MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
Nr.299
26e jaargang - November 2013 26ième année - Novembre 2013
GRATIS
GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX
Paiste
Signature Precision Series
Alhambra K1c
Tech 21 VT Bass DI
Eventide H9
Korg Volca Series
INHOUD - SOMMAIRE p.8
GUITAR Alhambra K1c
p.4
classical acoustic guitar ........................................... 4
Eventide H9
stompbox effect ........................................................ 8
p.12
BASS Tech 21 VT BASS DI
preamp DI pedal ..................................................... 12
DRUMS & PERCUSSION Paiste Signature Precision
cymbals ................................................................... 14
p.17
KEYBOARD INSTRUMENTS Korg Volca Beats, Bass & Keys
analog synthesizer modules ....................................... 17
HILITES ............................................................. 24 p.14 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele
De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com
Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com
Redactie/Rédaction: Hans Ijzerman Jean-Philippe Komac Stéphane Landtmeters Stijn Deldaele Tim Van Roy
Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com
Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Michel Noach Thierry Stiévenart
www.meetmusic.com
ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
MEET MUSIC MAGAZINE
Roland ......................................7
ADJ .........................................21
RCF ........................................11
Alhambra Guitarras ..................9
Sound Service ........................11
Beglec.....................................19
RSL...........................................8
EMD........................................15
The Roadhouse ........................5
Heuff .......................................17
SAE ........................................23
EMP ..........................................5
Voerman ..............................2,13
Highlite International.................2
Sound 7 ..................................24
Fentex.....................................24
Yamaha ..................................21
Lotronic ...................................15
Studio Factasy........................24
Kawai ......................................19
PRO SOUND & LIGHT
Mafico .......................................7
Teac/Tascam.............................5
Peavey......................................6
Adam Hall ...............................13
M Works .................................23
Teac/ART ..................................6
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
3
GUITAR
Alhambra K1c
Alhambra K1c CLASSICAL ACOUSTIC GUITAR
TIM VAN ROY
INLEIDING
INTRODUCTION
Een nieuw schooljaar brengt ook altijd de start van het muzikale academiejaar met zich mee. Elk jaar opnieuw stromen hopen verse gitaarleerlingen de gitaarwinkels binnen zonder zich bewust te zijn van de massale keuze die hen wordt voorgeschoteld. Vooral voor de jongere gitaristen is het dikwijls moeilijk kiezen. Alhambra biedt al jarenlang een uitgebreid gamma van studie-instrumenten, en dit jaar hebben we besloten er daar eentje uit te kiezen voor een bespreking. We kozen, min of meer op goed geluk, de Alhambra K1c!
Une nouvelle rentrée scolaire est toujours accompagnée d’une autre rentrée,
ALGEMEEN Concept
Alhambra is meer dan gekend in de wereld van de klassieke gitaar. De K1c is één van de vele studiemodellen die het merk aanbiedt en de gitaar valt vooral op omwille van haar beperkte afmetingen. In dit geval gaat het om de “Cadet”-uitvoering van het 1C-model, wat wil zeggen dat de gitaar wat kleiner werd gemaakt om tegemoet te komen aan de allerjongste gitaristen. In dit geval gaat het om een 3/4e model, maar men maakt deze gitaar ook als 1/2e of een 7/8e model.
Toebehoren/Opties
Buiten wat basisinformatie krijg je niets extra bij de gitaar, ook geen draagtas of koffer. Je zal dus, gezien de kans groot is dat dit je eerste gitaar is, nog een beetje extra moeten neertellen voor een tas. Een kleine tip: als je een draagtas aanschaft, ga dan wel meteen voor een “full-size” model, ondanks het feit dat deze gitaar wat kleiner is. De meeste draagtassen kunnen prima dienen voor dit model. Zo hoef je later, als je overschakelt naar een gitaar van volwassen grootte, geen nieuwe draagtas te kopen! We kunnen ook al wat voorlopen op de test en laten weten dat het ontbreken van de draagtas zeker geen verrassing zal zijn, als je de prijs van de gitaar te horen krijgt!
celles des académies de musique. Chaque année, une flopée de nouveaux guitaristes en herbe envahissent les magasins de musique sans se rendre compte de l’offre énorme qui les attend. Et pour les plus jeunes d’entre eux, c’est souvent difficile de faire un choix. Depuis des années déjà, Alhambra propose une gamme très étoffée d’instruments d’étude, et cette année, nous avons décidé d’en choisir une pour le soumettre à un banc d’essai. Nous avons donc choisi, un petit peu “au bonheur la chance”, l’Alhambra K1c.
Imago
Alhambra is, zoals al een paar keer aangegeven, in de wereld van klassieke gitaren een heel bekende naam. Het merk produceert een zeer breed gamma aan instrumenten, van de goedkoopste studiegitaren tot peperdure, handgemaakte concertinstrumenten. We mochten in dit tijdschrift reeds een resem aan Alhambra-gitaren testen, en een zeer goede prijs-kwaliteitverhouding loopt als een rode draad doorheen zowat alle artikels.
GÉNÉRALITÉS
Concept
Alhambra est une marque très connue dans le petit monde de la guitare classique. La K1c n’est qu’un modèle parmi le grand nombre de modèles d’étude proposés par la marque, et cette guitare attire l’attention avant tout par ses dimensions réduites. Dans le cas présent, il s’agit de l’exécution “cadette” du modèle 1C, ce qui signifie que la guitare est un peu plus petite, afin de rencontrer au mieux les besoins des plus jeunes guitaristes. Notre exemplaire est un modèle 3/4, mais cette guitare existe également dans des versions 1/2 et 7/8.
Accessoires/Options
A part quelques informations de base, il n’y a rien d’autre que la guitare à la livraison, même pas de housse ... et encore moins de coffre! Il vous faudra donc, comme il y a de grandes chances qu’il s’agisse d’une première guitare, prévoir un peu d’argent en plus pour une housse. Un petit conseil: si vous achetez une housse, choisissez directement un modèle “adulte”, même si votre guitare est plus petite, car la plupart de ces housses conviendront parfaitement pour ce modèle. Plus tard, quand vous évoluerez vers une guitare de taille normale, vous ne devrez donc pas vous acheter de nouvelle housse! Nous pouvons déjà un peu anticiper sur les conclusions du test en révélant que l’absence de la housse n’est vraiment pas une surprise étant donné l’excellent prix de la guitare!
Image
Afwerking
Met die laatste stelling in het achterhoofd, inspecteren we de gitaar voor een eerste keer van kop tot teen. Voorlopig ziet alles er uit zoals we het verwachtten: het oog voor detail van Alhambra is hetzelfde voor zowel de goedkopere als de duurdere modellen, en ook bij deze gitaar kunnen we op het eerste zicht geen fouten of problemen vinden. Dan beginnen we maar aan het echte werk!
Garantie
Maar liefst drie jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.
4
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11 www.meetmusic.com
Comme cela a déjà été dit, Alhambra est un nom très connu dans le créneau des guitares classiques. La marque produit une gamme très large d’instruments, depuis les guitares d’études les moins chères aux instruments de concert “faits main” et donc, très chers. Dans notre magazine, nous avons déjà eu l’occasion de tester une kyrielle de guitares Alhambra, et on peut considérer leur excellent rapport qualité - prix comme le fil rouge reliant tous ces instruments entre eux.
Finition
En gardant ce dernier constat à l’esprit, nous jetons un premier et rapide coup d’œil à la guitare, depuis la tête jusqu’au bas du corps. Pour l’instant, tout semble correspondre à ce à quoi nous nous attendions: le souci du détail propre à Alhambra est le même, qu’il s’agisse des guitares les moins ou les plus chères. Quant à notre exemplaire, à première vue, nous ne décelons aucun manque ou problème particulier. Nous allons donc pouvoir nous lancer immédiatement dans ce test en toute sérénité!
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Alhambra K1c BOUW
Kop/Hals
De kop van de Alhambra K1c bestaat uit mahonie en wordt gemaakt uit twee delen: de hals zelf bestaat uit één groot stuk waar men vervolgens de nekhiel aan vastkleeft. Een leuk detail is dat de nekhiel onderaan voorzien is van een overlay uit hetzelfde hout als de achterzijde van de klankkast. Het is misschien een kleinigheid, maar het toont wel aan dat Alhambra ook bij de studiegitaren de kantjes er niet afloopt. De open stemkop is eveneens voorzien van een toplaag van hetzelfde mahonie, waardoor de styling van de hele gitaar netjes uniform is.
Toets
De toets van de K1c wordt gemaakt uit Indiaans palissander en heeft een mooi gelijke en donkere kleur. De 19 frets zijn netjes geïnstalleerd en priemen nergens uit de zijkant van de hals (een pobleem waar sommige studiegitaren al eens last van hebben). Het had wel leuk geweest mocht men aan de zijkant van de toets reeds één of meerdere positiemarkeringen aangebracht hebben. Het is in de klassieke wereld misschien niet de gewoonte van om de twee frets een markering aan te brengen, maar eentje op de vijfde of zevende fret zou al een groot verschil maken.
pro • Massief bovenblad • Mogelijkheid voor de kleinsten om al te starten • Prijs! • Oog voor detail
contra • Een paar positiemarkeringen op de hals zou leuk zijn
Body
De zij- en achterkanten van de klankkast zijn gemaakt uit een laminaat van mahonie. Het hout is schijnbaar lichtjes getint en heeft een donkerdere kleur dan het mahonie dat voor de hals wordt gebruikt. Waar men wel voor een aardige verrassing zorgt, is op het vlak van het bovenblad: zelfs voor de uiterst scherp geprijsde beginnersgitaren opteert men bij Alhambra resoluut voor een massief bovenblad. Je hebt zelf de keuze tussen Duits sparren en ceder… Maar wat je ook kiest, men levert een massief bovenblad. Dat wordt dan netjes ingebonden langs de zijkanten, wat een perfecte aansluiting oplevert. De achterzijde wordt echter rechtstreeks en zonder binding op de zijkant geplaatst, wat er voor zorgt dat er onder de laklaag een lijmnaad zichtbaar is. Op zich is dit qua constructie geen probleem, maar een binding oogt altijd wat mooier. De aandacht wordt echter ruimschoots afgeleid door het rijkelijk versierde rozet!
HARDWARE & ELEKTRONICA
Stemmechanieken
De tuners op de K1c zijn zeer typisch voor een klassieke gitaar, namelijk de standaard “open” stemsleutels. Je kan het raderwerk dus zien zitten, waardoor ook meteen duidelijk wordt dat er aan dit type mechaniek maar erg weinig kan stuk gaan. De respons en actie van de stemsleutels zijn perfect voor een beginnersinstrument, want een té gevoelige respons kan voor beginnende gitaristen het stemmen van de gitaar behoorlijk bemoei-
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
GUITAR Garantie
• La table d’harmonie, en bois massif • La possibilité pour les enfants de s’initier à l’instrument • Le prix • Le souci évident des détails
• Quelques positions de repère sur le manche, ce serait chouette
Trois ans de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.
CONSTRUCTION Tête/Manche
La tête de l’Alhambra K1c est en acajou et comporte deux parties: le manche lui-même est d’une seule grande pièce de bois, à laquelle on ajoute ensuite le talon. Détail sympa: le dessous du talon est orné d’un petit placage dans la même essence que le dos de la caisse de résonance. Ce n’est peut être qu’un détail, mais cela montre bien que même sur ses guitares d’étude, Alhambra ne se “défile” pas sur la qualité. La tête, de type “ouvert”, est également pourvue d’un placage d’acajou, ce qui confère à l’esthétique de la guitare un cachet uniforme très réussi.
Touche
La touche de la K1c est en palissandre indien, d’une belle couleur, uniforme elle aussi. Les 19 frettes sont correctement posées et nulle part, elles ne dépassent sur les côtés du manche, un problème que l’on rencontre assez fréquemment sur les guitares d’étude. Cela aurait été une bonne chose si l’on avait, sur le côté de la touche, posé ne serait-ce qu’un ou deux repères de position: peut être n’est-ce pas dans la tradition classique de marquer certaines frettes, mais juste une à la cinquième et/ou à la septième ferait déjà une fameuse différence!
Corps
Les éclisses et le fond de la caisse sont en acajou laminé, et il semble que le bois soit légèrement tinté ; en tout cas, il a une couleur plus sombre que celle présente sur le manche. Où la surprise est de taille, c’est au niveau de la table d’harmonie: même pour cette guitare de débutant au prix particulièrement “serré”, Alhambra a résolument opté pour une table d’harmonie en bois massif! Et on a même le choix entre de l’épicéa allemand ou du cèdre ... Mais quel que soit votre choix, la table d’harmonie sera bel et bien en bois massif! Elle est entourée par un filet tout le long des éclisses, ce qui forme une jonction parfaite. Par contre, le dos de l’instrument est plus simple, sans filet sur le contour, et du coup, la jonction faite à la colle est visible sous le vernis. En soi, ce n’est pas un problème au niveau de la construction, mais un filet confère toujours un look plus joli ... Ceci dit, l’attention est plutôt largement attirée par la rosace, richement décorée.
ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE Mécaniques
Les mécaniques de la K1c sont typiques d’une guitare classique ; ce sont des mécaniques standard, de type “ouvert”: les engrenages sont donc visibles, ce qui montre immédiatement qu’avec ce type de mécaniques, on ne
www.meetmusic.com
5
Alhambra K1c
GUITAR
lijken. Eenmaal je nieuwe snarenset zich wat “gezet” heeft, houdt de K1c prima z’n toonhoogte.
Brug
Ook de brug van dit model is exact wat je van een klassieke gitaar kan verwachten: sober qua ontwerp, maar wederom prima uitgevoerd. Twee laagjes lichtkleurig hout (ik gok op sparren, hoewel essen “logischer” zou zijn) zijn het enige wat je als versiering zou kunnen interpreteren. Het volledig brugontwerp is gelakt en gepolijst waardoor het blinkt als een nieuwe auto. Tot slot werd een geïntoneerde kam voorzien om, zelfs op de instapinstrumenten, een optimale intonatie te voorzien.
SPEELCOMFORT Ergonomie
Dit is zonder twijfel één van de belangrijkste punten bij een kleiner model, gezien de ergonomie wordt aangepast aan de grootte van de jongere/kleinere gitarist. In dit geval gaat het om een driekwartsmodel, wat wil zeggen dat alle afmetingen van de gitaar, met uitzondering die van de stemsleutels, met 25% worden teruggeschroefd. De hals is dan smaller en korter, de frets liggen dichter bij elkaar, de klankkast is kleiner, etc. Dit moet de piepjonge beginnende gitarist, wiens handen en armen nog verre van volgroeid zijn, toch de mogelijkheid bieden
rencontrera que peu de problèmes. La réponse et l’action de ces mécaniques sont parfaites pour un instrument de débutant, car une réponse par trop sensible peut sérieusement compliquer la tâche d’un guitariste débutant. Une fois que le nouveau set de cordes s’est “prêté”, la stabilité de l’accordage est impeccable.
Chevalet
Le chevalet est, lui aussi, exactement ce que l’on attend sur une guitare classique: une conception sobre, mais de nouveau, sans faille. Deux fines couches de bois claires - je parie sur de l’épicéa, bien que du frêne serait plus logique - sont les seuls attributs que l’on pourrait considérer comme des éléments de décoration. L’ensemble de ce chevalet est vernis et poli, et donc, il est aussi brillant qu’une nouvelle voiture! Enfin, notons la présence d’un sillet à compensation afin d’assurer une intonation optimale, même sur cet instrument d’entrée de gamme.
CONFORT DE JEU Ergonomie
Voici certainement l’un des points forts les plus décisifs d’un petit modèle, étant donné que l’ergonomie s’efforce de s’adapter à la taille de l’exécutant. Dans le cas présent, il s’agit d’un modèle “trois-quarts”, ce qui veut donc dire que toutes les cotes de cette guitare, à l’exception des mécaniques, sont réduites de 25 %. Le manche est donc plus étroit et plus court, les frettes sont plus proches les unes des autres, la caisse de résonance est moins volumineuse, etc. Cela permet donc au tout jeune guitariste, dont les mains et les bras sont encore loin d’avoir terminé leur croissance, de malgré tout avoir la possibilité de commencer l’apprentissage de la guitare. Par contre, dans des mains d’adulte, la K1c fait figure de jouet, mais sur base des constatations précédentes, vous pouvez déjà en conclure que ce n’est absolument pas le cas!
Action
Etant donné que cet instrument est avant tout prévu pour commencer à jouer - et qu’il sera remplacé après quelques années -, une action basse n’est pas une nécessité. Ce n’est pas sur une telle guitare que l’on se lancera dans de brillants exploits techniques! Heureusement, Alhambra n’a pas non plus opté pour une action excessivement haute: nous restons dans une “zone” des plus confortables, qui permet de jouer avec vitesse et souplesse sans que les frettes ne se mettent à “friser”.
