MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
Nr.300
26e jaargang - December 2013 26ième année - Décembre 2013
GRATIS
GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX
Palmer FAB 5
Yamaha TRBX 504
Ludwig
Schecter
Synyster Gates Deluxe Casio Privia Pro PX-5S
Keystone
INHOUD - SOMMAIRE p.4
GUITAR Schecter Synyster Gates Deluxe
electric guitar ............................................................ 4
p.14
Palmer FAB 5
all-tube guitar combo................................................ 9
BASS Yamaha TRBX 504
bass guitar .............................................................. 14
p.16
DRUMS & PERCUSSION Ludwig Keystone
drums set ................................................................ 16
KEYBOARD INSTRUMENTS Casio Privia Pro PX-5S
p.9
stage piano ............................................................... 18
p.18
HILITES ............................................................. 22
MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele
De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden. La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com
Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com
Redactie/Rédaction: Hans Ijzerman Jean-Philippe Komac Stéphane Landtmeters Stijn Deldaele Tim Van Roy
Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com
Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Michel Noach Thierry Stiévenart
www.meetmusic.com
ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
Firma/Firme..................... blz/page
MEET MUSIC MAGAZINE
Peavey....................................11
PRO SOUND & LIGHT
RSL.........................................13
Alhambra Guitarras ................15
Roland ....................................13
ADJ .........................................25
SAE ........................................23
EMD..........................................5
Sound Service ..........................7
Beglec.....................................15
Sound 7 ..................................25
EMP ........................................10
The Roadhouse ......................12
Heuff .......................................17
Studio Factasy........................24
Highlite International.................2
Teac/Tascam.............................9
Fentex.....................................23
Track Muziekcentrum Kortrijk ...8
Lotronic ...................................21
Teac/ART ..................................8
Kawai ......................................21
Voerman ..............................2,19
Mafico .......................................5
Titan ........................................19
M Works .................................23
....................................................
RCF ........................................11
....................................................
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
www.meetmusic.com
3
Schecter Synyster Gates Deluxe
GUITAR
Schecter
Synyster
Gates Deluxe
ELECTRIC GUITAR
Het winteruur is daar weer, de dagen worden korter en de nachter langer (en vooral veel kouder). Hoewel het niet voor iedereen de favoriete periode van het jaar is, voelt onze testkandidaat van vandaag zich uitermate goed thuis in al die somberheid. Wat wil je ook, met een dreigende naam als “Synyster Gates Deluxe”. De gitaar is zwarter dan zwart en alle mogelijke kenmerken vragen duidelijk om één ding: scheuren met die handel!
ALGEMEEN Concept
Synyster Gates is, voor wie de artiest in kwestie niet zou kennen, de gitarist van Avenged Sevenfold. Deze succesvolle rock/metal-band speelt al enkele jaren de pannen van het dak over de hele wereld. De gitaristen van de band krijgen daarom al wel eens de kans om hun eigen model te ontwerpen. In het geval van Mr. Gates was het resultaat een reeks van signature gitaren bij Schecter, waarvan de Deluxe de laatste nieuwe versie is. We kunnen alvast verklappen dat deze Deluxe de goedkopere (en Aziatisch geproduceerde) versie van het Synyster Gates model moet worden!
TIM VAN ROY Une fois de plus, l’heure d’hiver est de retour, les jours raccourcissent, les nuits s’allongent, et surtout, elles sont beaucoup plus froides. Bien que ce ne soit pas la période de l’année préférée pour beaucoup de gens, la candidate qui subit notre test aujourd’hui se sent parfaitement à l’aise dans les atmosphères sombres... Pas étonnant, direz-vous avec un nom pareil: la “Synyster Gates Deluxe” (= les “portes sinistres de luxe” en français!). Cette guitare est “noir de chez noir”, et toutes ses caractéristiques ne sont clairement orientées que pour atteindre un seul objectif: c’est une “machine à hurler”!
Toebehoren/Opties
We beginnen, zoals altijd, met hoe de gitaar op onze drempel belandde. In dit geval zat de Synyster Gates Deluxe in een kartonnen doos. Geen draagtas, koffer of flightcase te bespeuren. Binnenin vinden we enkel de nodige info, een paar extra onderdelen (zoals een extra veer voor de tremolo) en wat klein gereedschap om de gitaar bij te regelen. Geen grote verrassingen dus!
Imago
Schecter (de volledige naam is trouwens Schecter Guitar Research) is een merk dat al bijna 40 jaar bestaat en overal waar het beschikbaar is, een uitstekende reputatie heeft opgebouwd. We zeggen “waar het beschikbaar is”, omdat gitaren van het merk aanvankelijk maar met mondjesmaat de weg naar onze contreien vonden. Gelukkig is dat nu verleden tijd en kunnen we over zowat eender welke Schecter-gitaar beschikken die we willen. Terwijl het merk vroeger wat breder georiënteerd was (wie herinnert zich de Schecter stratocasters van Mark Knopfler nog?) trekt het de kaart van de merk de laatste jaren overtuigend rock- en metal.
GÉNÉRALITÉS
Concept
Pour ceux qui ne connaissent pas l’artiste dont il est question, Synyster Gates, c’est le guitariste d’Avenged Sevenfold. Ces musiciens à succès, dignes représentants du rock et du métal, jouent comme des dieux dans le monde entier depuis déjà quelques années. C’est pourquoi les guitaristes du groupe ont eu la chance de pouvoir concevoir leur propre modèle. Dans le cas de M. Gates, le résultat se présente sous la forme d’une série de guitares construites par Schechter, la dernière version en date étant la Deluxe. Nous pouvons déjà vous dévoiler que cette Deluxe est la version la plus abordable (car produite en Asie) des modèles Synyster Gates.
Afwerking
Een eerste blik op de Synyster Gates Deluxe levert meteen enkele zekerheden op… Deze gitaar ga je niet gebruiken om jazz te spelen! De curves van de gitaar schreeuwen rockmuziek, terwijl er toch ook enkele elegante features aanwezig zijn, zoals het gewelfde bovenblad. Fouten, klein of groot, zien we niet meteen bovenkomen en ook alle hardware doorstaat de eerste tests met gemak.
Garantie
Accessoires/Options
Eén jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.
Comme toujours, nous commencerons par examiner dans quelles conditions cet instrument se trouvait lorsqu’il a franchi mon seuil. Dans le cas présent, la Synyster Gates Deluxe était dans une boîte en carton. Pas la moindre trace de housse, de coffre, et encore moins de flight case! A l’intérieur de la boîte, on trouve les infos utiles, quelques pièces supplémentaires, comme un ressort en plus pour le tremolo, ainsi que le petit matériel habituel pour régler la guitare. Rien de surprenant, donc...
BOUW
Kop/Hals
Schecter laat weten dat de hals en stemkop van de Synyster Gates Deluxe werden vervaardigd uit maple. We kunnen dit niet zelf nachecken, gezien het geheel (op de toets na) werd afgewerkt met een ondoorzichtige zwarte laklaag en we van het gebruikte hout dus niets zien. Wat wel meteen opvalt, is de “Devil”stemkop van de gitaar, een kenmerk dat alle Synyster Gates-modellen delen. De hals van de gitaar heeft de perfecte metal-afmetingen: het profiel start als een stevige C en vlakt uit naar de nekhiel toe. De hals wordt trouwens op de body vastgeschroefd, wat een andere constructiemethode is dan bij de andere (duurdere) Synyster Gates-modellen. Daar wordt de hals immers in de body gekleefd.
Toets
De toets van de Synyster Gates Deluxe is het enige houten onderdeel aan deze gitaar dat niet volledig in zwarte lak werd gedoopt. En gelukkig maar, want we krijgen een mooi stuk rosewood (palissander) voorgeschoteld. De toets is voorzien van Gothisch geïnspireerde kruis-inlays,
4
www.meetmusic.com
Image
Schechter, dont le nom complet est en fait Schecter Guitar Research, est une marque qui existe déjà depuis bientôt 40 ans, et partout où elle est disponible, elle s’est forgée une excellente réputation. Nous précisons ‘où elle est disponible’, car au départ, les guitares de la marque arrivaient chez nous au compte-gouttes. Heureusement, à l’heure actuelle, c’est du passé, et nous pouvons acquérir n’importe quel modèle de la gamme Schechter. Alors que dans un premier temps, la marque avait une orientation plus “généraliste” - qui se souvient encore des Stratocasters Schechter de Mark Knopfler? -, ces dernières années, elle a joué - avec un succès retentissant! - la carte du rock et du métal.
Finition
Un premier coup d’oeil sur cette Synyster Gates Deluxe révèle déjà quelques certitudes... comme le fait qu’on n’utilisera jamais cet instrument pour jouer du jazz, par exemple! Les courbes de cette guitare “transpirent” le rock “hurlant” (ou “hurleur”?). A cela viennent s’ajouter quelques caractéristiques élégantes, comme la table d’harmonie bombée. Des défauts, évidents ou discrets, ne se remarquent pas d’emblée, et tous les composants présents passent les premiers tests facilement.
Garantie
Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.
CONSTRUCTION Tête / manche
Schechter annonce que le manche et la tête de la Synyster Gates Deluxe sont en érable. Il nous est impossible de vérifier cette affirmation, étant donné que le tout - à part la touche! - est recouvert d’un vernis noir opaque: on ne peut donc pas voir le bois lui-même. Par contre, ce qui saute aux yeux, ce sont les “cornes” de la tête, en forme de “diable” donc, une caractéristique partagée par tous les modèles Synyster Gates. Le manche de la guitare possède les mensurations idéales pour un instrument dédié au métal: son profil commence par un ‘C’ bien marqué et s’aplatit progressivement en allant vers le talon. D’ailleurs, notons qu’il
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
Schecter Synyster Gates Deluxe
GUITAR
terwijl de zijkant van de hals de standaard stippen toont (op de, gelukkig maar, standaard plaatsen). Je krijgt 24 jumbo frets onder je vingers geschoven. En als ze bij Schecter “jumbo” zeggen, dan menen ze dat ook. Deze frets zijn hoog én breed, waardoor je vingers bijna geen hout meer raken. Je vliegt over deze gitaar op en neer zonder de minste wrijving of hindernis. En dat is precies wat zo goed als elke metalgitarist zoekt in een gitaar!
Body
De Synyster Gates Deluxe heeft in sommige opzichten de stereotype body van een metalgitaar… En op andere vlakken dan weer helemaal niet. We hadden allemaal een zwarte gitaar verwacht (of ze nu glanzend of mat is afgewerkt) en ook de eerder puntige styling hebben we al wel eerder gezien in dit genre, ondanks het feit dat dit body-ontwerp wel degelijk uniek is voor Schecter. Wat we niet verwacht hadden, was de mooie gewelfde top. Dit kenmerk is veelal weggelegd voor gitaren met een doelgroep die meer voor klasse en elegantie kiest, en minder voor de ruwe kracht van een metalgitaar. Hoe dan ook, het staat de Synyster Gates fantastisch en is zonder enige twijfel een groot pluspunt. Ook hier kunnen we door de zwarte laklaag niet zien uit welk hout de body is opgetrokken. Maar afgaande op de akoestische klank én het gewicht van de gitaar, lijkt mahonie ons de meest logische keuze.
HARDWARE & ELEKTRONICA Stemmechanieken
De tuners op de Synyster Gates Deluxe werden gemaakt bij Schecter zelf, maar hiervoor werden duidelijk hoge eisen opgelegd. Alles werkt volledig zonder speling en met een heel aangename en gelijke actie. Je gitaar met deze mechanieken stemmen, is een fluitje van een cent. Maar zelfs dat is niet voldoende: je krijgt immers ook een locking tremolo...
Brug
... wat wil zeggen dat de brug is voorzien van fijnstemmers. Je gaat de gitaar dus “ongeveer” juist stemmen, dan de locking nut dichtschroeven en vervolgens nog de laatste aanpassingen doorvoeren via de fijnstemmers op de zwevende tremolo. Voor deze tremolo heeft men trouwens beroep gedaan op de specialist terzake: Floyd Rose. Neen, het is helaas geen “echte” Floyd Rose, maar een “Floyd Rose Licensed”. Men houdt van bij het moederbedrijf een oogje in
s’agit d’un manche vissé, une autre méthode de construction que celle utilisée sur les autres modèles - les plus chers! - Synyster Gates: en effet, sur ces modèles, le manche est enchâssé et collé dans le corps (set neck).
Touche
La touche de la Synyster Gates Deluxe est la seule pièce en bois sur cette guitare à ne pas être occultée par le vernis noir opaque déjà évoqué. Et c’est une très bonne chose, car il s’agit d’une très belle pièce de palissandre. La touche est décorée d’incrustations en forme de croix, d’inspiration gothique, tandis que sur le côté du manche, les repères habituels, en forme de point, sont présents, et fort opportunément, aux emplacements habituels. Sous les doigts, on dispose de 24 frettes de type jumbo. Et quand on parle de ‘jumbo’ chez Schechter, c’est vraiment cela: ces frettes sont à la fois hautes ET larges! Du coup, les doigts ne touchent pratiquement plus le bois lui-même! Sur cette guitare, on “valse” d’un bout à l’autre du manche sans ressentir la moindre friction: pas le moindre obstacle à l’horizon... et c’est précisément ce que recherche pour ainsi dire tout amateur de métal qui se respecte dans une guitare!
Corps
Sous certains aspects, la Synyster Gates Deluxe est le stéréotype même de la guitare dédiée au métal... mais envisagée sous d’autres points de vue, ce n’est pas du tout le cas. On s’attendait tous à une guitare noire, soit brillante, soit matte ; la forme générale, à angles très vifs, est aussi un classique de ce genre. Ceci dit, recourir à une telle conception du corps est assez rare chez Schechter. Mais ce que nous n’attendions pas, c’est une magnifique table d’harmonie bombée: cette caractéristique est beaucoup plus l’apanage des guitares destinées à un groupe cible plus porté sur la classe et l’élégance, et non pas sur la puissance brute d’une g uitare de métal. Quoi qu’il en soit, cela va à ravir à cette Synyster Gates, et c’est, sans le moindre doute, une plus-value de tout premier plan. Ici aussi, il est imposd e voir à travers le vernis noir de quelle essence de sible bois il s’agit. Cependant, en analysant le son acoustique, ainsi que le poids de la guitare, l’acajou nous paraît le choix le plus vraisemblable.
ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE
Mécaniques Les clefs
de la Synyster Gates Deluxe ont été usinées par la firme elle-même, mais il est clair que la barre a été placée très haut: tout fonctionne parfaitement, sans le moindre jeu, et avec une résistance aussi a g r é a b l e qu’uniforme. Accorder sa guitare avec ces mécaniques se fait en un clin d’œil! Mais cela n’est apparemment pas suffisant pour Schechter: en “prime”, on a droit à un tremolo
het zeil, maar de productie wordt elders doorgevoerd. Gelukkig heeft dat allemaal geen al d i g te zware gevolgen voor de kwaliteit: de tuners doen aarhun werk en de tremolo laat alle moge lijk e extreme trucs toe die je met een dergelijke tremolo wil gaan proberen. Van de diepste duikbommen tot de hoogste “harmonic squeals”, deze gitaar blijft perfect gestemd!
SPEELCOMFORT Ergonomie
Het handigste aan het bespreken van een metalgitaar, is dat je weet dat het onderdeel “speelcomfort” steeds snel bekeken is… Zowat alles aan deze instrumenten staat immers in functie van zo vlot mogelijk spelen. En dat is ook nu geen uitzondering. D e Synyster Gates Deluxe ligt aangenaam in de schoot en laat zich ook rechtstaand vlot bespelen. Hou er wel rekening mee dat die mahonie body een bepaald gewicht met zich meebrengt, iets wat je rechtopstaand wel eens snel zou kunnen voelen.
