Mmm294

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.294

26e jaargang - Juni 2013 26ième année - Juin 2013

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Peavey AT-200

Mesa Boogie Stomp Boxes

Istanbul Alchemy Sweet & ION

Eden WTX-264,

WTX-500 & EX-110

Korg KingKORG

INHOUD - SOMMAIRE p.4

GUITAR Peavey AT-200

auto tune electric guitar ............................................ 4 Mega Boogie Stomp Boxes guitar effects pedal ................................................... 8

p.12

BASS Eden WTX-264, WTX-500, EX-110

p.8

bass amps & cabinet .............................................. 12

DRUMS & PERCUSSION Istanbul Alchemy Sweet & ION

cymbals ................................................................... 15

KEYBOARD INSTRUMENTS Korg KingKORG

p.15

synthesizer................................................................ 18

p.18

HILITES ............................................................. 23

MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.

La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com USA correspondent: Kris Provost Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Hans Ijzerman Jean-Philippe Komac Stéphane Landtmeters Stijn Deldaele Tim Van Roy Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Michel Noach Thierry Stiévenart

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

PB Music .............................5,19

PRO SOUND & LIGHT

Mafico .......................................9

Alhambra Guitarras ..................7

Peavey....................................11

Apex .........................................7

M Works .................................11

EMD........................................17

Roland ....................................22

ADJ .........................................25

RSL.........................................24

EMP ..........................................9

SAE ..........................................9

Beglec.....................................19

Shure ......................................13

Fentex.....................................16

Studio Factasy........................22

E-Audio ...................................17

Sound 7 ..................................24

Kawai ......................................21

The Roadhouse ........................6

Highlite International.................2

Sound Service ........................21

Magnet Records .....................23

Voerman ..............................2,13

LGO ........................................25

Teac/Tascam.............................5

MilesTones Music .....................9

Yamaha .............................14,17

Lotronic ...................................15

Teac/ART ..................................8

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

www.meetmusic.com

3

Peavey AT-200

GUITAR

Peavey AT-200 AUTO-TUNING GUITAR

De “AT” in de naam staat voor “Auto Tune”. Een gitaar die zichzelf kan stemmen dus. Recent las ik in enkele gitaartijdschriften reeds quotes over deze Peavey AT-200. Deze klonken ongeveer zo: “De uitvinding van dit decenium”, “Een revolutie voor de electrische gitaar” en meer van dat. Ik was dus best benieuwd toen bleek dat de redactie van Meet Music er mij eentje zou bezorgen. En nu vraag je je alvast af of het echt zo vernieuwend is? Wel, ik kan meteen al JA antwoorden. Maar laat ons geen stappen overslaan: eerst het concept uit de doeken doen.

CONCEPT

We zagen de laatste zes a zeven jaar reeds verschillende gitaren opduiken die automatische stemfuncties aanboden. Meestal hoort daar een hoop (elektro)mechanica bij die op de headstock wordt gemonteerd en die de gitaar log en koplastig maakt. Het principe is dan dat de stemsleutels worden gemotoriseerd. Bij de Peavey AT-200 vind je niets van dit. Je merkt zelfs amper verschil met een traditioneel ogende gitaar.

Langs de achterzijde moet je wel vier AA batterijtjes plaatsen en een jack aansluiten. Verder moet de Tone-regelaar ingedrukt zijn (die kan je ook uittrekken om de elektronica en de pickups passief te gebruiken, maar dan werkt het auto tune systeem niet meer). Goed, je bent dus klaar om te spelen, behalve dat je gitaar nog niet gestemd is. Erger zelfs, er liggen wel snaren op maar ze zijn ronduit vals. Wel, sla gewoon in één strum de zes snaren aan en druk onmiddellijk daarna de volumeknop kort in. Je zult via je versterker een soort stemmend geluid horen (duurt ongeveer 1 seconde, maar kan uitgeschakeld worden door de volumeregelaar op nul te draaien) en als bij toverslag is je gitaar plots perfect gestemd. Joehooee, it’s MAGIC! Alsof dit nog niet fantastisch genoeg zou zijn, zorgt de AT-200 er ook nog voor dat je gitaar over heel de hals juist klinkt, ongeacht of je losse snaren in het akkoord betrekt of niet. Bovendien interfereert het systeem niet wanneer je bendings of vibrato speelt.

Optioneel kun je de gitaar ook van stroom voorzien met de AT200B breakout box. Deze wordt aangesloten met een 8-pins connector. Je kan de gitaar dan ook verbinden met een computer, mits je een goede MIDI-interface gebruikt. Langs deze weg kan je de software van de gitaar updaten of optionele “Software Feature Packs” installeren. Met d e z e laatste kun je de mogelijkheden van de gitaar en het tuningsysteem drastisch uitbreiden.

Zo kan je een virtuele capo zetten die 12 frets omhoog t unings of 12 frets omlaag reikt, of extra (open) programmeren. Ook kan je klanken t o e Calivoegen, zoals de Modern Humbucker, fornia Single Coil, Acoustic, Nashvill e Single Coil, Mini Humbucker, P-90, Junior P-90, Vintage Humbucker, Vintage Lipstick-tube en Bass.

HANDLEIDING

In feite kom je met de paar regeltjes die ik net schreef al toe om met de AT200 uit de voeten te kunnen, maar gelukkig wordt er wel een handleiding voorzien door Peavey.

Ik kreeg twee A4-tjes, de ene met een Quickstart Guide, de andere met een Demo Guide. Verder kwam er ook nog een CD-rom mee waar een volwaardige handleiding op terug te vinden is in 7 talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Chinees en Japans. Nee, geen Nederlands voor de lage landen dus, maar onze Waalse vrienden hebben daar alvast geen last van. En aangezien de Nederlandstalige medemens meestal ook wel Engels of Frans kan, zal dat ook geen probleem vormen, hoop ik. De handleiding is trouwens ook niet zo bijzonder lang. Je vindt er alle nodige uitleg en illustraties.

IMAGO

Peavey heeft in America een groter marktaandeel dan hier in Europa. Hier is Peavey misschien wat minder populair, maar ik durf te zeggen dat dit grotendeels onterecht is. Peavey is een merk dat allerlei producten op de markt brengt, geschikt voor elk budget. Ze weten waar ze mee bezig zijn. De look is misschien niet altijd naar ‘onze’ smaak, maar daar heeft onze AT-200 niet echt last van. Je zou kunnen zeggen dat ze er niet traditioneel genoeg uitziet? Wel, laat ons dan hopen dat er een vervolgverhaal komt en dat ze ook AT-strats en AT-Pauls aan de reeks zullen toevoegen.

BOUW

De gitaar op zich is een (super)strat model met 24 frets. Er zijn twee actieve humbuckers uit eigen huis die geschakeld worden met een switch met drie posities (neck, bridge of allebei).

De brug is vast en de snaren lopen door de body voor een maximale sustain. Op vlak van controls krijgen we een algemene volumeregelaar en algemene toneregelaar. De body is van

4

www.meetmusic.com

STEPHANE LANDTMETERS Dans le nom de l’instrument, les lettres ‘AT’ signifient ‘’Auto Tune’’. Il s’agit donc d’une guitare qui s’accorde elle-même. Récemment, dans diverses revues dédiées à la guitare, j’ai déjà lu quelques commentaires à propos de cette Peavey AT-200 ; tous disaient à peu près ceci : ‘l’invention de la décennie’, ‘une révolution pour la guitare électrique’, et ainsi de suite. J’étais donc au comble de la curiosité quand j’ai appris que la rédaction de Meet Music allait me fournir un modèle pour le tester. Et maintenant, c’est vous, cher lecteur, qui vous posez déjà la question de savoir si cet instrument est vraiment tellement innovant ... Question à laquelle je réponds immédiatement par l’affirmative ! Mais ne brûlons pas les étapes, et expliquons tout d’abord le concept!

CONCEPT

Au cours des 6-7 dernières années, nous avons déjà vu apparaître quelques guitares qui possédaient des fonctions d’accordage automatique. La plupart du temps, cela demande tout un arsenal de dispositifs (électro) mécaniques situés à l’arrière de la tête, ce qui rend la guitare plus lourde en général, mais surtout, dont le poids la fait “piquer de la tête”. Ce type d’approche est basé sur une motorisation des clefs d’accordage. Mais sur la Peavey AT-200, on ne trouve rien de tout cela ! Et même, on remarque à peine une différence par rapport à une guitare au look habituel ... Sur la face arrière du corps, on doit placer 4 piles AA et raccorder un jack. Ensuite, il faut appuyer sur le réglage de tonalité. Ceci dit, on peut également tirer ce bouton vers le haut : à ce moment, l’électronique est désactivée, et les micros fonctionnent en mode passif ... mais le système ‘Auto Tune’ ne fonctionne plus non plus !

Bien, nous sommes prêts à jouer, à ceci près que la guitare n’est pas encore accordée. C’est même pire que cela : les cordes sont bien en place, mais elles sont franchement fausses ! Pas de problème : passez rapidement une fois sur les 6 cordes, et immédiatement après, appuyez brièvement sur le bouton de volume. Via votre ampli, vous entendrez une sorte de “bruit d’accordage” : il dure environ une seconde, mais on peut le rendre inaudible en mettant le bouton de volume à zéro. Et comme par enchantement, votre guitare se retrouve parfaitement accordée: c’est génial, c’est même ... magique ! Et comme si tout ceci n’était pas déjà fantastique, l’AT-200 s’arrange en plus pour que l’accord reste parfait sur toute l’étendue du manche, même si vous associez des cordes pincées et des cordes à vide dans vos accords. Enfin, le système n’interfère pas sur votre technique quand vous tirez ou poussez des cordes (bends) ou quand vous exécutez des vibratos. En option, la guitare peut aussi être alimentée par la ‘AT-200B breakout box’. Cet appareil est relié à la guitare via un câble à huit connecteurs. On peut aussi raccorder la guitare à un ordinateur, à condition de disposer d’une bonne interface MIDI. Grâce à cette connexion, on est en mesure de mettre à jour le software de l’instrument, ainsi que d’installer les ‘Software Feature Packs’ en option. Ces derniers permettent d’élargir de manière très significative les possibilités de la guitare et du système d’accordage. Des exemples ? Utiliser un capo virtuel qui peut “se déplacer” de 12 frettes vers le haut ... mais aussi vers le bas !

Programmer des (open) tunings supplémentaires. De même qu’ajouter des sonorités supplémentaires, comme Modern Humbucker, California Single Coil, Acoustic, Nashville Single Coil, Mini Humbucker, P-90, Junior P-90, Vintage Humbucker, Vintage Lipstick-tube et Bass.

NOTICE D’EMPLOI

En fait, on arrive à se débrouiller rien qu’en suivant les quelques lignes que vous venez de lire pour maîtriser l’AT-200, mais néanmoins ... et fort heureusement, Peavey fournit une notice d’emploi. On dispose de 2 feuilles A4 : l’une est un ‘Quickstart Guide’, l’autre, un ‘Demo Guide’. Mais il y a en plus un CD ROM où l’on retrouve une notice d’emploi complète, et en 7 langues, s’il vous plaît : anglais, français, allemand, espagnol, italien, chinois et japonais. Eh non, pas de néerlandais pour nos “plats pays” donc, mais cela ne pénalise donc pas nos amis wallons ! Et étant donné que le “néerlandophone type” se débrouille la plupart du temps en anglais et/ou en français, j’espère que cela ne posera pas de problème.

Cette notice d’emploi n’est d’ailleurs pas très longue, et on y trouve toutes les explications et toutes les illustrations nécessaires.

IMAGE

Aux Etats-Unis, Peavey a une part de marché plus importante qu’ici en Europe. Chez nous, Peavey est peut être un peu moins populaire, mais je n’hésite pas à dire que pour l’essentiel, c’est tout simplement ... injuste ! Peavey est une marque qui construit toutes sortes de produits, et ce, pour toutes les bourses : ces gens connaissent leur métier. Peut être le look n’est-il pas toujours au rendez-vous, mais ce n’est pas le cas de notre AT-200. Ou peut-être trouvez-vous que cette guitare n’a pas un look assez traditionnel ? Alors, espérons qu’il y aura une suite et que la marque ajoutera des Strats ‘AT’ et des Les Paul ‘AT’ dans cette série!

CONSTRUCTION

En soi, la guitare est ce que l’on a coutume d’appeler une ‘SuperStrat’, avec 24 frettes. Elle est équipée de 2 humbuckers actifs de la marque ; ils sont desservis par un inverseur à 3 positions : manche, chevalet, et les deux simultanément. Le chevalet est fixe, et les cordes traversent le corps pour favoriser le sustain au maximum. Au niveau des contrôles, on dispose de 2 réglages généraux, un pour le volume et un pour la tonalité. Le corps est en tilleul (basswood) massif, le manche en érable, et la touche en palissandre. Sur un plan général, on remarque que l’on n’a pas affaire à un instrument de qualité exceptionnelle, mais les réglages, la qualité et la finition sont largement suffisants pour satisfaire un débutant comme un instrumentiste plus expérimenté. A signaler également de solides mécaniques à bain d’huile et une barre de renfort à double action. Les potentiomètres donnent une impression très

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

Peavey AT-200

GUITAR

massief “basswood” of lindehout gemaakt, de hals van esdoorn met een palissander toets.

Algemeen merk je wel dat je hier niet te maken hebt met een topinstrument, maar de afstellingen, kwaliteit en afwerking volstaan ruimschoots om zowel beginners als gevorderden te bekoren. Er werden degelijke oliebad stemsleutels en een double action trussrod voorzien.