QUALITÉ DES SONORITÉS Couleur
L’adaptation de l’ergonomie a naturellement aussi un effet sur le son, mais sur une guitare classique, il semble que cela se remarque nettement moins que sur une guitare acoustique ou électrique. Le diapason plus court du manche rend les notes un peu plus “cotonneuses”, un peu moins précises. Lors de l’attaque des notes, on remarque moins la différence, c’est plutôt au niveau de la durée et de l’extinction des notes. Et c’est également le cas pour notre K1c! Mais la table d’harmonie massive en épicéa génère une attaque bien nette, de sorte que l’effet n’est audible que pour les connaisseurs (interprétez: les enseignants, et mais pas les étudiants). D’ailleurs, malgré ses petites dimensions, la K1c développe un volume assez étonnant! Le son n’arrivera évidemment jamais à “remplir” une salle de concert, mais dès la première leçon, vous arriverez à vous faire entendre sans problème!
Réponse
Pas très facile non plus de parler de ce sujet quand on n’a même pas besoin de profiter des dimensions plus modestes: et en plus, pour un adulte, passer à un format plus petit ne représente aucun effort. On a juste l’impression que la guitare se “joue toute seule”: le manche plus fin et l’espace plus restreint entre les frettes contribue à ce que tout se fasse sans la moindre difficulté. Au niveau du confort de jeu et de la sonorité, tout, dans cette guitare, est “pensé” pour le vrai débutant: il n’est donc pas surprenant
6
www.meetmusic.com
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Alhambra K1c
GUITAR
que pour les plus avancés, elle représente une grande ... euh, pardon: une petite salle de jeu.
PRIX om te kunnen starten met gitaar spelen. In volwassen handen komt de K1c al snel over als een speelgoedgitaartje, maar uit de vaststellingen van de vorige hoofdstukken kan je natuurlijk reeds afleiden dat dat niet het geval is.
Actie
Gezien dit instrument dus vooral bedoeld is om te starten met spelen (en allicht na enkele jaren zal vervangen worden) is een lage actie niet echt een must. Grote technische huzarenstukjes zullen immers niet snel op deze gitaar worden uitgevoerd. Gelukkig koos Alhambra ook niet voor het andere uiterste; een hoge actie. We blijven binnen een heel comfortabele zone, waarbij je vlot en soepel spelen kan combineren met een ratelvrije klank.
KLANKKWALITEIT Kleur
La K1c coûte €339, prix conseillé TVA comprise. Ce montant est peut être un peu plus élevé que celui des autres guitares de type “trois-quarts”, mais la grande différence réside dans la qualité: la plupart des guitares pour débutants laissent souvent à désirer, alors qu’Alhambra a choisi d’investir dans un modèle exempt de critiques. La K1c est donc une guitare bien construite, qui possède un souci évident des détails, un confort de jeu impeccable et un son tout à fait convenable. Il faut juste ne pas perdre de vue qu’il faudra payer un supplément pour une housse, et peut être aussi, pour une pédale pour poser l’un de vos pieds, comme l’exige la position de la guitare classique. Ainsi outillé, vous serez prêt à aborder l’univers de la guitare!
CONCLUSION
A travers ce modèle, l’objectif d’Alhambra est de rendre la guitare accessible à tous. Et ce, même pour ceux qui, en principe, ne seraient pas encore assez grands pour débuter! En tout état de cause, cette firme espagnole mérite une fameuse plume à son chapeau, car elle n’a pas conçu cet instrument comme un vulgaire jouet: au contraire, elle met sur le marché une guitare “trois-quarts” des plus convenables. A présent, il n’y a plus aucune raison valable pour ne pas commencer à jouer de la guitare! Alors... en avant: on s’y met illico! MMM
Die aangepaste ergonomie heeft natuurlijk ook een weerslag op de klank, al blijft dat bij een klassieke gitaar misschien nog een stuk minder merkbaar dan bij een akoestische of elektrische gitaar. De kortere mensuur van de hals zorgt ervoor dat de noten iets meer wollig en bloemig gaan doorklinken. Aan de aanzet van de noten is weinig verschil te merken, het zit hem vooral in het doorklinken en uitsterven van de noten. En dat is ook het geval bij de K1c! De massieve sparren top zorgt echter voor een lekker strakke en frisse aanslag van de noten, zodat dit effect enkel hoorbaar is voor de kenners (lees: de leerkracht en niet de leerling). Ondanks de kleine afmetingen, zorgt de K1c trouwens voor een behoorlijk verrassend volume! Je zal er geen concerthallen mee kunnen vullen, maar je zal in die eerste gitaarlessen zeker gehoord worden!
Respons
Ook dit is weer een erg moeilijk onderwerp als je zelf geen nood hebt aan die kleinere afmetingen: voor een volwassen man is de overschakeling naar die kleine maten een fluitje van een cent. Het lijkt wel alsof de gitaar vanzelf speelt, en de minder smalle hals en kortere spacing tussen de frets doen alles schijnbaar moeiteloos uit de gitaar rollen. Alles aan deze gitaar is qua speelcomfort en klank toegespitst op de absolute beginner, het is dus geen verrassing dat het voor gevorderden een grote… ik bedoel, kleine speeltuin lijkt!
BUDGET
Je krijgt de K1c voor €339, adviesprijs inclusief BTW. Dit bedrag ligt misschien iets hoger dan dat van andere 3/4e gitaren, maar het grote verschil ligt hier in de kwaliteit! De meeste 3/4e gitaren voor beginners laten immers vaak te wensen over. Alhambra koos ervoor om te investeren in een degelijk model. De K1c is een goed gebouwde gitaar met het nodige oog voor detail, gekoppeld aan een prima bespeelbaarheid en een degelijke klank. Vergeet echter niet dat je nog een beetje extra zal moeten betalen voor een draagtas en misschien ook een klassiek voetsteuntje. Zo ben je volledig klaar om de wereld van de gitaar te betreden!
CONCLUSIE
Met dit model wil Alhambra “de gitaar” binnen ieders bereik brengen. Zelfs diegenen die er nog niet groot genoeg voor zijn! Dit Spaanse merk verdient dan ook een dikke pluim omdat ze het instrument niet hebben behandeld als een stuk speelgoed en zo een degelijke 3/4e gitaar op de markt hebben gebracht! Nu is er geen reden meer om niet te beginnen met gitaar spelen! Hop hop, aan de slag! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
7
Eventide H9
GUITAR
Eventide H9 STOMPBOX EFFECT
Het afwerken van een beursverslag, zoals we elk jaar doen voor de NAMM of de Frankfurt Messe, is doorgaans een zware en vrij repetitieve taak. Tonnen informatie worden jouw richting doorgeschoven en je moet ervoor zorgen dat je er de interessante en relevante nieuwigheden weet uit te pikken. Maar af en toe komt er dan toch iets voorbij dat zo hard opvalt dat je het in je achterhoofd niet helemaal meer kan los laten, en dat was dit jaar het geval bij het verslag van de NAMM-show. Na lange smeekbedes bij zowel de hoofdredacteur als de importeur, kreeg ik eindelijk wat ik wou: de Eventide H9!
ALGEMEEN Concept
Een product van Eventide is altijd een belevenis. De legendaristerke sche fabrikant van exclusieve effecten heeft immers een ijzerreputatie op gebied van kwaliteit! Toen Eventide een aantal jaren geleden haar stompbox-reeks op het publiek losliet, konden gitaristen niet enthousiaster reageren. Met de Eventide H9 zet men nu de volgende stap in de modernisering van gitaar-effecten: een draadloos te programmeren effectenpedaal dat een aantal effecten van de verschillende “Factor”-pedalen in één behuizing combineert.
Vormgeving
De vormgeving van de H9 is zonder twijfel minimalistisch te noemen, zeker als je het toestel vergelijkt met de “Factor”-reeks van Eventide. De “Time Factor” of “Pitch Factor” pedalen zijn bijvoorbeeld overladen met draaiknoppen om alle functies te kunnen regelen (een totaal van elf draaiknoppen kan immers al tellen, niet?). De H9 biedt welgeteld één draaiknop en een aantal kleine drukknoppen. Tel daarbij de bijna steriele witte afwerking en het zwarte display-scherm en je hebt een pedaal dat qua styling duidelijk toekomstgericht is.
Handleiding
Laten we meteen heel duidelijk zijn: Eventide heeft de reputatie professionele hardware en software te leveren. Je hoeft van bij hen dus geen “beginners”-producten te verwachten. Ondanks het feit dan men er bij de H9 hard aan heeft gewerkt om het toestel zo makkelijk mogelijk te maken in gebruik, is het aantal parameters per effect zeer groot, om niet overdonderend te zeggen. Zo heeft een reverb-effect standaard ongeveer tien parameters die je moet instellen. Voor een studio-reverb is dat doodnormaal, maar voor gitaarproducten is dit zeer uitzonderlijk! Je krijgt dan ook verschillende handleidingen bij de H9: eentje voor het algemeen gebruik, een handleiding over de verschillende effecten-algoritmes en een quick/ easy set-up gids.
BOUW
Behuizing
Zo simpel als de behuizing er uitziet, zo sterk is ze tegelijkertijd. Het pedaal is volledig gemaakt uit metaal en laat een oerdegelijke indruk na. Wat mij betreft zijn de standaard Boss-pedaaltjes zowat de norm voor een degelijke constructie en kan de H9 de strijd zonder enige twijfel vlotjes aan. Dit pedaal kan je zeker zorgeloos mee op je pedalboard plaatsen. Eventide denkt zelfs nog wat verder, want er wordt een kleine draagtas meegeleverd. Als je het toestel dus als “stand-alone” oplossing gaat gebruiken, heb je qua transport meteen wat je nodig hebt! Dat wijst ook meteen op de erg compacte afmetingen van het toestel. Ook op je pedalboard zal dit pedaal niet veel plaats innemen (een stuk minder dan bijvoorbeeld de Time Factor!).
Afwerking
Ook hier laat men voorlopig geen steken vallen: alle onderdelen zitten stevig op hun plaats en ook op het lakwerk valt niets aan te merken. Er is één puntje dat we echter toch even moeten aanstippen: de “pootjes” waarop de Eventide H9 steunt, zijn op het pedaal gekleefd, terwijl ik liever geschroefde voetsteunen zie. Voor veel gitaristen is het immers de bedoeling van de H9 mee op het pedalboard te plaatsen en dat doe je door middel van velcro strips onderaan het pedaal. In zo’n geval is het altijd makkelijker als je de pootjes er kan afschroeven, om zo het raakvlak met de velcro-strips zo groot mogelijk te maken. Een detail, maar voor veel gitaristen niet onbelangrijk!
MOGELIJKHEDEN Aansluitingen
De aansluitingen zijn bij stompboxes doorgaans erg beperkt, maar Eventide doet er zoals gewoonlijk een schepje bovenop. Zo krijg je een stereo in- en output (allemaal jacks, geen XLR) en aan de zijkant van het pedaal een midi in en out/thru. Dit wil zeggen dat je de H9 ook kan gebruiken voor stereo-instrumenten zoals keyboards, of de effecten zelfs kan gebruiken in de routing van een studio of livemix. Naast de stereo aansluitingen vinden we ook nog een extra jackinput voor een externe controller.
Bedieningspaneel
Zoals reeds gezegd in de inleiding, heeft men het bedieningspaneel van de H9 radicaal veranderd tegenover de voorgangers van de “Factor”-reeks. Geen overdaad aan draaiknoppen meer! Je krijgt nu een centrale draaiknop die, naargelang het menu waarin je je bevindt, allerlei verschillende functies gaat vervullen. Rond die grote draaiknop zit een led-rand die oplicht volgens je instellingen. Net onder het display heb je dan nog vijf piepkleine drukknoppen waarmee je naar de verschillende functies navigeert.
8
www.meetmusic.com
TIM VAN ROY Le plus souvent, faire le compte-rendu d’une foire, comme nous le faisons chaque année pour le NAMM Show ou la Frankfurter Messe, est une tâche difficile et répétitive: vous êtes “bombardé” par des tonnes d’informations, et votre tâche consiste à sélectionner les nouveautés les plus intéressantes. Mais de temps à autre, quelque chose s’impose tellement à vous que cela ne quitte plus votre subconscient. Et c’est exactement ce qui s’est passé cette année lors du NAMM Show 2013. Après moult suppliques en bonne et due forme, tant vis-à-vis du rédac’ chef que de l’importateur, j’ai enfin eu ce que je voulais: un exemplaire de l’Eventide H9!
GÉNÉRALITÉS
Concept
Aborder un nouveau produit Eventide est toujours un événement en soi: ce constructeur, devenu légendaire de par ses effets exclusifs, s’est forgé une réputation à toute épreuve pour la qualité de ses produits! Il y a quelques années, quand Eventide avait lancé sa série de pédales d’effets, les guitaristes étaient au comble de l’enthousiasme... Mais avec cette Eventide H9, on franchit un pas de plus dans la modernisation des effets pour guitare: il s’agit d’une pédale d’effets que l’on programme via une télécommande sans fil et qui renferme à son bord plusieurs pédales de la série ‘Factor’ sous un seul boîtier.
Esthétique
L’esthétique de cette H9 est clairement minimaliste, en particulier quand on compare l’appareil aux pédales de la série ‘Factor’: en effet, les pédales “Time Factor” ou “Pitch Factor”, par exemple, sont “couvertes” de boutons afin de pouvoir régler toutes les fonctions: 11 potentiomètres, ce n’est pas rien, quand même! La H9 compte, en tout et pour tout... UN potentiomètre et quelques boutons poussoirs! Ajoutez à cela la finition en blanc presque “stérile” et l’écran noir, et vous avez une pédale qui est résolument tournée vers le futur.
Notice d’emploi
Soyons clairs d’emblée: Eventide a la réputation de construire du matériel et des logiciels de qualité professionnelle. Donc, inutile d’attendre de leur part des produits destinés aux débutants. Malgré le fait que la firme a conçu sa H9 pour qu’elle reste la plus simple possible, le nombre de paramètres par effet est très important, pour ne pas dire époustouflant. Ainsi, un effet de réverbe standard possède environ dix paramètres qu’il vous faudra régler. Pour une réverbe de studio, c’est on ne peut plus normal, mais pour un produit fait pour la guitare, c’est tout à fait exceptionnel! Plusieurs notices d’emploi sont livrées avec la H9: une pour l’usage de base, une pour les différents algorithmes régissant les effets, et une qui sert de guide d’accès rapide.
CONSTRUCTION Boîtier
Ce boîtier paraît aussi simple que solide: la pédale est entièrement construite en métal, et elle dégage une impression de solidité à toute épreuve. En ce qui me concerne, les pédales Boss “de base” représente une sorte de norme quant à leur solidité, et la H9 peut y être comparée, sans le moindre doute. Cette pédale peut prendre facilement place sur un pédalier. Eventide a même pensé à tout, puisque la pédale est livrée avec une petite housse de transport. Donc, si on l’utilise seule, on a déjà ce qu’il faut pour la transporter, et cet élément montre encore mieux la petite taille de l’appareil: si vous avez un pédalier, la H9 n’y prendra pas beaucoup de place, en tout cas beaucoup moins de place qu’une pédale ‘Time Factor’.
Finition
Ici non plus, pas de mauvaise surprise: tous les composants sont parfaitement en place, et la pose de la peinture n’appelle aucune remarque. Il y a pourtant un point que nous devons signaler: les petits pieds sous le boîtier de l’Eventide H9 sont collés à la pédale, au lieu d’y être vissés, comme je l’aurais préféré. Pour beaucoup de guitaristes, cette H9 se retrouvera sur un pédalier, et dans ce cas, on utilise des bandes Velcro que l’on colle sous la pédale. Dans ce cas, c’est toujours plus facile quand on peut dévisser les pieds, pour que les bandes Velcro aient une adhérence maximale. C’est un détail, mais ce n’est pas dénué d’intérêt pour beaucoup de guitaristes!
POSSIBILITÉS Connexions
Sur les pédales, les connexions sont souvent très limitées, mais comme d’habitude, Eventide va “plus loin”: c’est ainsi que l’on dispose d’entrées et de sorties stéréo, toutes au standard jack, donc, rien en XLR. Et sur le côté de la pédale, il y a deux prises MIDI, IN et OUT/THRU. Cela signifie donc que la H9 est compatible avec les instruments stéréo comme les claviers, et que l’on peut utiliser les effets dans le ‘routing’ d’un studio ou d’un mix sur scène. A côté des connexions stéréo, il y a encore un jack destiné à un contrôleur externe.
Panneau des commandes
Comme cela a déjà été dit dans la notice d’emploi, le panneau des commandes de la H9 est radicalement différent de celui de ses prédécesseurs de la série ‘Factor’: le foisonnement de boutons, c’est bel et bien terminé! A présent, c’est une molette centrale qui, selon le menu dans lequel on se trouve, règle toutes sortes de fonctions. Tout autour de cette molette, il y a une sorte “d’anneau” de LED dont les éléments s’allument selon les réglages en cours. Entre la molette et l’écran, on trouve en plus cinq (très!) petits boutons poussoirs qui permettent de naviguer dans les menus.
