MEET MUSIC MAGAZI MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
Nr.298
26e jaargang - Oktober 2013 26ième année - Octobre 2013
GRATIS
GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX
Norman Studio B50
Korg
Pitchblack Poly
Schertler Giulia
Remo
Versa drums
Peavey Max 112
Genio
Silent Piano
Easy-Lift Easy-Tilt
INHOUD - SOMMAIRE p.7
p.14
GUITAR Norman Studio B50
p.4
acoustic guitar........................................................... 4
Schertler Giulia
acoustic guitar amplifier ........................................... 7
Korg Pitchblack Poly
polyphonic guitar tuner ........................................... 10
p.17
BASS Peavey MAX 112
combo bass amp .................................................... 14
DRUMS & PERCUSSION Remo Versa Drums
djembe, timbau, tubano.......................................... 15
p.20
KEYBOARD INSTRUMENTS Genio
silent piano module.................................................... 18
p.14
Easy-Tilt, Easy-Lift
p.18
grand piano apparatus ............................................... 20
HILITES ............................................................. 22 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele
De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com
Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com
Redactie/Rédaction: Hans Ijzerman Jean-Philippe Komac Stéphane Landtmeters Stijn Deldaele Tim Van Roy
Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com
Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Michel Noach Thierry Stiévenart
www.meetmusic.com
ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
MEET MUSIC MAGAZINE
Voerman ..............................2,21
Highlite International.................2
Sound 7 ..................................19
Alhambra Guitarras ..................5
Yamaha ..................................13
LGO ........................................19
Sound Service ..........................5
EMD........................................11
....................................................
Lotronic ...................................21
Studio Factasy..........................6
Fentex.....................................17
PRO SOUND & LIGHT
M Works ...................................9
Teac/Tascam.............................7
Kawai ......................................19
Apex .........................................9
RCF ........................................15
Teac/ART ..................................6
Peavey......................................9
Beglec.....................................23
RSL.........................................19
Titan ........................................25
The Roadhouse ........................6
Heuff .......................................17
SAE ........................................11
....................................................
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
www.meetmusic.com
3
Norman Studio B50
GUITAR
Norman Studio B50 ACOUSTIC GUITAR
De maandelijkse deadline was reeds verstreken toen er toch nog een gitaar op onze drempel belandde. Van het eerste ogenblik dat de kist openging, werd er echter niet aan getwijfeld: deze moesten we er nog bij krijgen! Om te beginnen is Norman een merk dat we nog niet zo vaak hebben besproken. En een tweede reden is dat deze gitaar er gewoonweg spectaculair uitziet!
ALGEMEEN
La date butoir de la fin des tests était déjà dépassée quand une guitare s’est retrouvée devant notre porte ... Dès l’ouverture de la boîte, il n’y avait pas le moindre doute: il fallait s’en occuper immédiatement! Tout d’abord, parce que Norman est une marque dont nous n’avons pas souvent parlé ; et ensuite, tout simplement parce que cette guitare est franchement spectaculaire!
GÉNÉRALITÉS
Concept
Norman produceert uitsluitend akoestische gitaren… Ook de aangeleverde Norman Studio B50 valt dus onder die categorie. Met de B50 wil men een kwalitatief degelijk instrument aanbieden voor een zo scherp mogelijke prijs. Op zich niet echt een verrassend concept, maar meer keuze uit degelijke instrumenten is voor alle gitaristen een voordeel! Gelukkig levert de B50 enkele opvallende kenmerken waar we nu al zeker van zijn dat ze in deze prijsklasse eerder uitzonderlijk zijn!
Toebehoren/Opties
In deze alinea verklappen we al een klein stukje van de volgende, “imago”. De Norman B50 wordt immers geleverd in een “Tric”-kist. Kennen we die naam niet van een ander merk? Inderdaad! Deze kisten worden geproduceerd door het moedermerk van Norman, namelijk Godin. De degelijkheid (en het concept) van deze kisten worden gedemonstreerd door meneer Godin zelf, door ze - mét gitaar er in - van de trap te gooien. Het idee is dat het omhulsel van de kist zacht is, waardoor dit al een groot deel van de schok opvangt. Daarnaast krijgen we nog wat info over de gebruikte merkproducten, een boekje over het onderhoud van de gitaar én wat klein gereedschap. Je kan de B50 ook aanschaffen met een ingebouwde pickup, maar dan ga je wel wat extra centjes moeten neertellen.
Imago
Zoals reeds gezegd, is Norman een zustermerk van Godin. En wie de reviews in het tijdschrift al een tijdje volgt, weet dat dit goed nieuws is. Godin is een van de meest betrouwbare merken op de markt, zeker wat betreft consistentie van kwaliteit. Ikzelf heb nog nooit een slechte (of zelfs een mindere) Godingitaar in handen gehad. En ook de zustermerken, zoals Seagull, Simon & Patrick en Norman, profiteren van de expertise en het oog voor detail van deze gitaargigant.
Afwerking
Een eerste inspectie bevestigt dat Norman het oog voor detail van het moedermerk heeft geërfd! De gitaar is prima afgewerkt en de prachtig getekende stukken hout vallen meteen op. Zelfs al zou de gitaar voor geen meter klinken, een schoonheid is het alvast wel. Een lust voor het oog!
Garantie
Eén jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.
BOUW
Kop/Hals
Het is dan op zich geen grote verrassing dat de constructiekenmerken van de Norman B50 grotendeels identiek zijn aan wat we bij de andere Godin-gerelateerde merken al hebben gezien. De kop en de hals bestaan in zowat alle gevallen, en ook hier, uit een driedelig laminaat. De hals vormt het grootste onderdeel, de stemkop en de nekhiel zitten hieraan vastkleeft. Wat wel heel bijzonder is, is het gebruikte hout: een hals van gevlamd esdoorn (flamed maple). Deze optie is doorgaans enkel weggelegd voor veel duurdere custom gitaren! De stemkop is daarenboven nog eens voorzien van een toplaag van esdoorn met quilt-tekening. Weliswaar wat subtieler dan de vlam op de hals, maar toch zeker aanwezig! De hals is afgewerkt met een zeer fijne satijnen laklaag. Indrukwekkend is het minste dat we kunnen zeggen!
Toets
De toets is gemaakt van ebbenhout (ebony) en voorzien van 21 medium frets. Verder houdt men dit onderdeel zeer sober, met enkel de standaard cirkelvormige positiemarkeringen op (en aan de zijkant van) de toets.
4
TIM VAN ROY
www.meetmusic.com
Concept
Norman ne produit que des guitares acoustiques ... La Norman Studio B50 fait donc partie elle aussi de cette catégorie. A travers cette B50, la me veut proposer un instrument de bonne quafirlité, et ce, au prix le plus “serré” possible. En soi, le concept n’est ni nouveau, ni surprenant, mais le fait d’avoir un choix plus fourni dans des instruments de ce niveau est toujours un avantage pour les guitaristes. Heureusement, la B50 offre certaines caractéristiques singulières qui indiquent sans la moindre équivoque que dans sa catégorie de prix, cette guitare est exceptionnelle!
Accessoires/ Options
Dans ce paragraphe, nous allons déjà dévoiler une partie du suivant, qui concerne l’image de la firme. En effet, la Norman B50 est livrée dans un coffre ‘TRIC’. Ce nom n’évoque-t-il pas une autre marque pour vous? Mais si, c’est bien sûr: ces coffres sont produits par la firme “mère” de Norman, à savoir, Godin. La solidité - et le concept - de ces coffres a été démontrée par Monsieur Godin en personne: il en avait jetés dans un escalier ... avec leur guitare à l’intérieur! L’idée maîtresse est que l’enveloppe extérieure du coffre doit être souple afin d’absorber une grande partie des chocs. Ensuite, on a encore droit à quelques informations sur les produits utilisés, à un livret sur l’entretien de la guitare, et à de petits accessoires de réglage. On peut également acheter la B50 avec un micro intégré, mais dans ce cas, il faudra évidemment payer un peu plus.
Image
Comme cela a déjà été dit, Norman est une marque-sœur de Godin. Et ceux qui suivent les bancs d’essai de notre magazine depuis un petit temps savent déjà que c’est une bonne chose: en effet, Godin est une des marques les plus fiables du marché, en particulier en ce qui concerne la constance de la qualité: personnellement, je n’ai encore jamais eu entre les mains une guitare Godin de faible, ou même, de moindre qualité. Et toutes les marques sœurs du groupe - Seagull, Simon & Patrick et Norman - profitent de cette expertise, ainsi que du souci des détails cher à ce géant de la guitare.
Finition
Nous venons de parler du souci des détails: une première inspection confirme que sur ce point, Norman est une digne héritière de la firme-mère. La guitare a une finition parfaite, et les pièces de bois en présence ne manquent pas de faire admirer leurs magnifiques nervures. Même si la guitare devait révéler un son catastrophique, elle n’en resterait pas moins une ... “beauté”. Je dirais même: un régal pour les yeux.
Garantie
Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.
CONSTRUCTION
Tête/Manche
En soi, ce n’est pas une surprise si les caractéristiques de construction de la Norman B50 sont, en gros, identiques à ce que nous avons déjà rencontré dans les marques apparentées à Godin. La tête et le manche, dans pratiquement tous les cas - et dans le cas présent aussi, d’ailleurs -, font partie d’une pièce laminée en trois parties. Le manche forme la plus grande partie, et on y colle la tête et le talon. Ce qui est tout à fait particulier ici, c’est l’essence de bois utilisée: le manche est en
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Norman Studio B50 Body
Net zoals de hals, pronkt de klankkast van de B50 met een overdaad aan prachtig hout. De top van sparrenhout (spruce) is misschien minder opvallend in vergelijking met andere merken, maar het is wel een massieve top! Toch gaan de zij- en achterkanten in dit geval met het grootste deel van de aandacht lopen! De zij- en achterkanten van de B50 zijn namelijk volledig gemaakt van dezelfde gevlamde esdoorn als de hals. We moeten er echter wel bij vertellen dat het gaat om driedelig laminaat en geen massieve houtsoorten. Maar dat kan de pret niet echt drukken. Het vlammenpatroon op de zij- en achterkanten is dermate indrukwekkend dat we het gevoel hebben dat we op een gitaar spelen die makkelijk het dubbele van de prijs kan kosten. Natuurlijk draait het niet enkel om de houtsoorten, maar ook om de bouwmethode. Gelukkig blijkt die even solide te zijn als we intussen van Godin-gitaren verwachten. Prima in orde dus!
HARDWARE & ELEKTRONICA Stemmechanieken
De B50 is voorzien van goudkleurige stemsleutels. Wanneer we de gitaar omdraaien, zien we ook dat het gaat om open systemen. Je kan de raderwerkjes dus zien zitten, gezien er geen afsluitend kapje werd voorzien. Geen bepaalde voor- of nadelen aan dit systeem, het ziet er gewoon wat anders uit. De stemsleutels reageren lekker vlot op wijzigingen, al mocht de actie naar mijn smaak ietsje hoger liggen. Nu moet ik naar mijn gevoel meerdere keren draaien om een toonhoogte te bereiken die anders slechts met één draai wordt gehaald. Maar wat zijn we nu aan het muggenziften!
Brug
De brug zelf is gemaakt uit hetzelfde ebbenhout als de toets en is, net als de toets, extreem sober qua ontwerp. Geen enkele versiering te bespeuren! Voor de kam (en de topkam) is men naar de experts getrokken en werd er gekozen om Tusq-producten te gebruiken. Deze kunststof imiteert de felbegeerde akoestische eigenschappen van ivoor, zonder daarmee de reeds bedreigde diersoort nog verder in de problemen te brengen!
SPEELCOMFORT Ergonomie
Aangezien de B50 een (min of meer) standaard dreadnought is, weten we al ongeveer dat we qua ergonomie en balans een paar toegevingen moeten doen. De gitaarbouw staat immers niet stil en de dreadnought is ondertussen één van de oudste ontwerpen die we nog gebruiken (op de parlor-gitaren na). Ondertussen is de gitaarbouw blijven evolueren en worden we de laatste tijd ruim verwend door de grand concert modellen die quasi perfect in balans zijn. Bij een dreadnought moet je nog altijd wat opletten dat de gitaar niet wegglijdt, maar in een normale speelhouding zou dit nooit voor problemen mogen zorgen.
Actie
En zoals altijd bij akoestische gitaren is de actie van dit instrument nog niet bijgeregeld. Leg bij aankoop van de gitaar even uit hoe jij je actie het liefst hebt (hoog, medium of laag) en laat de aanwezige technicus meteen je gitaar even in orde brengen. Zo kan je thuis meteen aan de slag met een degelijk afgesteld instrument!
KLANKKWALITEIT Kleur
De aanwezigheid van al die esdoorn-onderdelen (hals, zijkanten, achterzijde) heeft uiteraard een heel grote weerslag op de klank van de gitaar. De combinatie van esdoorn (maple) en spar (spruce) staat volgens het boekje garant voor een overdaad aan hoge tonen en een stevige projectie… Wel, de B50 voldoet perfect aan de verwachtingen. De bas- en middentonen zijn zeker wel aanwezig, maar de sprankelende hoge tonen zijn zonder twijfel uitzonderlijk te noemen. Dit instrument priemt zonder enig probleem door zowat elke mix, waardoor vooral je ritmisch stuwende patronen nooit hun effect zullen missen. Persoonlijk vind ik de klank wat minder veelzijdig omdat ik wat warmte mis, en uitgebreide solo-arrangementen lijken toch wat dunnetjes te klinken. Maar eenmaal we Bruce Springsteen achterna gaan en de gitaar zowat in twee strummen, komen de sterke punten van de B50 meteen naar boven. Ook slide-werk klinkt heel overtuigend, hoewel we daar het liefst werkten met een glazen slide (aangezien een metalen slide die hoge tonen nog harder deed doorkomen).
Respons
Met zoveel hoge tonen is het geen verrassing dat de respons van dit instrument zeer direct is. Je moet
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
GUITAR
érable flammé (flamed maple). Le plus souvent, cette option est réservée uniquement à des guitares beaucoup plus chères! Et en plus, la tête est pourvue d’un placage aux nervures d’érable pommelé. C’est un peu plus subtil que les nervures flammées, mais c’est nettement visible quand même! Le manche arbore une très belle finition en vernis satiné. Impressionnant: c’est le moins que l’on puisse dire!
Touche
La touche est en ébène et elle porte 21 frettes médiums. Cette partie de l’instrument est restée très sobre, elle a juste les petits repères habituels en forme de cercles, tant sur la touche elle-même que sur le côté du manche.