De potmeters voelen natuurlijk aan. Langs de achterzijde zie je een grote plastic afdekplaat waaronder de elektronica zit. Ook is er een dekseltje dat makkelijk kan verwijderd worden om de batterijen te vervangen. Over het algemeen is de bouw zeer correct en op het niveau van de meeste gitaren uit haar klasse.

BESPEELBAARHEID EN ERGONOMIE

De AT-200 is afgeleid van een stratocaster en geniet dus ook van een sterk verbeterde ergonomie. De controls vallen op de juiste plaats, de gitaar is in evenwicht en er zijn geen scherpe randen die je hinderen tijdens het spelen.

Qua bespeelbaarheid is alles aanwezig om tot een optimale afstelling te komen. Met de double action trussrod kun je ten allen tijde de hals netjes afstellen (liefst door een gekwalificeerd persoon, zijnde je vakhandelaar of plaatselijke gitaartechnicus).

Ook de brug kan prima (fijn)geregeld worden en de frets zijn netjes afgewerkt.

De fabrieksafstellingen zullen de meeste gitaristen onder ons kunnen bekoren. Wie een lagere of hogere actie wenst, kan dit zelf nog wat bijstellen.

AUTOTUNE IN ACTIE

Om te beginnen, stem je best de gitaar op de traditionele manier, met het stembakje - of liever nog: op het gehoor. Dit laatste wordt tegenwoordig minder en minder aangeleerd aan beginnende gitaristen. We zijn ook verwend met de vele tuners die verkrijgbaar zijn in alle maten en kleuren. Toch is het ook goed om te leren h o e je je gitaar op het gehoor moet stemmen.

Dit alles lijkt met de AT-200 overbodig te worden. Toch kan ik er niet genoeg de nadruk op leggen dat je ook moet leren hoe je je gitaar daadwerkelijk moet stemmen. Maar terug naar de AT-200. We moeten dus beginnen met de gitaar (ongeveer) te stemmen. Dit is noodzakelijk opdat het systeem goed zou reageren. Bij te grote afwijkingen van de standaard tuning werkt het systeem wezen uit dat het gewoon niet goed meer, maar een paar tests best wel lukt als de gitaar een toon of zelfs meer onder de standaard tuning gestemd staat. Ook heb je een bepaalde snaarspanning nodig om de optimale afstelling en bespeelbaarheid van je gitaar te garanderen.

OK, de gitaar is min of meer gestemd, maar klinkt nog een klein beetje vals. Indien de elektronica actief is (tone-knop ingedrukt), hoef je slechts de snaren aan te slaan (alle zes tegelijk) en de volumeknop even ingedrukt te houden. Je hoort een kort geluidje dat aangeeft dat je gitaar gestemd is. In werkelijkheid is ze nog niet echt gestemd, maar de elektronica zorgt ervoor dat het uitgangssignaal perfect gestemd klinkt. Je moet er dus wel voor zorgen dat de versterkte klank de akoestische klank van de losse snaren overstemt, anders krijg je een sterke dissonantie te horen. Zoals door Peavey (en Antares, die het auto tune systeem ontwikkeld hebben) aangegeven wordt, klinkt de gitaar ook perfect in toon wanneer je hoger op de hals gaat spelen en reageert het niet op bendings of vibrato’s. Alhoewel, bij heel trage, subtiele vibrato wordt deze vibrato toch teniet gedaan door het Auto Tune systeem, maar dat is enkel zo bij dergelijke vibrato’s. Eens je een iets snellere of wijdere vibrato speelt, lijkt het euvel opgelost te zijn.

6

www.meetmusic.com

“naturelle”. La face arrière du corps présente une grande plaque de protection en plastique qui dissimule l’électronique. A cela s’ajoute un petit couvercle qui s’enlève facilement lorsque l’on doit remplacer les piles. En général, la construction est très correcte, elle a le niveau de la plupart des guitares de sa catégorie.

ERGONOMIE ET CONFORT DE JEU

L’AT-200 est donc un “dérivé” de la Stratocaster, et en plus, elle bénéficie d’une ergonomie fortement améliorée. Les contrôles sont placés à l’endroit idéal, la guitare reste bien en équilibre, et on ne détecte aucune surface rugueuse qui pourrait gêner pendant que l’on joue. Au niveau du confort de jeu, tous les éléments utiles sont présents pour permettre un réglage optimal. Grâce à la barre de renfort à double action, on peut, à tout moment, parfaitement régler la courbure du manche. Il vaut mieux laisser cette tâche à une personne qualifiée, que ce soit un luthier ou le technicien du magasin. Le chevalet peut, lui aussi, être réglé au plus fin, et les frettes sont bien finies. Pour l’ensemble des réglages, on peut dire qu’ils satisferont la plupart des guitaristes : quant-à ceux qui désirent une action plus basse ou plus haute, ils peuvent effectuer les modifications eux-mêmes.

L’ ‘AUTO TUNE’ EN ACTION

Pour démarrer, le mieux est encore d’accorder sa guitare de manière traditionnelle, avec un accordeur ... ou encore mieux : à l’oreille ! Cette dernière technique est de moins en moins enseignée aux guitaristes débutants : il est vrai qu’à l’heure actuelle, nous sommes “envahis” par des accordeurs de toutes formes et de toutes couleurs ! Néanmoins, c’est une bonne chose que d’apprendre à accorder sa guitare à l’oreille: cela peut paraître superflu quand on a une AT-200, mais je n’insisterai jamais assez sur la nécessité d’apprendre comment l’on doit réellement accorder sa guitare. Mais revenons à notre AT-200: il faut donc commencer par accorder la guitare “normalement”, même de façon approximative. C’est nécessaire pour que le système puisse réagir : en effet, si l’on s’écarte trop de

l’accordage standard, le système ne fonctionne plus correctement? Quelques essais ont montré que la meilleure approche, c’est d’accorder la guitare un ton ou même plus en dessous de l’accordage standard. Il faut aussi tenir compte du fait que l’on a besoin d’une certaine tension des cordes pour arriver aux meilleurs réglages et à un confort de jeu optimal.

Bon, la guitare est donc maintenant plus ou moins accordée, mais elle est encore un peu fausse. Si l’électronique est bien active (le bouton de tonalité étant donc enfoncé), il suffit alors de faire résonner les cordes (une seule fois et toutes les six en même temps), puis d’appuyer sur le bouton de volume et de le laisser brièvement enfoncé.

On entend alors un petit bruit bref qui signale que la guitare est accordée. En réalité, elle n’est pas encore vraiment accordée, mais l’électronique veille à ce que le signal sortant soit parfaitement accordé. Il faut donc bien prendre garde afin que le signal amplifié “couvre” suffisamment le son acoustique des cordes, sinon, on entend une forte dissonance. Comme Peavey (et Antares, qui a conçu le système d’accordage automatique) l’explique, la guitare reste aussi parfaitement accordée quand on va jouer dans les cases les plus aiguës, et le système ne réagit pas en présence de bends et de vibratos. Cependant, lorsqu’on exécute un vibrato très lent et de peu d’ampleur, il est

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

Peavey AT-200 ALTERNATIEVE TUNINGS

Wat zeer handig is met de AT-200, is dat je in enkele seconden een alternatieve tuning kunt maken. Aangezien de gitaar steeds in standaard tuning gestemd wordt, kun je het systeem als het ware misleiden door sommige snaren ingedrukt te houden. Zo kun je bijvoorbeeld makkelijk je gitaar in Drop D stemmen door de zesde snaar in te drukken op de tweede fret (F#), terwijl je de snaren strumt en op de volumeknop drukt. De gitaar een halve toon (Eb), één toon, of nog lager stemmen, vormt ook geen probleem. Je kunt zelfs een barré spelen op de twaalfde fret en zo je gitaar een octaaf lager laten klinken. Een andere leuke optie is om de twee of drie laagste snaren in te drukken op de twaalfde fret en de rest van de snaren ongemoeid laten. Op die manier verkrijg je de klank van een basgitaar en van een gewone gitaar tegelijk uit één instrument. Zelfs tunings zoals “Open G” of “DADGAD” vormen geen probleem, zolang je de snaren maar lager wilt stemmen. Hoger gaat (nog) niet, maar daarvoor bestaan capo’s dan weer.

KLANK

Dit is wat mij betreft zowat het heikel punt. Er is namelijk nogal wat verschil tussen de actieve klank en de passieve klank. Passief krijg je een pak meer output dan wanneer het systeem actief is (hoe controversieel dit ook moge klinken). Bovendien is de klank veel helderder, sprankelender wanneer het systeem passief is. Wat het autotune systeem zelf betreft is er geen probleem, zolang je geen trage subtiele vibrato’s speelt. Voor het overige reageert het systeem prima en zul je er geen hinder van ondervinden (in feite ondervind je vooral verbeteringen).

BUDGET

Wat mag zo’n innovatie dan wel kosten? Wel, dit viel me nog behoorlijk mee. De gitaar zelf had ik (los van het auto tune systeem) ingeschat op zo’n €450 euro. De AT-200 gaat over de toonbank voor zo’n €600. Dit lijkt mij een correcte prijs. Wat mij echter tegenviel is de prijs van de upgrade packs. Die zijn er in drie prijscategorieën, telkens met meer mogelijkheden. Voor een essential pack betaal je al $99, wat ongeveer neer komt op €77. De Pro Pack kost $199 en de Complete Pack kost niet minder dan $299. Dit zou naar mijn mening toch herbekeken moeten worden, want die prijs is best hoog.

CONCLUSIE

Heb je een gitaar nodig die steeds perfect gestemd is, voor in de studio of voor live situaties, dan is de AT-200 zeker de moeite waard. Wil je makkelijk en snel van tuning veranderen (naar open D, DADGAD, Drop D, Baritone, etc.), ook dan is de AT-200 zeker de moeite waard. Wil je deze gitaar enkel omdat je te lui bent om je gitaar te stemmen, dan kun je beter deze review van A tot Z herlezen en je geld spenderen aan een degelijke gitaarleraar. Het euvel over de klank is niet onoverkomelijk, zeker wanneer je steeds de tone-knop ingedrukt laat staan. Maar mij stoort dit klankverschil toch en ik hoop dan ook dat ze dit bij Peavey toch snel gaan bijsturen. Ik denk dat we het mogen hebben over een kinderziekte, wat dan weer volkomen normaal is wanneer men als pionier te werk gaat en als eerste een nieuwigheid op de markt gooit. Maar Mijnheer Peavey, graag diezelfde krachtige, dynamische en heldere klank in de actieve modus als in de passieve modus, a.u.b. Wat de prijs van de Feature Packs betreft: daar is nog werk aan. Maar niet mis te verstaan: de AT-200 is een grote vernieuwing in gitaarland, misschien wel één van de grootste vernieuwingen van de laatste tien jaar. Hij doet bijna perfect wat ervan verwacht wordt en maakt je het leven een pak makkelijker, zeker als je dikwijls je gitaar anders moet stemmen.

MMM

pro • innovatief • werkt snel en goed • hindert niet bij bendings en vibrato’s (tenzij bij subtiele en trage vibrato’s) • uitbreidbaar via Software Feature Packs

contra • klank- en volumeverschil tussen passief en actief • neemt niet weg dat je moet leren hoe je een gitaar moet stemmen • software Feature Packs bijzonder duur

GUITAR

neutralisé par le système. Mais j’insiste, il ne s’agit que de vibratos de ce type: dès que l’on joue un vibrato plus rapide et/ou plus ample, le système “laisse faire”...

ACCORDAGES ALTERNATIFS

Ce qui est très pratique avec cette AT-200, c’est qu’en quelque secondes, on peut faire passer l’instrument à un accordage alternatif. Etant donné que le système est fait pour toujours revenir à l’accordage standard, on peut, si l’on peut dire, le “tromper” en maintenant certaines cordes pincées. Ainsi, par exemple, on peut facilement accorder en Drop D en pinçant la sixième corde (MI grave) en case 2 (FA#) au moment où on frotte les cordes puis que l’on pousse sur le bouton de volume. Accorder la guitare un demi-ton, un ton ou encore plus bas ne pose aucun problème non plus: on peut même faire un “barré” en case 12 pour que la guitare soit accordée à l’octave inférieure! Une autre option amusante est de pincer les 2 ou 3 cordes les plus graves en case 12, et ne pas pincer les autres cordes : on se retrouve ainsi avec le son d’une basse et celui d’une guitare normale sur le même manche ! Même des accordages comme l’open de SOL (RE-LARE-SOL-LA-RE) sont possibles, tant que ce que l’on doit faire, c’est accorder certaines cordes plus bas. Pour les accorder plus haut, cela ne va pas (encore ?), mais pour cela, les capos existent, non?

SON

Selon moi, nous arrivons au point délicat : en effet, il existe une différence assez sensible entre le son actif et le son passif. En mode passif, la puissance de sortie est nettement plus forte que quand le système est actif - même si cette affirmation peut paraître sujette à de vives controverses !

De plus, le son est nettement plus clair, plus brillant quand on fonctionne en mode passif. En ce qui concerne le système ‘Auto Tune’ lui-même, il n’y a donc aucun problème tant que l’on n’exécute pas de vibratos lents et subtils. Pour le reste, le système réagit parfaitement, vous n’éprouverez aucune gêne, vous ne profiterez que des avantages.

BUDGET

Que peut bien coûter une telle innovation ? Eh bien, cela me semble des plus raisonnables j’avais estimé la guitare elle-même (donc sans tenir compte du système ‘Auto Tune’) à environ 450 euros. Et l’AT-200 coûte en réalité environ €600, ce qui me paraît être un prix correct. Par contre, ce qui me déçoit, ce sont les prix des ‘upgrade packs’. Il y a trois versions, le nombre de possibilités augmentant avec le prix: ‘Essential Pack’ = $99 (ce qui est en réalité “ramené” à environ €77); ‘Pro Pack’ = $199; ‘Complete Pack’ = $299. Selon moi, cela devrait être revu, car de tels prix me paraissent très élevés.

