Psl314

SOUND

Februari 2015 Février 2015

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELG BELGIE Turnhout P509335

PRO

&.L.I.G.H.T maandblad over materiaal voor klank en licht mensuel sur le matériel de son et lumière

Mackie DL32R

KRK

Infinity

(by Showtec) iS-200

VXT 4

Tascam

DR-44WL & DR-22WL

Stanton

STR8.150

INHOUD - SOMMAIRE RECORDING & PRODUCING KRK VXT 4

nearfield studio monitors .......................................... 4 Tascam DR-44WL & DR-22WL linear PCM recorder / 4-track recorder with Wi-Fi ...... 7

4

7

LIVE SOUND Mackie DL32R

8

digital livesound mixer with iPad control ...................... 10

DJ GEAR Stanton STR8.150

turntable .................................................................. 18

10

LIGHT GEAR Infinity (by Showtec) IS-200

LED spot ................................................................. 21

HILITES ............................................................. 24 21

18

MAANDBLAD VOOR DE KLANKINGENIEUR, DJ, LJ, VJ - MENSUEL POUR L’INGENIEUR DU SON, DJ, LJ, VJ Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.

La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen

Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Andy “DJ ND” Vercauteren Hans Lauwens Ludo Lauwens Kevin “A.L.F.” Jaspar Luc Henrion Roger Roland Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

PRO SOUND & LIGHT Beglec.......................... 23

Prolight+Sound .............. 9

Adam Hall ...................... 9

K18 .............................. 11

BMI .............................. 19

RSL.............................. 17

Alhambra ..................... 15

Musikmesse................... 7

Heremans AV .............. 17

Sound 7 ....................... 17

EMP ............................. 12

Piano’s Maene ............. 23

Highlite Int./DAP-Audio ....15

Teac/Tascam.................. 5

Fentex.......................... 19

Sound Service/Zoom........ 5

Highlite Int./Infinity ..............2

Teac/ART ....................... 6

Hoshino ....................... 13

Sound Service/Sakae ..... 18

Lean’s .................................13

Viladco ......................... 11

Kawai ........................... 21

Voerman ........................ 2

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

www.meetmusic.com

3

RECORDING & PRODUCING

KRK VXT 4

KRK VXT 4

NEARFIELD STUDIO MONITORS

ROGER ROLAND

KRK is een fabrikant van monitors (en hoofdtelefoons), die tegenwoordig een behoorlijke reputatie geniet. We treffen hun modellen aan in studio’s over de gehele wereld.

Vandaag bekijk ik het kleine model uit de drieledige VXT serie.

KRK est une marque de moniteurs (et de casques) qui est maintenant réputée, et offre depuis des années des modèles que l’on rencontre dans tous les studios du monde.

Le modèle que je reçois aujourd’hui est le petit modèle de la série VXT qui en compte trois.

CONCEPT

Volgens de constructeur werden deze kastjes ontwikkeld om “de waarheid” naar je studio te brengen. Leuk project, nietwaar? In audio moet je de waarheid zien als “alles kunnen horen wat er zich in de mix afspeelt”, maar ook als “de capaciteit om alle kwaliteiten en gebreken van de opname aan het licht te brengen”. Iedere professional zal me bijtreden: de belangrijkste onderdelen van je studio zijn noch de mooie microfoons noch de vele randapparaten, maar wel degelijk je monitor systeem. Alle beslissingen die je neemt tijdens een opname- of mix-sessie zullen beïnvloed worden door je monitors. Voor de VXT serie liet KRK zich inspireren door z’n topmodel “Expose E8B”. In het begin van de handleiding legt de fabrikant uit dat er bijzondere zorg werd besteed aan de drie belangrijkste punten van een monitor: de spectrum balans (zowel in als uit de loodlijn), de vervorming en de resonantie. Dit alles om de waarheid, t.t.z. de realiteit van de klank, zo dicht mogelijk te benaderen.

BESCHRIJVING

Met dergelijke bescheiden afmetingen (25,6 x 18,6 x 17,7 cm), weten de VXT4 toch wel te verrassen door een gewicht van 6,4kg op de weegschaal te brengen. Je verwacht dit geenszins van deze leuke kastjes. Klein associëren we doorgaans met lieftallig. Maar het gewicht verleent hen toch absoluut een zekere ernst. De eerte indruk is dus excellent.

Deze kastjes zijn volledig in het zwart uitgevoerd, met uitzondering van de gele 4-duims kevlar woofer (VXT4). De zwarte dome tweeter meet één duim en is van geen enkele fysieke protectie voorzien. Hou de kinderen dus op afstand! Dit is een constanste bij KRK: de tweeters zijn volkomen vrijstaand! Onderaan de voorzijde is er een spuigat voorzien. Deze actieve monitor is dubbel versterkt: 15 Watt voor de hoge frequenties en 30 voor de woofer.

Er zitten behoorlijk wat zaken aan de achterkant: naast de IEC stekker (het snoer is meegeleverd) en de spanningsschakelaar vind je uiteraard ook een audio input terug, die jack en XLR combineert, met daaronder een draaiknop die de ingangsgevoeligheid regelt. Z’n bereik is behoorlijk breed: van -30 tot +6 dB. De constructeur beveelt +6 aan (volledig naar rechts), een andere regeling is enkel nuttig bij toepassing in een surround installatie. Drie andere functies zijn wat moeilijker toegankelijk, vermits ze afgeschermd worden door een deksel - bewust uiteraard, om te vermijden dat deze functies ongewild zouden geactiveerd worden. De eerste betreft de schakelaar, waarmee de aarding kan onderbroken worden (lift). De tweede betreft de overbelastingsindicator en de derde de auto mute - ik kom hier zo meteen op terug.

De voet van de VXT4 is bekleed met een mousse in neopreen, die een dubbel doel dient: isolatie (door een fysieke loskoppeling te creëren) en anti-slip. Er zijn ook twee schroeven voorzien, mocht je de monitors op een sokkel wensen te bevestigen.

Gezien hun gewicht lijkt me één enkele schroef hiervoor inderdaad onvoldoende.

KRK heeft deze kastjes overigens zeer mooi vormgegeven. Ze zien er ook zeer goed afgewerkt uit, met een ernstige, zelfs bijna gestrenge look. De enige fiorituur komt van het geel van de woofer.

GEBRUIK

De aansluiting en het onder spanning brengen gaat uiteraard probleemloos. Wanneer de kastjes gedurende twintig minuten geen enkele klank ontvangen, zullen ze zichzelf automatisch in “stand by” schakelen, wat je stroomverbruik gevoelig verlaagt. Voor “verstrooide professoren”, zoals ondergetekende, is dit geen overbodige functie...

De “clip indicator limiter” biedt drie mogelijkheden: ten eerste de limiter in “Off”-stand zetten, waardoor hij dus niet zal werken. Een tweede stand is “clip led on”, waardoor aan de linker kant een rode led onder het KRK-logo zal oplichten, wanneer het systeem de vervormingszone nadert. Gaat de led slechts heel af en toe pinken, dan is er niets ernstigs aan de hand, maar bij frequent knipperen zul je er goed aan doen om het niveau van wat je naar je KRKs stuurt toch enigzins te verlagen. In de “limit” stand, zal de geïntegreerde limiter tussenkomen om je speakers te beschermen.

• globale kwaliteit Uiteraard zal je horen dat dit de kwaliteit • gedetailleerde klank van je signaal vermindert, en voor wie doof is zal dan ook nog eens de “limit” indicator • mogelijkheden aan de voorkant gaan oplichten. Het zijn dergelijke details, die aantonen dat KRK z’n vak kent en zelfs op de kleine modellen nuttige oplossingen aanbiedt.

pro

contra

KLANKKWALITEIT

• niet beschermde tweeter

Het frequentiebereik gaat van 56HZ tot

4

www.meetmusic.com

CONCEPT

Le constructeur annonce que ces enceintes sont conçues pour rendre « la vérité » à votre studio. Joli projet, pas vrai ?

La vérité en audio doit être comprise comme la possibilité d’entendre tout ce qui se passe dans un mixage, et la capacité que possèdent les enceintes de restituer au mieux toutes les qualités et défauts d’un mixage. Les professionnels le savent : les pièces les plus importantes de votre studio ne sont pas vos jolis micros ou vos nombreux périphériques, mais votre système de monitoring.

Toutes les décisions prises lors d’une séance d’enregistrement ou de mixage seront influencées par vos moniteurs. La série VXT est inspirée du modèle haut de gamme KRK « Expose E8B ». Le fabricant explique au début du mode d’emploi qu’un soin particulier a été apporté aux trois points les plus importants d’un moniteur : la balance spectrale (dans l’axe ou hors axe), la distorsion, et la résonnance. De quoi effectivement s’approcher au mieux de la « vérité », ou du moins la « réalité » du son.

DESCRIPTION

De dimensions modestes (25,6 x 18,6 x 17,7 cm), les VXT4 surprennent par leur poids de 6,4 kgs. On s’attend à moins quand on découvre ces jolies enceintes. Ce qui est petit est mignon, c’est bien connu. Mais le poids donne assurément une sensation de sérieux. C’est très surprenant et l’impression rendue est excellente. Elles sont entièrement noires, à l’exception du woofer jaune en kevlar de quatre pouces (VXT4). Le tweeter noir à dôme en soie fait un pouce, et ne dispose d’aucune protection physique. Éloignez les enfants !

Il s’agit d’une constante chez KRK : les tweeters sont libres ! Le moniteur travaille en système actif bi-amplifié : 15 watts pour les hautes fréquences et 30 pour le woofer. Un évent est placé en bas de l’enceinte, à l’avant. Les formes sont galbées et le look est absolument ravissant. L’arrière comporte pas mal de choses : outre la prise IEC (câble fourni) et l’interrupteur de mise sous tension, nous trouvons bien entendu une entrée audio. Il s’agit d’un combo jack/XLR, sous lequel est placé un potard pour ajuster la sensibilité d’entrée.

La plage est large : de - 30 dB à + 6 dB. Le constructeur conseille de régler sur + 6 (à fond à droite), le réglage n’étant utile que lors d’une installation en surround. Trois réglages sont accessibles un peu plus difficilement : ils sont protégés par un cache qui rend l’accès malaisé. Et c’est voulu ! Cela évite d’activer sans le vouloir les fonctions disponibles. Le premier interrupteur concerne la mise à la terre que l’on peut désactiver (lift). Le second concerne l’indicateur de surcharge, et le troisième l’auto mute, nous y reviendrons. Le socle des VXT4 est recouvert d’une mousse de type néoprène dont le but est double : assurer un rôle antidérapant, et créer un découplage physique pour isoler l’enceinte. De plus, deux pas de vis sont prévus si vous souhaiter visser les moniteurs sur un socle. Vu le poids, je suppose qu’un seul pas de vis serait insuffisant. L’ensemble semble très bien fini et donne à ces VX4 un look sérieux, presque austère. La seule fantaisie étant amenée par le jaune du woofer.

UTILISATION

Le branchement et la mise sous tension se font bien entendu sans problème. Les réglages évoqués plus haut concernent l’extinction automatique. Si aucun son ne parvient aux enceintes durant une vingtaine de minutes, celles-ci passent automatiquement en mode « stand by », ce qui fera baisser votre consommation électrique. Pour les distraits qui me ressemblent, c’est une fonction indispensable. La fonction « clip indicator limiter » offre trois possibilités : la première est de placer le limiteur en position éteinte (off), dans ce cas il n’intervient pas.

L’autre position est « clip led on ». Dans ce cas, une petite led rouge s’allume sous le logo KRK à gauche de l’enceinte quand le système approche de la zone de distorsion. Si la led s’allume une fois de temps en temps, cela n’est pas grave, mais si cela arrive souvent, mieux vaut baisser le niveau • Qualité globale de ce que vous envoyez à vos KRK. En position « limit », un limiteur est intégré au circuit, et in• Son détaillé tervient en vue de protéger les enceintes. Dans ce • Possibilités cas, la qualité du signal se dégrade bien entendu, et pour les sourds le témoin « limit » s’illumine en façade. Ce sont de petites attentions qui montrent que KRK connait son métier et propose des solutions utiles, même sur de petits modèles.

• Tweeter non protégé

QUALITE SONORE

La courbe de réponse en fréquences s’étend de

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

RECORDING & PRODUCING

KRK VXT 4

22kHz, binnen een afwijking van +/-2dB, wat ik, gezien de afmetingen, een excellent resultaat mag noemen (vergeet niet dat de kastjes slechts 25,6cm hoog zijn). Lijkt je dit onvoldoende in het laag, dan kun je in dit gamma nog twee andere modellen vinden, de VXT6 en VXT8 (inderdaad, het cijfer verwijst naar de diameter in duim van de woofer), die respectievelijk tot 49 en 37Hz dalen. Ik werd aangenaam verrast door de zeer goede weergave van de geluidsplans en de excellente breedte van de stereo ruimte. Het laag is duidelijk aanwezig en zeer precies. Dit verrast toch wel, gezien de beperkte afmetingen, maar niemand zal zich dit beklagen. Je neemt enorm veel detail waar, en als ik deze KRKs één compliment mag geven, dan is toch wel dat hun klank in ruime mate overstijgt wat je zou verwacjten van kastjes die nauwelijks groter zijn dan multimedia speakertjes. Geen enkele tekortkoming dus, op dit vlak, temeer gezien je ook met de prijs moet rekening houden.

BUDGET

Hopelijk heb je met de voorbije kerst toch nog niet al je centen opgemaakt...? Voor een paar van deze superbe kleine monitors zal je 319€ op tafel moeten leggen. Je kan dit moeilijk duur noemen. OK, je kan goedkoper vinden, maar dan zal je toch op de klankkwaliteit moeten inleveren. Met deze KRKs koop je “betaalbare kwaliteit”, en dat op zich is al een mooie prestatie. De advies prijs van de VXT6 bedraagt 469€ en een set VXT8 staat 569€ geafficheerd.

CONCLUSIE

Klein maar sterk! Dit is zeker geen originele slogan, maar wel één die in het geval van de KRK VXT4 perfect de lading dekt. Ben je op zoek naar compacte monitors, die toch een klank van hoge kwaliteit leveren, dan moet je deze KRKs absoluut gaan beluisteren (en meteen ook maar kopen) bij je lokale dealer. De andere VXT modellen zijn overigens uit hetzelfde hout gesneden. Waar wacht je nog op?

www.krksys.com

PSL

6

www.meetmusic.com

56 Hz à 22 kHz dans une plage de +/- 2 dB. Vu les dimensions, ceci est un excellent résultat (ces VXT4 ne font que 25,6 cm de haut, rappelons-le).

Si cela vous semble insuffisant dans le grave, la gamme comprend deux autres modèles, les VXT6 et VXT8 (le numéro vous donnant le diamètre du woofer en pouces) qui descendent respectivement à 49 et 37 Hz. Sur le plan sonore, on est agréablement surpris par la très bonne restitution des plans sonores, et de l’excellente largeur stéréo. Le grave est bien présent, et précis. Cela surprend un peu vu les dimensions réduites, mais personne ne s’en plaindra. On perçoit énormément de détails, et si je dois faire un compliment à ces KRK, c’est bien de restituer un son au-dessus de ce que laisseraient supposer les dimensions de ces VXT4, qui sont à peine plus grandes que des enceintes multimédias. Aucun reproche sur ce plan donc, d’autant qu’il faut mettre cela en rapport avec le prix.

BUDGET

Noël n’est pas loin, et peut-être n’avez-vous pas dépensé l’entièreté de votre prime de fin d’année ?

Votre revendeur vous demandera 319€ pour une paire de ces superbes petits moniteurs. On ne peut pas dire que cela soit cher. Certes, on peut trouver meilleur marché, mais cela se fera au détriment de la qualité sonore. L’acheteur reçoit ici de la qualité à prix abordable, ce qui en soi est une jolie performance. Les VXT6 sont affichées à 469€ et les VXT8 à 569€.

CONCLUSIONS

Petites mais elles en font un maximum ! Si le slogan n’avait pas été utilisé il y a des années, il pourrait servir pour ces KRK VXT4. Vous êtes à la recherche de moniteurs compacts offrant un son de qualité ? Il vous faut absolument les écouter. Les autres modèles de la gamme VXT sont de la même veine. Qu’attendez-vous pour aller les écouter au magasin le plus proche ? Meilleurs vœux à vous !

www.krksys.com

PSL

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

Tascam DR-22WL & DR-44WL

RECORDING & PRODUCING

Tascam DR-22WL & DR-44WL LINEAR PCM RECORDER / 4-TRACK RECORDER WITH WI-FI

ROGER ROLAND

Draagbare recorders zijn de dag van vandaag gemeengoed geworden. Er zijn heel wat modellen op de markt, in diverse prijsklassen en met gevariëerde mogelijkheden. Het is niet altijd makkelijk om door de bomen het bos te zien en daarom is het belangrijk om je terdege te informeren, zodat je uiteindelijk het model kan kiezen dat het best aansluit bij jouw behoeften en financiële mogelijkheden. Tascam was één van de eerste merken die draagbare recorders op de markt bracht. Met een gezonde dosis nieuwsgierigheid testen we nu de twee nieuwste modellen: de DR-22WL en de DR-44WL.

Les enregistreurs portables sont devenus choses courantes aujourd’hui. On en trouve des tas de modèles, à tous les prix, avec des possibilités variées. Il n’est pas toujours simple de s’y retrouver, et c’est d’ailleurs pour cela qu’il faut s’informer au mieux afin de choisir le modèle qui sera le plus adapté à vos besoins, mais aussi à vos finances.

Tascam a été l’une des premières marques à proposer des enregistreurs portables, et c’est très logiquement avec une grande curiosité que nous testons les deux nouveaux modèles, le DR-22WL et DR-44WL.

CONCEPT

CONCEPT

De DR-22WL is een eerder eenvoudig model, met een makkelijk te gebruiken interface.

Iedereen kan er zonder moeite hoge kwaliteit stereo-opnames in lineaire PCM mee maken. Dit model is ideaal voor het opnemen van muziek of spraak, maar kan ook gebruikt worden voor niet-muzikale doeleinden zoals het opnemen van geluid bij beeld, ter aanvulling van een digitale spiegelreflexcamera in film modus, verder nog voor interviews, enzovoort.

De DR-44WL is het grotere broertje. Hij heeft meer mogelijkheden (waaronder twee extra sporen) en een betere ergonomie. We komen hier dadelijk op terug. Het bijzondere aan deze twee modellen is, dat ze via WiFi verbinding kunnen maken met uw smartphone of tablet (iOs of Android).

BESCHRIJVING

In gewicht en afmetingen is de DR-22WL bijna maar half zo groot als de DR-44WL. De eerste weegt 170 gram, de tweede 346 gram. De afmetingen: 55,2 x 155 x 36,6 mm voor de kleine en 79 x 162,2 x 42,5 mm voor de grote. Wanneer je ze allebei ter hand neemt, lijkt de DR-44WL “professioneler”. Eigenlijk komt dat alleen maar omdat hij groter en zwaarder is. Maar dat wil niet zeggen dat de kleinere minder goed is. Als we ze apart bekijken zien we namelijk dat ze allebei erg goed gemaakt zijn. Een vergelijking werkt altijd in het voordeel van de ene of de andere, maar dat is niet altijd rationeel. Er zijn wel enkele gelijkenissen te vinden: beide modellen hebben bovenaan XY-microfoons. Ze lijken op elkaar, maar zijn toch niet hetzelfde.

Voor de verandering begin ik mijn rondleiding deze keer aan de achterkant. Bij beide toestellen zit daar een compartiment voor (meegeleverde) AA-batterijen: twee voor de DR-22WL en vier voor z’n grote broer. Er zit ook een schroefgat om de recorder op een statief te monteren. Bij de DR44-WL is dat gat in metaal, bij de DR-22WL in plastic. Op de achterkant van de DR-44WL zien we ook nog een kleine geïntegreerde luidspreker. Bij de DR-22WL is die veel kleiner en zit hij aan de voorkant onder de microfoons.

Voor de rest van de beschrijving ga ik de toestellen apart bespreken. Ze verschillen namelijk erg van uiterlijk. De kleinste is erg mooi (zoals alles wat klein is), de grote ziet er wat serieuzer uit.

De DR-22WL heeft een klein vierkant scherm van 3,3 cm. Een retro-stijl oranje achtergrondverlichting licht op wanneer je het toestel aanzet en gaat vrij snel weer uit - kwestie van de batterijen te sparen (je kan via het menu de duur instellen). Het controlepaneel is vrij goed gevuld. We vinden er de gebruikelijke knoppen die je op een recorder vindt (sommige met dubbele functie, zoals stopknop, waarmee je ook naar het menu kan), een eindeloos roteerbare encoder aan de linker kant, en vier toetsen vlak onder het display. Merk ook onderaan die afgezonderde knop, met de benaming “WiFi”, met bijbehorend indicatielampje. Op het kleine verticale vlak tegenover de microfoons, de onderzijde dus eigenlijk, zit een draaiknop om het ingangsniveau in te stellen. De linkerkant heeft een mini-jack hoofdtelefoonaansluiting in de aanbieding. Deze uitgang kan je ook gebruikt voor luidsprekers aanwenden. Vlakbij zitten twee knoppen + en - voor het beluisteringsniveau. Rechts vinden we: de ingang “mic/line” in mini-jack, een mini-USB en een klepje waaronder je een micro SD-kaart kan stoppen. De kaart die bij het toestel zit heeft een capaciteit van 4 GB. Mocht dit niet volstaan, dan kun je kaartjes tot 128 GB gebruiken. Daar kun je al mee uit de voeten, lijkt me! Een meertalige handleiding (Engels, Frans, Spaans, Duits, Italiaans en Chinees) zit er ook bij. En dat is nodig, gezien de vele mogelijkheden. Een USB-kabel is ook voorzien.

Laten we nu eens naar de DR-44WL kijken. Alles is hier groter, te beginnen met het scherm dat ongeveer 4,5 cm meet. De verlichting is hier retro-geel. We bemerken de draaibare encoder, voorzien van centrale Enterknop. De gebruikelijke opnameknoppen zijn aanwezig, met een recordknop die rood oplicht wanneer je de opname start, wat ook het geval is met de vier kleine genummerde knoppen onder het scherm, waarmee je de sporen activeert. Verder zien we ook nog andere knoppen die luisteren naar namen als “mixer” of “quick”, “input” en “menu”. Hier is natuurlijk iets meer plaats, wat een groter aantal direct access knoppen toelaat. Aan de linkerkant zit de on/off-switch en de gleuf voor de meegeleverde SD-kaart (4 GB). Dit is eigenlijk een micro-SD met een SD-adapter. Verder een hoofdtelefoonaansluiting die ook dienst kan doen als line out, een volumeregeling voor de output via de +/-knoppen en een WiFI-knop. Rechts vinden we, naast de USB-aansluiting, een mooie encoder om het ingangsniveau aan te passen met een activeringsknop (de twee zijn voor bepaalde functies aan elkaar gelinkt). Aan de onderkant zitten twee line- of microfoonaansluitingen van het type “combo”. Er zit een handleiding bij in dezelfde talen als die van de andere en deze hier is nog indrukwekkender. Verder krijg je een windkapje, een schoen om de recorder op een camera

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

Le DR-22WL est un modèle simplifié, conçu pour proposer une interface simple d’utilisation, permettant à chacun d’effectuer sans difficulté des enregistrements stéréo de grande qualité, en PCM linéaire. Ce modèle est idéal pour enregistrer de la musique ou de la parole, et il pourra également servir à des applications non musicales – y compris la prise de son à l’image, en complément d’un réflex numérique utilisé comme caméra vidéo, et pour les interviews, etc.

Le DR-44WL est en quelque sorte le grand frère du premier. Il dispose de plus de possibilités (dont deux pistes supplémentaires), et d’une meilleure ergonomie. Nous verrons cela en détails plus loin, mais la particularité de ces deux modèles est l’intégration du WiFi qui leur permettra de communiquer avec votre smartphone ou votre tablette iOS ou Android.

DESCRIPTION

Au niveau du poids et des dimensions, le DR-22WL est quasi à la moitié du DR-44WL : 170 grammes pour le premier, 346 pour le second. Les dimensions sont de 52,2 x 155 x 36,6 mm pour le petit et de 79 x 162, 2 x 42, 5 mm pour le grand. Quand on les prend en mains tous les deux, le DR-44WL semble plus «professionnel», pour une raison simple : il est plus lourd et prend plus de place. Du coup, en comparaison directe le plus petit semble plus léger (au sens figuré). Pourtant, il n’en n’est rien: si on les regarde séparément, les deux modèles semblent très bien construits.

Comme quoi, c’est toujours la comparaison qui peut jouer en faveur de l’un ou l’autre modèle, sans que ce soit nécessairement rationnel.

Il y a des points communs: les deux modèles sont surmontés d’une paire de micros XY. Ils se ressemblent mais ne sont pas identiques.

Une fois n’est pas coutume, je vais commencer par l’arrière. Dans les deux cas, on trouve le compartiment pour les piles AA (fournies): deux pour le DR-22WL et quatre pour son grand frère. Il y a également un orifice doté d’un pas de vis permettant de fixer l’enregistreur sur un pied. Le pas de vis est métallique sur le DR44WL et en plastique sur le 22. Remarquons encore un petit haut-parleur intégré à l’arrière du 44, tandis que celui du 22 est encore plus petit, et placé sous les micros, sur la face avant. Je vais maintenant poursuivre la description de manière séparée, car les deux modèles sont très différents au niveau du look: le plus petit est très joli (comme tout ce qui est petit), et le grand dispose d’un look un peu plus sévère.

Le DR-22WL comporte un petit écran carré de 3,3 cm de côté. Un rétro-éclairage orange apparait à l’allumage et s’éteint assez rapidement, histoire de ne pas user les piles (on pourra régler la durée du rétro-éclairage dans le menu). La surface de contrôle est assez bien fournie : les touches habituelles d’un enregistreur (parfois doublée d’une fonction, comme la touche « stop » qui permet également d’accéder au menu), un encodeur rotatif sans fin sur la gauche, et quatre touches placées juste dessous l’écran.

Remarquons la touche isolée placée en bas et nommée « Wi-Fi », doublée d’un témoin lumineux. Sur la petite face verticale à l’opposé des micros (donc en bas de la surface de contrôle) est placé un encodeur rotatif destiné au réglage du niveau d’entrée. Le côté gauche compte une sortie casque en mini-jack. Cette sortie pourra également être utilisée pour des enceintes. A proximité sont placés deux boutons « + » et « - » pour ajuster le niveau d’écoute. A droite se trouvent : une entrée « ligne/micro » en mini jack, une mini prise USB, et un cache qui abrite une carte micro SD. Celle qui est fournie dispose d’une capacité de 4 GB. Si cela n’est pas assez, sachez que le Tascam DR-22WL accepte des cartes jusque 128 GB. De quoi voir venir! Un mode d’emploi multilingue (anglais, français, espagnol, allemand, italien et chinois) accompagne la machine, ce qui est indispensable, vu les fonctions proposées. Un câble USB est également fourni.

Passons au DR-44WL : tout est plus gros ici, à commencer par l’écran, qui fait environ 4,5 cm de côté et se rétro-éclaire en jaune. On remarque de suite l’encodeur rotatif avec un bouton central nommé «Enter». Les touches usuelles des enregistreurs sont présentes, avec celle nommée «Record» qui s’encadre de rouge lorsqu’elle est activée, de même que les quatre petits boutons numérotés placés sous l’écran qui permettent de choisir la ou les pistes actives. Il y a d’autres touches comme celle nommée «mixer», ou «quick», «input», «menu». Il y a ici un peu plus de place, ce qui permet naturellement de multiplier les accès directs. Sur le côté gauche on trouve : le bouton de mise sous/

www.meetmusic.com

7

RECORDING & PRODUCING

Tascam DR-22WL & DR-44WL

of fototoestel te monteren, een AC-adapter, een soepel hoesje, een micro USB-kabel en een vast te schroeven handvat.

GEBRUIK

Voor de basisfuncties heb je de handleiding niet meteen nodig. Beide toestellen starten snel op. Het is zoals met fotocamera’s, een paar jaar geleden moest je ook een paar seconden wachten voor die er klaar voor waren. Met deze Tascam gebeurt het opstarten quasi ogenblikkelijk. Blader wat door de menu’s en je vindt meteen alles wat we nodig hebben. Makkelijk! Tenminste als je al eens met dit soort recorders hebt gewerkt. Voor beginners blijft de handleiding essentieel, net als wanneer je wat meer verborgen functies wil gebruiken.

Op de DR-22WL zien we iets dat we ook op digitale fototoestellen zien: een draaischijf waarmee je kan kiezen tussen verschillende presets: EZ is “easy” (onmiddellijk opnemen - bv. in een noodgeval), verder een pictogram van een gitaar (voor muziek), een pictogram van een micro (voor spraak) en een tekening van een muzieknoot (voor akoestische M-). Er is ook de M-stand ), die je in manuele modus brengt, waarbij je zelf het ingangsniveau moet instellen. Een metertje op het scherm fungeert daarbij als hulpmiddel, net als een kleine groene led bij de microfoons die oplicht wanneer je de -12dBFS bereikt (een limiet die je kan gebruiken als digitaal referentiepunt). Een rode led geeft aan wanneer je de 0 dBFS bereikt of overschreden hebt.

Eenmaal je je preset hebt gekozen, verloopt het opnemen eenvoudig: als je één keer op de recordknop drukt, begint die rood te knipperen om aan te geven dat hij standby staat. U kunt nu nog aanpassingen doen in geval van manueel gebruik. Een tweede keer drukken, activeert de opname. Vanaf nu brandt de knop gewoon continu rood. Wanneer je klaar bent met opnemen, druk je nogmaals op diezelfde knop waarna hij weer zal beginnen knipperen. Zie het als een soort pauzefunctie. Je k a n ook op stop drukken, waardoor je echt stopt. Deze laatste toets dient overigens ook om door het menu te navigeren, dat in vier secties is opgedeeld: Rec, Tool, Setup, Info, die elk op hun beurt nog vele submenu’s bevatten. Het zou te veel plaats innemen om alles hier in detail uit te leggen, maar weet dat je hiér moet zijn om de metronoom te gebruiken, of een hoogfilter, of om reverb toe te voegen. Of nog om je bestanden te bewerken of snelheid en toonhoogte aan te passen. Nog een handige functie is de mogelijkheid om markers aan te brengen, zoals bijvoorbeeld bij de verschillende onderdelen van een opnamesessie of een interview.

Zo kan je ook de opname laten starten van zodra een bepaald geluidsniveau wordt bereikt. Of, mocht je het nodig hebben, kan je ook nog een pre-record van twee seconden activeren (je beschikt m.a.w. over een buffer van twee seconden, kort maar beter dan niets).

De WiFi-functie (op beide modellen hetzelfde) was nieuw voor mij. Deze Tascamrecorders zijn de eerste met deze functie die ik in handen krijg. Je kan dus draadloos (maar ook via USB) bestanden versturen, maar je kan ook de recorder bedienen vanop uw smartphone, nadat je de gratis app “DR CONTROL” hebt gedownload. In dat geval zal het scherm van de recorder op het display van je smartphone verschijnen en je vanop begeleiden. Tot slot vermeld ik nog de mogelijkheid om overdubs te maken.

De DR-44WL biedt nog meer mogelijkheden, alleen al omdat er vier sporen beschikbaar zijn en al helemaal vanwege de twee microfooningangen, bovenop het geïntegreerde XY-paar. Ik denk hier bijvoorbeeld aan concert-opnames: zo kan je de algemene atmosfeer via de geïntegreerde microfoons registreren, terwijl je de muziek van de P.A. opneemt via de line-ingangen. Werkelijk het beste van twee werelden: je kan de twee stereo-bronnen dus naar inzicht doseren.

Wil je opnames maken met heel goeie microfoons, houdt niets u tegen om ze aan te sluiten op de DR-44WL. Er is hiertoe fantoomvoeding voorzien, met natuurlijk als consequentie een minder lange levensduur van de batterijen. Niets zorgwekkend echter… Tascam belooft een autonomie van 16 uur met alkaline batterijen (44,1 kHz-16 bit) en 12 uur als de fantoomvoeding is geactiveerd. Dat laat toch wel wat marge. De functies zijn iets talrijker en uitgebreider dan op het kleinere model. Zo biedt de “mixer” knop bijvoorbeeld de mogelijkheid om een minimix uit te voeren, met een volumeregeling, pan en AUX-uitvoer naar de reverb, met presets voor hall (2), room, studio en plate (2). De ergonomie vaart wel bij zowel het grotere scherm als de extra beschikbare ruimte om de knoppen onder te brengen. Ik moet zeggen dat de centrale encoder in combinatie met de enterknop erg makkelijk werkt.

Citeren we nog enkele andere interessante eigenschappen: chromatic tuner, metronoom, “punch in”, “input delay” (die het signaal vertraagt om eventuele verschillen in afstand tussen de interne en externe microfoons te compenseren, mochten deze gelijktijdig gebruikt worden), limiter, en nog veel meer. Ik verwijs u door naar de website van Tascam voor alle details.

8

www.meetmusic.com

hors tension, le cache pour la carte SD fournie (4GB). Il s’agit en fait d’une micro SD avec adaptateur SD. Ensuite une prise casque qui peut également servir de «line out», un réglage de niveau de sortie via les touches +/- et un bouton nommé «Wi-Fi». A droite on trouve, outre la prise USB, un joli encodeur pour ajuster le niveau d’entrée, avec un bouton qu’il faut activer (les deux sont liés pour certaines fonctions). A la base de l’enregistreur on trouve enfin deux entrées «ligne» ou «micro» sur des connecteurs de type «combo». Un mode d’emploi est fourni, dans les mêmes langues que l’autre, et il est ici plus imposant. On reçoit aussi une bonnette en mousse, un sabot pour fixer l’enregistreur sur une caméra ou appareil photo, un adaptateur secteur, une housse souple, un câble micro USB et une poignée qui peut se visser sur le DR-44WL.

UTILISATION

Tout d’abord, si vous souhaitez accéder aux fonctions basiques, il n’est nul besoin d’ouvrir le mode d’emploi. Les deux enregistreurs s’allument très rapidement. C’est un peu comme les appareils photo : il y a quelques années, il fallait attendre quelques secondes avant de pouvoir se servir. Sur ces modèles, c’est quasi instantané. On navigue un peu dans les menus, et on trouve aisément ses repères, pour autant que l’on ait déjà utilisé un enregistreur de ce type. Pour les débutants, le mode d’emploi reste indispensable, de même que les fonctions quelque peu cachées.