Corps
Tout comme le manche, le corps de la B50 s’enorgueillit d’une abondance d’essences splendides. La table d’harmonie est en épicéa ; elle est peut être moins voyante comparée à celles d’autres marques, mais elle est en bois massif! Et pourtant, dans le cas présent, ce sont les éclisses et le fond de l’instrument qui attirent avant tout l’attention: en effet, éclisses et fond sont entièrement exécutés dans le même érable flammé que le manche. Nous nous devons toutefois de signaler qu’il s’agit de pièces laminées de trois couches. Donc, ici, pas de bois massif. Mais il en faudrait bien plus pour gâcher notre plaisir... Les nervures des éclisses et du fond sont impressionnantes dans la mesure où on a le sentiment de jouer sur une guitare qui pourrait valoir le double de son prix. Naturellement, les essences de bois ne sont pas seules à donner cette impression, il y a aussi la qualité de la construction: et heureusement, elle semble être aussi bien au point que ce que nous attendons désormais d’une guitare de l’écurie Godin. Tout est donc parfaitement en ordre!
ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE Mécaniques
La B50 est équipée de mécaniques dorées. Quand on retourne la guitare, on s’aperçoit qu’il s’agit de mécaniques ouvertes: on peut donc voir les engrenages, puisqu’il n’y a pas de couvercle pour fermer le mécanisme. Ce système ne présente ni avantage, ni inconvénient, il a juste un aspect différent. Ces mécaniques réagissent très rapidement aux changements, je dirais juste que, pour moi, l’action pourrait être un peu plus rapide: car il faut que je fasse plusieurs tours avec une clef avant d’arriver à la tonalité désirée, alors que d’habitude, un seul tour est suffisant. Mais bon, là, j’ai conscience d’être en train de pinailler!
Chevalet
Le chevalet proprement dit est en ébène, comme la touche, et tout comme elle, il est extrêmement sobre: pas la moindre trace de décoration. Pour le sillet tant celui du chevalet que celui de la tête, d’ailleurs -, la firme a porté son choix sur le Tusq: cette matière synthétique imite les propriétés acoustiques tant prisées de l’ivoire, mais elle ne met pas en danger les espèces animales toujours plus menacées!
CONFORT DE JEU Ergonomie
Etant donné que la B50 est (plus ou moins) une dreadnought ‘standard’, nous savons déjà à peu de choses près les concessions à faire au niveau de l’ergonomie et de la balance. La manière de construire les guitares reste toujours en mouvement, et il faut savoir que la forme dreadnought est un des plus vieux concepts encore utilisés aujourd’hui - après les guitares de parloir. Entretemps, la construction des guitares a continué à évoluer, et ces derniers temps, nous nous sommes habitués aux modèles ‘grand concert’, qui restent presque parfaitement en balance. Tandis qu’avec une dreadnought, il faut toujours un peu prendre garde à ce que la guitare ne “glisse” pas ; mais dans des conditions normales de jeu, cela pose rarement des problèmes.
Action
Et comme c’est toujours le cas pour les guitares acoustiques, l’action de cet instrument n’est pas encore réglée. Lors de votre achat, il faut expliquer comment vous la préférez (haute, moyenne ou basse), et faire en sorte que le technicien du magasin mette immédiatement au point ce délicat réglage. Ainsi, vous pouvez commencer à jouer dès votre retour chez vous avec un instrument bien réglé.
QUALITÉS SONORES Couleur
La présence d’une série de composants en érable (manche, éclisses, fond) a bien entendu une très grande influence sur le son de la guitare. Selon la no-
www.meetmusic.com
5
Norman Studio B50
GUITAR
nog maar half denken aan een noot of een akkoord en het komt al uit de gitaar. Tegelijk hebben die hoge tonen ook de neiging ratelende snaren of krakende noten wat extra in de verf te zetten, dus de B50 zou best wel eens een goeie partner kunnen zijn om je techniek nog wat aan te scherpen!
notice d’emploi, la combinaison d’érable et d’épicéa donne la garantie de produire une abondance de fréquences aiguës et une puissante projection... Eh bien, la B50 répond parfaitement à ces attentes. Les fréquences basses et moyennes sont certes bien présentes, mais la brillance des fréquences aiguës peut être qualifiée d’exceptionnelle. Un tel instrument se fera entendre sans le moindre problème au sein de n’importe quelle formation ; les motifs rythmiques, en particulier, seront toujours au rendezvous. Personnellement, je trouve que cela rend le son moins polyvalent, car j’aimerais un peu plus de chaleur, et les pièces jouées en solo semblent un peu manquer de consistance. Mais une fois qu’on se met à imiter Bruce Sprinsteen en “matraquant” les cordes, les points forts de la B50 apparaissent immédiatement. Le
BUDGET
En wat nu over die aantrekkelijke prijs voor al deze kwaliteit? De Norman B50 gaat, inclusief kist, voor €769 over de toonbank. We kunnen meteen duidelijk zijn: de concurrentie binnen deze prijsklasse is moordend. Gewoon een goed klinkende gitaar bouwen is dus nauwelijks genoeg om echt op te vallen. De bouw, de bespeelbaarheid en de klank zijn allemaal prima in orde. Maar wat het instrument echt doet opvallen, zijn zonder de twijfel de gebruikte houtsoorten. Het gevlamde essen is een kenmerk waar zelfs bij custom gitaren aardig wat geld voor wordt neergeteld. Het feit dat men voor deze prijs geen massieve zij- en achterkanten van gevlamd essen kan bieden, moet je er dan maar bij nemen!
jeu en slide est tout aussi convaincant, bien que j’aie dû me “rabattre” sur un slide en verre: en effet, un slide en métal aurait encore plus accentué les fréquences aiguës.
CONCLUSIE
Een gitaar kiezen zou idealiter enkel en alleen om de klank mogitaristen dat “buikgen gaan (en de bespeelbaarheid). Toch kennen alle gevoel” dat je krijgt bij het aanschouwen van die ene gitaar, nog voor je ze hebt gehoord. De B50 zal allicht dikwijls voor dat gevoel zorgen. Bij Norman hebben ze er dan ook (gelukkig!) voor gezorgd dat de esthetische kenmerken worden gepaard met uitstekende prestaties op gebied van klank en bespeelbaarheid. Weer een geduchte concurrent erbij in deze prijsklasse! MMM
PRIX
pro • Gebruikte houtsoorten! • Sprankelende klank • Tusq kam en topkam • Tric kist
• Le choix des essences de bois • La brillance du son • Le choix du Tusq pour les deux sillets (chevalet et tête) • Le coffre ‘Tric’
contra • Actie stemsleutels • Geen massieve zij- en achterkanten
6
Réponse
Avec autant d’aiguës, c’est n’est pas une surprise de constater que la réponse de cet instrument est très directe: à peine a-ton pensé à une note ou à un accord que cela “sort” déjà de la rosace! Mais en même temps, toutes ces fréquences élevées ont tendance à accentuer le bruit des cordes qui “touchent” la frette suivante, ou certaines notes délicates ... Bref, la B50 sera un excellent partenaire dans la mesure où elle vous obligera à affûter votre technique!
• L’action des mécaniques • Les éclisses et le fond ne sont pas en bois massif
www.meetmusic.com
Le prix est-il attractif en regard de cette excellente qualité? La Norman B50, coffre inclus, coûte 769 euros. Précisons un point d’emblée: la concurrence dans cette catégorie de prix est ... meurtrière! Se contenter de simplement construire une guitare qui “sonne” bien est donc insuffisant pour attirer l’attention. Ceci dit, construction, son et confort de jeu: tout cela est parfaitement en ordre. Mais le côté par lequel cet instrument se fait remarquer reste indubitablement les essences de bois utilisées. L’érable flammé est une option pour laquelle on paie des sommes folles, même quand il s’agit de guitares customisées. Il paraît logique d’accepter que, pour un tel prix, les éclisses et le fond, également en érable flammé, ne soient pas en bois massif.
CONCLUSION
Idéalement, on ne devrait choisir une guitare qu’en fonction de sa sonorité et de son confort de jeu. Néanmoins, tous les guitaristes connaissent cette réaction qui vient des “trippes”, quand on voit certaines guitares, avant même de les avoir entendues: la B50 produira très souvent un tel effet... Quoi qu’il en soit, chez Norman, ils se sont arrangés pour “coupler” l’excellence à deux niveaux: les caractéristiques esthétiques, et la qualité du son et du confort de jeu. Voici donc un redoutable concurrent de plus dans cette catégorie de prix! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Schertler Giulia
Schertler Giulia ACOUSTIC GUITAR AMPLIFIER
TIM VAN ROY
INLEIDING
INTRODUCTION
Het is weeral een hele tijd geleden dat we nog iets hoorden van de Zwitserse akoestische specialist Schertler. We zagen reeds hun grote versterkers (Unico en David) voorbij komen in verschillende versies… en toen werd het stil. Grote vreugde dus, toen plots weer een toestel werd aangeboden! We gaan van de absolute vlaggenschepen in de reeks naar de allerkleinste telg, de Giulia.
Cela faisait déjà un bon bout de temps que nous n’avions plus eu aucune nouvelle d’un spécialiste en amplification acoustique : le Suisse Schertler. Nous avions déjà testés leurs amplis les plus puissants (Unico et David) dans leurs différentes versions ... et puis plus rien ! Réjouissons-nous donc, voici tout d’un coup un autre appareil déposé au pied de notre porte : et à cette occasion, nous passons des vaisseaux-amiraux au plus petit de la bande: le Giulia.
GÉNÉRALITÉS Concept
Là où les gros modèles étaient conçus pour pouvoir tout faire, le Giulia se concentre très clairement sur une tâche plus restreinte, mais très spécifique. L’éventail de possibilités est nettement moins large : par exemple, il n’y a qu’un seul canal. Mais pour la plupart des guitaristes acoustiques, c’est largement suffisant ! De plus, un prix moindre et une portabilité accrue sont, sans aucun doute, des avantages qui font contrepoids aux limites évoquées plus haut.
ALGEMEEN Concept
Daar waar de grotere versterkers er alles aan doen om een “alleskunner” te zijn, richt de Giulia zich heel duidelijk op een beperkte, maar zeer gefocuste taak. De mogelijkheden zijn een stuk minder uitgebreid, zo krijg je bijvoorbeeld maar één kanaal. Maar voor vele akoestische gitaristen is dit genoeg! Een lagere prijs én een betere draagbaarheid zijn zonder enige twijfel de voordelen die daar tegenover staan.
Vormgeving
Klein, kleiner, kleinst… De Giulia is waarschijnlijk de allerkleinste akoestische gitaarversterker die ik ooit in handen heb gehad. Niet zozeer omwille van de hoogte of de breedte, maar wel omwille van de diepte. Het model dat mij toegezonden werd was erg mooi afgewerkt met een speakerkast van “naturel” hout. Maar voor als je dat niet mooi vindt, is er ook nog de versie in “Schertler zwart”. Daarnaast zijn er verschillende uitvoeringen van de draagtas, waaronder een jeans-versie in beperkte oplage. Snel zijn dus! Die draagtas is niet meegeleverd, dus moet je nog bijkomend aanschaffen.
Handleiding
De handleiding van de Giulia is zeer sober: je krijg een aantal A4-pagina’s aan informatie, ingebonden in een klein mapje. De presentatie doet er niet echt toe: de nodige info is zeer duidelijk en bruikbaar. De versterker op zich is ook eerder beperkt qua functies en extra mogelijkheden, waardoor de dunne handleiding perfect te verantwoorden is.
BOUW
Behuizing
De speakerkast van de Giulia is gemaakt van multiplex en is ongeveer even hoog als ze breed is (27 à 28 cm). Wat vooral opvalt, is de geringe diepte. Met 18 cm is deze versterker een stuk minder diep dan alle andere modellen die we al te zien kregen. Nu mag de speakerkast wel klein uitvallen, kwetsbaar lijkt ze zeker niet. De houten constructie is zeer stevig, net als het technische gedeelte dat volledig wordt ingekapseld in een aluminium constructie. De bovenkant van de versterker is net groot genoeg om plaats te bieden voor het handvat. De speaker wordt afgedekt met dezelfde “mousse”-grill als bij de grotere modellen. We kunnen zonder probleem stellen dat voor deze versterker hetzelfde niveau van aandacht wordt behouden als bij de grotere (en duurdere) modellen.
Afwerking
Het is eerder een uitzondering dat een versterkerbouwer zich durft te wagen aan een speakerkast in een natuurlijke houten afwerking. En dat heeft z’n redenen: bepaalde onzorgvuldigheden komen immers veel sneller naar boven. Lijmresten die tussen de panelen uitkomen, blutsen, krassen,… Het valt allemaal een stuk sneller op. Gelukkig behielden ze bij Schertler ook op dat punt het nodige oog voor detail. Het enige waar we de bouwers op kunnen betrappen, is een naad tussen twee panelen die niet helemaal gevuld is met lakmateriaal. Een klein schoonheidsfoutje en, allicht, iets dat niet bij alle modellen het geval zal zijn.
MOGELIJKHEDEN Aansluitingen
In vergelijking met de meeste moderne versterkers zijn de aansluitingen van de Giulia eerder beperkt, maar toch zijn alle essentiële zaken aanwezig. Je hebt een gecombineerde jack/XLR-input met verschillende mogelijkheden voor phantom power. Helemaal aan het andere eind van de versterker vinden we een XLR output die als DI Out fungeert. Daarnaast is er ook een “line out” die je kan gebruiken om je signaal naar een tweede geluidsbron te sturen of om een fx-loop te maken via de “insert” input. We moeten al goed nadenken om iets te vinden dat niet aanwezig is. Misschien een “tuner output”, maar zelfs die is misschien niet echt noodzakelijk bij een 1-kanaals versterker.
Bedieningspaneel
Ook het bedieningspaneel is erg simpel. We beginnen met een input gain-regeling, gevolgd door een 3-bands EQ met “warm”-switch. Met deze schakelaar kan je de voicing van de EQ aanpassen en vooral hoge tonen wegsnijden. De functie is bedoeld voor undersaddle pickupsystemen die doorgaans worden geplaagd door erg nijdige en scherpe klanken. Je klanken zouden er een stuk warmer mee moeten klinken. Voor akoestische gitaar is
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
GUITAR
Esthétique
Petit, plus petit, LE plus petit ... Le Giulia est vraisemblablement l’ampli pour guitare acoustique le plus petit que j’aie jamais eu entre les mains ! Et pas particulièrement en raison de sa hauteur et de sa largeur, mais surtout, quand on voit sa profondeur. Le modèle mis à ma disposition est très beau, avec une enceinte en bois, en finition “naturel”. Mais au cas où l’on n’aime pas ça, il existe aussi une version en finition noire. De plus, il y a différentes exécutions de la housse de transport, dont une version “jeans” en édition limitée. Il faudra donc réagir rapidement ! Cette housse n’est pas comprise dans la livraison ; si elle vous intéresse, vous devrez donc l’acquérir séparément.