Effets
L’Eventide H9 renferme des composants et des effets venant de différentes pédales de la série ‘Factor’. Ainsi, quatre effets de modulation et deux effets de trémolo viennent de la ModFactor; les effets H910/H949, Crystals et Tuner, de la PitchFactor; les Tape Echo et Vintage Delay, de la TimeFactor; et les effets de Shimmer et Hall, de la pédale Space. Signalons
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Eventide H9 Effecten
De Eventide H9 bevat onderdelen en effecten van verschillende pedalen uit de “Factor”-reeks. Zo krijg je vier verschillende chorus- en twee tremolo-effecten uit de ModFactor, de H910/ H949, Crystals en Tuner uit de Pitchfactor, de Tape Echo en Vintage Delay uit de TimeFactor en de Shimmer- en Halleffecten uit het Space pedaal. Dan is er ook nog het H9-effect, exclusief voor dit pedaal. Deze UltraTap levert 64 delay taps voor een wel zeer speciaal effect. Maar ook daar stopt het niet! Via de update-software kan je nog extra effecten inladen. Eventide voorziet meer dan 30 extra effecten, maar daar staat wel een prijs tegenover. Je krijgt bij aankoop van de H9 een voucher voor één effect en vanaf het tweede effect moet je ca. €20 betalen. Je hoeft dan natuurlijk enkel de effecten aan te schaffen die jij wil gebruiken. Maar hoe weet je nu welk effect je leuk gaat vinden en welk niet? Zelfs daar heeft Eventide iets op gevonden! Op de online store kan je onderaan de knop “try” gebruiken. Het gekozen effect wordt vervolgens naar de H9 gezonden en blijft 5 minuten beschikbaar. Je kan gedurende die tijd alle mogelijke instellingen proberen om te kijken of het effect biedt wat jij zoekt. Makkelijk, snel en een zeer aangenaam detail aan de werking van de H9!
ERGONOMIE Architectuur
Qua aansluitingen kan het niet makkelijker: zowel de in- als outputs staan vlak naast elkaar, met uitzondering van de MIDI-poorten. Die vind je aan de zijkant van het toestel. Ook de controls op het frontpaneel zijn moeilijk uit het oog te verliezen: alles staat mooi op één lijn onder het LCD-display en de grote zwarte draaiknop neemt zowat de helft van de ruimte in op het frontpaneel!
Bediening
Eventide is heel duidelijk: alle presets van de H9 (en alle parameters van alle effecten) zijn bereikbaar én te programmeren via het frontpaneel. Maar als we eerlijk moeten zijn, is dit een frustrerende bezigheid. Zelfs voor iemand die al jaren aan een stuk dit soort toestellen moet testen, blijkt het geen sinecure om de juiste instellingen te wijzigen. Het is natuurlijk geen verrassing: met de beperkte hoeveelheid knoppen moet je tot tien parameters kunnen instellen! Gelukkig zijn de editing-mogelijkheden buiten het toestel om het absolute stokpaardje van de H9. Je kan voor dit pedaal immers editing-programma’s downloaden voor Mac OSX en Windows. Sluit de H9 aan via USB en je krijgt meteen een zeer duidelijk visueel overzicht van alle parameters en settings, tot de systeemsettings toe. En eigenaars van een iOS-toestel zoals een iPhone of iPad kunnen nog een stap verder gaan en de H9-app installeren. Op die manier kan je de H9 draadloos (!!!) bijwerken. Je iOS-toestel kan via bluetooth verbinding maken met de H9, maar bizar genoeg werkt die bluetooth-verbinding niet met een computer op laptop. Eenmaal verbonden met een iPhone of iPad kan je je presets bijwerken, nieuwe presets maken of zelfs nieuwe algoritmes uitproberen en aanschaffen! Het geheel werkt verbluffend makkelijk. Is dit hoe de toekomst van effectpedalen er uitziet? Het is in elk geval een enorm veelbelovende uitvoering! Eenmaal de editor geïnstalleerd, is programmeren een fluitje van een cent. Alle parameters van dezelfde klank worden op één scherm weergegeven. Via de afgebeelde draaiknopen (of de slider onderaan) kan je de nodige wijzigingen aanbrengen, om daarna de gecreëerde preset door te sturen naar je toestel. Je hebt een totaal van 99 presets, wat normaal gezien ruim voldoende is (tenzij je bij een U2-, een Pink Floyd én een Ozric Tentacles-tribute band speelt).
GUITAR
aussi l’effet H9, qui est une exclusivité de cette pédale: cet ‘ultratap’ propose 64 ‘delay taps’ qui permettent des effets très particuliers. Mais cela ne s’arrête pas là! Via la possibilité de mise à jour du software, on est en mesure de charger des effets supplémentaires. Eventide a prévu plus de trente effets supplémentaires, mais ces suppléments sont payants. A l’achat de la H9, on reçoit un bon pour le premier effet que l’on chargera; mais dès le deuxième, il faudra payer environ 20 euros. Naturellement, vous ne chargerez que les effets que vous voudrez utiliser... sauf que: comment allezvous savoir quels sont ceux que vous trouvez intéressants? Même à cette question épineuse, Eventide a trouvé une solution! Sur le magasin en ligne, il suffit d’utiliser le bouton ‘try’ (‘essayer’ en français). L’effet choisi est alors chargé dans la H9, et il y reste disponible pendant cinq minutes. Pendant ce laps de temps, il vous est loisible de faire tous les essais utiles pour voir si l’effet correspond à vos attentes. Voilà qui est facile, rapide, et efficace: petit détail sans doute, mais néanmoins une très agréable surprise dans le fonctionnement de cette H9!
ERGONOMIE Architecture
Les connexions sont on ne peut plus simples: toutes les entrées et sorties se trouvent côte à côte, à l’exception des prises MIDI. Celles-ci sont sur le côté de l’appareil. Les contrôles situés sur le panneau des commandes sont, eux aussi, difficiles à perdre de vue: ils sont tous alignées juste en dessous de l’écran à cristaux liquides, et la grosse molette noire prend pour ainsi dire la moitié de l’espace sur la face avant!
Utilisation
Eventide est tout à fait formel sur un point: toutes les présélections de la H9 (et tous les paramètres de tous les effets) sont accessibles et programmables via la face avant de l’appareil. Mais pour être franc, cette possibilité s’est révélée... frustrante: même pour quelqu’un comme moi dont, depuis des années, le travail est de tester de tels appareils, ce n’est pas une sinécure d’ajuster les paramètres qui doivent l’être. Bien sûr, c’est loin d’être une surprise: avec une quantité limitée de boutons, il s’agit de régler jusqu’à dix paramètres! Heureusement, les possibilités d’édition extérieures à l’appareil lui-même sont l’atout-maître de la H9. Tout d’abord, on peut charger les programmes d’édition dédiés à cette pédale, soit pour Mac OSX, soit pour Windows. Il suffit alors de raccorder la H9 via une connexion USB, et on se retrouve immédiatement face à un panorama, visuellement très clair, de tous les paramètres et les réglages, allant même jusqu’aux réglages du système. Quant aux détenteurs d’appareils supportant la norme iOS, comme un iPhone et un iPad, ils ont l’occasion d’aller un pas encore plus loin en installant l’application (‘app’) pour la H9. De cette manière, on est en mesure de piloter la H9 via une “télécommande”... sans fil!!! En effet, les appareils iOS peuvent communiquer avec la H9 via BlueTooth. Cependant, assez bizarrement, la connexion BlueTooth ne fonctionne pas avec un ordinateur. Une fois connecté à un iPhone ou un iPad, on est en mesure de modifier les présélections, d’en créer de nouvelles, et même d’essayer de nouveaux algorithmes et de les acquérir. Et tout cela fonctionne avec une facilité déconcertante. Estce à cela que
KLANKKWALITEIT Klank
Gezien de H9 die wij kregen aangeleverd niet volledig “volgeladen” was met alle klanken, moesten we ons behelpen met een aantal van de “test-klanken” die online te verkrijgen zijn. Sommige delen van een review kan je soms al schrijven nog voor je het toestel in handen hebt gekregen en het klankgedeelte van een Eventide-product is doorgaans heel erg voorspelbaar… We moeten immers het eerste Eventideproduct dat qua klank minder dan wereldklasse levert, nog voorgeschoteld krijgen. Gelukkig levert de H9 de prestaties die we verwachten (en waar we op hoopten): de klanken van de H9 zijn van onbetwistbare topklasse! Fans van analoge effecten zullen stellen dat het digitale apparaat warmte mist, maar wat betreft digitale klanken wordt het niet snel beter dan dit.
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
9
Eventide H9
GUITAR
De chorus-effecten zijn kamerbreed, de delays zijn klaar voor een U2 stadion-concert en de reverbs blazen leven in de meest dode klanken of passages. Zowat alles aan de klanken is bij te sturen en aan te passen, maar dat kan tegelijk ook intimiderend werken. Voor een reverb zijn “mix”, “size” en “tone” voor iedereen wel te begrijpen… Maar termen als “low-damp”, “diffusion” en “pre delay” kunnen, ondanks het feit dat ze alledaagse termen zijn in de pro audio wereld, voor sommige gitaristen behoorlijk wat vraagtekens oproepen. Gelukkig is de “algoritme-gids” van Eventide erg duidelijk! De H9 is een ware speeltuin voor klankfanazijn de klankmogelijkheden zeer uitgebreid en is de ten. Niet alleen
ressemble le futur des pédales d’effets? En tout cas, il s’agit d’une réalisation extrêmement prometteuse! Une fois l’éditeur installé, la programmation se fait en deux coups de cuillère à pot. Tous les paramètres d’un même son sont regroupés sur un seul écran; grâce aux boutons virtuels (ou aux curseurs en dessous), on opère les changements voulus, pour ensuite envoyer vers la H9 la nouvelle présélection que l’on vient de créer. On dispose d’un total de 99 présélections, ce qui, en principe, est largement suffisant... à moins de jouer dans un groupe de type ‘Tribute’ de groupes tels que U2, Pink Floyd, ou encore, Ozric Tentacles.
QUALITÉS SONORES Son
liteit fantastisch, de editing-software levert ook de mogelijkheid geluidskwaom tal van effecten af te stemmen op je tempo (vastgelegd of via de tap-functie onder de twee voetschakelaars). Een delay exact in tempo krijgen, kan je tegenwoordig met de meeste apparaten, maar een tremolo-effect of een auto-wah? Dat zie je niet overal! Nog een laatste bedenking: de presets van de H9 getuigen niet altijd van even goede smaak en zijn vooral bedoeld om de mogelijkheden van het toestel te tonen. Schrik niet als je er door gaat, er zitten behoorlijk wat bizarre klanken tussen!
Effecten
De keuze qua stanvier verschillende
daard-effect voor de H9 is een beetje raar… Wie heeft er nu chorustypes nodig? Het was handiger geweest van in de
Etant donné que la H9 mise à notre disposition n’était pas complètement chargée de toutes les présélections, nous avons dû nous débrouiller avec un certain nombre de “sonorités-tests” que l’on peut charger en ligne. Certains chapitres d’un banc d’essai pourraient parfois être écrits avant même d’avoir l’appareil en main, et la section sonore d’un produit Eventide est tout à fait prévisible... En effet, nous attendons toujours le premier produit d’Eventide dont les qualités sonores ne seraient pas de classe mondiale! Et heureusement, la H9 nous donne bel et bien ce que nous attendions, et ce que nous espérions: incontestablement, les sonorités de la H9... c’est le top de la qualité! Les fans des sons analogiques diront sans doute que cet appareil digital manque de chaleur, mais en ce qui concerne les sons digitaux, justement, il faudra du temps pour faire mieux que ça! Les chorus ont une ampleur magistrale, les retards (‘delays’) sont prêts pour simuler un concert de U2 dans un stade, et les réverbes insufflent une vie nouvelle aux sons et/ou aux passages les plus mornes. Comme cela a déjà été dit, pratiquement tous les paramètres des sons peuvent être modifiés, mais il y a un revers à la médaille: cela peut en arriver intimider l’utilisateur! Pour une réverbe, les termes ‘mix’, ‘size’ et ‘tone’ sont compréhensibles par tous... Mais des termes comme ‘low-damp’, ‘diffusion’ et ‘pre-delay’, bien que ce soient des termes utilisés couramment dans le petit monde des studios, peuvent raisonnablement poser un problème à certains guitaristes. Fort heureusement, le “guide des algorithmes d’Eventide est très clair! Ceci dit, cette H9 est une véritable “salle de jeu” pour les fans de sonorités. Non seulement les possibilités sonores sont très étendues et la qualité sonore fantastique, mais en plus, le software d’édition permet d’ajuster une flopée d’effets suivant le rythme désiré, soit en vitesse fixe, soit via l’un des deux interrupteurs à pied (‘tap’). Régler un retard exactement sur un rythme, c’est maintenant monnaie courante sur la plupart des appareils. Mais pour un tremolo ou un auto-wah, vous connaissez? Avouez que cela ne court pas les rues... Dernière chose: les présélections de la H9 ne font pas toujours preuve de bon goût: elles sont avant tout destinées à monter les possibilités de l’appareil. Ne sursautez donc pas trop quand vous naviguez d’une présélection à l’autre, mais il y a de temps à autre des sons pour le moins bizarres!
Effets
effecten wat meer variatie te krijgen, zonder dat je na aanschaf van modulatiehet pedaal meteen extra moeten neertellen via de online store. De reverb-, delay en pitchmogelijkheden geven wel een degelijk beeld van wat je kan verwachten van de H9. Wat we wél erg jammer vinden is dat we geen twee effecten tegelijk kunnen aansturen. Reverb én delay, of eender welke andere combinatie, is dus niet mogelijk!
BUDGET
Veel lof, veel bloemen, maar wat nu met de prijs? Die valt best nog mee! De Eventide H9 kost je €712 (lijstprijs incl. BTW). Op zich een aardig bedrag, maar als je beseft dat je een bijna mateloos softwarematig uit te breiden effecteninterface in handen hebt, is het al wat anders. De klanken zijn van absolute topkwaliteit en de bouw en mogelijk• Klankkwaliteit heden moeten daar niet veel voor onder doen. Er • Nieuw totaalconcept zijn een aantal bedenkingen, maar die zullen voor de serieuze gitaristen snel verbleken tegenover de • Duidelijke computerpositieve punten. Het is eerder uitzonderlijk dat editors je voorkeur voor een bepaalde smartphone een rol • Draadloos editen via iOS speelt bij de aankoop van een pedaal: maar voor iOS-gebruikers (iPhone, iPad) kan ik mij nauwelijks • Compact design voor maseen makkelijker te gebruiken pedaal inbeelden dan saal veel klanken de H9!
pro
BESLUIT
De Eventide H9 zou wel eens een “game changer” kunnen zijn op de markt van digitale pedalen. Nog nooit heb ik een compacter pedaal gezien dat zoveel klanken huisvest, zo’n uitgebreide editingmogelijkheden biedt én een verbluffende klankkwaliteit garandeert. Als dit binnen vijf jaar de norm is binnen effecten en multi-effecten, hebben we het grotendeels te danken aan Eventide. Het is misschien niet hun idee, maar de manier waarop zij het hele concept tot in de puntjes hebben uitgevoerd, zal zelfs de meest wantrouwige gitaristen over de streep trekken. MMM
10
Le choix des effets standard de la H9 est un peu étonnant... De nos jours, qui a besoin de quatre types de chorus différents? Il aurait été plus pratique d’avoir plus de variété dans les effets de modulation, et d’éviter ainsi, après l’achat de l’appareil, de devoir payer pour des sonorités supplémentaires disponibles en ligne. Certes, les possibilités des réverbes, des retards et des effets de modulation donnent une bonne idée de ce que l’on est en droit d’attendre de cette H9. Mais ce que nous regrettons vivement, c’est qu’elle n’ait pas été conçue pour utiliser deux effets en même temps: réverbe ET retard, ou n’importe quelle autre combinaison, cela n’est pas possible.