Sur le DR-22WL par exemple, il y a une petite ressemblance avec les appareils photos numériques : la molette vous permet de choisir entre différents presets : EZ correspond à «easy» (enregistrer immédiatement, en cas d’urgence par exemple), ou un sigle représentant une guitare : pour la guitare ou tout instrument acoustique, ou un symbole de micro pour un interview, ou encore un sigle symbolisant le niveau sonore élevé, ou une note de musique pour un concert acoustique. Il y a aussi la position «M» où l’on passe en manuel et l’utilisateur devra dans ce cas ajuster lui-même le niveau d’entrée. Un crête mètre affiché à l’écran vous aidera. De même qu’une petite led verte placée pas loin des micros, qui s’allume lorsque vous atteignez le -12 dBFS (soit une limite qui peut servir de référence en numérique). Ou encore une led rouge qui vous signale que vous avez atteint ou dépassé le 0 dBFS. Pour enregistrer, une fois que vous avez choisi votre preset, la procédure est simple : vous appuyez une seule fois sur la touche «record» qui clignote en rouge, ce qui arme le système (et vous permet d’ajuster vos niveaux en cas de réglage manuel), et une seconde pression sur le même bouton fera débuter l’enregistrement. Dans ce cas le rouge passe en continu et un chrono apparait à l’écran. Lorsque votre enregistrement est terminé vous appuyez soit sur la touche «record» (qui clignote à nouveau), ce qui correspond à «pause», soit vous stoppez en appuyant sur la touche «stop».

Cette touche sert également à naviguer dans le menu, qui est divisé en quatre parties (Rec , Tool, Setup, Info) qui eux-mêmes comportent de nombreux sousmenu. Il faudrait plus de place pour les expliquer en détail, mais sachez que c’est là qu’il sera possible de faire agir le métronome, d’enclencher un filtre passe-haut ou d’ajouter de la reverb. Ou encore d’éditer vos fichiers, ou de faire varier la vitesse ou la tonalité. Une fonction utile en enregistrement est celle qui permet d’ajouter des marqueurs, qui seront utiles pour retrouver différentes parties d’une session ou d’une interview. De même, l’enregistrement peut débuter lorsqu’un certain seuil sonore est atteint, ou encore pour ceux qui en ont besoin, il est possible d’activer un pré-enregistrement qui remonte à deux secondes (il y a donc un buffer limité à deux secondes). C’est court mais c’est mieux que rien.

La fonction Wi-Fi (identique pour les deux modèles) est une nouveauté pour moi: ces enregistreurs Tascam sont les premiers dotés de cette fonction qui me passent entre les mains. Vous pourrez donc transférer des fichiers sans liaison filaire (ou via le câble USB), mais aussi commander l’enregistreur à distance via votre smartphone, après avoir chargé l’application gratuite « DR CONTROL ».

Dans ce cas, l’écran de l’enregistreur apparait sur votre smartphone et vous pilotez à distance. Signalons enfin qu’il est possible de faire de l’overdub.

Le DR-44WL offre plus de possibilités, ne serait-ce que parce qu’il dispose de quatre pistes, et surtout de deux entrées «micro» en plus du couple XY intégré. Je pense de suite aux usages d’enregistrement de concert: il sera possible de capter l’ambiance via les micros intégrés, et d’enregistrer la sortie de console via les entrées «ligne». Le meilleur des deux mondes, en somme: vous pourrez ensuite doser à votre idée les deux sources stéréo. Si vous souhaitez faire une captation avec d’excellents micros, rien ne vous interdit de les brancher sur le DR-44WL. Une alimentation fantôme est prévue, avec pour conséquence une moindre autonomie. Rien d’affolant, cela dit : Tascam promet une autonomie de 16 heures avec des piles alcalines (en 44.1 kHz – 16 bit) et 12 heures si l’alim. fantôme est enclenchée. Cela laisse de la marge.

Les fonctions sont un peu plus nombreuses et abouties que sur le petit modèle. Par exemple la touche «mixer» vous permet de réaliser un mini mixage avec les réglages de volume, panoramique et envoi d’auxiliaire vers la reverb, qui dispose de presets hall (2), room, studio et plate (2). L’ergonomie est ici facilitée par l’écran plus large, et l’espace disponible pour insérer des touches. Je dois avouer que l’encodeur central et sa touche «enter» facilite bien des choses.

Citons encore quelques autres fonctions intéressantes: accordeur chromatique, métronome, possibilité de réaliser des «punch in», fonction « Input Delay », retardant le signal d’entrée afin de compenser d’éventuelles différences de distance entre les microphones externes et le couple de micros interne, s’ils sont utilisés simultanément, ou un limiteur, et encore bien d’autres choses. La place étant comptée, je vous renvoie au site Tascam pour les détails. Le choix entre les deux machines se fera en fonction des besoins et préférences:

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

Tascam DR-22WL & DR-44WL De keuze tussen de twee toestellen hangt dus vooral af van uw behoeften en voorkeuren. Meer of minder mogelijkheden?

Liever wat discreter, of mag het imposant zijn?

GELUIDSKWALITEIT

Ik heb geen duidelijk verschil gemerkt in opnamekwaliteit wanneer ik de ingebouwde microfoons gebruikte. Ook op papier zijn de gegevens identiek: 44.1 kHz, een frequentiebereik van 20 Hz tot 20 kHz (+1 dB en -3 dB). Als je hoger gaat in de frequenties (mogelijk tot 96 kHz), ga je tot 40 kHz (een octaaf hoger). Er is wél een significant verschil op het vlak van geluidsdruk. De DR-22WL kan 120 dB aan, terwijl dat bij de DR-44WL tot 132 dB beloopt.

Ik moet bekennen dan ik versteld sta van de geluidskwaliteit van deze kleine toestelletjes. Geen ruis en het resultaat is werkelijk verbazingwekkend. Bij het aansluiten van een high end microfoon gaat de kwaliteit een trap hoger en wordt het verschil met de oudere modellen flagrant: zeer gedetailleerd en niet het minste storende geluid. Je bekomt hier écht een exploiteerbaar resultaat. Signaleren we nog dat niveau van de hoofdtelefoonuitgang ruimschoots volstaat geeft en bovendien een excellente klankkwaliteit oplevert.

Verder kan je uiteraard ook via de ingebouwde luidspreker beluisteren. Bij de grote zal deze weliswaar een nasale klank produceren, maar deze kan volstaan om een ruwe montage mee te maken. Bij de kleine is het geluid een stuk zwakker en echt van mindere kwaliteit.

In alle geval mag je niet verwachten om via deze speakers naar muziek te kunnen luisteren. Eventueel zal een dictafoon functie nog wel kunnen, maar niet meer dan dat. Deze apparaten zijn dus zeer goede recorders met een excellente hoofdtelefoonuitgang. En dàt is wat telt.

Het is echt de moeite om deze recorders eens te bekijken als je naar iets serieus op zoek bent.

PRIJS

Je zal zien dat je op dit domein niks te vrezen hebt, er wordt geen gat te slaan in je budget geslagen. 182€ voor de DR22WL en 355€ voor de DR-44WL (incl.

BTW). Dit kun je echt niet duur noemen.

Zeker als we kijken naar de kwaliteit en de te verwachten lange levensduur.

BESLUIT

/

Beide recorders zijn van goede kwaliteit en hebben vele mogelijkheden. Er is weinig ruimte voor gadgets, maar je krijgt wel een goed doordachte ergonomie in een leuk speeltje (DR-22WL) met daarbovenop nog een knap stuk gereedschap (DR-44WL). De keuze zal enkel van je budget afhangen, want kwaliteit hebben ze allebei. Afhankelijk van je behoeften zul je je meer tot deze of gene aangetrokken voelen. Ik twijfel nog… www.tascam.com N.v.d.R. Eén belangrijke eigenschap van deze recorders, de remote control en data transfer via je iOS of Android mobile telefoon, was op het ogenblik van onze test nog niet beschikbaar. Deze zou echter spoedig arriveren, en zeer uitgebreid zijn. We zullen hier spoedig op terugkomen.

RECORDING & PRODUCING plus de possibilités ou plus de portabilité ?

Plus discret ou plus imposant ?

QUALITE SONORE

Je n’ai pas remarqué de différence flagrante au niveau de la qualité d’enregistrement lorsqu’on utilise les micros internes. Les données sur papier sont d’ailleurs identiques: en 44.1 kHz, la plage de réponse en fréquence va de 20 Hz à 20 kHz (+1 et -3dB). Si l’on monte en fréquence (c’est possible jusque 96 kHz), on monte jusque 40 kHz (soit une octave plus haut). Il y a toutefois une importante différence sur le niveau de pression acoustique admissible: le DR2WL peut encaisser 120 dB SPL tandis que le DR-44WL peut monter jusque 132 dB SPL. J’avoue être épaté par la qualité sonore de ces petites machines. Le souffle est absent, et le résultat obtenu est vraiment étonnant. Quand on branche des micros haut de gamme, on monte bien entendu d’un cran en qualité et les progrès par rapport aux premiers modèles sont flagrants : son détaillé, absence de souffle… On peut réellement obtenir un résultat exploitable. Signalons que le niveau de sortie «casque» est amplement suffisant, et que le son obtenu via le casque est d’une excellente qualité.

Il est également possible d’écouter via l’enceinte intégrée. Sur le plus gros modèle, le rendu est certes nasillard mais suffisant pour se repérer lors d’un montage brut, mais sur le plus petit le son est plus faible et vraiment de moins bonne qualité. Il ne faut de toute manière pas espérer écouter de la musique sur ces mini moniteurs. Se repérer, éventuellement une fonction dictaphone sur le DR-44WL, mais pas au-delà.

Ces appareils sont donc de bons enregistreurs, avec une excellente sortie «casque». Et c’est là l’essentiel. Cela vaut vraiment la peine d’écouter ces enregistreurs si vous êtes à la recherche d’un modèle quelque peu sérieux.

BUDGET

Pas de quoi mettre votre budget en péril, vous allez voir. Les prix de ces Tascam sont de 182,-€ pour le DR-22WL et de 355,-€ pour le DR-44WL, TVA comprise.

On ne peut pas dire que cela soit onéreux.

D’autant que la qualité est présente, et que ces appareils serviront longtemps.

CONCLUSION

/

Ces deux enregistreurs sont dotés de qualités et de fonctions sérieuses. Peu de place aux gadgets, mais une ergonomie bien pensée, un engin de loisir (DR-22WL) ou de loisir et de travail (DR-44WL). Le choix ne sera donc pas qu’un choix financier. La qualité sonore est présente dans les deux modèles, mais suivant vos objectifs vous serez plutôt intéressé par l’un ou par l’autre. Entre les deux mon cœur balance… www.tascam. com NdlR : L’une des caractéristiques importantes de ces enregistreurs - le contrôle à distance et le transfert de données via votre téléphone mobile, qu’il fonctionne sous iOS ou sous Android - n’était pas encore disponible au moment où se déroulait notre test. Ces fonctions devraient arriver rapidement et être extrêmement complètes. Nous ne manquerons pas d’y revenir bientôt.

PSL

PSL

pro • globale kwaliteit • mogelijkheden (vooral DR-44WL) • interessante prijs

• Qualité globale • Possibilités (surtout DR44WL) • Prix intéressant

contra • wat gestrenge look van de DR-44WL

• Look un peu sévère pour le DR-44WL

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

www.meetmusic.com

9

LIVE SOUND & PA

Mackie DL32R

Mackie DL32R

32 CHANNEL WIRELESS DIGITAL LIVE SOUND MIXER WITH IPAD CONTROL MACKIE SCHAFT DE FOH-PLAATS AF !

Wat dacht u van een heuse primeur? We mogen als eerste in de lage landen de nieuwe DL32R van Mackie aan de tand voelen. En of we daar blij mee zijn! In het steeds groeiende digitale tijdperk, kan Meet Music immers niet zo maar bij de pakken blijven zitten, toch?! Daarom zijn we verheugd om eventjes mee op de digitale kar te springen! Analoog is zeker niet voorbij gestreefd, dat ga je mij nooit horen vertellen. Wij mixen alleszins nog steeds graag ‘old school’, onder meer omwille van het overzicht en van de fysieke knoppen die je tussen de vingers hebt. Ieder knopje bedient z’n eigen functie. En het visuele genot van die prachtige ‘tanks’ van mengtafels… Het heeft toch wel iets!

Maar digitaal heeft toch ook z’n onmiskenbare voordelen. Laten we daar vandaag eens wat dieper op ingaan…

CONCEPT

De DL32R is een volledig digitale mixer, die de DL reeks van Mackie komt verrijken.

Mackie had immers al de kleinere 8 en 16 kanaals mixers op de markt, waarbij de iPad als bedieningspaneel fungeerde. De DL32R gaat echter heel wat stappen verder.

Digitale mengpanelen bestaan er ondertussen in allerlei maten en soorten. Momenteel draait alles rond een zeer complete functionaliteit, die makkelijk en overzichtelijk bediend kan worden. Om de man achter de knoppen een paar nuttige extraatjes te bieden, hebben de meeste producenten van digitale tafels er aan gedacht om de mixer min of meer bestuurbaar te maken van op afstand. Tablets en smartphones zijn dan ook helemaal geïntegreerd in het mixgebeuren. Fabrikanten ontwikkelen apps, waarmee je de belangrijkste functionaliteiten van de mengtafel van op je tablet kan bedienen. Zo kan je gerust even in de zaal rondlopen, door het luisterveld, en indien nodig nog enkele volumes aanpassen. Feit is echter dat de fysieke mengtafel nog steeds haar plekje opeist. Om de dynamics, de effecten, de verschillende uitspeelwegen en noem maar op te bedienen, moet je in de meeste gevallen toch nog achter je mengtafel plaatsnemen.

Maar Mackie zorgt met de DL32R op dat vlak voor een uiterst boeiende vernieuwing!

De mixer werd namelijk uitgevoerd in rackformaat, slechts 3 units hoog, en heeft 32 volwaardige fysieke inputkanalen en 14 outputs aan boord. U leest het goed: volwaardig! Dus geen foefjes zoals bijvoorbeeld slechts 16 fysieke microfoonvoorversterkers in een 32 kanaals-toestel, maar werkelijk 32 echte microfooninputs. Alle kanalen kunnen naar wens worden geconfigureerd. De volledige bediening gebeurt van op een iPad. Alles! Niet enkel de faders, maar de gehele toonregeling, dynamics, routing, reverbs, mixing… Echt alles! De mixer op zich ziet er dus eigenlijk uit als een doodgewone stagebox. Er staan slechts 2 knopjes op: de aan/uit schakelaar (achteraan) en een hoofdtelefoonvolumeregelaar. Je kan hem naast of op het podium opstellen, alle kabeltjes inprikken, en heel het gebeuren met de iPad bedienen van om het even waar in de zaal. Of toch alleszins van waar je voldoende wifi-bereik hebt, want de connectie tussen mixer en iPad gebeurt via een externe router.

Gedaan dus met plaatsinnemende mengtafels en (in het geval van klassieke analoge tafels) effectenracks. Alles past letterlijk (bijna) in je broekzak! Het fijne aan dit concept is uiteraard de plaatsbesparing, de enorme tijdsbesparing tijdens het opbouwen en het ontbreken van welke kabelverbinding dan ook in de zaal. Al blijft het zeker niet hiertoe beperkt!

Door de doordachte functionaliteiten is het zelfs mogelijk om meerdere iPads met de mixer te verbinden, en dan per toestel de gewenste ‘access limits’ (foto 1) in te stellen.

Zo kan je ieder toestel apart configureren voor de taak waarvoor het zal worden ingezet. Je kan bijvoorbeeld de zaalmix regelen van op iPad 1, terwijl je collega met iPad 2 de monitors in de gaten houdt. Of de ietwat gevorderde muzikant kan ook zelf van op het podium met een eigen iPad zijn eigen monitormix maken. Tot 10 iPads kunnen samen operationeel ingrijpen op de DL32R! Dat klinkt toch gewoonweg prachtig, niet?

We vinden het concept alleszins fantastisch en sterk vooruitstrevend! Alleen gaan we eens moeten uitproberen of het geheel zich in de praktijk ook echt zo vlot en feilloos laat bedienen… De bediening staat of valt immers met de firmware en de app. En die app heeft ook een naam: Master Fader! We testen vandaag niet alleen de mengtafel, maar uiteraard ook die app, omdat mixer en app nu eenmaal onlosmakelijk met elkaar gelinkt zijn. En na een eerste korte (offline) kennismaking met Master Fader, zou de app uiteindelijk wel eens het verschil kunnen gaan maken, wat betreft de acceptatie door een potentiële gebruiker.

De mogelijkheden zijn eindeloos, maar de bediening ziet er op het eerste gezicht toch echt ontzettend intuïtief uit! We besloten dan ook om geen handleiding te raadplegen, maar om het hele systeem eens gewoon puur en alleen op gevoel te leren kennen…

ACCESSOIRES

Accessoires worden zeer miniem meegeleverd. Neem nu bijvoorbeeld de handleiding,

10

www.meetmusic.com

HANS & LUDO LAUWENS

MACKIE ELIMINE LE MIX FAÇADE !

Profiter d’une primeur, cela vous dirait? La voici: dans nos plats pays, nous avons eu la chance d’être les premiers à tester la nouvelle DL32R de Mackie. Et nous en sommes très heureux ! Face à une ère digitale qui ne cesse de monter en puissance, Meet Music ne peut quand même pas rester sans réactions, n’est-ce pas ?! Voilà pourquoi cela nous réjouit tant de sauter à pieds joints dans le “train digital” ! Loin de nous l’idée de mettre de côté tout ce qui est analogique : jamais vous ne nous entendrez tenir de tels propos. D’ailleurs, nous mixons encore volontiers “à l’ancienne”, entre autres à cause de la clarté que cela offre, ainsi que des boutons “physiques” que nos doigts manipulent avec plaisir : chaque bouton correspond à une fonction qui lui est propre. Quant au plaisir que procure la vue de ces “kilomètres carrés” de curseurs et boutons ... Quand même, c’est quelque chose ! Mais l’approche digitale possède, elle aussi, des avantages indéniables. Aujourd’hui, c’est donc le sujet que nous allons approfondir ...

CONCEPT

La DL32R est une table de mixage totalement digitale ; ce modèle vient enrichir la série DL32R de Mackie. Cette marque avait déjà en production des tables de mixage plus petites, à huit et à seize canaux, pour lesquelles l’iPad servait de panneau des commandes. Toutefois, la DL32R met la barre plus haut, et de manière significative.

Depuis un certain temps, les tables de mixage digitales existent dans toutes sortes de mesures et de formats. A l’heure actuelle, tout fonctionne sur base de fonctionnalités très complètes, faciles d’emploi et bien ordonnées. Pour offrir à la personne qui est aux manœuvres quelques “petits extras” utiles, la plupart des constructeurs de tables de mixage digitales ont pensé à la possibilité de pouvoir piloter le mixer à distance.

C’est ainsi que d’une manière ou d’une autre, les tablettes et les smartphones se sont totalement intégrés dans les processus de mixage. Les constructeurs se sont donc mis à développer des ‘apps’ grâce auxquels les fonctionnalités les plus importantes d’une table de mixage peuvent être assurées via une tablette. Ainsi, il devient possible de se déplacer dans la salle de spectacle, notamment dans le champ d’écoute, et si cela s’avère nécessaire, on peut adapter certains volumes. Il est clair qu’une table de mixage “physique” exige qu’on lui attribue une place bien déterminée. Afin de contrôler la dynamique, les effets, les différentes fonctions, etc., dans la plupart des cas, on doit rester “calé” derrière sa table de mixage.

Sauf que, dans ce domaine, via sa DL32R, Mackie vient de proposer une innovation particulièrement passionnante ! En effet, le mixer se présente sous la forme d’un rack de trois unités de haut seulement, et il est doté de 32 canaux d’entrée “physiques” à part entière, ainsi que de 14 sorties. Eh oui, vous lisez bien : à part entière ! Donc, pas de petites combines où en fait, il n’y a que 16 préamplis micro physiques logés dans un appareil à 32 canaux, mais réellement, 32 “vraies” entrées micro. Tous les canaux peuvent être configurés à volonté, et l’entièreté des procédures d’utilisation est exécutée sur un iPad. Tout ! Non seulement les curseurs, mais tout ce qui touche à la tonalité, la dynamique, le ‘routing’, les réverbes, le mixage, etc. Bref, vraiment tout, quoi ! En soi, le mixer ressemble en fait à une ‘stagebox’ rigoureusement ordinaire. Elle ne comporte que deux boutons : l’interrupteur de mise sous tension (à l’arrière), et le bouton de volume du casque. On peut donc placer l’appareil à côté ou sur le podium, y raccorder tous les câbles nécessaires, et le piloter via l’iPad, pratiquement d’où on veut dans la salle. Ou en tout cas, aux endroits où le réseau wifi est suffisant, car la connexion entre le mixer et l’iPad est assurée par un router externe.

C’en est donc fini des tables de mixage qui prennent une place folle, ainsi que des racks d’effets (dans le cas des tables de mixage analogiques classiques). Et tout cela pourrait (presque) prendre place dans une des poches de votre pantalon ! Bien entendu, l’avantage de ce concept, c’est qu’on économise pas mal de place, mais aussi de temps: cela évite le branchement de pas mal de câbles, mais aussi, les problèmes en cas de déficience de tel ou tel câble. Mais cela ne s’arrête pas là !

Grâce à des fonctionnalités particulièrement bien pensées, il est même possible de raccorder plusieurs iPads au mixer, et ensuite de définir les ‘access limits’ désirées (photo 1). On peut ainsi configurer chaque appareil séparément en fonction des tâches qu’on veut lui attribuer. Par exemple, vous pouvez dédier le premier iPad au mixage de la salle, tandis qu’un collègue se charge de “suivre” les moniteurs via un second iPad. Ou bien, un musicien quelque peu “initié” peut aussi se charger lui-même, sur le podium, de réaliser son propre mix de moniteurs au départ de son iPad. Jusqu’à ... 10 iPads peuvent fonctionner côte à côte avec le DL32R ! Cela paraît quand même pratique, non ?

A tous égards, un tel concept nous paraît à la fois génial et avant-gardiste ! Mais évidemment, il va falloir vérifier si ef-

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

PRO SOUND & LIGHT 2014/02

www.meetmusic.com

19

Live Sound & PA

1

2

3

Mackie dL32R

die we eventjes als een accessoire bekijken… Er zitten enkele blaadjes met een aantal opstellingsmogelijkheden en een tekening met korte beschrijving van de hardware in de doos, maar een echte handleiding ontbreekt. We kunnen ons natuurlijk de vraag stellen of dat erg is.

Het zou wellicht eerder absurd zijn, om een gedrukte manual te leveren bij een toestel dat met een iPad bediend moet worden… We vinden het trouwens een hele leuke uitdaging om het toestel te leren kennen door het gewoon allemaal eens rustig uit te proberen. En uiteraard, voor wie dat wenst, kan je alle nodige gebruiksaanwijzingen eenvoudig online vinden, of via de ‘help’ in de Master Fader app. Op de voor het toestel ontwikkelde website (dl32r. mackie.com) vind je alle info, evenals een handige FAQ waaruit je heel wat weetjes kan oppikken.

Een wifi-router wordt al evenmin meegeleverd. En die heb je dus wel dégelijk nodig. Enerzijds is het jammer dat er geen router werd ingebouwd, maar anderzijds laat Mackie op die manier de keuze aan jou. Het toestel werkt al met een simpel huiskamerroutertje, maar misschien zul je liever een Apple-router gebruiken, of een professionele 19”-router.

Enkele maanden geleden kon je hier bijvoorbeeld een review lezen van een 19 inch router die voor deze doeleinden perfect geschikt zou zijn (zelfs eventueel met aparte antennes op een statief te gebruiken) en die handig in dezelfde flightcase als de DL32R kan gemonteerd worden.

(Dit betrof de Nowsonic Stage Router, besproken in editie #307 van juli 2014 - nvdr.) Maar de keuze is dus vrij, al moet je wel even langs de winkel passeren, vooraleer je de DL32R in gebruik kan nemen. Overigens een leuk handigheidje: op het toestel zelf werd plaats voorzien om een gewone huiskamerrouter te bevestigen. Dat doe je met de meegeleverde velcrostrips. Naast een router kan er ook een externe harddisk worden gefixeerd met die strips. Die kan je gebruiken voor opname en muziekweergave.

Het toestel beschikt over een ingebouwde voeding, waardoor het geknoei met losse voedingsblokjes gelukkig achterwege blijft. Dat is meteen ook een puntje waar je best op let bij de keuze van een geschikte router, want het merendeel van die toestelletjes maakt gebruik van ellendige losse voedingsblokjes… En dan misschien nog een overbodig detail? Een iPad wordt, voor alle duidelijkheid, niet meegeleverd…! De Master Fader app, die je nodig hebt om het toestel te bedienen, kan je gewoon volledig gratis downloaden uit de appstore. Dit zal ook gelden voor de latere updates. Je moet wel een iPad gebruiken (iOS 7.1 of hoger), want op andere platforms is er geen app voor het toestel beschikbaar. Wij gebruikten voor de test een instapmodel iPad Air en dat liep prima.

MOGELIJKHEDEN

De mogelijkheden? Tja… Hoe begin je er überhaupt aan om de mogelijkheden van een toestel met eindeloze functionaliteiten op te sommen? Misschien moeten we ons eerder concentreren op enerzijds de basis van de mixer, en anderzijds de meerwaarde en de ‘specials’ die het pakket ons te bieden heeft. Laten we beginnen bij het begin.

We beschikken over 32 inputs en 14 outputs, alle naar wens te configureren. 24 inputkanalen zijn uitgevoerd met XLR, plus 8 combi-connectoren die zowel zowel XLR als jack accepteren. Bijzonder handig om toch nog een paar stereo-lijntjes in te prikken, die je dan op de iPad prima met elkaar kan linken, zodat slechts 1 kanaalfader gebruikt hoeft te worden, maar waarbij je toch eerst alle instellingen per kanaal kan optimaliseren. Kanaal 32 staat standaard ook als talkback geconfigureerd, maar zoals gezegd kan je de routing zelf aanpassen. Een leuke feature zou zijn wanneer je de microfoon van de iPad als talkback kon gebruiken, maar dat is helaas niet mogelijk. Een talkbacklijn dient wel degelijk te vertrekken vanuit het toestel zelf.

Wanneer we de outputs bekijken, zien we dat kanaal 13 en 14 standaard als links en rechts worden beschreven. Er resten dus nog 12 volwaardige AUX-en, waarmee we naar hartelust monitors kunnen aansturen of signalen naar om het even welke andere bestemming kunnen leiden! Op het toestel vinden we daarnaast trouwens nog een AES-output. Hiermee blijft een digitaal signaal volledig digitaal, zonder kwaliteitsverlies, wanneer we het binnenbrengen in een AES-input van bijvoorbeeld een processor of versterker.

Ook aan een ‘monitor’ werd gedacht. Daartoe werden immers nog 2 jack-aansluitingen voorzien, vergezeld van een hoofdtelefoonaansluiting en een aparte volumeregelaar.

De monitor fungeert als een soort ‘control room’ bij DJ-mixers. Het toestel is ook in staat om, bijvoorbeeld op een externe harde schijf, opnames te maken in 24 sporen of om op een computer (via de USB poort) in multitrack op te nemen. Of ook om vanaf zo’n externe hard drive files weer te geven. Jammer dat de DL32R op dat vlak nogal

12

www.meetmusic.com

fectivement, dans la pratique, le tout fonctionne “vite et bien”...

L’utilisation d’un tel appareil est un succès ou une désillusion selon la qualité de son ‘firmware’ et de son ‘app’. Et cet app porte également un nom : Master Fader ! Aujourd’hui, nous ne testons pas seulement la table de mixage, mais évidemment, l’app aussi, puisque l’un et l’autre sont indissociablement connectés. Et après une première prise en main - courte et sans connexion effective de Master Fader, il apparaît que l’app pourrait faire la différence, être l’élément apte à décider l’acheteur potentiel à passer à l’acte.

Les possibilités sont infinies, mais pourtant, à première vue, l’utilisation paraît extrêmement intuitive ! Quoi qu’il en soit, nous avons décidé de ne pas consulter de notice d’emploi, et donc, d’apprendre à connaître tout le système “à l’intuition” pure et simple.

ACCESSOIRES

Les accessoires livrés sont réduits au minimum : prenons, par exemple, la notice d’emploi, que nous considérons un peu comme un accessoire ... Il y a bien quelques feuilles décrivant un certain nombre de possibilités de réglage, ainsi qu’un schéma avec une courte description du matériel dans la boîte. Mais il n’y a pas de notice d’emploi digne de ce nom. Naturellement, la question est de savoir si cela pose problème. N’est-ce pas une absurdité de livrer un manuel “papier” avec un appareil qui doit être associé à un iPad ? Et de toute façon, nous estimons que c’est un défi assez amusant que d’apprendre à connaître l’appareil simplement en l’essayant, tranquillement. Mais bien entendu, pour tout qui le désirerait, toutes les notices d’emploi utiles sont disponibles sur le site de la firme, ou en appuyant sur la touche ‘Help’ de l’app Master Fader. Sur le site spécialement dédié à l’appareil (dl32r. mackie.com), on trouve toutes les infos utiles, de même qu’une FAQ bien pratique qui peut vous refiler pas mal de tuyaux.

Un router wifi manque également à l’appel. Et pourtant, lui, on en a vraiment besoin ! D’une part, c’est dommage qu’il n’y ait pas de router intégré, mais d’autre part, Mackie vous laisse ainsi le choix. L’appareil fonctionne déjà avec un petit router domestique, mais peut-être préféreriez-vous utiliser un router Apple, ou un router professionnel en rack de 19”. Par exemple, il y a quelques mois, vous avez eu l’occasion de lire un banc d’essai sur un router de 19” qui serait parfaitement adapté à ce genre de situation (et il pourrait même être utilisé avec des antennes sur statif séparées).

Un tel appareil pourrait aisément être logé dans le même flightcase que le DL32R. (Cette remarque concerne le Nowsonic Stage Router, testé dans l’édition N° 307 de juillet 2014 - NdR.) Le choix est donc laissé à votre appréciation, mais évidemment, il faut passer dans un magasin avant de pouvoir utiliser le DL32R ...

A noter une commodité des plus pratiques : sur l’appareil même, un endroit est prévu pour fixer un simple router domestique, une opération qui a recours aux bandes Velcro livrées. En plus du router, ces mêmes bandes permettent de fixer aussi un disque dur externe que l’on peut utiliser à des fins d’enregistrement et/ou de diffusion musicale.

L’appareil dispose d’une alimentation secteur intégrée, ce qui évite fort heureusement de chipoter avec des transfos d’alimentations séparés. C’est d’ailleurs un point auquel il faut faire attention lorsqu’on choisit le router, car la plupart de ces petits appareils utilisent ces misérables blocs d’alimentation ... Et sans doute est-il de bon aloi de vous signaler un détail superflu, pour que tout soit clair entre nous : l’iPad n’est pas compris dans la livraison ! Quant à l’app Master Fader dont on a besoin pour le piloter, il suffit simplement de le télécharger gratuitement dans l’app store. Ce processus sera également valable pour les futures mises à jour. Et il est impératif d’utiliser un iPad récent (iOS 7.1 ou plus), car avec les autres plateformes, il n’y a pas d’app disponible pour l’appareil. Pour notre test, nous avons utilisé un modèle d’entrée de gamme, l’iPad Air, et tout a fonctionné à merveille.

POSSIBILITÉS

Ah, oui : les possibilités ... Euh ... par où diable commencer pour expliquer les possibilités d’un appareil dont les fonctionnalités sont infinies ? Peut-être devons-nous plutôt nous concentrer, d’une part, sur les bases du mixer, et d’autre part, sur la plusvalue et les “petits plus” que l’ensemble a à proposer. Donc, commençons par le commencement.

Nous disposons de 32 entrées et de 14 sorties, toutes configurables à volonté. Parmi les entrées, 24 sont des XLR, et les 8 autres sont des connecteurs combinés, qui acceptent aussi bien les jacks que les XLR. Voilà qui est bien pratique pour raccorder quelques lignes stéréo, que l’on peut ensuite relier à l’iPad, de sorte qu’un seul curseur de canal ne soit utilisé, mais grâce auquel on peut néanmoins optimaliser tous les réglages par canal. Le canal 32 est configuré en tant que fonction de ‘talkback’, mais comme cela a déjà été dit, on peut adapter le routing soi-même. Une fonction intéressante serait de pouvoir utiliser le micro de l’iPad comme talkback, mais ce n’est malheureusement pas possible : une ligne talkback doit partir de l’appareil lui-même.

Quand on jette un coup d’œil aux sorties, on constate que les canaux 13 et 14 sont décrits comme les canaux “gauche” et “droit”. Il reste donc encore 12 sorties auxiliaires à part entière, via lesquelles il nous est loisible de piloter des moniteurs ou d’envoyer des signaux vers n’importe quelle autre destination. Sur l’appareil, nous trouvons d’ailleurs aussi une sortie AES. Ici, un signal digital reste entièrement digital, sans perte de qualité, quand par exemple, on l’assigne vers l’entrée AES d’un processeur ou d’un amplificateur.

Mackie a également pensé à une sortie “moniteur”. A cet effet, deux jacks sont prévus, accompagnés d’une connexion casque et de son réglage de volume. Cette sortie moniteur fonctionne un peu comme une sorte de ‘control room’ chère aux mixers pour DJ. L’appareil est aussi en mesure, par exemple, de réaliser des enregistrements en 24 pistes sur un disque externe, ou d’enregistrer sur un ordinateur (via le port USB) en multitrack. A l’inverse, le DL32R peut aussi restituer des pistes en provenance d’un disque dur externe. Dans ce domaine, c’est dommage que le DL32R semble assez délicat au niveau des formats : nous n’avons pas réussi à faire reconnaître des fichiers WAV et MP3 présents sur une clé USB, même quand nous les avons modifiés pour avoir le “bon” format. Mais naturellement, ce n’est pas non plus l’objectif de cet appareil,

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

small. strong. black.