Notice d’emploi
La notice d’emploi du Giulia est très sobre : les informations sont reliées sous forme d’un petit dossier de quelques pages au format A4. Mais la présentation n’est pas fondamentale : le principal, c’est que les infos utiles sont très claires et parfaitement compréhensibles. En soi, l’ampli est aussi assez limité de par ses fonctions de base et ses possibilités supplémentaires, et par conséquent, même cette notice d’emploi pas très épaisse fait parfaitement l’affaire!
CONSTRUCTION Enceinte
L’enceinte du Giulia est en multiplex, et elle est à peu près aussi haute que large (27 à 28 cm). Mais ce qui frappe avant tout, c’est le peu de profondeur : avec ses 18 cm, cet ampli est nettement moins profond que tous les autres modèles précédents. Ceci dit, si l’enceinte peut paraître vraiment petite, elle n’a absolument pas l’air fragile : la construction en bois est très solide, tout comme la partie technique, qui est totalement renfermée dans un boîtier en aluminium. La face supérieure est juste assez grande pour offrir assez de place à la poignée ; quant au haut-parleur, il est protégé par la même grille en mousse synthétique que les gros modèles. Nous pouvons, sans la moindre hésitation, affirmer que ce modèle a bénéficié du même niveau d’attention que celui concédé aux modèles plus aboutis ... et plus chers!
Finition
A ce niveau, nous sommes plutôt face à une exception : en effet, il est rare qu’un constructeur d’amplis se risque à produire une enceinte dont la finition est en bois naturel. Et il y a de bonnes raisons pour cela : certains défauts se révèlent beaucoup plus vite quand on a affaire à une telle finition. Des excédents de colle qui apparaissent entre les panneaux de bois, des bosses, des griffes, etc. Tous ces risques se présentent nettement plus vite... Heureusement, à ce niveau, Schertler a fait jouer, là aussi, son souci du détail. Car le seul défaut que nous pouvons reprocher au constructeur, c’est un joint entre deux panneaux qui n’est pas complètement recouvert de vernis. Voilà donc un petit défaut sans gravité, et, bien entendu, qui ne sera pas nécessairement reproduit sur les autres exemplaires de cet ampli...
POSSIBILITÉS Connexions
Par rapport à la plupart des amplis modernes, les connexions du Giulia sont assez limitées, mais néanmoins, les points essentiels sont présents. A commencer par une entrée combinée jack/XLR qui possède plusieurs possibilités d’alimentation fantôme. Tout à fait de l’autre côté de l’ampli, on trouve une sortie XLR qui fonctionne en tant que sortie de direct (DI). Il y a également une sortie ligne que l’on peut utiliser afin de transférer le signal vers une seconde source sonore, ou pour en faire une boucle d’effets via l’entrée ‘Insert’. Il y a lieu de vraiment bien réfléchir pour trouver quelque chose qui brille par son absence ... Peut être une sortie pour accordeur, mais même cette possibilité n’est-elle peut être pas de mise sur un ampli à canal unique?
Panneau des commandes
Le panneau des commandes est lui aussi très simple : d’abord, un réglage d’entrée pour le gain, suivi par une égalisation à trois bandes et un inverseur ‘warm’. Cet inverseur permet de modifier la courbe de l’égalisation, ce qui revient avant tout à brider les fréquences aiguës. Cette fonction est destinée aux systèmes de micros placés sous le chevalet, que l’on critique assez souvent pour leurs sonorités tranchantes, voire agressives : ainsi, votre son devrait évoluer vers une sonorité nettement plus chaude. Pour les guitares acoustiques, la plupart du temps, ce n’est pas vraiment un problème, mais cette fonction vise plutôt les instruments à cordes frottées, entre autres. Nous terminerons ce tour des potentiomètres par le contrôle de réverbe et le volume de sortie. Sauf que... nous n’avons pas encore mentionné deux boutons poussoirs ! Ce sont les deux fonctions pour l’alimentation fantôme
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10 www.meetmusic.com 7
Schertler Giulia
GUITAR
dit meestal niet zo’n probleem, maar er wordt met deze functie dan ook eerder gemikt op strijkinstrumenten e.d. We ronden het rijtje draaiknoppen af met een regeling voor de reverb en een output volume. Daarnaast hebben we twee kleine drukknoppen overgeslagen: de twee functies voor phantom power op de input. Je hebt keuze tussen 48 en 10 Volt. Die eerste mogelijkheid is de standaard phantom power die nodig is om een condensatormicrofoon aan te sturen. De tweede mogelijkheid, 10 Volt, dient om electret-pickups aan te sturen zonder dat er een batterij nodig is. Dit is, niet echt verwonderlijk, een type pickup dat Schertler ook zelf produceert. Een ideale match dus als je ook met Schertler elektronica in je gitaar werkt!
Effecten
Geen grote toeters en bellen hier, enkel een digitale reverb. Die wordt bediend via een draaiknop. Je hebt dus geen controle over de verschillende parameters van de reverb. Wil je meer flexibiliteit, dan moet je de mogelijkheid van de fx-loop aanspreken en met externe apparatuur werken.
destinée à l’entrée : on a le choix entre 48 et 10 volts. La première possibilité correspond au voltage d’une alimentation fantôme standard, celle qui est nécessaire au fonctionnement d’un micro à condensateur. Quant à la seconde possibilité - 10 volts, donc -, elle est destinée à des micros à electret, ce qui permet d’éviter l’emploi de piles. Sans surprise, il s’agit d’un type de micro qui fait partie de la production de Schertler ! Voià donc une combinaison idéale si votre guitare fonctionne également via un système électronique Schertler !
Effets
Pas de quoi faire un fromage dans ce chapitre : il n’y a qu’une réverbération digitale! Elle se règle via un seul potentiomètre: on n’a donc pas de contrôle sur les différents paramètres de cette réverbe. Si l’on veut plus de flexibilité, il faut recourir à la possibilité offerte par la boucle d’effets et utiliser un appareil externe.
ERGONOMIE
Architecture
Plus facile, cela n’existe pas: l’interrupteur de mise sous et hors tension se trouve en face arrière, à côté du connecteur d’alimentation, tandis que toutes les autres fonctions sont regroupées sur le panneau des commandes. Sur ce Giulia, si vous cherchez un peu trop longtemps une fonction ... c’est que vous avez besoin d’une nouvelle paire de lunettes !
Utilisation
L’utilisation est tout aussi évidente. La seule fonction où il faut faire preuve de prudence, c’est la section dédiée à l’alimentation fantôme. Les règles de l’art ... et de la prudence veulent ici que l’on commence toujours par mettre d’abord l’alimentation fantôme hors service avant de brancher le câble venant du micro (chant ou guitare). Et ce, afin d’éviter tout dommage éventuel à votre matériel ! A part cela, les différents potentiomètres parlent d’eux-mêmes, et rappelons que cet ampli se limite aux fonctions les plus basiques.
ERGONOMIE
QUALITÉS SONORES
Architectuur
Makkelijker kan je niet hebben: de aan/ uit-knop vind je achteraan naast de aansluiting voor het stroomsnoer en alle andere functies staan netjes gegroepeerd op het frontpaneel. Als je bij de Giulia lang moet zoeken naar een functie… is het tijd voor een nieuwe bril!
Bediening
Ook de bediening spreek volledig voor zich. De enige functie waar je wat voorzichtig mee moet zijn is het “phantom power”-gedeelte. De regels van de kunst (en de voorzichtigheid) stellen hier dat je steeds eerst de phantom power uitschakelt voor je de kabel uit je microfoon of pickup haalt. Dit om schade aan je apparatuur te voorkomen! Verder spreken de verschillende draaiknoppen voor zich en beperkt de versterker zich volledig tot de meest basic functies.
KLANKKWALITEIT Klank
En nu aan de slag! Om de test zo compleet mogelijk te maken, gebruiken we twee verschillende pickupsystemen: een undersaddle piëzo en een magnetische pickup (in het klankgat). We beginnen met de undersaddle piëzo die zelfs met de EQ volledig neutraal een verrassend muzikale toon produceert. Om het volledig af te werken, moeten we enkel de middentonen ietsje wegnemen om het nasale kantje van de pickup bij te werken. Verder is de Giulia qua voicing vrijwel perfect, zodat je op vlak van de EQ niet te zwaar moet werken. Bij de magnetische pickup stellen we grotendeels hetzelfde vast. De basisvoicing van de versterker en de aanwezige speaker zijn helemaal geschikt voor de beoogde doelgroep. Al van bij het inpluggen krijg je quasi meteen heel aangename en luchtige klankbeelden. Soms pieken de middentonen wat in het laagmidden, waardoor je een soort “kartonnen” effect bekomt. Een klein tikje van de middentonen en het probleem is opgelost! De Giulia maakt gebruik van een erg kleine 5” speaker, maar dat hindert blijkbaar niet bij de weergave van de lage tonen. Alles klinkt vol en rond, toch tenminste wat gitaren betreft. Bij het gebruik van een condensatormicrofoon, die een veel breder bereik heeft dan een gitaar, missen we toch een klein beetje warmte in de klank. Maar er zijn ook aandachtspunten. Zo is de “warm”-switch van de EQ quasi onbruikbaar voor gitaar (maar wie de vorige hoofdstukken heeft gelezen, weet ook dat die eerder bedoeld is voor strijkinstrumenten). Nog een puntje: om gehoord te worden, vraagt een magnetische pickup doorgaans erg veel van de voorversterker. Bij de meeste versterkers kan je dan een +10 of zelfs +20 dB boost instellen, maar dat is bij de Giulia niet mogelijk. Je moet de gain (bijna) volledig opendraaien, wat extra basisruis met zich meebrengt. Een klein detail, maar misschien makkelijk te verhelpen?
Effecten
De reverb klinkt aardig, maar mag wat ons betreft ietsje sneller in actie komen. Om echt een hoorbaar effect te bekomen, stond de knop al snel driekwart open, wat een grote uitzondering is. Met minder extreme settings voel je wel dat je klank minder droog is, maar sommigen zijn allicht op zoek naar meer dan dat.
8
www.meetmusic.com
Son
Bien, et maintenant, au travail ! Afin que ce test soit le plus complet possible, nous avons utilisé deux systèmes de micros différents: un piézo-électrique sous le chevalet, et un magnétique placé dans la rosace. Commençons donc par le piézo-électrique, qui, même avec une égalisation en position totalement neutre, produit un son d’une musicalité surprenante. Pour le finaliser à 100 %, nous avons juste dû retire un peu de médiums afin d’adoucir le caractère “nasal” du micro. A part ça, le ‘voicing’ du Giulia est pour ainsi dire parfait, de sorte qu’on ne doit pas beaucoup recourir à l’égalisation. Lorsqu’on passe au micro magnétique, on fait grosso modo les mêmes constatations. Le ‘voicing’ de base de l’ampli et le haut-parleur choisi sont tout à fait adéquats pour le groupe cible envisagé : au moment même où l’on se branche, on est presqu’immédiatement gratifié par une image sonore agréable et même, aérienne. Parfois, les médiums “tirent” un peu vers le bas médium, ce qui conduit à une sorte de “sonorité carton”, mais en corrigeant un rien les médiums, le problème est résolu. Le Giulia renferme un haut-parleur vraiment petit - 5 pouces! -, mais il semble que cela ne handicape pas la reproduction des fréquences graves: le tout “sonne” avec plénitude et rondeur, en tout cas en ce qui concerne les guitares. Lorsqu’on utilise un micro à condensateur (qui possède une bande passante nettement plus large que le spectre sonore d’une guitare), il manque un petit brin de chaleur dans le son... Mais il y a aussi des points dignes d’être mentionnés. Ainsi, l’inverseur ‘warm’ présent dans l’égalisation est pratiquement inutilisable pour la guitare ; mais ceux qui ont lu le chapitre précédent savent déjà que ce réglage est plutôt destiné aux instruments à cordes frottées. Une petite chose encore : pour être bien audible, un micro magnétique demande le plus souvent un niveau élevé dans le préampli ; pour cette raison, dans la plupart des amplis, on trouve souvent un boost de + 10, voire de + 20 dB ... mais ce n’est pas le cas de notre Giulia ! Il faut donc tourner le gain (presque) à fond, ce qui engendre un peu plus de bruit de fond. C’est un petit détail, mais peut-être serait-il facile d’y remédier?
Effets
Le son de la réverbe est bon, mais à mon sens, il devrait apparaître un peu plus vite: de fait, pour être vraiment audible, il faut tourner le potentiomètre jusqu’aux trois quarts de sa course, ce qui est une exception aux habitudes. Si l’on s’en tient à un réglage moins “ouvert”, on sent juste que le son est moins “sec”, mais beaucoup de musiciens demandent évidemment plus que cela!
BUDGET
Disons tout de suite que le Giulia est un des amplis acoustiques les moins chers que nous ayons testés jusqu’ici : il ne coûte que 447,70 euros TVA comprise). En soi, cela paraît beaucoup d’argent pour un petit ampli à un seul canal, mais la qualité du son vaut le détour ! Sans doute les possibilités sont-elles limitées si on les compare aux autres modèles, mais
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Schertler Giulia
pro • Draagbaar • Aantrekkelijke prijs • Uitstekende klanken
• La portabilité • Le prix attrayant • Les sons exceptionnels
contra • Schakelbare dB-boost op input zou handing zijn
• Un ‘boost’ sur l’entrée aurait été le bienvenu
BUDGET
De Giulia is meteen ook één van de goedkoopste akoestische versterkers die we tot nu toe al mochten bespreken. Voor €447,70 (incl. BTW) kan ze de jouwe zijn. Op zich lijkt dit veel geld voor een 1-kanaals versterkertje, maar de klankkwaliteit is het meer dan waard! De mogelijkheden zijn misschien beperkt in vergelijking met andere modellen, maar die zijn dan weer een stuk duurder (en in de duurdere prijsklasses heeft Schertler ook mogelijkheden!). De Giulia is heel erg makkelijk in gebruik, supercompact en klinkt als een bel. En voor deze prijs doen voorlopig maar weinig merken het na!
GUITAR
ces derniers sont nettement plus chers, et dans les segments les plus chers, Schertler vous propose aussi des possibilités ! Le Giulia est très facile à utiliser, il est très compact, et il “sonne” très bien: et pour un tel prix, pour l’instant, très peu de marques s’en rapprochent!