PRIX
Que de louanges... rien que des fleurs! Mais qu’en est-il du prix? C’est aussi une bonne surprise: l’Eventide H9 coûte €712, ce prix étant brut et TVA comprise. En soi, c’est une somme rondelette, mais quand on pense que l’on dispose d’une interface qui peut être étendue presque sans limites, on voit les choses autrement... Les sons sont d’une qualité sans égale, quant à la construction et les possibilités, elles sont dans la même lignée. On se pose bien quelques questions, mais pour tout guitariste un tantinet sérieux, elles ne feront pas le “poids” face aux points positifs. Il peut paraître curieux que le choix d’un smartphone bien particulier joue un rôle dans • La qualité des sonorités l’achat d’une pédale; mais pour les uti• Le concept, totalement lisateurs iOS (iPhone, iPad), je ne peux nouveau pratiquement pas m’imaginer de pédale qui soit plus facile à utiliser que cette H9! • La clarté des éditeurs pour
ordinateurs • La programmation sans fil, via iOS • Le design, compact en regard de la masse des sons disponibles
contra • Prijzig • Je kan geen twee effecten tegelijk gebruiken • Programmatie via frontpaneel te moeilijk
www.meetmusic.com
• Le prix • L’impossibilité d’utiliser deux effets en même temps • La programmation, trop difficile via l’appareil luimême
CONCLUSION
L’Eventide H9 pourrait bien changer fondamentalement la donne dans le marché des pédales digitales: jamais je n’ai encore vu une pédale qui est aussi compacte, qui renferme autant de sons, qui a autant de possibilités d’édition, et qui possède de telles qualités sonores. Si ces caractéristiques sont devenues la norme dans cinq ans pour les effets et les multieffets, nous le devrons en grande partie à Eventide. L’idée en elle-même ne vient peut être pas d’eux, mais la manière dont ils sont arrivés à exploiter le concept jusque dans ses moindres détails aura le don de faire franchir le pas à tous, même aux guitaristes les plus récalcitrants! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
11
Tech 21 VT BASS DI
BASS
Tech 21 VT BASS DI PREAMP DI PEDAL
Bij de fabrikanten van basversterkers en speakers geldt er de laatste jaren een nieuwe regel: klein, kleiner, kleinst of compact, compacter, compactst. Gedaan met zeulen met zware versterkers en speakercabinets. De doos die op m’n stoep belandde, had al kleine afmetingen, maar was nog veel te groot voor het testmateriaal dat er inzat. In de doos vonden we een nog kleiner zwart metalen doosje met daarin het stevig verpakte Tech 21 VT Bass DI pedaal. Onlangs hebben we reeds het paradepaardje van Tech 21 getest; de VT Bass 1000. Deze amp head heeft toen een heel sterke indruk op me gemaakt. Is de VT Bass 1000 te duur voor je, dan kan de VT Bass DI een oplossing zijn. Voor een fractie van de prijs krijg je met dit pedaal dan toch de mogelijkheid om over dezelfde regelmogelijkheden te beschikken als bij de VT Bass 1000. Je kan het pedaal gebruiken als een pre-amp, waarbij je het best aansluit via het effect-loop circuit. Of je kan het gebruiken als een effectpedaal om je sound te kleuren en te boosten. Daarnaast is de VT Bass DI ook interessant voor opnames. Dankzij de gebalanceerde XLR uitgang kan je het pedaal namelijk rechtstreeks aansluiten op je opnamesysteem. Dit is meteen ook het concept van de befaamde sans-amp technologie van Tech 21: dat het zonder loodzware speakers en versterkers toch kan klinken alsof je met een hele bas stack speelt.
MOGELIJKHEDEN
We zullen de regelmogelijkheden eens overlopen. De level knop regelt het uitgaand signaal van het pedaal. Zo kan je een zwak bassignaal nog altijd wat boosten. Met de blend knop kan je een mix maken tussen jouw clean bassignaal en het sans amp tube amplifier emulation circuit. Als je dit dichtdraait, werken de andere regelknoppen van het pedaal nog wel. Dan hebben we een 3-bands equalizer (low, mid en high) om de frequenties bij te stellen. Maar let op! Dit zijn actieve toonregelingen en een kleine wijziging kan een wereld van verschil maken. Gelukkig kan je daarom in de handleiding je eigen settings neerpennen. De Character knop geeft ons een simulatie van Ampeg versterkers. Indien je de knop voor 12u instelt, geeft dit een simulatie van de SVT setup van de jaren ‘70. Rond 12u geeft het ons de gekende Ampeg flip top simulatie en als je de knop bijna helemaal opendraait, krijg je een vuile overdrive sound die je bijvoorbeeld kent van de band Yes. De Drive knop geeft ons de simulatie van een lampenvoorversterker. Hoe meer je deze opendraait, hoe meer overdrive je toevoegt aan de sound. Daarnaast zijn er nog enkele drukknoppen, beginnend met een Phantom en Ground connect knop. Indien deze is ingeschakeld, laat je phantom power toe van het mengpaneel, zodat je pedaal geaard is via de P.A. en ook van stroom wordt voorzien via het mengpaneel. Uitgeschakeld is je pedaal geïsoleerd van de grond. Vervolgens is er nog een +10dB knop om het bassignaal op te peppen als je met een passieve bas zit met een laag outputvolume. Dit werkt enkel via de jack uitgang. Voor de gebalanceerde XLR uitgang is er een -20dB knop, om te compenseren indien het uitgaand DI signaal te sterk en overstuurd is. Met de Bite knop kan je extra klaarheid aan je sound toevoegen en deze brillianter maken. Ten slotte is er de speaker simulation knop, waarmee het lijkt alsof je met een speakerkast van 10” speakers speelt.
AANSLUITINGEN
Over naar de aansluitingen. Er is een jack input om je instrument of de out van je effect-loop circuit aan te sluiten. Ook vinden we een parallel output die je kan aansluiten op je versterker, zonder dat je signaal wordt beïnvloed door de settings van het pedaal (dus voor een clean bassignaal). Aan de andere kant zitten de jack output en/of de gebalanceerde XLR output. Dit om tegelijkertijd via de jack output naar de versterker te gaan, en via de XLR naar het P.A.- of opnamesysteem te linken. Dit pedaal kan zowel werken op een 9 Volt batterij of via een 9 Volt DC adapter, als op fantoomvoeding.
SOUND
En dan nu de effectieve test! De sans-amp technologie moet ervoor zorgen dat het lijkt alsof we met een echte grote set-up aan het spelen zijn. De beste manier om deze simulatie te testen, is via een opname-systeem. Op die manier hoor je de echte werking van het pedaal. Via een versterker heb je immers nog altijd de invloed van deze versterker zelf. We horen dat de VT Bass 1000 ideaal is om je signaal te boosten, vuiler te maken of om bij te regelen met de equalizer. Vooral de blend, character en speaker simulation vind ik heel geslaagde regelingen! Ze kunnen een heel andere dynamiek geven aan je sound. Het is jammer dat ik in het magazine de sound samples van deze test niet aan jullie kan laten horen! Misschien hoog tijd dat ik ze op het internet zet, dan kunnen jullie zelf oordelen! Ik vind het alvast een zeer geslaagd resultaat. Met dit pedaal bekom je een lekkere, vuile sound die meteen doet denken aan Geddy Lee van Rush. De man gebruikt al sinds dag en dauw de sans-amp Bass Driver DI. Check de september 2013 editie van Meet Music Magazine maar eens voor wat meer info over Tech 21!
PRIJS
De prijs van dit pedaal bedraagt €296 incl. BTW. Niet het goedkoopste DI pedaal op de markt, maar wel één van de betere.
BESLUIT
Voor deze prijs krijg je de sound en regelmogelijkheden van de fantastische VT Bass 1000. MMM
12
www.meetmusic.com
STIJN DELDAELE Les fabricants d’amplis et d’enceintes pour basses respectent, ces dernières années, une nouvelle loi: plus c’est petit, plus c’est bon, ou encore, plus c’est compact, plus c’est bon. Oublié, le temps des dos et articulations pénibles après avoir porté tˆetes et enceintes de poids considérable. La boite que j’ai reçue n’est pas bien grande, mais encore trop volumineuse pour le matériel d’essai contenu: une petite boite métallique, contenant à son tour la pédale Tech 21 VT Bass DI bien emballée. Nous avons fait connaissance avec le cheval de parade de Tech 21 getest, le VT Bass 1000. Cette tˆete d’ampli m’a fortement impressionné. Si la VT Bass 1000 est au-dessus de vos moyens, la VT Bass DI peut résoudre vos problèmes. Pour une fraction du prix, cette pédale vous offre les mˆemes possibilités de réglage que la VT Bass 1000. Vous pouvez utiliser la pédale comm un préampli, vous le connecterez alors idéalement via la boucle d’effets. Ou alors, utilisez-la comme pédale d’effets pour colorer et booster votre son. De plus, la VT Bass DI est également intéressante pour l’enregistrement. Grˆace à sa sortie XLR symmétrique, vous pouvez la raccorder directement à votre système d’enregistrement. C’est le concept mˆeme de la technologie sans-amp réputée de Tech 21: il est possible d’avoir le son d’un stack complet, sans ˆetre chargé comme un mulet.
POSSIBILITES
Faisons le tour des possibilités de réglage. Le bouton “Level” règle le signal de sortie de la pédale. Vous pouvez donc booster un signal de basse assez faible. Le “Blend” permet de mixer le son “clean” de votre basse à celui du circuit d’émulation de lampes sans amp. Si vous le coupez,lesautres commandes de la pédale agissent encore. Vient alors une égalisation à 3 bandes (low, mid et high) pour adapter le filtrage. Attention! C’est une égalisation active, lemoindre changement peut faire une énorme différence. Heureusement, il est possible de noter vos réglages dans le manuel. Le bouton “Character”donne une simulation d’amplis Ampeg. Si vous le mettez avant 12h, vous obtenez une simulation du setup SVT des années ‘70. Vers 12h, la simulation bien connue de l’Ampeg flip top se fait entendre et si vous l’ouvrez presque entièrement, c’est un son avec une overdrive sale que vous avez entendue chez par exemple Yes. La commande “Drive” simule un préampli à lampes. Plus vous le tournez vers la droite, plus vous aurez de l’overdrive dans votre son. Il y a aussi plusieurs poussoirs, tout d’abord celui marqué “Phantom” et “Ground Connect”. Si il est enfoncé, l’alimentation phantome de la table sera transmise, et votre pédale est mise à la masse du PA, et donc alimentée par la table. Dans l’autre position, la pédale est isolée de la terre. Puis, il y a un sélecteur “+10dB” pour augmenter le niveau d’une basse passive à niveau de sortie faible. Cela n’agit que sur la sortie jack. La sortie XLR symmétrique dispose d’un interrupteur “-20dB”, pour atténuer un signal DI trop puissant et saturé. Le poussoir “Bite” éclaircira votre son et le rendra plus brillant. Pour finir, il y a une touche d’émulation d’enceinte, qui donne l’impression de jouer avec une caisse de 10”.
CONNECTIONS
Il y a une entrée jack pour bancher votre instrument,ou la sortie de votre boucle d’effets. Un sortie parallèle permet d’envoyer le son inaltéré à votre ampli, un son clean, donc. De l’autre coté, vous trouverez les sorties jack et XLR symmétrique. Vous pouvez donc utiliser la sortie jack pour aller à votre ampli, et l’XLR pour le PA ou l’enregistrement. Cette pédaleest alimentée soit par pile 9V, soit par adaptateur 9V, soit par alimentation phantome.
SON
Passons au test proprement dit! La technologie sans-amp doit garantir qu’il semble que nous jouons avec un vrai, gros setup. La meilleure manière pour tester cette simulation, est d’utiliser un système d’enregistrement. Ainsi, vous entendrez le vrai fonctionnement de cette pédale. Un ampli basse ajoutera toujours son propre caractère. Je me rend compte que la VT Bass 1000 est idéale pour booster votre signal, le rendre plus rugueux ou l’égaliser. Les réglages “Blend”, “Character” et “Speaker simulation” me semblent très réussis! Ils donnent une toute nouvelle dynamique à votre son. Dommage que je ne peux vous faire entendre ici les sons enregistrés lors de l’essai! Il est peut-ˆetre possible de les mettre en ligne, vous pourrez juger par vous-mˆemes! En tous cas, je pense que le résultat est une réussite. Cette pédale vous enrichira d’un son agréablement disto, qui rappellera celui de Geddy Lee de Rush. Ce bassiste utilise depuis des lunes le sans-amp Bass Driver DI. Consultez aussi le numéro de septembre 2013 de Meet Music Magazine pour deplus amples infos à propos de Tech 21!
PRIX
Le prix de cette pédale? 296 euros, TVA comprise. Ce n’est pas la pédale DI la meilleure marché, mais elle est excellente.
CONCLUSION
Pour ce prix, vous disposez du son et des possibilités de réglage du fantastique VT Bass 1000. MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
13
DRUMS & PERCUSSION
Paiste Signature Precision
Paiste Signature Precision CYMBALS
JEAN-PHILIPPE KOMAC
Paiste is één van de grootste spelers op de cimbalenmarkt en hoewel ze al ongeveer honderd jaar cimbalen maken, hebben ze toch de reputatie van een redelijk jong bedrijf te zijn. Dit komt vooral omdat ze eind jaren ’60, begin jaren ’70 doorbraken met hun cimbalen die specifiek voor rockdrummers waren ontworpen, zoals de Giant Beat, maar vooral de 2002-reeks. Die laatste reeks is zo legendarisch dat Paiste ze onlangs opnieuw heeft uitgebracht. Deze cimbalen waren door hun hoge tonen en power opgewassen tegen de luide rockgitaren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat topdrummers zoals John Bonham (Led Zeppelin), Ian Paice (Deep Purple) en Jeff Porcaro (Toto) fervente Paiste-gebruikers waren (en zijn). Waar de 2002’s vooral voor live-gebruik waren bedoeld, was er ook de Formula 602-reeks, die meer geschikt was voor studiodoeleinden. Ook deze reeks werd onlangs opnieuw uitgebracht en Vinnie Colaiuta ontwikkelde vanuit deze reeks de zeer populaire Formula 602 Modern Essentials. Daarnaast introduceerde Paiste onder andere de Sound Edge Hihat (met geribbeld onderbekken voor een verbeterd contact tussen beide cimbalen) en de China Type met vierkante cup (zoals de echte Chinese cimbalen). Dergelijke vernieuwingen blijft Paiste met de regelmaat van de klok uitbrengen, zoals de Sound Creation reeks (waarvan veel kenmerken vandaag in verschillende reeksen terug te vinden zijn), of de gecombineerde slijp/hamertechniek zoals indertijd bij de Innovations of vandaag bij sommige Signature Dark Energy-modellen. Het meest opvallende is eigenlijk dat Paiste met de grootst mogelijke precisie cimbalen maakt, zodat verschillende exemplaren van een bepaald model nauwelijks anders klinken, hetgeen bij meer traditionele cimbaalsmeden niet altijd het geval is.
CONCEPT, BOUW & AFWERKING
Wij kregen van Paiste de nieuwe Signature Precision-reeks, die binnen de Signature serie dezelfde kwaliteit met een lager prijskaartje moet bieden. Het is natuurlijk vreemd dat dezelfde cimbalen ineens goedkoper zouden zijn, dus gaan we onmiddellijk op onderzoek uit: we halen er onze ‘echte’ Signatures bij en beginnen te vergelijken. We zien dezelfde kleur en dus ook legering, dezelfde scheerpatronen, dezelfde hamertechnieken: geen enkel verschil dus, en we zijn overtuigd dat dit echte Signatures zijn. Misschien zit het verschil dan in een andere aanpak? Bij de Signatures hebben we meer exotische modelnamen, zoals Mellow-, Full-, Fast- of Power Crash, Medium-, Heavy- of Dark Crisp Hihat, enzovoort, die misschien wel intensievere bewerkingen nodig hebben dan een gewone Ride, Hihat, Crash of Thin Crash? Toch zien we zowel in de Signature-reeks als in de Signature Precision-reeks een Sound Edge Hihat, dus zullen we toch grondig moeten uitzoeken waar “Precision” dan juist voor staat. De Signature Precision-reeks bestaat uit een 20” Ride en 22” Heavy Ride, een 14” Hihat en 14” Sound Edge Hihat, 16”-17”-18” Crashes en 16”-18 Thin Crashes, een 18” China en 10” Splash. Voor deze test kregen we alle exemplaren.
KLANK
Als eerste bespelen we de 20” Ride en we horen onmiddellijk de typische kenmerken van een Paiste-cimbaal: een zeer beheerste sound, met een perfecte balans tussen stokaanslag en ‘ruis’, en een perfecte balans in volume en sound tussen bel en blad. Dit cimbaal blijft altijd onder controle, zelfs crashes kunnen het niet verleiden tot overdreven enthousiasme. Ook de bel is niet te forceren tot pijnlijke accenten. We hebben het gevoel dat deze Ride zeer neutraal is (te?) en misschien enkel geschikt voor redelijk zachte muziek... tot we in de studio een opname doen! Bij beluistering van de opname horen we plots wat “Precision” inhoudt: de typische, zeer brede, warme Paiste-sound met lichte nadruk op de hoge tonen, de reeds genoemde perfecte balans tussen alle speelwijzen op dit cimbaal, en uiteindelijk ook wel een vrij brede maar toch beheersbare dynamiek (dus ook stevige rock). Naar mijn mening zijn de Signatures eerder ‘live’-cimbalen, en zijn de Signature Precisions de ideale ‘studio’-cimbalen, naar analogie met de 2002- en Formula 602-reeks.