Now also available as a PA system.

Active and DSP-driven the Sub VSS 28, as the heart and control center, with both vertikal array speakers VL 4.

In the SD X we have applied the latest cutting edge technologies, to combine the best HD sound quality with the smallest possible size, for a breathtaking result.

But listen and see for yourself at the K.M.E. dealer.

LEAN’S DISTRIBUTION Goirleweg 1F 2382 Poppel-Ravels, Belgium

+32 (0)475 943 830 info@leans.be http://www.leans.be/

Live Sound & PA

4

5

6

Mackie dL32R

kieskeurig blijkt te zijn qua formaat: het lukte ons niet om op een USB stickje WAV en MP3 tracks te herkennen. Ook al werden ze eerst omgezet naar het ‘juiste’ formaat.

Maar dat is natuurlijk ook niet de bedoeling van dit toestel en daar hebben we ons dan ook niet verder om bekommerd. Met opnames hebben we bij deze test nog niet verder geëxperimenteerd. Achteraan op het toestel is er trouwens ook nog een slot voorzien waarin een DANTE-kaart kan gemonteerd worden (optioneel) maar die konden we niet in de test opnemen omdat die momenteel nog niet beschikbaar blijkt te zijn.

Door de toch niet zo heel grote fysische afmetingen van een iPad zou men kunnen denken dat het scherm misschien wat klein is om een overzicht te behouden over wat men allemaal ingesteld heeft en wat er allemaal gebeurt bij een menger met zo een groot aantal ingebouwde features als de DL32R, temeer uiteraard omdat hij 32 echte kanalen heeft. Dat wordt echter op een bijzonder doeltreffende manier opgevangen door het ‘overzichtsscherm’ (foto 2) dat tevoorschijn komt door eenvoudigweg links bovenaan een icoontje aan te klikken. Onmiddellijk verschijnen alle faderstanden en uitsturingen op het scherm. Je kan ze ook kleurtjes geven, en meteen zie je er ook de betreffende uitsturingsmeters naast staan. Erg klein afgebeeld, dat wel, maar even aanraken volstaat om een kanaal (of aux, subgroep, VCA-groep, enz…) schermvullend af te beelden en dan heb je direct acces tot alle regelingen van dat kanaal. Naast het overzichts-icoontje vind je een fader-icoontje, dat bij aanraking het scherm vult met 8 vlot te bedienen kanaalfaders. Die acht faders laten zich scrollen om zo op een snelle manier door de 32 kanalen te kunnen lopen. Rechts blijft de masterfader beschikbaar.

Verder kan je in dit fader-aanzicht ook direct de veldjes aanklikken die bijvoorbeeld de gaininstellingen, AUX-uitsturingen en fantoomvoeding (foto 3), de dynamics (foto 4), de reverbs/delays (foto 5) en de uitgebreide EQ per kanaal (foto 6) in beeld brengen.

Dat bleek in de praktijk bijzonder vlot en handig te werken (zie verder). Ook zeer praktisch is, dat je niet alleen je kanalen een naam kan geven (bijvoorbeeld van de persoon of het instrument dat je ermee regelt), maar ook uit je iPad een prentje of icoontje kunt halen (bijvoorbeeld een afbeelding van een gitaar) en dit symbooltje vervolgens onder je fader kunt plaatsen. Of als je het helemaal mooi wil maken, neem je eventjes een foto van de muzikanten en plaatst je die dan onderaan bij hun faders. Dat kan overigens perfect via de app gebeuren, je hoeft er je camera-software niet voor op te starten, om eerst de nodige beelden te saven. En de foto’s kunnen niet enkel onder de kanaalfaders worden geplaatst, maar ook onder alle outputs. Bijzonder handig! Waar is toch de tijd dat we schilderstape per doos kochten, om onder de faders te plakken zodat we erop konden schrijven waarvoor die faders dienden…

Elk van de ingangskanalen beschikt over een mooie equalizer, waar we, op de intussen bij digitale tafels bekende manier, met de kantelpunten en de hellingen kunnen schuiven, tot de filtercurve ons bevalt (foto 6). Er is steeds een 4-bandsequalizing voorzien, met een low en een mid shelving gedeelte en twee midcellen die parametrisch werken. Met een knopje kan je overigens kiezen tussen de moderne voorstelling (zoals beschreven, met een modificeerbare curve) of de ‘vintage’ klassieke frontvoorstelling met ‘knopjes’. De kanalen hebben ondermeer ook het obligate laag-af subsonicfiltertje en individuele inschakeling van de 48V fantoomvoeding.

De dynamics bestaan per kanaal uit een compressor en een gate (foto 4).

Die kan je overigens simpel in beeld brengen, door bijvoorbeeld vanuit je equalizerscherm verticaal te scrollen.

Ook hier kan je kiezen voor de visueel overduidelijke grafieken, waarop je letterlijk met een vingerknip bijvoorbeeld de threshold verschuift, of de vintage knopjes-voorstelling. En telkens behoud je toegang tot alle parameters, via een eenvoudig horizontaal schuifveldje. Er is telkens nog een duidelijke aanduiding (met een rood balkje) van het aantal dB, waarmee je signaal gereduceerd wordt door de compressor of gate. Echt mooi, intuïtief en het werkt hoorbaar goed.

Bijzonder handig zijn de presets, waar je moeiteloos kan aanklikken hoe je de compressor of de gate wil instellen. Er zijn er heel wat, voor mannenstemmen en vrouwenstemmen, voor verschillende instrumenten, enz. Maar ten allen tijde behoud je ook bij het gebruik van deze presets nog de instelschuivertjes, die je onmiddellijk toelaten om parameters manueel aan te passen, vertrekkende van de presetinstellingen. Nog even wat verder naar beneden scrollen levert ons dan het scherm op waar we de beide reverbs per kanaal kunnen instellen (foto 5) - eveneens met presets en met parameters die per instelschuivertje bij te regelen zijn. De presets van de ingebouwde reverb vinden we persoonlijk nogal mager, maar zoals gezegd kan je zelf parameters aanpassen, en is het ook mogelijk om presets te importeren.

Het houdt overigens niet op bij de kanalen. Ook de outputs hebben dezelfde mooie equalizing (hier kan je zelfs ook nog de ‘curve-teken-mode’ kiezen) (foto 7) en dynamics. De mogelijkheden zijn gewoon te talrijk om ze allemaal in dit overzicht op te nemen.

14

www.meetmusic.com

et donc, nous ne sommes pas tracassés outre mesure à ce sujet. Pour ce qui est des enregistrements, nous ne nous sommes pas encore livrés à beaucoup d’expériences. A l’arrière de l’appareil, il y a aussi un slot prévu pour recevoir une carte DANTE (en option), mais nous n’avons pas pu tester cette possibilité, car il semble que pour l’instant, elle ne soit pas disponible.

En raison des dimensions physiques relativement modestes de l’iPad, on pourrait penser que l’écran est un peu petit pour rendre compte d’un “panorama” global de tous les réglages effectués, ainsi que de tout ce qui se passe dans une table de mixage qui possède un aussi grand nombre de possibilités que celui du DL32R. Et ce, évidemment, d’autant plus qu’il y a 32 canaux à gérer ! Et pourtant, tout cela est restitué d’une manière particulièrement efficace grâce à un “écran général” (photo 2) qui apparaît tout simplement quand on clique sur une petite icône située en haut à gauche : immédiatement, la position des curseurs et les assignations apparaissent sur l’écran. On peut aussi leur attribuer des couleurs, et on voit également les niveaux de sortie correspondants juste à côté. Tout cela est représenté en très petit, c’est vrai, mais il suffit de toucher l’écran pour qu’un canal (ou un aux, un sous-groupe, une groupe VCA, etc.) “remplisse” l’écran à lui seul, et dès cet instant, on a accès à tous les réglages de ce canal.

A côté de l’icône appelant la vue générale, il y a une icône représentant un curseur, et lorsqu’on la touche, l’écran montre “en grand” huit curseurs de canaux que l’on peut ainsi adapter rapidement. On peut faire “glisser” ces huit curseurs d’un mouvement de doigt pour accéder ainsi en un clin d’oeil aux 32 canaux. A droite, le Master Fader reste toujours disponible. De plus, au départ de cette vue des curseurs, on peut également cliquer directement sur les champs qui représentent, par exemple, les réglages de gain, les assignations des auxiliaires, et l’alimentation fantôme (photo 3), la dynamique (photo 4), les réverbes et les retards (photo 5), ainsi que les égalisations détaillées par canal (photo 6). Dans la pratique, il s’est avéré que tout cela se révélait très rapide et très pratique (voir plus loin).

Tout aussi pratique, le fait que, non seulement on puisse donner un nom à chaque canal (par exemple, le nom de la personne concernée ou de l’instrument que l’on règle), mais aussi, le fait que l’iPad puisse fournir une petite image ou une icône (par exemple la représentation d’une guitare), et que l’on puisse ensuite aller placer ce petit symbole sous le curseur correspondant. Ou encore, si vous voulez que tout soit vraiment joli, prenez une photo de chaque musicien et mettez la sous leur curseur respectif. D’ailleurs, tout cela peut être réalisé via l’app lui-même : il n’y a même pas besoin de mettre votre software photo en route pour enregistrer les images utiles. Et ces photos peuvent donc être placées sous les curseurs des canaux d’entrée, mais également sous toutes les sorties. Voilà qui est particulièrement pratique ! Où est passée l’époque où l’on achetait des boîtes remplies de ‘tape’ dont on collait de petits morceaux en dessous des curseurs afin de pouvoir y écrire à quoi correspondait chaque canal ...

Chacun des canaux d’entrée bénéficie d’une égalisation élaborée. Depuis quelques temps, les tables de mixage digitales nous ont habitués à fonctionner sur base de points de pivot et d’inclinaisons, jusqu’à ce que la courbe des fréquences qui en résulte nous convienne (photo 6). L’ensemble consiste en une égalisation à quatre bandes, avec une partie “shelving” pour les basses et les médiums, plus deux bandes pour les médiums, de type paramétrique. Une touche permet d’ailleurs de choisir entre la représentation moderne (telle que déjà décrite, sous forme de courbe) et la représentation “classico-vintage”, avec les traditionnels boutons. Les canaux possèdent aussi, entre autres, les filtres subsoniques et les interrupteurs individuels de l’alimentation fantôme de 48 volts.

Les contrôles de dynamique se composent, pour chaque canal, d’une compresseur et d’un ‘gate’ (photo 4). Ces éléments peuvent d’ailleurs apparaitre à l’écran, par exemple, simplement en faisant glisser l’écran des égalisations verticalement.

Ici aussi, on a le choix entre les graphiques visuellement très “parlants’, où l’on peut, littéralement, avec un doigt, modifier le seuil, par exemple, ou les boutons de jadis. Et dans toutes les situations, on garde accès à tous les paramètres, via un simple glissement horizontal de l’écran. Et à chaque fois, il y a une indication claire (avec une signalisation en rouge) donnant le nombre de dB qui réduit le signal par l’action du compresseur ou du ‘gate’. Tout cela est vraiment très réussi : tout à fait intuitif ... et cela fonctionne bien, on l’entend clairement.

Les présélections sont elles aussi très pratiques : un simple clic, sans le moindre effort, et le compresseur et/ou le gate sont réglés ! Il y en a une flopée : pour les voix, masculines et féminines, pour différents instruments, etc. Mais à tout moment, pendant l’utilisation de ces présélections, on garde sous les yeux les petits curseurs qui permettent immédiatement d’adapter les paramètres manuellement, en partant des réglages prédéfinis. Si l’on fait glisser l’écran encore un peu plus vers le bas, nous arrivons alors à l’endroit où les deux réverbes par canal peuvent être réglées (photo 5). Même topo ici : il y a des présélections, mais dont les paramètres peuvent eux aussi être modifiés par de petits curseurs. Personnellement, nous trouvons les présélections de la réverbe intégrée un peu “maigres”, mais comme cela a déjà été dit, on peut les adapter soi-même, et il est aussi possible d’importer des présélections externes.

Toutes ces possibilités ne se limitent pas aux canaux d’entrée: les sorties, elles aussi, sont équipées des mêmes égalisations (à telle enseigne qu’ici, on peut même, en plus de choisir plusieurs modes d’affichage des courbes) et des mêmes réglages de dynamique. Les possibilités sont vraiment trop nombreuses pour les recenser toutes dans cet article. Bien entendu, il existe une possibilité de matrice pour assigner les entrées vers les sorties, et on peut même assigner les préamplis d’entrée vers les canaux (photo 8) : ainsi, par exemple, un préampli d’entrée peut être assigné à plus d’un canal. Avec un peu de fantaisie et d’expérience, tout cela ouvre de nouveau des possibilités d’utilisation des plus intéressantes. Cela va sans doute de soi, mais sur une telle “machine”, on peut également mémoriser des “shows”, les rappeler et les modifier. Nous trouvons aussi que la structure de Master Fader est particulièrement pratique: elle permet, de façon très simple, de passer rapidement

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

Mackie dL32R Uiteraard is er een matrix mogelijkheid om inputs naar outputs te dirigeren, en je kan zelfs de ingangsversterkers patchen naar de kanalen (foto 8). Zo zou je bvb 1 inputversterker naar meer dan 1 kanaal kunnen patchen. Met enige fantasie en ervaring opent dat weer bijzonder leuke gebruiksmogelijkheden. Haast vanzelfsprekend kan je bij een dergelijke ‘machine’ ook shows opslaan, terugroepen en modificeren. Bijzonder handig in Master Fader, vinden we de structuur, die je toelaat om heel eenvoudig te switchen tussen de verschillende overzichten en regelmogelijkheden. Vanuit de kanaalmode, waar je dus de kanaalfaders ter beschikking hebt om je mix te maken, kun je met één klik alle outputfaders raadplegen (foto 9). Dit werkt echt zeer overzichtelijk!

Wil je een volledig overzicht, dan kan je op de DL32R website overigens het handboek van de Master Fader app in PDF formaat downloaden en je op voorhand al even ‘offline’ verlekkeren op al het moois wat je binnenkort met de echte DL32R gaat kunnen doen.

Je kan immers perfect offline een volledige show voorbereiden. Dat wordt urenlang kwijlen en ‘spelen’. Voor de mannen onder ons: vergeet niet om af en toe ook nog eens naar je girlfriend haar software te kijken, als je in de ban van de DL32R bent… En voor de vrouwen: ook boyfriends hebben zo af en toe wat aandacht nodig…

MIS IK IETS?

Kan je iets missen met zo’n uitgebreid pakket? Ja, maar het totaalplaatje compenseert dat dan probleemloos, denk ik. Misschien missen sommige gebruikers de fysieke mengtafel, maar dat is nu eenmaal de keuze die je hier maakt. Dit is een heel ander concept. Wanneer je kiest om met een wagen met automatische versnellingsbak te rijden, moet je nadien ook niet gaan klagen dat je niet zelf kan schakelen… Toegegeven: het voelt een beetje ‘naakt’ aan, wanneer je zo helemaal zonder echte knopjes en schuivers klaar moet staan voor de actie, en het publiek massaal binnen stroomt. Je bent immers aangewezen op de wifi verbinding tussen je iPad en de DL32R. En ja, we weten en beseffen dat het bereik van een wifi verbinding kleiner wordt met een grote massa (golven absorberende) mensen in de zaal. We weten ook dat eventuele locaal aanwezige hotspots kunnen ‘vreten’ aan het stukje wifi-ruimte dat er voor ons nog overblijft. Daarom dat het wel belangrijk is om niet te bezuinigen op je router. Het lukt met een huiskamermodel. Maar we zouden toch een professionele router willen aanraden. Mackie beveelt Apple aan natuurlijk, maar wij zouden eerder adviseren om te investeren in een router waarbij je eventueel afzonderlijke antennes kan gebruiken.

Opgesteld op een statief, boven de hoofden van het publiek benadert dat veel meer de ‘zichtontvangst’ tussen router en iPad, en dat komt beslist de reikwijdte van de ontvangst ten goede. We hebben ook de proef op de som genomen in deze test, en als je zo ver wegloopt dat je ontvangst uitvalt, behoudt de DL32R dus wel degelijk zijn momentele instellingen (er valt niets van je audio uit) en de hersynchronisatie duurt hooguit twee seconden zodra je weer binnen het ontvangstbereik komt.

Wanneer we het toestel ‘Googlen’, zien we dat er in de FAQ wordt gevraagd waarom het toestel geen inserts heeft, zoals iedere deftige analoge tafel. Het antwoord op die vraag is uiteraard heel duidelijk. Als alles wat je nodig hebt in de mixer zit, waarom zou je dan nog iets moeten inserten?! Om binnen enkele jaren af en toe een haperend contact in de insertaansluiting te hebben? Dat klopt, maar toch begrijpen we de vraag.

Veel techniekers werken immers graag met een bepaalde compressor van een bepaald merk en type… Sommige digitale tafels maken het mogelijk om plugins van bepaalde ‘grote merken’ te integreren, maar met onze DL32R moet je jezelf tevreden stellen met de door Mackie aangeboden ‘effectensectie’. Mochten die ingebouwde features nu merkelijk en hoorbaar slechter presteren dan de old school analoge outboard, dan was het

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

Live Sound & PA

d’un écran (et des possibilités qu’il propose) à un autre. Au départ de l’affichage des canaux, où l’on dispose donc de tous les curseurs des canaux pour équilibrer le mix, d’un seul clic, on est à même d’aller consulter l’ensemble des curseurs de sortie (photo 9). Cela donne vraiment une excellente synthèse des réglages en cours.

Et si l’on veut un panorama vraiment complet, on peut alors se rendre sur le site dédié au DL32R et télécharger la notice d’emploi de l’app Master Fader en format .PDF ; ainsi, il est possible de se réjouir à l’avance, sans être raccordé à quoi que ce soit, des “douceurs” que l’on aura l’occasion de manipuler sous peu, quand on aura un DL32R sous les doigts “pour de bon” ! On peut parfaitement préparer un show complet sans être raccordé : voilà des heures de “délicieux chipotages” en perspective, de quoi mettre l’eau à la bouche ! Pour les messieurs : quand vous êtes envoûté par le charme du DL32R, n’oubliez quand même pas de jeter un coup d’œil de temps à autre vers votre bonne amie ... Et pour les dames : les hommes, eux aussi, ont besoin d’un d’attention de temps en temps ...

MANQUE-T-IL QUELQUE CHOSE ?

Voilà une bonne question : dans un ensemble aussi complet, manquerait-il néanmoins un élément ou l’autre ? La réponse est “oui”, mais l’offre globale compense, à notre avis, ces petits “oublis” sans problème. Peut-être certains utilisateurs sont-ils en manque d’une table de mixage “physique”, mais c’est un choix que l’on fait au départ, un concept totalement différent. Franchement : si vous choisissez une voiture avec une boîte automatique, il ne faut pas vous plaindre par la suite de ne pas pouvoir changer ses vitesses manuellement ... Mais je vous l’accorde : on a un peu l’impression d’être ... tout nu, oui, quand on se retrouve sans un seul bouton ou curseur devant soi, et que le public commence à affluer dans la salle !

Autre point : on est toujours dépendant du réseau wifi entre l’iPad et le DL32R, et c’est vrai, nous pensons que l’étendue couverte par un réseau wifi diminue en présence d’un public important, car il constitue un facteur d’absorption des ondes. Nous savons aussi que certaines machines éventuellement présentes sur les lieux peuvent entraver la bonne marche du wifi qui reste à notre disposition. C’est pour cela qu’il est vraiment important de ne pas transiger sur la qualité de votre router : oui, c’est vrai, cela fonctionne avec un router domestique ... mais nous vous recommandons néanmoins un router de qualité professionnelle ! Tout naturellement, Mackie recommande Apple, mais nous aurions plutôt tendance à vous conseiller d’investir dans un router qui vous permettrait d’utiliser des antennes séparées. Si on les monte sur un statif, au dessus des têtes du public, cela garantit bien mieux une bonne “connexion” entre le router et l’iPad, et cela ne peut être que bénéfique pour la portée de la réception. Nous en avons d’ailleurs fait l’expérience lors de ce test, et si l’on en arrive au point de “perdre” la connexion, le DL32R conserve correctement ses réglages momentanés : rien n’est “perdu” au niveau du signal audio. Et le retour de la synchronisation dure deux secondes au plus, dès que l’on revient dans la zone de réception.

Quand on fait le tour des sites en rapport avec l’appareil, on constate que dans les FAQ, on se demande pourquoi il n’y a pas d’inserts, comme dans toute table de mixage analogique qui se respecte. La réponse à cette question est très aisée : si tout ce dont vous avez besoin se trouve déjà dans le mixer, à quoi bon mettre en plus des inserts ?

Juste pour, dans quelques années, avoir un contact “grippé” dans les connexions des inserts ? C’est la vérité, mais nous comprenons néanmoins la question. En effet, certains techniciens préfèrent travailler avec leur compresseur favori, de telle marque et

www.meetmusic.com

15

Live Sound & PA

7

8

9

Mackie dL32R

gemis van inserts ergens wel gegrond.

Maar de ingebouwde processing van Mackie presteert echt opmerkelijk goed! De kwaliteit van de compressors, die je op ieder kanaal beschikbaar hebt, vinden we bijvoorbeeld ronduit prachtig! Die mag je gerust naast deze van menig gewaardeerd analoog merk plaatsen, hoor… Wel, dát is nu de reden waarom we geen inserts nodig hebben!

Wat we persoonlijk misschien wel een beetje missen, is een android ondersteuning voor Master Fader. De app werkt immers, zoals vermeld, enkel op een ‘echte’ iPad, en die moet dan nog eens van een vrij recente generatie zijn ook. Terwijl er heel wat andere tablets op de markt zijn, die voldoende krachtig en stabiel werken om de mixer te kunnen bedienen. Maar goed, Mackie heeft er voor gekozen om Master Fader voor het iPad-platform te ontwikkelen.

Dat zal allicht ook wel een commercieel getinte achtergrond hebben, en daar moeten we vrede mee nemen. Nu ja, een iPad is en blijft natuurlijk een iPad, ‘the real deal’, dus rouwig zijn we daar niet om hoor… Hoewel de app tijdens gebruik toch één keertje is gecrashed tijdens onze test, maar dat geheel terzijde. Gelukkig behoudt de mixer op zo’n moment dus zijn laatste instellingen, waardoor je enorm snel terug de controle kan overnemen. Ook als de iPad zelf uitvalt omdat je een poosje niets doet (dit hadden we in het begin van de test nog niet uitgeschakeld), is de synchronisatie bij het opnieuw aanzetten van de iPad echt een fluitje van een cent (dit gaat geheel automatisch).

Om een lang verhaal kort te maken: we hebben de DL32R zoals gebruikelijk vrij uitgebreid getest in onze testruimte. Daarbij merkten we al meteen op dat de bediening via de Master Fader app echt wel enorm intuïtief werkt, zonder dat je meteen de hele manual moet doorlezen. Toen hebben we beslist, om de DL32R even in een flightcase te schroeven en hem het volgende weekend voor de leeuwen te gooien in de praktijk: de geluidsversterking van een complete bigband voor een meer dan duizendkoppig publiek. Wel..., we hadden veiligheidshalve ook een ‘fysieke’ mengtafel meegenomen en die heeft heel de tijd netjes in de (ongeopende) flightcase gestaan. Dat zegt veel over de bruikbaarheid van de DL32R en over de logisch opgebouwde ergonomie van de Master Fader app.

BOUW EN AFWERKING

Het totaalplaatje zit hem natuurlijk niet alleen in de fantastische functionaliteit van de DL32R, maar wordt ook beïnvloed door de bouwkwaliteit van het toestel. En die zit helemaal goed! Een dergelijk toestel moet vooral roadproof zijn, want door het concept, zal het vaak naast of op het podium worden opgesteld, waar anders de stagebox zou rondslingeren. De DL32R is heel stevig opgebouwd. Ondanks die opbouw, blijft het gewicht beperkt door de compacte vormgeving, en zelfs ingebouwd in een flightcase samen met een externe router tors je minder gewicht dan met je ‘klassieke’ klasse B versterker van enkele jaren geleden. Er worden 4 rubbervoetjes meegeleverd, die je onderin het toestel kan schroeven, maar de meest veilige optie is toch gewoon om er een kistje voor te kopen… Een heel belangrijk detail: alle gebruikte connectoren (en dat zijn er natuurlijk heel wat…) zijn van Neutrik. Dat suggereert misschien wel een vrij hoge bouwkost en dus automatisch ook een vraagprijs in de ‘hogere klasse’, maar het boezemt toch vooral heel veel vertrouwen in. We hebben niet zo’n goede on-the-road ervaringen met Chinese XLR copycats, en daarom vinden we dit Neutrik-argument toch wel zeer belangrijk op een toestel waar een groot aantal van dergelijke aansluitingen op staat…

KLANKKWALITEIT

De klankkwaliteit van een mengtafel is wel degelijk een zeer belangrijke factor, al wordt dat maar al te vaak over het hoofd gezien. Ook wanneer we digitaal werken, vinden we het toch niet onbelangrijk om eens na te gaan of we niet te veel last hebben van ruis. En dat valt behoorlijk mee! Al durven we niet stellen dat er totaal geen sprake is van eigenruis… We hebben gemerkt dat een goede gainstructuur heel belangrijk is om een ‘clean’ geluid te bekomen, zonder storende ruis. Maar goed, dat is uiteindelijk bij iedere mengtafel van belang. De gebruikte Onyx+ preamps blijken redelijk gevoelig te zijn. Sommige kanalen krijgen, zelfs met de gains minimaal uitgestuurd, continu een beetje signaal binnen, wat in de uitsturingen op de iPad duidelijk zichtbaar is. Horen doen we dat quasi niet, tenzij je gehoor er echt op geoefend is. Maar let op: gevoelig wil zeker niet zeggen dat het niet goed is, integendeel! De Onyx+ voorversterkertjes mogen we gerust ‘hoogwaardig’ noemen! Je kan de gain structuur overigens volledig vanop je iPad beheren (wat logisch is, gezien het toestel zelf geen hardwareknoppen heeft). Dat houdt dus uiteraard in, dat de gain van de Onyx+ voorversterkers ‘memoriseerbaar’ en van op afstand regelbaar is, zoals tegenwoordig reeds bij talrijke andere digitale tafels het geval is. Het betreft dus een analoge gain-instelling die digitaal bediend wordt. En dat gebeurt voortreffelijk, zonder dat je klikken of trapjes in de instelling kan horen.

16

www.meetmusic.com

de tel modèle ... Certaines tables de mixage digitales permettent d’intégrer des plugins de “grandes marques”, mais avec notre DL32R, il faudra vous contenter de la “section d’effets” proposée par Mackie. Si vraiment les outils proposés à bord du DL32R étaient clairement, je dirais même, “auditivement” moins bons que les bons vieux boîtiers analogiques, là, il y aurait vraiment un besoin effectif d’inserts.

Mais le processing intégré pat Mackie fait montre de très bonnes prestations ! La qualité des compresseurs, par exemple, qui sont présents sur chaque canal, nous paraît franchement excellente : vous pouvez la comparer, elle n’a pas à rougir face à un appareil analogique d’une grande marque ... Bref, voilà la raison pour laquelle nous estimons qu’il n’y a pas besoin d’inserts ! Mais par contre, ce qui nous manquerait bien un petit peu, c’est le fait que le Master Fader n’est pas compatible avec le système Android : en effet, comme cela a déjà été dit, l’app ne fonctionne qu’avec un “vrai” iPad, et encore, celui-ci doit appartenir à l’une des très récentes générations. Alors qu’il existe une flopée d’autres tablettes sur le marché qui sont suffisamment puissantes et stables pour pouvoir piloter le mixer.

Mais bon, Mackie a fait le choix de développer le Master Fader pour la plate-forme iPad. Evidemment, cela semble aussi répondre à certains impératifs commerciaux, et nous nous devons de prendre de la distance par rapport à cette approche.

Maintenant, il est vrai qu’un iPad reste un iPad, “LA” tablette qu’il faut avoir, donc, ce choix ne nous afflige pas particulièrement ... bien que l’app se soit “planté” une (seule) fois en pleine activité pendant le test, mais il ne faut pas en “faire un fromage” ! Heureusement, dans un tel cas, le mixer conserve ses derniers réglages, et ainsi, on peut reprendre très vite le contrôle de la situation. Quand l’iPad lui-même s’éteint parce que vous ne faites pas de pause (nous ne l’avions pas encore éteint depuis le début du test), lorsque la synchronisation se remet en route, l’iPad redevient opérationnel en un tournemain et tout cela se fait automatiquement.

Pour raconter une longue histoire très vite : comme d’habitude, nous avons testé le DL32R dans notre pièce réservée aux tests, et vraiment en “profondeur”. A cette occasion, nous avons immédiatement remarqué que l’utilisation via l’app Master Fader se fait en très grande partie intuitivement, sans que l’on doive d’abord “se taper” tout le manuel. A un moment donné, nous avons même décidé de placer le DL32R dans un flightcase et de l’utiliser, dans des conditions réelles d’utilisation, le week end suivant : il s’agissait d’assurer la sonorisation d’un big band complet, et ce, devant un public de plus de mille personnes !

Eh bien ... pour des raisons de sécurité, nous avions aussi pris avec nous une table de mixage “physique”, mais elle a passé tout son temps dans son flightcase ... qui est d’ailleurs resté fermé ! Voilà qui en dit assez long sur les capacités du DL32R, et sur l’excellente logique de l’ergonomie de l’app Master Fader.

CONSTRUCTION ET FINITION

L’offre globale ne se limite évidemment pas seulement aux fantastiques fonctionnalités du DL32R, mais la qualité de construction de l’appareil a également une influence. Ceci dit, ici aussi, tout se passe bien ! Un appareil de ce genre doit avant tout être prêt à encaisser les “affres de la route”, car de par sa conception, il se retrouvera souvent à côté du - voire sur le - podium, à l’endroit où aurait dû se trouver la ‘stage box’.

Mais le DL32R est construit très solidement, et malgré cette construction, le poids reste assez limité grâce aux dimensions assez modestes, et même placé dans un flightcase avec un router externe, on “porte moins lourd” que quand, voici quelques années, on en était toujours à l’ampli “classique”, de classe B. Quatre petits pieds sont livrés : ils sont destinés à être vissés sous l’appareil. Mais l’option la plus sûre reste de le mettre dans une caisse. Attention, voici un détail d’importance : tous les connecteurs utilisés - et il y en a évidemment un fameux “paquet” ! - sont de marque Neutrik. Cela suggère peut-être des coûts de construction très élevés, et donc, automatiquement, on pense aussi à un ... prix élevé ! N’empêche, cela donne avant tout une très grande confiance. Nous n’avons pas vraiment de bons souvenirs de nos expériences sur la route par rapport à certaines copies XLR chinoises, et par conséquent, nous estimons que la présence de matériel Neutrik est très importante sur un appareil qui compte un grand nombre de connecteurs de ce type ...

QUALITÉ DU SON

La qualité sonore d’une table de mixage est un facteur extrêmement important, et pourtant, il est souvent sous-estimé. De même, dans une configuration digitale, nous estimons qu’il n’est certainement pas question de ne pas vérifier s’il n’y a pas trop de bruit de fond. Mais tout va bien ... une fois encore ! Simplement, nous n’irons pas jusqu’à dire qu’il n’y a absolument aucun bruit propre à l’appareil : nous avons remarqué qu’une bonne structure de gain est très importante pour obtenir un son “propre”, sans bruit gênant. Mais bon, finalement, c’est une chose importante, quelle que soit la table de mixage. Les pré-amplis utilisés (Onyx+) avaient l’air d’être très sensibles. Certains canaux reçoivent, même réglés sur un gain minimum, un peu de signal en continu, ce que montrent les écrans de l’iPad sans contestation possible. Cela ne s’entend pratiquement pas, à moins que votre ouïe ne soit “branchée” là-dessus ! Ceci dit, attention: qu’un préampli soit sensible ne veut pas dire qu’il n’est pas bon, bien au contraire !

Ces petits préamplis Onyx+ méritent franchement la dénomination “haute qualité” !

Par ailleurs, on peut gérer toute la structure du gain depuis l’iPad, ce qui est logique, puisque l’appareil lui-même ne comporte pas de boutons physiques. Il va bien entendu de soi que le gain des Onyx+ soit mémorisable et qu’il soit réglable à distance, comme c’est déjà le cas actuellement sur nombre d ‘autre tables de mixage digitales. Il s’agit donc d’un réglage de gain analogique qui est piloté digitalement. Et cela fonctionne très bien, sans que l’on puisse entendre de bruits parasites lors des réglages.

Mais il y a plus : chaque canal dispose en plus d’un réglage de ‘trim’ qui, après la conversion A-D (donc sous format digital), permet un réglage de l’amplification de ce canal (photo 3). Avec un peu d’exercice, on arrive grâce à cela, quelles que soient les circonstances, à construire une structure de gain qui produit très peu de bruit de fond.

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

Mackie DL32R Maar er is nog meer: elk kanaal beschikt ook nog over een ‘trim’ instelling, die nà de AD-convertor (dus in het digitale domein) eveneens een bijregeling van de versterking in het kanaal mogelijk maakt (foto 3). Als je even oefent, kan je hiermee toch echt onder zowat alle omstandigheden een gain structuur opbouwen die een zeer ruisarme tafel oplevert.

Dat lijkt ingewikkeld, maar wij hebben uitgebreide testen gedaan met de gain, waarbij die trim gewoon op ‘0 dB’ bleef, en ook dan hadden we geen probleem.

Verder klinkt alles zoals het moet klinken. Een mengtafel is natuurlijk geen luidspreker, maar we doelen dan vooral op de geluidskwaliteit van de processing. De compressors, de gates… Stuk voor stuk echt bruikbare dingen! Dat wil zeggen: intuïtief te bedienen, en je hoort ook daadwerkelijk resultaat. Ook mensen die (nog) niet zo vertrouwd zijn met het fijn tunen van compressors en gates, gaan hier dankzij de uitgebreide presets gestimuleerd worden om toch maar met die ‘dingen’ te gaan werken, en dat scheelt toch soms een slok op de borrel m.b.t. de gecreëerde ‘sound’. De presets zijn echt goed uitgekiend, en je kan ook direct op het scherm nog alle mogelijke aanpassingen doen, zodat je de presets eigenlijk als een ‘goede startinstelling’ kan bekijken.