CONCLUSION
Ceux qui n’aiment pas ce qui est de petite taille n’adresseront sans doute même pas un regard au Giulia... mais ce serait une grossière erreur ! Franchement, je me dois de dire qu’au départ, j’ai drôlement sous-estimé cette “petite chose”: mais une fois que je me suis mis à jouer avec, il n’a pas fallu longtemps avant que je ne sois charmé par les sonorités dont il est capable. Le Giulia est donc destiné à des musiciens qui jouent sur un instrument acoustique. Mais il est tout aussi indiqué pour un usage domestique que pour des répétitions et des concerts. La puissance de 50 watts semble peut-être limitée, mais croyez-moi bien : elle est capable de remplir l’espace d’une église, d’une salle de fêtes et de tas d’autres endroits ! Et pour des podiums plus imposants, naturellement, vous disposez de la sortie de direct pour être ré-amplifié par la sono de service. Le point le plus important est que la marque a épargné exclusivement sur les fonctionnalités - un canal seulement et des possibilités de réglages limitées -, mais qu’elle n’a absolument rien concédé au niveau du son: et donc, ce Giulia “sonne” comme un ampli qui pourrait être facilement 50 % plus cher. Et même: le fait que les possibilités soient réduites sera même considéré par pas mal de guitaristes acoustiques comme un avantage! MMM
BESLUIT
Wie het kleine niet eert… laat de Giulia misschien links liggen en dat zou zonde zijn! Ik moet eerlijk toegeven dat ik dit kleine bakje aanvankelijk behoorlijk had onderschat. Maar eens je ermee aan de slag gaat, duurt het niet lang voor je gecharmeerd bent door de klanken die je er uit krijgt. De Giulia is bedoeld voor muzikanten die een akoestisch instrument bespelen. Ze is zowel geschikt voor thuisgebruik, als repetities en optredens. Het vermogen van 50 Watt lijkt misschien weinig, maar geloof me vrij: je vult er makkelijk een kerk, feestzaal of receptielokaal mee! Voor grotere optredens ga je met de DI out natuurlijk doorversterken via de PA. Het allerbelangrijkste punt is dat men enkel bespaart op functionaliteit (slechts 1 kanaal en beperkte regelmogelijkheden), maar niet op gebied van klank. De Giulia klinkt als een versterker die makkelijk de helft duurder zou kunnen zijn. Dat de mogelijkheden beperkt zijn, is voor menig akoestisch gitarist misschien zelfs nog een voordeel! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
www.meetmusic.com
9
Korg Pitchblack Poly
GUITAR
Korg Pitchblack Poly POLYPHONIC GUITAR TUNER
De Pitchblack Poly is een nieuwe polyfone tuner van Korg, dé specialist bij uitstek wat betreft stem-apparaten. Het merk heeft natuurlijk al een breed gamma aan tuners, maar een polyfoon model ontbrak tot op heden. Wat is een “polyfone” tuner juist? Het is simpel: bij een polyfone tuner ga je niet meer snaar per snaar controleren of alles juist staat. Je slaat gewoon alle zes (open) snaren tegelijk aan met één flinke slag. De tuner vertelt je dan welke snaren juist staan en welke moeten worden bijgestemd. Enkele jaren geleden pakte TC Electronic als eerste uit met zo’n tuner en de sceptici waren er als de kippen bij om het pedaaltje te bekritiseren. “Het kan nooit werken”, “Dat is niet mogelijk”, etc. Iedereen werd het zwijgen echter heel snel opgelegd toen bleek dat het concept wél werkte. Intussen hebben meerdere merken aan hun eigen versie van dit concept gewerkt. Ook Korg, bekend omwille van haar uiterst precieze tuners, kon natuurlijk niet achter blijven! De Pitchblack Poly is qua looks niet zo heel verschillend van z’n voorganger, de “gewone” Pitchblack. Men heeft gekozen voor dezelfde pikzwarte, matte aluminium behuizing - gezien de naam niet echt verwonderlijk. Jammer is dat ze bij Korg de onderzijde van pedalen uit plastic maken. Toegegeven, de meeste schokken komen van boven en opzij, maar een volledig uit aluminium gemaakte pedaal zou nog net iets meer vertrouwen opwekken. Bovenaan de pedaal zien we twee LEDschermen en een voetschakelaar. Belangrijk detail: onder deze voetschakelaar huist een true bypass schakeling! Deze pedaal heeft dus geen invloed op de rest van je ketting. Zoals vele tunerpedalen is de Pitchblack Poly ook te gebruiken om andere pedalen te voorzien van stroom. Je hebt dus een aansluiting om 9V aan stroom binnen te halen en een uitgang die 9V naar andere pedalen kan sturen (met een maximum van 200 mA). Naast de aansluiting voor de stroom vind je nog twee drukknoppen: eentje voor de display-modus (4 in totaal) en eentje voor de capo-modus (die eveneens dubbelt als drukknop voor de calibratie van de pedaal). De Pitchblack Poly biedt 4 verschillende modi o m volledig tegemoet te komen aan je voorkeuren: een traditionele “naald”-modus, strobo-modus of een combinatie van de twee. Er is extra programmatie voorzien voor lagere stemmingen (tot 5 halve tonen lager), gebruik van een capo (tot 7 halve tonen hoger) en drop-D stemmingen. Zowel de modi voor de lagere stemmingen als met een capo hebben als doel dat je niet de nieuwe toonhoogtes moet beredeneren. Je stemt de gitaar gewoon op de standaard noten en de Pitchblack Poly doet de rest. Je merkt het, het gaat hier “maar” om een tuner, maar de mogelijkheden zijn toch zeer uitgebreid! Al die extra’s zijn natuurlijk wel leuk, maar hoe zit het met de prestaties? In principe draait het bij een polytuner allemaal rond tijdwinst. Je wil alle snaren tegelijk kunnen nakijken, zodat je geen tijd te verliest met het één voor één nakijken van snaren die eventueel al goed gestemd staan. De snelheid en precisie van de tracking van de tuner is daarom een absolute prioriteit. De tracking van de Pitchblack Poly is gelukkig supersnel en zeer accuraat. Sla je alle snaren aan, dan gaat de pedaal vanzelf in polytune-modus en krijg je een overzicht van de algemene stemming. Schakel je over naar aparte snaren, dan volgt de Pitchblack je ook meteen. Het schakelen tussen de verschillende modi heeft trouwens vooral effect als je per aparte snaar werkt. In de polytune-functie zijn de verschillen veel minder ingrijpend. Over het algemeen kunnen we dus stellen dat de Pitchblack Poly alle (top-)prestaties levert die we intussen van een Korg tuner verwachten. En met een prijs van €70 heb je eigenlijk niet echt een excuus… MMM
10
www.meetmusic.com
TIM VAN ROY Le Pitchblack Poly est le nouvel accordeur polyphonique de Korg, LE spécialiste par excellence des appareils destinés à accorder les instruments. Bien entendu, la marque a déjà une gamme étoffée d’accordeurs, mais jusqu’à présent, un modèle polyphonique manquait à l’appel ! Mais en fait ... un accordeur polyphonique, de quoi s’agit-il exactement ? La réponse est simple : avec un accordeur polyphonique, on ne contrôle plus corde après corde si la hauteur du son est correcte : on frappe simplement les six cordes (à vide) d’un seul coup ! Et ensuite, l’accordeur vous montre quelles sont les cordes bien accordées, et celles dont la hauteur doit être corrigée. Il y a quelques années, TC Electronic a sorti, le premier, un accordeur de ce type, et les sceptiques n’ont pas manqué de sauter sur l’occasion pour critiquer cette pédale : “Cela ne marchera jamais”, “Ce n’est pas possible”, etc. Mais tout ce petit monde eut vite le bec cloué quand il apparut que ce concept fonctionnait bel et bien ! Du coup, plusieurs marques ont construit leur propre version de ce concept. Et il en va de même pour Korg : renommée pour ses accordeurs ultra-précis, la firme ne pouvait évidemment pas être à la traîne dans ce créneau... Du point de vue esthétique, le Pitchblack Poly ne se distingue pas outre mesure de son prédécesseur, le Pitchblack “normal” : le choix est resté le même, avec un boîtier en aluminium “noir de chez noir” mat ... ce qui n’est pas surprenant vu le nom de la pédale. Mais c’est dommage que Korg persiste à construire le dessous de ses pédales en plastique. Bon, d’accord, la majorité des chocs sont reçus par le dessus et les côtés, mais une pédale “tout alu” inspirerait encore plus confiance. Sur la face supérieure, on note non pas un, mais bien deux écrans à LED et un interrupteur à pied. Détail important : sous cet interrupteur à pied se trouve un inverseur de type ‘true bypass’ ! Cette pédale n’a donc pas la moindre influence (sonore) sur le reste de la chaîne parcourue par votre signal audio. Comme beaucoup d’autres accordeurs au “format pédale”, la Pitchblack Poly sert aussi à fournir du courant à d’autres pédales. Il y a donc une entrée 9 volts pour alimenter la pédale elle-même, ainsi qu’une sortie 9 volts pour aller vers d’autres pédales, et ce, à concurrence de 200 mA maximum. A côté de ces deux connexions pour le courant, on trouve en plus deux boutons poussoirs : un pour sélectionner le mode d’affichage (4 au total), et un pour le mode capodastre, qui possède une seconde fonction, celle de servir aussi pour la calibration de la pédale. Le Pitchblack Poly propose donc quatre modes d’affichage différents pour satisfaire au mieux vos préférences : un mode traditionnel simulant une aiguille, un mode stroboscope, et une combinaison des deux. Une programmation supplémentaire est prévue pour les accordages plus graves (cela peut aller jusque cinq tons plus bas), pour l’utilisation d’un capo (jusqu’à sept tons plus haut), et pour l’accordage en Drop-D. Tous ces modes, que ce soit pour les accordages plus graves ou avec capo, ont pour but que l’on ne doive pas tenir compte des nouvelles tonalités : on accorde simplement sa guitare en se basant sur les notes habituelles, et le Pitchblack Poly fait le reste ... Comme vous pouvez le constater, il ne s’agit peut être ... “que” d’un accordeur, mais ses possibilités sont manifestement très étendues! Tous ces petits “extras” sont naturellement bien intéressants, mais qu’en est-il du fonctionnement lui-même ? En principe, l’intérêt majeur d’un accordeur polyphonique, c’est de gagner du temps : on veut voir toutes les cordes en même temps afin de ne pas perdre de temps à les vérifier toutes, une par une, même celles dont l’accordage est resté correct. C’est pourquoi, pour un tel accordeur, la rapidité et la précision du mesurage est une priorité absolue. Bonne nouvelle: le fonctionnement de Pitchblack Poly est super-rapide et extrêmement précis ! On frappe toutes les cordes ensemble, la pédale se met elle-même en mode polyphonique, et vous affiche une vue globale de votre accordage. Si vous sollicitez une corde seule, le Pitchblack Poly suit également “au quart de tour”. Le passage entre les différents modes n’a d’ailleurs vraiment de l’effet que quand on travaille corde par corde ; en fonctionnement polyphonique, les différences sont nettement moins marquées. Globalement, nous pouvons donc dire que ce Pitchblack Poly fournit toutes les (excellentes) prestations que l’on est en droit d’attendre d’un accordeur Korg. Et comme son prix n’est que de 70 euros, vous n’avez vraiment aucune excuse ... MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Peavey MAX 112
BASS
Peavey MAX 112 COMBO BASS AMP
STIJN DELDAELE
De zomer is jammer genoeg voorbij, regen en wind zijn weer van de partij! Het is terug tijd om wat warmere kleding uit de kast te halen en je binnenshuis te verschansen. De ideale omstandigheden voor het schrijven van een review! Deze keer komt Peavey terug aan bod. Ze zitten daar blijkbaar niet stil. Onlangs mochten we de nieuwe versie van de legendarische TNT combo uittesten. Dit keer een nieuwe reeks van bascombo’s: de MAX Series. Voor mij staat de Peavey MAX 112 combo. Benieuwd of dat Peavey ons weer kan bekoren. Het filmpje op de site klinkt alvast veel belovend.
Quel dommage: l’été est déjà presqu’à son terme, et la pluie et le vent sont de nouveau de la partie! Il est temps d’aller rechercher des vêtements plus chauds dans nos armoires, et de se retrancher à l’intérieur de notre douillet petit nid... Voilà qui constitue les ingrédients idéaux pour rédiger un banc d’essai! Cette fois, c’est Peavey qui remet le couvert: manifestement, la firme ne se repose jamais sur ses lauriers. Récemment, nous avions eu l’occasion de tester la nouvelle version du TNT, un des combos légendaires de la marque. Mais voici aujourd’hui qu’une nouvelle série de combos pour basses est née: la série MAX. J’ai donc sous les yeux le Peavey MAX 112... et je suis curieux de voir si
CONCEPT
Peavey arrivera à nous séduire une fois de plus. En tout cas, la petite vidéo présente sur le site de la marque - www.peavey.com - semble déjà très prometteuse...
Je zou kunnen vragen waarom Peavey nu deze lijn van combo’s uitbrengt, als ze je de tour TNT kunnen aanbieden? Nou, de TNT is enkel beschikbaar in een 1 x 15 inch speaker combinatie. De MAX serie daarentegen heeft verschillende speaker configuraties, van 10, 12 en 15 inch en nog twee (qua behuizing compactere) combo’s. Keuze genoeg! Deze MAX serie is misschien “maar” een combo, het gaat toch om meer dan een oefencombo. Een combo niet enkel thuis z’n mannetje staat, maar ook op repetities en kleinere optredens.
HANDLEIDING / TOEBEHOREN
Er is een handleiding meegeleverd waarin eerst een paar veiligheidsvoorschriften vermeld staan in een twintigtal talen. Enkele bladzijden verder kom je aan de functieomschrijving van de regelknoppen en ingangen. Deze is beknopt, maar toch zeer duidelijk. Verder vind je in de handleiding ook nog de technische specificaties van deze combo terug. In de doos vind je ook nog een elektriciteitssnoer dat zowel geschikt is voor het Europese binnenland als voor de Engelse stopcontacten.
BOUW
De combo heeft een stevige en solide behuizing die overtrokken is met een zwarte semi-leren bekleding. Een zwarte metalen grille beschermt de speaker en de versterker. De regelknoppen zitten bovenaan in de behuizing verwerkt. Bijna alles is zwart, enkel de regelknoppen en de opschriften zijn in het wit. Die knoppen voelen wel wat licht aan wanneer je regelt, waardoor ze een beetje goedkoop lijken. De combo is makkelijk te verplaatsen dankzij een plooibaar handvat aan de bovenzijde. Ook is hij kantelbaar door een schuine afvlakking in de behuizing onderaan, waardoor hij ook als een soort monitor kan dienen. Ter afwerking werden kunststoffen hoekbeschermers en antislippootjes aangebracht. Eenvoudig maar efficiënt. Deze combo weegt een slordige 18kg - qua gewicht dus nog net ok om hem veel te kunnen verhuizen.
