Meet Music 289 by Dirk De Paepe

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.289

25e jaargang - Januari 2013 25ième année - Janvier 2013

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Ibanez RC320

Kustom Defender V30

Peavey Tour TNT

Sabian

Kawai CA95

Player’s Choice Cymbals & B8 O-Zone Hilites

INHOUD - SOMMAIRE p.4

p.8

GUITAR Ibanez RC320 electric guitar ............................................................ 4

Kustom Defender V30

guitar amplifier combo.............................................. 8

BASS Peavey Tour TNT bass amplifier combo ............................................. 12

p.12 p.16

p.20

DRUMS & PERCUSSION Sabian Player’s Choice Cymbals & B8 O-Zone cymbals ................................................................... 16

KEYBOARD INSTRUMENTS Kawai CA95 digital piano............................................................... 20

HILITES ............................................................. 26 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com USA correspondent: Kris Provost Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Hans Ijzerman Johan Joris Joris Peeters Stéphane Landtmeters Stijn Deldaele Tim Van Roy Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Jérôme Degryse Michel Noach Thierry Stiévenart

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

Peavey....................................25

PRO SOUND & LIGHT

RSL.........................................12

AB Music ..................................5

Piano’s Maene ........................21

ADJ ....................................18,27

Shure ......................................13

Alhambra Guitarras ..................7

Roland ....................................22

Drumland ................................19

SAE ........................................28

AED ........................................15

Snapshot/Dynacord ................11

EMD........................................13

Sound Service ..........................9

Adam Hall ...............................17

Snapshot/EV...........................19

EMP ........................................15

Studio Factasy........................26

Beglec.....................................23

Sound 7 ..................................26

Hoshino Benelux BV .............17

Taffijn ......................................24

Highlite International.................2

Teac/Tascam.............................5

Kawai ......................................27

The Roadhouse ........................6

Hyperactive .............................6

Teac/ART ................................27

Magnet Records .....................26

Voerman .........................2,11,21

Lotronic ...................................25

XLR...........................................9

MilesTones Music ...................15

Yamaha ..................................23

M Works ...................................7

....................................................

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

www.meetmusic.com

Ibanez RC320

GUITAR

Ibanez RC320 ELECTRIC GUITAR INLEIDING

Voor velen is Ibanez nog altijd het merk van felgekleurde gitaren met flashy motieven waar meestal veel te veel noten per seconde op gespeeld worden. Maar het merk biedt ook een heel aantal andere modellen! Dat bewijzen de signature modellen voor George Benson en Pat Metheny misschien nog het best van al. Ook de gitaar die we vandaag bespreken, de Roadcore 320, valt een beetje buiten het typebeeld van de meeste Ibanezgitaren. Het is nog steeds een rockgitaar, maar met heel wat meer “vintage” kenmerken dan we van Ibanez gewend zijn!

ALGEMEEN Concept

TIM VAN ROY

INTRODUCTION

Dans l’esprit de beaucoup de musiciens, Ibanez ne reste toujours avant tout “que” des guitares aux couleurs vives et ornées de motifs voyants, dont les manches sont faits pour jouer un nombre (beaucoup trop) élevé de notes à la seconde ! Mais c’est un préjugé : cette marque propose aussi une foule d’autres modèles, dont les meilleurs exemples restent peut être les modèles signés par George Benson et Pat Metheny. La guitare dont nous allons parler aujourd’hui, la Roadcore 320, elle aussi, s’éloigne quelque peu du type de guitares généralement associées à Ibanez : il s’agit toujours bien d’une guitare de rock, mais avec des caractéristiques ‘vintage’ nettement plus marquées que ce à quoi Ibanez nous a habitués.

Voor de Roadcore probeert men bij Ibanez dus een aantal vintage kenmerken te koppelen aan het gekende Ibanez speelcomfort. Het design van de gitaar heeft een heel duidelijk retro-kantje, maar wat de elektronica en de specificaties van de hals betreft, trekt men bij Ibanez toch duidelijk de moderne kaart. Verder is dit duidelijk ook een “no-frills guitar”: geen prullen, geen gadgets,… Recht door zee dus, we zijn er nu al weg van!

GÉNÉRALITÉS Concept

Pour concevoir cette Roadcore 320, Ibanez s’est donc employé à associer un certain nombre de caractéristiques ‘vintage’ au confort de jeu dont la marque a fait une de ses spécialités. En effet, le design de cette guitare a un côté nettement “rétro”, mais en ce qui concerne l’électronique et les spécifications du manche, la firme reste tournée vers la modernité. De plus, il est clair que cette guitare se veut sans fioritures : pas de tralalas, pas de gadgets, etc. On en reste donc à l’essentiel ; quant à nous, on est prêt pour le test : c’est parti !

Toebehoren/Opties

De Roadcore 320 wordt geleverd in een kartonnen doos. Daarbij vinden we enkele extra’s, zoals een jack-jack kabel.

Imago

Al wie een tijdje gitaar speelt, kent zonder enige twijfel de naam Ibanez wel. Het merk is al jaren lang actief en kan een indrukwekkend lijstje artiesten onder hun vaste gebruikers rekenen. De lijst signature modellen is bijna eindeloos, met als meest gekende modellen de Jem (Steve Vai), de JS-reeks (Joe Satriani) en modellen voor onder andere Paul Gilbert en Andy Timmons. Ook beïnvloedde het merk mee het “algemene” beeld van de gitaar, met de RG-reeks en de eerste 7-string productiemodellen.

Afwerking

Wanneer een gitaar onder de noemer “retro” moet vallen, krijgt ze ling mee… tegenwoordig ook vaak een afgeleefde uitstradaan. Zo heb Maar dat heeft men bij de RC320 niet geik ze persoonlijk ook het liefst, de putten en krassen komen er vanzelf wel op met de jaren. Ve r d e r o p : merken we ook niet meteen problemen alle onderdelen zitten stevig op hun plaats, geen onzuiverheden in de lak, geen opgedroogde lijmresten,… Op naar het echte werk!

Accessoires / options

La Roadcore 320 est livrée dans une boîte en carton avec quelques effets en prime, y compris un câble jack-jack.

Image

BOUW

Tout qui joue de la guitare depuis un certain temps connaît, sans le moindre doute possible, le nom Ibanez. De fait, la marque est en activité depuis pas mal d’années déjà, et elle compte une liste impressionnante d’artistes parmi ses utilisateurs assidus. Sa liste de modèles signés est d’ailleurs pratiquement infinie ! Parmi les plus connus, citons la Jem de Steve Vai, la série JS de Joe Satriani, ainsi que des modèles pour Paul Guilbert et Andy Timmons, parmi bien d’autres ! La marque a même influencé “l’archétype” de la guitare moderne, notamment via sa série RG et les premières “sept-cordes” à être produites en série.

Kop/Hals

Aan de constructie van de hals kon ik zien dat men bij de Roadcore minder mikt op snelheid. Je krijgt een hals uit één stuk maple. Op zich niets bijzonders, maar de afmetingen van de hals zijn toch wel een stuk anders dan je doorgaans van Ibanez zou verwachten. De hals valt iets minder breed uit en is een stuk dikker. Als we checken bij bijvoorbeeld een RG-model uit de Prestigereeks, dan blijkt dat de hals van de Roadcore bijna een halve centimer dikker is dan die van het RG-model, waarbij hij wordt afgewerkt in een gloss-finish. Beschouw het dus eerder als een “oude telecaster” in plaats van een “moderne rockgitaar”! Zo ook de hals-naar-body constructie: de hals wordt met vier stevige schroeven (en halsplaat) vastgemaakt aan de body.

Toets

Voor de toets houdt men het bij de standaard: rosewood. Ook hier geen onzuiverheden in het hout! Alles is netjes afgewerkt, net als de frets. Perfect in de lijn van de rest van de constructie, verkiest men hier ook toon boven snelheid: je krijgt 22 medium frets. Geen 100.000 noten per seconde jumbo frets hier!

Body

Op dit vlak is het verschil met de meeste Ibanez gitaren misschien nog het grootst. Om te beginnen gebruikt men voor de body enkel en alleen mahonie. Maar het grootste verschil zit hem in de constructie van de body: een dubbel gebonden “slab” body. Dit wil zeggen dat men zowel de top als de achterzijde van de body voorziet van een (ivoorkleurige) binding en dat de body nergens uitsparing heeft voor je arm, borst of buik. De hoeken van dit model zijn volledig recht, helemaal de gitaar rond. Weer: net zoals de eerste telecasters ook

www.meetmusic.com

Finition

Quand une guitare correspond à l’appellation ‘rétro’, de nos jours, elle est souvent traitée de manière à avoir un aspect usé par le temps ... Mais ce n’est pas le cas de notre Ibanez Roadcore 320. Et personnellement, je préfère cette approche, car les coups et les griffes viennent d’eux-mêmes avec les années ! A première vue, aucun problème à signaler : tous les composants sont solidement fixés, bien à leur place. Et pas de traces d’impuretés dans le vernis, pas de restes de colle, etc. Bon, eh bien, nous sommes prêts pour l’inspection proprement dite !

CONSTRUCTION

Tête et manche

D’après la construction du manche, force est de constater que pour la Roadcore 320, Ibanez met moins l’accès sur la vitesse. Le manche est fait d’une seule pièce en érable. En soi, cela n’a rien de particulier, mais néanmoins, les mesures du manche sont largement différentes par rapport aux habitudes propres à Ibanez : en effet, le manche est moins large et nettement plus épais. Si nous prenons comme point de repère, par exemple, un modèle RG de la série Prestige, le manche de la Roadcore 320 accuse presqu’un demi-centimètre d’épaisseur en plus que celui de la RG, avec une finition en vernis brillant. Il faut donc considérer ce modèle plutôt comme une “vieille” Telecaster que comme une guitare de rock moderne. Et il en va de même pour la jonction entre le manche et le corps : le manche est fixé au corps via quatre solides vis qui “passent” par les quatre trous d’une petite plaque en métal.

Touche

Pour la touche, on en reste à une valeur sûre : le palissandre. Ici non plus, pas la moindre impureté sur le bois : tout est parfaitement fini, y compris les frettes. Ce point est d’ailleurs également à l’avenant du reste de la construction, car ici aussi, le son prend le pas sur la rapidité : le manche comporte 22 frettes de type médium, et non pas des frettes de type ‘jumbo’ destinées à jouer 100.000 notes à la seconde !

Corps

C’est peut être ici que la différence par rapport à la plupart des modèles Ibanez est la plus marquante. Tout d’abord, l’essence de bois choisie pour le corps est l’acajou, exclusivement. Mais la différence essentielle réside surtout dans le façonnage du corps : il s’agit ici d’un “corps-poutre” (‘slab’ body en anglais) à double filet. Ce qui veut dire, en clair, que les bords

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

Ibanez RC320

GUITAR

pro • Vintage stijl • Prijs-kwaliteitverhouding • Klank goed in balans

• Le style ‘vintage’ • Le rapport qualité / prix • L’excellent équilibre du son

contra • Geen markeringen op de knoppen

• L’absence de repères sur les boutons

werden gebouwd. De uitsparingen voor de armen en buik werden pas toegevoegd eenmaal de stratocaster op de markt kwam. Je krijgt dus letterlijk een blok hout onder je arm geschoven! De body is voorzien van een dubbele cutaway, dus toegang tot de hoogste frets is geen enkel probleem. Er zijn ook nog enkele bijzonderheden: zo zijn de humbuckers voorzien van gem e n chromeerde pickupringen. Om het geheel in dezelfde styling te gieten, heeft dan ook gekozen voor gechromeerde knoppen voor de volume- en toonrege ling. En hier toch een minpuntje: de knoppen zijn volledig vrij van markeringen (getallen) waardoor je, als je geregeld met de knoppen van je gitaar werkt, dus niet kan zien hoe je het

instrument hebt “ingesteld”. Voor de meesten allicht geen probleem (“want die knoppen staan toch altijd volledig open”), maar voor degenen die er wel gebruik van maken, kan het lastig zijn.

HARDWARE & ELEKTRONICA Stemmechanieken

De tuners zijn merkloos, dus het is allicht veilig aan te nemen dat deze afkomstig zijn uit de eigen Ibanez-winkel. Dat hoeft natuurlijk niet nadelig te zijn! De tuners werken vlot, reageren alert en van speling is er geen sprake. Deze gitaar moet je maar zelden bijstemmen, hoewel dat ook de verdienste is van de brug…

ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE Mécaniques

Les mécaniques sont sans marque, on peut donc raisonnablement postuler qu’elles sont en provenance de l’écurie Ibanez ... ce qui, évidemment, n’est pas nécessairement un inconvénient ! La preuve, ces mécaniques fonctionnent rapidement, elles réagissent immédiatement et il n’y a aucune trace de jeu quand on les fait tourner. Cette guitare ne doit être réaccordée que rarement, mais il faut préciser qu’une partie du mérite revient également au chevalet ...

Chevalet

... car quand une firme ose appeler son projet de chevalet ‘Tight Tune’, il faut évidemment que les prestations “suivent” dans le bon sens, non ? En soi, le chevalet est incontestablement un argument de poids supplémentaire pour “aider” à la stabilité de l’accordage d’une guitare : nous sommes en présence d’une pièce massive, sans pièces mobiles, et dont les cordes traversent le corps de l’instrument. La conception de ce chevalet a encore été adaptée récemment pour optimaliser la transmission des vibrations sonores entre les cordes et le corps. Il est clair que sur ce poste, on a “mis le paquet” pour que cela fonctionne au mieux !

CONFORT DE JEU

Brug

… want als je je brugontwerp de “Tight-tune” brug noemt, dan moet je natuurlijk ook de nodige prestaties leveren, nietwaar? De brug op zich is qua constructie zonder twijfel een extra bonus voor de stemvastheid van je gitaar: een massieve constructie, geen bewegende onderdelen en een string-through-body constructie. Het ontwerp van deze brug is onlangs nog aangepast om de trillingsoverdracht tussen snaren en body te optimaliseren. Het is duidelijk, hier werd het nodige werk in gestoken!

SPEELCOMFORT Ergonomie

Wat je uit de regels over de body al wel had kunnen afleiden: tegenwoordig worden we als gitaristen aardig verwend door zowat alle merken. Moderne instrumenten worden voorzien van uitsparingen voor armen, buik, borst,… Men probeert telkens het instrument zo comfortabel mogelijk te maken, of we nu rechtstaan of zitten. Met een “slab” body, zoals de RC320, vervallen veel van deze ‘comfortabele aanpassingen’. En dat is wel even wennen, maar ook niet meer dan dat. Akoestische gitaristen zijn het toch ook gewend om met die grote klankkast te spelen? Na enkele repetities of oefensessies met deze gitaar merk je allicht het verschil

de la table et du dos sont tous deux ornés et “soulignés” par un filet de couleur ivoire. Cela implique également que nulle part, on ne trouvera de parties “amincies” pour améliorer le confort de jeu, comme aux endroits où l’on pose le bras, ou bien où la guitare entre en contact avec le corps du musicien. Les bords du corps de ce modèle sont donc à angles parfaitement droits, d’un bout à l’autre ! Au risque de me répéter : exactement comme les vieilles Telecasters étaient construites. Car les parties amincies pour le bras et le ventre n’ont eu droit de cité que lorsque la Stratocaster (qui, la première, en bénéficiait) est arrivée sur le marché. Le musicien a donc, littéralement, un bloc de bois sous le bras ! Le corps est pourvu de deux encoches, il n’y a donc aucun problème pour accéder aux frettes les plus aiguës. Mais d’autres particularités sont encore à mentionner : ainsi, les deux humbuckers sont entourés par un bord chromé. Et pour que le tout reste cohérent au niveau esthétique, la firme a opté pour des boutons, eux aussi, chromés, pour le réglage du volume et de la tonalité. C’est ici que j’ai une critique à émettre : ces boutons n’ont pas le moindre point de repère. Résultat : quand vous avez réglé les boutons de votre guitare, vous n’avez aucun moyen de voir (et donc de reproduire par la suite) comment vous l’avez réglée. Pour la plupart des guitaristes, ce n’est pas un problème : “Nous, les boutons sont toujours mis à fond !”. Mais pour ceux qui ne pratiquent pas de la sorte, cela peut être gênant.

www.meetmusic.com

Ergonomie

Sur base de ce qui a déjà été dit sur les habitudes concernant le corps des instruments, les déductions sont les suivantes : à l’heure actuelle, les guitaristes que nous sommes ont pris des habitudes créées par presque toutes les marques. Les instruments contemporains sont dotés de parties amincies pour le bras et le ventre, le but étant toujours de rendre le contact avec l’instrument le plus confortable possible, que ce soit en position assise ou debout. Avec un corps brut (‘slab’ body = corps aux angles à 90°, comme ceux d’une poutre) comme celui de notre Roadcore 320, la plupart de ces “confortables adaptations” se retrouvent aux oubliettes ! Et il faut un peu de temps pour s’y habituer, mais pas trop quand même. Car que devraient dire les guitaristes acoustiques, eux qui sont habitués à jouer avec des caisses de résonance bien plus importantes ? Après quelques répétitions ou sessions d’exercices avec cette guitare, je ne “sentais” déjà pratiquement plus la différence ...

