Mmm304

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

Nr.304

27e jaargang - April 2014 27ième année - Avril 2014

GRATIS

GRATUIT MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX

Recording King RK-G25-BR

DV Mark

MULTIAMP

Tech 21

Bass Pedals

Ludwig

Breakbeats

Kawai

ES-100

INHOUD - SOMMAIRE 6

EVENTS Musik Messe / Prolight+Sound 2014 ...... 4

8

GUITAR Recording King RK-G25-BR

4

6-string banjo ............................................................ 6

DV Mark MULTIAMP

guitar amplifier head ................................................. 9

9

BASS Tech 21 Bass pedals

effect pedals ........................................................... 13

13

16

15

DRUMS & PERCUSSION Ludwig Breakbeats

acoustic drums ....................................................... 15

KEYBOARD INSTRUMENTS Kawai ES-100

digital piano............................................................... 19

HILITES ............................................................. 22 19 MAANDBLAD VOOR DE BENELUX MUZIKANT - MENSUEL POUR LE MUSICIEN BENELUX Meet Music Magazine is een uitgave van/est une édition de: Meet Music bvba/sprl Vierhuizen 44 - 2250 Olen Tel: 014/28 29 49 Fax: 014/28 29 40 Vanuit Nederland: Postbus 323 NL-4560 AH Hulst Tel: +32 14 28 29 49 Fax: +32 14 28 29 40 Bladmanager/Magazine Manager Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com Druk/Impression: De Cuyper, Zele

De auteursrechten van deze uitgave en van alle artikelen, die erin verschijnen, worden door de uitgever voorbehouden.

La reproduction, même partielle, de ce numéro est strictement interdite sans l’autorisation écrite de l’éditeur.

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Dirk De Paepe Vierhuizen 44 2250 Olen Hoofdredactie/Rédacteur en chef: Dirk De Paepe dirk@meetmusic.com

Redactie-coörd./Coörd. de rédaction: Isabelle Bernaerts editor@meetmusic.com

Redactie/Rédaction: Diederik Van Lembergen Jean-Philippe Komac Luc Henrion Stijn Deldaele Tim Van Roy

Vormgeving/Mise en page: Meet Music layout@meetmusic.com Administratie/Administration: Krista Vercammen administrator@meetmusic.com

Vertalingen/Traductions: Jean-Pierre Irgel Etienne Lambert Michel Van den Bosch

www.meetmusic.com

ADVERTEERDERSLIJST - LISTE DES ANNONCEURS Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

Firma/Firme..................... blz/page

MEET MUSIC MAGAZINE

Roland ......................... 21

Heremans AV .............. 25

Studio Factasy............. 24

Alhambra Guitarras ....... 9

Sound Service ............... 7

Highlite International. 2,23

Titan ............................. 19

EMD............................. 17

Voerman ........................ 2

M-Works ...................... 25

Teac/Tascam.................. 5

Fentex.......................... 15

PRO SOUND & LIGHT

Mafico ............................ 7

Teac/ART ....................... 9

Kawai ........................... 23

Beglec.......................... 21

RSL.............................. 15

Viladco ......................... 15

Peavey......................... 11

Cymatic Audio .............. 9

Sound 7 ....................... 24

Yamaha ....................... 13

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

www.meetmusic.com

3

Musikmesse / Prolight + Sound 2014

EVENTS

Musikmesse / Prolight + Sound 2014 TRADE SHOW

Het is de laatste maanden druk geweest in de muziekindustrie! In januari brachten we nog een bezoek aan de NAMM Show in Californië en in maart moesten we alweer naar Frankfurt. De Musikmesse / Prolight + Sound ging dit jaar immers een maand eerder door dan gewoonlijk, namelijk van 12 t.e.m. 15 maart. Het gaat hier om ‘s werelds grootste internationale beurs binnen de muziekinstrumenten-industrie.

Het internationale karakter van de beurs zorgt voor optimale contactmogelijkheden tussen de dealers, fabrikanten, distributeurs en consumenten. Zo is Messe Frankfurt, net als de NAMM Show, voor professionals het uitgelezen moment om hun business relaties te versterken en uit te breiden, en meer voeling te krijgen met de evoluties en tendensen binnen de muziekindustrie.

Op vrijdagnamiddag en zaterdag werden de deuren eveneens geopend voor het grote publiek, zodat ook hobbyisten en liefhebbers er hun hartje konden ophalen. De beurs lokte dit jaar meer dan 110.000 bezoekers uit 142 landen. Die mochten er vier dagen lang o.a. kennismaken met nieuwe producten, concerten en productpresentaties bijwonen, workshops volgen, en - niet onbelangrijk - genieten van het zonnige weer!

MESSE FRANKFURT

Musikmesse / Prolight + Sound wordt telkens georganiseerd in het beursgebouw te Frankfurt. Messe Frankfurt is één van de grootste beursorganisatoren ter wereld, met een omzet van rond de 543 miljoen Euro en wereldwijd meer dan 2000 werknemers. De groep organiseert beurzen op meer dan 30 locaties in verschillende landen. In 2013 organiseerden ze meer dan 114 beurzen, waarvan een groot deel buiten Duitsland plaatsvond. Het brede bereik, de vele partners en de jarenlange expertise maken van de Musikmesse Frankfurt Group de perfecte organisator voor Musikmesse / Prolight + Sound. Bovendien is het beursgebouw in Frankfurt is 578.000 vierkante meter groot en telt het tien exhibitiehallen, wat maakt dat er meer dan voldoende plaats is voor alle exposanten en geplande events.

MUSIKMESSE VERSUS PROLIGHT + SOUND

Eigenlijk hebben we hier te maken met twee beurzen, maar je kan met je ticket probleemloos beide beurzen bezoeken.

De Musikmesse draait voornamelijk rond muziekinstrumenten, zoals gitaren, keyboards, drums en blaasinstrumenten. Prolight + Sound richt zich dan weer meer op events, installatie en productie. Je krijgt er dan ook materiaal te zien voor recording, producing, PA, lichteffecten, DJ-materiaal, etc.

Voor veel producten en diensten ligt er niet langer een eenduidige grens tussen de eindconsument, en professionals of verhuurders. Producten worden immers steeds toegankelijker gemaakt voor minder gespecialiseerde mensen. Dit is voornamelijk het geval op vlak van studio engineering, studio software, microfoons en effecten. Deze producten worden nu zowel in home- als professionele studio’s gebruikt.

Omwille van die reden heeft men ervoor gekozen de Musikmesse en Prolight + Sound beurzen gelijktijdig te laten doorgaan. Op die manier krijgen bezoekers er een globaal beeld van de industrie: gaande van muziekinstrumenten en bladmuziek, tot labels, muziekmarketing en sales.

PROGRAMMA

De agenda van Musikmesse / Prolight + Sound stond ook dit jaar weer helemaal vol. De show heeft een soort van “glamour factor” doordat er heel wat demonstraties, workshops en handtekeningensessies worden georganiseerd met bekende artiesten. Zo werden er verschillende sterren gespot, zoals Rod Gonzales (Die Ärzte), Adel Tawil, Rudolf Schenker (Scorpions), Jeff Beck en Victor Smolski (Rage).

Daarnaast is de beurs ook een enorm populair moment voor het uitreiken van awards voor muziekproducten en de mensen achter deze producten. Zo werd er geopend met de uitreiking van de PRG Live Entertainment Award, een

4

www.meetmusic.com

Ces derniers mois, une pression indéniable a été enregistrée dans le monde de l’industrie musicale: en janvier, nous nous étions rendus au NAMM Show en Californie, et en mars, “rebelote”, nous étions à Francfort. Cette année, la foire locale - Musikmesse / Prolight + Sound - s’est déroulée un mois plus tôt que d’habitude, soit du 12 au 15 mars inclus. Nous parlons ici de la foire internationale la plus importante au monde au niveau de l’industrie des instruments de musique.

Le caractère international de cette foire offre d’énormes possibilités de contact entre les vendeurs, les constructeurs, les distributeurs et les consommateurs. Ainsi donc, la foire de Francfort, tout comme le NAMM Show, est un moment privilégié pour renforcer et développer les relations commerciales entre ces différents acteurs, et pour se tenir au courant de l’évolution, des tendances lourdes dans le petit monde de l’industrie musicale. Le vendredi après-midi et le samedi, les portes étaient ouvertes également au grand public, de sorte que les amateurs puissent eux aussi s’en donner à cœur joie.

Cette année, la foire a attiré plus de 110.000 spectateurs, en provenance de 142 pays. Durant quatre jours, ils ont eu l’occasion de faire connaissance avec, entre autres, les nouveaux produits, assister à des concerts et à des présentations de produits, participer à des ateliers, et, ce qui n’est pas à négliger, profiter d’un temps ensoleillé!

MESSE FRANKFURT

L’événement Musikmesse / Prolight + Sound est chaque fois organisé dans les bâtiments de la foire, à Francfort. Le groupe “Foire de Francfort” est un des plus grands organisateurs de foires au monde, avec un chiffre d’affaire d’environ 543 millions d’euros et plus de 2.000 travailleurs répartis dans le monde entier. Ce groupe organise des foires dans plus de trente localisations réparties dans plusieurs pays. En 2013, il a organisé plus de 114 foires, dont une grande partie a eu lieu en dehors de l’Allemagne. Son large champ d’action, ses nombreux partenaires et son expérience remontant à bien des années font du Musikmesse Frankfurt Group l’organisateur par excellence pour l’événement Musikmesse / Prolight + Sound. De plus, à Francfort, les bâtiments de la foire ont une surface de 578.000 mètres carrés; ils comptent dix halls d’exposition, ce qui explique qu’il y a de la place - plus qu’il n’en faut - pour tous les exposants et tous les événements qui y sont programmés.

MUSIKMESSE VERSUS PROLIGHT + SOUND

En réalité, nous nous trouvons en présence de deux foires séparées, mais le ticket d’entrée permet sans problème d’avoir accès aux deux foires. La foire musicale a pour centre d’intérêt principal les instruments de musique, comme les guitares, les claviers, les batteries et les instruments à vents; tandis que Prolight + Sound est plus orienté vers les événements, les installations et la production. On y rencontre entre autres du matériel d’enregistrement, de production, de sonorisation, d’effets lumineux, ainsi que tout ce qui a trait au métier de DJ, etc.

Pour beaucoup de produits et de services, il n’y a pas de frontière bien nette entre les consommateurs d’une part, et les professionnels et les firmes de location d’autre part: en effet, les produits sont de plus en plus conçus pour être accessibles également à des personnes moins spécialisées. Et c’est en particulier le cas des techniques et des softwares destinés au studio, aux micros et aux effets: car à présent, ces produits sont utilisés aussi bien dans les studios professionnels que dans les domiciles des amateurs. C’est pour cette raison qu’il a été décidé de regrouper aux mêmes dates la Musikmesse et Prolight + Sound: de cette manière, les visiteurs ont l’occasion d’avoir un tableau complet de l’industrie musicale, qu’il s’agisse d’instruments de musique, de partitions, de labels, de marketing ou de vente.

PROGRAMME

L’agenda de Musikmesse / Prolight + Sound était, cette année encore, tout à fait complet! Cet événement comporte une sorte de facteur “glamour” qui fait que l’on y organise toute une série de démonstrations, d’ateliers et de séances de dédicaces centrés sur des artistes bien connus. On y a donc vus des artistes renommés tels que Rod Gonzales (Die Ärzte), Adel Tawil, Rudolf Schenker (Scorpions), Jeff Beck et Victor Smolski (Rage).

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Musikmesse / Prolight + Sound 2014 prijs voor de drijvende krachten achter concerttours en stage shows. De Frankfurt Music Prize werd gewonnen door saxofoonlegende Ernie Watts en Erich Wonder werd bekroond met de German Stage Award.

Op donderdagavond konden we dan weer terecht op de Mipa en Pipa Awards. Hiervoor hadden meer dan 100 vakbladen van over de hele wereld gestemd over de beste muziekinstrumenten en audio-apparatuur van 2013 en 2014, gespreid over meer dan veertig categorieën. De Mipa’s horen bij de Musikmesse en kenden dit jaar hun vijftiende editie. De Pipa’s, voor Prolight + Sound, werden dit jaar voor de allereerste keer uitgereikt. Wie wil weten welke producten in de prijzen vielen, kan terecht op www.mipa-award.de.

ONDERSTEUNING VAN JONGEREN

Verder werd er op de beurs veel aandacht besteed aan het ondersteunen van jongeren. Zo werd dit jaar de vrijdagnamiddag voorzien voor schoolexcursies, zodat kinderen ook op een weekdag een bezoek zouden kunnen brengen aan de show. Daarnaast werden er uiteenlopende seminaries, lezingen en workshops georganiseerd waar deelnemers meer konden leren, en discussiëren, over bijvoorbeeld muziekmarketing, auteursrechten en publishing. In het Eventplaza Conference kon je terecht voor tal van informatiemomenten over trends, strategieën en expertise binnen de live-entertainment en theater sector. Hierbij werd voornamelijk gefocust op de veiligheid tijdens events.

Tijdens de Prolight + Sound Conference deelden professionals uit de mediatechnologie sector hun kennis over sound en event technologie. Kortom, we kunnen het belang van Musikmesse / Prolight + Sound als informatie- en leerplatform niet genoeg onderstrepen! Net als de NAMM Show, wil deze beurs kinderen en jonge talenten een duwtje in de rug geven en hen warm maken voor muziek. Extreem populair dit jaar, was het Music4Kids evenement. Hier kregen kleuters en scholieren de kans om, onder toezicht van muziekleraars, hun eerste stapjes met een muziekinstrument te nemen. Niet alleen het enthousiasme van de kinderen was groot, maar ook de fabrikanten ondersteunen dit project, gezien deze kinderen de toekomst binnen de industrie zullen bepalen. Verder was er ook nog de John Lennon Educational Tour Bus, waar jongeren hun creatieve ideeën konden botvieren in een mobiele en moderne opnamestudio. Last but not least was er ook nog de SchoolJam wedstrijd, waarbij bands uit verschillende scholen op het podium hun beste beentje konden voorzetten.

EVOLUTIE EN TRENDS

Op de NAMM Show voelden we het ook al: na enkele jaren economische malaise binnen de muzieksector, lijkt het tij nu stilaan te keren. De Musikmesse / Prolight + Sound tikte dit jaar niet alleen af op een hoog bezoekersaantal, men stelde eveneens vast dat er een hoge bereidheid was voor het plaatsen van nieuwe bestellingen. Op deze manier werden de voorspellingen waargemaakt en voelen de fabrikanten voor 2014 een heropleving van de sector aan.

Net als in het verleden, werden er ook tijdens deze editie weer heel wat nieuwe producten gelanceerd.

Dit gaande van bijzondere percussie-instrumenten, over elektronisch versterkte recorders, tot blaasinstrumenten die communiceren via WLAN. Ook wordt er steeds meer geïnvesteerd in creatieve wateren vuurshows voor evenementen, en wordt de trend van LED verlichting verder gezet.

Daarnaast merkten we dat fabrikanten ook steeds meer werk stoppen in het ontwikkelen van mobiele en compacte producten, zodat verplaatsingen worden vergemakkelijkt en muziek ook “on the road” kan worden gecreëerd. Op de beurs zagen we zo bijvoorbeeld de vernieuwde streetwise gitaarversterkers van Roland en de makkelijk te vervoeren Ludwig Breakbeats set. Maar ook in de PA en tal van andere categorieën konden we deze trend waarnemen!

Verder wordt ook steeds vaker gebruik gemaakt van smartphones en tablets om hardware te controleren, of als elektronische klankbron. Op iedere stand waren wel toepassingen te vinden die het op deze manier aanpakten.

Nieuw op de beurs was GoPro, fabrikant van die HD mini-videocamera’s die vandaag niet meer uit de media zijn weg te slaan. Zij storten zich nu op de muziekindustrie om daar hun spectaculaire filmmethode - bekend van snowboarden en surfen - voor muzikanten te introduceren. Ook deze camera’s worden bestuurd vanaf je smartphone.

Toch gingen er tegelijkertijd alweer geluiden op dat de tendens weer meer van software naar hardware gaat, en dat de iOS-revolutie alweer een beetje aan het bedaren is. Maar als we dan even later een handzame mixer (inderdaad, wederom portable!) ontdekken - de SM Pro Audio uMix, die weliswaar niet met een app bestuurd wordt, maar platformloos direct vanuit je browser - dan wagen we dat toch te betwijfelen. Wat bijzonder is aan deze uMix, is dat het geheel geïntegreerd ontworpen is, qua hardware en software.

Het moet gezegd: op de beurs heerste over het algemeen een positieve vibe. Wie er niet is geraakt, of denkt iets te hebben gemist, kan steeds terecht op www.musikmesse.com en www. prolight-sound.com. Verder zal er op onze website, www.meetmusic.com, eerstdaags een lijst verschijnen met een greep uit de nieuw gelanceerde producten.

Toen we de beursvloer betraden op woensdag 12 maart, hadden we even het idee dat we niet al te veel nieuws zouden tegenkomen. Per slot van rekening was er zes weken eerder op de NAMM show al héél veel geïntroduceerd. Maar dat viel best mee. Petje af voor de producenten, we worden verwend dit jaar!

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

EVENTS

A côté de cela, cette foire est aussi un moment particulièrement privilégié pour distribuer une série de distinctions à certains produits musicaux et aux personnalités qui se “cachent” derrière eux. C’est ainsi que la foire a été ouverte par la remise du PRG Live Entertainment Award, un prix destiné aux forces vives qui se concentrent sur les tournées musicales et les spectacles de scène. Le Frankfurt Music Prize fut gagné par la légende du saxophone, Ernie Watts, et Erich Wonder fut récompensé par celui du German Stage Award.

Le jeudi soir, cela repartait de plus belle avec les Mipa et Pipa Awards: dans ce cas-ci, plus de cent journaux professionnels du monde entier avaient voté pour désigner les meilleurs instruments de musique et les meilleurs appareils audio de 2013 et 2014, tout cela réparti en plus de 40 catégories. Les récompenses Mipa concernent la Musikmesse, et on en était cette année à leur quinzième édition. Quant aux récompenses Pipa, réservées à Prolight + Sound, c’était leur toute première édition. Pour ceux qui désirent savoir “qui a gagné quoi”, rendez-vous sur le site www.mipa-award.de .

SOUTIEN AUX JEUNES

A noter que lors de cette bourse, un soutien tout particulier est réservé aux jeunes. C’est ainsi que cette année, le vendredi après-midi était réservé aux excursions des écoles, de façon à ce que les enfants puissent eux aussi, pendant un jour de la semaine, prendre part à cette foire. Notons aussi les séminaires, conférences et ateliers les plus divers, où les participants pouvaient s’informer et discuter sur des sujets comme, par exemple, le marketing en matière de musique, les droits d’auteur, les publications, etc.