Actie
De actie was, bij aankomst van de gitaar, zo laag afgesteld als maar kon. Naar mijn smaak zelfs té laag, maar daar zal menig metalgitarist mij wel snel mee uitlachen. Het mist zijn doel niet: noten springen bij wijze van spreken uit de gitaar van zodra je vingers in de buurt komen. Alle snelheids-technieken, zoals lange legato-passages of tappinglicks, rollen zonder enige vorm van weerstand uit het instrument.
Kleur
Laten we meteen beginnen met te stellen dat Synyster Gates een uitzondering is in zijn vak-
pro • La construction, impeccable • Le réglage, parfait • Les micros, au champ très large • Pour une fois, pas d’électronique active!
contra • Geen passende draagtas of koffer
6
... ce qui veut dire que le chevalet est équipé d’accordeurs de précision. Avec les clefs de la tête, il faut donc juste accorder la guitare “à peu près”, puis bloquer le sillet de tête, et ensuite, effectuer le ‘fine tuning’ via les petits accordeurs présents sur le tremolo flottant. Pour ce tremolo, Schechter s’est d’ailleurs tourné vers le spécialiste dans ce domaine: Floyd Rose. Eh non, ce n’est hélas pas un “vrai” Floyd Rose, mais plutôt un ‘Floyd Rose Licensed’. L’entreprise mère garde constamment un œil les choses, mais la production se fait autre part. Heureusement, cela n’a pas trop de conséquences sur la qualité: les petits accordeurs font bien leur boulot et le tremolo donne accès à tous les effets extrêmes que l’on peut obtenir avec un tel dispositif: cela va du largage de bombes aux sons les plus graves, jusqu’aux “diableries harmoniques” les plus aiguës, et malgré ces “excès”, cette guitare reste parfaitement accordée!
CONFORT DE JEU Ergonomie
KLANKKWALITEIT
• Uitstekend gebouwd • Perfect afgesteld • Breed opnameveld pickups • Een keertje geen actieve elektronica!
autobloquant...
Chevalet
La chose la plus pratique lorsqu’on teste une guitare “orientée métal”, c’est que l’on sait à l’avance qu’on aura vite fait le tour du chapitre ‘confort de jeu’... car pratiquement tout, dans ces instruments, est choisi afin de faciliter un jeu le plus rapide possible. Et le cas en présence ne fait pas exception à la règle: la Synyster Gates Deluxe se loge agréablement contre votre corps, et on peut en jouer à toute vitesse, même en position debout. Il faut juste se souvenir que le corps en acajou “accuse” un certain poids, un désagrément que l’on peut ressentir assez vite quand on joue debout.
Action
A l’arrivée de la guitare, l’action était réglée on ne peut plus bas! Selon mes goûts, même trop bas, mais sur ce point, la plupart des guitaristes de métal se moqueraient de moi! Ceci dit, le but recherché est atteint: les notes “explosent” pour ainsi dire de la guitare dès que les doigts font mine de s’en rapprocher! Toutes les techniques liées à la vitesse d’exécution, comme les longs passages en legato, “sortent” de l’instrument sans la moindre forme de résistance.
QUALITÉ DES SONORITÉS Couleur
• Pas de sac ou de coffre adapté
www.meetmusic.com
Commençons tout d’abord par signaler que la Synyster Gates est une exception dans son créneau... et je dirais même: une exception bienvenue! En effet, c’est un des rares “oiseaux” de métal qui ne soit pas équipé de micros EMG. Ceci n’est pas du tout une critique à l’encontre d’EMG, puisque j’utilise moi-même leurs micros depuis plus de dix ans, mais à la longue, le
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
11
Schecter Synyster Gates Deluxe
GUITAR
gebied… Een welgekomen uitzondering zelfs! Hij is een van de weinige metalsterren die niet kiest voor EMG-pickups. Daarmee willen we niets zeggen over EMG (ik gebruik zelf al meer dan 10 jaar hun pickups), maar het begon stilletjes aan erg eentonig te worden: elke zwarte metalgitaar die we de afgelopen maanden zagen voorbij komen, werd geleverd met EMGpickups (en dan dikwijls nog dezelfde set). Maar de Synyster Gates-modellen maken gebruik van Seymour Duncan pickups. De Synyster Gates Deluxe moet het stellen met een trapje lager dan het “echte” product, namelijk Duncan Designed pickups (een beetje hetzelfde verhaal als bij de tremolo). Het voordeel van deze passieve pickups is meteen duidelijk bij de cleane klanken. De gitaar krijgt wat meer karakter en je hoort meer nuances van het hout. Een ander opvallend kenmerk is de balans tussen de snaren. Doorgaans valt het volume bij de hoge b- en e-snaar drastisch terug, maar dat is bij deze gitaar niet het geval. We moeten niet lang zoeken naar de oorzaak: de massieve polepieces van de pickups nemen een veel breder veld op dan de standaard polepieces. Het mag misschien wel wat wennen zijn qua uitzicht, maar als het dit verschil oplevert, is het zeker de moeite waard! De cleane klanken zijn breed, mooi in balans en worden gespaard van het agressieve randje dat dit type gitaar zo dikwijls plaagt bij de cleane sounds. Maar weer: een jazzer zal niet echt aan zijn trekken komen met de Synyster Gates Deluxe. Dit beest is gebouwd om rockmuziek mee te spelen en dat is ook wat de gitaar het beste doet. Bijtende solo’s, blaffende powerchords en kilometers diepe duikbommen. Van zodra je ermee begint, is er geen enkele twijfel dat dit het vakgebied van deze gitaar is. De output mag dan niet dezelfde zijn als die van actieve pickups, je trapt nog steeds vlotjes alle versterkers zwaar onder hun kont. Je kan de gitaar ook wel iets veelzijdiger uit de hoek doen komen, maar of dit dan ook nog overeen komt met de styling van het instrument? We betwijfelen het ten zeerste... En het zal de Avenged Sevenfold fans worst wezen!
Respons
Zoals je al kan afleiden uit het vorige stuk: ja, de gitaar reageert gevoelig, maar lang niet zo gevoelig als wanneer men actieve elektronica had gebruikt. Ik ben zelf meer fan van deze respons, omdat het iets meer nuances toelaat. Maar als dat niet je ding is, kan je nog altijd stevig doorrammen. Het zal zonder enige twijfel goed “vertaald” worden door de pickups.
BUDGET
créneau en question n’avait plus qu’un seul son: chacune des guitares noires de métal que nous avons testées ces derniers mois était pourvue de micros EMG, et le plus souvent, du même set! Mais tel n’est donc pas le cas des modèles Synyster Gates, qui ont opté pour des micros Seymour Duncan. La Synyster Gates Deluxe doit se contenter de micros situés un cran “en dessous” du “vrai” produit, des micros intitulés ‘Duncan Designed’. Bref, c’est un peu la même démarche que pour le tremolo... L’avantage de ces micros passifs est immédiatement perceptible au niveau des sons clairs: la guitare hérite d’un peu plus de caractère, et on entend mieux les nuances engendrées par le bois. Une autre caractéristique marquante, c’est la balance sonore entre les cordes: souvent, le volume des deux cordes aiguës (SI et MI) diminue de façon significative, mais ce n’est pas le cas de cette guitare. Et il ne faut pas chercher longtemps pour en trouver la cause: les énormes tiges polarisées des micros ont un champ magnétique bien plus large que celui des tiges polarisées de taille normale. Peut être faut-il un peu de temps pour se faire à leur aspect, mais si c’est pour arriver à une telle différence, cela vaut vraiment la peine! Les sons clairs ont une sonorité ample, leur balance est agréable, et ils n’ont pas le petit côté agressif qui revient souvent quand ce type de guitare émet des sons de type clean. Mais j’insiste: un jazzman ne sera jamais vraiment à son affaire avec une Synyster Gates Deluxe! Cette puissante bestiole est faite pour jouer du rock, et c’est d’ailleurs ce qu’elle fait de mieux: des solos bien mordants, des accords de puissance à en faire tomber vos plus belles chaussettes, et des tonnes de bombes lâchées en masse de la “stratosphère métal”! Dès les premières notes, il ne fait aucun doute que c’est bel et bien le champ de prédilection de cette guitare. La puissance de sortie n’est peut être pas aussi élevée que celle de micros actifs, il n’empêche qu’on arrive tout de même à faire sortir de ses gongs n’importe quel ampli, et au quart de tour! Il est aussi possible de se servir de cette guitare d’une manière plus polyvalente, mais la question est de savoir si on reste alors en phase avec le look de l’instrument... Nous émettons les plus vives réserves à ce sujet... et cela évitera de faire froncer les soursis aux fans des Avenged Sevenfold!
Réponse
Comme vous avez déjà pu le déduire du chapitre précédent... eh bien, oui, les réactions de la guitare très “nerveuses”, mais ce n’est quand même pas aussi marqué que quand on a affaire à des micros actifs. Perso, je suis même plus favorable à ce genre de réponse, car cela permet plus de nuances. Mais si ce n’est pas votre tasse de thé, il vous est quand même toujours loisible de “canonner” comme un enragé: sans l’ombre d’un doute, ce genre de jeu sera fidèlement “traduit” par ces micros.
PRIX
Zoveel metalgeweld voor een betaalbare prijs? Het moet kunnen volgens Schecter. De Synyster Gates Deluxe gaat over de toonbank voor €875 (adviesprijs incl. BTW). Dit maakt de Deluxe meteen het goedkoopste model binnen de reeks: de Standard kost net geen €1000 en alle andere modellen gaan daar nog vlotjes over. Waar voor je geld? Vast en zeker! Maar hoe dan ook betaal je bij een signature model altijd een beetje meer voor de naam. Voor fans van de band en/of de gitarist zal er weinig twijfel bestaan, maar ik kan me best inbeelden dat de meer “algemene” metalfan misschien nog wel enkele andere dingen wil bekijken. De Synyster Gates Deluxe is echter niet snel op fouten te betrappen. Je maakt voor de lagere prijs de logische ruil door hardware van merknamen te vervangen door licensies en enkele luxueuze opties (zoals de set neck) te vervangen door meer basic zaken (de geschroefde constructie). Er is slechts één aspect waar we kritiek op kunnen formuleren en dat is het ontbreken van een gigbag. Toegegeven, niet alle modellen van deze prijs worden met een draagtas of koffer geleverd. Maar de vorm van de Synyster Gates legt bepaalde beperkingen op: je kan niet zomaar een kist of een draagtas van een ander merk gebruiken. De linkerhoorn van de gitaar steekt zodanig ver uit, dat mijn draagtassen niet bleken te passen. Je bent dus wel min of meer verplicht om wat extra te betalen voor een passende kist of draagtas afkomstig van Schecter.
Aurons-nous droit à autant de violence “métalleuse” pour un prix abordable? En tout cas, selon Schechter, c’est possible: en effet, le prix de la Synyster Gates Deluxe est de 875 euros (prix conseillé et TVA comprise). D’emblée, cela fait de la Deluxe le modèle le meilleur marché de la série: la Standard avoisine les 1.000 euros, et tous les autres modèles coûtent encore beaucoup plus cher. En a-t-on pour son argent? Oh que oui, c’est même sûr et certain! Mais quel que soit le prix payé, il faut savoir que pour un modèle signé, on paie toujours un peu plus pour avoir le nom de l’artiste sur l’instrument. Pour les fans du groupe et/ou de son guitariste, il n’y aura aucune hésitation, mais j’imagine que pour l’amateur de métal plus “généraliste”, d’autres considérations pourront entrer en jeu... Il n’est certainement pas facile de trouver de défauts à cette Synyster Gates Deluxe. Pour un tel prix, il est logique de remplacer l’accastillage de marque par des articles sous licence, ainsi que de remplacer certaines options luxueuses (comme un manche enchâssé, ‘set neck’ en anglais) par des solutions plus basiques (en l’occurrence, ici, un manche vissé). Il y a juste un aspect de ce projet qui peut prêter flanc à la critique, et c’est l’absence d’une housse. Je l’admets, tous les modèles de ce prix ne sont pas livrés avec une housse ou un coffre. Mais la forme de la Synyster Gates implique certaines restrictions: il est pratiquement impossible d’acheter un coffre ou une housse d’une autre marque... La “corne” gauche du corps de cette guitare se prolonge tellement qu’aucune de mes housses n’était adaptée! On est donc plus ou moins obligé de payer un peu plus pour s’offrir un coffre ou une housse adéquate... en provenance de Schechter, bien entendu!
CONCLUSIE
CONCLUSION
Ik moet eerlijk zijn dat ik niet bekend was met de muziek van Synyster Gates en Avenged Sevenfold. Als voorbereiding op de test heb ik mij dan maar ondergedompeld in hun muziekwereld en toen de gitaar aankwam, was ik allesbehalve verrast. Dit instrument is uitermate geschikt voor iedereen die in de voetsporen van hun idool wil treden, maar er toch niet meteen een gigantische som geld aan wil spenderen! MMM
8
www.meetmusic.com
Je dois à la franchise de dire que je ne connaissais pas la musique de Synyster Gates et de son groupe, Avenged Sevenfold. Pour me préparer à ce test, je me suis donc immergé dans leur univers musical, et quand la guitare m’est parvenue, j’étais tout sauf surpris: cet instrument est tout à fait indiqué pour tout qui voudrait suivre les traces de son idole tout en ne dépensant pas une somme d’argent trop importante. MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
Palmer FAB 5
GUITAR
Palmer FAB 5 ALL-TUBE GUITAR COMBO De tijd dat een concertpodium nog voor 90% bestond uit gigantische torens speakerkasten, is al een poosje achter de rug. Toch blijft nog steeds het idee bestaan dat een grote versterker beter is dan de kleinere modellen. Maar terwijl men in de rock- en metalwereld nog steeds zweert bij de head met 4x12 speakerkast (en dat zal nog wel even zo blijven), sijpelt bij de rest van de gitaristen stilaan het beseft door dat een kleine(re) versterker ook hopen voordelen kan bieden en voor vele genres zelfs een betere keuze is! Onze test van vandaag, de Palmer FAB 5, valt dan ook in de klasse van deze “kleine” versterkers.
ALGEMEEN Concept
Met de FAB 5 mikt Palmer op de betere rock- en bluessounds. Er wordt gewerkt met een laag Wattage pen stevig kan aansturen om er zo van 5W, waardoor je de aanwezige lamhet grootste rendement uit te halen. Bekijk het op deze manier: lampen moeten stevig aangestuurd worden om écht goed te klinken. Als je met een versterker van een hoger vermogen (50, 60 of 100 Watt) speelt, moet je hiervoor zo’n hoge volumes halen dat het in veel gevallen (repetities, optredens, thuis,…) gewoon niet mogelijk is om de lampen zwaar te laten werken. Maar een versterker van 5 Watt kan je natuurlijk lekker opendraaien zonder daarbij het plafond naar beneden te halen. En voor wie panikeert: 5 Watt is luider dan je denkt!
Vormgeving
Om te beginnen: dit is een lekker compact bakje! De FAB 5 zal thuis niet snel in de weg staan! De vormgeving is origineel en klassiek tegelijk. De tweekleurige tweed-afwerking is iets dat we niet (veel meer) zien bij moderne versterkers en het geinige palmboompje maakt het helemaal af. Maar laat het bijna schattige uiterlijk je niet van de wijs brengen: het is wel degelijk een stevige versterker!
Handleiding
Voor zo’n kleine lawaaimaker heeft men toch een erg uitgebreide handleiding in verschillende talen voorzien. De Engelstalige handleiding is een goede 20 bladzijden dik, met info over alle mogelijke onderwerpen, gaande van de werking van de controls tot de richtlijnen bij het wisselen van lampen. Heel compleet en duidelijk geschreven!