14
www.meetmusic.com
Paiste est un des plus grands acteurs du marché des cymbales, et, même si ils fabriquent des cymbales depuis environ un siècle, ils ont la réputation d’être une entreprise assez jeune. La raison en est principalement qu’ils ont percé fin des années ‘60, début des années ‘70, avec des cymbales spécifiquement conçues pour les batteurs rock, comme les Giant Beat, mais surtout la série 2002. Celle-ci est tellemnt légendaire que Paiste l’a récemment réintroduite. Grâce à leurs fréquences aiguës et leur puissance, ces cymbales tenaient tête aux bruyantes guitares rock. Il n’est donc pas étonnant que des batteurs de haut niveau comme John Bonham (Led Zeppelin), Ian Paice (Deep Purple) et Jeff Porcaro (Toto) étaient et sont des utilisateurs Paiste mordu s. Si les
2 0 0 2 s’adressaient avant tout à la scène, il y avait également la série Formula 602, plus adaptée au studio. Cette famille a également été rééditée, et Vinnie Colaiuta en a concocté les très populaires Formula 602 Modern Essentials. Puis, Paiste a également conçu le Sound Edge Hihat (avec une cymbale inférieure ondulée pour un meilleur contact avec son compagnon supérieur) et la China Type avec une cloche carrée, comme les vraies cymbales chinoises. Paiste nous surprend régulièrement avec des nouveautés de ce genre, comme la série Sound Creation, dont de nombreuses caractéristiques se retrouvent maintenant dans d’autres gammes, ou la combinaison des techniques de tournage et de martellement, comme en son temps les Innovations ou aujourd’hui certains modèles Signature Dark Energy. Le plus remarquables est que Paiste fabrique des cymbales avec une telle précision, que différents exemplaires d’un seul modèle ont un son très semblable, ce qui n’est pas toujours le cas chez les marques plus traditionelles.
CONCEPT, FABRICATION & FINITION
Paiste nous a confié la nouvelle série Signature Precision, qui doit offrir la même qualité que la gamme Signature, mais à un prix plus intéressant. Il est étrange que les mêmes cymbales deviennent moins chères d’un coup, donc je me fais détective: je prends des “vraies” Signatures, et je compare. La couleur, et donc l’alliage, est identique, les mêmes dessins de tournage, les mêmes techniques de martellage: aucune différence, donc, et je suis persuadé que j’ai en main de vraies Signatures. Peut-être la différence se trouve-t-elle dans une autre approche? Les Signatures portent des noms plus exotiques, comme Mellow, Full, Fast ou Power Crash, Medium, Heavy ou Dark Crisp Hihat, etc, qui demandent peut-être plus de travail que des Ride, Hihat, Crash ou Thin Crash ordinaires? Pourtant, je retrouve une Sound Edge Hihat dans la gamme Signature comme dans la gamme Signature Precision, je vais devoir approfondir la signification exacte du titre “Precision”. La série Signature Precision comprend une Ride de 20”, une Heavy Ride 22”, des Hihat et Sound Edge Hihat, tous les deux en 14”, des Crash en 16”, 17” et 18” et des Thin Crashes en 16” et 18”, une China en 18” ainsi qu’une Splash en 10”. Pour le test, je dispose de tous les modèles.
SON
Pour commencer, j’essaie la Ride de 20”, j’entend directement les spécificités d’une cymbale Paiste: un son très contrôlé, avec une balance parfaite entre l’attaque et le “bruit”, et un équilibre du son et du volume parfait entre le disque et la cloche. Cette cymbale reste toujours contrôlée, même des crash ne peuvent pas la pousser à des excès. La cloche ne
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
15
DRUMS & PERCUSSION
Paiste Signature Precision
Bij de 22” Heavy Ride krijgen we hetzelfde gevoel: hoewel zwaarder en dikker dan de Ride, horen we dezelfde beheersing en perfecte balans. Een stevigere en duidelijkere aanslag met minder ruis, maar toch een veel rustiger karakter en beperkter volume dan mijn eigen loeiharde 20” Signature Dry Heavy Ride, die eerder klinkt als een Duitse helm in een oorlogsfilm. De 14” Hihat is vrij licht en kan moeilijk mee met luider spelen: halfopen krijg je niet echt veel volume en heb je algauw het gevoel dat je ze overspeelt, maar tijdens de studiosessie doen ze perfect hun werk, met veel definitie en een precieze sound. De 14” Sound Edge Hihat klinkt iets steviger, maar het directe contact met het geribbelde onderbekken vergt wel weer wat gewenning (alhoewel mijn eerste hihat die ik kocht een 2002 Sound Edge was) omdat de lucht hier gemakkelijk weg kan en dus de voetbediening niet wat dempt. De Crashes doen hun werk uitstekend, en hoewel ze net iets stiller en beheerster klinken dan de Signature Crashes, zorgt dat tikkeltje extra hoog ervoor dat je ze dwars door de elektrische gitaren blijft horen. De Thin Crashes daarentegen hebben net wat minder hoog en klinken ook iets korter, waardoor ze echt wel enkel geschikt zijn voor zachtere genres. De 10” Splash zet de trend voort van net iets stiller en beheerster te zijn dan zijn broer uit de Signature-reeks. De De 18”China verraste ons door zijn zeer luide aanslag, en deze keer ook iets luider dan mijn Signature Thin Chinas. Bij ‘gecrashte’ ridepatronen gaat het zelfs zo luid dat je trommelvliezen beginnen te ‘brommen’ en echt op springen staan: opletten dus voor je eigen én andermans oren! Normaal gezien zou deze China iets zwaarder en dus trager moeten zijn, maar afgezien van de iets lagere toonhoogte, merkten we geen logheid bij snelle crashes. Het mag dus duidelijk zijn dat de stempel Precision vooral slaat op de neutraliteit en beheersing van de sound, en dat deze reeks (behalve de China) dus eigenlijk eerder geschikt is voor opnames of concerten in kleinere zaaltjes en/of rustigere muziekstijlen.
BUDGET
En dan volgt de vraag die op ieders lippen brandt: zijn de Signature Precisions nu echt goedkoper dan de Signatures? De 22” Heavy Ride kost €381,30 exclusief BTW, de 20” Ride €320,38, terwijl zowel de gewone 14” Hihat als de 14” Sound Edge Hihat €373,53 moeten kosten, nog steeds exclusief BTW. Bij de Crashes betaal je €229,62 voor de 16”, €251,68 voor de 17”, en €276,26 voor de 18”, ook allemaal exclusief BTW. Tenslotte heb je de 10” Splash voor €144,12 en de 18” China voor €276,26. Dit scheelt echt wel een pak met de Signature-reeks. Op dit onderdeel scoort Paiste dan ook maximaal met dergelijke op en top professionele cimbalen.
BESLUIT
Paiste bewijst met deze Signature Precision reeks opnieuw in welke mate ze perfect evenwichtige cimbalen kunnen maken, met een uitstekend gecontroleerde sound en perfect gebalanceerde verhoudingen tussen de verschillende klanken. Misschien klinken ze daardoor wel wat te neutraal en minder levendig dan de ‘echte’ Signatures, maar deze cimbalen bewijzen hun sterkte vooral in een studio-omgeving. Of ze zijn zeer geschikt voor de drummer die niet echt doormept, maar toch wel een breed dynamisch bereik wil zonder al te veel inspanning. De interessante prijs zorgt ervoor dat ook de professionele drummer verleid zou kunnen worden om deze reeks als extra set in de studio te gebruiken. MMM
pro • Dezelfde look als de Signature reeks • Zeer schappelijke prijs • Volle, evenwichtige sound: volle Crashes, perfecte balans bel/blad bij de Rides • Zeer goed controleerbare Rides • Ideaal voor studiogebruik • Explosieve Splash • Gematigd volume, ideaal voor zachtere stijlen
contra
• Neutrale sound, iets te weinig karakter • Niet zo levendig als Signatures • Gematigd volume niet ideaal voor stevig livegebruik
16
• Look identique aux Signature • Prix très abordable • Son plein et équilibré: des Crash ronds, équilibre parfait cloche/disque chez les Ride • Ride très contrôlables • Idéaux pour le travail en studio • Splash explosive • Volume moyen, idéal pour les styles plus calmes
• Son neutre, léger manque de caractère • Pas aussi vives que les Signature • Volume moyen pas idéal pour une utilisation live puissante
www.meetmusic.com
se laisse pas forcer non plus. J’ai le sentiment que cette Ride est très (trop?) neutre et peut-être utilisable uniquement avec de la musique douce... Mais quelle différence en enregistrement en studio! Lors de l’écoute de l’enregistrement, je me rends soudain compte de la signification du mot “Precision”: le son chaud et large, typiquement Paiste, avec une légère accentuation des fréquences élevées, l’équilibre parfait entre tous les modes de jeu de cette cymbale, et pour terminer une dynamique assez vaste mais gérable (donc également pour du rock puissant). A mon avis, les Signatures sont davantage des cymbales ‘live’, et les Signature Precision des modèles idéaux pour le studio, de la même manière que les séries 2002 et Formula 602. La Heavy Ride 22” me donne la même sensation: bien que plus lourde et épaise que la Ride, j’entend la même maîtrise et le même équilibre parfait. Une attaque plus solide et moins de bruit, mais malgré cela, un caractère plus calme et un volume moindre que ma surpuissante Signature Dry Heavy Ride de 20”, qui sonne plus comme un casque allemand dans un film de guerre. Le Hihat 14” est assez léger, et a du mal à suivre un jeu plus puissant: mi-ouvert, le volume est limité, et j’ai très rapidement la sensation de forcer, mais en studio, cette paire est parfaite, avec plein de définition et un son précis. La Sound Edge Hihat 14” a un son un peu plus robuste, mais le contact direct avec la cymbale inférieure ondulée demande un temps de familiarisation (bien que ma première paire de charleston était une 2002 Sound Edge) parce que l’air s’échappe facilement et n’amortit pas le mouvement de la pédale. Les Crash livrent un travail remarquable, et bien que leur volume est un peu moins fort et le son plus contrôlé que les Signature Crashes, la pointe d’aiguës supplémentaires les fait percer le son des guitares électriques. Les Thin Crash ont par contre un peu moins d’aiguës et le son est un peu plus bref, ce qui les cantonne dans les styles plus calmes. La Splash 10” confirme la tendance, elle est également un peu moins “volumineuse” et plus contrôlée que sa cousine de la famille Signature. La China 18” m’a surprise par son attaque très forte, et mˆeme un peu plus que mes propres Signature Thin China. Les figures ride “crashées” sont tellement fortes que mes tympans commencent à bourdonner, à la limite du supportable. Attention donc à vos oreilles et celles de vos auditeurs! Normalement cette China devrait ˆetre un peu plus lourde et donc plus lente, mais hormis la fréquence un peu plus basse, je n’ai pas éprouvé de lenteur lors de crash rapides. Il est donc évident que le titre “Precision” adresse surtout la neutralité et le contrôle du son, ce qui rend cette série (sauf la China) parfaite pour l’enregistrement et les concerts dans les petites salles et/ou des genres musicaux plus calmes.
BUDGET
L’aspect que tout le monde attend: les Signature Precimoins chères que les Signature? La 22” Heavy €381,30 hors TVA, la 20” Ride porte une étiquette de €320,38, tandis que tant les 14” Hihat normales que les 14” Sound Edge Hihat se négocient à €373,53, toujours hors TVA. Les Crash changent de mains pour €229,62 (16”), €251,68 (17”) et €276,26 (18”), également sans TVA. Pour finir, la 10” Splash sera la vôtre pour €144,12 et la 18” China ne restera pas au magasin si vous déboursez €276,26. C’est une grande différence avec la série Signature. Sur ce point, Paiste reçoit le maximum des points avec de telles cymbales vraiment professionnelles.
sion sont-elles vraiment Ride coute
CONCLUSION
Paiste prouve ici encore à quel point ils sont capables de fabriquer des cymbales parfaitement équilibrées, avec un son idéalement contrôlé et des relations sublimes entre les différents sons. Peut-être leur son est, à cause de ceci, un peu trop neutre et moins vif que celui des “vraies” Signature, mais ces cymbales se montrent à la hauteur en studio. Le batteur qui ne massacre pas son matos, mais qui veut une grande dynamique sans trop se forcer, y trouvera également son compte. Le prix concurrentiel peut convaincre le batteur professionnel d’utiliser cette série comme set supplémentaire en studio. MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Korg Volca Beats, Bass & Keys
KEYBOARD INSTRUMENTS
Korg Volca Beats, Bass & Keys ANALOGUE SYNTHESIZER MODULES
Korg staat al jaren mee aan de wereldtop als fabrikant van elektronische muziekinstrumenten. Met producten als de MS-20, Mono-Poly, M1, Triton, MicroKorg, Electribe en Kaoss Pad, biedt Korg het brede publiek steeds goed klinkende, eigenzinnige en vooral betaalbare professionele instrumenten. Al deze instrumenten schopten het dan ook tot ware klassiekers. Maar Korg rust niet op z’n lauweren. Meer zelfs, in tegenstelling tot sommige andere grote spelers op de markt, probeert Korg steeds te innoveren en te voelen wat er bij de muzikanten leeft. Zo combineren ze hun jarenlange kennis en expertise met innovatie en de voordelen van huidige technologieën. Toen de analogue/ retro synth revival op volle toeren draaide, kwam Korg met hun eigen revival, nl. die van hun MS20 - één van ‘s we-
DIEDERIK VAN LEMBERGEN Depuis déjà pas mal d’années, Korg est considéré comme étant au pinacle des constructeurs d’instruments de musique. Avec des produits comme le MS-20-20, le Mono-Poly, le M1, le Triton, le MicroKorg, l’Electribe et le Koass Pad, Korg propose, en permanence et à un large public, des instruments professionnels qui ont un bon son, qui ont leur propre originalité, et avant tout, dont le prix est abordable. Tous ces instruments sont, pour une raison ou l’autre, devenus des “classiques”. Mais Korg ne se repose pas sur ses lauriers. Cela va même plus loin : par opposition à certains autres grands opérateurs du marché, Korg essaie toujours d’innover et de “sentir” les besoins du musicien. Grâce à cette approche, il combine ses connaissances et son expérience avec le goût de l’innovation, notamment en se servant des dernières tendances de la technologie. Quand le renouveau de la vague des synthés analogiques et “rétro” était à son sommet, Korg a débarqué avec son propre ‘revival’, celui du MS-20, l’un des synthés les plus célèbres du monde. Tout d’abord via le MonoTron, qui avait à son bord une partie du filtre du MS-20 ; ensuite, via le MonoTribe (idem pour le filtre) ; et enfin, via le MS-20 Mini, une réplique de l’original, à cela près que la taille du nouvel instrument avait diminué de 20 %. Cependant, la “quête de l’analogique” de Korg, comme l’espéraient certains, n’est pas encore terminée : voilà à présent qu’ils débarquent sur le marché avec la série Volca ! Celle-ci se compose de trois modules : Volca Beats, une boîte à rythme à la fois analogique et digitale ; Volca Bass, un synthé basse analogique ; et enfin, Volca Keys, un synthé analogique, polyphonique, et générateur de boucles.
CONSTRUCTION
Three Of A Kind
r e l d s meest befaamde synthesizers. Eerst was er de Monotron, die een afgeleide van de MS-20-filter mee aan boord kreeg, daarna de Monotribe (idem filter) en tot slot de MS20 mini, een replica van de originele - maar dan op 80% van diens grootte. Toch is daarmee het nieuwe analoge verhaal van Korg, zoals door velen verhoopt, nog niet klaar. Nu brengt Korg de Volca Series op de markt. Het betreft drie modules: Volca Beats, een analoge/ digitale ritmebox; Volca Bass, een analoge bass synthesizer en tot slot Volca Keys, een polyfone analoge loop synthesizer.
