Hogeschool van Amsterdam Amsterdamse Hogeschool voor Techniek
Engineering, Design and Innovation
Bijlage III PROJECT: COGENERATION
BEDRIJFSKUNDIGE RAPPORTAGE
LEDEN: § Fons Huisman § Michiel Ravelli § Minne Troostheide § Marco Veenstra § Sander de Waal § Olaf Weller PROJECTBEGELEIDER: § Dhr. P.G. Zult Amsterdam, mei 2008
INHOUDSOPGAVE INLEIDING .........................................................................................................2 COMPONENT KOSTEN ............................................................................................3 BRANDSTOFCELLEN..............................................................................................3 WARMTEPOMPEN.................................................................................................3 ELEKTRISCH VERWARMINGSELEMENT .........................................................................3 WATERBASSIN ...................................................................................................3 SCROLL-COMPRESSOREN .......................................................................................4 POMPEN ..........................................................................................................4 WARMTEWISSELAARS ...........................................................................................4 SUBSIDIES .........................................................................................................5 DUURZAAM ONDERNEMEN NOORD-HOLLAND ................................................................5 ENERGIE-INVESTERINGSAFTREK ...............................................................................5 KLEINSCHALIGHEIDSINVESTERINGSAFTREK ..................................................................6 MILIEU-INVESTERINGSAFTREK.................................................................................6 WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING MILIEU-INVESTERINGEN.....................................................7 SUBSIDIE CONCLUSIE ..........................................................................................7 TERUG VERDIEN TIJD (TVT)....................................................................................8 VERGELIJKING VAN SYSTEMEN .................................................................................8 ONTWIKKELING..................................................................................................8 KOSTEN ..........................................................................................................8 BRANDSTOFCEL ................................................................................................10 WARMTEPOMPEN...............................................................................................10 WATERSTOF ....................................................................................................10 HET SYSTEEM ..................................................................................................10 CONCLUSIE.......................................................................................................11 BRONNEN.........................................................................................................12
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
INLEIDING Deze rapportage dient ervoor om duidelijkheid te creëren over de rendabiliteit van het systeem. Voor de firma “Bot-Reus en zonen” is er een bedrijfskundige rapportage opgesteld die duidelijk moet maken of de investering lucratief zal zijn. Dit rapport bevat een overzicht van de kosten van de componenten.(1) Hierbij is onderzocht wat de nieuwe componenten in aanschaf kosten en wat de kosten zijn om deze in het systeem te integreren. Tevens worden er vergelijkingen gemaakt met het oude systeem om aan te duiden wat de voordelen zijn. Vervolgens wordt er uitgelegd wat de rendabiliteit van de nieuwe componenten is voor de firma. Er zal een overzicht van mogelijkheden om subsidie aan te vragen worden gegeven. (2) Subsidies zijn belangrijk omdat men hierdoor een groot deel van de investering terug kan vragen. Dit is zeer lucratief voor een ondernemer en kan zeker van invloed zijn op zijn keuze om het systeem wel of niet te nemen. De terug verdien tijd is eveneens van belang voor het besluit om het systeem wel of niet ten realiseren.(3) De terug verdien tijd is een indicatie of een investering rendabel is of niet. Uiteindelijk worden er prognoses gesteld en een conclusie voor het gehele systeem.(4) In de conclusie zal de totaalprijs terug te vinden zijn en bij de prognoses zijn de verwachtingen van prijsveranderingen te vinden.(5)
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
2
1.