BUDGET

Wil je graag eigenaar worden van een DL32R? Dan dien je 2149 Euro (adviesprijs inclusief BTW) neer te tellen. Een koopje voor een dergelijk product! De Master Fader app is zoals gezegd volledig gratis. De bijkomende kosten om de mixer in gebruik te nemen (een wifirouter en eventueel een iPad van de huidige generatie) moet je natuurlijk ook in het totale kostenplaatje opnemen, maar zelfs dan blijft de prijs in onze ogen meer dan verantwoord! Heel wat lager dan we hadden ingeschat tijdens de test, trouwens…

BESLUIT

Wel, we zijn stevig onder de indruk moet ik zeggen! De DL32R is echt zo’n speeltje dat je in huis moét hebben, vinden we. Het is een bijzonder handig ding, met tal van mogelijkheden, maar met een opmerkelijk intuïtieve en ‘logische’ bediening. De bouwkwaliteit is uitstekend, de gebruikte componenten zijn top, de kwaliteit van bijvoorbeeld de ingebouwde compressors is ongetwijfeld het vermelden waard en de prijs die er tegenover staat valt beter mee dan verwacht.

Misschien komen we hier en daar eens een functie tegen waarbij we ons afvragen of ze echt noodzakelijk is, terwijl we op andere momenten misschien bepaalde dingen missen, maar als we naar het totaalpakket kijken, denk ik dat zowat iedereen snel voor de DL32R zal warm lopen. Zelf werken we bijvoorbeeld met een aantal digitale mengtafels van vooraanstaande merken, naast een heel leger van ‘good old’ analoge tafels van sublieme kwaliteit, maar toch blijkt de DL32R iets ‘speciaals’ te hebben. Zo speciaal dat we ons meteen een exemplaar hebben aangeschaft! Is dat geen mooi statement om mee af te ronden?!

PSL

LIVE SOUND & PA Cela paraît compliqué, mais nous nous sommes livrés à des tests approfondis par rapport au gain où le ‘trim’ restait sur ‘0 dB’, et dans ce cas également, nous n’avions aucun problème.

A part cela, le son fonctionne comme il doit le faire. Naturellement, une table de mixage n’est pas un haut-parleur, mais nous faisons ici surtout allusion à la qualité sonore du processing. Les compresseurs, les ‘gates’ ... Tous les élements présents sont des outils utiles ! Ce qui veut dire : on travaille de façon intuitive, et on entend effectivement les résultats.

Même ceux qui ne sont pas (encore) à l’aise avec les réglages fins des compresseurs et des gates seront stimulés, grâce aux nombreuses présélections, pour faire fonctionner ces “trucs”. Et cela occasionne quand même parfois un “plus” par rapport au son créé. Les présélections sont particulièrement bien étudiées, et on peut également opérer tous les changements disponibles sur l’écran, de sorte que ces présélections peuvent être considérées comme de bons “points de départ”.

PRIX

Aimeriez-vous acheter un DL32R ? Si oui, il vous faudra débourser pour cela 2.149 euros, ceci étant un prix conseillé TVA comprise. C’est vraiment une affaire pour un tel produit ! Et comme cela a déjà été dit, l’app Master Fader est totalement gratuit. Les coûts attenants (un router wifi et éventuellement un iPad de facture récente) pour rendre ce mixer opérationnel doivent évidemment être pris en considération dans la facture globale, mais même en tenant compte de cela, selon nous, un tel prix reste plus que raisonnable ! Et en tout cas, nettement plus bas que celui que nous avions imaginé pendant le test ...

CONCLUSION

Eh bien ... il faut admettre que nous sommes vraiment impressionnés ! Nous trouvons que le DL32R est le genre de “jouet” qu’il faut absolument avoir avec soi : c’est un appareil des plus pratiques, avec des kyrielles de possibilités, mais dont l’utilisation est aussi intuitive que logique. La qualité de la construction est impeccable, et les composants utilisés, c’est le “top” ! A titre d’exemple, la qualité des compresseurs intégrés mérite d’être mise en exergue. Quant au prix, il est plus avantageux que prévu.

Peut-être avons-nous rencontré, de ci, de là, l’une ou l’autre fonction dont on se demande si elle est vraiment nécessaire, alors qu’à d’autres moments, certaines fonctions sont absentes, mais quand on prend l’offre dans son ensemble, nous pensons que pratiquement tout le monde serait prêt à beaucoup de choses pour posséder un DL32R ! Nous-mêmes, nous travaillons avec un certain nombre de tables de mixage digitales de marques de tout premier ordre, avec en plus une flopée de “bons vieux” mixers analogiques d’excellente qualité, mais malgré tout, le DL32R semble avoir un “quelque chose” de spécial. Tellement spécial, d’ailleurs, que nous nous en sommes offert un exemplaire immédiatement ! N’est-ce pas là la meilleure conclusion pour terminer ce banc d’essai ?

PSL

pro • Concept en uitwerking • Intuïtieve app • Kwaliteit van de ingebouwde dynamics • Prijs • Heel leuk speelgoed!!!

contra • Werkt alleen met ‘echte’ en actuele iPad

• La conception et l’exécution • L’app, très intuitif • La qualité des outils intégrés de dynamique • Le prix • Quel splendide jouet!

• Ne fonctionne qu’avec un “vrai” iPad

PRO SOUND & LIGHT 2015/02

www.meetmusic.com

17

Stanton STR8.150

DJ GEAR

Stanton STR8.150 TURNTABLE

ANDY “DJ ND” VERCAUTEREN

Vinyladepten hebben reden tot glimlachen. Ruim een jaar geleden hebben de meeste grote merken hun gamma uitgebreid met nieuwe draaitafels, voorzien van de recentste technologieën.

Dat komt ongetwijfeld omdat, ondanks het succes van controllers en andere cdspelers in de wereld van de digitale dj, het verhaal van vinyl toch nog lang niet uitverteld is. Ondanks dj-wedstrijden of festivals waar we vaak software als dj of Traktor zien, heeft vinyl zijn plaatsje toch opnieuw weten te veroveren.

Bij Stanton is vinyl echter nooit weggeweest. Draaitafels hebben altijd een prominente plaats gehad in de productenwaaier van dit merk. Ziehier de STR8 150, een high-end draaitafel met rechte arm - één van de “Rolls Royces” uit het Stanton gamma, die we hier aan u gaan voorstellen.

Les inconditionnels du vinyle ont le sourire aux lèvres. Depuis un peu plus d’un an maintenant, la plupart des grandes marques dj ont étoffé (ou ré-étoffé) leurs gammes de produits en y ajoutant de «nouvelles» platines vinyle à la technologie revue. Car incontestablement, malgré le succès des contrôleurs et autres platines CD, la platine vynil n’a pas fini de faire parler d’elle dans le monde moderne du « digital djing ». Des compétions dj aux soirées ou festivals, en association avec les logiciels tels que Serato dj ou Traktor, le vinyle a su se (re)faire une place.

Chez Stanton, on est en bien conscient. La platine vinyle a d’ailleurs toujours gardé une place prépondérante dans l’éventail de produits de la marque. En témoigne la STR8 150, une platine haut de gamme au bras droit. L’une des Rolls Royces de la gamme Stanton et que nous vous présentons aujourd’hui.

DESIGN EN ERGONOMIE

DESIGN ET ERGONOMIE

Robuust is het eerste woord dat in me opkomt bij het uitpakken van deze Stanton Str8 150. Hij weegt maar liefst 18 kg! Dat zorgt er ongetwijfeld voor dat hij beter bestand is tegen trillingen van bassen, maar het bemoeilijkt wel enigzins het transport.

Het zware plateau, zijn statige uiterlijk, zijn toonarm waarvan test heeft uitgewezen dat de naald niet verspringt… al deze elementen verzekeren de betrouwbaarheid van het product. We zien geen plastic, maar wel een versterkt stalen frame, mechanische isolatie om “rumble” te voorkomen, een zware arm voor een betere grip op het vinyl. We zitten zonder enige twijfel in het hogere gamma.

Vanuit ergonomisch oogpunt is het ontwerp van de draaitafel goed ele doordacht, zonder franjes. We vinden enkel de essentifuncties terug, puur voor het plezier van de gebruiker.

Er is niet veel uitleg nodig. Dit is helemaal plug and play.

Robuste est le premier mot qui vient à l’esprit en déballant la Stanton STR8 150.

Car la platine pèse tout de même 18kg… Une particularité qui permet sans doute une meilleure résistance aux retours de basse mais qui a tout de même aussi son impact sur la facilité de transport. Cependant, avec son plateau lourd, son allure cossue et son bras de lecture droit à l’épreuve des sauts d’aiguilles, le STR8 150 rassure immédiatement sur la fiabilité du produit. Pas de plastique, châssis en acier renforcé, isolation mécanique pour éviter le «rumble», bras droit lourd pour une meilleure accroche au vinyle: incontestablement, on est bien dans le haut de gamme.

Du point de vue ergonomique, le design de la platine est bien pensé, sans fioritures. L’essentiel des fonctionnalités s’y trouvent pour le plus grand plaisir des utilisateurs. Pas besoin de grandes explications, l’évidence saute aux yeux, on est dans le plug and play.

CARACTÉRISTIQUES

KENMERKEN

• Un des couples moteur les plus puissant du marché (>4,5 kgf-cm) • Châssis lourd en acier renforcé ultra résistant (Poids: 18 kg) • Plateau redessiné en aluminium • Nouveau bras procurant une grande précision et stabilité • Vitesse Arrêt/Démarrage ajustable. Fonction REVERSE et MOTOROFF • Sortie numérique au format S/ PDIF, se connecte directement à la carte son de votre ordinateur ou à un CD-R • Sortie commutable (Phono/ligne) • Fonction Key correction: change la vitesse du tempo sans altérer la tonalité.

• Deux commutateurs START/STOP pour une installation standard ou “hip-hop“ • Pitch ajustable (+/- 8%, +/- 25%, +/- 50%) • Verrouillage par Quartz et Target Light (tige rétractable rétro éclairée) • Hauteur du bras et des pieds réglables • Trois vitesses disponibles : 78/45/33 tr/mn • Livrée avec câble, feutrine et cellule 680 montée sur porte cellule H4-S (STR8.150) • Poids : 18 kg

• het motorkoppel is één van de krachtigste op de markt (>4,5 kgfcm) • zwaar metalen versterkt chassis (gewicht: 18 kg) • hertekend plateau in aluminium • de nieuwe arm verzekert precisie en stabiliteit • instelbare start/ stopsnelheid. Reverseen Motor Off-functies • digitale uitgang S/PDIF, wordt rechtstreeks aangelsoten op de geluidskaart van uw computer of op een CD-R • schakelbare uitgang (phono/line) • Key Correction: hiermee verander je het tempo, zonder dat de toonhoogte wijzigt • twee start-stopschakelaar voor standaardinstallatie of voor “hip hop” • instelbare pitch (+/- 8%, +/- 25 %, +/- 50%) • Lock Quartz en Target Light (uitschuifbare backlite stang) • instelbare hoogte van arm en voeten • drie snelheden: 78/45/33 toeren • geleverd met kabel, vilt en 680 cel, gemonteerd op H4-S (STR8.150) • gewicht: 18 kg

FUNCTIONALITEIT

FONCTIONNALITÉS

Met een motorkoppel van 4,5 kgf-cm, is de STR8 150 uitgerust met één van de krachtigste motoren met drie snelheden (33, 45 en 78 toeren) op de markt. Zowel tijdens het gewone mixen als bij scratchen komt deze power goed van pas bij het lanceren van de plaat. Geen vertraging, en dus geen noodzaak tot anticiperen.

Bij elke manipulatie is het resultaat uitermate precies, een garantie van grootse kwaliteit.

Avec un couple moteur 4.5 Kgf-cm, la STR8 150 est équipée d’un des moteurs 3 vitesses (33, 45 et 78 RPM) les plus puissants du marché. En mix comme en scratch, cette puissance sera appréciée lors des relances du disque. Pas de retards, pas besoin d’anticiper un lancer. A chaque manipulation, le résultat est ultra précis, gage de grande qualité.

Motor

Het frame en het plateau

Het versterkte stalen frame zorgt voor een enorme stabiliteit. Het belangrijkste gevolg daarvan is dat het instrument totaal niet beweegt, zelfs niet bij extreme scratch fases of bij krachtige rewinds. Het aluminium plateau is zeer soepel met het oog op een aangename en vloeiende touché.

De rechte arm

Robuust en in de hoogte regelbaar - de rechte arm van de STR8 150 zorgt voor een goede stabiliteit van de naald. Anders dan de S-arm is de rechte arm beter bestand tegen oscillator-bewegingen van de plaat en zorgt hij dus voor een betere grip van de naald.

De Start/Stop-knop

De start/stop-knop vinden we op twee hoeken van het frame. Dit vergemakkelijkt het gebruik, zowel bij standaardgebruik als in “battle”-modus (wanneer de speler wordt gedraaid met de arm bovenaan, zoals hiphoppers doorgaans verkiezen).

Twee draaiknoppen laten u toe om de start- en stopsnelheid in te stellen. Het is een minder gebruikte functie, maar ze maakt toch leuke effecten mogelijk, vooral bij

18

www.meetmusic.com

Moteur

Le châssis et le plateau

Le châssis en acier renforcé donne énormément de stabilité à la platine. Principale conséquence : l’instrument ne bouge pas, même dans des phases de scratch extrême ou de rewind énergiques. Le plateau en aluminium est très souple pour un toucher agréable et très fluide.

Le bras droit

Robuste et ajustable en hauteur, le bras droit de la STR8 150 permet une grande stabilité de l’aiguille. A l’inverse des bras en S, les bras droits résistent mieux aux mouvements oscillatoires du disque pour une meilleure adhérence de l’aiguille.

Le bouton Start /Stop

Le bouton Start/Stop a été dédoublé aux extrémités de la platine. Ceci facilite l’accès au Start/Stop tant en position dite «standard» qu’en mode «battle» lorsque la platine est retournée, bras vers le haut comme aiment à le faire des dj’s hip hop généralement). Deux molettes permettent d’ajuster la vitesse de démarrage et d’arrêt du plateau. Une fonctionnalité généralement peu utilisée mais qui permet les jeux d’effets surtout en démarrage et sortie de mix, fin de boucle ou même en passe-passe pour les dj’s plus techniques.

PRO SOUND & LIGHT 2015/01

Stanton STR8.150

DJ GEAR

Le pitch

Munie d’un ultra pitch (réglable en ±8%, ±25% et ±50%), la STR8 150 permet de ralentir ou accélérer un beat ou un sample à l’extrême. Cette fonctionnalité sera surtout appréciée par les scratcheurs qui aiment dénaturer la vitesse d’un sample pour en exploiter toute la longueur ou toutes les différentes sonorités qui la com-

begin en einde van de mix, einde van de loop en zelfs, voor wie wat meer techniek in huis heeft, bij beat jungling.

Pitch

Deze Stanton is uitgerust met een “ultra pitch” regelbare toonhoogte (+/- 8%, +/- 25% en +/- 50%). Hiermee kan je een beat of een sample tot in het extreme vertragen of versnellen. Deze functie zal vooral in de smaak vallen van scratchers die ervan houden om de snelheid van een sample te denatureren om zodoende elk moment en elke sonoriteit ervan volledig te benutten. Door z’n grote precisie en stabiliteit, vertoont de pitch ook een zeer grote standvastigheid bij beatmatching.

Nog een bewijs van kwaliteit, die in de smaak zal vallen van dj’s die gek zijn van dit soort mix.

We zouden hier wel kunnen aanmerken dat de Str8 150 over geen gedetailleerde pitchgradatie of een digitale pitch beschikt, die je wel op andere high-end draaitafels vindt.

Reverse

Zoals de naam al doet vermoeden, speel je de plaat achterwaarts, wanneer je deze functie inschakelt. De kracht van deze speler verklaar het quasi ogenblikkelijke omschakelen en de grote consistentie in het achteruit afspelen van een nummer.

Key Lock

Hiermee kun je het afspeeltempo wijzigen, zonder dat de toonhoogte verandert.

Met andere woorden, de Key Lock behoudt de toonhoogte van een stem of een muzieknoot vast, ongeacht de draaisnelheid (variatie in BPM). Een gesmaakte functie, ter aanvulling van de ultra pitch (tot +/- 50%) die een sample of een stem significant verandert. Merk toch wel op dat het overgrote deel van de softwarepakketten (Serato dj of Traktor om er maar twee te noemen) deze functie al jaren hebben. Bij de software is de kwaliteit van de corrector zelfs erkend als referentie.

Bij de Str8 150 is deze optie dus vooral handig voor dj’s die geen laptop gebruiken als aanvulling. De Str8 150 is niet voorzien van functies die je kan gebruiken in combinatie met software als Serato dj (voor het beheer van effecten en loops).

Digitale uitgang

De Str8 150 is uitgerust met een digitale S/PDIF-uitgang om direct aan te sluiten op de geluidskaart van uw computer, een CD-R of en een andere digitale recorder.

Een zeldzamere functie, maar bruikbaar voor het opnemen van samples of songs.

GELUIDSKWALITEIT

Mixen of scratchen, podium of studio… De Str8 150 doet het goed in eender welke omgeving, past bij eender welk profiel, en dit steeds met een geweldige geluidskwaliteit. Door zijn mechanische isolatie, kan hij zowat overal worden geïnstalleerd zonder last te hebben van rumble. Hier knelt bij lager gepositioneerde draaitafels maar al te vaak het schoentje. Dus in dit geval: taak volbracht.

Bovendien zijn de rechte arm en de cel van uitstekende kwaliteit, wat op zich al een indicatie is van de te verwachten lange levensduur van deze speler.

PRIJS/KWALITEITSVERHOUDING

Met een aangekondigde prijs van 550 euro valt de Str8 150 in de prijsklasse van high-end draaitafels. Maar rekening houdend met alle kwaliteiten is deze prijs meer dan gerechtvaardigd.

CONCLUSIE

Met z’n zowel klassieke als moderne karakter, past de Stanton STR8 150 bij alle types van dj’s. Zowel professionals als amateurszullen gecharmeerd zijn door z’n uitgepuurde look, robuust chassis, zeer krachtige motor, ultra pitch en moderne functies zoals de digitale uitgang.

Onder de belangrijkste voordelen noteren we de grote polyvalentie en de goede geluidskwaliteit van deze speler uit de topklasse, die door geen enkele concurrent het schaamrood op de wangen hoeft te krijgen.

Houden we rekening met de doelstelling die Stanton had, bij de ontwikkeling van deze speler - een solide, betrouwbare en precieze draaitafel op de markt brengen voor een goede prijs - dan mogen we stellen dat de weddenschap gewonnen is.

Proficiat Stanton!

posent. Très précis et stable, le pitch fait preuve d’une grande constance lors du beatmatching ou de longue durée. Un autre gage de qualité qui sera apprécié par les dj’s qui affectionnent ce type de mix.

Plus globalement, on pourrait reprocher à la STR8 150 l’absence de gradation détaillée sur le pitch ou l’absence de pitch digital que l’on retrouve sur les platines haut de gamme d’autres marques.

L’option reverse

Comme son nom l’indique, l’option “reverse” permet, dès l’enclenchement du bouton “reverse”, de faire tourner le plateau dans le sens inverse des aiguilles d’une montre. La puissance du plateau explique le switch quasiment instantané et une grande constance dans la lecture inversée d’un morceau.

L’option «Key lock»

Cette option permet de changer la vitesse du tempo sans altérer la tonalité. En d’autres termes, le «Key lock» maintient la hauteur d’une voix ou d’une note et ce quelle que soit la vitesse de rotation de la platine (variation de BPM). Une option appréciée en complément de l’ultra pitch (jusqu’à +/- 50%) qui altère considérablement un sample ou une voix jouée. Notons toutefois que la plupart des logiciels de djing digital (tels que Serato dj ou Traktor pour ne citer que les plus répandus) offrent cette option depuis plusieurs années. Sur ces logiciels, la qualité du correcteur est même reconnue sur la scène comme une référence. Sur la STR8 150, cette option sera donc essentiellement utile aux dj’s qui n’utilisent pas de laptop avec logiciel dj en complément. La STR8 150 n’est pas non plus munie de fonctionnalités compatibles avec des logiciels tels que Serato Dj (pour la gestion des effets ou des boucles notamment).

La sortie numérique

La STR8 150 est munie d’une sortie numérique au format S/PDIF pour une connexion directe à la carte son de votre ordinateur, à un CD-R ou à tout autre enregistreur numérique. Une fonctionnalité plus rare et qui peut s’avérer utile pour l’enregistrement de samples ou de morceaux.

QUALITÉ SONORE

Mix ou scratch, studio ou scène, le STR8 150 est un tout terrain, tout profil avec une grande qualité sonore. Grâce à sa bonne isolation mécanique, la platine peut être installée pratiquement n’importe où sans souffrir des retours de basses communément appelé «rumble». C’est souvent là que le bât blesse avec les platines de début de gamme. Or, dans ce cas-ci, le défi est relevé haut la main.

Bien plus encore, le bras droit et la boucle de connexion à l’aiguille sont d’excellente qualité ce qui, à ce stade-ci, est déjà un excellent indicateur pour la longévité de la platine.

RAPPORT QUALITÉ/PRIX

Pour un prix annoncé de 550 euros, la STR8 150 se trouve dans la fourchette de prix des platines haut de gamme. Tenant compte de sa fiabilité et de sa qualité sonore, le rapport qualité prix reste tout à fait correct.

CONCLUSION

A la fois classique et moderne, la STR8 150 de Stanton convient à tous les types de dj’s. Professionnels ou amateurs seront charmés par son look épuré, son châssis robuste, son moteur très puissant, son ultra pitch et ses fonctionnalités modernes comme sa sortie numérique.

Parmi les principaux atouts de la STR8 150, on notera la grande polyvalence et la qualité sonore de cette platine haut de gamme qui n’a pas à rougir des fioritures de la concurrence.

Il faut garder à l’esprit le scope et les intentions de Stanton: mettre sur le marché une platine solide, fiable, et précise pour un bon prix. En ce sens, le pari est gagné.

Bravo Stanton!

PSL

PSL

pro • geluidskwaliteit • motor met zeer krachtig koppel • versterkt stalen frame • soepel aluminium plateau • rechte arm voor betere grip van de naald

• Qualité sonore • Moteur avec couple très puissant • Châssis en acier renforcé • Plateau souple en aluminium • Bras droit pour une

contra • gewicht: 18 kg • geen pitchgradatie

20

• Poids : 18 kg • Absence de gradation sur le pitch

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2015/01

Showtec Infinity iS-200

LIGHT GEAR

Infinity (by Showtec) iS-200 MOVING HEAD

CONSTRUCTIE

De bouw van van deze Infinity IS-200 is gelijkaardig aan die van de IB2R die we in een vorige editie hebben getest, al is deze IS-200 een beetje kleiner. En de lens is een beetje groter. Ze heeft bijna dezelfde diameter als de kop en die breedte wordt over de gehele lengte aangehouden. We moeten er wel bij vermelden dat beide toestellen niet voor hetzelfde gebruikt worden.

De IS-200 is een led moving head van 200 watt. Ze heeft twee wielen met elk zeven kleuren plus wit en met zeven roterende gobo’s met snelheidsregeling en “shake”-functie. Verder is er ook nog een tweede wiel met acht vaste gobo’s. De IS-200 heeft ook een 3-facetprisma met rotatie- en snelheidsfuncties. Op het vlak van de snelheid moeten ze niet verlegen zijn t.o.v. de concurrentie. De focus is gemotoriseerd, de dimmer is digitaal. Deze dimmer heeft een eerder originele vorm. Wanneer hij actief is, kunnen we de vorm van een kaakgewricht onderscheiden. Ik heb veel plezier beleefd aan de combinatie met verschillende prisma’s. Ik weet niet of dit effect bewust zo bedacht is, maar het werkt wel! De lier en de kop kan panoramisch 540° bewegen en verticaal 270°. Dit alles aan een best wel indrukwekkende snelheid. Je kan het toestel met zijn automatische functie gebruiken of als slave bedienen. Dit type toestellen komt pas helemaal tot zijn recht wanneer je ze bestuurt via DMX. En dit in 18- of 21-kanalenmodus, naargelang uw behoefte of de beschikbare kanalen op uw DMX-lijn.

De IS-200 is geoptimaliseerd voor een snelle installatie en werking.

Een voorbeeld: er wordt een batterij meegeleverd om het toestel alvast in te stellen nog voor het op het elektriciteitsnet is aangesloten.

Ik had deze functie in het verleden alleen nog maar op heel dure modellen gezien. Nog een handigheidje: de positiesensor. Deze past de leesrichting van het scherm automatisch aan, naargelang de houding. Uiteraard is het toestel ook voorzien van een bevestigingssysteem voor meerdere posities. Tot slot twee kleine minpuntjes. De

PRO SOUND & LIGHT 2015/01

KEVIN “ALF” JASPAR

CONSTRUCTION

De construction similaire à l’Infinity IB-2R que nous avons testé dans une édition précédente, celui ci est un peut plus petit. Sa lentille est également plus large.

Elle a un diamètre presque équivalent que à celui de la tête et son faisceau aura ce diamètre sur la totalité de sa longueur. Il faut dire qu’il n’a pas du tous la même utilisation. Il s’agit là d’une lyre à leds de 200 watts. Elle possède 2 roues de 7 couleurs chaque une, plus le blanc. Une de 7 gobos rotatifs avec règlage de la vitesse et fonction « Shake». Ainsi qu’une seconde avec 8 gobos fixes. L’IS-200 possède également un prism à 3 facettes avec fonctions rotation et speed. La vitesse de toutes ces roues n’ont rien à envier à des marques concurrentes. Son focus est motorisé et son dimmer numérique. Son dimmer a une forme plus originale. On peut distinguer sa forme de mâchoire quand on l’active, je me suis beaucoup amusé à le combiner avec les prisms. Je ne sais pas si cet effet est voulu, mais en tous les cas il est efficace. Sa lyre et sa tête peuvent effectuer un déplacement panoramique de 540° et vertical de 270° à une vitesse plutôt impressionnante. Elle peut fonctionner automatiquement ou en esclave. Mais c’est le genre de machine qui prend tous son sens une fois pilotée en dmx. En Mode 18 ou 21 canaux, suivant vos exigence de précision ou des canaux disponible sur votre ligne DMX. L’IS-200 est optimisé pour un travail et un installation rapide. Par exemple elle est pourvue d’une batterie qui permet l’assignation et le paramétrage de la machine alors qu’elle n est pas encore connectée au réseaux électrique. J’avais déja vu cette fonction sur d’autres modèles par le passé, mais uniquement sur des modèles très coûteux. Pratique également, le capteur de position. Qui ajuste le sens de lecture de l’écran suivant qu elles aient la tête en l’air ou en bas. Et enfin, elle est évidement pourvue d’un système d’accroche permettant de plusieurs position enfin d’éviter les barres de renforts d’une structure par exemple.

OUTPUT

L’IS-200 produit un faisceau concentré d’une puissance assez impressionnante. Il faudra être vigilant car à courte portée le centre du faisceau dégage vraiment beaucoup de chaleur. J’ai fait l’expérience pour vous. A 1 mètre, cela devient très désagréable au bout de quelques minutes. La combinaison des deux

www.meetmusic.com

21

LIGHT GEAR

Showtec Infinity iS-200

behuizing is enkel met schroeven te openen en niet met clips (maar dat is slechts een detail). Verder kun je toch echt wel de ventilator horen, maar dit type toestellen is voornamelijk bedoeld voor gebruik op evenementen waar we met een hoog geluidsniveau te maken hebben. Denk maar aan fuiven, festival, concerten, enzovoort. En dan speelt dit niet.

OUTPUT

De IS-200 produceert een geconcentreerde straal van een ronduit indrukwekkend vermogen. We moeten voorzichtig zijn, want op korte afstand is hij best wel warm. Ik heb dat even getest. Op een meter afstand werd het na enkele minuten echt ongemakkelijk.

De combinatie van de twee kleurwielen zorgt voor een breed spectrum.

Dat gaat van erg verzadigde kleuren tot pastelachtige tinten. Het is heel leuk om de twee gobowielen samen te gebruiken. Psychedelische effecten verzekerd!

HANDLEIDING EN ACCESSOIRES

Het toestel komt in een kartonnen doos met een in de vorm gegoten bescherming. Verder vinden we in de doos ook nog de handleiding, de voeding en de bevestigingsbeugels.

PRIJS

Voor de prijs van 2.149 (excl. BTW) is de Infinity IS-200 van u. Dit is een heel bedrag, maar toch een pak goedkoper dan bij concurrerende merken. Hou er ook rekening mee dat dit een toestel is dat slechts een zeer kleine oppervlakte bestrijkt. Je hebt er dus al verschillende nodig om een zeker effect te krijgen.

pro • luminosité • vitesse • consommation • prix

• lichtopbrengst • snelheid • stroomverbruik • prijs

contra • geluid van de ventilatoren • warmteontwikkeling

• bruit • chaleur

roues de couleurs permet une palette très large. Allant des couleurs fortes au plus pastelles. J’ai pris beaucoup de plaisir à superpositionner les deux roues de gobo. Mélangé à des rotations de prims effets psychédéliques assurés !!!

MANUEL & ACCESSOIRES

Elle est livrées dans une boites en carton avec son renfort de frigolite moulée à leurs formes. Dans cette boite vous y trouverez, leurs manuels, leurs alimentations powercon. Ainsi que les pattes de fixations pour les crochets dont nous parlions ici plus haut.

BUDGET

Pour la somme de 2.149 euro ex BTW pour l’Infinity IS-200, c’est machine seront à vous. C’est déjà un certain prix, mais beaucoup moins cher que les équi-

CONCLUSIE

Dit is een kwaliteitstoestel dat niet moet onderdoen voor de vaak veel duurdere heads bij de concurrentie. Ik heb de test uitgevoerd met een console van Chamsys (het apparaat was beschikbaar op hun website, wat trouwens voor de meeste toestellen het geval is) en ik was meteen on der de indruk van het reactievermogen en de snelheid.

Het is niet verwonderlijk dat ons besluit paralel is aan dat van de eerder geteste IB-2R: prestaties, bouw en afwerking staan op het niveau van veel duurdere producten. Wanneer je niet in de allerstilste omgevingen moet werken, zal deze Infinity IS-200 fantastische diensten bewijzen.

PSL

valents des marques concurrentes. Noté que c’est une machine qui couvre un très petite surface, il en faudra donc un certain nombre pour que l’effet soit optimal.

CONCLUSION

Il s’agit ici d’une machine de qualité qui n’a pas grand chose à envié au autre marque plus cher.

Malheureusement les capots qui s’ouvrent avec des vises et non avec des clips ( un détails). Elle est assez bruyante, mais c’est le type de machines que l’on utilisera sur des événements ou le niveau sonore sera élevé. Soirée dansante, festival rock ou electro ect . Pour ma part j’ai fait ce test à l’aide d’une console « Chamsys » , la device était disponible sur leurs site (c’est le cas pour la majorité des autres consoles). J’ai été plutôt bluffé par sa réactivité et sa vitesse de déplacement.

Ce n’est pas un hasard si notre conclusion va dans le même sens que celle qui terminait notre précédent test sur l’IB-2R : les possibilités, la construction et la finition correspondent à un niveau de produits nettement plus chers. A condition de ne pas devoir travailler dans un environnement exempt du moindre bruit, ‘cette’ Infinity IS-200 est à même de rendre des services extraordinaires.

PSL

22

www.meetmusic.com

PRO SOUND & LIGHT 2015/01

Cameo Flat Pro Spotix 7 & 4, SB8.5 Cymatic Audio uRemote-app D.A.S. Audio Vantec Series

HILITES

Hilites

NAMM 2015

Op het ogenblik dat onze drukker aan de slag is met onze files, is NAMM 2015 aan de gang. Je zal daarom geen groot verslag in deze editie vinden. Toch kunnen we al enkele markante zaken melden.

CAMEO

Twee nieuwe vlakke PARs met RGB kleur mixing voor professioneel gebruik: de Flat Pro Spotix 7 en Flat Pro Spotix 4 zijn respectievelijk uitgerust met 7 en 4 COB LEDs van elk 30 watt. Beide hebben een stralingshoek van 30° en laten pixel-mapping effects toe. De 7 produceert een lichtopbrengst van 7000 lux, de 4 levert 3800 lux.

De SB8.5 is dan weer een professionele splitter en booster van 19” (1 unit) formaat om DMX netwerken te configueren en kan direct aan een DMX console of DMX toestellen gekoppeld worden. Hij versterkt het DMX ingangssignaal en dirstibueert het naar 8 electrisch geïsoleerde uitgangen achteraan met LED monitoring in het front. www.adamhall.com

CYMATIC AUDIO

De uTrack 24 krijgt een wireless remote control, uRemote-App, voor besturing van alle functies vanuit je handpalm: grote transport toestesen, gebruiksvriendelijke monitor mixer en accurate meter bar. Er zal file browsing mogelijkheid zijn, om makkelijk te navigeren doorheen de inhoud van de uTrack 24. De uRemote-App wordt beschikbaar voor zowel iOS als Android tablets, maar ook voor je OSX en Windows computer. www.cymaticaudio.com

D.A.S. AUDIO

De Vantec Series zijn een gamma van portabele PA-speakers en bevat 4 modellen, in zowel actieve als passieve configuratie: 12” en 15” versterkte tweeweg systemen, een 15” versterkt drieweg systeem dat gebruikt maakt van een “dualband” configuratie, en een enkelvoudige 18” versterkte subwoofer. Deze kasten bevatten de nieuwe “F” Series luidprekers en M-28 compression driver van D.A.S., met verbeterde prestatie en betrouwbaarheid. Zoals dat bij D.A.S. gebruikelijk is, ter verzekering van een robuuste constructie, worden de kasten vervaardigd uit berken multiplex en afgewerkt met de duurzame ISO-flex coating. www.dasaudio.com

Sennheiser D1

SENNHEISER

Met D1 brengt Sennheiser een compleet gamma van eenvoudig te gebruiken digitale draadloze microfoonsystemen voor zowel vocals als instrumenten, die opereren in de wereldwijd licentie-vrije 2,4 GHz band..

