ik ben niet zo van de solo’s en volgens mij heb ik dat nu – na deze ervaring – ook wel gehad. Maar wat een schitterende tekst is dat. En het is best een flinke monoloog mag ik wel zeggen, ik ben al in december begonnen met de tekst. Maar de laatste drie pagina’s willen er maar niet in, wat ik ook doe. Eenmaal terug van vakantie heeft Philippe een waanzinnige vormgeving bedacht én doet Jeroen de Groot mee, wereldberoemd violist. Dank u, ga daar maar aan staan. Ik weet niet meer waar ik het zoeken moet. Marian maakt een prachtige jas, Peter stelt zorgvuldig het verdere kostuum samen. Ik voel dat iedereen met heel veel zorg en aandacht meewerkt aan dit project. Dat maakt het alleen nog maar spannender en eenzaam. Verdomde eenzaam. Zeker als ik ook nog op een randje lig met een bak water tussen mij en het publiek. Gek genoeg moet de figuur die ik speel zich net zo eenzaam hebben gevoeld en zo lijkt het allemaal precies te kloppen. Natuurlijk is er géén repetitietijd; we hebben de tekst een keer doorgenomen – blokken gemaakt en doen twee doorlopen. Dat is eigenlijk al veel. Goddank komen er na de eerste doorloop heel veel aantekeningen en moeten we het helemaal anders doen dan vooraf gedacht. Logisch. Zo ontstaat er mogelijk iets briljants. Hoe het uiteindelijk geworden is kan ik niet beoordelen maar ik onthoud vooral het vakmanschap en de muzikaliteit van alle betrokken. De zorg, de aandacht die dat mee brengt, de veilige kritiek en de warmte van totale eenzaamheid.

83

een zwembad zo groot als het halve theaterca fé

acteurs tevergeefs gewerkt aan aanbod. Edouard en Maxime spelen de succesvoorstelling Lunch dan twee weken wat die voorstelling alleen maar ten goede komt. Linksom of rechtsom, spelen gaat altijd door.


LAATSTE FESTIVAL

bloed zit nog op het plafond

Een week later spelen Maxime en Philippe de voorstelling Medea, worstelend in bloed wat schitterende beelden oplevert. Carl en Dennis spelen na de voorstelling hun sterke verhalen als Rotterdamse kroeggangers tot ongenoegen van sommige van de aanwezigen. Die konden er na de klassieker Medea de humor niet van inzien. Bezoekers die regelmatig terugkomen voelen zich soms dusdanig thuis dat ze tijdens de voorstelling heel primair durven te reageren. Spelers raken het publiek soms aan, drinken hun drankje op en daarom permitteren de gasten het zich ook vrij met de acteurs om te gaan. Dat is ergens geweldig en tegelijk voor de spelers een uitdaging als we een voorstelling spelen waarbij die directheid minder welkom is. Het ene stuk laat die vrijheid meer toe dan het andere. Als je bijvoorbeeld als meedogenloze tiran onverwacht op hoffelijke wijze een glaasje water aanbiedt aan een mevrouw met een hardnekkige hoestbui betekent dat iets voor je rolfiguur. Het maakt hem in dit geval ook menselijk, wat juist goed kan werken. Bovendien laat zo’n hoestbui je in onze ruimte geen keus, iemand zal toch een glaasje water aan moeten bieden wil het geen voortslepende afleiding blijven.

Voeding Wat er gebeurt als je de sleutels van het theatercafé en het concept weggeeft aan andere makers dat ondervinden we tijdens het proces van Vijf Seconden. Het idee is weer vers, als nieuw en daardoor ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Romy en Senna verdiepen de combinatie van eten en een voorstelling dusdanig dat het één wordt en niet twee losse elementen die naast elkaar bestaan. Inhoudelijk hebben de gerechten betekenis en ook de manier van eten en de geluiden die daarbij ontstaan zijn net zo gewichtig als de teksten geschreven door Magne van den Berg. Via Alexander hebben we contact met de schrijfster opgenomen en gelukkig mogen we haar stuk spelen. Over de meeste stukken moeten rechten worden betaald en dat maakt het voor een beginnend gezelschap onmogelijk ze te spelen. Bij het bepalen van het uitkoopbedrag wordt er vanuit gegaan dat je als professioneel gezelschap veel geld hebt maar dat is natuurlijk onzin. Gelukkig is Magne bereid om mee te denken. Doordat er nieuwe energie de ruimte in stroomt en er op een andere manier gewerkt wordt groeit de hele groep. Romy, Senna en Sofie zien overal kansen en mogelijkheden waar wij inmiddels beren zien. En vooral: er wordt eindelijk tijd genomen om te repeteren, sterker nog, om uit te proberen en dat gunnen we onszelf te weinig het afgelopen jaar. We gaan niet haasten er een voorstelling uit te draaien, wat komt dat komt.