Du côté de l’Eventplaza Conference, une série de moments réservés à l’information parlait des tendances, des stratégies et des expériences dans le domaine du divertissement et du théâtre. Ici, l’accent était mis avant tout sur la sécurité pendant les événements. Pendant la Prolight + Sound Conference, les professionnels du secteur des technologies des médias ont partagé leurs connaissances en matière de technologie du son et de l’événementiel. Bref, nous ne pourrons jamais assez souligner l’importance de Musikmesse / Prolight + Sound en tant que plateforme d’information et d’apprentissage.

Tout comme le NAMM Show, cette foire voulait donner un petit “coup de pouce” aux enfants et aux jeunes talents, en les intéressant à la musique.

A cet égard, l’événement Music4Kids bénéficia d’une fréquentation record cette année. Dans ce cadre, les marmots et les écoliers, sous la surveillance de professeurs de musique, ont eu l’occasion de faire leur première expérience face à un instrument de musique. Non seulement l’enthousiasme des enfants était très positif, mais les constructeurs, eux aussi, soutenaient ce projet, étant donné que les enfants détermineront l’avenir de l’industrie musicale. A signaler également, le John Lennon Educational Tour Bus, où les jeunes pouvaient donner libre cours à leurs idées créatives dans un studio d’enregistrement aussi moderne que mobile. Last but not least, il y avait aussi la SchoolJam, un concours où des orchestres de différentes écoles ont eu l’occasion de faire leurs premiers pas sur une scène.

EVOLUTION ET TENDANCES

Comme nous l’avions déjà remarqué lors du NAMM Show, après plusieurs années de malaise économique dans le secteur de la musique, la sérénité commence à revenir peu à peu. Cette année, Musikmesse / Prolight + Sound a donc non seulement bénéficié d’un très grand nombre de visiteurs, mais on a également constaté une tendance importante visant à passer de nouvelles commandes. Ainsi donc, les prévisions se sont avérées exactes, et les constructeurs ont senti pour 2014 une reprise dans leur secteur.

Tout comme les années précédentes, lors de cette édition, nombre de nouveaux produits ont été lancés: cela allait d’instruments à percussion particuliers à des instruments à vent qui communiquaient via un réseau WLAN, et en passant par des enregistreurs amplifiés électroniquement! A noter aussi que lors d’un événement, on investit de plus en plus dans des spectacles créatifs tournés vers... l’eau et le feu! Ceci dit, l’invasion des appareils lumineux basés sur la technologie des LED confirme son irrésistible progression.

Sur un autre plan, nous avons remarqué que les constructeurs continuaient à investir massivement dans le développement de produits mobiles et donc compacts, afin que les déplacements soient facilités et que la musique puisse également être créée “on the road”. Par exemple, nous avons vu à la foire de nouvelles versions des amplis guitare “de rue” Roland, et la BreakBeats de Ludwig, un set de batterie facile à transporter. Mais nous avons eu l’occasion de vérifier cette tendance dans le domaine de la sonorisation et quantités d’autres catégories!

D’autre part, on continue à faire de plus en plus d’usage de smartphones et de tablettes, soit pour contrôler du matériel musical, soit en tant que source sonore électronique. Sur chaque stand, il y avait des applications qui adoptent cette approche. Un nouveau constructeur était présent à la foire: GoPro, un constructeur de mini-caméras HD, qui sont aujourd’hui incontournables dans le monde des médias. Ces appareils se ruent à présent vers l’industrie de la musique afin de faire connaître aux musiciens leur méthode si spectaculaire de filmer les choses, méthode déjà bien connue des amateurs de snowboard et de planche à voile. Ces caméras, elles aussi, sont pilotées depuis un smartphone. Cependant, des bruits circulaient également comme quoi la tendance allait de nouveau des softwares vers le hardware, et que la révolution iOS connaissait un nouvel essoufflement.

Mais nous nous sommes permis de mettre cette possibilité en doute lorsqu’un peu plus tard, nous avons découvert une table de mixage des plus pratiques - et de nouveau, portable, bien entendu! -, la SM Pro Audio uMix, qui n’a même plus besoin d’une application, mais qui peut être directement pilotée, sans plateforme spécifique, depuis votre navigateur! Ce qu’il y a de particulier à cette uMix, c’est qu’elle a été conçue de manière totalement intégrée, tant au niveau du hardware que du software.

Il faut aussi insister sur une chose: une ambiance résolument positive planait sur cette foire!

Pour ceux qui n’y étaient pas, ou ceux qui ont le sentiment d’avoir “raté” quelque chose, ils peuvent toujours s’informer sur les sites www.musikmesse.com et www.prolight-sound.com . De plus, sur notre propre site, www.meetmusic.com , vous trouverez prochainement une liste donnant une idée des produits lancés récemment.

Lorsque, le mercredi 12 mars, nous avons foulé le sol de la foire la première fois, nous avions la conviction que nous repartirions avec peu d’informations... Il est vrai que six semaines auparavant, tant de choses avaient déjà été dites au NAMM Show! Mais tout s’est bien passé: chapeau bas pour les organisateurs, nous avons été gâtés cette année!

MMM

www.meetmusic.com

5

Recording King RK-G25-BR

GUITAR

Recording King RK-G25-BR 6-STRING BANJO

TIM VAN ROY

Met de eerste hogere temperaturen achter ons lijken de mensen van Recording King meteen in “redneck”-modus te gaan, want ze stuurden ons een Recording King banjo op. Het is niet meteen ons vakgebied, en allesbehalve een alledaags instrument voor ons tijdschrift, maar we vonden toch een redacteur die zich een paar dagen volledig wou onderdompelen in de wereld van de banjo!

Après les quelques températures un peu élevées d’il y a peu, l’équipe de Recording King a enclenché son mode “red neck”.

(NDT : Littéralement “cou rouge” en français, ce mot désigne le milieu paysan, surtout de l’est des Etats-Unis, et donc, la musique country qui y est souvent associée).

Du coup, nous voilà avec un banjo Recording King sur notre banc d’essai ! Voilà qui s’éloigne quelque peu de notre spécialité, et qui n’est pas vraiment un instrument coutumier de notre revue, mais nous avons néanmoins trouvé un rédacteur qui a bien voulu “s’immerger” quelques jours dans le monde du banjo !

ALGEMEEN Concept

Nu, de RK-G25-BR is niet zomaar een banjo. Dit model wordt een 6-string banjo of “gitaarbanjo” genoemd. Doorgaans heeft een banjo vijf snaren (wel, eigenlijk vier en een halve snaar) en wordt deze anders gestemd dan een gitaar. Bij de Recording King komt het er op neer dat men een banjo heeft gebouwd die voorzien is van een gitaarhals én de standaard stemming voor gitaar.

GÉNÉRALITÉS

Concept

En fait, le RK-G25 n’est pas vraiment un banjo : ce modèle possède six cordes et est souvent appelé guitare-banjo. Normalement, un banjo n’a que cinq cordes - en fait, même ... quatre et demi ! - et il n’est pas accordé comme une guitare. Mais dans le cas présent, il apparaît donc que Recording King a construit un banjo avec un manche de guitare dont les six cordes sont accordées suivant l’accordage standard d’une guitare.

Toebehoren/Opties

Qua extra’s is het niet echt uitzonderlijk: de banjo wordt geleverd in een kartonnen doos. Je krijg ook wat klein gereedschap, maar ditmaal is het wat anders dan we gewend zijn. De sleutel die je in de doos vindt, heeft vooral te maken met het uitzonderlijke bovenblad van de G25 banjo. Meer daarover bij de constructie!

Imago

Recording King is een merk dat in de Benelux nog niet heel bekend is, ondanks het feit dat deze fabrikant al sinds 1930 instrumenten bouwt. Het imago van Recording King draait zonder enige twijfel rond authenticiteit, met vooral de meer traditionele modellen uit de Amerikaanse muziekgeschiedenis.

Vooral een paar zeer geslaagde dreadnoughts en een resem banjo’s zijn het resultaat. De RK-G25 is daarvan, als kruising tussen een gitaar en een banjo, een meer vooruitstrevend voorbeeld.

Afwerking

Chrome, chrome, chrome en nog eens chrome! Een banjo inspecteren is een heel andere zaak dan een gitaar, maar voor zover we kunnen zien ziet alles er prima uit. Alle onderdelen zitten perfect op hun plaats en van zodra je het instrument vastneemt, maakt het een zeer solide indruk.

Garantie

Eén jaar garantie onder de gekende en alom geldende voorwaarden.

BOUW

Accessoires / options

Au niveau des extras, rien de bien spécial : le banjo est livré dans une boîte en carton, avec un peu de petit matériel, mais cette fois, il ne s’agit pas de ce à quoi nous sommes habitués. La clé qui se trouve dans la boîte a plutôt un rapport avec la table d’harmonie - inhabituelle pour un guitariste - de ce banjo Recording King-G25. Mais nous en reparlerons dans le chapitre construction.

Image

Recording King est une marque qui n’est pas encore très connue dans le Benelux, malgré le fait que pourtant, ce constructeur produit des instruments depuis ...

1930 ! L’image centrale de Recording King est sans aucun doute associée à la notion d’authenticité, avec en avant plan, les modèles les plus traditionnels liés à l’histoire de la musique populaire nord-américaine. Avec pour résultat quelques dreadnoughts très réussies et une flopée de banjos. Le RK-G25 fait partie de ces derniers, en tant que “croisement” entre une guitare et un banjo, et donc, il s’agit d’un exemple plus “progressiste”.

Finition

Kop/Hals

De hals is nog steeds bekend gitaristenterrein: maple (es) met een verstelbare truss rod. Laat je niet misleiden door de kleur van de hals. Die doet namelijk eerder denken aan mahonie. Maar als je de nerf en het patroon in het hout even goed bekijkt, zie je wel degelijk dat het gaat om een hals uit maple. Voor de constructie gebruikt men eveneens een methode die gekend is van bij de akoestische gitaren: de hals bestaat uit drie delen, waarbij de stemkop en de nekhiel aan de hals worden vastgekleefd. Getest en goed bevonden bij akoestische gitaren, dus waarom zou het niet werken bij een banjo?

Du chrome, du chrome, du chrome et une fois encore, du chrome ! Inspecter un banjo est une chose tout à fait différente de l’inspection d’une guitare, mais tout ce que nous voyons semble parfait : tous les composants semblent bien en place, et dès que l’on prend l’instrument en main, il dégage une impression d’extrême solidité.

Garantie

Un an de garantie suivant les conditions généralement reconnues et en vigueur partout.

Toets

CONSTRUCTION

Body

Pour ce qui est du manche, un guitariste reste encore en terrain connu : de l’érable avec une barre de renfort réglable. Ne vous laissez pas tromper par la couleur du manche : il est vrai qu’elle fait davantage penser à de l’acajou. Mais quand on examine de plus près les nervures et les motifs du bois, on se rend bien compte qu’il s’agit d’un manche en érable. Pour la construction, la firme a eu recours à une méthode qui est bien connue pour les guitares acoustiques : le manche se compose de trois parties, où la tête et le talon sont collés au manche proprement dit. Testé et approuvé sur les guitares acoustiques, pourquoi donc cela ne pourrait-il pas fonctionner sur un banjo ?

De rosewood (of palissander) toets zal ook voor gitaristen nog steeds vlot onder de vingers vallen. Net als het fretwerk is ook de kromming van de hals aangenaam en bekend terrein voor een akoestisch (of zelfs elektrisch) gitarist. De toets heeft een mooi gelijke, ietwat donkere kleur en vertoont nergens gebreken of onzuiverheden in het hout. Prima dus!

Vanaf hier gaan we de andere toer op. De body van een banjo is immers niet (volledig) gemaakt uit hout. De achterzijde van de RK-G25 is gemaakt uit hetzelfde maple als de hals, met eveneens diezelfde mahonie-achtige kleur. Maar aan de voorzijde zitten de echte veranderingen voor ons gitaristen: de voorzijde van de banjo is gemaakt uit wat je normaal gezien eerder in een drumstel vindt. Op de maple behuizing is een metalen rand bevestigd waarop een drumvel werd gespannen (een Remo Frosted Head 11” in dit geval). Bovenop dit drumvel plaatst men dan de brug van de banjo. Het lijkt voor ons gitaristen misschien wat bizar, maar voor banjospelers is dit helemaal normaal! Je kan de spanning op dit drumvel ook verhogen of verlagen om de klank wat bij te sturen (iets wat je de drummer in je band allicht ook al wel hebt zien doen). Ik moet zeggen dat het voor een gitarist wat onwennig aanvoelde om met dat dunne bovenblad te spelen, met de angst dat ik het zou beschadigen. Maar gelukkig is dat slechts een kwestie van gewoonte!

HARDWARE & ELEKTRONICA Stemmechanieken

Bij de tuners vinden we een erg bekende naam terug: Grover. Het gaat hier om “Open Geared Grover Butterbean tuners”. In het kort wil dat zeggen dat je de raderwerken kan zien zitten (vandaar “open geared”). Butterbean slaat dan weer op de vorm van de tuners zelf. Qua prestaties zijn ze in elk geval exact wat we ondertussen van Grover verwachten. Een zeer stabiele stemming en een onmiddellijke reactie op veranderingen zijn de eerste kenmerken, en intussen weten we dat Grover ook op de lange termijn nooit teleurstelt.

Brug

Het wel heel schattig ogende brugje (vanuit de ogen van een gitarist gezien!) is een combinatie van maple (es) en ebony (ebbenhout). Deze brug prijkt als enige onderdeel op dat bovenblad dat eigenlijk een drumvel is. Het is dus ook logisch

6

www.meetmusic.com

Tête / manche

Touche

La touche en palissandre sera vite maîtrisée par les doigts d’un guitariste également. Les frettes et le rayon de courbure du manche sont des caractéristiques bien connues et donc agréables pour un guitariste jouant de la guitare acoustique, ou même électrique. Cette touche possède une jolie couleur unie, sombre, et nulle part, le bois ne montre des défauts ou des impuretés.

C’est super, tout ça, non ?

Corps

Partant de là, on continue à faire le tour de l’instrument ... pour constater que le corps d’un banjo n’est pas (totalement) en bois. La face arrière du RK-G25 est faite dans le même érable que celui du manche, avec aussi la même couleur, proche de l’acajou. Mais c’est en face avant que les vrais changements se trouvent pour le guitariste : la face avant du banjo ressemble plus à ce que l’on voit sur un fût de batterie ! Sur la caisse en érable est fixé un cercle en métal sur lequel vient se tendre une peau de tambour. Dans le cas présent, il s’agit d’une Remo, modèle Frosted Head 11”. Sur cette peau se trouve le chevalet de l’instrument.

Tout cela paraît un peu bizarre pour un guitariste, mais pour un banjoïste, rien de plus normal ! Pour ajuster le son, on peut tendre ou détendre la peau - vous vous souvenez, la clef fournie dans les accessoires ? -, opération que vous avez déjà sûrement vue en observant le batteur de votre groupe. Je dois dire que pour un guitariste, c’est un peu déroutant de jouer avec une table d’harmonie aussi fine, on a presque peur de l’endommager. Mais heureusement, ce n’est qu’une question d’habitude !

ACCASTILLAGE ET ÉLECTRONIQUE

Mécaniques

Pour les mécaniques, on retrouve un nom parmi les plus connus : Grover. Pour l’heure, il s’agit du modèle “Open Geared Grover Butterbean tuners”. En bref, cela signi-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

7

Recording King RK-G25-BR

GUITAR

dat men de brug klein, licht en compact houdt. Teveel druk op het bovenblad zou weleens een scheur kunnen veroorzaken! Het nadeel van deze brug is echter dat ze niet te intoneren valt: je moet het doen met wat geboden wordt, je hebt er verder weinig aan te veranderen!

SPEELCOMFORT Ergonomie

Op dit vlak gaan gitaristen zonder enige twijfel het meeste moeite moeten doen om zich aan te passen… Althans, dat was bij mij toch het geval! Die ronde vorm komt in geen enkel opzicht in de buurt van wat gitaristen doorgaans gewend zijn, met als gevolg dat je aardig moet gaan zoeken hoe je dit instrument nu eigenlijk het best vastneemt. Mijn oplossing was uiteindelijk de ‘klassieke gitaar’-houding, waarbij het instrument op je linkerbeen rust met de hals schuin naar het plafond gericht. Ik had jullie ook graag verteld hoe je er rechtopstaand mee moet spelen, maar helaas zijn er op dit instrument geen straphouders voorzien. Ik kon dus geen riem vastmaken. En dat is, gezien het instrument volgens ons toch op gitaristen gericht is, wel een kleine misser. Misschien missen banjo-spelers dat niet op hun instrument, maar elke gitarist gaat toch even vloeken wanneer hij voor de eerste keer rechtopstaand moet spelen met dit instrument!

Actie

De actie is wat we op een akoestische gitaar ‘medium’ zouden noemen. Vergeet echter niet dat dit instrument gebruik maakt van gevoelig lichtere snaren, waardoor de gitaar wel een stuk makkelijker speelt dan de actie op voorhand zou doen vermoeden. In vergelijking met de meeste akoestische gitaren is de druk of weerstand van de snaren op deze gitaarbanjo zonder enige twijfel vederlicht te noemen!

KLANKKWALITEIT Kleur

Puur frequentioneel (en objectief) gezien kan je een banjoklank (van eender welke banjo) niet echt “mooi’ noemen. Een mooie klank is per definitie een “volle” klank, en zelfs de allerbeste banjo’s hebben een erg nauw frequentiegebied. Zeker wanneer we dit gaan vergelijken met een akoestische gitaar. Het vlijmscherpe middengebied helpt het instrument echter doorheen de klank van een volledige groep heen te snijden, iets wat puur op volume quasi onmogelijk is. Voor er sprake was van ingebouwde pickups en geluidsinstallaties was d i t immers d e enige manier waarop je jezelf kon laten horen als muzikant. Het is dus de bedoeling dat een goede banjo zo klinkt (een beetje zoals de Macaferri gitaren uit de gypsy jazz).

En op dat vlak stelt de Recording King G25 niet teleur, integendeel. Vanaf de eerste noot word je begroet door die vrolijke en kwetterende “plonk”-geluiden die een banjo zo typeren. Sustain is onbestaande, net als de bas en hoge tonen trouwens. Het middengebied daarentegen is zeer dominant en dat is alles wat dit type instrument nodig heeft om zichzelf kenbaar te maken!

Respons

Wat mij ook opviel, is dat een banjo iets anders reageert dan een gitaar. De middentonen lijken net iets langer te blijven hangen in de gitaar, waardoor drukke akkoordenpartijen elkaar wat voor de voeten lijken te lopen. Allicht is dit eerder een “gitaristentechniek” die nog wat meer op de banjo moet worden afgestemd, maar het is toch het vermelden waard!

BUDGET

Wat moet zo’n instrument nu kosten? Wel, qua prijs valt het allemaal nogal mee. De adviesprijs voor de RK-G25 is €549 (incl. BTW) en we weten allemaal dat vele winkels daar qua prijs ook nog wel een stuk onder gaan. Het is misschien niet het goedkoopste model, maar het is in elk geval een kwalitatieve gitaarbanjo waarbij men alles in orde heeft gebracht. Van de bouw tot de bespeelbaarheid: we kunnen het instrument amper op fouten betrappen. Als we als gitarist echter één ding willen vragen, dan is het wel de mogelijkheid een standaard gitaarstrap te kunnen gebruiken!