Zenders en ontvangers koppelen automatisch en kiezen geschikte zendfrequenties, terwijl meerdere D1 systemen zichzelf automatisch coördineren. Dit lijkt ons een zeer belangrijke lancering. Gebruiksgemak en zorgenvrije toepassing stonden duidelijk voorop. En dit uiteraard gecombineerd met de compromisloze audio kwaliteit, die we van Sennheizer kennen. Onze testexemplaren zijn reeds besteld! www.sennheiser-d1.com Nog ophefmakend nieuws: Sennheiser en Apogee gaan samenwerken. Beide firma’s onderstreepten dat hun gamma’s mekaar perfect aanvullen. Voor meer concrete details zullen we echter nog wat geduld moeten uitoefenen.

Tascam DR-70D

TASCAM

De VL-S5 is een nieuwe studio monitor van Tascam, bedoeld voor de home studios. Hij functioneert perfect in combinatie met audio interfaces zoals de UX-2x2 en de US-4x4, en bevat een Kevlar woofer en 1” zijden dome tweeter. Elk van deze componenten wordt door een afzonderlijke versterker gevoed - 40W voor het laag en 30W voor het hoog. De crossover frequentie van 3,2kHz houdt fase-kwesties weg van het critische middengebied.

De monitor produceert een gelijkmatige frequentieweergave tussen 60 Hz en 22 kHz. De gebalanceerde XLR/ TRS input reduceert ruis en is voorzien op professionele componenten. Dankzij de magnetische afscherming kan hij veilig geplaatst worden in de buurt van computers en video monitors. Het is Tascam’s bedoeling om deze monitor aan een betaalbare prijs aan te bieden.

Tascam kondigt tevens een belangrijk update aan van de DR-680 MKII 8-track field recorder, met het integreren van een reeks door gebruikers gevraagde functies: registratie op SDXC medium (naast SD en SDHC), verbeterde voorversterkers, dual recording functie die het mogelijk maakt om gelijktijdig twee files met verschillende niveaus op te nemen, accepteert nu ook lithium batterijen (naast alkaline en NiMH) en een langere operatietijd dankzij een zuiniger gebruik van de batterijen. www.tascam.eu PSL

24

www.meetmusic.com

NAMM 2015

Au moment même où notre imprimeur est occupé à imprimer nos lignes, le NAMM Show 2015 est en cours. C’est pourquoi vous n’aurez pas beaucoup d’échos à ce sujet dans cette édition. Néanmoins, nous pouvons déjà vous signaler quelques nouveautés d’importance.

CAMEO

Voici deux nouveaux spots de type PAR, avec mélange des couleurs RGB, pour usage professionnel : le Flat Pro Spotix 7 et le Flat Pro Spotix 4 sont, respectivement, équipés de 7 et de 4 LED COB, chacune de 30 watts. Tous deux ont un angle de dispersion de 30°, et ils permettent de se livrer à des effets de ‘pixel-mapping’. Le modèle 7 produit une puissance lumineuse de 7.000 lux, et le 4, de 3.800 lux.

Quant au SB8.5, il s’agit d’un splitter et booster professionnel de 19” (d’une unité) destiné à configurer des réseaux DMX. Il peut être directement connecté à une console DMX ou être raccordé à des appareils DMX. L’appareil amplifie le signal DMX d’entrée, et il le redistribue vers huit sorties électriquement isolées. Ces dernières sont en face arrière, tandis qu’un monitoring via LED étant situé en face avant. www.adamhall.com

CYMATIC AUDIO

L’uTrack 24 bénéficie d’une télécommande sans fil, uRemote-App. Elle permet de piloter toutes les fonctions depuis la paume de votre main : grosses touches de transport, mixage des moniteurs très convivial, et VU-mètre très précis. Le ‘file browsing’ sera possible afin de naviguer facilement et partout dans les “méandres” du contenu de l’uTrack 24.

L’app uRemote est disponible tant pour les tablettes iOS qu’Android, mais également pour les ordinateurs, tant OSX que Windows. www.cymaticaudio.com

D.A.S. AUDIO

La série Vantec est une gamme de haut-parleurs portables de sonorisation, et elle se compose de quatre modèles, tant en versions actives que passives : deux systèmes amplifiés à deux voies (12” et 15”), un système amplifié à trois voies qui fait appel à une configuration ‘dual band’, et enfin, un simple subwoofer de 18”, également amplifié.

Ces enceintes abritent la nouvelle série de haut-parleurs “F” et les moteurs à compression M-28 de D.A.S. : tout cela garantit de meilleurs résultats et une fiabilité accrue.

Comme c’est l’habitude chez D.A.S., afin de garantir une construction particulièrement robuste, les enceintes sont exécutées en multiplex de bouleau et leur finition consiste en de l’ISO-flex, un revêtement durable. www.dasaudio.com

SENNHEISER

Sennheiser lance ses produits D1 : il s’agit d’une gamme complète de systèmes digitaux de micros sans fil, faciles à utiliser, tant pour les vocaux que pour les instruments. Ces systèmes opèrent sur la bande des 2,4 GHz, utilisable sans licence dans le monde entier. Emetteurs et récepteurs se raccordent automatiquement entre eux, ils choisissent les fréquences d’émission adéquates, et qui plus est, plusieurs systèmes D1 utilisés ensemble se coordonnent automatiquement ! Cela nous paraît être un apport très important dans ce segment du marché : en effet, la facilité d’emploi et les adaptations automatiques sont résolument mises en avant. Et bien entendu, cela s’ajoute à la qualité audio sans compromis, qualité pour laquelle Sennheiser est bien connu. Nous avons déjà demandé des exemplaires pour les tester ! www. sennheiser-d1.com Et voici encore une nouvelle retentissante: Sennheiser et Apogee vont travailler ensemble. Les deux firmes ont souligné le fait que leurs gammes de produits se complétaient parfaitement l’une l’autre. Pour avoir des détails plus concrets, nous devrons donc faire preuve d’encore un peu de patience...

TASCAM

Le VL-S5 est un nouveau moniteur de studio de Tascam qui est destiné aux ‘home studios’. Il fonctionne à la perfection quand on l’associe à des interfaces audio tels que UX-2x2 et US-4x4. Il est équipé d’un woofer en Kevlar et d’un tweeter à dôme d’1” en soie.

Chacun de ces composants est alimenté par un ampli séparé : 40 watts pour les basses et 30 watts pour les aiguës. La fréquence de coupure, située à 3,2 kHz, évite les problèmes de phases, critiques dans le registre médium. Ce moniteur produit une restitution équilibrée des fréquences situées entre 60 Hz et 22 kHz. L’entrée symétrique (XLR/TRS) réduit le bruit de fond et est équipée de composants professionnels. Grâce à sa protection magnétique, on peut le placer sans problème à proximité d’ordinateurs et de moniteurs vidéos. L’un des objectifs de Tascam est de proposer ce moniteur à un prix abordable.

Tascam annonce également une mise à jour importante pour son ‘DR-680 MKII 8-track field recorder’, avec l’intégration d’une série de fonctions demandées par les utilisateurs : enregistrement sur support SDXC (en plus des supports SD et SDHC); préamplis améliorés ; fonction ‘dual recording’, qui permet d’enregistrer simultanément deux fichiers à des niveaux différents ; possibilité d’accepter à présent aussi des piles au lithium (en plus des alcalines et des NiMH) ; et enfin, une durée de fonctionnement plus longue grâce à une utilisation plus économe des piles. www. tascam.eu PSL

PRO SOUND & LIGHT 2015/01

MEET MUSIC MAGAZINE - AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

28e jaargang - Februari 2015 28ième année - Février 2015

MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Nr.314 DV Mark

Jazz 12

Palmer

Pedalbay 60

Ibanez

SRKP4-WK

Mapex Armory

LTD

Ron Wood 3TSB Yamaha

CP4

INHOUD - SOMMAIRE 4

GUITAR LTD Ron Wood 3TSB

14

8

electric guitar ............................................................ 4 DV Mark Jazz 12 combo guitar amplifier.............................................. 8 Palmer Pedalbay 60 pedalboard .............................................................. 12

12

BASS Ibanez Soundgear SRKP4-WK

17

bass guitar with build in Kaoss Pad ....................... 14

DRUMS & PERCUSSION Mapex Armory

acoustic drums ....................................................... 17

KEYBOARD INSTRUMENTS Yamaha CP4 20

stage piano ............................................................... 20

HILITES ............................................................. 24 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.

La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen

Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Dennis Boxem Diederik Van Lembergen Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Michel Van den Bosch

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

PRO SOUND & LIGHT

Adam Hall ...................... 9

K18 .............................. 11

Beglec.......................... 23

Prolight+Sound .............. 9

Alhambra ..................... 15

Musikmesse................... 7

BMI .............................. 19

RSL.............................. 17

EMP ............................. 12

Piano’s Maene ............. 23

Heremans AV .............. 17

Sound 7 ....................... 17

Fentex.......................... 19

Sound Service/Zoom........ 5

Highlite Int./DAP-Audio ....15

Teac/Tascam.................. 5

Hoshino ....................... 13

Sound Service/Sakae ..... 18

Highlite Int./Infinity ..............2

Teac/ART ....................... 6

Kawai ........................... 21

Voerman ........................ 2

Lean’s .................................13

Viladco ......................... 11

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

www.meetmusic.com

3

LTD Ron Wood 3TSB

GUITAR

LTD Ron Wood 3TSB ELECTRIC GUITAR

TIM VAN ROY

We kennen ze allemaal: The Rolling Stones! Zelfs de jonge snaken die eerder een gitaar kopen om in de voetsporen van Metallica te treden, kennen ze - zeker van naam. Wellicht zijn ze minder vertrouwd met hun gigantische repertoire.

Een naam met zoveel weerklank kan uiteraard rekenen op behoorlijk wat steun van verschillende grote merken. Terwijl gitaar-icoon Keith Richards, met zijn voorliefde voor Fender en Gibson, steeds een traditionalist is gebleven, heeft zijn kameraad Ron Wood ook een aantal andere opties bekeken. Dit resulteerde in een signature model bij ESP. Vandaag bespreken we de meer betaalbare versie van LTD, namelijk de LTD Ron Wood.

Tous autant que nous sommes, nous les connaissons tous très bien : The Rolling Stones ! Même les jeunes gars qui achètent une guitare plutôt pour suivre les traces de Metallica, ils les connaissent eux aussi.

En tout cas de nom ... Ceci dit, peut être sont-ils moins au courant de leur gigantesque discographie ...

Et bien entendu, un nom porteur d’une telle renommée peut raisonnablement compter sur un maximum de support de la part des grandes marques présentes sur le marché. Alors que Keith Richards, véritable icône de la guitare rock, est toujours resté très traditionnel de par ses préférences envers Fender et Gibson, son camarade Ron Wood n’a jamais hésité à jeter son dévolu sur un certain nombre d’options alternatives ... Un résultat concret né de cette attitude, c’est le modèle signé construit par ESP. Mais aujourd’hui, nous nous attarderons plutôt sur la version plus abordable de LTD, simplement appelée le modèle ...

LTD Ron Wood.

ALGEMEEN Concept

Op dit vlak is er niets nieuws onder de zon: je geeft een bekende artiest de mogelijkheid om zijn gang te gaan op het vlak van gitaarbouw. In dit geval blijft Ron Wood trouw aan zijn roots en heeft een eigen versie gemaakt van de overbekende Fender Telecaster. Hij heeft als het ware de gitaar volledig naar zijn hand gezet. We kunnen ook al meteen verklappen dat zijn smaak eerder traditioneel is, dus je hoeft geen opvallende kenmerken te verwachten.

Toebehoren/Opties

Bij LTD is het budget steeds een grote factor, en dus zijn de accesoires meestal het eerste waar op bespaard wordt. Dat is ook bij deze Ron Wood het geval: geen koffer, geen draagtas... Het standaard kleine gereedschap en wat basisinformatie is wel beschikbaar. Aan het essentiële werd dus wél gedacht.

Imago

ESP en LTD zijn grote namen binnen de rock- en metalwereld, dus qua weerklank en imago zit het wel snor. Waar het bedrijf echter een stuk minder voor gekend is, is de productie van klassiekere modellen zoals stratocasters en telecasters. Het ESPgamma bevat immers overwegend puntige en opvallende modellen, waarmee de rock- en metalfestivals worden plat gespeeld. Ron Wood is dus als artiest eerder een uitzondering op de regel bij ESP/LTD. Maar wie zou voor zo’n naam nu geen uitzondering maken?!

GÉNÉRALITÉS

Concept

A ce niveau, rien de nouveau sous le soleil : il s’agit de laisser la “bride sur le cou” à un artiste, qui définit lui-même les particularités de construction de son modèle. Dans le cas qui nous occupe, Ron Wood est resté fidèle à ses origines et a opté pour sa propre version d’un modèle archiconnu : la Fender Telecaster. Il a donc, pour ainsi dire, complètement adapté l’instrument à ses goûts. C’est ainsi que nous pouvons même déjà vous dévoiler que ses choix sont plutôt restés proches de la tradition. Donc, ne vous attendez pas à trouver sur son “bébé” des caractéristiques particulièrement originales !

Garantie

1 jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.

BOUW

Kop/Hals

Van kop tot teen, de LTD Ron Wood is een telecaster met volledig originele specificaties. Zo wordt de kop en de hals uit 1 enkel stuk essen (maple) gemaakt. Je krijgt een behoorlijke klomp hout in je handpalm gedrukt: de hals is namelijk voorzien van een U-profiel, wat bij ESP ook eerder een uitzondering is! De hals is achteraan afgewerkt met een satijnen laklaag, wat een plezier is om te bespelen. Geen piepende bijgeluiden als je hand over de hals schuift!

Accessoires / options

Toets

Ook de toets is wat je bij een telecaster mag verwachten: palissander (rosewood)!

Je krijgt een stuk hout met een mooie donkere kleur en een gelijke nerf. Bovenop die fraaie toets vinden we 22 netjes gepolijste en afgewerkte frets terug. Op dit vlak stapt men even af van de klassieke normen en gaat met volledig voor de ESPaanpak: extra jumbo frets! Bij Fender ga je aardig moeten zoeken om een telecaster te vinden waar zo’n joekels van frets op staan. Maar bij ESP is dit nu eenmaal de standaard!

Body

Bij de body keren we terug naar de “original” aanpak, en wel met de keuze voor elzen (alder). Terwijl men de hals uit 1 stuk maakt is de body een samenstelling van drie delen aan elkaar verlijmde delen: een centerblock waar de hals en alle elektronica op vast zit, en de twee “vleugels” die de zijkanten van de gitaar vormen. De 3 tone sunburst (vandaar die 3TB in de naam) is perfect aangebracht en geeft de gitaar een onmiskenbaar “vintage” karakter. Aan de zijkant van de body vinden we de jack-aansluiting die, in tegenstelling tot vele andere telecasters, niet ingefreesd is. Hierdoor kan je haakse pluggen gebruiken om de gitaar aan te sluiten, wat dikwijls toch een voordeel is. Tel daarbij ook nog de dubbele kunststof binding (rond de top én de achterzijde) en je krijgt een instrument dat veel klassieke klasse uitstraalt terwijl het toch een modern gevoel van speelcomfort biedt.

Afwerking

Op het eerste zicht is alles dik in orde met de LTD Ron Wood: de 3 tone sunburst is perfect uitgevoerd en de gitaar heeft een mooie, donkere kleur die niet te veel overslaat naar het gele. Een dubbele binding (aan de top én de achter-

4

www.meetmusic.com

Chez LTD, le budget est toujours un facteur de grande importance, et par conséquent, la plupart du temps, les accessoires sont les premiers à faire les frais d’une telle approche. Et c’est bel et bien le cas de cette Ron Wood : pas de coffre, même pas de housse ... Par contre, le petit matériel habituel et quelques informations de base sont bien au rendez-vous. La firme a donc pensé avant tout à l’essentiel ...

Image

ESP et LTD sont de grands noms dans le domaine du rock et du métal, donc, en ce qui concerne leur renommée et leur image, il n’y a pas de quoi se tracasser pour eux ! Mais un domaine pour lequel cette entreprise est nettement moins connue, c’est sa production de modèles plus classiques comme des Stratocasters et des Telecasters. En effet, la gamme ESP contient essentiellement des modèles très voyants et souvent, à angles très vifs, que l’on retrouve en majorité écrasante dans les festivals de rock lourd et de métal. En tant qu’artiste, Ron Wood doit donc être considéré comme une sorte d’exception par rapport aux règles habituelles en vigueur chez ESP/LTD. Mais qui ne consentirait pas à faire quelques concessions pour une “pointure” d’une telle renommée ?

Garantie

Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.

CONSTRUCTION

Tête / manche

De la tête aux pieds, la LTD Ron Wood est une Telecaster qui a conservé toutes les caractéristiques d’origine du modèle. Par exemple, la tête et le manche font partie d’une seule et unique pièce d’érable. Du coup, on se retrouve avec une pièce de bois au volume respectable dans la main : c’est que ce manche possède un profil en ‘U’, ce qui est aussi une fameuse exception pour ESP ! L’arrière du manche est recouvert d’une couche de vernis satiné, ce qui est un vrai plaisir quand on joue : pas le moindre bruit parasite quand la main glisse sur le manche !

Touche

La touche, elle aussi, correspond à ce que l’on attend sur une Telecaster puisqu’elle est en palissandre. Elle se présente sous la forme d’une belle pièce de bois de couleur sombre, aux nervures très régulières. Sur cette magnifique touche ont été posées 22 frettes au polissage et à la finition impeccables. Dans ce domaine, on sort carrément des normes classiques pour “virer” vers une approche chère à ESP : des frettes ‘extra jumbo’ ! Chez Fender, il va vous falloir méchamment chercher pour trouver une Telecaster qui est équipée de frettes aussi épaisses ! Mais chez ESP, c’est ... la norme, tout simplement !

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

7

LTD Ron Wood 3TSB

GUITAR

zijde) ziet er altijd netjes en stijlvol uit, en hier weet ook dit model volop van te profiteren. Als we er het vergrootglas op zetten merken we dat een van de naden van het halsplaatje niet 100% is afgekit (maar wel voor 99,9%). Muggenziften, inderdaad. Maar dat is onze job, nietwaar?

HARDWARE & ELEKTRONICA Stemmechanieken

Voor de tuners kiest men voor producten uit de eigen stal, namelijk de “LTD Vintage” tuners. De naam suggereert zelf al: deze stemsleutels zijn geïnspireerd op vroegere modellen, in dit geval de tuners van de eerste telecasters. We zouden ze “Kluson” oliebad tuners kunnen noemen: ze zijn immers open bovenaan. Je moet de snaar dus door een gleuf duwen in plaats van door een gaatje (zoals bij de meeste tuners). Verder zijn ze volledig in stijl met de gitaar: klassiek, stijlvol en toch uiterst geschikt voor de job! Hun actie en weerstand is perfect om je gitaar snel en vlot te stemmen. En ook de stemvastheid is prima! Doorheen een hele testsessie heb ik de gitaar geen enkele keer moeten bijstemmen. Als dat geen goed teken is!

Brug

Voor de brug werd alweer het klassieke design uitgebreid met moderne, meer comfortabele, aanpassingen. Zo is de brug gebaseerd op de typische “ashtray”, maar heeft men ervoor gekozen om de rechtopstaande randen aan de zijkant weg te laten. Dit is namelijk een pak aangenamer om te spelen. Die randen kunnen namelijk snel in je hand gaan porren. Dat probleem heeft men bij ESP dus grondig aangepakt, zonder dat het een weerslag heeft op de klank. Ook de zadels zijn gemodifiëerd: geen vintage toestanden hier, maar apart te regelen (en te intoneren) brugzadeltjes. Alweer slaagt men er in om een klassiek design en moderne functies met elkaar in overeenstemming te brengen.

Pickups

Op dit vlak wacht ons een behoorlijke verrassing. Men heeft namelijk een expert ter zake zijn gang laten gaan: Seymour Duncan! De LTD Ron Wood werd dus bewapend door een van de grootste authoriteiten qua pickups! In de halspositie werd een SH-1 humbucker voorzien, en in de brug een STL-2 single coil. De SH-1 humbucker is een replica van een ’59 model, een relatief heldere humbucker met een medium output. Geen actieve mega-output dus, maar wel een reuzenpiek in het middengebied! Het is een kwestie van smaak, maar naar mijn gevoel is de SH-1 humbucker een uiterst muzikale pickup.

De STL-2 single coil heeft dan weer wél een hogere output dan een standaard single coil, waardoor hij goed in balans zit met de humbucker bij de hals.

Kortom, deze pickups zijn top!

Ergonomie

Die moderne aanpassingen staan zo goed als allemaal in functie van een optimaal speelcomfort. We mogen dan ook hopen dat ze het nodige effect genereren! Om te beginnen is de LTD Ron Wood zeker niet de zwaarste gitaar die we al hebben moeten tillen. Dat helpt uiteraard ook altijd bij lange optredens! De bekende vorm zorgt er voor dat het instrument toch heel snel vertrouwd aanvoelt, terwijl die paar kleine bijsturingen (zoals de opstaande randen van de brug) onmiddellijk een voelbaar verschil opleveren bij het spelen. Rechtopstaand of zittend, de LTD Ron Wood reageert volledig zoals een telecaster hoort te doen. Prima!

Actie

De actie van de LTD Ron Wood stond bij het aanleveren op een veilige “medium” afstelling: niet te hoog (want dat speelt moeilijk) en niet te laag (want dan gaat de boel ratelen). Naar ons gevoel kunnen de snaren nog wel wat verder verlaagd worden, maar met die gigantische frets is dat alles behalve nodig.

pro

• Seymour Duncan pickups • Prima klanken • Moderne versie van een klassieker • Uitstekende bespeelbaarheid

• Les micros Seymour Duncan • Les sons, excellents • Version moderne d’un grand classique • L’excellent confort de jeu

• Nekplaatje niet helemaal afgekit

• La petite plaque du manche (joint imparfait)

6

Pour le corps de l’instrument, on en revient à l’approche d’origine de par le fait d’avoir opté pour de l’aulne. Alors que le manche était donc en une seule pièce, le corps est un assemblage de trois parties qui ont été collées ensemble : un bloc central sur lequel se retrouve toute l’électronique, et deux “ailes” qui forment donc les côtés du corps. La finition de type ‘3 tone sunburst’ (de là viennent les trois caractères ‘3TB’) est parfaite et donne à la guitare une touche ‘vintage’ indéniable.

Sur la “tranche” du corps, on retrouve le connecteur pour le jack, et contrairement à beaucoup d’autres Telecasters, il n’est pas enchâssé dans le bois. Ce détail permet d’utiliser un jack coudé pour brancher la guitare, ce qui est souvent un avantage. Signalons aussi un double filet : l’un entourant la table d’harmonie, et l’autre, la face arrière. Au final, voilà un instrument qui dégage une classe ... euh ... ben oui, classique, malgré le fait qu’elle offre un feeling moderne grâce à son confort de jeu.

Finition

A première vue, cette LTD Ron Wood a l’air en ordre : le ‘3 tone sunburst’ est parfaitement exécuté, et la couleur générale de la guitare est jolie, une couleur sombre qui ne “tire” pas trop vers le jaune. Et un double filet (pour rappel, côté table et côté arrière), c’est toujours élégant, voire même “classieux”, ce dont ce modèle a l’art de profiter. Si l’on regarde à la loupe, on s’aperçoit que l’un des joints de la petite plaque du manche n’est pas parfait à 100 % ... mais “seulement” à 99,9 % ! Oui, je sais : je suis en train de couper les cheveux en quatre ! Mais cela fait partie de mon boulot, non ?

ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE Mécaniques

Pour les mécaniques, la firme a opté pour des produits en prod u c - tion propre et nommés ‘LTD Vintage tuners’. Ce nom parle de lui-même : ces mécaniques s’inspirent de modèles anciens, et dans le cas présent, des mécaniques utilisées sur les premières Telecasters. Nous pourrions d’ailleurs les appeler des mécaniques à bain d’huile de type ‘Kluson’ : en effet, elles sont “ouvertes” dans leur partie supérieure. Il faut donc pousser la corde dans une fente, et non pas dans un petit trou, comme c’est le cas pour la plupart des mécaniques.

Ajoutons qu’elles sont en accord parfait avec le style de la guitare : classiques et “classieuses”, mais aussi, tout à fait à la hauteur de leur job ! Leur action et leur résistance sont parfaites pour accorder la guitare rapidement. Et la stabilité de l’accordage est super, elle aussi : tout au long d’une session de tests, je n’ai pas dû réaccorder la guitare une seule fois ! Si ça, ce n’est pas bon signe …

Chevalet

Pour le chevalet, de nouveau, le design classique a été modifié au profit d’adaptations plus modernes et surtout, plus confortables. Ainsi le chevalet est-il bien basé sur le typique “cendrier” des origines, mais la firme a choisi de laisser tomber les rebords verticaux d’antan. Et pour cause, c’est nettement plus agréable quand on joue : ces bords “rentrent” facilement dans la

chair quand on y pose la main. ESP a donc réussi à pallier ce problème, et ce, sans que cela ait la moindre incidence sur le son. Les pontets sont également modifiés : pas de solution ‘vintage’ ici, mais des pontets individuels, dont l’intonation doit donc être réglée séparément pour chaque corde. Une fois de plus, on constate ici que l’on arrive à concilier un design classique avec des fonctions plus modernes.

SPEELCOMFORT

contra

Corps

www.meetmusic.com

Micros

A ce niveau, une surprise de taille nous attend ! En effet, la firme a donné “carte blanche” à un expert : Seymour Duncan ! La LTD Ron Wood a donc été équipée par l’une des plus grandes autorités en matière de micros pour guitare. Mais encore, dites-vous ? Voici : au manche, un humbucker SH-1, et au chevalet, un simple bobinage STL-2.

Le humbucker SH-1 est une réplique d’un modèle de 1959, un humbucker au son relativement clair et à la puissance moyenne. Donc, pas de “mega puissance active”, mais plutôt, un “bon gros pic” dans le registre médium ! Le son, c’est une question de goût, mais selon moi, ce humbucker SH-1 est un micro d’une très grande musicalité. Quant au simple bobinage STL-2, sa puissance de sortie est plus élevée que celle d’un simple bobinage “normal”, ce qui lui permet de proposer un heureux équilibre par rapport au humbucker du manche. En résumé, les micros ... c’est le top !

CONFORT DE JEU Ergonomie

Les adaptations modernes sont toutes présentes dans le but d’apporter au musicien un confort de jeu maximal. Nous espérons en tout cas qu’elles correspondront bien aux buts recherchés !

Tout d’abord, la LTD Ron Wood n’est certainement pas la guitare la plus lourde que nous ayons eu à porter, et c’est un avantage précieux lors d’une prestation qui dure, qui dure ... La forme bien connue fait que l’instrument est très vite ressenti comme “familier”, alors que les petites adaptations (comme l’absence des bords verticaux du chevalet d’origine) occasionnent une différence sensible et immédiate quand on joue. Que l’on soit debout ou assis, cette LTD Ron Wood réagit totalement comme une Telecaster se doit de le faire ... C’est génial !

Action

A la livraison, l’action de la LTD Ron Wood était réglée à un “prudent” niveau moyen : ni trop haut (auquel cas le jeu serait difficile), ni trop bas (auquel cas les cordes risqueraient de “friser”).

Mon sentiment est que les cordes peuvent être encore un peu abaissées, mais en raison de la présence de ces gigantesques frettes, cela devient tout, sauf nécessaire ! Car cette guitare jouerait presque toute seule : tous les sons “sortent” du manche d’eux-mêmes, et tous les types de ‘bends’ se font avec une facilité déconcertante, toujours grâce à ces frettes hautes comme des gratteciel ! Les guitaristes qui sont habitués à de plus petites frettes devront s’adapter quelque peu,

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

LTD Ron Wood 3TSB Deze gitaar speelt als boter, alle loopjes rollen van de hals en zowat alle verschillende bends zijn een fluitje van een cent, dankzij die torenhoge frets. Gitaristen die kleinere frets gewend zijn zullen zich allicht even moeten aanpassen, maar eenmaal vertrokken kan je je amper meer speelcomfort wensen!

KLANKKWALITEIT Kleur

Zoals altijd bespelen we de gitaar eerst een tijdje akoestisch voor we de kabel en de versterker(s) er bij halen!

Wat onmiddellijk opvalt aan de LTD Ron Wood is dat de akoestische balans van de gitaar van opmerkelijk niveau is. Ze zingt als het ware in het rond, en de noten hebben een lange en aangename sustain. In het tophoog krijg je een luchtigheid die de tonen doet open bloeien, iets dat je doorgaans enkel maar tegen komt bij duurdere (lees: dure) gitaren. Het was dan ook belangrijk dat men bij LTD de goede keuzes heeft gemaakt qua pickups. Met SH-1 humbucker kan je weliswaar zwaar gaan oversturen en scheuren, maar ook de cleane klanken zijn absoluut de moeite waard! Gebruik je de STL-2 single coil, dan vliegt de “twang” je om de oren! Een telecaster brugpickup is dan ook niet bepaald de meeste subtiele pickup, maar wel ontzettend karakteristiek. De verschillende combinaties van deze pickups leveren uitsluitend uitstekende klanken op, waardoor deze gitaar een stuk veelzijdiger uit de hoek komt, dan de “Rolling Stones gitarist”-stempel zou doen vermoeden. Of het nu clean of overstuurd is, rock of country, pop of jazz, met deze LTD lijkt het allemaal wonderwel te lukken!

Respons

Terwijl de meeste ESP gitaren qua respons nogal “enthousiast” uit de hoek komen (vanwege de actieve elektronica) reageert de LTD Ron Wood helemaal zoals je van een passieve gitaar zou verwachten. En dat is voor de tele-liefhebbers een heel goeie zaak! De brugpickup is erg alert en de klanken vliegen uit de versterker zonder enige moeite. De brug-humbucker reageert wat soepeler en zompiger. Het verschil in hoe deze pickups aanvoelen en reageren bepaalt voor een groot deel het veelzijdige karakter van deze gitaar.

BUDGET

Er valt dus maar weinig aan te merken op deze LTD Ron Wood. Hoewel het concept weinig bijzonders biedt, is de bouw, de klank en de bespeelbaarheid van hoog niveau. De combinatie van een single coil in de brug en een humbucker aan de hals werkt prima en zorgt er voor dat de gitaar een breed spectrum van genres aan kan. Wat moet je hier dan voor betalen? Wel, om exact te zijn: €845,(adviesprijs inc. BTW). En voor deze prijs krijg je een van de vlotst spelende gitaren die we hier ooit in handen kregen, om van de klanken nog maar te zwijgen!

CONCLUSIE

Het gebeurt niet dikwijls dat een merk een origineel ontwerp aanpakt en de originele fabrikant daar het nakijken in geeft. Toch doet LTD zo’n fantastische job met deze Ron Wood dat we ons beginnen afvragen of “dat andere grote merk” de kwaliteit van deze gitaar wel kan evenaren binnen deze prijsklasse. De bouw, de klanken, de bespeelbaarheid, … Ze horen allemaal thuis in een gitaar die je een heel stuk duurder zou verwachten!

Misschien moeten ze bij LTD ook maar eens met Keith Richards praten…

GUITAR mais une fois qu’on y est fait, il est difficile de souhaiter encore plus de confort pour jouer !

QUALITÉ DES SONORITÉS Couleur

Comme toujours, nous jouons avec l’instrument d’abord un petit temps en “acoustique pure”, avant de faire appel au câble et à l’ampli. Ce qui se remarque immédiatement, c’est que la balance acoustique de l’instrument est d’un niveau remarquable.

Cette Ron Wood “chante” comme c’est pas possible, et les notes se prolongent - longtemps ! - en un agréable sustain. Dans le registre aigu le plus élevé, on obtient un caractère aérien qui fait vraiment “éclore” les notes, une sensation que l’on ne rencontre le plus souvent que sur des guitares plus chères - comprenez-moi bien : très chères !

Quoi qu’il en soit, il était aussi important que LTD fasse les bons choix pour les micros. Avec le humbucker SH-1, il est vrai que l’on peut produire des sons très saturés, genre “guitares hurleuses”, mais les sons clairs valent eux aussi le détour ! Et quand on passe au simple bobinage STL-2, le “twang” bien connu vous remplit les oreilles en un clin d’œil ! Le micro manche d’une Telecaster n’est pas précisément le micro le plus subtil qui soit, mais il est en tout cas terriblement caractéristique.

Les différentes combinaisons de micros ne donnent que des sons exceptionnels, exclusivement, ce qui laisse penser que cette guitare est nettement plus polyvalente que l’on serait enclin à le supposer si on la réduit à “l’instrument du guitariste des Rolling Stones”. Que l’on joue en son clair ou saturé, que ce soit du rock, de la country, de la pop ou du jazz, avec cette LTD à la main, tout semble réussir à merveille !

Réponse

Alors que la plupart des guitares ESP ont une réponse très - et parfois presque trop ! - “enthousiaste” (et ce, à cause de l’électronique active), la LTD Ron Wood réagit tout à fait comme on l’attend d’une guitare passive, et pour les amoureux des Telecasters, c’est une très bonne chose ! Le micro chevalet est particulièrement nerveux et les sons “sortent” de l’ampli sans la moindre peine. Quant au humbucker du manche, il réagit de manière un peu plus souple et “amortie”. La différence avec laquelle ces deux micros réagissent détermine en grande partie le caractère polyvalent de cette guitare.

PRIX

Il y a donc vraiment peu de choses remarquables à signaler sur cette LTD Ron Wood. Mais bien qu’en soi, le concept propose peu de particularités, la construction, le son et le confort de jeu sont exemplaires.

L’association d’un simple bobinage au chevalet et d’un humbucker au manche fonctionne à merveille et permet à cette guitare d’accéder à un large spectre de genres musicaux différents.

Combien faut-il payer pour cela ? Eh bien, pour être exact, 845 euros, ceci étant un prix brut conseillé TVA comprise. Et pour ce prix, vous devenez l’heureux propriétaire d’une des guitares les plus rapides sur laquelle vous avez jamais eu l’occasion de poser les doigts, sans même parler des sons dont elle est capable !

CONCLUSION

Cela n’arrive pas souvent qu’une marque s’attaque à un projet original et arrive à égaler, voire surpasser le constructeur d’origine. Et pourtant, LTD a réalisé un boulot tellement génial sur cette Ron Wood qu’on commence à se demander si “la grande marque à laquelle on pense” est capable de rivaliser avec la qualité de cette guitare dans une même gamme de prix.