Action

L’action de cette Roadcore 320 était réglée en position moyenne, très “sûre”, mais avec un chevalet tel que celui-là et une clef Allen, il est très facile de l’adapter. Selon mes goûts personnels, la Roadcore 320 tirerait avantage à être équipée d’un jeu de cordes plus “dur” que celui avec lequel elle est livrée.

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

Ibanez RC320 al niet meer.

Actie

De actie van de RC320 is op een veilige middenmaat gezet, maar met diezelfde brug kan je de actie met behulp van een inbussleutel zeer makkelijk aanpassen! Naar mijn smaak zou de RC320 ook profiteren van een zwaardere snarenset dan die waar ze mee wordt geleverd.

KLANKKWALITEIT Kleur

Aangezien de RC320 in zowat alle categoriën niet echt als een typische Ibanez-gitaar kan worden bestempeld, is het ook zeker geen verrassing dat de klank eveneens buiten standaard Ibanez-terrein valt. Terwijl de meeste Ibanez rockgitaren zich laten typeren door een zeer specifiek gerichte klank (denk aan de Vai-, Satriani- of Timmons-modellen) klinkt de RC320 een stuk meer open. Terwijl we ons schrap hadden gezet om een gigantische uppercut te incasseren van de humbuckers, blijkt de klank verrassend mooi in balans te zitten en de output eerder middelmatig te zijn. Met enige achterdocht bekijken we nog even of het volume wel even open staat en we z e k e r geen actieve elektronica vergeten te activeren… Maar

gaat met deze gitaar iets meer gemaneen, Ibanez tigde klanken produceren. En gezien de klanken die we uit de RC320 halen van goede kwaliteit zijn, is dit een aangename verrassing! De pickups van de RC320 leveren een meer open klank: de middentonen domineren niet zo hard als bij de meer rock- en metalgerichte modellen, de hoge en lage tonen krijgen eveneens genoeg ruimte om hun ding te doen. De getemperde output zorgt er tevens voor dat je versterker niet automatisch begint te oversturen als je de gitaar inplugt: de licht tot half overstuurde klanken van deze gitaar zijn heerlijk! Dit is allicht één van de eerste Ibanez gitaren waar ik meer clean (of in de buurt van clean) dan overstuurd mee heb gespeeld. De inzetbaarheid van dit model verschuift allicht ook wat: deze gitaar zal je minder op metalpodia vinden, maar ik kan mij zonder enig probleem inbeelden dat deze gitaar snel een favoriet zal zijn bij de meer stevige songwriters. Zowel de styling als de klanken passen perfect binnen dit muziekgenre.

Respons

De respons van de gitaar is volledig zoals het hoort, maar je moet bovenstaand hoofdstukje wel in het achterhoofd houden. De meeste rockmodellen van Ibanez leveren immers pickups met een veel hogere output, waardoor je noten en loopjes een pak harder door de luidspreker knallen.

BUDGET

Uiteindelijk kunnen we de RC320 niet meteen betrappen op grote fouten… En dat gebeurt ook bij de prijs niet! Voor €446 kan je een exemplaar mee naar huis nemen. Op zowat alle onderdelen scoort de RC320, in verhouding met de prijs, prima. Maar vooral qua concept verdient ze extra punten: binnen deze prijsklasse zijn er niet zo veel gitaren die vintage en moderne functies met elkaar combineren… En al helemaal geen modellen waarbij het geheel zo geslaagd is.

CONCLUSIE

De RC320 was op vele vlakken een aangename verrassing. Het instrument biedt een heel andere “vibe” dan die we van Ibanez gitaren gewend zijn. Het is leuk te zien dat deze variatie zo geslaagd uit de test komt. Voor dit model hoef je je geen zorgen te maken: hiermee moet je geen duizenden noten per seconde kunnen spelen om indruk te maken! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

GUITAR

QUALITÉ SONORE Couleur sonore

Etant donné que notre Roadcore 320 n’est pas vraiment une guitare typique pour Ibanez, et ce, quel que soit le domaine envisagé, ce n’est certes pas une surprise si le son est tout aussi éloigné du son typique de la marque. Alors que la plupart des guitares de rock Ibanez se caractérisent par un son très spécifique (pensez aux modèles signés par Vai, Sariani et Timmons), la Roadcore 320 a un son plus ouvert. Alors que nous nous attendions à encaisser un énorme uppercut venant des humbuckers, le son semble posséder une balance étonnamment bien équilibrée, et la puissance de sortie est plutôt moyenne. Dans le doute, nous vérifions quand même si le volume est bien à fond et/ou si n’aurions pas oublié d’enclencher une électronique active ... Mais rien de tout cela : avec une telle guitare, Ibanez a choisi de produire des sons “modérés”. Et étant donné que les sons venant de la Roadcore 320 sont de bonne qualité, nous voilà gratifiés d’une bonne surprise! Les micros de notre Roadcore 320 proposent donc un son plus ouvert : les sons médians ne sont pas aussi “dominants” que sur les modèles plus

orientés vers le rock et le métal. Bref, les aiguës et les basses ont suffisamment d’espace pour se faire (bien) entendre. En raison de la puissance de sortie moyenne des micros, l’ampli ne commence pas directement à saturer dès que vous branchez la guitare : sur cet instrument, les sons allant de “légèrement” à “à moitié” saturés sont magnifiques ! C’est en tout cas une des premières guitares Ibanez avec laquelle j’ai passé plus de temps à jouer avec des sons “propres” qu’avec des sons saturés. Le “périmètre” d’utilisation d’une telle guitare se modifie également : on la trouvera moins souvent sur un podium où l’on joue du métal, mais j’imagine que, sans le moindre problème, un tel instrument deviendra vite un instrument de prédilection pour les compositeurs : tant l’esthétique que les sons de cet instrument conviennent parfaitement à ce créneau musical.

Réponse

La réponse de cette guitare est tout à fait satisfaisante, mais il faut garder le paragraphe précédent en mémoire : la plupart des modèles rock d’Ibanez possèdent des micros dotés d’un niveau de sortie plus élevé, et par conséquent, les notes “pètent” beaucoup plus dans les haut-parleurs.

BUDGET

Au final, nous n’avons pas découvert de défaut majeur en examinant cet instrument... et cette réflexion peut aussi s’appliquer au prix: il vous suffira de 446 euros pour ramener cette guitare à la maison! En tenant compte du prix, pratiquement tous les composants tirent parfaitement leur épingle du jeu sur cette Roadcore 320. Mais c’est surtout au niveau de sa conception qu’elle mérite des louanges: dans une telle catégorie de prix, il n’y a pas beaucoup de guitares qui combinent aussi bien des caractéristiques ‘vintage’ et des caractéristiques plus modernes... Et ce qui est encore plus rare, c’est d’avoir un modèle globalement aussi bien réussi.

CONCLUSION

Dans plusieurs domaines, cette Roadcore 320 propose d’agréables surprises. Cet instrument procure un “feeling” totalement différent de celui auquel Ibanez nous a habitués. C’est vraiment sympa de voir que cette “variation” réussit ce test “haut la main”! Ne vous faites surtout pas de tracas pour ce modèle : avec lui, pas besoin de jouer des milliers de notes à la seconde pour faire (excellente !) impression! MMM

www.meetmusic.com

Kustom Defender V30

GUITAR

Kustom Defender V30 GUITAR AMPLIFIER

TIM VAN ROY Après avoir testé toute une flopée d’engins digitaux, cela fait toujours plaisir d’en revenir à un vrai “tout lampes” ! Le Kustom Defender V30 se targue de posséder une foule de (bonnes !) choses, comme un pré-ampli spécial, un bel équilibre entre son côté ‘vintage’ et son côté moderne, etc. Mais le plus important, c’est que nous avons de nouveau des potentiomètres sous nos doigts - ravis ! - en lieu et place de sous-menus digitaux et autres écrans à cristaux liquides. Allez, on démarre directement !

GÉNÉRALITÉS

Concept

Rien de neuf sous le soleil : la marque nous “sert” un ampli à lampes, un modèle qui, en soi, est très classique de par sa construction et ses fonctions. Pour en compléter les caractéristiques, Kustom a ensuite ajouté une série de fonctions plus contemporaines. Ainsi, il y a différents niveaux de gains, une sortie de “direct” en plus, etc. Et aussi, un avantage à ne pas négliger : le Defender V30 peut fonctionner avec deux types de lampes : des 6L6 ou des EL-34. En effet, à la sortie d’usine, ce sont des EL34 qui sont installées, mais on peut aussi les remplacer par des 6L6.

Esthétique

Na e e n h e l e lading digihet altijd fijn nog eens een “echte” tale spullen is te krijgen! De Kustom Defender V30 belooft een lampenbak geleverd hele hoop zaken, zoals een speciale preamp, een evenwicht tussen vintage en moderne kenmerken, etc. Maar het belangrijkste is dat we nog een keer gewone draaiknoppen onder onze vingers krijgen in plaats van digitale submenu’s en lcd-schermen. Laten we er maar meteen aan beginnen!

ALGEMEEN Concept

Niets nieuws onder de zon: men schotelt ons een lampenversterker voor, een model dat op zich zeer klassiek is qua bouw en functies. Daar heeft men vervolgens een aantal moderne functies aan toegevoegd. Zo zijn de verschillende gain-niveaus in de preamp aangepakt, werd er een extra direct out voorzien, etc. Ook niet onbelangrijk: de Defender V30 is te gebruiken als een 6L6- of EL34-versterker. Vanuit de fabriek worden er steeds EL34-lampen voorzien, maar je kan deze dus ook omwisselen voor 6L6-lampen.

L’esthétique du Defender V30 peut être définie, sans le moindre doute, par l’adjectif ‘classique’, alors que Kustom est plutôt connu pour ses amplis aux couleurs vives et à la puissance impressionnante. Mais pour la série Defender, la firme a clairement opté pour une approche plus traditionnelle : du noir, de l’argenté et du gris, une combinaison grâce à laquelle on ne se fait jamais d’ennemis !

Notice d’emploi

Le fait que les fonctions du Defender V30 se limitent à l’essentiel se remarque immédiatement dans la notice d’emploi, car elle ne compte que quelques pages. Elle comporte une courte description de toutes les fonctions présentes sur le panneau des commandes et sur la face arrière. Les fonctions les plus importantes, ou en tout cas, celles avec lesquelles on doit être le plus prudent, se limitent à l’inverseur de polarisation (‘bias’), dont la position varie selon le type de lampes. A part cela, il y a peu de fonctions sur ce Defender V30 qui risquent de poser problème ...

CONSTRUCTION Enceinte

De vormgeving van de Defender V30 kunnen we zonder enige twijfel “klassiek” noemen. Kustom is eerder gekend voor haar felgekleurde, gewatteerde versterkers. Maar voor de Defender-reeks werd duidelijk voor een meer klassieke stijl gekozen. Zwart, zilver en grijs: met die combinatie maak je allicht nergens vijanden!

On peut donc dire du Defender V30 qu’il a un look classique, mais ce n’est absolument pas un “vieux machin” : au contraire, cet ampli est construit comme un tank, avec des parois aussi épaisses que solides, et avec des coins de protection en métal à tous les endroits utiles. Manifestement, les concepteurs avaient la solidité en ligne de mire, ce qui se remarque également aux boutons et aux interrupteurs du panneau des commandes : chaque pièce montre sa robustesse, que ce soit les potentiomètres à la résistance “marquée” quand on les fait tourner, ou les interrupteurs, bien costauds. Tout, dans ce Defender V30, fait penser qu’il s’agit d’un ampli fait pour partir en tournée !

Handleiding

Finition

Vormgeving

Dat de functies van de Defender V30 eerder basic zijn, zie je aan de handleiding. Die telt immers maar een paar pagina’s. Je krijgt een korte beschrijving van alle functies van het frontpaneel én het achterpaneel. De belangrijkste functie, of toch zeker degene waar je het voorzichtigst mee moet zijn, is de bias-switch die je gebruikt om het type lampen te wijzigen. Verder zullen er maar weinig functies van de Defender voor problemen zorgen!

POSSIBILITÉS Connexions

BOUW

Behuizing

De Defender mag dan klassiek van uitstraling zijn, het is zeker geen ‘oude rammelbak’. Integendeel, de Defender V30 is gebouwd als een tank, met stevige, dikke wanden en voorzien van metalen stoothoeken op alle nodige plaatsen. Dat men een robuust karakter in het achterhoofd had, is ook te merken aan de knoppen en schakelaars van het controlepaneel: stuk voor stuk stevige draaiknoppen met een zware weerstand, net als de zware schakelaars. Alles aan de Defender voelt aan alsof het gaat om een versterker om mee op tour te gaan!

Afwerking

Als je op zo’n constructie aanstuurt, is het natuurlijk geen verrassing dat ook de afwerking prima in orde is. Er zijn nergens losse onderdelen of onzorgvuldigheden te vinden. Bij Kustom hebben ze duidelijk oog voor detail!

Quand on se trouve face à une construction de ce genre, ce n’est évidemment pas une surprise si la finition est, elle aussi, un “sans-faute” : car nulle part on ne trouve de composant mal fixé et/ou de négligence quelconque. Manifestement, chez Custom, on veille aux détails !

www.meetmusic.com

En concordance avec le caractère ‘vintage’ de ce Defender V30, les connexions restent assez limitées. Sur le panneau des commandes, pas grand-chose à se mettre sous la dent : juste le jack d’entrée pour la guitare. Mais en face arrière, c’est quand même un peu plus fourni : deux sorties pour les haut-parleurs, dont une est déjà utilisée pour le haut-parleur interne. On peut donc éventuellement raccorder une enceinte externe. Il y a également une connexion de type jack pour l’interrupteur à pied de la fonction ‘boost’, mais l’interrupteur à pied lui-même est en option. Et pour terminer, notons la présence d’une sortie de “direct” à la norme XLR. Cette sortie directe est pourvue d’une simulation de haut-parleur intégrée, une chose qui est indispensable pour retransmettre correctement le signal direct d’un ampli pour guitare.

Panneau des commandes

Ce panneau des commandes offre lui aussi peu de nouveautés : on a droit à l’alignement

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

Kustom Defender V30

GUITAR

MOGELIJKHEDEN Aansluitingen

Met zijn vintage karakter blijven de aansluitingen van de Defender V30 ook eerder beperkt. Op het controlepaneel vind je niet veel terug: enkel de jack-input voor de gitaar. Achteraan is er iets meer te zien: een dubbele speaker output, waarvan er al één wordt gebruikt voor de ingebouwde speaker. Je kan dus eventueel nog een tweede speakerkast aansluiten. Er is ook een jack-aansluiting voorzien voor de footswitch van de “boost”-functie, maar de switch zelf wordt niet meegeleverd! We sluiten het rijtje af met een ingebouwde direct out met XLR-output. Deze directe output is voorzien van een ingebouwde speakersimulatie, iets wat broodnodig is bij het directe signaal van een gitaarversterker.

Bedieningspaneel

Ook het bedieningspaneel biedt weinig nieuwe zaken: je krijgt een lange rij draaiknoppen voorgeschoteld, met nog twee schakelbare opties daarbovenop. We gaan even de draaiknoppen af (van links naar rechts): volume (inputvolume of “gain”) gevolgd door het mastervolume. Dan krijg je de EQ-sectie, met regelingen voor bass, middle, treble en (bizar genoeg gescheiden door de reverb-regeling) presence. We ronden het rijtje af met de boost-functie. De twee schakelbare functies zijn de “bright”- en “master volume”-regelingen.

Effecten

Er wordt slechts één effect voorzien: een spring reverb.

ERGONOMIE Architectuur

Met toestellen als deze is het altijd makkelijk: de draaiknoppen staan allemaal netjes op een rij en je moet nooit lang zoeken naar een bepaalde functie. Het viel ons wel op dat de “presence”-regeling, wat op zich toch ook een deel uitmaakt van de EQ-sectie, van dit onderdeel wordt gescheiden door de regeling voor de reverb. Op zich natuurlijk helemaal geen grote zaak, maar qua logica klopt het niet helemaal.

Bediening

En als de lay-out zo simpel is, is de bediening dat meestal ook wel. Het enige dat eventueel voor verwarring kan zorgen is de term “volume” voor de eerste knop. Hiermee bedoelt men het input-volume. In moderne termen zou men eerder het woord “gain” gebruiken. Verder kan ook de “master bypass” vragen wekken. Met deze functie schakel je het master volume volledig uit en stuur je de eindtrap volledig aan met de regeling voor het input-volume. Op die manier kan je de versterker ook gebruiken zoals men in de jaren ’50 en ’60 zou doen. In die periode bestond immers het concept van input- en mastervolume nog niet.