REGELMOGELIJKHEDEN
Wanneer de bouw vrij eenvoudig is, is dat ook het geval met de regelmogelijkheden... of zo lijkt het hier althans. We beginnen met de gain knop voor het inkomend bassignaal. Deze heeft nog een extra drukknop eronder: de TT BOOST SWITCH, die ons een simulatie geeft van een buizen pre-amp. Hoe meer je deze opendraait, hoe meer distortion je toevoegt aan je klank. Daarnaast heb je de Bass knop voor de lage frequenties. Deze heeft ook een extra drukknop (de PUNCH) die een boost heeft aan de lage frequenties en ideaal is voor stijlen als bijvoorbeeld reggae en blues. Ook de MIDDLE knop voor de mid frequenties heeft een drukknopje, namelijk de MID SHIFT. Hiermee kunnen we de hoge mid frequenties aanzetten. De TREBLE, knop (voor het regelen van de hoge frequenties) is de laatste in het rijtje van de toonregelingen. Ook hier werd weer een drukknopje voorzien: de BRIGHT zorgt voor een
12
www.meetmusic.com
CONCEPT
On pourrait se poser la question de savoir pourquoi Peavey sort cette série alors que la marque propose déjà un modèle similaire dans la série TNT... Eh bien, la réponse est que le modèle TNT n’est disponible qu’en version comportant un haut-parleur de 15”. Par contre, la série MAX propose plusieurs configurations de haut-parleurs, de 10”, 12” et 15”, plus encore deux modèles aux enceintes plus compactes (6,5” et 8”). Donc, du choix, “en veux-tu, en voilà”! Cette série MAX ne présente peut-être “que” des combos, mais notre modèle est plus qu’un ampli d’appartement: c’est un ampli qui “abat” son boulot non seulement à la maison, mais qui sera aussi de mise pour des répétitions et de petits concerts.
NOTICE D’EMPLOI / ACCESSOIRES
Une notice d’emploi fait partie de la livraison ; on y trouve d’abord une suite règles de sécurité dans une vingtaine de langues. C’est quelques pages après que viennent les informations sur les fonctions, les réglages et les connexions. Cette notice d’emploi est succincte, mais néanmoins très claire. Elle contient également les caractéristiques techniques du combo. Dans la boîte d’emballage, il y a encore un cordon secteur qui est compatible tant avec les prises présentes sur le continent européen qu’en Grande Bretagne.
CONSTRUCTION
Le combo possède une enceinte particulièrement solide ; elle est recouverte de similicuir noir. Une grille en métal, noire elle aussi, protège le haut-parleur et l’ampli. Les boutons de réglage sont placés en haut de l’enceinte. Presque tout est noir, seuls les boutons et les inscriptions sont en blanc. Les boutons ont l’air un peu fragile quand on les manipule, ce qui donne l’impression d’avoir affaire à du matériel bon marché. On déplace cet ampli facilement grâce à sa poignée rétractable, située sur la face supérieure. A signaler aussi qu’on peut le mettre en position inclinée, grâce à une découpe oblique au bas de la face arrière: ainsi, il peut aussi fonctionner comme une sorte de moniteur. Pour parachever la finition, le combo possède des coins de protection en matière synthétique et en dessous, de petits pieds antidérapants. Tout cela est simple, mais efficace. L’enceinte ne pèse que 18 kilos environ - donc, un poids qui permet de le déplacer souvent et facilement.
POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE
La construction “respire” la simplicité, et il en va de même pour les possibilités de réglage... ou plutôt: cela semble du moins être le cas. Commençons par le bouton ‘GAIN’, qui règle le niveau du signal entrant. Celui-ci est associé à un bouton poussoir situé juste en dessous: l’inverseur ‘TT BOOST’, qui nous
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Peavey MAX 112 boost van de hoge frequenties, waardoor we een meer “briljante” sound bekomen. De volumeknop werd voorzien van het DDT speaker protection circuit. Wanneer de speaker wordt overbelast, treedt de DDT in werking, wat je kan zien aan de powerswitch die rood kleurt in plaats van blauw. Deze volumeknop heeft ook hoe kan het anders - een drukknop meegekregen... De psycho-acoustic effect switch? Nog nooit van gehoord! De beschrijving in de handleiding verschaft ons meer uitleg. We lezen dat bij het indrukken van deze switch, de harmonieken die zich in het lage register bevinden worden toegevoegd. Zo lijkt het alsof de versterker opeens luider is, zonder dat je het volume eigenlijk verandert. Goed uitgelegd in de handleiding! Als ik de knop indruk, merk ik er inderdaad wel iets van. Ik zal mij nog even wat meer moeten verdiepen in dit effect, maar ik hou wel van goede extra’s. De MAX 112 ziet er op het eerste zicht dus misschien wel bescheiden uit, toch kreeg hij enkele leuke features mee waardoor hij best veelzijdig is. Het maakt hem origineler dan een gewone standaard bascombo!
BASS
donne une simulation de préampli à lampes. Au plus on tourne ce bouton, au plus la distorsion est présente dans le son. Vient ensuite le bouton ‘BASS’ pour les fréquences graves. Ce dernier a également un bouton poussoir dédié - ‘PUNCH’ - qui “booste” les graves, une fonction idéale pour des styles comme, par exemple, le reggae et le blues. Le bouton ‘MIDDLE’ destiné à régler les médiums possède aussi son propre bouton poussoir nommé ‘MID SHIFT’. C’est grâce à lui que l’on a accès aux fréquences du hautmédium. Le bouton ‘TREBLE’, qui règle les fréquences aiguës, est le dernier de la série constituant l’égalisation. Ici aussi, un bouton poussoir lui est assigné: il s’appelle ‘BRIGHT’ et “booste” les aiguës, ce qui permet d’accéder à un son plus “brillant”. Le bouton ‘VOLUME’ est équipé du circuit DDT, qui constitue une protection pour le haut-parleur: quand celui-ci subit une surcharge, le circuit DDT se met à fonctionner, ce qui se remarque via le témoin de secteur, qui passe du bleu au rouge. Et ce bouton de volume est lui aussi - comment pourrait-il en être autrement? - “flanqué” d’un bouton poussoir sous-titré... euh... ‘PSYCHO-ACOUSTICS TECHNOLOGY’??? Jamais entendu parler! Fort heureusement, la description présente dans la notice d’emploi nous donne plus d’explications: nous y lisons que, lorsqu’on enfonce ce bouton, les harmoniques présentes dans le registre grave sont mises en évidence. Ainsi, tout d’un coup, il semble que l’ampli augmente de puissance, sans qu’on ait pourtant modifié la position du bouton de volume. Pas mal, cette explication dans la notice d’emploi! Car quand je pousse sur ce bouton, je remarque effectivement quelque chose qui ressemble à cela... Je vais encore devoir un peu examiner cet effet de plus près, mais par principe, j’apprécie les “petits plus”! A première vue, si notre MAX 112 semblait assez limité, avec un minimum de recul, on ne peut qu’apprécier cette série de fonctions bien utiles,
AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Er is een DI uitgang om ons signaal door te sturen naar een P.A. of opnamesysteem. Deze uitgang is voorzien van een groundliftswitch, voor als we te maken hebben met een slechte aarding. Vervolgens zijn er twee instrument ingangen; “passive” en “active”. Eén voor passieve bassen en één voor actieve bassen waarvan de output hoger is dan die van een passieve. Je kan de bas zelfs stemmen dankzij de ingebouwde chromatische tuner. Die schakel je in door de mute/tune knop in te drukken. Het signaal naar de speaker en DI wordt gedempt, zodat je ongestoord je instrument kan stemmen. De betreffende noot licht dan op en dankzij twee rode en een groen ledje kan je zien of je bas gestemd staat of niet. Handig toch? Om af te sluiten hebben we nog een mini jack aux ingang om bijvoorbeeld een iPod aan te sluiten en zo met bestaande muziek mee te spelen. Er is ook een mini jack koptelefoon voorzien om in alle stilte te spelen.
SOUND
De sound van deze Peavey MAX 112 is best overtuigend. Met enkel de equalizing (bass, mid en treble) op 12 heb je al een goede sound die zorgt voor aangenaam spel en comfortabel aanvoelt. Het was de bedoeling van Peavey om een combo te ontwikkelen die vele stijlen aankan. Wel, daarmee zijn ze, mede dankzij de special features, vrij goed in hun opzet geslaagd! Zo kan je o.a. met de punch een boomy reggaeklank toveren en met de mid shift en bright je bas heel agressief laten klinken, met veel attack. Voor elk wat wils dus! Enkel het psycho-acoustic effect heb ik nog niet helemaal kunnen uitpluizen. Het blijft een mysterie hoe het mijn gehoor beïnvloed. Ik hoor wel een verschil, maar kan het moeilijk omschrijven. Maar goed, de combo klinkt lekker met veel laag en punch, zoals het hoort! Voor een 200 Watt combo heeft hij een goede power, waardoor hij vrij luid klinkt!
TOEPASSING
Deze combo is in eerste instantie, dankzij de aux en koptelefoon ingangen, heel interessant om thuis te oefenen. Dankzij z’n afmetingen en gewicht is de MAX 112 makkelijk te transporteren en dus ideaal voor repetities. Ook is hij geschikt voor kleinere optredens in cafés. De combo geeft genoeg power en kan dankzij de schuine helling dienst doen als
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
www.meetmusic.com
13
Peavey MAX 112
BASS
monitor. In dat geval kan je je signaal doorsturen naar de P.A. om het nog wat extra te versterken. De MAX 112 is eigenlijk een ideale combo voor bassisten die na hun beginfase op zoek zijn naar iets dat luider en meer power heeft dan hun eerste 15 Watt oefenversterkertje. Deze combo is dan ook nog eens veelzijdig qua sound, wat wil zeggen dat hij praktisch alle genres aankan!
BUDGET
Deze combo is de jouwe voor €359 incl. BTW! Een heel scherpe prijs voor zo’n combo met al die extra’s. Je krijgt zeker waar voor je geld en zal er enige tijd (misschien voor altijd) genot van hebben. Een aanrader voor bassisten met weinig budget!
CONCLUSIE
Bassisten die al even hebben leren spelen en nu op zoek zijn naar iets degelijk en betaalbaar, zitten goed bij deze combo. De extra features - zoals de punch, mid shift, bright, de ingebouwde chromatische tuner en het psycho-acoustic effect - onderscheiden deze combo van de rest binnen z’n prijsklasse. De schuine helling van de behuizing zorgt ervoor dat je de combo in monitorstand kan zetten. Op de afwerking valt quasi niets aan te merken, enkel de regelknoppen voelen wat licht aan. Maar dit vergeven we moeiteloos! Een ideale oefenversterker en monitor, geschikt voor verschillende situaties. Neem daar nog eens bij dat hij veel genres aankan en vrij veel power heeft voor een 200 Watt combo... In zijn prijsklasse toch één van de betere die ik al ben tegengekomen! MMM
ce qui en fait finalement un ampli assez polyvalent. Tout cela le rend nettement plus original qu’un combo pour basse “normal”.
CONNEXIONS
On notera la présence d’une sortie DI - ‘DIRECT OUT’ - qui sert à conduire le signal audio vers une sono ou un système d’enregistrement. Cette sortie est équipée d’un interrupteur de mise à la terre - ‘GND LIFT’ - au cas cette connexion serait de piètre qualité. Viennent ensuite deux entrées pour instrument, ‘PASSIVE’ et ‘ACTIVE’. L’une est destinée aux basses passives, et l’autre, aux basses actives, dont le niveau de sortie est plus élevé que celui des basses passives. Et on peut même accorder sa basse grâce à l’accordeur chromatique intégré: pour cela, il suffit d’enfoncer le bouton poussoir ‘TUNE/MUTE’. A ce moment, le signal vers le haut-parleur et la DI sont coupés, de sorte que l’on peut accorder son instrument en toute tranquillité. La note jouée s’inscrit sur l’écran, et grâce à un jeu de trois LED - deux rouges et une verte -, on voit si la basse est bien accordée ou pas. Bien pratique, non? Pour terminer, il faut aussi mentionner deux mini-jacks. Le premier est une entrée auxiliaire - ‘AUX IN’ - pour, par exemple, raccorder un iPod et ainsi, jouer avec de la musique existante. Quant au second, il s’agit d’une sortie pour casque, afin de pouvoir jouer dans un silence absolu.
SON
Le son de ce Peavey MAX 112 est franchement convaincant. En laissant les trois boutons de l’égalisation sur ‘0’, on obtient déjà une bonne sonorité: le jeu est agréable et confortable. Le but de Peavey était de concevoir un combo qui puisse aborder un maximum de styles musicaux différents. Et là, on peut dire qu’ils n’ont vraiment pas “raté leur coup”, notamment grâce à la flopée des fonctions spéciales évoquées plus haut. Ainsi, par exemple, on peut construire un son bien grave pour le reggae via le bouton PUNCH ; ou, via les boutons MID SHIFT et BRIGHT, arriver à un son très agressif, bourré d’attaque. Il y en a donc pour tous les goûts! Il y a juste cet effet psycho-acoustique que je n’ai pas encore eu l’occasion d’analyser à fond: pour moi, la manière dont il arrive à influencer mon ouïe reste un mystère... J’entends bien une différence, mais elle est difficile à décrire. Mais bon, ce combo “sonne” vraiment bien, avec de bonnes basses et du punch, juste comme il faut! Pour un combo de 200 watts, sa pression sonore est bonne, il sait se faire entendre!
CHAMP D’APPLICATION
Tout d’abord, grâce à son entrée auxiliaire et à sa sortie casque, ce combo est très indiqué pour travailler chez soi. Grâce à ses dimensions et son poids, le MAX 112 est facile à transporter et donc, idéal pour les répétitions. Il est aussi à sa place pour de petits concerts, dans des cafés, etc. Sa puissance est suffisante et grâce à son côté oblique, il peut servir de moniteur au sol ; dans ce cas, on peut envoyer son signal vers la sono via la sortie DI pour augmenter encore la puissance. En fait, ce MAX 112 est l’idéal pour les bassistes qui, une fois les premiers stades franchis, recherchent un ampli plus puissant que leur premier ampli domestique de 15 watts. Cet ampli est aussi très polyvalent au niveau sonore: il est passible de tirer son épingle du jeu, quel que soit le style de musique abordé.