84


Wat werkt dat werkt en zo niet doen we het niet. Romy gelooft als maker heilig in de chemie tussen toneelspelers en dat op zichzelf al is – mits die chemie aanwezig is – interessant om te ervaren als publiek. Hoe die mensen op het toneel met elkaar bewegen, wat ze teweeg brengen. Scheppen. Zo komt het dat we een week voordat we de voorstelling officieel gaan spelen in het theatercafé, al spelen bij Leefgoed de Olifant in Nieuwerkerk aan den IJssel. We hadden begin van het seizoen afgesproken om Eerste Liefde daar te spelen maar je weet vooraf nooit wat het resultaat is van een maakproces. Het prachtige decor – de donkere waterbak – zouden we nooit op die manier bij het Leefgoed kunnen opbouwen en dat voor één keer. De vitaliteit van de duurzame relatie met het Leefgoed maakt gelukkig dat zij dat meteen konden begrijpen en ook heel erg open staan voor Vijf seconden. Voor Sofie en mijzelf reuze spannend. We hebben de voorstelling in de huidige vorm amper doorgelopen en spelen nu op een andere locatie en dus in een andere vorm. Ik kan wel zeggen dat er geen andere collega is met wie ik mezelf op zo’n manier en vol vertrouwen voor de leeuwen durf te werpen. De overgave in het contact op de vloer, de scherpte van de waarneming en het vermogen om daar direct op te reageren als ware het vanzelfsprekend maakt het samen spelen met Sofie een feestje en zo eigen dat het een meerwaarde is om naar te kijken voor iedereen. De voorstelling bij het Leefgoed is daardoor een succes en omdat we dat avontuur overleefd hebben, samen, wordt de voorstelling alleen nog maar beter. Senna maakt bovendien niet alleen bijpassende maar ook bijzonder smakelijke gerechten. Nieuwe smaken! Op verschillende vlakken, van soep tot spel via kostuum – want Marian overtreft zichzelf - naar decor. Alles is nieuw, vers. Dat voedt, letterlijk en figuurlijk. In het komende vijfde seizoen maken Romy en Senna – voortbordurend op deze eerste samenwerking – de voorstelling Maria Stuart van Schiller met rollen voor Sofie en Maxime. Ik verheug me bijzonder op dit project. En ik verheug me op de weg die is ingezet: het uitnodigen van andere makers, spelers of andere kunstenaars en het ontwikkelen van duurzame samenwerkingen met elkaar want daar wordt iedereen – het gezelschap voorop – beter van.