CONCLUSIE

Onbekend is onbemind zegt men wel eens, en dat klopt in vele gevallen ook. De RK-G25 biedt gitaristen een weg in het banjo spelen zonder daarbij alle eerder opgedane kennis aan de kant te moeten schuiven. Je kan aan de slag met wat je al weet, al zal je snel merken dat je je ook aardig moet aanpassen. Dit instrument werkt immers niet zoals een gitaar, dus je kan er ook niet op (blijven) spelen alsof het er wél een was. Maar terwijl vele andere fabrikanten de gitaarbanjo eerder bekijken als een “extraatje” of zelfs eerder nog als speelgoed, neemt Recording King dit instrument wél zeer serieus. En dat is te merken aan zowat alle verschillende vlakken: van de bouw via de speelbaarheid tot de klank, alles is van hoge kwaliteit. Zelfs professionele gitaristen durven zonder enig probleem met dit instrument het podium op, iets dat niet dikwijls voorvalt bij instrumenten van deze prijsklasse!

MMM

pro • Aantrekkelijke prijs • Authentieke klank • Uitstekend gebouwd • Grover tuners

• Le prix attrayant • Les sons authentiques • La construction impeccable • Les mécaniques Grover

• Geen straphouders

• Absence de boutons de bandoulière

contra 8

www.meetmusic.com

fie que les engrenages sont visibles, d’où les mots “open geared”. Quant au mot “Butterbean “ (haricot blanc en français), il est à mettre en relation avec la forme elle-même des mécaniques.

En tout cas, au niveau des prestations, on constate exactement ce que l’on attend de la marque Grover : un accordage des plus stables et une réaction immédiate au moindre mouvement en sont les premières caractéristiques. Mais avec le temps, nous savons qu’à long terme, Grover ne déçoit jamais.

Chevalet

A travers le regard d’un guitariste, le petit chevalet a un look adorable, et il est composé d’érable et d’ébène. Ce chevalet est d’ailleurs la seule pièce qui se montre fièrement au beau milieu de cette surface, qui n’est donc rien d’autre qu’une peau de tambour. Il est donc assez logique que ce chevalet soit petit, léger et compact : trop de pression sur la table d’harmonie pourrait provoquer une déchirure ! L’inconvénient d’un tel chevalet est qu’on ne peut pas régler son intonation : il faut faire avec ce qui est proposé, il n’y a donc pas grand-chose à modifier !

CONFORT DE JEU Ergonomie

C’est dans doute à ce niveau que les guitaristes devront se donner le plus de peine pour s’adapter ... En tout cas, cela a été le cas pour moi ! La forme ronde du corps n’a pas le moindre rapport avec ce à quoi les guitaristes sont habitués, et il en résulte que l’on doit chercher avec le plus grand sérieux la meilleure manière de se saisir de cet instrument. Ma solution à moi, ce fut finalement d’adopter la position “guitare classique” : l’instrument posé sur la cuisse gauche, avec le manche en oblique vers le haut.

Je vous aurais aussi indiqué volontiers comment jouer en position debout, mais hélas, il n’y a pas de boutons de bandoulière sur cet instrument. Je n’ai donc pas pu y fixer l’accessoire en question ... Et c’est, selon moi, un petit défaut, étant donné que cet instrument est destiné aux guitaristes.

Peut être les banjoïstes ne souffrent-ils pas

de cette omission sur leur instrument, mais n’importe quel guitariste lâchera quelques “noms d’oiseaux” bien sentis la première fois qu’il devra jouer debout avec cet instrument !

Action

L’action correspond à ce que l’on appellerait “medium” sur une guitare acoustique. Il ne faut pas oublier qu’un tel instrument est monté avec des cordes légères ; du coup, la guitare se joue plus facilement que l’action ne pourrait le laisser supposer. Par rapport à la plupart des guitares acoustiques, la pression, ou la “résistance” offerte par les cordes de ce guitare-banjo peut être qualifiée de “légère comme une plume” !

QUALITÉ DES SONORITÉS Couleur

Si l’on s’en tient uniquement aux fréquences présentes et que l’on reste objectif, un son de banjo, quel qu’il soit, ne peut être qualifié de “beau”. Par définition, un beau son est un son “plein”, et même les meilleurs banjos ne possèdent qu’une bande de fréquences très étroite. Et en particulier quand on fait la comparaison avec une guitare acoustique ... Les médiums - incroyablement tranchants ! - aident clairement l’instrument à imposer sa sonorité face à un groupe complet d’autres instruments, ce qui, en termes de volume pur, est pratiquement impossible.

Jadis, bien avant qu’il ne soit question d’installer des micros intégrés et des préamplis, c’était la seule manière de pouvoir faire entendre son instrument. C’est donc une volonté pleinement consciente de tout faire pour qu’un banjo ait un tel son, un peu comme les guitares Macaferri utilisées en jazz manouche.

Et vu de cette manière, le Recording King RK-G25 ne déçoit pas, au contraire : dès la première note, le musicien est gratifié par le son typique du banjo : plein d’attaque, joyeux, bavard ... et très court : le sustain est inexistant, tout comme d’ailleurs les basses et les aiguës. Par contre, le registre médian “pète le tonnerre de Dieu”, et c’est tout ce dont a besoin un tel instrument pour se faire entendre !

Réponse

Ce qui m’a frappé, c’est qu’un banjo réagit différemment d’une guitare : les médiums semblent se prolonger un peu plus sur une guitare, et donc, lorsqu’on joue des accords à forte puissance, ils semblent quelque peu se marcher mutuellement sur les pieds. Naturellement, c’est plutôt une technique propre à la guitare ; bien sûr, elle doit être encore plus affinée avec un banjo, mais cela vaut la peine de le savoir !

PRIX

Que coûte donc un tel instrument ? Je vous rassure, son prix est abordable : le prix conseillé pour ce RK-G25 est de 549 euros TVA comprise, et nous savons tous que beaucoup de magasins pratiquent des prix nettement inférieurs. Ce n’est sans doute pas le modèle le moins cher, mais en tout cas, c’est un guitare-banjo de qualité où rien ne “cloche” : tout est en ordre. Que ce soit au niveau de sa construction ou de sa jouabilité, on peut difficilement lui trouver des défauts.

En tant que guitariste, s’il faut se poser une seule question, ce sera de savoir si l’on peut y adapter des boutons pour y suspendre une bandoulière !

CONCLUSION

“Inconnu = sous-estimé”, pourrait-on dire, et cela se vérifie dans bien des cas. Le RK-G25 offre aux guitaristes une manière de jouer du banjo sans qu’ils ne doivent mettre de côté leurs connaissances acquises. On peut directement jouer sur l’instrument avec ce que l’on a appris, mais on constatera aussi qu’il faudra une bonne dose d’adaptation : car cet instrument ne se joue pas vraiment comme une guitare, donc il ne faut pas non jouer comme si c’en était une. Mais alors que beaucoup d’autres constructeurs considèrent le guitare-banjo juste comme un “plus”, voire comme un jouet, Recording King aborde cet instrument “hybride” avec le plus grand sérieux. Et cela se remarque à différents niveaux : la construction, le confort de jeu, le son ... tout cela reste d’excellente qualité.

Même des guitaristes professionnels peuvent monter sur scène avec un tel instrument, ce qui n’est pas souvent le cas pour des instruments d’un prix aussi modeste !

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

DV Mark MULTIAMP

GUITAR

DV Mark MULTIAMP AMPLIFIER HEAD

De rack units zijn volledig terug van weggeweest. Nadat ze in de jaren ’80 zowat alle podia overheersten, was iedereen ze in de jaren ’90 beu gezien en gehoord. Men had genoeg van het hypercleane geluid dat vele van deze toestellen produceerden en ging terug naar de piepende en krakende (lees: karaktervolle) pedaaltjes. Maar de afgelopen jaren keerde een deel van de gitaristen sneller dan hun schaduw naar deze toestellen terug. In het kielzog van de baanbrekende Fractal Audio Axe FX volgden een heel aantal fabrikanten met een nieuwe generatie digitale toestellen. Hierbij hoort ook de DV Mark Multiamp, een toestel volgeladen met mogelijkheden en klanken, maar met de belofte nog steeds vlot bruikbaar te zijn.

ALGEMEEN Concept

Het concept van deze toestellen is sinds de jaren ’80 ook maar weinig gewijzigd: je probeert zoveel mogelijk effecten van hoge kwaliteit in één behuizing te stoppen. Tegelijk zorg je ervoor dat de gebruiker een zo groot mogelijke controle over deze effecten heeft. En dat zorgde er bij die oudere (jaren ’80) toestellen voor dat je een diploma astrofysica nodig had om de toestellen ook effectief vlot te kunnen bedienen.

Bij de moderne lichting rackunits zijn er twee grote verschillen: om te beginnen krijg je er een lading digitale versterkermodellen bij. Ten tweede zorgt de nieuwe technologie ervoor dat de toestellen makkelijker bedienbaar zijn. En dat is nu net waar DV Mark vooral op inzet: gebruiksgemak! En er is nog een ander vlak waarop de Multiamp een uitzondering is: deze rackunit heeft een ingebouwde 500 Watt stereo eindversterker (2 x 250W). Je heb dus enkel nog een speakerkast nodig en klaar is kees!

Vormgeving

De vormgeving is ietwat atypisch voor een toestel met zo’n moderne invalshoek. De crèmewitte kleur is een eerste feit en de funky retro belettering zet de trend stevig verder. Ik kan mij best inbeelden dat het uiterlijk van de Multiamp (met de combinatie van crèmewit, zwart en rood) aardig wat discussies gaat losmaken. Dit zal niet bij iedereen even vlot in de smaak vallen! Maar misschien doen de klanken en andere prestaties dit snel vergeten!

Handleiding

De handleiding van de Multiamp is bondig en erg “to the point”. Alle knoppen en functies worden uitgelegd, maar de meer ingewikkelde mogelijkheden (zoals bv. MIDI routings) worden niet uitgelegd. De handleiding is ook redelijk droog qua layout, met erg veel tekst en weinig illustraties.

Niet dat we altijd prentjes willen kunnen kijken, maar we vonden voorlopig geen Nederlandstalige handleiding. Wie het Engels dus niet volledig machtig is, kan hier wel wat last ondervinden.

BOUW

Behuizing

De behuizing van de Multiamp geeft meteen aan dat het voor DV Mark menens is! Geen plastic, maar een volledig aluminium behuizing die duidelijk tegen een stootje (of twee, drie) kan! Zowel aan de zij- als achterkant zijn er ruimtes voorzien voor de koeling, met aan de achterzijde een uit de kluiten gewassen ventilator als kroonjuweel.

De Multiamp wordt standaard geleverd zonder de beugels waarmee je de unit in een rack kan vastschroeven.

Beter uitgedrukt: de beugels worden wel meegeleverd, maar je moet ze zelf nog aan het apparaat vastschroeven. Voor die schroevendraaier moet je (uiteraard) zelf zorgen! Ook niet vergeten van de voetjes onderaan het toestel er dan af te halen, anders zal het toestel niet in je rackunit passen!

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

TIM VAN ROY Les appareils en rack sont loin d’avoir dit leur dernier mot...

Après avoir envahi pratiquement tous les podiums pendant les années 80, tout le monde a estimé les avoir assez vus et entendus: on en avait assez de ce son hyper clean que beaucoup de ces appareils produisaient, et il y a eu un retour vers les pédales, sans doute bourrées d’imperfections sonores, mais jugées pleines de caractère. Mais ces dernières années, une partie des guitaristes sont retournés vers ces appareils en rack, et à la vitesse de l’éclair. Marchant sur les traces du révolutionnaire Fractal Audio Axe FX, toute une série de constructeurs ont suivi le mouvement, ce qui a donné lieu à une toute nouvelle génération d’appareils digitaux. Le DV Marl MultiAmp appartient à cette catégorie: c’est un appareil bourré de possibilités et de sonorités; mais il a aussi l’ambition d’offrir une certaine rapidité d’utilisation.

GÉNÉRALITÉS Concept

Le concept de ces appareils n’a que très peu changé depuis les années 80: il s’agit de stocker autant d’effets - de haute qualité! - que possible dans un seul boîtier. Parallèlement, l e constructeur doit veiller à ce que l’utilisateur puisse disposer d’un contrôle aussi grand que possi-

ble sur ces effets. Et c’est vrai que pour les appareils plus anciens (des années 80, donc), il fallait presqu’un diplôme en astrophysique pour réussir à s’en servir rapidement et efficacement!

Le contingent des racks modernes comporte deux grandes différences: tout d’abord, toute une cargaison de simulations d’amplis est venue compléter la liste des effets.

Et deuxièmement, les nouvelles technologies débouchent sur une utilisation plus facile de ces appareils. Et c’est surtout dans ce domaine que DV Mark s’est investi: la facilité d’emploi! Ceci dit, il y a un autre domaine où le MultiAmp est une exception: cette unité en rack possède à son bord un étage de puissance de 500 watts, soit 2 x 250 watts en stéréo! Il vous suffit donc d’acquérir une ou des enceintes, et tout est prêt pour jouer!

Esthétique

L’esthétique est assez atypique pour un appareil d’une modernité technique aussi marquée. La couleur crème est une première surprise, et les inscriptions au caractère fortement “rétro” accentuent la première impression. Je m’attends vraiment à ce que l’apparence du MultiAmp, avec sa combinaison de blanc crème, de noir et de rouge, provoque des discussions enflammées! De tels choix ne seront forcément pas du goût de tout le monde... Mais peut être les sons et les autres prestations de l’appareil auront-ils le don de repousser ce point rapidement à l’arrière plan?

Notice d’emploi

La notice d’emploi du MultiAmp est succincte et très “factuelle”: tous les boutons et les fonctions sont expliqués, mais les possibilités plus compliquées - comme, par exemple, les routings MIDI - ne bénéficient d’aucune explication. Cette notice d’emploi est aussi assez austère quant à sa présentation: beaucoup de texte, et peu d’illustrations. Ce n’est pas que nous voulions ne regarder que des images, mais nous n’avons trouvé aucune trace de traduction en néerlandais. Si l’on n’est pas très à l’aise en anglais, on peut donc éprouver pas mal de difficultés.

CONSTRUCTION Boîtier

Le boîtier du MultiAmp nous apprend immédiatement que DV Mark, c’est du sérieux: rien en plastique, mais un boîtier entièrement en aluminium, et qui manifestement, n’a pas peur de recevoir un coup... ou deux ou trois, d’ailleurs! Tant à l’arrière que sur les côtés, il y a des orifices pour assurer la ventilation, avec en face arrière, un ventilateur surdimensionné en guise de cerise sur le gâteau. A la livraison, le MultiAmp est livré sans les attelles qui permettent de le fixer à l’intérieur d’un rack. Mieux formulé: ces attelles font bien

www.meetmusic.com

9

DV Mark MULTIAMP

GUITAR

Afwerking

Van welke kant we de Multiamp ook bekijken, we kunnen niet anders dan vaststellen dat men bij DV Mark een zeer scherp oog heeft voor detail. Niets zit los, alle onderdelen zitten stevig op hun plaats en nergens is er spoor van gemorste of gelekte constructiematerialen.

En als we het toestel even open schroeven, kunnen we meteen ook melden dat dit oog voor detail zonder uitzondering wordt doorgetrokken naar de binnenzijde (en de technische kant) van het toestel. Prima!

MOGELIJKHEDEN Aansluitingen

Zoals vaak bij deze toestellen, worden de aansluitingen ver van elkaar gescheiden. De jack input voor je gitaar vinden we op het frontpaneel, samen met een slot om een SD-kaart in het toestel te steken en de aansluiting voor de hoofdtelefoon. Al de rest is aan de achterzijde te vinden. Achteraan krijg je, van links naar rechts, de aansluitingen voor de speakers (als je met de power amp werkt) en de ongepowerde XLR en jack outputs (wanneer je de Multiamp zonder de eindversterker wil gebruiken). Vervolgens krijg je een USB-poort, een MIDI-in en -out en een jack-in en -out voor wanneer je de FX-loop van de Multiamp wil gebruiken.

Al deze aansluitingen hebben hun nut, afhankelijk van hoe jij de Multiamp wil gebruiken.

Wat ons wél een raadsel is, is de functie van die USB-poort. Die staat nu beschreven als zijnde voor “onderhoud”. Je kan deze poort niet gebruiken voor een editor, librarian of om audio te streamen. Zelfs de updates worden doorgevoerd via de SD-kaart die je in het frontpaneel kan plaatsen! Deze USB-aansluiting wordt momenteel nauwelijks benut, terwijl de mogelijkheden bijna eindeloos zijn. Dat is, in vergelijking met de toestellen van de concurrentie, behoorlijk jammer.

Bedieningspaneel

Het bedieningspaneel is waar deze toestellen mee gemaakt of gekraakt worden. Gitaristen surfen nu eenmaal niet graag door eindeloze menu’s, maar draaien liever aan knoppen om meteen het gewenste resultaat te bekomen. Het probleem is dat die knoppen (meestal) niet mee bewegen naar de juiste stand als je van preset verandert. Daarom werkt men bij DV Mark met een ring van LED’s rond elke knop. De knop gaat niet draaien, maar de ring rond de knop geeft de ingestelde setting meteen aan. Makkelijker kan bijna niet.

Verder doet deze unit meer denken aan een versterker dan een multi-fx. Je krijgt de gekende reeks draaiknoppen aangeboden: gain, bass, mid, high, presence, level en master. Naast het LED-scherm vind je nog een laatste draaiknop die van functie wijzigt naargelang hetgeen je hebt geselecteerd in het effectengedeelte. Boven de versterkercontrols heb je drukknoppen voor drie kanalen en een “speaker”-functie, en aan de andere kant van het scherm verscheidene drukknoppen om het effectenblok te bedienen.

Effecten

Je krijgt in totaal 20 mogelijkheden voorgeschoteld in het effectenblok, en daar zitten ook nog een aantal distortion- en fuzzklanken bij (die technisch gezien niet echt effecten zijn).

Het idee achter de Multiamp is dat de overdaad aan keuzemogelijkheden het toestel alleen maar moeilijker te gebruiken maakt (wanneer heb je ooit die zes verschillende phasers op jouw multi-fx reeds allemaal gebruikt of zelfs geprobeerd?). Er worden dus van de meeste effecten één of maximum twee versies geboden, en daar moet je dan maar mee werken. Je kan in totaal acht effecten met elkaar combineren, bovenop één van de zeventien versterkers.

ERGONOMIE Architectuur

Over dit onderdeel is duidelijk goed nagedacht. De onderdelen die voor de gemiddelde gitarist als vanzelf komen, worden volledig gescheiden van de zaken waar wat meer denkwerk bij komt kijken. Zo werd het onderdeel waarbij je je versterker moet programmeren, volledig aan de linkerzijde van het toestel geplaatst. De meer ingewikkelde functies, en dan vooral de controls voor het effectenblok, staan aan de rechterzijde van het scherm. Alles netjes gegroepeerd, net als de aansluitingen: inputs vooraan, outputs en technische aansluitingen achteraan.