CONCLUSION

Si vous avez besoin d’une guitare qui doit toujours être parfaitement accordée, tant pour le studio que pour la scène, alors, cette AT-200 vaut la peine. Si vous voulez changer facilement et rapidement d’accordage (vers les accordages “en open tuning” comme open D, DADGAD, Drop D, baritone, etc.), cela vaut aussi la peine. Mais si vous voulez cette guitare juste parce que vous êtes trop paresseux pour accorder une guitare, alors, relisez ce banc d’essai de A à Z ... et consacrez plutôt cet argent à un bon prof de guitare! Le défaut concernant le son n’est pas insurmontable, en particulier quand on laisse le bouton de tonalité tout le temps enfoncé. Mais la différence de niveau me gêne quand même, et j’espère que l’on va s’employer à éliminer rapidement ce problème chez Peavey. Je pense même que l’on peut mettre cela sur le compte d’une “maladie de jeunesse”, ce qui est tout à fait pardonnable quand on joue au pionnier en la matière, et que l’on met une innovation pour la première fois sur le • instrument innovant marché. Monsieur Peavey, • fonctionne vite et bien nous attendons donc avec impatience le même son, • ne gêne pas les bends et les puissant, dynamique et clair vibratos (sauf si les vibratos en mode actif, tout comme il sont subtils et lents) l’est en mode passif, s’il vous plait ! Et en ce qui concerne • Possibilités encore plus les prix des ‘Feature Packs’, étendues via les ‘Software il y a encore du “pain sur la Feature Packs’ planche”... Ceci dit, ne me comprenez pas mal: l’AT200 est une innovation décisive dans le petit monde de la guitare, peut être bien • différences de tonalité et même l’une des plus grandes de volume entre modes innovations de ces 10 deractif et passif nières années ! L’instrument • il n’empêche qu’il est bon fait ce pourquoi il est prévu pratiquement à la perfection, d’apprendre à accorder une et il rend la vie du musicien guitare manuellement beaucoup plus facile, en tout • Les ‘Software Feature cas pour celui qui doit chanPacks’ sont particulièreger souvent d’accordage.

ment chers

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

MMM

www.meetmusic.com

7

Mesa Boogie Throttle Box, Grid Slammer, Flux Drive & Tone Burst

GUITAR

Mesa Boogie Throttle Box, Grid Slammer, Flux Drive, Tone Burst GUITAR PEDALS

STEPHANE LANDTMETERS Lorsque, pour la première fois de son histoire, un spécialiste des amplis comme Mesa Boogie se met à investir le marché avec un set de quatre “pédales hurleuses”, c’est un scoop ! Mais vous vous dites peut être: “Qu’estce qu’il raconte, notre Steph ? Comment ça, pour la première fois ???

Et la V-Twin, alors ?” C’est vrai, il y a bien eu, en effet, la V-Twin dans les années nonante ... sauf que ... on peut la considérer plus comme un préampli posé au sol que comme une pédale en tant que telle.

Als een versterkerspecialist zoals Mesa Boogie voor het eerst in z’n geschiedenis met “scheur pedallekes” op de markt komt, dan is dat groot nieuws.

Misschien denk je meteen: “Wat zegt Stéphane? Voor het eerst?? En de VTwin dan?”. Klopt, de VTwin was er in de jaren negentig ook al, maar die kun je bijna meer gaan zien als een preamp voor op de grond, dan wel als een echt pedaaltje.

CONCEPT

Het idee van Mesa Boogie was om hun ervaring inzake versterking van gitaren en het oversturen van hun signaal, toe te passen in kleine pedaaltjes. Zo zou de Mesa Boogie sound voor zowat iedereen toegankelijk worden. Er zijn vier modellen die telkens een ander soort oversturing afleveren.

Om te beginnen is er de Tone Burst, een clean boost zeg maar. Dan heb je de Grid Slammer die je het best kunt vergelijken met een Tube Screamer (een lichte overdrive dus).

Vervolgens komt de Flux Drive, die reeds ferme oversturing biedt voor rock of blues-rock (een Tube Screamer op steroïden dus). De vierde en laatste is de Throttle Box. Deze moet zowat het geluid van een Dual Rectifier head bieden, maar dan in pedaalvorm.

CONCEPT

L’objectif de Mesa Boogie n’est autre que de se baser sur son expérience en matière d’amplis pour guitare, ainsi que de sa capacité à en saturer le signal, et de transposer tout cela dans de petites pédales. Et ainsi, cela devrait permettre à tout le monde d’avoir accès au son typique de Mesa Boogie. Il existe quatre modèles, chacun reproduisant une variété différente de distorsion. Pour commencer, il y a la Tone Burst, qui est, disons, un boost (presque) “propre”. Vient ensuite la Grid Slammer: pour avoir une idée de ce qu’elle fait, le mieux est de la comparer à un Tube Screamer. Il s’agit donc de distorsion “douce”.

La suivante s’appelle la Flux Drive : elle propose une disto qui est déjà assez forte pour le rock et le blues rock. On pourrait donc dire qu’il s’agit d’un Tube Screamer “sur-vitaminé”! La Throttle Box est la dernière pédale : sous sa modeste forme de pédale, elle a pour mission de reproduire le son d’un ampli Dual Rectifier (un modèle de Mesa Boogie, évidemment!).

HANDLEIDING

Bij elk pedaaltje zit er een bijpassende handleiding. Deze is knap uitgebreid, althans voor een drive pedaal. Het is geen boekje, maar toch een halve A4 (in de lengte) aan beide zeiden bedrukt. Uitsluitend in het Engels, maar wel erg compleet.

IMAGO

Of imago een rol speelt bij pedaaltjes, is maar zeer de vraag. Niemand kan ze immers zien wanneer ze in je pedalboard zitten. Daarnaast wordt er nog een monitorbox voor geplaatst door de geluidsfirma van dienst. Maar toch, het imago van Mesa Boogie is er ééntje van hoge kwaliteit en kennis van zaken op het vlak van gitaarversterking en alles wat erbij hoort.

BOUW

Op het eerste zicht zien ze er alle vier quasi hetzelfde uit. De behuizing is van metaal en er is een licht kleurverschil tussen de pedaaltjes, maar dat valt niet zo op omdat er een zwart/ zilveren overlegplaatje bovenop zit. Aan de zijkanten zie je de kleur wel: rood voor de Tone Burst, donkergroen voor de Grid Slammer, metaalblauw voor de Flux Drive en zwart voor de Throttle Box. De potentiometers voelen robuust aan en waar nodig, werd ook een “center click” voorzien. Enig minpuntje is dat je de onderzijde moet openschroeven om de batterij te vervangen.

Dit kan echter geen onoverkomelijk probleem zijn, gezien volgens mij de meesten onder ons deze (en/ of andere) pedaaltjes via een externe voeding van stroom zullen voorzien.

MOGELIJKHEDEN

NOTICE D’EMPLOI

Chaque pédale est accompagnée d’une notice d’emploi qui lui est propre. Elle est assez fouillée, en tout cas pour une pédale de distorsion : ce n’est pas un livret, mais néanmoins, il y a une demi page A4 (en longueur), et imprimée des deux côtés. Elle est exclusivement rédigée en anglais, mais elle est très complète.

IMAGE

Savoir si l’image joue un rôle pour les pédales, en voilà, une question ! Personne ne peut vraiment les identifier au sein d’un pédalier, et en plus, il y a souvent un moniteur au sol qui est placé devant par la firme responsable de la sonorisation. Mais ceci dit, l’image de Mesa Boogie est celle d’une firme produisant de la haute qualité et ayant une connaissance horsnorme en matière d’amplification pour guitares, ainsi que de tout ce qui touche à ce domaine.

CONSTRUCTION

A première vue, ces pédales se ressemblent toutes. Le boîtier est en métal et il y a une légère différence de couleur entre les pédales, mais cela ne se remarque pas vraiment, car une plaque noire et argentée recouvre entièrement la face supérieure. On ne voit donc clairement leur couleur que sur les côtés : rouge pour la Tone Burst, vert foncé pour la Grid Slammer, bleu métallique pour la Flux Drive, et noir pour la Throttle Box. Les potentiomètres ont l’air très solide, et là où c’est utile, ils disposent d’un “clic” central. Le seul point négatif, c’est qu’il faut dévisser la face inférieure pour pouvoir changer la pile. Ce qui, en soi, n’est pas un problème insurmontable, puisque selon moi, la plupart d’entre nous a recours à des adaptateurs pour alimenter ces pédales (et les autres aussi, d’ailleurs).

De Tone Burst heeft vier knoppen: Level, Gain, Bass en Treble. Verder vindt je niets anders meer dan een aan/ uit voetschakelaar. De Grid Slammer is de enige met drie knoppen: Level, Gain en Tone (en uiteraard opnieuw de voetschakelaar). De Flux Drive heeft opnieuw vier knoppen met identiek dezelfde functies als bij de Tone Burst. Enkel de Throttle Box is anders. Deze heeft ook vier potentiometers: Le-

La Tone Burst dispose de quatre boutons : Level, Gain, Bass et Tre-

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

8

POSSIBILITES

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

www.meetmusic.com

9

Mesa Boogie Throttle Box, Grid Slammer, Flux Drive & Tone Burst

GUITAR

vel, Gain, Mid Cut en Tone. Daartussen zit ook nog een mini toggle switch waarmee je de gain schakelt tussen lo en hi. Ze zijn ook alle vier voorzien van een 9V adaptoraansluiting met negatieve center pin.

KLANK

Van Mesa Boogie verwacht je best wel wat op het gebied van klank. Zijn we daarom kritischer? Misschien een beetje... Klank is ook een kwestie van smaak en is vaak erg persoonlijk. Hier hebben we vier verschillende overdrive pedaaltjes en naar mijn gevoel zijn er toch wat verschillen, of uitschieters zeg maar. En we beginnen meteen positief met de Tone Burst. Deze Clean-Boost biedt zo’n 20dB aan Boost met regelbare bass en treble. Over de periode waarin ik met de Mesa pedaaltjes experimenteerde, bleek dit het pedaaltje te zijn dat bijna ten allen tijde aan stond. Zelfs voor mijn cleane klanken. Als je het weer uit zet, kan je bijna niet geloven dat een gitaar rechtstreeks in de cleane versterker zó klinkt. Wanneer je een ander overdrive pedaaltje aan hebt staan na de Tone Burst, en je trapt die Tone Burst in, dan heb je vooral meer gain (oversturing) als totaal resultaat.

Nu over naar de Grid Slammer - en misschien kunnen we er meteen ook de Flux Drive bij nemen. Ze klinken namelijk vrij gelijkaardig: van ronde zachte blues tonen via blues-rock getinte sounds, om te eindigen bij een stevige heavy rock.

Daarbij gaat de Flux Drive net iets verder qua oversturing en biedt deze dankzij de aparte bass en treble regelaars ook meer regelmogelijkheden (de Grid Slammer heeft enkel een Tone regelaar, zoals bijvoorbeeld een Tube Screamer).

Tenslotte is er nog de Throttle Box. Hier zou de klank van een Dual Rectifier uit moeten komen. Wel, als je een beetje realistisch bent, weet je wel dat de klank van een head van 2 kilo niet geëvenaard kan worden door een bakje van 10 x 5 cm dat nog geen tiende van de prijs kost. Je krijgt wel min of meer hetzelfde karakter en de controls (voornamelijk de tone en mid cut) zijn erg goed gekozen. Je krijgt vrij veel controle over de klank en de oversturing is krachtig.

Ook bij minder gain en de toggle switch op “lo”, krijg je zeer bruikbare klanken, tot zelfs bluesy klankjes toe. Aan de kant van de “high gain distortion” bleef ik echter wat op mijn honger zitten. Ik bleef zoeken naar die echte Metallica sound, maar die echte “Mesa distortion” vond ik toch maar moeilijk terug. Het klonk me allemaal nogal blubberig, althans naar de normen van het merk. Ik heb al met andere pedaaltjes gespeeld die veel beter in de buurt kwamen van dat soort geluid. Aan de versterker zal het zeker niet liggen, gezien ik de Throttle Box probeerde op maar liefst vijf verschillende versterkers. Enfin, dit is zéker geen slecht distortion pedaal! Er zullen gitaristen zijn die helemaal gek zijn van het eigen karakter van de Throttle Box.

BUDGET

Voor de Throttle Box betaal je €250, de rest gaat over de toonbank voor €225. Dit zijn stevige, doch correcte prijzen voor pedalen binnen dit segment. Vergelijk maar met andere boutique drive pedaaltjes en je komt meestal redelijk in de buurt. Kortom, niet echt goedkoop, maar ook niet te duur!

CONCLUSIE

Boutique pedaaltjes van een boutique fabrikant, met boutique prijzen. Over smaak valt altijd te twisten, maar Mesa mag mij zeker tot z’n fans rekenen voor wat betreft de Tone Burst, de Grid Slammer en de Flux Drive. De Throttle Drive viel me wat tegen, maar gek genoeg lees ik veel erg positieve dingen over deze laatste. Zo zie je maar dat ook de Throttle fans heef! Maar als ik één, vanzelfsprekende, raad mag geven: test ze uit voor je ze koopt!