85


Vijfde seizoen Aan het eind van het vierde seizoen horen we dat Yara is aangenomen op de toneelschool in Amsterdam. Dat betekent dat ze volgend jaar niet meer elke avond bij ons achter de bar staat of meespeelt in een voorstelling. Het is op een gekke manier het einde van een periode. Een periode van leren, van opleiden. Niet alleen voor Yara maar van ons allemaal. We zijn al vier jaar samen door aan het leren, aan het wikken en wegen en nu zit er een nieuwe fase aan te komen. Dat is te voelen én er is ook behoefte aan. Talent is soms kunde geworden en nu worden we ouder, liefst zonder vitaliteit te verliezen. Zoals Yara een nieuwe opleidingsfase in gaat, gaan wij dat ook. We trappen het vijfde seizoen af met de summerspecial Romeo en Julia, wederom in de tuin van Arie en Marie Claire. Het zou veel handiger kunnen zijn een seizoen te beginnen met zo’n evenement in plaats van ermee te eindigen zodat bezoekers directer doorstromen naar de andere voorstellingen van het seizoen. Maxime speelt Julia omdat Yara is begonnen met studeren aan de toneelschool. We repeteren een aantal dagen in de tuin en alles verloopt redelijk soepel. En als iets soepel loopt kan het niet anders dan dat er iets flink mis gaat. Dat blijkt als we na de première op donderdag, vrijdag de voorstelling vlak na aanvang moeten staken vanwege keiharde regenval. Het is tot dan toe niets anders dan schitterend weer geweest en ook na ons speelweekend zal het nog tot ver in oktober prachtig weer blijven. Behalve dus de vrijdag, zaterdag en zondag als wij Romeo en Julia buiten willen spelen. Met publiek en al verplaatsen we ons naar het theatercafé waar op dat moment buiten de stoelen om vrij weinig meer aanwezig is. Bovendien passen er in de ruime tuin meer mensen dan in ons café, dus de zaal zit bomvol, wat in combinatie met het gedeelde noodlot een schitterende saamhorigheid veroorzaakt tussen het publiek. Alle techniek en decor staat natuurlijk nog in de tuin. We besluiten om de voorstelling te spelen, maar dan in zijn puurste vorm zonder techniek of decor. Het is een hele bijzondere avond geworden, legendarisch zelfs, die alle aanwezigen denk ik nog lang bij zal blijven. En ook een tekenend signaal van het gezelschap – wat er ook gebeurt, wij spelen. Als er eenmaal begrijpelijke redenen komen om voorstellingen af te zeggen houdt het snel op hebben we op school geleerd. De volgende dag hebben we tijd om ‘het binnen speel scenario’ voor te bereiden en ook al zijn we het niet unaniem eens over de oplossing er is hoor en wederhoor geweest en iedereen zet z’n schouders eronder.

86


24 september 2018 Iets na elf uur, de afgesproken verzameltijd, komt ze binnen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is en nooit anders is geweest. Coco is ook mee, de pup, zo kan ze leren bij repetities aanwezig te zijn. Er wordt een bak water en een bak hondenbrokken voor Coco neergezet. Midden in de ruimte staan drie tafeltjes met koffie, thee, water en scripts. Rondom die tafeltjes gaan we vandaag Meeuw lezen. Er zijn bloemen, koekjes en Maxime heeft munt in de flessen water gestopt. Verder is het theatercafé een zooitje in verband met de summerspecial die net achter de rug is en pas half is opgeruimd. Coco vindt de losse eindjes van het tapijt leuk om aan te trekken. Elsie pakt steeds nieuwe hondenstaafjes en stopt deze in een soort rubberen speelbal in de hoop dat het dat object interessanter maakt dan het tapijt. We gaan lezen. Niet eerder hebben we een repetitiedag lang samen een stuk gelezen, bestudeerd en erover gesproken. Meteen daarom al is de aanwezigheid van Elsie een verrijking. De tijd nemen om met elkaar iets nieuws te maken door te bevragen wat we aan het doen zijn en waarom we iets wel of niet doen en zo zorgvuldig rolfiguren en een stuk bouwen is nieuw. Het ontstijgt de productiedrang en de vaak gesloten en norse attitude die we ten opzichte van elkaar hebben ontwikkeld in het maken. De bekende mechanismes werken niet, krijgen geen vat doordat er een andere energie aanwezig is. En niet zomaar een aanwezigheid natuurlijk, goedemorgen! Het is heel anders koffiedrinken naast Elsie de Brauw, de koffie smaakt plotseling weer. In feite verrijkt het je hele leven, dat effect geeft ze niet alleen als ze speelt. Die ruimte en openheid is precies wat we nodig hebben en waar we van leren. De zorgvuldigheid waarmee Elsie werkt vanuit contact met de materie, de omgeving, de medespelers, het publiek – eigenlijk met alles wat er is of zich aandient – is mij het meest opgevallen. Dat klinkt allemaal heel primair maar is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Haar kwaliteit is overigens uitzonderlijk en toonaangevend. En die is nu vereeuwigd in de muren van ons theatercafé. Dat maakt dat wij allemaal een stap zetten. Het geheel. En naast – en nu eigenlijk belangrijker dan - een stap in de zichtbare kwaliteit maken we een stap in de manier van werken en de omgang met elkaar. Daar mogen we trots op zijn. Elsie is de beloning van vijf jaar hard werken door heel veel mensen voor veel te weinig geld met allemaal een eigen idee over wat Mooi Weer & Zo