PRIX
Ce combo ne coûte que 359 euros TVA comprise! Un prix vraiment “compressé” pour un tel modèle, bourré “d’extras”. On en a certainement pour son argent, et on aura bien du plaisir pour pas mal de temps, voir pour... toujours! Voici donc un article à conseiller vivement aux bassistes dont le budget est limité!
pro • Afwerking • Extra features • Power • Budget • Sound
• La finition • Les fonctions supplémentaires • La puissance • Le prix • Le son
contra • Goedkoop gevoel van de regelknopen
14
• Les boutons donnent une impression de “bon marché”
www.meetmusic.com
CONCLUSION
Les bassistes qui ont déjà appris à jouer et qui cherchent ensuite un matériel convenable et abordable: voilà le créneau type de ce modèle. Les fonctions supplémentaires, comme les boutons punch, mid-shift, bright, ainsi que l’accordeur intégré et l’effet psycho-acoustique, permettent à ce combo de se différencier des concurrents présents dans la même catégorie de prix. Et en plus, la face oblique de l’enceinte lui permet de fonctionner en tant que moniteur au sol. Au niveau de la finition, rien à signaler, juste les boutons des réglages qui paraissent un peu fragiles... Mais ce détail est vite pardonné! Voici donc un ampli de puissance moyenne, et/ou un moniteur, adapté pour différentes situations. Rappelons nous aussi qu’il peut aborder toute une série de genres différents et que sa pression sonore est impressionnante pour un combo de 200 watts... Dans sa catégorie de prix, c’est l’un des meilleurs que j’ai jamais vu! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Remo Versa
Remo Versa DJEMBE, TIMBAU, TUBANO ALGEMEEN
Naast het professionele muziekcircuit kennen we bij ons ook een boeiend verenigingsleven. De set trommels van Remo die we vandaag bespreken, zijn op die markt gericht. Muziek als vrijetijdsbesteding, maar ook als educatief en/of helend element. De mensen in dit circuit zijn gebaat bij instrumenten die gemakkelijk te bespelen zijn, niet teveel techniek vragen dus, maar die toch vakkundig genoeg gebouwd zijn om niet als speelgoed te moeten doorgaan. Dankzij een doorgedreven ontwikkeling van hun instrumenten op de professionele muziekmarkt - denken we hierbij zeker aan de revolutionaire ontwikkelingen op het gebied van trommelvellen - is Remo erin geslaagd voor deze sector een serie instrumenten te maken die op een verbazend goede manier tegemoetkomen aan de noden van deze muziekbelever. Het aanbod dat we hier bespreken betreft een combo-pack van drie van deze slaginstrumenten: een Djembe, een Timbau en een Tubano.
CONCEPT
Het concept van deze exemplaren is even briljant als eenvoudig: drie van de meest gebruikte (hand)trommels worden verenigd in één pakket, waardoor de individuele muzikant in één zak of doos drie verschillende trommels - en dus ook drie verschillende klankkleuren - bij zich heeft. Want ‘in één pakket verenigd’ mag je dus ook letterlijk nemen: nadat je het vel er hebt afgenomen kan je de drie trommels gewoon ineenschuiven en zo vervoeren. De ene uit de andere toveren, het vel erop monteren en je hebt drie verschillende trommen ter beschikking. Evengoed zet je het pakket voor drie spelers neer, waardoor je meteen een compleet ensemble krijgt. Maar er is meer. De term “Versa” staat hier voor veelzijdigheid. Deze trommels maken gebruik van een nieuwe door Remo ontwikkelde techniek, “Taper Fit Drum Coupling” genaamd, om het vel op de ketel te bevestigen. Dat gaat nu heel vlot en zonder gedoe, zodat niets je tegenhoudt om de vellen ook onderling te verwisselen. De diameters bovenaan de trommels zijn identiek (13”) en het vel van de ene trommel op de andere zetten gaat in een oogwenk. Bovendien kan je zo’n los vel zelfs als frame-drum gebruiken. Gewoon in de hand dus, zoals een tamboerijn of tambourim. De vier vellen die op deze serie passen hebben een verschillende pitch (toonhoogte zeg maar), zodat je drie (trommels) maal 4 (vellen) combinaties kan maken. Het belangrijkste aan deze set is dat er alles aan gedaan is om het speelgemak, het gebruik en het onderhoud zo simpel mogelijk te houden. Zo zijn de vellen ge-‘pretuned’ vanuit de fabriek. Je hebt dus géén stemsleutel nodig. De vellen zijn in een oogwenk te plaatsen door gewoon op de trommel te drukken. Ook kan je ze met één simpele handbeweging verwijderen, zodat je de lichtgewicht trommels in elkaar k a n schuiven voor het vervoer.
VORMGEVING
De drie trommels in dit pakket zijn de Djembe, de Timbau en de Tubano. De Djembe is helemaal gebouwd naar zijn Afrikaanse voorbeeld: hij heeft de klassieke kelkvorm die garant staat voor een heerlijk helder en luid geluid. De Timbau komt uit Brazilië en sluit zeer nauw aan bij het origineel, zowel qua vormgeving als qua klank. De Tubano ten slotte is een uitvinding van Remo zelf en is gebouwd naar het voorbeeld van de Afrikaanse Pangogo (tam-tam): cilindervormig en open onderaan. Hij wordt ook gebruikt om de klank van de Cubaanse Tumba en Conga te benaderen. Alle drie de trommels zijn voorzien van een bevestiging voor een (bijgeleverde) draagriem. Verder heeft de Tubano ook een handvat en rubberen voetjes onderaan. Die voetjes hebben als voordeel dat hij, staand op de grond, zijn klank de vrije loop kan laten gaan, zonder dat je hem moet optillen of schuinhouden.
KLEURENPALET
Dit pakket komt met drie vaste kleuren voor elke trommel. Hetzelfde gestileerde motief is op elke trommel in schakeringen van één kleur
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
DRUMS & PERCUSSION
JOHAN JORIS
GÉNÉRAL
Outre le circuit professionnel de la musique, nous connaissons chez nous également une vie associative fascinante. L’ensemble de tambours de Remo objet de cet article a pour cible ce dernier marché. Musique en tant que hobby, mais aussi comme élément éducatif ou curatif. Les gens de ce circuit recherchent des instruments faciles à jouer, n’exigeant pas trop de technique donc, mais cependant construits avec suffisamment de professionnalisme pour ne pas être considérés comme des jouets. Grâce à un développement méticuleux de leurs instruments sur le marché professionnel de la musique nous pensons ici très certainement aux développements révolutionnaires dans le domaine des peaux - Remo a réussi dans ce secteur à fabriquer une série d’instruments qui renc ont r e étonnamment bien aux besoins de l ’a m a t e u r de musique. L’offre que nous discutons ici est un pack combo comprenant trois de ces instruments de percussion : un Djembe , un Timbau et un Tubano .
CONCEPT
Le concept de ces instruments est aussi brillant que simple : trois tambours (à main) parmi les plus couramment utilisés sont réunis dans un seul ensemble, ce qui permet au musicien individuel de disposer de trois tambours différents - et donc de trois colorations sonores différentes - dans un seul et même sac ou une seule et même boîte. “Un seul ensemble” peut en effet être pris à la lettre: après avoir retiré la peau, les trois tambours peuvent être emboîtés l’un dans l’autre pour le transport. Sortez-les l’un de l’autre, montez-y la peau et vous disposez de trois tambours différents. Vous pouvez également installer le tout pour trois musiciens et vous obtenez immédiatement un ensemble complet. Mais il y a plus. Le terme « Versa » est ici synonyme de polyvalence. Ces tambours font usage d’une nouvelle technologie développée par Remo, appelée “ Taper Fit Drum Coupling “, pour la fixation de la peau sur le fût. Cette fixation est maintenant très facile et rapide, et rien ne vous empêche d’interchanger les peaux. Les diamètres du côté supérieur des tambours sont iden(13 “ ) et installer la peau d’un tambour sur un autre se fait tiques clin d’œil. En outre, vous pouvez même utiliser une telle peau en un séparément comme “frame-drum”, comme un tambourin ou “tambourim” . Les quatre peaux qui correspondent à cette série ont un “pitch” (ton) différent, vous pouvez donc effectuer trois (tambours) fois quatre (peaux) combinaisons. La chose la plus importante à souligner à propos de cet ensemble est que tout est fait pour que la facilité de jeu, l’utilisation et l’entretien soient les plus simples possibles. Dans cette perspective, les peaux sont pré-accordées en usine. Vous n’avez donc pas besoin de clé d’accordage. L’installation des peaux s’opère e un clin d’œil, par simple pression sur le tambour. Vous pouvez aussi les enlever d’un geste simple de la main, de sorte que vous pouvez empiler ces tambours légers les uns dans les autres pour le transport.
CONCEPTION
Les trois tambours constituant cet ensemble sont le Djembe , le Timbau et le Tubano . Le Djembe est construit entièrement à l’instar de son exemple africain : il a la forme classique d’ un bol ce qui garantit un son bien clair et puissant . Le Timbau vient du Brésil et se rapproche très fort de l’original, tant pour la conception que pour le son. Enfin, le Tubano est une invention de Remo même et est construit sur le modèle du Pangogo africain (tam -tam) : cylindrique et ouvert à la base. Il est également utilisé pour sa sonorité proche des Conga et Tumba cubains. Les
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10 www.meetmusic.com 15
DRUMS & PERCUSSION
Remo Versa
uitgevoerd. Op de Djembe is die kleur bruin, op de Timbau groen en op de Tubano rood. Als je de trommen individueel aanschaft heb je, weliswaar beperkte, keuzemogelijkheden.
AFWERKING EN IMAGO
De afwerking van de drie trommels is sober maar zeer net. Opvallend is de afwezigheid van metaal of andere spanmiddelen om het vel over de ketel te spannen. In plaats daarvan zien we enkel de mat zwarte rubber ring van het voorgespannen vel. Dat element komt onderaan terug in de vorm van een rubberen stootring. Dit weerspiegelt de doorgedreven eenvoud in concept en gebruiksgemak.
TOEBEHOREN
Het enige wat je bij deze trommels nodig hebt, is een soort sleutel om het vel van de trommel te nemen. Dat is een simpel ijzeren plaatje met een haakje dat in een uitsparing van de trommel past. Met dit bijgeleverd sleuteltje duw je het vel in een oogwenk van de trommel af. Ook bijgeleverd in het pakket is één draagriem waarmee je de trommels ook al lopend kan bespelen.
BOUW
De body van deze trommels is gemaakt van een zeer lichte maar stevige polyesterlegering. In het geval van de Tubano is die uit één stuk gegoten en nog geen centimeter dik. Bij de Djembe en de Timbau bestaat de body uit twee aaneengelaste delen. Daarop past luchtdicht het voorgespannen vel. Hierin schuilt het revolutionaire van de “Taper Fit Drum Coupling”-techniek. Door simpelweg het vel over de ketel te drukken, krijg je een perfect akoestisch afgedichte verbinding. Spanranden, -bouten en -vijzen, touwen of wat dan ook worden hierdoor overbodig. De vellen zijn voorgespannen in de fabriek, stemmen hoeft niet en kán ook niet. Als je een andere toonhoogte wil, verander je simpelweg van vel. Deze vellen zijn van zeer hoge kwaliteit. Het vervolg op de Fiberskin-heads heet nu ‘Skyndeep’. Deze vellen benaderen zeer dicht de klank én het gevoel van de vroegere dierenhuid. Een onovertroffen voordeel is dat ze onder alle omstandigheden hun klank en pitch behouden, zelfs als ze nat of vochtig zijn. Bovendien zijn ze zeer sterk en duurzaam.
SPEELCOMFORT, AFSTELLING EN RESPONS
Het mag al duidelijk zijn dat het speelcomfort op deze trommels zeer hoog is. Dankzij de perfecte pitch van de voorgespannen vellen, klinken deze instrumenten altijd zoals ze moeten klinken, zelfs zonder hun body. Het is inderdaad opvallend hoe de klank op de verschillende vellen, los in de hand bespeeld, al helemaal gevormd is. Het vel dat standaard op de Djembe zit (TF 10 high pitch) heeft alles van de djembe klank al in zich. Als je dit dan op de juiste body klemt, wordt die klank vervolledigd met de extra ‘buik’ en het volume van de klankkast. Hetzelfde geldt voor de Timbau en de Tubano. Onderling kan je de vellen ook verwisselen. Op de Timbau zit standaard het TF 15 vel met een medium pitch en op de Tubano de TF 20 low pitch. Je kan dus gerust het lager gestemde vel van de Timbau op de Djembe leggen om een lagere toonhoogte te verkrijgen. Omgekeerd kan je de Timbau een Djembe-toets meegeven door er het hoger gestemde TF 10 vel op te leggen. Alle combinaties zijn mogelijk, maar laat duidelijk zijn dat geen van die combinaties hetzelfde resultaat zullen opleveren, de perfecte combinatie blijft de standaard combinatie. Dat heeft ook te maken met de demping die op de lager gestemde vellen is aangebracht. Op de TF 15 is dat een licht doorschijnend padje (op de onderkant of binnenkant geplakt) en op de TF 20 een dikker pad. Op die manier krijg je in combinatie met de bijpassende ketel steeds de juiste verhouding tussen klaarheid en resonantie. Dat evenwicht gaat dan verloren als je de vellen naar een andere body verhuist. Wel is er nog de ‘TF NSL head’, letterlijk de Not So Loud head. Dit vel is apart verkrijgbaar en vermindert het volume, zonder afbreuk te doen aan de klank.
KLANKKWALITEIT
trois tambours sont tous équipés d’une attache pour une bandoulière (fournie). En outre, le Tubano possède une poignée et des pieds en caoutchouc situés à la base. Ces pieds offrent l’avantage de permettre au tambour, posé à même le sol, de dégager un son tout à fait libre, sans qu’il ne doive être soulevé ou penché.
PALETTE DE COULEURS
Cet ensemble est livré en trois couleurs déterminées, une pour chaque tambour. Le même motif stylisé est repris sur chaque tambour en nuances d’une couleur. Pour le Djembe cette couleur est le marron, pour le Timbau le vert et pour le Tubano, le rouge. Si vous achetez les tambours individuellement, votre choix sera en effet limité.
FINITION ET IMAGE DE MARQUE
La finition des trois tambours est sobre mais très belle. On remarquera l’absence de systèmes de tension métalliques ou autres pour tendre la peau sur le fût. A la place, on ne verra que l’anneau en caoutchouc noir mat de la peau précontrainte. Cet élément se retrouve également à la base sous la forme d’un anneau de butée en caoutchouc. Cela reflète la simplicité approfondie sur le plan de la conception et de la facilité d’utilisation.