MMM

pro • eindelijk de Mesa Boogie tone in a box • de Tone Burst wil ik altijd aan laten staan • robuust en degelijke uitvoering • goed bedachte en efficiënte controls

• enfin le son Mesa Boogie au format pédale • la Tone Burst peut rester active en permanence • construction solide et de bonne qualité • contrôles bien pensés et efficaces

contra • geen handige batterijopening • misschien toch wat aan de dure kant

10

• l’accès à la pile n’est pas très pratique • les prix sont peut être un peu élevés

www.meetmusic.com

ble. Rien d’autre, à part l’interrupteur à pied pour la mise en et hors service. La Grid Slammer est la seule à ne disposer que de trois boutons : Level, Gain et Tone (et bien entendu, de nouveau, l’interrupteur à pied). Avec la Flux Drive, on revient à quatre boutons dont les fonctions sont identiques à celles de la Tone Burst. Seule la Throttle Box diffère des autres, bien qu’elle possède également quatre potentiomètres : Level, Gain, Mid Cut et Tone. Entre les boutons, il y a aussi un mini inverseur pour choisir le type de gain, ‘Lo’ ou ‘hi’. Les quatre pédales sont aussi pourvues d’un connecteur pour alimentation de 9 volts avec le négatif au centre.

SON

En matière de son, on ne s’attend qu’au meilleur quand il s’agit de Mesa Boogie ! Serions-nous, à cause de cela, plus critiques que d’ordinaire ? Peut être bien un peu. Mais le son est aussi une question de goût : le plus souvent, c’est très personnel ... Nous sommes donc en présence de quatre pédales de distorsion différentes, et d’après moi, il y a bel et bien des différences, ou en tout cas, des nuances. Commençons immédiatement par du positif : la Tone Burst. Ce boost “propre” hausse le niveau de 20 dB environ et dispose de réglages pour les basses et les aiguës. Pendant la période où je testais ces pédales Mesa Boogie, la Tone Burst restait pratiquement active en permanence, et ce, même pour mes sons clairs : car quand on la remet hors service, on peut à peine croire qu’une guitare branchée directement dans un canal clair a un tel son ! Quant on met en service une autre pédale de distorsion après la Tone Burst, et que l’on active cette dernière, on obtient comme résultat global plus de gain ... et donc plus de disto.

Passons à la Grid Slammer - et même, prenons aussi la Flex Drive en même temps, car il est un fait que leurs sonorités sont très proches : on commence par des sons de blues, doux et ronds, pour aller vers des sons de blues rock, et pour terminer par du rock bien “lourd”. Vu sous cet angle, la disto de la Flux Drive va un peu plus loin, et en plus, elle offre plus de possibilités de réglages grâce à ses contrôles de basses et d’aiguës, alors que la Grid Slammer n’a qu’un simple bouton de tonalité, comme par exemple c’est le cas du Tone Screamer.

Et nous finissons par la Throttle Box, qui est donc censée reproduire le son d’un Dual Rectifier. Bon ... Si on reste un tantinet réaliste, on doit bien se douter que le son d’une tête qui “accuse” deux kilos ne pourra jamais être égalé par une petite boîte de 10 cm sur 5 et qui ne coûte même pas le dixième ! Il est un fait que l’on entend plus ou moins le même genre de sons, et les contrôles (essentiellement le Tone et le Mid Cut) sont particulièrement bien choisis.

On accède ainsi à un réel contrôle du son, et la disto est très puissante. Même lorsque le gain est moindre et que l’inverseur est sur ‘lo’, on accède à des sons très utiles, même à des sonorités bluesy. Quant à l’autre extrême - la ‘high gain distortion’ -, je suis un peu resté sur ma faim. Je me suis acharné à chercher le “vrai” son de Metallica, mais la “vraie” disto Mesa Boogie, j’ai eu du mal à la retrouver ... Le tout me paraissait manquer de définition, en tout cas en référence aux normes de la marque.

J’ai déjà travaillé avec d’autres pédales qui se rapprochaient beaucoup mieux de ce type de son. Et ce n’est certainement pas l’ampli qui était en cause, puisque j’ai essayé la Throttle Box avec pas moins de cinq amplis différents ! Ceci dit, ce n’est pas une “mauvaise” pédale de distorsion : certains guitaristes seront certainement convaincus par le caractère propre de la Throttle Box.

BUDGET

La Throttle Box coûte €250 et les autres pédales €225. Ce sont des prix substantiels, mais néanmoins corrects pour des pédales situées dans ce segment. Comparez avec d’autres pédales de ‘drive’ de type “boutique”, et la plupart du temps, vous arriverez dans ces environs. Bref, ce n’est pas vraiment bon marché, mais ce n’est pas trop cher non plus!

CONCLUSION

Nous sommes en présence de pédales “boutique”, construites par une firme “boutique” ... et avec des prix “boutique”. Sur les questions de goût, il y aura toujours matière à discussion, mais en ce qui me concerne, Mesa Boogie peut me compter parmi les fans de la Tone Burst, de la Grid Slammer et de la Flex Drive. La Throttle Box m’a moins plu, mais pourtant, assez curieusement, j’ai lu pas mal de commentaires positifs à son sujet. Donc, comme vous le voyez, la Throttle Box a aussi ses fans! Bref, si je n’ai qu’un seul conseil à vous donner, c’est bien celui de les tester avant de les acheter!

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/04

www.meetmusic.com

3

BASS

Eden WTX-264, WTX-500 & EX-110

Eden WTX-264, WTX-500 & EX-110 AMPLIFIERS WITH SPEAKER CABINET Na de bespreking van de grote Eden-broertjes in de editie van April, zijn nu de “kleintjes” aan de beurt. De WTX-264 en WTX-500 zijn twee compacte versterkers die ook qua gewicht vrij licht zijn. Ze wegen allebei een slordige 2 kg, met als 20 x 20 x 7,5 cm als afmetingen. Ook hun look is identiek. Enkel de power (het Wattage) is verschillend. De WTX-264 levert 260 Watt bij 4 Ohm en de WTX-500 met 500 Watt bij 4 Ohm bijna het dubbele. Voor de test gebruiken we ook de EX-110. Deze speakerkast is vrij compact en heel goed transporteerbaar, ideaal voor repetities en optredens. De versterkers hebben een draaghoes waarin je ook je kabels kwijt kan. Deze set-up heb ik eens uitgetest.

Onlangs had ik een repetitie in het centrum van Brussel en vond ik niet meteen een plaats voor de deur voor mijn wagen. Geen paniek! Met de bas op de rug, de draagtas met versterker over m’n schouder en de box in één hand, kon ik makkelijk naar de repetitieruimte stappen. De WTX-264 is handig voor kleine (akoestische) optredens en repetities. De WTX-500 heeft meer kracht en zou je ook kunnen gebruiken in combinatie met de EX410 speakerkast die we besproken in april.

Buiten het vermogen zijn er nog enkele verschillen tussen de twee versterkers. We overlopen even de regel- en aansluitmogelijkheden. Er is een input jack voor het inkomend signaal van onze bas. Wanneer dit signaal overstuurd is, licht een level set ledje op. Dit vereenvoudigt het regelen via de Gain knop. Bij de WTX-500 kan je, door de Gain uit te drukken, het -12dB pad inschakelen voor basgitaren met een hoge output, zoals actieve basgitaren. Deze mogelijkheid is er niet bij de WTX-264. Met de Mute knop kan je ongehinderd van bas switchen zonder je jack kabel uit de versterker te trekken. De Enhance knop is Eden’s geheime wapen: hoe meer je die opendraait, hoe meer je de low mid frequenties wegneemt en de low, high mid en treble frequenties boost. Dit zorgt voor een warmere en scoopy sound waar vooral slappers van zullen houden. Bij de WTX-500 heeft de Enhance knop nog een extra functie. Wanneer je deze knop “uitdrukt”, schakel je de automatische compressor uit. Dan is er nog de equaziling. Met de bass boost (de bassknop uitgedrukt) bekom je een boomy sound die o.a. geschikt is voor reggae en 60’s en 70’s pop en rock. Wanneer je de Mid knop indrukt, kan je de laag mid frequenties regelen en uitgedrukt doe je hetzelfde met de hoog mid frequenties. De hoge frequenties kan je uiteraard regelen met de High. Beide amps beschikken ook over een gebalanceerde uitgang, die je verbindt met een PA- of opnamesysteem. Op de WTX-500 kan je dit signaal al dan niet van equalizing voorzien, door de high-knop in of uit te drukken. De Master knop regelt het algemeen volume en kreeg een LED naast zich, die oversturing signaleert.

Aan de voorzijde hebben we nog een effect loop circuit met send en return jack-aansluitingen, linkse en rechtse aux-aansluitingen om een extern muziekapparaat op aan te sluiten en een tuner-uitgang voor je stemapparaat.

We gaan verder naar de achterzijde. Daar zien we een jack-aansluiting voor een footswitchpedaal en een gebalanceerde XLR-aansluiting om je signaal door te sturen. Met behulp van een levelknop kan je de geluidsterkte van je signaal regelen. Verder is er een hoofdtelefoonuitgang zodat je kan oefenen zonder je buren te storen. Tenslotte zien we twee jack speaker outputs en één speak-on speaker output. In een vorige review besproken we reeds de Eden World Tour WT800 versterker (editie april 2013, nr. 292). Hoe klinken de WTX264 en WTX-500 in vergelijking met de WT800?

Ik hoorde meteen dezelfde woofy sound met veel presence. Hoewel de WTX-versterkers lichter en compacter zijn, hebben ze niet veel moeten inboeten op vlak van regelmogelijkheden. Het grote verschil met de WT800 zit in de power en de aansluit -en regelmogelijkheden van de speakercabinets. Dankzij de vele push/pull knoppen

12

www.meetmusic.com

STIJN DELDAELE Après avoir passé en revue les « gros » modèles Eden dans notre édition d’avril, voici venu le tour des « petits » ! Les WTX-264 et WTX-500 sont donc deux modèles compacts qui, au niveau du poids, sont eux aussi vraiment très légers. Tous deux pèsent environ deux kilos, et leurs dimensions sont les suivantes : 20 x 20 x 7,5 cm ! Leur look est, lui aussi, strictement identique, seule la puissance en watts est différente : le WTX264 « envoie » 260 watts sous 4 ohms, et le WTX-500, 500 watts (également sous 4 ohms), soit presque le double. Pour les besoins du test, nous disposons en plus d’une enceinte EX-110 : elle est très compacte et donc très facile à transporter, bref, c’est l’idéal pour répéter et monter sur un (petit) podium. Les amplis ont chacun une housse dans laquelle il y a place pour mettre les câbles nécessaires.

J’ai eu l’occasion de tester ce matériel une fois en situation réelle : il y a peu, je devais me rendre à une répétition au centre de Bruxelles, et je n’ai pas trouvé place juste devant la porte pour ma voiture … Qu’à cela ne tienne : pas de panique ! J’ai pris ma basse comme un sac à dos, l’ampli avec sa housse sur une épaule, et l’enceinte d’une seule main : ainsi, j’ai pu parvenir jusqu’au local de répétition à pied, sans la moindre difficulté ! Le WTX-264 est tout indiqué pour les répétitions et les petits concerts (acoustiques). Quant au WTX500, vu sa puissance supérieure, on pourrait aussi l’utiliser avec l’enceinte EX410 que nous avons passée en revue en avril.

A part la puissance, il y a quand même quelques autres différences entre les deux amplis. Voyons d’abord du côté des possibilités de réglages et des connexions. Bien entendu, il y a un jack d’entrée pour le signal de la basse ! Quand ce signal est trop élevé (distorsion !), une petite lampe témoin à LED s’allume, ce qui permet un réglage de précision via le bouton du gain. Sur le WTX-500, en tirant sur le bouton du gain vers soi, on enclenche un atténuateur de – 12 dB, bien utile aux basses possédant un haut niveau de sortie, comme c’est le cas des basses actives. Cette possibilité n’existe pas sur le WTX-264.

Grâce au bouton ‘Mute’, on peut changer de basse librement, sans retirer le câble de l’ampli. Quant au bouton ‘Enhance’, c’est un peu « l’arme secrète » d’Eden : plus on tourne le bouton vers la droite, plus on atténue les fréquences des bas médiums, tandis que celles des basses, des hauts médiums et des aiguës sont accentuées. Cela conduit à un son plus chaud, et aux bas médiums « creusés », un son qui sera apprécié avant tout par les amateurs de slap. Sur le WTX-500, le bouton Enhance possède une fonction supplémentaire : quant on le tire vers soi, on enclenche un compresseur automatique. Passons maintenant à l’égalisation.

Quand on tire le bouton des basses vers soi, on enclenche un ‘bass boost’: le son devient très grave, ce

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/04

www.meetmusic.com

3

Eden WTX-264, WTX-500 & EX-110

BASS

is het geheel compact gebleven, met als nadeel dat het wat minder overzichtelijk is geworden. Je moet je tijd nemen om de sound af te regelen. Voordeel is dat deze mini versterkers zo ook erg veelzijdig zijn qua klankregeling, waardoor ze veel situaties aankunnen.

BUDGET

Wat mag al dit moois kosten? De WTX-264 krijg je voor €685, de WTX-500 voor €870. De EX-110 kost €295. Allemaal vrij standaard prijzen als je ze vergelijkt met andere merken.

CONCLUSION

Wil je de Eden sound in een compact jasje? Dan is dit wel iets voor jou. Een allround versterker met veel regelmogelijkheden, voor een goede prijs. Mijn favoriet is de WTX-500 omdat deze even groot is als de WTX-264 en ook in de draagtas kan. Daarnaast kan hij ook een grotere set-up aan. De EX-110 is vooral geschikt voor repetities en eerder akoestische optredens. Wil je meer power, dan kan je nog altijd een extra 4x10 cabinet aanschaffen. Eden in een compact jasje, kan het nog compacter? Ja hoor, maar dat is voor een volgende Eden test.

Stay tuned!