Bediening

Op dit vlak moest de Multiamp beter scoren dan de concurrentie, althans volgens DV Mark zelf. Wel, men is daar zonder meer in geslaagd. En wel op een zeer eenvoudige manier. Bij het versterkerdeel werden drie knoppen voorzien om je ‘kanaal’ te selecteren. Dat hadden we nog niet gezien bij dit type toestel: meestal krijg je één menu waaruit je dan tientallen versterkers kan kiezen. Maar de logica is simpel! Deze drie knoppen komen overeen met wat we als gitarist gewend zijn: kanaal 1 levert een aantal keuzes tussen versterkers die we doorgaans met cleane klanken associëren. Kanaal 2 doet hetzelfde met crunch, kanaal 3 met hi-gain klanken.

10

www.meetmusic.com

partie de la livraison, mais c’est à vous de les fixer sur l’appareil. Et bien entendu, c’est aussi à vous de trouver un tournevis adéquat! Il ne faut pas non plus oublier d’enlever les petits pieds qui se trouvent en dessous, sinon, l’appareil ne “passera” pas dans le rack!

Finition

Quelque soit l’angle sous lequel nous regardons le MultiAmp, nous ne pouvons que constater que DV Mark a un oeil particulièrement aiguisé qui lui permet de soigner tous les détails.

Rien qui “barloque”, tous les composants sont bien solidement fixés à leur place, et rien ne laisse supposer une quelconque présence de matériaux de qualité discutable. Et après avoir ouvert le boîtier de l’appareil, nous pouvons aussi affirmer que sans la moindre exception, ce souci du détail est tout aussi présent à l’intérieur de l’appareil, côté technique. Super!

POSSIBILITÉS Connexions

Comme c’est souvent le cas sur ces appareils, les connexions sont éloignées les unes des autres. Le jack d’entrée pour la guitare se trouve en face avant, avec un slot pour mettre une carte SD dans l’appareil et la sortie pour le casque. Tout le reste se trouve en face arrière, où, de gauche à droite, on trouve les connexions pour les haut-parleurs (si on travaille avec l’étage de puissance) et les sorties - dépourvues de puissance - XLR et jacks (si on fait usage du MultiAmp sans recourir à l’étage de puissance). Viennent ensuite un port USB, les prises MIDI in et out, ainsi que deux jacks - une entrée et une sortie - si on désire utiliser la boucle d’effets externes présente sur le MultiAmp. Toutes ces connexions ont leur utilité, tout dépend de la manière dont vous voulez utiliser le MultiAmp. Ce qui reste une énigme pour nous, c’est le port USB: il est décrit comme servant à “l’entretien”... On ne peut donc pas utiliser ce port en tant qu’éditeur, ni pour transférer des librairies de sons, et pour transférer de l’audio non plus. Même les mises à jour se font via une carte SD que l’on introduit dans l’encoche située sur le panneau avant! Pour l’instant, cette connexion USB est donc peu ou pas utilisée, alors que ses possibilités pourraient être pratiquement infinies! Par rapport aux appareils de la concurrence, c’est vraiment dommage...

Panneau des commandes

Le panneau des commandes: pour un tel appareil, c’est ici que “ça passe ou ça casse”! Les guitaristes n’aiment pas se balader de menu en menu: ils préfèrent tourner des boutons pour entendre immédiatement le résultat escompté. Le problème, c’est que, la plupart du temps, ces boutons ne tournent pas automatiquement jusqu’à leur valeur réelle quand on change de présélection. Et c’est précisément la raison pour laquelle DV Mark a disposé un “anneau” de LED autour de chaque bouton. Le bouton ne va pas bouger, mais l’anneau situé autour de chaque bouton va donner la valeur exacte en cours... Difficile de faire plus simple!

En fait, cet appareil fait plus penser à un ampli qu’à un multi-effet. La suite de boutons rotatifs habituels est bien présente: gain, bass, mid, high, presence, level et master. A côté de l’écran à LED se trouve un dernier bouton rotatif isolé: il change de fonction selon ce que l’on a sélectionné dans la section des effets. Au dessus des contrôles de l’ampli, on remarque une série de touches pour activer les trois canaux et une fonction “haut-parleur”, et de l’autre côté de l’écran, d’autre touches similaires pour gérer la section des effets.

Effets

L’utilisateur dispose en tout de vingt possibilités dans la section des effets, et à cet endroit, il y a en plus un certain nombre de sonorités - des distorsions et de fuzzs - qui d’un point de vue technique, ne sont pas de “vrais” effets. Le fil conducteur dans cette partie du MultiAmp, c’est qu’un excès de choix rendrait l’appareil plus difficile à utiliser, sans contrepartie positive. Et quand on y réfléchit bien: quand avez-vous utilisé les six phasers différents de votre multi-effets? Les avez-vous seulement tous essayés? En conséquence, pour la plupart des effets, la firme propose seulement une version (ou maximum deux) pour la plupart des effets, et il faudra vous en contenter! Au total, il vous est loisible de combiner un maximum de huit effets en même temps, plus l’une des dix-sept simulations d’amplis.

ERGONOMIE Architecture

Il est clair que la firme a beaucoup réfléchi à cette question: les différentes sections qui s’imposent à la logique du guitariste moyen sont complètement séparées des sections où plus de réflexion est un tant soit peu nécessaire. Ainsi, la section où l’on programme son ampli se trouve complètement sur la partie gauche de l’appareil. Quant aux fonctions un peu plus élaborées - donc avant tout les contrôles de la section des effets -, elles sont toutes situées à droite de l’écran. Tout est logiquement regroupé, comme les connexions: les entrées en face

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

7

DV Mark MULTIAMP

GUITAR

pro

avant, les sorties et les connexions techniques en face arrière.

Utilisation

• Simpele maar geniale layout van het versterkergedeelte • Makkelijk te programmeren • Ingebouwde eindtrap • Aantrekkelijke prijs • Zeer flexibel en ruim inzetbaar

• L’implantation, simple mais géniale, de la partie “amplis” • La facilité de programmation • L’étage de puissance intégré • Le prix attrayant • La très grande flexibilité des réglages

contra • USB-poort quasi onbenut • Styling allicht niet ieders smaak

• Le port USB quasiment inutile / inutilisé • Le look, qui ne sera pas du goût de tout le monde

Op die manier kan elke gitarist die ooit al met een meer-kanaals versterker heeft gewerkt, onmiddellijk aan de slag met die onderdelen: een kanaal indrukken, versterker kiezen, knoppen van de eq aanpassen en klaar! Driekwart van het werk, namelijk een basisklank maken, is in een handomdraai gebeurd!

De effecten programmeren is iets omslachtiger, maar dat is helaas bij elk toestel het geval. Je selecteert een blok, laadt een effect in en begint de klank aan te passen. Tot daar toe valt het allemaal goed mee! Vooral de vele in te stellen parameters zullen voor beginnende gebruikers een aantal zuchten ontlokken. Waar je nog op moet letten bij de Multiamp: je kan tot acht effectenblokken tegelijk gebruiken en daarbij zowat alle effecten in eender welke volgorde plaatsen. Gitaristen die hier geen ervaring mee hebben, doen best eerst wat opzoekwerk: de volgorde van de effecten bepaalt immers in grote mate hoe de effecten zullen reageren en klinken!

QUALITÉ DES SONORITÉS Son

KLANKKWALITEIT Klank

En nu aan de slag! Het is geen verrassing dat we quasi meteen bruikbare klanken uit de Multiamp toveren: de bedieningslogica van DV Mark werkt effectief zeer snel! De instapdrempel is zeer laag en na twee minuten voelt het programmeren van het toestel aan alsof we met een gewone versterker aan het werk zijn. Zoals altijd bij digitale toestellen, moet je eerst op zoek gaan naar welke versterker het beste werkt met jouw gitaar. Ik heb nog nooit een digitaal toestel gehad waarbij ze allemaal goed klonken, meestal springen er één of twee modellen tussenuit. Die modellen verschillen ook dikwijls van gitaar tot gitaar. In dit geval werk ik met een Les Paul en een Stratocaster, om een zo breed mogelijk gamma aan klanken te bereiken.

De klanken van de Multiamp zijn zonder enige twijfel goed tot zeer goed te noemen. Op z’n eentje hoor je nog altijd wel een beetje dat het gaat om simulaties, maar van zodra de gitaar in een bandmix wordt geplaatst, klinkt een goed geprogrammeerde simulatie tegenwoordig minstens even overtuigend als een echte lampenversterker. Als je voor jezelf het verschil daarin wil wegwerken, zal dat vooral te maken hebben met respons: hoe het toestel reageert op je gitaarspel. Ook dat valt bij de standaard klanken van de Multiamp uitermate goed mee.

En door het gebruik van wat kleine compressie- en EQ-trucjes kan je dit verschil zelfs nog een stuk doen terugvallen. Ik was zelf meer fan van de humbuckersounds van de Les Paul: stevige distortionklanken en dikke cleane sounds rolden zonder al te veel moeite uit de versterker. Bij de stratocaster had ik iets meer werk om de hoge tonen te temmen, en dat vooral in rechtstreekse modus (zonder speakerkast). Maar ook dit kan met de juiste EQ-settings volledig worden rechtgetrokken.

Effecten

Ook de effecten vallen zeer in de smaak. Gezien de basisklanken zo makkelijk te programmeren zijn, heb je wat meer tijd voor het plaatsen van de kers op de taart (wat de effecten meestal toch zijn). Het is vooral in dit onderdeel dat de vele parameters en mogelijkheden je hoofd aanvankelijk wat zullen doen duizelen, zeker als je overstapt van meer beperkte effecten. Neem je tijd en schakel vooral niet teveel effecten tegelijk in! Zo behoud je het overzicht en zal je snel snappen wat elk effect juist doet. De reverbs en delays geven je leadklanken een fantastisch ruimtelijk effect mee, en ook U2-impressies leveren maar weinig problemen op.

We waren zelf wat minder fan van de fuzz in de Multiamp, maar wie weet levert dat met jouw gitaar of setup weer heel andere effecten op. Het mag duidelijk zijn: als je er de nodige tijd in kan steken, ligt er heel wat op jou te wachten!

BUDGET

Zo veel functies, zo veel klanken en zo veel lof! Wat gaat dat grapje hier kosten? Wel, dat valt enigszins mee. Je kan de Multiamp al aanschaffen voor €1739 (bruto adviesprijs). Dat is zonder twijfel nog altijd een behoorlijke smak geld. Maar als we een aantal vergelijkingen gaan trekken, wordt het al een stuk aantrekkelijker. Vergelijkbare toestellen van de concurrentie worden verkocht voor bedragen dicht tegen (en ruim over) de €2000. De aanwezigheid van een eindversterker in deze unit is een ongelooflijk pluspunt, en het maakt het toestel op dubbel zoveel manieren inzetbaar. Alleen al daarvoor verdient de Multiamp uitstekende punten: voor die €1739 heb je alles wat je moet hebben, behalve de speakerkast (als je die nodig hebt) en een footcontroller.

BESLUIT

Wat een pakket. Digitale versterkers, goede effecten, een stereo power amp, vlotte bediening… De pluspunten zijn bijna niet te tellen. Wat is het dan toch jammer van die USB-poort die daar niets zit te doen op de achterzijde. Maar goed, neem je favoriete gitaar, programmeer snel scheurende leadklanken, speel een hoge gillende noot - en sluit halfweg je ogen... Voilà: van die styling heb je nu ook geen last meer!

MMM

12

www.meetmusic.com

Dans ce domaine, le MultiAmp est censé mieux fonctionner que les appareils de la concurrence, tout au moins selon la marque elle-même. Eh bien, elle y a réussi, et ce, d’une manière très simple: dans la section réservée aux amplificateurs, il y a trois touches sur lesquelles il suffit de pousser pour sélectionner le “canal” désiré. Une telle approche sur un tel appareil, nous n’en avions pas encore vu: la plupart du temps, on dispose d’un menu dans lequel on doit faire son choix parmi une flopée d’amplis. Mais la logique appliquée ici est simple: ces trois touches correspondent aux habitudes des guitaristes. A savoir: le canal 1 propose une série d’amplis spécialisés dans les sons clairs; le canal 2 fait de même pour les sons crunch, et le canal 3, pour les sons à haut gain. De cette manière, tout guitariste ayant déjà travaillé avec un ampli traditionnel à plusieurs canaux sera à l’aise avec les différentes parties: appuyer sur la touche d’un canal, sélectionner l’ampli, ajuster les boutons de l’égalisation, et c’est réglé! Donc, trois quarts du boulot - en fait, créer un son de base - se fait en quelques tours de potentiomètres!

Programmer les effets est une tâche plus ardue, mais malheureusement, c’est le cas sur tous les appareils: il faut sélectionner un bloc, charger un effet, puis commencer à adapter le son.

Jusqu’ici, tout va bien! Ce sont surtout les nombreux paramètres à ajuster qui provoqueront, particulièrement chez les utilisateurs néophytes dans ce domaine, un certain nombre de longs soupirs! Et voici encore une chose où il faut prendre garde avec le MultiAmp: comme cela a déjà été dit, on peut faire fonctionner huit blocs d’effets en même temps, et dans n’importe quel ordre... Les guitaristes qui n’ont aucune expérience dans ce domaine auront intérêt à se livrer à quelques exercices: car l’ordre dans lequel les effets se suivent détermine en grande partie la manière selon laquelle les effets vont réagir, et surtout, la qualité globale du son.

Bien, et maintenant, au travail! Ce n’est pas une surprise si presque d’emblée, nous arrivons à tirer des sons valables du MultiAmp: la logique d’utilisation de DV Mark fonctionne effectivement très rapidement! Le seuil des connaissances nécessaires est très bas, et après deux minutes, la programmation de l’appareil est ressentie comme si on se trouvait face à un ampli traditionnel. Comme toujours sur les appareils digitaux, il faut d’abord chercher quel est la simulation d’ampli qui convient le mieux à votre guitare. Je n’ai encore jamais rencontré d’appareil digital où tous les amplis “sonnaient” bien: la plupart du temps, il y en a un ou deux qui sortent du lot. Et les modèles qui conviennent le mieux sont souvent différents selon le type de guitare utilisée. Dans le cas présent, j’ai travaillé avec une Les Paul et une Stratocaster, de manière à disposer d’une palette de sons la plus large possible.

Sans le moindre doute, les sons du MultiAmp vont du bon au très bon. En solo, on entend quand même encore un peu qu’il s’agit de simulations, mais dès que le son de la guitare se trouve au sein d’un orchestre, une simulation bien programmée projette un son au moins aussi convaincant que celui d’un vrai son à lampes. Si vous tenez absolument à faire la chasse à ces petites différences, il vous faudra travailler du côté de la réponse, autrement dit: comment l’appareil réagit-il à votre technique de jeu? Cela peut aussi s’arranger au mieux au niveau des sons de base du MultiAmp. Et en recourant à quelques trucs de compression et d’égalisation, ces différences peuvent être encore fortement réduites. Personnellement, j’étais plus satisfait des sons de humbucker de la Les Paul: des sons bourrés de distorsion et des sons clean bien “épais” se dégageaient sans trop de peine de l’ampli. Mais avec la Stratocaster, j’ai eu un peu plus de mal à brider les hautes fréquences, et ce particulièrement en mode de direct (sans étage de puissance et de haut-parleur, donc). Mais ici aussi, avec une égalisation appropriée, il y a moyen de corriger les choses efficacement.

Effets

Les effet sont, eux aussi, de très bon goût. Etant donné que les sons de base sont si faciles à programmer, on a un peu plus de temps à passer avec... la cerise sur le gâteau, ce que sont, la plupart du temps, les effets! C’est avant tout dans cette section que la masse de paramètres et de possibilités risque de commencer à vous faire tourner la tête, surtout si vous aviez l’habitude d’effets moins élaborés. Prenez votre temps et surtout, n’enclenchez pas trop d’effets ensemble! Ainsi, vous garderez la maîtrise de vos sons, et vous comprendrez rapidement ce que fait précisément chaque effet. Les réverbes et les retards donnent à vos solos un effet spatial fantastique, et arriver à des sons proches de U2 ne pose pas trop de problèmes.

Personnellement, je n’étais pas très fan du fuzz présent dans le DV Mark, mais pour qui le sait, il suffit d’avoir quelques autres effets dans les accessoires destinés à votre guitare. Mais que cela soit clair: si vous avez l’occasion de passer le temps nécessaire, il faut vous attendre à du “tout bon”!

PRIX

Tant de fonctions, tant de sons, et tant de louanges! Que coûte donc cette merveille? Eh bien, cela ne se passe pas trop mal... Vous pouvez acquérir le MultiAmp pour la somme de 1.739 euros, prix conseillé brut. Evidemment, c’est quand même une coquette somme d’argent. Mais si nous faisons une série de comparaisons, cela devient déjà plus attrayant. En effet, les appareils comparables de la concurrence sont vendus pour des montants très proches - mais aussi, nettement supérieurs - à 2.000 euros. La présence d’un étage de puissance dans cet appareil est un avantage inestimable, et cela le rend d’autant plus polyvalent. Et c’est avant tout pour cela que le MultiAmp mérite d’excellents points: pour 1.739 euros, vous avez tout ce dont vous avez besoin, sauf une enceinte - pour autant que vous en ayez besoin - et un pédalier.

CONCLUSION

Quel boîte à trésors! Des amplis digitaux, de bons effets, un ampli de puissance stéréo, une utilisation rapide... Les points positifs sont tellement nombreux qu’on s’y perdrait! La seule chose qui est dommage, c’est cette histoire de port USB en face arrière qui semble ne servir à rien. Mais bon, prenez votre guitare préférée, programmez “à la va-vite” quelques sons bien “hurleurs” pour vos solos, jouez une note haut-perchée et fermez les yeux... Vous voyez bien: finalement, le look, ça ne vous tracasse plus!

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Tech 21 Bass Boost Chorus, Bass Boost Fuzz & Red Ripper

BASS

Tech 21 Bass Boost Chorus, Bass Boost Fuzz & Red Ripper EFFECT PEDALS Tech 21, de firma die gekend staat voor zijn sans amp technologie, laat ons de laatste tijd goed werken! Zo mochten we onlangs nog hun VT BASS 1000 en VT BASS DI testen, en deze keer kregen we drie effectpedalen toegestuurd. Die twee eerste “speeltjes” konden me alvast bekoren, benieuwd of deze effectpedalen ook aan mijn hoge verwachtingen zullen voldoen! Op mijn testbank liggen de Bass Boost Chorus, de Bass Boost Fuzz en de Red Ripper. Wat die doen met onze bassound, kom je te weten in deze review. Inpluggen en spelen maar!

CONCEPT

Tech 21 wil met deze modellen iets meer bieden dan de standaard effectpedalen die al op de markt zijn.