Bref, la construction, les sons, le confort de jeu, etc., tout cela est parfaitement au point sur cette guitare, dont on aurait tendance à croire qu’elle est beaucoup plus chère ! Peut être les gens de LTD devraient-ils envisager d’aller aussi “tailler une bavette” avec Keith Richards, non ?

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

MMM

www.meetmusic.com

7

DV Mark Jazz 12

GUITAR

DV Mark Jazz 12 COMBO GUITAR AMPLIFIER

TIM VAN ROY Nous terminerons notre série de tests de la marque DV Mark par le modèle DV Jazz 12, un combo de petite taille qui est avant tout destiné - qui l’eut cru ! aux guitaristes de jazz. Mais il n’est pas dans les habitudes de DV Mark de construire des amplis qui soient aussi limités quant à l’éventail de leurs possibilités. Nous sommes donc curieux de voir si ce modèle possède des atouts particuliers, tant dans le domaine du jazz qu’en dehors de ce domaine de prédilection.

In onze reeks van DV Mark producten sluiten we het rijtje af met de DV Jazz 12, een compacte combo die vooral gericht is op (rarara) jazz-gitaristen! Maar het zou niet in de aard van DV Mark liggen om een versterker te maken die zo beperkt is qua inzetbaarheid. We zijn dus benieuwd hoe dit model het er vanaf brengt, zowel binnen jazz-territorium als daarbuiten.

ALGEMEEN Concept

Het concept is niet nieuw: verschillende fabrikanten hebben reeds versterkers uitgebracht die volledig gericht zijn op het produceren van een ronde en warme cleane toon. Net als bij vele andere modellen kiest men dan ook voor een transistorbouw in plaats van een lampenversterker. Daarbij is doorgaans het distortion-kanaal het eerste dat men overboord smijt, en dat is ook met de DV Jazz 12 het geval. Dit beperkt uiteraard het aantal knoppen op het bedieningspaneel erg drastisch, waardoor de versterker meteen ook erg makkelijk te gebruiken wordt!

Vormgeving

In jazz-middens heeft men geen nood aan die immer zwarte behuizing, dus werd de Jazz 12 in een creme-kleurig wit jasje gestopt. De versterker is sober gebouwd, met als enige esthetische accenten de zwarte stoothoeken en het speakerdoek.

Handleiding

Zoals we intussen gewend zijn, is de handleiding van DV Mark kort en bondig, maar daarom niet minder handig. Toegegeven, over de Jazz 12 valt qua gebruik niet zo heel veel te vertellen, maar voor wie toch nog zou twijfelen, is alle technische info aanwezig.

BOUW

Concept

Voor de behuizing gebruikt men de standaard multiplex wanden, die overtrokken zijn met de reeds genoemde crème-witte bekleding. De Jazz 12 is opvallend qua design door zijn vierkantige vorm. Men heeft de speakerkast behoorlijk groot ontworpen. Wat een “oversized” speakerkast juist doet, is voer voor (bij momenten hevige) discussies. Maar de algemene consensus blijkt te zijn dat alles wat dikker in de verf wordt gezet, en de bastonen meestal nog wat meer worden uitgesproken. In het geval van een versterker voor jazz-gitaristen kunnen we er best inkomen dat dit een goede keuze was!

Esthétique

Behuizing

Afwerking

De afwerking van de DV Jazz 12 is foutloos. Alles zit netjes op z’n plaats, en alle gebruikte onderdelen zijn van prima kwaliteit. Maar wat ons het meest van allemaal opvalt: de Jazz 12 is een vederlichte versterker! Ondanks de grote speakerkast til je deze versterker omhoog alsof het een pluimpje is. Dit is uiteraard een groot voordeel: met een gitaar in de ene hand en de versterker in de andere, kan je in één trip alles naar het podium verhuizen!

MOGELIJKHEDEN Aansluitingen

Op het frontpaneel vinden we enkel de grote jackaansluiting voor de gitaar, en de stereo mini-jack als “aux” aansluiting. Zo kan je je mp3-speler aansluiten op de versterker om met backing tracks mee te spelen. Achteraan vind je nog een DI out met ground/lift schakeling, een aansluiting voor een extra speakerkast (8 Ohm) en een tweede stereo mini-jack om je hoofdtelefoon mee aan te sluiten.

Bedieningspaneel

Wie voorstander is van “less is more” zal volledig weg zijn van het controlepaneel van de Jazz 12. Zo beperkt hebben we het immers nog maar zelden gezien. Toch is alles wat je nodig zou kunnen hebben aanwezig: een 3-bands EQ (bass, mid, treble), een draaiknop voor de reverb en het master volume. Wat kan je op een versterker als deze nog meer wensen?

Effecten

De reverb is het enige dat we hier als effect kunnen tellen. We gaan ervan uit dat dat voor vele jazz-gitaristen ook voldoende zal zijn… Tenzij je volledig Pat Metheny wil gaan, met z’n stereo delays en andere rack-trucjes.

GÉNÉRALITÉS

Le concept global n’est certes pas neuf : nombreux sont les constructeurs qui ont déjà proposé des amplis qui sont exclusivement dédiés à la production d’un son clair, tout en rondeur et en chaleur. Tout comme pour beaucoup d’autres modèles de ce type, la firme a opté pour un son produit par des transistors, et non par des lampes. Dans ce cas, ce que l’on supprime en premier, c’est le canal saturé, et c’est bel et bien le cas avec ce DV Jazz 12 ! Bien entendu, cela limite fortement le nombre de boutons sur le panneau des commandes, et par la même occasion, cela rend l’usage de l’ampli très facile.

Dans les milieux du jazz, la couleur noire ne règne pas spécialement en maître, ce qui peut expliquer que ce DV Jazz 12 se présente avec une finition de couleur crème. La construction de l’ampli est sobre, avec, comme unique particularité esthétique, le fait que les coins de protection et le tissu devant le haut-parleur soient de couleur noire.

Notice d’emploi

Comme nous l’avons appris lors des précédents tests, l’habitude de DV Mark est de fournir des notices d’emploi courtes et concises, mais qui n’en sont pas moins intéressantes. Ceci dit, il faut admettre que sur l’utilisation de ce DV Jazz 12, il n’y a pas grand-chose à dire ... Mais pour qui en douterait malgré tout, toutes les infos techniques utiles sont bien présentes.

CONSTRUCTION Enceinte

Pour l’enceinte, DV Mark a eu recours à des parois en multiplex standard qui sont recouvertes du revêtement crème déjà mentionné. Au niveau du design, le DV Jazz 12 est remarquable de par sa forme, quasi cubique. La taille de l’enceinte est relativement grande. Les résultats qu’implique une enceinte de «grande» taille sont toujours matière à discussions ... parfois très animées, d’ailleurs ! Mais le consensus dominant semble indiquer que «quand c’est plus grand, c’est mieux mis en évidence», en particulier les basses, qui la plupart du temps, sont plus «nettes». Et dans le cas d’un ampli de jazz, nous ne pouvons confirmer que ce choix est le bon.

Finition

La finition du DV Jazz 12 est sans faille : tout est bien en place, et tous les composants utilisés sont de qualité hors-pair. Mais ce qui nous frappe le plus, c’est ceci : le DV Jazz 12 est ... léger comme une plume ! Malgré la taille respectable de son enceinte, on soulève cet ampli comme une vulgaire brindille ! Ce qui est évidemment un gros avantage : avec une guitare à la main et cet ampli dans l’autre, on peut tout amener sur scène en une seule fois !

POSSIBILITÉS Connexions

Sur le panneau des commandes, on ne trouve que le jack pour la guitare, ainsi que le mini jack stéréo de l’entrée «AUX» (auxiliaire). Elle permet de raccorder un lecteur de MP3 à l’ampli afin de jouer en «suivant» des pistes d’accompagnement. A l’arrière, on trouve encore une sortie de direct (DI) avec un interrupteur de mise à la terre, un connecteur pour une enceinte complémentaire (de 8 ohms), et un second mini jack stéréo pour brancher un casque.

Panneau des commandes

Tous les partisans du principe «Less is more» («Moins il y a, mieux c’est») seront emballés par le panneau des commandes du DV Jazz 12 : nous avons rarement vu un ensemble de commandes aussi limité. Mais néanmoins, tout ce dont on pourrait avoir besoin est présent : une égalisation à trois bandes (bass, mid, treble), un potentiomètre pour la réverbe et un dernier pour le master volume. Car enfin : sur un ampli de ce type, que

8

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

DV Mark Jazz 12

GUITAR

ERGONOMIE

pourrait-on bien vouloir de plus ?

Architectuur Met zo’n klein controlepaneel kan de architectuur van de versterker moeilijk mislopen. Alles wat je nodig hebt tijdens het spelen, vind je makkelijk en snel terug op het frontpaneel (het zijn maar vijf draaiknoppen!).

En alle andere functies, zoals de ground/lift en de mogelijkheid om de interne speaker uit te zetten, zitten allemaal tesamen op het

Effets

La réverbe est ici le seul effet en présence. Nous estimons que pour la plupart des guitaristes de jazz, cela sera suffisant ... à moins de vouloir jouer «à la» Pat Metheny, avec ses retards stéréo et toutes ses machines en rack !

ERGONOMIE Architecture

Avec un panneau des commandes aussi restreint, il serait vraiment difficile de «gaffer» au niveau de l’implantation des commandes ! Et de fait, tout ce dont on a besoin quand on joue se repère, facilement et rapidement, sur le panneau des commandes ... mais rappelons qu’il n’y a jamais que cinq potentiomètres ! Et toutes les autres fonctions, comme l’interrupteur de mise à la terre ou celui qui coupe le haut-parleur interne se retrouvent ensemble sur la face arrière de l’ampli. Bien sûr, avec un ampli aussi petit et aux commandes aussi restreintes, on ne devra jamais chercher bien longtemps ...

Utilisation

Quand l’implantation d’un ampli est aussi simple, la suite logique est bien entendu que son utilisation est, elle aussi, extrêmement simple. On branche la guitare, on règle l’égalisation selon ses goûts personnels, et on peaufine le son avec un zeste de réverbe : c’est aussi simple que cela ! La seule fonction dont je peux m’imaginer qu’elle pourrait provoquer chez certains un peu de confusion, c’est la possibilité de débrancher le haut-parleur interne. Si l’on pousse sur ce bouton par accident, on peut se demander pourquoi diable l’ampli ne produit pas le moindre son ! Mais une telle erreur, on ne la commettra qu’une seule fois ...

QUALITÉ DES SONORITÉS Son

achterpaneel van de versterker. Met een versterker die zo klein en beperkt is qua aansluitingen, ga je uiteraard nooit lang moeten zoeken.

Bediening

Wanneer een versterker zo simpel is qua lay-out, is het gevolg uiteraard dat hij uiterst makkelijk te gebruiken is. Je plugt in, past de EQ bij naar eigen smaak en werkt je klank af met een tikje reverb. Zo makkelijk is het! De enige functie waarbij ik me kan inbeelden dat hij af en toe voor verwarring zorgt, is de mogelijkheid om de interne speaker uit te schakelen. Als je deze knop per ongeluk indrukt, kan je misschien wel even op zoek zijn naar de reden waarom je versterker geen geluid meer produceert.

Maar deze fout maak je dan allicht ook maar één keer!

KLANKKWALITEIT Klank

En dan de klanken! We nemen onze meest jazzy gitaren bij de hand en we gaan aan de slag. De hals pickup van een Gibson ES335 levert meteen de nodige warmte die we nodig hebben. Zelfs met de EQ volledig neutraal kunnen we meteen gaan spelen. We voelen zelfs amper de neiging om de EQ nog bij te gaan regelen. Mochten we toch niet aan de verleiding kunnen weerstaan, gaan we misschien een klein beetje hoog van de klank nemen. De bassen zijn zonder enige hulp al prominent genoeg aanwezig, net als de middentonen. Ook de andere pickupcombinaties op de gitaar geven aangename resultaten, maar we gaan ervan uit dat dit voor het doelpubliek zelfs bijkomstig zal zijn.

Als de halspickup goed klinkt zijn de meeste (traditionele) jazzers al heel tevreden!

Als we overschakelen van een gitaar met center block naar een volledige hollowbody, horen we meteen net dat tikje meer lucht in de klank. Een standaard gitaarversterker geeft deze subtiele verschillen niet altijd even goed weer, maar voor de Jazz 12 lijkt het een fluitje van een cent. De 45 Watt aan vermogen zijn trouwens ruim voldoende voor de meeste doeleinden, en de knoppen reageren met een aangename weerstand op alle wijzigingen.

Het veelzijdige plaatje is net iets minder. Toegegeven, we kunnen een overdrive-pedaaltje aansluiten op de Jazz 12 en er een aantal fantastische bluesklanken uit toveren.

De speaker én het transistorcircuit laten dit dus zonder probleem toe. Maar eenmaal we de gain opvoeren, verliest de Jazz 12 de pedalen en laat hij ons duidelijk merken dat dit niet zijn vakgebied is. En laat ons duidelijk zijn: dat is alles behalve een verwijt. Die overstuurde bluesklanken zijn niet te krijgen uit de meeste concurrerende modellen!

Effecten

Ook de reverb past perfect bij de Jazz 12. Doe geen moeite om hier surf-effecten uit te krijgen, daar dient het nu eenmaal niet voor. Met deze reverb kan je je klank netjes afwerken, en wat meer leven inblazen. Op die manier dient de reverb perfect z’n doel.

Het feit dat je dan geen volledige controle hebt over de parameters van de reverb, zal zowat iedereen een worst wezen!

BUDGET

De prijs voor de Jazz 12 is €679 (bruto adviesprijs). Na wat zoeken kunnen we zelfs snel vaststellen dat in verschillende winkels de prijs al snel naar ongeveer €500 zakt.

En voor die prijs doe je wél een uitstekende deal! De versterker is uitstekend gebouwd, de bediening kan haast niet eenvoudiger en de klank is exact waar vele jazz-gitaristen naar op zoek zijn. En vergeet niet: deze versterker is zeer licht en makkelijk te tillen.

Het is een verhouding die we niet veel hanteren, maar de transport/klank verhouding is werkelijk uitzonderlijk!

BESLUIT

Goed, we kunnen duidelijk zijn. De Jazz 12 is niet de meest veelzijdige versterker. Maar je kan net zo min verwachten dat je, bijvoorbeeld, country gaat spelen met een versterker die “MetalMeister 666” heet. De Jazz 12 is een versterker die gericht is op een bepaalde doelgroep, en in naam van deze groep absoluut geen toegevingen wil doen. Je krijgt superklanken, een uitstekende bouw en een makkelijk te transporteren versterker. Voor de jazzers onder ons klinkt dat zonder twijfel als muziek in de oren!

MMM

10

www.meetmusic.com

Et nous en arrivons donc au son ... Le temps de prendre notre guitare la plus jazzy dans les environs immédiats, et on se lance. Le micro manche d’une Gibson ES335 donne immédiatement la chaleur que réclame un son de ce type. Même avec l’égalisation en position totalement neutre, on peut immédiatement commencer à jouer dans de bonnes conditions. D’ailleurs, on ressent même à peine l’envie d’aller changer quoi que ce soit à l’égalisation. Mais si on n’arrive pas à résister à cette tentation, on aurait plutôt tendance à enlever un rien d’aiguës. Sans la moindre intervention, les basses sont déjà assez présentes, tout comme les médiums. Toutes les autres combinaisons de micros donnent elles aussi des résultats agréables, mais vu le public cible auquel cet ampli est destiné, cela sera sans doute même superflu.

En effet, quand le micro manche a un bon son, la plupart des jazzmen (traditionnels) sont déjà très satisfaits ! Quand on passe d’une guitare possédant un ‘center bloc’ (pièce de bois massive à l’intérieur du corps dans le prolongement du manche) à une «vraie» guitare à corps creux, on entend directement que le son est un rien plus aérien. Un ampli pour guitare «normal» ne rendra peut être pas toujours très distinctement ces subtiles différences, mais pour le DV Jazz 12, cela semble couler de source.

Par ailleurs, les 45 watts de puissance seront suffisants pour la plupart des situations, et les potentiomètres réagissent avec une agréable résistance à chaque modification.

Côté polyvalence, c’est un peu moins la fête ... D’accord, on peut recourir à une pédale d’overdrive pour obtenir avec ce DV Jazz 12 toute une panoplie de sons de blues fantastiques : le haut-parleur et le circuit à transistors offrent ces possibilités sans le moindre problème. Mais une fois que l’on monte le gain, le DV Jazz 12 perd les pédales et nous fait sentir - et surtout entendre ! - que ce genre de choses n’est pas sa «tasse de thé». Mais que cela soit bien clair : cette constatation est tout, sauf un reproche, car les sons de blues saturés ne sont pas non plus la spécialité de la plupart des amplis concurrents ...

Effets

La réverbe convient également parfaitement au DV Jazz 12. Mais ne vous esquintez pas non plus à chercher des effetsextrêmes de type ‘surf music’, cet ampli n’est pas prévu pour cela. Cette réverbe permet de «polir» joliment le son, et de lui insuffler un peu plus de «vie» : vu ainsi, cette réverbe remplit parfaitement son rôle. Car pratiquement tout le monde n’accordera aucune importance au fait que l’on n’ait pas de contrôle complet sur les paramètres de cette réverbe.

PRIX

Le prix de ce DV Jazz 12 est de 679 euros, ceci étant un prix brut conseillé. Après quelques recherches, nous avons constaté que dans plusieurs magasins, ce prix tendait plus vers 500 euros environ. Et pour un tel prix, on fait vraiment une affaire !

L’ampli est construit de manière impeccable, son utilisation ne pourrait être plus simple, et le son est exactement ce que recherchent la plupart des guitaristes de jazz. Et n’oubliez pas : cet ampli est très léger, et donc, facile à (trans)porter. Voilà un rapport entre deux critères que nous n’abordons pas souvent : mais ici, le rapport entre la facilité de transport et la qualité du son est tout simplement exceptionnel!

CONCLUSION

Bon, soyons clairs : le DV Jazz 12 n’est pas un ampli des plus polyvalents. Mais on ne doit pas s’attendre non plus, par exemple, à jouer du country sur un ampli qui porterait le doux nom de ... ‘Metal Meister 666’ ! De même, le DV Jazz 12 est un ampli qui est orienté vers un groupe cible bien déterminé, et au nom de ce groupe, absolument aucune concession n’est faite : voici un ampli aux sonorités d’exception, de construction exemplaire, et très facile à transporter. Pas de doute possible : pour les musiciens amateurs de jazz, déjà rien que cela résonne comme une douce musique dans les oreilles!

MMM

pro • Uitstekende klank • Makkelijk in gebruik • Vederlicht • Aardige bluesklanken (met pedaal)

• Le son, excellent • La facilité d’emploi • La légèreté : une plume!

• Les sons de blues, superbes (avec une pédale)

• Niet veelzijdig

• Le manque de polyvalence

contra

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

Palmer Pedalbay 60

GUITAR

Palmer Pedalbay 60 PEDALBOARD

TIM VAN ROY Ces derniers temps, le marché des pédaliers - comprenez ici, un cadre posé au sol et destiné à supporter un certain nombre de pédales - financièrement accessibles et faciles à transporter est dominé par une marque vraiment omniprésente. Eh bien, chez Palmer, on veut que cela change ! Voici donc que la marque sort un pédalier qui, selon elle, est solide, de prix raisonnable, et surtout, adaptable suivant vos besoins. Voilà de bien belles promesses ...

De markt voor betaalbare en makkelijk te transporteren pedalboards wordt de laatste tijd gedomineerd door 1 “alomtegenwoordig” merk. Daar wil men bij Palmer verandering in gaan brengen! Met de Pedalbay 60 brengen ze een pedalboard op de markt dat volgens hen stevig, betaalbaar én aanpasbaar is naar jouw normen. Dat is een hele belofte!

Laten we beginnen met de bouwkwaliteit: die is zonder enige twijfel van hoog niveau. Men gebruikt een aluminium frame waarop achteraan een tweetal in de hoogte verstelbare pootjes zijn aangebracht. Zo kan je zelf de hoek variëren, waarin je pedalboard staat. De Pedalbay 60 is reeds volledig voorzien van (fleece) velcro, en je krijgt een aanzienlijke hoeveelheid (hook) velcro voor je pedalen meegeleverd. Het frame van de Pedalbay 60 biedt plaats aan ongeveer 10 à 12 pedalen van standaard formaat (als standaard gaan we uit van de klassieke Boss of MXR-pedaaltjes), en de verschillende rails van het bord zijn ook op deze afstand gemonteerd. Je kan, onder het motto van de aanpasbaarheid, deze rails echter ook op andere afstanden gaan monteren. Onderaan de Pedalbay 60 vinden we immers een aantal bouten terug, die je met de meegeleverde inbussleutel kan losmaken en op een andere plaats terug kan vastschroeven.

De kans dat je dit moet doen is echter klein: de rails staan immers correct afgeregeld om meer dan voldoende steun te bieden aan zowat alle verschillende pedaaltypes.

Onderaan de Pedalbay 60 is een plaats voorzien om je stroomvoorziening te monteren. Er is hier voldoende plaats is om een breed gamma aan “power supplies” te gebruiken, in tegenstelling tot “het andere merk” dat slechts 1 fabrikant ondersteunt. De stroomvoorziening wordt op z’n plaats gehouden door twee brede elastieken banden, kwestie van snel en flexibel elk formaat te kunnen bevestigen.

Als je de bouwkwaliteit bekijkt, samen met de mogelijkheid om zowat alles aan te passen en je voegt daar nog eens de verschillende opties qua stroomvoorziening aan toe, dan is er maar één conclusie te trekken: de Palmer Pedalbay 60 is een ijzersterke kandidaat (of moet ik hier “aluminiumsterke” zeggen?). En al helemaal als je de prijs meeneemt in de vergelijking. Deze Pedalbay 60 staat met een lijstprijs van €119,- op de website van Palmer! En na slechts eventjes zoeken vinden we al snel prijzen die ruim onder de €100,- gaan. Voor dit bedrag krijg je er ook nog eens een stevige softcase met schouderriem bij, waardoor je meteen met je nieuwe, professioneel gebouwde pedalboard de baan op kan. En voor deze prijs is dat bijna niet te geloven!

MMM

Commençons par la qualité de construction : sans le moindre doute, elle est de haut niveau. Il s’agit d’un cadre en aluminium dont la face inférieure est munie, d’un côté du cadre, d’une paire de petits pieds réglables en hauteur. On peut ainsi définir soimême l’angle d’inclinaison du pédalier.

Le Pedalbay 60 est déjà tout équipé de surfaces en Velcro (côté «velours»), et il est livré avec une sérieuse quantité de pièces Velcro (côté «accrochage») que vous pourrez coller sur la face cachée de vos pédales.

Le cadre de ce Pedalbay 60 permet de loger environ 10 à 12 pédales de format standard (postulons que ce standard correspond aux pédales classiques de Boss et de MXR), et les différents «rails» du cadre sont d’ailleurs montés à la distance correspondant à ce standard. Le maître-mot étant «adaptabilité», ces rails peuvent aussi être montés à des distances différentes.

Sous le Pedalbay 60, on découvre une série de boulons que l’on peut, grâce aux clés Allen livrées, dévisser, déplacer et refixer à d’autres endroits. Mais le pourcentage de chances que vous deviez vous livrer à cette opération est plutôt faible : les rails sont toujours bien réglés, afin d’assurer un soutien plus que satisfaisant pour pratiquement tous les types de pédales.

Toujours en dessous du Peadalbay 60, il y a un endroit prévu pour monter l’alimentation: la place est largement suffisante pour y loger une large gamme de transfos d’alimentation, contrairement à «l’autre marque», qui ne va de pair qu’avec un seul constructeur. Le transfo d’alimentation est maintenu en place grâce à deux larges bandes élastiques, de manière à permettre une installation rapide et flexible, quel que soit le format de ce transfo.

Quand on regarde la qualité de la construction, la possibilité d’adapter pratiquement tout, et en plus, de recourir à toutes les options existantes en matière d’alimentation, il n’y a plus qu’une conclusion possible à tirer : ce Palmer Pedalbay 60 est un candidat en acier trempé ... ou alors, si cela existe, en «aluminium trempé» !

Et c’est encore mieux quand on prend connaissance du prix : ce Pedalbay 60 ne coûte que 119 euros sur le site de Palmer ! Après quelques rapides recherches, on constate que les prix nets se situent plutôt largement en dessous des 100 euros. Et en prime, pour ce prix, on a droit à une solide housse avec une bandoulière avec laquelle vous pouvez vous mettre en route, armé de votre pédalier flambant neuf!

Tout cela pour un tel prix ? C’est à peine croyable ...

MMM

12

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/01

Ibanez Soundgear SRKP-4

BASS

Ibanez Soundgear SRKP-4 BASS GUITAR WITH BUILD IN KAOSS PAD

STIJN DELDAELE

In 2016 zal het precies 65 jaar geleden zijn dat de eerste Fender precision bas werd geïntroduceerd. Het begin van de bevrijding van het hondenhok. Dat was de vergelijking die Leo Fender gebruikte voor de contrabas die groot,log en moeilijk te versterken was. Sindsdien is de elektrische bas geëvolueerd en heb je die in alle maten en vormen. Ibanez is altijd één van die vooraanstaande gitaarproducenten geweest die de elektrische bas verder verbeterden en aanpasten. Denk maar aan de Soundgear reeks die 25 jaar geleden op de wereld werd losgelaten. De Soundgear bas had toen één van de fijnste nekken van de gehele markt beschikbaar waren.

Ibanez heeft altijd blijven innoveren en dit jaar zijn ze met enkele opmerkelijke reeksen gekomen. Deze SRKP-4 is één van die vernieuwende reeksen. Een basgitaar met een ingebouwde Korg Kaoss Pad, dat is deze bas in een notendop.

En 2016, il y aura précisément 65 ans que la Fender Precision Bass a été lancée ... C’était le début de la libération vis-à-vis de la ... “niche du chien” : telle est la comparaison que Leo Fender en personne avait utilisée pour désigner la contrebasse, qui était volumineuse, lourde et donc difficile à transporter. Depuis lors, la basse électrique a évolué, et ce, tant en dimensions qu’en formes variées.

Ibanez a toujours été l’un des constructeurs de guitares de premier plan qui a travaillé sans relâche à améliorer et à adapter la basse aux besoins contemporains.

Ne prenons que la série Soundgear comme exemple, qui avait é t é lancée voici maintenant 25 ans. A l’époque, la basse Soundgear possédait l’un des manches les plus confortables qui existaient sur le marché. Et Ibanez n’a jamais cessé d’innover, de sorte que cette année, la firme a présenté quelques séries par ticulièrement dignes d’intérêt.

La SRKP-4 testée ce mois-ci f a i t partie de ces nouvelles séries.

Une guitare basse dotée d’un pad Korg Kaoss : voilà le projet résumé en une demiligne !

CONCEPT 

Voor degene die niet weten wat de Korg Kaoss Pad inhoudt, dit kleine bakje herbergt maar liefst 100 verschillende effecten die vooral door DJ’s worden gebruikt maar de laatste jaren ook meer en meer door instrumentalisten. Op Youtube zie je experimenten van mensen die hun Kaoss Pad hebben vastgetaped op hun instrument. Als je over een goed gevulde bankrekening beschikt, zou je natuurlijk een custom made basgitaar kunnen laten bouwen, waarin deze Kaoss Pad wordt ingewerkt, maar gelukkig komt Ibanez opzetten met een betaalbaar alternatief. Alles werd mooi geïntegreerd, inclusief de noodzakelijke mini jack aansluiting. Je kan deze basgitaar met of zonder Kaoss Pad gebruiken. Ook is er een ingebouwd distortion effect aanwezig dat je kan fijnregelen. De Kaoss Pad is van een fingerpad voorzien, waarmee je, afhankelijk van het geselecteerde effect, verschillende parameters kan bijsturen (speed, diepte, intonatie…). Een leuk concept dat mij prikkelt om verder te onderzoeken.

CONCEPT 

BOUW 

Op zich is de SRKP-4 heel sober gebouwd. De body heeft de standaard afmetingen van de Soundgear basgitaren en werd uit mahogany vervaardigd, een veel gebruikte houtsoort in de instrumentenbouw, gekend voor zijn warme klank. Hij werd van een zwarte laklaag voorzien, die zo dun werd aangebracht, dat je de houtstructuur nog voelt en ziet. De hals bestaat uit één stuk degelijk maple en werd met 4 bouten aan de body bevestigd. Op het rosewood toetsenbord werden witte positiemarkeringen aangebracht. Allemaal standaard materialen die typisch bij de betere basgitaren zijn terug te vinden.

Hoewel er niet naar exclusiviteit in de uitvoering werd gestreefd, is er absoluut niets aan te merken op de afwerking. Wel speciaal is uiteraard het uit de body weggefreesde deel, waarin je de Kaoss Pad zal aanbrengen. Hiervoor moet je de rug van de Kaoss Pad wegnemen, waarna je hem aan de body kunt vastklikken. Daar zie je ook de 2 mini-jack aansluitingen, waarmee je de Kaoss Pad meteen verbindt met de elektronica van de basgitaar zelf. Zo wordt de Kaoss Pad als het ware één geheel met de bas.

De stemsleutels en brug zijn van eigen makelij, alsook de soapbar pick-up en de actieve elektronica.

Ze werken allemaal naar behoren. Geen aanmerkingen.

Verdere details lichten we toe in de volgende r ubr ie k e n .

Het betreft hier een eenvoudige S o u n d g e a r basgitaar, die van niet te veel toeters en bellen werd voorzien, maar wel zeer effectief functioneert.

HANDLEIDING EN TOEBEHOREN 

Er zijn maar liefst 3 handleidingen meegeleverd bij deze SRKP bas. Er is een standaard handleiding voor alle Ibanez basgitaren waar een woordje uitleg staat over onderhoud en afstelling van je instrument. De tweede handleiding is die van de Korg Kaoss Pad. De derde en laatste handleiding is een speciale handleiding die gemaakt is voor deze bas. Hierin staat beschreven hoe je de Kaoss Pad aansluit op de Ibanez, met een schema van aansluit- en regelmogelijkheden. Gelukkig zijn deze 3 handleidingen heel beknopt en zijn het geen dikke encyclopediëen. Alles staat duidelijk omschreven zodat je in een mum van tijd operationeel bent.

Naast deze handleidingen is er ook nog een jack kabeltje meegeleverd, alsook een inbussleutels om de bas af te stellen. En oh ja, voor ik het vergeet... De Korg mini Kaoss Pad is dus ook inbegrepen, wanneer je deze bas aankoopt. Alles is dus compleet!

14

www.meetmusic.com

Pour ceux qui ne savent pas ce dont est capable le Korg Kaoss Pad, ce petit boîtier contient la modique somme de cent effets différents ! Ils sont avant tout utilisés par les DJ, mais ces dernières années, également par de plus en plus de musiciens. Sur YouTube, on peut se rendre compte des expériences d’une foule de gens qui ont fixé un Kaoss Pad sur leur instrument. Si vous disposez d’un compte en banque confortable, vous vous feriez sans doute construire une basse sur mesure dans laquelle votre Kaoss Pad serait intégré. Mais si ce n’est pas le cas, Korg vient fort heureusement vous proposer une alternative abordable.

Tout a été soigneusement intégré, y compris les mini jacks nécessaires à la connexion. Cette guitare basse peut être utilisée avec ou sans le Kaoss Pad. Il y a aussi un effet de distorsion intégré que l’on peut régler de manière très précise. Le Kaoss Pad est pourvu d’un écran sensitif : suivant l’effet sélectionné, il permet de régler différents paramètres comme la vitesse, la profondeur, l’intonation, etc. Voilà un concept particulièrement intéressant, et cela me stimule à vouloir en savoir plus ...

CONSTRUCTION 

En soi, la SRKP-4 est construite avec une grande sobriété. Le corps arbore les dimensions habituelles des guitares basses de type Soudgear. Il est en acajou, une variété d’essence de bois très utilisée pour les instruments et très connue pour la chaleur de sa sonorité.

Le corps bénéficie d’une finition noire, mais la couche est tellement fine qu’on sent et qu’on voit encore la structure du bois.

Le manche est constitué d’une seule pièce de solide érable, et il est fixé au corps par quatre vis. Sur la touche en palissandre, on a posé les repères de position habituels, de couleur blanche. Tout cela fait partie des matériaux habituellement présents sur les guitares basses de qualité supérieure.

Bien que le but recherché par Ibanez ne soit pas de produire un instrument porteur de caractéristiques exclusives, il n’y a rien à dire de spécial sur la finition. Par contre, ce qui est tout à fait spécifique, c’est la partie fraisée du corps dans laquelle vient se loger le Kaoss Pad. Pour la voir, il faut enlever le Kaoss Pad, que l’on pourra ensuite “reclipser” de nouveau au corps. Au même endroit, on note également la présence de deux mini jacks qui permettent de raccorder en un clin d’œil le Kaoss Pad à l’électronique de la guitare basse. De cette manière, le Kaoss Pad forme pratiquement un tout avec la basse.

Les mécaniques et le chevalet sont produits par la marque elle-même, tout comme le micro de type ‘soapbar’ et l’électronique active. Tout cela fonctionne comme il se doit : vraiment aucune remarque à émettre ... Nous mettrons d’autres détails en exergue dans les paragraphes qui suivent. Nous sommes donc dans ce test en présence d’une “simple” guitare basse Soundgear, exempte de gadgets et autres originalités ... mais cela ne l’empêche nullement de fonctionner avec une belle efficacité.

NOTICE D’EMPLOI ET ACCESSOIRES 

Il n’y a pas moins de trois notices d’emploi qui sont livrées avec cette basse SRKP-4 ! Il y a d’abord une notice d’emploi standard pour toutes les guitares Ibanez, où un mot d’explications est donné concernant l’entretien et le réglage de l’instrument. La deuxième notice d’emploi concerne directement le Korg Kaoss

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

Ibanez Soundgear SRKP-4

BASS

Pad. Quant à la troisième et dernière, il s’agit d’une notice d’emploi spécialement éditée pour cette basse. Y est décrite la manière dont doit être raccordé le Kaoss Pad à l’Ibanez, avec un schéma montrant les connexions et les possibilités de réglage.