ACCESSOIRES
Le seul accessoire nécessaire pour ces tambours, c’est une espèce de clé qui permet d’enlever la peau. Il s’agit d’une simple plaquette en tôle avec un petit crochet qui s’insère dans un évidement du tambour. Cet accessoire, livré avec l’ensemble, vous permet d’enlever la peau du tambour en un clin d’oeil. Egalement livrée avec l’ensemble, une bandoulière qui permet de jouer tout en marchant.
CONSTRUCTION
Le corps de ce tambour est fait d’un alliage de polyester très léger mais solide. Dans le cas du Tubano, le corps est moulé en une seule pièce et a une épaisseur de moins d’un centimètre. Pour le Djembe et le Timbau, le corps est constitué de deux parties soudées. Là-dessus vient se fixer hermétiquement la peau précontrainte. C’est là que réside la technique révolutionnaire du “Taper Fit Drum Coupling “. En pressant simplement la peau sur le fût, vous obtenez une connexion acoustique parfaitement étanche. Cerclages de tensions, boulons et vis, cordes ou autres sont, grâce à ce système, tout bonnement superflus. Les peaux sont précontraintes en usine, l’accordage n’est donc pas nécessaire et n’est d’ailleurs pas possible. Si vous voulez une tonalité différente, vous changez simplement de peau . Ces peaux sont de très haute qualité. La succession des peaux “Fiberskin” s’appelle maintenant “Skyndeep”. Ces peaux produisent un son et procurent une sensation se rapprochant très fort des peaux d’animaux utilisées autrefois. Un avantage indéniable est qu’elles conservent leur son et leur “pitch” en toute circonstance, même mouillées ou humides. Elles sont très solides et durables.
CONFORT DE JEU , RÉGLAGE ET RÉPONSE
Nous dirons clairement d’emblée que le confort de jeu de ces tambours est très élevé. Grâce au “pitch” parfait des peaux précontraintes , ces instruments sonnent toujours comme il faut, même sans leur fût. Il est en effet remarquable de constater que le son de ces différentes peaux, jouées en les tenant simplement en main , est déjà entièrement formé. La peau qui est montée d’origine sur le Djembé (TF 10 high pitch) possède déjà tout du son djembé en elle-même. Si vous la fixez sur le fût adéquat, le son est alors complété par le “ventre” et le volume supplémentaires qu’offre la caisse de résonance. La même chose est vraie pour le Timbau et le Tubano . Vous pouvez également permuter les peaux entre elles. Le Timbau est monté d’origine avec une peau TF 15 au “pitch” moyen et le Tubano reçoit lui la TF 20 à “pitch” bas. Vous pouvez sans problème monter la peau accordée plus bas du Timbau sur le Djembe pour obtenir une tonalité plus basse. Inversément, vous pouvez donner une touche de Djembe au Timbau en lui montant la TF 10, plus aiguë. Toutes les combinaisons sont possibles, mais que ce soit clair: aucune de ces combinaisons ne donnera le même résultat, la combinaison parfaite reste la combinaison standard. Cela a aussi à voir avec l’assourdissement appliqué sur les peaux accordées plus dans les basses. Sur la TF 15, il s’agit d’un petit coussinet légèrement translucide (collé sur le dessous ou à l’intérieur) et sur la TF 20 le coussinet est plus épais. De cette façon, vous obtenez toujours, en combinaison avec le fût approprié, le juste équilibre entre clarté et résonance. Cet équilibre est perdu lorsque les peaux sont montées sur un autre fût. Il y a encore la peau “TF NSL”, littéralement la peau “Not So Loud”. Cette peau est disponible séparément et réduit le volume sans compromettre le son.
Je kan niet dezelfde klank verwachten van een low budget, lichtgewicht, volledig uit kunststof opgetrokken en afgewerkt instrument, als van het solide, meer aardse origineel. En toch! Laat me beginnen bij de Djembe. Die heeft echt alles wat een djembe moet hebben, dikwijls zelfs beter dan een niet perfect afgesteld of minder goed gebouwd exemplaar uit Afrika. De slaps klinken ongemeen helder en ‘cracking’. De open toon heeft de perfecte, snauwende en gedempte ‘pop’-klank en ook de bassen zijn er, zij het iets minder gevuld of ‘gegrond’ dan die van een volhouten exemplaar. Die djembe zetten we dus met een gerust hart naast een professioneel exemplaar. Het zal dikwijls moeilijk zijn om ze qua klank van elkaar te kunnen onderscheiden. Hetzelfde geldt voor de Timbau. Om gedurende lange tijd mee te kunnen dragen in de stoeten, is zijn evenbroer uit Brazilië immers ook uit lichtgewicht materialen opgetrokken. Soms uit aluminium of uit een lichte houtsoort zoals bij de atabaque. Dat geeft hem ook die heldere maar eerder magere klank. Enkel bij de Tubano is het ontbreken van die zwaardere body een minpunt. De diepst klinkende trommel uit dit combo pack mist hierdoor een beetje draagkracht en beperkt de speelmogelijkheden. Zeker als je hem met conga-technieken
Vous ne pouvez pas attendre le même son d’un instrument à petit budget, léger, à la fabrication et à la finition entièrement réalisées en plastique, que d’un original solide et authentique. Et pourtant ! Permettez- moi de
www.meetmusic.com
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
16
QUALITÉ SONORE
Remo Versa gaat benaderen. Het is wel typsich voor de cilindervorm dat de klank een beetje doodvalt na het beroeren van het vel. En zo leunt de klank wel dicht aan bij die van de Afrikaanse tam-tam.
HOMOGENITEIT EN POLYVALENTIE
De Versa Drums zijn ondergebracht in de line up van de World Percussion. Dit combo pack richt zich op de wereld van educatie, recreatie en therapie. In alle opzichten komen de trommels hier volledig tot hun recht. Het is een zeer welkom trio waar je veel kanten mee uitkan.
BUDGET
Voor relatief weinig geld - €666 voor de set van drie trommels - krijg je echt wel Remokwaliteit in handen.
BESLUIT
Het is dus een absolute aanrader voor iedereen en iedere organisatie die zich bezighoudt met Wereld Percussie. Vooral de kunststoffen vellen en de manier waarop ze op de trommel worden bevestigd, maken er een unieke beleving van. De grootste troef is het gebruiksgemak. Het zijn makkelijk bespeelbare trommen die geen of weinig techniek vereisen. Ze zijn erg simpel te transporteren. Je monteert ze in een oogwenk en ze klinken altijd zoals het hoort, zonder op te spannen of zonder hinder van atmosferische omstandigheden. MMM
pro • gebruiksgemak • kwaliteit
commencer par le Djembe. Celui-ci a vraiment tout ce qu’un Djembe doit avoir, souvent même mieux qu’un modèle africain qui serait imparfaitement accordé ou moins bien construit. Les « slaps » sont exceptionnellement claires et «cracking». La tonalité ouverte offre un son « pop » parfait, hargneux et étouffé et les basses sont également présentes, même si elles sont moins remplies ou moins « assises » que celles d’un instrument tout en bois. Nous plaçons donc sans crainte ce Djembe aux côtés d’un modèle professionnel. Il sera souvent difficile de les distinguer sur la base du son. La même chose est vraie pour le Timbau. Pour pouvoir être porté durant de longues périodes pendant des défilés, son frère brésilien est d’ailleurs également fabriqué en matériaux légers. Parfois en aluminium ou en bois léger comme de l’ atabaque . Cela lui donne un son clair mais plutôt maigre. Seul le Tubano souffre de l’absence de ce corps plus lourd. Le tambour à la sonorité la plus profonde de ce pack combo manque de ce fait d’un peu de puissance de traction et les possibilités de jeu sont donc limitées. Surtout si vous l’approchez avec des techniques de conga. Il est typique pour la forme cylindrique que le son s’éteigne quelque peu après avoir touché la peau. Et de cette manière, le son se rapproche fortement de celui du tam-tam africain.
HOMOGÉNÉITÉ ET LA POLYVALENCE
Les Versa Drums s’inscrivent dans la ligne de World Percussion. Ce pack combo se concentre sur le monde de l’éducation, des loisirs et de la thérapie . A tous points de vue, les tambours conviennent ici parfaitement. Un trio très bienvenu offrant une belle polyvalence.
BUDGET • facilité d’utilisation • qualité
contra • combinaties minder succesvol
DRUMS & PERCUSSION
• combinaisons moins convaincantes
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
Pour relativement peu d’argent - € 666 pour l’ensemble des trois tambours - vous avez vraiment la qualité Remo entre vos mains.
CONCLUSION
Ce pack est un must absolu pour tous ceux – individus ou associations – qui s’adonnent à la World Music. Surtout les peaux synthétiques et la façon dont elles se fixent sur le tambour en font une expérience unique. Le plus grand atout est la facilité d’utilisation. Les tambours sont faciles à jouer et ne nécessitent pas de technique ou peu. Ils sont très faciles à transporter. Vous les montez en un clin d’œil et ils sonnent toujours comme il se doit, sans aucun relâchement ou sans interférence des conditions atmosphériques. MMM
www.meetmusic.com
17
KEYBOARD INSTRUMENTS Genio & Easy-Lift, Easy-Tilt
Genio & Easy-Lift, Easy-Tilt SILENT PIANO MODULE & GRAND PIANO APPARATUS In deze editie zal je geen piano of keyboard review aantreffen! We gaan het ditmaal hebben over enkele zaken die weliswaar te maken hebben met de piano in de brede zin van het woord. De systemen die we zullen bespreken, worden aangeboden door groothandelszaak Taffijn Piano Supply. Gevestigd in het wondermooie Gooik en gerund door gepassioneerde mensen waarbij de kennis van vader op zoon werd overgedragen. Taffijn kan werkelijk alles voorzien wat ook maar in de verste verte te maken heeft met piano’s: van piano-onderdelen tot snaren en zelfs nieuwe of tweedehands piano’s. In dit artikel bespreken we drie systemen die enorm interessant kunnen zijn voor ons, pi-
GENIO SILENT PIANO SYSTEM
anisten!
Het Genio Silent Piano systeem zorgt ervoor dat je in alle rust akoestische piano kan spelen zonder andere mensen te ‘storen’. Zoals de naam het zelf aangeeft, zorgt het systeem ervoor dat de piano bespeelbaar blijft maar dan zonder ‘klank’ voor de omstaanders. Je hoort wat je speelt via een hoofdtelefoon. De module die je moet laten inbouwen, bevat heel wat hoogstaande technologie en in totaal 384MB aan klanken - in totaal 16 Pre-sets, 16 Usersets, 128 klanken en 61 drumklanken. De module is voorzien van een 128-stemmige polyfonie, wat zeker en vast voldoende is om de meest complexe muziekstukken te vertolken. Een leuke mogelijkheid is het opnemen van hetgeen je speelt en het naderhand terug afspelen om de puntjes op de i te zetten. Er kunnen maximaal 30.000 noten intern opgeslagen worden, maar je kan eveneens via MIDI/USB opnemen op bijvoorbeeld een externe computer. Het Genio systeem bevat ook nog eens een heel gamma aan demo songs en heeft een metronoomfunctie, wat het ideaal maakt om je eigen spel in goede banen te leiden. De afmetingen zijn 121mm x 18mm x 67mm en het geheel wordt gemonteerd onder het klavier. De module heeft twee hoofdtelefoonaansluitingen, waardoor het systeem ook geschikt is voor gebruik door bijvoorbeeld leraar en leerling. De hoofdtelefoons kunnen handig opgehangen worden aan een uitschuifbaar haakje aan de module. Wees voorzichtig met het volume: zet dit nooit volledig open! Niet alleen om gehoorschade te voorkomen, maar zo bekom je ook nog eens de mooiste geluidskwaliteit. De klank zal je werkelijk verbazen! Het is ook een ware verademing dat je toch een echte piano onder je vingers voelt, met als enige verschil dat je de klanken enkel via je hoofdtelefoon hoort. Eens het systeem is ingebouwd, is het nauwelijks zichtbaar, waardoor het dus geen afbreuk doet aan de uitstraling van de piano! Let wel, indien je je piano wil uitrusten met het Genio systeem, moet dit gebeuren in een pianoatelier. Door middel van een stoprail wordt ervoor gezorgd dat de hamerkoppen de snaren niet kunnen raken. De klank/aanslag wordt dan geregistreerd door ingebouwde sensoren onder de toetsen. Dit wordt dan via de module vertaald naar je hoofdtelefoon. De richtprijs voor de installatie en de module is €1800 voor een buffetpiano en €2200 voor een vleugelpiano. Het systeem is compatibel met ongeveer 95% van alle bestaande pianomerken en is beschikbaar voor zowel vleugelpiano’s als buffetpiano’s!
18
www.meetmusic.com
HANS IJZERMAN
Dans la présente édition, nous n’allons pas nous livrer au test d’un piano ou d’un autre clavier : cette fois-ci, nous allons nous pencher sur certaines considérations qui, il est vrai, concernent quand même le piano, mais au sens large du terme. Les systèmes dont nous allons parler font partie de l’offre commerciale d’un grossiste spécialisé, la firme Taffijn Piano Supply. Elle est établie dans la magnifique commune de Gooik, en Brabant flamand, et elle est dirigée par des personnalités passionnées par un métier dont les secrets se transmettent de père en fils. Taffijn est capable de fournir vraiment tout ce qui a trait au piano, et ce, au sens le plus large qui soit : cela peut aller de composants entrant dans la construction d’un piano, en passant par des cordes, et même, des pianos en tant que tels, neufs ou de seconde main. Dans le présent article, nous allons nous attarder sur trois systèmes qui peuvent nous intéresser au plus haut point, nous les pianistes !