MMM

qui est l’idéal, par exemple, pour jouer du reggae ou de la musique pop des années 60 ou 70. Quant on laisse le bouton des médiums enfoncé, on est en mesure de régler les bas médiums, et quand on tire le bouton vers soi, c’est le tour des hauts médiums. Bien entendu, le bouton ‘High’ est là pour régler les fréquences aiguës. Les deux amplis disposent aussi d’une sortie symétrique, que l’on peut raccorder à une console de sonorisation et/ou d’enregistrement. Sur le WTX500, ce signal peut passer ou non par l’égalisation, selon que le bouton des aiguës soit tiré ou non. Quant au bouton de Master, il règle le volume général. On lui a adjoint une LED juste à son côté, qui de doit de signaler une éventuelle distorsion. En face avant, on trouve encore une boucle d’effets avec ses connexions ‘send’ et ‘return’ de type ‘jack’, des entrées (gauche et droite) AUX pour y brancher une source sonore externe comme un lecteur de CD/MP3, ainsi qu’une sortie pour un accordeur.

Passons maintenant à la face arrière … On remarque un connecteur jack destiné à un interrupteur à pied et une connexion symétrique XLR pour transférer le signal entrant. Avec l’aide d’un bouton de réglage, on peut en régler le niveau.

On trouve également une sortie casque qui permet de s’exercer sans déranger ses voisins ! Et enfin, il y a trois sorties pour haut-parleurs : deux jacks et une speakon. Dans un test précédent, nous avons déjà passé en revue l’Eden WTX800 (dans l’édition d’avril 2.013, le N° 292). Voyons donc quel est le son proposé par les WTX-264 et WTX-500 en regard de ceux du WTX800. D’emblée, j’ai entendu le même son profond, avec beaucoup de présence. Bien que ces deux amplis WTX soient plus légers et plus petits que la norme, ils n’ont pas concédé grand-chose au niveau des possibilités de réglages. La grande différence par rapport au WTX800, c’est la puissance et les possibilités de connexions et de réglages pour les enceintes. Grâce aux nombreux interrupteurs ‘push / pull’, l’ensemble est resté très compact, avec, très logiquement, un léger inconvénient : le panneau des commandes est un peu moins clair. Il faut bien prendre son temps pour régler le son, car l’avantage de ces mini-amplis, c’est qu’ils sont tellement polyvalents au niveau des réglages qu’ils peuvent faire face à énormément de situations différentes.

BUDGET

Que peuvent donc bien coûter toutes ces bonnes choses? Pour le WTX-264, ce sera €685, et pour le WTX500 €870. Quant à l’EX-110, il coûte €295. Tous ces prix sont des prix tout à fait normaux si on les compare avec ceux de la concurrence.

CONCLUSION

En conclusion, si vous voulez avoir le son Eden en petit format, ces amplis sont faits pour vous. Ce sont des amplis bons à tout faire, avec beaucoup de possibilités de réglages, et ce, pour un bon prix. Mon favori, c’est le WTX-500, car il a la même taille que le WTX-264, et il peut lui aussi se mettre dans une housse de transport.

De plus, il est capable de faire partie d’un ensemble plus conséquent. En effet, l’EX-110 est plutôt adapté aux répétitions et aux petits concerts de type acoustique.

Mais si on veut plus de puissance de projection, on peut toujours se procurer une enceinte de type 4 x 10.

Voici donc le son Eden en petit format… mais Eden peutil encore « faire » plus petit ?

Comme on dit: « La suite au prochain numéro ! » Restez donc bien « sur la brèche »!

MMM

14

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

Istanbul Agop Alchemy SWEET & ION

DRUMS&PERCUSSION

Istanbul Agop Alchemy Sweet & ION CYMBALS

De basis voor de cimbalen zoals we die vandaag kennen, komt oorspronkelijk uit Turkije. Ook nu vinden we in Istanbul nog talloze fabriekjes die cimbalen maken volgens de oude tradities.

Istanbul Agop is daar één van de grootste en modernste fabrieken. “Fabriek” betekent hier niet dat alles machinaal gebeurt en bandwerk is. Het gaat hier eerder om een grote werkplaats waar, bij manier van spreken, in de ene hoek het metaal verhit en gewalst wordt, in de andere hoek in vorm geperst, in de derde hoek geschoren en in de vierde gehamerd. Dit maar om aan te geven dat de productie relatief kleinschalig blijft en het om kwalitatief handwerk door ambachtsmannen gaat. Toch heeft Istanbul Agop (in tegenstelling tot de meeste Turkse merken die zich grotendeels aan de tradities houden) een zeer uitgebreid gamma aan cimbalen, met voor iedere stijl een specifieke serie.

De Alchemy-serie bevat dus cimbalen gemaakt volgens de tradities, maar met een hoogglanzende afwerking voor meer hoge tonen en dus een frissere klank, meer gericht op de pop- en rockdrummer. Naast de hier geteste Sweet cimbalen, bevat de Alchemyserie ook Medium en Heavy reeksen.

CONCEPT, BOUW & AFWERKING

Waar de traditionele Turkse cimbalen een zeer donkere klankkleur hebben en eerder geschikt zijn voor rustige muziek (vooral jazz en klassieke muziek), werd de Alchemy-serie ontwikkeld voor de popdrummer die naast meer volume en punch, ook zijn budget in het oog wil houden. Wij kregen een pakket met een nieuwe reeks Sweet-cimbalen, zoals hihats, rides, crashes en nog twee ION-crashes. Al deze cimbalen werden zo gepolijst dat ze bijna spiegelglad zijn, hetgeen de klank niet alleen meer focus geeft met minder bijgeluiden, maar ook meer hoge tonen om beter door de muziek te ‘snijden’. Toch zien we ook, behalve op de bel, groeven die zorgen voor een complexere, warmere klankkleur. Dit maakt de cimbalen breed inzetbaar. De rides zijn verkrijgbaar in 20”-21”-22”, de crashes in 14”-15”-16”17”-18”-19”-20” en de hihats in 10”-12”(Mini Hihats) en 13”-14”-15”. Een heel compleet gamma dus, met voor iedereen wat wils. De ION-crashes hebben dezelfde afwerking als de Sweet Crashes, maar zijn voorzien van 2 x 7 gaten die oplopen in grootte, in een soort ying-yang formatie. Deze zijn verkrijgbaar in 16” en 18”.

KLANK

Door het spiegelgladde oppervlak en de groeven lijkt het of Istanbul twee tegengestelden wilde combineren, met een verrassende klank als resultaat. We overlopen even alle cimbalen.

De Sweet Rides in 20” en 22”: een zeer duidelijke, penetrante aanslag, niet agressief zoals meestal bij briljante cimbalen. De kleur bevat enerzijds zeer veel hoog, maar anderzijds ook een zeer diepe, warme ondertoon, vooral bij de 22”. De bel van het cimbaal zorgt wel voor de nodige snijkracht en was bij de 22” zelfs net iets te agressief en schel van klank. Voor jazz zullen de hoge tonen wat storend zijn, maar voor een bigband zijn ze misschien wel ideaal om die hele groep blazers in het gareel te houden.

Voor popmuziek daarentegen, zijn ze heel breed inzetbaar. Van softe singersongwritermuziek tot stevige pop en rock, zelfs met alle soorten stokken (van licht tot zeer zwaar). Ook op brushes en hotrods reageren ze zeer goed. Je hebt steeds een mooie balans tussen aanslag en ‘ruis’. Van de hihats ontvingen we een 13” en 14”.

Het vreemde is dat ze eigenlijk groter klinken dan ze zijn, vooral omdat de grondtoon, en dus de aanslag, zeer laag is. Met de 13” was het liefde op het eerste zicht.

Het cimbaal reageerde zeer snel en gemakkelijk, met een grote precisie. De aanslag is zeer duidelijk, maar de warme ondertoon zorgt voor een breed 14”-achtig, ‘volwassen’ geluid. Qua aanslag is het cimbaal te briljant van geluid voor een jazz gig, net iets te luid voor zachte brushes. Maar voor pop of fusion is het heel makkelijk te controleren, met een brede dynamiek, zelfs met een stevige rockpunch bij half open spelen. De 14” neigt dus meer naar een 15” hihat. Zelfs bij relatief zacht spelen krijg je al dat min of meer ‘logge’ John Bonham-gevoel. Ga je echt luid spelen - met zware stokken, half open - dan kan deze hihat écht mee. Dus hier ook dat dubbele van enerzijds het snelle reageren van een 14” met het volle en stevige van een 15”. Ook de crashes, waarvan we de hele reeks van 14” tot 19” mochten testen, hebben een dubbele identiteit. Hier is de aanslag heel vol dankzij de lage grondtoon, met zeer veel hoge tonen bij het uitklinken. Zelfs de grote maten reageren zeer snel en gaan onmiddellijk open. Maar waar je bij andere briljante cimbalen bij zacht aanslaan meestal een gongachtig geluid krijgt, gaan deze Sweet Crashes onmiddellijk open met een warm maar penetrant crash-geluid. Bij luid spelen kunnen ze venijnig uit de hoek komen. Deze cimbalen zijn dus breed bruikbaar, van zeer stille tot echt luide muziek. De ION-crashes tenslotte, zijn een goede aanvulling op de Sweet Crashes omdat ze dezelfde constructie hebben. De

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

JEAN-PHILIPPE KOMAC La base des cymbales telles que nous les connaissons actuellement, nous vient de Turquie. Aujourd’hui encore, on trouve à Istanbul d’innombrables petites usines qui fabriquent des cymbales selon les anciennes traditions.

Istanbul Agop en est l’une des plus importantes et des plus modernes. «Usine» ne signifie pas ici que tout est y fait à la machine et que le travail y soit effectué à la chaîne. Il s’agit plutôt d’un grand atelier où, dirons-nous, le métal est chauffé et laminé à un endroit, pressé et mis en forme à un autre endroit, coupé à un troisième et martelé à un quatrième. Ceci simplement pour souligner que la production reste relativement à petite échelle et qu’il y va d’un travail manuel de qualité effectué par des artisans. Cependant, Istanbul Agop (contrairement à la plupart des marques turques qui adhèrent largement aux traditions) propose une très large gamme de cymbales, comprenant, pour chaque style, une série spécifique. Ainsi, la série Alchemy nous présente-telle des cymbales fabriquées selon la tradition, mais avec une finition à haute brillance pour plus d’aigus et donc une sonorité plus fraîche, la destinant plutôt au batteur pop et rock. Outre les cymbales Sweet testées ici, la série Alchemy comprend également la série Medium et Heavy.

CONCEPT, CONSTRUCTION ET FINITION

Alors que les cymbales turques traditionnelles ont une coloration sonore très sombre et sont plus adaptées à la musique calme (surtout le jazz et la musique classique), la série Alchemy a été développée pour le batteur pop qui souhaite plus de volume et de punch, et qui tient son budget à l’œil.

Nous avons reçu un paquet contenant une nouvelle série de cymbales Sweet, comme des hi-hats, des rides, des crashes et aussi deux ION crashes. Toutes ces cymbales ont été tellement polies qu’elles sont pratiquement aussi lisses qu’un miroir, ce qui leur procure un son avec non seulement plus de focus et moins de bruits parasites, mais aussi avec plus d’aigus, le rendant par là-même plus incisif. Pourtant, on aperçoit aussi, sauf sur la cloche, des rainures produisant une sonorité plus complexe, plus chaude. Cela rend les cymbales très versatiles. Les rides sont disponibles en 20 “-21” -22 “, les crashes en 14” -15 “-16” -17 “-18” -19 “-20” et les hi-hats en 10 “-12” (Mini Hi-Hats) et 13 “-14” -15 “. Une gamme très complète donc, pour tous les goûts.

Les crashes ION reçoivent la même finition que les crashes Sweet, mais elles sont pourvues de 2 x 7 trous de taille croissante, dans une sorte de formation ying-yang. Elles sont disponibles en 16 “et 18”.

SONORITÉ

Avec la surface hyper lisse et les rainures, il semble qu’Istanbul ait voulu combiner deux contraires, avec pour résultat un son étonnant. Passons en revue toutes les cymbales. Les rides Sweet en 20 “et 22”: elles possèdent une attaque très nette, pénétrante et ne sont pas agressives comme c’est habituellement le cas pour des cymbales brillantes. Le timbre sonore contient à la fois énormément d’aigus, mais en même temps aussi des harmoniques très profondes et chaudes, surtout avec la 22 “. La cloche de la cymbale est très incisive et était même un peu trop agressive et stridente dans le cas de la 22 “. Pour le jazz, les aigus sont un peu dérangeant, mais pour un big band, ils sont probablement parfaits pour mettre au pas l’ensemble des cuivres. Pour la musique pop cependant, ces cymbales sont très polyvalentes.

De la musique douce des chanteurs-compositeurs à la pop et au rock énergiques, même avec toutes sortes de baguettes (des légères aux très lourdes).

Elles répondent aussi très bien aux balais et aux “hot rods”. Vous avez toujours un bel équilibre entre l’attaque et le «bruissement». En ce qui concerne les hi-hats, nous avons reçu un 13 “et un 14”.

Ce qui est étrange, c’est qu’ils sonnent comme s’ils étaient plus grands qu’ils ne le sont en réalité, principalement parce que la tonalité fondamentale, et donc l’attaque, est très basse. Avec les 13 “c’était le coup de foudre. La cymbale a répondu très rapidement et facilement, avec une grande précision. L’attaque est très claire, mais l’harmonique chaleureuse rend le son large et mature, proche d’un 14 “. Sur le plan de l’attaque, la cymbale offre trop de brillance pour un concert de jazz, un rien trop fort pour balais doux.