Dit zijn mooie en veelzijdige pedaaltjes met hoogwaardige componenten en een stevige behuizing. De Bass Boost Chorus is, zoals de naam al doet vermoeden, een chorus effect dat je het gevoel heeft dat twee bassisten tegelijkertijd dezelfde baslijn aan het spelen zijn. Dat is meteen ook de beste manier om een chorus effect te omschrijven. Dit pedaal herbergt redelijk wat goede en verschillende chorus sounds. De Red Ripper en de Bass Boost Fuzz zijn allebei fuzz pedalen voor bas. Fuzz pedalen geven een vuilere klank aan je sound, bijna zoals een distortion. Terwijl de Bass Boost Fuzz eerder traditioneel is, is de Red Ripper specialer.

De R.I.P. knop geeft een bepaalde “harmonic sweep”simulatie die dit pedaal een andere dimensie geeft dan een standaard fuzz model.

BOUW

De elektronica wordt beschermd door een stevige, doch lichte, metalen behuizing. Tech 21 koos voor een originele look, waardoor de pedalen zich onderscheiden van die van andere merken. De knoppen doen mij denken aan de standaard regelknoppen die je kan terugvinden op een Fender Jazz Bass. De aan/uit-drukknop is ook een standaard footswitch die geen klik maakt als je hem indrukt. Onderaan heb je nog een openklapbaar batterijvakje en antislippootjes. De pedalen zijn mooi en degelijk afgewerkt, en worden geleverd in een fraai metalen doosje. Als dat geen service is!

HANDLEIDING

STIJN DELDAELE Tech 21, la firme qui est connue pour sa technologie ‘SansAmp’, nous donne pas mal de travail ces derniers temps!

Ainsi, récemment, nous avons eu l’occasion de tester les VT BASS 1000 et VT BASS DI, et cette fois-ci, la firme nous a envoyé trois pédales d’effet. Les deux premiers “jouets” avaient eu l’art de me convaincre, et il est donc naturel que je sois curieux de voir si ces nouvelles pédales seront à la hauteur de mes attentes. Sur mon banc d’essai, je contemple à présent la Bass Boost Chorus, la Bass Boost Fuzz et la Red Ripper. Quant à la manière dont ces trois pédales affectent le son de notre basse, vous le saurez à la fin de ce test. Voilà, il suffit de se raccorder, et on peut commencer à jouer...

CONCEPT

A travers ces modèles, Tech 21 a pour objectif d’offrir un “petit plus” par rapport aux pédales traditionnelles qui inondent le marché. Il s’agit de pédales aussi jolies que polyvalentes, montées avec des composants de premier choix et dotées d’un solide boîtier. Comme son nom l’indique, la Bass Boost Chorus est un effet de chorus: on a donc l’impression que deux bassistes jouent la même chose en même temps, ce qui a priori, est la meilleure manière de décrire l’effet de chorus. Cette pédale renferme plusieurs sons de chorus de bonne qualité. La Red Ripper et la Bass Boost Fuzz sont toutes deux des pédales de fuzz pour la basse. Les pédales de fuzz donnent un son plus “sale” au son, un peu comme de la distorsion. Mais alors que la Bass Boost Fuzz est plutôt traditionnelle, le Red Ripper est plus “spécial”: son bouton ‘R.I.P.’ produit une simulation de “balayage harmonique”, ce qui donne à cette pédale une autre dimension par rapport à un modèle de fuzz standard.

CONSTRUCTION

Toute l’électronique est protégée par un boîtier en métal solide, mais néanmoins léger. Tech 21 a opté pour un look original, ce qui permet à ces pédales de se distinguer de la concurrence. Les boutons me font penser aux boutons de réglages que l’on retrouve habituellement sur une Fender Jazz Bass.

Le bouton de mise en et hors service est aussi un interrupteur à pied qui ne produit aucun bruit quand on l’enfonce. La face du dessous comporte un compartiment pour la pile et de petits pieds pour éviter les glissades. Les pédales sont jolies et bien finies, et elles sont livrées dans une jolie boîte en métal.

Si ça, c’est pas du service...

NOTICE D’EMPLOI

Ik geef Tech 21 een pluim voor z’n handleidingen!

Naast een voorwoord en een korte uitleg, krijgen we nog eens een volledige omschrijving van de regelknoppen en hun functies. Maar daar waar handleidingen van de meeste merken zich tot deze info beperken, gaat Tech 21 een stapje verder. Je krijgt enkele voorbeelden van gebruiksklare settings, zodat je hier meteen mee kan starten. Wil je wat verder fijnstellen en aanpassen? Geen nood, in de handleiding is er ruimte voorzien waar je gestructureerd je eigen settings kan neerpennen. Met deze uitgebreide handleiding heeft Tech 21 er dus voor gezorgd dat de pedaaltjes heel gebruiksvriendelijk zijn!

Et un bon point à Tech 21 pour ses notices d’emploi! Après une introduction et une courte explication, on a droit à une description complète des boutons de réglage et de leurs fonctions. Mais alors que les notices d’emploi de la plupart des autres marques s’arrêtent là, Tech 21 va un pas plus loin: la notice d’emploi propose des exemples de réglages “prêts à l’emploi”, de sorte que l’utilisateur peut démarrer directement. Et si vous voulez adapter, affiner votre son? Aucun problème, la notice d’emploi prévoit de la place où vous pouvez, de manière ordonnée, noter vos propres réglages. Grâce à ces notices d’emploi très détaillées, Tech 21 a donc veillé à ce que ces pédales soient très faciles à utiliser!

REGELMOGELIJKHEDEN

POSSIBILITÉS DE RÉGLAGE

We bekijken de regelmogelijkheden eens per pedaal en beginnen met de Red Ripper. Met de Level knop stel je het volume van het pedaal af ten opzichte van je cleane signaal. Daarnaast hebben we een 3-bands equalizer met high, mid en low. Hiermee kunnen we onze frequenties fijnstellen. De low pass filter geeft iets meer laag aan je sound en haalt de high end frequenties uit het signaal als je speakers hebt met tweeters. Dan is er de drive knop die een beetje werkt zoals een overstuurd lampensignaal dat je kan afstellen. De R.I.P knop voegt meer harmonie toe aan je distortion, en geeft er tegelijkertijd een andere dimensie aan. Hij werkt als een soort sweep effect, en als je deze knop meer opendraait, klinkt het alsof twee verschillende distortion klanken met elkaar blenden. Een maf effect!

Over naar de Bass Boost Fuzz. Dit pedaal beschikt eveneens over een Level knop, met daarnaast de Tone, waarmee je de hoge frequenties afsnijdt en meer bas toevoegt aan je sound, zonder daarbij de mid frequenties te verliezen. Ook dit pedaal heeft een Drive knop, met dezelfde werking als de Drive op de Red Ripper.

Met de “+clean” regelknop voeg je een extra dosis van het oorspronkelijke bassignaal toe aan je sound. Verder is er nog het regelbare Boost-kanaal waarmee je tot 21dB meer signaal genereert, zonder daarbij het signaal te oversturen (of toch niet vanuit het pedaal zelf). Hier hebben we dus twee schakelaars, één voor

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Nous regarderons les possibilités de réglage pédale par pédale, et nous commencerons par la Red Ripper. Le bouton Level fixe le volume de la pédale pour ce qui est du signal ‘clean’.

Vient ensuite une égalisation à trois bandes (high, mid et low). Cela permet donc d’opérer un réglage fin sur les fréquences. Le filtre passe-bas donne un peu plus de graves au son tout en bridant les aiguës du signal quand les haut-parleurs utilisés possèdent des tweeters. Nous avons ensuite le bouton Drive, qui fonctionne un peu un signal d’ampli à lampes dont on peut régler le degré de saturation. Quant au bouton R.I.P., il ajoute des harmoniques à la distorsion et en même temps, il lui donne une autre dimension: il provoque une sorte d’effet de balayage, et au plus on tourne ce bouton, au plus cela donne l’impression de deux sons saturés que l’on a “couplés”. Un effet assez dingue!

Passons à la Bass Boost Fuzz. Cette pédale a aussi son bouton Level, avec ensuite le Tone, qui coupe les fréquences aiguës et ajoute des basses dans le son, sans pour autant affecter les fréquences moyennes. La pédale possède également un bouton Drive, dont le fonctionnement est le même que sur la Red Ripper. Le bouton ‘+ Clean” ajoute une dose en plus du signal basse originel dans le son. Enfin, il y a aussi le canal Boost réglable, qui génère 21 dB de signal en plus, sans pour autant saturer ce signal, ou en tout cas, pas au niveau de la pédale elle-même. Nous avons deux interrupteurs à pied en présence, un pour enclencher le fuzz, et l’autre, pour enclencher le boost.

Et voici enfin la Bass Boost Chorus! Le bouton Mix permet

www.meetmusic.com

13

Tech 21 Bass Boost Chorus, Bass Boost Fuzz & Red Ripper

BASS

pro

de mélanger le signal traité au signal d’origine. Ici aussi, nous het inschakelen van de fuzz en avons un bouton Tone, qui fonctionne comme sur le Bass één voor het inschakelen van Boost Fuzz. Le bouton Speed permet de régler la vitesse de de boost.

• Les sonorités • Sounds modulation - de 2 Hz à 10 Hz - et le bouton Depth, la profonTenslotte de Bass Boost Chodeur de la modulation: au plus on tourne le bouton, au plus le • La facilité d’emploi • Gebruiksvriendelijk rus! Met de Mix knop stem je son devient “spacieux”. Le bouton Detune règle l’accordage de het effectsignaal af met het • Les possibilités de réglage • Regelmogelijkheden l’effet de chorus: en position centrale, l’accord est parfait. Si cleane signaal. Ook hier hebben l’on tourne vers la gauche, la hauteur du son traité baisse, et • La qualité • Kwaliteit we de Tone knop, die voor hetvers la droite, elle monte. Quant au bouton Level Boost, il vous zelfde effect zorgt als bij de Bass sert à régler le niveau général de l’effet par rapport au signal Boost Fuzz. Met de Speed knop direct, sans qu’il y ait une perte de puissance du signal quand regelen we de snelheid van de on l’enclenche. Et comme cerise sur le gâteau, voici la touche modulatie regelen (van 2 Hz tot Multi Voice: grâce à elle, on obtient plus de basses qu’avec les • Kostprijs niet weggelegd • Le prix n’est pas adapté 10 Hz) en met de Depth regelen voix standard du chorus, ce qui intensifie l’effet de chorus. voor beginners pour les débutants we de diepte van de modulatie.

Hoe meer je deze opendraait, hoe meer “wobbly” je sound CONNEXIONS wordt. Detune regelt de stemming van het chorus effect: als hij op 12u staat, is hij in perfecte Toutes les pédales ont une entrée et une sortie au standard jack, ainsi qu’une connexion stemming. Draai je meer naar links, dan wordt de stemming naar beneden en rechtsboven pour un adaptateur sous 9V en CC, afin d’assurer l’alimentation en courant. Vous n’avez pas getrokken. De Level Boost knop zorgt ervoor dat je het effectsignaal tegenover het cleane d’adaptateur? Pas de problème, on peut également utiliser une pile de 9 volts: celle-ci se place signaal kan afstellen, zonder een val in de signaalsterkte wanneer je die inschakelt. Als kers par le dessous de la pédale, dans un compartiment prévu à cet effet. op de taart is er nog de Multi Voice knop. Hiermee krijg je meer lagen dan bij de standaard enkelstemming, wat het chorus effect verbreedt.

contra

SON

AANSLUITINGEN

Alle pedalen hebben een in- en uitgang, met een standaard jack aansluiting en een aansluiting voor een 9V D.C. adapter, voor de stroomvoorziening. Heb je geen adapter? Geen nood, je krijgt de mogelijkheid om een 9V batterij onderaan het pedaal aan te sluiten via het batterijvakje.

SOUND

Deze keer beginnen we met de Bass Boost Fuzz. In combinatie met de regelbare boost, is dit pedaal best interessant. Wanneer we de instellingen van de handleiding toepassen, bekomen we goede en vette fuzz sounds die helemaal klaar zijn voor gebruik. De boost maakt het nog interessanter om je signaal op te krikken in bijvoorbeeld een refrein of een luid stuk, zodat we mee kunnen op het niveau van de gitaristen. De sounds zijn zeer overtuigend en klinken dankzij de goede regelmogelijkheden zowel diep als heel gedefinieerd.

Over naar de Red Ripper, die er voor mij wat uitsteekt tegenover andere fuzz pedalen op de markt. De R.I.P. knop geeft deze fuzz sound net die extra, andere dimensie. Je krijgt de indruk dat je zowel met een fuzz als met een synthachtig effect aan het spelen bent. Een heel maf effect dat me zeker kan bekoren! Check zeker ook hier de settings uit de handleiding.

En last but not least, de Bass Boost Chorus. Zelf ben ik geen echte fan van chorus effecten: de meeste pedalen geven meteen die jaren ‘80 chorusklanken die ik persoonlijk wat voorbijgestreefd vind. Maar goed, meningen moeten soms herzien worden! Met dit pedaal bekom je ook die typische jaren ‘80 chorus, maar daar stopt het niet. Na de instellingen uit de handleiding te hebben toegepast, bekwam ik toch chorusklanken die me konden bekoren. Er zaten zelfs enkele sounds bij die me aan bekende nummers deden denken waarin de bassist een chorus effect gebruikt. De vele regelmogelijkheden zorgen er dus voor dat dit een zeer veelzijdig choruspedaal is geworden! Tenslotte bereik je dankzij de Multi Voice een breder klankspectrum, wat het pedaal die extra originele touch geeft.

TOEPASSING

Vergeleken met gitaristen, zijn bassisten natuurlijk geen grote gebruikers van effectpedalen.

Maar als je ze gebruikt op de juiste momenten, kunnen een paar goede effecten er altijd voor zorgen dat je als bassist opvalt. De Bass Boost Fuzz en de Red Ripper zijn meer weggelegd voor bassisten die houden van een vuile klank - vooral toegepast in stevige rock en metal, of crossover. De Bass Boost Chorus heeft dan weer een iets breder toepassingsgebied en kan zowel gebruikt worden bij fusion, rock en pop, als voor een intro van een nummer. Daarnaast is hij ook leuk bij een fretloze bas, wat vroeger erg populair was. Denk maar aan het nummer “Wherever I lay my hat”, waarop Pino Palladino te horen is en zo bekend is geworden als bassist. Wat een effect al niet kan doen voor je carrière! Nog even vermelden dat deze sounds geschikt zijn voor zowel live- als studio-opnames.

BUDGET

De kostprijs van deze pedalen? €260,61 voor de Bass Boost Chorus, €236,81 voor de Red Ripper en €213,01 voor de Bass Boost Fuzz (alle incl. BTW). Dit zijn niet meteen instapprijzen voor effectpedalen... Toch kunnen we hier, gezien de kwaliteit van de pedalen, spreken van een rechtvaardige prijs. Binnen deze prijsklasse mag je er al zeker van zijn dat je een goed effect in handen hebt. Het beste zou zijn dat je de pedalen eerst even kan uittesten, om te zien of je ze kan gebruiken in je band.

CONCLUSIE

Toen ik begon te schrijven aan deze review, was ik een beetje sceptisch... Klankeffecten aanbieden die al “in vele geuren en kleuren” worden aangeboden door andere fabrikanten?

Hmmm. Toch moet ik eerlijk toegeven dat Tech 21 er in is geslaagd standaard effecten aan te bieden, die toch anders en veelzijdiger zijn dan de meeste pedalen op de markt. De Red Ripper en de Bass Boost Chorus zijn zo bijvoorbeeld al twee pedalen die me bij zullen blijven - en dat voor iemand die niet houdt van een chorus effect! De Bass Boost Fuzz is dankzij z’n regelbare boost ook heel interessant. De goede handleiding en de gebruiksklare, geloofwaardige sounds zorgen ervoor dat deze pedalen heel gebruiksvriendelijk zijn. Je zal enkel wat dieper in je geldbuidel moeten tasten. Ik adviseer dan ook, nogmaals, om deze pedalen eerst uit te testen en te zien of je ze zeker kan gebruiken voor je eigen band. Maar ze zijn alvast zeker de moeite waard!

MMM

14

www.meetmusic.com

Cette fois-ci, nous commencerons par la Bass Boost Fuzz. En faisant intervenir le boost réglable, cette pédale est très intéressante. Quand on suit les réglages proposés par la notice d’emploi, on arrive de bons sons saturés, bien “gras”, et “prêts à l’emploi”. Le Boost rend la pédale encore plus intéressante, car elle permet de “gonfler” votre signal, par exemple pour souligner un refrain ou un passage au volume particulièrement élevé, de manière à pouvoir faire face au niveau du guitariste. Ces sons sont très convaincants, et grâce à la qualité des réglages, ils ont une sonorité aussi profonde que bien définie.

Passons au Red Ripper, qui, selon moi, “sort du lot” par rapport aux autres pédales de fuzz qui “inondent” le marché. Le bouton R.I.P. donne à ce son fuzz le “plus” qui l’amène à un autre niveau: il donne l’impression que l’on mélange à la fois un son fuzz, mais aussi un son de synthé. Un effet un peu... dingue, mais qui, assurément m’a conquis! Et ici aussi, n’hésitez pas à vous reporter à la notice d’emploi.

Last but not least, voici donc la Bass Boost Chorus. Personnellement, je ne suis pas un fan des effets de chorus: la plupart des pédales produisent invariablement des sons de chorus des années 80 qui, pour moi, sont un peu démodés. Mais bon, les avis doivent parfois être revus... Avec cette pédale, il est exact que l’on obtient... oui, ici aussi, le chorus typique des années 80, mais elle ne s’arrête pas là: après avoir programmé les réglages conseillés par la notice d’emploi, j’ai obtenu des sons de chorus qui ont réussi à me séduire. Il y avait même des sons qui me faisaient penser à des morceaux bien connus où le bassiste utilise un effet de chorus. Les nombreuses possibilités de réglages permettent donc à cette pédale d’être très polyvalente. Enfin, grâce à la touche Multi Voice, on élargit fortement le spectre sonore, ce qui donne à cette pédale son côté original.

CHAMP D’APPLICATION

Comparés aux guitaristes, il est clair que les bassistes ne sont pas de gros consommateurs de pédales. Mais quand on les emploie au bon moment, quelques bons effets peuvent toujours mettre un bassiste en évidence. La Bass Boost Fuzz et la Red Ripper sont plus destinées aux bassistes qui recherchent un son “sale”, utilisé avant tout dans le rock “musclé” et le métal.

Quant au Bass Boost Chorus, il possède un champ d’application un peu plus large, car il peut être utilisé à la fois dans les styles fusion, rock et pop, ainsi que pour l’intro d’un morceau. De plus, c’est un effet très amusant avec une basse sans frettes, une combinaison très en vogue dans le passé. Pensez juste au morceau “Wherever I Lay My Hat” de Paul Young et sur lequel on entend Pino Palladino: c’est ainsi qu’il est devenu célèbre en tant que bassiste! Donc, vous imaginez ce qu’un simple (?) effet peut faire dans une carrière! Précisons également que ces sonorités sont tout aussi indiquées pour une utilisation sur scène que pour des enregistrements en studio.