BOUW
Three Of A Kind
Qua uiterlijk zijn de drie modules bijna identiek. De behuizing is vervaardigd uit een stevig donker doorschijnend plastiek, met afmetingen van 19,3 x 11,5 x 4,6 cm. Ook het gewicht van de Beats, Bass en Keys is bijna gelijk; respectievelijk 370g, 372g en 377g (telkens zonder batterijen). De voorplaat is van metaal en heeft per module een aparte lay-out en kleur. Zo doet Korg met de Volca Bass en Volca Beats een stevige knipoog naar Rolands TB-303 en TR-808. Hier komen we later op terug. Elke module staat, net als de Monotribe, op vier rubberen pootjes en maakt zo gebruik van de ruimte tussen z’n onderkant en het oppervlak waar het op rust, als klankkast voor de ingebouwde luidspreker. Deze is kleiner dan die van de Monotribe, maar klinkt zeker nog ok. Dreunende bassen moet je van een kleine ingebouwde luidspreker logischerwijs niet verwachten. Nog aan de onderzijde van elke Volca unit vinden we de lade voor zes AA-batterijen (meegeleverd). De toestellen kunnen zowel op batterijen als op een 9V-adaptor werken - die laatste is apart te verkrijgen. Dit maakt de toestellen mobiel, maar ze kunnen even goed dienst doen voor langere sessies op het podium of in de studio, zonder een fortuin aan batterijen te moeten uitgeven. Alle knoppen en aansluitingen bevinden zich op het voorpaneel. De modules nemen dus een minimum aan plaats in in je setup. Geen gedoe met kabels of plugs achteraan die in de weg zitten van andere instrumenten. Bovenaan op het voorpaneel vinden we bij elke module (van links naar rechts) de power knop, de 9V-adaptor aansluiting, een MIDI-in, een sync in-out en de audio-uitgang. De sync en audio connector zijn van het type 3,5mm TRS (stereo mini-jack). Dankzij de sync in-out kunnen we de drie modules met elkaar of met een Monotribe syncen. De polariteit van het sync signaal is omkeerbaar, zodat het gebruikt kan worden met andere units, zoals modulaire systemen. De MIDI-input zorgt er niet enkel voor dat de Volca’s synchroon lopen met bijvoorbeeld je DAW of een andere sound module via MIDI beat block, maar ze wordt ook gebruikt om noot-informatie en parameterinstellingen door te sturen. Later meer hierover. Korg wil de link met de Monotron/tribe duidelijk laten zien en voorziet de Volca units van gelijkaardige draaiknoppen. Voor de Volca Bass gaan ze zelfs iets verder terug in de tijd en gebruiken ze ook draaiknoppen die we terugvinden op de Electribe reeks. De link naar de kleine voorgangers wordt helemaal duidelijk met de - ditmaal grote - stylusachtige ribbon, die visueel duidelijker is opgedeeld in verschillende losse multifunctionele toetsen dan bij z’n voorgangers. Bij de Volca Keys is de ribbon nog wat groter dan bij de andere twee; 27 aparte toetsen (twee octaven en een grote secunde) i.t.t. 16 bij de Bass (één octaaf plus een kleine terts) en Beats (niet
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Pour ce qui est de leur aspect extérieur, les trois modules sont presqu’identiques. Le boîtier est en plastique solide, sombre et translucide, et ses dimensions sont 19,3 x 11,5 x 4,6 cm. Le poids des modules est également très proche : 370 g pour le Volca Beats, 372 g pour le Volca Bass, en 377 g pour le Volca Keys. Tout cela sans compter le poids des piles. La face avant est en métal, et chaque module a sa propre implantation et sa propre couleur. A travers ce projet, Korg, avec son Volca Bass et son Volca Beats, fait un fameux clin d’œil aux Roland TB-303 et TR-808. Nous y reviendrons. Tout comme le MonoTribe, chaque module repose sur quatre petits pieds en caoutchouc. Ainsi, on profite de l’espace entre le dessous de l’appareil et la surface sur laquelle il est posé, qui fait office de caisse de résonance pour le haut-parleur intégré. Ce dernier est plus petit que celui du MonoTribe, mais le son est toujours de bonne facture. Très logiquement, il ne faut quand même pas attendre de basses “monstrueuses” venant d’un petit haut-parleur tel que celuilà ! Toujours en dessous de chaque appareil Volca, nous découvrons une sorte de tiroir prévu pour renfermer six piles de type AA (livrées). Ces appareils peuvent donc fonctionner tant sur piles qu’avec un adaptateur de 9 volts, qui est disponible en option. Cela permet donc à ces appareils d’être mobiles, mais ils peuvent tout aussi bien servir pour de longues sessions sur scène ou en studio, sans pour autant dépenser des fortunes en piles. Tous les boutons et les connexions se trouvent sur le panneau avant. Ces modules vous prendront donc un minimum de place dans votre installation : donc, pas de fouillis de câbles à l’arrière
q u i pourraient être dans le chemin d’autres instruments ... Sur chaque module, en haut du panneau des commandes, on trouve, de gauche à droite : le bouton
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11 www.meetmusic.com 17
KEYBOARD INSTRUMENTS
Korg Volca Beats, Bass & Keys
onderverdeeld in noten, maar eerder in steps). In tegenstelling tot bij de Monotron/tribe, zal de ribbon gebruikt worden om parameters en instellingen aan te passen, of sequenzen te laden en te bewaren. Per toets zijn er twee LED’s. De eerste LED bevindt zich in de ribbon zelf en duidt aan welke noot (Bass en Keys) of instrument (Beats) er speelt, of welk geheugennummer er wordt aangesproken. De tweede LED bevindt zich onder de ribbon en zal functie-informatie aanduiden, zoals LFO-bestemming, geselecteerde drumklank, etc. Bij het opstarten van elke unit zullen de LED’s onder de ribbon ook het resterende batterijniveau weergeven. Zo sta je nooit onverwacht met een stroomloze unit op het podium. Naast draaiknoppen vinden we ook enkele druktoetsen. Deze worden uitsluitend gebruikt voor functie (mute, alternatieve functie, saven, etc.) en transport (play/stop en record) doeleinden. Opmerkelijk is de aanwezigheid van een LED-schermpje op de Beats en Bass. Daarop kan je aflezen welke functie geselecteerd is, maar vooral ook het tempo tot op een tiende van een BPM. Zeer handig! Waarom de Keys geen LED-scherm aan boord heeft, is me niet helemaal duidelijk, maar hoogstwaarschijnlijk heeft het louter en alleen te maken met plaatsgebrek wegens de grotere ribbon. Mijn algemene indruk van de bouw is zeer degelijk. Ook de wat fragiel ogende draaiknoppen voelen steviger aan dan je op het eerste zicht zou denken. De toestellen wegen voldoende om stevig te staan wanneer je ermee werkt. Met de flikkerende LED’s in de doorschijnende behuizing en Monotron draaiknopjes, zien ze er bovendien ook nog eens mooi uit! De keuze van Korg om bij de Beats gele in plaats van rode LED’s te gebruiken, wijst erop dat ze daar niet enkel bezig zijn met het interne, maar ook voldoende aandacht besteden aan het uiterlijke. Geef toe, het oog wil ook wat. Tot zover de gelijkenissen. Tijd nu om elke unit eens van dichterbij te bekijken.
The Brains
Eerst is Volca Beats aan de beurt, de analoge/digitale ritmebox. Qua uiterlijk een duidelijke knipoog naar Rolands TR-808. De unit is voorzien van vier analoge drumparts, nl. kick, snare, toms (hi tom en low tom) en hihats (closed en open); en vier PCM of digital drumklanken, zijnde clap, claves, agogo en crash. Elke analoge part is voorzien van enkele parameters met duidelijke omschrijvingen. De kick heeft een click, pitch en decay draaiknop. Hiermee kunnen we een brede waaier aan kicks genereren; van superkorte, bijna toonloze clickjes tot lange dreunende 808-achtige power kicks. Bij de snare kunnen we snappy, pitch en decay aanpassen. De laatste twee spreken voor zich, maar snappy is hier misschien wat anders dan verwacht. Het voegt inderdaad het effect van de ratelende snares onder een snare drum toe, maar het lijkt er op dat ze dit effect eerder creëren door vervorming (distortion/waveshaping) dan door het toevoegen van noise zoals bijv. bij de 808. Wanneer je de pitch verandert, hoor je ook het snappy gedeelte van de klank mee veranderen. De toms hebben een aparte pitch knop, maar delen de decay. De hihats hebben dan weer elk een aparte decay knop, maar een gemeenschappelijke grain knop. De grain functie klinkt als een pitch knop en heeft een ringmodulation-achtige klank. De PCM klanken hebben slechts één parameter, nl. PCM speed. Hiermee bepaal je de playback snelheid van de samples, wat resulteert in het aanpassen van de lengte en toonhoogte van de sample. Deze functie is zeer handig voor het creëren van complexere, frisse klanken. Zo kan je de clap omtoveren van een laag gerommel tot een hoge snap. De claves wordt een lage hand drum of een clickje, de agogo een lage metalen drum of een triangel en de crash een hihat of een gong. Naast een master volume is er ook een level knop voor elke part. Speciaal bij de Beats is de stutter functie. Hiermee kunnen we delayachtige effecten creëren, maar toch is deze eigenlijk een retrigger. Je kan het aantal triggers en de tijd tussen twee triggers bepalen met de time en depth knop. We kunnen via de ribbon kiezen of het stuttereffect op één part, dan wel op alle parts actief is. Niet onbelangrijk bij een ritmebox is de - in dit geval zeer aanzienlijke - reikwijdte van het tempo: 56 tot 240 BPM. De volgende in de reeks is de Volca Bass. Deze analoge bass synthesizer — qua uiterlijk een knipoog naar Rolands TB-303 — beschikt over drie VCO’s (saw of square). Elk van deze VCO’s kan gemute en apart getuned worden d.m.v de draaiknopjes in de VCO sectie. De filter op de Volca Bass is i.t.t. de Monotron/tribe geen afgeleide van de MS-20 filter, maar wel die van een
18
www.meetmusic.com
de mise sous tension, la connexion pour l’adaptateur de 9 volts, une prise MIDI IN, des prises SYNC (IN et OUT), et la sortie audio. Les connecteurs SYNC et audio sont de type TRS de 3,5 mm, autrement dit, des mini jacks stéréo. Grâce à ces deux prises SYNC, les trois modules peuvent être synchronisés ensemble, ou avec un MonoTribe. La polarité du signal SYNC peut être inversée, de sorte qu’on peut l’utiliser avec d’autres appareils, comme dans des systèmes modulaires. L’entrée MIDI sert non seulement à synchroniser les modules Volca avec, par exemple, une DAW ou un autre module sonore via le MIDI “beat block”, mais encore, elle est utilisée pour recevoir des informations sur la hauteur des notes et des réglages de paramètres. Nous y reviendrons. Korg veut que le lien avec le MonoTron et le MonoTribe reste bien en évidence, et à cet effet, les modules Volca sont munis de boutons semblables. Pour le Volca Bass, ils retournent même un peu plus loin et ont recours à des boutons rotatifs que l’on retrouve dans la série ElecTribe. Ce lien vers ces petits prédécesseurs est aussi très “marqué” quand on regarde le grand (pour une fois !) “ruban” qui sert de clavier, et qui est divisé en touches multifonctionnelles séparées. Elles sont d’ailleurs nettement plus claires que celles de leurs prédécesseurs. Sur le Volca Keys, ce ruban est d’ailleurs encore une peu plus grand que sur les deux autres modules : 27 touches séparées (soit deux octaves et une seconde majeure), pour seulement 16 sur le Volca Bass (une octave et une tierce mineure) et le Volca Beats, où les touches ne sont pas des notes, mais correspondent plutôt à des fonctions et/ou des instruments. Contrairement au MonoTron ou au MonoTribe, le ruban est aussi utilisé pour modifier des paramètres et des réglages, ainsi que pour mémoriser et rappeler des séquences. Il y a deux LED par touche. La première se trouve dans le ruban lui-même et signale quelle note (pour le Volca Bass et le Volca Keys) où quel instrument (pour le Volca Beats) est en train de jouer, ou quel numéro de mémoire est actif. La deuxième LED se trouve sous le ruban et donne des informations sur les fonctions en cours, comme les réglages des LFO, les sonorités de batterie sélectionnées, etc. A la mise sous tension de chaque module, les LED situées sous le ruban signalerons également le niveau restant des piles. On ne sera ainsi jamais pris de court, avec un clavier sans courant sur scène ! En plus des boutons rotatifs, on trouve aussi quelques boutons poussoirs. Ces derniers sont uniquement utilisés pour des fonctions (mute, fonction alternative, sauver, etc.) et des tâches de transport (play/stop et record). A noter aussi, la présence d’un écran à LED sur le Volca Bass et le Volca Beats. On peut y lire quelle fonction est sélectionnée, mais surtout, le tempo, mesuré à raison d’un dixième de BPM (Beat Per Minute). Voilà qui est bien pratique ! Pourquoi le Volca Keys n’a-t-elle pas d’écran à son bord, cela reste un mystère, mais à mon sens, c’est vraisemblablement dû au manque de place en raison du plus grand ruban. L’impression que me donne la construction est très rassurante. Même les boutons rotatifs, qui paraissent un peu fragiles à première vue, semblent plus solides quand on passe au toucher. Les appareils ont un poids suffisant pour bien rester en place quand on les joue. Et en plus, avec les LED qui clignotent à l’intérieur du boîtier transparent et les boutons de style MonoTron, ils sont même ... beaux, ces appareils ! Le choix qu’a fait Korg d’utiliser des LED jaunes au lieu de rouges pour le Volca Beats montre à suffisance que la marque n’est pas uniquement attentive à l’intérieur de ses appareils, mais aussi à leur aspect extérieur. Il faut reconnaître que les yeux, eux aussi, sont bien “servis”. Jusqu’ici, nous avons souligné les points communs. Il est donc temps à présent de passer chaque module au crible ...
The Brains
Commençons donc par le Volca Beats, la boîte à rythme à la fois analogique et digitale. Au niveau aspect général, il y a un clin d’œil manifeste vers la Roland TR-808. Le module comporte quatre pistes analogiques de percussions, à savoir, kick, snare, toms (hi tom et low tom) et hihats (closed et open) ; et quatre sons de percussions PCM (digitaux), à savoir, clap, claves, agogo et crash. Chaque partie analogique comporte quelques paramètres aux descriptions très claires. La grosse caisse (kick) a des boutons pour les paramètres click, pitch et decay. En les combinant, on dispose d’un large éventail de grosses caisses, depuis des sons super courts, des “clics” presque sans son, jusqu’à de grosses caisses puissantes, avec des sons menaçants comme ceux de la 808. Pour les caisses claires (snare), les fonctions ajustables sont snappy, pitch et decay. Les deux dernières parlent d’elles-mêmes, mais snappy n’est pas vraiment un terme “attendu”. En fait,
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/05
www.meetmusic.com
7
KEYBOARD INSTRUMENTS
Korg Volca Beats, Bass & Keys
andere klassieker, nl. de Korg 700s. Verder beschikt de module over een LFO met aparte rate en intensity knop op het voorpaneel. De LFO is toewijsbaar naar pitch, amplitude en filter cutoff. Ook aanwezig is een eenvoudige envelope generator (EG) met attack en decay/release tijd, en een intensity knop om de hoeveelheid modulatie van de filter te bepalen. Wel opmerkelijk is dat de LFO niet synchroniseerbaar is met de input van de MIDI beat clock of het sync in-signaal. Er is één volumeknop aanwezig en de VCO’s kunnen niet apart in volume geregeld worden, wat wel jammer is. Ook bij de Bass gaat de tempoknop van 56 tot 240 BPM. Als laatste hebben we de Volca Keys. Deze 3-stemmige polyfone analoge synth beschikt over zes (!!) oscillator modi: poly, unison, octave, fifth, unison ring en poly ring. Poly spreekt voor zich: we kunnen drie noten tegelijk spelen. Bij unison worden de drie voices aangewend en spelen ze dezelfde noot (max. één op hetzelfde moment). Wanneer we aan de detune knop draaien in de VCO sectie, zullen de voices ontstemmen rond de gespeelde noot. In de octave mode spelen twee voices dezelfde noot en zal de derde voice de gespeelde noot een octaaf hoger genereren. In fifth mode zal de derde voice een kwint hoger dan de gespeelde noot genereren. In beide gevallen zal de detune knop de voices rond de gespeelde of gegenereerde noten ontstemmen. Deze eerste vier modi genereren steeds saw golfvormen. De laatste twee modi vertrekken van een saure golfvorm en zullen daarop ringmodulatie toepassen, dit zowel polyfoon (poly ring) als unisono (unison ring). Verder hebben we een portamento knop en een EG knop om de envelope generator de pitch te laten moduleren. Onder de oscillator modi kiezen we het register waarin we spelen (octaven): 32, 16, 8, 4, 2 en 1 voet, wat een zeer groot bereik is. De filter is, net zoals bij de Volca Bass, gebaseerd op de Korg 700s filter en kan gemoduleerd worden door de EG. Vervolgens beschikt de Keys ook over een LFO die zowel naar de pitch als de cutoff gestuurd kan worden. De hoeveelheid modulatie is hier per bestemming aan te passen (niet het geval bij de Bass). Ook hier gaat de LFO-frequentie tot ver in het gehoorbereik en dus bruikbaar voor complexe FM. De Volca Bass beschikt over de uitgebreidste EG van de drie en heeft een attack en decay/release tijd, én bovendien ook een sustainlevel dat we kunnen aanpassen. Tot slot is er nog een delay aanwezig waarvan we de vertraginstijd en het feedback volume kunnen aanpassen. Nu we alle functies en knoppen opgesomd hebben, is het tijd om eens te luisteren naar hoe deze mini-synthjes het er auditief en functioneel vanaf brengen.