COMPONENT KOSTEN
In dit hoofdstuk vindt u alle prijzen van de componenten binnen het nieuwe systeem. Het gaat hier om de brandstofcellen (1.1), de warmtepompen (1.2), het elektrische verwarmingselement (1.3), het warmwaterbassin (1.4) en de scroll-compressoren (1.5). Bij alle afzonderlijke componenten zijn prijzen gegeven en wordt aangegeven of dit positief is ten op zichten van het huidige systeem. 1.1.BRANDSTOFCELLEN Er is 300 kW elektrische energie nodig die geleverd moet worden door 5 brandstofcellen van Nedstack, de PS50. De kosten voor de brandstofcellen per 'stack' bedragen €1.000,- per kW. Een stack is slechts de werkelijk ‘cel’, zonder het systeem. Stack + Systeem kosten €3500,per kW. Hiermee kan de totale aanschafprijs bepaald worden. De brandstofcellen + de bijbehorende systemen zal in totaal €1.050.000,- gaan kosten. In het oude systeem werd de elektriciteit van het net gehaald, hierdoor is het moeilijk een vergelijking te maken. Het is echter een feit dat er voor elektriciteit van het net op jaar basis voor €50.000,- wordt verbruikt. Deze kosten komen te vervallen wanneer wordt overgaan op het nieuwe systeem. De levensduur van de brandstof cellen liggen op ongeveer 15 jaar. 1.2.WARMTEPOMPEN In totaal is er 600 kW aan warmtenodig. Er is voor gekozen om hiervoor 5 Viessman WW 280 warmtepompen te gebruiken. De warmtepompen zijn cascade geschakeld en hierdoor leveren ze genoeg kW voor het systeem. De “WW280” kostte €28445,- per stuk in 2007. In 2008 zijn de prijzen met 4.3% omhoog gegaan. Dit betekent dat de kosten voor één “WW 280” op een bedrag van €29.668,- komen. Voor vijf warmtepompen zal dit een totaalprijs van €148.340,- euro bedragen Ten opzichte van de kosten van het huidige systeem is dit negatief. Het huidige systeem heeft 3 20 jaar oude CV ketels en 4 nieuwe CV ketels. Als alle CV ketels worden vervangen door nieuwe zal het €21.600,- kosten, om aan het vereiste warmtevermogen te voldoen. Hierbij komt echter de kosten van het aardgas nog bij en dat is op jaar basis: €37.465,-. Met de warmtepomp zijn deze kosten niet aanwezig. 1.3.ELEKTRISCH VERWARMINGSELEMENT Omdat er stoom gemaakt moet worden voor de zomermaanden en omdat de warmtepompen een maximale uitgangstemperatuur van 55 graden kunnen realiseren is er een elektrisch verwarmingselement nodig om stoom van 65/70 graden te kunnen realiseren. Hiervoor is de Huikeshoven ERCU 55 gekozen. Het verwarmingselement kost €873,- per element. Ten opzichte van het huidige systeem is dit positief. Om het water op te warmen is er ongeveer 4 kW warmte nodig. De kosten hiervan zijn duidelijk lager dan de kosten van het aardgas om de stoom te produceren, zoals dat nu gaat. 1.4.WATERBASSIN Om een zo hoog mogelijke COP getal te halen is er voor gekozen om een warmwater bassin neer te zetten naast het bedrijf. Een bassin van 120 m3 kost ongeveer 10.000 euro. Bron: http://www.geotop.nl/home.html
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
3
1.5.SCROLL-COMPRESSOREN In het oude systeem waren er al compressoren aanwezig. Deze hadden echter een lage COP daarom is besloten om deze te vervangen door scroll-compressoren. De scroll-compressoren hebben een hogere COP en het type is: Copeland ZB11MCE. Om aan het benodigde koelvermogen van 44 kW te voldoen zijn er twee compressoren nodig. De kosten hiervan zijn €1.888,Dit is gunstig ten op zichten van het huidige systeem. Waar compressoren zich bevinden met een COP-waarde van circa 1,75. De nieuwe scroll-compressoren hebben een COP van 4 dit betekend dat er twee keer zo weinig elektrische energie wordt verbruikt voor hetzelfde koelingvermogen. Bron: gebeld met Copeland Benelux en de catalogusprijs van de compressor gevraagd. Deze met bijtelling van leveringskosten gekregen van een medewerkster. 