KLANKKWALITEIT Klank

Tijd om die lampen op temperatuur te krijgen! We schakelen de Defender V30 in en draaien het volume beetje bij beetje open. Wat meteen opvalt, is dat de versterker zeer “clean” reageert: er vallen weinig of geen storingen, bijgeluiden of basisruis te bespeuren, of tenminste niet op huiskamervolumes. We houden voorlopig de gain nog aan de lage kant en proberen een aantal cleane settings uit. Onze oren worden lekker verwend door de versterker: de klanken zijn open, vinnig en sprankelend. Zowel met

www.meetmusic.com

traditionnel d’une série de potentiomètres, avec en plus deux options que l’on active via deux inverseurs. Voici, de gauche à droite, la suite des potentiomètres : volume (d’entrée, donc, ‘gain’) ; master volume ; égalisation (bass, middle et treble) ; réverbe ; présence (précédée donc, assez curieusement, par le réglage de réverbe, voir ci-dessous) ; et enfin, la fonction ‘boost’. Les deux fonctions débrayables via inverseur sont ‘bright’ et ‘master volume’.

Effets

Un seul effet est présent, une réverbe à ressorts.

ERGONOMIE Architecture

Sur des appareils de ce genre, tout est toujours très facile : tous les potentiomètres se suivent en une rangée, et donc, jamais il ne faut beaucoup de temps pour trouver une fonction déterminée. Nous avons juste remarqué que le contrôle de présence, qui fait lui aussi partie de la section d’égalisation, était séparé de cette section par le réglage de réverbe. En soi, ce n’est pas un gros problème, mais d’un point de vue logique, cela ne “colle” pas tout à fait.

Utilisation

Quand un panneau des commandes est aussi simple, l’utilisation l’est tout autant ! La seule chose qui puisse éventuellement prêter à confusion, c’est le terme ‘volume’ utilisé pour le premier potentiomètre : car ici, il s’agit en fait du volume d’entrée, et dans le vocabulaire “moderne”, on a plutôt tendance à utiliser le terme ‘gain’. Ensuite, on peut se poser des questions sur l’inverseur ‘master bypass’. Réponse : via cette fonction, le master volume est débrayé, et donc, le signal reçu par l’étage de puissance n’est piloté que par le potentiomètre de volume d’entrée. Grâce à cette possibilité, il vous est loisible d’utiliser cet ampli comme ceux des années 50 et 60 : car en ces temps héroïques, le concept des deux volumes (gain d’entrée et master de sortie) n’existait pas encore ...

QUALITÉ SONORE Son

Il est temps de mettre les lampes à température ! Nous mettons le Defender V30 sous tension, puis nous tournons le bouton de volume, petit à petit. Ce qui frappe immédiatement, c’est que l’ampli réagit très “proprement” : on n’entend pratiquement rien, je veux dire, des bruits du genre parasites, bruits de mise en route ou bruit de fond, et ce, en tout cas si on en reste à un niveau de volume “domestique”. Pour l’instant, le gain est toujours assez bas, nous essayons donc une série de sons clairs. Et nos oreilles ne manquent pas d’être charmées par les sons de l’ampli : ils sont ouverts, vifs et brillants. Que l’on utilise des simples bobinages ou des humbuckers, en un rien de temps, on trouve des sons utiles. Si nous augmentons légèrement le gain, le son devient un peu plus “sale”. Pour la plupart des amplis, il faut savoir qu’obtenir un tel son est une tâche difficile : si la distorsion produite par l’ampli est trop agressive, le son devient vite criard et il manque de musicalité. Mais le Defender V30 se défend bien sur ce terrain ! Quand nous continuons à “pousser” le réglage de gain, nous sommes amenés à constater l’un des rares défauts - peut être le seul ? - de ce V30 : en raison de la conception technique de l’ampli, le réglage de gain se modifie à différents endroits par où passe le signal audio. Cette approche permet d’accéder à un éventail de sons plus large, mais apparemment, cela a également comme effet collatéral que

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

Kustom Defender V30

GUITAR

pro

humbuckers als single coils hebben we in een mum van le gain n’augmente pas tout à fait tijd een bruikbare klank. Als we de gain lichtjes opdrijde manière régulière. Exemple : ven, krijgen we wat meer grit op de noten. Deze klank is une fois que le potentiomètre de voor de meeste versterkers een moeilijke opgave: als de gain arrive aux trois-quarts de • Le rapport qualité / prix • Prijs-kwaliteit oversturing van de versterker te agressief is, worden deze sa course, on est surpris par une • Les sons • Klanken klanken snel schel en amuzikaal. Maar de Defender V30 forte augmentation du taux de komt aardig in de buurt! Als we door de gain-regeling distorsion, alors que l’on préfére• La facilité d’emploi • Makkelijk in gebruik heen werken, merken we dan trouwens ook één van de rait évidemment une progression • La possibilité d’utiliser des • Mogelijkheid tot switchen weinige (het enige?) minpuntjes van de V30 op. Via de continue ... Par ailleurs, la réserve EL34 et des 6L6 EL34/6L6 technische architectuur van de versterker wijzigt de gainde gain de cet ampli est plus que regeling op verschillende punten in het signaalpad. Dit suffisante pour un usage habizorgt ervoor dat je een bredere waaier aan klanken krijgt, tuel, quoique j’imagine bien que maar het heeft blijkbaar ook als neveneffect dat de gain les fanas de métal en voudraient niet volledig traploos valt in te stellen. Eenmaal de gain encore un peu plus et y ajouterai• Gain-regeling wat ongelijk • Le réglage de gain, un peu voorbij driekwart gaat, zie je bijvoorbeeld een grote toeent aussi quelques pédales ! Dans in de hoogste settings irrégulier dans les niveaux name aan oversturing (terwijl het toch liever wat geleidece cas de figure, le Defender V30 les plus élevés lijk aan gaat). Het gainreservoir van de versterker is troun’a aucun problème, ici non plus • Regeling reverb kon fijner wens meer dan voldoende voor alledaags gebruik, hoewel : avec toute une panoplie de pé• Le réglage de la réverbe, ik mij kan inbeelden dat de metalheads het graag nog met dales à ma disposition, j’ai atteint “iets meer” doen en nog wat pedaaltjes zullen toevoegen… le but recherché aussi facilement En daar heeft de V30 ook geen probleem mee: met zowat alle verschillende stompboxen kon que rapidement. Et ne vous tracassez pas non plus pour le volume : bien que l’appellation ik makkelijk en snel het gewenste effect bereiken. En maak je ook niet druk over het volume: V30 incite à croire autre chose, cet ampli possède une puissance de 50 watts diffusés par hoewel de naam V30 anders doet vermoeden levert de versterker een vermogen van 50 Watt un haut-parleur unique (Kustom Celestion) de 12 pouces. Plus donc que ce qu’il n’en faut, via een enkele 12” Kustom Celestion speaker. Meer dan genoeg voor alle live toepassingen quelle que soit la prestation ‘live’ envisagée ! dus!

contra

Effecten

Effets

De aanwezige spring-reverb klinkt prima, al zijn de regelmogelijkheden voor de meeste toepassingen wat te grof ingeschat. De galm zit goed zolang je de instelling aan de lage kant houdt. Van zodra je meer effect gaat bijmixen, komt de galm wat te opvallend op de klank te liggen, waardoor ook naar boven komt dat de galm op zich niet heel transparant klinkt. Met mate gebruiken dus!

La réverbe à ressorts embarquée possède un excellent son ; ceci dit, les possibilités de réglage sont trop grossières pour répondre efficacement à la plupart des situations. En effet, la réverbération se comporte bien aussi longtemps qu’on l’injecte avec modération. Mais dès qu’on augmente l’effet dans le mélange sonore, la réverbe devient trop envahissante, et en plus, le son propre à la réverbe n’est pas “transparent”. Bref, comme on dit souvent pour une bonne bière : “à déguster avec sagesse”!

BUDGET

BESLUIT

CONCLUSION

Op een paar kleine schoonheidsfoutjes binnen de regelmogelijkheden, kunnen we de Kustom nergens echt op afrekenen. Misschien op de prijs? Vergeet het maar. Met een adviesprijs van €498 blijf men bij Kustom net onder die magische grens van €500. Voor deze prijs bieden ze een prima klinkende, volledig op lampen werkende versterker. De Defender V30 scoort qua prijs-kwaliteit enorm goed, met als absolute uitschieter de authentieke lampenklanken die je voor deze prijs kan hebben! Qua functies zijn we intussen misschien meer gewend, maar verder zijn de geleverde prestaties hier best indrukwekkend! Ik heb de Kustom een hele tijd naast mijn werktafel gehad om te pas en te onpas te kunnen gebruiken voor allerhande klusjes. En ik kan eerlijk zeggen dat ik de versterker ga missen! Hij is zelfs een paar keer mee op het podium geweest en ik heb hem voor repetities gebruikt. Klankmatig heeft hij zich moeten verweren tegen spullen die stukken duurder waren, maar hij moest zo goed als nergens het onderspit delven. MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

A part pour quelques défauts mineurs au niveau des réglages, nous n’avons pas vraiment pu “coincer” le Defender V30, sur quelque plan que ce soit. Alors, sur le prix, peut être ? Oubliezle ! En effet, il ne coûte que 498 euros (prix conseillé) : Kustom est donc parvenu à rester en dessous de la “barre magique” des 500 euros. Du point de vue du rapport qualité / prix, le Defender V30 se met donc en vedette, avec en atout absolu, le “vrai” son à lampes pour un prix inouï. Au niveau des fonctions à bord, peut être sommes nous habitués à plus, mais le résultat final proposé a de quoi impressionner ! J’ai eu l’occasion de laisser ce Kustom à côté de mon bureau, et je l’ai utilisé “à tort et à travers”, pour une flopée de “bricoles” très différentes. Et très franchement, je suis en position d’affirmer que cet ampli va me manquer ! Je l’ai même pris plusieurs fois avec moi sur le podium et à plusieurs répétitions. D’un point de vue sonore, il a dû se mesurer à du matériel nettement plus cher que lui, mais jamais cela ne s’est ressenti. MMM

www.meetmusic.com

Peavey Tour TNT

BASS

Peavey Tour TNT BASS AMP COMBO

De TNT is al lang geen onbekende meer in de wereld van de bascombo‘s. Je zag deze TNT zo’n vijftien jaar geleden vaak in repetitieruimtes en op kleinere optredens. Hij is gegeerd om zijn warme, punchy klank en vermogen. Een paar jaar geleden onderging deze topper al een facelift en dit jaar brengt Peavey een heruitgave van deze TNT op de markt, aangepast aan de noden van de hedendaagse bassist. In deze test ontdekken we of de nieuwe TOUR TNT een waardige opvolger is van de oude en legendarische TNT combo!

CONCEPT

Deze TNT werd herontworpen naar de specificaties van de TOUR reeks van Peavey. De 15 inch speaker is gebleven zoals bij de oude TNT, maar de versterker die er nu in verwerkt zit, heeft nieuwe features meegekregen. Een comboversterker die zowel alleenstaand kan dienst doen, of in combinatie met een andere speakerkast geschikt is voor in grotere concertzalen. Dit is mogelijk dankzij de krachtige 600W versterker en de speakeraansluiting om een externe speaker op aan te sluiten. Deze nieuwe TNT is tegenover vroeger omgetoverd tot een ware krachtpatser. Kortom, een allround combo die in verschillende formaties zijn mannetje kan staan en geschikt is voor verschillende doeleinden. Dat was de bedoeling van de mensen bij Peavey!

BOUW

Een 15 inch speaker met een 600W D-class versterker zijn al niet al te klein, deze combo is dus niet meteen compact te noemen. Aan de voorzijde vallen de afmetingen wel mee, maar het is een vrij diepe bekisting doordat de versterker niet verticaal maar horizontaal is geplaatst. In verticale stand zou de bekisting wat minder diep geweest zijn. Het zijn wel standaard maten als je vergelijkt met externe speakerkasten om een stack te maken. De bekisting werd overtrokken met een semileren, mooi afgewerkte bekleding. Aan de hoeken werden metalen hoekbeschermers aangebracht. Verder zitten onderaan antislippootjes en... plots stoot ik op een kleine verrassing. Een stuk van de achterzijde is in een hoek van 45 graden afgevlakt zodat je de combo in monitorstand kan plaatsen. Hierdoor is de speaker naar je toe gericht. Ook daar werden rubberen antislippootjes aangebracht. Aan de zijkanten zitten twee stevige handvaten om de combo te verplaatsen. De speaker zit veilig achter een zwarte, metalen grill met het Peavey-logo dat oplicht als je versterker aanzet. Je kan dit indien gewenst uitzetten aan de achterzijde van de versterker. Kortom, qua afwerking heb ik geen tekortkomingen opgemerkt! Het is een stevige combo die on the road situaties aankan, zoals de naam van de serie al deed vermoeden. Enig minpuntje is dat deze combo met zijn 34kg vrij zwaar is. De handvaten aan de zijkant zijn nuttig als je hem met twee kan verplaatsen, maar ook dan verloopt het nog wat onhandig. Het zou beter geweest zijn als er aan de bovenzijde ook een soort van plooibaar handvat aanwezig was. Dit plaatsen was echter onmogelijk geweest, gezien aan de bovenzijde een koelraster zit voor de versterker. Maar goed, het lukt ook wel op deze manier!

HANDLEIDING/TOEBEHOREN

Er is een handleiding voorzien in het Engels waarin de functies worden uiteengezet. Met behulp van een grafische voorstelling van de versterker krijgen we een beeld van de regelmogelijkheden. Dit helpt je goed op weg om de combo af te regelen. De equalizing settings worden echter niet aangehaald, wat handig was geweest voor beginnende bassisten. Verder worden de technische specificaties vermeld in een blokschema. Een beknopte, maar goede handleiding dus. Tenslotte krijg je er nog twee verschillende elektriciteitssnoeren bij.

REGELMOGELIJKHEDEN

Tijd voor het leuke werk! Het verschil tussen deze TOUR TNT en zijn vorige edities zit in de nieuwe regelmogelijkheden. Eerst bekijken we wat er is overgebleven van de mogelijkheden van de vorige exemplaren. We vinden de input met de active/passive, afhankelijk van welk soort bas je speelt (actief of passief dus). Daarnaast is er nog de gain knop voor het inkomend bassignaal en de treble en low regelknop voor het regelen van de lage en hoge frequenties. Om verder fine te kunnen tunen heb je nog een zevenbands grafische equalizer die je kan in- en uitschakelen. Vooral goed om je mid frequenties mee te regelen. Vervolgens is er nog het DDT speaker protection circuit met defeat knop. Je kan de speakerbescherming dus in- en uitschakelen. Als je de speaker zou overbelasten, brandt er een rood ledlampje, wat dankzij deze DDT gelukkig niet gebeurt. Belast je de speaker niet teveel, dan kan je deze DDT gewoon uitschakelen. Tenslotte heb je natuurlijk ook nog een volumeknop om het uitgaand signaal naar de speaker af te stellen. Wat zijn dan de nieuwe features? Wel, om te beginnen heb je drie drukknoppen;

www.meetmusic.com

STIJN DELDAELE

Cela fait déjà bien longtemps que les amplis TNT ne sont plus des inconnus dans le petit monde des amplis pour basses. Il y a quinze ans déjà, on voyait ces TNT “fleurir” dans les salles de “répètes” ou lors de petits concerts. Cet ampli est apprécié avant tout pour sa sonorité chaude et pleine de punch, ainsi que pour sa puissance. Il y a quelques années, alors qu’il était déjà au top des ventes, cet ampli a connu un premier ‘lifting’, et cette année, Peavey sort donc une réédition de cette série en l’adaptant aux besoins des bassistes contemporains. Dans ce banc d’essai, nous allons donc vérifier si ce nouveau modèle est bien un successeur digne de son prédécesseur, j’ai nommé : le légendaire combo TNT du passé.

CONCEPT

Ce TNT a été revu en suivant les caractéristiques de la série TOUR de Peavey. Comme sur l’ancien modèle, le haut-parleur de 15 pouces est resté de mise, mais l’ampli qui est logé dans l’enceinte a été modifié pour recevoir des possibilités supplémentaires. Il s’agit d’un combo qui peut fonctionner de manière autonome, mais auquel on peut également adjoindre une enceinte externe pour faire face à des concerts de plus grande envergure. Ces options sont rendues possibles grâce à un ampli particulièrement puissant - 600 watts, s’il vous plaît ! - et à une connexion destinée à brancher un haut-parleur externe. Par rapport à l’ancien modèle, ce TNT a donc évolué pour devenir une petite “bombe” de puissance ! Bref, voici donc un combo bon à tout faire, qui pourra remplir son rôle au mieux dans diverses formations, et qui peut répondre à différents besoins : tel était l’objectif des concepteurs de ce Peavey !