PRIX

Le prix de ces pédales, maintenant... Il est de 261,61 euros pour la Bass Boost Chorus, de 236,81 pour la Red Ripper et de 213,01 pour la Bass Boost Fuzz. Tous ces prix s’entendent TVA comprise. Ce ne sont pas vraiment des prix d’entrée de gamme pour des pédales... Cependant, au vu de la qualité de ces “jolis joujoux”, nous pouvons considérer que ce prix est justifié: dans cette catégorie de prix, on peut être sûr et certain d’avoir choisi un bon produit.

Le mieux serait de pouvoir tester d’abord ces pédales afin de déterminer si vous pourrez en faire bon usage dans votre groupe...

CONCLUSION

Quand j’ai commencé à écrire cette revue, j’étais un peu sceptique... A quoi bon proposer des effets sonores qui existent déjà dans toutes leurs variantes chez d’autres constructeurs?

Bof... Néanmoins, je dois à l’honnêteté d’avouer que Tech 21 a réussi à proposer des effets standard qui sont, malgré tout, différents et plus polyvalents que la plupart des pédales présentes sur le marché. Par exemple, la Red Ripper et la Bass Boost Chorus sont deux pédales qui resteront avec moi - et donc, avec quelqu’un qui admet ne pas apprécier l’effet de chorus pour la basse! Grâce à son boost réglable, la Bass Boost Fuzz est également très intéressante.

L’excellente notice d’emploi et ses sonorités crédibles et “clef sur porte” font que ces pédales sont d’un emploi très facile. Sans doute vous faudra-t-il creuser un peu plus dans votre bourse... Mais une fois encore, je vous conseille, d’une façon ou d’une autre, de d’abord tester ces pédales et de voir si effectivement, elles peuvent vous être utiles à coup sûr dans votre groupe. Ceci dit, incontestablement, elles valent le coup!

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Ludwig Breakbeats

DRUMS & PERCUSSION

Ludwig Breakbeats ACOUSTIC DRUMS

JEAN-PHILIPPE KOMAC

Dat Ludwig altijd bekend geweest is om zijn sound en afwerkingskwaliteit, bewijzen de talloze (top)drummers die vandaag nog steeds op oude Ludwigsets en -snaredrums spelen. Minder voor de hand liggend is dat Ludwig één van de weinige legendarische merken is, dat er ook in slaagt om dergelijke drummers op hun huidige drums te laten spelen. Een bewijs dat hun legendarische sound nog steeds centraal staat in het gamma. Daarom ook dat Ludwigs ‘oude’ snaredrums, zoals de Supraphonic en Black Beauty, nog steeds zeer goed verkocht worden, én zeer hoge prijzen halen op de tweedehandsmarkt.

Ahmir ?uestlove Eén van die topdrummers is laatste ja(of Questlove) Thompson, die de smaa kren gezien wordt als één van dé bepalers als het op groove aankomt. met Ludwig Hij ontwikkelde samen de Breakbeats, die een handige, compacte ner als professional set voor zowel beginverklappen dat dit moet zijn. Laten we nu al setje in onze test toont dat het héél wat meer is, dan een handig ding met een klinkende naam als verkoopsargument…

CONCEPT, BOUW & AFWER-

KING

Het idee van een compacte drumset is niet nieuw, gezien de markt brengen. fabrikanten al jaren dergelijke minisets op beats, begreep ik onmidMaar bij het uitpakken van deze Breakhet concept werd nagedacht dellijk dat er hier wel zeer uitgebreid over - zelfs nog vòòr ik de info op de website van Ludwig had gelezen.

Als een Amerikaanse fabrikant spreekt van een grote stad, dan gaat het sen (dus ook drummers!) in kleine appartemeestal over New York, waar de men-

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Ludwig a toujours été connu pour la qualité de ses sons et de sa finition, et cela est clairement démontré par les innombrables batteurs - et de top niveau, s’il vous plaît!

- qui, aujourd’hui encore, continuent à jouer sur de vieux sets et/ou caisses claires de la marque. Mais bien que cela soit moins évident, il y a autre chose à dire: Ludwig est une des rares marques légendaires qui a réussi à faire jouer, encore à l’heure actuelle, des batteurs de cette trempe sur son matériel récent. Voilà bien une preuve que leur son légendaire reste un élément central de leur gamme de produits. C’est aussi la raison pour laquelle Ludwig vend encore très bien de “vieilles” caisses claires comme la Supraphonic ou la Black Beauty, et qu’en plus, ces modèles se revendent à des prix exorbitants sur le marché de l’occasion.

L’un des super-batteurs en question, c’est Ahmir?uestlove (ou Questlove) Thompson; et depuis quelques années, ce Monsieur est considéré comme l’un de ceux qui “donnent le ton” dans le domaine du ‘groove’.

En collaboration avec Ludwig, il a conçu la BreakBeats, une batterie qui se veut pratique, compacte, et destinée à la fois aux débutants comme aux professionnels. Mettons immédiatement une chose au clair: lors de notre test, ce petit set a montré qu’il est bien plus qu’un simple outil pratique, affublé d’un nom un peu ronflant en guise d’argument de vente...

CONCEPT,

L’idée de concevoir un nées déjà, les constructeurs de la clientèle. Mais en déballant cette firme avait vraiment réfléchi en profonque j’aie lu quoi que ce soit sur le sujet

CONSTRUCTION ET FINITION

set compact n’est pas nouvelle: depuis des anmettent de tels ensembles à la disposition BreakBeats, j’ai tout de suite compris que la deur sur son concept - et ce, avant même via le site de Ludwig.

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04 www.meetmusic.com 15

DRUMS & PERCUSSION

Ludwig Breakbeats

menten wonen, vaak met honderden in een wolkenkrabber. Dus heb je bij zo’n appartement geen garage voor je auto, laat staan dat je een parkeerplaats vindt in het centrum waar je in een club moet optreden. Zo’n compacte set is dus ideaal voor je kleine woonkamer en moet licht en draagbaar zijn. Je kan er dan probleemloos mee in het park spelen en er met de taxi of het openbaar mee naar concerten gaan. Tot

d a a r het idee van een compacte set. Maar Ludwig gaat nog een paar stappen verder. Voor een betere draagbaarheid is de basdrum niet zo diep als de meeste andere (slechts 14”), m a a r voor de snaredrum werd er geen compromis gesloten en krijg je een standaard 14”x5” exemplaar meegeleverd. Echt geweldig is dat er standaard draagzakken worden meegeleverd: gewone zakken met een trekkoord als sluiting, die eigenlijk hetzelfde zijn als je zwemzak of turnzak voor school. Het geniale zit hem dan vooral in het feit dat je thuis of in kleine zaaltjes die zakken over de toms en snaredrum kan gooien om stiller te kunnen spelen, i.p.v. de traditionele keukenhanddoeken. één enkele doos: je De set wordt geleverd in vellen op de basmoet dus nog zelf de monteren. Hier drum en floortom nieuws: we hebben al is nog meer goed vaker geklaagd over de vellen die Ludwig op zijn drums monteer t...

Maar deze keer werd gekozen voor Remo UCvellen (weliswaar van Chinese makelij). We krijgen een Powerstroke voor de basdrum, PinStr ipes voor de toms en een Ambassador voor de snaredrum. De ondervellen van de toms zijn merkloos en enkel hoog te stemmen: die vervang je volgens mij best meteen door goede Remo’s voor €10 à €15 per vel. Voor de basdrum zijn er metalen spanringen, maar wel échte brede, in plaats van de tom spanringen op de meeste andere sets. Ludwig spreekt van hardhout (hardwood) als ketelmateriaal, en ik vermoed dat dit lindenhout is, dat meestal gebruikt wordt voor goedkope sets. De binnenkant is niet behandeld, maar de draagranden zijn wel zeer scherp in een hoek van 45° gefreesd en extra glad geschuurd. Toch voelen we een paar oneffenheden aan de buitenkant, enerzijds in het hout, anderzijds door lijmresten van de bekleding, maar die hebben geen invloed op de klank. Het chroomwerk heeft ook niet de kwaliteit die we gewoon zijn van Ludwigs duurdere sets, maar er moest natuurlijk ergens op bespaard worden. Je krijgt immers wél nylon ringetjes voor de spanvijzen, en voor de basdrum ook stevige, inklapbare en telescopische poten i.p.v. de eenvoudige vintage stangetjes van de Club Date SE. Opvallend is ook dat de raiser (om de basdrum hoger te zetten zodat je beater in het midden slaat) een eenvoudig standaard model is dat je vastklemt op de spanring i.p.v. een speciaal ontworpen systeem dat onder in de ketel of aan de spanring gemonteerd zit. Dit lijkt op een besparing, maar het werkt even goed. Ik denk dan vooral aan jonge kinderen (5 tot 8 jaar) die nu op deze set kunnen beginnen spelen, zonder de basdrumraiser. De set staat op die manier heel laag en kan dan gewoon met hen meegroeien... En uiteindelijk bij wijze van spreken levenslang meegaan. Ikea is er niets tegen!

Je moet wel nog hardware voorzien: hihatpedaal, basdrumpedaal en cimbaalstands. Jammer dat de Atlasmount van Ludwig (een spanblokje gecombineerd met een bracket, dat je in de plaats van een spanblokje kan monteren) samen met een cimbaalarm duurder is dan een cimbaalstand. Dat zou dan immers nog een serieuze plaats- en gewichtsbesparing zijn. Misschien kan er toch eens overwogen worden bij Ludwig om zo’n optiepakket aan een interessant prijsje mee te leveren?

De enkele tomhouder wordt wel meegeleverd en is niet alleen ruimschoots regelbaar in de hoogte, maar ook in alle richtingen, dankzij het bolgewricht.

16

www.meetmusic.com

Quand un constructeur américain parle d’une grande ville, la plupart du temps, il s’agit de New York, où les gens - donc, les batteurs aussi! - vivent dans de petits appartements, souvent rassemblés par centaines dans un gratte-ciel. De ce fait, dans un tel appartement, vous ne disposez pas d’un garage pour votre voiture... Admettons que vous la gariez dans un parking, en plein centre ville, près d’un club où vous devez monter sur scène. Une batterie aussi compacte est donc l’idéal pour votre petite chambre, et elle doit être aussi légère que facilement transportable. Cela permet d’aller jouer sans problème en public, et de s’y rendre en taxi, où de se rendre à un concert en plein air. Voilà donc ce qui justifie l’idée d’un set compact...

Mais Ludwig va encore quelques pas plus loin que cela! Pour améliorer la portabilité, la grosse caisse n’est pas aussi profonde que la plupart des autres: 14” seulement. Par contre, pour la caisse claire, pas le moindre compromis n’a été consenti: l’exemplaire livré est aux dimensions standard de 14” x 5”. Un truc génial, c’est que les

housses de transport font partie de la livraison: il s’agit de simples sacs mun i s d’un cordon en guise de fermeture. En fait, c’est même principe que celui d’un sac où vous me ttez vos affaires pour aller à la piscine ou à la gym.

Mais le “côté malin” de la chose, c’est surtout que, chez soi o u dans de petites salles, on peut mettre ces housses sur les toms et la caisse claire afin d’en réduire le volume... au lieu de recourir aux habituels essuies de cuisine!

Le set complet est livré dans une seule boîte: il vous faudra donc monter vousmême les peaux de la grosse caisse et du tom au sol. Et ici, voici de nouveau de bonnes nouvelles: nous nous sommes souvent plaints des peaux que Ludwig monte sur ses fûts... Mais cette fois-ci, ils ont opté pour des peaux Remo UC (de facture chinoise, il est vrai). Il s’agit d’une PowerStroke pour la grosse caisse, de PinStripes pour les toms, et d’une Ambassador pour la caisse claire. Les peaux du dessous des toms sont sans marque et doivent être accordées très haut: selon moi, il vaut mieux les remplacer tout de suite par de bonnes Remo qui vous coûteront entre 10 et 15 euros par peau.

Pour la grosse caisse, il y a des cercles en métal, mais de type extra large, au lieu de cercles de toms, comme c’est le cas sur la plupart des autres sets. Pour le bois des fûts, Ludwig parle de ‘hardwood’ (bois dur, bois de feuillus en français), et je suppose qu’il s’agit de tilleul, car c’est l’essence employée pour la plupart des sets bon marché. On ne parle pas de l’intérieur, mais précisons que les bords ont été sciés sous un angle assez aigu (45°), et que le ponçage leur confère une surface parfaitement lisse. Néanmoins, nous avons relevé quelques imperfections du côté extérieur: d’une part dans le bois, et d’autre part, dans le revêtement où l’on détecte quelques restes de colle. Mais cela n’a aucune influence sur le son.

Les éléments chromés n’ont pas non plus la qualité à laquelle les sets plus chers de Ludwig nous ont habitués, mais il est clair qu’il fallait bien faire des économies sur un poste ou l’autre... En tout cas, il y a bien des anneaux en nylons pour les vis de tension, et pour la grosse caisse, il y a aussi de solides pieds, repliables et télescopiques, en lieu et place d e s tubes ‘vintage’ de la Club Date SE. Une chose est évidente aussi au niveau du ‘raiser’, qui sert à rehausser la grosse caisse de manière à ce que la mailloche de la pédale vienne frapper juste au milieu de la peau: il s’agit d’un simple modèle standard que l’on fixe sur les cercles, contrairement au système spécialement conçu pour cela, et qui est monté en dessous, soit dans le fût, soit sur les cercles. Cela ressemble à une économie, mais cela fonctionne tout aussi bien. Je pense ici en particulier aux jeunes enfants, entre cinq et huit ans, qui peuvent commencer à jouer ainsi, sans recourir au ‘raiser’ de la grosse caisse. Dans ce cas, le set se trouve très bas, et il ne demande qu’à évoluer avec eux... Et finalement, façon de parler, de les accompagner “pour la vie”. Un peu comme un meuble Ikea, quoi...

Il vous faudra compléter le set par de l’accastillage: une pédale de charley, une pédale de grosse caisse et des pieds pour vos cymbales. C’est dommage que le système AtlasMount de Ludwig - un tendeur combiné à un support que l’on monte à la place d’un tendeur avec une perche de cymbale - est plus cher qu’un pied de cymbale. En tout cas, ce serait un sérieux gain de

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

17

DRUMS & PERCUSSION

Ludwig Breakbeats

En als toemaatje is er nog een klemopening voorzien, waarin je dan wél een cimbaalarm kan plaatsen: klasse!

In advertenties zie je meestal foto’s van Questlove met een Azure Sparkle set, maar krijgbaar. Dus ook White alle kleuren uit de Element PVC-serie zijn verSparkle, Wine Red Sparkle (onze set) en Black Gold Sparkle.

KLANK

Van zo’n kleine afmetingen verwachten we natuurlijk geen ongelooflijk vette, diepe sound, maar al na een paar slagen moeten we toch onze vooroordelen terug inslikken. Dankzij de oordeelkundige keuze van de vellen klinkt de Breakbeats veel groter dan hij eruit ziet. De basdrum geeft redelijk veel laag t.o.v. zijn afmetingen, maar de klank is vooral compact en gedefinieerd. Als je snelle patronen tussen toms en basdrum speelt, hoor je duidelijk alle slagen, hetgeen zeer goed is om te oefenen. Dankzij de PinStripes klinken de toms zeer vol en vet, en zelfs de rechtstreeks in de ketel gemonteerde tomrozet van 10” neemt niet te veel klank weg. Liever dit systeem dan een slechte rimophanging! Ook de floortom kan verbazend laag en diep gaan als je het ondervel vervangt. En hoewel de floortompoten slechts kleine rubberdopjes hebben, verlies je weinig klank: top! Ook de snaredrum heeft wat last van het matige ondervel: hij blijft een beetje hol klinken, terwijl de snaren daardoor ook niet goed reageren. De snarenspanner is nochtans zeer degelijk, en heeft op de draaiknop nog een vierkante kop om met een stemsleutel de spanning bij te regelen.

Dan doen we de hoezen over de set: weeral een verrassing! De stof van de hoezen is iets dunner dan een keukenhanddoek, dus dempen ze niet te veel af. Integendeel, je behoudt nog een redelijk volume, maar vooral in de toms ook nog wat diepte in de klank. De snaredrum klinkt wel vrij kort, maar daardoor ook zeer gedefinieerd om stil te spelen of te oefenen. Bij de basdrum daarentegen is het wat moeilijker: de hoes blijft niet zitten tijdens het spelen, en op de foto’s van de Ludwigsite zie je ook dat de basdrumhoes niet geplaatst is. Iets stiller spelen met je voet is dan de boodschap.

Met de klank zit het dus echt wel goed bij deze Breakbeats, met een eervolle vermelding voor de Chinese Removellen die blijkbaar toch een serieuze kwaliteitsverbetering ondergaan hebben!

BUDGET

€378,72! Neen, dat is niet het voorschot dat je moet betalen voor deze set, noch het BTWbedrag… De Breakbeats kost dus nog geen €400 (bedrag exclusief BTW) voor een basdrum, tom, floortom en snaredrum, inclusief hoezen en degelijke vellen. Dit is een zware slag voor de concurrentie en deze set wordt dan ook een aanrader om te concurreren met kinderdrumstellen, beginnerssets en repetitiesets voor professionals.

BESLUIT

Deze Ludwig Breakbeats is echt een schot in de roos: een handige, compacte en draagbare drumset met toch een normale snaredrum. Inclusief hoezen die ook nog eens dienst kunnen doen als geluidsdemping. Je kunt misschien wel vitten op afwerkingsdetails zoals het matige chroomwerk (volgens Ludwig-standaarden!) of de slechte ondervellen, maar de prijs veegt dit allemaal in één beweging van tafel. Het is tenslotte ook niet de drumset waarmee je op Rock Werchter zult spelen, of een wereldtournee mee zult doen, maar een handige oefenof clubset. Ook kleine kinderen kunnen ermee beginnen, en de Breakbeats groeit dan mee.

Verschillende professionele collega’s hebben deze set reeds in hun bezit en zijn er zeer lovend over. Momenteel ben ik zelf nog aan het twijfelen over welke kleur ik ga kiezen…

place et de poids. Peut être pourrait-on prendre cet élément en considération chez Ludwig et proposer un tel ensemble en option à un prix intéressant?

Le seul support de tom fait partie de la livraison, et non seulement il est largement réglable en hauteur, mais aussi dans toutes les directions grâce à son articulation. Et il y a même un petit cadeau, un orifice avec une bague de serrage où l’on peut placer une perchette de cymbale: ça, c’est la clâââsse…

Dans les publicités, la plupart du temps, on voit des photos de Questlove avec un set de couleur ‘Azure Sparkle’, mais en fait, toutes les couleurs de la gamme ‘Element PVC’ sont disponibles. A savoir: White Sparkle, Wine Red Sparkle (notre set de test) et Black Gold Sparkle.

SON

Face à des dimensions aussi modestes, il ne faut évidemment pas s’attendre à un son bien gras et très profond, mais juste après quelques frappes, on est obligé de remettre ses préjugés en question! Grâce au choix judicieux de ses peaux, la BreakBeats projette un son beaucoup plus ample que sa taille ne le laisserait supposer. La grosse caisse produit pas mal de sons graves par rapport à ses dimensions, mais le son est avant tout compact et bien défini. Quand on joue des motifs entre les toms et la grosse caisse, on perçoit clairement chaque frappe, ce qui est un gros atout quand on s’entraîne.