Mais pour la pop ou la fusion, le hi-hat est très facile à contrôler, avec une large dynamique, même avec un solide punch rock en jeu semi-ouvert. Le 14” tend donc plus vers un 15”. Même en le jouant relativement faiblement, vous obtenez immédiatement ce « feel » plus ou moins «lourd» à la John Bonham. Si vous y allez à fond – avec des baguettes lourdes, en semi-ouvert – ce hi-hat assurera vraiment ! Donc, ici aussi cette double identité: la réponse rapide d’un 14” d’une part avec la rondeur et la puissance d’un 15”. Les crashes – dont nous avons pu tester l’ensemble de la gamme, de la 14 “à la 19” – possèdent également une double identité. L’attaque est ici bien ronde grâce à la tonalité fondamentale basse, avec beaucoup d’aigus dans la décadence sonore. Même les grandes tailles réagissent très rapidement et s’ouvrent immédiatement. Mais, alors que d’autres cymbales brillantes produisent un bruit de gong lorsqu’elles sont frappées doucement, ces Sweet Crashes s’ouvrent immédiatement avec un son de crash chaud mais pénétrant.

Lorsque vous jouez fort, elles peuvent devenir très cinglantes. Ces cymbales sont donc très polyvalentes, pour de la musique très calme à de la musique vraiment puissante. Enfin, les crashes ION sont un bon complément aux Sweet Crashes, car elles sont construites de la même manière. Les trous rendent les cymbales très souples et flexibles, ce qui les

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06 www.meetmusic.com 15

DRUMS&PERCUSSION gaten maken de cimbalen wel erg soepel en plooibaar, hetgeen ervoor zorgt dat ze eerder meebuigen dan breken of barsten.

Ook het geluid wordt iets dunner, eerder een “bash’-geluid dat perfect past als variatie op, of in combinatie met, de Sweet Crashes.

BUDGET

Alweer een verrassing: de cimbalen worden volgens de tradities geschoren en gehamerd en vervolgens gepolijst.

Toch is de prijs merkelijk goedkoper dan die van de traditi-

onele reeksen van Istanbul, en valt die eerder in de middenklasse. Hihats kosten (exclusief BTW) tussen de €231 voor een 13” en €279 voor de 15”, rides van €242 voor de 20” en €290 voor de 22”, crashes van €126 voor de 14” tot €242 voor de 20”. De ION crashes kosten €153 voor de 16” en €185 voor de 18”.

Zeer competitieve prijzen voor hetgeen je krijgt.

BESLUIT

Bij een eerste kennismaking is het wel wat vreemd om zoveel penetrant hoog te horen in combinatie met een warme ondertoon, maar in een band ga je deze eigenschappen algauw appreciëren. Vooral omdat deze Sweet-reeks heel breed inzetbaar is in tal van stijlen. Dit dankzij de zeer goede reactie op zowel stil als luid spelen.

De schitterende looks (zowel letterlijk als figuurlijk) en de schappelijke prijs maken deze cimbalen tot een niet te missen kandidaat voor iedere drummer, van beginner tot professional. En om eerlijk te zijn, de Sweet Crashes staan bij mij met stip genoteerd om mijn eigen crashes, die niet meer gemaakt worden, ooit te vervangen…

Ben je op zoek naar een nieuw, stevig en verfrissend geluid met veel karakter en een brede inzetbaarheid, dan zijn deze Sweets misschien wel de oplossing.

Istanbul Agop Alchemy SWEET & ION amène à se plier plutôt que de se rompre ou se fissurer. De plus, le son est légèrement plus fin, plutôt un son “bash” qui convient parfaitement en tant qu’alternative ou que complément aux Sweet Crashes.

BUDGET

Autre surprise: les cymbales sont coupées, martelées et ensuite polies selon les traditions. Néanmoins, leur prix est nettement moins cher que celui des séries traditionnelles de chez Istanbul, et est plus celui d’une gamme moyenne.

Les hihats

coût e n t (hors TVA) entre € 231 pour un 13” et € 279 pour les 15” ; les rides, de €242 pour la 20” et €290 pour la 22” ; les crashes de €126 pour la 14” à €242 pour la 20”. Les crashes ION coûtent €153 pour la 16” et €185 pour la 18”. Des prix très compétitifs pour ce que vous recevez en échange.

CONCLUSION

Lors d’une première prise de contact, il est étrange d’entendre autant d’aigus pénétrants en combinaison avec des harmoniques chaudes, mais dans le contexte d’un groupe, vous aurez tôt fait d’apprécier ces qualités. D’abord parce que cette série Sweet peut être largement utilisée pour de nombreux styles. Ceci grâce à la très bonne réponse tant en jeu calme que puissant.

Les brillantes finitions (au sens propre comme au sens figuré) et le prix raisonnable font de ces cymbales une affaire à ne pas manquer pour tout batteur, du débutant au professionnel. Et pour ne rien vous cacher, j’ai bien gardé en mémoire les Sweet Crashes pour remplacer un jour mes propres crashes qui, elles, ne sont plus fabriquées… Si vous cherchez un son nouveau, puissant et rafraîchissant avec beaucoup de caractère et une large polyvalence, cette série de cymbales Sweet peut vous apporter une solution.

MMM

MMM

pro • prachtige look • zeer schappelijke prijs • breed inzetbaar dankzij de mooie mix tussen warme klank en snijdend hoog • ruime keuze aan rides, hihats en crashes • gemakkelijk uit te breiden met andere reeksen (Medium, Heavy) van de Alchemy-serie • ION Crashes passen goed bij Sweet Crashes

• belle allure • prix très raisonnables • large polyvalence grâce à l’heureux mélange de sonorités chaudes et d’aigus cinglants • large choix de rides, de hihats et de crashes • aisément extensible avec d’autres séries (Medium, Heavy) de la série Alchemy • les crashes ION se marient bien aux Sweet Crashes

contra • bel van de 22” Sweet Ride te schel

16

www.meetmusic.com

• la cloche de la 22 “Sweet Ride est trop stridente

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

KEYBOARD INSTRUMENTS Korg KingKORG

Korg KingKORG

VIRTUAL ANALOG MODELING SYNTHESIZER Nog voor de NAMM Show goed en wel begonnen was, gonsde het van de geruchten over de lancering van een nieuwe synth van Korg. Eentje met een wel heel bijzondere naam: de KingKorg. Velen dachten dat de ongebruikelijke naam die duidelijk te zien was op de zogenaamd gelekte foto, gephotoshopped was. De “i” van “King” had namelijk de vorm van het Empire State Building in NY, wat dan weer duidelijk refereert naar het verhaal van King Kong, de bekende gorilla. Wie een beetje de filosofie en geschiedenis van Korg volgde, kon al snel besluiten dat de KingKorg geen hoax was. Het ging hier effectief om de gloednieuwe synthesizer van dit toch wel innoverende merk.

ALGEMEEN

Korg heeft een indrukwekkende voorgeschiedenis die het merk de nodige know-how heeft opgeleverd. Op het internet vind je heel wat interessante productfilmpjes waarin de makers van de muziekinstrumenten aan het woord komen. Het is knap om te zien dat deze mensen meer dan 100% gemotiveerd zijn om enkel en alleen de best mogelijke producten te producren. Wanneer Korg deze trend aanhoudt, zou dit merk wel eens één van de grootste spelers kunnen worden op de toch wel wispelturige markt. In ieder geval, de KingKORG is een opmerkelijk stukje technologie dat zowel beginners als gevorderden zal kunnen boeien. Tijd voor een test!

HANS IJZERMAN

Bien avant que ne se déroule le NAMM Show, il y avait déjà des bruits qui circulaient quant au lancement d’un nouveau synthé de Korg. On parlait même d’un nom assez bizarre : le KingKORG ! D’aucuns pensaient que ce nom improbable, visible sur une photo assez curieuse, avait été traité via PhotoShop. Car le ‘i’ de ‘King’ avait en fait la forme de l’Empire State Building de New York, ce qui était, bien évidemment, une allusion à l’histoire de King Kong, le gorille bien connu. Pour ceux qui connaissent un tant soit peu la philosophie et l’histoire de Korg, ils pouvaient déjà en déduire que le KingKORG n’était pas un canular, mais

bien un synthé flambant neuf construit par une marque réputée pour ses capacités d’innovation.

BOUW

De KingKORG heeft 61 semi-gewogen aanslaggevoelige toetsen, spijtig genoeg zonder aftertouch. Hij weegt 7kg, wat zeker niet veel is voor een keyboard van deze grootte (1027mm x 313mm x 96mm). Dit is een zeer compacte en draagbare synth. Sommigen vinden hem té licht, maar het staat in ieder geval vast dat de tourende muzikant dit met alle plezier zal toejuichen. Korg heeft alleszins al haar know-how in dit compacte toestel gestopt, met een robuuste, degelijke en betrouwbare synth als resultaat. Er werd gekozen voor een vrij strak en niet alledaags design. De bekisting is gemaakt van een zwarte, degelijke kunststof. Het frontpaneel, waarop je de meeste bedieningsknoppen terugvindt, is gemaakt van een champagne-goudkleurig metaal. Het geheel straalt iets sterks uit, wat ons meteen terugkoppelt naar de naam.

Buiten drie kleine displays, vind je heel wat druk- en draaiknoppen terug op het frontpaneel. Allemaal logisch geplaatst, al mocht de synth-sectie misschien toch wat meer naar de linkerkant geschoven worden. Voor linkshandigen ligt deze sectie wel op een goede plek, maar voor rechtshandigen werkt het nu eenmaal beter als je met je linkerhand niet over je rechterhand hoeft te gaan om bijvoorbeeld de filter toe te passen. In ieder geval, alle bedieningsknoppen geven je een ongelooflijk gevoel van vrijheid en nodigen echt uit om aan de slag te gaan en de KingKORG verder te ontdekken. Ondanks het feit dat dit een digitale synth is, ademt het geheel een analoog sfeertje uit.

VOORZIENINGEN

We krijgen de synth geleverd met een duidelijke handleiding in verschillende talen. Let op, er is (nog) geen Nederlandstalige handleiding beschikbaar. Een handige extra is de mogelijkheid om de KingKORG Sound Librarian te installeren op je computer. Hiermee krijg je een duidelijk overzicht van alles wat je op de KingKORG kan terugvinden. Het is geen editor, maar wel een soort van organiser waarmee je je klanken en favorieten kan rangschikken. De KingKORG is voorzien van een externe DC 12V stroomadapter. Toch wel een bizarre keuze, gezien het toestel uiteindelijk bedoeld is om intensief on stage te gebruiken. Iedereen die vaak op podia optreedt, weet dat het er niet altijd even rustig en braaf aan toegaat. Een externe adapter is dus iets wat eigenlijk vermeden kon worden, al stelt de voorziene netsnoerhaak toch een beetje gerust. Wat meteen opvalt, is de power-on knop die doelbewust traag reageert. Dit om te vermijden dat het toestel per ongeluk aan- of uit wordt gezet. Verder vinden we aan de achterkant van de KingKORG allerhande aansluitingen. Je kan het geluidssignaal via de 2 jack outputs (L/MONO, R) laten uitsturen naar een mengpaneel of versterker. Spijtig genoeg zien we hier geen XLR-uitgang, iets wat Korg al wel implementeert bij andere keyboards en digitale piano’s. Op vlak van inputs heeft Korg een XLR-ingang voorzien om een microfoon aan te sluiten, handig voor de vocoder functie.

De KingKORG wordt niet standaard geleverd met pedalen, maar je kan optioneel de XVP10, EXP-2, DS-1H, PS-1 of PS-3 pedalen bestellen. Die kan je koppelen via de voorziene DAMPER- en SWITCH/PEDAL-aansluitingen. Voor degenen die in het bezit zijn van een

Korg Monotribe en/of (Mini) MS-20, heeft de KingKORG een CV/GATE OUT-aansluiting voorzien. Eenvoudig te koppelen met de bijgeleverde CV/GATE kabel, al kan je eveneens andere analoge toestellen aansluiten indien je over de juiste draad/connector beschikt. Natuurlijk heeft de KingKORG de nodige MIDI en computer USB aansluitingen: een MIDI IN, MIDI OUT en USB to COMPUTER. De hoofdtelefoonaansluiting bevindt zich links aan de voorkant van de synth, een handige plek. Let wel op dat je nooit het mastervolume volledig openzet wanneer je met een hoofdtelefoon speelt. Dit kan voor ernstige gehoorschade zorgen. De KingKORG heeft een polyfonie van 24 stemmen. Niet gigantisch veel, maar zeker voldoende. In combinatie met de 61 semi-gewogen toetsen geeft dit een aange-

18

www.meetmusic.com

GÉNÉRALITÉS

Korg a un long passé, très impressionnant, une sorte de garant de ses connaissances. Sur Internet, vous trouverez pas mal de petites vidéos très intéressantes où les créateurs de ces instruments de musique prennent la parole. C’est très instructif de constater à quel point ces gens sont motivés « à 200 % », et ce, dans le seul et unique but d’élaborer les meilleurs produits possibles. Si Korg arrive à maintenir ce cap, la marque devrait être en mesure de devenir l’un des tout grands acteurs dans un marché pourtant des plus capricieux. En tout cas, le KingKORG est un remarquable condensé de technologie qui sera à même de passionner aussi bien les débutants que les plus expérimentés …