CONSTRUCTION

Un haut-parleur de 15” couplé à un ampli de 600 watts de Classe D : nous sommes face à du “gros son”, et donc, on ne peut pas dire que ce combo soit particulièrement compact. Quand on regarde de face, les dimensions semblent normales, mais c’est la profondeur de l’enceinte qui frappe, d’autant plus que le panneau des commandes n’est pas frontal, mais est placé sur la face supérieure, et donc, horizontalement. Avec un panneau des commandes frontal, l’enceinte aurait évidemment été moins profonde. Il s’agit de dimensions modulaires, dans le but de pouvoir former une “tour” avec une enceinte extérieure. L’enceinte est recouverte d’un revêtement en similicuir, d’une belle finition. Aux angles du baffle se trouvent des coins de protection en métal, en en dessous, de petits pieds sont là pour éviter que l’engin ne glisse ... mais, mais : en voilà, une surprise ! Une partie de la face arrière a été tronquée pour présenter un angle de 45 degrés : on peut ainsi installer ce combo en position inclinée, comme un monitor, le haut-parleur étant alors judicieusement tourné vers vous. Sur cette petite surface en biais, il y a aussi des pieds en caoutchouc. Sur les côtés, on remarque deux solides poignées permettant de déplacer le combo. Le haut-parleur se trouve en sécurité, protégé par une grille en métal noir qui arbore le logo Peavey. Ce dernier s’éclaire quand l’ampli est sous tension. Si on le désire, on peut l’éteindre via un interrupteur en face arrière. Bref, au niveau de la finition, je n’ai remarqué aucun manquement digne d’être signalé : nous sommes en présence d’un combo très solide, fait pour “la route”, comme le nom de la série le laisse d’ailleurs deviner. Le seul point négatif, c’est que ce joli bébé accuse un poids de 34 kilos ! Les poignées latérales sont utiles quand on est à deux pour le porter, et même dans cette situation, ce n’est pas vraiment commode. Cela aurait été plus indiqué de prévoir une sorte de poignée repliable sur la face supérieure ... Cependant, une poignée n’aurait pas été possible à cet endroit, vu qu’une grille d’aération occupe déjà la place ! Mais bon, on se débrouille malgré tout avec les options choisies par Peavey.

NOTICE D’EMPLOI ET ACCESSOIRES

Il y a une notice d’emploi en anglais où les différentes fonctions sont expliquées. A l’aide d’une représentation graphique de l’ampli, on a une bonne idée de l’ensemble des possibilités de réglage, ce qui aide beaucoup quand on doit se familiariser avec la mise au point du son. Des exemples d’égalisation ne sont pas proposés, ce qui aurait été pratique pour un bassiste débutant. Les spécifications techniques sont données sous forme d’un schéma général. Une notice d’emploi concise, donc, mais néanmoins efficace ! Enfin, au rang des accessoires figurent deux cordons secteur.

POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE

Nous voici arrivés à un chapitre amusant ... Car la différence entre ce TOUR TNT et les éditions précédentes, ce sont les nouvelles possibilités de réglage. Regar-

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01 2012/12

MEET MUSIC MAGAZINE 2012/11

www.meetmusic.com

Peavey Tour TNT

BASS

BRIGHT, CONTOUR en CRUNCH. BRIGHT zorgt voor een meer heldere sound en boost dus de hoge tonen. CONTOUR boost lage en hoge tonen en vermindert de mid frequenties. Dit zorgt voor een “scoop” sound die geliefd is bij slappers. CRUNCH geeft je een overdrive tubesignaal, wat overeenkomt met een soort van distortionklank die wordt toegevoegd aan je bassignaal. Nieuw is ook een regelbare compressor die je kan in- en uitschakelen. Een upgrade van de vorige TNT dus. Tenslotte kan je nog de tweeter aan- en uitzetten.

AANSLUITMOGELIJKHEDEN

Aan de bovenkant van de versterker zit de input waar je je bas inplugt en een ¼” stereo-uitgang om je koptelefoon op aan te sluiten, zodat je geluidloos kan oefenen. De rest van de aansluitmogelijkheden vind je aan de achterzijde van de combo. Er is een combi speakeraansluiting die je zowel met jack als speak-on kan aansluiten. Je krijgt ook de mogelijkheid om een externe TNT footswith aansluiten met een jack om de compressor en de crunch aan en uit te zetten. Dit op voorwaarde dat de crunch en compressor ingedrukt zijn op de versterker. Effecten kan je in loop zetten met de send & return aansluiting. Dan is er nog een XLR DI uitgang met groundlift knop als je last hebt van slechte aarding. Hiermee kan je een gebalanceerd signaal uitsturen voor live PA’s en opnames.

SOUND

Deze TNT oogt niet alleen wat professioneler dan de vorige, hij klinkt ook professioneler! Met enkel de LOW en HIGH draaiknoppen bekom je een goede basic klank. Met de zevenbands equalizer boost je vooral de klank nog wat beter en kan je mid’s toevoegen waar nodig. De BRIGHT knop geeft een snederige klank om wat meer agressiviteit toe te voegen aan de sound. De CONTOUR vond ik heel geslaagd, vooral als ik er op begon te slappen. Net die scoopy sound waar ik van hou. De CRUNCH vind ik iets minder fijn. Het best zet je, net zoals in de handleiding vermeld staat, de tweeter af wanneer je de crunch geals bruikt. Anders klinkt de distortion wat te dun. Het zou beter zijn je het CRUNCH (of distortion) signaal ook zou kunnen afregelen met een draaiknop, zo kan je de hoeveelheid distortion die je aan je sound toevoegt zelf bepalen. De compressor werkt naar behoren en vlakt de sound niet te veel af. Deze kan je wel goed regelen. Wanneer je de tweeter uitzet, kan je een extra wollige bassound creëren voor bijvoorbeeld reggae of oldschool rock. Deze combo kan alvast veel verschillende stijlen aan, zoals jazz, rock, funk, metal, reggae en blues. We mogen deze laatste generatie van de TNT dus best geslaagd noemen qua sound en zijn van mening dat ze ook heel wat pro’s zal weten te bekoren.

TOEPASSINGEN

Deze TNT is zowel geschikt voor gebruik thuis, als voor repetities, kleinere optredens - of grotere als je een externe speaker aansluit. Dit is een ideale combo voor bassisten die net beginner af zijn en zoeken naar een combo die krachtig genoeg is en later kan worden uitgebreid voor grotere optredens. Een combo die gedurende vele jaren mee kan gaan en je niet snel van de hand zal doen. Ook voor studioopnames zal deze combo goed werk leveren.

BUDGET

Voor €629 (inclusief BTW) is deze nieuwe TOUR TNT de jouwe. Als je er rekening mee houdt dat je voor enkel een 600W versterker al deze prijs moet neertellen, hebben we hier zeker een betaalbare combo die je later nog kan uitbreiden met een externe speakerkast. Door deze gunstige prijs zal de TNT alvast een goede kans hebben op de basmarkt, waar nu op vlak van merken meer aanbod is dan vroeger.

CONCLUSIE

Deze nieuwe generatie is alleszins heel geslaagd. Een volledig nieuwe en robuuste look die mooi oogt. Een 600W versterker die de mogelijkheid biedt om een externe speakerkast bij aan te sluiten, zorgt ervoor dat je deze combo in verschillende situaties kan gebruiken. Van oefenversterker tot repetities en van kleinere

www.meetmusic.com

dons tout d’abord ce qui est resté des éditions précédentes. Commençons par l’entrée, avec son bouton inverseur, selon que l’on utilise une basse active ou passive. Ensuite vient le bouton de gain qui laisse entrer la proportion désirée du signal entrant de la basse, suivi des réglages de basses et d’aiguës, qui ajustent les fréquences correspondantes. Pour obtenir des réglages encore plus fins, on a, en sus, droit à une égalisation graphique débrayable, à sept bandes : c’est l’idéal pour régler les fréquences moyennes. On a ensuite le circuit de protection ‘DDT’ pour le haut-parleur, également avec son bouton de débrayage, ce qui permet donc de mettre cette protection en ou hors service. Si l’on est en passe de surcharger le haut-parleur, un petit témoin LED s’allume ; mais quand le système DDT est actif, rien de tout cela, heureusement ! Si le haut-parleur n’est pas trop sollicité, on peut aussi simplement désactiver la protection. Enfin, on retrouve évidemment aussi un bouton de volume afin de régler le niveau du signal qui va au haut-parleur. Voyons maintenant quelles sont les nouveautés ! Bien, pour démarrer, voici trois boutons poussoirs : BRIGHT, CONTOUR et CRUNCH. BRIGHT sert à rendre le son plus brillant, autrement dit, à augmenter les aiguës. CONTOUR augmente à la fois le niveau des basses et des aiguës, tout en diminuant celui des médiums : cela donne comme résultat un “scooped sound” (où les médiums sont donc “creusés” quand on regarde une courbe sonore), un son particulièrement apprécié par les “slappeurs”. Quant au bouton CRUNCH, il émule le signal saturé d’un ampli à lampes ; cette fonction ajoute donc une sorte de distorsion au signal de votre basse. Encore une nouveauté : un compresseur, réglable et débrayable, un ajout intéressant vis-à-vis des éditions précédentes du TNT. Et enfin, on a aussi le choix de mettre le tweeter en ou hors service.

CONNEXIONS

En face avant se trouve l’entrée, là où on branche la basse, ainsi qu’une sortie stéréo au format jack (6,35 mm) pour y brancher un casque, ce qui donne la possibilité de s’exercer en silence. Tout le reste des connexions se trouve en face arrière. On y trouve une prise combinée pour haut-parleur, qui accepte donc à la fois les jacks et les prises de type speakon. On a aussi la possibilité de raccorder un interrupteur à pied externe avec un jack, ce qui permet de mettre en et hors service le compresseur et la fonction CRUNCH, et ce, à condition que ces deux fonctions soient activées au niveau des commandes de l’ampli lui-même. Il vous est aussi loisible de brancher des effets via les prises ‘send’ et ‘return’ prévues à cet ... effet, sans jeu de mots ! Signalons encore une sortie de “direct” (XLR DI) avec son interrupteur de mise à la terre au cas où celle-ci serait de pauvre qualité. Cette connexion permet d’envoyer un signal symétrique vers une sono ou vers du matériel d’enregistrement.

SON

Cet ampli TNT n’a pas seulement une allure plus professionnelle que ses prédécesseurs : ses qualités sonores sont, elles aussi, plus “pro” ! Rien qu’avec les potentiomètres LOW et HIGH, on obtient déjà un bon son de base ; avec l’égalisation à sept bandes, on arrive à “grossir” encore le son en y ajoutant des médiums là où c’est utile. Le bouton BRIGHT donne plus de “tranchant” au son, ce qui lui confère un caractère plus agressif. J’ai trouvé la fonction CONTOUR particulièrement réussie, surtout quand je me suis mis à “slapper” : j’avais juste le son bien “creusé” que j’apprécie. Par contre, j’ai trouvé le CRUNCH moins convaincant. Comme le conseille la notice d’emploi, le mieux est de désactiver le tweeter quand on utilise la fonction CRUNCH, sinon, la distorsion produit un son qui manque de corps. Une meilleure solution serait de pouvoir régler le signal CRUNCH avec un potentiomètre, on pourrait ainsi décider du niveau de distorsion que l’on veut ajouter à son signal. Le compresseur fonctionne correctement, sans trop “aplatir” le son, et ici, on peut le régler. Quand on débranche le tweeter, on arrive à un son un peu “cotonneux”, bien utile pour jouer, par exemple, du reggae ou du “vieux rock”. Ce combo peut aborder avec bonheur pratiquement tous les styles, comme le jazz, le rock, le funk, le métal, le reggae et le blues. Nous pouvons donc clairement considérer que la dernière génération des TNT est une réussite au niveau du son, au point qu’à notre avis, cet ampli a pas mal d’atouts pour séduire même des professionnels.

CHAMP D’APPLICATION

Ce TNT convient aussi bien pout être utilisé à la maison, lors de répétitions, pour un spectacle modeste ... ou pas d’ailleurs, mais alors, il vaut mieux prévoir une

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

Peavey Tour TNT

optredens tot grotere, mits extra speakerkast. De prijs-kwaliteitverhouding zit hier heel goed, je krijgt zeker waar voor je geld. Op vlak van afwerking heb ik niets aan te merken. Als kers op de taart is er het oplichtende logo van Peavey, dat het geheel nog professioneler doet ogen. Qua sound zijn er heel wat regelmogelijkheden die ervoor zorgen dat de TNT veel verschillende stijlen aankan, zoals o.a. blues, jazz, rock, funk en metal. You name it en deze combo kan het aan! Enige minpunten zijn het gewicht en de diepe kast die verplaatsingen moeilijker maken. Ook zou het leuk zijn als je de CRUNCH kon afregelen en niet enkel inschakelen. Maar voor de rest is er niets op aan te merken. De TNT is klaar om weer geschiedenis te schrijven! MMM

pro • Afwerking • Toepassingen • Regelmogelijkheden • Prijs

• La finition • Les différents champs d’application • Les possibilités de réglage. • Le prix

contra • Gewicht en grootte • Niet regelbare crunch (distortion)

• Le poids et la taille • Le CRUNCH (distorsion), pas réglable

BASS

enceinte externe en complément. C’est un combo idéal pour les bassistes qui ne sont plus des débutants et qui recherchent un combo assez puissant pour pouvoir, par la suite le compléter et être ainsi bien équipés pour des concerts d’une certaine ampleur. C’est aussi un outil solide, qui vous accompagnera de nombreuses années sans vous laisser tomber. Et pour enregistrer en studio, il conviendra aussi parfaitement.

BUDGET

Pour une somme de 629 euros TVA comprise, ce nouveau TOUR TNT sera à vous. Si on tient compte du fait que déjà rien que pour un ampli de puissance de 600 watts, il faut payer ce prix, nous sommes manifestement en présence d’un combo financièrement intéressant et qui, rappelons-le, peut être complété par la suite. Grâce à ce prix favorable, ce TNT devrait avoir de bonnes chances de succès sur le marché des amplis pour basse, bien qu’actuellement, l’offre soit nettement plus fournie que par le passé.

CONCLUSION

Cette nouvelle génération est une réussite à tous points de vue. Pour les yeux, un look nouveau, robuste et élégant. Pour les oreilles, une puissance de 600 watts qui est suffisante pour alimenter aussi un baffle externe, et permet d’utiliser ce combo dans différents contextes : s’exercer chez soi, répéter en groupe, petits concerts, et même grands concerts avec un baffle d’extension. Le rapport qualité - prix est excellent, on en a vraiment pour son argent ! Rien à signaler de négatif au niveau de la finition, et comme cerise sur le gâteau, le logo éclairé de Peavey, qui confère à l’ensemble un look encore plus professionnel. Pour ce qui est du son, les possibilités de réglages sont très nombreuses, ce qui autorise le TNT à se prêter à différents styles de musiques, comme entre autres, le blues, le jazz, le rock, le funk et le métal : citez un genre au hasard ... et ce combo “assurera” sans problème ! Signalons juste quelques handicaps, comme le poids et la profondeur, qui rendent les déplacements un peu plus critiques. Et cela aurait été un “plus” de pouvoir régler le CRUNCH, au lieu de juste avoir un bouton poussoir. Mais pour le reste, rien à dire : le TNT est bien armé, une nouvelle fois, pour écrire l’Histoire ! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

www.meetmusic.com

Sabian Player’s Choice Cymbals & B8 O-Zone

DRUMS & PERCUSSION

Sabian Player’s Choice Cymbals & B8 O-Zone JOHAN JORIS Verleden jaar hebben jullie mee mogen beslissen welke cimbalen Sabian in 2012 aan zijn gamma zou toevoegen. Via hun officiële website kon je je stem uitbrengen op vier van de twaalf cimbalen die op verschillende filmpjes getest en besproken werden door meerdere endorsers. De vier winnaars kregen we vandaag toegestuurd, samen met twee crashes uit de B8 Pro serie. Laten we eens bekijken of jullie wel goed gekozen hebben! De winnaars waren de Click Hats uit de HHX-serie, de Aero Crashes uit de AAX serie (16, 18 en 20 inch), de Stadium Ride uit de AAX serie en de Zen China uit de HHX serie. Eigenlijk zijn het alle vier moderne en innoverende cimbalen die tegemoetkomen aan de veranderende muziekscene en -genres. Zowel drummers die zichzelf vernieuwen, als aanstormend talent zullen hier heel gelukkig mee zijn. Voor de klanktest van deze cimbalen wilde ik graag ook luisteren naar de mening van zo’n jong talent. Arne Huysmans was hierbij de uitverkorene!

HHX CLICK HATS

De Hi-Hat werd zo genoemd omdat hij het geluid van een click-track zou produceren. En dat doet hij ook: met gesloten bekkens geeft hij een zeer droge en gedefinieerde tik die je perfect kan vergelijken met een elektronische klik.

Bouw

De bekkens zijn gemaakt uit B20 brons, de bodem volledig gedraaid en de top gedeeltelijk. In gesloten toestand passen ze luchtdicht op elkaar, wat voor een groot stuk die droge klik verklaart. De bel en de middenring van het top-bekken zijn gehamerd en steken donker af tegen de glanzende buitenring.