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
TIM VAN ROY Depuis un certain temps déjà, une certaine époque est derrière nous: c’est celle où 90 % de l’espace d’un podium de concert était envahi par de gigantesques tours de hautparleurs! Néanmoins, une idée selon laquelle un gros ampli est meilleur qu’un petit reste dans l’air... Cependant, alors que dans le monde du rock et du métal, on ne jure encore et toujours que par une puissante tête et ses haut-parleurs de 4 x 12” (et cela risque de durer encore pas mal de temps!), une idée fait lentement son chemin dans le chef de pas mal d’autres guitaristes: un ampli plus petit offre lui aussi une série d’avantages, et pour certains genres, il constitue même un meilleur choix! L’ampli que nous allons tester aujourd’hui, le Palmer FAB 5, fait partie de cette catégorie de “petits” amplis.
GÉNÉRALITÉS
Concept
A travers ce FAB 5, Palmer a un objectif précis: reproduire le meilleur des sonorités rock et blues. Leur choix s’est porté sur un ampli de faible puissance, 5 watts, ce qui permet de “pousser” les lampes présentes vers leur maximum, et ainsi, d’en tirer le meilleur rendement sonore possible. Car il faut savoir ceci: les lampes doivent fonctionner à un niveau proche de leur puissance nominale pour vraiment bien “sonner”. Quand on joue avec un ampli à lampes de forte puissance (50, 60 ou 100 watts), on atteint un volume tellement important que, dans beaucoup de cas (répétitions, petits concerts, à la maison,...), il est tout simplement impossible de faire réellement “trimmer” les lampes. Tandis qu’avec un ampli de 5 watts, on peut évidemment tourner le bouton allègrement sans pour autant se “ramasser” le plafond sur la tête! Et pour ceux qui paniqueraient: 5 watts, ça va nettement plus fort que ce que vous ne croyez!
Esthétique
Et pour commencer: nous avons affaire à un ampli bien compact: à la maison, le FAB 5 sera rarement dans votre chemin! L’esthétique est à la fois originale et classique. La finition en tweed à deux couleurs est quelque chose que l’on ne voit pas (ou plus beaucoup) sur les amplis modernes, et la courbure assez marrante est une sorte de cerise sur le gâteau. Mais que cet adorable look ne nous détourne pas de l’essentiel: nous sommes bel et bien en présence d’un solide petit bonhomme!
Notice d’emploi
Pour une aussi petite “machine à boucan”, on peut dire qu’on a droit à une notice d’emploi très détaillée, et en plusieurs langues. La notice d’emploi en anglais comporte une bonne vingtaine de pages, avec des infos sur tous les sujets, allant du fonctionnement des contrôles aux directives utiles lors d’un changement de lampes. Notice d’emploi très complète, donc, et très claire également!
CONSTRUCTION Enceinte
Malgré le fait qu’il s’agisse d’un petit ampli, le FAB 5 donne une impression de très grande solidité dès le moment où on le sort de sa boîte. Le combo pèse un “bon” dix kilos: il n’est donc pas très lourd et du coup, facile à transporter. Pour la construction de l’enceinte, la firme a opté pour du mul-
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12 www.meetmusic.com 9
Palmer FAB 5
GUITAR BOUW
Behuizing
Ondanks het feit dat het een kleine versterker is, maakt de FAB 5 al een erg stevige indruk vanaf het ongeblik dat je hem uit de doos tilt. De combo weegt een goeie 10 kilogram, wat dus niet te zwaar is om hem rond te dragen. Voor de constructie van de speakerkast werd multiplex gebruikt en om het technische compartiment af te sluiten, werden er helemaal geen risico’s genomen en koos men voor plaatstaal. Om deze versterker echt pijn te doen, zal je dus aardig je best moeten doen! Het zwakste onderdeel van de versterker is het speakerdoek, dat over de gehele voor- en bovenzijde van de versterker loopt. Voor thuis-gebruik zal er geen probleem zijn, maar voor repetities, optredens en transport is voorzichtigheid wel aangewezen! Verder werden ook alle details goed bekeken, zoals het verluchtingsrooster onderaan de achterzijde en het stevige handvat.
Afwerking
Kort maar krachtig: foutlos op de hele
loos! Er zit geen moertje versterker, en
zelfs tot de mooi recht geplaatste stiknaden van het speakerdoek, zit alles perfect zoals het zou moeten!
MOGELIJKHEDEN Aansluitingen
Bij kleine en vintage geïnspireerde versterkers zijn de aansluitingen doorgaans eerder beperkt - en dat is ook bij de FAB 5 niet anders. Op het bovenpaneel heb je de jack-input voor je gitaar... en verder niets! Aan de achterzijde zijn er, naast de aansluiting voor het stroomsnoer, nog twee extra jack-aansluitingen: eentje voor een optionele externe speakerkast en eentje voor de “boost”-functie. Bizar genoeg heeft deze boost-functie geen schakelmogelijkheid op het bovenpaneel. Een snelle blik in de handleiding leert ons dan ook dat de boost-functie altijd actief is als er geen footswitch is aangesloten! Oh ja, die footswitch is optioneel en apart bij te kopen.
Bedieningspaneel
Gitaristen die een hekel hebben aan techniek en massaal veel knopjes, zullen hun plezier niet op kunnen met de FAB 5. Het bedieningspaneel heeft immers maar drie draaiknoppen: volume, tone en boost. En daar moet je het mee doen! De tone-functie werkt grotendeels via het bijsturen van de hoge frequenties. Op 0 worden er hoge tonen weggehaald, op 5 blijft men neutraal en naar 10 toe voegt men hoge tonen en presence bij. Het lijkt in vergelijking met moderne versterkers misschien erg beperkt, maar al wie ooit een Vox AC30 heeft gebruikt, weet dat je op deze manier toch fantastische klanken kan bekomen zonder te verdrinken in eindeloze variaties van instellingen.
10
www.meetmusic.com
tiplex, et pour fermer le compartiment technique, on n’a pris aucun risque puisqu’il s’agit d’une tôle en acier: bref, pour vraiment abîmer un tel ampli, il faudrait absolument... le vouloir! Le composant le plus fragile de cet ampli, c’est le tissu tendu devant le haut-parleur, qui est en fait présent sur toute la face avant, mais aussi la face supérieure. Cela ne posera pas de problème pour jouer chez soi, mais pour les répétitions, les concerts et le transport, la prudence sera de mise! Pour le reste, tous les détails sont bien “pensés”, comme la grille d’aération en bas de la face arrière et la solide poignée.
Finition
Parlons peu, mais parlons bien: nous sommes face à un “sans faute”! On a beau faire le tour de l’ampli en cherchant la “petite bête”, il n’y a pas le moindre problème, même les coutures piquées du tissu du haut-parleur sont parfaitement alignées... Bref, tout est comme cela doit être!
POSSIBILITÉS Connexions
Sur les petits amplis d’inspiration ‘vintage’, les connexions sont souvent très limitées... et il n’en est pas autrement sur le FAB 5. Sur le panneau des commandes, placé sur la face supérieure, on trouve le jack
d’entrée pour la guitare... et puis c’est tout! En face arrière, en plus de l’arrivée de courant, il y a deux jacks supplémentaires: un pour une enceinte externe (optionnelle, évidemment), et un pour la fonction ‘boost’. Assez curieusement, cette fonction ‘boost’ ne peut pas être activée via le panneau des commandes. Un rapide coup d’œil dans la notice d’emploi nous apprend cependant que cette fonction est toujours active quand un interrupteur à pied n’est pas raccordé au jack en question. Et... ben oui, cet interrupteur à pied est en option, à acheter donc séparément.
Panneau des commandes
Les guitaristes qui ont la technique en horreur et qui n’aiment pas voir une “légion” de boutons ne bouderont pas leur plaisir en voyant le FAB 5, dont le panneau des commandes ne possède que trois potentiomètres: volume, tone et boost... et il faut se débrouiller avec ça! La fonction ‘Tone’ s’occupe essentiellement de régler les fréquences aiguës: sur 0, les aiguës sont coupées, 5 représente la position “neutre”, et en allant vers 10, on augmente les aiguës et la présence. Par rapport aux amplis modernes, cela semble sans doute très limité, mais si vous avez déjà utilisé un Vox AC30, vous savez que via une telle approche, on peut néanmoins obtenir des sons fantastiques sans se “perdre” dans des variations de réglages sans fin! En face arrière, il y a encore deux inverseurs supplémentaires: l’un pour le choix du voltage, et l’autre pour le choix de la puissance. C’est toujours dangereux de placer sur un ampli un tel inverseur de voltage, car il suffit d’un simple geste de distraction, et le transfo d’entrée peut partir en fumée! Heureusement, chez Palmer, ils sont d’avis qu’il vaut mieux ne pas prendre de risque, et ils ont donc vissé une petite pièce transparente pour bloquer le bouton. Evidemment, on peut facilement le retirer, mais il reste à espérer que la présence de ce petit blocage vous fera réfléchir quant à l’opportunité de chipoter à ce bouton! Par contre, l’inverseur de puissance comporte beaucoup moins de risque: il permet de régler l’ampli sur ‘full’ (‘à fond’ en fr., = 5 watts), ‘room’ (‘pièce’ en fr., = 2 watts), et ‘bedroom’ (‘chambre’ en fr., = 0,05 watt). Ainsi, vous pouvez même vous offrir une petite rengaine pendant que tout le monde dort: avec ce dernier réglage, vous ne dérangerez vraiment personne!
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/11
www.meetmusic.com
21
Palmer FAB 5
GUITAR
Achteraan zijn er nog twee extra schakelaars voorziens: die van het input voltage en het vermogen. Steeds gevaarlijk om dat op een versterker te plaatsen, zo’n input voltage, want een verkeerde instelling doet allicht zo de input transformator van je versterker in rook opgaan. Gelukkig zijn ze bij Palmer ook van mening dat je daar beter afblijft, en werd er dus een klein glazen plaatje voor de knop geschroefd. Je kan het er natuurlijk makkelijk af halen, maar hopelijk doet de aanwezigheid van deze “blokkage” je al even overwegen of het wel een goed idee is van met die functie te gaan prutsen. De schakeling van vermogen houdt veel minder risico in: je kan de versterker schakelen tussen “full” (5 Watt), “room” (2 Watt) en “bedroom” (0,05 Watt). Zo kan je zelfs een deuntje spelen terwijl iedereen slaapt - met die laatste setting zal je niemand echt storen.
Effecten
Weer kort maar krachtig: NIETS! Geen effecten, reverb, gates,… Noppes!
ERGONOMIE Architectuur
Het kan eigenlijk niet makkelijker zijn: alle functies die je nodig hebt om te spelen, staan netjes op één rij op het bovenpaneel: input, volume, tone en boost. De enige twee extra aansluitingen staan achteraan naast elkaar, namelijk de aansluiting voor de speakerkast en de boost-schakeling. Als je op deze versterker ooit naar iets moet zoeken, heb je eigenlijk gewoon een nieuwe bril nodig!
Bediening
Hoe makkelijk kan het leven worden als je met de FAB 5 speelt? Wel, veel makkelijker dan dit kunnen we het ons eigenlijk niet inbeelden. Je plugt in, regelt je oversturing en je volume en stuurt tenslotte je hoge tonen bij naar het gewenste klankbeeld. Klaar en spelen maar! Zoals hiervoor al gezegd: de beperking van keuzes zal al snel eerder een zegen dan een nadeel blijken te zijn. Je wordt minder afgeleid door de posities van knoppen en wordt aangemaand om even kort je oren goed te gebruiken voor die hoge tonen. Daarna staat alles zoals het moet en kan je aan de slag!
KLANKKWALITEIT Klank
We beginnen met een stratocaster in de FAB 5 te pluggen. Meteen wordt duidelijk dat de versterker zich het beste voelt met de volume- en boost-functies boven het middelpunt. Zolang we meer bescheiden omspringen met die functies, lijkt het alsof de versterker zich wat “inhoudt”. We spreken de lampen wat steviger aan en meteen komt de versterker tot leven. De toonregeling werkt prima en direct, en zelfs met de draaiknop op 0 blijft de klank nog aardig gedefinieerd. Met single coils is het echter opletten geblazen wanneer we de toonregeling terug open draaien: te ver open kan regelrecht pijnlijke klanken als gevolg hebben. Als er wordt beloofd van hoge tonen toe te voegen, dan houdt Palmer zeker woord. Autsj! De zacht overstuurde klanken
12
www.meetmusic.com
Effets
De nouveau, parlons peu, mais parlons bien: RAS! Pas d’effets, ni réverbe, ni boucle... rien, quoi!
ERGONOMIE Architecture
Cela ne peut pas être plus facile! Toutes les fonctions utiles pour jouer se trouvent en enfilade, sur le panneau des commandes de la face supérieure: le jack d’entrée, le volume, la tonalité et la fonction ‘boost’. Les deux seules connexions supplémentaires se trouvent en face arrière, l’une à côté de l’autre: la connexion pour une enceinte externe et celle pour la mise en ou hors service de la fonction ‘boost’. Si jamais vous deviez chercher pour trouver quoi que ce soit sur cet ampli, c’est qu’en fait, vous auriez vraiment besoin d’une nouvelle paire de lunettes!
Utilisation
La vie est-elle facile quand on se sert de ce FAB 5? Eh bien, beaucoup plus facile que cela, j’ai de la peine à l’imaginer: on branche la guitare, on règle le taux de distorsion et le volume, puis enfin, on tourne le bouton de tonalité jusqu’à l’obtention de l’image sonore désirée. Voilà, on est - déjà! - prêt et on peut commencer à jouer … Comme cela a déjà été dit: très vite, les soi-disant restrictions (des réglages) sembleront devenir très vite une bénédiction plutôt qu’un inconvénient! On est moins distrait par la position des boutons, et on est davantage amené à bien se servir de ses oreilles pour régler les aiguës. Après cela, tout “roule” comme un charme, et on peut donc attaquer les choses sérieuses!
QUALITÉ DES SONORITÉS Son
Commençons par raccorder une Stratocaster à notre FAB 5. Immédiatement, il est évident que l’ampli se sent au mieux de sa forme lorsque les boutons de volume et de ‘boost’ sont au-delà de la mi-course. Aussi longtemps que l’on reste plus “gentil” avec eux, on a l’impression que l’ampli se... “retient”! Mais dès que l’on sollicite un peu plus les lampes, l’ampli s’anime directement! Le réglage de tonalité fonctionne impeccablement et réagit “au quart de tour”, et même avec le bouton en position 0, le son reste encore relativement bien défini. Avec un instrument à simples bobinages, il faut faire attention à bien régler le bouton de tonalité: aller trop loin peut produire des sons franchement “douloureux”! Quand Palmer promet d’ajouter des aigües, il tient vraiment parole! Aïe! Les sons légèrement saturés sont ceux qui me plaisent le mieux: que ce soit des phrases bourrées d’attaque, des accords, ou des sons bluesy, tout “passe” sans le moindre problème. Quand on passe à des humbuckers, l’image sonore se modifie quelque peu: on peut “pousser” le bouton de tonalité un peu plus loin sans devoir mettre des bouchons dans les oreilles, et on arrive - évidemment! - à provoquer de la distorsion un peu plus vite. Avec pour résultat de délicieux sons pleins de punch parfaitement adaptés à la musique rock et/ou au blues. Mais il faut aussi dire clairement que le FAB 5 n’est pas un ampli fait pour le métal! Celui qui rechercherait dans cet ampli des “tonnes” de gain se tromperait lourdement d’ampli! Mais pour ce qui est de produire des sons de rock et de blues, des sons authentiques et pleins de caractère, il y a peu d’amplis aussi prometteurs que celui-ci!