Grâce à leurs PinStripes, les toms ont un son bien plein et gras, et même le support du tom monté en plein milieu du fût ne bride pas trop le son... D’ailleurs, il vaut mieux un tel système qu’un mauvais support des cercles! Le tom au sol est lui aussi étonnant par la profondeur de ses basses quand on a remplacé la peau du dessous. Et bien que les pieds de ce tom ne sont pas entourés de caoutchouc, peu de son se “perd”: irréprochable! La caisse claire souffre un peu, elle aussi, de la qualité moyenne de sa peau du dessous: elle sonne un peu creux, et du coup, le timbre ne réagit pas bien. Le tendeur du timbre est tout à fait convenable, et en plus, son mécanisme possède une tête à section carrée afin de pouvoir régler la tension avec une clé d’accordage.

A présent, posons les housses sur les peaux du set: voici de nouveau une surprise! En effet, la matière des housses est légèrement plus fine qu’un essuie de vaisselle, et donc, elle n’étouffe pas trop le son. Au contraire, on conserve encore un volume convenable, mais surtout pour les toms, il reste une certaine profondeur dans le son. La caisse claire a un son particulièrement bref, mais par la même occasion, très bien défini, ce qui est idéal pour jouer à bas volume ou pour s’entraîner. Du côté de la grosse caisse, par contre, c’est un peu plus difficile: la housse ne reste pas en place pendant que l’on joue, et d’ailleurs, sur la photo présente sur le site de Ludwig, on voit que la housse de la grosse caisse n’a pas été mise en place. Jouer du pied avec un peu de retenue est donc le message à retenir...

Globalement, pour ce qui est du son, cette BreakBeats est donc vraiment bien, avec une mention spéciale pour les peaux Remo d’origine chinoise, qui, manifestement, ont bénéficié d’une sérieuse hausse de qualité!

PRIX

Alors... 378,72 euros! Eh non, ce montant n’est pas l’avance qu’il faut payer pour entrer en possession de ce set, ni le montant de la TVA... La BreakBeats ne coûte donc même pas 400 euros (montant hors TVA) pour une grosse caisse, un tom, un tom au sol et une caisse claire, et ce prix comprend des housses et des peaux de bonne qualité! C’est pour le moins un très vilain coup infligé à la concurrence, et ce set est même à conseiller en lieu et place d’un set pour enfant, pour débutant, pour répéter, ou même pour des professionnels.

CONCLUSION

Cette Ludwig BreakBeats est vraiment un coup de maître: une batterie pratique, compacte et aisément transportable, avec, malgré tout, une caisse claire normale. Les housses sont incluses et peuvent en plus servir d’étouffoirs. On pourrait peut être chicaner sur quelques détails de finition, comme le niveau de qualité des chromes (en se référant au standard Ludwig!) ou celui des peaux du dessous, mais le prix balaie tout cela en un clin d’œil!

Bien entendu, ce n’est pas non plus un set pour aller jouer au festival de Werchter, et encore moins pour entamer une tournée mondiale! Mais c’est un set pratique pour s’exercer ou pour jouer en club. D’autre part, de très jeunes enfants peuvent débuter sur un tel set, et la BreakBeats “grandira” avec eux. Certains de mes collègues - des professionnels - ont déjà l’un de ces sets en leur possession, et leurs louanges ne tarissent pas! Quant à moi, pour l’instant, j’hésite encore... sur le choix de la couleur que je vais choisir!

MMM

MMM

pro • Handig, compact, draagbaar • Hoezen die ook als demping dienst doen • Goede sound, ook dankzij de Chinese Removellen • Snaredrum met normale afmetingen: 14”x5” • Stevige basdrumpoten en tomhouder met bolgewricht en klem voor cimbaalarm

• Pratique, compacte portable • Les housses, qui peuvent aussi servir d’étouffoirs • Bonne sonorité, grâce aussi aux peaux Remo de Chine • La caisse claire, qui conserve des dimensions normales: 14”x5” • La solidité des pieds de la grosse caisse et son support de tom avec réceptacle pour perchette de cymbale

contra • Ondervellen ondermaats • Afwerkingsdetails: matig chroomwerk, lijmresten op de ketel

18

www.meetmusic.com

• Peaux du dessous médiocres • Détails de finition: éléments chromés moyens, restes de colle sur les fûts

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Kawai ES-100

Kawai ES-100

DIGITAL PIANO

In tegenstelling tot heel wat concurrenten, produceert de firma Kawai maar één ding: piano’s. Zowel akoestisch als elektrisch, en dat al bijna een eeuw lang. We kunnen dus stellen dat ze op dat vlak een zekere expertise hebben opgebouwd.

Betreffende de ES-100, het model dat we hier hebben staan, is het concept simpel: het gaat om een kwalitatief instrument, maar dan aan een enorm scherpe prijs.

En dat zijn we van Kawai niet gewend!

BOUW

De ES-100, verkrijgbaar in het zwart of het wit, heeft een erg strak en eenvoudig, haast puur design. Afgezien van de volumeregelaar, telt het controlepaneel slechts acht knoppen, inclusief de aan/uit-schakelaar. Acht! Niet meer, niet minder. Er is geen display, geel LCD, geen LED-verlichting, niets! De toon is gezet: we krijgen hier een piano voorgeschoteld en niet een of ander speeltje met een overdaad aan functies of gadgets.

Onder de linkerzijde van het klavier zijn twee uitgangen voor hoofdtelefoons voorzien. En op de achterkant? Niet veel. De aansluiting voor de 12 Volt-adapter, twee MIDI-aansluitingen en een aansluiting voor een sustainpedaal dat meegeleverd is. Deze laatste is erg mooi en kan gebruikt worden in “half pedal” modus.

Voor wie meer pedalen wil, heeft Kawai ervoor geopteerd om een drie-pedaals module in optie aan te bieden, die gefixeerd wordt op de eveneens optionele standaard (zeg maar meubel). We begrijpen deze keuze, vermits op die manier de pedalen een vaste en stevig verankerde plaats krijgen, wat noodzakelijk is voor degelijk pianospel. De ES-100 komt ook met een pupiter, die je kan monteren voor je partituren. Handig.

De Kawai ES-100 beschikt over een interne versterker met twee speakers van 8 x 12 cm en een capaciteit van 5 x 7 Watt. Deze zitten onderaan de piano, wellicht om ruimte te besparen. De piano is trouwens, ondanks de 88 toetsen, zeer compact: 131 cm breed, slechts 28,5 cm diep en 14,5 cm als maximale hoogte. Hij is ook erg licht: slechts 15 kg. Ondanks het feit dat het hier om een pluimgewicht gaat, is het klavier toch erg goed gemaakt. Het is een “Advanced Hammer Action IV-F”model (AHA IV-F) met imitatiehamers en dus zonder veren. De contragewichten zijn aangepast naargelang de plek op het klavier: zwaarder in de bas en lichter in de hoge tonen, net zoals op een echte piano.

MOGELIJKHEDEN

Eenvoud boven alles! De ES-100 heeft negentien klanken in huis, waaronder acht verschillende pianoklanken en drie voor elektrische piano. Dit bevestigt eens te meer dat de ES-100 vooral een piano is. Andere geluiden zijn: jazzorgel, kerkorgel, clavecimbel, twee snaarinstrumenten, bas en vibrafoon. In werkelijkheid zijn ze vooral bruikbaar om aan de percussie toe te voegen en zo een iets aange n a m e r e metronoom te beko-

men d a n e e n echt metro-

noom! De ES-100 beschikt over honderd ritmes die erg goed zijn, maar geen automatische begeleiding bieden.

De ES-100 heeft de gebruikelijke opties in huis: het verdelen van je klavier (“split”), layers, etc. Een interessant detail is wel dat je ook de mogelijkheid hebt om vier “registraties” op te slaan: dat zijn de verschillende instellingen die je gebruikt bij het splitten, de gekozen klanken, welke geluiden je gebruikt, het niveau van deze klanken, etc.

De ES-100 voorziet niet heel veel mogelijkheden, maar die die er wel zijn, werden zorgvuldig gekozen: reverb, resonantie van het sustainpedaal, hamer- en

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

KEYBOARD INSTRUMENTS

LUC HENRION Contrairement à tous ses concurrents, la firme Kawai ne fabrique qu’une seule chose: des pianos, acoustiques ou électroniques, mais uniquement et exclusivement des pianos, rien d’autre, et ce, depuis près d’un siècle. On peut donc parler d’une certaine expertise en la matière! En ce qui concerne le modèle ES-100, le concept semble simple: offrir un instrument de qualité, mais à un prix extrêmement serré, ce qui constitue une première de la part de Kawai.

CONSTRUCTION

Disponible en noir ou en blanc, le Kawai ES-100 est d’un design épuré à l’extrême. A part le curseur de volume, sur le panneau supérieur on compte en tout et pour tout 8 boutons, y compris le “on/off” général. Huit. Pas un de plus. Aucun display, ni LCD, ni affichage à LED, rien! Le ton est donc donné: on vous propose ici un piano, pas un “jouet” avec une foultitude de fonctions ou de gadgets.

En dessous du côté gauche du clavier, à l’avant, on trouve deux sorties pour écouteurs. A l’arrière? Pas grand-chose! Le réceptacle pour le transfo d’alimentation (12 volts), deux prises MIDI et une connexion pour la pédale de sustain, qui fait partie de la livraison. Cette dernière est très belle et peut être utilisée en mode “half pedal”. Pour celui qui voudrait plus de pédales, Kawai a choisi de proposer en option un module de trois pédales qui se fixe à un pied (on pourrait d’ailleurs simplement dire un “meuble”), lui aussi en option. Nous comprenons ce choix, étant donné que de cette manière, les pédales bénéficient d’une place fixe et bien arrimée, ce qui est une condition indispensable pour jouer correctement du piano.

L’ES-100 est aussi livré avec son pupitre ; il suffit de le monter pour y déposer ses partitions.

Voilà qui est pratique.

Le Kawai ES-100 possède un système d’amplification intégré, avec deux diffuseurs de 8 x 12 cm, d’une puissance de 2 x 7 Watts. Ces diffuseurs sont placés en dessous du piano, sans doute pour économiser de la place. Le piano, malgré son clavier complet de 88 touches, est en effet très compact: 131cm de large sur seulement 28,5cm de profondeur et 14,5cm de hauteur maximum. Il est également très léger: 15 kilos sur la balance.Malgré ce poids plume, le clavier est de très belle facture, il s’agit d’un modèle “Advanced Hammer Action IV-F” ou AHA IV-F pour les intimes, avec des imitations de marteaux donc, sans ressorts, et dont les contrepoids sont adaptés à la hauteur des touches: plus lourds dans le grave, plus légers dans l’aigu, comme sur un vrai piano.

POSSIBILITÉS

Simplicité avant tout. Le ES-100 ne propose que 19 sonorités, dont 8 timbres de piano différents et 3 sonorités de piano électrique. Cela se confirme donc une fois de plus: le ES-100 est avant tout un piano. Les autres sonorités disponibles sont les suivantes: orgue “jazz”, orgue d’église et clavecin, pour clôturer la liste des instruments à clavier, et enfin deux sons de “cordes”, deux basses et un vibraphone. En réalité, il conviendrait d’ajouter à cela des sons de percussions, essentiellement destinés à fournir un métronome plus sympathique qu’un métronome! Le ES-100 offre donc 100 rythmes, de très bonne tenue d’ailleurs, mais pas d’accompagnement automatique.

Le ES-100 dispose des habituelles possibilités de partage de clavier (“split”) et de superposition de sons (“layers”). Détail intéressant: il permet également de mémoriser 4 “registrations”, autrement dit les différents réglages que vous aurez effectués concernant notamment le point de “split”, les sonorités choisies, le niveau respectif des sonorités, etc.

Le ES-100 permet peu de variations de timbre mais celles qui sont présentes ont été judicieusement choisies: reverb, résonance de la pédale de sustain, bruit des marteaux et des étouffoirs, transposition, brillance, toucher, accord et même tempérament. Au risque de me répéter quelque peu, on constatera une fois de plus que tout cela concerne essentiellement les caractéristiques d’un piano, et rien d’autre!

Les baffles étant situés sous le piano, un réglage vous permet d’en modifier la sonorité selon que le piano est placé sur un pied (et que les baffles sont donc “à l’air libre”) ou sur une table (avec des baffles “emprisonnés” sous le piano). Il est également possible de couper ou non le son des baffles quand on utilise une sortie écouteurs.

Ceci est particulièrement bienvenu puisque, en l’absence d’une sortie « ligne » spécifique, c’est cette sortie écouteurs qui permettra d’employer le ES-100 sur une amplification externe.

Autre fonction: l’enregistrement de séquences. Le ES-100 vous permet

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04 www.meetmusic.com 19

KEYBOARD INSTRUMENTS

Kawai ES-100

dempergeluid, toonhoogte, helderheid, aanslag en zelfs temperament.

Op het gevaar af in herhaling te vallen: dit zijn grotendeels de klassieke eigenschappen van een piano, niets anders!

De luidsprekers bevinden zich onder de piano. Met een instelling kan je aangeven of de luidsprekers vrij staan (dus wanneer de piano op z’n voet is geplaatst), of dat ze verscholen zitten doordat de piano bijvoorbeeld op een tafel werd geplaatst. Het is ook mogelijk om het geluid van de luidsprekers te muten wanneer je bijvoorbeeld een hoofdtelefoon gebruikt. Deze laatste mogelijkheid is trouwens erg welkom, want er is geen aparte line-uitgang. Als je het instrument dus extern wil versterken, moet je die hoofdtelefoonuitgang gebruiken.

Nog een functie is het opnemen van sequenties. De ES-100 stelt je in staat om drie nummers in real-time op te nemen, en dat in een sequencer met een capaciteit van circa 15.000 noten. Let op, door het gebruik van het pedaal vermindert deze capaciteit wel. Maar dan nog: 15.000 noten is al een behoorlijke brok muziek!

Los van de opnamefunctie zijn er ook een tiental demo’s en een leerfunctie die werkt volgens de methode van Burgmüller (25 makkelijke lessen, opus 100) en boeken 1A en 1B van de Alfred methode. Natuurlijk kan je het tempo aanpassen en zelfs de linker- en de rechterhand apart instuderen.

Eigenlijk zijn er dus toch best wat mogelijkheden. Maar, waar zitten al die knoppen dan? Da’s een heel goede vraag, want zoals ik in het begin van deze review al zei, zitten er bijna geen knoppen op deze piano. Kawai heeft dan ook een bijzondere logica bedacht. Ze gaan ervan uit dat je met dit soort instrument vooral met je favoriete klanken zult spelen - er zijn er zeven onmiddellijk toegankelijk.

Om de andere klanken toe te wijzen, zul je ze ofwel in sequens doorlopen, ofwel met een specifieke toetsencombinatie kiezen. OK, maar laten we nu even van dichterbij kijken.

Beginnend aan de linkerkant zien we na de “on/off” en de volumeregelaar, nog zeven toetsen: “function”, “play/stop”, “rec”, “lesson”, “piano”, “e.piano/organ” en “others”. Wanneer je de “function”-knop ingedrukt houdt, krijgen de laatste vier toetsen een nieuwe functie, nl. “registrations” (eigen creaties). Als je tegelijk de “function” en de “start/stop” indrukt, kom je bij de demo’s terecht.

Druk je “lesson” en “piano” tegelijk in, dan activeer je de metronoom. Als geheugensteun zijn deze combinaties op het bedieningspaneel grafisch aangegeven. Er zijn zeven klanken direct toegankelijk: piano, e.piano/organ en de vier registrations. Voor de andere klanken kan je op twee wijzen tewerk gaan. Je zal ze één voor één doorlopen m.b.v. de “others”-knop, ofwel kan je deze “others”knop combineren met een toets van je klavier om de gewenste klant direct te activeren.

Functies als reverb, klavierdynamiek, stemming, diapason… bedien je op gelijkaardige wijze. Kawai heeft een checklist voorzien om je bij dit alles te helpen, maar ik neem aan dat je van je favoriete klanken snel de betreffende toetsencombinatie zal onthouden. En zoals gezegd zul je er al vier kunnen opslaan onder “registrations”.

Hoe dan ook, we hadden hier misschien toch liever enkele toetsen meer op het bedieningspaneel gezien, samen met een klein display. Wellicht had dit de prijs

pro • kwaliteit van klavier en pianogeluiden • licht en niet log • prijs!!!

• qualité du clavier et des sons de pianos • léger et peu encombrant • prix!!!

contra • bediening kan eenvoudiger • geen display

20

• l’utilisation pourrait ëtre plus facile • pas de display

www.meetmusic.com

d’enregistrer 3 morceaux en temps réel, dans un séquenceur d’une capacité d’environ 15.000 notes. Remarque: l’utilisation de la pédale compte pour une note, ce qui diminue donc quelque peu cette capacité. Ceci dit, 15.000 notes, c’est déjà un fameux morceau!

Indépendamment de cette fonction d’enregistrement, il y a également une douzaine de démos et surtout une fonction d’apprentissage qui reprend rien de moins que la méthode “Burgmüller” (25 études faciles, opus 100) et les livres 1A et 1B de la méthode “Alfred”. Vous pouvez bien entendu ajuster le tempo et même étudier séparément la main gauche ou la main droite.

Bien, me direz-vous, cela fait finalement pas mal de possibilités, mais où sont les commandes? Bonne question en effet. Comme je l’écrivais en début d’article, il n’y a que très peu de boutons sur le panneau de commandes.

Ici, Kawai a utilisé une logique assez particulière : son raisonnement de départ est qu’avec ce type d’instrument, vous jouerez avant tout avec vos sonorités favorites - et il y en a sept qui sont directement accessibles. Pour accéder aux autres sons, il vous faudra soit suivre une séquence de sons, soit utiliser une combinaison de touches spécifique. OK, mais regardons maintenant cela de plus près. En démarrant du côté gauche, nous voyons le bouton de mise en et hors service, le réglage de volume, puis encore sept touches : “function”, “play/stop”, “rec”, “lesson”, “piano”, “e.piano/organ” et “others”. Quand on maintient le bouton “function” enfoncé, les quatre dernières touches se voient attribuer une nouvelle fonction, à savoir “registrations” (vos propres créations). Quand vous maintenez simultanément enfoncées les touches “start/stop”, vous accédez à la démo. Et quand vous appuyez simultanément sur les touches “lesson” et “piano”, vous activez le métronome. Pour garder cela en mémoire, ces combinaisons sont reproduites sous forme de graphiques sur le panneau des commandes. Il y a donc sept sons qui sont directement accessibles : piano, e.piano/organ et les quatre “registrations”. Pour avoir accès aux autres sons, il y a deux manières de procéder. Soit vous les faites défiler un par un à l’aide de la touche “others”, soit vous pouvez combiner cette touche “others” avec une touche de votre clavier afin d’activer directement le son désiré.