Par chance, ces trois notices d’emploi sont très succinctes, loin des épaisseurs d’une encyclopédie !

Tout y est décrit avec clarté, et il ne faut donc qu’un minimum de temps pour être opérationnel. Ah oui, au fait, j’avais oublié : quand vous achetez cette basse, le Korg Mini Kaoss Pad est aussi compris !

L’offre est donc complète ...

CONNEXIONS 

AANSLUITMOGELIJKHEDEN 

We beginnen met de gewone jack aansluiting waarmee je de bas inplugt in de versterker zoals iedere gewone basgitaar. Ernaast heb je een minijack aansluiting waarbij je meteen een koptelefoon kan op aansluiten zodat je in alle stilte kan oefenen.

Je hoeft dus niet meer in te pluggen op je versterker daarvoor. Verder hebben we op de bas nog een rode en een zwarte stereo mini-jack. De zwarte is het signaal van je bas die je naar de Kaoss Pad stuurt, de rode dient voor het uitgaand signaal van de Kaoss Pad. Ibanez heeft het euvel om van mono instrument jack aansluiting naar een stereo minijack aansluiting op deze manier overbrugt. Zo hoef je zelf geen rare constructies te maken om de bas op de Kaoss Pad aan te sluiten.

REGELMOGELIJKHEDEN 

We beginnen met de regelmogelijkheden op de basgitaar zelf. Een master volume regelt het volume van het uitgaand signaal. Met een on/off switch kan je in één beweging de Kaoss Pad muten en het origineel signaal van de bas selecteren. Een ingebouwd distortion effect kan eveneens met een on/off schakelaar geselecteerd worden en verder fijngeregeld met 2 knoppen: Distortion Gain om het distortion signaal met je clean signaal te mixen en Distortion Tone om wat meer presence of hoog toe te voegen, wat de distortion helder en gedefinieerd kan laten klinken. Een aparte toonregeling voor het clean bassignaal is er dan niet aanwezig.

De Kaoss Pad heeft meer te bieden dan alleen het toevoegen van effecten aan je signaal. Je kan er nl. ook sounds van buitenaf mee opnemen en afspelen of externe wave en mp3 files inbrengen en laten spelen, terwijl je ze bewerkt met effecten. Je kan hier dus spreken van een sampler functie. Maar in eerste instantie is hij uiteraard vooral bedoeld voor de effecten. Hiervoor druk je op de FX knop, om de effects modus in te schakelen. Met de hold knop zal je het effect aanhouden - zoniet zal het effectsignaal meteen verdwijnen. Met de + en – slider kan je heel snel door het effectmenu scrollen. Aan de zijkant van de Kaoss Pad kan je z’n uitgaand volume fijnregelen. En met de function knop kan je dan in het menu scrollen en desgewenst het effect nog verder aanpassen. Met al deze regelingen is het geen overbodige luxe dat je ook je favoriete settings kan bewaren.

De Kaoss Pad zal de klankmogelijkheden van de bas dus enorm verhogen, maar uiteraard kan je hem ook los van deze basgitaar gebruiken.

KLANK 

De basisklank van deze bas is absoluut ok, maar je kan hem niet verder afregelen, los van de Kaoss, want er is geen toonregeling voorzien voor het cleane signaal. Misschien kan Ibanez toch nog eens overwegen of hier niets aan gedaan kan worden.

Het ingebouwde distortion kanaal klinkt heel goed en matched absoluut met de meeste effecten van de Kaoss Pad. De mogelijkheid om deze uit te schakelen d.m.v. een switch is alvast een meerwaarde, alsook de regelmogelijkheden voor de distortion klank, waardoor je van heel modderig tot heel helder kan klinken. Zover de bas. Tijd voor de Kaoss Pad. Je kan heel snel van het cleane bassignaal overschakelen naar de Kaoss Pad. Een blend knop, om je cleane signaal in het effects signaal te mixen, zou ik hier een goed idee vinden. Misschien voor een toekomstig, hoger gepositioneerd model? Er zijn effecten die echt super goed werken met deze

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

Commençons par le jack habituel qui permet de raccorder la basse vers un ampli, tout comme on le fait pour une basse “normale”. Juste à côté, il y a un mini jack qui permet de brancher un casque afin de s’exercer dans un silence total. Pour ce type d’activités, il n’y a donc même plus besoin de se brancher sur un ampli !

La basse comporte encore deux mini jacks stéréo : un rouge et un noir. Le noir véhicule le signal d’origine de la basse allant vers le Kaoss Pad, alors que le rouge se charge du signal produit à la sortie du Kaoss Pad. De cette manière, Ibanez a trouvé une solution pour passer du signal mono venant du jack de l’instrument à un signal stéréo. Grâce à cela, pas besoin de se lancer dans de scabreux raccordements entre la basse et le Kaoss Pad!

POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE 

Nous entamerons ce chapitre par les possibilités de réglage de la basse elle-même. Un master volume règle le niveau du signal sortant de la basse. Avec un simple inverseur, on est à même, d’un simple mouvement, de désactiver le Kaoss Pad et de sélectionner le signal d’origine de la basse. Un effet de distorsion intégré peut également être sélectionné via un autre inverseur, pour passer ensuite au réglage fin via deux potentiomètres : le ‘Distortion Gain’ permet de mixer le signal saturé avec le signal d’origine, et le ‘Distortion Tone’, de conférer un peu plus de présence et/ou d’ajouter des aiguës, ce qui rend la distorsion plus claire et mieux définie. Un réglage de tonalité séparé pour le signal d’origine de la basse manque donc à l’appel ...

Le Kaoss Pad a plus à offrir que d’ajouter juste des effets au signal d’origine. Par exemple, on peut enregistrer (puis lire) des sons venant de sources externes, où faire entendre des fichiers de type Wave ou MP3, tout en les manipulant via divers effets. Dans ce cas, on a donc affaire à une fonction d’échantillonnage. Mais bien entendu, le pad est avant tout destiné à fournir des effets à l’instrument.

Pour cela, il suffit d’appuyer sur la touche FX afin de passer en mode “effets”.

Via le bouton HOLD, on maintient l’effet en cours ; sinon, le signal traité disparaît immédiatement. Via les curseurs + et -, on est à même de naviguer très rapidement dans le menu des effets. Sur le côté du Kaoss Pad, on opère le réglage fin de son volume sortant. Et grâce à la touche FUNCTION, on peut naviguer dans le menu et régler l’effet choisi encore plus en profondeur. Compte tenu de toutes ces possibilités de réglage, il n’est pas superflu que l’on puisse aussi mettre ses favoris en mémoire.

Ce Kaoss Pad va donc élargir considérablement les possibilités sonores de la basse, mais bien entendu, il est aussi possible de s’en servir sans la basse.

SON 

Le son de base de cette basse est tout à fait correct, mais on ne peut donc pas le modifier, sauf via le Kaoss Pad, puisqu’il n’y a pas de réglage de tonalité prévu pour le son d’origine. Peut être Ibanez devraitil sérieusement réfléchir s’il n’y a pas quelque chose à faire à ce niveau ... Le canal saturé possède un excellent son et il se “marie” très bien avec la plupart des effets du Kaoss Pad. La possibilité de débrancher le pad via l’inverseur est évidemment une plus-value, tout comme les possibilités de réglage du son saturé, qui peut aller du très “cotonneux” au très clair. Voilà pour ce qui est de la basse. Passons maintenant au Kaoss Pad. Comme cela a déjà été dit, on peut donc passer très vite du son direct de la basse vers celui du Kaoss Pad. Ceci dit, un potentiomètre de mélange permettant de mixer le son direct et le son traité aurait été une bonne idée, me semble-t-il. Mais peut être cela est-il déjà programmé pour un futur modèle, plus

www.meetmusic.com

15

Ibanez Soundgear SRKP-4

BASS

bas, zoals de delays, reverb en mijn favoriet de slicer. De mogelijkheid om met de touchpad de intonatie, speed, rate,… meteen te veranderen is voor mij gewoon helemaal te gek. De laatste 15 van de 100 effecten (zoals de vocoder, noise en synth) lijken me iets minder bruikbaar, vermits ze niet meegaan met de noten van je bas, maar enkel werken met het touchpad. Maar geen nood, er staan nog 85 heel bruikbare effecten ter uwer beschikking, gaande van filters, flangers, phasers,… teveel om op te noemen. De geluidskwaliteit van de effecten is gewoonweg subliem. Als je ze allemaal in stompbox pedalen zou stoppen, weet je al rap hoe laat het is bij het passeren aan de kassa. Kortom, qua sound is deze combinatie van bas en Kaoss Pad 100% geslaagd.

SPEELCOMFORT 

Hoewel ik in dit artikel misschien niet meteen de nadruk leg op de basgitaar zelf, blijft de bespeelbaarheid van het instrument toch erg belangrijk. De actie van de snaren werd goed afgesteld. Ik kon deze bas meteen bespelen zoals hij uit de doos kwam, dus zonder enige noodzaak tot sleutelen. De bas hangt goed in balans en de brede soapbar pick-up biedt een goeie steun voor de duim. Zoals gezegd staat de Soundgear reeks bekend voor hun dunne nekken en dat is hier niet anders. Een fijne nek die uitermate geschikt is om vingervlugge loopjes te spelen.

BUDGET 

Voor een adviesprijs van 444€ incl. BTW is deze SRKP-4 de jouwe. Een zeer rechtmatige prijs, want alleen al de Kaoss Pad kost je gemakkelijk 149€ - de 2S wel te verstaan. En vergeet niet dat hij mooi geïntegreerd wordt in deze bas en je hem er dus niet moet op vast tapen, noch met verschillende tussenstukken moet aansluiten.

De bas zelf is weliswaar een instapmodel uit de Soundgear reeks, zonder veel eigen regelingen, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de Kaoss Pad. Bovendien is dit instrument toch erg goed afgewerkt. Ik vermoed dat Ibanez in een later stadium wellicht nog een hoger gesitueerde Soundgear bas zal koppelen aan de Kaoss Pad, wanneer blijkt dat er voldoende interesse is voor dit concept.

Aan mij zal het niet liggen. Wat mij betreft is dit een schot in de roos.

Voor deze prijs kan je alvast leuk experimenteren, zowel mét als zonder bas.

sophistiqué ? Certains effets fonctionnent particulièrement bien avec cette basse, comme les retards, les réverbes, ainsi que mon favori, le ‘slicer’. La possibilité de modifier au “quart de tour” une intonation, une vitesse, un taux, etc. est pour moi tout simplement fabuleux !

La dernière quinzaine des cent effets (comme le vocoder, le générateur de bruit et le synthé) me semble moins facile à utiliser, étant donné que les notes ne sont pas pilotées par la basse, mais par le touchpad lui-même. Mais ce n’est vraiment pas grave : il reste encor 85 effets disponibles, que ce soit des filtres, des flangers, des phasers, etc. Ils sont vraiment beaucoup trop nombreux pour les nommer tous !

La qualité des sonorités est tout simplement sublime. Et si l’on devait les placer toutes dans des pédales, vous vous rendriez compte de la “cata” en passant à la caisse ! Bref, au niveau du son, cette association d’une basse à un Kaoss Pad est une réussite totale!

CONFORT DE JEU 

Bien que, dans le présent article, je ne mette pas spécialement l’accent sur la basse elle-même, le confort de jeu de l’instrument r e s t e excessivement important.

L’action des cordes est bien réglée, à telle enseigne que j’ai pu jouer sur cette basse directement, telle qu’elle est sortie de la boîte, donc, sans que la moindre adaptation ne soit nécessaire.

Comme cela a déjà été dit, la série Soundgear est bien connue pour la minceur de ses manches, et cela reste d’actualité dans le cas présent: ce manche, très fin, est particulièrement indiqué pour se livrer à toutes sortes de lignes où les doigts “foncent à cent à l’heure”!

BUDGET 

Pour un prix brut conseillé de 444€ TVA comprise, vous pouvez vous offrir cette SRKP-4 ! Un

CONCLUSIE 

Het huwelijk tussen Ibanez en Korg vind ik alleszins geslaagd. Het inspireert je meteen om te experimenteren en muziek te maken. Als je, zoals ik, niet vies bent van het elektronische muziekgenre, zul je je zeker door dit huwelijk aangesproken voelen.

Heel wat moderne rock bassisten zijn behoorlijk gek van Muse, en zijn liefhebbers van funky filter effecten of delays en reverb voor reggae, dub, solo baspartijen, enz… De hedendaagse nieuwe mogelijkheden geven alweer een nieuwe betekenis aan het begrip “sound”. Het komt erop aan voldoende lef te hebben om te blijven experimenteren. Het is natuurlijk wel een investering als je goeie effecten wil aanschaffen, maar met deze SRKP-4 heb je toch een betaalbaar alternatief. Natuurlijk kunnen we wel enkele verbeteringen bedenken: de toevoeging van een aparte toonregeling voor het cleane bassignaal en van een blend knop om beide signalen (clean en Kaoss Pad) te mixen. Maar goed dit zijn slechts details, zeker gezien de prijs/kwaliteitsverhouding.

Dit concept geeft je zonder enige twijfel een waaier aan nieuwe klankmogelijkheden.

Als voldoende bassisten, die bewust met klank en effecten omgaan en niet enkel de speeltechniek, hiermee beginnen experimenteren voorspel ik zelfs een nieuwe stap in de evolutie van de basgitaar sound. Voor het budget moet je het zeker niet laten. Als je de SRKP-4 in de winkel ziet staan, moet je hem echt wel eens proberen. Ik ben ervan overtuigd dat je, naarmate je er meer op speelt, ook meer zin in spelen én componeren zal hebben. En dat is geen geringe verdienste. Ik kijk vol ongeduld naar de toekomst en hoop echt dat dit concept zal doorbreken.

MMM

pro • Concept • Budget • Sound • Mogelijkheden • Inspirerend

• Le concept • Le prix • Le son • Les possibilités • Voilà de quoi renouveler votre inspiration

contra • Nog kleine details als aparte toonregeling voor clean signaal en blend knop om de 2 signalen op mekaar af te mixen

• Pas de réglage de tonalité dédié au signal d’origine de la basse • Pas de potentiomètre de

prix tout à fait légitime, car rien que le Kaoss Pad coûte facilement 149€. Je parle du modèle 2S, évidemment. Et n’oubliez pas qu’il est intelligemment intégré à la basse : nul besoin de recourir à des collages douteux, ni à des adaptateurs de fortune pour les connexions.

La basse elle-même est un modèle d’entrée de gamme de la série Soundgear, sans beaucoup de réglages qui lui sont propres, mais tout cela est largement compensé par la présence du Kaoss Pad. De plus, cet instrument est malgré tout très bien fini. Je suppose qu’à un stade ultérieur, Ibanez a pour projet de coupler un modèle de basse supérieur à un Kaoss Pad, après avoir constaté dans les faits - et les ventes ! - qu’il existe un intérêt suffisamment grand pour ce concept. Ce n’est certainement pas moi qui m’y opposerai : selon moi, c’est un véritable coup dans le mille ! Pour un tel prix, on peut déjà se lancer dans toutes sortes d’expériences, que ce soit avec ou sans basse!

CONCLUSION 

Ce “mariage” entre Ibanez et Korg me paraît réussi à tous égards: un tel outil vous incite immédiatement à vous livrer à diverses expériences et à faire de la musique.

Si, comme moi, vous n’êtes pas fan de musique où l’électronique prend une grande part, vous serez certainement séduit par ce “joli couple” !

Pas mal de bassistes de rock moderne sont assez “branchés” par Muse, et ils apprécient aussi des filtres bien funky, ou du retard et/ou de la réverbe pour le reggae, le dub, les solos de basse, etc. Ces nouvelles possibilités sonores donnent de nos jours une nouvelle signification au mot ‘sound’. Il s’agit avant tout d’avoir le culot suffisant pour continuer à expérimenter avec tous ces sons potentiels.

Naturellement, c’est toujours un investissement quand on veut acquérir des effets de qualité, mais via cette SRKP-4, voilà une alternative abordable. Ceci dit, on peut déjà penser à quelques améliorations: l’ajout d’un réglage de tonalité séparé pour le son d’origine de la basse, et un potentiomètre de mélange pour mixer les deux signaux (basse “pure” et Kaoss Pad). Mais bon, finalement, ce ne sont que des détails, surtout si l’on tient compte du rapport qualité - prix.

Il ne fait aucun doute que ce concept vous donne un éventail de nouvelles possibilités sonores. Si les bassistes les plus réfléchis - ceux qui ont conscience que la musique est aussi affaire de sonorités et d’effets, et pas seulement de technique - commencent à expérimenter avec un tel matériel, je subodore même un nouveau pas, décisif, dans l’évolution du son de la guitare basse. Pour un tel prix, il ne faut vraiment pas rater cette occasion !

Si vous voyez une SRKP-4 à la vitrine d’un magasin, vous devez absolument aller l’essayer : je suis persuadé que, au plus vous l’utiliserez, au plus vous aurez envie de jouer et de composer... et ce ne sera pas là le moindre des mérites de ce concept.

Je suis très impatient de voir ce que le futur nous réserve, et j’espère vraiment que ce concept arrivera à s’imposer...

MMM

16

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

Mapex Armory

maPex armorY

acoustic drums

In de middenklasse moet je als drumbouwer flink je best doen, want de concurrentie is er moordend. Mapex trekt sinds dit jaar “goed bewapend” ten strijde, met de Armory-serie.

Onze testset betreft een zogenaamde StudioEase set-up: een drumkit met een extra diepe bassdrum, een prima snaredrum, twee toms en twee floortoms, samen voor net iets meer dan duizend euro. Daarnaast staan de drums bol van de features die je normaalgesproken al snel een paar honderd euro meer kosten: hybride zeslaags ketels, geïsoleerd opgehangen toms, zwart gecoat ketelbeslag en een luxe hoogglans laklaag. Het mag duidelijk zijn dat Mapex met deze sets vol de strijd aangaat met de sterkste namen in de middenklasse: Tama en Pearl.

UITVOERINGEN

De Armory drumsets (Engels voor wapenkamer) zijn leverbaar in zeven finishes, waarvan er vier verchroomde hardware hebben en drie zwart gecoate hardware. De zwarte coating heeft een matte finish en is volgens Mapex aangebracht met een speciaal proces, dat ervoor moet zorgen dat de hardware veel langer mooi blijft. Tijdens het testen hebben we de set meerdere keren uit elkaar gehaald en, behalve op de floortompoten, was er op geen enkel stukje hardware een beschadiging te ontdekken. Bij de floortompoten waren er na gebruik wat kleine afdrukjes te ontdekken, maar dat is nauwelijks het vermelden waard. Het zwart is bijvoorbeeld veel minder kwetsbaar dan het hoogglanzende zwarte nikkel dat je op sommige high-end drumkits tegenkomt.

Uniek is dat Mapex ook qua hardwarepakketten een keuzemogelijkheid biedt. Alle Armory standaards (die voor deze test helaas niet werden meegeleverd) zijn zowel in zwart als in chroom leverbaar. Het lakwerk op de Armory drums krijgt een dikke voldoende, al is het niet van dezelfde hoge kwaliteit als je op bijvoorbeeld de Saturn tegenkomt. Er is net iets minder geschuurd en gepolijst op de Armory drums, maar dat zie je alleen als je er met de neus bovenop staat.

BOUW

De bassdrum, toms en floortoms van de Armory hebben 7,2 millimeter dikke zeslaags ketels met een binnen- en buitenlaag van berken en tussenliggende lagen esdoorn. Volgens Mapex moet dat de perfecte combinatie tussen de attack van berken en de warmte van esdoorn opleveren. Daarbij is het een mooie bijkomstigheid dat het relatief lichtgekleurde berken zich heel gemakkelijk netjes laat aflakken.

Als je de ketel nauwkeurig bekijkt,

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

drums & Percussion

dennis boxem Dans la catégorie des prix moyens, quand vous êtes constructeur de batteries, vous avez intérêt à vraiment faire de votre mieux, car la concurrence est sans pitié. Depuis cette année, Mapex a affuté ses meilleures armes pour aller au combat : je veux parler de la série Armory.

Notre set de test concerne un ensemble qui a pour nom ‘StudioEase’ : il s’agit d’un set de batterie équipé d’une grosse caisse particulièrement profonde, d’une excellente caisse claire, de deux toms et de deux floortoms, le tout pour à peine un peu plus de 1.000 euros. De plus, les fûts sont bourrés de caractéristiques qui, normalement, devraient avoir pour résultat d’être quelques centaines d’euros plus chers : des fûts hybrides à six couches, des toms suspendus isolés, une finition de l’accastillage à revêtement noir, et une luxueuse peinture brillante. En regardant attentivement ces sets, il est clair que Mapex compte s’engager à fond dans le combat, face aux grands noms dans la catégorie des batteries à prix moyen : Tama et Pearl.

VERSIONS

Les ensembles Armory (ce qui signifie ‘armure’ en français) sont disponibles en sept finitions; quatre d’entre elles ont un accastillage chromé, les trois autres affichant un revêtement noir. Ce dernier possède une finition matte, et suivant Mapex, il est posé suivant un procédé spécial qui est censé garder son éclat beaucoup plus longtemps.

Pendant le test, nous avons démonté le kit plusieurs fois, et, à part les pieds des floortoms, il n’y avait pas la moindre trace de dommages sur l’une ou l’autre pièce de l’accastillage. Sur les pieds des floortoms, après plusieurs utilisations, nous avons découvert quelques marques, mais cela ne vaut pratiquement pas la peine d’être mentionné. Car en fait, le revêtement noir en présence est beaucoup moins vulnérable que les finitions noires nickelées et brillantes que l’on trouve sur des batteries de très haut niveau.

Ce qui est unique, c’est que Mapex offre une possibilité de choisir le type d’accastillage : en effet, tous les modèles Armory standard (qui n’ont malheureusement pas été livrés dans le cadre de ce test) sont disponibles tant en noir qu’en chromé. La peinture des fûts Armory est épaisse et de qualité satisfaisante, mais elle n’est pas de même qualité que celle que l’on rencontre, par exemple, sur les ensembles Saturn. Il y a juste un peu moins de travail de polissage sur les fûts Armory, mais cela ne se voit que si l’on est le nez dessus !

CONSTRUCTION

La grosse caisse, les toms et les floortoms de l’Armory sont des fûts à six couches, d’une épaisseur totale de 7,2 mm ; les couches interne et externe sont en bouleau, et entre les deux, les couches sont en érable. Selon Mapex, c’est la combinaison parfaite entre l’attaque du bouleau et la chaleur de l’érable.

A cela s’ajoute un élément accessoire : on peint le bouleau très facilement étant donné qu’il est de couleur relativement claire.

Si l’on regarde les fûts avec précision, on remarque que les couches internes en érable sont de qualité un peu moindre que les couches - impeccables, celles-là! -

www.meetmusic.com

17

DRUMS & PERCUSSION

MAPEX ARMORY

merk je dat de binnenste lagen esdoorn van iets mindere kwaliteit zijn dan de vlekkeloze berken binnen- en buitenlaag, maar dat mag de pret in deze prijsklasse niet drukken. De draagranden volgen het nieuwe Soniclear-principe, waarbij het snijvlak van de draagrand iets meer naar het midden van de ketel zit. Vellen passen daardoor nog nét iets beter dan al gebruikelijk was bij de Mapex ketels, die traditiegetrouw al een iets kleinere diameter hebben.

De toms hebben een geïsoleerde ophangbeugel die op de twee bovenste punten aan de spanbokken vastzit, terwijl er aan de onderkant van de beugel een rubberen dop tegen de ketel drukt. Dat werkt prima, al is de ouderwetse RIMS beugel wel iets stabieler.

De floortoms zijn van de vloer geïsoleerd door speciale rubberen doppen. Die zorgen ervoor dat ook zij lekker lang doorklinken. De doppen geven de toms wat extra wiebel, maar dit blijft beperkt tot een klein gebied, en ook al sla je erg hard, ze komen niet van hun plek.

KLANK Toms

De klank van de toms en floortoms is vlot en punchy. De toms hebben een stevig en beheerst karakter; snelle en vlotte fills blijven heel goed overeind en het stembereik is groot.

De Armory drums worden, op de snaredrum na, geleverd met Remo UT vellen. Deze enkellaags gecoate vellen zijn de Chinese variant van de Amerikaanse Ambassador, maar de klank is veel minder rijk en open. Deze vellen worden op veel middenklasse drums geleverd, en de meeste van deze sets laten met deze vellen slechts een glimps zien van hoe goed ze kunnen klinken.

Zo niet de Armory, want deze set kan met deze Remo UTs heel goed overweg. Het stembereik is groot, en je hebt een mooi heldere sound met een beheerste sustain. Niettemin klinkt ook de Armory met professionele vellen stukken beter: de klank krijgt nog meer lucht, en zowel op het gebied van de hoge als de lage frequenties wordt er winst geboekt.

De floortoms delen het open karakter van de toms, maar geven door hun extra diepte een iets donkerder klank. Over het geheel genomen zijn toms en floortoms prachtig in balans.

SON

Toms

Le son des toms et des floortoms est vif et plein de punch. Ces toms ont un caractère puissant et maîtrisé ; des fills très rapides donnent très bien, et la portée est longue. A part pour la caisse claire, les fûts Armory sont livrés avec des peaux Remo UT. Ces peaux à une seule couche et avec coating sont en fait la variante chinoise du modèle américain Ambassador, mais leur son est beaucoup moins riche et ouvert. Ces peaux sont livrées avec beaucoup de batteries de qualité moyenne, et la plupart de ces sets, munis de telles peaux, n’arrivent qu’à montrer une infime partie de ce dont ils sont capables d’un point de vue sonore.

Mais ce n’est pas le cas avec l’Armory, car ce set “sonne” très bien avec ces peaux Remo UT. La portée est grande, et on obtient un joli son clair doté d’un sustain bien maîtrisé. Néanmoins, avec des peaux professionnelles, l’Armory a un son encore nettement meilleur : le son est encore plus aéré, et que ce soit au niveau des fréquences hautes ou basses, le bénéfice est incontestable.

Les floortoms partagent le caractère ouvert des toms, mais en raison de leur plus grande profondeur, ils produisent un son un peu plus sombre. Globalement, les toms et les floortoms produisent un son bien équilibré.

Grosse caisse

De testset heeft een extra diepe 22”x20” bassdrum. Die extra diepte zorgt er meestal voor dat de bassdrum een zogenaamde ‘one trick pony’ wordt: hij kan één ding, en dat kan hij heel erg goed. Bij deze bassdrum is dat niet anders. Hij geeft een prachtige diepe en donkere dreun die genoeg laag heeft om bij een kroeg-gig de glazen achter de bar te laten rammelen, maar iets anders krijg je er vrijwel niet uit. De sustain kan korter door iets hoger te stemmen; de klank kan droger door er wat demping in te doen; maar hoe dan ook, hij blijft laag en stevig. Mocht dat zijn wat je in een bassdrum zoekt, dan zit je met deze set helemaal goed. Is dat niet het geval, dan is het goed om te weten dat Mapex dezelfde set-up ook met een 18” diepe bassdrum kan leveren.

Le set du test possède une grosse caisse de 22” x 20”, ce qui est une profondeur importante. La plupart du temps, cette profondeur supplémentaire sert à ce que cette grosse caisse se “spécialise”: elle n’est capable que de faire une seule chose, mais elle le fait très bien, et il en va de même pour cette grosse caisse. Elle émet des “grondements” sombres, d’une belle profondeur, avec assez de basses pour faire trembler les verres derrière le comptoir lors d’un concert dans un café. Mais faire autre chose, elle en est incapable.

Son sustain peut être raccourci en l’accordant un peu plus haut, et le son peut devenir plus sec en collant un peu de matière absorbante, mais quoi qu’il en soit, le son reste puissant et grave. Si c’est cela que vous recherchez dans une grosse caisse, vous avez trouvé ce qu’il vous faut. Mais si tel n’est pas le cas, il est bon de savoir que Mapex livre la même configuration avec une grosse caisse de 18” de profondeur.

Snare

Caisse claire

Bass

De Armory drumkit wordt natuurlijk geleverd met een snaredrum uit de Armory snaredrumserie. In dit geval is dat de 14”x5½” Tomahawk, een snaredrum met een metalen ketel.

Dat het hier de gewone Tomahawk betreft (die in zijn eentje al bijna een kwart van de drumkit kost), blijkt als de drumkit uit de doos komt. Tussen alle bruine kartonnen dozen zit namelijk dezelfde fullcolor doos waarin de losse Tomahawks worden geleverd.

De Tomahawk is een keurig afgewerkte snaredrum met een donker verchroomde ketel, afgezet met mooi gestileerde spanpijpen. De spanranden zijn 2,3mm dik, er zijn tien spanbouten per vel én de trommel is

18

interne et externe de bouleau, mais dans cette gamme de prix, il ne faut pas bouder son plaisir. Les cercles suivent le nouveau principe ‘Soniclear’, où la surface du cercle se situe un peu plus vers le milieu du fût. Grâce à cela, les peaux sont encore un peu mieux placées que d’habitude sur les fûts Mapex, qui, selon la tradition, ont un diamètre un peu plus petit.

Les toms ont une suspension isolée qui, en leurs deux points supérieurs, sont fixés aux coquilles, tandis que sur la partie inférieure du support, une pièce en caoutchouc fait pression sur le fût. Cela fonctionne parfaitement, et la pièce RIMS, un peu vieux jeu, est un peu plus stable.

Les floortoms sont isolés du sol par des par des capuchons spéciaux en caoutchouc. Ils servent à ce que les toms résonnent avec une agréable longueur. Ces capuchons font que les fûts ont un peu plus la “bougeote”, mais cela reste limité, et même si l’on frappe très fort, ils ne bougent pas de leur place.

www.meetmusic.com

Cet ensemble Armory est évidemment livré avec une caisse claire de la série des caisses claires Armory. Dans le cas qui nous occupe, il s’agit d’une Tomahawk de 14” x 5½”, une caisse claire à fût d’acier. Il s’agit ici d’une simple Tomahawk (qui en soi coûte déjà presqu’un quart de l’ensemble), et cela se voit quand on ouvre la boîte de l’ensemble. En effet, parmi toutes les boîtes de carton brun, on remarque la même boîte très colorée dans laquelle sont livrées les Tomahawks séparées.

Cette Tomahawk est une caisse claire soigneusement finie, avec son fût chromé de couleur sombre, avec ses tirants traversants stylisés. Les cercles ont une épaisseur de 2,3 mm, il y a dix tirants par peau et le fût est équipé de peaux Remo professionnelles américai-

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

MAPEX ARMORY

DRUMS & PERCUSSION

uitgerust met professionele Amerikaanse Remo vellen. Dat merk je meteen in de klank en het stemgedrag.

De Tomahawk heeft een lekker scherpe sound met een venijnige bite. De trommel heeft heel wat muzikaal hoog, maar dat zit niet snel in de weg. Wil je er toch vanaf, dan volstaat een stukje tape. Laaggestemd kun je met wat demping een mooie seventies klank uit de Tomahawk halen, maar hij klinkt op z’n best bij een gemiddelde tot knetterhoge stemming.

Dan geeft hij een mooie stevige crack die je met een rimshot nog eens extra kunt aanzetten. Ook rimclicks klinken vol en breed. Het maakt de Tomahawk tot een heerlijke snaredrum die zich in veel situaties thuis voelt.

nes. Cela se remarque tout de suite dans le son et le comportement : cette Tomahawk possède un son agréablement tranchant, avec une sorte de “mordant vénéneux”.

Le fût possède aussi beaucoup d’aiguës, très musicales, mais cela ne pose pas de problème immédiat. Si l’on veut néanmoins les diminuer, il suffit d’apposer un peu de ‘tape’. En accordage grave, avec un peu de matière absorbante, on peut tirer de la Tomahawk un beau son de type “seventies”, mais elle est plutôt au ‘top’ en accordage moyen, voire très aigu. On est alors gratifié d’un beau et puissant “crac” que l’on peut encore mieux mettre en valeur avec un rimshot. Les rimclicks ont eux aussi un son plein et ample.

Tout cela fait de la Tomahawk une caisse claire magnifique, et qui se sent à l’aise dans pas mal de situations.

CONCLUSIE

CONCLUSION

DE FEITEN

LES FAITS

Mapex zet met de Armory een eigentijds klinkende set neer met een prima afwerking en een werkelijk messcherpe prijs.

De prima snaredrum is wat dat betreft nog een extra bonus. Met de Armory kit kun je, afhankelijk van de gekozen set-up, alle kanten op. De testset is door de extra diepe bassdrum echt een rocker, maar de toms en snaredrum zijn veelzijdig genoeg om er in elke stijl mee uit de voeten te kunnen.

• 7,2mm dikke zeslaags ketel • binnen- en buitenlaag van berken met daartussen esdoorn de testset (StudioEase set-up) • 22”x20” bassdrum • 10”x7”, 12”x8” toms • 14”x12” en 16”x14” floortoms • 14”x5½” stalen Tomahawk snaredrum • Transparent Black laklaag met zwart gecoate hardware • geleverd met 2 losse tomhouders en 2 multiklemmen • prijs: € 1.047,• ook verkrijgbaar in Transparent Walnut, Photon Blue, Arctic White en Cordovan Red met chromen hardware, of Mantis Green en Magma Red met zwarte hardware MMM

Cette batterie Armory de Mapex est un ensemble au son contemporain, doté d’une très belle finition et d’un prix particulièrement étudié.

Et l’excellente caisse claire jointe est un atout supplémentaire. Avec un ensemble Armory, quel que soit le kit choisi, vous pouvez aller dans toutes les directions musicales. Le set du test, en raison de sa grosse caisse très profonde, est fait pour le rock, mais les toms et la caisse claire sont suffisamment polyvalents pour vous permettre de vous lancer dans n’importe quel style !