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
Palmer FAB 5
pro • Prijs • Erg makkelijk te gebruiken • Compact • Klank • Zeer effectieve Wattageregeling
• Le prix • La facilité d’emploi • La compacité • Le son • Le réglage de la puissance, très efficace
contra • Een schakelaar voor de boostfunctie was logisch geweest
• Un inverseur pour la fonction ‘boost’ aurait été logique
vallen me het meest in de smaak: van poppy tokkels en strums tot bijtende bluesklanken: het lijkt allemaal geen enkel probleem. Met humbuckers verschuift het klankbeeld een beetje. We kunnen de toonregeling wat verder opendraaien zonder oordoppen te moeten nemen, en we trappen de versterker (uiteraard) wat sneller in overstuurd terrein. Als resultaat bekomen we uit de versterker enkele lekker punchy klanken die niet zouden misstaan in blues of rockmuziek. Maar we moeten wel even duidelijk stellen dat de FAB 5 geen metalversterker is! Al wie op is naar vrachtladingen gain, zal bij deze versterker allicht bedrogen uitkomen. Maar wat karaktervolle en authentieke blues- en rockklanken betreft, zijn er weinig versterkers zo beloftevol als deze! De Palmer FAB 5 is technisch gezien gebaseerd op het 6V6-kanaal van de Palmer Drei. Meer zelfs, men heeft eigenlijk gewoon het 6V6kanaal van de Palmer Drei uit de head gelicht en er een kleine combo rond gebouwd. Om die combo compact te houden, werd gekozen voor een 10” Eminence Ragin Cajun speaker. Ik ben zelf een grotere liefhebber van 12” speakers in een combo, maar moet eerlijk zeggen dat deze kleinere speaker mij aangenaam heeft verrast. En voor wie toch wat meer laag uit de versterker wil halen, is er altijd de mogelijkheid een extra speakerkast aan te sluiten.
GUITAR
D’un point de vue technique, le Palmer FAB 5 est basé sur le canal 6V6 du Palmer Drei. C’est même plus que cela, en fait, on a tout simplement “extrait” le canal 6V6 de la tête du Palmer Drei, et à partir de là, on a construit un petit combo. Et pour que ce combo reste compact, la firme à choisi de l’équiper d’un haut-parleur ‘Eminence Ragin Cajun’ de 10 pouces. Personnellement, je suis un grand amateur de combos équipés d’un haut-parleur de 12”, mais franchement, je dois dire que ce haut-parleur plus petit m’a surpris. Et si l’on désire produire plus de graves avec cet ampli, il est toujours possible de raccorder une enceinte externe.
PRIX
Bon, et le prix, qu’est-ce que cela donne? Eh bien, le prix est presqu’aussi modeste que l’ampli lui-même: le Palmer FAB 5 coûte 499 euros TVA comprise. Ce qui est parfaitement en adéquation avec ce que coûte un ampli de basse puissance de dernière génération. Pour un tel prix, la qualité générale, la construction et les sonorités ne seront jamais remises en question. Si on veut vraiment couper les cheveux en quatre et chercher à critiquer à tout prix, on peut juste dire ceci: cela paraît bizarre que la fonction ‘boost’ puisse être activée via un interrupteur à pied, mais pas via le panneau des commandes. Mais comme cela a déjà été dit: on en est vraiment à chercher la “petite bête”!
CONCLUSION
Je m’attends à ce que les possibilités de réglages en présence soit le facteur déterminant pour beaucoup de musiciens: les amateurs de technique voudront avoir plus de contrôle sur leur son, tandis que les puristes ne pourront être que ravis par ce choix minimaliste. Cela dépend simplement du “camp” dans lequel on se situe... Les amplis tels que la FAB 5 mettront toujours les deux camps qui viennent d’être décrits face à face, donnant ainsi lieu à des discussions passionnées. Mais ce n’est certainement pas aujourd’hui que nous allons lancer cette discussion... et encore moins lui trouver une conclusion! Mais assurément, le FAB 5 a un rôle à jouer dans cette histoire! MMM
BUDGET
Wat moet dat alles nu kosten? Wel, het prijskaartje is bijna zo klein als de versterker zelf. Je kan de Palmer FAB 5 aanschaffen voor €499 (inclusief BTW). Dat ligt perfect in lijn met wat de recente lichting versterkers met een laag Wattage doorgaans kost. De kwaliteit, de bouw en de klanken worden voor deze prijs zeker niet in twijfel getrokken. Als we echt willen muggenziften en op zoek gaan naar minpunten, kunnen we maar één ding bedenken: het is wat bizar dat je de boost-functie kan schakelen via een footswitch maar niet via het frontpaneel. Maar zoals gezegd: dan zijn we echt aan het muggenziften!
BESLUIT
Ik verwacht wel dat de regelmogelijkheden voor veel mensen een beslissende factor zullen zijn: de techneuten onder jullie zullen graag wat meer controle hebben over hun klanken, terwijl de puristen allicht niet blijer kunnen zijn met deze layout. Het hangt gewoon af van in welk kamp jij zit! Versterkers zoals de FAB 5 zullen altijd beide hierboven genoemde kampen recht tegenover elkaar plaatsen en hevige discussies doen ontstaan. We gaan deze discussie hier vandaag zeker niet in gang zetten (of proberen af te sluiten), maar de FAB 5 zal er allicht wel een rol in spelen! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
www.meetmusic.com
13
Yamaha TRBX 504
BASS
Yamaha TRBX 504 BASS GUITAR
Stijn Deldaele
Dat Yamaha haar sporen reeds heeft verdiend in de muziekwereld, werd al meermaals bewezen. Het uitgebreide en veelzijdige aanbod aan muziekinstrumenten van het merk, bevat ook leuk en interessant materiaal voor bassisten. Zo vertrouwden bijvoorbeeld grote namen als John Patitucci, Billy Sheehan, Nathan East en vele anderen reeds op Yamaha’s expertise op vlak van basgitaren. Naast de heruitgave van de gekende BB serie, is het al even geleden dat het merk nog eens een nieuw basmodel heeft uitgebracht. Ditmaal werden we verrast met de nieuwe TRBX!
CONCEPT
Op haar website beschrijft Yamaha de TRBX kort maar krachtig, als een strak basmodel met een mahoniehouten body. Het model beschikt over een vrij eenvoudige en veelzijdige actieve/passieve toonregeling, met een breed klankpallet als resultaat. Dit moet ervoor zorgen dat deze basgitaar haar mannetje kan staan in verschillende situaties. Daarnaast heeft Yamaha ook geprobeerd de prijs van dit model te drukken, om zo hun know-how en expertise ook bereikbaar te maken voor mensen met een beperkter budget! Benieuwd of deze basgitaar onze verwachtingen kan inlossen...
Le fait qu’une grande musique a déjà de musique du matég r a nd s beaum a la réédin o u s
CONCEPT
Sur son site, Yamaha décrit la TRBX en peu de mots mais de manière frappante, comme un modèle de basse solide, avec un corps en acajou. Selon la firme, ce modèle dispose de réglages de tonalité très simples mais très polyvalents, qui fonctionnent en modes passif et actif, et qui donnent accès à une large palette de sonorités. Cela est censé permettre à cette basse “d’assurer” dans pas mal de contextes différents. Par ailleurs, Yamaha a également essayé de comprimer le prix de ce modèle, de manière à mettre son know-how et son expertise à la portée des gens qui ne disposent que d’un budget limité. C’est pourquoi je suis particulièrement curieux de voir si cette basse est à même de répondre à mes attentes...
BOUW
Tijdens het testen viel het me op dat de TRBX op vlak van look en design veel mensen aansprak. Vooral de kleur van de lak op de body (translucent brown) sprong in het oog. Deze matte laklaag oogt niet alledaags en vormt een leuke afwisseling tegenover de gebruikelijke hoogglanzende laklaag. Wel merkte ik op dat deze matte schijn na langer gebruik, gek genoeg, iets meer begint glanzen. De body is opgetrokken uit mahoniehout, bij gitaren een vaak gebruikte houtsoort. De nek bestaat uit vijf aan elkaar gelijmde delen: drie stukken maple met twee stroken mahonie er tussenin. Dit zorgt voor meer stabiliteit en oogt best mooi. De nek werd aan de achterzijde heel mooi fijngeschuurd. De toets heeft 24 frets (of 2 octaven) en is gemaakt van rosewood, wat voor dit onderdeel dan weer één van de meest gebruikte houtsoorten is. Er werden zowel op de toets als langs de zijkant indicatiestippen aangebracht. De nek werd met vier schroeven aan de body bevestigd. De TRBX beschikt over zwarte nickelkleurige “die-cast” hardware die perfect past bij de look van de bas. Maar wat betekent “die-cast” precies? Het wil zeggen dat de metalen onderdelen worden gemaakt door het metaal in een precieze, machinaal gemaakte mal te gieten. Dit zorgt ervoor dat er nadien minder machinale bewerking nodig is en de productiekosten zo gedrukt kunnen worden. Belangrijk om weten is dat de pick-ups werhardware hierdoor evenwel niét van slechtere kwaliteit is! De den ontwikkeld door YGD, oftewel Yamaha Guitar Developement. Aan de voorzijde van de body zitten vijf regelknoppen en Aan de een switch, maar daarover vertellen we later meer. en een achterzijde zit een afdekplaatje voor de elektronica openklapbaar batterijvakje. Hier ontdekte ik ook een ledje dat begint te branden wanneer de batterij bijna l e e g is. De jackingang werd extra verstevigd met een jackplaatje, zodat je daar geen krassen kan maken en op de laklaag. De TRBX is vrij licht qua gewicht kreeg over het algemeen een strakke, maar robuuste look mee.
HANDLEIDING & TOEBEHOREN
In de meegeleverde handleiding staat beschreven hoe je de bas het best afstelt en onderhoudt. Over de functies van de regelknoppen en de switch vinden we jammer genoeg niets terug. Dit is een standaard handleiding voor alle modellen van Yamaha. Verder krijgen we bij de basgitaar ook een instrument jack-kabel.
REGELMOGELIJKHEDEN
Dit is een actieve bas die je dankzij een switchknop in actieve of passieve modus kan zetten. Dit is handig wanneer je batterij plots leeg is, omdat je dan sieve verder kan spelen in passieve modus. Ook is die passound interessant voor wanneer je opnames doet in een studio, gezien sommige technici niet houden van actieve toonregelingen. Over naar de vijf regelknoppen! Met de volumeknop regel je het uitgaand signaal Deze knop van je bas. Met de Blend regel je de balans tussen de twee pick-ups. heeft ook een “klikstand” in het midden die aangeeft dat je beide pick-ups volledig de lage frequengebruikt. Vervolgens is er de driebands equalizing met Bass voor ties, Mid voor de mid frequenties en Treble voor de hoge frequenties. Dit alles sief speelt, is er een kan je bijstellen in de actieve modus. Indien je paseen knop voor de toonextraatje voorzien: de Treble wordt in deze modus toevoegen. regeling, waarmee je dan meer bass of treble kan
SOUND
En hier knalde de vertrouwde Yamaha sound speakers! Strak, met veel definitie en met geheeft een mooi karakter, met een leuke growl en neer je de brug pick-up meer opendraait. Hiervoor ontwikkelde quad coil pick-ups. Het is leuk dat je en passief, met meer soundmogelijkheden als resultaat.
14
meteen uit mijn noeg laag. De sound een lekkere knor wanzorgen Yamaha’s zelf d e keuze hebt tussen actief Passief klinkt de bas iets zachter en
www.meetmusic.com
marque comme Yamaha ait gagné ses galons dans le domaine de la été démontré à de nombreuses reprises. L’offre en instruments de la marque, aussi large que polyvalente, comporte également riel plaisant et intéressant pour les bassistes. C’est ainsi que de bassistes, tels John Patitucci, Billy Sheehan, Nathan East et coup d’autres ont fait confiance à l’expérience de Yamaha en tière de guitares basses. Cela faisait déjà un petit temps que Yamaha n’avait plus sorti de nouveau modèle, en fait, depuis tion de la série BB bien connue. Et puis, voilà que la marque surprend avec cette nouvelle TRBX.
CONSTRUCTION
Lors du test, je me suis aperçu que la TRBX devrait certainement attirer pas mal de monde grâce à son look et son design. Avant toute chose, c’est la couleur du vernis posé sur le corps de l’instrument brun translucide - qui saute aux yeux. Ce vernis mat ne se rencontre pas tous les jours: c’est une option “rafraîchissante” par rapport aux habituels vernis super brillants. Ceci dit, j’ai remarqué que, assez curieusement, une finition matte pouvait, après un usage prolongé, se mettre à “tirer vers” le brillant! Le corps est donc en acajou, une essence de bois très souvent utilisée dans la construction des guitares. Quant au manche, il se compose de cinq parties collées les unes aux autres: deux bandes d’acajou viennent se glisser entre trois couches d’érable. Cela procure une stabilité accrue, et en plus... c’est joli à voir! En face arrière, la jonction entre le manche et le corps est particulièrement fine. La touche comporte 24 frettes - deux octaves, donc - et elle est en palissandre, une des essences de bois les plus utilisées pour cet élément de l’instrument. Des repères de position sont présents, tant sur la touche elle-même que sur le côté du manche. Le manche est fixé au corps via quatre vis. La TRBX dispose d’un accastillage moulé sous pression (‘die-cast’), en nickel noir, et qui s’intègre parfaitement au look général de la basse. Mais au fait, que signifie exactement ‘die-cast’? Eh bien, cela veut dire que les composants en métal reçoivent leur forme en étant coulés - à l’état liquide, donc - dans des moules de haute précision. Cela permet de réduire les opérations d’usinage en aval, et ainsi, de réduire les coûts de production. Il est important de savoir que via cette technique, les pièces produites ne perdent rien en qualité! Les micros ont été conçus par YGD, autrement dit... ‘Yamaha Guitar Developement’. En face avant, le corps de la basse est équipé de cinq boutons de réglage et d’un inverseur, mais nous en parlerons plus en détail par la suite. En face arrière, il y a un couvercle qui protège l’électronique et un compartiment pivotant pour la pile. A cet endroit, j’ai également découvert une petite LED qui s’allume quand la pile est presque vide. L’entrée du jack est renforcée par une plaquette, et cela évite aussi de faire des griffes sur le vernis. Le poids de la TRBX est vraiment très léger, et son look général combine simplicité et robustesse.
NOTICE D’EMPLOI & ACCESSOIRES
Dans la notice d’emploi livrée avec l’instrument, on décrit la manière adéquate pour régler et entretenir l’instrument. Quant aux fonctions des boutons de réglage et de l’inverseur, on ne trouve pas grand-chose... et pour cause, il s’agit d’une notice d’emploi standard, valable pour tous les modèles Yamaha. Avec la basse, il y a un seul accessoire, un câble avec jacks pour brancher l’instrument.
POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE
Nous sommes donc en présence d’une basse active qui, grâce à son inverseur, peut fonctionner en mode actif ou passif. Possibilité très intéressante, car si votre pile rend l’âme, vous pouvez continuer à jouer en mode passif. Le son en mode passif est aussi intéressant quand on doit enregistrer en studio, car certains techniciens du son n’apprécient guère les réglages de tonalité actifs présents sur une basse. Passons à présent aux cinq boutons de réglage. Avec le bouton de volume, on règle évidemment le niveau du signal sortant de la basse. Avec celui de ‘Blend’ (‘mélange’ en français), on règle la balance entre les deux micros. Ce bouton dispose d’un cliquet qui correspond à sa position centrale, quand les deux micros sont tous deux à leur maximum de puissance. Vient ensuite l’égalisation à trois bandes: ‘Bass’ pour les fréquences graves, ‘Mid’ pour les médiums, et ‘Treble’ pour les aiguës. Ces réglages ne sont en service qu’en mode actif. Mais si l’on est en mode passif, il y a une finesse appréciable: le bouton des aiguës sert de réglage de tonalité, même dans ce mode! Grâce à cette astuce, on peut donc ajouter des basses ou des aiguës dans le son.