1.6.POMPEN Om het water van A naar B te krijgen zijn er pompen nodig. Er zijn verschillende pompen nodig omdat er ook verschillende toepassingen zijn en verschillende massa´s water zijn die verplaatst moeten worden. De eerste pomp is de pomp die het water van het bassin verplaatst naar de brandstofcellen om deze te koelen. Het type pomp dat hier gekozen is: “GRUNDFOS”, type “UPE 80-120” Deze pomp kost €958,67,-. Deze pomp wordt ook nog twee keer gebruikt om het warme water van de brandstofcel naar het warmwaterbassin te pompen. Omdat het benodigde debiet hier hoger ligt zijn er twee type: “GRUNDFOS”, type “UPE 80-120” nodig. Dit kost: €1917,33,Als het water uit het warmwaterbassin een te hoge temperatuur heeft dan dient dit gekoeld te worden. In het systeem gebeurt dit met slootwater. De pomp die het slootwater langs de warmtewisselaar pompt is de: “GRUNDFOS”, type “MAGNA 50-100”. Deze kost: €1007,Dan zijn er nog vijf pompen nodig die het warme water van het bassin door de warmtepompen pompen. Hiervoor wordt de “GRUNDFOS”, type “MAGNA 25-60” gebruikt. Deze kosten samen: €646,Hiermee komt het totaalbedrag voor de warmtepomp op €4529,1.7.WARMTEWISSELAARS Om de warmte af te geven zijn er een drietal warmtewisselaars nodig. Deze warmtewisselaars zijn allen van het merk SWEP. Er staat een warmtewisselaar tussen het slootwater en het bassinwater, een tussen het bassin en de warmtepompen en een tussen het slootwater en het bassin. Tussen het slootwater en het bassinwater staat de volgende warmtewisselaar: SWEP 2 B12Lx90. Deze warmtewisselaar kost: €499.51,Tussen het slootwater en het bassin staat de volgende warmtewisselaar: SWEP 2 B12Lx70. De warmtewisselaar kost: €411.91,Tussen het bassin en de warmtepompen staat de grootste warmtewisselaar, namelijk de: SWEP B12Hx110. Deze warmtewisselaar kost: €903.79,Hiermee komen de totaalkosten van de warmtewisselaars op: €1815,21,Totaalprijs van de componenten: 1.266.300 euro
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
4
2.
SUBSIDIES
Door alle regelingen die in Nederland van kracht zijn is het mogelijk om een groot deel van de investering terug te krijgen. In dit hoofdstuk zijn de verschillende subsidieregelingen, die van toepassingen zullen zijn, uitgelicht. 2.1.DUURZAAM ONDERNEMEN NOORD-HOLLAND Gemeenten, brancheorganisaties, adviesbureaus en bedrijven kunnen subsidie krijgen voor maatregelen die streven naar duurzaam ondernemen. De subsidie is bedoeld voor onderzoek naar innovatieve en duurzame productie- en distributiemethoden en voor het inhuren van de deskundigheid die daarbij nodig is. Voorbeelden zijn (advies over) energiebesparing, afvalbeperking of beperking van de CO2-uitstoot. Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor een subsidie of advies moet het initiatief betrekking hebben op één van de volgende gebieden: • milieuvriendelijke productontwikkeling • efficiënt energie- en grondstofgebruik • milieuvriendelijke innovatie productietechnologie Aanvragen De subsidie kan worden aangevraagd bij de provincie Noord-Holland. 2.2.ENERGIE-INVESTERINGSAFTREK Ondernemers die investeren in energiebesparende technieken, komen mogelijk in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek (EIA). Dat betekent dat deze investeringen aftrekbaar zijn van de inkomsten- of vennootschapsbelasting. De aftrek geldt ook voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen. De EIA kent vijf toepassingsgebieden, te weten: gebouwen, apparaten en processen, warmtekracht, transport en duurzame energie. Welke bedrijfsmiddelen precies voor de aftrek in aanmerking komen kunt u vinden op de zogenaamde energielijst die het ministerie van Economische Zaken jaarlijks opstelt. Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor deze aftrek moet er ten minste aan de volgende voorwaarden worden voldaan: • Uw onderneming is in Nederland gevestigd en is belastingplichtig. • Uw investering bedraagt minimaal 2100 euro. • U hebt in 2008 een milieuvergunning. • Het bedrijfsmiddel is niet eerder gebruikt. Aanvragen Aanvragen die betrekking hebben op 2008 kunt u indienen van 1 januari 2008 tot en met 31 maart 2009. U meldt de investering bij de Belastingdienst, Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijvingen in Breda. De aanmelding op naam van een investerende dochtermaatschappij wordt gedaan door de moedermaatschappij. De Energie-investeringsaftrek (EIA) is een fiscale regeling voor ondernemers, die investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen en de toepassing