87


24 september 2018

doet en is. Maar die bovenal allemaal één ding gemeen hebben: het onvermoeibare geloof in toneel. En we hebben er al veel aan gedaan om ons geloof zichtbaar en voelbaar te maken op een toegankelijke manier voor iedereen die de weg naar het theatercafé heeft gevonden. Tijdens de afronding van dit boekje in december spelen we de Bacchanten, de kerstspecial van 2018. Mét vijf gangen van Christine en mét zes tweedejaars studenten van de Toneel Vakschool Rotterdam. Bambi zou mis-en-scene met de grote cast maken maar is op het laatste moment uitgeschakeld. De tweede hartaanval die iemand van de groep grijpt. Humorvol liet ze weten ons op de première pas te zien in plaats van tijdens het maakproces. Wie weet een volgend project weer wél miseen-scene van Bambi. Hoe dan ook, het theatercafé als plek om door te ontwikkelen moet voor de afstuderende generaties na ons mogelijk blijven en wij zelf blijven ook op zoek naar verdieping en ontwikkeling, als kunstenaars en als gezelschap. Voorafgaand aan deze stage in het begin van het schoolseizoen rondden de studenten en ik een project af wat voor mij markeert dat de directe samenwerking van school en gezelschap wederzijds belang heeft.

88


Beste Daan, Jip, Stefan, Leander, Fares, Melle en iedere andere geïnteresseerde lezer, Ik ben toegekomen aan een schrijven, ter afronding van onze samenwerking tot zover. Begin vorig jaar kwam de vraag of ik structureel les wilde geven aan het eerste jaar op de TVR. Daarmee is de ontwikkeling van de ’ensemble’ lessen begonnen. Hoewel iedereen op geheel eigen wijze zijn licht laat schijnen op exact dezelfde lesstof, leek het mij geschikt juist iets anders te doen in lijn met – de mij bekende – lessen van Bart welke de kern vormen van de opleiding, dat is onze school, ook die van mij. En uiteraard komt het puntje bij paaltje allemaal op hetzelfde neer. De lessen zijn geworden tot wat ik belangrijk en moeilijk vind in ons werk en ook wat zich in het moment aandient. Bijna een persoonlijk ideaal waar ik zelf naar blijf zoeken. Een gezamenlijke zoektocht waarbij de competenties in eerste instantie soms ongrijpbaar zijn en dan weer glashelder. Het komen tot spel is ook een zoektocht, vaak een worsteling. Bart geeft je daarin technieken, aanknopingspunten. Dat zijn eigenlijk oplossingen in het moment naar aanleiding van waar jij in je zoektocht strandt. Uiteindelijk ben je zelf degene die sturing geeft aan je spel. Een regisseur geeft je dat wat je op school ervaart in basis niet, die reageert enkel op jouw aanbod. Hij of zij is bezig met het effect van de voorstelling en dus het effect van jouw spel. Hoe je tot dat effect komt met jouw spel is ons (acteurs) werk. Een dierbaar instrument welke dienstbaar is aan een groter geheel: de voorstelling. Dat is verantwoordelijk werk waarbij je zelf uitzoekt, eigen initiatieven neemt, en je zelf en anderen voeding geeft. Dat is iets waar ik bijzonder geïnteresseerd in ben tijdens de lessen. Je moet het zelf doen en mét elkaar. Daarom is het ensemble zo belangrijk, van levensbelang. En dat heeft blijvende voeding nodig. Natuurlijk is dat niet vanzelfsprekend, ik worstel daar zelf ook mee. Gisterenavond (donderdag 18 oktober) heb ik bij mij thuis een gesprek gehad met Philippe, Maxime en Edouard. Samen met mij, volgens de publiciteitsuitingen van Mooi Weer & Zo, het vaste ensemble. Dat lijkt dan te impliceren dat ieder ander die er projectmatig deel aan neemt niet vast is. Maar iedere gezamenlijke ontwikkeling is, naar mijn idee, ensemble werk; projectmatig en/of op de lange duur.