SON
Le son bien connu de Yamaha a immédiatement résonné dans mes oreilles: bien ferme, bien défini et avec des graves amples. Le son possède un caractère agréable, avec un bourdonnement sympa
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
Yamaha TRBX 504 minder opgefokt, gezien je in actieve modus meer een bassignaal “op steroïden” bekomt. Door deze mogelijkheden kan je switchen van een jazzy naar een agressieve metal sound. Dankzij dit brede klankpallet is onze bas erg veelzijdig!
BESPEELBAARHEID
Het bespelen van de nek is een zaligheid. Hij werd simpelweg fijngeschuurd en kreeg geen glossy laklaag. Ook is de nek vrij dun, maar toch niet té dun, waardoor je toch nog het gevoel hebt dat je een “goed stuk” hout in je handen hebt. De nek is zeer geschikt voor vingervlugge loopjes. De body zelf is heel licht, in het begin was ik zelfs bang dat de bas last zou hebben van neckdive. Dit wil zeggen dat de kop van de hals naar beneden helt als die veel zwaarder uitvalt dan
het gewicht de body. dat geval je de bas tijdens het
et un délicieux grognement quant on utilise le micro chevalet. Ce son est dû aux micros conçus par la marque elle-même, les ‘quad coil pickups’. C’est une très bonne chose d’avoir le choix entre les modes actif et passif, le résultat donnant accès à une plus grande variété de sonorités. En mode passif, la basse a un son un peu plus doux et moins nerveux, alors qu’en mode actif, le signal de la basse semble recevoir une injection de stéroïdes! Grâce à cette possibilité, o n peut passer d’une s o norité jazzy à un son de métal résolument agressif ; une telle palette de sons, extrêmement large, fait de c e tt e
basse un outil des plus poly valents!
van I n m o e t ophouden spelen, wat
n a tuurlijk niet gewenst is omdat je je hand liever vrijhoudt om goed spelen. Tenslotte de actie, en die is afgesteld. Kortom, thumbs up op van bespeelbaarheid!
CONFORT DE JEU
Jouer sur un tel manche est un réel bon-
te kunnen is er nog goed v l a k
TOEPASSING
Ik weet het, ik heb het al gezegd, maar de TRBX is erg veelzijdig! Ze kan heel verschillende genres aan, gaande van jazz, funk en reggae, tot metal. Ook is deze basgitaar erg interessant voor studiogebruik, omdat je de mogelijkheid hebt om te schakelen tussen actief en passief. Daarnaast kan de TRBX zware live situaties aan dankzij haar strakke en vooral robuuste afwerking. Dit model is helemaal geschikt voor beginnende bassisten die op zoek zijn naar betaalbare kwaliteit. Maar uiteindelijk kan ik de TRBX zeker ook aanbevelen bij semiprofessionele of zelfs professionele bassisten!
BUDGET
Zelf had ik de TRBX 504 geschat op een €600 à €700, maar de prijs ligt met haar €498 incl. BTW zelfs nog lager! Binnen deze prijsklasse en het huidige marktaanbod, steekt deze basgitaar er met kop en schouders bovenuit! Je komt niet alle dagen tegen dat je voor zo’n budget zoveel regelmogelijkheden en een goede bespeelbaarheid in de plaats krijgt. Een pluim voor Yamaha!
CONCLUSIE
De TRBX 504 is een strakke, robuuste bas die in het oog springt, met veel mogelijkheden en een breed toepassingsgebied. Ook de prijs is een geweldig pluspunt, gezien dit degelijke materiaal nu ook binnen het bereik ligt van bassisten met een beperkter budget. Ook bevat de TRBX leuke extraatjes, zoals een ledje dat aangeeft dat de batterij bijna leeg is. De toonregeling in de passieve modus en de uitgebreide equalizing-mogelijkheden in de actieve modus zorgen voor een veelzijdige sound. Ook op vlak van bespeelbaarheid heb ik niets negatiefs te melden. Het enige minpuntje is dat de matte laag na verloop van tijd toch wat glanzender wordt. Let wel: de laklaag verdwijnt niet, enkel de matte bovenlaag vervaagt! De TRBX 504 is een geduchte tegenstander van andere basmodellen binnen deze prijsklasse. Yamaha laat duidelijk van zich horen! MMM
pro • veelzijdige sound • budget • bouw • bespeelbaarheid • mogelijkheden
contra • matte bovenlaag vervaagt
BASS
heur: il a simplement été passé au papier de verre - très, très fin - sans ajout de vernis brillant. Il est aussi très fin, mais quand même pas comme du papier à cigarettes: on reste quand même avec l’impression rassurante qu’on a une solide pièce de bois en main. Ce manche est tout à fait indiqué pour jouer des riffs très rapides. Le corps lui-même est très léger, au départ j’avais même peur que la basse n’ait tendance à “piquer” de la tête! En d’autres termes, que l’instrument ne glisse vers le bas en raison du rapport entre le poids de la tête et celui, insuffisant, du corps. Dans ce cas, on est obligé de soutenir le manche pendant qu’on joue, et ce n’est évidemment pas ce que l’on souhaite: on préfère que la main serve exclusivement à (bien) jouer! Enfin, un petit mot sur l’action, qui était bien réglée. En résumé, un grand bravo à Yamaha pour tout ce qui concerne le confort de jeu!
CHAMP D’APPLICATION
Bon, je sais, je l’ai déjà dit, mais cette TRBX est - vraiment! - très polyvalente! Elle est capable de convenir pour des genres très différents: cela peut aller du jazz au métal, en passant par le funk et le reggae. Cette guitare basse est aussi très intéressante pour un usage en studio, car on a la possibilité de travailler en mode actif ou passif. Mais la TRBX peut aussi tirer son épingle du jeu dans des situations ‘live’ difficiles en raison de sa “forte constitution”. Ce modèle est tout indiqué pour des bassistes débutants qui sont à la recherche d’une certaine qualité à un prix qui reste raisonnable. Mais finalement, je n’hésiterais pas à recommander la TRBX à des semi-pros, voire à des professionnels...
PRIX
Dans mon for intérieur, j’avais imaginé que cette TRBX 504 oscillerait entre 600 et 700 euros, mais le prix réel est finalement encore plus bas: 498 euros TVA comprise. Dans cette catégorie de prix, connaissant ce que le marché a à proposer, je peux vous affirmer que cette basse domine la concurrence de la tête et des épaules! Cela n’arrive pas tous les jours de rencontrer, pour un budget aussi modeste, des possibilités de réglage aussi nombreuses et un aussi bon confort de jeu: coup de chapeau à Yamaha!
CONCLUSION
La TRBX 504 est une basse solide, qui a le don d’attirer les regards, dotée d’une foule de possibilités et dont le champ d’action est très large. Son prix est également un avantage déterminant, étant donné qu’il s’agit de matériel de qualité qui s’adresse aussi à des bassistes disposant de peu d’argent. Et en plus, la TRBX propose de petits “plus”, comme cette petite LED qui réagit en fonction de l’état de la pile. Le réglage de tonalité en mode passif et les possibilités très étendues de l’égalisation en mode actif donnent ac• le son, très polyvalent cès à un son très polyvalent. Au niveau • le prix du confort de jeu, je n’ai rien de négatif • la construction à signaler. Le seul petit point négatif, c’est la tendance du vernis mat qui, avec • le confort de jeu le temps, à tendance à devenir brillant. • les possibilités Attention: l’apparence matte s’estompe, mais la couche de vernis ne disparaît pas! La TRBX 504 est un adversaire redoutable pour tous les autres modèles de basse • le vernis mat qui change dans cette catégorie de prix. Yamaha a de d’aspect quoi faire (encore) parler de lui! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
www.meetmusic.com
15
DRUMS & PERCUSSION
Ludwig Keystone
Ludwig Keystone DRUMS SET
Deze Amerikaanse drumfabrikant is de laatste jaren aan een stevige opmars bezig, vooral door een slimme opdeling tussen goedkopere Chinese sets en duurdere reeksen die nog steeds in Amerika gebouwd worden. Met de budgetvriendelijke reeksen krijg je toch de traditionele Ludwig-kwaliteit, terwijl de Amerikaanse drums dan weer meer succes kennen bij professionals. Zo tekende vorig jaar niemand minder dan Vinnie Colaiuta weer bij Ludwig, maar kiezen ook andere grootheden voor dit legendarische merk. Deze keer testen we een echte Amerikaanse shellset, namelijk de Up Beat uit de Keystone-reeks. Hoewel we een tweetal jaren geleden al een set uit deze reeks testten, zijn we deze keer toch wel benieuwd naar de nieuwe Atlasmounts op de toms en floortoms.
CONCEPT, BOUW & AFWERKING
De Keystone-reeks is toch min of meer een buitenbeentje in de ketelbouw: drie dunne lagen maple (esdoorn) - met zowel aan de binnen- als aan de buitenkant een laagje American Red Oak (Amerikaanse Rode Eik) - vormen samen een zeer dunne maar stevige ketel. Dergelijke constructie zou voor meer volume en een iets kortere decay (uitsterven van de klank) moeten zorgen. De draagranden zijn ook in het midden van de ketel gezet, zodat ze optimaal contact met het vel krijgen. Wanneer we de dozen opendoen, vinden we eerst een pakketje met garantiekaart en een visitekaartje: ‘Made with Pride in Monroe, NC, U.S.A.’. Een detail, maar toch voel je tijdens het uitpakken aan alles dat ze het menen. Alle ketels zijn apart verpakt met de vellen reeds gemonteerd. De dozen zijn veel te groot voor de afmetingen van de ketels, omdat ze binnenin vol met bubbeltjesplastic zitten. Ludwig wil deze set dus zonder enig probleem en ongeschonden tot bij jou krijgen. Ook deze keer worden we ‘verblind’ door de zeer mooie wrap in de kleur ‘Shampayne’, met zeer fijne sparkles die veel diepte geven. Qua kleur is dit een mooie variatie op het traditionele roos- of goudachtige Champagne Sparkle… Het bloedmooie Keystone-logo is vrij dik (2-3mm) en mooi gesculpteerd in reliëf. Het is gemaakt van messing, afkomstig van gerecycleerde trompetten. Aan de binnenkant van de ketels voel je de ruwe structuur van het laagje eik, hoewel dit wel behandeld werd met gladde vernis. Daar vinden we ook een ‘zegel’ terug, een sticker met info en het serienummer: dit is enkel gebruikelijk bij high end sets. De bassdrumhoops hebben aan de buitenkant een volledige Shampayne-bekleding, terwijl de houtkleurige binnenkant een beetje ruw aanvoelt: blijkbaar is hier een zeer stevige vernis gebruikt die lijkt op een harde plastic afwerking. Het ontbreken van een beschermplaatje aan het basdrumpedaal of rubberbescherming onder de spanklauwen, lijkt me dan ook niet onmiddellijk een probleem. Toch lijkt een sticker voor het basdrumpedaal me op termijn toch de veiligste keuze. Opvallend is dat er geen gat is voorzien voor een tomhouder en dat de spanklauwen een specifieke Keystonevorm hebben. Bij de toms zien we dan dé grote nieuwigheid van Ludwig: de Atlasmount. Eén van de spanblokken werd zodanig aangepast dat er via rubberen tussenstukken een tomrozet op past. Tegenover de andere spanblokken valt deze Atlasmount misschien wel wat groot uit, maar je hebt geen extra gaten voor een tomrozet of de, qua uitzicht, zware beugel van een rimophanging, zoals Ludwigs Vibraband. Bij het wisselen van de vellen moet je dan ook weer niet zitten knoeien om de spanvijzen door de rubberringen in de spanblokken te wriemelen. Ook de rozetten van de floortompoten gebruiken deze Atlasmounts, zodat de floortom eveneens trillingsvrij opgehangen staat. Je moet er enkel voor zorgen dat je het ondervel stemt of vervangt zonder de floortompoten, want die staan nu wel in de weg voor je drumsleutel. De rozet staat dus bovenop het spanblok, waardoor die wel wat ver uitsteekt. Dit vormt bij de kleine tom geen probleem omdat hij niet verder uitsteekt dan een rimophanging. Voordeel is dat je de ring nu kwijt bent en de tom dus in een kleinere koffer kan. En indien je twee toms gebruikt, kan je ze nu dicht bij elkaar zetten. Bij de floortom is het net omgekeerd: de Atlasmounts steken langs drie kanten wél nogal ver uit – in vergelijking met traditionele rozetten – zodat je koffer of tas wel een of twee maatjes groter moet zijn. Een aangenaam detail is dat er zowel voor de tomhouder als de floortompoten mooie memorylocks (geheugenklemmen) meegeleverd worden. Als kers op de taart kan je deze Atlasmounts ook apart kopen en zijn ze zelfs aanpasbaar voor de verschillende afstanden tussen de boorgaten! Waar de toms in deze reeks de traditionele standaardmaten krijgen – 10”x7.5”, 12”x8”, 13”x9” voor toms, 14”x14”, 16”x16”, 18”x16” voor floortoms – hebben de bassdrums naargelang hun diameter allemaal een andere diepte. Wat dacht
16
www.meetmusic.com
JEAN-PHILIPPE KOMAC Le fabricant américain fait une remontée impressionnante depuis quelques années, principalement grâce à une différentiation bien pensée entre les sets meilleurs marchés fabriqués en Chine et les séries plus onéreuses qui sont toujours manufacturées aux Etats-Unis. Les gammes plus accessibles offrent la qualité traditionelle de Ludwig, les modèles américains sont fort appréciés par les professionnels. L’année dernière, par exemple, Vinnie Colaiuta, excusez du peu, a encore signé chez Ludwig, mais d’autres grands choisissent cette marque légendaire. Nous essayons cette fois un jeu de fûts américains, l’Up Beat de la gamme Keystone. Bien que nous avions testé un set de cette gamme il y a deux ans, nous sommes curieux d’essayer les nouveaux Atlasmounts sur les toms et les floortoms.