van duurzame energie. Met de EIA heeft u dubbel voordeel: lagere energiekosten én u betaalt minder inkomsten- of vennootschapsbelasting. Doel en hoogte van de EIA Met de EIA wil de overheid het Nederlandse bedrijfsleven aansporen tot energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Als u investeert in energiebesparende bedrijfsmiddelen of duurzame energie, kunt u via de EIA 2008 44% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst van uw onderneming. Het directe financiële voordeel is afhankelijk van het belastingpercentage en bedraagt ongeveer 11% van de goedgekeurde investeringskosten. De EIA kunt u toepassen naast de gewone investeringsaftrek. In 2008 kunt u per ondernemer/fiscale eenheid over maximaal EUR 111 miljoen aan energie-investeringskosten EIA aanvragen. Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
5
Bedrijfsmiddelen De EIA kent vier toepassingsgebieden, te weten: gebouwen, apparaten en processen, transport en duurzame energie. De energielijst bepaalt welke bedrijfsmiddelen voor EIA in aanmerking komen. Als een energieadvies leidt tot een energie-investering, komen de kosten van dit advies voor EIA in aanmerking. EIA aanvragen U kunt op de website van de EIA een stappenplan volgen, dat u snel door de aanvraagprocedure leidt. Hierdoor weet u binnen enkele minuten of uw investering in aanmerking komt voor EIA. U kunt dan meteen een aanvraag indienen door het aanvraagformulier in te vullen en op te sturen naar het Bureau IRWA in Breda. U moet binnen drie maanden na het aangaan van de verplichtingen een aanvraag hebben ingediend. Opdrachtgever Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Financiën Doelgroep Ondernemers in Nederland Begindatum indieningstermijn: 01-01-2008 Einddatum indieningstermijn: 31-03-2009 Let op! Een EIA-aanvraag kan tot 3 maanden na het aangaan van de investeringsverplichting worden ingediend bij Bureau IRWA. De verplichting tot de investering moet uiterlijk eind 2008 worden aangegaan. Dan kan binnen drie maanden EIA aangevraagd worden. Uiterlijk 31 maart 2009 moeten alle aanvragen binnen zijn. 2.3. KLEINSCHALIGHEID-INVESTERING-AFTREK Ondernemers die in 2007 tussen de 2100 en 232.000 euro investeren, kunnen de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek claimen. De bedrijfsmiddelen waarin u investeert, moeten dan wel in aanmerking komen voor investeringsaftrek. Niet voor aftrek in aanmerking komt bijvoorbeeld de aanschaf van kapitaalgoederen als woonhuizen, grond, effecten en vorderingen. Ook de aanschaf van zaken waarvoor u verplichtingen aangaat jegens personen (ook rechtspersonen!) uit uw persoonlijke of zakelijke omgeving, is van de regeling uitgesloten. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is een percentage van al uw investeringen. De hoogte hangt dus af van het geïnvesteerde bedrag. Voorwaarden U kunt in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek als u aan de volgende voorwaarden voldoet: • Uw onderneming is in Nederland gevestigd en u bent belastingplichtig voor de inkomstenbelasting. • U investeert in bedrijfsmiddelen voor uw onderneming. • De bedrijfsmiddelen waarin u investeert komen in aanmerking voor investeringsaftrek. Aanvragen U kunt de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek toepassen bij uw aangifte inkomstenbelasting. 2.4.MILIEU-INVESTERINGSAFTREK Ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek (MIA). Dat betekent dat zij een bepaald percentage van de investering kunnen aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Welke bedrijfsmiddelen in aanmerking komen, vindt u op de milieulijst die het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) jaarlijks opstelt. De aftrek geldt voor de volgende kosten: • aanschafkosten; • voortbrengkosten, dat zijn de kosten die u maakt wanneer uw onderneming het bedrijfsmiddel zelf vervaardigt; • aanpassingskosten en/of aanschaf nieuwe onderdelen. • kosten voor milieuadviezen (alleen voor MKB-bedrijven). Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
6