CONSTRUCTION

Le KingKORG comporte 61 touches semi-lestées et sensibles au toucher, mais malheureusement pas à l’aftertouch. Son poids est de 7 kilos, ce qui n’est évidemment pas grandchose pour un clavier de cette taille (1027 mm x 313 mm x 96 mm) : c’est même un synthé très compact et donc, facilement transportable. Certains le trouvent même TROP léger, mais il n’en reste pas moins que pour un musicien en tournée, cette caractéristique sera hautement appréciée. En tout état de cause, Korg a « injecté » toute son expérience dans cet appareil compact, avec pour résultat, un synthé robuste, bien construit et fiable. Quant à l’esthétique, la firme a opté pour un design frappant, très éloigné de ce que l’on voit tous les jours ! Le boîtier est en matière synthétique, aussi noire que solide. Le panneau des commandes, où se retrouve la majorité des boutons de commande, est en métal de couleur dorée. L’ensemble dégage une impression de puissance, ce qui nous ramène au nom de l’appareil. En plus de trois petits écrans, il y a une flopée de boutons rotatifs et de boutons poussoirs sur ce panneau. Tout est agencé de manière logique, il y a juste la section synthé qui pourrait être « glissée » un peu plus à gauche : pour les gauchers, cette section se trouve à un excellent endroit, mais pour les droitiers, ce serait mieux de ne pas devoir passer la main gauche au dessus de la main droite pour, par exemple, régler le filtre. En tout cas, tous ces boutons de commande donnent un incroyable sentiment de liberté, et ils invitent à « se lancer » immédiatement, et à vouloir en savoir plus sur le KingKORG. Malgré le fait qu’il s’agisse d’un synthé digital, le tout dégage une ambiance analogique…

CARACTÉRISTIQUES TECHNIQUES

Le synthé est livré avec une notice d’emploi claire et dans plusieurs langues. Attention, une fois de plus, pas de version en néerlandais à l’horizon ! Un petit « plus » bien sympa, c’est que l’on peut installer la librairie des sonorités du KingKORG sur son ordinateur : grâce à cela, on accède à un « panorama » très clair de ce qu’on l’on retrouve sur le KingKORG. Il ne s’agit pas d’un éditeur, mais d’une sorte d’organiseur qui permet de classer les sons et les favoris. Le KingKORG est pourvu d’un adaptateur de courant externe (12 volts - CC), ce qui paraît être un choix bizarre, étant donné qu’en fin de compte, l’appareil est surtout prévu pour un emploi intensif sur scène. Et tout qui monte régulièrement sur scène sait que

tout ne se passe pas toujours en douceur, donc, un adaptateur externe serait sans doute à éviter … quoique le câble fourni aurait tendance à rassurer quelque peu. Ce qui saute immédiatement aux yeux, c’est que le bouton de mise sous tension réagit lentement, et c’est volontaire, afin d’éviter qu’accidentellement, l’appareil ne soit mis en ou hors service. Passons à la face arrière du KingKORG, qui comporte toutes sortes de connexions. Le signal

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

KEYBOARD INSTRUMENTS Korg KingKORG

naam gevoel tijdens het spelen. Het hart van de KingKORG is het zogenaamde eXpanded Modeling Technology systeem. Dit tilt de beleving een niveau hoger, in vergelijking met de voorgaande door Korg gebruikte systemen. Alles vertrekt vanuit het zogenaamde Timbre, waarin je een klank kan opbouwen en op de KingKORG kan kiezen tussen Timbre A en B. Je kan deze apart gebruiken, layeren of splitten. Je kan drie oscilatoren instellen. Bij iedere oscilator kan je kiezen uit 127 verschillende types van wave-vormen: 32 analoge, 64 DWGS (Digital Waveform Generator System) en 30 PCM (Pulse Code Modulation). Hierna kan je de boel filteren d.m.v. één filter per Timbre, waarbij je de keuze hebt tussen 18 opties, gaande van LPF tot BPF, elk met eigen specifieke karakters en een uitgebreid verleden. De AMP, LFO en EG gedeeltes spreken eveneens voor zich en leveren puik werk, in combinatie met nog eens zes virtuele patches per Timbre. Zo kan je die specifieke vette Moog of MS20 klanken zonder probleem recreëren. Wie meer info wil over de werking van een synth, moet zeker onze voorgaande reviews eens raadplegen. Daarin gaan we dieper in op deze materie. Altijd handig!

MOGELIJKHEDEN & BEDIENING

Verder maakt de KingKORG gebruik van zogenaamde Programs die 1 tot 2 Timbres bevatten en onderverdeeld zijn in 8 categorieën. Hier zullen we later dieper op ingaan. We vertelden al dat Timbre A en/of B gelayerd kunnen worden of verdeeld over de 61 toetsen.

Het is eveneens mogelijk om Timbres van de ene Program naar de andere Program te dupliceren, of zelfs toe te wijzen aan bepaalde MIDI kanalen. Elke Program kan getweaked worden door in totaal drie effectgedeeltes, met ieder zes effecten en daarbij nog eens twee aan te passen parameters. PRE FX bevat Distortion, Decimator, Ring Mod, Gt. Amp, Ep. Amp en Tone. MOD FX bevat Flanger, Chorus, U-Vibe, Tremolo, Phaser en Rotary. REV/ DELAY tenslotte, bevat Hall, Room, Plate, Tape Echo, Mod Delay en BPM Delay. Keuze genoeg! Verder kan je ook nog de gekende Tube overdrive van Korg en een tweebands EQ toepassen. De Arpeggiator functie doet perfect wat je ervan verwacht. Je kan deze toepassen op beide Timbres, zowel afzonderlijk als tegelijkertijd. Wanneer je de Timbres hebt gesplit op het klavier, is het dus mogelijk om met arpeggiator te spelen met je rechterhand en gewoon single notes met je linkerhand. Er zijn in totaal 300 Programs voorzien, onderverdeeld in 8 categorieën, waarbij 200 ervan vooringestelde presets zijn en de rest vrije user plaatsen. Verder kan je zelf bepalen in welke van de 8 categorieën je de eigengemaakte Program opslaat. De categorieën zijn Synth, Lead, Bass, Brass, Strings, Piano, Key en Se/ Voc. De 100 vrije plaatsen moeten normaal gezien ruim voldoende zijn voor een ervaren synth-gebruiker. Daarnaast heeft de KingKORG nog eens 5 zogenaamde banken met de Favourite Programs. Handig om bijvoorbeeld je eigen live setups te maken, zodat je niet als een gek moet liggen zoeken tussen alle sounds. Je kan dit zowel op de KingKORG zelf als met de bijgeleverde KingKORG Sound Librarian naar je eigen hand zetten en organiseren. Zo heb je een aangename setup voor tijdens je gigs. De KingKORG is een zeer leuk toestel om mee te werken, zeker qua bediening. Buiten de (volgens mij wat onhandige) plaatsing van het synth-gedeelte, werkt alles zeer intuïtief en hoef je eigenlijk niet veel op te zoeken in de handleiding. What you see is what you get! De joystick aan de linkerkant waarmee je de sounds nog extra kan tweaken, is eveneens zeer degelijk en reageert op de kleinste beweging. De drukknoppen zijn perfect, terwijl de draaiknoppen misschien iets meer weerstand hadden mogen hebben. Toch doen ze hun job zeer goed, mede doordat ze tegelijkertijd draai- én drukknop zijn. Handig!

KLANK

Zoals eerder aangehaald, kunnen we sounds maken door middel van 3 oscilatoren te stapelen en daarna nog allerhande tweaks toe te passen. Je kan de KingKORG goed leren kennen door je tijd te nemen om de 200 presets goed te beluisteren. Zo kan je meteen het

20

www.meetmusic.com

sonore peut sortir de l’appareil via les deux jacks de sortie (L/MONO, R) et aller vers une table de mixage ou un ampli. Malheureusement, il n’y a pas de sorties avec prises XLR, une chose que Korg implémente pourtant sur pas mal d’autres de ses synthés et de ses pianos. Au niveau des entrées, Korg a prévu une entrée XLR pour raccorder un micro, ce qui est bien pratique pour la fonction vocoder. La livraison standard du KingKORG ne comporte pas de pédales, mais en option, on peut commander les pédales XVP-10, EXP-2, DS-1H, PS-1 ou PS-3. Elles peuvent être raccordées aux connexions DAMPER et SWITCH/ PEDAL. Pour ceux qui possèdent un Monotribe Korg et/ou un (Mini)MS-20, le KingKORG possède une connexion CV/GATE OUT : il est donc très simple de le raccorder via le câble CV/GATE (livré), et vous pouvez même raccorder d’autres appareils pour autant que vous disposiez du câble et des connecteurs adaptés. Evidemment, le KingKORG des prises MIDI et USB utiles : une MIDI IN, une MIDI OUT, et une USB to COMPUTER. La connexion casque se trouve à gauche, sur la face avant du synthé, un endroit des plus pratiques. Faites bien attention de ne jamais monter le volume à fond quand vous jouez avec un casque : cela pourrait causer de sérieux dégâts au niveau de votre ouïe! Le KingKORG possède une polyphonie à 24 voix, ce qui n’est pas énorme, mais à coup sûr, c’est suffisant. Combinée aux 61 touches semi-lestées, cela donne un sentiment très agréable lorsqu’on joue. Le cœur du KingKORG a pour nom le système eXpanded Modeling Technology. Cette technologie pousse l’expérience un cran au dessus par rapport aux systèmes utilisés par Korg précédemment. Tout part de ce que Korg appelle le ‘Timbre’: c’est là que l’on est à même de construire un son. Sur le KingKORG, on peut choisir entre le Timbre A et le Timbre B. Ceux-ci peuvent être utilisés séparément, être superposés ou être splittés. On peut faire appel à trois oscillateurs, et pour chacun d’entre eux, on a le choix entre 127 types de formes d’ondes différentes : 32 analogiques, 64 DWGS (Digital Waveform Generator System) et 30 PCM (Pulse Code Modulation). Par la suite, on peut filtrer le tout: il y a un filtre par timbre, et à ce stade, on dispose de… 18 ( !) options allant du LPF au BPF, chacune ayant des caractéristiques spécifiques et des capacités étendues. Les sections AMP, LFO et EG parlent d’elles-mêmes et assurent un excellent travail, avec en plus 6 ‘patches’ virtuels par Timbre.

C’est grâce à ces combinaisons que l’on arriver à recréer les sons bien gras et si caractéristiques du Moog ou du MS-20 sans le moindre problème. Pour ceux qui désireraient plus d’infos sur le fonctionnement d’un synthé, je leur conseille de consulter nos précédents articles : nous abordons ce sujet plus en profondeur. Voilà qui est toujours bon à savoir!

POSSIBILITÉS ET UTILISATION

Après ces premiers choix, le KingKORG utilise ce que Korg appelle des ‘Programs’ : ils contiennent un ou deux Timbres, et ils sont répartis en huit catégories, un sujet que nous verrons plus en détail par après. Nous avons déjà mentionné que les Timbres A et/ou B pouvaient être superposés ou splittés sur les 61 touches. Mais il est aussi possible de dupliquer les Timbres d’un Program vers un autre Program, ou même, de les assigner à certains canaux MIDI. De plus, chaque Program peut être « trituré » dans tous les sens via trois sections d’effets, chacune possédant six effets, chacun ayant lui-même deux paramètres ajustables.

La section PRE FX comporte les effets Distortion, Decimator, Ring Mod, Gt. Amp, Ep. Amp et Tone. La section MOD FX comporte les effets Flanger, Chorus, U-Vibe, Tremolo, Phaser et Rotary. Enfin, La section REV/DELAY comporte les effets Hall, Room, Plate, Tape Echo, Mod Delay et BPM Delay. Comme on peut le constater, ce n’est pas le choix qui manque !

On peut aussi recourir au Tube Overdrive bien connu de Korg, ainsi qu’à une égalisation à deux bandes. La fonction d’arpégiateur fait ce que l’on attend d’elle à la perfection. On peut l’appliquer aux deux Timbres, aussi bien séparément que sur les deux simultanément. Quand les Timbres sont splittés sur le clavier, il est donc possible, par exemple, de faire fonctionner l’arpégiateur côté main droite et de jouer de simples notes côté main gauche. Au total, il y a 300 Programs disponibles, répartis en 8 catégories, dont 200 sont des présélections « usine », les 100 restantes étant modifiables par l’utilisateur. Ce dernier peut décider vers laquelle des 8 catégories il enregistrera ses propres Programs. Voici ces huit catégories : Synth, Lead, Bass, Brass, Strings, Piano, Key et Se/Voc. Normalement, les 100 emplacements des mémoires « libres » doivent être largement suffisants pour un utilisateur de synthé expérimenté. De plus, le KingKORG possède aussi cinq « banques » destinées à rappeler vos Programs favoris. Voilà qui est pratique pour, par exemple, grouper vos sonorités utilisées en con-

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/05

www.meetmusic.com

7

KEYBOARD INSTRUMENTS Korg KingKORG kaf van het koren scheiden en je persoonlijke voorkeuren onthouden. Ook kan je ze eventueel al zodanig rangschikken dat je ze snel kan oproepen. In ieder geval zal je merken dat alles behoorlijk warm en vet klinkt. De mogelijkheden zijn wederom onuitputtelijk en met een beetje geduld kan je werkelijk alle analoge vintage sounds terug tot leven brengen. Het leuke is dat naast de synth klanken, de iets meer akoestische klanken best goed bruikbaar zijn voor live situaties. Dat maakt er dan weer een uitermate leuk performance keyboard van! De 16-bands Vocoder functie mag je natuurlijk ook niet vergeten. Dit is eigenlijk een geweldige aanvulling en een grote meerwaarde voor bepaalde projecten. Deze functie werkt erg goed, mede doordat je de input van de stem kan linken met alle effecten van de KingKORG, wat resulteert in knappe klanken. Natuurlijk mag je van een digitale synthesizer niet verwachten dat de sound identiek is aan die van een analoge, toch heeft de Korg met fier opgeheven hoofd de test doorstaan. Uit ervaring kan ik er zeker van zijn dat de KingKORG tijdens live situaties de nodige power geeft en vette sounds produceert.