CONCEPT, CONSTRUCTION & FINITION
La famille Keystone fait un peu bande à part pour ce qui de la construction des fûts: trois fines couches de maple (érable) - entre deux couches d’American Red Oak (Chêne rouge américain) - forment un fût très mince mais très solide. Cette construction devrait garantir plus de volume et un decay (le temps d’extinction du son) plus court. Les bords sont centrés sur le fût, ce qui garantit un contact optimal avec les peaux. Quand nous déballons le matériel, nous trouvons un petit colli avec la carte de garantie et une carte de visite: ‘Made with Pride in Monroe, NC, U.S.A.’. Un détail, mais dès le déballage, ont sent le sérieux du fabricant. Tous les fûts sont emballés séparément, les peaux sont montées. Les cartons sont bien trop grands pour les dimensions des tambours, parce que remplis de plastique à bulles. Ludwig veut vous acheminer ces sets sans problèmes ni dégats. Cette fois encore, la finition est étincelante, superbe robe de couleur ‘Shampayne’, avec de très fines paillettes qui rendent beaucoup de profondeur. La couleur est une belle variation sur le thème rose ou doré Champagne Sparkle… Le magnifique logo Keystone est fort épais (2-3mm) et finement sculpté en relief. Il est fabriqué en laiton, provenant de trompettes recyclèes. A l’intérieur des fûts, on sent la structure rugueuse de la couche de chêne, bien que traitée avec un vernis lissant. Nous y retrouvons également un ‘sceau’, un autocollant avec des infos et le numéro de série: ceci est réservé au batteries de haut de gamme. Les cercles de grosse caisse sont sur leur face extérieure entièrement vétus de Shampayne, la face intérieure en bois est un peu rugueuse, on a vraisemblablement utilisé un vernis très soldie ressemblant une finition plastique dure. L’absence d’une plaquette de protection pour la pédale ou un caoutchouc sous les griffes de serrage ne me semble donc pas vraiment problématique. Pourtant, à terme, un plastique autocollant pour la pédale de grosse caisse me semble un choix judicieux. L’absence d’un trou pour un porte-toms ne passe pas inaperçu, tout comme la forme spécifiquement Keystone des griffes de serrage. Les toms dévoilent la grande nouveauté de Ludwig: l’Atlasmount. Une des coquilles a été adapté afin de pouvoir monter une rosace de tom, avec des pièces de caoutchouc. Comparé aux autres coquilles, l’Atlasmount est peut-être grand, mais vous n’avez pas de trous supplémentaires pour une rosace, ou pour une suspension au cercle assez voyante, style Vibraband de Ludwig. Lors d’un changement de peau, vous ne devez pas chipoter avec les vis de serrage qui doivent passer dans les coquilles. Les supports des pieds de toms basse ont également le système Atlasmount, ces toms sont donc suspendus sans vibrations. Il faut juste penser à accorder ou remplacer la peau inférieure sans les pieds en place, puisqu’ils gènent l’utilisation de votre clé de batterie. La rosace est donc sur la coquille, qui dépasse assez bien. Pour un petit tom ceci n’est pas un problème, ça ne déborde pas plus qu’une suspension semi-circulaire. L’avantage est que cette fixation sur cercle n’existe pas, et que vous pouvez ranger votre tom dans un plus petit coffre. Et si vous utilisez deux toms, vous pouvez les rapprocher d’avantage. Pour les toms basse, c’est tout le contraire: les Atlasmounts dépassent assez fortement des trois cotés (comparé aux rosaces traditionelles), vous devrez donc choisir des coffres ou sacs une ou deux tailles au-dessus. Un détail intéressant: de beaux memorylocks (serrages à mémoire) sont fournis, tant pour le porte-tom que pour les pieds du tom basse. Qui plus est, vous pouvez acheter les Atlasmounts séparément, ils sont même adaptables aux différents entr’axes de perçage! Si les toms de cette gamme sont disponibles dans les tailles standard traditionelles – 10”x7.5”, 12”x8”, 13”x9” pour les toms, 14”x14”, 16”x16”, 18”x16” pour les floortoms – les grosses caisses ont une profodeur dépendante du diamètre. Que pensez-vous de 20”x15”, 22”x17” et 24”x14”? Les caisses claires sont disponibles séparément avec des hauteurs de 6.5” et 8”. Pour ce test, nous disposions du Up Beat en 20”, 12” et 14”,
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
Ludwig Keystone
mais vous pouvez également choisir les Power Beat (22”,12”,16”) et Pro Beat (24”,13”,16”), tous fournis sans caisse claire ni hardware. Le porte-tom à rotule et pince intégrée, qui se monte sur tout trépied, est livré d’origine. Les nouvelles couleurs sont exclusives: quatre sparkle et trois oyster, de très belles couleurs que je n’avais pas encore rencontrées.
je van 20”x15”, 22”x17” en 24”x14”? Ook snares zijn los verkrijgbaar met dieptes van 6.5” en 8”. Voor deze test kregen wij dus de Up Beat met 20”, 12” en 14”, terwijl ook nog de Power Beat (22”,12”,16”) en de Pro Beat (24”,13”,16”) leverbaar zijn, allen zonder snaredrum of hardware. De tomhouder met bolgewricht en ingebouwde klem, passend op elk statief, wordt wel meegeleverd. Ook de nieuwe kleuren zijn exclusief: vier sparkles en drie oysters, allemaal zeer mooie kleuren die ik nog nergens anders gezien heb.
SON
KLANK
Standaard zitten onderaan doorzichtige “Ludwig - Made by Evans” vellen, waarover we bij een vorige test niet zo tevreden waren. Bovenaan zitten coated vellen, namelijk Ludwigs eigen Weather Master Heavy. Voor de basdrum vinden we een Ludwig - Made by Evans clear slagvel, en vooraan een smooth white Ludwig Weather Master vel, met een mooi sixties Ludw igDate SE, merk logo. Net zoals bij de eerder geteste Club dat de toon zeer duidelijk te horen is bij je ook hier tijdens het stemmen elke spanbout. Dit zegt veel over de zorg waarmee de ketel gemaakt is, zowel wat betreft de perfecte cirkelvorm als de draagranden. De bassdrum geeft met de originele vellen laag gestemd een vette blaf die toch wat kunstmatig klinkt. Draai je alle vijzen een kwartdraai hoger, dan krijg je een evenwichtiger geluid: minder ‘blaf’ en meer gedefinieerd, terwijl je toch een aangenaam sublaag overhoudt. Dit sublaag komt vooral van het frontvel als je dat laag gestemd laat: zelfs met het slagvel hard aangespannen, blijf je een stevige dreun voelen. De toms hebben een heel heldere aanslag (veel agressieve middentonen) met een vrij korte en relatief stille, maar warme naklank. Hoger gestemd wordt de decay nog korter, wat zeker in de smaak zal vallen bij jazzdrummers. Opvallend is wel dat er bij de kleine tom toch een klankverschil ontstaat als je hem aanslaat: wanneer je hem in één hand vasthoudt enerzijds en gemonteerd op de tomhouder anderzijds. Ludwig beweert nochtans dat er geen klankverlies is met deze Atlasmount t.o.v. een rimophanging, zoals de Ludwig Vibra Band. Dat verschil is er dus wel, maar een collega profdrummer vindt die lichtjes mindere sustain net een pluspunt voor pop en jazz, en verving daardoor de Vibrabands op zijn Ludwig door Atlasmounts. Als je echt hoog gaat stemmen, begint de kleine tom toch wat voller en minder afgeknepen te klinken, terwijl de floortom net dunner begint te klinken. Volgens ons ligt dit aan de mindere kwaliteit van de ondervellen: tijd dus om onze professionele Remo’s te monteren! Bij het wisselen van de vellen merken we dat alle spanvijzen voorzien zijn van een rubberen ringetje, zodat ze niet uit de spanring kunnen vallen: een klein maar enorm nuttig detail! Na een paar slagen vallen we bijna van onze drumkruk: &@#§%!!! Ineens hebben we een high end drumstel met een enorme sound! Laag gestemd maakt de vette blaf van de bassdrum nu plaats voor een stevige, ronde sound: de bassdrum lijkt een paar maten groter, en ik heb het gevoel dat ik met een 24” aan het spelen ben, maar met de aangename terugslag van een 20”. De toms verliezen al het lelijke van de scherpe aanslag, maar toch heb je nog een heldere slag. Deze keer met een zeer warme nagalm die toch nog kort genoeg blijft voor een gedefinieerd geluid. Als we ook op de 12” tom het ondervel door een professionele Remo vervangen, wordt het nog vele malen beter. Topklasse! Maar iemand moet Ludwig nu toch eens vertellen dat die paar Euro’s meer voor professionele vellen een wereld van verschil maken! Zo zou je in de winkel, bij het vergelijken van verschillende drumstellen, deze Keystone wel eens onterecht links kunnen laten liggen...
BUDGET
Zowel de Up Beat als de Power Beat kosten €1669,88 exclusief BTW, terwijl de Pro Beat €1781,46 exclusief BTW kost: niet echt goedkoop voor slechts drie ketels, maar je hebt dan wel een klankkwaliteit die gelijkwaardig is aan een high end set die vele malen duurder is. Enkel nog een honderdtal Euro’s voorzien om de vellen te vervangen. Dit laatste is jammer, omdat vele andere grote en kleine afwerkingsdetails wél aanwezig zijn op deze set.
BESLUIT
Afgezien van de vellen is deze Ludwig Keystone een schot in de roos: misschien wat duur voor de amateurdrummer die op zoek is naar een goede maar betaalbare set, maar een besparing van duizenden Euro’s voor de professional. De sound is bij alle stemmingen fantastisch, de bekleding is duurzaam en bloedmooi, de Atlasmounts zijn geniaal voor hangende toms (voor floortoms steken ze iets te ver uit), het chroomwerk is van uitstekende kwaliteit en de vele kleine afwerkingsdetails (mooi logo, Keystone spanklauwen, rubberringen op spanvijzen, serienummer) maken van deze set een prachtig koopje. MMM
D’origine, les peaux inférieures sont des “Ludwig - Made by Evans” transparantes, qui ne nous avaient pas fort plu lors d’un essai précédent. Les peaux de frappe sont “coated”, des Weather Master Heavy de Ludwig même. La grosse caisse porte une peau transparante Ludwig - Made by Evans, et à l’avant, une smooth white Ludwig Weather Master, arborant un beau logo Ludwig des sixties. Commesur le modèle testé antérieurement, le Club Date SE, on constate lors de l’accordage que la tonalité est clairement audible à chaque vis de serrage. C’est vous dire le soin apporté à la fabrication des fûts, tant pour la cylindricité parfaite que les bords. La grosse caisse génère un gros son assez artificiel avec les peaux d’origine peu tendues. Donnez un quart de tour aux vis, et le son est plus équilibré, moins gros et plus défini, sans perdre le fond agréable de sous-basses. Celles-ci provienent surtout de la peau frontale si vous la laissez en accordage bas: même avec la peau de frappe très tendue, vous sentez toujours un solide coup bas. Les toms ont une attaque très claire (beaucoup de moyennes agressives) avec une fin assez brève et assez discrète, mais chaude. Avec un accordage plus tendu, la fin devient encore plus courte, ce qui plaira sans le moindre doute aux batteurs jazz. Je constate une différence en frappant le petit tom quand vous le tenez d’une main et quand il est monté sur le support de tom. Ludwig affirmepourtant qu’il n’y a pas de perte de son avec l’Atlasmount par rapport à une suspension semi-circulaire comme la Ludwig Vibra Band. Il y a donc bel et bien une différence, mais un collègue batteur professionnel trouve que ce sustain moindre est un avantage pour le pop et le jazz, et a remplacé les Vibrabands de sa Ludwig par des Atlasmounts. Si vous accordez vraiment haut, le petit tom sonne plus plein et moins serré, tandis que le tom basse devient plus fin. Nous pensons que ceci est du à la moindre qualité des peaux de résonance, il est donc grand temps de monter nos Remo professionnelles! Lors du changement de peaux, nous constatons que toutes les vis de serrage sont pourvus d’un anneau en caoutchouc, ce qui les empèche de tomber du cercle: un petit détail extrèmement utile! Après quelques coups, nous restons bouche bée: &@#§%!!! (Intraduisible) Nous voilà en possession d’une batterie de haut de gamme avec un son énorme! En accordage bas, le son gras et gros de la grosse caisse est remplacé pour un son rond et solide: la caisse semble avoir grandi de quelques tailles, il me semble jouer sur une 24”, mais avec le rbond agréable d’une 20”. Les toms perdent tous les vilains accents aigus, mais conservent un son clair. Avec, en prime, une résonance chaude, suffisament courte pour conserver un son bien défini. Après avoir remplacé la peau inférieure du tom 12” par une Remo professionnelle, cela devient encore beaucoup mieux. Le top! Mais quelqu’un devra expliquer à Ludwig que des peaux pro de quelques euros de plus font un monde de différence! Sans cela, vous pourriez - à tort - tourner le dos à cette Keystone lors d’une comparaison de plusieures batteries en magasin...
pro • Zeer gemakkelijk te stemmen • Afwerkingsdetails: prachtige bekleding, chroomwerk • Fantastische sound: heldere, gedefinieerde aanslag, met warme, relatief korte sustain • Atlasmounts: plaatsbesparend, lichtjes kortere
• Accordage très facile • Détails de finition: habillage superbe, chromes • Son fantastique: attaque claire et définie, sustain chaud et • relativement court • Atlasmounts: gain de place, sustain légèrement plus court
contra • Geen professionele vellen, standaard vellen van slechte kwaliteit voor deze prijsklasse • Atlasmounts op floortoms steken te ver uit
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
DRUMS & PERCUSSION
• Pas de peaux professionnelles, peaux d’origine indignes de la gamme de prix • Atlasmounts sur le tom basse dépassent trop
BUDGET
Tant l’Up Beat que le Power Beat coûtent 1669,88 euros hors TVA, tandis que le Pro Beat change de propriétaire pour 1781,46 euros hors TVA. Ce n’est pas vraiment bon marché pour trois fûts, mais vous disposez d’un son équivalent à celui d’un set de tout haut de gamme qui vaut un multiple de ces Ludwig. Ajoutez une centaine d’euros pour remplacer les peaux. Ceci est vraiment dommage, parce que de nombreux autres détails de finition, grands et petits, sont bel et bien présent sur ce set.
CONCLUSION
Abstraction faite des peaux, la Ludwig Keystone est une vraie réussite: peut-être un peu chère pour le batteur amateur à la recherche d’une bonne batterie abordable, mais des milliers d’euros d’économisés pour le professionnel. Le son est fantastique, peu importe l’accordage, l’habillage est superbe et durable, les Atlasmounts sont géniaux pour les toms suspendus (pour les floortoms ils dépassent un peu trop), les chromes sont d’excellente facture, et les nombreux détails de finition (beau logo, griffes Keystone, bagues de caoutchouc sur les vis de serrage, numéro de série) font que ce set est une affaire. MMM
www.meetmusic.com
17
KEYBOARD INSTRUMENTS Casio Privia Pro PX-5S
Casio Privia Pro PX-5S STAGE PIANO
Het aanbod van de zogenaamde stage-piano’s is vandaag de dag ongelooflijk aan het boomen. Ieder zichzelf respecterend pianomerk is al sinds een tijdje mee op de kar gesprongen om de vraag bij te houden. Op zich een goede evolutie, wat duidelijk aangeeft dat er ook veel meer live opgetreden wordt. Tijdens de ontwikkeling van deze piano’s moet er aan een aantal specifieke zaken gedacht worden, zodat de noemer stage-piano werkelijk kan toegepast worden. Een muzikant die live speelt heeft andere noden en verwachtingen dan een hobby-muzikant die zijn piano enkel om de paar weken gebruikt. Er staat een nieuwe review voor de deur en niet zomaar eentje: De Casio Privia Pro PX-5S!
ALGEMEEN
Casio! We moeten toegeven dat wanneer we deze naam horen, we onbewust misschien wel een verkeerd ‘oordeel’ vellen. Casio, is dat niet dat merk van die speelgoed keyboardjes, die iedereen als kind wel eens in zijn of haar handen heeft gehad? Casio, zijn dat niet die rekenmachientjes? Kortom, het algemeen beeld is bij de meeste mensen nog steeds van die aard en dat is onterecht! We mogen de invloed van Casio op de huidige technologie echt niet onderschatten! Nog steeds is het een bedrijf dat een enorme omzet draait en dus de nodige investeringen met bijhorende vernieuwingen kan doorvoeren. Het is duidelijk dat Casio zich in het instrumentenland wilt profileren als een professionele leverancier!