GEBRUIK EN PRESTATIES
The Beats, The Bass, The Melody
Het programmeren van patronen op de Volca Beats kan op verschillende manieren: via een step mode, live recording door parts te triggeren op de ribbon of via MIDI-input. Via MIDI kunnen we ook de decay van de toms en hihats aanpassen, net als de grain van de hihats, PCM speed, stutter depth/time en het volume van elke part. Wel een tekortkoming is het ontbreken van velocity gevoeligheid of accenten per step en per drumpart, wat het toestel iets minder muzikaal maakt. Misschien op te vangen door de controleerbare part levels via MIDI? Nog een opmerking omtrent de levels is dat niet elke partij even luid lijkt te zijn, zo klinkt de PCM clap heel wat stiller dan de kick, ook wanneer ze beiden maximaal part level hebben. De sequencer beschikt over enkel basisfuncties als part mute/solo en het activeren of deactiveren van steps. In totaal kunnen er acht patronen opgeslagen worden. Deze kunnen ook real time geladen worden. Bij het opslaan van patronen wordt de PCM speed mee bewaard per klank, de parameters van de analoge klanken niet. Ook solo en mute zijn niet gekoppeld aan individuele patronen. Voor live gebruik zou het goed zijn moest de mute knop voor langere tijd actief gemaakt kunnen worden met één druk. Zo moet je de mute knop niet steeds induwen en is het makkelijker om meerdere parts tegelijk te muten. De Volca Beats is vrij eenvoudig in gebruik, maar dat wil niet zeggen dat het een saai toestel is.
20
www.meetmusic.com
cette fonction ajoute l’effet des snares qui produisent le bruit métallique du timbre situé sous la caisse, mais il semble que cet effet est plutôt créé via de la distorsion (distortion/waveshaping) que par l’ajout de bruit, comme c’est par exemple le cas de la 808. Quand on modifie la hauteur du son (pitch), on entend que l’effet snappy présent dans le son change également. Les toms ont un bouton de hauteur séparé, mais leur decay est commun. Par contre, les hihats (pédale charleston) ont chacun leur bouton de decay à part, mais ont en commun un bouton dénommé ‘grain’. Cette fonction ressemble à un bouton de hauteur de son et elle possède un son comparable à celui d’un modulateur en anneaux. Les sons de PCM n’ont qu’un seul paramètre réglable, PCM speed (la vitesse). Cela permet de déterminer la vitesse de lecture des échantillons ; en pratique, cela modifie la longueur et la hauteur de l’échantillon. Cette fonction est très pratique pour créer des sons plus complexes, pleins de fraîcheur. On peut ainsi transformer le clap (battement de mains) d’un grondement sourd en un coup sec haut perché. De la même manière, les claves passent d’un tambour à main grave à un petit “clic”, les clochettes agogo d’un tambour métallique grave à un triangle, et la cymbale crash, d’une hihat à un gong. En plus d’un master volume, il y a aussi un bouton de niveau pour chaque son. Spécifique au Volca Beats, voyons en quoi consiste la fonction stutter. Elle permet de créer des effets semblables à du retard, mais c’est en fait une répétition (retrigger). On peut déterminer le nombre de déclenchements et le temps entre deux d’entre eux via les boutons time et depth. Et via le ruban, nous pouvons choisir d’assigner cet effet de stutter vers une seule piste ou sur toutes celles qui sont actives. Point qui n’est pas sans intérêt pour une boîte à rythmes, notons la fourchette exceptionnelle du tempo : elle va de 56 à 240. Passons au suivant dans la série, le Volca Bass. Ce synthé analogique de basses - dont l’apparence est un clin d’œil vers le Roland TB-303 - dispose de trois VCO (ondes en dents de scie ou carrées). Chacun de ces VCO peut être désactivé et accordé séparément via les trois potentiomètres de la section VCO. Le filtre du Volca Bass, comme celui du MonoTron et du MonoTribe, n’est pas dérivé du filtre du MS-20, mais plutôt de celui d’un autre classique, le Korg 700s. De plus, le module dispose d’un LFO ayant ses propres réglages de vitesse et d’intensité sur le panneau des commandes. Ce LFO est assignable vers la hauteur du son (vibrato), son amplitude (tremolo), et la fréquence de coupure (wahwah). Il y a aussi un générateur d’enveloppe (EG) basique, avec un réglage de vitesse sur les temps d’attaque, de decay et de release, ainsi qu’un réglage d’intensité pour fixer la quantité de modulation du filtre. Il faut bien prendre attention au fait qu’il est impossible de synchroniser ce LFO avec l’entrée de l’horloge MIDI ou le signal SYNC IN. Il y a un seul bouton de volume, les VCO ne peuvent donc pas être réglés séparément, ce qui est dommage. Sur ce module, la fourchette du tempo va également de 56 à 240 BPM. Le dernier de la “bande” est donc le Volca Keys ! Ce synthé analogique à trois voix dispose de six (!!) modes pour l’oscillateur : poly, unisson, octave, quinte, unisson ring et poly ring. Poly parle de lui-même : on peut jouer trois notes en même temps. Unisson : les trois voix sont utilisées et jouent la même note, donc maximum une seule note en même temps. Quand on manipule le bouton Detune de la section VCO, les voix se désaccordent légèrement “autour” de la note jouée. Mode octave : deux voies jouent la même note, et la troisième génère une note à l’octave supérieure. Mode quinte : ici, la troisième voix génère une quinte au dessus de la note jouée. Dans les deux derniers modes décrits, la fonction Detune désaccorde légèrement la note de base et la note supplémentaire. Ces quatre premiers modes ne génèrent que des ondes en dents de scie. Les deux derniers modes partent d’une onde carrée à laquelle est appliqué le modulateur en anneau, et ce tant en mode polyphonique (poly ring) qu’en mode unisson (unison ring). Nous avons ensuite un bouton de portamento et un autre pour que le générateur d’enveloppe puisse moduler la hauteur du son. Sous les modes de l’oscillateur, un autre sélecteur rotatif permet de choisir l’octave du registre : on a le choix entre 32, 16, 8, 4, 2 et 1 pied(s), ce qui représente une très grande étendue. Le filtre est, comme sur le Volca Bass, basé sur celui du Korg 700s, et il peut être modulé par le générateur d’enveloppe. Le Volca Keys possède également un LFO qui peut être assigné à la hauteur du son comme au filtre de coupure. Ici, l’intensité de la modulation est réglable séparément pour chaque destination, ce qui n’était pas le cas sur le Volca Bass. Et ici aussi, la fréquence du LFO va très haut dans le spectre sonore et est donc utilisable pour des sons FM complexes.
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
21
KEYBOARD INSTRUMENTS
Korg Volca Beats, Bass & Keys
Wel in tegendeel! De kick, snare en toms hebben een echte retro klank zoals we die kennen van de Korgs KPR-77 of Roland TR-808, uitgebreid met interessante digitale klanken. Daarbij komt de stutter functie waarme we een delay effect kunnen creëren of een soort sample grain. Ook de PCM speed zorgt voor auditieve veelzijdigheid. Helemaal leuk wordt het wanneer we variaties in stutter depth/time en de PCM speed kunnen opnemen en opslaan en dit per sequence. Deze motion record activeren gebeurt via de ribbon. Ook de Volca Bass laat zich makkelijk bedienen. Het programmeren van patronen is hier gelijkaardig aan de Beats. Per VCO kunnen we hier een aparte lijn opnemen. We kunnen ook VCO 1 en 2 of alle drie te samen dezelfde lijn laten spelen. Ten minste, als we het patroon via de ribbon programmeren. Via MIDI kunnen we de VCO’s niet apart bedienen, wat zeker jammer is. De Bass heeft een groot bereik en beperkt zich niet enkel tot de lage registers. Met de octave knop bepaal je het octaaf waarin je via de ribbon wil spelen. Later, als de lijntjes opgenomen zijn, kan je de VCO nog ontstemmen, eerst per cent en dan per halve tonen tot maximaal één octaaf hoger of lager. De VCO’s zijn last note priority mode. Ze hebben een volle en krachtige klankt en werken prachtig samen met de filter. Die klinkt minder agressief dan de filter van de MS-20, maar heeft een zeer mooi karakter voor bassen. De resonance curve van de filter lijkt me dan weer minder geschikt voor acid lijntjes. Je moet al behoorlijk wat resonance toevoegen om het effect ervan te horen en het duidelijkste van het effect bevindt zich in het laatste stukje van het bereik van de knop. Zo krijg je vaak te weinig en plots te veel effect van de resonance wanneer de EG de cutoff beïnvloedt. Nog een minpuntje in het emuleren van de 303 klank is - net als bij de Beats — het ontbreken van accenten. Wél zeer goed is de mogelijkheid om slide aan te passen op de sequencer via de ribbon, en velocity gevoelig te spelen via MIDI. Is ook dit laatste een oplossing om het gemis aan accenten op te vangen? De LFO heeft een groot bereik en gaat vlotjes tot in het gehoorbereik. Door hem naar de amp of de pitch te sturen, kunnen we aan complexe AM en FM doen, wat het klankenpalet meteen aanzienlijk vergroot. Het is al duidelijk dat de ribbon voor meer gebruikt wordt dan het inspelen of programmeren van patroontjes. Bij de Bass kunnen we, wanneer we de function toest indrukken, via de ribbon volgende zaken instellen: het al dan niet groeperen van de VCO’s (zoals eerder vermeld), bestemming en golfvorm van de LFO, golvorm per VCO, sustain aan/af en of selecteren of de EG ook de amplitude beïnvloedt. Met de laatste vier toetsen op de ribbon kunnen we de slide, active step, een part of alles wissen. Bij de Bass kunnen we via MIDI volgende zaken aanpassen: de slide time; expression; octaaf; LFO hoeveelheid en snelheid; pitch van de VCOs (apart); EG attack, decay/release en hoeveelheid modulatie; en de gate time. De slide en gate time en expression kunnen enkel via MIDI aangepast worden en niet op het toestel zelf. Het is duidelijk dat de Volca Bass veel meer is dan een TB-303 clone of enkel gebouwd is om een 303 te imiteren! Via de ribbon kunnen ook hier acht patronen in real time weggeschreven en opgeroepen worden. De Volca Keys doet qua programming eveneens mee met de Beats en Bass modules. De oscillatoren klinken vol en de detuning kan een heel brede en krachtige sound genereren. Ook de filter klinkt weer mooi, maar lijkt toch anders te klinken dan bij de Volca Bass, hoewel het om dezelfde filter gaat. De modulatiemogelijkheden van de EG en LFO op pitch en filter zorgen voor een brede waaier aan klanken, van eenvoudige leads tot complexe soundscapes. De EG, die standaard op het volume staat, is bovendien capabel om zeer mooie snappy klanken te genereren. De delay valt naar mijn smaak dan wat tegen qua klank: de delaytijd en feedbacklevels zijn ok, maar er zit iets te veel grain of vuil op het signaal. Net als bij de Beats en Bass, heeft de ribbon meer te doen dan enkel noten te registreren. We kunnen steps wissen; de golfvorm van de LFO selecteren uit saw, triangle en square, net als de key trigger synchronisatie in- en uitschakelen. Er zijn ook een paar speciale functies. De tempoinformatie - komende van de tempoknop of via sync/MIDI - wordt behouden, gedeeld door twee of zelfs gedeeld door vier. Dit stelt ons in staat om langere paterns te maken, met langere noten weliswaar, of om complexe partijen eenvoudiger te programmeren. Met de tempo delay functie kan je de delaytijd linken aan het tempo - komende van de tempoknop of via sync/MIDI. Zo kan je ritmische of net aritmische patronen genereren. Step triggering zorgt er dan weer voor dat de EG elke keer wordt geforceerd om opnieuw zijn curve te genereren en dus bijgevolg de modulaties uit te voeren waar hij naast het volume nog gebruikt wordt (pitch en/of cutoff). Dit is enkel mogelijk wanneer de FLUX modus uitgeschakeld is. Wanneer je noten opneemt en je niet
22
www.meetmusic.com
Le Volca Bass dispose du générateur d’enveloppe le plus évolué des trois appareils : il possède des réglages pour le temps d’attaque et de decay / release, et en plus, d’un niveau de sustain que l’on peut adapter. Enfin, nous avons aussi à notre disposition un retard dont nous pouvons régler le temps de retard et le volume du feedback. Bien ... Maintenant que nous avons énuméré toutes les fonctions et les boutons, il est temps de passer à l’écoute de ces mini-synthés pour savoir ce qu’ils valent sur les plans auditif et fonctionnel.
UTILISATION ET PRESTATIONS The Beats, The Bass, The Melody
La programmation de motifs rythmiques sur le Volca Beats peut se faire de différentes manières : via un mode “pas par pas”, en direct en déclenchant des parties via le ruban, ou via l’entrée MIDI. Via MIDI, on peut aussi régler le decay des toms et des hihats, tout comme le grain des hihats, la vitesse des PCM, la profondeur et la durée du ‘stutter’, ainsi que le volume de chaque partie. Un manque évident est l’absence de sensibilité au toucher, de pouvoir mettre des accents pas par pas et sur les parties de batterie, ce qui rend l’appareil moins musical. Peut être peut-on palier ce manque en utilisant le niveau des parties contrôlables via MIDI ? Encore une remarque concernant les niveaux : chaque partie semble ne pas avoir le même niveau. Par exemple, le clap PCM est nettement moins audible que le kick, même quand les deux sont au niveau maximum. Le séquenceur dispose des fonctions de base comme ‘part mute/solo’ et l’activation ou la désactivation des pas. Au total, on peut mémoriser huit motifs rythmiques qui peuvent aussi être chargés en temps réel. Lors de la mise en mémoire, la vitesse PCM est mémorisée par son, mais pas les paramètres des sons analogiques. Les fonctions solo et mute ne sont pas non plus couplées aux motifs individuellement. Pour une utilisation en ‘live’, ce serait bon que le bouton mute puisse être activé pour une longue période via une seule pression. Ainsi, il ne serait plus nécessaire d’appuyer tout le temps et ce serait donc plus facile pour couper plusieurs parties en même temps. Ce Volca Beats est vraiment facile à utiliser, mais cela ne veut pas dire que c’est un appareil ennuyeux, bien au contraire ! La grosse caisse, la caisse claire et les toms ont un vrai son “rétro” comme celui que nous connaissons via le Korg KPR-77 ou le Roland TR-808, avec en prime des sons digitaux intéressants. Là-dessus vient s’ajouter la fonction stutter, qui peut créer une sorte d’effet de retard ou une sorte de ‘sample grain’. Et la vitesse des PCM complète aussi la polyvalence auditive. Cela devient vraiment amusant quand on introduit des variations dans le temps et la profondeur du stutter, ainsi que dans la vitesse des PCM, qu’on les enregistre et ce, par séquence. Pour activer ce ‘motion record’, on a recours au ruban. Le Volca Bass est lui aussi facile d’emploi. La programmation des motifs est semblable à celle du Volca Beats. Ici, nous pouvons enregistrer une partie séparée par VCO. Mais on peut également faire jouer aux VCO 1 et 2, ou même, aux trois VCO, la même partie. Du moins, quand on programme le motif via le ruban. Car via MIDI, on ne peut pas piloter les VCO séparément, ce qui est d’ailleurs dommage. Le Volca Bass a un registre très étendu et ne se limite pas aux registres graves. Grâce au bouton d’octave, on définit dans quelle octave on veut jouer via le ruban. Plus tard, quand les parties sont enregistrées, on peut encore désaccorder le VCO, d’abord par cent, ensuite par demi-ton, et même par octave, vers le grave ou vers l’aigu. Les VCO sont en mode ‘last note priority’. Ils ont un son plein et puissant, et ils fonctionnent bien en corrélation avec le filtre. Le son est moins agressif que celui du MS-20, ce qui lui confère un très bon son pour des basses. La courbe de résonance du filtre me paraît moins adaptée pour des lignes “acides”. Il faut déjà injecter pas mal de résonance pour entendre l’effet, et l’endroit où cet effet est le plus clair se trouve vraiment dans la dernière partie de la course du bouton. Du coup, on a souvent trop peu, puis trop d’effet de résonance quand le générateur d’enveloppe influence le filtre de coupure. Un autre point négatif dans l’émulation des sons du 303, c’est - comme pour le Volca Beats l’absence d’accents. Par contre, un très bon point, c’est d’adapter le slide sur le sequencer via le ruban, et d’avoir accès à un toucher “sensible” via MIDI. Est-ce aussi une solution pour palier le manque d’accents ?
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Korg Volca Beats, Bass & Keys
pro • analoog • klank • mobiel • krachtig en veelzijdig voor hun grootte • prijs
• La technologie analogique • Le son • La facilité de transport • La puissance et la polyvalence en regard de la taille • Le prix
• beats: accent ontbreekt, onderlinge volumes • bass: accent ontbreekt, geen aparte levels per VCO • keys: hoge noise floor en beetje gritty delay
• Les beats : pas d’accent, et écart entre les volumes • Les basses : pas d’accent, et pas de niveaux séparés par VCO • Les keys : niveau de bruit élevé et retard un peu “sale”
contra
mooi op de steps speelt, zal de module je gespeelde noten quantisen naar de dichtstbijgelegen step. Deze quantisatie is echt niet destructief, d.w.z. wanneer FLUX ingeschakeld staat, dan zal deze de quantisatie omzeilen en de noten laten horen zoals ze exact gespeeld zijn. De EG wordt dus ook enkel getriggerd bij elke noot die gespeeld is. Het kan erg leuke effecten geven om live tussen de twee te schakelen. Tot slot is er de mogelijkheid om een metronoom aan te zetten als guide wanneer je geen tempoinformatie hebt van andere instrumenten. Ook bij de Keys kan je, wat had je anders gedacht, acht patronen wegschrijven en laden. De Volca Keys is duidelijk het meest complete instrument qua modulaties en functies. Ook qua MIDI mogelijkheden gaat hij verder dan zijn twee collega’s. Zo kunnen we hier volgende parameters aanpassen: portamento tijd, expression, voice modus, octaaf, detune amount, hoeveelheid modulatie van de EG op de pitch, cutoff, hoeveelheid modulatie van de EG op de cutoff, LFO snelheid en hoeveelheid modulatie naar de cutoff en de pitch, EG attack en decay/release tijden, EG sustainlevel, en tot slot de delaytijd en feedbacklevel. Met andere woorden, bijna elke parameter die aanwezig is op het voorpaneel! Naast dit alles is hij ook velocity gevoelig. Als je dacht dat dit alles was... Korg heeft op de Volca Keys ook een motion recorder gezet, maar niet zoals bij de Beats voor drie parameters... Neen. Bij de Volca Keys kan je de beweging van elke parameter die voorzien is, met een doorschijnende draaiknop (met uitzondering van het tempo) mee opnemen op de sequence! De auditieve mogelijkheden zijn gigantisch!!