De Boost drukknop moet een bepaalde extra overdrive geven aan de sound, wat effectief een handige functie is tijdens live situaties on stage, wanneer je een bepaalde partij of solo extra in de verf moet zetten.

BUDGET

Hoeveel heb je nodig om de KingKORG in huis te halen? Reken rond de €1100… Een eerlijke en juiste prijs, niet meer, niet minder!

BESLUIT

De KingKORG is een synthesizer die duidelijk gemaakt is voor zowel beginners als ervaren gebruikers. Voor ieder merk is het toch altijd een uitdaging om voor beide groepen een interessant product op de markt te brengen. Korg is hier echter bijzonder goed in geslaagd en heeft wederom een knap staaltje know-how op de markt gezet. Zowel het opvallende design als wat onder de kap zit, zal niet onopgemerkt voorbij gaan. In ieder geval moet deze gorilla niet vrezen op een fatale afloop zoals in de filmklassieker…

MMM

pro

cert : ainsi, vous ne devrez plus vous énerver à chercher • le joli design • knap design comme un dingue • la nouvelle ‘eXpanded • nieuwe eXpanded Modeparmi tous les sons Modeling Technology’ ling Technology disponibles!

On • le poids … plume!

• lichtgewicht! peut donc organiser tout cela selon ses propres goûts, soit via le KingK• geen XLR uitgangen • pas de sorties XLR ORG lui-même, • externe stroom adapter • l’adaptateur externe de soit via le logiciel courant (livré) KingKORG Sound Librarian : ainsi, on peut fonctionner sur base d’une disposition bien au point pendant ses concerts.

Le KingKORG est un appareil vraiment agréable à manier, en tout cas au niveau de son utilisation. A part l’endroit (selon moi, pas très pratique) où est placée la section synthé, tout se fait de manière très intuitive et en fait, il n’est pas nécessaire de chercher grand-chose dans la notice d’emploi : what you see is what you get! A gauche, le joystick grâce auquel on peut encore modifier les sons est lui aussi de très bonne qualité, et il réagit au moindre mouvement. Les boutons poussoirs sont parfaits, alors que les boutons rotatifs auraient pu offrir un peu plus de résistance. Ils font néanmoins très bien leur boulot, notamment parce qu’ils sont à la fois poussoirs et rotatifs, ce qui est bien pratique!

contra

SON

Comme évoqué précédemment, on peut créer des sons en « superposant trois oscillateurs, pour ensuite peaufiner le son via toutes sortes de traitements. Une bonne manière d’apprendre à connaître efficacement le KingKORG, c’est de prendre son temps pour écouter attentivement les 200 présélections d’usine. On peut ainsi séparer d’emblée le bon grain de l’ivraie, et cerner ses préférences : éventuellement, on peut ainsi les classer de manière à les rappeler rapidement. En tout cas, on remarque que tous les sons sont chauds et bien

gras. Les possibilités sont absolument inépuisables, et avec un peu de patience, on est réellement en mesure de faire « revivre » tous les sons analogiques de type ‘vintage’. Ce qui est intéressant aussi, c’est que, à côté des sons de synthé, les sons plus « acoustiques » sont particulièrement appropriés pour la scène, ce qui fait de cet appareil un clavier aux performances hors-normes. Et évidemment, il ne faut pas non plus oublier la fonction ‘16-bands Vocoder’ : en fait, il s’agit d’un complément des plus excitants, c’est même une plus-value de taille pour certains projets. Cet atout supplémentaire fonctionne vraiment bien, en particulier parce que l’on peut raccorder l’entrée de la voix à tous les effets du KingKORG : cela donne des sons supers! Bien sûr, on ne peut attendre d’un synthé digital que le son soit identique à celui d’un appareil analogique, mais néanmoins, Korg peut se vanter de sortir de cette comparaison la tête haute : par expérience, je suis sûr que pendant un concert, le King KORG « enverra » la puissance nécessaire et les sons bien gras tant recherchés. Le bouton poussoir ‘Boost’ est censé donner un degré de distorsion supplémentaire au son, ce qui est effectivement une fonction intéressante pendant une prestation scénique, notamment quand il faut mettre en évidence un élément du mix ou un solo.

BUDGET

Et de combien faut-il donc disposer pour ramener un KingKORG chez soi ? Eh bien, il faut compter aux alentours de 1.100 euros … Un prix raisonnable et justifié, ni plus, ni moins !

CONCLUSION

Le KingKORG est un synthé qui est clairement conçu pour les débutants comme pour les plus avancés, bien que pour chaque marque, ce soit un vrai défi de mettre sur le marché un produit qui puisse être intéressant pour les deux groupes à la fois. Dans le cas présent, Korg a réussi son « coup » à merveille, et a de nouveau posé un jalon de référence de plus dans le petit monde des claviers ! Que ce soit le design extérieur ou ce que le boîtier contient à l’intérieur, un tel instrument ne passera pas inaperçu ! En tout cas, ce … « gorille » ne doit certainement pas frémir en imaginant une issue fatale comme c’est le cas dans le grand classique du 7ème art…

MMM

22

www.meetmusic.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

HILITES

CORT

CORT

cortguitars.com

FARGEN

PEAVEY

De Peavey Composer Parlour Guitar en de AmpKit LiNK HD zijn nu allebei verkrijgbaar in Europa. De Composer is een akoestische Parlour gitaar met de klank van een full-size model, maar met het comfort en de bespeelbaarheid van een Parlour gitaar (grootte 24 ¾). Met de Composer bekom je niet alleen heldere en volle akoestische klanken, maar ook meer volume dan je zou verwachten voor die grootte. De satin finish zorgt voor extra speelcomfort. De AmpKit LiNK HD is dan weer een iOS gitaar interface, een opvolger van de originele, bekroonde AmpKit LiNK. Deze interface-in-zakformaat maakt gebruik van digitale USB audiotechnologie, waarbij crosstalk en feedback worden geëlimineerd. Dit met een onberispelijke geluidkwaliteit en zero latency als resultaat. Binnenkort testen we deze nieuwe AmpKit, dus hou ons magazine zeker in het oog! www. peavey.com

FARGEN

Fargen Amplification a introduit il y a quelque temps une famille d’amplis en l’honneur de John Lennon. L’Imagine, introduit récemment, en est le troisième et dernier membre.

Les deux autres sont les Artist et JL-15 Signature. L’Imagine est un ampli “boutique” de luxe, combinant les meilleures essences de bois à un Decade Switch à 3 voies. Il est fabriqué à la main en Californie par Ben Fargen himself.

Le Decade Switch complète les réglages existants des années ‘60 et ‘70 avec un son rock ‘n roll des a n ‘50. Trois amplis en un, on peut dire! L’Imagine est disponible dans entier, en quantités limitées. www.fargenamps.com

le

nées monde

PEAVEY

Les Peavey Composer Parlour Guitar et AmpKit LiNK HD sont tous les deux disponibles en Europe. La Composer est une “parlour guitar” acoustique avec le son d’une caisse plein format, mais avec le confort et la facilité de jeu d’une guitare de chambre (taille 24 ¾). La Composer offre bien entendu un son acoustique clair et plein, mais également un volume inattendu vu la taille.

La finition satinée ajoute aussi au plaisir de jouer. L’AmpKit LiNK HD est quant à elle une interface guitare iOS, qui succède à l’AmpKit LiNK originale fort applaudie. Cette interface de poche utilise de la technologie audio USB, éliminant la diaphonie et le feedback. Le résultat, un son irréprochable et “zero latency”. Nous testerons ce nouvel AmpKit, lisez attentivement votre magazine dans les mois qui suivent! www.peavey.com

SCHERTLER

SCHERTLER

Le pickup MAGNETICO AG6 est dorénavant disponible partout. L’AG6 e s t conçu pour les guitares acoustiques et est le premier d’une nouvelle série de pickups magnétiques abordables. Ces pickups combinent de l’électronique Schertler de haut de gamme et la technologie active multiple coil. Ceci offre divers avantages, comme une courbe de fréquence plate et un son plein et riche sur tout le régistre de l’instrument. Le pickup compact prend place dans la rosace et est disponible en Standard Black et Limited Series en bois. www.schertler.com

SEYMOUR DUNCAN

Ook hier enkele nieuwe pickups: de Pegasus 7 & 8-String bridge pickup. Deze pickup is het meest geschikt voor spelers van progressieve en moderne metal. De harmonische rijkdom, grote dynamiek en gedefinieerde snaarscheiding zorgen ervoor dat alle klanken duidelijk hoorbaar zijn door elke “distorted” mix. De Pegasus is heeft een meer gematigde output, te en waardoor je tijdens het spelen harder kan gaan zonder al te veel warmhelderheid te verliezen in de klank. www.seymourduncan. com

TIPBOOK

MMM

Ici aussi des nouveaux pickups: les pickups de chevalet Pegasus 7-String et 8-String.

Ils sont le plus adapté aux guitaristes progressifs et métal moderne.

Leur richesse harmonique, la grande dynamique et la séparation des de discordes définie garantit que tous les sons seront audibles, même avec un max torsion. Le Pegasus a une sortie plus douce, ce qui vous permet de jouer plus fort sans trop perdre en chaleur et clareté. www.seymourduncan.com

TIPBOOK

Tipbook met les gaz! Voilà encore un de leurs livres disponible sous la forme d’une app. L’etipbook Chant est plus qu’une versions digitale de la version papier. Les 22 Tipcodes se lancent directement depuis l’app, il y a des liens YouTube avec de beaux exemples, et plus de 60 photos en couleur ravivent encore le texte. Le livre a été actualisé là où c’est utile, on attire votre attention sur des apps intéressants pour les chanteurs. Plein de thèmes sont abordés: le chant pur, le vibrato, les régistres, les méthodes de chant, comment soigner sa voix, la technique de micro etc. Voyez l’App Store iTunes! www.tipbook.com MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06 www.meetmusic.com 23

Seymour Duncan Pegasus

Tipbook laat er geen gras over groeien! Ook nu hebben ze weer één van hun boeken uitgebracht in de vorm van een app. Met de eTipboek Zang haal je meer in huis dan enkel de digitale versie van het papieren boek. Zo kun je de 22 Tipcodes direct vanuit de app starten, zijn er YouTubelinks met leuke voorbeelden toegevoegd en brengen meer dan 60 kleurenfoto’s de tekst nog meer tot leven. Het boek werd waar nodig geactualiseerd, waarbij je vooral attent wordt gemaakt op allerlei handige apps voor zangers. Er komen heel wat dingen aan bod: van zuiver zingen tot vibrato, van registers tot zangmethodes, van zorg voor je stem tot microfoontechniek, etc. Nu in de iTunes App Store! www.tipbook.com

SEYMOUR DUNCAN

Schertler MAGNETICO AG6

Ook de MAGNETICO AG6 pickup is nu overal verkrijgbaar. De AG6 is geschikt taalvoor akoestische gitaren en is het eerste model binnen een nieuwe reeks van bebare magnetische pickups. Bij deze pickups wordt high-end Schertler elektronica gecombineerd met de active multiple coil technologie. Dit heeft verschillende voordelen, zoals een vlakke frequentierespons en een volle, rijke klank over het gehele bereik van het instrument.

De compacte pickup past binnen het klankgat van de gitaar en is verkrijgbaar in Standard Black en Limited Series houten top finishes. www.schertler.com

MEET MUSIC MAGAZINE 2013/06

Peavey Composer Peavey AmpKit LiNK HD

Fargen Amplification lanceerde enige tijd geleden een reeks versterkers waarmee het merk eer wilde betonen aan John Lennon. Onlangs brachten ze met de Imagine de derde en laatste gitaarversterker binnen die reeks uit. De eerste twee waren de Artist en de JL-15 Signature.

De Imagine is een luxueuze boutique versterker combineert de beste houtsoorten en onderdelen met een drieweg Decade Switch. Handgemaakt in Californië, gebouwd door Ben Fargen zelf. De Decade Switch vult de eerder uitgebrachte 60’s en 70’s instellingen aan met een 50’s rock ‘n roll klank. Drie versterkersin-één als het ware! De Imagine is wereldwijd in beperkte oplage verkrijgbaar. www.fargenamps.com

Cort présente une nouvelle guitare électrique au sein de la gamme à succès EVL. L’EVL-X7 a du hardware et de l’électronique mis à niveau (réglages de volume et de tonalité, sélecteur à 3 positions). Le corps est en acajou, le manche en érable et la touche en bois de rose. Le manche est boulonné au corps, les mécaniques sont du type “die cast” et les pickups sont actifs. Les cordes d’origine sont des D’addario. L’EVL-X7 est disponible d’Alaska à Zanzibar. www.cortguitars.com

Fargen Imagine

Cort lanceert een nieuwe elektrische gitaar binnen haar succesvolle EVL reeks. De EVL-X7 heeft geüpgrade hardware en elektronica (volumeknop, toonregeling, drieweg-schakelaar). De body is opgetrokken uit mahonie, de nek uit esdoorn en het fretboard uit rozenhout. De gitaar heeft een bolt-on neck constructie en kreeg die cast tuners en actieve pickups mee. Standaard zitten er snaren van D’addario op. De EVL-X7 is nu wereldwijd beschikbaar. www.

Cort EVL-X7

Hilites

SOUND

Juni 2013 Juin 2013

PRO

&.L.I.G.H.T MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

iCon

QCon Pro

Electro-Voice Live X Series

SAE Institute

BST

i-7205

Practical Creative Media Education

GRATIS

GRATUIT

DAP-Audio

CORE Kontrol D1

JB Systems

LED Light Effects