BOUW
De PX-5S springt meteen in het oog door het niet alledaagse design en zijn toch wel opmerkelijke afmetingen. De piano is vervaardigd uit een stevig plastic materiaal en de hoofdkleuren zijn zwart en wit, met hier en daar een blauwig accentje. Het model heeft een frisse uitstraling en ziet er toch stevig uit, alsof het wel tegen wat stootjes kan! De afmetingen zijn zoals reeds gezegd verbazingwekkend: 1322mm x 285mm x 135mm. Je kan de piano werkelijk onder één arm pakken en even verplaatsen, mede dankzij het feit dat het geheel amper 11kg weegt. Voilà, het is eruit, u leest het goed: 11 kilogram! We hoeven het hopelijk niet nog eens te herhalen dat dit voor een stage-piano echt wel heel licht is. Casio weet natuurlijk dat het gewicht een van de stokpaardjes is van veel rondtourende muzikanten. In het midden van de Casio PX-5S vinden we een vrij klein LCD schermpje terug met daarrond gecentreerd de besturingsknoppen die ervoor zorgen dat de piano zo goed en snel mogelijk kan bestuurd worden. Aan de linkerkant vinden we een controlegedeelte terug met een modulation en pitch-bend wiel en zes faders en vier draaiknoppen, allemaal afzonderlijk in te stellen naar de gewenste functie. Aan de rechterkant vinden we een gedeelte terug met een ietwat rubberachtige antislip laag, perfect om bijvoorbeeld je iPad of andere zaken op te leggen. Leuke verrassing is dat zich hieronder een batterij-compartiment bevindt, waardoor het mogelijk is om de Casio PX5S werkelijk overal te gebruiken, ook op plaatsen waar er geen netstroom aanwezig is. Ook leuk is het feit dat de batterijen het overnemen van de netstroom, bijvoorbeeld wanneer tijdens een optreden per ongeluk de stroomtoevoer wegvalt. Wat eveneens meteen opvalt, is de USB-poort ter hoogte van de C5 noot, welke het mogelijk maakt om hetgeen je speelt onmiddellijk op te nemen in WAV-formaat. Via USB kan je ook files laten afspelen, zodat je perfect kan meespelen met je favoriete songs of deuntjes. Het klavier bestaat uit 88 toetsen met een zogenaamde nieuwe ‘Tri-sensor II’ hamermechaniek en Ivory Touch met generfde structuur. Dit voelt allemaal lekker aan onder de vingers, al is het in het begin toch even wennen. Je blijft wel voelen dat je een digitale piano aan het bespelen bent, maar de piano doet wel perfect de zaken die je wilt en verwacht. Alle speelstijlen zijn mogelijk en je moet niet bang zijn dat je door gladheid van de toetsen zou schuiven, vermits de Ivory Touch een zweetabsorberend laagje voorziet op de toets. De Casio PX-5S wordt geleverd met een aantal handleidingen in verschillende talen, maar niet in het Nederlands. Verder vinden we ook een pedaal terug, namelijk de SP-3. Ik moet wel zeggen dat dit geen pedaal is voor een goede stage-piano, zo kan je er bijvoorbeeld geen zogenaamde half-pedaal techniek mee gebruiken. Toch wel een beetje spijtig…
MOGELIJKHEDEN
De Casio PX-5S heeft in totaal 340 voorgeprogrammeerde klanken in zich en men kan nog eens 220 zogenaamde user presets maken. Daarenboven komt Casio regelmatig op de proppen met aangepaste nieuwe sound libraries die je eenvoudig kan overzetten via USB. Niet alleen keuze genoeg, maar deze klanken mogen genieten van een 256-stemmige(!) polyfonie, wat echt ongezien is in het stagepiano-wereldje. De klanken worden opgewekt door het Multi-Dimensional Morphing Air systeem. Natuurlijk is het mogelijk om alles nog fine te tunen naar eigen smaak, en dit op een zeer gebruiksvriendelijke en snelle manier. Deels door de faders en draaiknoppen op het linkse gedeelte van de stagepiano en deels door nog een beetje in het besturingsmenu te neuzen. Vleugelklepsimulatie, demperresonantie, hamerrespons, snaarresonantie en nog veel meer. Ook mogen we de verschillende effecten niet vergeten, waaronder reverb, delay, chorus, etc. Het kan allemaal! Zoals eerder gezegd, kan je heel eenvoudig hetgeen je speelt in WAV-formaat opnemen via USB, en dit met een beperking van 25 minuten per opnamesessie/song en 100 songs in totaal. Verder kan je ook audio terug afspelen via USB, maar dan moet het wel in WAV-formaat zijn. Ideaal om mee te spelen met je favoriete muziek. Let wel: er zijn geen ingebouwde speakers aanwezig op de PX-5S, waardoor je hem moet aansluiten op een externe geluidsversterker, of moet luisteren via
18
www.meetmusic.com
HANS IJZERMAN De nos jours, l’offre disponible dans ce que l’on a coutume d’appeler les “pianos de scène” (‘stage pianos’) connaît une croissance incroyable: chaque marque de piano qui se respecte a déjà pris le “train en marche” depuis un bon bout de temps afin de suivre la demande de la clientèle. En soi, c’est une évolution positive, car cela (dé)montre clairement qu’il y a aussi toujours plus de prestations musicales sur scène. Lors de la conception d’un tel piano, il importe de prendre en considération un certain nombre de facteurs spécifiques, de manière à ce que l’appellation de ‘stage piano’ puisse réellement être d’application. Il faut savoir qu’un musicien qui joue en direct a d’autres besoins, d’autres attentes par rapport à un musicien amateur qui utilise juste son piano quelques fois par semaine... Voici donc un nouveau banc d’essai sur le pas de notre porte, et pas n’importe lequel, puisque son objet n’est autre que le Casio Privia Pro PX-5S!
GÉNÉRALITÉS
Casio! Admettons-le franchement: quand on entend ce nom, inconsciemment, on a peut être tendance à émettre un jugement
erroné... Ben oui, Casio, quoi: n’est-ce pas cette marque qui produit des “claviers-jouets”, que chacun d’entre nous, étant enfant, a eu entre les mains un jour ou l’autre? Casio, ce sont aussi des calculettes, non? Bref, l’image générale que se font la plupart des gens de cette marque est de cet acabit... et c’est un grand tort! Il ne faut pas sous-estimer l’influence de Casio sur la technologie d’aujourd’hui: c’est toujours, à l’heure actuelle, une entreprise qui génère un chiffre d’affaires énorme, et qui par conséquent, a les moyens de continuer à faire des investissements à bon escient, car ceux-ci débouchent sur des nouveautés auxquelles ils ont contribué. Une chose est sûre: dans le paysage des constructeurs d’instruments de musique, Casio veut se profiler en tant que fournisseur de matériel professionnel!
CONSTRUCTION
Le PX-5S saute immédiatement aux yeux pour deux raisons: un design que l’on ne rencontre pas tous les jours, et des dimensions assez étonnantes. La carrosserie du piano est réalisée dans une solide matière synthétique et ses couleurs principales sont le noir et le blanc, avec de ci, de là, quelques petits accents qui “tirent” sur le bleu. Le modèle possède un look rafraichissant, tout en semblant bien solide, comme s’il avait envie de montrer qu’il ne craignait pas les coups! Comme cela a déjà été dit, les dimensions ont de quoi surprendre: 1.322 mm x 285 mm x 135 mm. On peut, au sens propre de l’expression, prendre ce piano “sous LE bras” (au singulier, donc!) et le déplacer facilement grâce au fait qu’il pèse à peine 11 kilos... Voilà, c’est dit, et vous avez bien lu: 11 - ONZE - kilogrammes! Inutile d’insister lourdement pour rappeler que pour un ‘stage piano’, c’est vraiment très peu. Naturellement, Casio sait pertinemment bien que le poids est un des éléments-clés pour les musiciens qui sont régulièrement sur la route. Au milieu du panneau des commandes du Casio PX-5S se trouve un écran à cristaux liquides, très petit, et de part et d’autre, les concepteurs ont regroupé les touches de commande qui font que ce piano peut être réglé aussi bien et aussi vite. Tout à fait à gauche, il y a une section de contrôles comportant les deux molettes “classiques” (modulation et pitch bend), ainsi que six curseurs et quatre boutons rotatifs: tous sont assignables séparément, selon les souhaits de l’utilisateur. Regardons maintenant tout à fait à droite, où il y a une surface de nature caoutchouteuse, et donc antidérapante, parfaite pour, par exemple, y déposer un iPad ou d’autres objets. Et voici une bonne surprise: en dessous se trouve dissimulé un compartiment pour des piles! Il est donc possible d’utiliser ce Casio PX-5S vraiment partout, même à des endroits où il n’y a pas de courant! Une caractéristique très utile, c’est que les piles prennent automatiquement le relais de l’alimentation secteur, par exemple quand vous êtes en plein milieu d’un concert et que par malchance, le courant domestique vous dit... bonsoir! Ce qui frappe également, c’est le port USB situé à hauteur de la note C5, ce qui permet d’enregistrer immédiatement ce que vous êtes en train de jouer sous forme de fichier WAV. Dans “l’autre sens”, il est évidemment aussi possible de charger et de lire des fichiers préenregistrés via USB, ce qui permet à l’utilisateur de jouer sur ses rengaines favorites. Le clavier est équipé de mécaniques répondant au doux nom de ‘Tri-sensor II’; il se compose de 88 touches dont la surface est de type ‘Ivory Touch’, avec une structure nervurée. Ce support est agréable au toucher, il faut juste s’y habituer un peu au début. On sent bien que l’on joue sur un piano digital, mais ce dernier exécute parfaitement les choses que vous voulez et que vous attendez. Tous les styles de jeu sont possibles, et on ne doit avoir aucune crainte de glisser sur les touches, étant donné que celles en Ivory Touch comportent une couche de matière destinée à absorber la transpiration. Le Casio PX-5S est livré avec une série de notices d’emploi dans plusieurs langues, mais il n’y a pas de version en néerlandais. Une pédale fait aussi partie de la livraison, la SP-3. Je dois dire que cette pédale n’est pas très adaptée pour un bon piano de scène; par exemple, il lui est impossible de reproduire ce qu’on appelle la “technique de demi-pédale”. C’est quand même un peu
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
KEYBOARD INSTRUMENTS Casio Privia Pro PX-5S dommage...
POSSIBILITÉS
één van de twee hoofdtelefoonaansluitingen. Je kan het klavier in verdelen in vier zones en iedere zone apart toewijzen en bedienen. Als je dan uitrekent dat je zes layers kan maken per klank (wat we ook kennen als de hex-layerklanken uit de Casio XW-P1 synth), dan staat er echt wel iets heel knap en sterk voor ons. De Stage setups, een soort van performance preset, kunnen in totaal twee hex-layers en twee aparte layers bevatten, wat resulteert in een 14-layer klank! Verder krijg je de mogelijkheid om te spelen met een arpeggiator, met een keuze uit 100 presets en 100 vrije presets die je zelf kan aanvullen, en de phrase sequencer je kan kiezen uit 1000 stuks. Bovenop de Casio PX-5S staat duidelijk aangeduid waar alle aansluitingen zich bevinden, zodat je niet achter de piano moet kruipen om te zien of alles wel juist is aangesloten. Van links naar rechts zitten volgende aansluitingen: AUDIO IN mini jack (handig om bijvoorbeeld een externe geluidsbron aan te sluiten), PHONES jack x2, LINE IN (L/MONO en R), DC 12V, LINE OUT (L/ MONO en R), MIDI (IN en OUT/THRU), PEDAL jacks x2 en USB to host. Ook leuk is dat je een pedaal kan aansluiten, om het dan te gebruiken als envelope-response pedaal. Perfect om bijvoorbeeld de typische wah wah klanken tot in de puntjes te kunnen bedienen en spelen. Oh en natuurlijk mag je niet vergeten dat het mogelijk is om een iPad aan te sluiten op de PX-5S! Dan kan je de piano besturen vanop je iPad en zo dus gebruik maken van een groter en overzichtelijker scherm.
RESPONS & KLANK
Na een tijdje gespeeld te hebben met de Casio PX-5S, merk je dat hij een vertrouwd gevoel geeft. Je hebt toch een knap ding onder je vingers en dat merk je wanneer je allerhande speelstijlen uitprobeert. Dit is nu net de kracht van een goede stagepiano! De klanken die in de piano opgeslagen zitten, zijn onderverdeeld in acht categorieën, nl. PIANO, ELEC PIANO, ORGAN, STRINGS/BRASS, GUITAR/BASS, SYNTH/VARIOUS, DRUMS en HEX LAYER. De klank die je te horen krijgt wanneer je de Casio voor het eerst opstart, is de 0-0 Concert Grand. Deze moet je meteen overtuigen door z’n toch wel opmerkelijk klankspectrum. Hij klinkt wonderwel zeer overtuigend en er zijn geen zware mankementen aan de klank. Er is duidelijk heel wat werk in gestoken, wat ook niet abnormaal is, vermits de basisklank (de piano) eigenlijk iedereen meteen moet kunnen overtuigen. De orgelklanken kunnen spijtig genoeg niet mee genieten van alle lof, want hier is toch nog wel wat werk aan de winkel. De samples zijn niet goed genoeg, zeker wanneer we ze vergelijken met de mooie piano- en elektrische piano klanken. De rotary simulatie is ook niet helemaal wat hij moet zijn. De laatste tijd zijn we op vlak van orgelsimulaties zo hard verwend door andere merken, dat de lat hier enorm hoog ligt. Hier moet dan toch een tandje worden bijgestoken... De elektrische piano’s, zoals de gekende Wurlitzer en Fender Rhodes, klinken dan weer lekker warm en diep en moeten zeker en vast niet onderdoen voor de concurrentie. Wanneer je de klanken gaat combineren met de waaier aan effecten, kan je echt ongelooflijke pareltjes creëren. De clavinetklanken zijn eveneens zeer te smaken, zeker wanneer je ze toepast met een aangesloten pedaal. Op die manier kan je het wahwah effect perfect tweaken en gebruiken. De andere klanken zijn enorm divers en zoals bij alle stagepiano’s is de ene klank al wat beter dan de andere. Het voordeel is tegenwoordig wel dat alles valt aan te passen tot op het bot. Ben je niet zo tevreden over een bepaalde klank, dan kan je op 1-2-3 de klank naar eigen believen tweaken!
BUDGET
Het beste houden we tot het laatste… De Casio PX-5S is zeer zeer zeer scherp geprijsd en kan je vinden voor slechts €1099 (incl. BTW)!!!