Bij bepaalde soorten bedrijfsmiddelen kunt u naast de milieu-investeringsaftrek ook nog in aanmerking komen voor VAMIL (willekeurige afschrijving milieu-investeringen). Voorwaarden Om voor MIA in aanmerking te komen moet u aan de volgende voorwaarden voldoen: • Uw onderneming is in Nederland gevestigd en belastingplichtig. • Het bedrijfsmiddel komt voor op de milieulijst. • Uw investering bedraagt minimaal 2100 euro per kalenderjaar en minimaal 450 euro per bedrijfsmiddel. • De bedrijfsmiddelen zijn niet eerder gebruikt. Aanvragen Het verzoek moet binnen drie maanden na aanschaf van het bedrijfsmiddel worden ingediend. U meldt de investering bij de Belastingdienst; Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijvingen in Breda. 2.5.WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING MILIEU-INVESTERINGEN Bedrijven die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen kunnen een belastingvoordeel krijgen. U komt mogelijk in aanmerking voor willekeurige afschrijving voor milieuinvesteringen (VAMIL). Dat betekent dat u in een willekeurig jaar een willekeurig percentage mag afschrijven, zodat u een liquiditeit- of rentevoordeel kunt behalen. De volgende kosten komen voor afschrijving in aanmerking: • aanschafkosten; • voortbrengkosten; dat zijn de kosten die u maakt wanneer uw onderneming het bedrijfsmiddel zelf vervaardigt; • aanpassingskosten en/of aanschaf nieuwe onderdelen. Bij bepaalde soorten bedrijfsmiddelen kunt u naast de VAMIL ook nog in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). Welke bedrijfsmiddelen in aanmerking komen voor aftrek, kunt u vinden op de milieulijsten die het ministerie van Verkeer Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) jaarlijks opstelt. Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor de aftrek moet u ten minste aan de onderstaande voorwaarden voldoen: • Uw onderneming is in Nederland gevestigd en is belastingplichtig voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting. • Het bedrijfsmiddel komt voor op de milieulijst. • Het bedrijfsmiddel is niet eerder gebruikt. • De aanschaf van het bedrijfsmiddel beschermt het milieu. Aanvragen Het verzoek moet binnen drie maanden na aanschaf van het bedrijfsmiddel worden ingediend. U meldt de investering bij de Belastingdienst, Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijvingen in Breda. De aanmelding op naam van een investerende dochtermaatschappij wordt gedaan door de moedermaatschappij 2.6.SUBSIDIE CONCLUSIE In Nederland bestaan er talloze regelingen om subsidie te verkrijgen. De regelingen die van toepassing kunnen zijn op de investering zijn bepaald. Dit met behulp van overheidsinstanties en de website antwoordvoorbedrijven.nl De belangrijkste subsidieregeling is de “Energie-investeringsaftrek” (EIA). Hierdoor is het mogelijk om 44% van de investeringskosten af te trekken van de fiscale winst. De andere regelingen zorgen allen voor kleinere percentages. Door alle regelingen bij elkaar ‘op te tellen’ kan er circa 50% worden vergoed. Dit zal tevens in de komende jaren, wanneer de investering eventueel wordt uitgesteld, zo blijven. Dit wordt tevens door verscheidene installatiebedrijven als een richtlijn gebruikt. Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
7
3.
TERUG VERDIEN TIJD (TVT)
Om de terug verdientijd van de investering te bepalen zijn er enkele factoren waar rekening mee gehouden moet worden. De hoogte van de investering, de energie- en onderhoudskosten ten opzichte van het oude systeem zijn van invloed op de terug verdien tijd. 3.1.VERGELIJKING VAN SYSTEMEN Het oude systeem is een prima systeem, het is zuinig en behoefd weinig aandacht. Het systeem maakt hoofdzakelijk gebruik van aardgas en elektriciteit van het net. Omdat aardgas een fossiele brandstof is zal het steeds schaarser worden en de prijs automatisch gaan stijgen. Nu al is de laatste jaren een stijging in de prijs waar te nemen als oorzaak door schaarste. De elektriciteit zal waarschijnlijk niet veel duurder worden maar door grote verliezen van krachtcentrale naar locatie is ook dit niet echt een milieu vriendelijke oplossing. Het nieuwe systeem dat grotendeels gebruik maakt van waterstof is het belangrijk om te weten wat de prijs per kilogram is en gaat doen. De waterstof in het nieuwe systeem zorgt voor de elektriciteit en een groot gedeelte van de warmwatervoorziening. De kosten op de energie rekening zijn de sterk afhankelijk van de waterstofprijs. 