• Fûts d’une épaisseur de 7,2mm, à six couches • Couches intérieure et extérieure en bouleau, avec de l’érable entre les deux Composition du set de test (StudioEase set-up) • Grosse caisse de 22” x 20” • Toms de 10” x 7” et de 12” x 8” • Floortoms de 14” x 12” et de 16” x 14” • Caisse claire en acier Tomahawk de 14” x 5½” • Couleur noire transparente, avec accastillage noir mat • Livré avec 2 supports de toms séparés et 2 clés multiples • Prix : 1.047 euros • Disponible aussi en Transparent Walnut, Photon Blue, Arctic White et Cordovan Red (avec accastillage chromé), ou en Mantis Green et Magma Red (avec accastillage noir) MMM

pro • puntige, eigentijdse klank • groot stemgemak • keurige afwerking

• Le son, “pointu” et contemporain • La grande aisance sonore • La finition soignée

contra • bassdrum kan maar één ding (maar dan wel erg goed)

• La grosse caisse ne sait faire qu’une chose (mais elle le fait bien)

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

www.meetmusic.com

19

KEYBOARD INSTRUMENTS

Yamaha CP4

Yamaha CP4 STAGE PIANO

LUC HENRION

Voor de trouwe lezers van Meet Music Magazine, de conclusie van de review van de Yamaha CP40 vormt een goede samenvatting van het nu volgende artikel. Ik had toen al vermeld dat de CP40 een oudere broer heeft die zeer interessante kenmerken in huis heeft. En het goede nieuws is: vandaag heb ik dat grotere broertje voor mij staan!

Pour les lecteurs fidèles de Meet Music Magazine, la conclusion du précédent test du piano Yamaha CP40 constitue un excellent résumé de l’article qui va suivre. J’avais en effet déjà signalé que le modèle CP40 avait un frère aîné dont les caractéristiques étaient pour le moins alléchantes. Bonne nouvelle donc : aujourd’hui j’ai devant moi ce grand frère!

CONSTRUCTIE

CONSTRUCTION

Net zoals bij de CP40 heeft deze CP4 een zeer traditioneel design, zeer klassiek. Yamaha wou duidelijk een tijdloze look creëren in plaats van zomaar alle modetrends te volgen. Geen kleuren te bekennen. Alles is zwart en het bovenpaneel is afgewerkt met kunstleer. Het wordt gescheiden van het klavier door een dunne aluminium lat die er alleen maar uit decoratieve overwegingen zit. Ze zorgt er echter wel voor dat het geheel er heel stevig uitziet. We komen heel wat meer knoppen tegen dan op de CP40. En dat staat ongetwijfeld voor heel wat meer mogelijkheden.

De wieltjes voor modulatie en pitch zitten op het bovenpaneel en niet naast het klavier om de afmetingen binnen de perken te houden.

Rond de volumeknop zitten niet twee, maar drie selectieknoppen en bijhorende schuiven: split, layer en main (solo). Als we even met de CP40 vergelijken, zien we hier al meteen een extra mogelijkheid: gelijktijdig gebruik maken van split en layer. De rest van het dashboard lijkt als twee druppels water op dat van de CP40. Ten eerste zijn er de functies opnemen/afspelen en die van transponeren, editing, etc. Tot slot zien we hetzelfde scherm als op de CP40 (blauw, backlit, twee keer 40 karakters). Aan de rechterkant zit de rotary encoder met daarrond navigatiepijlen en niet twaalf, maar liefst zestien selectieknoppen voor klanken. Of liever: klankenfamilies. Daaronder vinden we niet minder dan drie families piano’s en drie van elektrische piano’s. De toon is gezet!

Om dit overzicht af te sluiten: de uitgang heeft een vijfbands-EQ (twee meer dan op de CP40).

Bovendien heeft deze CP4 exact dezelfde afmetingen: 133 x 35 x 16 cm. Hij weegt slechts één kilogram meer: 17,5 kilogram. Dat is zeer licht! Vooral als je weet dat deze CP4 een klavier heeft met houten toetsen, en de CP40 niet. Als bonus zijn de witte toetsen voorzien van imitatie-ivoor.

Knap! Deze Natural Wood Graded Hammer (of NWGH) is echt een groot succes. Nu we het er toch over hebben, zou ik graag even dieper ingaan op wat “graded” precies wil zeggen. De bastoetsen voelen letterlijk zwaarder aan dan de hoge toetsen. Waarom? Gewoon om te simuleren hoe een echte piano aanvoelt. Het is eigenlijk vrij eenvoudig: de hamers slaan altijd op de snaren, niet vanop dezelfde afstand van de brug, maar op een afstand evenredig met de lengte van de snaar. Bijvoorbeeld: op mijn babyvleugel varieert die afstand van ongeveer 20 cm in de lage toten tot ongeveer 3 cm in de hoge tonen. Daarom is de hefboom die de hamer bedient helemaal anders. En daardoor het gewicht dus ook. Is dat hier merkbaar? Absoluut! Als je het wil testen, kruis je handen eens en speel eens met je linkerhand op de hoge tonen en met je rechterhand op de lage. De ene kant voelt plots enorm zwaar aan, terwijl de andere kant abnormaal licht lijkt.

Dit gezegd zijnde, laten we eens kijken naar de aansluitingen op de achterkant. Het is leuk om zien dat de voeding is ingebouwd in de piano. Geen losse adapters, maar wel een standaard IEC-aansluiting. Dat is het eerste goede nieuws. Waar we ook blij mee zijn, is de aanwezigheid van twee XLR-aansluitingen, elk vergezeld van jacks. Dat is zeer “pro”! We moeten niet met DI-boxen werken. De stereo hoofdtelefoonuitgang is met een gewone jack. De AUX-ingang is dan weer met mini-jack. Een keuze waar we het dadelijk over zullen hebben. Voor de rest zijn er, zoals op de CP40, twee MIDI-aansluitingen (geen “Thru” echter) en niet drie, maar vier aansluitingen voor pedalen: “switch”, sustain” en “assignable” en ook twee voor controlerpedalen.

Verder zien we nog twee USB-poorten, een “to host” en een “to device”.

MOGELIJKHEDEN

Je moet tevreden zijn met 433 “voices”, te combineren in 128 “performances” en 128-stemmige polyfonie. Net zoals op de CP40 beschikken we hier over reverb en chorus (op de master) en individuele effecten. Zo zijn er 62 soorten (226 presets) en een algemene compressor en vijfbandsEQ. Geloof me, vijfbands is veel!

Het USB-opnamesysteem is identiek aan dat van de CP40. Maar we zien hier wel een metronoom, en geen sequencer. Dat is volgens mij een schande. OK, de USB-mogelijkheid is er, dat compenseert het enigszins. De CP4 heeft meer mogelijkheden dan de CP40, waaronder de mogelijkheid om tegelijkertijd de layermodus en de splitmodus te gebruiken. Dat verrijkt het reeds overvloedige klankenpallet gevoelig. Ik heb zelfs gemerkt dat sommige programma’s twee tonen tegelijkertijd combineren (strijkers en fluit, bijvoorbeeld) of dubbele klavecimbel (waarbij de koppeling van twee klavieren wordt gereproduceerd, een mogelijkheid die effectief bestaat op het oorspronkelijke instrument). Kortom, een rijkdom aan geluid!

Met twee wieltjes kan de CP4 ook perfect dienst doen als masterkeyboard met vier MIDI-zones.

De parameters zijn allemaal afzonderlijk in te stellen: MIDI-kanaal, transponeren, programmawijzigingen, volume, enzovoort. Er is geen aftertouch, maar zoals ik dat bij de CP40 ook al aanhaalde, is dat vrij gangbaar bij dit type “zwaar” keyboard. Het is geen keyboard om de “keytar-held” mee uit te hangen.

RESPONS EN KLANKEN

Het verschil met de CP40: een paar presets meer en er zijn twee pianofamilies meer. Daarnaast is er CFX en S6. Laten we beginnen met te zeggen dat we volgens mijn mening meer dan genoeg krijgen. Het zijn absoluut mooie klanken, vol karakter en ze klinken écht. Voeg daarbij een klavier met houten toetsen en je begrijpt waarom een pianist van het kaliber Chuck Leavell deze

20

www.meetmusic.com

Tout comme le CP40 donc, le CP4 est très traditionnel de design, très « classique ». Du propre aveu de Yamaha, on souhaitait fabriquer un « timeless design », et non pas suivre la mode du jour. Pas de couleurs, rien que du noir, et le panneau supérieur est garni de simili-cuir. Il est séparé du clavier par une fine latte d’aluminium, seule concession décorative, et qui confère une impression de solidité accrue. On y trouve davantage de commandes que sur le CP40, ce qui correspond fort logiquement à des caractéristiques supplémentaires. Les molettes de pitch et de modulation sont placées sur ce panneau supérieur et non à côté du clavier, afin des maintenir des dimensions raisonnables.

Le bouton rotatif de volume côtoie non plus deux mais trois boutons de sélection et les curseurs de niveau associés : split, layer et main (solo). Par rapport au CP40, on notera donc une première différence, la possibilité d’utiliser simultanément un « split » et un « layer ». Le reste du tableau de bord ressemble comme deux gouttes d’eau à celui du CP40, Tout d’abord les fonctions d’enregistrement et de lecture audio, puis celles de transposition, édition et autres utilitaires, et enfin l’écran, identique à celui du CP40 (bleu, rétro-éclairé, de deux fois 40 caractères). A droite de l’écran l’encodeur rotatif entouré de ses flèches de navigation, et puis non pas douze mais seize boutons de sélection de sonorités. Ou plus exactement de familles de sonorités, dont pas moins de trois familles de pianos et trois familles de pianos électriques.

Le ton est donné.

Et pour conclure ce tour d’horizon, l’égaliseur de sortie a reçu cinq bandes, deux de plus que le CP40 donc. Par ailleurs, le CP4 a exactement les mêmes dimensions que le CP40 (133 x 35 x 16 cm) et ne pèse guère qu’un kilo de plus: 17,5 kg, ce qui est extrêmement léger, surtout si l’on considère que, contrairement au CP40, le CP4 possède un clavier avec de vraies touches en bois! En prime le revêtement des touches blanches est une imitation d’ivoire. Remarquable.

Ce « Natural Wood Graded Hammer » (ou NW-GH) est vraiment une réussite totale. Suite à des conversations récentes, je me permets de détailler un petit peu cette notion de « graded ».

Qu’est-ce que cela signifie exactement ? Que les touches des basses sont plus « lourdes » que celles de l’aigu. Et pourquoi ? Tout simplement pour simuler ce qui se passe avec un vrai piano ! C’est assez simple en fait : les marteaux doivent toujours frapper les cordes non pas à la même distance par rapport au chevalet mais à une distance proportionnelle à la longueur de la corde. A titre d’exemple, sur mon demi-queue cette distance varie entre environ 20 cm dans le grave et 3 cm seulement dans l’aigu. Par conséquent la longueur du levier actionnant le marteau est très différente. Et du coup, le poids aussi. Voilà la raison de ce « graded ». Et c’est perceptible ? Absolument ! Si vous voulez faire le test, croisez les mains, vous sentirez que l’aigu du piano joué à la main gauche semble très « léger », et, à contrario, le grave, très « lourd » à la main droite.

Après cette petite digression, venons-en aux connexions, rassemblées sur le panneau arrière comme de coutume. Ce qui fait tout de suite plaisir est de constater que l’alimentation a été intégrée au piano : pas de transfo, un simple connecteur IEC standard. Première bonne nouvelle.

Seconde bonne nouvelle, la présence de deux prises XLR en complément des jacks. Très « pro » !

Pas besoin de DI-box. La sortie écouteurs est sur jack stéréo de grandeur normale, par contre l’entrée auxiliaire est sur mini-jack stéréo, un choix qui se discute… Pour le reste, comme sur le CP40 on trouve deux prises MIDI (pas de « thru » donc), et non pas trois mais quatre jacks pour pédales : deux pour pédales « switch »: « sustain » et « assignable » et deux pour pédales continues « controller ». Mentionnons encore les deux prises USB, une « to host », et une « to device ».

POSSIBILITÉS

Il faudra vous contenter de 433 « voix » combinables dans 128 « performances », excusez du peu ! La polyphonie est de 128 notes. Tout comme sur le CP40, on dispose d’effets de réverbération et de chorus (généraux) et des effets individuels de 62 types (226 presets) ainsi qu’un compresseur global et l’égaliseur cinq bandes. Et cinq au lieu de trois, c’est beaucoup, croyez-moi.

Le système d’enregistrement USB est en tous points identique à celui du CP40, on note donc la présence d’un métronome mais l’absence d’un séquenceur, ce qui est un peu dommage à mon point de vue, mais la prise USB est là, qui compense cette absence.

Les possibilités du CP4 dépassent celles du CP40 notamment sur la possibilité d’utiliser à la fois un mode « layer » et un mode « split », ce qui enrichit considérablement la palette sonore déjà copieuse. J’ai même remarqué quelques programmes associant d’emblée deux sonorités (cordes et flûte par exemple) ou des clavecins doubles (ce qui reproduit l’accouplement de deux claviers, possibilité qui existe effectivement sur l’instrument d’origine). Bref, une grande richesse de sonorité.

Avec ses deux molettes, le CP4 peut également prétendre au titre de clavier maître, avec quatre zones MIDI, dont tous les paramètres sont réglables indépendamment : canal MIDI, transposition, programme change, volume, etc, etc… Pas d’’aftertouch, mais comme je le faisais remarquer pour le CP40 c’est relativement courant pour ce type de clavier « lourd », ce n’est pas un clavier à porter en bandoulière pour jouer au « keytar hero »!

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

KEYBOARD INSTRUMENTS

Yamaha CP4

piano gebruikt bij de Stones.

Voor de rest kan ik teruggrijpen naar wat ik schreef over de CP40. Ik ga mezelf hier dus even citeren: “Als we het over de techniek en het geluid hebben, kan ik dit samenvatten door te zeggen dat Yamaha heeft gekozen voor efficiëntie en kwaliteit boven innovatie. Voor akoestische piano’s (zoals de Yamaha CFIIIS) werd de AWM2 (sampling) gekozen, maar zoals we hierboven konden lezen gaan ze ver in hun drang naar perfectie. Het resultaat is dan ook super! Ik heb al de mogelijkheid gehad om op een echte CFIIIS te spelen en ermee op te nemen. Wel, ik kan u verzekeren: dezelfde diepte en helderheid vinden we ook hier terug. We merken op dat sommige presets bewust mono zijn gehouden. En dat is goed, want wanneer het geluid zelf mono is, kan stereo een probleem vormen.

Voor de sounds van de CP80 (ook van Yamaha) is de techniek identiek en het resultaat even succesvol. Voor de simulaties van de Fender Rhodes en de Wurlitzer daarentegen, gebruikt Yamaha een techniek die luistert naar de naam “Spectral Component Modeling”. Ook hier is het resultaat prachtig. Maar, voor de simulatie van de DX7 heeft Yamaha teruggegrepen naar AWM2 en daarover kan ik mijn teleurstelling moeilijk verbergen. Een van de charmes van frequentiemodulatie is net de zeer rijke harmonische evolutie in functie van de snelheid. Hier is deze simpelweg uitgewist door sampling. Dat was het probleem bij de vorige modellen en helaas is daar ondertussen niets aan gedaan. Dit fenomeen is soms ook merkbaar voor ander geluid (bijvoorbeeld gitaar). Maar, begrijp met niet verkeerd: dit is echt maar bij bepaalde geluiden. De CP40 is trouwens niet de enige piano die daar last van heeft. In feite heeft elk toestel dat sampling gebruikt dit probleem. Op dit moment staat de modelingtechnologie echt zo ver dat dit euvel toch makkelijk overwonnen zou moeten kunnen worden. Voor de CP40 vertrouwt Yamaha voorlopig nog op de bewezen technologieën in plaats van zich op onbekend terrein te begeven. Een keuze die we moeten respecteren.

Toch hebben we hier voor een betaalbare prijs een goede piano met een enorm scala aan geluiden. Over geluid gesproken: de CP40 voldoet niet aan de norm van General Midi (GM). De klanken staan in een andere volgorde en in tegenstelling tot GM, dat 16-kanaals is, kan de CP40 maar twee verschillende klanken tegelijk verwerken. Daarentegen beschik je over maar liefst 128 conventionele GM-geluiden, waaronder soms wel erg bijzondere geluiden zoals een helikopter of een shotgun. Niet dat ik daar ooit behoefte aan heb gehad, maar je weet nooit!

Onnodig te zeggen dat alle geluiden, zonder uitzondering, van het niveau zijn dat je van Yamaha kan verwachten en dat alles wat met het klavier te maken heeft, van zeer goede kwaliteit is. Als purist wil ik wel even wijzen op het geluid van de klavecimbel dat reageert op de aanslagsnelheid. Dat is een contradictie, want net daarom is nadien de “pianoforte” uitgevonden. Ik weet het, ik ben een kommaneuker...

Daarentegen wil ik Yamaha dan weer een pluim geven voor de kwaliteit van de percussiegeluiden. Nog een positieve noot: de effecten! Yamaha toont nog maar eens dat ze haar plek in de wereld van de professionele audio weet af te dwingen.

Iets dat ik zeker nog even wil belichten, is de compressor die over de volledige uitgang van de EQ zit. Hij stelt je in staat om een groot dynamisch bereik te hebben. Op

het podium tussen de wall of sound van drums, elektrische gitaren en basgitaren, is de compressor het geheime wapen.

En als extra bonus hebben we hier te maken met een mult i-ba nd compressor.

Dit wil zeggen dat de parameters verschillend zijn in de hoge tonen, de mids en de lage tonen. Net zoals een compressor die gebruikt wordt in een masteringstudio. En zoals alles bij de CP40, zijn de standaardinstellingen goed, hoewel alle parameters aanpasbaar zijn en kunnen worden opgeslagen.”

PRIJS

Je krijgt hem niet voor niets, dat weten we allemaal. Kwaliteit heeft nu eenmaal zijn prijs. Toch is de meerkost niet zo groot als ik eerst gevreesd had. Voor 2.418,80 euro (incl.

BTW) haal je de CP4 in huis. Dat is minder dan een kleine piano uit het lage segment, en je krijgt er een instrument uit het topklasse segment voor in de plaats.

BESLUIT

Het was te voorzien. Zelfs voor ik hem zelfs had aangeraakt, alleen al met die karakteristieken en vergeleken met de CP40, zag ik dat de CP4 potten zou breken. En de concurrenten pijn doen, dat zal hij zeker! Yamaha beweert hier de beste stage piano te hebben gemaakt.

En ik spreek ze niet tegen, dit is een wonderlijk instrument.

MMM

22

pro • Uitzonderlijke geluidskwaliteit (vooral de pianoklanken) • Uitstekend klavier met echte houten toetsen en imitatie-ivoor coating • Professioneel op alle vlakken

RÉPONSE ET SONORITÉS

Seule et unique différence sur le plan des sonorités par rapport au CP40: quelques presests de plus et surtout, il y a deux familles de piano en plus, un CFX et un S6. Disons-le d’emblée: ça suffirait entièrement, à mon point de vue, pour faire le choix du CP4 ! Ce sont des sons de piano absolument magnifiques, pleins de caractère et de réalisme. Ajoutez à cela le clavier avec les vraies touches en bois en on comprend qu’un pianiste de la réputation de Chuck Leavell l’utilise par exemple avec les Stones !!! Superbe.

Une fois n’est pas coutume, comme tout le reste est identique au CP40, pour la facilité du lecteur, je vais me citer moi-même… voici ce que j’écrivais pour le CP40: Si on devait résumer la situation je dirais que, pour la technique de génération du son, Yamaha a choisi de privilégier l’efficacité sur l’innovation. Pour le piano acoustique (un CFIIIS Yamaha donc), c’est le procédé AWM2 (échantillonnage) habituel de Yamaha qui a été choisi, mais comme on l’a vu avec les paramètres cités plus haut, poussé très loin dans son approche de la perfection.

Résultat impeccable. Pour avoir eu l’occasion de jouer et d’enregistrer plusieurs « vrais » CFIIIS, je puis vous assurer qu’on reconnaît bien les (belles) propriétés du piano en question : profondeur et brillance sont au rendez-vous. A remarquer parmi les différents presets, quelques-uns sont délibérément « mono », et c’est une très bonne idée: lorsque la sono elle-même est mono ou que la stéréo est problématique, voilà qui peut tirer d’affaire, j’aime beaucoup!!!

Pour le piano électrique CP80, de Yamaha toujours, la technique est identique (AWM2) et le résultat tout aussi réussi.

Pour les simulations de Fender Rhodes et de Wurlitzer par contre, Yamaha a utilisé ce qu’ils appellent du « Spectral Component Modeling », qu’on pourrait traduire par « modélisation des composantes spectrales », bref, de la modélisation et non de l’échantillonnage. Ici encore, c’est un sans-faute, les sonorités sont superbes.

Pour la simulation du DX7 par contre, Yamaha est revenu à l’AWM2 et là, je ne puis cacher une petite déception.... Un des charmes de la modulation de fréquence est l’évolution harmonique extrêmement riche en fonction de la vélocité. Ici c’est assez platement gommé par l’échantillonnage : on entend nettement le passage brutal d’un échantillon à telle vélocité, à un autre à la vélocité au -dessus. C’était déjà le cas sur des modèles antérieurs, et malheureusement cela n’a guère été amélioré ici. Ce phénomène est perceptible parfois pour d’autres sonorités également (guitare par exemple) mais ne me méprenez pas : heureusement c’est très rare. A chacun de juger si c’est gênant ou non, et le CP40 est loin d’être le seul instrument à exhiber cet artefact, inhérent en fait à tous les claviers basés sur de l’échantillonnage, mais je devais tout de même le signaler. A l’heure actuelle, la technologie de modélisation avance à pas de géant et permet justement de contourner cet obstacle – mais bien sûr, non sans en rencontrer d’autres. Pour le CP40, Yamaha a donc choisi de tabler sur des technologies éprouvées plutôt que de s’aventurer en terra incognita. Choix respectable. Et qui permet, à moindre coût, de fournir une palette impressionnante de sonorités, souvent impressionnantes elles-mêmes. En parlant de sonorités, le CP40 ne se conforme pas au standard « GM », les sonorités sont dans un autre ordre et il ne peut de toute façon produire que deux sonorités simultanées et non 16, donc c’est un moindre mal. Par contre il possède à peu près toutes les 128 sonorités conventionnelles »GM », et même bien davantage, tout en faisant l’impasse sur des sons très dispensables tels que « helicopter » ou autres « shotgun » dont je n’ai jamais eu l’usage, merci Yamaha !!! Voilà, une fois de plus, un choix extrêmement judicieux!

Inutile de préciser que toutes les sonorités sans exception sont au niveau de qualité qu’on attend de la part de Yamaha ; et tout ce qui est « clavier » en particulier est quasiment irréprochable. Comme puriste je me permets de faire remarquer qu’un son de clavecin qui répond à la vélocité est un contresens (c’est pour cela qu’on a inventé plus tard le « pianoforte »!!!) mais je sais que je suis un coupeur de cheveux en quatre! Et qu’on peut corriger cela via les différents paramètres. Par contre je donne une mention spéciale pour la qualité des sons de percussion: voilà des sons de batterie qui ont une « pêche » d’enfer!

Autre mention spéciale: les effets; Yamaha, ici encore, peut faire valoir sa longue expérience en audio professionnel et cela se remarque.

Un des points à souligner est le compresseur de sortie qui complète l’égaliseur: voilà encore un point fort de l’instrument: si, chez soi, quand on joue seul, on peut se permettre d’avoir de grandes variations de dynamique, sur scène c’est tout autre chose; quand il s’agit de se frayer un chemin dans le mixage au milieu d’un mur sonore de batterie, de guitares électriques et de basse, le compresseur est l’arme salvatrice! Et ici, en prime il s’agit d’un compresseur multi-bandes, autrement dit dont les paramètres sont différents dans l’aigu, le médium et le grave, exactement comme les compresseurs utilisés en studio de mastering, ni plus ni moins. Et, comme pour tout le reste, si le CP40 propose des réglages par défaut qui sont de très bonne qualité, tous les paramètres sont accessibles, modifiables et mémorisables.

• Qualité sonore exceptionnelle des sons, de piano en particulier • Excellent clavier avec touches en bois et revêtement imitation ivoire • Professionnel à tous points de vue

contra • De prijs (maar die is volledig gerechtvaardigd)

www.meetmusic.com

• Le prix, mais pleinement justifié

PRIX

On n’a rien pour rien évidemment, la qualité se paie. Le professionnalisme aussi. Malgré tout, l’addition n’est pas aussi salée qu’on aurait pu le craindre: le CP4 sera à vous pour €2418,80 TVA c. C’est moins qu’un petit piano droit de bas de gamme, et vous avez ici un instrument de très haut de gamme par comparaison.

CONCLUSION

Il fallait s’y attendre. Sans même l’avoir touché, rien qu’au vu des caractéristiques et par comparaison avec le CP40, le CP4 risquait de faire mal, très mal. En fait, il va faire très, très mal, surtout à la concurrence! Yamaha prétend avoir réalisé là leur meilleur piano de scène. Je leur donne pleinement raison, c’est une pure merveille.

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02

Nord Electro 5 D HP73 Moog modular System 55

KORG Module

Boss ES-8 & VE-1

HILITES

Hilites

NAMM 2015

Op het ogenblik dat onze drukker aan de slag is met onze files, is NAMM 2015 aan de gang. Je zal daarom geen groot verslag in deze editie vinden.

Toch kunnen we al enkele markante zaken melden.

BOSS

Met acht audio loops en flexibele routing opties betekent de ES-8 Effects Switching System een krachtige centrale besturing voor je pedal-swhtiching rig.

Boss komt ook met enkele nieuwe stompboxes. De BB-1X Bass Driver maakt de vernieuwingen van de X series nu ook beschikbaar voor bassisten, voor een natuurlijk klinkende distortie, die het volle frequentiebereik en dynamiek van de bas in takt laat. Er zijn outputs voorzien naar bass amp en mixing console.

De VE-1 Vocal Echo ten slotte is een compacte stombox voor zangers, met ambience effects, automatic pitch correction, doubling, enz. Met drie geheugens, naast de paneelinstellingen, beschik je over 4 onmiddellijk toegankelijke settings, die je kiest m.b.v. de FS-7 footswitch. www. bossus.com

KORG

De “KORG Module” is een hoge-kwaliteits mobiele klankmodule app voor iPad, met een klanken bibliotheek van ruim 1GB. Alles wat je nodig hebt om met deze keyboard en grand piano klanken te spelen is een extern MIDI klavier en een iPad. Voor de vijf specifieke klankbronnen werd de technologie aangewend van Korg’s beroemde lijn van workstations en synthesizers en bevatten: Acoustic Piano, Electric Piano, Clav, Organ en Multi. Je kan de “Module” klanken ook gebruiken voor de “KORG Gadget” muziekproductie app. www.korg.com/us

MOOG

De legendarische modulaire Moog synthesizer, die in de jaren 70 vooral door Keith Emerson beroemd werd, komt weer tot leven. De twee walnoten kasten bevatten 36 handgemaakte modules. Hij zal echter enkel afnemers vinden onder zeer gefortuneerde musici, want deze System 55 wordt in de States voor niet minder dan $35.000 aangeboden! www.moogmusic.com

NORD

De Electro 5 Series keyboards zijn de nieuwste telgen uit deze reeds in 2001 gestarte lijn van performance keyboards, die vier secties cobineren: Piano, Sample Synth, Organ en Effects. Meer geheugen, meer klanken, meer effecten. Het lijkt erop dat dit succesvolle concept weer voor enkele jaren up to date is. Drie versies: 5D 61, 5D 73 en D HP 73 (de 61 en 73 staan inderdaag voor het klavierformaat, de HP voor “Hammer action Portable keybed”, maw een piano-touché). www.nordkeyboards.com

Palmer PF2SW & PFFX

Marshall Jubilee

MARSHALL

In 2015 viert de ikonische Marshall stack z’n 50e verjaardag.

Om dit te vieren lanceert Marshall twee limited edition speaker cabinets, “British made”, die uitsluitend in dit jubileumjaar verkrijgbaar zullen zijn: de 812A-50 “angled” cabinet (afgeschuind) en de 812B-50 “straight” cabinet (recht). Deze bijzondere cabinets zijn met luxueuse materialen vervaardigd en krijgen een identificatieplaat.

Daarnaast wordt ook de JCM 25/50 2555 Silver Jubilee Re-Issue Stack voorgesteld, een heruitgave inderdaad van de in 1987 gecreëerde serie, met zilverkleurige bekleding. www.marshallamps.com

PALMER

De PF2SW is een variabele dual footswitch voor alle instrumenten en apparaten, voorzien van een footswitch poort. Je kan ‘m gebruiken voor het kanaalschakelen van amps, het in- en uitschakelen van ingebouwde en externe effecten, en kan twee toestellen onafhankelijk aansturen.

De PFFX is dan weer een 2-kanaals loop switcher, waarmee je twee effects loops onafhankelijk kun in/uit schakelen. Je kan beide ook in serie koppelen, wat customized set-ups ondersteunt. www.adamhall. com

Roland JD-Xi

ROLAND

De JD-Xi Interactive Analog/Digital Crossover Synthesizer is een betaalbaar compact instrument met 37 mini-toetsen en 128 stemmen, uitgerust met een analoge synthese klankbron en een selectie van Roland’s SuperNATURAL digitale klanken. Verder zijn er ingebouwde drumkits, een viertrack patronen sequencer (waaronder 2 digitale sporen) en een zwanenhalsmicrofoon voor de Vocoder en AutoPitch effecten. Er komt ook een grotere JD-XA, maar daarvan ontbreekt momenteel nog gedetailleerde info. www.rolandce.com/ index.html MMM

24

www.meetmusic.com

NAMM 2015

Au moment même où notre imprimeur est occupé à imprimer nos lignes, le NAMM Show 2015 est en cours. C’est pourquoi vous n’aurez pas beaucoup d’échos à ce sujet dans cette édition. Néanmoins, nous pouvons déjà vous signaler quelques nouveautés d’importance.

BOSS

Huit boucles audio et des options de routing flexibles : ‘ES-8 Effects Switching System’, c’est le nom que Boss a donné à sa puissante centrale apte à gérer votre “armada” des pédales. (NB NL TXT : swhtiching). Boss propose aussi quelques nouvelles pédales.

La BB-1X Bass Driver permet aux bassistes de profiter, eux aussi, des innovations de la série X, avec une distorsion au son naturel. De plus, cette pédale met en exergue l’entièreté du spectre des fréquences propres à la basse, ainsi que ses particularités dynamiques. Deux sorties sont prévues, l’une pour l’ampli de la basse, et l’autre pour la table de mixage. Enfin, la VE-1 Vocal Echo est une pédale compacte pour le chant, avec des effets d’ambiance, une correction automatique de justesse, un doublage de voix, etc. Grâce aux trois mémoires - indépendantes des réglages actifs -, l’utilisateur a donc un accès immédiat à quatre présélections, qu’il choisit via l’interrupteur à pied FS-7. www.bossus.com

KORG Le ‘KORG Module’ est un ‘app’ pour iPad : il s’agit d’un module sonore et mobile de haute qualité, fort d’une bibliothèque de sonorités de plus d’1 GB. Tout ce dont on a besoin pour utiliser ces sons de clavier et de grand piano, ce sont un clavier MIDI externe et un iPad. Le module a recours à cinq sources sonores spécifiques qui font partie de la technologie bien connue de Korg grâce à ses stations de travail et ses synthés. Voici le nom de ces sources : Acoustic Piano, Electric Piano, Clav, Organ et Multi. On peut également utiliser les sons de ce module avec le ‘KORG Gadget’, l’app de production musicale de la marque. www.korg.com/us

MOOG

Le légendaire synthé modulaire Moog, qui a été rendu célèbre dans las années 70 avant tout par Keith Emerson est de retour ! Les deux boîtiers en noyer contiennent 36 modules faits main ! Cet instrument ne trouvera assurément que des acquéreurs au portefeuille bien garni, car ce ‘System 55’ est vendu, aux Etats-Unis, pour la coquette somme de ... 35.000 dollars ! www.moogmusic.com

NORD

Les claviers de la série Electro 5 sont les dernières créations de cette série de claviers de scène, qui remonte déjà à 2001 et qui regroupe (NB NL TXT : cobineren zonder M) quatre sections : Piano, Sample Synth, Organ et Effects. Plus de mémoire, plus de sonorités, plus d’effets : il semble que ce concept à succès soit parfaitement remis à jour pour quelques années. Il y a trois versions : 5D 61, 5D 73 en D HP 73. Les chiffres 61 et 73 correspondent en fait (NL TXT : inderdaag of inderdaad ?) au nombre de touches, et le ‘HP’ signifie ‘Hammer action Portable keybed’, autrement dit, un toucher de piano. www.nordkeyboards.com

MARSHALL

En 2015, le stack Marshall, une véritable “icône”, fêtera ses 50 ans d’existence. Afin de souligner l’événement, Marshal lance deux enceintes à tirage limité, ‘British made’, et qui seront disponibles uniquement pendant cette année de jubilé : la ‘812A-50 angled cabinet’ (le modèle incliné), et la ‘812B-50 straight cabinet’ (le modèle droit).

Ces enceintes spéciales seront construites sur base de matériaux luxueux, et chacune aura une plaquette d’identification. De plus, le ‘JCM 25/50 2555 Silver Jubilee Re-Issue Stack’ sera aussi mis à l’honneur : il s’agit d’une réédition faisant en fait partie de la série créée en 1987 et reconnaissable à son revêtement de couleur argentée. www.marshallamps.com

PALMER

Le PF2SW est un double interrupteur à pied polyvalent, pour tous les instruments et tous les appareils équipés d’une entrée pour interrupteur à pied. On peut les utiliser pour changer de canal sur un ampli, pour mettre en ou hors service des effets externes, et ce, pour deux appareils séparés. Quant au PFFX, il s’agit de nouveau d’un double interrupteur, mais pour des “boucles” : il permet de mettre en ou hors service deux chaînes d’effets séparées. On peut également associer les deux en série, ce qui autorise ainsi des configurations ‘custom’. www.adamhall.com

ROLAND

Le ‘JD-Xi Interactive Analog/Digital Crossover Synthesizer’ est un instrument compact et au prix abordable, doté de 37 mini-touches et de 128 voix, d’une source sonore basée sur la synthèse analogique, et d’une sélection de sons appartenant à la bibliothèque ‘SuperNATURAL’ de Roland. Il y a également des sets de batterie, un séquenceur de motifs à quatre pistes (dont deux pistes digitales), et un micro à col de cygne pour les effets de Vocoder et d’AutoPitch. Il y aura aussi un modèle supérieur, le JD-XA, mais pour l’instant, nous manquons d’informations détaillées pour vous en parler. www.rolandce.com/index.html MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2015/02