BESLUIT
De PX-5S is duidelijk het paradepaardje van Casio en heeft heel wat in zich, zéker wanneer je de uiterst waanzinnige prijs in beschouwing neemt. Dit is gewoonweg ongezien… Als je dan ook nog eens kijkt naar het gewicht van amper 11kg, besef je dat dit toch een zeer straffe zet is van Casio. Het kan natuurlijk niet volledig perfect zijn en we hebben hier en daar enkele opmerkingen, maar over het algemeen is dit een heel degelijke stage-piano, zeker op vlak van prijs-kwaliteitverhouding. Dit alles is niet onopgemerkt voorbijgegaan op de NAMM eerder dit jaar, waar de PX-5S een award in de wacht sleepte! MMM
pro • Lichtgewicht! 11kg!!! • Stage-piano voor slechts 1099€ • 256-stemmige polyfonie
• Un poids-plume: seulement 11kg!!! • Un vrai ‘stage piano’ pour seulement 1.099 euros!!! • La polyphonie, à 256 voix
contra • Bijgeleverde pedaal = ondermaats + geen half pedaal mogelijk • Orgelklanken nog wat bijschaving nodig
20
• La pédale livrée pourrait être meilleure • Les sons d’orgues: il y a encore un peu de boulot, là
www.meetmusic.com
Le Casio PX-5S compte au total 340 sons préprogrammés dans sa mémoire, et on peut également créer 220 présélections dites ‘utilisateur’. De plus, Casio propose régulièrement de nouvelles librairies sonores que l’on peut charger dans l’appareil via USB. Mais un choix pareil, ce n’est pas encore assez pour Casio: ces sonorités jouissent d’une polyphonie à 256 (!) voix, ce qui ne s’est encore jamais vu (ou entendu?) dans le petit monde des pianos de scène. Quant aux sons euxmêmes, ils sont générés par le système ‘Multi-Dimensional Morphing Air’. Naturellement, il est possible de se livrer à un ‘fine tuning’ sur tous les paramètres, selon les goûts de l’utilisateur. Et ce qui ne gâte rien, c’est que cela se fait de manière rapide et très conviviale: d’une part, via les curseurs et les boutons rotatifs qui sont sur la partie gauche de l’instrument, et d’autre part, en allant mettre un peu le nez dans le menu des commandes. Il y a des fonctions de toutes sortes, simulant la position de l’abattant d’un piano à queue, la résonance des étouffoirs, la réponse des marteaux, la résonance des cordes, et bien plus encore... Et il ne faut pas non plus oublier les différents effets, dont la réverbe, l’écho, le chorus, etc. Cet appareil peut tout faire! Comme expliqué précédemment, on peut très facilement enregistrer ce que l’on joue, via USB et au format WAV. Il y a deux limites: 25 minutes maximum par session (ou par morceau), et 100 morceaux maximum au total. On peut aussi lire de l’audio via USB, mais les fichiers doivent être, eux aussi, au format WAV. Voilà qui est idéal pour jouer sur ses morceaux de prédilection! Attention: il n’y a aucun haut-parleur intégré dans le PX-5S. Il faut donc le raccorder à un ampli externe, ou alors, il faut se servir d’une des deux prises pour casque. On peut diviser le clavier en quatre zones, et on peut assigner des sons à chacune d’entre elles séparément, et jouer ensuite suivant cette configuration. Par ailleurs, quand on compte que l’on peut superposer six “couches sonores” (‘layers’) par son, ce que nous connaissons déjà sous le nom de ‘hex layers’ via le synthé Casio XW-P1, on réalise qu’on est face à un appareil particulièrement versatile et puissant. Les ‘stage setups’, une sorte de présélections souvent appelées ‘performance’, sont capables, au total, de renfermer deux ‘hex layers’ et deux ‘layers’ séparés, ce qui donne au final des sons à... 14 “couches”! On a aussi la possibilité de se servir d’un arpégiateur, avec un choix de cent présélections usine, plus cent présélections utilisateur! Quant au ‘phrase sequencer’, il propose un choix de... mille morceaux! Sur la face supérieure du Casio PX-5S, des inscriptions montrent où se trouvent toutes les connexions situées en face arrière, afin de ne pas devoir se contorsionner derrière le piano pour vérifier si tout est correctement raccordé. De gauche à droite, voici la suite de ces connexions: un mini jack AUDIO IN (pratique pour, par exemple, raccorder une source sonore externe comme un lecteur CD et/ou MP3), 2 jacks PHONES, LINE IN (L/MONO et R), DC 12V, LINE OUT (L/ MONO et R), MIDI (IN et OUT/THRU), 2 jacks PEDAL et USB to host. C’est aussi une bonne surprise de pouvoir raccorder une pédale que l’on peut utiliser comme un suiveur d’enveloppe, une solution impeccable pour, par exemple, pouvoir reproduire des sons wah-wah très réalistes. Ah oui: il ne faut évidemment pas oublier non plus que l’on peut raccorder un iPad sur le PX-5S! On peut alors piloter le piano depuis l’iPad et profiter ainsi d’un écran plus grand et plus clair.
RÉPONSE & SON
Après avoir joué un petit temps avec le Casio PX-5S, j’ai remarqué qu’il donnait confiance: on a un appareil bien fait sous les doigts, et cela se remarque quand on se met à essayer les styles de jeu les plus divers. Ce qui doit être l’atout principal d’un bon ‘stage piano’! Les sons qui sont stockés dans l’appareil sont répartis en huit catégories: PIANO, ELEC PIANO, ORGAN, STRINGS/BRASS, GUITAR/BASS, SYNTH/VARIOUS, DRUMS et HEX LAYER. Le son que l’on entend quand on branche le Casio pour la première fois est le ‘0-0 Concert Grand’. Cette sonorité a le don de vous séduire immédiatement de par son spectre sonore remarquable: elle “sonne” magnifiquement bien, et il n’y a aucun manque marquant dans la texture du son. Manifestement, cela doit être le fruit de pas mal de travail, ce qui n’est pas un hasard non plus, vu que, en fait, le son de base - celui du piano - se doit, dès les premières notes, de mettre tout le monde d’accord! Malheureusement, les sons d’orgue ne sont pas vraiment dignes de recevoir des louanges, car il y a encore pas mal de travail en perspective! Les échantillons ne sont pas assez bons, en tout cas quand on les compare aux jolis sons des pianos acoustiques et électriques. Et les simulations de haut-parleurs Leslie ne sont pas non plus ce qu’elles devraient être... Il est vrai que ces derniers temps, nous nous sommes tellement habitués aux sonorités d’orgue des autres marques qu’à présent, la barre est placée très haut! Mais quand même: il y a quelque chose à faire à ce niveau... Par contre, les pianos électriques, comme les célèbres Wurlitzer et Fender Rhodes, ont des sons superbes, chauds et profonds; en tout cas, ils n’ont pas à rougir devant la concurrence. Quand on se met à combiner les sonorités et l’éventail des effets, on arrive à créer des “perles sonores” incroyables! Les sons de clavinet sont aussi très bons, surtout quand on les manipule via une pédale raccordée au piano: ainsi, l’effet wah-wah est parfait, on peut “triturer” le son dans tous les sens! Les autres sons sont extrêmement différents les uns des autres, et comme sur tous les ‘stage pianos’, les sons sont plus convaincants les uns que les autres. En fait, l’avantage déterminant, c’est que l’on peut absolument TOUT adapter, et ce, jusque dans les moindres détails. Si vous n’êtes pas content d’un certain son, en très peu de temps, vous pouvez le “travailler” un maximum pour qu’il finisse par répondre à vos goûts personnels.
PRIX
Eh oui, nous avons gardé le meilleur pour la fin: le Casio PX-5S se vend à un très, très, TRES bon prix: il ne coûte que... 1.099 euros TVA comprise!
CONCLUSION
Le PX-5S est clairement le vaisseau-amiral de Casio: il renferme pas mal de qualités, et ce, surtout quand on prend en considération son prix, tout simplement... démentiel! C’est du jamaisvu... Et si en plus, on regarde son poids, qui est en dessous des 11 kilos, on ne peut qu’admettre une chose: Casio frappe très, TRES fort! Naturellement, le projet n’est pas tout à fait parfait, quelques remarques ont été émises, mais d’une façon générale, on est en présence d’un ‘stage piano’ de très bonne qualité, en particulier au niveau du rapport qualité - prix! Toutes ces qualités ne sont d’ailleurs pas passées inaperçues lors du dernier NAMM Show 2013, où le PX-5S a décroché un prix! MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
HILITES
Hilites
Aristides 070
ARISTIDES
Aristides Instruments zal begin 2014 een nieuwe 7-snarige gitaar, de “070”, voorstellen op de NAMM Show te Californië. Geïnteresseerden kunnen dit model nu al bestellen bij erkende dealers van het merk, of rechtstreeks bij de fabrikant. De 070 is een elektrische gitaar, geconstrueerd uit één stuk, met een grootte van 26,5”. Beschikbaar met ofwel passieve, ofwel actieve elektronica. De passieve modellen sus (brug) en een zijn uitgerust met een Seymour Duncan PegaSentient (nek). De actieve modellen zijn o.a. verkrijgbaar met Seymour Duncan Blackouts of een EMG81/60 combo. Voor alle modellen, zowel de passieve als de actieve, werd gebruik gemaakt van MEC elektronica. www.aristidesinstruments.com
Arturia MicroBrute
ARTURIA
Nieuw bij Arturia en binnenkort (lees: héél snel) ook op onze testbank: de MicroBrute! Zoals de naam al doet vermoeden, is dit het kleine broertje van de originele MiniBrute. Deze analoge synthesizer is niet alleen erg compact, maar beschikt ook over heel wat nieuwe, leuke en unieke elementen. Arturia belooft dat we ons helemaal zullen kunnen uitleven met de MicroBrute... Wij zijn alvast benieuwd naar de test! www.arturia.com
ARTURIA
EBS Classic 500 Gretsch G5620T-CB
Nouveau chez Arturia et bientôt (traduisez: ‘très rapidement’) l’objet d’un de nos bancs d’essai: le MicroBrute! Comme son nom permet de le deviner, il s’agit d’un modèle dérivé du MiniBrute original, mais plus petit. Ce synthétiseur analogique n’est pas seulement très compact, mais il possède aussi toute une série de nouvelles caractéristiques, aussi intéressantes qu’uniques. Arturia assure que tout le monde va pouvoir... “s’éclater” avec ce MicroBrute: nous sommes donc particulièrement impatients de faire ce test! www.arturia.com
DIMARZIO
DiMarzio lanceert twee nieuwe Illuminator humbucking pickups voor 6-snarige elektrische gitaren, en nog twee nieuwe Illuminator 7 humbucking pickups voor 7-snarige modellen. Deze pickups werden ontworpen voor John Petrucci, gitarist bij Dream Theater. Petrucci verkent constant zijn eigen grenzen en probeert zijn sound steeds te verfijnen en uit te breiden. Voor hem is veelzijdigheid erg belangrijk bij pickups, zodat hij een groot aantal verschillende sounds uit één gitaar kan halen. Deze nieuwe Illuminator nek- en brugmodellen zijn de nieuwe generatie van John’s signature pickups! www.dimarzio.com
EBS
De Classic 500 van EBS is de opvolger van de Classic 450 bass head. Dit nieuwe model werd uitgerust met extra power en een compactere casing, waardoor deze basversterker flexibeler is geworden en je hem makkelijker kan verplaatsen. De Classic 500 kreeg een retro look en levert een sound die doet terugdenken aan klassieke buizenversterkers. De extra power die komt kijken bij deze nieuwe versie, maakt deze versterker nog veelzijdiger! www.ebs.se
EBS
GRETSCH
GRETSCH
De populaire Center-Block Series van Gretsch wordt uitgebreid met drie gitaren: de G5620TCB Electromatic, de G5655T-CB Electromatic en de G5622T-CB Electromatic. Deze nieuwe modellen vergezellen de reeds in januari 2013 voorgestelde gitaren binnen de reeks. De sustain werd vergroot en de feedback verminderd, zelfs bij hogere volumes. schikbaar De modellen hebben een hoogglanzende afwerking, bein drie kleuren; Black, Rosa Red en Georgia Green. Uiteraard profiteren ook deze drie gitaren van de voordelen van het gekende “center block”. Wil je hier meer over weten, surf dan naar www.gretsch.com ProMark
van D’Addario lanceert met de Select Balance een vernieuwende reeks drumsticks. Drummers kunnen nu kiezen tussen forward en rebound balance, met een keuze tussen vijf diameters. Hiermee zou deze reeks geschikt zijn voor alle speelstijlen. ProMark heeft het productieproces en het design van de drumsticks aangepast. Hierbij werd rekening gehouden met de hoofdelementen van
drumsticks, zoals de diameter, de vorm van de tip, het materiaal, etc. De sticks zijn nu al beschikbaar! www. promark.com
TAKAMINE
De G Series van Takamine werd grondig onder handen genomen, met een volledig vernieuwde reeks als resultaat. De serie bestaat zowel uit akoestische als elektrischakoestische gitaarmodellen. Ze zijn beschikbaar in verschillende bodystijlen, waaronder zowel traditionele vormen, als de exclusieve designs van Takamine, zoals de populaire NEX en FXC bodystijlen. Je krijgt ook de keuze tussen verschillende soorten hout die elk een andere sound opleveren. Zo wil Takamine zoveel mogelijk gitaristen aanspreken, met verschillende soorten muziekstijlen. www.takamine.com MMM
22
DIMARZIO
DiMarzio lance quatre nouveaux humbuckers, les Illuminators: deux modèles pour les guitares électriques à six cordes, et deux pour celles à sept cordes. Ces micros ont été conçus pour John Petrucci, le guitariste de Dream Theater. Petrucci reconnaît toujours ses propres limites, et il essaie d’améliorer sa sonorité en permanence. Ces nouveaux Illuminators, l’un destiné à être placé au manche et l’autre au chevalet, sont donc la nouvelle génération des micros signés par John. www. dimarzio.com Le modèle Classic 500 d’EBS est le successeur de la tête pour basse Classic 450. Ce nouveau modèle dispose de puissance supplémentaire et d’une enceinte plus compacte, ce qui le rend plus flexible et plus facile à déplacer. Le Classic 500 affiche un look rétro et sa sonorité fait penser à celle des amplis classiques à lampes. La puissance supplémentaire propre à ce nouveau modèle le rend évidemment plus polyvalent. www.ebssweden.com
PROMARK
Takamine G Series
ARISTIDES
Début 2014, Aristides Instruments présentera une nouvelle guitare à sept cordes, la ‘070’, lors du NAMM Show 2014, en Californie. Ceux que cela intéresse peuvent dès à présent commander ce modèle auprès des revendeurs agréés de la marque, ou en s’adressant directement à la firme. La 070 est une guitare électrique, construite d’une seule pièce et avec un diapason de 26,5”. Elle sera disponible avec une électronique soit passive, soit active. Les modèles passifs seront équipés de micros Seymour Duncan, un Pegasus au chevalet et un Sentient au manche. Les modèles actifs seront disponibles, entre autres, avec des Seymour Duncan Blackouts ou une combinaison EMG (humbuckers 81 et 60). Pour tous les modèles, tant actifs que passifs, la firme aura recours à l’électronique MEC. www.aristidesinstruments.com
www.meetmusic.com
La série Center-Block de Gretsch, très populaire, s’agrandit de trois guitares: la G 5 6 2 0 TCB Electromatic, la G565 5 TCB Electromatic et la G5622T-CB Electromatic. Ces nouveaux modèles rejoignent les guitares déjà présentées au sein de cette gamme en janvier 2013. Le sustain est amélioré et le feedback
réduit, même si le volume est élevé. Les modèles ont une finition super brillante et sont disponibles en trois couleurs: Black, Rosa Red et Georgia Green. Bien entendu, ces trois guitares profitent aussi des avantages du ‘center block’ bien connu. Pour qui veut en savoir plus sur le sujet, rendez-vous sur le site www.gretsch.com
PROMARK
ProMark, un label lié à D’Addario, lance une série innovante, ses baguettes ‘Select Balance’. Les batteurs ont maintenant le choix: accentuer la balance entre ‘forward’ et ‘rebound’, en plus d’un choix entre cinq diamètres différents. Grâce à cela, la série peut convenir à tous les styles de jeu. ProMark a adapté le procédé de production et le design de ses baguettes en conséquence: sont donc pris en considération les éléments principaux des baguettes, comme le diamètre, la forme de l’olive, le matériau, etc. Ces baguettes sont déjà disponibles maintenant! www. promark.com
TAKAMINE
La série G de Takamine a été revue en profondeur, une démarche qui a finalement débouché sur une série totalement rénovée. Cette série se compose aussi bien de modèles acoustiques qu’électro-acoustiques. Ils sont disponibles en différentes formes de corps, dont des formes traditionnelles, mais aussi des formes propres à Takamine, comme les populaires NEX et FXC. On a aussi le choix entre différentes essences de bois, qui donnent chacune un son différent. Takamine veut ainsi séduire autant de guitaristes que possible, qui pratiquent des styles musicaux très différents. www.takamine.com MMM
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
MEET MUSIC MAGAZINE 2013/12
www.meetmusic.com
23
SOUND
MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335
PRO
&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ
Peavey
December 2013 Décembre 2013
GRATIS
GRATUIT
RCF
HIsys H10 & H15 Sub
NX L24-A & SUB 8004-AS
TASCAM
LIVID
DR-60D
BASE
ADJ Quad Phase HP
RØDE NT1