GENIO SILENT PIANO SYSTEM
Quant au système Genio Silent Piano, il veille à ce que l’on puisse jouer du piano acoustique en toute tranquillité ... sans pour autant gêner son entourage. Comme son nom l’indique, le système permet au piano de rester “joua b l e ”, mais sans émettre de son aux alentours. Pendant ce temps-là, l’exécutant s’entend via un casque audio. Le module que l’on doit placer dans le piano est une véritable mine de technologies de pointe, et au total, 384 MB sont réservés aux sons. Au total, on dispose de 16 présélections usine, de 16 présélections utilisateur, de 128 sons et de 61 sons de batterie. Ce module dispose d’une polyphonie à 128 voix, ce qui est incontestablement un atout pour interpréter les pièces musicales les plus complexes. Une possibilité bien pratique consiste à enregistrer ce que l’on joue, puis à l’écouter ensuite pour mettre les points sur les “i”. Le système est capable d’enregistrer un maximum de 30.000 notes, mais via les prises MIDI/USB, on peut éventuellement enregistrer, par exemple, sur un ordinateur. Par ailleurs, le système Genio contient toute une flopée de morceaux de démonstration et une fonction métronome, ce qui est une excellente chose pour aider l’utilisateur à faire progresser son niveau de jeu. Les dimensions du module sont les suivantes : 121 mm x 18 mm x 67 mm, et le tout se monte sous le clavier. On dispose de deux connexions pour casques, ce qui permet au système d’être également utile, par exemple, pour un professeur et son élève. Quand on ne s’en sert pas, les deux casques peuvent être suspendus sur un crochet amovible. Il faut être prudent vis-à-vis du volume : ne le montez jamais à fond ! Et pas seulement pour vous éviter des dommages - parfois irréversibles ! - aux oreilles, mais également parce que c’est la manière la plus indiquée pour obtenir la meilleure qualité sonore : le son vous surprendra vraiment ! C’est un véritable plaisir de garder sous les doigts un véritable clavier de piano acoustique, avec pour seule différence, le fait d’entendre les sons uniquement dans son casque. Une fois que le système est monté, il est à peine visible, par conséquent, il ne porte pas le moindre préjudice à l’aspect extérieur du piano. Attention que si vous vous décidez pour intégrer un système Genio dans votre piano, cela doit se faire dans un atelier spécialisé. Grâce à un mécanisme qui arrête tous les marteaux dans leur course, ceux-ci
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/05
www.meetmusic.com
7
KEYBOARD INSTRUMENTS Genio & Easy-Lift, Easy-Tilt
ne touchent pas les cordes. Quant à l’attaque définissant le son correspondant, elle est enregistrée via des capteurs qui sont placés sous les touches. Tout cela est alors “traduit” par le module sonore dans le casque. Le prix indicatif pour le module et son installation est de 1.800 euros pour un piano droit ; pour un piano à queue, le prix est de 2.200 euros. Ajoutons que ce système est compatible avec 95 % des marques existantes de piano, et qu’il est disponible tant pour les pianos à queue que pour les pianos droits.
EASY-LIFT
EASY-LIFT
Een opmerkelijk hulpmiddel dat Taffijn in aanbieding heeft, is het zogenaamde Easy-Lift systeem. Het zorgt ervoor dat je het toch vaak vrij zware bovenblad van een vleugelpiano zonder enige moeite kan openen en sluiten. Door middel van een hydraulisch systeem kan je deze handelingen zelfs met één vinger uitoefenen. Voor een goede werking en installatie van het Easy-Lift systeem moet er wel een vakman aan te pas komen. Dit om te voorkomen dat er beschadiging aan de vleugel zou optreden na gebruik van het systeem. Toegegeven, eerst stond ik er vrij sceptisch tegenover. Maar wanneer je het systeem met eigen ogen ziet en gebruikt, begrijp je haast niet waarom het niet reeds langer op de markt is en nog niet standaard op iedere vleugelpiano wordt ingebouwd. Geloof het of niet, maar ik maak me sterk dat het systeem binnen dit en een paar jaar een gevestigde waarde wordt en volledig ingeburgerd zal zijn! De prijs van het Easy-Lift systeem bedraagt €545. Voor vleugels boven de 2,20m is dat €685, omdat er dan twee geplaatst moeten worden.
EASY-TILT
Het Easy-Tilt systeem is eerder voor piano-handelaars bestemd die vaak vleugelpiano’s moeten verplaatsen, vervoeren of verhuizen. Het is een ingenieus systeem dat toelaat om zeer eenvoudig een vleugelpiano te kantelen. Met dit hulpmiddel is het zelfs mogelijk om helemaal op je eentje, zonder de hulp van anderen, een vleugelpiano te kantelen. De Easy-Tilt moet geplaatst worden op de plaats van de lier. Je kan er alle bouten bij aankopen om het systeem te kunnen gebruiken op elk merk van vleugelpiano’s. Op de website van Taffijn (www.taffijn. be) kan je een filmpje bekijken waarin duidelijk wordt gedemonstreerd hoe het systeem juist werkt. De prijs van het Easy-Tilt systeem krijg je op aanvraag
L’un des outils remarquables proposés par Taffijn, c’est le système appelé EasyLift : il permet d’ouvrir et de fermer, sans le moindre effort, le couvercle d’un piano à queue, souvent très lourd. Grâce à un système hydraulique, cette manipulation peut même s’effectuer ... d’un seul doigt ! Pour que ce système Easy-Lift soit correctement installé et fonctionne bien, il faut évidemment recourir aux services d’un spécialiste, afin d’éviter tout risque d’abimer le piano à queue quand on utilise le système. Je vous l’avoue, au départ, j’étais très sceptique ... Mais quand j’ai vu le système de mes propres yeux et que je l’ai utilisé moi-même, je n’ai pas compris comment il n’est pas intégré d’office sur tous les pianos à queue depuis bien longtemps ! Croyez-moi ou non, mais je suis persuadé que dans quelques années, ce système sera devenu une valeur sûre, et même, qu’il sera totalement entré dans les “mœurs pianistiques”... Le prix du système Easy-Lift est de 545 euros. Pour les pianos à queue de plus de 2,20 mètres, on passe à 685 euros, car il faut placer deux systèmes au lieu d’un.
EASY-TILT
Le système Easy-Tilt est plutôt destiné aux marchands de pianos qui doivent souvent déplacer, transporter ou déménager des pianos à queue. Il s’agit d’un ingénieux système qui permet, très simplement, d’incliner un piano. Grâce à ce précieux auxiliaire, il est même possible, en une seule opération et sans aide extérieure, d’incliner un piano à queue ! L’Easy-Tilt doit être placé à l’endroit où se trouve la lyre de l’instrument. A l’achat, on peut acquérir toute la quincaillerie nécessaire vis, boulons, etc. - pour pouvoir utiliser le système avec n’importe quelle marque de pianos à queue. Sur le site de Taffijn - www.taffijn.be -, le visiteur est invité à visionner une courte vidéo qui démontre clairement que ce système fonctionne parfaitement. Vous obtenez le prix du système Easy-Tilt sur demande. MMM
MMM
20
www.meetmusic.com
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
www.meetmusic.com
15
Moog Little Phatty Stage II
Cort Artisan B 20th
HILITES
Hilites
CORT
Voor haar twintigste verjaardag lanceert Cort de Artisan Bass Series. De twee uitgebrachte modellen zijn gebouwd met de beste materialen en werden opgesmukt met het 20e verjaardag-logo op de afdekplaat van de elektronica. De Artisan A Custom 20th is verkrijgbaar als 4- of 5-snarenmodel. Voor de elektronica gebruikte men Bartolini Custom MK4CBC pickups, een HR5.4 preamp met mastervolume (actief/passief), een blend control, driebands equalizer en mid frequency switch. Ook de Artisan B 20th is beschikbaar als 4- of 5-snarenmodel. Dit model is dan weer o.a. uitgerust met Bartolini MK-1 pickups en een EQ on/off switch. Elk model uit deze reeks is verkrijgbaar in beperkte oplage. Snel zijn is de boodschap! www.cortguitars.com
CORT
A l’occasion de son vingtième anniversaire, Cort introduit les Artisan Bass Series. Les deux modèles sont fabriqués avec les meilleurs matériaux et les plaques recouvrant l’électronique portent le logo spécial du 20ième anniversaire. L’Artisan A Custom 20th est livrable en versions 4 et 5 cordes. L’électronique comprend des pickups Bartolini Custom MK4CBC, un préampli HR5.4 avec son mastervolume (actif/passif), un blend control, une égalisation 3 bandes et un interrupteur mid frequency. L’Artisan B 20th est également disponible avec 4 et 5 cordes. Ce modèle est quant à lui équipé d’éléments Bartolini MK-1 et d’un interrupteur EQ on/off. Les deux modèles de cette gamme sont fabriqués en édition limitée. Il faudra se dépécher! www.cortguitars.com
MOOG
Moog kondigde aan dat ze binnenkort zullen stoppen met de productie van de Little Phatty Stage II. Ze plannen van de analoge synthesizer nog te blijven maken tot de beschikbare onderdelen en materialen uitgeput zijn. Dit zou geen twee maanden meer duren. Voor wie nog snel een Little Phatty in huis wil halen, kan via hun website zoeken naar een dealer. Ook het verhaal achter deze stopzetting vind je terug op hun website, www.moogmusic.com
Palmer FAB 5
PALMER
PALMER
Als het gaat om gitaarversterkers, zijn lampenversterkers beslist de nummer één. De niewe FAB 5 van Palmer is een klassieke single-end versterker met een output van 5 Watt. Dit zorgt, in combinatie met de ingebouwde 10” Eminence Ragin Cajun speaker, voor heel wat power en punch. Het model produceert de distortion en harmonische boventonen van de typische Klasse A versterkers. De FAB 5 is in het bijzonder geschikt voor stijlen als klassieke blues en rock. De mooie “retro chic” look van de versterker maakt het plaatje helemaal af! www.palmer-germany.com
Quand on parle d’amplis guitare, les modèles à lampes tiennent le haut du pavé. Le nouveau FAB 5 de Palmer est un ampli single-end classique avec une puissance de 5 Watts. Combiné au driver Eminence Ragin Cajun de 10”, vous disposez de plein de puissance et de punch. Ce modèle produit la distortion et les harmoniques typiques aux amplis de classe A. Le FAB 5 est particulièrement adapté aux blues et rock classiques et similaires. Le beau look “retro chic” de la bête est conforme au son! www.palmergermany.com
Sabian Cymbal Vote 2014
Roland HPD-20
Radial Voco-Loco
RADIAL
Radial introduceert de Voco-Loco; de combinatie van een microfoonvoorversterker met een effects loop. De Voco-Loco is een inzetstuk dat leadzangers, brass muzikanten of harmonicaspelers in staat stelt om een gitaareffect-pedaal toe te voegen aan hun signaalpad. Net zoals een elektrisch gitarist effecten toevoegt aan zijn solo’s (zoals delay, reverb of distortion), is dit nu dus ook mogelijk voor andere muzikanten! www.radialeng.com
ROLAND
RADIAL
Radial introduit le Voco-Loco: la combinaison d’un préampli micro et d’une boucle à effets. Le Voco-Loco est un insert qui permet aux chanteurs lead, musiciens jouant des cuivres ou de l’harmonica d’ajouter une pédale d’effets pour guitar à leur signal. Les autres musiciens peuvent donc modifier leur son de la même manière qu’un guitariste ajoute des effets à ses solos (tels que delay, reverb ou distortion)! www.radialeng.com
ROLAND
Roland a présenté deux nouveaux produits en septembre via Roland Connect. Le piano digital F-20 est un intrument pour débutants, mais qui dispose de technologie avancée, et ce, à un prix très abordable. De jeunes étudiants de piano peuvent développer leurs talents sur un clavier de qualité, aidés par des fonctions didactiques (métronome, section rythmique intégrée et des apps interactifs). Les sons de piano et autres, tous SuperNATURAL, sont restitués par le système de haut-parleurs intégrés. Le HandSonic HPD-20 est, lui, un instrument de percussion à main dynamique et digital, adapté tant à la scène qu’à la composition et l’enregistrement en studio. La source SuperNATURAL et les 13 pads sensibles garantissent une expression maximale. De plus, il offre un très grand choix de sons prèts-à-jouer et d’effets internes. Le HPD-20 compact est idéal pour tout musicien, percussionistes, batteurs, musiciens de Dance électronique, compositeurs et producteurs. www.rolandce.com
Roland stelde in september weer twee nieuwe producten voor via Roland Connect. De F-20 digitale piano is een instapinstrument met toptechnologie voor een lage prijs. Jonge pianoleerlingen kunnen hun vaardigheden ontwikkelen op een kwaliteitsklavier, terwijl ze verder ondersteund worden door een aantal didactische functies (metronoom, ingebouwde ritmesectie en interactieve apps). De expressieve SuperNATURAL Piano- en andere klanken komen naar buiten via het ingebouwde luidsprekersysteem. De HandSonic HPD-20 is dan weer een dynamisch, digitaal handpercussieinstrument dat zowel geschikt is voor live werk op het podium, als voor het componeren en opnemen in de studio. De SuperNATURAL klankbron en de dertien gevoelige pads garanderen een maximale expressie. Verder biedt de HPD-20 een enorme selectie aan speelklare klanken en interne effecten. Dit compacte instrument is ideaal voor al wie muziek maakt, van percussionisten en drummers tot elektronische dance music performers, componisten en producers. www. rolandce.com
SABIAN
SABIAN
Sabian’s Cymbal Vote 2014 is begin september van start gegaan. Voor het derde jaar op rij kan je mee bepalen welke modellen Sabian in 2014 moet uitbrengen. Stemmers maken kans op geweldige prijzen, maar dat is lang niet alles! De 12 nieuwe cimbalen zullen overal ter wereld naar de beste drumwinkels worden gebracht, zodat je ze kan testen voor je je stem uitbrengt. Daarnaast word je op het internet verwend met heel wat video’s van o.a. Mike Portnoy en Chad Smith die de cimbalen bespelen en bespreken. Wil je mee bepalen welke cimbalen winnen? Je kan op www.CymbalVote.com nog stemmen tot en met 31 oktober, dus niet getreuzeld! www.sabian.com MMM
22
MOOG
Moog a annoncé que la production du Little Phatty Stage II sera arrêtée bientôt. Ils comptent fabriquer ce synthé analogique aussi longtemps que les pièces requises sont disponibles. Ceci durerait de un à deux mois. Si vous êtes à la recherche d’un Little Phatty, vous trouverez un dealer sur le site de Moog. C’est là aussi que vous lirez l’histoire de cette fin de production. www. moogmusic.com
www.meetmusic.com
Le Cymbal Vote 2014 de Sabian a démarré début septembre. C’est la 3ième année consécutive que vous pouvez participer à la sélection des modèles qui seront commercialisés par Sabian en 2014. Les participants peuvent gagner des prix magnifiques, mais ce n’est pas tout! Les 12 nouvelles cymbales seront envoyées aux meilleurs magasins de batterie du monde entier, pour que vous puissiez les tester avant de voter. De plus, vous êtes invités à regarder de superbes vidéos d’entre autres Mike Portnoy et Chad Smith qui testent et commentent ces cymbales. Vous voulez aussi décider des cymbales gagnantes? Sur www.CymbalVote.com, les votes sont permis jusqu’au 31 octobre, n’hésitez pas! www. sabian.com MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/10
SOU OUN ND
Oktober 2013 Octobre 2013
MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
PRO
GRATIS
&.L.I.G.H.T
GRATUIT
maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ
DAP-Audio Drum Mics
SAE Alumni Convention
Briteq LED V-Gun & PAR 56-RGB Ibiza Sound
Sennheiser HD 25 Aluminium
CUBE1208
Dynacord
Vertical Array