Klank

Het is duidelijk dat deze hi-hat niet klinkt als een doorsnee hi-hat. Het droge en erg gearticuleerde van de gesloten hi-hat leent zich uitermate tot het spelen van een funky groove die bovendien erg duidelijk uit de mix komt. Tegen de rand aangespeeld klinkt hij kort en dof. De snap is afgemeten mooi en kort. Enkel het bespelen van de open of half-open hi-hat in een rock-groove kon ons niet bekoren. Daar mist hij een beetje sustain en domineert de aanslag, wat de groove minder ‘loosy’ maakt.

Speelcomfort

De Click Hats zijn erg makkelijk te bespelen en geven je tal van mogelijkheden om sounds te creëren. Zo reageert de hi-hat heel mooi en helder als je hem op de top bespeelt, anderzijds krijg je een iets doffere klank wanneer je tegen de rand aan slaat. Daarboven reageert hij erg goed op de spanning die je legt met je voet en verschilt ook de sound naarmate je de druk met je voet opvoert. Enkel de open hi-hat mist wat discretie en beperkt zich daardoor tot minder subtiliteit.

L’an dernier, vous avez pu participer au choix des cymbales que Sabian ajouterait à sa gamme en 2012. Grâce à leur site officiel, vous pouviez en effet voter pour quatre parmi les douze cymbales qui, sur différents films, étaient testées et discutées par plusieurs endorsers. Nous venons aujourd’hui de recevoir les quatre lauréates, ainsi que deux crashes de la série B8 Pro. Voyons voir si vous avez bien choisi! Les gagnantes étaient les Click Hats de la série HHX, les Aero Crashes de la série AAX (16, 18 et 20 pouces), la Stadium Ride de la série AAX et la Zen China de la série HHX. En fait, ce sont toutes les quatre des cymbales modernes et innovantes qui répondent aux changements du paysage et des genres musicaux. Tant les batteurs souhaitant se recycler que les talents pleins d’avenir en seront très heureux. Pour le test du son de ces cymbales, j’ai voulu écouter l’opinion d’un jeune talent. J’ai choisi Arne Huysmans pour l’occasion!

HHX CLICK HATS

Le hi-hat tire son nom du son qu’il produit, semblable à celui d’un click track. Et c’est vraiment le cas: avec les cymbales en position fermée, le “tic” produit est très sec et bien défini tout à fait comparable à un clic électronique.

Construction

Les cymbales sont fabriquées en bronze B20, la cymbale inférieur est complètement travaillée au tour et la partie supérieure ne l’est que partiellement. La position fermée est hermétique, ce qui explique en grande partie le clic sec. La cloche et l’anneau central de la cymbale supérieure sont martelés et leur couleur sombre se détache de la brillance de l’anneau extérieur.

Son

Il est clair que ce hi-hat ne sonne pas comme le commun des hi-hats. Le son sec et très articulé du hi-hat en position fermée est idéal pour jouer un groove funky et ressort par ailleurs très clairement dans le mix. Joué contre le bord, le son est court et étouffé. Le snap est mesurément court et agréable. Seul le jeu du hi-hat en position ouverte ou semi-ouverte lors d’un groove rock n’a pas pu nous convaincre. Il manque alors un peu de sustain et l’attaque domine, ce qui rend le groove moins « loosy ».

Confort de jeu

Les Click Hats sont très faciles à jouer et vous offrent beaucoup de possibilités pour créer des sons. Le hi-hat réagit ainsi très bien et clairement lorsque vous le jouez sur la partie supérieure, d’un autre côté vous obtenez un son légèrement plus étouffé lorsque vous le frappez sur le bord. En outre, il répond très bien à la pression que vous mettez avec le pied et le son change à mesure que vous intensifiez la pression du pied. Seul le hi-hat ouvert manque de discrétion et se limite donc à moins de subtilité.

Conclusion

Ce n’est pas seulement un hi-hat qui se borne à imiter un click-track. Non, c’est un chef-d’œuvre de Sabian. Un monstre de groove pour le batteur qui cherche un hi-hat au joli son sec et cinglant. Pour à peine €490 (prix brut, y compris la TVA). Pas le moins cher, mais il vaut son prix.

Besluit

Dit is niet zomaar een hi-hat die enkel een click-track nadoet. Neen, dit is klassewerk van Sabian. Een groovemonster voor de drummer die een mooie, droge en ‘through cutting’ hi-hat zoekt. Voor een kleine €490 (bruto adviesprijs, inclusief BTW). Niet de goedkoopste, maar wel zijn prijs waard.

AAX STADIUM RIDE

Nog een gloednieuw ontwerp is de 20 inch Stadium Ride. Dit is een cimbaal dat enige controverse oproept. Het is niet het cimbaal waarmee je in een club historische jazzgrooves gaat neerleggen. Daarvoor mist ze diepgang en subtiliteit. Anderzijds, als je in een van de filmpjes op Youtube ziet hoe Dave Weckle deze ride in zijn set integreert, dan besef je weer dat dingen als subtiliteit en muzikaliteit eerder van het mannetje komen, ongeacht op welk instrument hij zijn talent loslaat. Kwestie is te ontdekken welke de kwaliteiten en bijzonderheden zijn van het instrument dat je in handen hebt. In dit geval zijn dit de bijzonder grote bel en de verschillen in dikte van het oppervlak.

Bouw

De bouw is misschien wel het eerste wat opvalt als je deze ride van dichterbij bekijkt. Die bel is prominent aanwezig en steekt ruw en donkerkleurig uit boven het glanzend oppervlak van de B20 Bronze metaallegering. Het is een 20 inch-cimbaal dat tamelijk zwaar weegt. Naar de rand toe wordt het cimbaal wat dunner en minder gedraaid.

Klankkwaliteit en respons

De naam zegt het reeds, dit is een ‘stadium’ ride. Ze klinkt luid, heeft een sterke ‘cutting-through’aanslag en een bel die moeiteloos een stadion vult. Daardoor mist ze een beetje de subtiliteit die je normaal van een ride verwacht. Ook crashen klinkt niet echt ‘groots’. Voor een beetje sustain moet je helemaal naar de rand gaan, daar waar het cimbaal het dunst gegoten is. De respons vind ik eerder weerbarstig, maar uiteraard heeft zo ieder zijn eigen verwachtingen van cimbalen.

Speelcomfort en polyvalentie

Zoals al aangetoond neem je dit cimbaal liefst niet mee naar een akoestisch gebeuren in een club. Ze komt echter volledig tot haar recht onder de handen van een metal-drummer in een zo groot mogelijke setting. Het is bijzonder aangenaam om op de bel te grooven. Mikken hoeft geen probleem te zijn, dankzij de grootte van die bel. Weet je wie hier nog heel blij mee gaat zijn? De latin-drummers, die houden van de ‘afgebroken’ klank van deze ride. Een echte latin-groove op een ride leg je door de stok iets tegen het midden van de cimbaal aan te drukken, ‘plakken’ noemen we dat. Als je grootmeester Tito Puente bezig ziet, met een vinger boven op de stok om die goed tegen de cimbaal aan te drukken, zie je meteen wat hiermee wordt bedoeld.

Besluit

In de eerste plaats zullen de metaldrummer en hardrocker dit cimbaal aan hun set willen toevoegen. Dankzij een luide bel en een overal doorsnijdende aanslag kunnen ze het geweld op gepaste wijze door een stadion leiden. Latin-drummers kunnen hun voordeel doen door de diversiteit die zij erin zullen ontdekken. Zowel de time-keeping op de bel als het riden op het midden en het crashen op de rand zorgen ervoor dat ze aan één cimbaal voldoende hebben in een set-up van drums of timbales. En dit voor een goede €326.

AAX AERO CRASH

De AAX serie is uitgebreid met drie Aero Crashes: een 16, 18 en 20 inch. Aan de ontwikkeling van dit cimbaal zijn er heel wat experimenten voorafgegaan. Het concept zou geïnspireerd zijn op het suc-

www.meetmusic.com

AAX STADIUM RIDE

La Stadium Ride de 20 pouces est aussi un tout nouveau projet. Il s’agit d’une cymbale qui crée un peu de controverse. Ce n’est pas la cymbale avec laquelle vous allez assurer des grooves de jazz historiques dans un club. Pour cela, elle manque de profondeur et de subtilité. D’autre part, si vous voyez dans l’une des vidéos sur Youtube comment Dave Weckl intègre cette ride dans son set, vous vous rendez compte à nouveau que subtilité et musicalité proviennent plutôt de l’homme, quel que soit l’instrument sur lequel il exprime son talent. La question est de découvrir quelles sont les qualités et les caractéristiques de l’instrument que vous avez dans vos mains. Dans le cas présent, il s’agit de la cloche particulièrement grande et les différences d’épaisseur de la surface.

Construction

Le construction est peut-être la première chose que vous remarquez lorsque vous regardez cette ride d’un peu plus près. Cette cloche est proéminente et sa couleur sombre et brute apparait en contraste avec la surface brillante de l’alliage de bronze B20. Il s’agit d’une cymbale de 20 pouces relativement lourde. Au niveau de son bord, la cymbale se fait plus mince et moins travaillée.

Qualité du son et de la réponse

Le nom le dit déjà: il s’agit d’une “stadium” ride. Elle est puissante, possède une attaque cinglante et une cloche qui, sans effort, remplit un stade. C’est ainsi qu’elle manque un peu de la subtilité que vous attendez d’une ride. Le son n’est pas vraiment “grand” non plus lorsque vous la crashez. Pour obtenir un peu de sustain, vous devrez aller tout à fait au bord, là où la cymbale est la plus mince. Je trouve la réponse plutôt récalcitrante mais bon, il est vrai que chacun a ses propres attentes vis-à-vis des cymbales.

Confort de jeu et polyvalenc

Comme déjà démontré, évitez d’emmener cette cymbale pour un événement acoustique dans un club. Elle se sent le plus à l’aise entre les mains d’un batteur de métal au sein d’un setting maximal. Il est particulièrement agréable de groover sur la cloche. Viser ne pose aucun problème, grâce à la taille de cette cloche. Vous savez qui va encore être très heureux? Les batteurs de musique latine, qui aimeront le son «cassé» de cette ride. Un bon groove latino sur une ride s’obtient en appuyant – “collant”, comme on dit – la baguette vers le milieu de la cymbale. Si vous observez le grand maître Tito Puente et remarquez qu’il place un doigt sur le dessus de la baguette pour bien la presser contre la cymbale, vous comprendrez immédiatement ce que cela signifie.

Conclusion

Tout d’abord, le batteur de métal et hardrocker voudront ajouter cette cymbale à leur set. Avec une cloche puissante et une attaque cinglante en toutes circonstances, ils pourront propager la violence de manière appropriée dans un stade. Les batteurs de musique latine pourront profiter de la diversité qu’ils lui découvriront. La possibilité de faire du “time-keeping” sur la cloche, de la véritable “ride” sur la partie centrale et de la “crasher” sur le bord en font une cymbale dont ils pourront se contenter de façon exclusive dans leur configuration de tambours ou timbales. Et ce, pour un bon €326.

AAX AERO CRASH

La série AAX s’est élargie avec trois Crashes Aero: 16, 18 et 20 pouces. Le développement de cette cymbale fut précédé de nombreuses expériences. Le concept aurait été inspiré par le succès de la cymbale signature “Holy China” de Chad Smith, le batteur des “Red Hot Chili Peppers”.

Construction

Alors que la China de Chad Smith ne présente des trous qu’au niveau de la bague intérieure près la

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

DRUMS & PERCUSSION

Sabian Player’s Choice Cymbals & B8 O-Zone

ces van het ‘Holy China’ signatuurcimbaal van Chad Smith, drummer bij de Red Hot Chili Peppers.

Bouw

Terwijl die China van Chad Smith enkel gaatjes heeft in de binnenring naast de bel, lijkt de Aero Crash wel doorzeefd. De gaatjes werden netjes in rijen over de gehele oppervlakte verdeeld. In het geval van de 20 inch zijn dat - even rekenen - 90 luchtgaten. De Aero’s zijn compleet gegoten uit B20 Bronze en ogen zeer professioneel. Ook opvallend is de grote bel in het centrum.

Klank

Met al die gaten zou je je aan de klank van de O-zones kunnen verwachten, maar dat is niet zo. Deze crash heeft absoluut een nieuw geluid. Hij is helder, luid, projecteert in alle richtingen en geeft een moderne ‘washy’ klank, perfect voor de hip-hoppers onder ons.

cloche, la crash Aero quant à elle ressemble à une passoire. Les trous sont répartis soigneusement, en rangées, sur toute la surface. Pour la 20 pouces, j’ai compté 90 perforations. Les Aero sont entièrement coulées en alliage de bronze B20 et ont un aspect très professionnel. La grande cloche au centre est également remarquable.

Son

Speelcomfort en respons

Avec tous ces trous, vous pourriez vous attendre au son des O-zones, mais ce n’est pas le cas. Cette crash possède un son tout à fait nouveau. Elle est claire, puissante, sa projection se fait dans toutes les directions et elle possède une sonorité moderne “washy”, ce qui la rend parfaite pour les hip-hoppers parmi nous.

Besluit

Il y a aussi la cloche. Il est rare de rencontrer des crashes possédant une cloche utilisable. Eh bien, les Aero’s proposent ont une grande cloche ronde au son très rugueux et qui se révèle facile à jouer grâce à sa taille.

Daarbij komt nog de bel. Zelden zie je crashes die een bruikbare bel hebben. Dit is niet het geval bij de Aero’s. Die hebben een grote ronde bel die erg ruw klinkt en makkelijk te bespelen valt dankzij haar grootte. Voor liefhebbers van een ‘washy’ sound zijn deze Aero’s een absolute aanrader. De klank is nieuw, modern en apart. Voor een prijs van €237 (voor de 16”), €280 (18”) tot €326 (voor de 20”) moet je ze echt niet laten en kan je zelfs overwegen om ze alledrie aan te schaffen.

HHX ZEN CHINA

Bij de crashes begon het al behoorlijk te kriebelen, maar de grootste opwinding ontstond bij de test van deze geheel nieuwe China. Niet enkel het vernieuwend ontwerp, maar ook de klank laten een sterke indruk na.

Confort de jeu et réponse

Conclusion

Pour les amateurs de son “washy”, ces Aero’s sont un must absolu. Le son est neuf, moderne et atypique. Pour un prix allant de €237 (pour 16”), €280 (18”) à €326 (pour 20”), vous ne devriez pas laisser passer l’occasion et pourriez même envisager de les acheter toutes les trois.

HHX ZEN CHINA

Bouw

Déjà avec les crashes, ça commençait à démanger pas mal, mais l’excitation a atteint son paroxysme lors de l’essai de cette toute nouvelle China. Non seulement le design innovant, mais également le son laissent une forte impression.

Klank

L’innovation la plus notable réside dans la conception. Alors que les China’s traditionnelles présentent un bord relevé, le bord extérieur de ce modèle se recourbe vers le bas. Ceci présente un avantage évident pour jouer de la cymbale. La China traditionnelle est généralement montée à l’envers sur le trépied, avec la cloche vers le bas. De cette manière, on évite les bords saillants qui dévorent littéralement les baguettes. Mais cela a également pour résultat d’empêcher de faire usage de la cloche. Grâce à cette conception, vous pouvez librement en jouer comme d’une ride et la crasher, avec de surcroît une cloche utilisable. Ce sont d’importants avantages qui invitent à l’expérimentation. Cela procure à la China toutes les possibilités qui existent sur d’autres cymbales. C’est également le bronze Sabian B20 qui est utilisé comme alliage. Il s’agit d’une cymbale de 20 pouces, entièrement martelée, avec un martelage supplémentaire sur la surface de jeu à côté de la cloche. La finition brillante ainsi que la conception unique en font un instrument particulièrement beau et charmant.

De opmerkelijkste vernieuwing zit hem in het ontwerp. Daar waar de traditionele china’s een opstaande rand hebben, buigt bij dit model de buitenrand terug naar onder. Dat heeft een evident voordeel bij het bespelen van het cimbaal. De traditionele china wordt meestal omgekeerd op het statief gemonteerd, met de bel naar beneden gericht. Op die manier wordt de stokkenvretende opstaande rand vermeden. Dat heeft wel als gevolg dat de bel niet meer bereikbaar is. Danzij dit ontwerp kan je echter ongehinderd riden en crashen én wordt als surplus de bel bespeelbaar. Dat zijn geweldige voordelen die uitnodigen tot experimenteren. Het geeft de china alle mogelijkheden die op andere cimbalen voorhanden zijn. Voor de legering werdt eveneens het Sabian B20 bronze gebruikt. Dit is een 20 inch, volledig gehamerd, met een extra hamering op het speelvlak naast de bel. De glanzende afwerking samen met het unieke ontwerp maken er een bijzonder mooi en bekoorlijk instrument van.