3.2.ONTWIKKELING Het is vooralsnog erg lastig om te voorspellen wanneer waterstof goed te betalen is. Mede doordat de waterstof economie nog in ontwikkelingsfase is. Dat waterstof in de toekomst voor meer doeleindes gebruikt gaat worden is vrijwel zeker. Er wordt al veel in geïnvesteerd door grote bedrijven om de ontwikkeling hiervan te stimuleren. Shell is hiervan een voorbeeld met verschillende projecten over de hele wereld. Door middel van deze projecten maakt de maatschappij op een vriendelijke manier kennis met waterstof en raakt men aan het medium waterstof gewend. Dat waterstof een groot deel als een van de energie dragers gaat uitmaken is volgens velen vrijwel zeker. Maar zoals gezegd is er nog veel ontwikkelingswerk nodig voordat waterstof de olie voor een groot gedeelte kan vervangen. 3.3.KOSTEN Om een schatting te doen over de terug verdien tijd dient de prijs voor aardgas en waterstof voor de komende tijd voorspelt te worden. De energie kosten hangen namelijk volledig af van dit bedrag. Om een beter beeld te krijgen van het risico dat met deze investering neemt hebben we drie voorspellingen gedaan. Eén voorspelling is niet ideaal, één middelmatig en één gunstig. Hieronder zijn de drie voorspellingen te zien. Bij voorspelling één gaan we uit van een slechte ontwikkeling waarbij waterstof afhankelijk blijft van de aardgas en dat de waterstof weinig zal zakken in prijs. H solutions schat in dat voorspelling twee het meest dicht bij een reëele voorspelling van de toekomst ligt. Een kilogram waterstof ligt op het moment op ongeveer twee euro per kilogram. H-Solutions schat dat de prijs de komende tien jaar nog niet veel zal dalen maar zal stijgen door de duurder wordende grondstoffen voor productie. Als de productie van waterstof minder afhankelijk van word van aardgas door verdere technologie ontwikkelingen en de vraag en aanbod groter wordt zal de prijs steeds verder zakken. Het moment wat wij daarvoor hebben gekozen is over ongeveer tien jaar. Dit kan echter ook eerder of later gebeuren. Wat betreft aardgas hebben we een aanname gedaan dat aardgas prijs slechts 4 cent per jaar zal blijven stijgen in de toekomst. Dit is een voorzichtige aanname in tegenstelling tot de stijging die de afgelopen vijf jaar aangehouden heeft, dit was vijf tot zes cent per jaar. Bij voorspelling drie is H-solutions van de gunstige situatie dat de waterstof prijs alleen maar daalt en de aardgas prijzen alleen maar stijgen met een grotere toename. Hier stijgt de aardgas gemiddeld tien cent per jaar in plaats van 5 cent gemiddeld bij voorspelling twee.
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
8
Met deze voorspellingen kunnen de energie rekeningen simpel berekend worden door de benodigde hoeveelheid waterstof of aardgas te vermenigvuldigen met de prijs. Bij het oude systeem is alleen aardgas gedeelte van invloed op de rekening. De rest, stroom etc., zal volgens H-Solutions in de toekomst niet veel veranderen. Daarom is de verandering van de energie rekening alleen afhankelijk van de aardgas prijs. Hier onder is een voorbeeld te zien van de laatste energie rekening met het oude systeem. Energie kosten oude systeem totaal 2007
88126,01
aardgas rest (stroom etc.)
37465,69 50660,32
Ook de onderhoudsuitgaven zijn een onderdeel in de berekening van de terug verdientijd. Deze worden net als de energie kosten van elkaar afgetrokken om de opbrengst uit te rekenen. De onderhoudsuitgave zijn lastig te schatten omdat ook dit in te toekomst ligt. We gaan er van uit dat zowel in het oude- als nieuwe systeem volgens de fabrikant gestelde eisen onderhouden wordt en er geen plotselinge kosten zijn aan kapotte onderdelen. De geschatte onderhoudsuitgave van het oude- en nieuwe systeem zijn hieronder in een tabel weergegeven. Systeem onderhoud oud per jaar
nieuw 800
500
Als de energie- en onderhoudskosten berekend zijn kunnen deze van elkaar afgetrokken worden volgens de volgende formule.