89


Dat gesprek van gisteren was nodig en moeizaam. Er is een heleboel gebeurd en ontstaan met en door ons, bijvoorbeeld het theatercafé, het gezelschap en de school. De waan van de dag neemt vaker en vaker de overhand. We voldoen aan de door onszelf gecreëerde norm. Langzaam aan roest je vast en stopt de ontwikkeling. Dat is nog niet zo, maar het gevaar loert en is dichterbij dan we denken. Nu lukt het nog net, en dat komt door factoren van buitenaf. Elsie komt spelen, we veranderen de seizoensopzet, we repeteren veel meer of juist nog minder. Dat zijn uitdagingen, risico’s en dus kansen om te ontwikkelen, een nieuw antwoord te vinden. Echter, bij ons gezelschap ontbreekt de voeding van binnenuit – helaas – te vaak. Van het ensemble zelf. Er is een weinig positief kritische omgeving om het met elkaar te hebben over wat we doen, hoe we dat doen en hoe het anders kan. Vragen die gesteld worden door regisseurs of makers zitten vaak op hetzelfde spoor. Het is aan ons om daar unieke antwoorden op te blijven vinden. En dat kun je niet alleen. Wij kennen elkaar zo goed, bespeuren iedere herhaling of oude toneeltruc van Theo Kling direct. Door daar actief met elkaar de uitdaging aan te gaan is er, denk ik, veel meer mogelijk. Naast die vakmatige dialoog is het van levensbelang om gepassioneerd al onze natte artistieke dromen te delen en te bevragen. Om er vervolgens niets of heel veel mee te doen. Of pas veel later. Het kan ook net te vroeg zijn. Maar we moeten in elk geval bekend zijn met elkaar. Geen vrienden, dat mag, maar bekend. Geïnteresseerd zijn in elkaar. Dat is iets wat door heel begrijpelijke redenen vaker ontbreekt. We gaan invullen hoe we er over denken, ‘o, die azijnpisser zal wel weer zus of a, die pottenbakker gaat natuurlijk weer zo’. Dan vermijden we juist het gesprek. Ikzelf bijvoorbeeld, begin dan voor mezelf. Dat is mijn mechanisme. Overal waar ik me verantwoordelijk voor voel zorg ik voor de winst. Met overgave. Maar dat is een grote tekortkoming. Want ik heb gekozen voor samen, met elkaar, voor een ensemble. Dat betekent dat ikzelf net zo belangrijk ben als mijn collega. Sterker nog, ik ben net zo goed als hem of haar en vise versa. We hebben elkaar nodig. Juist in deze onzekere tijd.

90


En door het voortdurende contact mét die gezamenlijke ontwikkeling is god dank alles mogelijk. Dan juist hardvochtige gelijkwaardige discussie en het vet oneens zijn. Kemphanen en hetze. Veel teveel. Juist lang wegblijven en ergens anders floreren. Overal mee stoppen. Haten en meteen weer liefhebben. Blijven voeden met allemaal nieuwe gedachten, dromen en wensen. Nieuwe ervaringen want daar wordt die voeding van binnen uit alleen maar rijker van. Je moet elkaar tenslotte nog wat te melden hebben. Uiteindelijk is dat wat ik zoek in mijn werk, een zoektocht die niet op houdt. In de lessen staat alles uiteindelijk in het teken van gezamenlijke ontwikkeling. Je hebt elkaar nodig. Philippe noemt het een bandje, ik noem het een voetbalelftal. Ieder zijn kwaliteit en alleen scoor je geen doelpunten. Jij wordt interessant dankzij een ander. Iedere improvisatie, iedere twee minuten performance of wonderbaarlijke tik tijdens onze lessen staan in lijn met elkaar leren kennen, aanvoelen en meegaan in elkaars veranderende kijk op de wereld. Het voeden van elkaar. Tijdens onze lessen heb ik die ‘samen’ momenten herkend en ook gemist. Zoals dat gaat. Heel gezond. Ons voorlopig laatste ‘ Sarte project ‘ verliep stroef vanwege de groepsdynamiek en de versnippering in repeteren en beoogde doelen. En daarbij realiseerde ik me pas toen Bart zei dat het: het eindproject van de ensemble lessen is – dat het daar meer over had mogen gaan. Neemt niet weg dat er geslaagde momenten zichtbaar zijn geweest en benoemd door collega studenten en docenten, effecten die wij – ingezogen – niet altijd meer herkennen. Daarom is het zo belangrijk dat jullie het project hebben gespeeld, en het werk delen met anderen. Hoe kwetsbaar dat ook voelt, en hoe graag we het ook liever niet doen. Onnatuurlijk moeten we blijven openen naar elkaar. Daarin ligt de sleutel: dat hebben jullie gedurfd en dus is ons laatste project geslaagd. Wees kritisch en niet definitief. Besluit en niet absoluut. Blijf horen, zien, ruiken, voelen en proeven; hier en nu en creëer zo blijvende interesse in elkaar en alles om je heen. Met veel vertrouwen, Succes met de komende projecten, Délano