Construction

Son

Is dit ‘de beste China ooit’? Het lijkt er wel op. De klank komt als een zeer aangename verrassing, het best te beschrijven als rauw, funky en erg trashy. Als je hem als ride bespeelt, primeert het washy gevoel. De bel valt een beetje tegen, die had misschien wat groter gemogen. Ok, je koopt een china niet voor zijn bel, maar je verwacht een grotere differentie wanneer je naar het topje van een cimbaal gaat en dat is hier niet het geval. Er is weinig verschil in klank met de rest van het cimbaal. Maar je kan er dus wel naar hartelust op crashen. En het geluid van een crashende china maakt alles meer dan goed!

Est-ce la meilleure des China’s jamais conçue? Il semble que oui. Le son nous apparait comme une surprise très agréable, et peut être au mieux décrit comme brut, funky et très trashy. Si vous la jouez comme d’une ride, c’est sentiment “washy” qui prévaut. La cloche est un peu décevante, elle aurait pu être un peu plus grande. Ok, vous n’achetez une China pour sa cloche, mais vous vous attendez à une plus grande différence lorsque vous frappez au sommet d’une cymbale et ce n’est pas le cas ici. Il y a peu de différence de son comparé au reste de la cymbale. Mais vous pouvez la crasher à votre guise. Et le bruit d’une China que l’on peut crasher rend le tout plus que bien!

Speelcomfort en respons

Het speelcomfort en de respons zijn dus subliem. Dankzij het nieuwe ontwerp, met de lip van de buitenrand naar beneden gebogen, geeft deze china je toegang tot alle speelmethoden. Zowel riden als crashen én het bespelen van de bel zijn mogelijk. De respons van de bel even achterwege gelaten, krijgen we bijzonder mooie en luide effecten die de ervaringen van de china op een hoger niveau tillen.

Besluit

Een kleine €396, dat is alles voor een pracht van een China. Deze china is een absolute aanrader. Niet enkel door het bijzonder mooie ontwerp en de nette afwerking, maar vooral door de klank en de nieuwe dimensie in speelcomfort. Crashen, riden en pingen op een bijzonder welluidende china, meer moet dat echt niet zijn.

B8-PRO “O-ZONE”

En dan moeten we het nog even hebben over de O-Zones. Die hebben een nieuwe trend ingezet bij de crashes. Alhoewel deze crashes horen bij de budgetvriendelijke B8-Pro serie, vinden we ze terug in de set-ups van veel gekende professionele drummers.

Bouw

De legering van de B8-Pro serie is minder stevig en geeft ook niet dezelfde klank als de B20 legering uit de hogere prijsklasse. Maar ze is gemakkelijker bewerkbaar en ook dat maakt deze cimbalen een pak betaalbaarder. Opvallend zijn de grote gaten die zig-zag over het oppervlak zijn verspreid. Dat zijn er 12 in de 16 inch-versie en 16 in de 18 inch-versie. Verder heeft de B8 Pro een zeer mooie glanzende bronzen afwerking met een vrij kleine bel en een fijne, gesloten draaiing.

Klank

“These new B8 Bronze models respond rapidly, with brilliant explosion and dirty agitation”. Dit is wat Sabian zelf zegt over de klank van deze O-Zone en daar kunnen wij ons volledig in vinden. In vergelijking met de HHX Evolution’s is het aantal gaten vermeerderd. En het is dankzij deze gaten dat je die krachtige, agressieve sound verkrijgt. Dat agressieve zit hem vooral in de aanslag, want deze crashes hebben ook heel veel body. Naarmate het cimbaal uitzingt, evolueert die schelle attack naar een diepere sound. Ze zijn dus agressief, maar op een passieve manier. Drummers als Chris Dave, Chris Coleman, Jamar Williams en Thomas Pridgen beschikken over deze cimbalen. Het is een nieuwe evolutie in de kringen van Neo-Soul en Hip-Hop drummers. Hun klank hoeft niettemin mis te staan in andere genres. Maar ze zijn wel heel typerend trashy en zullen dus niet als allround-crashes ingezet worden.

Speelcomfort en respons

De B8 Pro’s zijn zeer leuk en makkelijk te bespelen. Dankzij hun reactiesnelheid is het ook heel fijn deze cimbalen op de voorgrond te zetten en hen te gebruiken als ride. Maar natuurlijk is dit geen noodzaak, er zijn de verschillende manieren om deze cimbaal in je drumset te integreren. Als je een stevige attack geeft en je stok meteen weer terugneemt, geef je hem de mogelijkheid zijn gehele klankkleur bloot te geven en krijg je zijn volle, indrukwekkende respons. Als je dieper gaat en je stok bijna over de rand laat glijden, krijg je daarentegen meteen zijn donkerdere kant te horen.

Besluit

De O-Zones uit de B8-Pro serie zijn mooi, trashy, en erg prijsvriendelijk. Voor €142,30 neem je de 16” mee, voor €160,70 de 18”. Weer een absolute aanrader! MMM

www.meetmusic.com

Confort de jeu et réponse

Le confort de jeu et la réponse sont donc sublimes. Grâce au nouveau design, avec la lèvre du bord extérieur courbée vers le bas, cette China vous permet d’accéder à toutes les méthodes jeu. Ainsi, vous pouvez la jouer comme d’une ride, la crasher et utiliser la cloche comme surface de jeu. Si l’on met de côté la réponse de la cloche, on obtient des effets particulièrement agréables et puissants qui hissent les expériences de la China à un niveau supérieur.

Conclusion

Un petit €396, c’est tout ce que vous devrez débourser pour une magnifique China. Un must absolu. Non seulement pour le très beau design et la finition soignée, mais surtout pour la sonorité et la nouvelle dimension dans le confort de jeu. Crash, ride et ping sur une China qui sonne bien, il ne faut vraiment rien de plus.

B8-PRO “O-ZONE”

Et puis nous devons encore parler des O-Zones. Ils ont lancé une nouvelle tendance dans les crashes. Bien que ces crashes fassent partie de la série à petit budget B8 Pro, nous les retrouvons dans les setups de nombreux batteurs professionnels célèbres.

Construction

L’alliage de la série B8 Pro est moins costaud et ne produit pas la même sonorité que l’alliage B20 de la gamme de prix plus élevés. Mais il est plus facile à travailler ce qui rend également les cymbales beaucoup plus abordables. Remarquables sont les grands trous qui sont répartis en zigzag à travers toute la surface de la cymbale. Ils sont au nombre de 12 sur la 16 pouces et 16 sur la 18 pouces. On soulignera par ailleurs, la très jolie finition brillante bronze de la Pro B8 avec une cloche plutôt petite et une rotation fine et fermée.

Son

“These new B8 Bronze models respond rapidly, with brilliant explosion and dirty agitation”. C’est ce que l’entreprise Sabian elle-même dit à propos du son de ces O-Zone et que nous pouvons confirmer pleinement. En comparaison avec les HHX Evolution, le nombre de trous a été augmenté. Et c’est grâce à ces trous que l’on obtient ce son puissant et agressif. Cette agressivité réside principalement dans l’attaque, parce que ces crashes ont également pas mal de corps. A mesure que la la cymbale se met à chanter, l’attaque l’attaque retentissante évolue vers un son plus profond. Elles sont donc agressives, mais d’une façon passive. Des batteurs comme Chris Dave, Chris Coleman, Jamar Williams et Thomas Pridgen disposent de ces cymbales. Il s’agit d’une nouvelle évolution dans les cercles des batteurs “Neo-Soul” et “Hip-Hop”. Leur son n’est cependant pas à exclure pour d’autres genres. Mais elles sont cependant très typées trashy et ne pourront donc pas être utilisées comme crashes polyvalentes.

Confort de jeu et réponse

Les B8 Pro sont très agréables et faciles à jouer. Grâce à leur vitesse de réaction, elles peuvent parfaitement être mises à l’avant-plan et également être utilisées comme rides. Mais bien sûr, ce n’est pas une nécessité, il y a plusieurs façons d’intégrer ces cymbales à votre batterie. Si vous frappez la cymbale avec une attaque solide et retirez votre baguette promptement, elle pourra révéler son entière coloration sonore et vous obtiendrez une réponse pleine et impressionnante. Si vous allez plus en profondeur et laissez glisser votre baguette presque sur le bord, vous découvrirez en revanche immédiatement son côté plus sombre.

Conclusion

Les cymbales O-Zone de la série B8 Pro sont belles, trashy, et affichent un prix très abordable. Pour €142,30 vous emporterez la 16”, pour 160,70 la 18”. Un autre must absolu! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

KEYBOARD INSTRUMENTS

Kawai CA95

Kawai CA95 DIGITAL PIANO

HANS IJZERMAN Cette fois-ci, on m’a demandé de tester un tout nouveau piano digital de Kawai, le Concert Artist CA95. La série Concert Artist est la série la plus aboutie de leurs pianos domestiques, cela promet donc d’être un banc d’essai qui devrait réserver quelques surprises ...

Deze keer werd mij gevraagd om de allernieuwste digitale Concert Artist piano te testen van Kawai, namelijk de CA95. De Concert Artist is de topreeks van hun digitale huiskamerpiano’s, dus het belooft in ieder geval een verrassende review te worden.

ALGEMEEN

Kawai heeft het voordeel dat ze een enorme know-how hebben op vlak van akoestische piano’s. Deze kennis kunnen ze goed gebruiken wanneer ze nieuwe digitale piano’s ontwerpen. Het verleden heeft al uitgewezen dat Kawai zeker en vast niet moet onderdoen ten opzichte van zijn concurrenten en dat het op alle vlakken zeer goed scoort. Het is belangrijk om te blijven herhalen dat de rol van underdog die Kawai heeft, eigenlijk onterecht en spijtig is, gezien dit merk piano’s van topklasse maakt.

BOUW

De CA95 kan men bestellen in twee verschillende uitvoeringen, namelijk Premium zwart gesatineerd en um zwarte versie is zoals altijd de meest gevraagde Premium rozenhout. De Premiuitvoering, maar Kawai geeft dus de mogelijkheid om door middel van nog een andere uitvoering toch de allerbeste match te vinden met je interieur. De CA95 ziet er heel stijlvol en strak uit en het is duidelijk dat men bij ieder aspect van de piano heeft stilgestaan. Degelijkheid, enorm hoogwaardige afwerking,… toch wel keer op keer zaken die opvallen wanneer we Kawai piano’s moet testen. Voor wie moeilijke, zware muziekwerken wil uitvoeren op de CA95, kan op beide oren slapen vermits de piano enorm stevig is en het broodnodige vertrouwen aan de pianist geeft. Zo maakt men ook gebruik van de zogenaamde Grand Feel klaviermechaniek, waarbij men eigenlijk simpel gezegd de klaviermechaniek van een echte vleugel integreert in de digitale piano. Een paar opmerkelijke onderdelen hiervan zijn: echte volwaardige materialen, alle 88 toetsen die een vergrote lengte hebben van het voorste gedeelte - vergelijkbaar met de Kawai akoestische vleugels, het gekende Ivory Touch toetsenoppervlak dat een bepaalde stroefheid geeft aan de vingers en het onvermijdelijke zweet absorbeert, verschil in weerstand tijdens het indrukken van de toetsen tussen het basregister en het discant, drukpuntsimulatie die rechtstreeks uit de akoestische vleugel komt zodat men zachtjes gecontroleerd de toetsen kan bespelen, etc. Een nieuwigheidje is het zogenaamde drievoudig sensorsysteem, voor een nog authentieker gevoel. Dit systeem geeft de mogelijkheid om een toon opnieuw aan te slaan, nog voordat je de toets helemaal hebt losgelaten. De afmetingen van de Kawai CA95 zijn, wanneer de partiturenstand niet opengeklapt is, 1465 x 475 x 930mm, met een totaal gewicht van rond de 87kg. Dit is natuurlijk vrij zwaar, maar gezien het een huiskamerpiano is, moet ze niet al te vaak verhuisd worden. Het gewicht heeft nu eenmaal te maken met de kwaliteit van het klavier en vermits er in de Kawai CA95 een vleugelklaviermechaniek is gebruikt, kan het bijna niet anders dan dat het geheel een beetje zwaar wordt. Doorgaans kan je er ook van uitgaan dat het geproduceerde geluid beter wordt naarmate de massa groter is. Door middel van de nieuwe Harmonic Imaging XL klankopwekking en het hoogwaardige luidsprekersysteem (2 x 45W + 45W Transducer) met Soundboard bestaande uit sparrenhout, krijgen de pianist en de toehoorder een enorm diepe mooie bas en uiterst briljante en heldere discant te horen. De gespeelde muziek wordt dus overgedragen op de zangbodem, waardoor een enorm ruimtelijk klankbeeld ontstaat. Ogen toe en je hebt niet door dat je op een digitale piano aan het spelen bent. De bediening van de Kawai CA95 werd heel basic gehouden en bevindt zich aan de linkerkant van het klavier. Mits wat uitproberen, wijst het menu zichzelf wel uit. Als er toch nog zaken zijn die onduidelijk zijn, dan kan men natuurlijk altijd terecht bij de handleidingen die in verschillende talen te vinden zijn op www.kawai.nl. Het spijtige aan de Kawai CA95 is, al is het maar een klein detail, dat je niet de mogelijkheid hebt om het bedieningspaneeltje te verbergen. Bij de onlangs nog geteste Kawai CS9 kon je dit wel mooi afdekken, waardoor je nog meer het gevoel kreeg dat je bijna echt op een akoestische piano aan het spelen was.

www.meetmusic.com

GÉNÉRALITÉS

Kawai a un avantage : la firme possède une expertise de grande envergure elle se base utipour tout ce qui a trait aux pianos acoustiques, et lement sur ces connaissances au moment de concevoir de nouveaux pianos digitaux. Le passé a déjà démontré que Kawai n’était pas moins performant que la concurrence, et même, que la firme avait un très bon niveau dans tous les domaines. Il n’est donc que justice de répéter régulièrement ceci : le rôle de “parent pauvre” attribué à Kawai est en fait injuste et dommage, étant donné que cette marque construit des pianos de toute grande classe !

CONSTRUCTION

Le CA95 est disponible en deux exécutions différentes, à savoir noir satiné ‘Premium’ et palissandre ‘Premium’. Comme toujours, c’est la version noire satinée qui est la plus demandée, mais Kawai donne néanmoins la possibilité, via une alternative, de pouvoir assortir au mieux l’instrument à votre intérieur. Ce CA95 est très élégant, mais également sobre : il est clair que l’on a veillé à respecter les standard d’un piano acoustique “classique”. Solidité, finition extrêmement soignée, ... Il faut quand même le dire : tous ces points sautent aux yeux à chaque fois que l’on se retrouve face à un piano Kawai. Pour celui qui se demande si le CA95 est muni de touches “lourdes”, il peut dormir sur ses deux oreilles : le piano est extrêmement solide, et cela donne au pianiste une confiance essentielle. La firme a aussi eu recours à sa mécanique de clavier nommée Grand Feel : dit simplement, il s’agit en fait d’intégrer une “vraie” mécanique de piano acoustique dans un piano digital. Certains composants appellent quelques remarques : tous les composants sont de qualité supérieure ; les 88 touches ont leur partie avant allongée, tout comme sur les pianos acoustiques de Kawai ; la surface de contact des touches, du nom bien connu de Ivory Touch, qui donne l’agréable sentiment d’une touche pas tout à fait lisse, et qui absorbe aussi la transpiration, inévitable, des doigts ; la différence de résistance quand un doigt enfonce une touche, selon qu’il s’agisse du registre des basses ou des aiguës ; la simulation du point de pression, qui vient en droite ligne des pianos acoustiques, et qui permet de jouer avec un maximum de contrôle les passages à très bas volume ; etc. A signaler aussi, une nouveauté, un système de triples capteurs qui confère un caractère encore plus authentique au jeu : en effet, ce système permet d’enfoncer à nouveau la touche pour produire un son avant même d’avoir complètement relâché cette touche. Les mesures de ce Kawai sont les suivantes, quand le porte-partitions reste fermé : 1.465 x 475 x 930 mm, pour un poids total de 87 kilos. Bien entendu, c’est franchement lourd, mais étant donné qu’il s’agit d’un piano domestique, il est censé ne pas “bouger” très souvent ... De plus, le poids a un rapport direct avec la qualité du clavier : vu que le Kawai est équipé d’une mécanique réelle de piano à queue, il est pratiquement impossible que le poids global de ce piano ne soit pas important. Et ce n’est pas tout : on peut également postuler que plus sa masse sera importante, meilleur sera le son. De fait, le pianiste et les auditeurs sont gratifiés par un son d’exception : des basses à la profondeur incroyable, et des aiguës claires et brillantes. Cela est dû au nouveau système de génération sonore (Harmonic Imaging XL) et au système très sophistiqué des haut-parleurs (2 x 45W + 45W Transducer), ainsi qu’à une “vraie” table d’harmonie en sapin. Les sons produits sont donc “projetés” vers la table d’harmonie, ce qui donne naissance à une image sonore d’une ampleur exceptionnelle : les yeux fermés, on a vraiment l’impression que l’on n’est pas en train de jouer sur un piano digital ! Les commandes du Kawai restent très basiques, elles se trouvent à gauche du clavier. Après quelques essais, il s’avère que le menu est d’un abord facile. Si toutefois, certains points restent incompris, on peut naturellement consulter la notice d’emploi, qui est disponible en plusieurs langues sur le site de la marque, www.kawai.de . Un petit reproche, même si ce n’est qu’un détail : sur le Kawai CA95, il n’est pas possible de dissimuler le petit panneau des commandes. Par contre, sur le Kawai CS9 que nous avons testé récemment, cette possibilité existait, ce qui renforçait encore le sentiment de jouer sur un “vrai” piano acoustique. Comme cela a déjà été signalé plus haut, le clavier est d’une telle qualité que tous les styles musicaux et toutes les techniques propres à l’instrument sont accessibles sans le moindre problème, comme le pianissimo et le fortissimo. Et ce n’est pas tout : le système gérant les pédales, nommé ‘Grand Feel’, procure une dimension supplémentaire, car la résistance des trois pédales (sustain, sustenuto et una corda) répond parfaitement aux besoins du pianiste et parachève magistralement le sentiment de se trouver en présence d’un piano à queue

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

www.meetmusic.com

KEYBOARD INSTRUMENTS

Kawai CA95

Zoals hierboven al vermeld, is het klavier van zodanig hoge kwaliteit dat je alle mogelijke muziekstijlen en speelstijlen zoals pianissimo en fortissimo zonder enig probleem kan vertolken. Verder zorgt het Grand Feel pedaalsysteem voor een extra dimensie. De weerstand voor de drie pedalen (sustaine, sustenuto en una corda) volgt zonder enig probleem de noden van de pianist en sluit perfect aan bij het gevoel dat men heeft terwijl men op een echte akoestisch pianovleugel speelt. Het is zelfs mogelijk om de gevoeligheid van zowel het sustain als het una corda pedaal naar eigen voorkeur in te stellen.

acoustique. Il est même possible de régler la sensibilité de deux pédales selon ses préférences: celle de sustain et celle de una corda.