BUDGET
De Volca reeks kan al van jou zijn voor een kleine €140 per toestel. Voor analoge klankmodules, gelet op de klank en de mogelijkheden, is dit zeker niet overdreven!
BESLUIT
Korg is er weer in geslaagd om kleine, compacte, maar complete instrumenten te maken. De Volca Beats is een zeer complete ritmebox, met krachtige analoge klanken en originele PCM sounds en een zéér muzikaal stuttereffect. De Volca Bass is een klein basmonstertje, met een zeer warme filter die bovendien het nodige lawaai kan maken. De Volca Keys lijkt een eenvoudige polyfone synth, maar onder de motorkap zit een enorme verscholen kracht aan modulaties en controlemogelijkheden. Er zijn natuurlijk nog opmerkingen of zaken die we graag anders zouden zien, en die misschien mogelijk zijn via een eenvoudige software update. Maar we mogen niet vergeten dat we het hebben over volledig analoge instrumenten met een professionele klankkwaliteit, voor een erg lage prijs. Ze zijn perfect als eerste drumcomputer of synth, maar daarnaast ook 100% inzetbaar in professionele situaties, studio of live. Als Korg luistert naar de fans en misschien hier en daar wat kleine zaken aanpast, is de Volca reeks voor mij alvast bijna niet te kloppen. En bovendien zou Korg Korg niet zijn als ze ook nu weer de mensen die mods willen maken een handje zouden helpen en op de printplaten patch puntjes voorzien en labelen. Als we de lijn bekijken die Korg gemaakt heeft met zijn analoge revival: Monotron, Monotribe, MS-20 mini en nu Volca series, dan kijk ik zeer hoopvol uit naar de toekomst. Ik hoop op meer van dit moois en ben zeer benieuwd waar we gaan uitkomen! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
KEYBOARD INSTRUMENTS
Le LFO possède un large registre et va rapidement vers le domaine des sons audibles. Qu’il influence l’ampli ou la hauteur du son, nous pouvons nous lancer dans des sons AM et FM complexes, ce qui, immédiatement, élargit fortement la palette des sons disponibles. Il devient très clair que le ruban est plus utilisé que simplement pour l’élaboration ou la programmation des motifs. Sur ce module de basses, quand la touche de fonction est enfoncée, le ruban peut faire différentes choses : grouper ou pas les VCO (comme expliqué plus haut), définir l’assignation et la forme d’onde du LFO, la forme d’onde par VCO, mettre le sustain en ou hors service, et définir si le générateur d’enveloppe influence l’amplitude. Via les quatre dernières touches du ruban, on peut désactiver les fonctions slide, active step, une ou toutes les parties. Sur le Volca Bass, nous pouvons aussi adapter une série de paramètres via MIDI : la vitesse du slide, l’expression, l’octave, la proportion et la vitesse du LFO, la hauteur des VCO (chacune séparément), l’attaque et le decay / release du générateur d’enveloppe, la proportion de modulation, et le ‘gate time’. Slide, gate time et expression ne peuvent être modifiés que via MIDI, mais pas via l’appareil lui-même. Il est évident que le Volca Bass est bien plus qu’un simple clone du TB-303 et qu’il n’a pas été construit juste pour imiter le 303 ! Via le ruban, on peut aussi effacer ou rappeler huit motifs en temps réel. Au niveau de la programmation, le Volca Keys peut aussi être associé aux deux autres modules. Les oscillateurs ont un son plein et la fonction Detune peut générer un son très large et puissant. Le filtre a lui aussi un joli son, mais il a l’air de “sonner” autrement que sur le Volca Bass, bien qu’il s’agit pourtant du même filtre. Les possibilités de modulation du générateur d’enveloppe et du LFO sur la hauteur du son et le filtre fournissent un large éventail de sons allant de simples ‘leads’ à des “nappes sonores” complexes. De plus, le générateur d’enveloppe, qui est assigné par défaut au volume, est capable de générer de très bons sons, pleins d’attaque. A mon sens, le son du delay n’est pas extraordinaire : le temps de retard et les niveaux de feedback sont ok, mais il y a trop de grain ou de “salissure” dans le signal. Tout comme sur les deux autres modules, le ruban sert à beaucoup plus de choses que d’enregistrer des notes. On peut effacer des pas, sélectionner la forme d’onde du LFO (dents de scie, triangulaire ou carrée), ainsi qu’enclencher ou couper la synchronisation de la ‘key trigger’. Il y a aussi quelques fonctions spéciales. L’information sur le tempo, qui vient du bouton de tempo ou via SYNC / MIDI est conservée, divisée par deux, ou même par quatre. Cela nous permet de créer des motifs plus longs, il est vrai, avec des notes plus longues, ou encore de programmer des parties complexes de façon plus simple. Grâce à la fonction ‘tempo delay’, on peut lier le temps de retard au tempo, qui vient du bouton de tempo ou via SYNC / MIDI. On peut ainsi créer des motifs rythmiques ou presque arythmiques. Le ‘step triggering’ permet de forcer le générateur d’enveloppe à refaire sa courbe chaque fois, ce qui a pour conséquence de provoquer des modulations là où il est utilisé en plus du volume (pitch et/ou cutoff). Cela est seulement possible quand le mode FLUX est désactivé. Quand on enregistre des notes sans bien respecter les temps, le module va les “quantiser” pour les remettre en place, selon le temps le plus proche. Cette quantisation n’est pas destructrice, autrement dit, quand le FLUX est actif, il va “contourner” la quantisation et reproduire les notes exactement comme elles ont été jouées. Le générateur d’enveloppe ne sera donc lui aussi déclenché que par chaque note qui est jouée. Cela peut donner des effets amusants de passer de l’un à l’autre en direct. Notons enfin la possibilité d’activer un métronome comme guide quand on n’a pas d’information de rythme venant d’autres instruments. Le Volca Keys permet aussi - mais comment aurait-il pu en être autrement ! - d’effacer et de charger huit motifs différents. Le Volca Keys est clairement l’instrument le plus complet en termes de modulations et de fonctions. Au niveau des possibilités MIDI, il va aussi plus loin que les deux autres modules : vitesse du portamento, expression, mode voix, octave, proportion de Detune, proportion de modulation du générateur d’enveloppe sur la hauteur du son, proportion de modulation du générateur d’enveloppe sur la fréquence de coupure, vitesse du LFO et quantité de modulation vers la fréquence de coupure et la hauteur du son, vitesse de l’attaque et du decay / release du générateur d’enveloppe, ainsi que niveau de sustain de ce dernier, et enfin, temps de retard et niveau de feedback. En d’autres termes, il s’agit de pratiquement tous les paramètres qui sont présents sur le panneau des commandes ! Et en plus de tout cela, il est aussi sensible au toucher. Et si vous pensiez que tout était dit ... Korg a aussi installé un “motion recorder” sur le Volca Keys, mais pas, comme sur le Volca Beats, pour trois paramètres ... Non. Sur le Volca Keys, on peut enregistrer sur la séquence le mouvement de chaque paramètre (à l’exception du tempo) via un bouton rotatif transparent. Les possibilités auditives sont gigantesques !!
BUDGET
Chaque appareil de la série Volca coûte 140 euros. Pour des modules sonores analogiques, étant donné la qualité du son et les possibilités, le prix n’est certainement pas exagéré !
CONCLUSION
Korg a de nouveau réussi à créer des instruments petits, compacts, mais néanmoins complets. Le Volca Beats est une boîte à rythmes très complète, dotée de sons analogiques puissants, ainsi que de sons PCM originaux et d’un effet de ‘stutter’ très musical. Le Volca Bass est un petit monstre en matière de basses, avec un filtre plein de chaleur, et qui en plus, il est à même de faire un fameux boucan ! Quant au Volca Keys, il ressemble à un simple synthé polyphonique, mais sous son capot se dissimule une puissance énorme en termes de modulations et de possibilités de contrôle. Naturellement, il y a des remarques concernant certains points que nous aurions voulu voir traités d’une autre manière, et qui peut-être, sont encore possibles via une simple mise à jour du software. Mais il ne faut pas oublier que nous avons affaire à des instruments totalement analogiques, dotés d’une qualité sonore de niveau professionnel et d’un prix très modeste. Ils seront parfaits en tant que “première” boîte à rythme ou “premier” synthé, mais par la suite, ils resteront parfaitement utilisables dans le cadre de prestations professionnelles, tant en studio que sur le podium. Si Korg écoute ses adeptes et que peut-être, il adapte ici et là quelques détails, selon moi, la série Volca est presqu’imbattable ! Et en plus, Korg ne serait pas Korg s’il ne donnait pas un coup de main et qu’il n’avait pas prévu des solutions de rechange au bénéfice de ceux qui voudraient faire des modifications. Si nous regardons en perspective la gamme que Korg a produite dans le cadre de son ‘analog revival’ - Monotron, Monotribe, MS-20 mini et maintenant, la série Volca -, je suis plein d’espoir par rapport au futur : j’espère voir encore arriver d’aussi belles réalisations, et je suis très curieux de voir jusqu’où cela va nous mener ! MMM
www.meetmusic.com
23
HILITES
GODIN
IK MULTIMEDIA
MOOG
TC ELECTRONIC
De nieuwe BG Combo Series is een reactie op het succes van de BG250 bass combo vorig jaar. De nieuwe reeks focust zich op draagbaarheid, bespeelbaarheid en klank. Er zijn vier verschillende combo’s beschikbaar die enkel verschillen op vlak van hun speakerconfiguraties. Ze leveren o.a. allemaal 250 Watt aan power, hebben een ingebouwde tuner en een TonePrint functionaliteit. Een ander nieuwtje bij TC Electronic is het Hall Of Fame Mini Reverb pedaal. Dit hebbeding is de opvolger van hun originele Reverb pedaal. De Mini Reverb is simpel, klein en beschikt over de klassieke reverb sounds en TonePrint functionaliteit van het merk. www.tcelectronic.com
WASHBURN
MMM
24
www.meetmusic.com
MOOG
La famille Minifooger Analog Effects est une série de pédales à effets compactes et conviviales pour guitare et basse. Il y en a cinq en tout: les MF Drive, MF Boost, MF Delay, MF Ring et MF Trem. Toutes sont analogiques à 100% et fabriqués à la main dans l’usine Moog aux USA. Non seulement, ces pédales sont faciles à utiliser, mais elles sont également abordables. Vous pouvez voir des clips dans lesquels des artistes connus expérimentent avec cette nouvelle famille! www.moogmusic. com
TC ELECTRONIC
Les nouvelles BG Combo Series sont une réaction au succès du combo basse BG250 l’année dernière. La nouvelle gamme se concentre sur la portabilité, la facilité d’utilisation et le son. Quatre combos sont livrables, les seules différences se situant dans la configuration des haut-parleurs. Tous ont une puissance de 250W, un accordeur intégré et la fonctionalité TonePrint. Une autre nouveauté chez TC Electronic est la pédale Hall Of Fame Mini Reverb. Ce petit bijou succède à la pédale Reverb originale de TC. La Mini Reverb est simple, petite et dispose des sons de reverbération classiques et de la fonctionalité TonePrint propre à la marque. www.tcelectronic.com
WASHBURN
Deux nouveautés chez Washburn Guitars! Tout d’abord la WI40NM, qui rejoint la série Idol, des guitares électriques massives. La quincaillerie entièrement noire (avec entre autres un chevalet “tune-omatic” et des mécaniques Grover 18:1) complémente avec élégance l’acajou et l’érable qui caractérisent cette guitare. De plus, l’électronique utilisée fait que cette gui- tare est aussi à l’aise dans le rock, en solo, qu’en jazz et rythmique. Une guitare polyvalente, en somme! Puis, il y a la M117SW, une mandoline à double cutaway en pointes. Cet instrument est construit avec des essences magnifiques, tel l’érable à flammes massif, et le spruce tout aussi massif. Non seulement, la M117SW est très belle, elle est également assez solide pour vous accompagner en tournée! www.washburn.com MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
Washburn WI40NM
Twee nieuwigheden bij Washburn Guitars! Eerst hebben we de WI40NM, een toevoeging aan de Idol reeks van solid body gitaren. De volledig zwarte hardware (met o.a. een “tune-o-matic” brug en Grover 18:1 tuners) van deze gitaar past perfect bij het mahonie en de esdoorn waaruit de gitaar is opgetrokken. Daarnaast zorgen de elektronica ervoor dat de WI40NM zowel geschikt is voor rock en solo’s, als voor jazz en rhythmklanken. Een veelzijdige gitaar dus! En dan is er nog de M117SW, een nieuwe 2-point double cutaway mandoline. Voor dit instrument werden prachtige houtsoorten gebruikt, zoals massief gevlamd esdoorn en massief sparrenhout. De M117SW is niet alleen opvallend, maar ook nog eens sterk genoeg om mee te touren! www.washburn.com
L’iRig BlueBoard d’IK Multimedia est dès à présent disponible dans le monde entier. Ce pédalier MIDI sans fil pour iPhone, iPad et Mac donne aux guitaristes, bassistes, vocalistes et claviéristes le contrôle mains-libres sur leurs apps. L’iRig BlueBoard fonctionne, comme son nom le fait sous-entendre, par bluetooth. Ce pédalier permet donc aux musiciens de contrôler plusieurs paramètres MIDI de leurs apps musicales, comme par exemple allumer/éteindre des effets, régler le volume, etc. www.ikmultimedia.com
TC Electronic HOF Mini Reverb
De Minifooger Analog Effects familie is een reeks compacte en gebruiksvriendelijke stompboxen voor gitaar en bas. In totaal zijn er vijf exemplaren: de MF Drive, MF Boost, MF Delay, MF Ring en MF Trem. Elk pedaal werkt 100% analoog en werd handgemaakt in Moog’s fabriek in de Verenigde Staten. De pedalen zijn niet alleen makkelijk in gebruik, maar ook nog betaalbaar. Online kan je meteen enkele filmpjes bekijken waarin bekende artiesten met deze nieuwe reeks experimenteren! www.moogmusic.com
IK MULTIMEDIA
TC Electronic BG250
Het iRig BlueBoard van IK Multimedia is vanaf nu wereldwijd beschikbaar. Dit draadloze MIDI pedalboard voor iPhone, iPad en Mac zorgt ervoor dat zowel gitaristen als bassisten, vocalists en keyboardspelers hands-free controle krijgen over hun apps. Het iRig BlueBoard werkt, zoals de naam al doet vermoeden, via bluetooth. Met dit pedalboard kunnen muzikanten binnen hun muziekapps verschillende (MIDI-)parameters besturen, zoals stompbox effecten aanen uit zetten, het volume aanpassen, etc. www. ikmultimedia.com
GODIN
Mettez votre créativité à l’épreuve, car Godin organise un concours avec lequel vous pouvez gagner une superbe collection de leurs guitares. Que devez-vous faire? Composez de la musique, et envoyez-la à Godin avant le 15 mars 2014. Ce n’est pas une mince affaire, mais le prix en vaut la chandelle! Pour toutes les infos, rendez-vous de ce pas sur la page du concours, www.godinguitars.com/playthisad.htm
Moog MiniFooger Delay
Haal je creatieve kant maar naar boven, want Godin organiseert een wedstrijd waarbij je een prachtige collectie van hun gitaren kan winnen. Wat moet je hiervoor doen? Een eigen stukje muziek componeren en het voor 15 maart 2014 opsturen. Geen makkelijke opdracht, maar de prijs is niet van de minste! Voor alle nodige info kan je terecht op hun wedstrijdpagina, www.godinguitars.com/playthisad.htm
IK Multimedia iRig BlueBoard
Hilites
SOUND
MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
PRO
&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ
November 2013 Novembre 2013
GRATIS
GRATUIT
Proel V12A
Dynacord
Vertical Array TS 100 TS 200
KRK Rokit 8 G3
BST
ACTIV-218
Briteq POWERPIXEL4-RGB