Des fonctions comme la reverb, la dynamique du clavier, l’accordage, le diapason, etc. se traitent de manière similaire. Kawai a prévu une check liste pour vous aider à gérer tout cela, mais je suppose que vous aurez vite retenu les combinaisons de touches qui correspondent à vos sonorités favorites. Et comme cela a déjà été dit, il vous est loisible de les affecter aux touches “registrations”.

Néanmoins, dans le cas présent, nous aurions sans doute préféré disposer de quelques touches en plus sur le panneau des commandes, ainsi que d’un petit écran. Cette solution n’aurait certainement affecté le prix que de manière très limitée ... A noter qu’il n’y a pas d’entrée audio, pas de connexion USB, et même pas de jack pour une seconde pédale. Mais heureusement, il y a autre chose. Pour le savoir, lisez les chapitres suivants …

RÉPONSE ET SONORITÉS

La génération sonore du ES-100 utilise, pour le son de piano, une technologie maison baptisée “Harmonic Imaging”. Kawai est très avare de renseignements à ce sujet, le secret est bien gardé. Je soupçonne une part de modélisation mais dans le fond, peu importe ce que cela recouvre, le fait est que cela permet une très, très belle dynamique.

En prime, chacune des 88 touches du piano possède son propre échantillonnage, ce qui est tout de même remarquable, surtout dans un instrument d’entrée de gamme. Ajoutez à cela jusque 192 voix de polyphonie: vous pouvez vous lancer dans une débauche de “clusters” sans problème!

Alors d’accord, des sonorités il y en a peu, et certaines sont assez anecdotiques: les tapis de cordes sont clairement pensés pour faire de la figuration en dessous des sons de piano, sans plus. Mais justement, ces sons de piano? Hé bien ils sont magnifiques!

Et en dernière analyse, ce sont eux qui sont l’essentiel de cet instrument. On n’a vraiment pas le sentiment que l’on joue sur un piano bon marché, bien au contraire ! Le prix avantageux a néanmoins une conséquence : l’amplification intégrée n’atteint pas le même niveau que celui des modèles plus onéreux. Le volume est largement suffisant, mais étant donné que les haut-parleurs sont orientés vers le bas, les aiguës sont légèrement étouffées. J’ai eu la chance de pouvoir comparer ce modèle à l’ES-7, le modèle supérieur à l’ES-100, et qui coûte facilement le double. A cause des haut-parleurs, il y avait une différence évidente. Mais au casque, je n’ai entendu que peu de différence dans la qualité sonore, ce qui souligne en soi la qualité supérieure des sons en présence.

Comme je n’ai pu résister à la luxuriance de ces sonorités, depuis lors, je continue mener mes tests en partie avec un casque.

Le clavier, lui, est tout simplement excellent, surtout si l’on considère que c’est un

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

Kawai ES-100

KEYBOARD INSTRUMENTS

instrument d’entrée de gamme et très léger: le fait de n’avoir pas de ressorts (pas chers) mais de vrais marteaux donne vraiment un toucher très pianistique, très agréable. A vrai dire je ne m’attendais pas du tout à une telle qualité de clavier pour un prix si modique.

PRIX

Alors nous y voilà enfin. Je vous l’ai dit: le ES-100 est un instrument d’entrée de gamme. Quand je vous aurai annoncé que son prix n’est que de 650€ à peine, vous me croirez? Oui je sais, c’est incroyable!

CONCLUSION

toch maar zeer beperkt opgedreven… Er is geen audio-ingang, geen USB, zelfs geen jack voor een tweede pedaal. Gelukkig is er meer. Lees vooral verder…

RESPONS EN GELUIDSKWALITEIT

De ES-100 gebruikt voor de pianoklank een gepatenteerde technologie: “Harmonic Imaging”. Kawai is zeer zwijgzaam over deze technologie, het is dus een goed bewaard geheim. Ik vermoed dat het voor een deel om modeling draait, maar of we nu weten hoe deze technologie werkt of niet: het punt blijft dat we hier te maken hebben met een prachtige dynamiek. Als klap op de vuurpijl heeft elke van de 88 toetsen haar eigen sample. Sterk! Zeker bij wat toch eerder als een instapinstrument wordt gezien. En helemaal sterk als je daar nog 192-stemmige polyfonie aan toevoegt!

Ok, qua klanken krijgen we niet veel keuze, en ze klinken niet allemaal even geweldig. Sommige zijn duidelijk ontworpen om de piano te ondersteunen.

Maar, wat voor een pianoklanken! Die klinken prachtig! En tenslotte maken zij de essentie van dit instrument uit.

Je hebt echt niet het gevoel dat je op een goedkope piano aan het spelen bent, integendeel! Die lagere prijs heeft echter wel een gevolg: de geïntegreerde versterking staat niet op hetzelfde niveau als bij hun duurdere modellen. Het volume is zeker voldoende, maar door de speakers naar onder te richten, wordt het hoog lichtjes gesmoord. Ik kreeg de kans om hem eens naast de ES-7 te zetten, de grote broer van de ES-100, die makkelijk het dubbele kost. Door de speakers was er een duidelijk onderscheid te maken.

Maar met de hoofdtelefoon hoorde ik dan weer amper verschil in geluidskwaliteit, wat toch wel de superieure kwaliteit van de klanken an sich onderstreept!

Omdat ik niet aan deze klankenweelde kon weerstaan, heb ik vanaf dan de test verder gedaan met hoofdtelefoon. De (elektrische) pianoklanken klonken dus erg goed, maar ook de andere klanken konden me bekoren, met het orgel en de klavecimbel voorop. Het klavier zelf is gewoon ronduit uitstekend, zeker als je er rekening mee houdt dat dit een instapmodel is, dat bovendien ook nog eens bijna niets weegt. De toetsen zijn niet met (goedkope) veren uitgerust, maar echte hamers: wat een erg “pianistiek” gevoel geeft. Eigenlijk had ik deze kwaliteit niet verwacht binnen deze prijsklasse!

Après vous avoir dévoilé le prix, autant sauter tout de suite à la conclusion! Pour un prix ridicule, Kawai vous propose un excellent piano. Tout simplement.

Bien qu’il y ait quelques bons points en moins - mais comment pourrait-il en être autrement dans cette gamme de prix ? -, globalement, il s’agit d’un excellent instrument. L’essentiel de mes réserves concerne l’utilisation, qui, avec quelques touches en plus et un petit écran, aurait pu être substantiellement simplifiée. OK, on pourrait aussi réclamer une meilleure amplification, mais restons honnête : en fait, spontanément, on s’imagine qu’on se trouve en présence d’un piano beaucoup plus cher ...

Kawai destine clairement ce clavier au pianiste débutant, d’où la présence des leçons de piano intégrées, mais personnellement je n’hésiterais pas à emmener cet instrument en voyage ou en tournée, et même à l’emporter sur scène, pour peu que je puisse mes contenter des sonorités présentes, essentiellement piano acoustique et électrique. “Essentiellement”? Peut-être est-ce bien là le sens du ES-100…

MMM

PRIJS

Voila, we zijn er! Ik had al gezegd dat dit een “low-budget”-instrument is. En als ik nu zeg dat de prijs slechts €650 (incl.

BTW) bedraagt, geloof je me dan? Ja, ik weet het. Het is bijna niet te geloven.

BESLUIT

Aan de verbazingwekkende prijs hoeven we verder geen woorden meer vuil te maken. Meteen over naar de conclusie: voor een belachelijk laag bedrag haal je met deze Kawai een uitstekende piano in huis.

Hoewel er wat minder goede punten zijn (of wat had je gedacht in deze prijsklasse), is dit over het algemeen een prima instrument.

M’n belangrijkste bedenking betreft de bediening, die met toevoeging van enkele toesten en een display toch een stuk zou kunnen vereenvoudigen. OK, je kan je ook nog een betere klankversterking wensen, maar wees eerlijk, je kan je even makkelijker een veel duurder instrument wensen…

Kawai richt zich met deze piano duidelijk op de beginnende pianist, zeker als je kijkt naar de geïntegreerde pianolessen. Ikzelf zou er echter niet voor terugdeinzen om dit instrument mee te nemen op een reis of een tour en zelfs op het podium, zolang ik maar kan genieten van de pianoklanken (akoestisch en elektrisch). Want is dat niet net de essentie van de ES-100...?

MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

www.meetmusic.com

21

Arturia MiniBrute SE Silver BOSS GT-001 Cort EARTH 300V Steve Vai for Ibanez Korg KROSS-61

HILITES

Hilites

ARTURIA

De MiniBrute van Arturia kenden we al, maar op de Messe werd een “special edition” van deze analoge monosynth voorgesteld! Wat meteen opvalt aan de MiniBrute SE Silver, is z’n zilverkleurige, aluminium look quenmet houten zijkanten. Maar verder kreeg dit model ook een nieuwe step secer met nog meer mogelijkheden! Verder lanceerde Arturia met de KeyLab 88 een nieuwe MIDI keyboard controller. Dit model met 88 toetsen werd uitgerust met Analog Lab, Arturia’s synthesizer software voor Mac en PC. www.arturia.com

BOSS

De GP-10 Guitar Processor geeft gitaristen vrijwel onbegrensde klankmogelijkheden, met o.a. instrument modeling en multi-effecten. Met een gewone gitaar en kabel kan je hem gebruiken als multi-gitaareffect. Dankzij de guitar-to-MIDI-functie kan je met je gitaar soft synths bespelen, MIDI-sequenties opnemen en MIDI data invoeren in muzieknotatiesoftware. De GT-001 Guitar Effects Processor is dan weer een strakke desktop unit met een sublieme sound en een geïntegreerde USB audio-interface. O.a. voorzien van tal van COSM-versterkers en effecten, levert dit compacte toestel de allerbeste BOSS home studio of gitaarklanken en geavanceerde opnamefuncties voor je mobiele setup. www.bossus.com

CORT

De Earth Series van Cort wordt uitgebreid met twee nieuwe akoestische modellen. De EARTH 300V heeft een top van Adirondack sparrenhout met Adirondack bracing, de rug en zijkanten zijn vervaardigd van massief mahoniehout, met een zwarte binding. De gitaar kreeg vintage tuners van Grover mee en EXP16 snaren van D’addario. Het andere model, de EARTH 300VF, bevat al het bovenstaande, met als extra een Fishman Sonitone EQ en een Sonicore Pickup systeem. www.cortguitars.com

Nord Lead A1R

BOSS

Le nouveau processeur guitare GP-10 offre aux guitaristes d’innombrables possibilités sonores avec en autre le modelage instrumental et des multi-effets. Une guitare et un câble suffisent pour en faire un multi-effet guitare très complet. En outre grâce à la fonction « guitar-to-MIDI » vous pouvez commander les logiciels « synthétiseurs », enregistrer des séquences MIDI et importer les données MIDI dans votre programme de notation musicale. Le GT-001, processeur guitare, est quant à lui, à nouveau, une unité de table à la sonorité incomparable et pourvu d’une interface audio USB. Les très nombreux amplis-COSM et effets permettent au GT-001 de produire les meilleurs sons de guitare de BOSS ainsi que l’accès aux fonctions les plus avancées d’enregistrement pour votre home studio ou vos prestations en déplacement. www.bossus. com

CORT

La série Earth de Cort se voit agrandie de deux nouveaux modèles acoustiques. La 300V a une table en épicéa Adirondack renforcée, le dos et les côtés sont eux en acajou, le tout étant relié par une « ceinture » noire. La guitare est équipée des tuners vintage de Grover et 16 cordes EXP16 de D’addario. L’autre modèle le Earth 300VF, similaire à sa petite sœur offre de plus un EQ Sonitone de Fishman et un ensemble pickup de Sonicore. www.cortguitars.com

IBANEZ

IBANEZ

Inmiddels is het een fenomeen geworden, de ‘Steve Vai Masterclass’. Steve Vai behoort tot het selecte gezelschap levende gitaarlegendes en heeft het shredden tot een kunst verheven.

Ibanez en Gitarist hebben de handen in elkaar geslagen en organiseren op zaterdag 10 mei een Steve Vai Masterclass in de Cloud Nine zaal van TivoliVredenburg. Deelnemers kunnen dan drie uur lang in exclusief gezelschap van Steve Vai’s zijn visie en spel ontdekken, en misschien zelfs hun gitaarspel door hem laten beoordelen! Wil je deze Masterclass bijwonen, dan kan je online een ticket bestellen op www.tivolivredenburg.com. Voor meer info surf je naar www.gitarist.nl.

Il est un fait que les ‘Steve Vai Masterclass’ sont devenues une références dans le domaine. Steve Vai appartient sans aucun doute à la communauté des guitaristes vivants de légende et à élevé le « shred » au rang d’art. Ibanez et Gitarist se sont associés et organise le samedi 10 mai au TivoliVredenburg (Nl), salle Cloud Nine, une de ces sessions mythique. Durant trois heures les participants pourront partager avec Steve Vai sa vision musicale et (re)découvrir son jeu. Les plus chanceux auront également l’honneur de voir leur jeu commenté par Steve luimême ! Avis aux amateurs, inscription et ticket sur www.tivolivredenburg.com et plus d’infos disponibles sur www.gitarist.nl.

KORG

Ook bij Korg weer heel wat nieuws op de Musikmesse, zoals bijvoorbeeld de KROSS synthesizer. Dit model is ideaal voor optredens en bestaat in twee versies: de KROSS-61 en KROSS-88, met respectievelijk 61 en 88 toetsen. De KROSS is uiterst draagbaar en werkt zelfs op batterijen. Verder zagen we bij Korg ook nog het Nuvibe vibrato/chorus pedaal. In de jaren 60 had Korg al een pedaaltje gemaakt waarmee je zelf de golfvorm van een chorus of vibrato kon uittekenen.

De Nuvibe is de reïncarnatie van dit oude pedaal, waarmee je eender welk patroon kan maken. Dat gaat heel eenvoudig, met tien sliders en draaiknoppen om de snelheid en intensiteit te bepalen. www.korg.com

NEOSCORES

Roland CUBE Street EX

ARTURIA

Nous connaissions déjà le MiniBrute de Arturia, et nous voici avec une nouvelle édition présentée lors du « Messe » de ce synthétiseur monophonique analogue. Ce qui frappe immédiatement lors de sa découverte est sa couleur argentée au look aluminium et ses flanc en imitation bois. Mais ce nouveau modèle offre surtout un nouveau séquenceur “step” avec bien plus de possibilités que par le passé! Arturia lance également avec le KeyLab 88 un tout nouveau contrôleur clavier MIDI. Equipé de 88 touches il tourne sur le logiciel Analog Lab, de Arturia, Mac et PC compatible. www.arturia.com

Het jonge Belgische bedrijf NeoScores lanceerde op de Musikmesse een webapplicatie voor het digitaliseren van partituren. NeoScores is de schakel tussen uitgevers van partituren die hun materiaal digitaal wensen aan te bieden, en muzikanten die er gebruik van maken. NeoScores verschilt niet alleen van andere apps door de revolutionaire typezetting van de partituren, maar ook de flexibiliteit waarmee deze worden getoond en gebruikt op alle mogelijke apparaten. Dit kan met eender welk besturingssysteem. De app wordt momenteel al wereldwijd door zo’n 1000 muzikanten gebruikt. www.neoscores.com

NORD

Clavia breidt de Lead familie uit met de Nord A1R. Dit is een in rack monteerbare / desktop versie van Nord’s Lead A1 analoge modeling synthsizer. De A1R heeft dezelfde features als de A1, maar beide modellen kregen sinds de NAMM Show enkele updates. Eén daarvan is de “like” knop, waarmee je tot 50 versies van een patch kan “liken” tijden je creatieproces, en die daarna makkelijk terug kan opvragen en vergelijken. De A1 zal beschikbaar zijn vanaf april dit jaar, de A1R vanaf juni! www.nordkeyboards.com

ROLAND

Op de Musikmesse zagen we de CUBE Street EX, een lichte, batterijgevoede stereoversterker met een krachtige sound en diverse connectoren om microfoons, instrumenten en andere apparaten aan te sluiten. Dankzij z’n hellende positie geeft de CUBE Street EX een uitstekende geluidsprojectie voor straatoptredens en kleine zalen, en voor monitoring op grotere podia. www.rolandce.com MMM

22

www.meetmusic.com

KORG

Korg aussi présente lors du Messe d’innombrables nouveautés, comme par exemple le synthé KROSS. Ce modèle idéal pour les représentations existe en deux versions : le KROSS-61 et le KROSS-88 avec respectivement 61 et 88 touches (!!!). Les KROSS , réellement portables et transportables, fonctionnent même sur batterie. Plus loin nous découvrons sur le stand, la Nevibe une nouvelle pédale vibrato/chorus. Déjà dans les années 60, Korg avait développé une pédale permettant de paramétrer les formes d’ondes du chorus ou du vibrato. La Nuvibe est la réincarnation modernisée de cet ancien modèle autorisant toutes formes possibles. Grâce à 10 curseurs et boutons donnant accès à la vitesse et l’intensité, le résultat est immédiat. www.korg.com

NEOSCORES

La jeune société belge (CoCoRiCo) NeoScores a révélé lors du le Messe une application web pour la numérisation de vos partitions. NeoScores est le chainon manquant entre les éditeurs de partitions et les musiciens qui veulent en profiter. Neoscores ne se différencie pas uniquement des autres applis par son concept révolutionnaire de notation mais aussi par la flexibilité de son affichage, son utilisation avec n’importe quel instrument et sa compatibilité avec tous les systèmes de commande. Dès son lancement, le succès est au rendezvous, l’application étant déjà utilisée par plus de 1000 musiciens dans le monde. www. neoscores.com

NORD

Clavia a étendu sa gamme LEAD avec le Nord A1R. C’est la version rack/table de leur synthétiseur analogue de modeling, le Lead A1. Similaire au A1 quant aux possibilités ces deux modèles profitent à l’occasion du NAMM de plusieurs améliorations. Une de celles-ci est le bouton ‘Like’ qui vous permet de stocker 50 versions différentes d’un patch lors du processus de création et d’ensuite calmement pouvoir les rappeler et les comparer. L’A1 sera disponible dès avril de cette année, l’A1R suivra 60 jours plus tard. www. nordkeyboards.com

ROLAND

Le CUBE Street EX fut révélé lors du Musikmess. Il s’agit d’un puissant amplificateur stéréo portable réunissant de nombreux avantages tels que : légèreté, connectique hyper complète pour micro-ligne-instruments et autres sources. Grâce à son profile incliné le VCUBE Street X est idéal pour les prestations publique en rue et petite salle ou comme moniteur scène sur plus grand podium. www.rolandce.com MMM

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/04

MEET MUSIC MAGAZINE 2014/03

www.meetmusic.com

23

SOUND

April 2014 Avril 2014

MEET MUSIC MAGAZINE AFGIFTE KANTOOR VOOR BELGIE / Turnhout P509335

PRO

&.L.I.G.H.T maandblad voor de klankingenieur, DJ, LJ, VJ mensuel pour l’ingénieur du son, DJ, LJ, VJ

Cymatic Audio

Dynacord A-Line

GRATIS

GRATUIT Coda Audio

CoRAY4 G18 C5

LR-16

Scratch Live Chauvet Geyser RGB

vs

Serato DJ