MOGELIJKHEDEN

De Kawai CA6 is naast een steengoede digitale huiskamerpiano eveneens een veelzijdig instrument waar je meer dan enkel piano op kan spelen. In totaal heb je de keuze uit 80 klanken met een maximale polyfonie van 256 stemmen, waarmee je dus ruimschoots toekomt. Het allerbelangrijkste in verband met de klanken is natuurlijk of de standaard pianoklank kan overtuigen. Een fabrikant mag dan nog 1000 klanken voorzien, wanneer de eigenlijke opzet niet gehaald wordt, is het nutteloos om te investeren in zoveel extra klanken. In ieder geval houdt Kawai het hier mooi in het midden, vermits de standaard pianoklank werkelijk verbluffend is. Daarnaast voorziet men dan nog 79 klanken die eigenlijk allemaal zeer behoorlijk zijn, met extra aandacht voor de elektrische pianosimulaties zoals de Rhodes en Wurlitzer klanken. Wie de stagepiano’s van Kawai kent, zal meteen ondervinden dat deze klanken zeer gelijkend zijn en dus van een zeer hoog niveau. De 80 klanken zijn onderverdeeld in acht categorien, nl. PIANO 1, PIANO 2, E.PIANO, ORGAN, HARPSI & MALLETS, STRINGS, VOCAL & PAD en BASS & GUITAR. Zoals tegenwoordig mogelijk is op de meeste piano’s, kan je deze klanken splitten en combineren, ook wel ‘layeren’ genoemd. Het is zelfs mogelijk om het klavier in twee gelijke stukken te verdelen zodat bijvoorbeeld leerling en leraar kunnen beschikken over hetzelfde aantal toetsen

POSSIBILITÉS

En plus d’être un piano digital domestique de premier ordre, le Kawai CA95 est un instrument dont la grande polyvalence permet de jouer bien autre chose que du piano : au total, l’utilisateur a le choix entre 80 sons bénéficiant d’une polyphonie de 256 voix, ce qui est largement suffisant ! Mais le plus important au niveau des sonorités, c’est évidemment que les sons de piano proprement dits soient convaincants : car même si un constructeur se donnait la peine de proposer mille sons, si le but principal n’était pas à la hauteur, il serait tout à fait inutile d’investir dans une telle abondance de sons supplémentaires. En tout cas, en ce qui concerne Kawai, l’église est bien restée au milieu du village, car le son de piano proprement dit est tout simplement sidérant ! A côté de cela, il y a donc aussi 79 autres sons : tous sont en fait de bonne qualité, avec une attention particulière portée aux simulations de pianos électriques, comme le Rhodes et le Wurlitzer. Pour ceux qui connaissent les sons des pianos de scène de Kawai, il apparait immédiatement que les sons du CA95 en sont très proches, et par conséquent, de très haut niveau. Les 80 sons disponibles sont répartis en huit catégories : PIANO 1, PIANO 2, E.PIANO, ORGAN, HARPSI & MALLETS, STRINGS, VOCAL & PAD, et BASS & GUITAR. Comme cela est possible sur la plupart des pianos contemporains, les sons peuvent êtres “splittés” et “superposés” (en anglais, layers = couches). Il est même possible de programmer le clavier pour obtenir deux parties rigoureusement identiques ; ainsi, par exemple, élève et professeur disposeront du même nombre de touches, et des mêmes hauteurs de notes ! Pour les débutants, Kawai a intégré une fonction ‘Lesson’ : elle permet de stocker un total de 326 titres à étudier, allant de Czerny à Bach (y compris de la musique écrite), avec des exercices de gammes, d’accords et de cadences ... sans oublier une fonction donnant une sorte d’appréciation sur ce que l’on vient de jouer ! Quand certains passages spécifiques à la main gauche ou à la main droite posent problème, on peut les étudier séparément, et ce, à n’importe quel tempo. Autre chose ... Grâce à la fonction ‘Concert Magic’, les plus jeunes sont gratifiés d’une très jolie surprise : en tapotant sur une touche au hasard et à un rythme fixe, l’appareil se met à jouer l’un des 176 morceaux présents en mémoire ! Voilà des “plus points” intéressants de la part de Kawai ... Autre point d’intérêt : il est possible d’apporter une foule de modifications aux sons des présélections : c’est le rôle de la fonction ‘Virtual Technician’, qui permet de modifier pratiquement n’importe quel paramètre des sons du piano. Et ce, même pour des choses qui sont tout simplement impossibles à modifier sur un piano acoustique ! L’intonation, le bruit des étouffoirs, la résonance des cordes, l’effet ‘key-off’, le bruit des marteaux qui reviennent en place, leur retard, le temps de ‘decay’, l’intensité de la pédale ‘una corda’, etc. Ceci dit, “quand il n’y en a plus, il y en a encore”, puisqu’à tout cela, il faut ajouter tout un éventail d’effets, de réverbes et d’accordages. Les possibilités sont réellement inépuisables, et il semble que le fait d’offrir le plus possible à

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

Kawai CA95

KEYBOARD INSTRUMENTS

l’utilisateur soit une tendance “lourde”, ce dont nous ne pouvons que nous réjouir. Ah oui, j’oubliais : la sensibilité à la frappe, vous pouvez aussi l’adapter totalement à votre main ! Et je pourrais continuer ainsi un bout de temps ... Un autre “plus” que l’on ne retrouve pour ainsi dire que chez Kawai, c’est la possibilité d’enregistrer et de lire des fichiers au format le plus souvent utilisé à l’échelle planétaire, le MP3. Cela conduit à une fonctionnalité tout à fait appréciable de ‘plug and play’, alors que cela peut parfois poser quelques problèmes dans d’autres marques. Sur le Kawai CA95, on peut utiliser le format MP3 aussi bien que le WAV, et ce, via carte USB ou directement via ordinateur. Et d’ailleurs, les morceaux que l’on joue via l’amplification du CA95 ont un son incroyablement bon, ce qui, pour certaines personnes, rend l’investissement dans un système audio externe superflu. Ceci dit, en plus de ces lectures et enregistrements via des appareils externes, on peut également utiliser la mémoire interne du piano pour enregistrer et lire une flopée de morceaux à deux pistes, avec un maximum de 90.000 notes. Au niveau des connexions disponibles, ce Kawai est relativement bien nanti. A l’avant, on retrouve la connexion USB : celle-ci permet pas mal de choses, comme envoyer les réglages vers une clef USB. Mais cela peut être aussi stocker des enregistrements sur une clef USB, ou, à l’inverse, faire jouer par le piano des morceaux stockés sur la clef. Juste à côté, nous avons deux prises pour des casques. Le restant des connexions, nous le trouvons en face arrière, à savoir : LINE IN (L/MONO et R), donc les entrées avec leur potentiomètre de gain séparé ; LINE OUT (L/MONO et R), donc les sorties ; une connexion ‘USB to HOST’ ; et pour terminer, des prises MIDI IN et MIDI OUT. Bref, tout ce dont nous avons besoin pour exploiter ce piano à 100 %. Pour certaines personnes, ce qui suit résonnera comme une douce musique dans leurs oreilles : Kawai a prévu un crochet bien pratique et spécialement prévu pour suspendre votre casque quand vous ne vous en servez pas. op de dezelfde toonhoogte. Voor de beginners heeft Kawai een Lesson functie ingebouwd waarmee je in totaal 326 titels van Czerny tot Bach (incl. bladmuziek), toonladders, akkoorden en cadensoefeningen kan instuderen, met zelfs een bepaald soort van beoordelingsfunctie. Wanneer er passages zijn die specifiek met de linker- of rechterhand niet goed lukken, kan je dit zonder probleem apart inoefenen in eender welk tempo. Met de Concert Magic-functie kunnen de allerkleinsten toch nog een zeer mooi resultaat bekomen. Door middel van een willekeurige toets aan te slaan in een vast ritme, kan je één van de 176 ingebouwde songs toch spelen alsof het niets is. Leuke extraatjes van Kawai dus! Daarnaast kan je met de Kawai CA95 enorm veel tweaken aan de ingebouwde klanken. Zo heb je de Virtual Technician waarmee je zeg maar alles maar dan ook alles kan aanpassen aan de pianoklank. Zelfs zaken die je op een akoestische piano eigenlijk gewoonweg niet kan uitvoeren op je eentje. Intonatie, dempergeluid, snarenresonantie, Key-off effect, geluid terugvallende hamer, vertraging hamer, geluid vleugelklep, Decay Time, una corda pedaal intensiteit,… Kortom dit is nog niet alles, vermits men nog eens een waaier van effecten, reverbs en stemmingen kan toepassen. De mogelijkheden zijn werkelijk onuitputtelijk en het lijkt erop dat het een trend is om de mensen zoveel mogelijk te kunnen aanbieden, wat we natuurlijk enkel en alleen kunnen bejubelen. Oh ja, de aanslaggevoeligheid kan je eveneens volledig naar je eigen hand zetten! En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan… Iets wat we bijna enkel en alleen terugvinden op Kawai digitale piano’s, is de mogelijkheid om in het wereldwijd vaakst gebruikte audioformaat MP3 op te nemen en songs af te spelen. Dit geeft een enorme plug-and-play functionaliteit, wat bij andere merken soms toch wel voor wat problemen kan zorgen. Op de Kawai CA95 kan je zowel in MP3 als WAV formaat opnemen en afspelen, via USB-stick of rechtstreeks via je computer. Trouwens, de songs die je afspeelt via de Kawai CA95 klinken ongelooflijk goed, wat voor sommige mensen zelfs de investering in een audio-systeem overbodig maakt. Naast deze externe afspeel- en opnamemogelijkheden kan je eveneens op het interne geheugen een tiental songs met twee sporen opnemen met een maximum van 90.000 noten. Qua aansluitingen is het lang niet slecht gesteld met deze Kawai. Aan de voorkant vinden we de aansluiting voor USB tot device terug. Deze maakt het mogelijk om allerhande zaken, zoals de instellingen, weg te schrijven naar een USB stick. Deze dient echter ook om opnames op USB-stick te recorden, of om al eerder opgeslagen songs op de USB-stick te laten afspelen op de piano. Daarnaast hebben we nog twee jack hoofdtelefoon aansluitingen. Aan de achterkant vinden we de rest van de aansluitingen terug, nl. LINE IN L/MONO en R met een bijhorende gain Level draaiknop, een LINE OUT L/MONO en R uitgang, een USB to HOST aansluiting en daarnaast dan ook nog een MIDI IN en MIDI OUT aansluiting. Kortom, alle zaken die we nodig hebben om de piano ten volle te kunnen benutten. Voor sommige mensen zal dit als muziek in de oren klinken: Kawai heeft namelijk een speciaal handig haakje voorzien om je hoofdtelefoon aan te hangen wanneer je hem niet gebruikt.

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

www.meetmusic.com

KEYBOARD INSTRUMENTS

Kawai CA95

RESPONS + KLANK

Wanneer je plaatsneemt achter de Kawai CA95, merk je dat de piano werkelijk alles heeft om je jarenlang te plezieren. Dit stukje technologie zal je niet gauw beu worden! Het heeft allemaal te maken met het feit dat ieder onderdeel van zodanig hoge en goede kwaliteit is, dat de totale som niet anders dan positief kan zijn. De Grand Feel klaviermechaniek zorgt ervoor dat je omzeggens alle nuances die je tijdens het pianospelen wil vertolkt zien, daadwerkelijk te horen krijgt. Er werd met ieder detail rekening gehouden en het beste bewijs dat je kan hebben is het feit dat iemand niet gauw het gevoel zal hebben dat hij achter een digitaal toestel zit in plaats van een akoestisch. Het is natuurlijk zo dat de Harmonic Imaging XL klankopwekking eveneens van een zeer hoog niveau is. Het zou maar erg zijn dat je een enorm goed klavier hebt om op te spelen, maar dat de klanken niet deugen. Het hoofddoel van de Kawai CA95 is duidelijk: een top piano geluid realiseren. Net zoals bij de concurrenten werpt de Ivory Touch techniek vruchten af, doordat er een optimale controle ontstaat tijdens het musiceren. Alle klanken in de zes categorieën klinken, zoals hierboven beschreven, werkelijk fantastisch en dit mede dankzij de manier waarop het uitversterkt wordt. Het belang van de aanwezige zangbodem mag hier zeker niet onderschat worden, omdat dit net het ruimtelijke, aangename • Harmonic Imaging XL karakter perfect weet te vertalen naar klankopwekking een mooi heldere en diepgaande klank. In combinatie met de talrijke aanpas• Ivory touch singsmogelijkheden voor de ingebouwde • opnemen/afspelen in MP3 klanken wordt de algemene sound nog én WAV formaat specifieker en kan je deze volledig naar je eigen wens finetunen. Qua klankniveau • SoundBoard Speaker is alles mooi in balans, wat bij andere System merken toch af en toe niet het geval is. Of je nu voor een standaard pianoklank of een zwoele Rhodes klank kiest , je zal je mastervolume niet moeten bijsturen vermits alles mooi gelevelled is. Bij Kawai weten ze duidelijk hoe ze hun pianis• Interne menu-structuur ten moeten verwennen en welke zaken er mag iets meer plug-andin praktijk echt belangrijk zijn. De Kawai play zijn CA95 is zoals de naam “Concert Artist” het zelf zegt, geschikt om effectief thuisconcertjes te geven en allerhand stijlen van muziek op te spelen. De klanken zijn goed en daarbij ook nog eens voldoende uitgebreid, zodat er voor ieder wat wils is. Het is aangeraden om je mastervolume altijd zo rond ¾ te houden om het geheel wat in de hand te kunnen houden. Maar proefondervindelijk hebben we vastgesteld dat zelfs wanneer het mastervolume volledig openstaat, de algemene klank daar niet echt onder te lijden heeft. Tijdens het spelen met hoofdtelefoon kan ik blijven waarschuwen dat je best verstandig te werk gaat, vermits je oren ongelooflijk gevoelig zijn. Wanneer je een tijdje met goed afgesloten hoofdtelefoons speelt, merk je dat je geluid soms veel te hard staat. Opletten dus!!!

pro

contra

RÉPONSE ET SON

Quand on prend place face à ce piano, on remarque que vraiment tout est prévu pour assurer la satisfaction de l’utilisateur pendant de nombreuses années : vous ne vous lasserez pas rapidement de ce concentré de technologie! Et la raison en est simple : chaque composant est d’un tel niveau de qualité que l’ensemble ne saurait qu’en profiter au niveau global. La mécanique ‘Grand Feel’ du clavier fait que, quand on joue un morceau, pour ainsi dire toutes les nuances du jeu pianistique seront clairement audibles. Chaque détail est pris en compte, et la meilleure preuve en est que le musicien n’aura pas rapidement le sentiment de jouer sur un appareil digital au lieu d’un piano acoustique. Evidemment, cela est aussi dû au niveau de qualité inouï du système Harmonic Imaging XL. Mais il faut dire que cela serait pour le moins paradoxal d’avoir un clavier d’excellence ... couplé à des sonorités qui ne valent rien ! Le but principal du Kawai CA95 est clair : être, à tous les niveaux, un piano d’exception! Tout comme pour la concurrence, les touches en ‘Ivory Touch’ portent leurs fruits dans la mesure où le contrôle est total pendant l’exécution des pièces musicales. Comme cela a déjà été évoqué plus haut, tous les sons, et ce, pour les huit catégories sans exception, sont vraiment fantastiques, et notamment, grâce à la manière dont ils sont amplifiés. L’importance de la table d’harmonie présente ne doit certainement pas être sous-estimée, car cette • Le générateur de sons technique permet de “traduire” parfaitement le (‘Harmonic Imaging XL’) caractère spatial et agréable d’un son magnifique, • Le clavier (‘Ivory Touch’) aussi précis dans les aiguës que dans les basses profondes. En y ajoutant les nombreuses pos• L’enregistrement et la sibilités d’adaptation des sons embarqués, le son lecture aux formats MP3 général devient encore plus spécifique et il peut et WAV donc être façonné selon les désirs de l’utilisateur. • SoundBoard Speaker Pour ce qui est des sonorités, tout est aussi parfaitement en balance, ce qui, chez d’autres marques System et de temps à autre, n’est pas toujours le cas. Que vous choisissiez un son de piano traditionnel, ou celui d’un Rhodes bien “chargé”, vous n’allez pas devoir adapter votre master volume à chaque • La structure du menu inchangement de son, car les niveaux restent bien équilibrés entre les différentes sonorités. Car chez terne pourrait être un peu Kawai, on sait comment gâter les pianistes, et on plus plug-and-play sait, dans la pratique, ce qui compte vraiment pour eux. Comme son nom ‘Concert Artist’ le dit luimême, le CA95 est conçu pour effectivement donner chez soi de petits concerts et pour jouer toutes sortes de musiques. Les sons sont excellents, et en plus, très diversifiés au point que chacun y trouvera son compte. Il est conseillé de maintenir le master volume environ aux trois quarts de sa course afin de garder le contrôle de l’instrument. Mais sur base de nos propres expériences, nous avons constaté que, même quand le master volume est à fond, le son global n’en souffre pas vraiment. Lorsque l’on travaille au casque, je continue à dire qu’il faut rester très prudent, car nos oreilles sont des organes très sensibles : et quand on joue un petit temps avec un bon casque de type fermé, on remarque un moment donné que le niveau est nettement trop élevé. Prudence, donc !