Winst = ( Enieuw – Eoud ) + ( Onieuw – Ooud ) + ( Knieuw – Koud ) E O K
= = =
Energie uitgaven Onderhouds uitgaven Vaste uitgaven
Dit dient dan voor elk jaar op nieuw berekend te worden omdat elk jaar natuurlijk weer anders is qua brandstof prijzen. Als deze opbrengst of verlies bekend is kan men deze van elk jaar optellen. Hieronder staat een grafiek weergegeven met de voorspellingen van de energiekosten per jaar. Ook de levensduur is belangrijk om te bepalen of het systeem het investeren waard is. De levens duur van de brandstof cellen ligt op twintig tot dertig duizend uur. Omdat de brandstofcellen cellen een overgroot deel van de totale investeringskosten met zich mee brengen zijn we er van uit gegaan dat het systeem na 15 jaar afgeschreven is. Om de netto contante waarde, NCW, van de investering te bepalen hebben we van alle drie de voorspellingen een berekening gemaakt. Eerst worden de opbrengsten van elk jaar contant gemaakt om vervolgens de NCW te berekenen. De geschatte inflatie voor de komende jaren in geschat op 3 % O= Opbrengst I = Inflatie CW = Ojaar1/I^1 + Ojaar2/I^2 + Ojaar3/I^3 + Ojaar4/I^4 + … NCW = CW - Investering Voorspelling 1 Voorspelling 2 Voorspelling 3 Totaal CW 189613,4401 387121,2944 889143,1716 Netto CW -440386,5599 -242878,7056 259143,1716 Te zien is dat voorspelling drie als enige positief is. Voorspelling één en twee eindigen flink in de min. De investering is volgens H-solutions dan ook geen verstandige keuze. De markt is op dit moment nog te veel in ontwikkeling en is hier door nog onvoorspelbaar en duur.
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
9
4. PROGNOSES In dit hoofdstuk zal per onderdeel een prognose gedaan worden met betrekking op de kosten, het onderhoud en de levensduur. De volgende componenten zullen behandeld worden: Brandstofcel (4.1), Warmtepompen (4.2), Waterstof (4.3) en een algemene prognose voor het complete systeem (4.4). 4.1.BRANDSTOFCEL Momenteel is de aanschaf van een brandstofcel, voor dit doeleinde, een relatief grote investering. Uit voorspellingen blijkt dat aanschafprijs de komende jaren gestaag zal dalen. Dit geld tevens voor het vereiste systeem, dat benodigd is voor het functioneren van de brandstofcel. Dit bleek uit de volgende bron; De directeur van Nedstack liet een voorspelling uit 1998 zien voor een verloop van 20 jaar, hierin werd weergegeven dat de prijs van brandstofcellen ieder jaar gehalveerd is. Voor de komende jaren zijn de verwachtingen gelijk aan die van 10 jaar geleden. Waar in 1998 brandstofcellen nog €45.000 per kWe kostte, wordt nu slechts €1.000,- per kWe betaald. De afgelopen twee jaar zijn de kosten niet gehalveerd, dit doordat de prijs van platina enorm is gestegen. Dit materiaal wordt gebruikt als katalysator tijdens het proces in de cel. Hiermee is de voorspelling voor de afgelopen tijd incorrect gebleken. Er wordt echter verwacht de voorspelling van €250,- per kWe in 2010 wél gehaald zal worden. Wanneer brandstoffencellen in massaproductie worden genomen zal dit de prijs nog meer ten goede komen. Bij Nedstack is al een zekere groei gaande, daarom is er het vertrouwen dat de vraag naar brandstofcellen in hoog tempo zal groeien. Een ander kostenbesparend punt is dat een brandstofcel twee maal minder onderhoud vraagt. De rendabiliteit is twee maal groter dan huidige methodes om energie op te wekken. Het proces is zelfs goed voor het milieu dit omdat er geen emissie bij vrijkomt en de lucht die wordt gebruikt moet eerst worden gezuiverd. Er komt schonere lucht uit dan dat er in gaat. 4.2.WARMTEPOMPEN De warmtepomp is voor eigen huisgebruik nog niet rendabel genoeg om de CV ketel te vervangen. Dit komt omdat de investeringskosten die nodig zijn voor het plaatsen van een warmtepomp nog te hoog liggen. Hier wegen de lage onderhoudskosten niet tegen op. Voor een bedrijf zijn ze echter al wel rendabel. Dit komt door de subsidies die er door de regering op worden gegeven en door de lage onderhoudskosten van een warmtepomp. De warmtepomp heeft twee keer minder onderhoud nodig dan een CV ketel terwijl de warmtepomp ook nog twee keer zolang meegaat als de CV ketel. Voor grotere bedrijven die hun warmtepompen of CV ketels zwaar belasten betekend dit een groot verschil in onderhoudskosten. 4.3.WATERSTOF Waterstof is om te produceren net zo duur als aardgas en aardolie. Waterstof komt namelijk vrij bij het produceren van aardgas en aardolie en wordt nu veelal gebruikt om chloor mee te maken. Waterstof bevat echter twee keer zoveel nuttige energie als Diesel. Hierdoor heeft waterstof een twee keer zo hoog rendement als diesel. Waterstof heeft ook het voordeel dat er geen emissie stoffen vrijkomen bij de verbranding ervan. Mocht waterstof in de toekomst op een andere manier geproduceerd kunnen worden (andere energiebronnen) dan zou de prijs van waterstof sterk kunnen dalen en hierdoor rendabeler worden voor het systeem. 4.4.HET SYSTEEM Voor de toekomst zou het een aantrekkelijk systeem kunnen worden voor de firma. Als de prijzen van de brandstofcellen dalen en de prijzen van de waterstof ook zakken en de huidige prijzen van de olie blijven stijgen dan zou dat zeker wel helpen bij het verminderen van de prijs voor het systeem. Ook worden er steeds meer en hogere subsidies gegeven voor het hebben van milieu vriendelijke systemen. Dit is zeer aantrekkelijk bij het nieuwe systeem. Het bevat namelijk warmtepompen en brandstofcellen die beide zeer efficiënt en milieu vriendelijk zijn.