91


10 januari 2019 al

Vandaag bij de première van Don Carlos bestaat Mooi Weer & Zo in de huidige vorm vijf jaar. We staan er op geen enkele manier bij stil, niemand feliciteert elkaar. Hebben we het überhaupt wel door? Flink vermoeid door de speelreeks Bacchanten gelijk met de repetities van Don Carlos en met flinke spanning voor de première komt het ook niet in mijn hoofd op erbij stil te staan. Vanavond is Sandra Kooke aanwezig van Dagblad Trouw om een reportage te schrijven, zoals Hein Jansen eerder deed tijdens de Meeuw voor de Volkskrant. Door de spanning mors ik direct m’n overhemd onder met sappige kipvlekken van de Marokkaanse kip die Christine twee jaar geleden heeft leren maken van Pepita. Godsamme, schiet weer lekker op. Als dat het ergste is… als ik nou maar uit die teksten van Schiller kom vanavond. Die constante onderzekerheid. Na vijf jaar is dat niet minder geworden, misschien alleen maar meer. De angst om door het ijs te zakken, de plank volledig mis te slaan. Het moment dat iedereen ziet dat je eigenlijk niets kan komt alleen maar dichterbij. Tussendoor legt Mariëtte me uit hoe de kassa werkt, sinds dit jaar hebben we een nieuw systeem. Toch handig als de ‘zakelijke leider’ dat ook weet. Daar weet ik al helemaal niks van. Het intresseert me ook zo weinig. Ik onthou niets van wat de lieve Mariëtte me uitlegd maar doe graag alsof. Ik denk alleen maar aan die eerste zinnen van Schiller die ik straks moet uitspreken. Als ik die eerste verdomde zin maar goed zeg. Dan is de kans groot dat de rest volgt. Sinds een aantal maanden hebben Mariëtte en Priscilla de horeca drastisch ter hand genomen. ‘Wij doen dit veel beter, gaan jullie nou maar maken en spelen’. Wat een geschenk en daarmee ruimte voor groei. Steeds meer mensen voelen zich verantwoordelijk voor Mooi Weer. Ik heb ze bij lange na niet allemaal genoemd tijdens dit schrijven. Er druppelen langzaam steeds meer mensen binnen, geen idee wie, net zoals vijf jaar geleden toen we Het Huwelijksaanzoek speelden. Samen met Eva praat ik met Sandra van Dagblad Trouw. Ik doe mijn best om bij dat gesprek aanwezig te blijven maar in gedachten dwaal ik steeds af naar het Spaanse Hof waar ik me zo moet wapenen tegen de opkomende ketters uit Nederland. Net op tijd ben ik terug om ja of nee te zeggen of een anekdote te vertellen welke helemaal niet aansluit bij waar het gesprek op dat moment over gaat. Ik moet plassen. Wegwezen. Ik sluit me op op het toilet. Rust. ‘Ik sla op deze rots want ik wil water, water voor mijn koorts die brand en het enige wat jij me geeft is gloeiend goud’.

92


Ik ben bijna door mijn teksten heen. In de kleedkamer zitten naast Maxime, Carl en Edouard ook Jip, Jean Pierre en Roel, studenten van de TVR.