BUDGET

BESLUIT

CONCLUSION

Kawai levert de CA95 aan een mooie prijs die goed in verhouding staat met de kwaliteit: €3299. Kawai heeft met deze CA95 weer eens een erg goede piano op de markt gebracht. De combinatie van alle onderdelen maakt dat deze piano qua afwerking en kwaliteit niet mag onderdoen voor de rechtstreekse concurrentie. Een enorm groot voordeel is de compatibiliteit met het alomtegenwoordige MP3 formaat, waardoor het een zeer toegankelijke piano wordt. De CA95 is geschikt voor zowel beginners als gevorderde pianisten en zal niet gauw vervelen of zijn beperkingen prijsgeven. Eerlijk gezegd, van beperkingen heb ik eigenlijk niet meteen iets gemerkt. Speelgevoel en klankbeeld zijn hier werkelijk ongelooflijk goed, waardoor blijkt dat Kawai het goed heeft begrepen. Het zal niet meer lang duren of Kawai maakt een serieuze doorbraak in de muziekwereld! MMM

www.meetmusic.com

Kawai livre son CA95 pour un prix intéressant, bien en rapport avec la qualité de son produit : le piano coûte 3299 euros. Avec un instrument tel que le CA95, Kawai lance une fois de plus un excellent piano sur le marché. La combinaison des composants choisis a pour résultat que ce piano, tant par sa finition que par sa qualité générale, n’a rien à envier à la concurrence directe. L’un de ses avantages capitaux est d’être compatible, au niveau des enregistrements, avec le format “planétaire” qu’est le MP3, ce qui en fait un piano très “accessible”. Le CA95 est adéquat tant pour les débutants que pour les pianistes plus avancés ; il n’est pas prêt d’ennuyer son propriétaire ou de lui divulguer facilement ses limites ... A franchement parler, je n’ai d’ailleurs jamais ressenti la moindre notion de “limite” lors de ce test. Le confort de jeu et l’image sonore sont tout simplement incroyablement bons, ce qui montre que Kawai sait ce qu’il a à faire. Il ne se passera pas longtemps avant que Kawai ne provoque des avancées spectaculaires dans le petit monde de la musique! MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

TemplateMMMAds.indd 1

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2012/11

20-10-2012 12:10:14

HILITES

CORT SFX SERIES

Hilites

CORT

Cort stelt met de SFX Series een aantal nieuwe gitaren voor. De reeks bestaat uit enkele akoestische modellen die werden opgetrokken uit exotisch hout. Elk model heeft ingebouwde elektronica en een slim body constructie die zowel het rechtopstaand als zittend spelen vergemakkelijkt. Enkele kenmerken die alle modellen uit de serie gemeenschappelijk hebben, zijn onder andere een Venetiaanse cutaway, een fretboard uit rozenhout en een geavanceerde “scalloped” X-bracing. www.cortguitars.com

KÖNIG & MEYER

Naast de reeds gekende iPad microfoonstatiefhouders, tafelstatieven en wandhouders, heeft König & Meyer haar assortiment verder uitgebreid. Enkele nieuwigheden zijn de K&M Smartphone houder waarmee je je smartphonehouder altijd bij de hand hebt, ook tijdens repetities of op het podium. Het is een universele houder voor alle smartphones en MP3 spelers met een breedte van 46 tot 76mm. De houder is door middel van een klem aan elk willekeurig statief met een diameter tot 30mm te bevestigen. Je kan je smartphone makkelijk van staande naar liggende positie switchen. Vervolgens is er ook nog de K&M Tablet PC houder, een alternatief voor diegenen die liever met een ander tablet werken dan met een iPad. Je kan deze houder met een klem bevestigen aan elk willekeurig statief met een maximale diameter van 30mm. Meer info over deze en andere nieuwigheden, vind je op www.k-m. de

KÖNIG & MEYER

MAPEX

Mapex lanceert twee nieuwe limited edition snare drums in de Black Panther serie en MPX serie. De nieuweling in de Black Panther serie is 13” x 6” groot en heeft een shell die werd vervaardigd uit hoogwaardig esdoornhout. De drum is uitgepowerhoops van 2,3mm die de shell warm doen klinrust met ken, met net die juiste hoeveelheid ‘gekraak’. De Black Panther wordt geleverd met kwalitatieve Remo UT drumheads. De nieuMPX serie heeft dezelfde afmetingen als die van de Black Panther, weling in de maar werd vervaardigd uit berkenhout. Hij heeft een berken shell met een dikte van 7,2mm en is gelakt met “Transparent Midnight Black”. www.mapexdrums.com

MAPEX LIMITED EDITION SNARES

NORD

De Electro 4 SW73 is één van de nieuwste keyboards bij Nord. Het model heeft dubbel zoveel geheugen als haar voorganger, de Nord Electro 3 SeventyThree, waardoor je nu nog meer sounds kan opslaan uit de Sample Library. De Organ sectie werd geüpgrade met de nieuwste Tone Wheel engine uit de Nord C2D. De Electro 4 SW73 voltooit zo de Electro 4 serie, waarbij de Electro 4 HP en Electro 4D SW61 al eerder in 2012 werden voorgesteld. Voor details over alles wat deze nieuwe Nord te bieden heeft, surf je naar www.nordkeyboards.com

NOTION

Notion Music, bekroond software-ontwikkelaar, lanceert de Progression 2.0, een compositiesoftware voor gitaar, bas en drum. Deze versie werkt nog intuitiever dan zijn voorganger (de eerste “Progression” versie) en kreeg een verbeterde compatibiliteit tussen desktop en iPad. Hij bevat gitaarsamples gespeeld door gitarist Neil Zaza, bassamples van Victor Wooten en drumsamples van Roy ‘Futureman’ Wooten. Progression 2.0 geeft haar gebruikers de mogelijkheid om te werken op meerdere platforms. Muzikanten kunnen een compositie starten op hun desktop, ‘onderweg’ snel aanpassingen doorvoeren via hun iPad, om daarna dat project weer af te ronden op hun computer. Zo kan je dankzij deze software werken waar en wanneer je maar wil. www.notionmusic.com

Nord Electro 4 SW73

PEARL

Pearl stelt een nieuwe limited edition VBA drum voor die enkel verkrijgbaar zal zijn in Europa. De Limited VBA Artisan II kit bestaat uit een 22x18” basdrum zonder gaten, 10x7” en 12x8” toms, 14x12” en 16x14” floor toms en een bijpassende berken snare drum. De set wordt vervolledigd met het 890-Series Hardware Pack van Pearl. De finish is in de “Dynamic Burst” kleur. www.pearldrum.com

ROLAND

Ontdek nu de “Jupiter Synth Legends Collection 1”: een serie klankbanken met Rolands meest bekroonde klassiekers voor de Jupiter-80 en Jupiter-50 synthesizers. Met nieuwe tones, Live Sets en Arpeggiopatronen maakt deze collectie gebruik van de SuperNATU-

www.meetmusic.com

CORT

Via sa série SFX de guitares, Cort présente quelques nouvelles guitares. La série se compose de quelques modèles acoustiques réalisés exclusivement sur bases d’essences de bois exotiques. Chaque modèle possède sa propre électronique embarquée, et l’option retenue pour le corps est une caisse mince qui doit faciliter le confort de jeu, en position debout comme en position assise. Voici, parmi d’autres, quelques caractéristiques qui sont communes à tous les modèles : un pan coupé de type vénitien, une touche en palissandre, et un barrage de renfort en X particulièrement “avancé”. www.cortguitars.com

KÖNIG & MEYER

Nous connaissions déjà les différents statifs pour iPad de cette marque : pieds de micro, pieds de table et attelles murales. Mais König & Meyer vient encore d’élargir son assortiment. Parmi les nouveautés, citons le support K&M pour SmartPhone, qui vous permet de garder votre appareil toujours à portée de main, pendant les répétitions et même sur un podium. Il s’agit d’un support universel : à ce titre, il convient donc à tous les SmartPhones et autres lecteurs de MP3 puisque sa largeur variable va de 46 à 76 mm. Ce support se fixe grâce à une pince à n’importe quel statif dont le diamètre des tubes va jusque 30 mm. On peut également choisir la position du SmartPhone, allant de l’horizontale à la verticale. Autre accessoire, un support K&M pour tablette de type PC : voici donc une alternative pour tous ceux qui préfèrent une autre tablette que l’iPad. Ce support, lui aussi, se fixe grâce à une pince à n’importe quel statif dont le diamètre des tubes va jusque 30 mm. Pour de plus amples informations sur ces nouveautés, rendez-vous sur le site www.k-m.de .

MAPEX

Mapex lance deux nouvelles éditions limitées de caisses claires dans les séries Black Panther et MPX. La “petite nouvelle” de la série Black Panther a pour dimensions 13” x 6”, et elle possède un fût réalisé en érable de très grande qualité. La caisse est équipée de cercles de 2,3 mm qui confèrent de la chaleur au son, avec juste ce qu’il faut de “pêche”. Cette Black Panther est livrée avec des peaux de qualité, des Remo UT. Quant à la dernière née de la série MPX, elle a les mêmes dimensions que celles de la Black Panther, mais elle est en bouleau. Le fût en bouleau a une épaisseur de 7,2 mm, et son vernis porte le joli nom de “Transparent Midnight Black”. www.mapexdrums.com

NORD

L’Electro 4 SW73 est l’un des tout derniers claviers de Nord. Ce modèle a le double de mémoire par rapport à son prédécesseur, le Nord Electro 3 SeventyThree, ce qui permet de stocker encore plus de sonorités en provenance de la ‘Sample Library’. La section des orgues a été mise à jour via le nouveau ‘Tone Wheel engine’, en provenance du Nord 2D. L’Electro 4 SW73 parachève ainsi la série Electro 4, série dans laquelle les modèles Electro 4 HP et Electro 4D SW61 étaient présents depuis 2012. Pour connaître tous les détails ayant trait à ces nouveaux claviers Nord, rendez-vous sur le site www. nordkeyboards.com .

NOTION

Notion Music, concepteur de softwares consacré, lance son programme Progression 2.0, un software dédié à la composition pour guitare, basse et batterie. Cette version est encore plus intuitive que la précédente (la première version de ‘Progression’), et elle profite d’une compatibilité améliorée entre l’ordinateur et l’iPad. Ce programme contient des échantillons de guitare exécutés par le guitariste Neil Zaza, des échantillons de basse de Victor Wooten et des échantillons de batterie de Roy ‘Futureman’ Wooten. Progression 2.0 donne à ses utilisateurs la possibilité de travailler avec plusieurs plateformes différentes. Les musiciens peuvent commencer une composition sur leur ordinateur, effectuer de rapides adaptations en cours de création via leur iPad, pour terminer ensuite le projet sur l’ordinateur. De cette manière, grâce à ce software, on peut travailler où et quand on le désire ! www.notionmusic.com

PEARL

Pearl présente une nouvelle édition limitée de son VB Drum ; elle ne sera disponible qu’en Europe. Le kit Limited VBA Artisan II se compose d’une grosse caisse sans évent de 22” x 18”, de toms de 10” x 7” et de 12” x 8”, ainsi que de toms au sol de 14” x 12” et de 16” x 14”, sans oublier une caisse claire assortie en bouleau. Ce set est complété par le pack de hardware Pearl de la série 890. La finition est de couleur Dynamic Burst”. www. pearldrum.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

TemplateMMMAds.indd 1

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2012/11

20-10-2012 12:16:14

Notion Progression 2.0

HILITES RAL-klankbron om de essentie van heel wat klassieke synths weer te geven. Er werd gebruik gemaakt van de Live Set-Architectuur en Multi-effecten binnen de moderne Jupiters om een uitgebreide bibliotheek van klanken te bekomen die het Roland synth-erfgoed weergeven. Elke collectie bevat zogenaamde “tones” die weergeven wat er in de analoge of digitale voorganger gebeurde. Daarnaast bevatten ze de “live-Sets” die werden verbeterd door de digitale processing. Elk Volume van de Jupiter Synth Legends is gratis beschikbaar en eenvoudig te installeren op de Jupiter-80 of 50. www.rolandce.com

Roland Synth Legends

Pearl Limited VBA Artisan II

TIPBOOK

Tipbook is een serie boeken, ebooks en apps over muziek en muziekinstrumenten. De nadruk wordt er gelegd op de praktijk, met oog voor beginners, maar nog steeds interessant voor ervaren muzikanten. Sinds kort kan je het eerste eTipbook voor iPad vinden in de App Store, onder de naam “eTipbook Electric Guitar and Bass Guitar”. De Nederlandse versie van de app (waarvoor je

desgewenst een inwisselcode kan krijgen) verschijnt in de eerste helft van 2013. www.tipbook.com MMM

ROLAND

Vous pouvez dès à présent découvrir la ‘Jupiter Synth Legends Collection 1’ : il s’agit d’une série de banques de sons comportant les sons Roland classiques les plus acclamés pour les synthés Jupiter-80 et Jupiter-50. Bourrée de nouveaux sons, Live Sets et motifs en arpèges, cette collection fait appel à la source sonore SuperNATURAL afin d e rendre justice à l’essence même de toute une série de synthés classiques. La firme utilise l’architecture Live Set et un multi-effet proche des Jupiters modernes, afin de proposer une bibliothèque particulièrement vaste de sons qui reflètent l’héritage des synthés Roland. Chaque collection contient ce qui porte le nom de ‘tones’ : ceux-ci donnent une fidèle reproduction des sons produits par les appareils précédents, qu’ils soient analogiques ou digitaux. Font également partie du contenu, les ‘Live-Sets’, qui ont été améliorés par un processing digital. Chacun des tomes des ‘Jupiter Synth Legends’ est disponible gratuitement, et ils sont faciles à installer sur le Jupiter-80 ou le Jupiter-50. www.rolandce.com

TIPBOOK eTipbook app

Tipbook, c’est une série de livres, de livres électroniques et d’applications ayant trait à la musique et aux instruments de musique. L’accent est mis sur la pratique, en pensant aux débutants, mais le tout reste intéressant pour les musiciens expérimentés. Depuis peu, on trouvera le premier eTipbook pour iPad dans l’App Store, sous le nom de “eTipbook Electric Guitar and Bass Guitar”. La version néerlandaise de cet ‘app’ paraîtra pendant le premier semestre de 2013 ; si vous le désirez, vous pouvez obtenir un code de conversion pour cet ‘app’. www. tipbook.com MMM

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/01

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Januari 2013 Janvier 2013

GRATIS

GRATUIT

Ibiza Sound

Port15 VHF-N

DAP-Audio

XT-12 & XT-15B

ADJ

Mega Go PAR64 & Bar50

Synq SMI-84

Miktek CV4

Hilites