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
10
5.
CONCLUSIE
Uit de rapportage is gebleken dat de eis: “de installatie moet binnen 10 jaar terug verdiend zijn� niet te halen is. De installatie verdient zichzelf in de meest gunstige situatie na ongeveer 12.5 jaar terug. Dit betekend dat aan een heel belangrijke eis niet voldaan kan worden. Hierdoor zal de installatie niet aanbevolen worden door H-solutions. Het blijkt echter dat het systeem over een aantal jaren wel rendabel is als de huidige trend binnen de brandstofcellen markt (4.2) standhoud. Dit zou namelijk betekenen dat het brandstofcellen systeem een kwart van de huidige prijs zou kosten. Dit te samen met de ontwikkelingen in de prijzen markt van de brandstoffen maakt het de investering over een aantal jaren wel interessant. H-solutions adviseert om de ontwikkeling van de prijzen markt in de gaten te houden en op een later moment te investeren.
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
11
6.
BRONNEN
• •
http://www.vitodens.nl/prijslijst06_06031960xxyq_vie/11.2_Vitocal300.pdf http://www.huikeshoven.nl/huikeshoven/pdf/Inschroefelement.pdf
•
http://www.geotop.nl/home.html
• •
http://www.vitodens.nl/prijslijst06_06031960xxyq_vie/11.2_Vitocal300.pdf http://www.vergelijkcvketels.nl/boiler.php?boilerid=142
•
http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/subsidie/0001-1966? branch=32&producttype=4&region=191&regionactivity=255&page=1&searchpage=/ zoekresultaat/ http://www.noord-holland.nl/Images/65_63791.pdf
• • • • • • • • • •
http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/subsidie/0000-1232? branch=32&producttype=4&region=191&regionactivity=255&page=4&searchpage=/ zoekresultaat/ http://www.belastingdienst.nl/zakelijk/ondernemen_investeren/ ondernemen_investeren-11.html http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/subsidie/0001-0028? branch=32&producttype=4&region=191&regionactivity=255&page=4&searchpage=/ zoekresultaat/ http://www.senternovem.nl/vamil_mia/index.asp http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/subsidie/0001-0008? branch=32&producttype=4&region=191&regionactivity=255&page=3&searchpage=/ zoekresultaat/ http://www.senternovem.nl/eia/Financieel_voordeel/index.asp http://www.senternovem.nl/mmfiles/Energielijst%202008_tcm24-251185.pdf http://www.senternovem.nl/vamil_mia/index.asp
•
http://www.antwoordvoorbedrijven.nl/subsidie/0001-0051? branch=32&producttype=4&region=191&regionactivity=255&page=4&searchpage=/ zoekresultaat/ http://www.senternovem.nl/vamil_mia/index.asp
• • •
www.watertof.nl www.shell.com/nl/ http://www.energie.nl/index2.html?stat/trends029.html
Project 7/8: Cogeneration – Bedrijfskundige rapportage H-Solutions
12
LEDEN: § Fons Huisman § Michiel Ravelli § Minne Troostheide § Marco Veenstra § Sander de Waal § Olaf Weller PROJECTBEGELEIDER: § Dhr. P.G. Zult Amsterdam, mei 2008