trouwen met zijn moeder

Wat was ik van de week trots op Jean Pierre toen hij ogenschijnlijk moeiteloos meespeelde toen we een aantal scènes voorspeelden voor de commissie podiumkunsten die in het theatercafé wilde vergaderen. Heel welkom die vergadering maar dan spelen we natuurlijk wél meteen – dacht ik. We hebben iets bijzonders opgebouwd met elkaar en ik verheug me op de toekomst en alle jonge creatieve die bij ons met ons of zonder ons kunnen door ontwikkelen en expirimenteren. Als ik al mijn teksten heb gehoord in gedachten kom ik pas van de toilet. Louis begint zich in de kleedkamer om te kleden naar de grootinquisiteur, ‘brrr altijd fris zo’n koud kostuum’ hoor ik hem mompelen. Jeroen stemt zijn viool. Doodeng zo’n prachtige viool die honderd keer meer waard is dan de hele inboedel van Mooi Weer bij elkaar in een te kleine kleedkamer met teveel mensen. Elsie stuurt een berichtje om ons succes te wensen. Zelf heeft ze morgen de première Heisenberg, bij Theater Rotterdam en vanavond een try-out. Philippe legt de laatste hand aan de ruimte en neemt samen met Bart plaats op de piano acher de gebouwde tribune. Bart is ook doodnerveus voor de première – hij heeft Don Carlos geregisseerd – ook zo’n herhaling van vijf jaar terug. Hij begint te slaan. Dan weet je het wel, het moet ongeveer vijf minuten voor aanvang zijn. Het is tijd om me flink op te laden; het is op leven en dood vanavond. We gaan het of steengoed doen òf flink uit de bocht maar niets daar tussenin, daar kom je niet voor uit je bed. Na Eva’s vijf minuten voor aanvang signaal gaan we chargeren en nemen onze posities in. Ik kruip onder de apenrots, daar kom ik straks op als Filips II. De eerste paar scènes lig ik daar dus onder, zoals ik bij Peer Gynt onder het luik zat te wachten. Ik denk na over de voorstelling en ons werk, ik kan niet in de toekomst kijken maar terugblikken is in het geheim wel aardig gelukt. Niemand weet dat ik dit boekje samen met Marieke en Minke maak als kroon, als markering van een periode. Subjectief en beknopt weegegeven maar ik vind het de moeite waard om bij stil te staan. We zijn al heel lang, pas net begonnen. Aha! Mijn wachtwoord klinkt. Ik zet het TL licht aan. Aanvang. Met gespeelde moeite kruip ik onder de apenrots uit. Daar gaan we weer onbespied en met volle overgave. Een bezoeker op de eerste rij begint direct te roggelen als een draaiorgel dat door z’n rechterwiel

93


10 januari 2019

is gezakt. Het blijft genieten. Het zou een metafoor kunnen zijn voor het trompetgeluid wat ten tijde van Filips II in Spanje vast geklonken zal hebben als aankondiging bij het arriveren van de koning. Midden in de roos of er flink naast, nog zolang de humor strekt. Het is nooit teveel! Ik knijp Jip/Elisabeth in haar zij en zeg zeer opgewekt: “Alleen mijn liefste? Niet eens een dame die je vergezeld. Dat vind ik vreemd. Waar zijn ze allemaal gebleven?’’ “Hoe kunt u aan mij twijfelen?’’ zegt zij. “Ik tel de mensen om je heen en mis ze allemaal. (Maxime/Eboli komt op) Ik mag dan de rijkste man ter wereld heten maar dat bezit was vroeger allemaal van anderen en anderen bezitten het na mij maar dit hier… (ik kijk om me heen en zucht van geluk) … dit is van mij’’

94


SLAPPE BALLEN

95


SLAPPE BALLEN

CREDITS Idee & tekst DĂŠlano van den Berg (Eind)redactie Irene von Weiler & Manou Wieggers Ontwerp Marieke Bokelman & Minke Themans Fotografie affiches Maarten Laupman Speciale dank aan Arie Bos, Henk van Gent, Sofie Habets, Arjan van den Tempel & Leander de Vos

96


05 48 17 65

97

JAAR

VOORSTELLINGEN

HERNEMINGEN

AFFICHES


98

: Vijf jaar Mooi Weer & Zo n, achtenveertig voorstellinenge zeventien hernemingen ar vijfenzestig affiches, nsma n! nog lang niet met pe ioe


99


100


101


102


103


104


105


106


107


108


109


110


111


112


113


114


115


116


117


118


119


120


121


122


123


124


125


126


127


128


SLAPPE BALLEN

129 129


SLAPPE

BALLEN “Ik heb nog nooit een voorstelling meegemaakt zonder einde.” - Edouard Kain

130

130


SLAPPE BALLEN

05 48 17 65

JAAR

VOORSTELLINGEN

HERNEMINGEN

AFFICHES

132


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.